Documenttranscriptie
Gefeliciteerd!
U bent nu in het gelukkige bezit van een Yamaha Digitaal Geluidsveldprocessing
(DSP) systeem — een buitengewoon geavanceerd audiocomponent. Het DSP systeem
maakt volledig gebruik van alle technische verworvenheden die voort zijn gekomen uit
het onbetwiste leiderschap dat Yamaha heeft op het gebied van de digitale audio
processing, hetgeen u een totale nieuwe wereld van luister-ervaringen zal bieden.
Volg bij de opstelling van uw systeem de instructies in deze handleiding zorgvuldig op
en het DSP systeem zal uw kamer in een breed scala van luister-omgevingen
akoestisch omvormen — alles tussen een beroemde concertzaal en een intieme jazz
club. Bovendien verkrijgt u een ongelofelijk realistisch effect van de meeste met
surround-geluid gecodeerde videobronnen die in de handel verkrijgbaar zijn door
middel van de ingebouwde Dolby Pro Logic Surround Decoder, Dolby Digital decoder
en DTS decoder.
De zeven ingebouwde versterkerkanalen in dit model betekenen dat er geen extra
versterkers nodig zijn om te kunnen luisteren naar de geavanceerde digitale
geluidsveldprocessing.
Laten we echter in plaats van u te vertellen over de wonderen van de digitale
geluidsveldprocessing liever onmiddellijk overgaan tot de opstelling van het systeem en
het uitproberen van de vele mogelijkheden ervan. Lees deze bedieningshandleiding
zorgvuldig en bewaar deze op een veilige plaats voor verdere naslag.
INHOUD
LET OP ..................................................................... 2
BASIS-BEDIENING ................................................ 32
Weergeven van een bron ...................................... 32
INLEIDING ................................................................ 3
Bijzonderheden ........................................................ 3
Opnemen van een bron op tape (of MD) of
kopieren van tape (of MD) naar tape (of MD)....... 37
Wat is DSP? .............................................................. 4
Geluidsregeling ..................................................... 39
WAT U HET EERST DOET ...................................... 7
Wat u het eerst doet................................................. 7
Uitpakken ............................................................... 7
Openen en sluiten van het voorklepje ................... 7
Installeren van de batterijen in de
afstandbediening ................................................... 8
Opmerkingen betreffende de afstandbediening .... 8
Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor
(DSP) ...................................................................... 40
Afspelen van een bron met gebruik van een effect
van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) ........ 40
Afstellen van het uitgangsniveau van de midden,
rechter achterste en linker achterste, voorste
effect-luidsprekers en subwoofer ......................... 43
Kort overzicht van de digitale
geluidsveldprogramma’s ...................................... 45
Bedieningsorganen en hun functies ..................... 9
Voorpaneel ............................................................ 9
Displaypaneel ...................................................... 11
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN ................. 50
“SET MENU” modus ............................................. 50
Samenstellen van uw eigen geluidsvelden ........ 54
VOORBEREIDING .................................................. 12
Instellen van de SLEEP timer ............................... 59
Opstelling van de luidsprekers ............................ 12
Aansluitingen ........................................................ 14
AFSTANDBEDIENING ........................................... 60
Audio/video bron-componenten .......................... 14
Basis-bediening (kap geopende) ......................... 60
Luidsprekers ........................................................ 21
Gebruik van de “programmeerbare” toetsen
(kap geopend)......................................................... 62
Aansluiting van dit apparaat op de
netspanning ......................................................... 24
Schermdisplay ....................................................... 25
Kiezen van de uitgangsfuncties
(“SET MENU” modus) ........................................... 26
Afstelling van de luidsprekerbalans .................... 29
Gebruik van de bedieningsregeltoetsen
(kap gesloten)......................................................... 64
Macro bediening (kap gesloten) .......................... 66
Methoden van programmeren en wissen van
functies .................................................................. 68
STORINGZOEKEN ................................................. 71
SPECIFICATIES ..................................................... 74
Nederlands
1
LET OP : Lees eerst deze aanwijzingen alvorens het
apparaat in gebruik te nemen.
1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best
mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze handleiding
op een veilige plaats voor toekomstige referentie.
2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen
die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon
stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het
apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen
(zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
3. Nooit de behuizing van het apparaat openen. Neem
contact op met uw dealer in het geval er een vreemd
voorwerp in het apparaat gevallen is.
4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en
regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van
het apparaat, er op letten eerst de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te verwijderen en de
verbindingen van de kabels met overige apparatuur los te
maken. Nooit aan de kabels zelf trekken.
5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat het apparaat
goed geventileerd wordt. Indien deze openingen geblokkeerd
worden, zal de temperatuur binnen in het apparaat snel
toenemen. Plaats daarom geen voorwerpen tegen deze
openingen en stel het apparaat op een goed geventileerde
plaats op om brand en beschadiging te voorkomen.
<Modellen voor Europa en Groot-Brittannië>
Zorg er voor een ruimte van tenminste 10 cm aan de
linker- en rechterzijde, 20 cm aan de achterzijde en 30 cm
boven het bovenpaneel van de apparatuur open te laten
om brand en beschadiging te voorkomen.
6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke
op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit
apparaat op een hogere spanning dan aangegeven is
gevaarlijk en kan brand of andere ongevallen tot gevolg
hebben. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor
enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het
gebruik van dit apparaat met een andere dan de
voorgeschreven spanning.
15. Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van
dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het
netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw apparaat in de ruimte
hieronder.
Model:
Serienummer:
Het serienummer is aangegeven op de achterzijde van het
apparaat.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
WAARSCHUWING
STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF
VOCHT OM HET RISIKO VAN BRAND OF EEN
ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning
zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt,
ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand
wordt de standby functie genoemd.
In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine
hoeveelheid stroom verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
7. Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt
kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals
tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van
dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing.
8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “– ∞”, alvorens
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR:
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
niet correct in een van beide standen gezet is. Zet in dat
geval de schakelaar correct in een van beide standen
wanneer het apparaat zich in de standby functie bevindt.
met de weergave van de audiobron te beginnen; laat het
volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen
nadat de weergave begonnen is.
chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de afwerking
beschadigd kan worden. Gebruik een schone, droge doek.
10. Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst
het hoofdstuk “STORINGZOEKEN” doorlezen voor advies
betreffende het opsporen van veelvoorkomende
bedieningsfouten.
(Modellen voor Europa)
11. Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode
niet gaat gebruiken, de stekker steeds uit het stopcontact
verwijderen.
KERS
REAR
AC OUTLETS
12. Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van
het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel
los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen.
SWITCHED
I00W MAX.
TOTAL
( SURROUND )
OR CORRECT SETTING.
13. Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen
te worden dat de aarding of de polarisatie van een
apparaat niet ongedaan gemaakt wordt.
AIN
A
B
CENTER
: 4ΩMIN. / SPEAKER
FRONT
: 6ΩMIN. / SPEAKER
REAR
: 6ΩMIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 4ΩMIN. / SPEAKER
A B : 8ΩMIN. / SPEAKER
CENTER
: 8ΩMIN. / SPEAKER
FRONT
: 8ΩMIN. / SPEAKER
REAR
: 8ΩMIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 8ΩMIN. / SPEAKER
A B : I 6ΩMIN. / SPEAKER
14. Wisselstroom-uitgang
Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroomuitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer
stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze
uitgang kan voorzien.
2
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
IMPEDANCE SELECTOR
INLEIDING
Bijzonderheden
7 Kanaal vermogensversterking
Hoofd:
100W + 100W (8Ω) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Midden: 100W (8Ω) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Achter:
100W + 100W (8Ω) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Voorste effect:
25W + 25W (8Ω) RMS
uitgangsvermogen, 0,05% THD,
1 kHz
Meervoudige digitale
geluidsveldprocessing
● Digitale Geluidsveldprocessor (DSP)
● Dolby Digital Decoder
● Dolby Pro Logic Surround Decoder
● DTS Decoder
● CINEMA DSP: Theater-klankervaring door
de combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Digital, Dolby Pro
Logic of DTS
Overige
● “SET MENU” modus die u 8 opties voor
wijziging beschikbaar stelt voor het
optimaal instellen en afstellen van dit
apparaat voor gebruik met uw
audio/video systeem.
● BASS EXTENSION toets voor de
benadrukking van de lage tonen respons
● Schermdisplayfunctie, van dienst bij de
bediening van dit apparaat
● REC OUT keuzeschakelaar die
onafhankelijk is van de keuze van de
ingangsbron
● SLEEP Timer
● OPTICAL en COAXIAL digitale
audiosignaalaansluitingen
● 6 kanaal externe decoder ingang voor
andere toekomstige formaten
● Mogelijkheid voor videosignaal
ingang/uitgang (Inclusief S Video
verbindingen)
● Multifunctionele programmeerbare
afstandbediening
● Automatische ingangsbalansregeling
voor Dolby Pro Logic Surround
● Test-toongenerator voor gemakkelijkere
afstelling van de uitgangsbalans van de
luidsprekers
Nederlands
● Mogelijkheid tot keuze van de luidspreker
uitgangsmodus voor het meest passende
gebruik van uw luidspreker systeem
3
INLEIDING
Wat is DSP?
Inleiding
Welkom in de opwindende wereld van digitaal huiskameramusement. Dit apparaat is een van de meest complete en
geavanceerde AV versterkers die verkrijgbaar zijn. Mogelijk
bent u niet op de hoogte van de meer geavanceerde
mogelijkheden, deze zijn echter gemakkelijk te gebruiken.
State-of-the-art technologie zoals Dolby Digital en Digital
Theater Systems (DTS) zullen waarschijnlijk nieuw zijn in uw
huis, maar u heeft wellicht ooit de verbazingwekkende
realistische effecten ervaren die zij verlenen aan speelfilms in
theaters rond de wereld.
Om de luisterervaring nog interessanter te maken, omvat dit
apparaat een aantal exclusieve, digitaal gecreëerde
luisteromgevingen die digitale geluidsvelden genoemd worden.
Het kiezen van een geluidsveldprogramma is alsof u uzelf
overbrengt naar plaatsen als een openlucht arena, een
Europese kerk of een intieme jazz club. Neemt u even de tijd
nu om meer te lezen over deze mogelijkheden en te genieten
van de nieuwe ervaringen die dit apparaat in uw huistheater
brengt.
Digitale Geluidsveldprocessing
Technologische vooruitgang in de klankreproduktie hebben in
de laatste 30 jaar de luisterervaring verrijkt met een verbeterde
helderheid, precisie en vermogen. Echter er ontbrak steeds
iets: De atmosfeer en de akoestische omgeving van een live
concertzaal. Onze Yamaha ingenieurs hebben uitgebreid
onderzoek gedaan naar de aard van de klank-akoestiek en de
manier waarop geluiden in een kamer weerkaatst worden. We
hebben deze ingenieurs naar bekende theaters en
concertzalen over de gehele wereld uitgezonden om de
akoestiek van deze luisteromgevingen met fijngevoelige
meetapparatuur te meten. De gegevens die zij hebben
verzameld worden gebruikt om deze luisteromgevingen in
digitale geluidsvelden te reproduceren. Sommige van deze
digitale geluidsvelden worden gereproduceerd met gebruik van
gegevens die rechtstreeks op de plaats van oorsprong zijn
opgemeten, andere zijn samengesteld op basis van
combinaties van gegevens voor het vormen van unieke
akoestische omgevingen die bestemd zijn voor speciale
doeleinden.
Hiermee is natuurlijk enkel de helft van het probleem opgelost.
Voor deze ingenieurs is er geen mogelijkheid om de akoestiek
van uw kamer te kennen, dus hebben wij het mogelijk gemaakt
dat u de diverse parameters van deze gegevens kunt afstellen
en elke virtuele luisteromgeving naar eigen voorkeur kunt
afstellen. U kunt deze geluidsvelden gebruiken voor een
verbetering van de weergave van elke bron en in combinatie
met een van de volgende surround geluidstechnieken.
Sommige zijn speciaal ontwikkeld voor muziek en andere
speciaal voor films.
Dolby Pro Logic Surround
Dolby Pro Logic Surround is sinds het midden van de jaren ‘70
in bioscooptheaters in gebruik. Ook is het sinds de eind jaren
‘80 beschikbaar geworden voor huisbioscoopsystemen. Het
maakt gebruik van vier afzonderlijke kanalen en vijf
luidsprekers voor de reproduktie van realistische en
dynamische geluidseffecten: twee hoofdkanalen (links en
rechts), een middenkanaal voor de dialoog en een achterste
kanaal voor speciale geluidseffecten. Het achterste kanaal
reproduceert de klanken binnen een smal frekwentiebereik.
4
De meeste videobanden en laserdiscs zijn gecodeerd met
Dolby Pro Logic Surround, juist als vele TV en
kabeluitzendingen. De Dolby Pro Logic Surround decoder die
in dit apparaat is ingebouwd maakt gebruik van een digitaal
signaalverwerkingssysteem dat de stabiliteit van elk van de
kanalen verbetert voor het verkrijgen van een meer
nauwkeurige ruimtelijke plaatsing van de klanken in
vergelijking tot de conventionele analoge
signaalverwerkingssystemen.
INLEIDING
Dolby Digital
Dolby Digital is een Dolby Surround geluidssysteem van het
volgende niveau dat ontwikkeld is voor 35 mm films via het
gebruik van audiocodering met lage-bit transmissiesnelheid.
Dolby Digital is een digitaal surround geluidssysteem dat u een
volledig onafhankelijke meerkanaals-audio biedt. In
meerkanaals-formaat biedt Dolby Digital vijf full range kanalen
in wat soms een “3/2” opstelling genoemd wordt: drie voorste
kanalen (links, midden en rechts) en twee surround kanalen.
Verder is er voorzien in een zesde effectkanaal voor enkel de
lage tonen voor de weergave van LFE (lage frekwentie effect)
of de low bass effecten die onafhankelijk zijn van de overige
kanalen. (Dit is het zogenaamde “subwooferkanaal” of “LFE
kanaal”.) Dit kanaal wordt geteld als 0,1, waardoor men tot de
term 5,1 kanalen in totaal is gekomen.
In vergelijking tot Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als een
“3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts één
surround kanaal), voorziet het Dolby Digital systeem in twee
surround kanalen, stereo of gescheiden surrounds genaamd,
die elk dezelfde full range weergavegetrouwheid bieden als de
drie voorste kanalen.
Via het gebruik van de ingebouwde Dolby Digital decoder kunt
u in uw huis genieten van het bijzonder krachtige en
realistische effect van de Dolby Stereo Digitale theaterklanken.
Een breed dynamisch bereik van geluid dat gereproduceerd
wordt door de vijf full range kanalen en een nauwkeurige
oriëntatie van de klanken welke wordt verkregen door de
digitale geluidsveldverwerking biedt luisteraars een
ongeëvenaarde nieuwe en realistische luisterervaring.
Dolby Digital bestaat uit 5,1 kanalen, zoals reeds links werd
aangegeven. Het kan echter ook uit minder kanalen bestaan,
bijvoorbeeld 2 kanaal stereo en mono. Het is mogelijk dat u in
de verkoop bepaalde 2 kanaal stereo en/of mono bronnen die
gecodeerd zijn met het Dolby Digital aantreft.
Laserdisc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer
geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital. In de nabije
toekomst zal Dolby Digital ook toegepast worden op DBS,
CATV en HDTV. De uitgave van Dolby Stereo Digitale
bioscoopfilms welke nu op gang komt, vormt een onmiddelijk
beschikbare bron van video software die met Dolby Digital
gecodeerd is.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation. DOLBY, AC-3, PRO LOGIC en het dubbel D
symbool zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
DTS Digital Surround
DTS (Digitale Theater Systemen) systeem werd ontwikkeld ter
vervanging van analoge soundtracks van films door zes
onafhankelijke kanalen van digitale soundtracks dat nu in veel
theaters over de gehele wereld geïnstalleerd is. Het DTS
digitale weergavesysteem gaf een nieuwe dimensie aan de
manier waarop wij films in theaters ervaren door de introductie
van zes onafhankelijke kanalen van schitterende digitale audio.
Laserdisc, compact disc en DVD zijn een huiskameraudioformaat waarbinnen het DTS zijn multi-kanaal audio van
hoge kwaliteit ten uitvoer kan brengen. (Naast films op
laserdiscs zullen veel opwindende nieuwe multi-kanaal
muziekopnamen verkrijgbaar worden in de vorm van DTS
gecodeerde compact discs.)
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
US Pat. No. 5.451.942 en overige wereldwijde patenten
geregistreerd en in aanvraag. “DTS”, “DTS Digital Surround”
zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Auteursrecht 1996 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
Nederlands
Via de DTS technologie is het na intensief research en
ontwikkeling nu ook mogelijk een soortgelijke onafhankelijke
codering/decodering technologie toe te passen op het
surround-klank amusement van huiskamer-audiosystemen.
De DTS Digital Surround is een codering/decodering systeem
dat zes kanalen topkwaliteit, 20-bit audio levert; technisch
gesproken 5,1 kanalen, hetgeen betekent 5 full-range (linker,
midden, rechts en twee surround) kanalen, plus een subwoofer
(LFE) kanaal (als “0,1”). Het is compatibel met de 5,1
luidsprekersystemen die momenteel beschikbaar zijn voor
huis-theatersystemen.
Via het gebruik van de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd, kunt u in uw huis genieten van het bijzonder
krachtige en realistische effect van de hoge kwaliteit DTS
theaterklanken.
De DTS Digital Surround formule is ontwikkeld voor de
codering van de zes kanalen van 20-bit audio op bepaalde
laserdiscs of compact discs DVD’s met aanzienlijk minder
datacompressie.
5
INLEIDING
CINEMA DSP: Dolby Surround + DSP / DTS + DSP
De Dolby Surround en DTS geluidssystemen komt het meest
tot hun recht in een groot bioscooptheater, omdat filmgeluiden
oorspronkelijk werden ontworpen om te worden
gereproduceerd in een groot bioscooptheater met gebruik van
meerdere luidsprekers. Proberen in uw huis een akoestische
omgeving te scheppen die lijkt op die van een bioscooptheater
is moeilijk vanwege de grootte van de kamer, het gebruikte
materiaal in de muren, het aantal luidsprekers, enzovoorts. Met
andere woorden, uw luisterkamer verschilt in hoge mate van
een bioscooptheater.
Dolby Pro Logic + 2 Digitale geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste
surround zijde van het met Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede
akoestische omgeving en benadrukken het surround effect
in de kamer en laten u veel overige effecten gewaarworden,
op een manier alsof u zelf een film aan het bekijken bent in
een veel bezochte Dolby Stereo bioscoop.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “PRO
LOGIC/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het
ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het
Dolby Digital in 2-kanalen gecodeerd is.
Yamaha DSP technologie echter, is in staat met behulp van de
originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met de Dolby
Surround of DTS Digital Surround geluiden, u huis nagenoeg
dezelfde akoestische ervaring te bieden als die in een groot
bioscooptheater door voor het tekort aan effecten en dynamiek
in de luisterkamer te compenseren.
CINEMA DSP
Het YAMAHA “CINEMA DSP” logo geeft aan dat die
programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van en
YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS.
Dolby Digital of DTS + 3 Digitale
geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de
onafhankelijke linker en rechter surround zijden van het
door Dolby Digital gedecodeerde of het DTS gedecodeerde
geluidsveld. Deze scheppen een brede akoestische
omgeving en zorgen voor veel surround effect in de kamer
zonder dat de hoge kanaalscheiding verloren gaat. Door
middel van het brede dynamische bereik van het Dolby
Digital of DTS geluid krijgt u de indruk dat u een film aan het
bekijken bent in de nieuwste Dolby Stereo Digitale bioscoop
of in een theater met DTS systeem. Dit is het meest ideale
huiskamer-theatergeluid van tegenwoordig.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “DOLBY DIGITAL
(of DTS DIGITAL SUR.)/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen
en het ingangssignaal van de bron met het Dolby Digital
(behalve in 2-kanalen) gecodeerd is of met het DTS
gecodeerd is.
6
WAT U HET EERST DOET
Wat u het eerst doet
Uitpakken
Neem deze apparatuur en de bijbehorende acessoires voorzichtig uit de doos. U treft dan de apparatuur zelf en de volgende
accessoires aan.
Afstandbediening
Gebruikersfunctie-stickers
Batterijen (maat AA, LR6, UM-3)
Openen en sluiten van het voorklepje
Sluit het voorklepje steeds wanneer de bedieningsorganen binnen in het paneel niet gebruikt worden.
Openen van het voorklepje
Sluiten van het voorklepje
Nederlands
7
WAT U HET EERST DOET
Installeren van de batterijen in de
afstandbediening
Aangezien de afstandbediening gebruikt gaat worden voor vele
van de bedieningsfuncties van deze apparatuur, dient u te
beginnen met het plaatsen van de bijgeleverde batterijen.
1.
Draai de afstandbediening om en schuif het deksel van het
batterijvak in de richting van de pijl.
2.
Plaats de batterijen (AA, LR6, UM-3 type) met de symbolen
voor hun polariteit in de juiste richting in het batterijvak.
3.
Sluit het deksel van het batterijvak.
Opmerkingen betreffende de
afstandbediening
Vernieuwen van de batterijen
Indien de afstandbediening dichter bij de hoofdeenheid
gebruikt moet worden, zijn de batterijen uitgeput.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Opmerkingen
● Gebruik uitsluitend AA, R6, UM-3 batterijen.
(Het wordt aanbevolen een LR6 type re gebruiken wanneer
u de afstandsbediening langere tijd achter elkaar gebruikt.)
● Let er op dat de polariteit van de batterijen correct is.
(Zie het schema binnen in het batterijvak.)
● Verwijder de batterijen, indien u de afstandbediening
gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
● Indien de batterijen zijn gaan lekken, deze onmiddellijk
verwijderen. Zorg er voor het uitgelekte materiaal niet aan
te raken en voorkom dat dit in aanraking komt met kleding,
enz. Reinig het batterijvak grondig alvorens nieuwe
batterijen te plaatsen.
2
Werkingsbereik van afstandbediening
1
3
4.
Nadat u de batterijen heeft geplaast, de RESET knop
indrukken alvorens de afstandbediening weer in gebruik te
nemen.
Afstandbedieningssensor
Binnen een bereik
van ongeveer 6 m
RESET knop
30°
30°
Opmerkingen
● De ruimte tussen de afstandbediening en de hoofdeenheid
moet vrij zijn van grote obstakels.
● De sensor van de afstandbediening niet blootstellen aan
sterke lichtinval, in het bijzonder van fluorescerende
lampen. Anders bestaat de kans dat de sensor van de
afstandbediening niet juist werkt. Indien nodig, de
hoofdeenheid buiten de inval van directe verlichting
plaatsen.
8
WAT U HET EERST DOET
Bedieningsorganen en hun functies
Voorpaneel
2
1
3
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
4
6
5
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
STANDBY/ON
l2
28
8
60
2
4
40
INPUT MODE
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
l
0
90A
3
4
5
B
l
2
4
5
PROGRAM
BALANCE
l
3
4
5
0
2
3
4
8
l
2
3
EFFECT
TREBLE
l
2
7
EXT. DECODER
BASS
0
l
2
3
3
4
5
4
L5
5R
VIDEO AUX
REC OUT
DVD/LD
2
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
CD
TUNER
PHONO
VIDEO AUX
C DE F G
H
I
Zie voor de afstandbediening de pagina’s 60 tot 61.
1 STANDBY/ON schakelaar
Druk deze schakelaar in om de stroomtoevoer in te schakelen.
Druk de schakelaar nogmaals in om dit apparaat op de
standby functie in te stellen.
* Wanneer u deze schakelaar indrukt om het apparaat in te
schakelen, zult u een klik horen en de ingebouwde ventilator
kortstondig horen draaien.
4 INPUT MODE toets
Standby functie
In deze toestand verbruikt dit apparaat nog een kleine
hoeveelheid stroom om gereed te zijn voor het ontvangen
van infrarood signalen van de afstandbediening.
5 INPUT SELECTOR
Voor het ontvangen van de signalen van de afstandbediening.
3 Displaypaneel
Geeft diverse informatie aan. (Zie pagina 11 voor
bijzonderheden.)
Draai deze knop voor het kiezen van de ingangssignaalbron.
De gekozen bron wordt aangegeven op de display.
6 Hoofd VOLUME regelaar
Nederlands
2 Afstandbedieningsensor
Druk op deze toets om te kiezen hoe de ingangssignalen
worden ontvangen van bronnen die twee of meerdere typen
signalen uitzenden. De standen “AUTO”, “DTS”, “DGTL” en
“ANALOG” zijn beschikbaar. De “AUTO”, “D.D.RF”, “DTS”,
“DGTL” en “ANALOG” functies zijn beschikbaar voor DVD/LD
bronnen. Zie pagina 36 voor bijzonderheden.
Met deze regelaar wordt het volume voor alle uitgangsgeluiden
gelijktijdig geregeld; voorste effect-luidsprekers,
hoofdluidsprekers, achterluidsprekers, middenluidspreker en
subwoofer. (Dit is niet van invloed op het REC OUT niveau.)
