19
Nederlands
d) Berg elektrisch gereedschap buiten het bereik
van kinderen op en sta niet toe dat personen die
niet bekend zijn met het juiste gebruik van het
gereedschap of deze voorschriften dit elektrisch
gereedschap gebruiken.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in onbevoegde
handen.
e) Het elektrisch gereedschap moet regelmatig
onderhouden worden. Controleer het
gereedschap op een foutieve uitlijning,
vastgelopen of defecte bewegende onderdelen
en andere problemen die van invloed zijn op de
juiste werking van het gereedschap.
Indien het gereedschap defect of beschadigd
is moet het gerepareerd worden voordat u het
gereedschap opnieuw gebruikt.
Slecht onderhouden elektrisch gereedschap is
verantwoordelijk voor een groot aantal doe-het-zelf
ongelukken.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden snijwerktuigen met scherpe
snijranden lopen minder snel vast en zijn
gemakkelijker in het gebruik.
g)
Elektrisch gereedschap, toebehoren, bits enz.
moeten in overeenstemming met deze instructies
worden gebruikt, waarbij de werkomstandigheden
en het werk dat gedaan moet worden in
overweging moeten worden genomen.
Gebruik van het elektrisch gereedschap voor andere
doeleinden dan waarvoor het is bedoeld, kan
resulteren in een gevaarlijke situatie.
5) Onderhoud
a) Het gereedschap mag uitsluitend door bevoegd
onderhoudspersoneel worden onderhouden
en er mag daarbij uitsluitend gebruik gemaakt
worden van identieke vervangingsonderdelen.
Hierdoor kunt u er op rekenen dat het elektrisch
gereedschap veilig blijft.
VOORZORGSMAATREGELEN
Houd kinderen en kwetsbare personen op een afstand.
Het gereedschap moet na gebruik buiten het bereik
van kinderen en andere kwetsbare personen worden
opgeborgen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
VOOR DE BOORMACHINE
1. Gebruik aanvullende handgrepen als die met het
gereedschap worden meegeleverd.
Verlies van controle kan leiden tot persoonlijk letsel.
2. Houd het elektrisch gereedschap vast aan de
daarvoor bestemde geïsoleerde oppervlakken
wanneer u een handeling verricht waarbij het
snijgereedschap in contact kan komen met
verborgen bedrading of het eigen snoer.
Snijaccessoire die in contact komen met een draad waar
stroom op staat kunnen ervoor zorgen dat blootliggende
metalen onderdelen van het elektrische gereedschap
ook onder stroom komen te staan en de gebruiker een
elektrische schok geven.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
1. Zorg ervoor dat de stroombron die u wilt gaan gebruiken
voldoet aan de eisen van de stroomvoorziening zoals
vermeld op het typeplaatje van het product.
2. Zorg ervoor dat de stroomschakelaar uit (OFF) staat.
Als de stekker in het stopcontact wordt gedaan met
de stroomschakelaar aan (ON), zal het elektrisch
gereedschap onmiddellijk beginnen te werken, wat kan
leiden tot ernstige ongelukken.
3. Wanneer de werkplek te ver weg is van de stroombron,
moet u een verlengsnoer gebruiken van voldoende dikte
en met de juiste opgegeven capaciteit. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
4. Voor het bevestigen van het boorstuk moet u het
gewenste boorstuk geheel in de boorkop steken en de
boorkop vervolgens goed met de sleutel vastdraaien.
Het is uitermate gevaarlijk om het boorstuk niet goed
vast te draaien. Het boorstuk zou namelijk los kunnen
schieten tijdens het boren.
5. Draag geen handschoenen van materiaal dat
gemakkelijk oprolt, zoals katoen, wol, een doek of doek
van touw.
6. Raak het boorstuk niet tijdens het boren of direct na het
boren aan. Het boorstuk wordt namelijk heet bij gebruik
en u zou anders brandwonden op kunnen lopen.
7. Controleer alvorens de boor ergens neer te leggen dat
de boor geheel gestopt is.
8. Controleer alvorens een gat in een muur, vloer of plafond
te boren dat er geen onderdelen als elektrische kabels,
leidingen en circuits kunnen worden beschadigd.
9. Bij werkzaamheden in de hoogte moet u uitermate
voorzichtig zijn en goed opletten.
10. Druk
Het boren wordt niet bespoedigd door het uitoefenen
van een sterke druk op de boor. Extra druk leidt tot een
beschadigde boor, een verminderde boorprestatie en/of
kortere levensduur van de boormachine.
11. Bij het boren door het materiaal:
Wanneer de boor volledig door het materiaal heenboort,
leidt een achteloze hantering dikwijls tot een afgebroken
boor of tot een beschadiging van de boormachine zelf
vanwege de plotselinge beweging van de boormachine.
Men moet er steeds op voorbereid zijn de druk bij het
doorboren van het materiaal te verminderen.
12. Veiligheidsmaatregelen bij het boren
De boor kan tijdens het bedrijf oververhit worden, is
echter nog in staat verder te functioneren. De boor niet
afkoelen in water of olie.
13. U kunt de stophendelstang aan beide kanten van de
behuizing bevestigen.
14. Er is geen stopper aanwezig op producten met een
sleutelloze boorkop omdat de stang van de stopper de
sleutelloze boorkop zou raken.
Een dergelijke stopper mag ook in geen geval naderhand
worden gemonteerd op een product met een sleutelloze
boorkop met het oog op bovenstaande waarschuwing,
want hierdoor kunnen zich ernstige ongelukken
voordoen.
15. Veiligheidsmaatregelen onmiddellijk na het gebruik
Onmiddellijk na gebruik kan, wanneer de boormachine
nog draait, en op een plaats gelegd werd, waar
zich aanzienlijke hoeveelheden boorafval en stof
opeengehoopt hebben, stof in het boormechanisme
gezogen worden. Op deze ongewenste mogelijkheid
moet steeds gelet worden.
16. Aardlekschakelaar
We bevelen u aan een aardlekschakelaar te gebruiken
met een opgegeven lekstroom van 30 mA of minder
onder alle omstandigheden.