Bosch MUM58920/05 Handleiding

Categorie
Blenders
Type
Handleiding
59
nl
Bestemming van het apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en
de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor
verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het
huishouden.
Toegestane maximumhoeveelheden niet overschrijden
(X “Toepassingsvoorbeelden” zie pagina 68).
Het apparaat is geschikt voor het mixen, kneden en kloppen van
levensmiddelen. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere
substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door
de fabrikant goedgekeurde andere accessoires zijn aanvullende
toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met goedgekeurde
originele onderdelen en accessoires gebruiken. De toebehoren
nooit voor andere apparaten gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en
tot 2000 m boven de zeespiegel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en
bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft,
lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van
de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de
fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade.
Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of
kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien
zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de
hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten
van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen
het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
W Gevaar voor elektrische schokken en brand!
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het
aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaren
te vermijden, mogen reparaties aan het apparaat, zoals het
vervangen van een beschadigd aansluitsnoer, uitsluitend worden
uitgevoerd door onze klantenservice.
Het apparaat uitsluitend in- en uitschakelen met de draaischakelaar.
Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op
afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht
houden op het apparaat!
60
nl Belangrijke veiligheidsinstructies
Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete
oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het netsnoer niet met hete
delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken.
Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de
vaatwasser doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet
met vochtige handen gebruiken.
Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht
aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij
storingen altijd van het net worden gescheiden.
W Gevaar voor letsel!
Voordat u toebehoren of hulpstukken vervangt die bewegen tijdens
het gebruik, moet het apparaat worden uitgeschakeld en worden
losgemaakt van het stroomnet. Na het uitschakelen loopt de
aandrijving nog even na. Wacht tot de aandrijving geheel stilstaat.
Verstel de draaiarm niet wanneer het apparaat ingeschakeld is.
Hulpstukken alleen gebruiken als de kom is geplaatst, het deksel
is aangebracht en het aandrijvingsbeschermdeksel is geplaatst! Bij
gebruik van toebehoren de kom, het deksel en het aandrijvings-
beschermdeksel volgens de gebruiksaanwijzing aanbrengen!
Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de
vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom
of de vulopening steken. Handen, haren, kleding en andere
voorwerpen op een afstand houden van roterende delen.
Hulpstukken nooit gelijktijdig met een of 2 toebehoren gebruiken.
Neem bij gebruik van toebehoren zowel deze als ook de
bijgevoegde gebruiksaanwijzingen in acht.
De toebehoren alleen in compleet samengebouwde toestand
gebruiken. Toebehoren nooit samenbouwen terwijl het op het
basisapparaat is aangebracht. Toebehoren alleen gebruiken in
de hiervoor bestemde werkstand.
Niet in de scherpe messen en randen van de fijnmaakschijven
grijpen. Fijnmaakschijven alleen aan de rand vastpakken!
Mixermes niet met blote handen reinigen.
Grijp nooit in de aangebrachte mixer! Gebruik de mixer nooit als
het deksel niet is aangebracht.
Voorzichtig bij de omgang met de scherpe messen, bij het legen
van het reservoir en bij het reinigen.
W Gevaar voor brandwonden!
Bij verwerking van hete mixvloeistoffen komt er stoom uit de trechter
in het deksel. Maximaal 0,5 liter hete of schuimende mixvloeistof
toevoegen.
W Verstikkingsgevaar!
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
61
nl
Belangrijke veiligheidsinstructies
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer
informatie over onze producten vindt u
op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................59
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............59
Veiligheidssystemen ................................. 61
In één oogopslag ......................................62
Bedrijfspositie ...........................................63
Bedienen ..................................................63
Reiniging en onderhoud ...........................67
Opbergen..................................................67
Hulp bij storingen ...................................... 68
Toepassingsvoorbeelden .......................... 68
Afval..........................................................70
Garantie .................................................... 70
Extra toebehoren ......................................70
W Attentie!
Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten dan
nodig is voor het verwerken van het levensmiddel. Niet onbelast
laten lopen.
W Belangrijk!
Na elk gebruik of als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt,
dient u het altijd grondig te reinigen (X “Reiniging en onderhoud”
zie pagina 67).
W Toelichting bij de symbolen op het apparaat en het
toebehoren
i
Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing opvolgen.
Y
Voorzichtig! Draaiende messen.
W
Voorzichtig! Draaiende hulpstukken.
Niet in de vulopening grijpen.
Veiligheidssystemen
Inschakelbeveiliging
Zie tabel “Bedrijfsposities”
Het apparaat kan in pos. 1 en 3 alleen
worden ingeschakeld:
wanneer de kom (11) is aangebracht en
door hem te draaien is vastgeklikt.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat
ingeschakeld, maar na de stroomstoring
gaat de motor niet opnieuw lopen. Opnieuw
inschakelen: draaischakelaar op P
draaien, dan inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
Als de motor zichzelf tijdens het gebruik
uitschakelt, is de overbelastingsbeveiliging
geactiveerd. Een mogelijke oorzaak is het
verwerken van een te grote hoeveelheid
levensmiddelen tegelijk.
Wat u moet doen indien een
veiligheidssysteem wordt geactiveerd,
zie “Hulp bij storingen”.
Het apparaat behoeft geen verzorging.
62
nl In één oogopslag
In één oogopslag
De pagina’s met afbeeldingen
uitklappen a.u.b.
Afb. A:
Basisapparaat
1 Ontgrendelknop
2 Draaiarm
“Easy Armlift”-functie ter ondersteuning
van de omhoogbeweging van de arm
(zie “Werkstanden”).
3 Draaischakelaar
Na uitschakeling (stand P) wordt het
apparaat automatisch op de optimale
stand voor het verwisselen van de
hulpstukken gezet.
MUM52..:
P = stop
M = Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand 1-4, draaisnelheid:
1 = laag toerental – langzaam,
4 = hoog toerental – snel.
MUM54../MUM55../MUM56../MUM58..:
P = stop
M = Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand 1-7, draaisnelheid:
1 = laag toerental – langzaam,
7 = hoog toerental – snel.
4 Functie-indicatie
(MUM54../55../56../58..)
Brandt tijdens het gebruik
(draaischakelaar op M of 1-7). Knippert
bij een bedieningsfout van het apparaat,
bij activering van de elektronische
zekering en bij een apparaatdefect, zie
het hoofdstuk “Hulp bij storingen”.
5 Aandrijvingsbeschermdeksel
Om het aandrijvingsbeschermdeksel te
verwijderen op het achterste gedeelte
drukken en het deksel verwijderen.
6 Aandrijving voor
doorloopsnijder en
citruspers (extra toebehoren*)
Het aandrijvings-beschermingsdeksel
aanbrengen als de aandrijving niet
wordt gebruikt.
7 Aandrijving voor hulpstukken
(roergarde, klopgarde, kneedhaak)
en vleesmolen (extra toebehoren *)
8 Aandrijvingsbeschermdeksel mixer
9 Aandrijving voor mixer
(extra toebehoren*)
Het mixeraandrijvingsbeschermings-
deksel aanbrengen als de aandrijving
niet wordt gebruikt.
10 Kabelvak
MUM52../MUM54../MUM58..:
Het snoer opbergen in het
snoeropbergvak
MUM55../MUM56..:
Automatische snoeropwikkeling
Mengkom met toebehoren
11 Roestvrijstalen kom
12 Deksel
Hulpstukken
13 Roergarde
14 Klopgarde
15 Kneedhaak met deegvanger
16 Opbergzak voor toebehoren
Voor het opbergen van de hulpstukken
en de fijnmaakschijven.
Doorloopsnijder
17 Stopper
18 Deksel met vulschacht
19 Fijnmaakschijven
a Snij-draaischijf – dik/dun
b Rasp-draaischijf – grof/fijn
c Maalschijf – middelfijn
20 Schijfhouder
21 Behuizing met uitlaat-opening
Mixer*
22 Mixkom
23 Deksel
24 Trechter
* Indien een van de toebehoren niet is
meegeleverd, kan het in de speciaalzaak of
bij de klantenservice worden aangeschaft.