* De indicator op de hoofd VOLUME regelaar zal knipperen
zodra het volume afgezwakt wordt door het indrukken van
de MUTE toets op de afstandbediening.
9
WAT U HET EERST DOET
7 SPEAKERS schakelaars
C EXT. DECODER toets
Druk de schakelaar A of B (of beide) om de hoofdluidsprekers
die u gaat gebruiken te selecteren. Druk de schakelaar voor de
hoofdluidsprekers die u niet gebruikt nogmaals in om ze te deselecteren. Op het displaypaneel zullen “SPEAKERS A” en/of
“SPEAKERS B” oplichten, afhankelijk van welke
hoofdluidsprekers er worden gekozen.
Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van
de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de
ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling
van de INPUT SELECTOR. “EXT. DECODER IN” zal verlicht
op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die
gekozen is met behulp van de INPUT SELECTOR knop wordt
de huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet
verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven.
8 PHONES ingang
Op deze ingang kan een hoofdtelefoon worden aangesloten
om privé te kunnen luisteren. U kunt luisteren naar het geluid
van de hoofdluidsprekers via de hoofdtelefoon.
Wanneer u privé met de hoofdtelefoon wilt luisteren, beide
SPEAKERS schakelaars A en B indrukken om de
hoofdluidsprekers te de-selecteren en de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen door het indrukken van de
EFFECT toets, zodat er geen DSP programma-naam verlicht
op het displaypaneel wordt aangegeven.
PHONES
9 BASS EXTENSION toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons
van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te
versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd
blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de
frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer
gebruikt wordt.
0 TONE BYPASS toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit
(BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt
gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van
de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan
worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt
(OFF).
A SET MENU –/+ toets
Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het maken
van een wijziging van de instelling of afstelling voor de functie
die door het indrukken van de NEXT toets gekozen is
NEXT toets
Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het kiezen
van een functie in de SET MENU modus.
B BASS en TREBLE regelaars
Draai deze knoppen om de lage en hoge frekwentierespons
enkel voor het linker en het rechter hoofdkanaal af te stellen.
10
D BALANCE regelaar
Deze regelt knop enkel het geluid van de hoofdluidsprekers.
De balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de
rechter hoofdluidsprekers kan worden afgesteld voor het
compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt
wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de
akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich
bevindt.
E EFFECT toets
Druk deze toets in om de uitvoer van de midden, achterste en
voorste effect-luidsprekers in en uit te schakelen. Het geluid
wordt normaal 2-kanaals wanneer deze functie wordt
uitgeschakeld.
Dit is echter niet van toepassing op Dolby Digital of DTS. De
signalen van alle kanalen zullen over de hoofdkanalen
verdeeld worden en de via de hoofdluidsprekers worden
weergegeven, ook als de uitvoer van de midden, achterste en
voorste effect-luidsprekers is uitgeschakeld, wanneer Dolby
Digital of DTS gedecodeerd wordt.
F REC OUT keuzeschakelaar
Draai deze knop voor het kiezen van de bron voor opname op
een MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder. Deze
instelling is onafhankelijk van de instelling van de INPUT
SELECTOR, behalve wanneer de REC OUT keuzeschakelaar
in de stand SOURCE gezet is. De INPUT SELECTOR wordt
dan gebruikt voor het kiezen van de bron voor opname op een
MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder.
G PROGRAM keuzetoets
Druk deze toets in de
of
richting voor het kiezen van
een digitaal geluidsveldverwerkingsprogramma.
H VIDEO AUX aansluitingen
Sluit extra video- of audio-ingangsbron apparatuur zoals een
camerarecorder op deze aansluitingen aan. Video-apparatuur
voorzien is van een S video uitgangsaansluiting kan worden
aangesloten op de S VIDEO aansluiting voor het verkrijgen van
een beeld met een hoge resolutie. De bron kan gekozen
worden met behulp van de INPUT SELECTOR en REC OUT
keuzeschakelaar.
I Voorklepje
Zie pagina 7 voor de manier van het openen en sluiten van het
voorklepje.
WAT U HET EERST DOET
Displaypaneel
1
2
3
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
SPEAKERS
A
B
indicators
Beide “dts” indicators zullen oplichten wanneer de ingebouwde
DTS decoder ingeschakeld wordt.
Een rode “dts” indicator licht op bij het weergeven van een
compact disc of laser disc die gecodeerd is met DTS.
Een oranje “dts” indicator licht op bij het weergeven van een
DVD die gecodeerd is met DTS.
Het is mogelijk dat een oranje “dts” indicator oplicht bij het
weergeven van een laserdisc die gecodeerd is met DTS na
een video-CD of DVD op een DVD/LD combi-speler.
2 Multi-informatie display
Deze display geeft het huidige DSP programma aan, de status
van de afstellingen en de wijzigingen van de instellingen.
Diverse statussen kunnen tegelijkertijd worden bekeken.
3 Ingangsbron indicators
Een van de pijlen van deze indicators zal oplichten afhankelijk
van welke bron wordt gekozen.
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SLEEP
45 6
1
DVD/LD
7
4
DIGITAL en
PRO LOGIC indicators
De
DIGITAL indicator licht op wanneer de ingebouwde
Dolby Digital decoder ingeschakeld is en de signalen van de
bron die gecodeerd is met Dolby Digital niet 2-kanaals zijn.
De
PRO LOGIC indicator licht op wanneer de ingebouwde
Dolby Pro Logic Surround decoder ingeschakeld is.
5 DSP indicator
Deze indicator licht op wanneer de ingebouwde digitale
geluidsveldprocessor ingeschakeld is.
6 SPEAKERS A/B indicators
Een van deze indicators zal oplichten afhankelijk van welke
hoofdluidsprekers worden gekozen. Beide indicators zullen
oplichten wanneer beide luidsprekers A en B zijn gekozen.
7 SLEEP indicator
Deze indicator licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde
SLEEP timer in ingeschakeld is.
Nederlands
11
VOORBEREIDING
Opstelling van de luidsprekers
m Opstellen van uw luidsprekersysteem
Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste
geluidsveld-kwaliteit met een volledig zevenluidsprekersysteem, waarbij een paar hoofdluidsprekers wordt
gebruikt voor de weergave van de hoofdbronklanken alsmede
twee extra paar effect-luidsprekers voor het produceren van
het geluidsveld plus één middenluidspreker voor de dialoog.
Het wordt derhalve aanbevolen een systeem met zeven
luidsprekers te gebruiken. Echter een systeem met vier
luidsprekers welke gebruik maakt van slechts één paar effectluidsprekers voor het geluidsveld, zal nog steeds
indrukwekkende klanken en effecten bieden, hetgeen een
goede manier kan zijn om met deze apparatuur te beginnen. U
kunt later dan verder uitbreiden tot het systeem met de
volledige zeven luidsprekers. Bij het 4 of 5 luidsprekersysteem
is de functie van de digitale geluidsveldprocessing nog steeds
werkzaam, echter worden de hoofdluidsprekers gebruikt voor
zowel de hoofdkanalen als de voorste effectkanalen.
Gebruik van de midden-dialoogluidspreker
wordt aanbevolen
Bij het weergeven van een bron met Dolby Pro Logic
gedecodeerd, of bij het weergeven van een bron die
middenkanaalsignalen bevat met Dolby Digital of DTS
gedecodeerd, zal de dialoog, zang, enz. via het middenkanaal
uitgevoerd worden. Indien u derhalve het audio/video huistheater systeem wilt uitbreiden, wordt het aangeraden gebruik
te maken van de middenkanaalluidspreker.
Indien het om een bepaalde reden niet praktisch is een
middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk naar een film
te kijken zonder deze luidspreker. De beste resultaten echter
worden verkregen met gebruik van het volledige systeem.
Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding
van uw geluidsveld
Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door
toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik
van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking
van de lage tonen frekwenties van een kanaal of van alle
kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid
weergeven van de signalen op het subwooferkanaal tijdens het
afspelen van een bron waarvan Dolby Digital of DTS
gedecodeerd wordt. U zou voor het gemak kunnen kiezen voor
een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem,
welke voorzien is van zijn eigen ingebouwde
vermogenversterker.
m Luidsprekers en opstelling van de luidsprekers
Uw volledige zeven-luidsprekersysteem zal drie paar
luidsprekers nodig hebben: de HOOFDLUIDSPREKERS (uw
normale stereo luidsprekers), de VOORSTE EFFECTLUIDSPREKERS en de ACHTERSTE LUIDSPREKERS, plus
de MIDDENLUIDSPREKER. Het is ook mogelijk gebruik te
maken van een SUBWOOFER.
Indien u gebruik maakt van een SUBWOOFER, zoals een
Yamaha Active Servo Processing Subwoofer systeem, is de
positie van de luidspreker niet van kritiek belang, aangezien de
lage tonen niet bijzonder richtinggevoelig zijn.
De HOOFDLUIDSPREKERS dienen modellen te zijn met hoge
vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking
van het maximum vermogen van uw audiosysteem.
De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de
HOOFDLUIDSPREKERS. Voor een nauwkeurige lokalisering
van het geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van
modellen met hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor
de MIDDENLUIDSPREKERS, de VOORSTE EFFECT en
ACHTERSTE LUIDSPREKERS in het volle bereik weer te
geven.
Plaats de HOOFDLUIDSPREKERS op de gewone plaats.
Plaats de VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS verder uit
elkaar dan de HOOFDLUIDSPREKERS aan beide zijden van
en op een afstand van 50 tot 100 cm achter en boven het paar
HOOFDLUIDSPREKERS.
Plaats de ACHTERSTE LUIDSPREKERS achter uw
luisterpositie. Deze dienen ongeveer 180 cm van de vloer af
aangebracht te worden.
Plaats de MIDDENLUIDSPREKER precies tussen de twee
HOOFDLUIDSPREKERS. (Om storing te vermijden, de
luidspreker boven of onder de televisie-monitor plaatsen of
gebruik maken van een magnetisch afgeschermde
luidspreker.)
12
Hoofdluidspreker
Subwoofer
Voorste effect-luidspreker Middenluidspreker
Achterste luidspreker
VOORBEREIDING
m Aanbevolen opstellingen voor luidsprekersystemen
4 luidsprekersysteem
5 luidsprekersysteem
Standaard systeem
Goed voor audio/video bronnen
U kunt genieten van breed verspreide klanken door enkel een
paar achterluidsprekers aan een standaard stereosysteem toe
te voegen.
Via het gebruik van een middenluidspreker worden de
middengeluiden (dialoog, zang, enz.) nauwkeurig
gelokaliseerd.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26)
6 luidsprekersysteem
Goed voor de geluidsvelden van 2-kanaal stereo bronnen.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
Dit is het aanbevolen luidspreker-systeem waarmee de
beste geluidseffecten verkregen worden.
De achterluidsprekers en de voorste effect-luidsprekers
produceren een geluidsveld van 360 graden en de
middenluidspreker voorziet in een nauwkeurige lokatie van het
middengeluid. Met behulp van het 7 luidsprekersysteem kunt
de geweldige YAMAHA “CINEMA DSP” geluidsvelden volledig
ervaren.
Nederlands
Wanneer er een normale stereobron wordt weergegeven met
de geluidsveldprogramma’s Nr. 1 tot en met Nr. 7 kan er een
geluidseffect worden verkregen dat overeenkomt met een 7
luidsprekersysteem. Door toevoeging van effect-luidsprekers
linksvoor en rechtsvoor wordt er een meer effectief geluidsveld
geproduceerd.
7 luidsprekersysteem
1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.)
13
VOORBEREIDING
Aansluitingen
Let op: De stekker van dit apparaat en overige componenten pas insteken nadat alle
aansluitingen tot stand gebracht zijn.
Alle verbindingen moeten correct zijn, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) aan R, “+” aan “+” en “–” aan “–”. Raadpleeg ook de
handleiding van de betreffende aan te sluiten apparatuur.
Audio/video bron-componenten
●
●
Gebruik RCA type pinstekkerkabels voor audio/video apparatuur, behalve in de verderop beschreven gevallen.
De signaaluitgangen (of ingangen) van YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers 1, 2, 3, 4,
enz. worden aangegeven, moeten aangesloten worden op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat.
m Basis aansluitingen van audio-apparatuur
(*1)
OUTPUT
GND
Platenspeler
(Modellen voor Europa)
GND
Compact disc speler
OUTPUT
DIGITAL
RF SIGNAL
DVD/LD
CD
MD recorder,
Tapedeck, enz.
COAXIAL
OPTICAL
LINE OUT
LINE IN
AUDIO SIGNAL
PHONO
CD
VIDEO SIGNAL
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
TV/DBS
3
IN
IN
IN
VCR 1
VCR 1
OUT
OUT
( PLAY )
TAPE/MD
4
OUT
( REC )
MAIN
(PLAY)
TAPE/MD
SURROUND
OUT
DVD/LD
IN
IN
VCR 2
VCR 2
OUT
OUT
2
(REC)
OUTPUT
VIDEO
DVD/LD
1
CD
IN
Tuner
AUDIO SIGNAL
TUNER
SUB WOOFER
CENTER
S VIDEO
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
VIDEO
DIGITAL SIGNAL
(*1): GND aansluiting
(voor gebruik met platenspeler)
Door de massakabel van de platenspeler te verbinden
met de GND aansluiting, kan het optreden van storende
bromgeluiden minimaal gehouden worden. In sommige
gevallen echter worden er betere resultaten verkregen
wanneer de massakabel niet is aangesloten.
14
: Geeft de richting van de signalen aan.
VOORBEREIDING
m Basis aansluitingen van video-apparatuur
AUDIO OUT
VIDEO OUT
(Modellen voor Europa)
AUDIO OUT
VIDEO OUT
GND
AUDIO SIGNAL
AUDIO SIGNAL
PHONO
DIGITAL
RF SIGNAL
DVD/LD
CD
COAXIAL
OPTICAL
CD
VIDEO
VIDEO SIGNAL
S VIDEO
DVD/LD
DVD/LD
TV/DBS
TV/DBS
IN
IN
VCR 1
VCR 1
OUT
OUT
AUDIO OUT
Videocassetterecorder 1
VIDEO OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
3
IN
( PLAY )
TAPE/MD
4
( REC )
MAIN
IN
TAPE/MD
SURROUND
OUT
IN
IN
VCR 2
VCR 2
OUT
OUT
2
(REC)
DVD/LD
TV/Satelliet tuner
1
CD
OUT
(PLAY)
LD speler of
DVD speler
VIDEO OUT Videocassetterecorder 2
AUDIO OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
TUNER
SUB WOOFER
CENTER
S VIDEO
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
VIDEO
DIGITAL SIGNAL
TV monitor
VIDEO IN
VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel)
Deze aansluitingen worden gebruikt voor aansluiting van een videobron, zoals een camerarecorder.
VIDEO AUX
R
AUDIO OUT L
L
VIDEO OUT
VIDEO
S VIDEO OUT
S VIDEO
Camerarecorder
Nederlands
AUDIO OUT R
: S-video kabel
(Zie pagina 19 voor
bijzonderheden betreffende de
S VIDEO aansluiting.)
15
VOORBEREIDING
Voor aansluiting op een TV monitor die voor de
signaalinvoer gebruik maakt van een 21-polige
stekker <Alleen modellen voor Europa en GrootBrittannië>
PAL/NTSC schakelaar (Alleen modellen voor China
en Algemene modellen)
Dit apparaat is bestemd voor gebruik met de NTSC en PAL
televisieformaten. Zet deze schakelaar in de stand voor het
formaat dat door uw TV monitor gebruikt wordt.
Breng de aansluitingen tot stand zoals aangegeven in
onderstaande illustratie met behulp van een in de handel
verkrijgbare scart-stekker aansluitkabel.
IN
VCR 1
(Modellen voor Europa)
OUT
MAIN
IN
(PLAY)
TAPE/MD
SURROUND
OUT
IN
IN
VCR 2
VCR 2
OUT
OUT
2
(REC)
PAL NTSC
CAUTION
IN
COUPLER
MAIN
PRE
MAIN
OUT
IN
VCR 2
TUNER
DVD/LD
SUB WOOFER
CENTER
PAL/NTSC schakelaar
S VIDEO
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
VIDEO
PAL:
DIGITAL SIGNAL
TV monitor
Scart-stekker
aansluitkabel
16
AUDIO R
AUDIO L
VIDEO
Geen aansluiting
In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt
van het PAL formaat.
* Voert signalen uit in het PAL formaat, ongeacht welk
formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een
extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden
wordt.
NTSC: In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt
van het NTSC formaat.
* Voert signalen uit in het NTSC formaat, ongeacht
welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit
een extern videoapparaat naar dit apparaat
gezonden wordt.
Opmerking
Zorg er voor dat het ingevoerde videosignaal gebruik maakt
van hetzelfde formaat als waarvan uw TV monitor gebruik
maakt, aangezien anders het beeld niet normaal zal worden
weergegeven.
VOORBEREIDING
m Aansluiting op de digitale (OPTICAL en COAXIAL) signaalaansluitingen
Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler,
TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische
digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden
aangesloten op de COAXIAL of OPTICAL, of beide
aansluitingen van deze apparatuur.
Digitale audiosignalen worden met minder verlies
overgedragen dan analoge audiosignalen. Bovendien zijn
digitale audiosignaalverbindingen noodzakelijk, vooral bij een
LD speler, een DVD speler of een CD speler om signalen die
gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar dit apparaat te
sturen.
Voor het maken van een optische digitale aansluiting, het kapje
van de optische aansluitingen verwijderen en deze vervolgens
met elkaar verbinden via het gebruik van een in de handel
verkrijgbare optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ
normen. De kans bestaat dat andere kabels niet goed
functioneren.
Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of
COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de
apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het
digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander
tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de
analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U
kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en
“analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 35 voor
bijzonderheden.)
* Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL
TAPE/MD IN en OUT aansluitingen van dit apparaat
aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die
aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen
van dit apparaat.
Opmerkingen
● Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de
digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur,
er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen.
● Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen
waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om
de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te
beschermen.
● Om dit apparaat succesvolle DTS-decodering te laten
uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het
versturen van de DTS bitstream vanaf de DIGITAL OUT
aansluiting van een extern apparaat naar een digitale
signaalingang van dit apparaat niet gewijzigd, omgevormd
of gestoord worden.
● Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een
schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van
toepassing.
(Modellen voor Europa)
Compact disc speler
GND
OPTICAL
DIGITAL OUT
COAXIAL
DIGITAL OUT
DIGITAL
RF SIGNAL
DVD/LD
CD
MD recorder, DAT,
enz.
OPTICAL
DIGITAL OUT
AUDIO SIGNAL
AUDIO SIGNAL
PHONO
COAXIAL
OPTICAL
CD
VIDEO
VIDEO SIGNAL
S VIDEO
DVD/LD
DVD/LD
TV/DBS
TV/DBS
1
CD
3
IN
IN
IN
VCR 1
VCR 1
OUT
OUT
( PLAY )
TAPE/MD
4
OUT
( REC )
OPTICAL
DIGITAL IN
MAIN
IN
(PLAY)
TAPE/MD
LD speler of DVD speler
SURROUND
OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
IN
VCR 2
OUT
OUT
2
(REC)
DVD/LD
IN
VCR 2
TUNER
SUB WOOFER
CENTER
S VIDEO
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
DIGITAL SIGNAL
TV/Satelliet tuner
OPTICAL
DIGITAL OUT
Nederlands
VIDEO
: Optische vezelkabel
: Coaxiale kabel
17
VOORBEREIDING
m Aansluiting op een DOLBY DIGITAL RF uitgang van de DVD/LD/CD
combi-speler
Ook moet u de optische digitale signaaluitgang van de
DVD/LD/CD combi-speler aansluiten op de OPTICAL DVD/LD
digitale signaalingang van dit apparaat.
Deze verbinding is noodzakelijk om een DVD bron te kunnen
weergeven met Dolby Digital of DTS gedecodeerd en om een
LD bron te kunnen weergeven met DTS gedecodeerd.
Indien uw DVD/LD/CD combi-speler voorzien is van een
DOLBY DIGITAL RF aansluiting, deze verbinden met de
DIGITAL RF SIGNAL aansluiting van dit apparaat.
Audiosignalen van een LD bron die gecodeerd zijn met de
Dolby Digital worden via deze verbinding in deze apparatuur
ingevoerd.
* Voor het weergeven van een LD bron met het Dolby Digital
gedecodeerd, de ingangsmodus van de DVD/LD instellen
op “AUTO” of “D.D.RF”. (Zie pagina 35 voor
bijzonderheden.)
Opmerking
Het DOLBY DIGITAL RF audio ingangssignaal kan niet
worden opgenomen door een tapedeck, MD recorder of
videorecorder. Voor het opnemen van een bron die wordt
weergegeven op de DVD/LD/CD combi-speler moet deze
aangesloten worden op de OPTICAL digitale
audiosignaalaansluiting en analoge audiosignaalaansluitingen
van deze apparatuur.
Het is tevens noodzakelijk de DVD/LD/CD combi-speler aan te
sluiten op de analoge audiosignaalingang van dit apparaat
ongeacht de DOLBY DIGITAL RF signaalverbinding; dit om
een bron gecodeerd in Dolby Pro Logic Surround of in normale
stereo (of mono) af te spelen.
DVD/LD/CD
combi-speler
DIGITAL OUT
ANALOG OUT
DOLBY DIGITAL
RF OUT
(Modellen voor Europa)
GND
AUDIO SIGNAL
DVD/LD
PHONO
DIGITAL
RF SIGNAL
DVD/LD
CD
COAXIAL
OPTICAL
CD
AUDIO SIGNAL
1
TV/DBS
CD
3
IN
IN
( PLAY )
TAPE/MD
VCR 1
4
OUT
OUT
( REC )
MAIN
IN
VCR 2
IN
(PLAY)
TAPE/MD
SURROUND
OUT
OUT
2
(REC)
DVD/LD
TUNER
SUB WOOFER
CENTER
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
DIGITAL SIGNAL
18
VOORBEREIDING
m Aansluiten op S VIDEO aansluitingen
Indien uw videocassetterecorder, LD speler, enz. en uw
monitor voorzien zijn van “S” video-aansluitingen, dienen deze
op de S VIDEO aansluitingen van deze apparatuur
aangesloten te worden en dient de S VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van deze apparatuur op de “S” video van uw
monitor aangesloten te worden. Met deze verbinding kunt u
beelden van hoge kwaliteit opnemen en weergeven. Ook is het
mogelijk de gecombineerde video-aansluitingen van uw
videocassetterecorder, LD speler, enz. aan te sluiten op de
VIDEO aansluitingen van deze apparatuur en de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur aan te sluiten
op de gecombineerde videosignaalingang van uw monitor.
Opmerking
Indien de videosignalen naar zowel de S VIDEO als de VIDEO
signaalingangen gezonden worden, zullen de signalen
onafhankelijk naar hun respektievelijke signaaluitgangen
gezonden worden.
Opmerkingen betreffende de video-titeling
●
●
Indien u naar een videobron kijkt die aangesloten is op
zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen van deze
apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplayinformatie enkel uitgevoerd via de S VIDEO MONITOR
OUT aansluiting.
Wanneer er geen videosignaal wordt ingevoerd naar de S
VIDEO of VIDEO signaalingangen van deze apparatuur,
worden de signalen voor de schermdisplay-informatie via
zowel de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR
OUT aansluitingen met een kleuren-achtergrond uitgevoerd.
* Als bij het Algemene model en de modellen voor China
de PAL/NTSC schakelaar op het achterpaneel ingesteld
is op “PAL”, zal er in dit geval niets via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen uitgevoerd worden.
S VIDEO aansluitingen
Dit apparaat is afgezien van het standaard type VIDEO
aansluitingen ook voorzien van S VIDEO aansluitingen.
S VIDEO aansluitingen verzenden videosignalen die
gescheiden zijn in luminantie (Y) signalen en kleur (C)
signalen. In vergelijking met S VIDEO aansluitingen,
verzenden de standaard type VIDEO aansluitingen
“samengestelde” videosignalen.
LD speler of DVD speler
AUDIO SIGNAL
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
VIDEO
VIDEO SIGNAL
S VIDEO
DVD/LD
DVD/LD
TV/DBS
TV/DBS
IN
IN
VCR 1
VCR 1
OUT
OUT
IN
IN
VCR 2
VCR 2
OUT
OUT
TV/Satelliet tuner
S-VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
2
TUNER
VIDEO
IN
VIDEO OUT
S-VIDEO
IN
Nederlands
VIDEO
S-VIDEO IN
MONITOR
OUT
S-VIDEO OUT
S VIDEO
VIDEO IN
VIDEO IN
S-VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
Videocassetterecorder 1
Videocassetterecorder 2
TV monitor
: S-video kabel
19
VOORBEREIDING
m Aansluiten van een externe decoder van een toekomstig formaat op dit
apparaat
Dit apparaat is uitgerust met extra 6-kanaals
audiosignaalingangen (voor het linker hoofdkanaal, rechter
hoofdkanaal, middenkanaal, linker achterste surround-kanaal,
rechter achterste surround-kanaal en subwooferkanalen) voor
de invoer van signalen van een externe decoder van een
toekomstig formaat naar dit apparaat.
