Yamaha DSP-A2 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
Gefeliciteerd!
U bent nu in het gelukkige bezit van een Yamaha Digitaal Geluidsveldprocessing
(DSP) systeem — een buitengewoon geavanceerd audiocomponent. Het DSP systeem
maakt volledig gebruik van alle technische verworvenheden die voort zijn gekomen uit
het onbetwiste leiderschap dat Yamaha heeft op het gebied van de digitale audio
processing, hetgeen u een totale nieuwe wereld van luister-ervaringen zal bieden.
Volg bij de opstelling van uw systeem de instructies in deze handleiding zorgvuldig op
en het DSP systeem zal uw kamer in een breed scala van luister-omgevingen
akoestisch omvormen — alles tussen een beroemde concertzaal en een intieme jazz
club. Bovendien verkrijgt u een ongelofelijk realistisch effect van de meeste met
surround-geluid gecodeerde videobronnen die in de handel verkrijgbaar zijn door
middel van de ingebouwde Dolby Pro Logic Surround Decoder, Dolby Digital decoder
en DTS decoder.
De zeven ingebouwde versterkerkanalen in dit model betekenen dat er geen extra
versterkers nodig zijn om te kunnen luisteren naar de geavanceerde digitale
geluidsveldprocessing.
Laten we echter in plaats van u te vertellen over de wonderen van de digitale
geluidsveldprocessing liever onmiddellijk overgaan tot de opstelling van het systeem en
het uitproberen van de vele mogelijkheden ervan. Lees deze bedieningshandleiding
zorgvuldig en bewaar deze op een veilige plaats voor verdere naslag.
1
Nederlands
LET OP ..................................................................... 2
INLEIDING ................................................................ 3
Bijzonderheden ........................................................ 3
Wat is DSP?.............................................................. 4
WAT U HET EERST DOET ...................................... 7
Wat u het eerst doet................................................. 7
Uitpakken............................................................... 7
Openen en sluiten van het voorklepje ................... 7
Installeren van de batterijen in de
afstandbediening ................................................... 8
Opmerkingen betreffende de afstandbediening .... 8
Bedieningsorganen en hun functies ..................... 9
Voorpaneel ............................................................ 9
Displaypaneel ...................................................... 11
VOORBEREIDING .................................................. 12
Opstelling van de luidsprekers ............................ 12
Aansluitingen ........................................................ 14
Audio/video bron-componenten .......................... 14
Luidsprekers ........................................................ 21
Aansluiting van dit apparaat op de
netspanning ......................................................... 24
Schermdisplay ....................................................... 25
Kiezen van de uitgangsfuncties
(“SET MENU” modus) ........................................... 26
Afstelling van de luidsprekerbalans .................... 29
BASIS-BEDIENING ................................................ 32
Weergeven van een bron ...................................... 32
Opnemen van een bron op tape (of MD) of
kopieren van tape (of MD) naar tape (of MD)....... 37
Geluidsregeling ..................................................... 39
Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor
(DSP) ...................................................................... 40
Afspelen van een bron met gebruik van een effect
van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) ........ 40
Afstellen van het uitgangsniveau van de midden,
rechter achterste en linker achterste, voorste
effect-luidsprekers en subwoofer......................... 43
Kort overzicht van de digitale
geluidsveldprogramma’s...................................... 45
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN ................. 50
“SET MENU” modus ............................................. 50
Samenstellen van uw eigen geluidsvelden ........ 54
Instellen van de SLEEP timer ............................... 59
AFSTANDBEDIENING ........................................... 60
Basis-bediening (kap geopende) ......................... 60
Gebruik van de “programmeerbare” toetsen
(kap geopend)......................................................... 62
Gebruik van de bedieningsregeltoetsen
(kap gesloten)......................................................... 64
Macro bediening (kap gesloten) .......................... 66
Methoden van programmeren en wissen van
functies .................................................................. 68
STORINGZOEKEN ................................................. 71
SPECIFICATIES ..................................................... 74
INHOUD
2
1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best
mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze handleiding
op een veilige plaats voor toekomstige referentie.
2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op -
niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen
die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon
stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het
apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen
(zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
3. Nooit de behuizing van het apparaat openen. Neem
contact op met uw dealer in het geval er een vreemd
voorwerp in het apparaat gevallen is.
4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en
regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van
het apparaat, er op letten eerst de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te verwijderen en de
verbindingen van de kabels met overige apparatuur los te
maken. Nooit aan de kabels zelf trekken.
5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat het apparaat
goed geventileerd wordt. Indien deze openingen geblokkeerd
worden, zal de temperatuur binnen in het apparaat snel
toenemen. Plaats daarom geen voorwerpen tegen deze
openingen en stel het apparaat op een goed geventileerde
plaats op om brand en beschadiging te voorkomen.
<Modellen voor Europa en Groot-Brittannië>
Zorg er voor een ruimte van tenminste 10 cm aan de
linker- en rechterzijde, 20 cm aan de achterzijde en 30 cm
boven het bovenpaneel van de apparatuur open te laten
om brand en beschadiging te voorkomen.
6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke
op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit
apparaat op een hogere spanning dan aangegeven is
gevaarlijk en kan brand of andere ongevallen tot gevolg
hebben. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor
enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het
gebruik van dit apparaat met een andere dan de
voorgeschreven spanning.
7. Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt
kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals
tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van
dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing.
8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “–
”, alvorens
met de weergave van de audiobron te beginnen; laat het
volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen
nadat de weergave begonnen is.
9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een
chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de afwerking
beschadigd kan worden. Gebruik een schone, droge doek.
10.Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst
het hoofdstuk “STORINGZOEKEN” doorlezen voor advies
betreffende het opsporen van veelvoorkomende
bedieningsfouten.
11.Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode
niet gaat gebruiken, de stekker steeds uit het stopcontact
verwijderen.
12.Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van
het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel
los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen.
13.Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen
te worden dat de aarding of de polarisatie van een
apparaat niet ongedaan gemaakt wordt.
14.Wisselstroom-uitgang
Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroom-
uitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer
stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze
uitgang kan voorzien.
15.Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van
dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het
netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw apparaat in de ruimte
hieronder.
Model:
Serienummer:
Het serienummer is aangegeven op de achterzijde van het
apparaat.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
WAARSCHUWING
STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF
VOCHT OM HET RISIKO VAN BRAND OF EEN
ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning
zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt,
ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand
wordt de standby functie genoemd.
In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine
hoeveelheid stroom verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR:
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
niet correct in een van beide standen gezet is. Zet in dat
geval de schakelaar correct in een van beide standen
wanneer het apparaat zich in de standby functie bevindt.
OR CORRECT SETTING.
KERS
A
B
REAR
AIN
SWITCHED
AC OUTLETS
IMPEDANCE SELECTOR
CENTER : 4
MIN. / SPEAKER
FRONT
:6
MIN. / SPEAKER
REAR
:6
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:4
MIN. / SPEAKER
A B
:8
MIN. / SPEAKER
CENTER : 8
MIN. / SPEAKER
FRONT
:8
MIN. / SPEAKER
REAR
:8
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:8
MIN. / SPEAKER
A B
:
I
6
MIN. / SPEAKER
( SURROUND )
SET BEFORE POWER ON
I00W MAX.
TOTAL
IMPEDANCE SELECTOR
(Modellen voor Europa)
LET OP : Lees eerst deze aanwijzingen alvorens het
apparaat in gebruik te nemen.
3
Nederlands
7 Kanaal vermogensversterking
Hoofd: 100W + 100W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Midden: 100W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Achter: 100W + 100W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,02% THD,
20–20 000 Hz
Voorste effect:
25W + 25W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,05% THD,
1 kHz
Meervoudige digitale
geluidsveldprocessing
Digitale Geluidsveldprocessor (DSP)
Dolby Digital Decoder
Dolby Pro Logic Surround Decoder
DTS Decoder
CINEMA DSP: Theater-klankervaring door
de combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Digital, Dolby Pro
Logic of DTS
Automatische ingangsbalansregeling
voor Dolby Pro Logic Surround
Test-toongenerator voor gemakkelijkere
afstelling van de uitgangsbalans van de
luidsprekers
Mogelijkheid tot keuze van de luidspreker
uitgangsmodus voor het meest passende
gebruik van uw luidspreker systeem
Overige
“SET MENU” modus die u 8 opties voor
wijziging beschikbaar stelt voor het
optimaal instellen en afstellen van dit
apparaat voor gebruik met uw
audio/video systeem.
BASS EXTENSION toets voor de
benadrukking van de lage tonen respons
Schermdisplayfunctie, van dienst bij de
bediening van dit apparaat
REC OUT keuzeschakelaar die
onafhankelijk is van de keuze van de
ingangsbron
SLEEP Timer
OPTICAL en COAXIAL digitale
audiosignaalaansluitingen
6 kanaal externe decoder ingang voor
andere toekomstige formaten
Mogelijkheid voor videosignaal
ingang/uitgang (Inclusief S Video
verbindingen)
Multifunctionele programmeerbare
afstandbediening
Bijzonderheden
INLEIDING
4
Welkom in de opwindende wereld van digitaal huiskamer-
amusement. Dit apparaat is een van de meest complete en
geavanceerde AV versterkers die verkrijgbaar zijn. Mogelijk
bent u niet op de hoogte van de meer geavanceerde
mogelijkheden, deze zijn echter gemakkelijk te gebruiken.
State-of-the-art technologie zoals Dolby Digital en Digital
Theater Systems (DTS) zullen waarschijnlijk nieuw zijn in uw
huis, maar u heeft wellicht ooit de verbazingwekkende
realistische effecten ervaren die zij verlenen aan speelfilms in
theaters rond de wereld.
Om de luisterervaring nog interessanter te maken, omvat dit
apparaat een aantal exclusieve, digitaal gecreëerde
luisteromgevingen die digitale geluidsvelden genoemd worden.
Het kiezen van een geluidsveldprogramma is alsof u uzelf
overbrengt naar plaatsen als een openlucht arena, een
Europese kerk of een intieme jazz club. Neemt u even de tijd
nu om meer te lezen over deze mogelijkheden en te genieten
van de nieuwe ervaringen die dit apparaat in uw huistheater
brengt.
Digitale Geluidsveldprocessing
Technologische vooruitgang in de klankreproduktie hebben in
de laatste 30 jaar de luisterervaring verrijkt met een verbeterde
helderheid, precisie en vermogen. Echter er ontbrak steeds
iets: De atmosfeer en de akoestische omgeving van een live
concertzaal. Onze Yamaha ingenieurs hebben uitgebreid
onderzoek gedaan naar de aard van de klank-akoestiek en de
manier waarop geluiden in een kamer weerkaatst worden. We
hebben deze ingenieurs naar bekende theaters en
concertzalen over de gehele wereld uitgezonden om de
akoestiek van deze luisteromgevingen met fijngevoelige
meetapparatuur te meten. De gegevens die zij hebben
verzameld worden gebruikt om deze luisteromgevingen in
digitale geluidsvelden te reproduceren. Sommige van deze
digitale geluidsvelden worden gereproduceerd met gebruik van
gegevens die rechtstreeks op de plaats van oorsprong zijn
opgemeten, andere zijn samengesteld op basis van
combinaties van gegevens voor het vormen van unieke
akoestische omgevingen die bestemd zijn voor speciale
doeleinden.
Hiermee is natuurlijk enkel de helft van het probleem opgelost.
Voor deze ingenieurs is er geen mogelijkheid om de akoestiek
van uw kamer te kennen, dus hebben wij het mogelijk gemaakt
dat u de diverse parameters van deze gegevens kunt afstellen
en elke virtuele luisteromgeving naar eigen voorkeur kunt
afstellen. U kunt deze geluidsvelden gebruiken voor een
verbetering van de weergave van elke bron en in combinatie
met een van de volgende surround geluidstechnieken.
Sommige zijn speciaal ontwikkeld voor muziek en andere
speciaal voor films.
Dolby Pro Logic Surround
Dolby Pro Logic Surround is sinds het midden van de jaren ‘70
in bioscooptheaters in gebruik. Ook is het sinds de eind jaren
‘80 beschikbaar geworden voor huisbioscoopsystemen. Het
maakt gebruik van vier afzonderlijke kanalen en vijf
luidsprekers voor de reproduktie van realistische en
dynamische geluidseffecten: twee hoofdkanalen (links en
rechts), een middenkanaal voor de dialoog en een achterste
kanaal voor speciale geluidseffecten. Het achterste kanaal
reproduceert de klanken binnen een smal frekwentiebereik.
De meeste videobanden en laserdiscs zijn gecodeerd met
Dolby Pro Logic Surround, juist als vele TV en
kabeluitzendingen. De Dolby Pro Logic Surround decoder die
in dit apparaat is ingebouwd maakt gebruik van een digitaal
signaalverwerkingssysteem dat de stabiliteit van elk van de
kanalen verbetert voor het verkrijgen van een meer
nauwkeurige ruimtelijke plaatsing van de klanken in
vergelijking tot de conventionele analoge
signaalverwerkingssystemen.
Inleiding
Wat is DSP?
INLEIDING
5
Nederlands
Dolby Digital is een Dolby Surround geluidssysteem van het
volgende niveau dat ontwikkeld is voor 35 mm films via het
gebruik van audiocodering met lage-bit transmissiesnelheid.
Dolby Digital is een digitaal surround geluidssysteem dat u een
volledig onafhankelijke meerkanaals-audio biedt. In
meerkanaals-formaat biedt Dolby Digital vijf full range kanalen
in wat soms een “3/2” opstelling genoemd wordt: drie voorste
kanalen (links, midden en rechts) en twee surround kanalen.
Verder is er voorzien in een zesde effectkanaal voor enkel de
lage tonen voor de weergave van LFE (lage frekwentie effect)
of de low bass effecten die onafhankelijk zijn van de overige
kanalen. (Dit is het zogenaamde “subwooferkanaal” of “LFE
kanaal”.) Dit kanaal wordt geteld als 0,1, waardoor men tot de
term 5,1 kanalen in totaal is gekomen.
In vergelijking tot Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als een
“3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts één
surround kanaal), voorziet het Dolby Digital systeem in twee
surround kanalen, stereo of gescheiden surrounds genaamd,
die elk dezelfde full range weergavegetrouwheid bieden als de
drie voorste kanalen.
Via het gebruik van de ingebouwde Dolby Digital decoder kunt
u in uw huis genieten van het bijzonder krachtige en
realistische effect van de Dolby Stereo Digitale theaterklanken.
Een breed dynamisch bereik van geluid dat gereproduceerd
wordt door de vijf full range kanalen en een nauwkeurige
oriëntatie van de klanken welke wordt verkregen door de
digitale geluidsveldverwerking biedt luisteraars een
ongeëvenaarde nieuwe en realistische luisterervaring.
Dolby Digital bestaat uit 5,1 kanalen, zoals reeds links werd
aangegeven. Het kan echter ook uit minder kanalen bestaan,
bijvoorbeeld 2 kanaal stereo en mono. Het is mogelijk dat u in
de verkoop bepaalde 2 kanaal stereo en/of mono bronnen die
gecodeerd zijn met het Dolby Digital aantreft.
Laserdisc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer
geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital. In de nabije
toekomst zal Dolby Digital ook toegepast worden op DBS,
CATV en HDTV. De uitgave van Dolby Stereo Digitale
bioscoopfilms welke nu op gang komt, vormt een onmiddelijk
beschikbare bron van video software die met Dolby Digital
gecodeerd is.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation. DOLBY, AC-3, PRO LOGIC en het dubbel D
symbool zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
DTS (Digitale Theater Systemen) systeem werd ontwikkeld ter
vervanging van analoge soundtracks van films door zes
onafhankelijke kanalen van digitale soundtracks dat nu in veel
theaters over de gehele wereld geïnstalleerd is. Het DTS
digitale weergavesysteem gaf een nieuwe dimensie aan de
manier waarop wij films in theaters ervaren door de introductie
van zes onafhankelijke kanalen van schitterende digitale audio.
Via de DTS technologie is het na intensief research en
ontwikkeling nu ook mogelijk een soortgelijke onafhankelijke
codering/decodering technologie toe te passen op het
surround-klank amusement van huiskamer-audiosystemen.
De DTS Digital Surround is een codering/decodering systeem
dat zes kanalen topkwaliteit, 20-bit audio levert; technisch
gesproken 5,1 kanalen, hetgeen betekent 5 full-range (linker,
midden, rechts en twee surround) kanalen, plus een subwoofer
(LFE) kanaal (als “0,1”). Het is compatibel met de 5,1
luidsprekersystemen die momenteel beschikbaar zijn voor
huis-theatersystemen.
De DTS Digital Surround formule is ontwikkeld voor de
codering van de zes kanalen van 20-bit audio op bepaalde
laserdiscs of compact discs DVD’s met aanzienlijk minder
datacompressie.
Via het gebruik van de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd, kunt u in uw huis genieten van het bijzonder
krachtige en realistische effect van de hoge kwaliteit DTS
theaterklanken.
Laserdisc, compact disc en DVD zijn een huiskamer-
audioformaat waarbinnen het DTS zijn multi-kanaal audio van
hoge kwaliteit ten uitvoer kan brengen. (Naast films op
laserdiscs zullen veel opwindende nieuwe multi-kanaal
muziekopnamen verkrijgbaar worden in de vorm van DTS
gecodeerde compact discs.)
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
US Pat. No. 5.451.942 en overige wereldwijde patenten
geregistreerd en in aanvraag. “DTS”, “DTS Digital Surround”
zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Auteursrecht 1996 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
DTS Digital Surround
Dolby Digital
INLEIDING
6
Dolby Pro Logic + 2 Digitale geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste
surround zijde van het met Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede
akoestische omgeving en benadrukken het surround effect
in de kamer en laten u veel overige effecten gewaarworden,
op een manier alsof u zelf een film aan het bekijken bent in
een veel bezochte Dolby Stereo bioscoop.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “PRO
LOGIC/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het
ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het
Dolby Digital in 2-kanalen gecodeerd is.
Dolby Digital of DTS + 3 Digitale
geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de
onafhankelijke linker en rechter surround zijden van het
door Dolby Digital gedecodeerde of het DTS gedecodeerde
geluidsveld. Deze scheppen een brede akoestische
omgeving en zorgen voor veel surround effect in de kamer
zonder dat de hoge kanaalscheiding verloren gaat. Door
middel van het brede dynamische bereik van het Dolby
Digital of DTS geluid krijgt u de indruk dat u een film aan het
bekijken bent in de nieuwste Dolby Stereo Digitale bioscoop
of in een theater met DTS systeem. Dit is het meest ideale
huiskamer-theatergeluid van tegenwoordig.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale
geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “DOLBY DIGITAL
(of DTS DIGITAL SUR.)/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen
en het ingangssignaal van de bron met het Dolby Digital
(behalve in 2-kanalen) gecodeerd is of met het DTS
gecodeerd is.
CINEMA DSP: Dolby Surround + DSP / DTS + DSP
De Dolby Surround en DTS geluidssystemen komt het meest
tot hun recht in een groot bioscooptheater, omdat filmgeluiden
oorspronkelijk werden ontworpen om te worden
gereproduceerd in een groot bioscooptheater met gebruik van
meerdere luidsprekers. Proberen in uw huis een akoestische
omgeving te scheppen die lijkt op die van een bioscooptheater
is moeilijk vanwege de grootte van de kamer, het gebruikte
materiaal in de muren, het aantal luidsprekers, enzovoorts. Met
andere woorden, uw luisterkamer verschilt in hoge mate van
een bioscooptheater.
Yamaha DSP technologie echter, is in staat met behulp van de
originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met de Dolby
Surround of DTS Digital Surround geluiden, u huis nagenoeg
dezelfde akoestische ervaring te bieden als die in een groot
bioscooptheater door voor het tekort aan effecten en dynamiek
in de luisterkamer te compenseren.
Het YAMAHA “CINEMA DSP” logo geeft aan dat die
programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van en
YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS.
CINEMA DSP
INLEIDING
7
Nederlands
WAT U HET EERST DOET
Wat u het eerst doet
Afstandbediening Gebruikersfunctie-stickers
Batterijen (maat AA, LR6, UM-3)
Uitpakken
Neem deze apparatuur en de bijbehorende acessoires voorzichtig uit de doos. U treft dan de apparatuur zelf en de volgende
accessoires aan.
Sluit het voorklepje steeds wanneer de bedieningsorganen binnen in het paneel niet gebruikt worden.
Openen van het voorklepje
Openen en sluiten van het voorklepje
Sluiten van het voorklepje
8
Installeren van de batterijen in de
afstandbediening
Aangezien de afstandbediening gebruikt gaat worden voor vele
van de bedieningsfuncties van deze apparatuur, dient u te
beginnen met het plaatsen van de bijgeleverde batterijen.
1. Draai de afstandbediening om en schuif het deksel van het
batterijvak in de richting van de pijl.
2. Plaats de batterijen (AA, LR6, UM-3 type) met de symbolen
voor hun polariteit in de juiste richting in het batterijvak.
3. Sluit het deksel van het batterijvak.
4. Nadat u de batterijen heeft geplaast, de RESET knop
indrukken alvorens de afstandbediening weer in gebruik te
nemen.
Opmerkingen betreffende de
afstandbediening
Vernieuwen van de batterijen
Indien de afstandbediening dichter bij de hoofdeenheid
gebruikt moet worden, zijn de batterijen uitgeput.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Opmerkingen
Gebruik uitsluitend AA, R6, UM-3 batterijen.
(Het wordt aanbevolen een LR6 type re gebruiken wanneer
u de afstandsbediening langere tijd achter elkaar gebruikt.)
Let er op dat de polariteit van de batterijen correct is.
(Zie het schema binnen in het batterijvak.)
Verwijder de batterijen, indien u de afstandbediening
gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Indien de batterijen zijn gaan lekken, deze onmiddellijk
verwijderen. Zorg er voor het uitgelekte materiaal niet aan
te raken en voorkom dat dit in aanraking komt met kleding,
enz. Reinig het batterijvak grondig alvorens nieuwe
batterijen te plaatsen.
Werkingsbereik van afstandbediening
Opmerkingen
De ruimte tussen de afstandbediening en de hoofdeenheid
moet vrij zijn van grote obstakels.
De sensor van de afstandbediening niet blootstellen aan
sterke lichtinval, in het bijzonder van fluorescerende
lampen. Anders bestaat de kans dat de sensor van de
afstandbediening niet juist werkt. Indien nodig, de
hoofdeenheid buiten de inval van directe verlichting
plaatsen.
1
3
2
RESET knop
30°
30°
Afstandbedienings-
sensor
Binnen een bereik
van ongeveer 6 m
WAT U HET EERST DOET
9
Nederlands
Bedieningsorganen en hun functies
Voorpaneel
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
A
1
D
F HBI
23 4
5
6
87 9 0 C EG
1 STANDBY/ON schakelaar
Druk deze schakelaar in om de stroomtoevoer in te schakelen.
Druk de schakelaar nogmaals in om dit apparaat op de
standby functie in te stellen.
* Wanneer u deze schakelaar indrukt om het apparaat in te
schakelen, zult u een klik horen en de ingebouwde ventilator
kortstondig horen draaien.
Standby functie
In deze toestand verbruikt dit apparaat nog een kleine
hoeveelheid stroom om gereed te zijn voor het ontvangen
van infrarood signalen van de afstandbediening.
2 Afstandbedieningsensor
Voor het ontvangen van de signalen van de afstandbediening.
3 Displaypaneel
Geeft diverse informatie aan. (Zie pagina 11 voor
bijzonderheden.)
4 INPUT MODE toets
Druk op deze toets om te kiezen hoe de ingangssignalen
worden ontvangen van bronnen die twee of meerdere typen
signalen uitzenden. De standen “AUTO”, “DTS”, “DGTL” en
“ANALOG” zijn beschikbaar. De “AUTO”, “D.D.RF”, “DTS”,
“DGTL” en “ANALOG” functies zijn beschikbaar voor DVD/LD
bronnen. Zie pagina 36 voor bijzonderheden.
5 INPUT SELECTOR
Draai deze knop voor het kiezen van de ingangssignaalbron.
De gekozen bron wordt aangegeven op de display.
6 Hoofd VOLUME regelaar
Met deze regelaar wordt het volume voor alle uitgangsgeluiden
gelijktijdig geregeld; voorste effect-luidsprekers,
hoofdluidsprekers, achterluidsprekers, middenluidspreker en
subwoofer. (Dit is niet van invloed op het REC OUT niveau.)
* De indicator op de hoofd VOLUME regelaar zal knipperen
zodra het volume afgezwakt wordt door het indrukken van
de MUTE toets op de afstandbediening.
Zie voor de afstandbediening de pagina’s 60 tot 61.
WAT U HET EERST DOET
10
7
SPEAKERS schakelaars
Druk de schakelaar A of B (of beide) om de hoofdluidsprekers
die u gaat gebruiken te selecteren. Druk de schakelaar voor de
hoofdluidsprekers die u niet gebruikt nogmaals in om ze te de-
selecteren. Op het displaypaneel zullen “SPEAKERS A” en/of
“SPEAKERS B” oplichten, afhankelijk van welke
hoofdluidsprekers er worden gekozen.
8 PHONES ingang
Op deze ingang kan een hoofdtelefoon worden aangesloten
om privé te kunnen luisteren. U kunt luisteren naar het geluid
van de hoofdluidsprekers via de hoofdtelefoon.
Wanneer u privé met de hoofdtelefoon wilt luisteren, beide
SPEAKERS schakelaars A en B indrukken om de
hoofdluidsprekers te de-selecteren en de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen door het indrukken van de
EFFECT toets, zodat er geen DSP programma-naam verlicht
op het displaypaneel wordt aangegeven.
9 BASS EXTENSION toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons
van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te
versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd
blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de
frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer
gebruikt wordt.
0 TONE BYPASS toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit
(BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt
gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van
de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan
worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt
(OFF).
A SET MENU –/+ toets
Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het maken
van een wijziging van de instelling of afstelling voor de functie
die door het indrukken van de NEXT toets gekozen is
NEXT toets
Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het kiezen
van een functie in de SET MENU modus.