63
nl
Bedrijfspositie
Bedrijfspositie
Afb. B:
Attentie!
Het apparaat alleen gebruiken wanneer
het hulpstuk / toebehoren volgens
deze tabel is aangebracht op de juiste
aandrijving en in de juiste positie, en op de
bedrijfsstand staat. De draaiarm moet in
elke bedrijfspositie zijn vastgeklikt.
N.B.
De draaiarm beschikt over een
“Easy Armlift”-functie, die de omhoog-
beweging van de draaiarm ondersteunt.
Instellen van de bedrijfspositie:
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm draaien. De beweging met een
hand ondersteunen.
De draaiarm op de gewenste positie
zetten en laten vastklikken.
Bedrijfs-
stand
Aandrijving MUM52.. MUM
54/55/
56/58..
1
7
1-4 1-7
1-4 1-7
1-2 1-3
2
7 *
3
6
2-4 3-7
2-3 3-5
Bedrijfs-
stand
Aandrijving MUM52.. MUM
54/55/
56/58..
4
9 3-4 5-7
7
3-4 5-7
* Aanbrengen/verwijderen van de (roer)
garde en de kneedhaak; toevoegen van
grote verwerkingshoeveelheden.
Bedienen
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd.
Attentie!
Het apparaat alleen met het toebehoren /
hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken.
Het apparaat niet zonder ingrediënten
gebruiken. Apparaat en toebehoren niet
blootstellen aan warmtebronnen. De onder-
delen zijn niet geschikt voor gebruik in een
magnetron.
Het apparaat en het toebehoren grondig
reinigen voordat u deze voor het eerst
gebruikt, zie “Reiniging en onderhoud”.
Belangrijke aanwijzing
De aanbevolen richtwaarden voor de
werksnelheid in deze handleiding hebben
betrekking op de apparaten met een
draaiknop met 7 standen. Erachter staan
tussen haakjes de waarden voor apparaten
met een draaischakelaar met 4 standen.
In deze gebruiksaanwijzing vindt u een
sticker met de richtwaarden voor de
werksnelheid van het apparaat bij gebruik
van de hulpstukken resp. het toebehoren.
Wij raden u aan deze sticker op het
apparaat te plakken (afb. C).
64
nl Bedienen
Voorbereiden
Het basisapparaat op een vlakke en
schone ondergrond zetten.
Het snoer afwikkelen (afb. D).
MUM52../MUM54../MUM58..
Snoeropbergvak:
De kabel tot de gewenste
lengte uittrekken.
MUM55../MUM56..
Automatische snoer-
opwikkeling:
Het snoer in één keer tot de
gewenste lengte uittrekken
(max. 100 cm) en langzaam loslaten; het
snoer is gearrêteerd.
Het snoer inkorten:
Kort aan het snoer trekken en tot de
gewenste lengte laten opwikkelen. Dan
opnieuw kort aan het snoer trekken en
langzaam loslaten; het snoer is
gearrêteerd.
Attentie!
Het snoer niet draaien bij het opwikkelen.
Bij apparaten met een automatische
snoeropwikkeling het snoer niet met de
hand inschuiven. Wanneer het snoer
klemzit: het snoer geheel afwikkelen en
dan laten opwikkelen.
Stekker in wandcontactdoos doen.
Kom en hulpstukken
W Verwondingsgevaar door roterende
hulpstukken!
Tijdens het gebruik nooit in de mengkom
grijpen. Altijd werken met aangebracht
deksel (12)!
Hulpstukken alleen vervangen bij stilstaande
aandrijving – na het uitschakelen loopt de
aandrijving nog even na en blijft dan staan
op de hulpstukwisselpositie. De draaiarm
pas bewegen wanneer het hulpstuk stilstaat.
Niet-gebruikte aandrijvingen altijd afdekken
met aandrijvingsbeschermdeksels.
Attentie!
Kom alleen gebruiken voor werkzaamheden
met dit apparaat.
Roergarde (13)
voor het roeren van deeg, bijv.
roerdeeg.
Klopgarde (14)
voor het kloppen van eiwit, slag-
room en dun deeg, bijv.
biscuitdeeg.
Kneedhaak (15)
voor het kneden van dik deeg en
het mengen van ingrediënten die
niet fijngemaakt mogen worden
(bijv. rozijnen, chocolaatjes)
Werken met de kom en de hulpstukken
afb. E:
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
Kom aanbrengen:
de kom schuin naar voren
houden en aanbrengen, tegen de klok in
draaien tot hij vastklikt.
Afhankelijk van de uit te voeren taak de
roergarde, slaggarde of kneedhaak in de
aandrijving steken tot deze vastklikt.
Opmerking:
Bij de kneedhaak de deegvanger draaien
tot de kneedhaak kan worden vastgeklikt
(afb. E-4b).
De ingrediënten in de kom doen.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 1 zetten.
Deksel aanbrengen.
Draaischakelaar op de gewenste
stand zetten.
Ons advies:
Roergarde:
eerst roeren op stand 1 (1), dan stand
7 (4) kiezen
Klopgarde:
stand 7 (4), doorroeren op stand 1 (1)
Kneedhaak:
eerst roeren op stand 1 (1), kneden op
stand 3 (2)
65
nl
Bedienen
Ingrediënten toevoegen
Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
ingrediënten toevoegen via de vulopening
in het deksel.
of
Deksel verwijderen.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
De ingrediënten toevoegen.
Na gebruik
Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
Stekker uit wandcontactdoos nemen.
Deksel verwijderen.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
Hulpstuk uit de aandrijving trekken.
Kom verwijderen.
Alle onderdelen reinigen, zie “Reiniging
en onderhoud”.
Doorloopsnijder
W Gevaar voor letsel
Niet in de scherpe messen en randen van de
fijnmaakschijven grijpen. Fijnmaakschijven
alleen aan de rand vastpakken!
Doorloopsnijder alleen aanbrengen / verwij-
deren wanneer de aandrijving stilstaat en de
stekker uit het stopcontact is getrokken.
Niet in de vulschacht grijpen.
Attentie!
Doorloopsnijder alleen in compleet
samengebouwde toestand gebruiken.
Doorloopsnijder nooit samenbouwen terwijl
het op het basisapparaat is aangebracht.
Doorloopsnijder alleen gebruiken in de
afgebeelde bedrijfsstand.
Beveiliging tegen overbelasting
afb. F:
Om bij overbelasting van de doorloopsnijder
grotere schade aan uw apparaat te
voorkomen, is de aandrijfas van de
doorloopsnijder voorzien van een inkerving
(breekpunt). Bij overbelasting breekt de
aandrijfas op dit punt. Een nieuwe
schijfhouder met aandrijfas is verkrijgbaar
bij de klantenservice.
Snij-draaischijf – dik / dun
voor het snijden van fruit en
groente.
Verwerking op stand 5 (3).
Aanduiding op de snij-draaischijf:
“1” voor de dikke snijzijde
“3” voor de dunne snijzijde
Attentie!
De snij-draaischijf is niet geschikt voor het
snijden van harde kaas, brood, broodjes en
chocolade. Gekookte vastkokende
aardappels in koude toestand snijden.
Rasp-draaischijf – grof / fijn
voor het raspen van groente, fruit
en kaas, uitgezonderd harde kaas (bijv.
parmezaanse kaas). Verwerking op stand
3 (2) of 4 (3).
Aanduiding op de rasp-draaischijf:
“2” voor de grove raspzijde
“4” voor de fijne raspzijde
Attentie!
De rasp-draaischijf is niet geschikt voor het
raspen van noten. Zachte kaas alleen met
de grove zijde raspen op stand 7 (4).
Maalschijf – middelfijn
voor het malen van rauwe
aardappels, harde kaas (bijv. parmezaanse
kaas), gekoelde chocolade en noten.
Verwerking op stand 7 (4).
Attentie!
De maalschijf is niet geschikt voor het
malen van zachte kaas en snijdbare kaas.
Werken met de doorloopsnijder
afb. G:
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
Kom aanbrengen: De kom schuin
naar voren houden en aanbren-
gen, tegen de klok in draaien tot hij
vastklikt.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 3 zetten.