Voor het beluisteren van een geluid via het reproduceren van
signalen die naar deze ingangen worden gevoerd, de EXT.
DECODER toets op het voorpaneel indrukken zodat “EXT.
DECODER IN” op de display verschijnt. Hierdoor worden de
signalen die naar deze ingangen worden gevoerd naar de
bijbehorende SPEAKERS uitgangen en OUTPUT uitgangen
van dit apparaat gevoerd en langs alle overige circuits in dit
apparaat omgeleid.
Opmerkingen
● Wanneer de signalen die naar deze aansluitingen worden
gevoerd worden gekozen, kan de digitale geluidsprocessor
niet worden gebruikt.
● De instellingen “1A” tot “1E” in het SET MENU hebben geen
effect op de signalen die worden ingevoerd via deze
aansluitingen. De instelling “1F. MAIN LEVEL” is effectief
(zie pag. 26 en 27 voor details).
● De aanpassing van het uitgangsniveau voor de midden
luidspreker, achterste luidsprekers en subwoofer zijn
effectief als de signalen ingevoerd in deze aansluitingen zijn
geselecteerd als ingangsbron. (zie pag. 43 en 44 voor
details).
(Modellen voor Europa)
GND
AUDIO SIGNAL
PHONO
DIGITAL
RF SIGNAL
DVD/LD
CD
COAXIAL
OPTICAL
CD
Externe decoder
DVD/LD
TV/DBS
TV/DBS
3
IN
IN
IN
VCR 1
VCR 1
OUT
OUT
( PLAY )
TAPE/MD
4
MAIN
IN
(PLAY)
TAPE/MD
SUBWOOFER
OUT
VIDEO SIGNAL
S VIDEO
( REC )
SURROUND OUT
CENTER
OUT
VIDEO
DVD/LD
1
CD
OUT
MAIN OUT
AUDIO SIGNAL
SURROUND
OUT
IN
VCR 2
OUT
OUT
2
(REC)
DVD/LD
IN
VCR 2
TUNER
SUB WOOFER
CENTER
S VIDEO
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
TV/DBS
VIDEO
DIGITAL SIGNAL
20
VOORBEREIDING
Luidsprekers
Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt met de voorgeschreven impedantie aangegeven op de achterzijde van
het apparaat.
Voorste effect-luidsprekers
Achterluidsprekers
Links
Rechts
Rechts
Links
SPEAKERS
CENTER
REAR
FRONT
( SURROUND )
CAUTION
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
A
Middenluidspreker
COUPLER
MAIN
PRE
MAIN
OUT
IN
OUTPUT
CENTER FRONT
MAIN
A
REAR
( SURROUND )
B
B
CENTER
:
FRONT
:
REAR
:
MAIN A OR B:
A B:
4ΩMIN. / SPEAKER
6ΩMIN. / SPEAKER
6ΩMIN. / SPEAKER
4ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
CENTER
:
FRONT
:
REAR
:
MAIN A OR B:
A B:
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
I 6ΩMIN. / SPEAKER
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
SUB
WOOFER
Subwoofer systeem
Rechts
Links
Hoofdluidsprekers B
Rechts
Links
Hoofdluidsprekers A
Aansluiting:
Sluit de SPEAKERS aansluitingen aan op uw luidsprekers met behulp van een kabel van de juiste dikte (houd de kabels zo kort
mogelijk). Indien de aansluitingen op verkeerde wijze tot stand gebracht worden, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Let er op
dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is. Dit wil zeggen let op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze kabels omgekeerd
aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen.
LET OP
Zorg er voor dat de blootgelegde luidsprekerkabels elkaar en de metalen delen van dit apparaat niet raken. Hierdoor
kunnen het apparaat en/of de luidsprekers beschadigd worden.
2
1
3
Banaan-stekkerverbindingen zijn ook mogelijk. Steek de
banaan-stekker eenvoudigweg in de bijbehorende aansluiting.
➀ Draai de knop los.
➁ Steek de blootgelegde
Nederlands
<Alleen modellen voor China en Algemene modellen>
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
kabel in. (Verwijder
ongeveer 5 mm van de
isolatie van de
luidsprekerkabels.)
➂ Draai de knop aan en
klem de kabel vast.
21
VOORBEREIDING
Opmerking betreffende de aansluitingen voor de
hoofdluidspreker:
Opmerking betreffende het aansluiten van een
subwoofer:
Op dit apparaat kunnen een of twee luidsprekersystemen
aangesloten worden. Indien u slechts een luidsprekersysteem
aansluit, dient dit aangesloten te worden op de SPEAKERS A
of B aansluitingen.
Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een
subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage
frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het
subwooferkanaal.
Sluit bij gebruik van een subwoofer de SUBWOOFER
aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van
de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen
van de subwoofer versterker aan op de subwoofer.
Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de
subwoofer in hetzelfde component ingebouwd. Voor en
dergelijke subwoofer is alleen de verbinding nodig tussen de
SUBWOOFER aansluiting van dit apparaat en de INPUT
aansluiting van de subwoofer.
(Zie pagina 23 voor bijzonderheden betreffende de
SUBWOOFER aansluiting.)
m IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR:
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet correct in een van beide standen gezet is.
Zet in dat geval de schakelaar correct in een van beide
standen wanneer het apparaat zich in de standby functie
bevindt.
Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw
luidsprekersysteem.
(Bovenste stand)
Midden: De impedantie van de luidspreker moet 4Ω of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6Ω
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6Ω
of hoger zijn.
(Modellen voor Europa)
SPEAKERS
REAR
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4Ω of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8Ω of
hoger zijn.
AC OUTLETS
SWITCHED
CAUTION
A
B
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
MAIN
(Onderste stand)
I00W MAX.
TOTAL
( SURROUND )
A
B
CENTER
: 4ΩMIN. / SPEAKER
FRONT
: 6ΩMIN. / SPEAKER
REAR
: 6ΩMIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 4ΩMIN. / SPEAKER
A B : 8ΩMIN. / SPEAKER
CENTER
: 8ΩMIN. / SPEAKER
FRONT
: 8ΩMIN. / SPEAKER
REAR
: 8ΩMIN. / SPEAKER
MAIN A OR B: 8ΩMIN. / SPEAKER
A B : I 6ΩMIN. / SPEAKER
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
Midden: De impedantie van de luidspreker moet 8Ω of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω
of hoger zijn.
IMPEDANCE SELECTOR
22
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8Ω of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16Ω
of hoger zijn.
VOORBEREIDING
m Aandrijven van de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste
luidsprekers met behulp van externe versterkers
De luidsprekerverbindingen zoals beschreven op pagina 21
zullen in de meeste gevallen uitstekend voldoen. Indien u
echter om een of andere reden de hoofd, midden, voorste
effect en/of achterste luidsprekers met behulp van uw
bestaande versterker, enz. wilt aandrijven, zijn voor het
verbinden van de externe versterker(s) op dit apparaat de
volgende aansluitingen beschikbaar.
COUPLER
MAIN
PRE
MAIN
OUT
IN
CENTER
OUTPUT
FRONT
3
Deze aansluiting is voor het voorversterkeruitgangssignaal van het middenkanaal. Als u een
middenluidspreker aandrijft met behulp van een externe
vermogensversterker, de ingangsaansluiting van de
externe versterker op deze aansluiting aansluiten.
Wanneer u de ingebouwde versterker gebruikt is er geen
verbinding naar deze aansluiting.
REAR
( SURROUND )
4
1
2 34
5
MAIN PRE OUT/MAIN IN aansluitingen
De PRE OUT aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaaluitvoer van het hoofdkanaal en de
MAIN IN aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde
hoofdkanaalversterker. De PRE OUT en MAIN IN
aansluitingen dienen bij gebruik van de ingebouwde
versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te
worden doorverbonden.
Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, eerst de
doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen) van een versterker of een receiver
met de PRE OUT aansluitingen verbinden. Met de MAIN
IN aansluitingen is geen verbinding noodzakelijk.
* De uitgangssignalen van de PRE OUT aansluitingen
worden beïnvloed door het gebruik van de BASS,
TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS
EXTENSION toets en de TONE BYPASS toets.
2
FRONT aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het voorste effectkanaal.
Indien u de voorste effect-luidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker,
is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
SUB
WOOFER
1
CENTER aansluiting
SUBWOOFER aansluiting
REAR (SURROUND) aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het achterkanaal.
Indien u de achterluidsprekers via een externe stereovermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker,
is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
Opmerkingen
• Het uitgangsniveau van de signalen van al deze
aansluitingen wordt afgesteld met behulp van de
VOLUME regelaar op het voorpaneel of de MASTER
VOLUME toetsen op de afstandbediening.
• Indien er een externe vermogenversterker wordt
aangesloten op de CENTER, FRONT of REAR
aansluitingen, gebruik dan niet de corresponderende
SPEAKERS aansluitingen (CENTER, FRONT of REAR).
Nederlands
Sluit bij gebruik van een subwoofer de versterkeringang
daarvan op deze aansluiting aan. Lage frekwenties die
verdeeld worden van de hoofd, midden en/of achterste
kanalen worden via deze aansluiting uitgevoerd. (De
afsnijfrekwentie van deze aansluiting is 90 Hz.) Signalen
van LFE (lage frekwentie effect) die geproduceerd
worden wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd
wordt, zullen eveneens worden uitgevoerd als zij aan
deze aansluiting toegewezen zijn.
5
23
VOORBEREIDING
Aansluiting van dit apparaat op de netspanning
• Steek na het voltooien van alle aansluitingen het netsnoer
in een geschikt stopcontact.
• Indien dit apparaat gedurende een lange tijdsperiode niet
gebruikt gaat worden, het netsnoer uit het stopcontact
verwijderen.
VOLTAGE SELECTOR
SPEAKERS
Naar wisselstroomstopcontact
REAR
AC OUTLETS
SWITCHED
(*2)
I00W
MAX.
TOTAL
( SURROUND )
TION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
MAIN
IMPEDANCE SELECTOR
A
B
SET BEFORE POWER ON
CENTER
:
FRONT
:
REAR
:
MAIN A OR B:
A B:
4ΩMIN. / SPEAKER
6ΩMIN. / SPEAKER
6ΩMIN. / SPEAKER
4ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
CENTER
:
FRONT
:
REAR
:
MAIN A OR B:
A B:
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
8ΩMIN. / SPEAKER
I 6ΩMIN. / SPEAKER
(*1)
(Modellen voor Algemene)
(*1):
(*2):
Netspanningsaansluitingen [AC OUTLETS
(SWITCHED)]
Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen
voor China en Algemene modellen)
(Modellen voor Europa, China en Algemene modellen)
.................................3 geschakelde netspanningsaansluitingen
(3 SWITCHED OUTLETS)
(Modellen voor Groot-Brittannië)
.....................................1 geschakelde netspanningsaansluiting
(1 SWITCHED OUTLET)
Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige
componenten op aan te sluiten.
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit
apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het
netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
De spanning naar de geschakelde netspanningsaansluitingen
(SWITCHED) wordt geregeld door de STANDBY/ON
schakelaar van het apparaat of de SYSTEM POWER ON en
STANDBY toetsen van de afstandbediening. Deze
aansluitingen voorzien alle aangesloten apparaten van
netspanning, zodra dit apparaat ingeschakeld wordt.
Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de
componenten) dat aangesloten kan worden op de SWITCHED
AC OUTLETS is 100W.
24
VOORBEREIDING
Schermdisplay
Indien u een videocassetterecorder, een LD speler, video
monitor, enz. op dit apparaat aansluit, kunt u gebruik maken
van de mogelijkheid die deze apparatuur biedt om
programmatitels, parameter gegevens en informatie over
overige diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op
het scherm van uw videomonitor te laten verschijnen. Deze
informatie zal op het videobeeld geprojekteerd worden.
Indien er geen videobron is aangesloten of wanneer deze is
uitgeschakeld, zal de informatie over een blauw gekleurde
achtergrond verschijnen.
Kiezen van de soort display
U kunt de soort display welke de diverse informatie aangeeft
op het monitorscherm veranderen door het indrukken van de
ON SCREEN displaytoets op de afstandbediening. Druk deze
toets in om het scherm te veranderen naar een volledig
display, naar een verkort display, of naar helemaal geen
display.
A
B
C
ON SCREEN
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
(Voorbeeld)
Volledige display
Opmerking: De programmatitels, parameter gegevens en
overige informatie wordt ook op het displaypaneel van dit
apparaat aangegeven.
Verkort display
Gaat uit na verschijning gedurende
enkele seconden.
Nederlands
Opmerkingen
● Bij het maken van een verandering van een instelling of een
afstelling in de SET MENU modus of bij het afstellen van de
luidsprekerbalans met behulp van de test-toon, zal de
informatie volledig op het monitorscherm worden
aangegeven, ook als er op dat moment een andere soort
display is gekozen.
● Informatie die op deze wijze op het monitorscherm wordt
aangegeven kan niet door een videorecorder worden
opgenomen.
25
VOORBEREIDING
Kiezen van de uitgangsfuncties (“SET MENU” modus)
De volgende functies regelen de uitgangssignalen naar de luidsprekers in uw audiosysteem. Kies nadat alle
luidsprekeraansluitingen voltooid zijn een juiste instelling voor elke functie teneinde een optimaal gebruik te kunnen maken van uw
luidsprekersysteem.
* Zie de pagina’s 50 tot 53 voor nadere bijzonderheden betreffende de SET MENU modus.
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
1C. MAIN SP
1D. LFE/BASS OUT
1E. SYS. SETUP
1F. MAIN LEVEL
m Functie beschrijving
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
Keuzes: LARGE (LRG)/SMALL (SML)/NONE
Vooringestelde positie: LRG
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
LRG:
Wanneer uw middenluidspreker ongeveer van
hetzelfde formaat is als de hoofdluidsprekers.
SML:
Wanneer u gebruik maakt van een
middenluidspreker die kleiner is dan de
hoofdluidsprekers. In deze positie worden de low
bass signalen (onder 90 Hz) bij het middenkanaal via
de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de
hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op
“1D. LFE/BASS OUT”).
NONE:
26
Wanneer u niet over een middenluidspreker beschikt.
Het geluid van het middenkanaal wordt dan via de
linker en rechter hoofdluidsprekers uitgevoerd.
LARGE: Wanneer uw achterste luidsprekers een grote
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken of wanneer er parallel een subwoofer is
aangesloten op de achterste luidsprekers.
In deze positie worden full range signalen uitgevoerd
via de achterste luidsprekers.
SMALL: Wanneer uw achterste luidsprekers geen voldoende
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken.
In deze positie worden de low bass signalen (onder
90 Hz) bij de achterste kanalen via de SUBWOOFER
aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers
als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS
OUT”).
VOORBEREIDING
1C. MAIN SP
1E. SYS. SETUP
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
Keuzes: 7ch/5ch
Vooringestelde positie: 7ch
LARGE: Indien uw hoofdluidsprekers een grote capaciteit
bezitten voor het weergeven van de basklanken.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de
hoofdluidsprekers.
7ch:
Indien uw luidsprekersysteem een paar voorste
effect-luidsprekers omvat.
5ch:
Indien uw luidsprekersysteem niet een paar voorste
effect-luidsprekers omvat.
Klanksignalen op de linker en rechter voorste effectkanalen worden over respektievelijk de linker en
rechter hoofdkanalen verdeeld en via de
hoofdluidsprekers weergegeven.
SMALL: Indien uw hoofdluidsprekers geen voldoende
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken. Indien er echter in uw systeem geen
subwoofer aanwezig is, deze positie niet kiezen. In
deze positie worden de low bass signalen (onder 90
Hz) bij de hoofdkanalen via de SUBWOOFER
aansluitingen uitgevoerd (als de SW of BOTH positie
is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”).
1D. LFE/BASS OUT
1F. MAIN LEVEL
Keuzes: SW/MAIN/BOTH
Vooringestelde positie: SW
Keuzes: Normal/–10dB
Vooringestelde positie: Normal
MAIN:
Indien er in uw systeem geen subwoofer aanwezig
is.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen, de signalen van
het LFE kanaal en de overige low bass signalen die
gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C.
MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere
kanalen via de hoofdluidsprekers uitgevoerd.
SW/BOTH:
Kies de SW of BOTH positie indien er in uw systeem
een subwoofer aanwezig is.
In beide posities worden de signalen bij het LFE
kanaal en de overige low bass signalen die gekozen
zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP”
om verdeeld te worden van de andere kanalen via de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
Wanneer de LARGE positie wordt gekozen op “1C.
MAIN SP”, wordt er in de SW positie geen signaal
van de hoofdkanalen naar de SUBWOOFER
aansluitingen verdeeld, echter in de BOTH positie
worden de low bass signalen van de hoofdkanalen
naar zowel de hoofdluidsprekers als de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
–10dB:
Indien de volumeniveaus naar de midden, achterste
en/of voorste effect-luidsprekers lager zijn dan het
niveau naar de hoofdluidsprekers, alhoewel deze op
de maximum zijn afgesteld.
Het volumeniveau naar de hoofdluidsprekers wordt
verminderd met 10 dB, zodat de balans van het
uitgangsniveau van de luidsprekers correct afgesteld
kan worden.
Nederlands
Opmerking
De instellingen “1A” tot “1E” hebben geen effect op de
signaalinvoer naar de EXTERNAL DECODER INPUT
aansluitingen aan de achterkant van dit apparaat.
Normal: Kies normaal deze positie.
27
VOORBEREIDING
m Veranderen van de selecties
Kijk voor het veranderen van de selecties op het displaypaneel of op het monitorscherm.
1
Instellen op
“SET MENU”.
1
2
4
5
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
10
VOLUME
INPUT SELECTOR
20
l2
28
STANDBY/ON
1
2
60
0
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
l
2
3
3
4
4
5
EFFECT
TREBLE
l
2
5
0
l
2
3
3
4
4
5
PROGRAM
BALANCE
l
2
5
0
l
2
3
3
4
4
L5
5R
VCR 1
VCR 2
ON/OFF
2, 3, 4
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
EFFECT
12
PARAMETER
VIDEO AUX
REC OUT
DVD/LD
2
9
/ DTS
SURROUND
TEST
4
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONO
EXT. DEC.
8
40
INPUT MODE
11
LEVEL
l6
6
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
7
NATURAL SOUND
3
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
CD
TUNER
PHONO
VIDEO AUX
MUTE
VCR
STANDBY
Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/
SET MENU schakelaar in de SET MENU stand.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
Afstandbediening
3
Voorpaneel
SET MENU
Afstandbediening
NEXT
of
PARAMETER
SET MENU
1
Eenmaal indrukken.
Schakel dit aparaat in. (Als u de informatie op de
monitor wilt zien, de monitor inschakelen.)
Afstandbediening
Voorpaneel
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
SYSTEM
POWER ON
DVD/LD
STANDBY/ON
of
4
2
Druk de “+” of “–” toets eenmaal of meerdere malen in
om de pijlvormige cursor naar de gewenste selectie te
brengen.
Kies de functie “1. SPEAKER SET” door een van de
volgende toetsen eenmaal of meerdere malen in te
drukken. (De titel verschijnt op de display).
Voorpaneel
SET MENU
Voorpaneel
SET MENU
Afstandbediening
NEXT
of
Afstandbediening
NEXT
of
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
Cursor
SPEAKERS
A
28
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
5
Volg dezelfde procedure voor “1B. REAR SP”, “1C.
MAIN SP”, “1D. LFE/BASS OUT”, “1E. SYS. SETUP”
en/of “1F. MAIN LEVEL”.
Kies eerst de functie door het volgen van stap 2 en kies
vervolgens een juiste positie door het volgen van stap 4.
VOORBEREIDING
Afstelling van de luidsprekerbalans
Via deze procedure is het mogelijk de balans van het klank-uitgangsniveau tussen de hoofd, midden, achterste en voorste effectluidsprekers af te stellen via gebruik van de ingebouwde test-toongenerator. Na de afstellingen zal het uitgangsniveau van het
geluid dat bij de luisterpositie gehoord wordt van elke luidspreker hetzelfde zijn. Dit is van belang voor het verkrijgen van het
optimale rendement van de digitale geluidsveldprocessor de Dolby Digital decoder, de Dolby Pro Logic Surround decoder en de
DTS decoder.
De afstelling van het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers dient uitgevoerd te worden vanaf uw luisterpositie met
behulp van de afstandbediening.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn.
1
2
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
PRESET
V-AUX
6
7
2
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
l2
28
STANDBY/ON
8
4
40
INPUT MODE
2
60
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
l
2
l
2
DVD/LD
2
5R
2
3
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
4
5
6
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
EFFECT
9
/ DTS
SURROUND
11
LEVEL
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
4
L5
CHURCH
1
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
3
4
5
HALL 2
VIDEO AUX
REC OUT
l
3
4
5
0
2
3
4
5
PROGRAM
BALANCE
l
3
4
5
0
2
3
4
EFFECT
TREBLE
l
2
3
A/B/C/D/E
HALL 1
PHONO
SYSTEM
POWER ON
VIDEO AUX
MASTER VOLUME
TV
MUTE
35
1
4
VCR
STANDBY
5
Voorpaneel
VOLUME
Voorpaneel
l6
20
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
l2
28
8
4
40
2
60
Op “UIT (
0
–dB
Zet in stand “∞”.
2
6
Schakel het apparaat in.
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
Afstandbediening
Voorpaneel
)” zetten.
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
PARAMETER
of
STANDBY/ON
SET MENU
3
Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende
indicator zal oplichten.
Voorpaneel
Druk voor het invoeren van de testmodus de TEST
toets op de afstandbediening zodanig in dat “TEST
DOLBY SUR.” op de display verschijnt.
Nederlands
SPEAKERS
A
B
7
Afstandbediening
TEST
* Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen.
Voorpaneel
4
BASS
l
0
TREBLE
l
l
2
2
3
3
4
4
5
5
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
0
l
2
WORDT VERVOLGD
2
3
3
4
4
L5
5R
Zet in stand “0”.
29
VOORBEREIDING
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
7
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
DSP A2
8
10
VOLUME
INPUT SELECTOR
EFFECT
9
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
CINEMA DSP 7ch
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
11
l6
20
l2
28
STANDBY/ON
LEVEL
8
PARAMETER
10
4
40
TEST
INPUT MODE
2
60
SET MENU
0
–dB
SLEEP ON SCREEN
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
TREBLE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
EFFECT
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
PROGRAM
0
DVD/LD
2
VCR 1
VCR 2
4
L5
5R
MASTER VOLUME
SYSTEM
POWER ON
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
3
4
VIDEO AUX
REC OUT
l
2
3
CD
TV
TUNER
PHONO
VIDEO AUX
MUTE
9
8
VCR
8
STANDBY
9
Draai het volume omhoog.
Afstandbediening
Stel de BALANCE regelaar zodanig af dat het
uitgangsniveau van de effectklank van de linker
hoofdluidspreker en de rechter hoofdluidspreker
hetzelfde zijn.
Voorpaneel
BALANCE
MUTE
l
0
l
2
2
3
3
4
4
L5
U hoort dan een test-toon (pink noise) vanuit de linker
hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker, uit
de rechter hoofdluidspreker de rechter achterluidspreker en
vervolgens uit de linker achterluidspreker gedurende elk
ongeveer 2,5 seconden. De display verandert dan zoals
hieronder aangegeven.
Hoofd (L)
Midden
Hoofd (R)
Achter (R)
10
5R
Stel de geluidsuitgangsniveaus van de
middenluidspreker en de achterste luidsprekers
zodanig af dat deze bijna hetzelfde worden als de
hoofdluidsprekers.
Manier van afstellen:
Door het indrukken van de + of – toets wordt het
niveau naar de luidspreker (behalve de
hoofdluidsprekers) afgesteld die op dat moment de
test-toon produceert.
* Door het indrukken van de + toets wordt het niveau
verhoogd en door het indrukken van de – toets wordt
het niveau verlaagd.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
gekozen luidspreker vastgelegd.
Afstandbediening
Achter (L)
*
De status van het test-toon uitgangssignaal wordt ook
aangegeven op het monitorscherm door een afbeelding
van de audio-luisterkamer. Dit is handig voor het afstellen
van elk van de luidsprekerniveaus.
TEST DOLBY SUR.
EFFECT LEVEL
CENTER + 2dB
*
30
Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU
modus in de NONE stand is gezet, zult u de test-toon van
het middenkanaal uit de linker en rechter
hoofdluidsprekers horen komen.
Indien gewenst, is het mogelijk een luidspreker voor het
produceren van de test-toon te kiezen door het eenmaal
of meerdere malen indrukken van de
of
toets,
zodat “CENTER”, “RIGHT SURROUND” of “LEFT
SURROUND” op de display verschijnt.
* Door de
of
toets ingedrukt te houden wordt de
test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd.
* “CENTER” geeft aan dat de middenluidspreker is
gekozen, “RIGHT SURROUND” geeft de rechter
luidspreker aan en “LEFT
Afstandbediening
SURROUND” geeft de
linker luidspreker aan.