B BASS en TREBLE regelaars
Draai deze knoppen om de lage en hoge frekwentierespons
enkel voor het linker en het rechter hoofdkanaal af te stellen.
C EXT. DECODER toets
Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van
de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de
ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling
van de INPUT SELECTOR. “EXT. DECODER IN” zal verlicht
op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die
gekozen is met behulp van de INPUT SELECTOR knop wordt
de huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet
verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven.
D BALANCE regelaar
Deze regelt knop enkel het geluid van de hoofdluidsprekers.
De balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de
rechter hoofdluidsprekers kan worden afgesteld voor het
compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt
wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de
akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich
bevindt.
E EFFECT toets
Druk deze toets in om de uitvoer van de midden, achterste en
voorste effect-luidsprekers in en uit te schakelen. Het geluid
wordt normaal 2-kanaals wanneer deze functie wordt
uitgeschakeld.
Dit is echter niet van toepassing op Dolby Digital of DTS. De
signalen van alle kanalen zullen over de hoofdkanalen
verdeeld worden en de via de hoofdluidsprekers worden
weergegeven, ook als de uitvoer van de midden, achterste en
voorste effect-luidsprekers is uitgeschakeld, wanneer Dolby
Digital of DTS gedecodeerd wordt.
F REC OUT keuzeschakelaar
Draai deze knop voor het kiezen van de bron voor opname op
een MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder. Deze
instelling is onafhankelijk van de instelling van de INPUT
SELECTOR, behalve wanneer de REC OUT keuzeschakelaar
in de stand SOURCE gezet is. De INPUT SELECTOR wordt
dan gebruikt voor het kiezen van de bron voor opname op een
MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder.
G PROGRAM keuzetoets
Druk deze toets in de of richting voor het kiezen van
een digitaal geluidsveldverwerkingsprogramma.
H VIDEO AUX aansluitingen
Sluit extra video- of audio-ingangsbron apparatuur zoals een
camerarecorder op deze aansluitingen aan. Video-apparatuur
voorzien is van een S video uitgangsaansluiting kan worden
aangesloten op de S VIDEO aansluiting voor het verkrijgen van
een beeld met een hoge resolutie. De bron kan gekozen
worden met behulp van de INPUT SELECTOR en REC OUT
keuzeschakelaar.
I Voorklepje
Zie pagina 7 voor de manier van het openen en sluiten van het
voorklepje.
PHONES
WAT U HET EERST DOET
11
Nederlands
Displaypaneel
1 indicators
Beide “dts” indicators zullen oplichten wanneer de ingebouwde
DTS decoder ingeschakeld wordt.
Een rode “dts” indicator licht op bij het weergeven van een
compact disc of laser disc die gecodeerd is met DTS.
Een oranje “dts” indicator licht op bij het weergeven van een
DVD die gecodeerd is met DTS.
Het is mogelijk dat een oranje “dts” indicator oplicht bij het
weergeven van een laserdisc die gecodeerd is met DTS na
een video-CD of DVD op een DVD/LD combi-speler.
2 Multi-informatie display
Deze display geeft het huidige DSP programma aan, de status
van de afstellingen en de wijzigingen van de instellingen.
Diverse statussen kunnen tegelijkertijd worden bekeken.
3 Ingangsbron indicators
Een van de pijlen van deze indicators zal oplichten afhankelijk
van welke bron wordt gekozen.
4 DIGITAL en PRO LOGIC indicators
De DIGITAL indicator licht op wanneer de ingebouwde
Dolby Digital decoder ingeschakeld is en de signalen van de
bron die gecodeerd is met Dolby Digital niet 2-kanaals zijn.
De PRO LOGIC indicator licht op wanneer de ingebouwde
Dolby Pro Logic Surround decoder ingeschakeld is.
5 DSP indicator
Deze indicator licht op wanneer de ingebouwde digitale
geluidsveldprocessor ingeschakeld is.
6 SPEAKERS A/B indicators
Een van deze indicators zal oplichten afhankelijk van welke
hoofdluidsprekers worden gekozen. Beide indicators zullen
oplichten wanneer beide luidsprekers A en B zijn gekozen.
7 SLEEP indicator
Deze indicator licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde
SLEEP timer in ingeschakeld is.
WAT U HET EERST DOET
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
SPEAKERS
AB
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
SLEEP
2 31
546 7
12
Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste
geluidsveld-kwaliteit met een volledig zeven-
luidsprekersysteem, waarbij een paar hoofdluidsprekers wordt
gebruikt voor de weergave van de hoofdbronklanken alsmede
twee extra paar effect-luidsprekers voor het produceren van
het geluidsveld plus één middenluidspreker voor de dialoog.
Het wordt derhalve aanbevolen een systeem met zeven
luidsprekers te gebruiken. Echter een systeem met vier
luidsprekers welke gebruik maakt van slechts één paar effect-
luidsprekers voor het geluidsveld, zal nog steeds
indrukwekkende klanken en effecten bieden, hetgeen een
goede manier kan zijn om met deze apparatuur te beginnen. U
kunt later dan verder uitbreiden tot het systeem met de
volledige zeven luidsprekers. Bij het 4 of 5 luidsprekersysteem
is de functie van de digitale geluidsveldprocessing nog steeds
werkzaam, echter worden de hoofdluidsprekers gebruikt voor
zowel de hoofdkanalen als de voorste effectkanalen.
Gebruik van de midden-dialoogluidspreker
wordt aanbevolen
Bij het weergeven van een bron met Dolby Pro Logic
gedecodeerd, of bij het weergeven van een bron die
middenkanaalsignalen bevat met Dolby Digital of DTS
gedecodeerd, zal de dialoog, zang, enz. via het middenkanaal
uitgevoerd worden. Indien u derhalve het audio/video huis-
theater systeem wilt uitbreiden, wordt het aangeraden gebruik
te maken van de middenkanaalluidspreker.
Indien het om een bepaalde reden niet praktisch is een
middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk naar een film
te kijken zonder deze luidspreker. De beste resultaten echter
worden verkregen met gebruik van het volledige systeem.
Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding
van uw geluidsveld
Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door
toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik
van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking
van de lage tonen frekwenties van een kanaal of van alle
kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid
weergeven van de signalen op het subwooferkanaal tijdens het
afspelen van een bron waarvan Dolby Digital of DTS
gedecodeerd wordt. U zou voor het gemak kunnen kiezen voor
een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem,
welke voorzien is van zijn eigen ingebouwde
vermogenversterker.
Opstelling van de luidsprekers
Uw volledige zeven-luidsprekersysteem zal drie paar
luidsprekers nodig hebben: de HOOFDLUIDSPREKERS (uw
normale stereo luidsprekers), de VOORSTE EFFECT-
LUIDSPREKERS en de ACHTERSTE LUIDSPREKERS, plus
de MIDDENLUIDSPREKER. Het is ook mogelijk gebruik te
maken van een SUBWOOFER.
De HOOFDLUIDSPREKERS dienen modellen te zijn met hoge
vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking
van het maximum vermogen van uw audiosysteem.
De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de
HOOFDLUIDSPREKERS. Voor een nauwkeurige lokalisering
van het geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van
modellen met hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor
de MIDDENLUIDSPREKERS, de VOORSTE EFFECT en
ACHTERSTE LUIDSPREKERS in het volle bereik weer te
geven.
Plaats de HOOFDLUIDSPREKERS op de gewone plaats.
Plaats de VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS verder uit
elkaar dan de HOOFDLUIDSPREKERS aan beide zijden van
en op een afstand van 50 tot 100 cm achter en boven het paar
HOOFDLUIDSPREKERS.
Plaats de ACHTERSTE LUIDSPREKERS achter uw
luisterpositie. Deze dienen ongeveer 180 cm van de vloer af
aangebracht te worden.
Plaats de MIDDENLUIDSPREKER precies tussen de twee
HOOFDLUIDSPREKERS. (Om storing te vermijden, de
luidspreker boven of onder de televisie-monitor plaatsen of
gebruik maken van een magnetisch afgeschermde
luidspreker.)
Indien u gebruik maakt van een SUBWOOFER, zoals een
Yamaha Active Servo Processing Subwoofer systeem, is de
positie van de luidspreker niet van kritiek belang, aangezien de
lage tonen niet bijzonder richtinggevoelig zijn.
m Opstellen van uw luidsprekersysteem
VOORBEREIDING
m Luidsprekers en opstelling van de luidsprekers
Hoofdluidspreker
Voorste effect-luidspreker
Middenluidspreker
Achterste luidsprekerSubwoofer
13
Nederlands
4 luidsprekersysteem
Standaard systeem
U kunt genieten van breed verspreide klanken door enkel een
paar achterluidsprekers aan een standaard stereosysteem toe
te voegen.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
6 luidsprekersysteem
Goed voor de geluidsvelden van 2-kanaal stereo bronnen.
Wanneer er een normale stereobron wordt weergegeven met
de geluidsveldprogramma’s Nr. 1 tot en met Nr. 7 kan er een
geluidseffect worden verkregen dat overeenkomt met een 7
luidsprekersysteem. Door toevoeging van effect-luidsprekers
linksvoor en rechtsvoor wordt er een meer effectief geluidsveld
geproduceerd.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.)
5 luidsprekersysteem
Goed voor audio/video bronnen
Via het gebruik van een middenluidspreker worden de
middengeluiden (dialoog, zang, enz.) nauwkeurig
gelokaliseerd.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26)
7 luidsprekersysteem
Dit is het aanbevolen luidspreker-systeem waarmee de
beste geluidseffecten verkregen worden.
De achterluidsprekers en de voorste effect-luidsprekers
produceren een geluidsveld van 360 graden en de
middenluidspreker voorziet in een nauwkeurige lokatie van het
middengeluid. Met behulp van het 7 luidsprekersysteem kunt
de geweldige YAMAHA “CINEMA DSP” geluidsvelden volledig
ervaren.
1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.)
1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.)
m Aanbevolen opstellingen voor luidsprekersystemen
VOORBEREIDING
14
Let op: De stekker van dit apparaat en overige componenten pas insteken nadat alle
aansluitingen tot stand gebracht zijn.
Alle verbindingen moeten correct zijn, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) aan R, “+” aan “+” en “” aan “”. Raadpleeg ook de
handleiding van de betreffende aan te sluiten apparatuur.
Audio/video bron-componenten
Gebruik RCA type pinstekkerkabels voor audio/video apparatuur, behalve in de verderop beschreven gevallen.
De signaaluitgangen (of ingangen) van YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers 1, 2, 3, 4,
enz. worden aangegeven, moeten aangesloten worden op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat.
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
OUTPUT
GND
OUTPUT
OUTPUT
LINE OUT
LINE IN
(Modellen voor Europa)
Platenspeler
MD recorder,
Tapedeck, enz.
Tuner
Compact disc speler
m Basis aansluitingen van audio-apparatuur
(*1): GND aansluiting
(voor gebruik met platenspeler)
Door de massakabel van de platenspeler te verbinden
met de GND aansluiting, kan het optreden van storende
bromgeluiden minimaal gehouden worden. In sommige
gevallen echter worden er betere resultaten verkregen
wanneer de massakabel niet is aangesloten.
: Geeft de richting van de signalen aan.
Aansluitingen
VOORBEREIDING
(*1)
15
Nederlands
VOORBEREIDING
(Modellen voor Europa)
LD speler of
DVD speler
TV monitor
m Basis aansluitingen van video-apparatuur
Videocassetterecorder 2
Videocassetterecorder 1
TV/Satelliet tuner
VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel)
Deze aansluitingen worden gebruikt voor aansluiting van een videobron, zoals een camerarecorder.
VIDEO AUX
S VIDEO
L
R
VIDEO
VIDEO OUT
S VIDEO OUT
AUDIO OUT L
AUDIO OUT R
Camerarecorder
: S-video kabel
(Zie pagina 19 voor
bijzonderheden betreffende de
S VIDEO aansluiting.)
Voor aansluiting op een TV monitor die voor de
signaalinvoer gebruik maakt van een 21-polige
stekker <Alleen modellen voor Europa en Groot-
Brittannië>
Breng de aansluitingen tot stand zoals aangegeven in
onderstaande illustratie met behulp van een in de handel
verkrijgbare scart-stekker aansluitkabel.
PAL/NTSC schakelaar (Alleen modellen voor China
en Algemene modellen)
Dit apparaat is bestemd voor gebruik met de NTSC en PAL
televisieformaten. Zet deze schakelaar in de stand voor het
formaat dat door uw TV monitor gebruikt wordt.
PAL: In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt
van het PAL formaat.
* Voert signalen uit in het PAL formaat, ongeacht welk
formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een
extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden
wordt.
NTSC: In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt
van het NTSC formaat.
* Voert signalen uit in het NTSC formaat, ongeacht
welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit
een extern videoapparaat naar dit apparaat
gezonden wordt.
Opmerking
Zorg er voor dat het ingevoerde videosignaal gebruik maakt
van hetzelfde formaat als waarvan uw TV monitor gebruik
maakt, aangezien anders het beeld niet normaal zal worden
weergegeven.
16
VOORBEREIDING
(Modellen voor Europa)
Geen aansluiting
TV monitor
Scart-stekker
aansluitkabel
MAIN
PRE
OUT
MAIN
IN
COUPLER
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
DIGITAL SIGNAL
VIDEO
AUDIO L
AUDIO R
CAUTION
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
PAL
NTSC
PAL/NTSC schakelaar
17
Nederlands
VOORBEREIDING
Opmerkingen
Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de
digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur,
er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen.
Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen
waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om
de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te
beschermen.
Om dit apparaat succesvolle DTS-decodering te laten
uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het
versturen van de DTS bitstream vanaf de DIGITAL OUT
aansluiting van een extern apparaat naar een digitale
signaalingang van dit apparaat niet gewijzigd, omgevormd
of gestoord worden.
Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een
schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van
toepassing.
m Aansluiting op de digitale (OPTICAL en COAXIAL) signaalaansluitingen
Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler,
TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische
digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden
aangesloten op de COAXIAL of OPTICAL, of beide
aansluitingen van deze apparatuur.
Digitale audiosignalen worden met minder verlies
overgedragen dan analoge audiosignalen. Bovendien zijn
digitale audiosignaalverbindingen noodzakelijk, vooral bij een
LD speler, een DVD speler of een CD speler om signalen die
gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar dit apparaat te
sturen.
Voor het maken van een optische digitale aansluiting, het kapje
van de optische aansluitingen verwijderen en deze vervolgens
met elkaar verbinden via het gebruik van een in de handel
verkrijgbare optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ
normen. De kans bestaat dat andere kabels niet goed
functioneren.
Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of
COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de
apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge
audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het
digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander
tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de
analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U
kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en
“analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 35 voor
bijzonderheden.)
* Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL
TAPE/MD IN en OUT aansluitingen van dit apparaat
aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die
aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen
van dit apparaat.
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
COAXIAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL IN
MD recorder, DAT,
enz.
Compact disc speler
TV/Satelliet tuner
LD speler of DVD speler
(Modellen voor Europa)
: Optische vezelkabel
: Coaxiale kabel
18
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
AUDIO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
DIGITAL OUT
ANALOG OUT
DOLBY DIGITAL
RF OUT
(Modellen voor Europa)
VOORBEREIDING
Indien uw DVD/LD/CD combi-speler voorzien is van een
DOLBY DIGITAL RF aansluiting, deze verbinden met de
DIGITAL RF SIGNAL aansluiting van dit apparaat.
Audiosignalen van een LD bron die gecodeerd zijn met de
Dolby Digital worden via deze verbinding in deze apparatuur
ingevoerd.
* Voor het weergeven van een LD bron met het Dolby Digital
gedecodeerd, de ingangsmodus van de DVD/LD instellen
op “AUTO” of “D.D.RF”. (Zie pagina 35 voor
bijzonderheden.)
Het is tevens noodzakelijk de DVD/LD/CD combi-speler aan te
sluiten op de analoge audiosignaalingang van dit apparaat
ongeacht de DOLBY DIGITAL RF signaalverbinding; dit om
een bron gecodeerd in Dolby Pro Logic Surround of in normale
stereo (of mono) af te spelen.
Ook moet u de optische digitale signaaluitgang van de
DVD/LD/CD combi-speler aansluiten op de OPTICAL DVD/LD
digitale signaalingang van dit apparaat.
Deze verbinding is noodzakelijk om een DVD bron te kunnen
weergeven met Dolby Digital of DTS gedecodeerd en om een
LD bron te kunnen weergeven met DTS gedecodeerd.
Opmerking
Het DOLBY DIGITAL RF audio ingangssignaal kan niet
worden opgenomen door een tapedeck, MD recorder of
videorecorder. Voor het opnemen van een bron die wordt
weergegeven op de DVD/LD/CD combi-speler moet deze
aangesloten worden op de OPTICAL digitale
audiosignaalaansluiting en analoge audiosignaalaansluitingen
van deze apparatuur.
m Aansluiting op een DOLBY DIGITAL RF uitgang van de DVD/LD/CD
combi-speler
DVD/LD/CD
combi-speler
19
Nederlands
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL
2
VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO IN
S-VIDEO IN
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN
S-VIDEO IN
Indien uw videocassetterecorder, LD speler, enz. en uw
monitor voorzien zijn van “S” video-aansluitingen, dienen deze
op de S VIDEO aansluitingen van deze apparatuur
aangesloten te worden en dient de S VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van deze apparatuur op de “S” video van uw
monitor aangesloten te worden. Met deze verbinding kunt u
beelden van hoge kwaliteit opnemen en weergeven. Ook is het
mogelijk de gecombineerde video-aansluitingen van uw
videocassetterecorder, LD speler, enz. aan te sluiten op de
VIDEO aansluitingen van deze apparatuur en de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur aan te sluiten
op de gecombineerde videosignaalingang van uw monitor.
Opmerking
Indien de videosignalen naar zowel de S VIDEO als de VIDEO
signaalingangen gezonden worden, zullen de signalen
onafhankelijk naar hun respektievelijke signaaluitgangen
gezonden worden.
Opmerkingen betreffende de video-titeling
Indien u naar een videobron kijkt die aangesloten is op
zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen van deze
apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplay-
informatie enkel uitgevoerd via de S VIDEO MONITOR
OUT aansluiting.
Wanneer er geen videosignaal wordt ingevoerd naar de S
VIDEO of VIDEO signaalingangen van deze apparatuur,
worden de signalen voor de schermdisplay-informatie via
zowel de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR
OUT aansluitingen met een kleuren-achtergrond uitgevoerd.
* Als bij het Algemene model en de modellen voor China
de PAL/NTSC schakelaar op het achterpaneel ingesteld
is op “PAL”, zal er in dit geval niets via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen uitgevoerd worden.
S VIDEO aansluitingen
Dit apparaat is afgezien van het standaard type VIDEO
aansluitingen ook voorzien van S VIDEO aansluitingen.
S VIDEO aansluitingen verzenden videosignalen die
gescheiden zijn in luminantie (Y) signalen en kleur (C)
signalen. In vergelijking met S VIDEO aansluitingen,
verzenden de standaard type VIDEO aansluitingen
“samengestelde” videosignalen.
LD speler of DVD speler
TV/Satelliet tuner
Videocassetterecorder 1
Videocassetterecorder 2
TV monitor
VOORBEREIDING
: S-video kabel
m Aansluiten op S VIDEO aansluitingen
20
Dit apparaat is uitgerust met extra 6-kanaals
audiosignaalingangen (voor het linker hoofdkanaal, rechter
hoofdkanaal, middenkanaal, linker achterste surround-kanaal,
rechter achterste surround-kanaal en subwooferkanalen) voor
de invoer van signalen van een externe decoder van een
toekomstig formaat naar dit apparaat.
Voor het beluisteren van een geluid via het reproduceren van
signalen die naar deze ingangen worden gevoerd, de EXT.
DECODER toets op het voorpaneel indrukken zodat “EXT.
DECODER IN” op de display verschijnt. Hierdoor worden de
signalen die naar deze ingangen worden gevoerd naar de
bijbehorende SPEAKERS uitgangen en OUTPUT uitgangen
van dit apparaat gevoerd en langs alle overige circuits in dit
apparaat omgeleid.
Opmerkingen
Wanneer de signalen die naar deze aansluitingen worden
gevoerd worden gekozen, kan de digitale geluidsprocessor
niet worden gebruikt.
De instellingen “1A” tot “1E” in het SET MENU hebben geen
effect op de signalen die worden ingevoerd via deze
aansluitingen. De instelling “1F. MAIN LEVEL” is effectief
(zie pag. 26 en 27 voor details).
De aanpassing van het uitgangsniveau voor de midden
luidspreker, achterste luidsprekers en subwoofer zijn
effectief als de signalen ingevoerd in deze aansluitingen zijn
geselecteerd als ingangsbron. (zie pag. 43 en 44 voor
details).
m
Aansluiten van een externe decoder van een toekomstig formaat op dit
apparaat
Externe decoder
(Modellen voor Europa)
VOORBEREIDING
VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
TUNER
VCR 2
OUT
VIDEO
S VIDEO
DVD/LD
TV/DBS
IN
VCR 1
OUT
IN
VCR 2
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
AUDIO SIGNAL VIDEO SIGNAL
EXTERNAL DECODER INPUT
2
MAIN
SUB WOOFER
CENTER
SURROUND
TV/DBS
CD
CD
DVD/LD
TAPE/MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD/LD
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL
RF SIGNAL
DIGITAL SIGNAL
GND
PHONO
1
CD
TAPE/MD
3
4
IN
( PLAY )
OUT
( REC )
AUDIO SIGNAL
SUBWOOFER
OUT
SURROUND OUT
CENTER
OUT
MAIN OUT
21
Nederlands
Luidsprekers
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
CENTER
FRONT
CAUTION
MAIN
CENTER
FRONT REAR
( SURROUND )
PRE
OUT
MAIN
IN
SPEAKERS
COUPLER OUTPUT
A
B
A
B
REAR
MAIN
IMPEDANCE SELECTOR
CENTER : 4
MIN. / SPEAKER
FRONT
:6
MIN. / SPEAKER
REAR
:6
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:4
MIN. / SPEAKER
A B
:8
MIN. / SPEAKER
CENTER : 8
MIN. / SPEAKER
FRONT
:8
MIN. / SPEAKER
REAR
:8
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:8
MIN. / SPEAKER
A B
:
I
6
MIN. / SPEAKER
SUB
WOOFER
( SURROUND )
SET BEFORE POWER ON
Middenluidspreker
Voorste effect-luidsprekers
Links
Rechts
Links
Rechts
Hoofdluidsprekers A
Achterluidsprekers
Subwoofer systeem
Links
Rechts
Links
Rechts
Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt met de voorgeschreven impedantie aangegeven op de achterzijde van
het apparaat.
VOORBEREIDING
Hoofdluidsprekers B
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Draai de knop los.
Steek de blootgelegde
kabel in. (Verwijder
ongeveer 5 mm van de
isolatie van de
luidsprekerkabels.)
Draai de knop aan en
klem de kabel vast.
<Alleen modellen voor China en Algemene modellen>
Banaan-stekkerverbindingen zijn ook mogelijk. Steek de
banaan-stekker eenvoudigweg in de bijbehorende aansluiting.
1
2
3
Aansluiting:
Sluit de SPEAKERS aansluitingen aan op uw luidsprekers met behulp van een kabel van de juiste dikte (houd de kabels zo kort
mogelijk). Indien de aansluitingen op verkeerde wijze tot stand gebracht worden, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Let er op
dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is. Dit wil zeggen let op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze kabels omgekeerd
aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen.
LET OP
Zorg er voor dat de blootgelegde luidsprekerkabels elkaar en de metalen delen van dit apparaat niet raken. Hierdoor
kunnen het apparaat en/of de luidsprekers beschadigd worden.
22
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT
BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR:
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet correct in een van beide standen gezet is.
Zet in dat geval de schakelaar correct in een van beide
standen wanneer het apparaat zich in de standby functie
bevindt.
Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw
luidsprekersysteem.
(Bovenste stand)
Midden:De impedantie van de luidspreker moet 4 of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8of
hoger zijn.
(Onderste stand)
Midden:De impedantie van de luidspreker moet 8 of hoger
zijn.
Voorste effect:
De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8of
hoger zijn.
Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers,
moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16
of hoger zijn.
m IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
CAUTION
SPEAKERS
A
B
A
B
REAR
MAIN
SWITCHED
AC OUTLETS
IMPEDANCE SELECTOR
CENTER : 4
MIN. / SPEAKER
FRONT
:6
MIN. / SPEAKER
REAR
:6
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:4
MIN. / SPEAKER
A B
:8
MIN. / SPEAKER
CENTER : 8
MIN. / SPEAKER
FRONT
:8
MIN. / SPEAKER
REAR
:8
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:8
MIN. / SPEAKER
A B
:
I
6
MIN. / SPEAKER
( SURROUND )
SET BEFORE POWER ON
I00W MAX.
TOTAL
(Modellen voor Europa)
IMPEDANCE SELECTOR
Opmerking betreffende de aansluitingen voor de
hoofdluidspreker:
Op dit apparaat kunnen een of twee luidsprekersystemen
aangesloten worden. Indien u slechts een luidsprekersysteem
aansluit, dient dit aangesloten te worden op de SPEAKERS A
of B aansluitingen.
Opmerking betreffende het aansluiten van een
subwoofer:
Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een
subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage
frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het
subwooferkanaal.
Sluit bij gebruik van een subwoofer de SUBWOOFER
aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van
de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen
van de subwoofer versterker aan op de subwoofer.
Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de
subwoofer in hetzelfde component ingebouwd. Voor en
dergelijke subwoofer is alleen de verbinding nodig tussen de
SUBWOOFER aansluiting van dit apparaat en de INPUT
aansluiting van de subwoofer.
(Zie pagina 23 voor bijzonderheden betreffende de
SUBWOOFER aansluiting.)