Aandrijvingsbeschermdeksel
verwijderen van de aandrijving
van de doorloopsnijder (afb. G-5a).
66
nl Bedienen
De schijfhouder onderaan vasthouden,
daarbij moeten de twee punten naar
boven wijzen.
De gewenste snij- of raspschijf voorzichtig
op de punten van de schijfhouder leggen
(afb. G-6a).
Bij draaischijven erop letten dat de
gewenste zijde naar boven wijst.
Schijfhouder bovenaan vastpakken en in
de behuizing aanbrengen (afb. G-6b).
Deksel aanbrengen (markering in acht
nemen) en tot aan de aanslag met de
klok mee draaien.
Doorloopsnijder volgens afb. G-8 op de
aandrijving plaatsen en met de klok mee
tot aan de aanslag draaien.
Draaischakelaar op de aanbevolen stand
zetten:
De te verwerken levensmiddelen in de
vulschacht doen en aandrukken met de
stopper.
Attentie!
Zorgen dat het gesneden product zich niet
ophoopt in de uitloop-opening.
Tip: Voor een gelijkmatig snijresultaat
kunt u dun snijgoed het best gebundeld
verwerken.
Opmerking: Als er levensmiddelen vast
komen te zitten in de doorloopsnijder, dient
u de keukenmachine uit te schakelen en de
stekker uit het stopcontact te trekken. Dan
wacht u tot de aandrijving stilstaat, neemt u
het deksel van de doorloopsnijder en maakt
u de vulschacht leeg.
Na gebruik
Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
Doorloopsnijder tegen de klok in draaien
en verwijderen.
Deksel tegen de klok in draaien en
verwijderen.
Schijfhouder met schijf verwijderen.
Daartoe met de vinger van onderaf tegen
de aandrijfas drukken (afb. H).
Onderdelen reinigen.
Mixer
W Verwondingsgevaar door scherpe
messen / roterende aandrijving!
Niet in de aangebrachte mixer grijpen! De
mixer alleen verwijderen of aanbrengen
wanneer de aandrijving stilstaat! De mixer
uitsluitend in samengebouwde toestand en
met aangebracht deksel gebruiken.
W Gevaar voor brandwonden!
Bij verwerking van hete mixvloeistoffen
komt er stoom uit de trechter in het deksel.
Maximaal 0,5 liter hete of schuimende
mixvloeistof toevoegen.
Attentie!
De mixer kan beschadigd raken. Geen
bevroren ingrediënten (uitgezonderd
ijsblokjes) verwerken. De mixer niet zonder
vulling laten lopen.
Werken met de mixer
afb. J:
De ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm op bedrijfsstand 4
zetten.
Het beschermdeksel van de
mixeraandrijving verwijderen.
Mixkom aanbrengen (markering op
de handgreep tegen de markering op
het basisapparaat) en tegen de klok in
draaien tot aan de aanslag.
De ingrediënten toevoegen.
Maximumhoeveelheid vloeistof
= 1,25 liter;
maximumhoeveelheid schuimende of
hete vloeistof = 0,5 liter;
optimale verwerkingshoeveelheid,
vast = 50-100 gram.
Deksel aanbrengen en tegen de klok in
tot aan de aanslag in de mixerhandgreep
draaien. Het deksel moet vastgeklikt zijn.
Draaischakelaar op de gewenste stand
zetten.
67
nl
Reiniging en onderhoud
Ingrediënten toevoegen
afb. J-8:
Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
Deksel verwijderen en de ingrediënten
toevoegen
of
trechter verwijderen en vaste ingrediënten
beetje bij beetje toevoegen via de
vulopening
of
vloeibare ingrediënten toevoegen via de
trechter.
Na gebruik
Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
Mixer met de klok mee draaien en
verwijderen.
Tip: U kunt de mixer het best direct na
gebruik reinigen.
Reiniging en onderhoud
Het gebruikte toebehoren moet na elk
gebruik grondig worden gereinigd.
Attentie!
Geen schurende reinigingsmiddelen
gebruiken. De oppervlakken kunnen
beschadigd raken.
Basisapparaat reinigen
W Gevaar voor elektrische schokken!
Het basisapparaat nooit in water dompelen
of onder stromend water houden. Geen
stoomreiniger gebruiken.
Stekker uit wandcontactdoos nemen.
Basisapparaat en aandrijvings-
beschermdeksel afvegen met een
vochtige doek. Indien nodig een beetje
afwasmiddel gebruiken.
Daarna het apparaat afdrogen.
Kom en hulpstukken reinigen
De kom en de hulpstukken kunnen in
de afwasautomaat worden gereinigd.
Kunststof onderdelen niet vastklemmen
in de afwasautomaat, omdat ze dan
onherstelbaar vervormd kunnen raken!
Doorloopsnijder reinigen
W Verwondingsgevaar door
scherpe messen!
Niet in de scherpe messen en randen
van de fijnmaakschijven grijpen. Voor het
reinigen een borstel gebruiken.
Alle onderdelen van de doorloopsnijder
kunnen in de afwasautomaat worden
gereinigd.
Tip: Om na het verwerken van bijv. wortels
het rode laagje te verwijderen, kunt u
een beetje slaolie op een doek doen
en daarmee de doorloopsnijder (niet de
fijnmaakschijven) schoonwrijven. Daarna
de doorloopsnijder afwassen.
Mixer reinigen
W Verwondingsgevaar door
scherpe messen!
Mixermes niet met blote handen reinigen.
De mixbeker, het deksel en de trechter
kunnen in de afwasautomaat worden
gereinigd.
Tip: Na verwerking van vloeistoffen is het
meestal voldoende om de mixer te reinigen
zonder deze van het apparaat te nemen.
Hiertoe doet u een beetje water met afwas-
middel in de gemonteerde mixer. Schakel
de mixer enkele seconden in (stand M).
Afwassopje weggieten en de mixer uitspoe-
len met schoon water.
Belangrijke aanwijzing
Zo nodig de opbergzak voor toebehoren
reinigen. De aanwijzingen in de opbergzak
in acht nemen.
Opbergen
W Gevaar voor letsel!
De stekker uit het stopcontact trekken
wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
afb. K:
Hulpstukken en fijnmaakschijven
opbergen in de opbergzak.
Opbergzak in de kom bewaren.
Bewaren in de originele verpakking, zie
afb. L.
68
nl Hulp bij storingen
Hulp bij storingen
W Gevaar voor letsel!
Trek de stekker uit het stopcontact voordat
u een storing verhelpt.
Belangrijke aanwijzing voor
MUM54../MUM55../MUM56../MUM58..
Een bedieningsfout van het apparaat, een
activering van de elektronische zekeringen
en een apparaatdefect wordt aangegeven
door een knipperende inbedrijf-indicatie.
De draaiarm moet in elke bedrijfspositie
zijn vastgeklikt.
Probeer eerst het probleem te verhelpen
aan de hand van de volgende aanwijzingen.
Storing
Het apparaat start niet.
Oplossing
Stroomvoorziening controleren.
Netstekker controleren.
Draaiarm controleren. Juiste positie?
Vastgeklikt?
Mixer / kom tot aan de aanslag
vastdraaien.
Mixerdeksel aanbrengen en tot aan de
aanslag vastdraaien.
Beschermdeksels aanbrengen op
nietgebruikte aandrijvingen.
De beveiliging tegen herinschakeling is
actief. Apparaat op P zetten en dan
opnieuw op de gewenste stand zetten.
Storing
Het apparaat schakelt uit tijdens het
gebruik. De overbelastingsbeveiliging is
geactiveerd. Er werden teveel levens-
middelen tegelijk verwerkt.
Oplossing
Apparaat uitschakelen.
Kleinere hoeveelheid verwerken.
Toegestane hoeveelheden (zie “Toepas-
singsvoorbeelden”) niet overschrijden!
Storing
De ontgrendelknop is per ongeluk
ingedrukt terwijl de aandrijving liep.
De draaiarm beweegt naar boven. De
aandrijving schakelt uit, maar blijft niet op
de hulpstukwisselpositie staan.