* Het uitgangsniveau van de
gekozen luidspreker kan
worden afgesteld met
behulp van de + of – toets.
WORDT VERVOLGD
VOORBEREIDING
1
2
4
5
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
11, 13
6
PHONO
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
LEVEL
3
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
11
9
EFFECT
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
PARAMETER
12
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
11
13
Druk voor het afstellen van het niveau van de
voorste effect-luidspreker de TEST toets op de
afstandbediening nogmaals in zodat “TEST DSP”
op de display verschijnt.
Druk na het voltooien van de afstelling de TEST
toets nogmaals in om de test-toon uit te schakelen.
Afstandbediening
TEST
Afstandbediening
TEST
Verdwijnt
Een calibreringssignaal wordt dan beurtelings hoorbaar
vanuit de hoofdluidsprekers en de voorste effectluidsprekers.
Hoofdluidspreker
Voor effect-luidspreker
12
Stel het niveau van de voorste effect-luidspreker af
door het indrukken van de + of – toets zodat dit
nagenoeg hetzelfde wordt als de hoofdluidsprekers.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
voorste effect-luidspreker vastgelegd.
Afstandbediening
Nederlands
* Door het indrukken van de
of
toets wordt
de test-toon op respektievelijk de linker voorste
effect-luidspreker en rechter voorste effectluidspreker vastgelegd. Dit is voor u van dienst
om te controleren of de elk van de luidsprekers op
correcte wijze op dit apparaat is aangesloten.
Opmerkingen
Wanneer u eenmaal deze afstellingen voltooid heeft, kunt
u het klankniveau van uw audiosysteem afstellen met
behulp van de VOLUME regelaar (of met de MASTER
VOLUME toetsen op alleen de afstandbediening).
● Indien u gebruik maakt van externe vermogenversterkers,
kunt u de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het
verkrijgen van de juiste balans.
● Als in stap 10 de functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het
uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker
niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het
middengeluid automatisch via de linker en rechter
hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
● Indien het uitgangsniveau van het geluid van de middenen achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het
uitgangsniveau van de hoofdluidsprekers verminderen
door de functie “1F. MAIN LEVEL” in de SET MENU
modus op de positie “–10 dB” in te stellen.
●
31
BASIS-BEDIENING
Weergeven van een bron
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
A
4
2
CD
1
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
4
TV/DBS
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
28
STANDBY/ON
VCR 2
l2
C
8
4
40
PRESET
INPUT MODE
A/B/C/D/E
2
60
V-AUX
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
TREBLE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
EFFECT
5
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
0
5
DVD/LD
2
3
4
4
L5
CHURCH
1
2
3
5
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
6
7
8
9
/ DTS
SURROUND
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
2
3
LEVEL
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
PHONO
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
4
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
VIDEO AUX
5R
HALL 2
JAZZ
CLUB
VIDEO AUX
REC OUT
l
2
3
4
5
PROGRAM
HALL 1
EFFECT
ON/OFF
12
11
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
1
4
Voorpaneel
VOLUME
l6
20
l2
28
8
SKies een ingangsbron.
(Schakel voor videobronnen de TV/monitor in.)
De gekozen ingangsbron wordt aangegeven op het
displaypaneel en op het monitorscherm.
4
40
Voorpaneel
2
60
Afstandbediening
0
–dB
Zet in stand “∞”.
2
DVD/LD
of
Schakel het apparaat in.
Voorpaneel
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
STANDBY/ON
of
3
Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende
indicator zal oplichten.
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
Naam van de gekozen ingangssignaalbron
Voorpaneel
SPEAKERS
A
B
* Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen.
32
Voor het kiezen van de bron die aangesloten is op de
EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen, de EXT.
DECODER toets indrukken. “EXT. DECODER IN” zal
oplichten op de display. (Zie pagina 34 voor
bijzonderheden.)
WORDT VERVOLGD
BASIS-BEDIENING
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
A
CD
5
7
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
5
TV/DBS
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VCR 2
C
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
STANDBY/ON
l2
28
8
60
2
PRESET
V-AUX
8
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
EFFECT
PROGRAM
BASS
TREBLE
BALANCE
0
0
0
l
l
2
l
2
3
3
4
5
l
2
3
4
5
l
2
3
4
4
5
5
SOURCE
DVD/LD
TAPE/MD
l
2
2
3
3
4
4
L5
VIDEO AUX
REC OUT
5R
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
A/B/C/D/E
4
40
INPUT MODE
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
4
5
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
TUNER
PHONO
10
VIDEO AUX
LEVEL
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
CD
PHONO
11
EFFECT
9
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
7
SLEEP ON SCREEN
8
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
5
De huidige ingangsmodus wordt eveneens aangegeven
voor een bron die twee of meer soorten signalen naar dit
apparaat voert.
6
7
Geef de bron weer.
Voorpaneel
Druk voor het veranderen van de ingangsmodus de
INPUT MODE toets op het voorpaneel of de
ingangskeuzetoets voor de huidige gekozen bron op de
afstandbediening in. (Zie pagina 35 voor bijzonderheden
betreffende het overschakelen van de ingangsmodus.)
Voorpaneel
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
MASTER VOLUME
l2
28
Afstandbediening
8
4
40
DVD/LD
of
MUTE
2
60
of
0
INPUT MODE
–dB
Stel uitgangsniveau af.
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
8
Stel de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, enz., af
(zie pagina 39) en gebruik de digitale
geluidsveldprocessor. (Zie pagina’s 40–42.)
Ingangsmodus
Nederlands
33
BASIS-BEDIENING
Wanneer u het gebruik van het apparaat wilt
stoppen
Druk de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel in of
druk de STANDBY toets op de afstandbediening in om de
standby functie in te stellen.
Voorpaneel
Afstandbediening
STANDBY/ON
of
STANDBY
Kiezen van de bron die aangesloten is op
de EXTERNAL DECODER INPUT
aansluitingen als de ingangsbron.
Druk de EXT. DECODER toets in. “EXT. DECODER IN”
verschijnt op de display.
Voorpaneel
Afstandbediening
EXT. DECODER
EXT. DEC.
of
Opmerking
De ingangsbron die op deze manier is gekozen heeft voorrang
boven elke andere ingangsbron die reeds eerder is gekozen.
Druk voor het kiezen van een andere ingangsbron de EXT.
DECODER toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van
de display verdwijnt en gebruik vervolgens de INPUT
SELECTOR.
34
Opmerkingen betreffende de keuze van de
ingangsbronnen
●
Het kiezen van een ingangsbron betekent dat de bron wordt
gekozen die aangesloten is op de bijbehorende
ingangsaansluitingen op het achterpaneel.
* Kies “V-AUX” voor het selecteren van een bron
aangesloten op de VIDEO AUX aansluitingen op het
voorpaneel.
● De instelling van de EXT. DECODER toets kan niet worden
geannuleerd door het kiezen van een andere ingangsbron.
Druk om deze instelling te annuleren de EXT. DECODER
toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van de
display verdwijnt.
●
Indien u een video-ingangsbron kiest zonder de instelling
van de EXT. DECODER toets te annuleren, zult u het beeld
van de videoingangsbron zien en het geluid horen van de
bron die gekozen is met behulp van de EXT. DECODER
toets.
● Indien met behulp van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandbediening een andere audiobron wordt gekozen
terwijl u naar een videobron kijkt, wordt het geluid van de
nieuw gekozen audiobron weergegeven, alhoewel het beeld
van de videobron nog steeds zichtbaar blijft.
●
Wanneer u een ingangsbron kiest, zal het DSP programma
(of de status die bestond in het geval er geen DSP
programma gebruikt werd) welke was ingesteld toen
dezelfde ingangsbron voor het laatst werd gekozen,
automatisch worden opgeroepen.
● Als een niet-gestandaardiseerde bron wordt weergegeven
of wanneer het apparaat dat de bron weergeeft niet goed
functioneert, zal de aanduiding “INPUT DATA ERR” op de
display verschijnen.
BASIS-BEDIENING
m Overschakelen van de ingangsmodus
Met deze apparatuur is het mogelijk de ingangsmodus over te schakelen voor bronnen die twee of meer soorten signalen naar deze
apparatuur zenden.
v Voor CD, TAPE/MD en TV/DBS bronnen:
v Voor DVD/LD bronnen:
De volgende drie ingangsmodi zijn beschikbaar.
De volgende vijf ingangsmodi zijn beschikbaar.
AUTO:
AUTO:
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
1. Digitaal signaal dat gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
of normale digitale ingangssignalen (PCM)
2. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
1. Dolby Digital RF signaal (DOLBY DIGITAL)
2. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital of
het DTS of normale digitale ingangssignalen (PCM)
3. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
* Indien bij een CD bron de digitale signalen worden
ingevoerd via zowel de OPTICAL als de COAXIAL
aansluitingen, wordt het digitale signaal van de COAXIAL
aansluiting gekozen.
D.D.RF:
In deze modus wordt enkel het Dolby Digital RF signaal
gekozen.
DTS:
DTS:
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen die
gecodeerd zijn met DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen
gecodeerd met DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
ANALOG
DGTL:
In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen
gekozen, ook al worden digitale signalen tegelijkertijd
ingevoerd.
Kies deze modus wanneer u analoge ingangssignalen wilt
kiezen in plaats van digitale ingangssignalen.
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen (DOLBY
DIGITAL, DTS of PCM) gekozen, ook al worden andere
soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd.
ANALOG
In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen
gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd
ingevoerd.
Nederlands
35
BASIS-BEDIENING
Opmerkingen betreffende het kiezen van de
ingangsmodus
● De ingangsfunctie voor een TV/DBS bron wordt gekozen
met functie “7. TV/DBS INPUT” in de SET MENU modus.
Dit apparaat zal dan zodra de stroomtoevoer wordt
ingeschakeld automatisch op de gekozen ingangsfunctie
worden ingesteld.
● Stel de ingangsfunctie in op de AUTO of D.D.RF modus
voor het weergeven van een DVD/LD bron die met Dolby
Digital gecodeerd is.
● Kies de ANALOG modus voor het weergeven van een
normale 2-kanaal bron met een Dolby Pro Logic Surround
programma.
● Het is mogelijk dat het uitgangsgeluid bij bepaalde LD en
DVD spelers in de volgende situatie kortstondig wordt
onderbroken:
De ingangsmodus is op AUTO ingesteld. Bij het weergeven
van een disc die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
wordt er een zoekfunctie gebruikt, vervolgens wordt de
weergave van de disc hervat. Het uitgangsgeluid wordt
kortstondig onderbroken omdat het digitale ingangssignaal
opnieuw wordt gekozen.
● De ingangsmodus kan niet worden veranderd voor PHONO,
TUNER, VCR 1, VCR 2 en VIDEO AUX bronnen omdat er
enkel analoge signalen gebruikt worden.
● De huidige ingangsmodus wordt aangegeven op de display
aan de voorzijde en op het monitorscherm wanneer de
ingangsbron veranderd wordt naar DVD/LD, CD, TAPE/MD
of TV/DBS of wanneer de ingangsmodus veranderd wordt.
Het huidige ingangssignaal zal eveneens worden
aangegeven wanneer de ingangsmodus naar AUTO wordt
veranderd, zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
SPEAKERS
A
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
* Het huidige ingangssignaal zal echter niet worden
aangegeven als de ingangsmodus wordt veranderd
wanneer de testfunctie voor de luidsprekers wordt
gebruikt. Op de display zal dan enkel AUTO worden
aangegeven.
36
Opmerkingen betreffende het weergeven van een bron
die gecodeerd is met DTS
● Kies de DTS modus bij het weergeven van een LD of CD
bron die met DTS is gecodeerd. (De rode “dts” indicator
wordt verlicht op het displaypaneel aangegeven.) Als de
“AUTO” modus wordt gekozen, is het mogelijk dat u een
storingsgeluid hoort vlak nadat de weergave begint.
Deze bronnen kunnen niet in de ANALOG modus
worden weergegeven, aangezien er dan enkel
storingsgeluiden door de luidsprekers voortgebracht
zullen worden.
● Dit apparaat wordt bij het weergeven van een CD of LD
bron die met DTS is gecodeerd in de AUTO modus in de
DTS decodeerfunctie geblokkeerd om storingsgeluiden
bij het uitvoeren van daarop volgende bedieningsstappen
te voorkomen. De rode “dts” indicator gaat dan
knipperen. In deze hierboven aangegeven modus zal er
geen geluid voortgebracht worden als een disc met
normale digitale signalen (PCM) via een CD of LD bron
wordt weergegeven. De INPUT MODE toets op het
voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor de huidige
bron op de afstandbediening moet worden ingedrukt
zodat “PCM” op het displaypaneel verschijnt.
BASIS-BEDIENING
Opnemen van een bron op tape (of MD) of kopieren van tape
(of MD) naar tape (of MD)
m Opnemen van de weergavebron op tape (of MD)
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
2
A
3
CD
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
2
TV/DBS
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VCR 2
C
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
l2
28
8
PRESET
STANDBY/ON
V-AUX
2
60
0
–dB
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
l
2
2
3
4
0
4
3
4
5
l
2
3
4
5
PROGRAM
BALANCE
l
2
3
5
EFFECT
TREBLE
l
0
DVD/LD
2
2
3
VCR 1
VCR 2
4
L5
5R
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
3
4
5
4
5
7
CD
TUNER
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
PHONO
VIDEO AUX
10
LEVEL
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
VIDEO AUX
REC OUT
l
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
SPEAKERS
A
B
PHONES
A/B/C/D/E
4
40
INPUT MODE
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
1
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
3
TV
MUTE
VCR
STANDBY
Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de
afstandsbediening gebruikt.
1
Zet de REC OUT keuzeschakelaar in de SOURCE
positie.
3
Geef de bron weer en draai vervolgens de VOLUME
regelaar omhoog om de ingangssignaalbron te
controleren.
Voorpaneel
Voorpaneel
REC OUT
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
Afstandbediening
CD
VCR 1
VOLUME
TUNER
VCR 2
l6
PHONO
20
VIDEO AUX
MASTER VOLUME
l2
28
8
4
40
2
Kies de bron die u wenst op te nemen.
Voorpaneel
of
MUTE
2
60
Afstandbediening
of
0
–dB
CD
4
Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder,
enz.) of de videorecorder die op dit apparaat is
aangesloten.
Nederlands
37
BASIS-BEDIENING
m Opnemen van een bron op tape (of MD) tijdens het beluisteren (of bekijken
van een andere bron)
De bron (behalve voor “SOURCE”) die wordt gekozen met behulp van de REC OUT keuzeschakelaar kan worden opgenomen op
tapedeck (MD recorder) en/of videocassetterecorder, ongeacht de stand van de INPUT SELECTOR.
3, 5, 6
REC/PAUSE
3
A/B
TAPE/MD
A
CD
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
3, 5, 6
TV/DBS
VOLUME
INPUT SELECTOR
l6
20
l2
28
STANDBY/ON
C
4
40
INPUT MODE
VCR 2
8
2
60
PRESET
0
A/B/C/D/E
–dB
SPEAKERS
A
B
SET MENU
PHONES
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
TREBLE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
EFFECT
0
BALANCE
l
2
l
2
3
DVD/LD
2
4
L5
5R
VCR 1
VCR 2
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
CD
TUNER
4
5
6
PHONO
STADIUM
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
1
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
VIDEO AUX
LEVEL
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
3
4
5
VIDEO AUX
REC OUT
l
3
4
5
0
2
3
4
V-AUX
PROGRAM
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
3
MUTE
VCR
STANDBY
Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de afstandsbediening gebruikt.
1
4
Kies de bron die u wilt opnemen.
Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder,
enz.) of de videorecorder.
REC OUT
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
5
TUNER
VCR 2
PHONO
VIDEO AUX
2
Schakel de weergave van de bron in.
Het geluid en/of beeld van de opname kan
gecontroleerd worden door het kiezen van het tapedeck
(of de videocassetterecorder) met behulp van de
INPUT SELECTOR.
Voorpaneel
3
Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en
stel de VOLUME regelaar af om de klankuitvoer te
controleren.
of
6
CD
VOLUME
l6
MASTER VOLUME
l2
28
8
4
40
2
60
0
–dB
38
TAPE/MD
of
Afstandbediening
Voorpaneel
20
Afstandbediening
of
MUTE
Wanneer u een tussentijds een andere bron kiest met
behulp van de INPUT SELECTOR zal dit niet van
invloed zijn op de opname.
BASIS-BEDIENING
Opmerkingen betreffende opnemen
● De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, de
BASS EXTENSION toets en de instellingen van DSP zijn
niet van invloed op het opgenomen materiaal.
● De gecombineerde video en S video signalen worden
onafhankelijk door de videocircuits van deze apparatuur
gevoerd. Wanneer u derhalve videosignalen opneemt of
kopieert en uw videobroneenheid alleen voor een S video (of
alleen een gecombineerd videosignaal) is aangesloten, kunt
u alleen een S video (of alleen een gecombineerd
videosignaal) op uw videorecorder opnemen.
● En bron die enkel tussen optische digitale aansluitingen op
deze apparatuur wordt aangesloten, kan niet door een
ander tapedeck of andere videorecorder worden
opgenomen dan het tapedeck (of MD recorder, enz.) dat
aangesloten is op de OPTICAL TAPE/MD OUT aansluiting
van deze apparatuur.
●
●
●
Het Dolby Digital RF audio ingangssignaal kan niet worden
opgenomen door een tapedeck of videorecorder. Voor het
opnemen van een LD bron moet de LD speler aangesloten
worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting
en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze
apparatuur.
Een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de
EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit
apparaat kan niet worden opgenomen.
Controleer de wetten op het auteursrecht in uw land met
betrekking tot het maken van opnamen van platen, compact
discs, radio, enz. Het opnemen van materiaal waarop
auteursrecht rust kan inbreuk plegen op de auteurswet.
Indien u een videobron weevgeeft welke gebruik maakt van
scramble of gecodeerde signalen ter voorkoming van
kopiëren, kan het gebeuren dat de display-informatie die op
het scherm wordt aangegeven en/of het beeld zelf als gevolg
van deze signalen gestoord wordt.
Geluidsregeling
m Afstellen van de BALANCE
regelaar
m Afstellen van de BASS en TREBLE
regelaars
BASS
Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de
rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onbalans
van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de
luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de
ruimte waarin u zich bevindt.
l
l
0
l
2
2
3
3
4
4
L5
TREBLE
l
l
2
3
3
4
4
5
BASS
BALANCE
0
2
5
0
l
2
2
3
3
4
4
5
5
: Draai deze knop naar rechts om het
frekwentiebereik van de lage tonen te laten
toenemen (of naar links om het lage tonen bereik
te laten afnemen).
5R
Opmerking
Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
m Gebruik van de BASS EXTENSION
toets
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
Opmerking
De regelaars zijn enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
m Gebruik van de TONE BYPASS
toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit
(BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt
gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van
de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan
worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt
(OFF).
Nederlands
Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons
van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te
versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd
blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de
frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer
gebruikt wordt.
TREBLE : Draai deze knop naar rechts om het frekwentiebereik
van de hoge tonen te laten toenemen (of naar links
om het hoge tonen bereik te laten afnemen).
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
39
BASIS-BEDIENING
Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor (DSP)
In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de
processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen
en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een
geschikt geluidsveldprogramma (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen
toevoegen.
Verder omvat deze apparatuur een Dolby Digital decoder en een Dolby Pro Logic Surround decoder voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor de voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met DTS gecodeerd zijn. De functie van deze decoders kan geregeld worden door het kiezen
van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van YAMAHA DSP en Dolby Digital, Dolby Pro Logic
Surround of DTS zijn opgenomen.
Deze apparatuur beschikt over 12 programma’s voor digitale geluidsveldprocessing; 7 die afgeleid zijn van werkelijk bestaande
akoestische omgevingen uit de gehele wereld en 5 programma’s voor audio/videobronnen. Bovendien beschikt elk programma over
twee subprogramma’s. Alle programma’s bevatten diverse parameters die overeenkomstig de persoonlijke voorkeur van de
luisteraar afgesteld kunnen worden.
Zie pagina 45 tot 49 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale geluidsveldprogramma’s.
Afspelen van een bron met gebruik van een effect van de digitale
geluidsveldprocessor (DSP)
STOP
B
DISC
DVD/LD
TV/DBS
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VCR 2
VOLUME
INPUT SELECTOR
C
l6
20
l2
28
STANDBY/ON
8
4
40
INPUT MODE
PRESET
A/B/C/D/E
V-AUX
2
60
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
TREBLE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
EFFECT
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
PROGRAM
0
l
2
3
4
4
L5
5R
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
HALL 2
CHURCH
1
2
3
JAZZ
CLUB
VIDEO AUX
REC OUT
DVD/LD
2
3
HALL 1
4
CD
TUNER
PHONO
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
5
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
THEATER
STADIUM VIDEO
VIDEO AUX
7
2
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
LEVEL
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
2
SLEEP ON SCREEN
1
Volg de stappen 1 – 7 aangegeven in “Weergeven van een bron” op de pagina’s 32-33.
2
Bij bediening vanaf het voorpaneel:
Bij bediening vanaf de afstandbediening:
Als er geen programmanaam verlicht op het
displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT
toets indrukken om de digitale geluidsveldprocessor in te schakelen zodat een naam van een
DSP programma verlicht op het displaypaneel
en op het monitorscherm wordt aangegeven.
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
PARAMETER
EFFECT
SET MENU
WORDT VERVOLGD
40
BASIS-BEDIENING
DVD/LD
TV/DBS
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
VCR 2
VOLUME
INPUT SELECTOR
C
l6
20
l2
28
STANDBY/ON
8
4
40
INPUT MODE
PRESET
A/B/C/D/E
V-AUX
2
60
0
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
EXT. DECODER
BASS
l
0
TREBLE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
5
EFFECT
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
PROGRAM
5
0
l
2
3
4
4
L5
5R
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
CD
TUNER
PHONO
VIDEO AUX
HALL 2
CHURCH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
3
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
LEVEL
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
3
VIDEO AUX
REC OUT
DVD/LD
2
3
HALL 1
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
11
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
3
3
Kies een programma dat geschikt is voor de bron.
Bij bediening vanaf het voorpaneel:
Bij bediening vanaf de afstandbediening:
a)
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
PROGRAM
JAZZ
CLUB
4
STADIUM
7
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
5
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
Eenmaal of meerdere malen indrukken
10
6
CONCEFIT
TV
VIDEO
THEATER
11
9
/ DTS
SURROUND
12
b) Kies een gewenst subprogramma door dezelfde DSP
programmakeuzetoets eenmaal of meerdere malen in
te drukken of door het indrukken van de +/– toetsen.
De naam van het gekozen programma wordt verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven.
Naam van subprogramma
●
●
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
4
DVD/LD
Programmanaam
Stel het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers af. (Zie voor bijzonderheden de bijbehorende beschrijvingen op
pagina 43 en 44.)
U kunt uw eigen geluidsveld naar eigen voorkeur creëren. (Zie voor bijzonderheden pagina 54 tot 58.)
Nederlands
Opmerkingen
De programmakeuze kan worden uitgevoerd met betrekking tot afzonderlijke ingangsbronnen. Zodra u een programma kiest,
wordt dit gekoppeld aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer u dus de volgende keer dezelfde ingangsbron
kiest, zal hetzelfde programma automatisch worden opgeroepen.
● Indien u er de voorkeur aan geeft de DSP te annuleren, de EFFECT toets indrukken. Het geluid zal dan het normale 2-kanaal
stereo geluid worden zonder het surround geluidseffect.
● Wanneer er een mono geluidsbron wordt afgespeeld met het programma PRO LOGIC (Normal/Enhanced) zal geen juist effect
worden bereikt. Verder kan het geluid onnatuurlijk klinken afhankelijk van hoe de luidsprekeruitgang is ingesteld (1A tot 1D) in de
SET MENU stand.
● Wanneer de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital decoder of DTS decoder van dit apparaat gebruikt wordt en het
geluid van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door overmatige afstelling van de BASS of TREBLE regelaar, is het
mogelijk dat door de relatie tussen het middenkanaal en de achterkanalen een onnatuurlijk effect geproduceerd wordt.
● Wanneer een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat
wordt gekozen, kan de DSP niet worden gebruikt en zal de EFFECT toets eveneens niet functioneren.
●
41
BASIS-BEDIENING
m Kijken naar een videobron
gecodeerd met de Dolby Pro Logic
Surround, de Dolby Digital of het
DTS
Opmerking
Als u de LD (of CD) die met het DTS gedecodeerd wordt
weergegeven verwisseld voor een andere disc die niet met het
DTS gedecodeerd is en de rode “dts” indicator brandt, zal er
wanneer de nieuw gekozen disc wordt weergegeven geen
geluid worden voortgebracht. In deze toestand zal de rode
“dts” indicator knipperen om aan te geven dat dit apparaat in
de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd is.
Verander om de disc normaal te kunnen weergeven de
huidige DTS-decodeerfunctie in een andere functie door een
ingangskeuzetoets op de afstandbediening in te drukken of de
INPUT MODE toets op het voorpaneel zodanig in te drukken
dat de rode “dts” indicator uit gaat.