VOORBEREIDING
23
Nederlands
De luidsprekerverbindingen zoals beschreven op pagina 21
zullen in de meeste gevallen uitstekend voldoen. Indien u
echter om een of andere reden de hoofd, midden, voorste
effect en/of achterste luidsprekers met behulp van uw
bestaande versterker, enz. wilt aandrijven, zijn voor het
verbinden van de externe versterker(s) op dit apparaat de
volgende aansluitingen beschikbaar.
1 MAIN PRE OUT/MAIN IN aansluitingen
De PRE OUT aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaaluitvoer van het hoofdkanaal en de
MAIN IN aansluitingen zijn voor de
voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde
hoofdkanaalversterker. De PRE OUT en MAIN IN
aansluitingen dienen bij gebruik van de ingebouwde
versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te
worden doorverbonden.
Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, eerst de
doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen) van een versterker of een receiver
met de PRE OUT aansluitingen verbinden. Met de MAIN
IN aansluitingen is geen verbinding noodzakelijk.
* De uitgangssignalen van de PRE OUT aansluitingen
worden beïnvloed door het gebruik van de BASS,
TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS
EXTENSION toets en de TONE BYPASS toets.
2 SUBWOOFER aansluiting
Sluit bij gebruik van een subwoofer de versterkeringang
daarvan op deze aansluiting aan. Lage frekwenties die
verdeeld worden van de hoofd, midden en/of achterste
kanalen worden via deze aansluiting uitgevoerd. (De
afsnijfrekwentie van deze aansluiting is 90 Hz.) Signalen
van LFE (lage frekwentie effect) die geproduceerd
worden wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd
wordt, zullen eveneens worden uitgevoerd als zij aan
deze aansluiting toegewezen zijn.
3 CENTER aansluiting
Deze aansluiting is voor het voorversterker-
uitgangssignaal van het middenkanaal. Als u een
middenluidspreker aandrijft met behulp van een externe
vermogensversterker, de ingangsaansluiting van de
externe versterker op deze aansluiting aansluiten.
Wanneer u de ingebouwde versterker gebruikt is er geen
verbinding naar deze aansluiting.
4 FRONT aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-
uitgangssignalen van het voorste effectkanaal.
Indien u de voorste effect-luidsprekers via een externe
stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker,
is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
5 REAR (SURROUND) aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-
uitgangssignalen van het achterkanaal.
Indien u de achterluidsprekers via een externe stereo-
vermogenversterker laat aandrijven, de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN
of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver)
met deze aansluitingen verbinden.
Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker,
is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
Opmerkingen
Het uitgangsniveau van de signalen van al deze
aansluitingen wordt afgesteld met behulp van de
VOLUME regelaar op het voorpaneel of de MASTER
VOLUME toetsen op de afstandbediening.
Indien er een externe vermogenversterker wordt
aangesloten op de CENTER, FRONT of REAR
aansluitingen, gebruik dan niet de corresponderende
SPEAKERS aansluitingen (CENTER, FRONT of REAR).
m Aandrijven van de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste
luidsprekers met behulp van externe versterkers
MAIN
CENTER
FRONT REAR
( SURROUND )
PRE
OUT
MAIN
IN
COUPLER OUTPUT
SUB
WOOFER
1 4 523
VOORBEREIDING
24
Steek na het voltooien van alle aansluitingen het netsnoer
in een geschikt stopcontact.
Indien dit apparaat gedurende een lange tijdsperiode niet
gebruikt gaat worden, het netsnoer uit het stopcontact
verwijderen.
VOLTAGE SELECTOR
TION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
A
B
REAR
MAIN
SWITCHED
AC OUTLETS
I00W
MAX.
TOTAL
CENTER : 4
MIN. / SPEAKER
FRONT
:6
MIN. / SPEAKER
REAR
:6
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:4
MIN. / SPEAKER
A B
:8
MIN. / SPEAKER
CENTER : 8
MIN. / SPEAKER
FRONT
:8
MIN. / SPEAKER
REAR
:8
MIN. / SPEAKER
MAIN A OR B
:8
MIN. / SPEAKER
A B
:
I
6
MIN. / SPEAKER
( SURROUND )
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
SPEAKERS
Naar wisselstroom-
stopcontact
(Modellen voor Algemene)
Aansluiting van dit apparaat op de netspanning
VOORBEREIDING
(*1)
Netspanningsaansluitingen [AC OUTLETS
(SWITCHED)]
(Modellen voor Europa, China en Algemene modellen)
.................................3 geschakelde netspanningsaansluitingen
(3 SWITCHED OUTLETS)
(Modellen voor Groot-Brittannië)
.....................................1 geschakelde netspanningsaansluiting
(1 SWITCHED OUTLET)
Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige
componenten op aan te sluiten.
De spanning naar de geschakelde netspanningsaansluitingen
(SWITCHED) wordt geregeld door de STANDBY/ON
schakelaar van het apparaat of de SYSTEM POWER ON en
STANDBY toetsen van de afstandbediening. Deze
aansluitingen voorzien alle aangesloten apparaten van
netspanning, zodra dit apparaat ingeschakeld wordt.
Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de
componenten) dat aangesloten kan worden op de SWITCHED
AC OUTLETS is 100W.
Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen
voor China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit
apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het
netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken.
Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
(*1): (*2):
(*2)
25
Nederlands
VOORBEREIDING
Indien u een videocassetterecorder, een LD speler, video
monitor, enz. op dit apparaat aansluit, kunt u gebruik maken
van de mogelijkheid die deze apparatuur biedt om
programmatitels, parameter gegevens en informatie over
overige diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op
het scherm van uw videomonitor te laten verschijnen. Deze
informatie zal op het videobeeld geprojekteerd worden.
Indien er geen videobron is aangesloten of wanneer deze is
uitgeschakeld, zal de informatie over een blauw gekleurde
achtergrond verschijnen.
Opmerking: De programmatitels, parameter gegevens en
overige informatie wordt ook op het displaypaneel van dit
apparaat aangegeven.
Kiezen van de soort display
U kunt de soort display welke de diverse informatie aangeeft
op het monitorscherm veranderen door het indrukken van de
ON SCREEN displaytoets op de afstandbediening. Druk deze
toets in om het scherm te veranderen naar een volledig
display, naar een verkort display, of naar helemaal geen
display.
(Voorbeeld)
Volledige display
Verkort display
Gaat uit na verschijning gedurende
enkele seconden.
Opmerkingen
Bij het maken van een verandering van een instelling of een
afstelling in de SET MENU modus of bij het afstellen van de
luidsprekerbalans met behulp van de test-toon, zal de
informatie volledig op het monitorscherm worden
aangegeven, ook als er op dat moment een andere soort
display is gekozen.
Informatie die op deze wijze op het monitorscherm wordt
aangegeven kan niet door een videorecorder worden
opgenomen.
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
ON SCREEN
Schermdisplay
26
1A. CENTER SP
Keuzes: LARGE (LRG)/SMALL (SML)/NONE
Vooringestelde positie: LRG
LRG: Wanneer uw middenluidspreker ongeveer van
hetzelfde formaat is als de hoofdluidsprekers.
SML: Wanneer u gebruik maakt van een
middenluidspreker die kleiner is dan de
hoofdluidsprekers. In deze positie worden de low
bass signalen (onder 90 Hz) bij het middenkanaal via
de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de
hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op
“1D. LFE/BASS OUT”).
NONE: Wanneer u niet over een middenluidspreker beschikt.
Het geluid van het middenkanaal wordt dan via de
linker en rechter hoofdluidsprekers uitgevoerd.
1B. REAR SP
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
LARGE: Wanneer uw achterste luidsprekers een grote
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken of wanneer er parallel een subwoofer is
aangesloten op de achterste luidsprekers.
In deze positie worden full range signalen uitgevoerd
via de achterste luidsprekers.
SMALL: Wanneer uw achterste luidsprekers geen voldoende
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken.
In deze positie worden de low bass signalen (onder
90 Hz) bij de achterste kanalen via de SUBWOOFER
aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers
als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS
OUT”).
De volgende functies regelen de uitgangssignalen naar de luidsprekers in uw audiosysteem. Kies nadat alle
luidsprekeraansluitingen voltooid zijn een juiste instelling voor elke functie teneinde een optimaal gebruik te kunnen maken van uw
luidsprekersysteem.
* Zie de pagina’s 50 tot 53 voor nadere bijzonderheden betreffende de SET MENU modus.
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
1C. MAIN SP
1D. LFE/BASS OUT
1E. SYS. SETUP
1F. MAIN LEVEL
m Functie beschrijving
Kiezen van de uitgangsfuncties (“SET MENU” modus)
VOORBEREIDING
27
Nederlands
1C. MAIN SP
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooringestelde positie: LARGE
LARGE: Indien uw hoofdluidsprekers een grote capaciteit
bezitten voor het weergeven van de basklanken.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de
hoofdluidsprekers.
SMALL: Indien uw hoofdluidsprekers geen voldoende
capaciteit bezitten voor het weergeven van de
basklanken. Indien er echter in uw systeem geen
subwoofer aanwezig is, deze positie niet kiezen. In
deze positie worden de low bass signalen (onder 90
Hz) bij de hoofdkanalen via de SUBWOOFER
aansluitingen uitgevoerd (als de SW of BOTH positie
is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”).
1D. LFE/BASS OUT
Keuzes: SW/MAIN/BOTH
Vooringestelde positie: SW
MAIN: Indien er in uw systeem geen subwoofer aanwezig
is.
In deze positie worden de full range signalen die
aanwezig zijn bij de hoofdkanalen, de signalen van
het LFE kanaal en de overige low bass signalen die
gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C.
MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere
kanalen via de hoofdluidsprekers uitgevoerd.
SW/BOTH:
Kies de SW of BOTH positie indien er in uw systeem
een subwoofer aanwezig is.
In beide posities worden de signalen bij het LFE
kanaal en de overige low bass signalen die gekozen
zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP”
om verdeeld te worden van de andere kanalen via de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
Wanneer de LARGE positie wordt gekozen op “1C.
MAIN SP”, wordt er in de SW positie geen signaal
van de hoofdkanalen naar de SUBWOOFER
aansluitingen verdeeld, echter in de BOTH positie
worden de low bass signalen van de hoofdkanalen
naar zowel de hoofdluidsprekers als de
SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd.
1E. SYS. SETUP
Keuzes: 7ch/5ch
Vooringestelde positie: 7ch
7ch: Indien uw luidsprekersysteem een paar voorste
effect-luidsprekers omvat.
5ch: Indien uw luidsprekersysteem niet een paar voorste
effect-luidsprekers omvat.
Klanksignalen op de linker en rechter voorste effect-
kanalen worden over respektievelijk de linker en
rechter hoofdkanalen verdeeld en via de
hoofdluidsprekers weergegeven.
1F. MAIN LEVEL
Keuzes: Normal/–10dB
Vooringestelde positie: Normal
Normal: Kies normaal deze positie.
–10dB: Indien de volumeniveaus naar de midden, achterste
en/of voorste effect-luidsprekers lager zijn dan het
niveau naar de hoofdluidsprekers, alhoewel deze op
de maximum zijn afgesteld.
Het volumeniveau naar de hoofdluidsprekers wordt
verminderd met 10 dB, zodat de balans van het
uitgangsniveau van de luidsprekers correct afgesteld
kan worden.
VOORBEREIDING
Opmerking
De instellingen “1A” tot “1E” hebben geen effect op de
signaalinvoer naar de EXTERNAL DECODER INPUT
aansluitingen aan de achterkant van dit apparaat.
28
VOORBEREIDING
m Veranderen van de selecties
Kijk voor het veranderen van de selecties op het displaypaneel of op het monitorscherm.
Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/
SET MENU schakelaar in de SET MENU stand.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
1 Schakel dit aparaat in. (Als u de informatie op de
monitor wilt zien, de monitor inschakelen.)
2 Kies de functie “1. SPEAKER SET” door een van de
volgende toetsen eenmaal of meerdere malen in te
drukken. (De titel verschijnt op de display).
3
4 Druk de “+” of “–” toets eenmaal of meerdere malen in
om de pijlvormige cursor naar de gewenste selectie te
brengen.
5 Volg dezelfde procedure voor “1B. REAR SP”, “1C.
MAIN SP”, “1D. LFE/BASS OUT”, “1E. SYS. SETUP”
en/of “1F. MAIN LEVEL”.
Kies eerst de functie door het volgen van stap 2 en kies
vervolgens een juiste positie door het volgen van stap 4.
Voorpaneel
Eenmaal indrukken.
Afstandbediening
Afstandbediening
STANDBY/ON
PARAMETER
SET MENU
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
Afstandbediening
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
1
1
2, 3, 4
Afstandbediening
Afstandbediening
of
SYSTEM
POWER ON
Cursor
Instellen op
“SET MENU”.
Voorpaneel
of
NEXTSET MENU
Voorpaneel
of
NEXTSET MENU
Voorpaneel
of
NEXTSET MENU
29
Nederlands
1
Zet in stand “
”.
2 Schakel het apparaat in.
3 Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende
indicator zal oplichten.
* Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen.
4
Zet in stand “0”.
5
Op “UIT ( )” zetten.
6 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
7 Druk voor het invoeren van de testmodus de TEST
toets op de afstandbediening zodanig in dat “TEST
DOLBY SUR.” op de display verschijnt.
Via deze procedure is het mogelijk de balans van het klank-uitgangsniveau tussen de hoofd, midden, achterste en voorste effect-
luidsprekers af te stellen via gebruik van de ingebouwde test-toongenerator. Na de afstellingen zal het uitgangsniveau van het
geluid dat bij de luisterpositie gehoord wordt van elke luidspreker hetzelfde zijn. Dit is van belang voor het verkrijgen van het
optimale rendement van de digitale geluidsveldprocessor de Dolby Digital decoder, de Dolby Pro Logic Surround decoder en de
DTS decoder.
De afstelling van het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers dient uitgevoerd te worden vanaf uw luisterpositie met
behulp van de afstandbediening.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn.
BASS TREBLE BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
STANDBY/ON
BASS
EXTENSION
TONE
BYPASS
TEST
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
Afstandbediening
Afstandbediening
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
of
WORDT VERVOLGD
PARAMETER
SET MENU
Afstelling van de luidsprekerbalans
VOORBEREIDING
A
SPEAKERS
B
1
2
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
53 4
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
V-AUX
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
2
7
6
30
8 Draai het volume omhoog.
U hoort dan een test-toon (pink noise) vanuit de linker
hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker, uit
de rechter hoofdluidspreker de rechter achterluidspreker en
vervolgens uit de linker achterluidspreker gedurende elk
ongeveer 2,5 seconden. De display verandert dan zoals
hieronder aangegeven.
* De status van het test-toon uitgangssignaal wordt ook
aangegeven op het monitorscherm door een afbeelding
van de audio-luisterkamer. Dit is handig voor het afstellen
van elk van de luidsprekerniveaus.
* Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU
modus in de NONE stand is gezet, zult u de test-toon van
het middenkanaal uit de linker en rechter
hoofdluidsprekers horen komen.
9 Stel de BALANCE regelaar zodanig af dat het
uitgangsniveau van de effectklank van de linker
hoofdluidspreker en de rechter hoofdluidspreker
hetzelfde zijn.
10 Stel de geluidsuitgangsniveaus van de
middenluidspreker en de achterste luidsprekers
zodanig af dat deze bijna hetzelfde worden als de
hoofdluidsprekers.
Manier van afstellen:
Door het indrukken van de + of – toets wordt het
niveau naar de luidspreker (behalve de
hoofdluidsprekers) afgesteld die op dat moment de
test-toon produceert.
* Door het indrukken van de + toets wordt het niveau
verhoogd en door het indrukken van de – toets wordt
het niveau verlaagd.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
gekozen luidspreker vastgelegd.
Indien gewenst, is het mogelijk een luidspreker voor het
produceren van de test-toon te kiezen door het eenmaal
of meerdere malen indrukken van de of toets,
zodat “CENTER”, “RIGHT SURROUND” of “LEFT
SURROUND” op de display verschijnt.
* Door de of toets ingedrukt te houden wordt de
test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd.
* “CENTER” geeft aan dat de middenluidspreker is
gekozen, “RIGHT SURROUND” geeft de rechter
luidspreker aan en “LEFT
SURROUND” geeft de
linker luidspreker aan.
* Het uitgangsniveau van de
gekozen luidspreker kan
worden afgesteld met
behulp van de + of – toets.
MUTE
BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
Hoofd (L)
Hoofd (R)
Midden
Achter (L)
Achter (R)
Afstandbediening
Voorpaneel
Afstandbediening
Afstandbediening
TEST DOLBY SUR.
EFFECT LEVEL
CENTER 2dB
+
VOORBEREIDING
WORDT VERVOLGD
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EFFECT
ON/OFF
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
10
8
9
31
Nederlands
11 Druk voor het afstellen van het niveau van de
voorste effect-luidspreker de TEST toets op de
afstandbediening nogmaals in zodat “TEST DSP”
op de display verschijnt.
Een calibreringssignaal wordt dan beurtelings hoorbaar
vanuit de hoofdluidsprekers en de voorste effect-
luidsprekers.
12 Stel het niveau van de voorste effect-luidspreker af
door het indrukken van de + of – toets zodat dit
nagenoeg hetzelfde wordt als de hoofdluidsprekers.
* Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de
voorste effect-luidspreker vastgelegd.
* Door het indrukken van de of toets wordt
de test-toon op respektievelijk de linker voorste
effect-luidspreker en rechter voorste effect-
luidspreker vastgelegd. Dit is voor u van dienst
om te controleren of de elk van de luidsprekers op
correcte wijze op dit apparaat is aangesloten.
13 Druk na het voltooien van de afstelling de TEST
toets nogmaals in om de test-toon uit te schakelen.
Opmerkingen
Wanneer u eenmaal deze afstellingen voltooid heeft, kunt
u het klankniveau van uw audiosysteem afstellen met
behulp van de VOLUME regelaar (of met de MASTER
VOLUME toetsen op alleen de afstandbediening).
Indien u gebruik maakt van externe vermogenversterkers,
kunt u de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het
verkrijgen van de juiste balans.
Als in stap 10 de functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het
uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker
niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het
middengeluid automatisch via de linker en rechter
hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
Indien het uitgangsniveau van het geluid van de midden-
en achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het
uitgangsniveau van de hoofdluidsprekers verminderen
door de functie “1F. MAIN LEVEL” in de SET MENU
modus op de positie “–10 dB” in te stellen.
Afstandbediening
Afstandbediening
Verdwijnt
TEST
Afstandbediening
TEST
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
12
11, 13
Hoofdluidspreker
Voor effect-luidspreker
VOORBEREIDING
1
Zet in stand “
”.
2 Schakel het apparaat in.
3 Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende
indicator zal oplichten.
* Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen.
4 SKies een ingangsbron.
(
Schakel voor videobronnen de TV/monitor in.)
De gekozen ingangsbron wordt aangegeven op het
displaypaneel en op het monitorscherm.
Naam van de gekozen ingangssignaalbron
Voor het kiezen van de bron die aangesloten is op de
EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen, de EXT.
DECODER toets indrukken. “EXT. DECODER IN” zal
oplichten op de display. (Zie pagina 34 voor
bijzonderheden.)
32
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
STANDBY/ON
4
Voorpaneel
of
Afstandbediening
DVD/LD
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
TAPE/MD
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
B
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
Voorpaneel
Voorpaneel
Voorpaneel
2
Afstandbediening
SYSTEM
POWER ON
of
BASIS-BEDIENING
Weergeven van een bron
A
SPEAKERS
B
WORDT VERVOLGD
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
1
2
4
3
33
Nederlands
BASIS-BEDIENING
5
7
TAPE/MD
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
B
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
8
5 De huidige ingangsmodus wordt eveneens aangegeven
voor een bron die twee of meer soorten signalen naar dit
apparaat voert.
Druk voor het veranderen van de ingangsmodus de
INPUT MODE toets op het voorpaneel of de
ingangskeuzetoets voor de huidige gekozen bron op de
afstandbediening in. (Zie pagina 35 voor bijzonderheden
betreffende het overschakelen van de ingangsmodus.)
6 Geef de bron weer.
7
Stel uitgangsniveau af.
8 Stel de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, enz., af
(zie pagina 39) en gebruik de digitale
geluidsveldprocessor. (Zie pagina’s 40–42.)
Voorpaneel
of
Afstandbediening
Ingangsmodus
INPUT MODE
DVD/LD
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
Voorpaneel
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
75
8
34
Wanneer u het gebruik van het apparaat wilt
stoppen
Druk de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel in of
druk de STANDBY toets op de afstandbediening in om de
standby functie in te stellen.
Kiezen van de bron die aangesloten is op
de EXTERNAL DECODER INPUT
aansluitingen als de ingangsbron.
Druk de EXT. DECODER toets in. “EXT. DECODER IN”
verschijnt op de display.
Opmerking
De ingangsbron die op deze manier is gekozen heeft voorrang
boven elke andere ingangsbron die reeds eerder is gekozen.
Druk voor het kiezen van een andere ingangsbron de EXT.
DECODER toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van
de display verdwijnt en gebruik vervolgens de INPUT
SELECTOR.
Opmerkingen betreffende de keuze van de
ingangsbronnen
Het kiezen van een ingangsbron betekent dat de bron wordt
gekozen die aangesloten is op de bijbehorende
ingangsaansluitingen op het achterpaneel.
* Kies “V-AUX” voor het selecteren van een bron
aangesloten op de VIDEO AUX aansluitingen op het
voorpaneel.
De instelling van de EXT. DECODER toets kan niet worden
geannuleerd door het kiezen van een andere ingangsbron.
Druk om deze instelling te annuleren de EXT. DECODER
toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van de
display verdwijnt.
Indien u een video-ingangsbron kiest zonder de instelling
van de EXT. DECODER toets te annuleren, zult u het beeld
van de videoingangsbron zien en het geluid horen van de
bron die gekozen is met behulp van de EXT. DECODER
toets.
Indien met behulp van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandbediening een andere audiobron wordt gekozen
terwijl u naar een videobron kijkt, wordt het geluid van de
nieuw gekozen audiobron weergegeven, alhoewel het beeld
van de videobron nog steeds zichtbaar blijft.
Wanneer u een ingangsbron kiest, zal het DSP programma
(of de status die bestond in het geval er geen DSP
programma gebruikt werd) welke was ingesteld toen
dezelfde ingangsbron voor het laatst werd gekozen,
automatisch worden opgeroepen.
Als een niet-gestandaardiseerde bron wordt weergegeven
of wanneer het apparaat dat de bron weergeeft niet goed
functioneert, zal de aanduiding “INPUT DATA ERR” op de
display verschijnen.
Voorpaneel
EXT. DECODER
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandbediening
STANDBY
of
Afstandbediening
EXT. DEC.
of
BASIS-BEDIENING
35
Nederlands
v Voor CD, TAPE/MD en TV/DBS bronnen:
De volgende drie ingangsmodi zijn beschikbaar.
AUTO:
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
1. Digitaal signaal dat gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
of normale digitale ingangssignalen (PCM)
2. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
* Indien bij een CD bron de digitale signalen worden
ingevoerd via zowel de OPTICAL als de COAXIAL
aansluitingen, wordt het digitale signaal van de COAXIAL
aansluiting gekozen.
DTS:
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen die
gecodeerd zijn met DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
ANALOG
In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen
gekozen, ook al worden digitale signalen tegelijkertijd
ingevoerd.
Kies deze modus wanneer u analoge ingangssignalen wilt
kiezen in plaats van digitale ingangssignalen.
v Voor DVD/LD bronnen:
De volgende vijf ingangsmodi zijn beschikbaar.
AUTO:
Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de
stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt.
In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de
volgende rangorde gekozen.
1. Dolby Digital RF signaal (DOLBY DIGITAL)
2. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital of
het DTS of normale digitale ingangssignalen (PCM)
3. Analoog ingangssignaal (ANALOG)
D.D.RF:
In deze modus wordt enkel het Dolby Digital RF signaal
gekozen.
DTS:
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen
gecodeerd met DTS gekozen, alhoewel overige signalen
tegelijkertijd worden ingevoerd.
DGTL:
In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen (DOLBY
DIGITAL, DTS of PCM) gekozen, ook al worden andere
soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd.
ANALOG
In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen
gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd
ingevoerd.
BASIS-BEDIENING
m Overschakelen van de ingangsmodus
Met deze apparatuur is het mogelijk de ingangsmodus over te schakelen voor bronnen die twee of meer soorten signalen naar deze
apparatuur zenden.
36
Opmerkingen betreffende het kiezen van de
ingangsmodus
De ingangsfunctie voor een TV/DBS bron wordt gekozen
met functie “7. TV/DBS INPUT” in de SET MENU modus.
Dit apparaat zal dan zodra de stroomtoevoer wordt
ingeschakeld automatisch op de gekozen ingangsfunctie
worden ingesteld.
Stel de ingangsfunctie in op de AUTO of D.D.RF modus
voor het weergeven van een DVD/LD bron die met Dolby
Digital gecodeerd is.
Kies de ANALOG modus voor het weergeven van een
normale 2-kanaal bron met een Dolby Pro Logic Surround
programma.
Het is mogelijk dat het uitgangsgeluid bij bepaalde LD en
DVD spelers in de volgende situatie kortstondig wordt
onderbroken:
De ingangsmodus is op AUTO ingesteld. Bij het weergeven
van een disc die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
wordt er een zoekfunctie gebruikt, vervolgens wordt de
weergave van de disc hervat. Het uitgangsgeluid wordt
kortstondig onderbroken omdat het digitale ingangssignaal
opnieuw wordt gekozen.
De ingangsmodus kan niet worden veranderd voor PHONO,
TUNER, VCR 1, VCR 2 en VIDEO AUX bronnen omdat er
enkel analoge signalen gebruikt worden.
De huidige ingangsmodus wordt aangegeven op de display
aan de voorzijde en op het monitorscherm wanneer de
ingangsbron veranderd wordt naar DVD/LD, CD, TAPE/MD
of TV/DBS of wanneer de ingangsmodus veranderd wordt.