Oplossing
Draaischakelaar op P zetten.
Draaiarm op positie 1 zetten.
Apparaat inschakelen (stand 1).
Apparaat weer uitschakelen.
Het hulpstuk blijft op de
hulpstukwisselpositie staan.
Storing
Mixer werkt niet of blijft tijdens het gebruik
stilstaan, de aandrijving “bromt”. Het mes is
geblokkeerd.
Oplossing
Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
Mixer van het apparaat nemen en de
hindernis verwijderen.
Mixer weer aanbrengen.
Apparaat inschakelen.
Belangrijke aanwijzing
Neem contact op met de klantenservice als
de storing niet kan worden verholpen.
Toepassingsvoorbeelden
Slagroom
100 g-600 g
Room 1½ tot 4 minuten met de
klopgarde kloppen op stand 7 (4)
(afhankelijk van de hoeveelheid en de
eigenschappen van de room).
Eiwit
Eiwit van 1 à 8 eieren
Eiwit 4 tot 6 minuten op
stand 7 (4) kloppen met de garde.
Biscuitdeeg
Basisrecept
2 eieren
2-3 eetlepels heet water
100 g suiker
1 pakje vanillesuiker
70 g meel
70 g zetmeel,
eventueel bakpoeder
De ingrediënten (behalve het meel en
het aardappelmeel) ca. 4 tot 6 minuten
tot schuim kloppen met de klopgarde op
stand 7 (4).
69
nl
Toepassingsvoorbeelden
De draaischakelaar op stand 1 (1) zetten
en het gezeefde meel en aardappelmeel
in ca. ½ tot 1 minuut er lepel voor lepel
doorroeren.
Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept
Roerdeeg
Basisrecept
6 eieren
500 g suiker
1 snufje zout
2 pakjes vanillesuiker of de schil van
½ citroen
500 g boter of margarine
(op kamertemperatuur)
1.000 g bloem
1 pakje bakpoeder
250 ml melk
Eieren, suiker, zout en vanillesuiker of
citroenschil ca. 10 seconden op stand
1 (1) met de roergarde roeren.
Op stand 5 (3) zetten en ca. 120 seconden
door elkaar werken.
Boter toevoegen en ca. 60 seconden op
stand 3 (2) door elkaar werken.
Bloem en bakpoeder toevoegen en
ca. 2 minuten op stand 1 (1) door elkaar
werken.
Op stand 3 (2) zetten en binnen
2 minuten geleidelijk de melk toevoegen.
Maximum hoeveelheid: 1 x basisrecept
Zandtaartdeeg
Basisrecept
125 g boter
(kamertemperatuur)
100-125 g suiker
1 ei
1 snufje zout
stukje citroenschil of vanillesuiker
250 g meel
eventueel bakpoeder
Alle ingrediënten ca. ½ minuut roeren met
de roergarde op stand 1 (1), daarna ca.
2-3 minuten op stand 6 (3).
Bij meer dan 500 g meel:
De ingrediënten ca. ½ minuut kneden met
de kneedhaak op stand 1 (1), daarna ca.
3-4 minuten op stand 3 (2).
Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept
Gistdeeg
Basisrecept
500 g meel
1 ei
80 g vet (kamertemperatuur)
80 g suiker
200-250 ml lauwe melk
25 g verse gist of 1 pakje gedroogde gist
schil van ½ citroen
1 snufje zout
Alle ingrediënten ca. ½ minuut verwerken
op stand 1, dan ca. 3-6 minuten op stand
3 (2) verwerken met de kneedhaak.
Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept
Pastadeeg
Basisrecept
300 g meel
3 eieren
naar wens 1-2 eetlepels (10-20 g)
koud water
Alle ingrediënten ca. 3 tot 5 minuten op
stand 3 (2) tot deeg kneden.
Maximum hoeveelheid: 1,5 x basisrecept
Brooddeeg
Basisrecept
1000 g meel
3 pakjes gedroogde gist
2 TL zout
660 ml warm water
Alle ingrediënten ca. ½ minuut verwerken
op stand 1, dan ca. 4-5 minuten op
stand 3 (2) verwerken met de kneedhaak.
Mayonaise
2 eieren
2 theelepel mosterd
¼ l olie
2 eetlepels citroensap of azijn
1 snufje zout
beetje suiker
De ingrediënten moeten dezelfde tempera-
tuur hebben.
De ingrediënten (behalve de olie) enkele
seconden mixen op stand 3 (2) of 4 (3).
De mixer op stand 7 (4) zetten en de olie
langzaam in de trechter gieten; mengen
totdat de mayonaise emulgeert.
De houdbaarheid van de mayonaise is
beperkt.
70
nl Afval
Extra toebehoren
MUZ5ZP1
Citruspers
Voor het uitpersen van sinaasappels, citroenen en
grapefruit.
MUZ5CC1
Blokjessnijder
voor het snijden van fruit en groente.
MUZ5FW1
Vleesmolen
Voor het fijnmaken van vlees voor tartaar of gehakt.
MUZ45LS1
Ponsschij-
venset
fijn (3 mm),
grof (6 mm)
Voor de vleesmolen MUZ5FW1.
Fijn voor pasteien en beleg, grof voor braadworsten en
spek.
MUZ45SV1
Spritsgebak -
hulpstuk
Voor de vleesmolen MUZ5FW1.
Met metaalsjabloon voor 4 verschillende bakvormen.
Afval
J
Gooi verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke manier weg. Dit
apparaat is gekenmerkt in overeen-
stemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische appara-
tuur (waste electrical and electronic
equipment – WEEE). De richtlijn
geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten. Raadpleeg uw
gespecialiseerde handelaar voor
de geldende voorschriften inzake
afvalverwijdering.
Garantie
Voor dit apparaat gelden de garantievoor-
waarden die worden uitgegeven door de
vertegenwoordiging van ons bedrijf in het
land van aankoop. De leverancier, bij wie u
het apparaat heeft gekocht, geeft u hierover
graag meer informatie. Om aanspraak te
maken op de garantie heeft u altijd uw
aankoopbewijs nodig.
Wijzigingen voorbehouden.
71
nl
Extra toebehoren
MUZ45RV1
Maalvoorzet-
stuk
Voor de vleesmolen MUZ5FW1.
Voor het malen van noten, amandelen, chocola en
gedroogde broodjes.
MUZ45FV1
Fruitpers-
hulpstuk
Voor de vleesmolen MUZ5FW1.
Voor het persen van bessen uitgezonderd frambozen,
tomaten en rozenbottels tot moes. Tegelijk worden bijv.
aalbessen automatisch van steeltjes en pitten ontdaan.
MUZ45PS1
Patates-
fritesschijf
Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1.
Voor het snijden van rauwe aardappels tot patates frites.
MUZ45AG1
Asia-
groenteschijf
Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1.
Snijdt fruit en groente in smalle reepjes, voor Aziatische
groentegerechten.
MUZ45RS1
Maalschijf
grof
Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1.
Voor het raspen van rauwe aardappels, bijv. voor
aardappelkoekjes of knoedels.
MUZ45KP1
Aardappel-
koekjesschijf
Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1.
Voor het raspen van rauwe aardappels voor Rösti en
aardappelkoekjes, voor het snijden van fruit en groente
in dikke plakken.
MUZ5ER2
Roestvrijsta-
len kom
In de kom kunnen max. 750 g meel plus ingrediënten
worden verwerkt.
MUZ5KR1
Kunststof
roerkom
In de kom kunnen max. 750 g meel plus ingrediënten
worden verwerkt.
MUZ5MX1
Mixer-
opzetstuk
kunststof
Voor het mixen van dranken, pureren van fruit en groente,
bereiden van mayonaise, fijnmaken van groente, fruit en
noten, en het malen van ijsblokjes.
MUZ5MM1
Multimixer
Voor het hakken van kruiden, groente, appels en vlees,
voor het raspen van wortels, rammenas en kaas, voor het
fijnraspen van noten en gekoelde chocolade.
Indien een van de toebehoren niet is meegeleverd, kan het in de speciaalzaak of bij de
klantenservice worden aangeschaft.