Wanneer u het programma 10, 11 of 12 kiest en het
ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is, wordt Dolby
Pro Logic Surround gedecodeerd. Wanneer een bepaald
programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron
gecodeerd is met het Dolby Digital, zal het Dolby Digital
automatisch gedecodeerd worden.
Wanneer een bepaald programma is gekozen en het
ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het DTS, zal het
DTS automatisch gedecodeerd worden.
De volgende indicators op het displaypaneel geven aan welke
soort geluidsprocessing er wordt uitgevoerd.
1
2
3
DIGITAL
4
5
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
m Uitschakelen van het effectgeluid
Met behulp van de EFFECT toets op het voorpaneel en de
EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening is het
eenvoudig het normale stereo geluid te vergelijken met het
volledige bewerkte effectgeluid.
Druk voor het uitschakelen van het effectgeluid en het enkel
beluisteren van het hoofdgeluid de EFFECT ON/OFF toets of
de EFFECT toets in. Druk de EFFECT ON/OFF toets of de
EFFECT toets een tweede maal in om het effectgeluid te
herstellen.
Voorpaneel
Afstandbediening
EFFECT
1 Licht op wanneer een DVD bron die gecodeerd is met DTS
wordt weergegeven en DTS wordt gedecodeerd.
2 Licht op wanneer een LD bron of een CD bron die
gecodeerd is met DTS wordt weergegeven en DTS wordt
gedecodeerd.
3 Licht op wanneer Dolby Digital gedecodeerd wordt en de
signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met
Dolby Digital niet 2-kanaals is.
4 Licht op wanneer het Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerd wordt.
5 Licht op wanneer de digitale geluidsveldprocessor is
ingeschakeld.
Het displaypaneel of het monitorscherm zal het gekozen
subprogramma aangeven, overeenkomstig de soort van
decodering.
Opmerkingen
Dolby Digital zal niet worden gedecodeerd voor de bron die
niet met Dolby Digital gecodeerd is.
DTS zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met
DTS gecodeerd is.
●
●
●
42
Als de ingangssignalen van de bron die gecodeerd is met
Dolby Digital alleen in 2-kanalen zijn, is de
geluidsprocessing voor deze signalen hetzelfde als bij die
voor de analoge of PCM audiosignalen.
De indicator 3 licht eveneens op wanneer de
ingangsfunctie op “D.D.RF” wordt ingesteld, ook als er geen
signaal dat met Dolby Digital gecodeerd is naar dit apparaat
wordt ingevoerd.
EFFECT
ON/OFF
of
Opmerkingen
Als het effectgeluid wordt uitgeschakeld wanneer de
signalen die gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar
dit apparaat worden gevoerd, zullen de signalen van alle
kanalen gemengd worden en via de hoofdluidsprekers
worden weergegeven.
● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wanneer
Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt, is het mogelijk dat
afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of
niet normaal wordt weergegeven. Druk in dat geval de
EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets in om de
effectgeluiden ON te schakelen of gebruik ingangssignalen
die niet met de Dolby Digital of het DTS gecodeerd zijn.
● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wordt er,
afhankelijk van de huidige digitale ingangssignalen, enige
informatie weergegeven op het displaypaneel. Wanneer
bijvoorbeeld Dolby Digital wordt gedecodeerd wordt op het
displaypaneel de samplefrequentie en de kanaalformatie
aangegeven.
●
Bijv.)
EFFECT OFF
fs=48k in : 3/2
Aftastfrekwentie
is 48 kHz.
Drie kanalen aan de voorzijde
Twee kanalen aan de achterzijde
* Als de ingangsbron een Dolby Digital KARAOKE bron in, zal
“K” aan het begin van de kanaalformatie worden
aangegeven.
BASIS-BEDIENING
Afstellen van het uitgangsniveau van de midden, rechter achterste en linker
achterste, voorste effect-luidsprekers en subwoofer
U kunt het uitgangsniveau van het geluid van elk van de
luidsprekers afstellen, ook al is het uitgangsniveau reeds
ingesteld bij “Afstelling van de luidsprekerbalans” op de
pagina’s 29 tot 31.
CENTER
(Uitgangsniveau van middelste luidspreker)
R SUR.
(Uitgangsniveau van rechter achterste luidspreker)
L SUR.
(Uitgangsniveau van linker achterste luidspreker)
FRONT
(Uitgangsniveau van voorste effect-luidspreker)
SWFR
(Uitgangsniveau van subwoofer)
m Methode van afstelling
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn.
3
V-AUX
HALL 1
1
HALL 2
CHURCH
2
3
4
5
6
7
8
10
EFFECT
9
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
LEVEL
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
2, 3
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
JAZZ
CLUB
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
11
PARAMETER
3, 4
TEST
SET MENU
LEVEL
SLEEP ON SCREEN
1
Druk een van de hieronder aangegeven toetsen
eenmaal of meerdere malen in totdat de naam van de
luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de
display verschijnt.
SYSTEM
POWER ON
of
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
1
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt verandert de
selectie zoals aangegeven in bovenstaande tabel.
* Door het indrukken van de
toets op de afstandbediening
verandert de selectie in omgekeerde volgorde.
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
4
Stel het niveau van de gekozen luidspreker(s) af.
SET MENU
2
Nederlands
PARAMETER
LEVEL
5
Herhaal de stappen 2 en 3 voor het maken van
afstellingen voor de overige luidspreker(s).
43
BASIS-BEDIENING
Luidsprekers
Regelbereik (dB)
Vooringestelde waarde
CENTER
RIGHT SURROUND (R SUR.)
LEFT SURROUND (L SUR.)
FRONT
SUBWOOFER (SWFR)
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot 0
0
0
0
0
0
Opmerkingen
● Als het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal de
niveauwaarde hetzelfde zijn bij alle digitale
geluidsveldprogramma’s.
●
44
De waarde van het uitgangsniveau van elke luidspreker die
u de laatste keer heeft ingesteld, zullen in het geheugen
bewaard blijven ook als dit apparaat op de standby functie
is ingesteld.
Indien echter het netsnoer gedurende langer dan één week
niet wordt aangesloten, zullen deze waarden automatisch
teruggesteld worden naar de oorspronkelijke in de fabriek
gemaakte instellingen.
●
Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus
op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau
van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is
omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de
linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
●
Wanneer een van de DSP programma’s Nr. 1 tot 7 is
gekozen, kan het uitgangsniveau van de middenluidspreker
niet afgesteld worden.
●
DSP
Wanneer
niet verlicht op de display wordt
aangegeven, kan het uitgangsniveau van de voorste effectluidspreker niet afgesteld worden.
BASIS-BEDIENING
Kort overzicht van de digitale geluidsveldprogramma’s
In onderstaande lijst worden korte beschrijvingen gegeven van de geluidsvelden die door elk van de DSP programma’s
geproduceerd worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s preciese digitale reproducties zijn van
werkelijk bestaande akoestische omgevingen. De data voor deze diverse geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande lokaties
met behulp van geavanceerde geluidsveld-meetapparatuur.
Opmerking
De balans van het kanaalniveau tussen de linker en de rechter achterste effect-luidsprekers kan verschillend zijn
afhankelijk van het geluidsveld waar in u luistert. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste geluidsvelden
reproducties zijn van werkelijke akoestische omgevingen.
m Programma’s Nr. 1 tot 7: Hi-Fi DSP programma’s (voor audiobronnen)
●
●
●
DSP
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: (
)
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, achter, voorste effect
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): (
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
DSP
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: (
)
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
Nr.
1
2
3
PROGRAMMA
CONCERT
HALL 1
CONCERT
HALL 2
CHURCH
SUBPROGRAMMA (TYPE)
DIGITAL
DSP
)
BIJZONDERHEDEN
Dit is een grote waaiervormige concertzaal in München met ongeveer 2500
zitplaatsen. Bijna het gehele interieur is vervaardigd uit hout. Er is relatief
weinig weerkaatsing van de linker en rechter muren en de klanken worden
verfijnd en prachtvol weergegeven.
Europe Hall B
Een klassieke rechthoekige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen.
Pilaren en gebeeldhouwde versieringen zorgen voor een uitermate
complexe akoestiek. Deze weerkaatsingen en de weerkaatsingen uit alle
richtingen van de zaal zorgen voor bijzonder volle en rijke klanken.
U.S.A. Hall C
Dit is een grote concertzaal met 2600 zitplaatsen in de Verenigde Staten
welke gekenmerkt wordt door een nogal traditioneel Europees ontwerp.
Het interieur is relatief eenvoudig en suggereert een Amerikaanse smaak.
De klanken van de midden en hogere frekwenties worden rijk en prachtvol
weergegeven.
Live Concert
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke
weerkaatsingen vanuit alle richtingen benadrukken het bereik van de klanken.
U zult het geluidsveld ervaren met een grote mate van aanwezigheid, waarbij
u ongeveer in het midden bij het podium zit.
Dit geluidsveld is ook effectief voor karaoke. Dit komt doordat u de
gewaarwording krijgt op een echt podium te staan.
Freiburg
De akoestische omgeving van een grote kerk met een hoge koepel en pilaren
langs de zijkanten wordt nagebootst. Het interieur produceert zeer lange
nagalmen.
Royaumont
Dit is een geluidsveld dat gecreëerd wordt door de refter (eetzaal) van het
klooster, een prachtig Middeleeuws gebouw dat zich bevindt in Royaumont
even buiten Parijs. De koepelvormige ruimtes in het plafond die gevormd
worden door de ondersteunende pilaren zorgen voor weerkaatsingen van
echo en voor mooie, lang aanhoudende klanken.
Nederlands
Europe Hall A
45
BASIS-BEDIENING
Nr.
4
5
6
7
46
PROGRAMMA
JAZZ CLUB
ROCK
CONCERT
ENTERTAINMENT
STADIUM
SUBPROGRAMMA (TYPE)
BIJZONDERHEDEN
The Bottom Line
Dit is het geluidsveld voor aan het podium in “The Bottom Line”, een
bekende jazzclub in New York. Links en rechts van het podium is er een
ruimte voor 300 personen in een geluidsveld dat realistische en vibrerende
klanken ten gehore geeft.
Village Gate
Een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een
relatief groot vloeroppervlak. Het patroon van de weerkaatsing is hetzelfde
als die van een kleine zaal.
Roxy Theatre
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De
gegevens voor dit programma werden opgenomen in een van de meest
populaire rockclubs in Los Angeles.
Arena
Geeft u lange vertragingstijden tussen de directe klanken en de effectklanken en een buitengewoon ruimtelijk effect van een groot arena theater.
Disco
Bootst de akoestische omgeving na van een levendige disco in het hart
van een zeer levendige stad. De klanken worden dichtbij elkaar en in hoge
mate geconcentreerd weergegeven. Dit programma wordt ook gekenmerkt
door het feit dat de geluiden een “onmiddellijke” directheid hebben met
veel energie.
Party
Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij partijen
waar u het geluid ook rechtstreeks van de achterzijde kunt horen,
waardoor het genieten van muziek over een brede ruimte mogelijk is.
Anaheim
Dit programma geeft u de lange vertragingen en het buitengewone
ruimtelijke effect van een openlucht stadion in Los Angeles dat een
diameter heeft van niet minder dan 300 m.
Bowl
Een openlucht stadion met de typisch kuipvormige opstelling van de
zitplaatsen. De weerkaatsingen vanaf stoelen ver van uw positie zijn
vanuit alle richtingen waarneembaar.
BASIS-BEDIENING
m Programma’s Nr. 8 tot 12: CINEMA-DSP programma’s (voor
audio/videobronnen)
●
Deze programma’s maken gebruik van de Dolby Pro Logic decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder.
●
De verdeling van de uitgangssignalen van de luidsprekers is voor elk programma als volgt:
Nr. 8, 9, 10, 11: hoofd, midden, achter, voorste effect
Nr. 12 (Normal): hoofd, midden, achter
Nr. 12 (Enhanced): hoofd, midden, achter, voorste effect
●
Bij alleen de programma’s Nr. 8 en 9 lichten de indicators op als volgt.
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: (
)
DSP
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): (
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: (
)
DSP
Nr.
8
9
PROGRAMMA
CONCERT
VIDEO
TV THEATER
SUBPROGRAMMA (TYPE)
DIGITAL
DSP
)
BIJZONDERHEDEN
Geeft een bijzondere diepte en helderheid aan de zang, waarbij
overmatige nagalm beperkt blijft.
Voor opera worden de orkestbak en het podium op ideale wijze
gecombineerd, waardoor u het gevoel krijgt bij een live uitvoering
aanwezig te zijn. De achterste surround-zijde van het geluidsveld is
relatief gematigd, echter door middel van het gebruik van gegevens van
een concertzaal worden er prachtige klanken gereproduceerd. U zult niet
vermoeid raken bij het langdurig kijken naar een opera.
Pop/Rock
Voorziet in een enthousiaste atmosfeer en maakt dat u voelt zich in het
midden van de actie te bevinden, alsof u werkelijk een jazz of rockconcert
bezoekt.
Het bestanddeel van de indirecte klank verspreidt zich langs de surroundzijde van het geluidsveld door middel van het gebruik van de gegevens
van een grote ronde zaal voor de surround-zijde, zodat de beeldruimte
rond het scherm en de klankruimte ten volle uitgebreid worden.
Mono Movie
Dit programma is voor het reproduceren van mono videobronnen (oude
films, enz.). Mono-klanken worden met veel live-effect aan de live-zijde
van het geluidsveld gereproduceerd, samen met een optimaal nagalmeffect. Het gebruik van de middenluidspreker zorgt er voor dat de dialoog
beter verstaanbaar is, waardoor er een aangename vermenging van beeld
en dialoog verkregen wordt.
Variety/Sports
Alhoewel de voorste live-zijde van het geluidsveld relatief smal is, maakt
de achterste surround-zijde gebruik van de geluidsomgeving van een
grote concertzaal. Met dit programma kunt u genieten van het kijken naar
diverse TV programma’s, zoals het nieuws, varieté shows,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s. In een stereo-uitzending van
een sportprogramma, is de commentator naar de middenpositie gekeerd,
terwijl het geroep en de atmosfeer in het stadion zich aan de surroundzijde verspreidt, alhoewel verspreiding naar de achterzijde in de juiste
mate beperkt wordt.
Nederlands
Classical/Opera
47
BASIS-BEDIENING
●
De programma’s Nr. 10 tot 11 zijn geschikt voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die
gecodeerd zijn met Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS
(voorzien van het “dts” logo).
Nr.
10
PROGRAMMA
MOVIE
THEATER 1
SUBPROGRAMMA (TYPE)
BIJZONDERHEDEN
70 mm Spectacle
DSP
( PRO LOGIC
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
Creëert het buitengewoon brede geluidsveld van een
bioscooptheater. Het reproduceert op nauwkeurige wijze
het brongeluid in alle bijzonderheden, hetgeen zowel aan
de video als het geluidsveld een ongelofelijke realiteit
geeft. Elke soort videobron die gecodeerd is met het
Dolby Surround of het DTS (vooral grootschalige
filmproducties) is ideaal voor gebruik met dit programma.
DGTL Spectacle
DIGITAL
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS Spectacle
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
70 mm Sci-Fi
DSP
( PRO LOGIC
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL Sci-Fi
DIGITAL
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
Reproduceert op duidelijke wijze de dialoog en de
geluidseffecten volgens de meest recente
klankontwerpen van science-fiction films, waarbij er
tussen de stiltes een brede en expansiegerichte
filmische ruimte gecreëerd wordt. U kunt genieten van
science-fiction films in een geluidsveld in een virtuele
ruimte met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTSgecodeerde software die gebruik maakt van de meest
geavanceerde technieken.
DTS Sci-Fi
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
11
MOVIE
THEATER 2
70 mm Adventure
DSP
( PRO LOGIC
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL Adventure
DIGITAL
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS Adventure
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
70 mm General
DSP
( PRO LOGIC
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL General
DIGITAL
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS General
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
48
Ideaal voor het op nauwkeurige wijze weergeven van de
klankstructuur van de nieuwste meersporen films. Het
geluidsveld is identiek aan dat van de nieuwste
filmtheaters, zodat de nagalmen van het geluidsveld zelf
zoveel mogelijk beperkt worden. De data van het
geluidsveld van een operagebouw worden gebruikt voor
de voorste podiumzijde, zodat het drie-dimensionale
gevoel van het geluidsveld wordt benadrukt en de
dialoog nauwkeurig op het scherm wordt georiënteerd.
Door middel van het gebruik van data van het
geluidsveld van een concertzaal voor de achterste
surround zijde, wordt er een krachtige nagalm verkregen.
Met dit programma kunt u genieten van actiefilms,
avonturenfilms, enz. met veel effect.
Voor de reproductie van een meersporen-film en wordt
gekenmerkt door een zacht en uitgebreid geluidsveld. De
voorste live-zijde van het geluidsveld is relatief smal. Het
verspreidt zich in de volledige ruimte rondom en in de
richting van het scherm, waarbij het echo-effect van de
dialoog beperkt wordt, zonder dat er echter aan de
duidelijkheid afbreuk gedaan wordt. Aan de surroundzijde wordt de harmonie van de muziek of het koor mooi
in een brede ruimte aan de achterzijde van het
geluidsveld weergegeven.
BASIS-BEDIENING
●
Programma Nr. 12 is voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby
Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS (voorzien van het “dts”
logo).
Nr.
12
PROGRAMMA
/DTS
SURROUND
SUBPROGRAMMA (TYPE)
PRO LOGIC/Normal (
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
PRO LOGIC
DIGITAL )
DOLBY DIGITAL/Normal (
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
BIJZONDERHEDEN
De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder, de
Dolby Digital decoder of de DTS decoder reproduceert
nauwkeurig de geluiden en de geluidseffecten van een
bron die met de Dolby Surround of de DTS gecodeerd is.
Door het gebruik van een uiterst efficiënt
decoderingsproces wordt de crosstalk en de
kanaalscheiding verbeterd en wordt de klankbron meer
gelijkmatig en nauwkeurig overgebracht.
DTS DIGITAL SUR./Normal (
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
PRO LOGIC/Enhanced
DSP
( PRO LOGIC
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DOLBY DIGITAL/Enhanced
DSP
DIGITAL
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
De multi-surround luidsprekersystemen van het nieuwste
filmtheater op ideale wijze nagebootst. De digitale
geluidsveldprocessing en de Dolby Surround decodering
of de DTS decodering worden uiterst nauwkeurig
uitgevoerd zonder dat daarbij de oorspronkelijk klankoriëntatie gewijzigd wordt. Door de surround-effecten die
door dit geluidsveld gereproduceerd worden, wordt de
toeschouwer op natuurlijke wijze van achteren naar de
linker en rechter zijde en in de richting van het scherm
verplaatst.
DTS DIGITAL SUR./Enhanced
DSP
(
)
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
Opmerking: Als de stand “NONE” is gekozen op “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus, zal er door de middenluidspreker(s)
geen geluid worden voortgebracht.
Nederlands
49
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
“SET MENU” modus
Met behulp van de volgende acht functies is het mogelijk optimaal gebruik te maken van uw systeem hetgeen u een grotere voldoening
verschaft bij het luisteren naar audiobronnen en bekijken van videofilms.
1. SPEAKER SET
2. DLBY DGTL SET
1A. CENTER SP
2A. LFE LEVEL
1B. REAR SP
2B. D-RANGE
1C. MAIN SP
05. PARAMETER INI
06. MEMORY GUARD
07. TV/DBS INPUT
3. DTS SET
1D. LFE/BASS OUT
08. DIMMER
3A. LFE LEVEL
1E. SYS. SETUP
4. CENTER DELAY
1F. MAIN LEVEL
m Wijzigingen en afstellingen
Instellen op
“SET MENU”.
NATURAL SOUND
AV AMPLIFIER
2
5
20
l2
28
STANDBY/ON
10
8
4
40
INPUT MODE
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
l6
LEVEL
PHONO
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
7
VOLUME
INPUT SELECTOR
3
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
4
STADIUM
CINEMA DSP 7ch
DSP A2
1
JAZZ
CLUB
11
EFFECT
9
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
PARAMETER
1, 2
2
60
0
TEST
–dB
SPEAKERS
A
B
PHONES
SET MENU
NEXT
EXT. DECODER
EFFECT
SET MENU
PROGRAM
SLEEP ON SCREEN
BASS
TONE
EXTENSION BYPASS
BASS
l
0
TREBLE
l
l
2
2
3
3
4
4
5
5
0
BALANCE
l
2
l
2
3
3
4
4
5
0
l
2
2
3
3
4
5
4
L5
5R
VIDEO AUX
REC OUT
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
SYSTEM
POWER ON
VIDEO AUX
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
2 1
Zie tijdens de bediening de informatie die op het displaypaneel
of op het monitorscherm wordt aangegeven. Om de informatie
op de monitor te kunnen zien moet de stroomtoevoer van de
monitor ingeschakeld worden.
2
Kies de gewenste stand of bewerk de parameter voor de
functie door een van de volgende toetsen eenmaal of
meerdere malen in te drukken.
Voorpaneel
Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/SET
MENU schakelaar in de SET MENU stand.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
SET MENU
Afstandbediening
NEXT
of
PARAMETER
SET MENU
1
3
Kies voor het maken van de wijzigingen de functie van
toepassing door een van de volgende toetsen eenmaal of
meerdere malen in te drukken.
Voorpaneel
SET MENU
Afstandbediening
NEXT
of
50
Herhaal de stappen 1 en 2 voor het wijzigen van een
instelling of het afstellen van een overige functie.
Opmerking
Voor elk van de functies wordt op de pagina’s 51 tot 53 een
gedetailleerde afstellingsmethode aangegeven via het gebruik
van de toetsen van de afstandbediening. Let bij gebruik van de
toetsen van het voorpaneel op de volgende punten:
● De +/– toetsen op de afstandbediening zijn identiek aan de
SET MENU +/– toets op het voorpaneel.
● De
toets op de afstandbediening is identiek aan de NEXT
toets op het voorpaneel.
De
toets op de afstandbediening kan worden gebruikt voor
het veranderen van selecties in de omgekeerde volgorde van
de
toets.
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
m Functie beschrijvingen
1. SPEAKER SET (kiezen van de uitgangsfuncties die geschikt zijn voor uw
luidsprekersysteem)
Zie pagina 26–27 voor bijzonderheden. (Wanneer u eenmaal de juiste functies heeft gekozen, hoeft u geen wijzigingen meer aan te
brengen tot het moment dat u uw luidsprekersysteem verandert.)
2. DLBY DGTL (DOLBY DIGITAL) SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “2. DLBY DGTL SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “2A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Druk voor het kiezen van de titel “2B. D-RANGE” de
toets in. (Druk voor het opnieuw kiezen van de titel “2A. LFE
LEVEL”, de
toets in.) Maak vervolgens een wijziging van de instelling of een afstelling met behulp van de + of – toets.
2A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal]
●
Regelbereik: –20 dB tot 0 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
●
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital
gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron
die gecodeerd is met Dolby Digital LFE signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen
van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden
uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte
van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor
bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.)
2B. D-RANGE (afstellen van het dynamische bereik)
●
Keuzes: MAX/STD/MIN
Vooringestelde positie: MAX
●
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital
gedecodeerd wordt.
In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital in het brede dynamische bereik van het
oorspronkelijke geluidsspoor gereproduceerd,
waardoor bereikt wordt dat u kunt genieten van
krachtige geluiden die vergelijkbaar zijn met die in
een bioscooptheater.
Het kiezen van deze positie zal nog meer tot zijn
recht komen, indien u kunt luisteren naar een bron
op een hoog uitgangsniveau in een kamer die
speciaal voor het genieten van audio/video
geluiddicht gemaakt is.
STD (Standard):
In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital gereproduceerd in het “samengedrukte”
dynamische bereik van de bron welke geschikt is
voor het beluisteren op een laag niveau.
MIN:
In deze positie wordt het dynamische bereik verder
versmald dan in de STD positie. Het kiezen van deze
positie zal van dienst zijn wanneer u moet luisteren
naar een bron op een buitengewoon laag
uitgangsniveau.
* In deze positie kan het voorkomen dat afhankelijk
van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of
niet normaal wordt weergegeven. Kies in dat geval
de MAX of STD positie.
Nederlands
“Dynamisch bereik” is het verschil tussen het maximum niveau
en het minimum niveau van geluiden. Geluiden op een film
welke oorspronkelijk bestemd is voor bioscooptheaters
kenmerken zich door een zeer breed dynamisch bereik.
Met behulp van de Dolby Digital technologie kan het
oorspronkelijke geluidsspoor in een huiskamer-audioformaat
worden omgezet waarbij dit brede dynamische bereik
onveranderd blijft.
Krachtige geluiden met een buitengewoon breed dynamisch
bereik zijn niet altijd geschikt voor huiskamergebruik.
Afhankelijk van de omstandigheden van uw luisteromgeving,
bestaat de kans dat het niet mogelijk is het uitgangsniveau van
het geluid zo hoog in te stellen als in een bioscooptheater het
geval is. Echter, op een niveau dat geschikt is voor het
luisteren in uw kamer, kunnen de delen van een bron met laag
niveau niet goed gehoord worden aangezien deze verloren
raken in de achtergrondgeluiden van uw omgeving.