Het huidige ingangssignaal zal eveneens worden
aangegeven wanneer de ingangsmodus naar AUTO wordt
veranderd, zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
* Het huidige ingangssignaal zal echter niet worden
aangegeven als de ingangsmodus wordt veranderd
wanneer de testfunctie voor de luidsprekers wordt
gebruikt. Op de display zal dan enkel AUTO worden
aangegeven.
Opmerkingen betreffende het weergeven van een bron
die gecodeerd is met DTS
Kies de DTS modus bij het weergeven van een LD of CD
bron die met DTS is gecodeerd. (De rode “dts” indicator
wordt verlicht op het displaypaneel aangegeven.) Als de
“AUTO” modus wordt gekozen, is het mogelijk dat u een
storingsgeluid hoort vlak nadat de weergave begint.
Deze bronnen kunnen niet in de ANALOG modus
worden weergegeven, aangezien er dan enkel
storingsgeluiden door de luidsprekers voortgebracht
zullen worden.
Dit apparaat wordt bij het weergeven van een CD of LD
bron die met DTS is gecodeerd in de AUTO modus in de
DTS decodeerfunctie geblokkeerd om storingsgeluiden
bij het uitvoeren van daarop volgende bedieningsstappen
te voorkomen. De rode “dts” indicator gaat dan
knipperen. In deze hierboven aangegeven modus zal er
geen geluid voortgebracht worden als een disc met
normale digitale signalen (PCM) via een CD of LD bron
wordt weergegeven. De INPUT MODE toets op het
voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor de huidige
bron op de afstandbediening moet worden ingedrukt
zodat “PCM” op het displaypaneel verschijnt.
BASIS-BEDIENING
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
37
Nederlands
1 Zet de REC OUT keuzeschakelaar in de SOURCE
positie.
2 Kies de bron die u wenst op te nemen.
3 Geef de bron weer en draai vervolgens de VOLUME
regelaar omhoog om de ingangssignaalbron te
controleren.
4 Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder,
enz.) of de videorecorder die op dit apparaat is
aangesloten.
Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de
afstandsbediening gebruikt.
Voorpaneel
Voorpaneel
of
Afstandbediening
CD
2
3
TAPE/MD
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
B
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
Voorpaneel
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
Opnemen van een bron op tape (of MD) of kopieren van tape
(of MD) naar tape (of MD)
m Opnemen van de weergavebron op tape (of MD)
BASIS-BEDIENING
3
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
2
1
38
m Opnemen van een bron op tape (of MD) tijdens het beluisteren (of bekijken
van een andere bron)
De bron (behalve voor “SOURCE”) die wordt gekozen met behulp van de REC OUT keuzeschakelaar kan worden opgenomen op
tapedeck (MD recorder) en/of videocassetterecorder, ongeacht de stand van de INPUT SELECTOR.
1 Kies de bron die u wilt opnemen.
2 Schakel de weergave van de bron in.
3 Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en
stel de VOLUME regelaar af om de klankuitvoer te
controleren.
4 Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder,
enz.) of de videorecorder.
5 Het geluid en/of beeld van de opname kan
gecontroleerd worden door het kiezen van het tapedeck
(of de videocassetterecorder) met behulp van de
INPUT SELECTOR.
6 Wanneer u een tussentijds een andere bron kiest met
behulp van de INPUT SELECTOR zal dit niet van
invloed zijn op de opname.
Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de afstandsbediening gebruikt.
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
Voorpaneel
of
Afstandbediening
CD
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
Voorpaneel
of
of
Afstandbediening
VOLUME
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
MASTER VOLUME
MUTE
TAPE/MD
3
1
3, 5, 6
3, 5, 6
3
TAPE/MD
A/B
REC/PAUSE
BA
A
CD
TUNER
VCR 1
B
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
DIR
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
BASIS-BEDIENING
39
Nederlands
Opmerkingen betreffende opnemen
De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, de
BASS EXTENSION toets en de instellingen van DSP zijn
niet van invloed op het opgenomen materiaal.
De gecombineerde video en S video signalen worden
onafhankelijk door de videocircuits van deze apparatuur
gevoerd. Wanneer u derhalve videosignalen opneemt of
kopieert en uw videobroneenheid alleen voor een S video (of
alleen een gecombineerd videosignaal) is aangesloten, kunt
u alleen een S video (of alleen een gecombineerd
videosignaal) op uw videorecorder opnemen.
En bron die enkel tussen optische digitale aansluitingen op
deze apparatuur wordt aangesloten, kan niet door een
ander tapedeck of andere videorecorder worden
opgenomen dan het tapedeck (of MD recorder, enz.) dat
aangesloten is op de OPTICAL TAPE/MD OUT aansluiting
van deze apparatuur.
Het Dolby Digital RF audio ingangssignaal kan niet worden
opgenomen door een tapedeck of videorecorder. Voor het
opnemen van een LD bron moet de LD speler aangesloten
worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting
en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze
apparatuur.
Een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de
EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit
apparaat kan niet worden opgenomen.
Controleer de wetten op het auteursrecht in uw land met
betrekking tot het maken van opnamen van platen, compact
discs, radio, enz. Het opnemen van materiaal waarop
auteursrecht rust kan inbreuk plegen op de auteurswet.
Indien u een videobron weevgeeft welke gebruik maakt van
scramble of gecodeerde signalen ter voorkoming van
kopiëren, kan het gebeuren dat de display-informatie die op
het scherm wordt aangegeven en/of het beeld zelf als gevolg
van deze signalen gestoord wordt.
BASIS-BEDIENING
m Afstellen van de BALANCE
regelaar
Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de
rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onbalans
van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de
luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de
ruimte waarin u zich bevindt.
Opmerking
Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
m Gebruik van de BASS EXTENSION
toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons
van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te
versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd
blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de
frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer
gebruikt wordt.
m Afstellen van de BASS en TREBLE
regelaars
BASS : Draai deze knop naar rechts om het
frekwentiebereik van de lage tonen te laten
toenemen (of naar links om het lage tonen bereik
te laten afnemen).
TREBLE : Draai deze knop naar rechts om het frekwentiebereik
van de hoge tonen te laten toenemen (of naar links
om het hoge tonen bereik te laten afnemen).
Opmerking
De regelaars zijn enkel effectief voor het geluid van de
hoofdluidsprekers.
m Gebruik van de TONE BYPASS
toets
Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit
(BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt
gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van
de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan
worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt
(OFF).
BASS TREBLE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
BASS
EXTENSION
TONE
BYPASS
BALANCE
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
BASS
EXTENSION
TONE
BYPASS
Geluidsregeling
40
Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor (DSP)
Afspelen van een bron met gebruik van een effect van de digitale
geluidsveldprocessor (DSP)
B
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
DISCSTOP
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
10 11
/
DTS
SURROUND
12
In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de
processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen
en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een
geschikt geluidsveldprogramma (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen
toevoegen.
Verder omvat deze apparatuur een Dolby Digital decoder en een Dolby Pro Logic Surround decoder voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor de voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met DTS gecodeerd zijn. De functie van deze decoders kan geregeld worden door het kiezen
van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van YAMAHA DSP en Dolby Digital, Dolby Pro Logic
Surround of DTS zijn opgenomen.
Deze apparatuur beschikt over 12 programma’s voor digitale geluidsveldprocessing; 7 die afgeleid zijn van werkelijk bestaande
akoestische omgevingen uit de gehele wereld en 5 programma’s voor audio/videobronnen. Bovendien beschikt elk programma over
twee subprogramma’s. Alle programma’s bevatten diverse parameters die overeenkomstig de persoonlijke voorkeur van de
luisteraar afgesteld kunnen worden.
Zie pagina 45 tot 49 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale geluidsveldprogramma’s.
1 Volg de stappen 1 – 7 aangegeven in “Weergeven van een bron” op de pagina’s 32-33.
2 Bij bediening vanaf het voorpaneel:
Als er geen programmanaam verlicht op het
displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT
toets indrukken om de digitale geluidsveld-
processor in te schakelen zodat een naam van een
DSP programma verlicht op het displaypaneel
en op het monitorscherm wordt aangegeven.
2
Bij bediening vanaf de afstandbediening:
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
PARAMETER
SET MENU
WORDT VERVOLGD
EFFECT
BASIS-BEDIENING
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
2
41
Nederlands
3 Kies een programma dat geschikt is voor de bron.
De naam van het gekozen programma wordt verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven.
4
Stel het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers af. (Zie voor bijzonderheden de bijbehorende beschrijvingen op
pagina 43 en 44.)
U kunt uw eigen geluidsveld naar eigen voorkeur creëren. (Zie voor bijzonderheden pagina 54 tot 58.)
Opmerkingen
De programmakeuze kan worden uitgevoerd met betrekking tot afzonderlijke ingangsbronnen. Zodra u een programma kiest,
wordt dit gekoppeld aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer u dus de volgende keer dezelfde ingangsbron
kiest, zal hetzelfde programma automatisch worden opgeroepen.
Indien u er de voorkeur aan geeft de DSP te annuleren, de EFFECT toets indrukken. Het geluid zal dan het normale 2-kanaal
stereo geluid worden zonder het surround geluidseffect.
Wanneer er een mono geluidsbron wordt afgespeeld met het programma PRO LOGIC (Normal/Enhanced) zal geen juist effect
worden bereikt. Verder kan het geluid onnatuurlijk klinken afhankelijk van hoe de luidsprekeruitgang is ingesteld (1A tot 1D) in de
SET MENU stand.
Wanneer de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital decoder of DTS decoder van dit apparaat gebruikt wordt en het
geluid van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door overmatige afstelling van de BASS of TREBLE regelaar, is het
mogelijk dat door de relatie tussen het middenkanaal en de achterkanalen een onnatuurlijk effect geproduceerd wordt.
Wanneer een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat
wordt gekozen, kan de DSP niet worden gebruikt en zal de EFFECT toets eveneens niet functioneren.
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCEFIT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
Naam van subprogramma
Programmanaam
Eenmaal of meerdere malen indrukken
a)
b) Kies een gewenst subprogramma door dezelfde DSP
programmakeuzetoets eenmaal of meerdere malen in
te drukken of door het indrukken van de +/– toetsen.
PROGRAM
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
TV/DBS
V-AUX
VCR 2
C
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
10 11
/
DTS
SURROUND
12
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
3
3
3
Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening:
BASIS-BEDIENING
42
m Kijken naar een videobron
gecodeerd met de Dolby Pro Logic
Surround, de Dolby Digital of het
DTS
Wanneer u het programma 10, 11 of 12 kiest en het
ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is, wordt Dolby
Pro Logic Surround gedecodeerd. Wanneer een bepaald
programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron
gecodeerd is met het Dolby Digital, zal het Dolby Digital
automatisch gedecodeerd worden.
Wanneer een bepaald programma is gekozen en het
ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het DTS, zal het
DTS automatisch gedecodeerd worden.
De volgende indicators op het displaypaneel geven aan welke
soort geluidsprocessing er wordt uitgevoerd.
1 Licht op wanneer een DVD bron die gecodeerd is met DTS
wordt weergegeven en DTS wordt gedecodeerd.
2 Licht op wanneer een LD bron of een CD bron die
gecodeerd is met DTS wordt weergegeven en DTS wordt
gedecodeerd.
3 Licht op wanneer Dolby Digital gedecodeerd wordt en de
signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met
Dolby Digital niet 2-kanaals is.
4 Licht op wanneer het Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerd wordt.
5 Licht op wanneer de digitale geluidsveldprocessor is
ingeschakeld.
Het displaypaneel of het monitorscherm zal het gekozen
subprogramma aangeven, overeenkomstig de soort van
decodering.
Opmerkingen
Dolby Digital zal niet worden gedecodeerd voor de bron die
niet met Dolby Digital gecodeerd is.
DTS zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met
DTS gecodeerd is.
Als de ingangssignalen van de bron die gecodeerd is met
Dolby Digital alleen in 2-kanalen zijn, is de
geluidsprocessing voor deze signalen hetzelfde als bij die
voor de analoge of PCM audiosignalen.
De indicator 3 licht eveneens op wanneer de
ingangsfunctie op “D.D.RF” wordt ingesteld, ook als er geen
signaal dat met Dolby Digital gecodeerd is naar dit apparaat
wordt ingevoerd.
Opmerking
Als u de LD (of CD) die met het DTS gedecodeerd wordt
weergegeven verwisseld voor een andere disc die niet met het
DTS gedecodeerd is en de rode “dts” indicator brandt, zal er
wanneer de nieuw gekozen disc wordt weergegeven geen
geluid worden voortgebracht. In deze toestand zal de rode
“dts” indicator knipperen om aan te geven dat dit apparaat in
de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd is.
Verander om de disc normaal te kunnen weergeven de
huidige DTS-decodeerfunctie in een andere functie door een
ingangskeuzetoets op de afstandbediening in te drukken of de
INPUT MODE toets op het voorpaneel zodanig in te drukken
dat de rode “dts” indicator uit gaat.
m Uitschakelen van het effectgeluid
Met behulp van de EFFECT toets op het voorpaneel en de
EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening is het
eenvoudig het normale stereo geluid te vergelijken met het
volledige bewerkte effectgeluid.
Druk voor het uitschakelen van het effectgeluid en het enkel
beluisteren van het hoofdgeluid de EFFECT ON/OFF toets of
de EFFECT toets in. Druk de EFFECT ON/OFF toets of de
EFFECT toets een tweede maal in om het effectgeluid te
herstellen.
Opmerkingen
Als het effectgeluid wordt uitgeschakeld wanneer de
signalen die gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar
dit apparaat worden gevoerd, zullen de signalen van alle
kanalen gemengd worden en via de hoofdluidsprekers
worden weergegeven.
Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wanneer
Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt, is het mogelijk dat
afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of
niet normaal wordt weergegeven. Druk in dat geval de
EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets in om de
effectgeluiden ON te schakelen of gebruik ingangssignalen
die niet met de Dolby Digital of het DTS gecodeerd zijn.
Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt
ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wordt er,
afhankelijk van de huidige digitale ingangssignalen, enige
informatie weergegeven op het displaypaneel. Wanneer
bijvoorbeeld Dolby Digital wordt gedecodeerd wordt op het
displaypaneel de samplefrequentie en de kanaalformatie
aangegeven.
Bijv.)
* Als de ingangsbron een Dolby Digital KARAOKE bron in, zal
“K” aan het begin van de kanaalformatie worden
aangegeven.
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
DIGITAL SOURCE
AC 3 DTS PCM
1
3
2
4
5
Voorpaneel
of
Afstandbediening
EFFECT
EFFECT
ON/OFF
Aftastfrekwentie
is 48 kHz.
Drie kanalen aan de voorzijde
Twee kanalen aan de achterzijde
EFFECT OFF
fs=48k in : 3/2
BASIS-BEDIENING
43
Nederlands
Afstellen van het uitgangsniveau van de midden, rechter achterste en linker
achterste, voorste effect-luidsprekers en subwoofer
U kunt het uitgangsniveau van het geluid van elk van de
luidsprekers afstellen, ook al is het uitgangsniveau reeds
ingesteld bij “Afstelling van de luidsprekerbalans” op de
pagina’s 29 tot 31.
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand.
2
3 Druk een van de hieronder aangegeven toetsen
eenmaal of meerdere malen in totdat de naam van de
luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de
display verschijnt.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt verandert de
selectie zoals aangegeven in bovenstaande tabel.
* Door het indrukken van de toets op de afstandbediening
verandert de selectie in omgekeerde volgorde.
4 Stel het niveau van de gekozen luidspreker(s) af.
5 Herhaal de stappen 2 en 3 voor het maken van
afstellingen voor de overige luidspreker(s).
CENTER
R SUR.
L SUR.
FRONT
SWFR
(Uitgangsniveau van middelste luidspreker)
(Uitgangsniveau van rechter achterste luidspreker)
(Uitgangsniveau van linker achterste luidspreker)
(Uitgangsniveau van voorste effect-luidspreker)
(Uitgangsniveau van subwoofer)
m Methode van afstelling
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn.
LEVEL
LEVEL
PARAMETER
SET MENU
of
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
V-AUX
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
2, 3
3, 4
1
BASIS-BEDIENING
44
Opmerkingen
Als het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal de
niveauwaarde hetzelfde zijn bij alle digitale
geluidsveldprogramma’s.
De waarde van het uitgangsniveau van elke luidspreker die
u de laatste keer heeft ingesteld, zullen in het geheugen
bewaard blijven ook als dit apparaat op de standby functie
is ingesteld.
Indien echter het netsnoer gedurende langer dan één week
niet wordt aangesloten, zullen deze waarden automatisch
teruggesteld worden naar de oorspronkelijke in de fabriek
gemaakte instellingen.
Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus
op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau
van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is
omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de
linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
Wanneer een van de DSP programma’s Nr. 1 tot 7 is
gekozen, kan het uitgangsniveau van de middenluidspreker
niet afgesteld worden.
Wanneer niet verlicht op de display wordt
aangegeven, kan het uitgangsniveau van de voorste effect-
luidspreker niet afgesteld worden.
DSP
BASIS-BEDIENING
Luidsprekers
CENTER
RIGHT SURROUND (R SUR.)
LEFT SURROUND (L SUR.)
FRONT
SUBWOOFER (SWFR)
Vooringestelde waarde
0
0
0
0
0
Regelbereik (dB)
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot 0
45
Nederlands
In onderstaande lijst worden korte beschrijvingen gegeven van de geluidsvelden die door elk van de DSP programma’s
geproduceerd worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s preciese digitale reproducties zijn van
werkelijk bestaande akoestische omgevingen. De data voor deze diverse geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande lokaties
met behulp van geavanceerde geluidsveld-meetapparatuur.
Opmerking
De balans van het kanaalniveau tussen de linker en de rechter achterste effect-luidsprekers kan verschillend zijn
afhankelijk van het geluidsveld waar in u luistert. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste geluidsvelden
reproducties zijn van werkelijke akoestische omgevingen.
m Programma’s Nr. 1 tot 7: Hi-Fi DSP programma’s (voor audiobronnen)
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, achter, voorste effect
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( )
Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
BIJZONDERHEDEN
Dit is een grote waaiervormige concertzaal in München met ongeveer 2500
zitplaatsen. Bijna het gehele interieur is vervaardigd uit hout. Er is relatief
weinig weerkaatsing van de linker en rechter muren en de klanken worden
verfijnd en prachtvol weergegeven.
Een klassieke rechthoekige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen.
Pilaren en gebeeldhouwde versieringen zorgen voor een uitermate
complexe akoestiek. Deze weerkaatsingen en de weerkaatsingen uit alle
richtingen van de zaal zorgen voor bijzonder volle en rijke klanken.
Dit is een grote concertzaal met 2600 zitplaatsen in de Verenigde Staten
welke gekenmerkt wordt door een nogal traditioneel Europees ontwerp.
Het interieur is relatief eenvoudig en suggereert een Amerikaanse smaak.
De klanken van de midden en hogere frekwenties worden rijk en prachtvol
weergegeven.
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke
weerkaatsingen vanuit alle richtingen benadrukken het bereik van de klanken.
U zult het geluidsveld ervaren met een grote mate van aanwezigheid, waarbij
u ongeveer in het midden bij het podium zit.
Dit geluidsveld is ook effectief voor karaoke. Dit komt doordat u de
gewaarwording krijgt op een echt podium te staan.
De akoestische omgeving van een grote kerk met een hoge koepel en pilaren
langs de zijkanten wordt nagebootst. Het interieur produceert zeer lange
nagalmen.
Dit is een geluidsveld dat gecreëerd wordt door de refter (eetzaal) van het
klooster, een prachtig Middeleeuws gebouw dat zich bevindt in Royaumont
even buiten Parijs. De koepelvormige ruimtes in het plafond die gevormd
worden door de ondersteunende pilaren zorgen voor weerkaatsingen van
echo en voor mooie, lang aanhoudende klanken.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
1 CONCERT Europe Hall A
HALL 1
Europe Hall B
2 CONCERT U.S.A. Hall C
HALL 2
Live Concert
3 CHURCH Freiburg
Royaumont
Kort overzicht van de digitale geluidsveldprogramma’s
BASIS-BEDIENING
46
BIJZONDERHEDEN
Dit is het geluidsveld voor aan het podium in “The Bottom Line”, een
bekende jazzclub in New York. Links en rechts van het podium is er een
ruimte voor 300 personen in een geluidsveld dat realistische en vibrerende
klanken ten gehore geeft.
Een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een
relatief groot vloeroppervlak. Het patroon van de weerkaatsing is hetzelfde
als die van een kleine zaal.
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De
gegevens voor dit programma werden opgenomen in een van de meest
populaire rockclubs in Los Angeles.
Geeft u lange vertragingstijden tussen de directe klanken en de effect-
klanken en een buitengewoon ruimtelijk effect van een groot arena theater.
Bootst de akoestische omgeving na van een levendige disco in het hart
van een zeer levendige stad. De klanken worden dichtbij elkaar en in hoge
mate geconcentreerd weergegeven. Dit programma wordt ook gekenmerkt
door het feit dat de geluiden een “onmiddellijke” directheid hebben met
veel energie.
Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij partijen
waar u het geluid ook rechtstreeks van de achterzijde kunt horen,
waardoor het genieten van muziek over een brede ruimte mogelijk is.
Dit programma geeft u de lange vertragingen en het buitengewone
ruimtelijke effect van een openlucht stadion in Los Angeles dat een
diameter heeft van niet minder dan 300 m.
Een openlucht stadion met de typisch kuipvormige opstelling van de
zitplaatsen. De weerkaatsingen vanaf stoelen ver van uw positie zijn
vanuit alle richtingen waarneembaar.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
4 JAZZ CLUB The Bottom Line
Village Gate
5 ROCK Roxy Theatre
CONCERT
Arena
6
ENTERTAINMENT
Disco
Party
7 STADIUM Anaheim
Bowl
BASIS-BEDIENING
47
Nederlands
BIJZONDERHEDEN
Geeft een bijzondere diepte en helderheid aan de zang, waarbij
overmatige nagalm beperkt blijft.
Voor opera worden de orkestbak en het podium op ideale wijze
gecombineerd, waardoor u het gevoel krijgt bij een live uitvoering
aanwezig te zijn. De achterste surround-zijde van het geluidsveld is
relatief gematigd, echter door middel van het gebruik van gegevens van
een concertzaal worden er prachtige klanken gereproduceerd. U zult niet
vermoeid raken bij het langdurig kijken naar een opera.
Voorziet in een enthousiaste atmosfeer en maakt dat u voelt zich in het
midden van de actie te bevinden, alsof u werkelijk een jazz of rockconcert
bezoekt.
Het bestanddeel van de indirecte klank verspreidt zich langs de surround-
zijde van het geluidsveld door middel van het gebruik van de gegevens
van een grote ronde zaal voor de surround-zijde, zodat de beeldruimte
rond het scherm en de klankruimte ten volle uitgebreid worden.
Dit programma is voor het reproduceren van mono videobronnen (oude
films, enz.). Mono-klanken worden met veel live-effect aan de live-zijde
van het geluidsveld gereproduceerd, samen met een optimaal nagalm-
effect. Het gebruik van de middenluidspreker zorgt er voor dat de dialoog
beter verstaanbaar is, waardoor er een aangename vermenging van beeld
en dialoog verkregen wordt.
Alhoewel de voorste live-zijde van het geluidsveld relatief smal is, maakt
de achterste surround-zijde gebruik van de geluidsomgeving van een
grote concertzaal. Met dit programma kunt u genieten van het kijken naar
diverse TV programma’s, zoals het nieuws, varieté shows,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s. In een stereo-uitzending van
een sportprogramma, is de commentator naar de middenpositie gekeerd,
terwijl het geroep en de atmosfeer in het stadion zich aan de surround-
zijde verspreidt, alhoewel verspreiding naar de achterzijde in de juiste
mate beperkt wordt.
Nr. PROGRAMMA
SUBPROGRAMMA (TYPE)
8 CONCERT Classical/Opera
VIDEO
Pop/Rock
9 TV THEATER Mono Movie
Variety/Sports
m Programma’s Nr. 8 tot 12: CINEMA-DSP programma’s (voor
audio/videobronnen)
Deze programma’s maken gebruik van de Dolby Pro Logic decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder.
De verdeling van de uitgangssignalen van de luidsprekers is voor elk programma als volgt:
Nr. 8, 9, 10, 11: hoofd, midden, achter, voorste effect
Nr. 12 (Normal): hoofd, midden, achter
Nr. 12 (Enhanced): hoofd, midden, achter, voorste effect
Bij alleen de programma’s Nr. 8 en 9 lichten de indicators op als volgt.
Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( )
Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( )
Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( )
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
BASIS-BEDIENING
48
BIJZONDERHEDEN
Creëert het buitengewoon brede geluidsveld van een
bioscooptheater. Het reproduceert op nauwkeurige wijze
het brongeluid in alle bijzonderheden, hetgeen zowel aan
de video als het geluidsveld een ongelofelijke realiteit
geeft. Elke soort videobron die gecodeerd is met het
Dolby Surround of het DTS (vooral grootschalige
filmproducties) is ideaal voor gebruik met dit programma.
Reproduceert op duidelijke wijze de dialoog en de
geluidseffecten volgens de meest recente
klankontwerpen van science-fiction films, waarbij er
tussen de stiltes een brede en expansiegerichte
filmische ruimte gecreëerd wordt. U kunt genieten van
science-fiction films in een geluidsveld in een virtuele
ruimte met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS-
gecodeerde software die gebruik maakt van de meest
geavanceerde technieken.
Ideaal voor het op nauwkeurige wijze weergeven van de
klankstructuur van de nieuwste meersporen films. Het
geluidsveld is identiek aan dat van de nieuwste
filmtheaters, zodat de nagalmen van het geluidsveld zelf
zoveel mogelijk beperkt worden. De data van het
geluidsveld van een operagebouw worden gebruikt voor
de voorste podiumzijde, zodat het drie-dimensionale
gevoel van het geluidsveld wordt benadrukt en de
dialoog nauwkeurig op het scherm wordt georiënteerd.