Documenttranscriptie

 Bestemming van het apparaat nl Bestemming van het apparaat Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het huishouden. Toegestane maximumhoeveelheden niet overschrijden (X “Toepassingsvoorbeelden” zie pagina 68). Het apparaat is geschikt voor het mixen, kneden en kloppen van levensmiddelen. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door de fabrikant goedgekeurde andere accessoires zijn aanvullende toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met goedgekeurde originele onderdelen en accessoires gebruiken. De toebehoren nooit voor andere apparaten gebruiken. Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en tot 2000 m boven de zeespiegel. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft, lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade. Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd. WW Gevaar voor elektrische schokken en brand! ■■ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaren te vermijden, mogen reparaties aan het apparaat, zoals het vervangen van een beschadigd aansluitsnoer, uitsluitend worden uitgevoerd door onze klantenservice. ■■ Het apparaat uitsluitend in- en uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht houden op het apparaat! 59 nl Belangrijke veiligheidsinstructies ■■ Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het netsnoer niet met hete delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken. ■■ Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de vaatwasser doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet met vochtige handen gebruiken. ■■ Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij storingen altijd van het net worden gescheiden. WW Gevaar voor letsel! ■■ Voordat u toebehoren of hulpstukken vervangt die bewegen tijdens het gebruik, moet het apparaat worden uitgeschakeld en worden losgemaakt van het stroomnet. Na het uitschakelen loopt de aandrijving nog even na. Wacht tot de aandrijving geheel stilstaat. ■■ Verstel de draaiarm niet wanneer het apparaat ingeschakeld is. ■■ Hulpstukken alleen gebruiken als de kom is geplaatst, het deksel is aangebracht en het aandrijvingsbeschermdeksel is geplaatst! Bij gebruik van toebehoren de kom, het deksel en het aandrijvings­ beschermdeksel volgens de gebruiksaanwijzing aanbrengen! ■■ Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom of de vulopening steken. Handen, haren, kleding en andere voorwerpen op een afstand houden van roterende delen. ■■ Hulpstukken nooit gelijktijdig met een of 2 toebehoren gebruiken. Neem bij gebruik van toebehoren zowel deze als ook de bijgevoegde gebruiksaanwijzingen in acht. ■■ De toebehoren alleen in compleet samengebouwde toestand gebruiken. Toebehoren nooit samenbouwen terwijl het op het basisapparaat is aangebracht. Toebehoren alleen gebruiken in de hiervoor bestemde werkstand. ■■ Niet in de scherpe messen en randen van de fijnmaakschijven grijpen. Fijnmaakschijven alleen aan de rand vastpakken! ■■ Mixermes niet met blote handen reinigen. ■■ Grijp nooit in de aangebrachte mixer! Gebruik de mixer nooit als het deksel niet is aangebracht. ■■ Voorzichtig bij de omgang met de scherpe messen, bij het legen van het reservoir en bij het reinigen. WW Gevaar voor brandwonden! Bij verwerking van hete mixvloeistoffen komt er stoom uit de trechter in het deksel. Maximaal 0,5 liter hete of schuimende mixvloeistof toevoegen. WW Verstikkingsgevaar! Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen. 60  Belangrijke veiligheidsinstructies nl WW Attentie! Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten dan nodig is voor het verwerken van het levensmiddel. Niet onbelast laten lopen. WW Belangrijk! Na elk gebruik of als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt, dient u het altijd grondig te reinigen (X “Reiniging en onderhoud” zie pagina 67). WW Toelichting bij de symbolen op het apparaat en het toebehoren i Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing opvolgen. Y Voorzichtig! Draaiende messen. Draaiende hulpstukken. W Voorzichtig! Niet in de vulopening grijpen. Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer informatie over onze producten vindt u op onze internetsite. Inhoud Bestemming van het apparaat�����������������59 Belangrijke veiligheidsinstructies��������������59 Veiligheidssystemen���������������������������������61 In één oogopslag��������������������������������������62 Bedrijfspositie�������������������������������������������63 Bedienen��������������������������������������������������63 Reiniging en onderhoud���������������������������67 Opbergen�������������������������������������������������67 Hulp bij storingen��������������������������������������68 Toepassingsvoorbeelden��������������������������68 Afval���������������������������������������������������������70 Garantie����������������������������������������������������70 Extra toebehoren��������������������������������������70 Veiligheidssystemen Inschakelbeveiliging Zie tabel “Bedrijfsposities” Het apparaat kan in pos. 1 en 3 alleen worden ingeschakeld: ■■ wanneer de kom (11) is aangebracht en door hem te draaien is vastgeklikt. Beveiliging tegen opnieuw inschakelen Bij een stroomstoring blijft het apparaat ingeschakeld, maar na de stroomstoring gaat de motor niet opnieuw lopen. Opnieuw inschakelen: draaischakelaar op P draaien, dan inschakelen. Overbelastingsbeveiliging Als de motor zichzelf tijdens het gebruik uitschakelt, is de overbelastingsbeveiliging geactiveerd. Een mogelijke oorzaak is het verwerken van een te grote hoeveelheid levensmiddelen tegelijk. Wat u moet doen indien een veiligheidssysteem wordt geactiveerd, zie “Hulp bij storingen”. Het apparaat behoeft geen verzorging. 61 nl In één oogopslag In één oogopslag De pagina’s met afbeeldingen uitklappen a.u.b. Afb. A: Basisapparaat 1 Ontgrendelknop 2 Draaiarm “Easy Armlift”-functie ter ondersteuning van de omhoogbeweging van de arm (zie “Werkstanden”). 3 Draaischakelaar Na uitschakeling (stand P) wordt het apparaat automatisch op de optimale stand voor het verwisselen van de hulpstukken gezet. MUM52..: P = stop M = Momentschakeling met hoogste toerental, schakelaar gedurende de gewenste mixduur vasthouden. Stand 1-4, draaisnelheid: 1 = laag toerental – langzaam, 4 = hoog toerental – snel. MUM54../MUM55../MUM56../MUM58..: P = stop M = Momentschakeling met hoogste toerental, schakelaar gedurende de gewenste mixduur vasthouden. Stand 1-7, draaisnelheid: 1 = laag toerental – langzaam, 7 = hoog toerental – snel. 4 Functie-indicatie (MUM54../55../56../58..) Brandt tijdens het gebruik (draaischakelaar op M of 1-7). Knippert bij een bedieningsfout van het apparaat, bij activering van de elektronische zekering en bij een apparaatdefect, zie het hoofdstuk “Hulp bij storingen”. 5 Aandrijvingsbeschermdeksel Om het aandrijvingsbeschermdeksel te verwijderen op het achterste gedeelte drukken en het deksel verwijderen. 6 Aandrijving voor – doorloopsnijder en – citruspers (extra toebehoren*) Het aandrijvings-beschermingsdeksel aanbrengen als de aandrijving niet wordt gebruikt. 7 Aandrijving voor hulpstukken (roergarde, klopgarde, kneedhaak) en vleesmolen (extra toebehoren *) 8 Aandrijvingsbeschermdeksel mixer 9 Aandrijving voor mixer (extra ­toebehoren*) Het mixeraandrijvingsbeschermings­ deksel aanbrengen als de aandrijving niet wordt gebruikt. 