Met behulp van Dolby Digital technologie is het eveneens
mogelijk het dynamische bereik van een oorspronkelijk
geluidsspoor terug te brengen op huiskamer-audioformaat
door de data van de klanken “samen te drukken”.
MAX:
51
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
3. DTS SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “3. DTS SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “3A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Stel vervolgens het niveau er van af met behulp van de + of – toets.
3A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal]
●
Regelbereik: –10 dB tot 10 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
●
Deze afstelling is enkel effectief wanneer DTS
gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron
die gecodeerd is met DTS LFE signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen
van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden
uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte
van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor
bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.)
4. CENTER DELAY [afstellen van de vertraging van de middengeluiden (dialoog, enz.)]
●
Regelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms)
Vooringestelde waarde: 0 ms
●
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital of
DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen
bron die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
middenkanaalsignalen bevatten.
Stelt de vertraging af tussen de hoofdgeluiden (op de
hoofdkanalen) en de dialoog, enz. (op het middenkanaal).
Naarmate de waarde groter is, wordt de dialoog, enz. later ten
gehore gebracht.
Het is mogelijk dat in uw audiosysteem de afstand van de
middenluidspreker naar uw luisterpositie korter is dan de
afstand van de linker of rechter hoofdluidspreker naar uw
luisterpositie. In dat geval kunnen de geluiden van de linker
hoofdluidspreker, de middenluidspreker en de rechter
hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment
bereiken door het geluid van de middenluidspreker te
vertragen.
5. PARAMETER INI (Initialiseren van parameters op een DSP programma)
U kunt alle parameter-instellingen op een DSP programma
initialiseren. Een DSP programma heeft echter twee of drie
sub-programma’s; alle parameters op beide sub-programma’s
worden door deze bewerking geïnitialiseerd.
Initialiseringsmethode
Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina
50 de + of – toets in om de DSP programmanummers (1 – 12)
op de display te laten verschijnen. Een programmanummer
waarvan de parameters veranderd werden wordt gemarkeerd
door “ ”. Druk een DSP programmakeuzetoets in die
overeenkomt met het programmanummer waarvan u de
parameters wenst te initialiseren. Wanneer de parameters zijn
geïnitialiseerd zal de “ ” markering verdwijnen.
*
*
52
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
6. MEMORY GUARD (Vergrendelen van DSP parameters en overige afstellingen)
Indien u abusievelijke wijziging van DSP parameters en
overige afstellingen op deze apparatuur wenst te voorkomen,
“ON” kiezen. In deze posities zijn de instellingen vergrendeld
en kunnen deze niet gewijzigd worden. De volgende functies
op deze apparatuur kunnen door deze bedieningswijze
vergrendeld worden.
•
•
•
•
•
DSP parameters
Overige functies in de “SET MENU” modus
ON SCREEN displaytoets
LEVEL toets
TEST toets
7. TV/DBS INPUT (kiezen van de begin-ingangsmodus van de bron die aangesloten is op
de TV/DBS aansluiting)
Voor de bron die aangesloten is op de TV/DBS aansluitingen
van deze apparatuur, kunt u de ingangsmodus bepalen die
automatisch wordt gekozen wanneer de stroomtoevoer naar
deze apparatuur wordt ingeschakeld.
AUTO: In deze positie wordt de AUTO ingangsmodus altijd
gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze
apparatuur wordt ingeschakeld.
LAST: In deze positie wordt de ingangsmodus die u het laatst
heeft gekozen in het geheugen opgeslagen en zal niet
worden veranderd ook als de stroomtoevoer naar
deze apparatuur wordt uitgeschakeld.
* Zie pagina 35 voor bijzonderheden betreffende het
overschakelen van de ingangsmodus.
8. DIMMER (veranderen van de helderheid van het displaypaneel)
U kunt de helderheid van het displaypaneel in stappen van vijf
graden afstellen.
Nederlands
53
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
Samenstellen van uw eigen geluidsvelden
Wat is een geluidsveld?
Om de indrukwekkende functies van het DSP nader te kunnen
verklaren, dienen we eerst te begrijpen wat precies een
geluidsveld is.
De rijke, volle klanken van een live instrument worden in feite
bepaald door de meervoudige weerkaatsingen van de muren
van de kamer. Afgezien van het feit dat het geluid “live”
gemaakt wordt, stellen deze weerkaatsingen ons in staat te
vertellen waar de muzikant gezeten is, alsmede de grootte en
de vorm van de kamer waarin we ons bevinden. We kunnen
zelfs opmerken of de kamer bijzonder weerkaatsend is met
oppervlakken van staal en glas, of meer absorberend is met
houten panelen, vloerbedekking en gordijnen.
De elementen van een geluidsveld
In elke omgeving zijn er naast het directe geluid dat vanaf het
instrument van de muzikant recht naar onze oren toe komt
twee aparte soorten geluidsweerkaatsingen die samen in
combinatie het geluidsveld bepalen:
(1) Eerste weerkaatsingen.
Weerkaatste geluiden bereiken onze oren bijzonder snel
(50 ms – 100 ms na het directe geluid), na weerkaatsing
van slechts één oppervlak — bijvoorbeeld vanaf het
plafond of een muur. Deze weerkaatsingen vallen voor
elke soort omgeving onder specifieke patronen zoals
aangegeven in het schema op pagina 56 en geven
belangrijke informatie aan onze oren door. Eerste
weerkaatsingen zorgen er voor dat er helderheid aan het
directe geluid wordt toegevoegd.
(2) Nagalm.
Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsingen van meer
dan één oppervlak — muren, plafond, de achterzijde van
de kamer — zo talrijk dat deze samensmelten en een
onafgebroken akoestische “nagloei” vormen. Deze zijn
niet-richtingbepaald en verminderen de helderheid van het
directe geluid.
De combinatie van direct geluid, eerste weerkaatsingen en
daaropvolgende nagalm helpen ons de relatieve grootte en
vorm van de kamer te bepalen. Het is deze informatie die door
het DSP voor het creëren van geluidsvelden gereproduceerd
wordt.
Indien u de juiste eerste weerkaatsingen en daaropvolgende
nagalm in uw luisterkamer zou kunnen creëren, zou u in staat
zijn uw eigen luister-omgeving te kunnen samenstellen. De
akoestiek in uw kamer zou veranderd kunnen worden in die
van een concertzaal, een dansvloer of in feite elke kamer van
wat voor grootte dan ook. Deze mogelijkheid om willekeurig
welk geluidsveld dan ook te kunnen creëren is precies datgene
wat Yamaha met het DSP bereikt heeft.
54
DSP programma’s bestaan uit een aantal parameters voor het
bepalen van de grootte van de kamer, de nagalmtijd, de
afstand tussen u en de muzikant, enz. In elk programma zijn
deze parameters voorgeprogrammeerd met waarden die door
Yamaha precies zijn berekend voor de samenstelling van een
geluidsveld dat uniek is voor het programma. Het wordt
aanbevolen de DSP programma’s te gebruiken zonder de
waarden van de parameters te veranderen. Met deze
apparatuur echter is het mogelijk uw eigen geluidsvelden te
creëren. Te beginnen met een van de ingebouwde
programma’s, is het mogelijk deze parameters af te stellen.
Ook wanneer het netsnoer van dit apparaat uit het stopcontact
wordt verwijderd, zullen de door uzelf samengestelde
geluidsvelden gedurende ongeveer twee weken in het
geheugen van het DSP bewaard blijven. Op de volgende
pagina wordt in detail beschreven hoe u uw eigen
geluidsvelden kunt samenstellen.
Afgezien van de “TYPE” parameter welke de sub-programma’s
binnen elk van de DSP programma’s kiest (bijv. “Europe Hall
A”, en “Europe Hall B” voor het programma 1, “CONCERT
HALL 1”), beschikt elk programma ook over een groep
parameters die u in staat stellen de karakteristieken van de
akoestische omgeving te veranderen om precies het door u
gewenste effect te kunnen creëren. Deze parameters komen
overeen met de vele natuurlijke akoestische factoren die het
geluidsveld bepalen dat u ervaart in een echte concertzaal of
andere luisteromgeving. De grootte van de kamer bijvoorbeeld
is van invloed op de lengte van tijd tussen de “eerste
weerkaatsingen” — dit wil zeggen, de eerste paar ver uit
elkaar liggende weerkaatsingen die u hoort na het directe
geluid. Met de “ROOM SIZE” parameter die in vele van de
DSP programma’s aanwezig is kan de tijdsduur tussen deze
weerkaatsingen gewijzigd worden, waardoor de vorm van de
“kamer” die u hoort veranderd wordt. Afgezien van de grootte
van de kamer, hebben de vorm van de kamer en de
karakteristieken van de oppervlakken ervan een belangrijke
invloed op het uiteindelijke geluid. Oppervlakken die geluid
absorberen bijvoorbeeld, zorgen er voor dat de
weerkaatsingen en de nagalm sneller uitsterven, terwijl
oppervlakken die in hoge mate weerkaatsend zijn er voor
zorgen dat de weerkaatsingen gedurende een langere
tijdsperiode blijven doorgaan. Met behulp van de DSP
parameters kunnen deze en vele overige factoren die uw
persoonlijk samengestelde geluidsveld bepalen geregeld
worden, waardoor u in feite in staat gesteld wordt de
beschikbare concertzalen, theaters, enz. “opnieuw te
ontwerpen” voor het samenstellen van naar eigen voorkeur
gecreëerde luisteromgevingen die op ideale wijze
overeenkomen met uw eigen smaak en muzikale preferenties.
Zie “Beschrijvingen van digitale geluidsveldparameters” op de
pagina’s 56–58 voor een beschrijving van wat elke parameter
doet, hoe deze van invloed is op het geluid en het regelbare
bereik ervan.
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
m Kiezen en bewerken van programma-parameters
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening en te kijken naar het monitorscherm of het
displaypaneel.
V AUX
Opmerking
Informatie op het monitorscherm zal
gemakkelijker af te lezen zijn dan op het
displaypaneel het geval is.
HALL 1
1
JAZZ
CLUB
3, 4
4
STADIUM
7
CHURCH
2
3
10
LEVEL
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
5
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
1
2
1
HALL 2
11
EFFECT
9
/ DTS
SURROUND
ON/OFF
12
PARAMETER
4, 5, 6
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
4
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet
geopend zijn.
Kies het subprogramma.
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
JAZZ
CLUB
PARAMETER
4
STADIUM
7
10
5
Als er geen DSP programma is gekozen, een gewenst
programma kiezen.
HALL 1
1
JAZZ
CLUB
4
STADIUM
7
HALL 2
CHURCH
2
3
8
11
of
9
/ DTS
SURROUND
12
6
Kies de parameter
die u wilt bewerken.
Verander de waarde op
de gekozen parameter
om het door u gewenste
effect te creëeren.
CONCEFIT
TV
VIDEO
THEATER
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
6
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
5
6
Druk de toets voor het huidige
gekozen programma eenmaal
of meerdere malen in.
Schakel uw monitor in. Als de huidige gekozen soort
display niet de volledige display is, de ON SCREEN
toets indrukken en de volledige display kiezen.
ON SCREEN
3
5
CONCEFIT
TV
VIDEO
THEATER
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
SET MENU
2
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
11
9
/ DTS
SURROUND
12
*
Subprogramma
Opmerkingen
Zie de pagina’s 56 tot 58 voor nadere bijzonderheden
betreffende de parameters.
● Parameter-bewerkingen die op deze wijze gemaakt worden
zullen gedurende ongeveer twee weken in het geheugen
bewaard blijven, ook als er tengevolge van een
stroomstoring een onderbreking van de netspanning is of de
stekker uit het stopcontact verwijderd is. Daarna zullen alle
parameters alsmede de overige afstellingen of wijzigingen
van instellingen op deze apparatuur naar hun
oorspronkelijke waarden of status terugkeren.
●
Nederlands
Met “+” neemt de waarde van de gekozen parameter toe en
met “–” neemt de waarde van de gekozen parameter af. In
beide gevallen kunt u de toets ingedrukt blijven houden om
snel de gewenste waarde te bereken.
De display zal bij wijze van herinnering kortstondig bij de
eerste ingestelde waarde van de parameter pauzeren.
(Op het monitorscherm, zal bij het bereiken van de eerste
ingestelde waarde van de parameter het symbool vooraan
de naam van de parameter verdwijnen.)
De gekozen programmanaam en de bijbehorende
parameters zullen op het monitorscherm worden
aangegeven. De pijlvormige cursor wijst naar de naam
van het subprogramma.
55
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
m Beschrijvingen van digitale geluidsveld-parameters
Niet alle van de volgende parameters worden in elk van de programma’s aangetroffen.
● ROOM SIZE (grootte van ruimte)
P. ROOM SIZE (afmeting van podiumruimte)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde grootte van de muziekruimte.
Naarmate de waarde hoger is, zal de gesimuleerde ruimte
groter klinken.
Stelt de schijnbare afmeting van het voorste podiumgeluidsveld
af. Naarmate de waarde groter is, zal de interval tussen de
weerkaatsingen langer worden, waardoor de diepte van de
geluidsbron toeneemt.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de tijdsduur af tussen de eerste weerkaatsingen. De
eerste weerkaatsingen zijn de eerste groep van
weerkaatsingen die u hoort alvorens de daaropvolgende
dichte nagalm begint.
S. ROOM SIZE (afmeting van surround ruimte)
Regelbaar bereik:
0,1 – 2,0
Standaard instelling is 1,0.
Stelt de schijnbare afmeting van het achterste surround
geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld groter worden.
Door deze parameter van 1 in 2 te veranderen, wordt het
gesimuleerde volume van de kamer acht maal vergroot (lengte,
breedte en hoogte worden alle verdubbeld).
Niveau
Niveau Direct geluid
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Eerste weerkaatsingen
Klein
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Groot
Tijd
Kleine ruimte
Tijd
Tijd
Grote ruimte
● INIT. DLY (begin-vertraging)
P. INIT. DLY (eerste podiumgeluid vertraging)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde afstand van de geluidsbron.
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de podiumzijde van het geluidsveld. Naarmate
de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen.
Aangezien de afstand tussen een geluidsbron en een
weerkaatsend oppervlak de vertraging bepaalt tussen het
directe geluid en de eerste weerkaatsing, verandert deze
parameter de lokatie van de geluidsbron binnen de
akoestische omgeving.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
Hoe dit gebeurt:
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing die door de luisteraar gehoord wordt.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
Voor een kleine woonkamer dient deze parameter op een kleine
waarde ingesteld te worden. Voor een grote kamer dienen
grotere waarden gebruikt te worden. Grotere waarden
produceren een echo-effect.
Niveau
Niveau
S. INIT. DLY (eerste surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste
weerkaatsing later beginnen.
Regelbaar bereik:
1 – 49 milliseconden
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Klein
INIT.
INIT.DLY
DLY
56
Tijd
Groot
INIT.
INIT.DLY
DLY
Tijd
INIT. DLY
INIT.
DLY
Tijd
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
● LIVENESS
LIVENESS (podiumzijde live)
Hoe dit van invloed is op de klank:
Deze parameter verandert de klaarblijkelijke akoestische
weerkaatsing van de muren in een zaal.
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
aan de podiumzijde van het geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het achterste weerkaatsende vermogen van
podiumzijde van het geluidsveld groter worden.
De eerste akoestische weerkaatsingen van een klankbron
zullen sneller hun intensiteit verliezen (wegsterven) in een
kamer met akoestisch absorberende muuroppervlakken dan
in een kamer die meer geluidweerkaatsende oppervlakken
heeft. Een kamer met hoogweerkaatsende oppervlakken
waarin de eerste weerkaatsingen langzaam wegsterven
wordt als “levend” betiteld, terwijl een kamer met geluidabsorberende karakteristieken waarin de weerkaatsingen
snel wegsterven als “dood” wordt betiteld. Met de LIVENESS
parameter kunt u de mate van wegsterving van de eerste
weerkaatsing afstellen en daarmee de “levendheid” van de
kamer.
S. LIVENESS (surround live)
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
op het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het weerkaatsende vermogen van het achterste
surround geluidsveld groter worden.
Wat de parameter doet:
Verandert de snelheid waarmee de eerste weerkaatsingen
wegsterven.
Regelbaar bereik:
0 – 10.
Niveau
Niveau
Niveau
Direct geluid
Klein
Groot
Tijd
Dood
Tijd
Levend
Tijd
● REV. TIME (nagalmtijd)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Regelbaar bereik:
De natuurlijke nagalmtijd van een kamer is hoofdzakelijk
afhankelijk van de afmeting ervan en van de karakteristieken
van zijn binnen-oppervlakken. Deze parameter verandert
derhalve de gesimuleerde grootte van de akoestische
omgeving over een bijzonder breed bereik.
1,0 – 5,0 seconden.
De nagalmtijd in een kleine tot middelgrote zaal zal tussen 1
en 2 liggen, terwijl dit voor een grote hal normaal tussen 2 en
3 ligt.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de hoeveelheid tijd af die nodig is voordat het niveau
van het dichte, opeenvolgende nagalmgeluid met 60 dB
wegvalt (@ 1 kHz).
60 dB
Direct geluid
Niveau
Eerste weerkaatsingen
Klein
60 dB
Groot
60 dB
Tijd
Tijd
REV. TIME
Nagalm
Nederlands
Niveau
Niveau
REV. TIME
Nagalm
REV. TIME
Tijd
Nagalm
57
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
● REV. LEVEL (nagalmniveau)
Met deze parameter wordt het volume van het nagalmgeluid
afgesteld. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid
krachtiger worden weergegeven.
Regelbaar bereik:
0 – 100%
Niveau
Direct geluid
REV. LEVEL
Tijd
● S. DELAY (surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld later beginnen.
Regelbaar bereik:
Bij decodering van Dolby Pro Logic Surround
15 – 30 milliseconden
Bij decodering van Dolby Digital of DTS
0 – 15 milliseconden
Bij gebruik van een programma waarbij Dolby Surround of
DTS niet gedecodeerd wordt
15 – 49 milliseconden
58
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
Instellen van de SLEEP timer
Gebruik de ingebouwde SLEEP timer om dit apparaat automatisch in de standby functie te schakelen nadat de door u ingestelde tijd
is verstreken. De SLEEP timer is van dienst wanneer u wilt gaan slapen terwijl dit apparaat een bron weergeeft of opneemt. De
SLEEP timer schakelt eveneens externe apparatuur uit die aangesloten is op de SWITCHED AC OUTLETS aan de achterzijde van
dit apparaat. De SLEEP timer kan enkel worden ingesteld met behulp van de afstandbediening.
Instellen van de SLEEP tijd
1
2
Uitschakelen van de SLEEP timer
Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en
start de weergave (of kies een radiozender) op de
bronapparatuur.
Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat “SLEEP OFF” op
de display verschijnt. (Na een korte tijd keert de display terug
naar de oorspronkelijke aanduiding.)
A
Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat de
gewenste SLEEP tijd op de display verschijnt.
* De “SLEEP time” is de tijd die verstrijkt voordat dit
apparaat automatisch op de standby functie wordt
ingesteld.
B
C
SLEEP
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
A
B
Opmerking
De instelling van de SLEEP timer kan ook geannuleerd worden
door het apparaat via gebruik van de STANDBY/ON
schakelaar op het voorpaneel (of de STANDBY toets op de
afstandbediening) op het standby functie in te stellen of door de
stekker van dit apparaat uit het stopcontact te verwijderen.
SLEEP
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
Geeft de SLEEP tijd aan.
DVD/LD
TAPE/MD
TV/DBS
CD
VCR 1
TUNER
VCR 2
PHONO
V-AUX
SPEAKERS
A
SLEEP
Knippert.
Telkens wanneer u de SLEEP toets indrukt, verandert de
SLEEP tijd als volgt.
(Minuten)
120
90
60
30
SLEEP OFF
(De SLEEP timer is uit.)
Nederlands
Na een korte tijd keert de display terug naar de
oorspronkelijke aanduiding.
59
AFSTANDBEDIENING
Met de afstandbediening kan zowel de hoofdeenheid als ook overige Yamaha audio en video componenten bediend worden. Met
behulp van de Macro voorziening is het mogelijk een serie functies achtereenvolgens onder een enkele toets te programmeren of u
kunt gebruik maken van een van de voorgeprogrammeerde macro’s voor de bediening van overige Yamaha componenten in uw
huistheater. Deze afstandbediening beschikt ook over een geavanceerde programmeermogelijkheid waarmee u functies kunt
inprogrammeren van andere afstandbedieningen die met overige componenten in uw systeem worden gebruikt (of andere
huishoudelijke apparaten) die uitgerust zijn met infrarood ontvangers voor afstandbediening. Met deze functie is het mogelijk het
aantal afstandbedieningen in uw luisterkamer te verminderen.
Basis-bediening (kap geopende)
De afstandbediening is bestemd voor de regeling van de meest algemeen gebruikte functies. Als de CD speler, het tapedeck, de LD
speler, enz. een YAMAHA component is dat geschikt is voor gebruik met afstandbediening, kan met behulp van deze
afstandbediening ook diverse functies geregeld worden.
* Voor gebruik van de basisfuncties moet de kap geopend worden.
m Toetsnaam en functie
1 TAPE/MD toetsen
CLEAR
LEARN
MACRO
REC/PAUSE
Deze toetsen zijn voor de regeling van tapedecks of MD
recorders.
De A/B/C schakelaar (I) dient in stand “A” gezet te
worden voor de regeling van tapedecks en in stand “C”
voor de regeling van MD recorders.
* De DIR A, B en A/B toetsen zijn alleen van toepassing
op dubbele cassettetapedecks.
* Door het indrukken van de DIR A toets wordt de
bandlooprichting op een enkelvoudig cassettetapedeck
met behulp van de automatische bandomkeerfunctie
omgekeerd.
* De
en
toetsen werken als volgt:
Voor tapedecks:
: spoelt een tape terug
: spoelt een tape snel door
J
TRANSMIT
/LEARN
G
A/B
TAPE/MD
A
CD
1
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
I
TV/DBS
2
VCR 2
C
V-AUX
HALL 1
1
JAZZ
CLUB
HALL 2
CHURCH
2
3
4
5
EXT. DEC.
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
F
E
2 CD/DVD/LD speler toetsen
12
LIGHT
8
LEVEL
6
TV
CONCEFIT
VIDEO
THEATER
7
PARAMETER
D
TEST
MACRO
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
OFF
5
6
7
8
9
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
STADIUM
Voor MD recorders:
: zoekt het begin van het huidige of vorige
nummer
: zoekt het begin van het volgende nummer
G
MASTER VOLUME
QUICK
4
H
A/B/C/D/E
TV
MUTE
VCR
STANDBY
0
C
SLOW
3
PRESET
B
60
Deze toetsen zijn voor de regeling van compact disc
spelers, DVD spelers of LD spelers.
Zet de A/B/C schakelaar (I) in stand “A” voor de regeling
van compact disc spelers, in stand “B” voor de regeling
van DVD spelers en in stand “C” voor de regeling van LD
spelers.
* De DISC toets wordt enkel gebruikt voor compact disc
wisselaars.
* De STOP toets wordt enkel gebruikt voor DVD spelers
en LD spelers.
3 Tuner toetsen
A
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
Aanzicht met kap
K
Zijaanzicht
Voor de bediening van tuners.
De A/B/C schakelaar (I) dient op stand “A” ingesteld te
worden.
+: Druk deze toets in voor het kiezen van het volgende
voorkeuzezendernummer.
–: Druk deze toets in voor het kiezen van het voorgaande
voorkeuzezendernummer.
A/B/C/D/E: Voor het kiezen van de groep (A – E) van
voorkeuzezendernummers.
AFSTANDBEDIENING
4 DSP programmakeuzetoetsen
Druk een toets in voor het kiezen van een DSP programma
wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor
ingeschakeld is. Deze omvat de Dolby Pro Logic Surround
decoder, de Dolby Digital decoder en DTS decoder.
5 LEVEL toets
Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van het
uitgangsniveau van de middenluidspreker, de achterste en
voorste effect-luidsprekers en de subwoofer. Druk eerst deze
toets (herhaalde malen) in voor het kiezen van de
luidspreker(s). De naam zal dan verlicht op de display
verschijnen. Druk vervolgens de + of – toetsen (D) in om het
uitgangsniveau te veranderen.
C MUTE toets
Druk deze toets in om het volume uit te schakelen. Het
oorspronkelijke volumeniveau kan worden hersteld door op
een willekeurige toets op de bijbehorende afstandsbediening
te drukken.
De indicator op de VOLUME regelaar gaat tijdens de
uitschakeling continu knipperen.
D / en –/+ toetsen
De
(omhoog) en
(omlaag) toetsen veranderen de
parameters of functies in de modus die gekozen is met behulp
van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. Met de – of +
toetsen kunnen er afstellingen of veranderingen in de
parameter of functie gemaakt worden.