Door middel van het gebruik van data van het
geluidsveld van een concertzaal voor de achterste
surround zijde, wordt er een krachtige nagalm verkregen.
Met dit programma kunt u genieten van actiefilms,
avonturenfilms, enz. met veel effect.
Voor de reproductie van een meersporen-film en wordt
gekenmerkt door een zacht en uitgebreid geluidsveld. De
voorste live-zijde van het geluidsveld is relatief smal. Het
verspreidt zich in de volledige ruimte rondom en in de
richting van het scherm, waarbij het echo-effect van de
dialoog beperkt wordt, zonder dat er echter aan de
duidelijkheid afbreuk gedaan wordt. Aan de surround-
zijde wordt de harmonie van de muziek of het koor mooi
in een brede ruimte aan de achterzijde van het
geluidsveld weergegeven.
Nr. PROGRAMMA SUBPROGRAMMA (TYPE)
10 MOVIE 70 mm Spectacle
THEATER 1 ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL Spectacle
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS Spectacle
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
70 mm Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS Sci-Fi
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
11 MOVIE 70 mm Adventure
THEATER 2 ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL Adventure
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS Adventure
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
70 mm General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DGTL General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS General
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
De programma’s Nr. 10 tot 11 zijn geschikt voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die
gecodeerd zijn met Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS
(voorzien van het “dts” logo).
BASIS-BEDIENING
49
Nederlands
BIJZONDERHEDEN
De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder, de
Dolby Digital decoder of de DTS decoder reproduceert
nauwkeurig de geluiden en de geluidseffecten van een
bron die met de Dolby Surround of de DTS gecodeerd is.
Door het gebruik van een uiterst efficiënt
decoderingsproces wordt de crosstalk en de
kanaalscheiding verbeterd en wordt de klankbron meer
gelijkmatig en nauwkeurig overgebracht.
De multi-surround luidsprekersystemen van het nieuwste
filmtheater op ideale wijze nagebootst. De digitale
geluidsveldprocessing en de Dolby Surround decodering
of de DTS decodering worden uiterst nauwkeurig
uitgevoerd zonder dat daarbij de oorspronkelijk klank-
oriëntatie gewijzigd wordt. Door de surround-effecten die
door dit geluidsveld gereproduceerd worden, wordt de
toeschouwer op natuurlijke wijze van achteren naar de
linker en rechter zijde en in de richting van het scherm
verplaatst.
Nr. PROGRAMMA SUBPROGRAMMA (TYPE)
12 /DTS PRO LOGIC/Normal ()
SURROUND Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DOLBY DIGITAL/Normal ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS DIGITAL SUR./Normal ()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
PRO LOGIC/Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM audio is of gecodeerd met
Dolby Digital in 2 kanalen.
DOLBY DIGITAL/Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
gecodeerd is met Dolby Digital
(niet in 2 kanalen).
DTS DIGITAL SUR./Enhanced
()
Functioneert wanneer het ingangssignaal
met DTS gecodeerd is.
DSP
DSP
DIGITAL
DSP
PRO LOGIC
DIGITAL
PRO LOGIC
Opmerking: Als de stand “NONE” is gekozen op “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus, zal er door de middenluidspreker(s)
geen geluid worden voortgebracht.
Programma Nr. 12 is voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby
Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS (voorzien van het “dts”
logo).
BASIS-BEDIENING
50
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. REAR SP
1C. MAIN SP
1D. LFE/BASS OUT
1E. SYS. SETUP
1F. MAIN LEVEL
2. DLBY DGTL SET
2A. LFE LEVEL
2B. D-RANGE
3. DTS SET
3A. LFE LEVEL
4. CENTER DELAY
05. PARAMETER INI
06. MEMORY GUARD
07. TV/DBS INPUT
08. DIMMER
Met behulp van de volgende acht functies is het mogelijk optimaal gebruik te maken van uw systeem hetgeen u een grotere voldoening
verschaft bij het luisteren naar audiobronnen en bekijken van videofilms.
“SET MENU” modus
Zie tijdens de bediening de informatie die op het displaypaneel
of op het monitorscherm wordt aangegeven. Om de informatie
op de monitor te kunnen zien moet de stroomtoevoer van de
monitor ingeschakeld worden.
Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/SET
MENU schakelaar in de SET MENU stand.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend
zijn.
1 Kies voor het maken van de wijzigingen de functie van
toepassing door een van de volgende toetsen eenmaal of
meerdere malen in te drukken.
2 Kies de gewenste stand of bewerk de parameter voor de
functie door een van de volgende toetsen eenmaal of
meerdere malen in te drukken.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 voor het wijzigen van een
instelling of het afstellen van een overige functie.
Opmerking
Voor elk van de functies wordt op de pagina’s 51 tot 53 een
gedetailleerde afstellingsmethode aangegeven via het gebruik
van de toetsen van de afstandbediening. Let bij gebruik van de
toetsen van het voorpaneel op de volgende punten:
De +/– toetsen op de afstandbediening zijn identiek aan de
SET MENU +/– toets op het voorpaneel.
De toets op de afstandbediening is identiek aan de NEXT
toets op het voorpaneel.
De toets op de afstandbediening kan worden gebruikt voor
het veranderen van selecties in de omgekeerde volgorde van
de toets.
Afstandbediening
Afstandbediening
PARAMETER
SET MENU
m Wijzigingen en afstellingen
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2
CINEMA DSP
7ch
VOLUME
INPUT SELECTOR
INPUT MODE
l6
20
28
40
60
l2
8
4
2
0
–dB
PHONES
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE BALANCE
TONE
BYPASS
VCR 2
VIDEO AUX
REC OUT
VCR 1
TV/DBS
PHONO
TUNER
CD
DVD/LD
SOURCE
TAPE/MD
VIDEO AUX
NEXT EFFECT PROGRAM
A
SPEAKERS
B
SET MENU
EXT. DECODER
STANDBY/ON
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
LR
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
55
4
3
2
l
0
l
2
3
4
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
/
DTS
SURROUND
12
21
1, 2
Instellen op
“SET MENU”.
Voorpaneel
of
NEXTSET MENU
Voorpaneel
of
NEXTSET MENU
51
Nederlands
1. SPEAKER SET (kiezen van de uitgangsfuncties die geschikt zijn voor uw
luidsprekersysteem)
Zie pagina 26–27 voor bijzonderheden. (Wanneer u eenmaal de juiste functies heeft gekozen, hoeft u geen wijzigingen meer aan te
brengen tot het moment dat u uw luidsprekersysteem verandert.)
m Functie beschrijvingen
2. DLBY DGTL (DOLBY DIGITAL) SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “2. DLBY DGTL SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “2A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Druk voor het kiezen van de titel “2B. D-RANGE” de toets in. (Druk voor het opnieuw kiezen van de titel “2A. LFE
LEVEL”, de toets in.) Maak vervolgens een wijziging van de instelling of een afstelling met behulp van de + of – toets.
2A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal]
Regelbereik: –20 dB tot 0 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital
gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron
die gecodeerd is met Dolby Digital LFE signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen
van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden
uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte
van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor
bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.)
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
Keuzes: MAX/STD/MIN
Vooringestelde positie: MAX
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital
gedecodeerd wordt.
“Dynamisch bereik” is het verschil tussen het maximum niveau
en het minimum niveau van geluiden. Geluiden op een film
welke oorspronkelijk bestemd is voor bioscooptheaters
kenmerken zich door een zeer breed dynamisch bereik.
Met behulp van de Dolby Digital technologie kan het
oorspronkelijke geluidsspoor in een huiskamer-audioformaat
worden omgezet waarbij dit brede dynamische bereik
onveranderd blijft.
Krachtige geluiden met een buitengewoon breed dynamisch
bereik zijn niet altijd geschikt voor huiskamergebruik.
Afhankelijk van de omstandigheden van uw luisteromgeving,
bestaat de kans dat het niet mogelijk is het uitgangsniveau van
het geluid zo hoog in te stellen als in een bioscooptheater het
geval is. Echter, op een niveau dat geschikt is voor het
luisteren in uw kamer, kunnen de delen van een bron met laag
niveau niet goed gehoord worden aangezien deze verloren
raken in de achtergrondgeluiden van uw omgeving.
Met behulp van Dolby Digital technologie is het eveneens
mogelijk het dynamische bereik van een oorspronkelijk
geluidsspoor terug te brengen op huiskamer-audioformaat
door de data van de klanken “samen te drukken”.
MAX: In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital in het brede dynamische bereik van het
oorspronkelijke geluidsspoor gereproduceerd,
waardoor bereikt wordt dat u kunt genieten van
krachtige geluiden die vergelijkbaar zijn met die in
een bioscooptheater.
Het kiezen van deze positie zal nog meer tot zijn
recht komen, indien u kunt luisteren naar een bron
op een hoog uitgangsniveau in een kamer die
speciaal voor het genieten van audio/video
geluiddicht gemaakt is.
STD (Standard):
In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met
Dolby Digital gereproduceerd in het “samengedrukte”
dynamische bereik van de bron welke geschikt is
voor het beluisteren op een laag niveau.
MIN: In deze positie wordt het dynamische bereik verder
versmald dan in de STD positie. Het kiezen van deze
positie zal van dienst zijn wanneer u moet luisteren
naar een bron op een buitengewoon laag
uitgangsniveau.
* In deze positie kan het voorkomen dat afhankelijk
van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of
niet normaal wordt weergegeven. Kies in dat geval
de MAX of STD positie.
2B. D-RANGE (afstellen van het dynamische bereik)
52
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
4. CENTER DELAY [afstellen van de vertraging van de middengeluiden (dialoog, enz.)]
Regelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms)
Vooringestelde waarde: 0 ms
Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital of
DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen
bron die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS
middenkanaalsignalen bevatten.
Stelt de vertraging af tussen de hoofdgeluiden (op de
hoofdkanalen) en de dialoog, enz. (op het middenkanaal).
Naarmate de waarde groter is, wordt de dialoog, enz. later ten
gehore gebracht.
Het is mogelijk dat in uw audiosysteem de afstand van de
middenluidspreker naar uw luisterpositie korter is dan de
afstand van de linker of rechter hoofdluidspreker naar uw
luisterpositie. In dat geval kunnen de geluiden van de linker
hoofdluidspreker, de middenluidspreker en de rechter
hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment
bereiken door het geluid van de middenluidspreker te
vertragen.
5. PARAMETER INI (Initialiseren van parameters op een DSP programma)
U kunt alle parameter-instellingen op een DSP programma
initialiseren. Een DSP programma heeft echter twee of drie
sub-programma’s; alle parameters op beide sub-programma’s
worden door deze bewerking geïnitialiseerd.
Initialiseringsmethode
Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina
50 de + of – toets in om de DSP programmanummers (1 – 12)
op de display te laten verschijnen. Een programmanummer
waarvan de parameters veranderd werden wordt gemarkeerd
door “
*
”. Druk een DSP programmakeuzetoets in die
overeenkomt met het programmanummer waarvan u de
parameters wenst te initialiseren. Wanneer de parameters zijn
geïnitialiseerd zal de “
*
” markering verdwijnen.
3. DTS SET
Afstellingsmethode
Druk na het kiezen van de titel “3. DTS SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “3A. LFE LEVEL” te laten
verschijnen. Stel vervolgens het niveau er van af met behulp van de + of – toets.
3A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal]
Regelbereik: –10 dB tot 10 dB
Vooringestelde waarde: 0 dB
Deze afstelling is enkel effectief wanneer DTS
gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron
die gecodeerd is met DTS LFE signalen bevatten.
Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect)
kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen
van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden
uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte
van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor
bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.)
53
Nederlands
7. TV/DBS INPUT (kiezen van de begin-ingangsmodus van de bron die aangesloten is op
de TV/DBS aansluiting)
Voor de bron die aangesloten is op de TV/DBS aansluitingen
van deze apparatuur, kunt u de ingangsmodus bepalen die
automatisch wordt gekozen wanneer de stroomtoevoer naar
deze apparatuur wordt ingeschakeld.
AUTO: In deze positie wordt de AUTO ingangsmodus altijd
gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze
apparatuur wordt ingeschakeld.
LAST: In deze positie wordt de ingangsmodus die u het laatst
heeft gekozen in het geheugen opgeslagen en zal niet
worden veranderd ook als de stroomtoevoer naar
deze apparatuur wordt uitgeschakeld.
* Zie pagina 35 voor bijzonderheden betreffende het
overschakelen van de ingangsmodus.
8. DIMMER (veranderen van de helderheid van het displaypaneel)
U kunt de helderheid van het displaypaneel in stappen van vijf
graden afstellen.
6. MEMORY GUARD (Vergrendelen van DSP parameters en overige afstellingen)
Indien u abusievelijke wijziging van DSP parameters en
overige afstellingen op deze apparatuur wenst te voorkomen,
“ON” kiezen. In deze posities zijn de instellingen vergrendeld
en kunnen deze niet gewijzigd worden. De volgende functies
op deze apparatuur kunnen door deze bedieningswijze
vergrendeld worden.
DSP parameters
Overige functies in de “SET MENU” modus
ON SCREEN displaytoets
LEVEL toets
TEST toets
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
54
Wat is een geluidsveld?
Om de indrukwekkende functies van het DSP nader te kunnen
verklaren, dienen we eerst te begrijpen wat precies een
geluidsveld is.
De rijke, volle klanken van een live instrument worden in feite
bepaald door de meervoudige weerkaatsingen van de muren
van de kamer. Afgezien van het feit dat het geluid “live”
gemaakt wordt, stellen deze weerkaatsingen ons in staat te
vertellen waar de muzikant gezeten is, alsmede de grootte en
de vorm van de kamer waarin we ons bevinden. We kunnen
zelfs opmerken of de kamer bijzonder weerkaatsend is met
oppervlakken van staal en glas, of meer absorberend is met
houten panelen, vloerbedekking en gordijnen.
De elementen van een geluidsveld
In elke omgeving zijn er naast het directe geluid dat vanaf het
instrument van de muzikant recht naar onze oren toe komt
twee aparte soorten geluidsweerkaatsingen die samen in
combinatie het geluidsveld bepalen:
(1) Eerste weerkaatsingen.
Weerkaatste geluiden bereiken onze oren bijzonder snel
(50 ms – 100 ms na het directe geluid), na weerkaatsing
van slechts één oppervlak — bijvoorbeeld vanaf het
plafond of een muur. Deze weerkaatsingen vallen voor
elke soort omgeving onder specifieke patronen zoals
aangegeven in het schema op pagina 56 en geven
belangrijke informatie aan onze oren door. Eerste
weerkaatsingen zorgen er voor dat er helderheid aan het
directe geluid wordt toegevoegd.
(2) Nagalm.
Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsingen van meer
dan één oppervlak — muren, plafond, de achterzijde van
de kamer — zo talrijk dat deze samensmelten en een
onafgebroken akoestische “nagloei” vormen. Deze zijn
niet-richtingbepaald en verminderen de helderheid van het
directe geluid.
De combinatie van direct geluid, eerste weerkaatsingen en
daaropvolgende nagalm helpen ons de relatieve grootte en
vorm van de kamer te bepalen. Het is deze informatie die door
het DSP voor het creëren van geluidsvelden gereproduceerd
wordt.
Indien u de juiste eerste weerkaatsingen en daaropvolgende
nagalm in uw luisterkamer zou kunnen creëren, zou u in staat
zijn uw eigen luister-omgeving te kunnen samenstellen. De
akoestiek in uw kamer zou veranderd kunnen worden in die
van een concertzaal, een dansvloer of in feite elke kamer van
wat voor grootte dan ook. Deze mogelijkheid om willekeurig
welk geluidsveld dan ook te kunnen creëren is precies datgene
wat Yamaha met het DSP bereikt heeft.
DSP programma’s bestaan uit een aantal parameters voor het
bepalen van de grootte van de kamer, de nagalmtijd, de
afstand tussen u en de muzikant, enz. In elk programma zijn
deze parameters voorgeprogrammeerd met waarden die door
Yamaha precies zijn berekend voor de samenstelling van een
geluidsveld dat uniek is voor het programma. Het wordt
aanbevolen de DSP programma’s te gebruiken zonder de
waarden van de parameters te veranderen. Met deze
apparatuur echter is het mogelijk uw eigen geluidsvelden te
creëren. Te beginnen met een van de ingebouwde
programma’s, is het mogelijk deze parameters af te stellen.
Ook wanneer het netsnoer van dit apparaat uit het stopcontact
wordt verwijderd, zullen de door uzelf samengestelde
geluidsvelden gedurende ongeveer twee weken in het
geheugen van het DSP bewaard blijven. Op de volgende
pagina wordt in detail beschreven hoe u uw eigen
geluidsvelden kunt samenstellen.
Afgezien van de “TYPE” parameter welke de sub-programma’s
binnen elk van de DSP programma’s kiest (bijv. “Europe Hall
A”, en “Europe Hall B” voor het programma 1, “CONCERT
HALL 1”), beschikt elk programma ook over een groep
parameters die u in staat stellen de karakteristieken van de
akoestische omgeving te veranderen om precies het door u
gewenste effect te kunnen creëren. Deze parameters komen
overeen met de vele natuurlijke akoestische factoren die het
geluidsveld bepalen dat u ervaart in een echte concertzaal of
andere luisteromgeving. De grootte van de kamer bijvoorbeeld
is van invloed op de lengte van tijd tussen de “eerste
weerkaatsingen” — dit wil zeggen, de eerste paar ver uit
elkaar liggende weerkaatsingen die u hoort na het directe
geluid. Met de “ROOM SIZE” parameter die in vele van de
DSP programma’s aanwezig is kan de tijdsduur tussen deze
weerkaatsingen gewijzigd worden, waardoor de vorm van de
“kamer” die u hoort veranderd wordt. Afgezien van de grootte
van de kamer, hebben de vorm van de kamer en de
karakteristieken van de oppervlakken ervan een belangrijke
invloed op het uiteindelijke geluid. Oppervlakken die geluid
absorberen bijvoorbeeld, zorgen er voor dat de
weerkaatsingen en de nagalm sneller uitsterven, terwijl
oppervlakken die in hoge mate weerkaatsend zijn er voor
zorgen dat de weerkaatsingen gedurende een langere
tijdsperiode blijven doorgaan. Met behulp van de DSP
parameters kunnen deze en vele overige factoren die uw
persoonlijk samengestelde geluidsveld bepalen geregeld
worden, waardoor u in feite in staat gesteld wordt de
beschikbare concertzalen, theaters, enz. “opnieuw te
ontwerpen” voor het samenstellen van naar eigen voorkeur
gecreëerde luisteromgevingen die op ideale wijze
overeenkomen met uw eigen smaak en muzikale preferenties.
Zie “Beschrijvingen van digitale geluidsveldparameters” op de
pagina’s 56–58 voor een beschrijving van wat elke parameter
doet, hoe deze van invloed is op het geluid en het regelbare
bereik ervan.
Samenstellen van uw eigen geluidsvelden
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
55
Nederlands
m Kiezen en bewerken van programma-parameters
Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening en te kijken naar het monitorscherm of het
displaypaneel.
Opmerking
Informatie op het monitorscherm zal
gemakkelijker af te lezen zijn dan op het
displaypaneel het geval is.
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de
afstandbediening in de PARAMETER stand zetten.
Opmerking: De kap van de afstandbediening moet
geopend zijn.
2 Schakel uw monitor in. Als de huidige gekozen soort
display niet de volledige display is, de ON SCREEN
toets indrukken en de volledige display kiezen.
3 Als er geen DSP programma is gekozen, een gewenst
programma kiezen.
De gekozen programmanaam en de bijbehorende
parameters zullen op het monitorscherm worden
aangegeven. De pijlvormige cursor wijst naar de naam
van het subprogramma.
4 Kies het subprogramma.
Druk de toets voor het huidige
gekozen programma eenmaal
of meerdere malen in.
5 Kies de parameter
die u wilt bewerken.
6 Verander de waarde op
de gekozen parameter
om het door u gewenste
effect te creëeren.
Met “+” neemt de waarde van de gekozen parameter toe en
met “–” neemt de waarde van de gekozen parameter af. In
beide gevallen kunt u de toets ingedrukt blijven houden om
snel de gewenste waarde te bereken.
De display zal bij wijze van herinnering kortstondig bij de
eerste ingestelde waarde van de parameter pauzeren.
(Op het monitorscherm, zal bij het bereiken van de eerste
ingestelde waarde van de parameter het
*
symbool vooraan
de naam van de parameter verdwijnen.)
Opmerkingen
Zie de pagina’s 56 tot 58 voor nadere bijzonderheden
betreffende de parameters.
Parameter-bewerkingen die op deze wijze gemaakt worden
zullen gedurende ongeveer twee weken in het geheugen
bewaard blijven, ook als er tengevolge van een
stroomstoring een onderbreking van de netspanning is of de
stekker uit het stopcontact verwijderd is. Daarna zullen alle
parameters alsmede de overige afstellingen of wijzigingen
van instellingen op deze apparatuur naar hun
oorspronkelijke waarden of status terugkeren.
PARAMETER
SET MENU
ON SCREEN
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCEFIT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCEFIT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
10 11
/
DTS
SURROUND
12
of
Subprogramma
EXT. DEC.
PHONO
EFFECT
ON/OFF
V AUX
CHURCH
123
CLUB
ENTER-
TAINMENT
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
10 11
/
DTS
SURROUND
12
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
4, 5, 6
1
2
3, 4
56
m Beschrijvingen van digitale geluidsveld-parameters
Niet alle van de volgende parameters worden in elk van de programma’s aangetroffen.
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
ROOM SIZE (grootte van ruimte)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde grootte van de muziekruimte.
Naarmate de waarde hoger is, zal de gesimuleerde ruimte
groter klinken.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de tijdsduur af tussen de eerste weerkaatsingen. De
eerste weerkaatsingen zijn de eerste groep van
weerkaatsingen die u hoort alvorens de daaropvolgende
dichte nagalm begint.
Regelbaar bereik:
0,1 – 2,0
Standaard instelling is 1,0.
Door deze parameter van 1 in 2 te veranderen, wordt het
gesimuleerde volume van de kamer acht maal vergroot (lengte,
breedte en hoogte worden alle verdubbeld).
P. ROOM SIZE (afmeting van podiumruimte)
Stelt de schijnbare afmeting van het voorste podiumgeluidsveld
af. Naarmate de waarde groter is, zal de interval tussen de
weerkaatsingen langer worden, waardoor de diepte van de
geluidsbron toeneemt.
S. ROOM SIZE (afmeting van surround ruimte)
Stelt de schijnbare afmeting van het achterste surround
geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld groter worden.
INIT. DLY (begin-vertraging)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
Verandert de gesimuleerde afstand van de geluidsbron.
Aangezien de afstand tussen een geluidsbron en een
weerkaatsend oppervlak de vertraging bepaalt tussen het
directe geluid en de eerste weerkaatsing, verandert deze
parameter de lokatie van de geluidsbron binnen de
akoestische omgeving.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing die door de luisteraar gehoord wordt.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
Voor een kleine woonkamer dient deze parameter op een kleine
waarde ingesteld te worden. Voor een grote kamer dienen
grotere waarden gebruikt te worden. Grotere waarden
produceren een echo-effect.
P. INIT. DLY (eerste podiumgeluid vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de podiumzijde van het geluidsveld. Naarmate
de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen.
Regelbaar bereik:
1 – 99 milliseconden
S. INIT. DLY (eerste surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste
weerkaatsing later beginnen.
Regelbaar bereik:
1 – 49 milliseconden
INIT. DLY INIT. DLY INIT. DLY
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Kleine ruimte
Klein
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Groot
Niveau
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
Tijd
Grote ruimte
Niveau
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
INIT. DLY INIT. DLY INIT. DLY
57
Nederlands
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
LIVENESS
Hoe dit van invloed is op de klank:
Deze parameter verandert de klaarblijkelijke akoestische
weerkaatsing van de muren in een zaal.
De eerste akoestische weerkaatsingen van een klankbron
zullen sneller hun intensiteit verliezen (wegsterven) in een
kamer met akoestisch absorberende muuroppervlakken dan
in een kamer die meer geluidweerkaatsende oppervlakken
heeft. Een kamer met hoogweerkaatsende oppervlakken
waarin de eerste weerkaatsingen langzaam wegsterven
wordt als “levend” betiteld, terwijl een kamer met geluid-
absorberende karakteristieken waarin de weerkaatsingen
snel wegsterven als “dood” wordt betiteld. Met de LIVENESS
parameter kunt u de mate van wegsterving van de eerste
weerkaatsing afstellen en daarmee de “levendheid” van de
kamer.
Wat de parameter doet:
Verandert de snelheid waarmee de eerste weerkaatsingen
wegsterven.
Regelbaar bereik:
0 – 10.
LIVENESS (podiumzijde live)
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
aan de podiumzijde van het geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het achterste weerkaatsende vermogen van
podiumzijde van het geluidsveld groter worden.
S. LIVENESS (surround live)
Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren
op het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde
groter is, zal het weerkaatsende vermogen van het achterste
surround geluidsveld groter worden.
REV. TIME (nagalmtijd)
Hoe dit van invloed is op het geluid:
De natuurlijke nagalmtijd van een kamer is hoofdzakelijk
afhankelijk van de afmeting ervan en van de karakteristieken
van zijn binnen-oppervlakken. Deze parameter verandert
derhalve de gesimuleerde grootte van de akoestische
omgeving over een bijzonder breed bereik.
Hoe dit gebeurt:
Stelt de hoeveelheid tijd af die nodig is voordat het niveau
van het dichte, opeenvolgende nagalmgeluid met 60 dB
wegvalt (@ 1 kHz).
Regelbaar bereik:
1,0 – 5,0 seconden.
De nagalmtijd in een kleine tot middelgrote zaal zal tussen 1
en 2 liggen, terwijl dit voor een grote hal normaal tussen 2 en
3 ligt.
REV. TIME
60 dB
REV. TIME
60 dB
REV. TIME
60 dB
Niveau
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Dood Levend
Niveau
Nagalm Nagalm Nagalm
Tijd
Klein
Niveau Niveau
Tijd
Tijd
Groot
Direct geluid
Eerste weerkaatsingen
58
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
REV. LEVEL (nagalmniveau)
Met deze parameter wordt het volume van het nagalmgeluid
afgesteld. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid
krachtiger worden weergegeven.