10 Kabelvak MUM52../MUM54../MUM58..: Het snoer opbergen in het ­snoeropbergvak MUM55../MUM56..: Automatische snoeropwikkeling Mengkom met toebehoren 11 Roestvrijstalen kom 12 Deksel Hulpstukken 13 Roergarde 14 Klopgarde 15 Kneedhaak met deegvanger 16 Opbergzak voor toebehoren Voor het opbergen van de hulpstukken en de fijnmaakschijven. Doorloopsnijder 17 Stopper 18 Deksel met vulschacht 19 Fijnmaakschijven a Snij-draaischijf – dik/dun b Rasp-draaischijf – grof/fijn c Maalschijf – middelfijn 20 Schijfhouder 21 Behuizing met uitlaat-opening Mixer* 22 Mixkom 23 Deksel 24 Trechter * Indien een van de toebehoren niet is meegeleverd, kan het in de speciaalzaak of bij de klantenservice worden aangeschaft. 62 nl Bedrijfspositie  Bedrijfspositie Afb. B: Attentie! Het apparaat alleen gebruiken wanneer het hulpstuk / toebehoren volgens deze tabel is aangebracht op de juiste aandrijving en in de juiste positie, en op de bedrijfsstand staat. De draaiarm moet in elke bedrijfspositie zijn vastgeklikt. Bedrijfsstand Aandrijving MUM52.. MUM 54/55/ 56/58.. 4 9 3-4 5-7 7 3-4 5-7 N.B. De draaiarm beschikt over een “Easy ­Armlift”-functie, die de omhoog­ beweging van de draaiarm ondersteunt. * Aanbrengen/verwijderen van de (roer) garde en de kneedhaak; toevoegen van grote verwerkingshoeveelheden. Instellen van de bedrijfspositie: Bedienen ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm draaien. De beweging met een hand ondersteunen. ■■ De draaiarm op de gewenste positie zetten en laten vastklikken. Bedrijfsstand 1 Aandrijving MUM52.. MUM 54/55/ 56/58.. 7 2 7 3 6 * 1-4 1-7 1-4 1-7 1-2 1-3 – – 2-4 3-7 2-3 3-5 WWGevaar voor letsel! De stekker pas in het stopcontact steken wanneer alle voorbereidingen voor het werken met het apparaat zijn uitgevoerd. Attentie! Het apparaat alleen met het toebehoren / hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken. Het apparaat niet zonder ingrediënten gebruiken. Apparaat en toebehoren niet blootstellen aan warmtebronnen. De onder­ delen zijn niet geschikt voor gebruik in een magnetron. ■■ Het apparaat en het toebehoren grondig reinigen voordat u deze voor het eerst gebruikt, zie “Reiniging en onderhoud”. Belangrijke aanwijzing De aanbevolen richtwaarden voor de werksnelheid in deze handleiding hebben betrekking op de apparaten met een draaiknop met 7 standen. Erachter staan tussen haakjes de waarden voor apparaten met een draaischakelaar met 4 standen. In deze gebruiksaanwijzing vindt u een sticker met de richtwaarden voor de werksnelheid van het apparaat bij gebruik van de hulpstukken resp. het toebehoren. Wij raden u aan deze sticker op het apparaat te plakken (afb. C). 63 nl Bedienen Voorbereiden ■■ Het basisapparaat op een vlakke en schone ondergrond zetten. ■■ Het snoer afwikkelen (afb. D). MUM52../MUM54../MUM58.. Snoeropbergvak: De kabel tot de gewenste lengte uittrekken. MUM55../MUM56.. Automatische snoer­ opwikkeling: Het snoer in één keer tot de gewenste lengte uittrekken (max. 100 cm) en langzaam loslaten; het snoer is gearrêteerd. Het snoer inkorten: Kort aan het snoer trekken en tot de gewenste lengte laten opwikkelen. Dan opnieuw kort aan het snoer trekken en langzaam loslaten; het snoer is gearrêteerd. Attentie! Het snoer niet draaien bij het opwikkelen. Bij apparaten met een automatische snoeropwikkeling het snoer niet met de hand inschuiven. Wanneer het snoer klemzit: het snoer geheel afwikkelen en dan laten opwikkelen. ■■ Stekker in wandcontactdoos doen. Kom en hulpstukken WWVerwondingsgevaar door roterende hulpstukken! Tijdens het gebruik nooit in de mengkom grijpen. Altijd werken met aangebracht deksel (12)! Hulpstukken alleen vervangen bij stilstaande aandrijving – na het uitschakelen loopt de aandrijving nog even na en blijft dan staan op de hulpstukwisselpositie. De draaiarm pas bewegen wanneer het hulpstuk stilstaat. Niet-gebruikte aandrijvingen altijd afdekken met aandrijvingsbeschermdeksels. Attentie! Kom alleen gebruiken voor werkzaamheden met dit apparaat. 64 Roergarde (13) voor het roeren van deeg, bijv. roerdeeg. Klopgarde (14) voor het kloppen van eiwit, slag­ room en dun deeg, bijv. biscuitdeeg. Kneedhaak (15) voor het kneden van dik deeg en het mengen van ingrediënten die niet fijngemaakt mogen worden (bijv. rozijnen, chocolaatjes) Werken met de kom en de hulpstukken afb. E: ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 2 zetten. ■■ Kom aanbrengen: de kom schuin naar voren houden en aanbrengen, tegen de klok in draaien tot hij vastklikt. ■■ Afhankelijk van de uit te voeren taak de roergarde, slaggarde of kneedhaak in de aandrijving steken tot deze vastklikt. Opmerking: Bij de kneedhaak de deegvanger draaien tot de kneedhaak kan worden vastgeklikt (afb. E-4b). ■■ De ingrediënten in de kom doen. ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 1 zetten. ■■ Deksel aanbrengen. ■■ Draaischakelaar op de gewenste stand zetten. Ons advies: –– Roergarde: eerst roeren op stand 1 (1), dan stand 7 (4) kiezen –– Klopgarde: stand 7 (4), doorroeren op stand 1 (1) –– Kneedhaak: eerst roeren op stand 1 (1), kneden op stand 3 (2) Bedienen  Ingrediënten toevoegen ■■ Apparaat uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ ingrediënten toevoegen via de vulopening in het deksel. of ■■ Deksel verwijderen. ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 2 zetten. ■■ De ingrediënten toevoegen. Na gebruik ■■ Apparaat uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ Stekker uit wandcontactdoos nemen. ■■ Deksel verwijderen. ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 2 zetten. ■■ Hulpstuk uit de aandrijving trekken. ■■ Kom verwijderen. ■■ Alle onderdelen reinigen, zie “Reiniging en onderhoud”. Doorloopsnijder WWGevaar voor letsel Niet in de scherpe messen en randen van de fijnmaakschijven grijpen. Fijnmaakschijven alleen aan de rand vastpakken! Doorloopsnijder alleen aanbrengen / verwij­ deren wanneer de aandrijving stilstaat en de stekker uit het stopcontact is getrokken. Niet in de vulschacht grijpen. Attentie! Doorloopsnijder alleen in compleet samengebouwde toestand gebruiken. Doorloopsnijder nooit samenbouwen terwijl het op het basisapparaat is aangebracht. Doorloopsnijder alleen gebruiken in de afgebeelde bedrijfsstand. Beveiliging tegen overbelasting afb. F: Om bij overbelasting van de doorloopsnijder grotere schade aan uw apparaat te voorkomen, is de aandrijfas van de doorloopsnijder voorzien van een inkerving (breekpunt). Bij overbelasting breekt de aandrijfas op dit punt. Een nieuwe schijfhouder met aandrijfas is verkrijgbaar bij de klantenservice. nl Snij-draaischijf – dik / dun voor het snijden van fruit en groente. Verwerking op stand 5 (3). Aanduiding op de snij-draaischijf: “1” voor de dikke snijzijde “3” voor de dunne snijzijde Attentie! De snij-draaischijf is niet geschikt voor het snijden van harde kaas, brood, broodjes en chocolade. Gekookte vastkokende aardappels in koude toestand snijden. Rasp-draaischijf – grof / fijn voor het raspen van groente, fruit en kaas, uitgezonderd harde kaas (bijv. parmezaanse kaas). Verwerking op stand 3 (2) of 4 (3). Aanduiding op de rasp-draaischijf: “2” voor de grove raspzijde “4” voor de fijne raspzijde Attentie! De rasp-draaischijf is niet geschikt voor het raspen van noten. Zachte kaas alleen met de grove zijde raspen op stand 7 (4). Maalschijf – middelfijn voor het malen van rauwe aardappels, harde kaas (bijv. parmezaanse kaas), gekoelde chocolade en noten. Verwerking op stand 7 (4). Attentie! De maalschijf is niet geschikt voor het malen van zachte kaas en snijdbare kaas. Werken met de doorloopsnijder afb. G: ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 2 zetten. ■■ Kom aanbrengen: De kom schuin naar voren houden en aanbren­ gen, tegen de klok in draaien tot hij vastklikt. ■■ Ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op positie 3 zetten. ■■ Aandrijvingsbeschermdeksel verwijderen van de aandrijving van de doorloopsnijder (afb. G-5a). 