6 PARAMETER/SET MENU schakelaar
Stel deze schakelaar in op “PARAMETER” voor de bewerking
van de parameter van een DSP programma. Stel de
schakelaar in op “SET MENU” voor het maken van afstellingen
of veranderingen in een functie in de SET MENU modus.
E EFFECT ON/OFF toets
7 TEST toets
Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van
de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de
ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling
van de ingangselectietoets. “EXT. DECODER IN” zal verlicht
op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die
gekozen is met behulp van de ingangselectietoetsen wordt de
huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet
verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven.
Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van de
luidsprekerbalans. (Zie pagina’s 29 – 31.)
8 SLEEP timer toets
Deze toets in voor het in- en uitschakelen van de ingebouwde
SLEEP timer en voor het instellen van de SLEEP tijd. (Zie
pagina 59.)
Druk deze toets in om de digitale geluidsveldprocessor welke
de Dolby Pro Logic Surround decoder, Dolby Digital decoder
en DTS decoder omvat in en uit te schakelen.
F EXT. DEC. toets
9 ON SCREEN display toets
Druk deze toets in voor het veranderen van de soort display op
het monitorscherm. Er zijn drie soorten display beschikbaar.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt kan de informatie
gewijzigd worden naar een volledig display, een verkort display
en geen display.
G Ingangskeuzetoetsen
0 SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen
Druk de SYSTEM POWER ON toets in om dit apparaat in te
schakelen. Druk de STANDBY toets in om dit apparaat op de
standby functie in te stellen.
I A/B/C schakelaar
A RESET knop
Deze knop bevindt zich binnen in het batterijvak. Druk deze
knop in om de interne microcomputer die de functies
van de afstandbediening regelt terug te stellen. Deze toets
wordt gebruikt wanneer de afstandbediening stilvalt.
* Nieuw ingeprogrammeerde functies zullen niet worden
gewist wanneer deze toets wordt ingedrukt.
RESET knop
Druk een toets in voor het kiezen van de ingangsbron.
H A/B/C indicators
Een van deze indicators zal naar rood veranderen afhankelijk
van de stand van de A/B/C schakelaar.
Normaal dient deze schakelaar op stand “A” ingesteld te zijn.
Gebruik stand “B” voor de bediening van een Yamaha DVD
speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (2).
Gebruik stand “C” voor de bediening van een Yamaha LD
speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (2), of
bedien een Yamaha MD recorder met behulp van de
TAPE/MD toetsen (1).
J TRANSMIT/LEARN indicator
Deze indicator licht op wanneer een toets op de
afstandbediening ingedrukt wordt. (Uitzending van infrarood
signalen.)
K LIGHT toets
B MASTER VOLUME
(omhoog) en
(omlaag)
toetsen
Druk deze toetsen in om het volume te laten toenemen of
afnemen.
Nederlands
Druk deze toets in om de verlichting van bepaalde toetsen
gedurende ongeveer 5 seconden in te schakelen. De
verlichting kan worden uitgeschakeld door de toets nogmaals
in te drukken.
Opmerking
De functies van de toetsen voor de bediening van overige
Yamaha componenten zijn hetzelfde als de
corresponderende toetsen op de betreffende
componenten. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de
bedieningshandleidingen van deze componenten.
61
AFSTANDBEDIENING
Gebruik van de “programmeerbare” toetsen (kap geopend)
Dit is een programmeerbare afstandbediening. De toetsen die gearceerd in onderstaande illustratie zijn aangegeven, kunnen
geprogrammeerd worden voor het opslaan van bedieningsfuncties van andere afstandbedieningen. Dit apparaat kan worden
gebruikt in plaats van andere afstandbedieningen door het programmeren van hun functies. Dit zal de bediening van diverse audio
en video componenten aanzienlijk vereenvoudigen.
Sommige van de programmeerbare toetsen zijn van oorsprong leeg en andere zijn reeds voorgeprogrammeerd met functies voor de
bediening van dit apparaat en overige Yamaha componenten. U kunt onder deze toetsen naar wens nieuwe functies (in plaats van
de voorgeprogrammeerde functies) opslaan.
* Zie pagina 68 voor de methode van programmeren.
* Zie pagina 70 voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of alle geprogrammeerde functies).
Opmerking
Als de geheugencapaciteit van de afstandbediening volledig is benut, is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde
programmeerbare toetsen niet door nieuwe functies bezet zijn. Als u bijvoorbeeld uitsluitend Yamaha codes in deze
afstandbediening opslaat, kunnen er in totaal ongeveer 50 functies worden opgeslagen. Het wordt daarom aanbevolen enkel de
meest gebruikte functies op te slaan.
Toetsen welke drie functies kunnen hebben (1, 2, 3, 4)
(*1)
Van de programmeerbare toetsen kunnen de toetsen genummerd 1–4
in de illustratie links drie functies hebben. Dit is omdat zij beschikken over
drie geheugenvelden (A, B en C). (Eén functie per geheugenveld.) U kunt
nieuwe functies in geheugenveld B en C opslaan en drie functies op een
toets gebruiken door met behulp van de A/B/C schakelaar tussen de drie
geheugenvelden over te schakelen. (Op geheugenveld A kunnen geen
nieuwe functies geprogrammeerd worden.)
TRANSMIT
/LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
A
1
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
TV/DBS
2
VCR 2
C
3
PRESET
2
A/B/C/D/E
Gebruik van deze toetsen:
1. Alvorens een toets te gebruiken, met behulp van de A/B/C
schakelaar geheugenveld A, B of C kiezen van de toets
waaronder de functie die u wilt gebruiken is opgeslagen.
2. Druk de toets in.
De oorspronkelijke van fabriekswege gemaakte instellingen van
deze toetsen is als volgt.
V-AUX
HALL 1
HALL 2
CHURCH
1
2
3
JAZZ
CLUB
4
A/B/C schakelaar
CD
Stand van A/B/C schakelaar
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
4
5
6
TAPE/MD
EXT. DEC.
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
LEVEL
11
9
/ DTS
SURROUND
PARAMETER
1
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
STANDBY
2
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
Kap is geopend.
(*1): Deze knoppen worden gebruikt voor het
programmeren van een nieuwe functie of voor het
wissen van een geprogrammeerde functie (of van
alle geprogrammeerde functies). Zie pagina 68–70
voor nadere bijzonderheden.
62
CD
DVD/LD
TUNER
TV/DBS
ON/OFF
TEST
1
C
B
EFFECT
12
SYSTEM
POWER ON
VCR 2
VCR 1
A
TV
CONCERT
THEATER
STADIUM VIDEO
3
4
Voorgeprogrammeerd Leeg
met functies voor de
bediening van een
Yamaha tapedeck.
V-AUX
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha MD
recorder (behave het
model MDX-9).
(A/B, DIR A en B
zijn leeg.)
Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd
met functies voor de met functies voor de met functies voor de
bediening van een
bediening van een
bediening van een
Yamaha CD speler Yamaha DVD speler Yamaha LD speler
(STOP is leeg).
(behalve de
(DISC is leeg).
modellen DVD-1000
en DVD-S700).
Leeg
Voorgeprogrammeerd Leeg
met functies voor de
bediening een
Yamaha tuner.
Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd
als de DSP
als de DSP
als de DSP
programmakeuzetoets. programmakeuzetoets. programmakeuzetoets.
AFSTANDBEDIENING
Opmerkingen
• Op geheugenveld A kan geen nieuwe functie
geprogrammeerd worden. Voor het opslaan van een nieuwe
functie, deze op geheugenveld B of C opslaan.
• Als onder een toets die een voorgeprogrammeerde functie
heeft een nieuwe functie wordt geprogrammeerd, zal de
voorgeprogrammeerde functie niet worden gewist maar
buiten werking gesteld worden. Zodra de nieuw
geprogrammeerde functie wordt gewist, zal de
voorgeprogrammeerde functie weer worden hersteld. (Zie
pagina 70 voor informatie betreffende het wissen van een
geprogrammeerde functie.)
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer u een ingangskeuzetoets indrukt, zal deze
gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden.
Wanneer een ingangskeuzetoets in de groep van een gekozen
geheugenveld (A, B of C) wordt ingedrukt, zal het symbool van
de toetsengroep (1–3) welke hetzelfde is als het symbool
van de gekozen ingangskeuzetoets gedurende ongeveer 3
seconden verlicht worden.
Voorbeelden:
Lege toetsen (1, 2)
Dit zijn lege toetsen. Onder elk van deze toetsen kan een
nieuwe functie van een andere afstandbediening
geprogrammeerd worden.
Bijvoorbeeld, de TV toets is handig voor het opslaan van de
functie van de aan/uit schakelaar van uw TV en de VCR toets
kan gebruikt worden voor de aan/uit schakelaar van uw
videorecorder.
Licht op.
TRANSMIT
/LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
Betreffende de symbolen op de afstandbediening
A
CD
Symbool
Rood (dit geeft aan
dat geheugenveld A
is gekozen.)
Betekenis
TUNER
Tape (Tapedeck, videorecorder, enz.)
A
STOP
Disc (CD speler, LD speler, enz.)
DIR
VCR 1
B
D SC
B
Radio golf (Tuner, TV/Satelliet tuner, enz.)
Omgekeerd, wanneer een toets van de groep 1–3 wordt
ingedrukt, zal het bijbehorende symbool en de
ingangskeuzetoets met hetzelfde symbool in de groep van het
gekozen geheugenveld gedurende ongeveer 3 seconden
verlicht worden.
Een ingangskeuzetoets en overige bedieningstoetsen die hetzelfde
symbool hebben zullen werkzaam zijn voor dezelfde ingangsbron.
Deze symbolen zijn ook van dienst bij het programmeren van
nieuwe functies.
Voorbeelden)
• Geheugenveld B van de toetsen 1 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw
videorecorder.
• Geheugenveld B van de toetsen 3 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw TV/Satelliet
tuner.
Deze mogelijkheid kan u van dienst zijn als u functies voor de
bediening van een ingangsbron onder een groep toetsen gaat
opslaan waarvan het symbool oplicht wanneer de bijbehorende
ingangskeuzetoets wordt ingedrukt.
Opslaan van nieuwe functies
Het wordt aanbevolen de nieuwe toetsfuncties die u
geprogrammeerd heeft te noteren op de bijgeleverde
gebruikersfunctie-stickers en deze op de
achterkant van de
afstandbediening of op de
binnenkant van de kap
van de afstandbediening
te plakken.
Reserve-geheugen
Tijdens het vernieuwen van de batterijen zullen alle
geprogrammeerde functies bewaard blijven. Als er echter
gedurende enkele uren geen nieuwe batterijen geplaatst
worden, zullen de geprogrammeerde functies worden
gewist en zullen deze opnieuw geprogrammeerd moeten
worden.
B
Nederlands
A
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
63
AFSTANDBEDIENING
Gebruik van de bedieningsregeltoetsen (kap gesloten)
Wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt, kunt u via het gebruik van de OPERATION CONTROL toetsen de
Yamaha componenten inclusief de geprogrammeerde functies gemakkelijk bedienen.
TRANSMIT
/LEARN
TRANSMIT
CLEAR
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
LEARN
MACRO
CD
TUNER
VCR 1
DVD/LD
TV/DBS
Ingangskeuzetoesten
REC/PAUSE
TAPE/MD
A/B
TAPE/MD
A
CD
1
TUNER
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
TV/DBS
2
VCR 2
VCR 2
C
(*1)
3
V-AUX
PRESET
A/B/C/D/E
V-AUX
HALL 1
1
EXT. DEC.
EFFECT
OPERATION
CONTROL
SYSTEM
POWER ON
MASTER
VOLUME
TV
MUTE
OPERATION CONTROL toetsen
PHONO
JAZZ
CLUB
HALL 2
CHURCH
2
3
4
5
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
10
LEVEL
PHONO
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
PARAMETER
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MASTER VOLUME
TV
MUTE
VCR
VCR
STANDBY
STANDBY
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
Kap is gesloten
Wanneer de kap gesloten is, kunnen de OPERATION
CONTROL toetsen gebruikt worden in plaats van de toetsen
genummerd 1, 2 of 3 in de illustratie boven. Voor het
gebruik van deze toetsen is overschakeling van de A/B/C
schakelaar niet nodig. De functies van de OPERATION
CONTROL toetsen worden bepaald door de
ingangskeuzetoets die werd ingedrukt voordat de
OPERATION CONTROL toetsen gebruikt werden.
Opmerking
Of de kap geopend of gesloten is, de functies van de EFFECT,
MASTER VOLUME, MUTE, TV en VCR toetsen blijven
ongewijzigd.
* Als de MACRO schakelaar op de zijkant van de
afstandbediening op “OFF” gezet wordt, zullen de functies
van de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen
ongewijzigd blijven ongeacht of de kap geopend of gesloten
is.
(*1): Deze toets is van oorsprong leeg. Als onder deze toets
een geprogrammeerde functie wordt opgeslagen, zal door
het indrukken van deze toets de geprogrammeerde
functie ten uitvoer gebracht worden.
64
AFSTANDBEDIENING
Voorbeelden van bedieningsprocedures met behulp van
de OPERATION CONTROL toetsen
Bediening van een Yamaha CD speler
1. Druk de “CD” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld A van
de toetsen 2.)
OPERATION
CONTROL
Terug naar het
voorgaande
spoor
Bediening van uw videorecorder
1. Druk de “VCR” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld B van
de toetsen 1. Dit geheugenveld is van oorsprong met geen
functie voorgeprogrammeerd. U dient de functies die
verband houden met de bediening van de videorecorder
van te voren in geheugenveld B van de toetsen 1 op te
slaan.)
Weergave
OPERATION
CONTROL
Vooruit naar het
volgende spoor
Weergave
Terugspoelen
Snelvooruitspoelen
Pauze of stop
Pauze of stop
Zie onderstaande tabel voor een combinatie van een ingangskeuzetoets en toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL
toetsen worden uitgevoerd. (Zie ook de tabel op pagina 62.)
Gekozen ingangskeuzetoets
TAPE/MD
CD
Toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd
Functies in geheugenveld A van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld A van toetsen 2 (behalve STOP, DISC,
en
)
TUNER
Functies in geheugenveld A van toetsen 3
VCR 1
Functies in geheugenveld B van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
DVD/LD
Functies in geheugenveld B van toetsen 2 (behalve STOP, DISC,
TV/DBS
Functies in geheugenveld B van toetsen 3
VCR 2
)
Functies in geheugenveld C van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld C van toetsen 2 (behalve STOP, DISC,
V-AUX
en
en
)
Functies in geheugenveld C van toetsen 3
Het indrukken van de “PHONO” of “EXT.DEC.” ingangskeuzetoets heeft geen invloed op de OPERATION CONTROL toetsen.
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer een ingangskeuzetoets wordt ingedrukt, zullen de
ingedrukte toets en enkel de beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen (die in de plaats worden gebruikt van de
toetsen waaronder de vooringestelde functies of
geprogrammeerde functies zijn opgeslagen) gedurende
ongeveer 3 seconden verlicht worden. Zo kunt u in een
oogopslag zien welke toetsen er beschikbaar zijn.
OPERATION
CONTROL
TUNER
Nederlands
Opmerkingen
• Als een OPERATION CONTROL toets gebruikt wordt in
plaats van een toets waaraan geen functie is toegewezen
(leeg), wordt de opdracht niet uitgevoerd.
Programmeer volgens uw eigen plan functies van andere
afstandbedieningen in een leeg geheugenveld van deze
toetsen. (Zie pagina 68 voor de methode van
programmeren.)
• Als u tijdens weergave van een audio/video component een
ander component wilt gebruiken met behulp van de
afstandbediening (bijvoorbeeld, als u een videoband op uw
videorecorder wilt terugspoelen terwijl u naar een CD
luistert), kunt u de kap van de afstandbediening openen en
de A/B/C schakelaar en de bijbehorende toetsen gebruiken.
(Als u bij gesloten kap een ingangskeuzetoets indrukt voor
het veranderen van de functies van de OPERATION
CONTROL toetsen naar de functies voor de bediening van
een videorecorder, zal het ingangssignaal van de CD bron
die op dat moment wordt afgespeeld geannuleerd worden.)
Omgekeerd, wanneer een OPERATION CONTROL toets
wordt ingedrukt, zullen alle beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen en de huidige gekozen ingangskeuzetoets
oplichten.
65
AFSTANDBEDIENING
Macro bediening (kap gesloten)
Met de Macro voorziening is het mogelijk een serie
bedieningsstappen uit te voeren door het indrukken van
slechts één toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt
weergeven, zou u normaal de apparatuur moeten inschakelen,
de CD bron moeten kiezen en de weergavetoets moeten
indrukken om de weergave te laten beginnen. Via het gebruik
van de Macro voorziening is het mogelijk al deze functies te
bedienen door eenvoudig de CD macrotoets in te drukken. De
voorgeprogrammeerde macrotoetsen (de
ingangskeuzetoetsen en de SYSTEM POWER ON/STANDBY
toetsen met een oranje symbool er naast) zijn met
macroprogramma’s voorgeprogrammeerd.
Als u wilt, kunt u echter de inhoud van een macrotoets
veranderen door er een serie gewenste functies onder op te
slaan. U kunt in totaal zeven functies onder een macrotoets
programmeren. (Zie pagina 69 voor het maken van een
nieuwe macro.)
Macro’s kunnen uitsluitend worden gebruikt wanneer de kap
gesloten is en de MACRO schakelaar op “SLOW” of “QUICK”
is ingesteld. (Als “OFF” is gekozen, kan er geen macro
gebruikt worden, ook niet wanneer de kap gesloten is.)
Instellen van de MACRO schakelaar
OFF: In deze stand kan er geen macrotoets worden
gebruikt, ook niet wanneer de kap van de
afstandbediening gesloten is.
QUICK: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 0,5
seconden worden verzonden.
SLOW: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 3
seconden worden verzonden.
Voorkeuze-macrotoetsen
TRANSMIT
/LEARN
TRANSMIT
CLEAR
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
LEARN
MACRO
REC/PAUSE
A/B
TAPE/MD
TAPE/MD
A
1
CD
CD
TUNER
TUNER
VCR 1
A
DIR
VCR 1
B
STOP
B
DISC
DVD/LD
DVD/LD
2
TV/DBS
TV/DBS
VCR 2
VCR 2
C
PRESET
A/B/C/D/E
V-AUX
V-AUX
HALL 1
1
PHONO
JAZZ
CLUB
2
3
5
7
8
MOVIE
MOVIE
THEATER 1 THEATER 2
OPERATION
CONTROL
LIGHT
10
LEVEL
PHONO
6
EXT. DEC.
TV
CONCERT
VIDEO
THEATER
STADIUM
EFFECT
CHURCH
ROCK
ENTERCONCERT TAINMENT
4
EXT. DEC.
HALL 2
11
9
/ DTS
SURROUND
EFFECT
ON/OFF
12
PARAMETER
SLOW
MUTE
VCR
STANDBY
MACRO schakelaar
MASTER
VOLUME
QUICK
SYSTEM
POWER ON
TV
OFF
MACRO
TEST
SET MENU
SLEEP ON SCREEN
SYSTEM
POWER ON
MUTE
VCR
STANDBY
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
66
Kap is gesloten
(Zet de MACRO schakelaar
op “QUICK” of “SLOW”.)
MASTER VOLUME
TV
AFSTANDBEDIENING
Met de Macro voorziening is het mogelijk verschillende afstandbedieningsfuncties in een geprogrammeerde volgorde te bedienen
door middel van het indrukken van één macrotoets. (Zie ook de tabel op pagina 62.)
Functie van de toets (en geheugenveld) die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
Macrotoets
1ste
(Schakelt dit apparaat in)
2de
(Kiest een ingangsbron)
3de
(Start de weergave van een bron)
TAPE/MD
TAPE/MD
“
” in geheugenveld A van toetsen 1
CD
CD
“
” in geheugenveld A van toetsen 2
TUNER
TUNER
VCR 1
VCR 1
“
” in geheugenveld B van toetsen 1
DVD/LD
“
” in geheugenveld B van toetsen 2
DVD/LD
SYSTEM
POWER ON
TV/DBS
TV/DBS
VCR 2
VCR 2
–
–
“
” in geheugenveld C van toetsen 1
“
” in geheugenveld C van toetsen 2
V-AUX
V-AUX
–
PHONO
PHONO
–
EXT. DEC.
EXT. DEC.
–
Macrotoets
Functie van de toets die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
1ste
SYSTEM
POWER ON
Schakelt dit apparaat in.
SYSTEM
POWER ON
2de
Voert de functie uit van de TV
toets.
3de
Voert de functie uit van de VCR
toets.
TV
VCR
Stelt dit apparaat in op de
standby functie.
–
–
STANDBY
STANDBY
•
•
Wanneer u eenmaal een macrotoets heeft ingedrukt, dient u
de afstandbediening op de afstandbedieningsensor van het
hoofdcomponent gericht te houden totdat de
afstandbediening met het overzenden van alle
opdrachtsignalen van de macrotoets gereed is.
Tijdens het gebruik van de macrofuncties kunt u de
OPERATION CONTROL toetsen eveneens gebruiken.
Nederlands
Opmerkingen
• Een toets waaronder geen functie is opgeslagen zal geen
opdracht uitvoeren.
• Als zich het geval voordoet waarbij de tweede opdracht niet
door dit apparaat wordt ontvangen omdat de interne
bewerking van de eerste opdracht veel tijd in beslag neemt,
de MACRO schakelaar in de stand “SLOW” zetten.
• Wanneer u eenmaal een macrotoets op dit apparaat heeft
ingedrukt, zal dit apparaat de opdracht van een andere toets
(ook als deze wordt ingedrukt) niet accepteren, totdat dit
apparaat met het uitvoeren van alle opdrachten van de
macrotoets gereed is. Houd hiermee rekening vooral
wanneer de MACRO schakelaar op “SLOW” ingesteld is.
67
AFSTANDBEDIENING
Methoden van programmeren en wissen van functies
m Programmeren van een nieuwe functie
1
Plaats deze afstandbediening en de andere
afstandbediening zodanig dat deze recht tegenover
elkaar liggen.
5
Houd de toets (op de andere afstandbediening)
ingedrukt die over de functie beschikt die u wilt opslaan.
Deze afstandbediening
TV RTS
O
1
AD
AD
0
1
V
U
-A
O
H
X
P
T
ES
O
H
X
U
-A
O
V
N
O
T
C
FE F
EF / O F
ON
N
T
C
FE F
EF / O F
ON
P
3
CO
IS
D
2
6
H
M
IU
RC
U
CH 9
5
UB
ST
CL
TE
ZZ
JA 8
ST
3
H
RC
U
CH 9
CO
IS
6
B
D
U
CL
K
OC
M
5
IU
TV RTS
O
4
SP
ST
2
1
Andere
afstandbediening
Ongeveer 5–10 cm
2
TRANSMIT
/LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
(Indrukken met de punt
van een balpen of
soortgelijk voorwerp, enz.)
Knippert langzaam
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de LEARN knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap.
3
Kies indien nodig het geheugenveld met behulp van de
A/B/C schakelaar op het zijpaneel van de
afstandbediening.
Wanneer het programmeren voltooid is, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator uit. U kunt de toets loslaten.
De indicator zal dan langzaam beginnen te knipperen.
* Als een signaal niet met succes is ontvangen gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en wordt de
modus die bestond vóór stap 4 hersteld. Herhaal vanaf
stap 4.
* Als de geheugencapaciteit uitgeput raakt, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen om u te laten
weten dat programmeren onmogelijk is en vervolgens zal de
modus die ingesteld was voordat u met het programmeren
van de nieuwe functies begon hersteld worden.
6
7
Herhaal de stappen 3 – 5 voor het opslaan van meer
functies.
Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
LEARN knop in.
CLEAR
4
Druk de toets op deze afstandbediening in waaronder u
een nieuwe functie wilt programmeren.
Licht op.
P
3
CO
IS
D
2
6
H
M
IU
RC
U
CH 9
5
UB
ST
CL
TE
ZZ
JA 8
ST
7
CK
RO
TV RTS
O
SP
4
1
AD
0
+1
X
U
-A
V
O
T
C
FE F
EF /OF
ON
N
O
H
* Als een toets wordt ingedrukt waaronder geen andere
functie geprogrammeerd kan worden, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap.
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van een toets, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u begon met het
programmeren van de functies hersteld worden. Begin
opnieuw vanaf stap 2.
68
LEARN
MACRO
Opmerkingen
● Nieuw geprogrammeerde functies zullen in de plaats komen
van eerder geprogrammeerde functies.
● Als er voor het programmeren van een functie geen
voldoende ruimte meer in het geheugen beschikbaar is,
gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen. In dit
geval is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als
bepaalde toetsen niet door functies van andere
afstandbedieningen bezet zijn.
● Als u tijdens het programmeren de kap sluit en er
vervolgens ongeveer 5 seconden verstrijken, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die bestond voordat u met het programmeren van de
functies begon hersteld worden. Begin opnieuw vanaf stap
2. Als u echter de kap binnen 5 seconden weer opent, zal
de modus die bestond vóór het sluiten van de kap hersteld
worden.