Regelbaar bereik:
0 – 100%
S. DELAY (surround vertraging)
Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste
weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het
geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal het surround
geluidsveld later beginnen.
Regelbaar bereik:
Bij decodering van Dolby Pro Logic Surround
15 – 30 milliseconden
Bij decodering van Dolby Digital of DTS
0 – 15 milliseconden
Bij gebruik van een programma waarbij Dolby Surround of
DTS niet gedecodeerd wordt
15 – 49 milliseconden
REV. LEVEL
Niveau
Direct geluid
Tijd
59
Nederlands
1 Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en
start de weergave (of kies een radiozender) op de
bronapparatuur.
2 Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat de
gewenste SLEEP tijd op de display verschijnt.
* De “SLEEP time” is de tijd die verstrijkt voordat dit
apparaat automatisch op de standby functie wordt
ingesteld.
Telkens wanneer u de SLEEP toets indrukt, verandert de
SLEEP tijd als volgt.
Na een korte tijd keert de display terug naar de
oorspronkelijke aanduiding.
Uitschakelen van de SLEEP timer
Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat “SLEEP OFF” op
de display verschijnt. (Na een korte tijd keert de display terug
naar de oorspronkelijke aanduiding.)
Opmerking
De instelling van de SLEEP timer kan ook geannuleerd worden
door het apparaat via gebruik van de STANDBY/ON
schakelaar op het voorpaneel (of de STANDBY toets op de
afstandbediening) op het standby functie in te stellen of door de
stekker van dit apparaat uit het stopcontact te verwijderen.
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
SLEEP
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
SLEEP
Gebruik de ingebouwde SLEEP timer om dit apparaat automatisch in de standby functie te schakelen nadat de door u ingestelde tijd
is verstreken. De SLEEP timer is van dienst wanneer u wilt gaan slapen terwijl dit apparaat een bron weergeeft of opneemt. De
SLEEP timer schakelt eveneens externe apparatuur uit die aangesloten is op de SWITCHED AC OUTLETS aan de achterzijde van
dit apparaat. De SLEEP timer kan enkel worden ingesteld met behulp van de afstandbediening.
Instellen van de SLEEP tijd
120 90 60 30
SLEEP OFF
(De SLEEP timer is uit.)
(Minuten)
Geeft de SLEEP tijd aan.
Knippert.
SPEAKERS
A
TAPE/MD
CD
TUNER
PHONO
DVD/LD
TV/DBS
VCR 1
VCR 2
V-AUX
SLEEP
Instellen van de SLEEP timer
GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN
60
De afstandbediening is bestemd voor de regeling van de meest algemeen gebruikte functies. Als de CD speler, het tapedeck, de LD
speler, enz. een YAMAHA component is dat geschikt is voor gebruik met afstandbediening, kan met behulp van deze
afstandbediening ook diverse functies geregeld worden.
* Voor gebruik van de basisfuncties moet de kap geopend worden.
m Toetsnaam en functie
MACROQUICK
OFFSLOW
A/B
REC/PAUSE
BA
A
B
EFFECT
ON/OFF
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCEFIT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
/
DTS
SURROUND
12
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
V-AUX
DVD/LD
EXT. DEC.
PHONO
TV/DBS
1
3
2
4
7
8
9
A
D
I
G
G
E
F
C
B
5
J
6
LIGHT
K
H
0
Aanzicht met kap Zijaanzicht
AFSTANDBEDIENING
Basis-bediening (kap geopende)
Met de afstandbediening kan zowel de hoofdeenheid als ook overige Yamaha audio en video componenten bediend worden. Met
behulp van de Macro voorziening is het mogelijk een serie functies achtereenvolgens onder een enkele toets te programmeren of u
kunt gebruik maken van een van de voorgeprogrammeerde macro’s voor de bediening van overige Yamaha componenten in uw
huistheater. Deze afstandbediening beschikt ook over een geavanceerde programmeermogelijkheid waarmee u functies kunt
inprogrammeren van andere afstandbedieningen die met overige componenten in uw systeem worden gebruikt (of andere
huishoudelijke apparaten) die uitgerust zijn met infrarood ontvangers voor afstandbediening. Met deze functie is het mogelijk het
aantal afstandbedieningen in uw luisterkamer te verminderen.
1 TAPE/MD toetsen
Deze toetsen zijn voor de regeling van tapedecks of MD
recorders.
De A/B/C schakelaar (
I) dient in stand “A” gezet te
worden voor de regeling van tapedecks en in stand “C”
voor de regeling van MD recorders.
* De DIR A, B en A/B toetsen zijn alleen van toepassing
op dubbele cassettetapedecks.
* Door het indrukken van de DIR A toets wordt de
bandlooprichting op een enkelvoudig cassettetapedeck
met behulp van de automatische bandomkeerfunctie
omgekeerd.
* De en toetsen werken als volgt:
Voor tapedecks:
: spoelt een tape terug
: spoelt een tape snel door
Voor MD recorders:
: zoekt het begin van het huidige of vorige
nummer
: zoekt het begin van het volgende nummer
2 CD/DVD/LD speler toetsen
Deze toetsen zijn voor de regeling van compact disc
spelers, DVD spelers of LD spelers.
Zet de A/B/C schakelaar (
I) in stand “A” voor de regeling
van compact disc spelers, in stand “B” voor de regeling
van DVD spelers en in stand “C” voor de regeling van LD
spelers.
* De DISC toets wordt enkel gebruikt voor compact disc
wisselaars.
* De STOP toets wordt enkel gebruikt voor DVD spelers
en LD spelers.
3 Tuner toetsen
Voor de bediening van tuners.
De A/B/C schakelaar (
I) dient op stand “A” ingesteld te
worden.
+: Druk deze toets in voor het kiezen van het volgende
voorkeuzezendernummer.
: Druk deze toets in voor het kiezen van het voorgaande
voorkeuzezendernummer.
A/B/C/D/E: Voor het kiezen van de groep (A – E) van
voorkeuzezendernummers.
61
Nederlands
AFSTANDBEDIENING
4 DSP programmakeuzetoetsen
Druk een toets in voor het kiezen van een DSP programma
wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor
ingeschakeld is. Deze omvat de Dolby Pro Logic Surround
decoder, de Dolby Digital decoder en DTS decoder.
5 LEVEL toets
Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van het
uitgangsniveau van de middenluidspreker, de achterste en
voorste effect-luidsprekers en de subwoofer. Druk eerst deze
toets (herhaalde malen) in voor het kiezen van de
luidspreker(s). De naam zal dan verlicht op de display
verschijnen. Druk vervolgens de + of toetsen (
D
) in om het
uitgangsniveau te veranderen.
6 PARAMETER/SET MENU schakelaar
Stel deze schakelaar in op “PARAMETER” voor de bewerking
van de parameter van een DSP programma. Stel de
schakelaar in op “SET MENU” voor het maken van afstellingen
of veranderingen in een functie in de SET MENU modus.
7 TEST toets
Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van de
luidsprekerbalans. (Zie pagina’s 29 – 31.)
8 SLEEP timer toets
Deze toets in voor het in- en uitschakelen van de ingebouwde
SLEEP timer en voor het instellen van de SLEEP tijd. (Zie
pagina 59.)
9 ON SCREEN display toets
Druk deze toets in voor het veranderen van de soort display op
het monitorscherm. Er zijn drie soorten display beschikbaar.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt kan de informatie
gewijzigd worden naar een volledig display, een verkort display
en geen display.
0 SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen
Druk de SYSTEM POWER ON toets in om dit apparaat in te
schakelen. Druk de STANDBY toets in om dit apparaat op de
standby functie in te stellen.
A RESET knop
Deze knop bevindt zich binnen in het batterijvak. Druk deze
knop in om de interne microcomputer die de functies
van de afstandbediening regelt terug te stellen. Deze toets
wordt gebruikt wanneer de afstandbediening stilvalt.
* Nieuw ingeprogrammeerde functies zullen niet worden
gewist wanneer deze toets wordt ingedrukt.
B MASTER VOLUME (omhoog) en (omlaag)
toetsen
Druk deze toetsen in om het volume te laten toenemen of
afnemen.
C MUTE toets
Druk deze toets in om het volume uit te schakelen. Het
oorspronkelijke volumeniveau kan worden hersteld door op
een willekeurige toets op de bijbehorende afstandsbediening
te drukken.
De indicator op de VOLUME regelaar gaat tijdens de
uitschakeling continu knipperen.
D / en –/+ toetsen
De (omhoog) en (omlaag) toetsen veranderen de
parameters of functies in de modus die gekozen is met behulp
van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. Met de of +
toetsen kunnen er afstellingen of veranderingen in de
parameter of functie gemaakt worden.
E EFFECT ON/OFF toets
Druk deze toets in om de digitale geluidsveldprocessor welke
de Dolby Pro Logic Surround decoder, Dolby Digital decoder
en DTS decoder omvat in en uit te schakelen.
F EXT. DEC. toets
Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van
de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de
ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling
van de ingangselectietoets. “EXT. DECODER IN” zal verlicht
op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die
gekozen is met behulp van de ingangselectietoetsen wordt de
huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet
verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven.
G Ingangskeuzetoetsen
Druk een toets in voor het kiezen van de ingangsbron.
H A/B/C indicators
Een van deze indicators zal naar rood veranderen afhankelijk
van de stand van de A/B/C schakelaar.
I A/B/C schakelaar
Normaal dient deze schakelaar op stand “A” ingesteld te zijn.
Gebruik stand “B” voor de bediening van een Yamaha DVD
speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (
2
).
Gebruik stand “C” voor de bediening van een Yamaha LD
speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (
2
), of
bedien een Yamaha MD recorder met behulp van de
TAPE/MD toetsen (
1
).
J TRANSMIT/LEARN indicator
Deze indicator licht op wanneer een toets op de
afstandbediening ingedrukt wordt. (Uitzending van infrarood
signalen.)
K LIGHT toets
Druk deze toets in om de verlichting van bepaalde toetsen
gedurende ongeveer 5 seconden in te schakelen. De
verlichting kan worden uitgeschakeld door de toets nogmaals
in te drukken.
Opmerking
De functies van de toetsen voor de bediening van overige
Yamaha componenten zijn hetzelfde als de
corresponderende toetsen op de betreffende
componenten. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de
bedieningshandleidingen van deze componenten.
RESET knop
62
AFSTANDBEDIENING
Dit is een programmeerbare afstandbediening. De toetsen die gearceerd in onderstaande illustratie zijn aangegeven, kunnen
geprogrammeerd worden voor het opslaan van bedieningsfuncties van andere afstandbedieningen. Dit apparaat kan worden
gebruikt in plaats van andere afstandbedieningen door het programmeren van hun functies. Dit zal de bediening van diverse audio
en video componenten aanzienlijk vereenvoudigen.
Sommige van de programmeerbare toetsen zijn van oorsprong leeg en andere zijn reeds voorgeprogrammeerd met functies voor de
bediening van dit apparaat en overige Yamaha componenten. U kunt onder deze toetsen naar wens nieuwe functies (in plaats van
de voorgeprogrammeerde functies) opslaan.
* Zie pagina 68 voor de methode van programmeren.
* Zie pagina 70 voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of alle geprogrammeerde functies).
Opmerking
Als de geheugencapaciteit van de afstandbediening volledig is benut, is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde
programmeerbare toetsen niet door nieuwe functies bezet zijn. Als u bijvoorbeeld uitsluitend Yamaha codes in deze
afstandbediening opslaat, kunnen er in totaal ongeveer 50 functies worden opgeslagen. Het wordt daarom aanbevolen enkel de
meest gebruikte functies op te slaan.
Toetsen welke drie functies kunnen hebben (1, 2, 3, 4)
Van de programmeerbare toetsen kunnen de toetsen genummerd 14
in de illustratie links drie functies hebben. Dit is omdat zij beschikken over
drie geheugenvelden (A, B en C). (Eén functie per geheugenveld.) U kunt
nieuwe functies in geheugenveld B en C opslaan en drie functies op een
toets gebruiken door met behulp van de A/B/C schakelaar tussen de drie
geheugenvelden over te schakelen. (Op geheugenveld A kunnen geen
nieuwe functies geprogrammeerd worden.)
Gebruik van deze toetsen:
1. Alvorens een toets te gebruiken, met behulp van de A/B/C
schakelaar geheugenveld A, B of C kiezen van de toets
waaronder de functie die u wilt gebruiken is opgeslagen.
2. Druk de toets in.
De oorspronkelijke van fabriekswege gemaakte instellingen van
deze toetsen is als volgt.
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha tapedeck.
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha CD speler
(STOP is leeg).
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening een
Yamaha tuner.
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets.
Leeg
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha DVD speler
(behalve de
modellen DVD-1000
en DVD-S700).
Leeg
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets.
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha MD
recorder (behave het
model MDX-9).
(A/B, DIR A en B
zijn leeg.)
Voorgeprogrammeerd
met functies voor de
bediening van een
Yamaha LD speler
(DISC is leeg).
Leeg
Voorgeprogrammeerd
als de DSP
programmakeuzetoets.
4
1
2
3
Stand van A/B/C schakelaar
A
B
EFFECT
ON/OFF
C
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
/
DTS
SURROUND
12
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
EXT. DEC.
PHONO
TV/DBS
DIR
STOP DISC
REC/PAUSE
A/B
BA
1
3
2
4
1
2
A/B/C schakelaar
Kap is geopend.
(
*
1): Deze knoppen worden gebruikt voor het
programmeren van een nieuwe functie of voor het
wissen van een geprogrammeerde functie (of van
alle geprogrammeerde functies). Zie pagina 68–70
voor nadere bijzonderheden.
(
*
1)
Gebruik van de “programmeerbare” toetsen (kap geopend)
A
TAPE/MD
CD
TUNER
B
VCR 1
DVD/LD
TV/DBS
C
VCR 2
V-AUX
63
Nederlands
Opmerkingen
Op geheugenveld A kan geen nieuwe functie
geprogrammeerd worden. Voor het opslaan van een nieuwe
functie, deze op geheugenveld B of C opslaan.
Als onder een toets die een voorgeprogrammeerde functie
heeft een nieuwe functie wordt geprogrammeerd, zal de
voorgeprogrammeerde functie niet worden gewist maar
buiten werking gesteld worden. Zodra de nieuw
geprogrammeerde functie wordt gewist, zal de
voorgeprogrammeerde functie weer worden hersteld. (Zie
pagina 70 voor informatie betreffende het wissen van een
geprogrammeerde functie.)
Lege toetsen (1, 2)
Dit zijn lege toetsen. Onder elk van deze toetsen kan een
nieuwe functie van een andere afstandbediening
geprogrammeerd worden.
Bijvoorbeeld, de TV toets is handig voor het opslaan van de
functie van de aan/uit schakelaar van uw TV en de VCR toets
kan gebruikt worden voor de aan/uit schakelaar van uw
videorecorder.
Betreffende de symbolen op de afstandbediening
Een ingangskeuzetoets en overige bedieningstoetsen die hetzelfde
symbool hebben zullen werkzaam zijn voor dezelfde ingangsbron.
Deze symbolen zijn ook van dienst bij het programmeren van
nieuwe functies.
Voorbeelden)
Geheugenveld B van de toetsen 1 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw
videorecorder.
Geheugenveld B van de toetsen 3 is geschikt voor het
opslaan van functies voor de bediening van uw TV/Satelliet
tuner.
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer u een ingangskeuzetoets indrukt, zal deze
gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden.
Wanneer een ingangskeuzetoets in de groep van een gekozen
geheugenveld (A, B of C) wordt ingedrukt, zal het symbool van
de toetsengroep (
13) welke hetzelfde is als het symbool
van de gekozen ingangskeuzetoets gedurende ongeveer 3
seconden verlicht worden.
Voorbeelden:
Omgekeerd, wanneer een toets van de groep 13 wordt
ingedrukt, zal het bijbehorende symbool en de
ingangskeuzetoets met hetzelfde symbool in de groep van het
gekozen geheugenveld gedurende ongeveer 3 seconden
verlicht worden.
Deze mogelijkheid kan u van dienst zijn als u functies voor de
bediening van een ingangsbron onder een groep toetsen gaat
opslaan waarvan het symbool oplicht wanneer de bijbehorende
ingangskeuzetoets wordt ingedrukt.
Symbool Betekenis
Tape (Tapedeck, videorecorder, enz.)
Disc (CD speler, LD speler, enz.)
Radio golf (Tuner, TV/Satelliet tuner, enz.)
AFSTANDBEDIENING
TAPE/MD
A/B
REC/PAUSE
BA
A
TUNER
VCR 1
B
DIR
DSCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
CD
Rood (dit geeft aan
dat geheugenveld A
is gekozen.)
Licht op.
Opslaan van nieuwe functies
Het wordt aanbevolen de nieuwe toetsfuncties die u
geprogrammeerd heeft te noteren op de bijgeleverde
gebruikersfunctie-stickers en deze op de
achterkant van de
afstandbediening of op de
binnenkant van de kap
van de afstandbediening
te plakken.
Reserve-geheugen
Tijdens het vernieuwen van de batterijen zullen alle
geprogrammeerde functies bewaard blijven. Als er echter
gedurende enkele uren geen nieuwe batterijen geplaatst
worden, zullen de geprogrammeerde functies worden
gewist en zullen deze opnieuw geprogrammeerd moeten
worden.
A
B
C
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
64
AFSTANDBEDIENING
Wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt, kunt u via het gebruik van de OPERATION CONTROL toetsen de
Yamaha componenten inclusief de geprogrammeerde functies gemakkelijk bedienen.
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
EXT. DEC.
PHONO
TV/DBS
TV
VCR
MUTE
MASTER
VOLUME
OPERATION
CONTROL
EFFECT
TRANSMIT
A/B
REC/PAUSE
BA
A
B
EFFECT
ON/OFF
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
/
DTS
SURROUND
12
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
EXT. DEC.
PHONO
TV/DBS
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
1
2
3
Ingangskeuzetoesten
OPERATION CONTROL toetsen
Kap is gesloten
Wanneer de kap gesloten is, kunnen de OPERATION
CONTROL toetsen gebruikt worden in plaats van de toetsen
genummerd
1, 2 of 3 in de illustratie boven. Voor het
gebruik van deze toetsen is overschakeling van de A/B/C
schakelaar niet nodig. De functies van de OPERATION
CONTROL toetsen worden bepaald door de
ingangskeuzetoets die werd ingedrukt voordat de
OPERATION CONTROL toetsen gebruikt werden.
Opmerking
Of de kap geopend of gesloten is, de functies van de EFFECT,
MASTER VOLUME, MUTE, TV en VCR toetsen blijven
ongewijzigd.
* Als de MACRO schakelaar op de zijkant van de
afstandbediening op “OFF” gezet wordt, zullen de functies
van de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen
ongewijzigd blijven ongeacht of de kap geopend of gesloten
is.
(
*
1): Deze toets is van oorsprong leeg. Als onder deze toets
een geprogrammeerde functie wordt opgeslagen, zal door
het indrukken van deze toets de geprogrammeerde
functie ten uitvoer gebracht worden.
Gebruik van de bedieningsregeltoetsen (kap gesloten)
(
*
1)
65
Nederlands
AFSTANDBEDIENING
Opmerkingen
Als een OPERATION CONTROL toets gebruikt wordt in
plaats van een toets waaraan geen functie is toegewezen
(leeg), wordt de opdracht niet uitgevoerd.
Programmeer volgens uw eigen plan functies van andere
afstandbedieningen in een leeg geheugenveld van deze
toetsen. (Zie pagina 68 voor de methode van
programmeren.)
Als u tijdens weergave van een audio/video component een
ander component wilt gebruiken met behulp van de
afstandbediening (bijvoorbeeld, als u een videoband op uw
videorecorder wilt terugspoelen terwijl u naar een CD
luistert), kunt u de kap van de afstandbediening openen en
de A/B/C schakelaar en de bijbehorende toetsen gebruiken.
(Als u bij gesloten kap een ingangskeuzetoets indrukt voor
het veranderen van de functies van de OPERATION
CONTROL toetsen naar de functies voor de bediening van
een videorecorder, zal het ingangssignaal van de CD bron
die op dat moment wordt afgespeeld geannuleerd worden.)
Betreffende de verlichting van toetsen
Wanneer een ingangskeuzetoets wordt ingedrukt, zullen de
ingedrukte toets en enkel de beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen (die in de plaats worden gebruikt van de
toetsen waaronder de vooringestelde functies of
geprogrammeerde functies zijn opgeslagen) gedurende
ongeveer 3 seconden verlicht worden. Zo kunt u in een
oogopslag zien welke toetsen er beschikbaar zijn.
Omgekeerd, wanneer een OPERATION CONTROL toets
wordt ingedrukt, zullen alle beschikbare OPERATION
CONTROL toetsen en de huidige gekozen ingangskeuzetoets
oplichten.
TUNER
OPERATION
CONTROL
Voorbeelden van bedieningsprocedures met behulp van
de OPERATION CONTROL toetsen
Bediening van een Yamaha CD speler
1. Druk de “CD” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld A van
de toetsen
2.)
Bediening van uw videorecorder
1. Druk de “VCR” ingangskeuzetoets in.
2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen
voor de uitvoering van de functies in geheugenveld B van
de toetsen
1. Dit geheugenveld is van oorsprong met geen
functie voorgeprogrammeerd. U dient de functies die
verband houden met de bediening van de videorecorder
van te voren in geheugenveld B van de toetsen
1 op te
slaan.)
Zie onderstaande tabel voor een combinatie van een ingangskeuzetoets en toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL
toetsen worden uitgevoerd. (Zie ook de tabel op pagina 62.)
Het indrukken van de “PHONO” of “EXT.DEC.” ingangskeuzetoets heeft geen invloed op de OPERATION CONTROL toetsen.
OPERATION
CONTROL
Weergave
Terug naar het
voorgaande
spoor
Vooruit naar het
volgende spoor
Pauze of stop
OPERATION
CONTROL
Weergave
Terugspoelen Snelvooruitspoelen
Pauze of stop
Gekozen ingangskeuzetoets
Toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd
Functies in geheugenveld A van toetsen
1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld A van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld A van toetsen
3
Functies in geheugenveld B van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld B van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld B van toetsen
3
Functies in geheugenveld C van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B)
Functies in geheugenveld C van toetsen
2 (behalve STOP, DISC, en )
Functies in geheugenveld C van toetsen
3
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
TV/DBS
Met de Macro voorziening is het mogelijk een serie
bedieningsstappen uit te voeren door het indrukken van
slechts één toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt
weergeven, zou u normaal de apparatuur moeten inschakelen,
de CD bron moeten kiezen en de weergavetoets moeten
indrukken om de weergave te laten beginnen. Via het gebruik
van de Macro voorziening is het mogelijk al deze functies te
bedienen door eenvoudig de CD macrotoets in te drukken. De
voorgeprogrammeerde macrotoetsen (de
ingangskeuzetoetsen en de SYSTEM POWER ON/STANDBY
toetsen met een oranje symbool er naast) zijn met
macroprogramma’s voorgeprogrammeerd.
Als u wilt, kunt u echter de inhoud van een macrotoets
veranderen door er een serie gewenste functies onder op te
slaan. U kunt in totaal zeven functies onder een macrotoets
programmeren. (Zie pagina 69 voor het maken van een
nieuwe macro.)
Macro’s kunnen uitsluitend worden gebruikt wanneer de kap
gesloten is en de MACRO schakelaar op “SLOW” of “QUICK”
is ingesteld. (Als “OFF” is gekozen, kan er geen macro
gebruikt worden, ook niet wanneer de kap gesloten is.)
Instellen van de MACRO schakelaar
OFF: In deze stand kan er geen macrotoets worden
gebruikt, ook niet wanneer de kap van de
afstandbediening gesloten is.
QUICK: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 0,5
seconden worden verzonden.
SLOW: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt
ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 3
seconden worden verzonden.
66
AFSTANDBEDIENING
Macro bediening (kap gesloten)
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
PHONO
V-AUX
EXT. DEC.
TV/DBS
TV
VCR
MUTE
MASTER
VOLUME
OPERATION
CONTROL
EFFECT
TRANSMIT
MACROQUICK
OFFSLOW
LIGHT
A/B
REC/PAUSE
BA
A
B
EFFECT
ON/OFF
C
DIR
DISCSTOP
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
PRESET
A/B/C/D/E
CHURCH
123
CLUB
JAZZ
STADIUM
THEATER 1
MOVIE
THEATER 2
MOVIE
VIDEO
CONCERT
THEATER
TV
CONCERT
ROCK
TAINMENT
ENTER-
456
HALL 1 HALL 2
789
PARAMETER
SET MENU
SLEEP
ON SCREEN
LEVEL
TEST
MASTER VOLUME
TV
VCR
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
10 11
MUTE
REMOTE CONTROL
TRANSMITTER
/
DTS
SURROUND
12
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
EXT. DEC.
PHONO
TV/DBS
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
1
2
Kap is gesloten
(Zet de MACRO schakelaar
op “QUICK” of “SLOW”.)
Voorkeuze-macrotoetsen
MACRO schakelaar
67
Nederlands
AFSTANDBEDIENING
Macrotoets
1ste
Schakelt dit apparaat in.
Stelt dit apparaat in op de
standby functie.
2de
Voert de functie uit van de TV
toets.
3de
Voert de functie uit van de VCR
toets.
Functie van de toets die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
Met de Macro voorziening is het mogelijk verschillende afstandbedieningsfuncties in een geprogrammeerde volgorde te bedienen
door middel van het indrukken van één macrotoets. (Zie ook de tabel op pagina 62.)
Opmerkingen
Een toets waaronder geen functie is opgeslagen zal geen
opdracht uitvoeren.
Als zich het geval voordoet waarbij de tweede opdracht niet
door dit apparaat wordt ontvangen omdat de interne
bewerking van de eerste opdracht veel tijd in beslag neemt,
de MACRO schakelaar in de stand “SLOW” zetten.