65 nl Bedienen ■■ De schijfhouder onderaan vasthouden, daarbij moeten de twee punten naar boven wijzen. ■■ De gewenste snij- of raspschijf voorzichtig op de punten van de schijfhouder leggen (afb. G-6a). Bij draaischijven erop letten dat de gewenste zijde naar boven wijst. ■■ Schijfhouder bovenaan vastpakken en in de behuizing aanbrengen (afb. G-6b). ■■ Deksel aanbrengen (markering in acht nemen) en tot aan de aanslag met de klok mee draaien. ■■ Doorloopsnijder volgens afb. G-8 op de aandrijving plaatsen en met de klok mee tot aan de aanslag draaien. ■■ Draaischakelaar op de aanbevolen stand zetten: ■■ De te verwerken levensmiddelen in de vulschacht doen en aandrukken met de stopper. Attentie! Zorgen dat het gesneden product zich niet ophoopt in de uitloop-opening. Tip: Voor een gelijkmatig snijresultaat kunt u dun snijgoed het best gebundeld verwerken. Opmerking: Als er levensmiddelen vast komen te zitten in de doorloopsnijder, dient u de keukenmachine uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te trekken. Dan wacht u tot de aandrijving stilstaat, neemt u het deksel van de doorloopsnijder en maakt u de vulschacht leeg. Na gebruik ■■ Apparaat uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ Doorloopsnijder tegen de klok in draaien en verwijderen. ■■ Deksel tegen de klok in draaien en verwijderen. ■■ Schijfhouder met schijf verwijderen. Daartoe met de vinger van onderaf tegen de aandrijfas drukken (afb. H). ■■ Onderdelen reinigen. 66 Mixer WWVerwondingsgevaar door scherpe messen / roterende aandrijving! Niet in de aangebrachte mixer grijpen! De mixer alleen verwijderen of aanbrengen wanneer de aandrijving stilstaat! De mixer uitsluitend in samengebouwde toestand en met aangebracht deksel gebruiken. WWGevaar voor brandwonden! Bij verwerking van hete mixvloeistoffen komt er stoom uit de trechter in het deksel. Maximaal 0,5 liter hete of schuimende mixvloeistof toevoegen. Attentie! De mixer kan beschadigd raken. Geen bevroren ingrediënten (uitgezonderd ijsblokjes) verwerken. De mixer niet zonder vulling laten lopen. Werken met de mixer afb. J: ■■ De ontgrendelknop indrukken en de draaiarm op bedrijfsstand 4 zetten. ■■ Het beschermdeksel van de mixeraandrijving verwijderen. ■■ Mixkom aanbrengen (markering op de handgreep tegen de markering op het basisapparaat) en tegen de klok in draaien tot aan de aanslag. ■■ De ingrediënten toevoegen. Maximumhoeveelheid vloeistof = 1,25 liter; maximumhoeveelheid schuimende of hete vloeistof = 0,5 liter; optimale verwerkingshoeveelheid, vast = 50-100 gram. ■■ Deksel aanbrengen en tegen de klok in tot aan de aanslag in de mixerhandgreep draaien. Het deksel moet vastgeklikt zijn. ■■ Draaischakelaar op de gewenste stand zetten.  Ingrediënten toevoegen afb. J-8: ■■ Apparaat uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ Deksel verwijderen en de ingrediënten toevoegen of ■■ trechter verwijderen en vaste ingrediënten beetje bij beetje toevoegen via de vulopening of ■■ vloeibare ingrediënten toevoegen via de trechter. Na gebruik ■■ Apparaat uitschakelen met de draaischakelaar. ■■ Mixer met de klok mee draaien en verwijderen. Tip: U kunt de mixer het best direct na gebruik reinigen. Reiniging en onderhoud Het gebruikte toebehoren moet na elk gebruik grondig worden gereinigd. Attentie! Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken. De oppervlakken kunnen beschadigd raken. Basisapparaat reinigen WWGevaar voor elektrische schokken! Het basisapparaat nooit in water dompelen of onder stromend water houden. Geen stoomreiniger gebruiken. ■■ Stekker uit wandcontactdoos nemen. ■■ Basisapparaat en aandrijvings­ beschermdeksel afvegen met een vochtige doek. Indien nodig een beetje afwasmiddel gebruiken. ■■ Daarna het apparaat afdrogen. Kom en hulpstukken reinigen De kom en de hulpstukken kunnen in de afwasautomaat worden gereinigd. Kunststof onderdelen niet vastklemmen in de afwasautomaat, omdat ze dan onherstelbaar vervormd kunnen raken! Reiniging en onderhoud nl Doorloopsnijder reinigen WWVerwondingsgevaar door scherpe messen! Niet in de scherpe messen en randen van de fijnmaakschijven grijpen. Voor het reinigen een borstel gebruiken. Alle onderdelen van de doorloopsnijder kunnen in de afwasautomaat worden gereinigd. Tip: Om na het verwerken van bijv. wortels het rode laagje te verwijderen, kunt u een beetje slaolie op een doek doen en daarmee de doorloopsnijder (niet de fijnmaakschijven) schoonwrijven. Daarna de doorloopsnijder afwassen. Mixer reinigen WWVerwondingsgevaar door scherpe messen! Mixermes niet met blote handen reinigen. De mixbeker, het deksel en de trechter kunnen in de afwasautomaat worden gereinigd. Tip: Na verwerking van vloeistoffen is het meestal voldoende om de mixer te reinigen zonder deze van het apparaat te nemen. Hiertoe doet u een beetje water met afwas­ middel in de gemonteerde mixer. Schakel de mixer enkele seconden in (stand M). Afwassopje weggieten en de mixer uitspoe­ len met schoon water. Belangrijke aanwijzing Zo nodig de opbergzak voor toebehoren reinigen. De aanwijzingen in de opbergzak in acht nemen. Opbergen WWGevaar voor letsel! De stekker uit het stopcontact trekken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. afb. K: ■■ Hulpstukken en fijnmaakschijven opbergen in de opbergzak. ■■ Opbergzak in de kom bewaren. ■■ Bewaren in de originele verpakking, zie afb. L. 67 nl Hulp bij storingen Hulp bij storingen WWGevaar voor letsel! Trek de stekker uit het stopcontact voordat u een storing verhelpt. Belangrijke aanwijzing voor MUM54../MUM55../MUM56../MUM58.. Een bedieningsfout van het apparaat, een activering van de elektronische zekeringen en een apparaatdefect wordt aangegeven door een knipperende inbedrijf-indicatie. De draaiarm moet in elke bedrijfspositie zijn vastgeklikt. Probeer eerst het probleem te verhelpen aan de hand van de volgende aanwijzingen. Storing Het apparaat start niet. Oplossing ■■ Stroomvoorziening controleren. ■■ Netstekker controleren. ■■ Draaiarm controleren. Juiste positie? Vastgeklikt? ■■ Mixer / kom tot aan de aanslag vastdraaien. ■■ Mixerdeksel aanbrengen en tot aan de aanslag vastdraaien. ■■ Beschermdeksels aanbrengen op nietgebruikte aandrijvingen. ■■ De beveiliging tegen herinschakeling is actief. Apparaat op P zetten en dan opnieuw op de gewenste stand zetten. Storing Het apparaat schakelt uit tijdens het gebruik. De overbelastingsbeveiliging is geactiveerd. Er werden teveel levens­ middelen tegelijk verwerkt. Oplossing ■■ Apparaat uitschakelen. ■■ Kleinere hoeveelheid verwerken. ■■ Toegestane hoeveelheden (zie “Toepas­ singsvoorbeelden”) niet overschrijden! Storing De ontgrendelknop is per ongeluk ingedrukt terwijl de aandrijving liep. De draaiarm beweegt naar boven. De aandrijving schakelt uit, maar blijft niet op de hulpstukwisselpositie staan. 