● Er kunnen zich af en toe gevallen voordoen waarbij als
gevolg van de signaalcodering en modulatie die door de
andere afstandbediening wordt gebruikt, deze
afstandbediening niet in staat is de signalen van de andere
afstandbediening op te nemen.
● Wanneer u de LEARN, MACRO of CLEAR toets of de
RESET toets binnen in het batterijvak met een scherp,
puntig voorwerp indrukt, er op letten de toetsen niet te
beschadigen. Als u een vulpotlood gebruikt, er op letten dat
de stift niet naar buiten steekt.
AFSTANDBEDIENING
m Maken van een nieuwe macro
Onder elke voorkeuze-macrotoets kan in plaats van de door de fabriek voorgeprogrammeerde functies een nieuwe macro worden
geprogrammeerd. (Zie pagina 66 om te weten te komen welke toetsen voorkeuze-macrotoetsen zijn.) U kunt in totaal 13 nieuwe
macrotoetsen programmeren. Onder een macrotoets kunnen in totaal zeven functies van andere toetsen geprogrammeerd worden.
Opmerking
Als u een doorlopende functie zoals verlaging van het volumeniveau opslaat, zal dit misschien niet goed werken wanneer dit als
onderdeel van een macro wordt uitgevoerd.
1
4
TRANSMIT
/LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
Knippert langzaam
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de MACRO knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u de MACRO knop
indrukte hersteld worden. Druk de MACRO knop nogmaals
in.
2
Druk een voorkeuze-macrotoets in waaronder u een
nieuwe macro wilt programmeren.
CD
* Als er een andere toets dan een voorkeuze-macrotoets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden.
Als dit gebeurt, deze stap herhalen.
Druk een toets in waarvan u de functie als de eerste
functie van een nieuwe macro wilt opslaan.
SYSTEM
POWER ON
* Als de zevende toetsfunctie is geprogrammeerd, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus
die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van
de functies hersteld worden. (Dit geeft aan dat de toets gereed
is met het opslaan van een serie functies als een macro.) U
hoeft de volgende stap niet uit te voeren.
5
Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
MACRO knop in.
CLEAR
LEARN
MACRO
TRANSMIT
/LEARN
Licht op.
3
Herhaal stap 3 voor het opslaan van de tweede, de
derde en meer functies. U kunt in totaal zeven
toetsfuncties in serie als een macro opslaan.
TRANSMIT
/LEARN
* Als een toets wordt ingedrukt waarvan de functie niet als
een opdracht van een macro opgeslagen kan worden, gaat
de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze
stap herhalen.
* Als er ongeveer 30 seconden verstrijken voordat een toets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u
begon met het programmeren van de functies hersteld
worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 1.
Nederlands
Gaat uit.
(Wanneer het programmeren
voltooid is, licht deze indicator
opnieuw op.)
Opmerkingen
• Als u bijvoorbeeld een functie waarvan de bediening een
lange tijd in beslag neemt als eerste opdracht opslaat, voeg
dan een opdracht die geen functie heeft toe tussen de eerste
opdracht en de tweede opdracht, of herhaal de tweede
opdracht nogmaals.
• Als u de aan/uit overschakelfunctie van een TV,
videorecorder, enz. wilt programmeren als onderdeel van
een macroserie, er rekening mee houden dat de huidige
stand naar de andere stand wordt overgeschakeld (“aan”
naar “uit”, of “uit” naar “aan”).
Wanneer u bijvoorbeeld de macrotoets indrukt terwijl de TV,
videorecorder, enz. reeds is ingeschakeld, zal de betreffende
apparatuur worden uitgeschakeld, alhoewel dit misschien
niet uw bedoeling was.
69
AFSTANDBEDIENING
m Wissen van geprogrammeerde functies
Wissen van een geprogrammeerde functie
1
Druk voor het wissen van een geprogrammeerde functie
de LEARN knop in met behulp van een balpen of
soortgelijk voorwerp enz.
Druk de MACRO knop in voor het wissen van de macro
die u gemaakt heeft.
Wissen van alle geprogrammeerde functies
1
Kies de soort toetsfuncties die u alle wilt wissen met
behulp van de MACRO schakelaar op het zijpaneel van
de afstandbediening.
SLOW
QUICK
OFF
MACRO
of
TRANSMIT
/LEARN
CLEAR
LEARN
MACRO
Knippert langzaam.
2
Houd met behulp van een balpen of soortgelijk voorwerp,
enz. de CLEAR knop ingedrukt.
CLEAR
LEARN
OFF:
Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies behalve macro’s wilt wissen.
QUICK: Kies deze stand als u alleen alle door u gemaakte
macro’s wilt wissen.
SLOW: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies inclusief macro’s wilt wissen.
2
Druk met behulp van de een balpen of soortgelijk
voorwerp, enz. de CLEAR knop in.
TRANSMIT
/LEARN
MACRO
CLEAR
3
Houd de CLEAR knop ingedrukt en houd de toets
waarvan u de functie wilt wissen ingedrukt totdat de
indicator 3 maal knippert.
CD
TRANSMIT
/LEARN
Knippert.
Voor het achtereenvolgens wissen van twee of meerdere
functies, de ingedrukte CLEAR knop niet loslaten en
deze stap herhalen.
Opmerking
Als u de geprogrammeerde functie van een toets wist, zal de
van fabriekswege voorgeprogrammeerde functie van deze
toets hersteld worden. (behalve de toetsen die van oorsprong
niet met een functie voorgeprogrammeerd waren.)
LEARN
MACRO
Knippert langzaam.
* Als een van de volgende stappen wordt uitgevoerd na het
indrukken van de CLEAR knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Druk de CLEAR
knop nogmaals in.
• De MACRO schakelaar is in een andere stand gezet.
• Er is een andere toets ingedrukt.
• Er vindt gedurende ongeveer 30 seconden geen
bediening plaats.
3
Houd de CLEAR knop nogmaals ingedrukt. Houd terwijl
u de CLEAR knop ingedrukt houdt de MASTER
VOLUME
en
toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat
de indicator 7 maal gaat knipperen.
TRANSMIT
/LEARN
MUTE
Knippert.
70
STORINGZOEKEN
Zie onderstaande tabel in het geval dit apparaat niet correct functioneert. Als het probleem dat u ondervindt niet in onderstaande
tabel is opgenomen of als de onderstaande instrukties niet helpen, de stekker van het apparaat uit het stopcontact verwijderen en
contact opnemen met uw officiële YAMAHA dealer of een reparatiedienst.
Algemeen
Probleem
Het apparaat wordt niet ingeschakeld
wanneer de STANDBY/ON schakelaar
wordt ingedrukt of wordt spoedig na
inschakeling plotseling op de standby
functie ingesteld.
Dit apparaat functioneert niet normaal.
Geen geluid of geen beeld.
Oorzaak
Het netsnoer is niet aangesloten of is niet
volledig ingestoken.
De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op
het achterpaneel is niet goed in een van
beide standen gezet.
Er is een invloed van een krachtige storing
van buitenaf (bliksem, buitengewoon veel
statische elektriciteit, enz.) of een verkeerde
bediening van dit apparaat.
Verkeerde aansluiting van de
uitgangssignaalkabels.
De juiste ingangsbron is niet gekozen.
Geen beeld
Het geluid valt plotseling weg.
Er komt geen geluid uit een van de
luidsprekers.
Geen geluid uit de effect-luidsprekers.
Geen geluid uit de voorste effectluidsprekers.
Geen geluid uit de middenluidsprekers.
De SLEEP timer is in werking getreden.
De BALANCE regelaar is verkeerd
afgesteld.
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
De EFFECT toets staat uit.
Een Dolby Surround (of DTS)
decoderingsprogramma wordt gebruikt met
materiaal dat niet met Dolby Surround (of
DTS) gecodeerd is.
De functie “1E. SYS. SETUP” in de SET
MENU modus is op de stand “5ch”
ingesteld.
PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/
Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal van
het DSP programma Nr. 12 is gekozen.
De functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus is op de stand “NONE”
ingesteld.
Een van de DSP programma’s Nr. 1 tot Nr.
7 is gekozen. Wanneer het ingangssignaal
van de bron 2-kanaal stereo is
(analog/PCM).
De ingangssignalen van een bron welke
gecodeerd is met de Dolby Digital of het DTS
hebben geen middenkanaalsignalen.
De functie “1D. LFE/BASS OUT” in de SET
MENU modus is ingesteld op SW of BOTH,
alhoewel uw systeem geen subwoofer
omvat.
De keuze van de uitgangsmodus voor elk
kanaal (MAIN, CENTER of REAR) is onjuist.
Zet de schakelaar goed in een van beide
standen wanneer het apparaat zich in de
standby functie bevindt.
Schakel dit apparaat in de standby functie en
verwijder de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Na ongeveer 30 seconden de
stekker weer in het stopcontact steken, dit
apparaat weer inschakelen en opnieuw
proberen te bedienen.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien
het probleem blijft voortbestaan, zijn de
kabels mogelijk defect.
Kies de juiste ingangsbron met behulp van de
INPUT SELECTOR of de EXT. DECODER
toets.
Maak de aansluitingen goed vast.
Speel een bron af die door dit apparaat kan
worden weergegeven.
Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
van dit apparaat aan op de S video ingang
van de TV.
Stel dit apparaat in op de standby functie en
schakel het vervolgens weer in om het
beveiligingscircuit terug te stellen.
De SLEEP timer uitschakelen.
Stel de regelaar in de juiste stand af.
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Druk de EFFECT toets in om deze in te
schakelen.
Gebruik een ander geluidsveldprogramma.
Op “7ch” zetten.
Kies een ander programma
(of subprogramma).
Kies de juiste positie.
Kies een ander programma.
Nederlands
Slechte lage tonen weergave.
De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed
vast.
Andere digitale signalen dan PCM audio en
de Dolby Digital (of het DTS) gecodeerde
signalen welke dit apparaat niet kan
reproduceren worden door het afspelen van
een CD-ROM, enz. in dit apparaat
ingevoerd.
Er is geen S video aansluiting verbinding
tussen dit apparaat en de TV, alhoewel S
videosignalen naar dit apparaat worden
gezonden.
Het beveiligingscircuit werd in werking
gesteld als gevolg van kortsluiting, enz.
Maatregelen
Sluit het netsnoer stevig aan.
Zie de instructies voor de bron die op dat
moment wordt weergegeven.
Kies de MAIN positie.
Zorg er voor dat de keuze van de
uitgangsmodus geschikt is voor uw
luidsprekersysteem.
71
STORINGZOEKEN
Probleem
Het geluid “bromt”.
Het volumeniveau is laag tijden shet
afspelen van een grammofoonplaat.
Het volumeniveau kan niet worden
verhoogd, of het geluid is vervormd.
DSP parameters en bepaalde overige
instellingen op deze apparatuur kunnen
niet veranderd worden.
“INPUT DATA ERR” verschijnt op de
display en er wordt geen geluid
weergegeven.
Het geluidsveld kan niet worden
opgenomen.
Het apparaat functioneert niet goed.
Een bron kan niet worden opgenomen op
een tapedeck of videorecorder die
aangesloten is op deze apparatuur.
Storing van een TV of tuner in de directe
nabijheid.
Degradatie van het geluid treedt op tijdens
het meeluisteren met behulp van de
hoofdtelefoon die is aangesloten op de
compact disc speler of het tapedeck welke
is aangesloten op dit apparaat.
Oorzaak
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
Geen verbinding van de platenspeler naar de
GND aansluiting.
De grammofoonplaat wordt afgespeeld op
een platenspeler met een MC element.
Het component dat aangesloten is op de
TAPE/MD OUT aansluitingen van dit
apparaat is uitgeschakeld.
De functie “6. MEMORY GUARD” in de SET
MENU modus staat op “ON”.
Er wordt een niet-gestandaardiseerde bron
weergegeven of het apparaat dat de bron
weergeeft functioneert niet goed.
Het is niet mogelijk het geluidsveld op te
nemen op een tapedeck dat aangesloten is
op de TAPE/MD OUT aansluitingen van deze
apparatuur.
De interne microcomputer is buiten werking
geraakt door een elektrische schok van
buitenaf (blikseminslag, hoge mate van
statische elektriciteit, enz.) of door een
stroomtoevoer met lage spanning.
De bronapparatuur is enkel tussen digitale
aansluitingen aangesloten op deze
apparatuur.
Deze apparatuur bevindt zich te dicht bij de
storing veroorzakende apparaten.
Dit apparaat is op de standby functie
ingesteld.
Maatregelen
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Maak de GND verbinding tussen de
platenspeler en dit apparaat.
De platenspeler dient aangesloten te worden
op dit apparaat via de MC hoofversteker.
Schakel de stroom toevoer naar het
component in.
Op “OFF” zetten.
Controleer de bron of schakel het apparaat
dat de bron weergeeft uit en schakel het
vervolgens weer in.
Trek de stekker uit het stopcontact en steek
de stekker na ongeveer 1 minuut weer in.
Breng verdere aansluiting tot stand tussen de
analoge aansluitingen.
Plaats deze apparatuur verder van de storing
veroorzakende apparaten vandaan.
Schakel de stroomtoevoer naar deze
apparatuur in.
Afstandbediening
Probleem
De afstandbediening werkt niet.
De afstandbediening werkt niet goed.
Programmering kan niet met succes
plaatsvinden. (De TRANSMIT/LEARN
indicator licht niet op of knippert niet.)
Doorlopend werkende functies zoals
volume worden geprogrammeerd, maar
werken slechts voor een kort moment
alvorens te stoppen.
72
Oorzaak
Maatregelen
De batterijen van deze afstandbediening zijn
zwak.
Vervang de batterijen door nieuwe en druk de
RESET knop op de afstandbediening in.
De interne microcomputer “valt stil”.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Verkeerde afstand of hoek.
De afstandbediening zal functioneren tot een
maximum afstand van 6 meter en tot een
hoek van niet meer dan 30° ten opzichte van
het voorpaneel.
De afstandbediening-sensor van het
hoofdcomponent wordt belicht door direct
invallend zonlicht of een andere lichtbron
(fluorescerende lamp of neonlamp, enz.).
Verander de opstelling van het
hoofdcomponent.
De interne microcomputer “valt stil”.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
De batterijen van deze afstandbediening
en/of de andere afstandbediening zijn zwak.
Vervang de batterijen (en druk de RESET
knop voor deze afstandbediening in).
De afstand tussen de beide
afstandbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandbedieningen op juiste
afstand van elkaar.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandbediening is niet uitwisselbaar
met deze afstandbediening.
Programmeren is niet mogelijk.
De geheugencapaciteit is vol.
Verdere programmering is niet mogelijk
zonder het wissen van niet noodzakelijke
opdrachten.
De interne microcomputer “valt stil”.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Het programmeringsproces is niet voltooid.
Zorg er voor de functietoets op de andere
afstandbediening ingedrukt te houden totdat
de TRANSMIT/LEARN indicator langzaam
begint te knipperen.
STORINGZOEKEN
Bij het weergeven van een bron die gecodeerd is met DTS:
Oorzaak
Maatregelen
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
is niet aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat.
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
moet worden aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat naast de
verbindingen met de analoge
audiosignaalaansluitingen.
De “ANALOG” ingangsfunctie is gekozen op
dit apparaat.
Kies een juiste ingangsfunctie op dit apparaat
zodat de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd wordt ingeschakeld.
Een percussiegeluid is hoorbaar wanneer
u een bron die gecodeerd is met DTS
begint weer te geven.
Als de “AUTO” ingangsfunctie is gekozen, is
het mogelijk dat, afhankelijk van bepaalde
bronnen, er zich gevallen voordoen waarbij
er storende geluiden hoorbaar zijn terwijl dit
apparaat het formaat van het ingangssignaal
identificeert.
Stel de ingangsfunctie van de huidige
gekozen ingangsbron in op “DTS”.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met DTS, alhoewel de
“AUTO” of “DTS” ingangsfunctie op dit
apparaat is gekozen.
De DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd functioneert niet omdat de
afspeelapparatuur een digitale
volumeregelaar heeft en deze in een andere
stand dan “maximum”, “neutraal”, of
“ineffectief” is gezet.
Stel de digitale volumeregelaar van de
afspeelapparatuur in op de stand “maximum”,
“neutraal”, of “ineffectief”.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een MD weergeeft waarop u een
bron heeft opgenomen die met DTS
gecodeerd is.
Een bron die gecodeerd is met DTS kan niet
op een MD worden opgenomen.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een DAT weergeeft waarop u
een bron heeft opgenomen die met DTS
gecodeerd is.
Afhankelijk van het DAT deck kan een bron
die gecodeerd is met DTS niet op een DAT
worden opgenomen.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft (CD enz.)
alhoewel de huidige gekozen
ingangsmodus “AUTO” is.
In de “AUTO” modus kan de DTSdecodeermodus niet automatisch in de
normale (PCM) digitale
signaalingangsmodus veranderd worden.
Probleem
Er is een luid sissend geluid hoorbaar
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met DTS.
Druk de INPUT MODE toets op het
voorpaneel in of de ingangskeuzetoets (voor
de huidige gekozen bron) op de
afstandbediening in zodat “PCM” op de
display verschijnt.
Opmerkingen
• Voor het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS is het gebruik van een DTS decoder noodzakelijk, zodat de
afspeelapparatuur welke een bron weergeeft aangesloten moet worden op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat, op de
manier zoals beschreven in deze handleiding. Als deze verbinding niet wordt gemaakt of enkel een D-naar-A omzetter wordt gebruikt
zonder het gebruik van een DTS decoder, zal er wanneer u een bron weergeeft enkel een luid sissend geluid hoorbaar worden.
• Als u tijdens het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS gebruik maakt van een zoekfunctie (of verspringfunctie, enz.),
zal de “dts” indicator van de display verdwijnen. Dit gebeurt omdat dit apparaat automatisch van de DTS-decodeermodus overgaat
naar de standaard (PCM) digitale signaalingangsmodus om te voorkomen dat er storingsgeluiden voortgebracht worden.
• Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet worden opgenomen op analoge audio- en videobanden, en ook kunnen analoge
banden die opgenomen zijn met een bron de gecodeerd is met het DTS niet weergegeven worden.
Hetzelfde resultaat wordt verkregen voor MD’s en DAT’s (afhankelijk van het DAT deck dat voor opname en/of weergave gebruikt
wordt).
Nederlands
73
SPECIFICATIES
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen per Kanaal
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) ......................................... 100W+100W
CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) .................................................... 100W
REAR L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) ..........................................100W+100W
FRONT L/R (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) .............................................25W+25W
Maximaal Vermogen [Alleen modellen voor China en
Algemene modellen]
1 kHz, 10% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R ..........................................................135W+135W
CENTER.......................................................................135W
REAR L/R .........................................................135W+135W
FRONT L/R...........................................................35W+35W
Dynamische Vermogen per Kanaal
(IHF Meetmethode voor Vrij Dynamisch Bereik)
[Alleen modellen voor China en Algemene modellen]
MAIN L/R (8 ohm/6 ohm/4 ohm/2 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
....................................................... 140W/170W/220W/320W
Vrij Dynamisch Bereik
[Alleen modellen voor China en Algemene modellen]
MAIN L/R (8 ohm) ........................................................ 1,46 dB
DIN Standaard Uitgangsvermogen per Kanaal
[Alleen modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,7% Totale Harmonische Vervorming,
4 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......... 160W
IEC Vermogen [Alleen modellen voor Europa en GrootBrittanië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming,
8 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ........... 115W
Vermogensbandbreedte (20 Hz tot 20 kHz)
8 ohm, 50W, 0,08% Totale Harmonische Vervorming
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
......................................................................10 Hz tot 50 kHz
Dempingsfactor
MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 8 ohm) ................... 200 of meer
Ingangsgevoeligheid/Impedantie (100W/8 ohm)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/VIDEO AUX ................................... 150 mV/47 k-ohm
PHONO MM .................................................2,5 mV/47 k-ohm
MAIN IN ...............................................................1V/47 k-ohm
74
Maximum Ingangssignaalniveau (1 kHz, 0,05% Totale
Harmonische Vervorming)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
(EFFECT ON).................................................................. 2,3V
PHONO MM .............................................................. 110 mV
Uitgangsniveau/Impedantie
REC OUT................................................... 150 mV/1,0 k-ohm
PRE OUT
MAIN, CENTER, REAR, FRONT ................ 1,0V/1,5 k-ohm
SUBWOOFER (MAIN SP: SMALL) (EFFECT OFF)
...................................................................... 4,0V/1,5 k-ohm
Maximum uitgangsspanning (20 Hz tot 20 kHz, 1% Totale
Harmonische Vervorming)
PRE OUT (MAIN L/R) ........................................... 3V of meer
Nominaal Uitgangsvermogen/Impedantie van
Hoofdtelefoon-ingang
Uitgangsniveau
(CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
Ingangsvermogen:
1 kHz, 150 mV, RL=8 ohm) .......................................... 0,5V
Impedantie ............................................................... 440 ohm
Frekwentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar MAIN L/R SP OUT .......................................... 0±0,5 dB
RIAA Balans Afwijking (20 Hz tot 20 kHz)
PHONO MM ..............................................................0±0,5 dB
Totale Harmonische Vervorming (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar PRE OUT (MAIN L/R), 1V .................. 0,005% of minder
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar SP OUT (MAIN L/R), 50W/8 ohm
................................................................... 0,015% of minder
PHONO MM naar REC OUT, 3V ................ 0,01% of minder
MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 50W/8 ohm
.................................................................. 0,008% of minder
Signaal/Ruis Verhouding (IHF-A Netwerk)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/VIDEO AUX (Ingangssignaal kortgesloten)
(EFFECT OFF) ................................................ 96 dB of meer
PHONO MM (Ingangssignaal kortgesloten 5 mV)
(EFFECT OFF)
[Alleen modellen voor Groot-Brittannië,
China en Algemen]......................................... 86 dB of meer
[Modellen voor Europa] ..................................82 dB of meer
Reststoring (IHF-A Netwerk)
MAIN L/R SP OUT ...................................... 170 µV of minder
Kanaalscheiding (Vol. –30 dB)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
Kortgesloten 5,1 k-ohm Begrensd (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/45 dB of meer
PHONO MM Ingangssignaal kortgesloten (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/55 dB of meer
SPECIFICATIES
Karakteristieken van Klankregeling
BASS
Versterking/afsluiting ................................... ±10 dB (50 Hz)
Omzetfrekwentie ...................................................... 350 Hz
TREBLE
Versterking/afsluiting ................................. ±10 dB (20 kHz)
Omzetfrekwentie ...................................................... 3,5 kHz
ALGEMEEN
Lage Tonen Uitbreiding (MAIN L/R) ................... +6 dB (50 Hz)
Stroomverbruik .................................................................480W
Filterkarakteristieken
MAIN L/R, CENTER, REAR L/R
(MAIN, CENTER, REAR SP: SMALL) (H.P.F.)
..............................................................fc = 90 Hz, 12 dB/oct.
SUBWOOFER (L.P.F.) ..........................fc = 90 Hz, 18 dB/oct.
Maximaal Stroomverbruik [Alleen Algemeen modellen]
..........................................................................................770W
Spoorafwijking van Versterking
(0 tot –60 dB) (MAIN L/R) ..................................3 dB of minder
Audio-demping .................................................................
–∞
VIDEO-GEDEELTE
Video-signaaltype
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .................... PAL
[Algemene modellen en modellen voor China] ......NTSC/PAL
Video-signaalniveau ......................................... 1 Vp-p/75 ohm
S-Video-signaalniveau
Y ..................................................................... 1 Vp-p/75 ohm
C .............................................................. 0,286 Vp-p/75 ohm
Maximum ingangsniveau ................................1,5 Vp-p of meer
Signaal/ruis verhouding .................................... 50 dB of meer
Monitor-uit frekwentierespons ............. 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB
Spanningsvereisten
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
.......................................................230V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen en modellen voor China]
.............................110/120/220/240V, 50/60 Hz wisselstroom
Netspanningsuitgangen (AC OUTLETS)
3 geschakelde netspanningsaansluitingen
[Modellen voor Europa, China, en Algemene modellen]
................................................. Max. totaal vermogen 100W
1 geschakelde netspanningsaansluiting
[Modellen voor Groot-Brittannië]
................................................... Max. totaal vermogen 100W
Afmetingen (L x H x B)
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
............................................................... 435 x 171 x 470 mm
[Modellen voor China en Algemene modellen
(zonder zijpanelen)]................................ 435 x 171 x 470 mm
[Modellen voor China en Algemene modellen
(met zijpanelen)].................................. 473 x 171,5 x 470 mm
Gewicht
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] ............. 19,5 kg
[Modellen voor China en Algemene modellen
(zonder zijpanelen)] .................................................. 19,5 kg
[Modellen voor China en Algemene modellen
(met zijpanelen)] ....................................................... 21,0 kg
Toebehoren ....................................................Afstandbediening
Batterijen
Gebruikersfunctie-stickers
AM Lusantenne
FM Binnenantenne
* Alle specificaties zijn onder voorbehoud en kunnen zondere
nadere kennisgeving worden gewijzigd.
Nederlands
75