Wanneer u eenmaal een macrotoets op dit apparaat heeft
ingedrukt, zal dit apparaat de opdracht van een andere toets
(ook als deze wordt ingedrukt) niet accepteren, totdat dit
apparaat met het uitvoeren van alle opdrachten van de
macrotoets gereed is. Houd hiermee rekening vooral
wanneer de MACRO schakelaar op “SLOW” ingesteld is.
Wanneer u eenmaal een macrotoets heeft ingedrukt, dient u
de afstandbediening op de afstandbedieningsensor van het
hoofdcomponent gericht te houden totdat de
afstandbediening met het overzenden van alle
opdrachtsignalen van de macrotoets gereed is.
Tijdens het gebruik van de macrofuncties kunt u de
OPERATION CONTROL toetsen eveneens gebruiken.
SYSTEM
POWER ON
STANDBY
SYSTEM
POWER ON
STANDBY
TV
VCR
Macrotoets
1ste
(
Schakelt dit apparaat in)
2de
(Kiest een ingangsbron)
3de
(Start de weergave van een bron)
” in geheugenveld A van toetsen
1
” in geheugenveld A van toetsen
2
” in geheugenveld B van toetsen
1
” in geheugenveld B van toetsen
2
” in geheugenveld C van toetsen
1
” in geheugenveld C van toetsen
2
Functie van de toets (en geheugenveld) die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt.
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
PHONO
EXT. DEC.
TV/DBS
TAPE/MD
CD
TUNER
VCR 1
VCR 2
DVD/LD
V-AUX
PHONO
EXT. DEC.
TV/DBS
SYSTEM
POWER ON
68
AFSTANDBEDIENING
m Programmeren van een nieuwe functie
Methoden van programmeren en wissen van functies
1 Plaats deze afstandbediening en de andere
afstandbediening zodanig dat deze recht tegenover
elkaar liggen.
2
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de LEARN knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap.
3 Kies indien nodig het geheugenveld met behulp van de
A/B/C schakelaar op het zijpaneel van de
afstandbediening.
4 Druk de toets op deze afstandbediening in waaronder u
een nieuwe functie wilt programmeren.
* Als een toets wordt ingedrukt waaronder geen andere
functie geprogrammeerd kan worden, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap.
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van een toets, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u begon met het
programmeren van de functies hersteld worden. Begin
opnieuw vanaf stap 2.
5 Houd de toets (op de andere afstandbediening)
ingedrukt die over de functie beschikt die u wilt opslaan.
Wanneer het programmeren voltooid is, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator uit. U kunt de toets loslaten.
De indicator zal dan langzaam beginnen te knipperen.
* Als een signaal niet met succes is ontvangen gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en wordt de
modus die bestond vóór stap 4 hersteld. Herhaal vanaf
stap 4.
*
Als de geheugencapaciteit uitgeput raakt, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen om u te laten
weten dat programmeren onmogelijk is en vervolgens zal de
modus die ingesteld was voordat u met het programmeren
van de nieuwe functies begon hersteld worden
.
6 Herhaal de stappen 3 – 5 voor het opslaan van meer
functies.
7 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
LEARN knop in.
Opmerkingen
Nieuw geprogrammeerde functies zullen in de plaats komen
van eerder geprogrammeerde functies.
Als er voor het programmeren van een functie geen
voldoende ruimte meer in het geheugen beschikbaar is,
gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen. In dit
geval is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als
bepaalde toetsen niet door functies van andere
afstandbedieningen bezet zijn.
Als u tijdens het programmeren de kap sluit en er
vervolgens ongeveer 5 seconden verstrijken, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die bestond voordat u met het programmeren van de
functies begon hersteld worden. Begin opnieuw vanaf stap
2. Als u echter de kap binnen 5 seconden weer opent, zal
de modus die bestond vóór het sluiten van de kap hersteld
worden.
Er kunnen zich af en toe gevallen voordoen waarbij als
gevolg van de signaalcodering en modulatie die door de
andere afstandbediening wordt gebruikt, deze
afstandbediening niet in staat is de signalen van de andere
afstandbediening op te nemen.
Wanneer u de LEARN, MACRO of CLEAR toets of de
RESET toets binnen in het batterijvak met een scherp,
puntig voorwerp indrukt, er op letten de toetsen niet te
beschadigen. Als u een vulpotlood gebruikt, er op letten dat
de stift niet naar buiten steekt.
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
SPORTS
STADIUM
DISCO
TV
456
ROCK
JAZZ CLUB
CHURCH
789
TEST
+10
Licht op.
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
ORTS
STADIUM
DISCO
TV
56
CLUB
CHURCH
9
EST
Deze afstandbediening
Andere
afstandbediening
Ongeveer 5–10 cm
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam
(Indrukken met de punt
van een balpen of
soortgelijk voorwerp, enz.)
LEARNCLEAR MACRO
V-AUX
PHONO
EFFECT
ON/OFF
123
SPORTS
STADIUM
DISCO
TV
456
OCK
JAZZ CLUB
CHURCH
89
TEST
10
m Maken van een nieuwe macro
Onder elke voorkeuze-macrotoets kan in plaats van de door de fabriek voorgeprogrammeerde functies een nieuwe macro worden
geprogrammeerd. (Zie pagina 66 om te weten te komen welke toetsen voorkeuze-macrotoetsen zijn.) U kunt in totaal 13 nieuwe
macrotoetsen programmeren. Onder een macrotoets kunnen in totaal zeven functies van andere toetsen geprogrammeerd worden.
Opmerking
Als u een doorlopende functie zoals verlaging van het volumeniveau opslaat, zal dit misschien niet goed werken wanneer dit als
onderdeel van een macro wordt uitgevoerd.
69
Nederlands
AFSTANDBEDIENING
1
* Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30
seconden na het indrukken van de MACRO knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
modus die was ingesteld voordat u de MACRO knop
indrukte hersteld worden. Druk de MACRO knop nogmaals
in.
2 Druk een voorkeuze-macrotoets in waaronder u een
nieuwe macro wilt programmeren.
* Als er een andere toets dan een voorkeuze-macrotoets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden.
Als dit gebeurt, deze stap herhalen.
3 Druk een toets in waarvan u de functie als de eerste
functie van een nieuwe macro wilt opslaan.
* Als een toets wordt ingedrukt waarvan de functie niet als
een opdracht van een macro opgeslagen kan worden, gaat
de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze
stap herhalen.
* Als er ongeveer 30 seconden verstrijken voordat een toets
wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel
knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u
begon met het programmeren van de functies hersteld
worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 1.
4 Herhaal stap 3 voor het opslaan van de tweede, de
derde en meer functies. U kunt in totaal zeven
toetsfuncties in serie als een macro opslaan.
*
Als de zevende toetsfunctie is geprogrammeerd, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus
die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van
de functies hersteld worden. (Dit geeft aan dat de toets gereed
is met het opslaan van een serie functies als een macro.) U
hoeft de volgende stap niet uit te voeren
.
5 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de
MACRO knop in.
Opmerkingen
Als u bijvoorbeeld een functie waarvan de bediening een
lange tijd in beslag neemt als eerste opdracht opslaat, voeg
dan een opdracht die geen functie heeft toe tussen de eerste
opdracht en de tweede opdracht, of herhaal de tweede
opdracht nogmaals.
Als u de aan/uit overschakelfunctie van een TV,
videorecorder, enz. wilt programmeren als onderdeel van
een macroserie, er rekening mee houden dat de huidige
stand naar de andere stand wordt overgeschakeld (“aan”
naar “uit”, of “uit” naar “aan”).
Wanneer u bijvoorbeeld de macrotoets indrukt terwijl de TV,
videorecorder, enz. reeds is ingeschakeld, zal de betreffende
apparatuur worden uitgeschakeld, alhoewel dit misschien
niet uw bedoeling was.
LEARNCLEAR MACRO
Gaat uit.
(Wanneer het programmeren
voltooid is, licht deze indicator
opnieuw op.)
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam
CD
TRANSMIT
/LEARN
Licht op.
SYSTEM
POWER ON
TRANSMIT
/LEARN
70
AFSTANDBEDIENING
1 Druk voor het wissen van een geprogrammeerde functie
de LEARN knop in met behulp van een balpen of
soortgelijk voorwerp enz.
Druk de MACRO knop in voor het wissen van de macro
die u gemaakt heeft.
2 Houd met behulp van een balpen of soortgelijk voorwerp,
enz. de CLEAR knop ingedrukt.
3 Houd de CLEAR knop ingedrukt en houd de toets
waarvan u de functie wilt wissen ingedrukt totdat de
indicator 3 maal knippert.
Voor het achtereenvolgens wissen van twee of meerdere
functies, de ingedrukte CLEAR knop niet loslaten en
deze stap herhalen.
Opmerking
Als u de geprogrammeerde functie van een toets wist, zal de
van fabriekswege voorgeprogrammeerde functie van deze
toets hersteld worden. (behalve de toetsen die van oorsprong
niet met een functie voorgeprogrammeerd waren.)
Wissen van een geprogrammeerde functie Wissen van alle geprogrammeerde functies
1 Kies de soort toetsfuncties die u alle wilt wissen met
behulp van de MACRO schakelaar op het zijpaneel van
de afstandbediening.
OFF: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies behalve macro’s wilt wissen.
QUICK: Kies deze stand als u alleen alle door u gemaakte
macro’s wilt wissen.
SLOW: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde
functies inclusief macro’s wilt wissen.
2 Druk met behulp van de een balpen of soortgelijk
voorwerp, enz. de CLEAR knop in.
* Als een van de volgende stappen wordt uitgevoerd na het
indrukken van de CLEAR knop, gaat de
TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de
huidige modus geannuleerd worden. Druk de CLEAR
knop nogmaals in.
De MACRO schakelaar is in een andere stand gezet.
Er is een andere toets ingedrukt.
Er vindt gedurende ongeveer 30 seconden geen
bediening plaats.
3 Houd de CLEAR knop nogmaals ingedrukt. Houd terwijl
u de CLEAR knop ingedrukt houdt de MASTER
VOLUME en toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat
de indicator 7 maal gaat knipperen.
MACROQUICK
OFFSLOW
m Wissen van geprogrammeerde functies
TRANSMIT
/LEARN
LEARNCLEAR MACRO
LEARNCLEAR MACRO
Knippert langzaam.
of
CD
TRANSMIT
/LEARN
Knippert.
LEARNCLEAR MACRO
TRANSMIT
/LEARN
Knippert langzaam.
MUTE
TRANSMIT
/LEARN
Knippert.
71
Nederlands
Zie onderstaande tabel in het geval dit apparaat niet correct functioneert. Als het probleem dat u ondervindt niet in onderstaande
tabel is opgenomen of als de onderstaande instrukties niet helpen, de stekker van het apparaat uit het stopcontact verwijderen en
contact opnemen met uw officiële YAMAHA dealer of een reparatiedienst.
Probleem
Het apparaat wordt niet ingeschakeld
wanneer de STANDBY/ON schakelaar
wordt ingedrukt of wordt spoedig na
inschakeling plotseling op de standby
functie ingesteld.
Dit apparaat functioneert niet normaal.
Geen geluid of geen beeld.
Geen beeld
Het geluid valt plotseling weg.
Er komt geen geluid uit een van de
luidsprekers.
Geen geluid uit de effect-luidsprekers.
Geen geluid uit de voorste effect-
luidsprekers.
Geen geluid uit de middenluidsprekers.
Slechte lage tonen weergave.
Oorzaak
Het netsnoer is niet aangesloten of is niet
volledig ingestoken.
De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op
het achterpaneel is niet goed in een van
beide standen gezet.
Er is een invloed van een krachtige storing
van buitenaf (bliksem, buitengewoon veel
statische elektriciteit, enz.) of een verkeerde
bediening van dit apparaat.
Verkeerde aansluiting van de
uitgangssignaalkabels.
De juiste ingangsbron is niet gekozen.
De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed
vast.
Andere digitale signalen dan PCM audio en
de Dolby Digital (of het DTS) gecodeerde
signalen welke dit apparaat niet kan
reproduceren worden door het afspelen van
een CD-ROM, enz. in dit apparaat
ingevoerd.
Er is geen S video aansluiting verbinding
tussen dit apparaat en de TV, alhoewel S
videosignalen naar dit apparaat worden
gezonden.
Het beveiligingscircuit werd in werking
gesteld als gevolg van kortsluiting, enz.
De SLEEP timer is in werking getreden.
De BALANCE regelaar is verkeerd
afgesteld.
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
De EFFECT toets staat uit.
Een Dolby Surround (of DTS)
decoderingsprogramma wordt gebruikt met
materiaal dat niet met Dolby Surround (of
DTS) gecodeerd is.
De functie “1E. SYS. SETUP” in de SET
MENU modus is op de stand “5ch”
ingesteld.
PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/
Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal van
het DSP programma Nr. 12 is gekozen.
De functie “1A. CENTER SP” in de SET
MENU modus is op de stand “NONE”
ingesteld.
Een van de DSP programma’s Nr. 1 tot Nr.
7 is gekozen. Wanneer het ingangssignaal
van de bron 2-kanaal stereo is
(analog/PCM).
De ingangssignalen van een bron welke
gecodeerd is met de Dolby Digital of het DTS
hebben geen middenkanaalsignalen.
De functie “1D. LFE/BASS OUT” in de SET
MENU modus is ingesteld op SW of BOTH,
alhoewel uw systeem geen subwoofer
omvat.
De keuze van de uitgangsmodus voor elk
kanaal (MAIN, CENTER of REAR) is onjuist.
Maatregelen
Sluit het netsnoer stevig aan.
Zet de schakelaar goed in een van beide
standen wanneer het apparaat zich in de
standby functie bevindt.
Schakel dit apparaat in de standby functie en
verwijder de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Na ongeveer 30 seconden de
stekker weer in het stopcontact steken, dit
apparaat weer inschakelen en opnieuw
proberen te bedienen.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien
het probleem blijft voortbestaan, zijn de
kabels mogelijk defect.
Kies de juiste ingangsbron met behulp van de
INPUT SELECTOR of de EXT. DECODER
toets.
Maak de aansluitingen goed vast.
Speel een bron af die door dit apparaat kan
worden weergegeven.
Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
van dit apparaat aan op de S video ingang
van de TV.
Stel dit apparaat in op de standby functie en
schakel het vervolgens weer in om het
beveiligingscircuit terug te stellen.
De SLEEP timer uitschakelen.
Stel de regelaar in de juiste stand af.
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Druk de EFFECT toets in om deze in te
schakelen.
Gebruik een ander geluidsveldprogramma.
Op “7ch” zetten.
Kies een ander programma
(of subprogramma).
Kies de juiste positie.
Kies een ander programma.
Zie de instructies voor de bron die op dat
moment wordt weergegeven.
Kies de MAIN positie.
Zorg er voor dat de keuze van de
uitgangsmodus geschikt is voor uw
luidsprekersysteem.
Algemeen
STORINGZOEKEN
72
STORINGZOEKEN
Probleem
De afstandbediening werkt niet.
De afstandbediening werkt niet goed.
Programmering kan niet met succes
plaatsvinden. (De TRANSMIT/LEARN
indicator licht niet op of knippert niet.)
Doorlopend werkende functies zoals
volume worden geprogrammeerd, maar
werken slechts voor een kort moment
alvorens te stoppen.
Oorzaak
De batterijen van deze afstandbediening zijn
zwak.
De interne microcomputer “valt stil”.
Verkeerde afstand of hoek.
De afstandbediening-sensor van het
hoofdcomponent wordt belicht door direct
invallend zonlicht of een andere lichtbron
(fluorescerende lamp of neonlamp, enz.).
De interne microcomputer “valt stil”.
De batterijen van deze afstandbediening
en/of de andere afstandbediening zijn zwak.
De afstand tussen de beide
afstandbedieningen is te groot of te klein.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandbediening is niet uitwisselbaar
met deze afstandbediening.
De geheugencapaciteit is vol.
De interne microcomputer “valt stil”.
Het programmeringsproces is niet voltooid.
Maatregelen
Vervang de batterijen door nieuwe en druk de
RESET knop op de afstandbediening in.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
De afstandbediening zal functioneren tot een
maximum afstand van 6 meter en tot een
hoek van niet meer dan 30° ten opzichte van
het voorpaneel.
Verander de opstelling van het
hoofdcomponent.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Vervang de batterijen (en druk de RESET
knop voor deze afstandbediening in).
Plaats de afstandbedieningen op juiste
afstand van elkaar.
Programmeren is niet mogelijk.
Verdere programmering is niet mogelijk
zonder het wissen van niet noodzakelijke
opdrachten.
Druk de RESET knop op de afstandbediening
in.
Zorg er voor de functietoets op de andere
afstandbediening ingedrukt te houden totdat
de TRANSMIT/LEARN indicator langzaam
begint te knipperen.
Afstandbediening
Probleem
Het geluid “bromt”.
Het volumeniveau is laag tijden shet
afspelen van een grammofoonplaat.
Het volumeniveau kan niet worden
verhoogd, of het geluid is vervormd.
DSP parameters en bepaalde overige
instellingen op deze apparatuur kunnen
niet veranderd worden.
“INPUT DATA ERR” verschijnt op de
display en er wordt geen geluid
weergegeven.
Het geluidsveld kan niet worden
opgenomen.
Het apparaat functioneert niet goed.
Een bron kan niet worden opgenomen op
een tapedeck of videorecorder die
aangesloten is op deze apparatuur.
Storing van een TV of tuner in de directe
nabijheid.
Degradatie van het geluid treedt op tijdens
het meeluisteren met behulp van de
hoofdtelefoon die is aangesloten op de
compact disc speler of het tapedeck welke
is aangesloten op dit apparaat.
Oorzaak
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
Geen verbinding van de platenspeler naar de
GND aansluiting.
De grammofoonplaat wordt afgespeeld op
een platenspeler met een MC element.
Het component dat aangesloten is op de
TAPE/MD OUT aansluitingen van dit
apparaat is uitgeschakeld.
De functie “6. MEMORY GUARD” in de SET
MENU modus staat op “ON”.
Er wordt een niet-gestandaardiseerde bron
weergegeven of het apparaat dat de bron
weergeeft functioneert niet goed.
Het is niet mogelijk het geluidsveld op te
nemen op een tapedeck dat aangesloten is
op de TAPE/MD OUT aansluitingen van deze
apparatuur.
De interne microcomputer is buiten werking
geraakt door een elektrische schok van
buitenaf (blikseminslag, hoge mate van
statische elektriciteit, enz.) of door een
stroomtoevoer met lage spanning.
De bronapparatuur is enkel tussen digitale
aansluitingen aangesloten op deze
apparatuur.
Deze apparatuur bevindt zich te dicht bij de
storing veroorzakende apparaten.
Dit apparaat is op de standby functie
ingesteld.
Maatregelen
Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het
probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels
mogelijk defect.
Maak de GND verbinding tussen de
platenspeler en dit apparaat.
De platenspeler dient aangesloten te worden
op dit apparaat via de MC hoofversteker.
Schakel de stroom toevoer naar het
component in.
Op “OFF” zetten.
Controleer de bron of schakel het apparaat
dat de bron weergeeft uit en schakel het
vervolgens weer in.
Trek de stekker uit het stopcontact en steek
de stekker na ongeveer 1 minuut weer in.
Breng verdere aansluiting tot stand tussen de
analoge aansluitingen.
Plaats deze apparatuur verder van de storing
veroorzakende apparaten vandaan.
Schakel de stroomtoevoer naar deze
apparatuur in.
73
Nederlands
STORINGZOEKEN
Probleem
Er is een luid sissend geluid hoorbaar
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met DTS.
Een percussiegeluid is hoorbaar wanneer
u een bron die gecodeerd is met DTS
begint weer te geven.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft die
gecodeerd is met DTS, alhoewel de
“AUTO” of “DTS” ingangsfunctie op dit
apparaat is gekozen.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een MD weergeeft waarop u een
bron heeft opgenomen die met DTS
gecodeerd is.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een DAT weergeeft waarop u
een bron heeft opgenomen die met DTS
gecodeerd is.
Er wordt geen geluid weergegeven
wanneer u een bron weergeeft (CD enz.)
alhoewel de huidige gekozen
ingangsmodus “AUTO” is.
Oorzaak
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
is niet aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat.
De “ANALOG” ingangsfunctie is gekozen op
dit apparaat.
Als de “AUTO” ingangsfunctie is gekozen, is
het mogelijk dat, afhankelijk van bepaalde
bronnen, er zich gevallen voordoen waarbij
er storende geluiden hoorbaar zijn terwijl dit
apparaat het formaat van het ingangssignaal
identificeert.
De DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd functioneert niet omdat de
afspeelapparatuur een digitale
volumeregelaar heeft en deze in een andere
stand dan “maximum”, “neutraal”, of
“ineffectief” is gezet.
Een bron die gecodeerd is met DTS kan niet
op een MD worden opgenomen.
Afhankelijk van het DAT deck kan een bron
die gecodeerd is met DTS niet op een DAT
worden opgenomen.
In de “AUTO” modus kan de DTS-
decodeermodus niet automatisch in de
normale (PCM) digitale
signaalingangsmodus veranderd worden.
Maatregelen
De afspeelapparatuur die de bron weergeeft
moet worden aangesloten op een digitale
audiosignaalingang van dit apparaat naast de
verbindingen met de analoge
audiosignaalaansluitingen.
Kies een juiste ingangsfunctie op dit apparaat
zodat de DTS decoder die in dit apparaat is
ingebouwd wordt ingeschakeld.
Stel de ingangsfunctie van de huidige
gekozen ingangsbron in op “DTS”.
Stel de digitale volumeregelaar van de
afspeelapparatuur in op de stand “maximum”,
“neutraal”, of “ineffectief”.
Druk de INPUT MODE toets op het
voorpaneel in of de ingangskeuzetoets (voor
de huidige gekozen bron) op de
afstandbediening in zodat “PCM” op de
display verschijnt.
Bij het weergeven van een bron die gecodeerd is met DTS:
Opmerkingen
Voor het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS is het gebruik van een DTS decoder noodzakelijk, zodat de
afspeelapparatuur welke een bron weergeeft aangesloten moet worden op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat, op de
manier zoals beschreven in deze handleiding. Als deze verbinding niet wordt gemaakt of enkel een D-naar-A omzetter wordt gebruikt
zonder het gebruik van een DTS decoder, zal er wanneer u een bron weergeeft enkel een luid sissend geluid hoorbaar worden.
Als u tijdens het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS gebruik maakt van een zoekfunctie (of verspringfunctie, enz.),
zal de “dts” indicator van de display verdwijnen. Dit gebeurt omdat dit apparaat automatisch van de DTS-decodeermodus overgaat
naar de standaard (PCM) digitale signaalingangsmodus om te voorkomen dat er storingsgeluiden voortgebracht worden.
Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet worden opgenomen op analoge audio- en videobanden, en ook kunnen analoge
banden die opgenomen zijn met een bron de gecodeerd is met het DTS niet weergegeven worden.
Hetzelfde resultaat wordt verkregen voor MD’s en DAT’s (afhankelijk van het DAT deck dat voor opname en/of weergave gebruikt
wordt).
74
SPECIFICATIES
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen per Kanaal
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm)......................................... 100W+100W
CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) .................................................... 100W
REAR L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm)..........................................100W+100W
FRONT L/R (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische
Vervorming, 8 ohm) .............................................25W+25W
Maximaal Vermogen [Alleen modellen voor China en
Algemene modellen]
1 kHz, 10%
Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
MAIN L/R..........................................................135W+135W
CENTER.......................................................................135W
REAR L/R.........................................................135W+135W
FRONT L/R...........................................................35W+35W
Dynamische Vermogen per Kanaal
(IHF Meetmethode voor Vrij Dynamisch Bereik)
[Alleen modellen voor China en Algemene modellen]
MAIN L/R (8 ohm/6 ohm/4 ohm/2 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
....................................................... 140W/170W/220W/320W
Vrij Dynamisch Bereik
[Alleen modellen voor China en Algemene modellen]
MAIN L/R (8 ohm) ........................................................ 1,46 dB
DIN Standaard Uitgangsvermogen per Kanaal
[Alleen modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,7% Totale Harmonische Vervorming,
4 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......... 160W
IEC Vermogen [Alleen modellen voor Europa en Groot-
Brittanië]
MAIN L/R (1 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming,
8 ohm)
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ........... 115W
Vermogensbandbreedte (20 Hz tot 20 kHz)
8 ohm, 50W, 0,08% Totale Harmonische Vervorming
(Wanneer beide kanalen worden aangedreven)
......................................................................10 Hz tot 50 kHz
Dempingsfactor
MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 8 ohm) ................... 200 of meer
Ingangsgevoeligheid/Impedantie (100W/8 ohm)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/VIDEO AUX ................................... 150 mV/47 k-ohm
PHONO MM .................................................2,5 mV/47 k-ohm
MAIN IN...............................................................1V/47 k-ohm
Maximum Ingangssignaalniveau (1 kHz, 0,05% Totale
Harmonische Vervorming)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
(EFFECT ON).................................................................. 2,3V
PHONO MM .............................................................. 110 mV
Uitgangsniveau/Impedantie
REC OUT................................................... 150 mV/1,0 k-ohm
PRE OUT
MAIN, CENTER, REAR, FRONT ................ 1,0V/1,5 k-ohm
SUBWOOFER (MAIN SP: SMALL) (EFFECT OFF)
...................................................................... 4,0V/1,5 k-ohm
Maximum uitgangsspanning (20 Hz tot 20 kHz, 1% Totale
Harmonische Vervorming)
PRE OUT (MAIN L/R) ........................................... 3V of meer
Nominaal Uitgangsvermogen/Impedantie van
Hoofdtelefoon-ingang
Uitgangsniveau
(CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
Ingangsvermogen:
1 kHz, 150 mV, RL=8 ohm) .......................................... 0,5V
Impedantie ............................................................... 440 ohm
Frekwentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar MAIN L/R SP OUT .......................................... 0±0,5 dB
RIAA Balans Afwijking (20 Hz tot 20 kHz)
PHONO MM ..............................................................0±0,5 dB
Totale Harmonische Vervorming (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar PRE OUT (MAIN L/R), 1V.................. 0,005% of minder
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
naar SP OUT (MAIN L/R), 50W/8 ohm
................................................................... 0,015% of minder
PHONO MM naar REC OUT, 3V ................ 0,01% of minder
MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 50W/8 ohm
.................................................................. 0,008% of minder
Signaal/Ruis Verhouding (IHF-A Netwerk)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1
/VCR 2/VIDEO AUX (Ingangssignaal kortgesloten)
(EFFECT OFF) ................................................ 96 dB of meer
PHONO MM (Ingangssignaal kortgesloten 5 mV)
(EFFECT OFF)
[Alleen modellen voor Groot-Brittannië,
China en Algemen]......................................... 86 dB of meer
[Modellen voor Europa] ..................................82 dB of meer
Reststoring (IHF-A Netwerk)
MAIN L/R SP OUT ...................................... 170 µV of minder
Kanaalscheiding (Vol. –30 dB)
CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX
Kortgesloten 5,1 k-ohm Begrensd (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/45 dB of meer
PHONO MM Ingangssignaal kortgesloten (EFFECT OFF)
1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/55 dB of meer
75
Nederlands
SPECIFICATIES
Karakteristieken van Klankregeling
BASS
Versterking/afsluiting ................................... ±10 dB (50 Hz)
Omzetfrekwentie ...................................................... 350 Hz
TREBLE
Versterking/afsluiting ................................. ±10 dB (20 kHz)
Omzetfrekwentie ...................................................... 3,5 kHz
Lage Tonen Uitbreiding (MAIN L/R) ................... +6 dB (50 Hz)
Filterkarakteristieken
MAIN L/R, CENTER, REAR L/R
(MAIN, CENTER, REAR SP: SMALL) (H.P.F.)