68 Oplossing ■■ Draaischakelaar op P zetten. ■■ Draaiarm op positie 1 zetten. ■■ Apparaat inschakelen (stand 1). ■■ Apparaat weer uitschakelen. Het hulpstuk blijft op de hulpstukwisselpositie staan. Storing Mixer werkt niet of blijft tijdens het gebruik stilstaan, de aandrijving “bromt”. Het mes is geblokkeerd. Oplossing ■■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. ■■ Mixer van het apparaat nemen en de hindernis verwijderen. ■■ Mixer weer aanbrengen. ■■ Apparaat inschakelen. Belangrijke aanwijzing Neem contact op met de klantenservice als de storing niet kan worden verholpen. Toepassingsvoorbeelden Slagroom –– 100 g-600 g ■■ Room 1½ tot 4 minuten met de klopgarde kloppen op stand 7 (4) (afhankelijk van de hoeveelheid en de eigenschappen van de room). Eiwit –– Eiwit van 1 à 8 eieren ■■ Eiwit 4 tot 6 minuten op stand 7 (4) kloppen met de garde. Biscuitdeeg Basisrecept –– 2 eieren –– 2-3 eetlepels heet water –– 100 g suiker –– 1 pakje vanillesuiker –– 70 g meel –– 70 g zetmeel, –– eventueel bakpoeder ■■ De ingrediënten (behalve het meel en het aardappelmeel) ca. 4 tot 6 minuten tot schuim kloppen met de klopgarde op stand 7 (4). Toepassingsvoorbeelden  ■■ De draaischakelaar op stand 1 (1) zetten en het gezeefde meel en aardappelmeel in ca. ½ tot 1 minuut er lepel voor lepel doorroeren. Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept Roerdeeg Basisrecept –– 6 eieren –– 500 g suiker –– 1 snufje zout –– 2 pakjes vanillesuiker of de schil van ½ citroen –– 500 g boter of margarine (op kamertemperatuur) –– 1.000 g bloem –– 1 pakje bakpoeder –– 250 ml melk ■■ Eieren, suiker, zout en vanillesuiker of citroenschil ca. 10 seconden op stand 1 (1) met de roergarde roeren. ■■ Op stand 5 (3) zetten en ca. 120 seconden door elkaar werken. ■■ Boter toevoegen en ca. 60 seconden op stand 3 (2) door elkaar werken. ■■ Bloem en bakpoeder toevoegen en ca. 2 minuten op stand 1 (1) door elkaar werken. ■■ Op stand 3 (2) zetten en binnen 2 minuten geleidelijk de melk toevoegen. Maximum hoeveelheid: 1 x basisrecept Zandtaartdeeg Basisrecept –– 125 g boter (kamertemperatuur) –– 100-125 g suiker –– 1 ei –– 1 snufje zout –– stukje citroenschil of vanillesuiker –– 250 g meel –– eventueel bakpoeder ■■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut roeren met de roergarde op stand 1 (1), daarna ca. 2-3 minuten op stand 6 (3). Bij meer dan 500 g meel: ■■ De ingrediënten ca. ½ minuut kneden met de kneedhaak op stand 1 (1), daarna ca. 3-4 minuten op stand 3 (2). Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept nl Gistdeeg Basisrecept –– 500 g meel –– 1 ei –– 80 g vet (kamertemperatuur) –– 80 g suiker –– 200-250 ml lauwe melk –– 25 g verse gist of 1 pakje gedroogde gist –– schil van ½ citroen –– 1 snufje zout ■■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut verwerken op stand 1, dan ca. 3-6 minuten op stand 3 (2) verwerken met de kneedhaak. Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept Pastadeeg Basisrecept –– 300 g meel –– 3 eieren –– naar wens 1-2 eetlepels (10-20 g) koud water ■■ Alle ingrediënten ca. 3 tot 5 minuten op stand 3 (2) tot deeg kneden. Maximum hoeveelheid: 1,5 x basisrecept Brooddeeg Basisrecept –– 1000 g meel –– 3 pakjes gedroogde gist –– 2 TL zout –– 660 ml warm water ■■ Alle ingrediënten ca. ½ minuut verwerken op stand 1, dan ca. 4-5 minuten op stand 3 (2) verwerken met de kneedhaak. Mayonaise –– 2 eieren –– 2 theelepel mosterd –– ¼ l olie –– 2 eetlepels citroensap of azijn –– 1 snufje zout –– beetje suiker De ingrediënten moeten dezelfde tempera­ tuur hebben. ■■ De ingrediënten (behalve de olie) enkele seconden mixen op stand 3 (2) of 4 (3). ■■ De mixer op stand 7 (4) zetten en de olie langzaam in de trechter gieten; mengen totdat de mayonaise emulgeert. De houdbaarheid van de mayonaise is beperkt. 69 nl Afval Afval J Gooi verpakkingsmateriaal op een milieuvriendelijke manier weg. Dit apparaat is gekenmerkt in overeen­ stemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische appara­ tuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Raadpleeg uw gespecialiseerde handelaar voor de geldende voorschriften inzake afvalverwijdering. Garantie Voor dit apparaat gelden de garantievoor­ waarden die worden uitgegeven door de vertegenwoordiging van ons bedrijf in het land van aankoop. De leverancier, bij wie u het apparaat heeft gekocht, geeft u hierover graag meer informatie. Om aanspraak te maken op de garantie heeft u altijd uw aankoopbewijs nodig. Wijzigingen voorbehouden. Extra toebehoren MUZ5ZP1 Citruspers Voor het uitpersen van sinaasappels, citroenen en grapefruit. MUZ5CC1 voor het snijden van fruit en groente. Blokjessnijder 70 MUZ5FW1 Vleesmolen Voor het fijnmaken van vlees voor tartaar of gehakt. MUZ45LS1 Ponsschij­ venset fijn (3 mm), grof (6 mm) MUZ45SV1 Spritsgebak­hulpstuk Voor de vleesmolen MUZ5FW1. Fijn voor pasteien en beleg, grof voor braadworsten en spek. Voor de vleesmolen MUZ5FW1. Met metaalsjabloon voor 4 verschillende bakvormen.  Extra toebehoren nl MUZ45RV1 Voor de vleesmolen MUZ5FW1. Maalvoorzet­ Voor het malen van noten, amandelen, chocola en gedroogde broodjes. stuk MUZ45FV1 Fruitpers­ hulpstuk Voor de vleesmolen MUZ5FW1. Voor het persen van bessen uitgezonderd frambozen, tomaten en rozenbottels tot moes. Tegelijk worden bijv. aalbessen automatisch van steeltjes en pitten ontdaan. MUZ45PS1 Patatesfritesschijf MUZ45AG1 Asiagroenteschijf Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1. Voor het snijden van rauwe aardappels tot patates frites. Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1. Snijdt fruit en groente in smalle reepjes, voor Aziatische groentegerechten. MUZ45RS1 Maalschijf grof Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1. Voor het raspen van rauwe aardappels, bijv. voor ­aardappelkoekjes of knoedels. MUZ45KP1 Voor de doorloopsnijder MUZ5DS1. Voor het raspen van rauwe aardappels voor Rösti en Aardappel­ koekjesschijf aardappelkoekjes, voor het snijden van fruit en groente in dikke plakken. In de kom kunnen max. 750 g meel plus ingrediënten MUZ5ER2 Roestvrijsta­ worden verwerkt. len kom MUZ5KR1 Kunststof roerkom In de kom kunnen max. 750 g meel plus ingrediënten worden verwerkt. MUZ5MX1 Mixeropzetstuk kunststof Voor het mixen van dranken, pureren van fruit en groente, bereiden van mayonaise, fijnmaken van groente, fruit en noten, en het malen van ijsblokjes. MUZ5MM1 Multimixer Voor het hakken van kruiden, groente, appels en vlees, voor het raspen van wortels, rammenas en kaas, voor het fijnraspen van noten en gekoelde chocolade. Indien een van de toebehoren niet is meegeleverd, kan het in de speciaalzaak of bij de klantenservice worden aangeschaft. 71
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256

Bosch MUM58920/05 Handleiding

Categorie
Blenders
Type
Handleiding