..............................................................fc = 90 Hz, 12 dB/oct.
SUBWOOFER (L.P.F.)..........................fc = 90 Hz, 18 dB/oct.
Spoorafwijking van Versterking
(0 tot –60 dB) (MAIN L/R) ..................................3 dB of minder
Audio-demping .................................................................
VIDEO-GEDEELTE
Video-signaaltype
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .................... PAL
[Algemene modellen en modellen voor China] ......NTSC/PAL
Video-signaalniveau ......................................... 1 Vp-p/75 ohm
S-Video-signaalniveau
Y ..................................................................... 1 Vp-p/75 ohm
C .............................................................. 0,286 Vp-p/75 ohm
Maximum ingangsniveau ................................1,5 Vp-p of meer
Signaal/ruis verhouding .................................... 50 dB of meer
Monitor-uit frekwentierespons ............. 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB
ALGEMEEN
Spanningsvereisten
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
.......................................................230V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen en modellen voor China]
.............................110/120/220/240V, 50/60 Hz wisselstroom
Stroomverbruik .................................................................480W
Maximaal Stroomverbruik [Alleen Algemeen modellen]
..........................................................................................770W
Netspanningsuitgangen (AC OUTLETS)
3 geschakelde netspanningsaansluitingen
[Modellen voor Europa, China, en Algemene modellen]
................................................. Max. totaal vermogen 100W
1 geschakelde netspanningsaansluiting
[Modellen voor Groot-Brittannië]
................................................... Max. totaal vermogen 100W
Afmetingen (L x H x B)
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië]
............................................................... 435 x 171 x 470 mm
[Modellen voor China en Algemene modellen
(zonder zijpanelen)]................................ 435 x 171 x 470 mm
[Modellen voor China en Algemene modellen
(met zijpanelen)].................................. 473 x 171,5 x 470 mm
Gewicht
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] ............. 19,5 kg
[Modellen voor China en Algemene modellen
(zonder zijpanelen)] .................................................. 19,5 kg
[Modellen voor China en Algemene modellen
(met zijpanelen)] ....................................................... 21,0 kg
Toebehoren....................................................Afstandbediening
Batterijen
Gebruikersfunctie-stickers
AM Lusantenne
FM Binnenantenne
* Alle specificaties zijn onder voorbehoud en kunnen zondere
nadere kennisgeving worden gewijzigd.

Documenttranscriptie

Gefeliciteerd! U bent nu in het gelukkige bezit van een Yamaha Digitaal Geluidsveldprocessing (DSP) systeem — een buitengewoon geavanceerd audiocomponent. Het DSP systeem maakt volledig gebruik van alle technische verworvenheden die voort zijn gekomen uit het onbetwiste leiderschap dat Yamaha heeft op het gebied van de digitale audio processing, hetgeen u een totale nieuwe wereld van luister-ervaringen zal bieden. Volg bij de opstelling van uw systeem de instructies in deze handleiding zorgvuldig op en het DSP systeem zal uw kamer in een breed scala van luister-omgevingen akoestisch omvormen — alles tussen een beroemde concertzaal en een intieme jazz club. Bovendien verkrijgt u een ongelofelijk realistisch effect van de meeste met surround-geluid gecodeerde videobronnen die in de handel verkrijgbaar zijn door middel van de ingebouwde Dolby Pro Logic Surround Decoder, Dolby Digital decoder en DTS decoder. De zeven ingebouwde versterkerkanalen in dit model betekenen dat er geen extra versterkers nodig zijn om te kunnen luisteren naar de geavanceerde digitale geluidsveldprocessing. Laten we echter in plaats van u te vertellen over de wonderen van de digitale geluidsveldprocessing liever onmiddellijk overgaan tot de opstelling van het systeem en het uitproberen van de vele mogelijkheden ervan. Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig en bewaar deze op een veilige plaats voor verdere naslag. INHOUD LET OP ..................................................................... 2 BASIS-BEDIENING ................................................ 32 Weergeven van een bron ...................................... 32 INLEIDING ................................................................ 3 Bijzonderheden ........................................................ 3 Opnemen van een bron op tape (of MD) of kopieren van tape (of MD) naar tape (of MD)....... 37 Wat is DSP? .............................................................. 4 Geluidsregeling ..................................................... 39 WAT U HET EERST DOET ...................................... 7 Wat u het eerst doet................................................. 7 Uitpakken ............................................................... 7 Openen en sluiten van het voorklepje ................... 7 Installeren van de batterijen in de afstandbediening ................................................... 8 Opmerkingen betreffende de afstandbediening .... 8 Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) ...................................................................... 40 Afspelen van een bron met gebruik van een effect van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) ........ 40 Afstellen van het uitgangsniveau van de midden, rechter achterste en linker achterste, voorste effect-luidsprekers en subwoofer ......................... 43 Kort overzicht van de digitale geluidsveldprogramma’s ...................................... 45 Bedieningsorganen en hun functies ..................... 9 Voorpaneel ............................................................ 9 Displaypaneel ...................................................... 11 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN ................. 50 “SET MENU” modus ............................................. 50 Samenstellen van uw eigen geluidsvelden ........ 54 VOORBEREIDING .................................................. 12 Instellen van de SLEEP timer ............................... 59 Opstelling van de luidsprekers ............................ 12 Aansluitingen ........................................................ 14 AFSTANDBEDIENING ........................................... 60 Audio/video bron-componenten .......................... 14 Basis-bediening (kap geopende) ......................... 60 Luidsprekers ........................................................ 21 Gebruik van de “programmeerbare” toetsen (kap geopend)......................................................... 62 Aansluiting van dit apparaat op de netspanning ......................................................... 24 Schermdisplay ....................................................... 25 Kiezen van de uitgangsfuncties (“SET MENU” modus) ........................................... 26 Afstelling van de luidsprekerbalans .................... 29 Gebruik van de bedieningsregeltoetsen (kap gesloten)......................................................... 64 Macro bediening (kap gesloten) .......................... 66 Methoden van programmeren en wissen van functies .................................................................. 68 STORINGZOEKEN ................................................. 71 SPECIFICATIES ..................................................... 74 Nederlands 1 LET OP : Lees eerst deze aanwijzingen alvorens het apparaat in gebruik te nemen. 1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor toekomstige referentie. 2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen (zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een elektrische schok te voorkomen. 3. Nooit de behuizing van het apparaat openen. Neem contact op met uw dealer in het geval er een vreemd voorwerp in het apparaat gevallen is. 4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van het apparaat, er op letten eerst de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen en de verbindingen van de kabels met overige apparatuur los te maken. Nooit aan de kabels zelf trekken. 5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat het apparaat goed geventileerd wordt. Indien deze openingen geblokkeerd worden, zal de temperatuur binnen in het apparaat snel toenemen. Plaats daarom geen voorwerpen tegen deze openingen en stel het apparaat op een goed geventileerde plaats op om brand en beschadiging te voorkomen. <Modellen voor Europa en Groot-Brittannië> Zorg er voor een ruimte van tenminste 10 cm aan de linker- en rechterzijde, 20 cm aan de achterzijde en 30 cm boven het bovenpaneel van de apparatuur open te laten om brand en beschadiging te voorkomen. 6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit apparaat op een hogere spanning dan aangegeven is gevaarlijk en kan brand of andere ongevallen tot gevolg hebben. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het gebruik van dit apparaat met een andere dan de voorgeschreven spanning. 15. Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken. Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V wisselstroom, 50/60 Hz. BELANGRIJK Noteer het serienummer van uw apparaat in de ruimte hieronder. Model: Serienummer: Het serienummer is aangegeven op de achterzijde van het apparaat. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor toekomstige referentie. WAARSCHUWING STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM HET RISIKO VAN BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN. Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt, ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand wordt de standby functie genoemd. In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine hoeveelheid stroom verbruiken. Alleen voor klanten in Nederland Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 7. Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing. 8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “– ∞”, alvorens WAARSCHUWING Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit schade kan veroorzaken aan het apparaat. 9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR: Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet correct in een van beide standen gezet is. Zet in dat geval de schakelaar correct in een van beide standen wanneer het apparaat zich in de standby functie bevindt. met de weergave van de audiobron te beginnen; laat het volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen nadat de weergave begonnen is. chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de afwerking beschadigd kan worden. Gebruik een schone, droge doek. 10. Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst het hoofdstuk “STORINGZOEKEN” doorlezen voor advies betreffende het opsporen van veelvoorkomende bedieningsfouten. (Modellen voor Europa) 11. Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode niet gaat gebruiken, de stekker steeds uit het stopcontact verwijderen. KERS REAR AC OUTLETS 12. Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen. SWITCHED I00W MAX. TOTAL ( SURROUND ) OR CORRECT SETTING. 13. Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen te worden dat de aarding of de polarisatie van een apparaat niet ongedaan gemaakt wordt. AIN A B CENTER : 4ΩMIN. / SPEAKER FRONT : 6ΩMIN. / SPEAKER REAR : 6ΩMIN. / SPEAKER MAIN A OR B: 4ΩMIN. / SPEAKER A B : 8ΩMIN. / SPEAKER CENTER : 8ΩMIN. / SPEAKER FRONT : 8ΩMIN. / SPEAKER REAR : 8ΩMIN. / SPEAKER MAIN A OR B: 8ΩMIN. / SPEAKER A B : I 6ΩMIN. / SPEAKER 14. Wisselstroom-uitgang Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroomuitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze uitgang kan voorzien. 2 SET BEFORE POWER ON IMPEDANCE SELECTOR IMPEDANCE SELECTOR INLEIDING Bijzonderheden 7 Kanaal vermogensversterking Hoofd: 100W + 100W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,02% THD, 20–20 000 Hz Midden: 100W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,02% THD, 20–20 000 Hz Achter: 100W + 100W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,02% THD, 20–20 000 Hz Voorste effect: 25W + 25W (8Ω) RMS uitgangsvermogen, 0,05% THD, 1 kHz Meervoudige digitale geluidsveldprocessing ● Digitale Geluidsveldprocessor (DSP) ● Dolby Digital Decoder ● Dolby Pro Logic Surround Decoder ● DTS Decoder ● CINEMA DSP: Theater-klankervaring door de combinatie van YAMAHA DSP technologie en Dolby Digital, Dolby Pro Logic of DTS Overige ● “SET MENU” modus die u 8 opties voor wijziging beschikbaar stelt voor het optimaal instellen en afstellen van dit apparaat voor gebruik met uw audio/video systeem. ● BASS EXTENSION toets voor de benadrukking van de lage tonen respons ● Schermdisplayfunctie, van dienst bij de bediening van dit apparaat ● REC OUT keuzeschakelaar die onafhankelijk is van de keuze van de ingangsbron ● SLEEP Timer ● OPTICAL en COAXIAL digitale audiosignaalaansluitingen ● 6 kanaal externe decoder ingang voor andere toekomstige formaten ● Mogelijkheid voor videosignaal ingang/uitgang (Inclusief S Video verbindingen) ● Multifunctionele programmeerbare afstandbediening ● Automatische ingangsbalansregeling voor Dolby Pro Logic Surround ● Test-toongenerator voor gemakkelijkere afstelling van de uitgangsbalans van de luidsprekers Nederlands ● Mogelijkheid tot keuze van de luidspreker uitgangsmodus voor het meest passende gebruik van uw luidspreker systeem 3 INLEIDING Wat is DSP? Inleiding Welkom in de opwindende wereld van digitaal huiskameramusement. Dit apparaat is een van de meest complete en geavanceerde AV versterkers die verkrijgbaar zijn. Mogelijk bent u niet op de hoogte van de meer geavanceerde mogelijkheden, deze zijn echter gemakkelijk te gebruiken. State-of-the-art technologie zoals Dolby Digital en Digital Theater Systems (DTS) zullen waarschijnlijk nieuw zijn in uw huis, maar u heeft wellicht ooit de verbazingwekkende realistische effecten ervaren die zij verlenen aan speelfilms in theaters rond de wereld. Om de luisterervaring nog interessanter te maken, omvat dit apparaat een aantal exclusieve, digitaal gecreëerde luisteromgevingen die digitale geluidsvelden genoemd worden. Het kiezen van een geluidsveldprogramma is alsof u uzelf overbrengt naar plaatsen als een openlucht arena, een Europese kerk of een intieme jazz club. Neemt u even de tijd nu om meer te lezen over deze mogelijkheden en te genieten van de nieuwe ervaringen die dit apparaat in uw huistheater brengt. Digitale Geluidsveldprocessing Technologische vooruitgang in de klankreproduktie hebben in de laatste 30 jaar de luisterervaring verrijkt met een verbeterde helderheid, precisie en vermogen. Echter er ontbrak steeds iets: De atmosfeer en de akoestische omgeving van een live concertzaal. Onze Yamaha ingenieurs hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar de aard van de klank-akoestiek en de manier waarop geluiden in een kamer weerkaatst worden. We hebben deze ingenieurs naar bekende theaters en concertzalen over de gehele wereld uitgezonden om de akoestiek van deze luisteromgevingen met fijngevoelige meetapparatuur te meten. De gegevens die zij hebben verzameld worden gebruikt om deze luisteromgevingen in digitale geluidsvelden te reproduceren. Sommige van deze digitale geluidsvelden worden gereproduceerd met gebruik van gegevens die rechtstreeks op de plaats van oorsprong zijn opgemeten, andere zijn samengesteld op basis van combinaties van gegevens voor het vormen van unieke akoestische omgevingen die bestemd zijn voor speciale doeleinden. Hiermee is natuurlijk enkel de helft van het probleem opgelost. Voor deze ingenieurs is er geen mogelijkheid om de akoestiek van uw kamer te kennen, dus hebben wij het mogelijk gemaakt dat u de diverse parameters van deze gegevens kunt afstellen en elke virtuele luisteromgeving naar eigen voorkeur kunt afstellen. U kunt deze geluidsvelden gebruiken voor een verbetering van de weergave van elke bron en in combinatie met een van de volgende surround geluidstechnieken. Sommige zijn speciaal ontwikkeld voor muziek en andere speciaal voor films. Dolby Pro Logic Surround Dolby Pro Logic Surround is sinds het midden van de jaren ‘70 in bioscooptheaters in gebruik. Ook is het sinds de eind jaren ‘80 beschikbaar geworden voor huisbioscoopsystemen. Het maakt gebruik van vier afzonderlijke kanalen en vijf luidsprekers voor de reproduktie van realistische en dynamische geluidseffecten: twee hoofdkanalen (links en rechts), een middenkanaal voor de dialoog en een achterste kanaal voor speciale geluidseffecten. Het achterste kanaal reproduceert de klanken binnen een smal frekwentiebereik. 4 De meeste videobanden en laserdiscs zijn gecodeerd met Dolby Pro Logic Surround, juist als vele TV en kabeluitzendingen. De Dolby Pro Logic Surround decoder die in dit apparaat is ingebouwd maakt gebruik van een digitaal signaalverwerkingssysteem dat de stabiliteit van elk van de kanalen verbetert voor het verkrijgen van een meer nauwkeurige ruimtelijke plaatsing van de klanken in vergelijking tot de conventionele analoge signaalverwerkingssystemen. INLEIDING Dolby Digital Dolby Digital is een Dolby Surround geluidssysteem van het volgende niveau dat ontwikkeld is voor 35 mm films via het gebruik van audiocodering met lage-bit transmissiesnelheid. Dolby Digital is een digitaal surround geluidssysteem dat u een volledig onafhankelijke meerkanaals-audio biedt. In meerkanaals-formaat biedt Dolby Digital vijf full range kanalen in wat soms een “3/2” opstelling genoemd wordt: drie voorste kanalen (links, midden en rechts) en twee surround kanalen. Verder is er voorzien in een zesde effectkanaal voor enkel de lage tonen voor de weergave van LFE (lage frekwentie effect) of de low bass effecten die onafhankelijk zijn van de overige kanalen. (Dit is het zogenaamde “subwooferkanaal” of “LFE kanaal”.) Dit kanaal wordt geteld als 0,1, waardoor men tot de term 5,1 kanalen in totaal is gekomen. In vergelijking tot Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als een “3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts één surround kanaal), voorziet het Dolby Digital systeem in twee surround kanalen, stereo of gescheiden surrounds genaamd, die elk dezelfde full range weergavegetrouwheid bieden als de drie voorste kanalen. Via het gebruik van de ingebouwde Dolby Digital decoder kunt u in uw huis genieten van het bijzonder krachtige en realistische effect van de Dolby Stereo Digitale theaterklanken. Een breed dynamisch bereik van geluid dat gereproduceerd wordt door de vijf full range kanalen en een nauwkeurige oriëntatie van de klanken welke wordt verkregen door de digitale geluidsveldverwerking biedt luisteraars een ongeëvenaarde nieuwe en realistische luisterervaring. Dolby Digital bestaat uit 5,1 kanalen, zoals reeds links werd aangegeven. Het kan echter ook uit minder kanalen bestaan, bijvoorbeeld 2 kanaal stereo en mono. Het is mogelijk dat u in de verkoop bepaalde 2 kanaal stereo en/of mono bronnen die gecodeerd zijn met het Dolby Digital aantreft. Laserdisc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital. In de nabije toekomst zal Dolby Digital ook toegepast worden op DBS, CATV en HDTV. De uitgave van Dolby Stereo Digitale bioscoopfilms welke nu op gang komt, vormt een onmiddelijk beschikbare bron van video software die met Dolby Digital gecodeerd is. Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY, AC-3, PRO LOGIC en het dubbel D symbool zijn handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. DTS Digital Surround DTS (Digitale Theater Systemen) systeem werd ontwikkeld ter vervanging van analoge soundtracks van films door zes onafhankelijke kanalen van digitale soundtracks dat nu in veel theaters over de gehele wereld geïnstalleerd is. Het DTS digitale weergavesysteem gaf een nieuwe dimensie aan de manier waarop wij films in theaters ervaren door de introductie van zes onafhankelijke kanalen van schitterende digitale audio. Laserdisc, compact disc en DVD zijn een huiskameraudioformaat waarbinnen het DTS zijn multi-kanaal audio van hoge kwaliteit ten uitvoer kan brengen. (Naast films op laserdiscs zullen veel opwindende nieuwe multi-kanaal muziekopnamen verkrijgbaar worden in de vorm van DTS gecodeerde compact discs.) Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US Pat. No. 5.451.942 en overige wereldwijde patenten geregistreerd en in aanvraag. “DTS”, “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Auteursrecht 1996 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Nederlands Via de DTS technologie is het na intensief research en ontwikkeling nu ook mogelijk een soortgelijke onafhankelijke codering/decodering technologie toe te passen op het surround-klank amusement van huiskamer-audiosystemen. De DTS Digital Surround is een codering/decodering systeem dat zes kanalen topkwaliteit, 20-bit audio levert; technisch gesproken 5,1 kanalen, hetgeen betekent 5 full-range (linker, midden, rechts en twee surround) kanalen, plus een subwoofer (LFE) kanaal (als “0,1”). Het is compatibel met de 5,1 luidsprekersystemen die momenteel beschikbaar zijn voor huis-theatersystemen. Via het gebruik van de DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd, kunt u in uw huis genieten van het bijzonder krachtige en realistische effect van de hoge kwaliteit DTS theaterklanken. De DTS Digital Surround formule is ontwikkeld voor de codering van de zes kanalen van 20-bit audio op bepaalde laserdiscs of compact discs DVD’s met aanzienlijk minder datacompressie. 5 INLEIDING CINEMA DSP: Dolby Surround + DSP / DTS + DSP De Dolby Surround en DTS geluidssystemen komt het meest tot hun recht in een groot bioscooptheater, omdat filmgeluiden oorspronkelijk werden ontworpen om te worden gereproduceerd in een groot bioscooptheater met gebruik van meerdere luidsprekers. Proberen in uw huis een akoestische omgeving te scheppen die lijkt op die van een bioscooptheater is moeilijk vanwege de grootte van de kamer, het gebruikte materiaal in de muren, het aantal luidsprekers, enzovoorts. Met andere woorden, uw luisterkamer verschilt in hoge mate van een bioscooptheater. Dolby Pro Logic + 2 Digitale geluidsvelden Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste surround zijde van het met Dolby Pro Logic Surround gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede akoestische omgeving en benadrukken het surround effect in de kamer en laten u veel overige effecten gewaarworden, op een manier alsof u zelf een film aan het bekijken bent in een veel bezochte Dolby Stereo bioscoop. Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “PRO LOGIC/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het Dolby Digital in 2-kanalen gecodeerd is. Yamaha DSP technologie echter, is in staat met behulp van de originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met de Dolby Surround of DTS Digital Surround geluiden, u huis nagenoeg dezelfde akoestische ervaring te bieden als die in een groot bioscooptheater door voor het tekort aan effecten en dynamiek in de luisterkamer te compenseren. CINEMA DSP Het YAMAHA “CINEMA DSP” logo geeft aan dat die programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van en YAMAHA DSP technologie en Dolby Surround of DTS. Dolby Digital of DTS + 3 Digitale geluidsvelden Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan respektievelijk de voorste effect-zijde en aan de onafhankelijke linker en rechter surround zijden van het door Dolby Digital gedecodeerde of het DTS gedecodeerde geluidsveld. Deze scheppen een brede akoestische omgeving en zorgen voor veel surround effect in de kamer zonder dat de hoge kanaalscheiding verloren gaat. Door middel van het brede dynamische bereik van het Dolby Digital of DTS geluid krijgt u de indruk dat u een film aan het bekijken bent in de nieuwste Dolby Stereo Digitale bioscoop of in een theater met DTS systeem. Dit is het meest ideale huiskamer-theatergeluid van tegenwoordig. Deze combinatie is beschikbaar wanneer het digitale geluidsveldprogramma Nr. 8, 9, 10, 11 of “DOLBY DIGITAL (of DTS DIGITAL SUR.)/Enhanced” van Nr. 12 is gekozen en het ingangssignaal van de bron met het Dolby Digital (behalve in 2-kanalen) gecodeerd is of met het DTS gecodeerd is. 6 WAT U HET EERST DOET Wat u het eerst doet Uitpakken Neem deze apparatuur en de bijbehorende acessoires voorzichtig uit de doos. U treft dan de apparatuur zelf en de volgende accessoires aan. Afstandbediening Gebruikersfunctie-stickers Batterijen (maat AA, LR6, UM-3) Openen en sluiten van het voorklepje Sluit het voorklepje steeds wanneer de bedieningsorganen binnen in het paneel niet gebruikt worden. Openen van het voorklepje Sluiten van het voorklepje Nederlands 7 WAT U HET EERST DOET Installeren van de batterijen in de afstandbediening Aangezien de afstandbediening gebruikt gaat worden voor vele van de bedieningsfuncties van deze apparatuur, dient u te beginnen met het plaatsen van de bijgeleverde batterijen. 1. Draai de afstandbediening om en schuif het deksel van het batterijvak in de richting van de pijl. 2. Plaats de batterijen (AA, LR6, UM-3 type) met de symbolen voor hun polariteit in de juiste richting in het batterijvak. 3. Sluit het deksel van het batterijvak. Opmerkingen betreffende de afstandbediening Vernieuwen van de batterijen Indien de afstandbediening dichter bij de hoofdeenheid gebruikt moet worden, zijn de batterijen uitgeput. Vervang beide batterijen door nieuwe. Opmerkingen ● Gebruik uitsluitend AA, R6, UM-3 batterijen. (Het wordt aanbevolen een LR6 type re gebruiken wanneer u de afstandsbediening langere tijd achter elkaar gebruikt.) ● Let er op dat de polariteit van de batterijen correct is. (Zie het schema binnen in het batterijvak.) ● Verwijder de batterijen, indien u de afstandbediening gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. ● Indien de batterijen zijn gaan lekken, deze onmiddellijk verwijderen. Zorg er voor het uitgelekte materiaal niet aan te raken en voorkom dat dit in aanraking komt met kleding, enz. Reinig het batterijvak grondig alvorens nieuwe batterijen te plaatsen. 2 Werkingsbereik van afstandbediening 1 3 4. Nadat u de batterijen heeft geplaast, de RESET knop indrukken alvorens de afstandbediening weer in gebruik te nemen. Afstandbedieningssensor Binnen een bereik van ongeveer 6 m RESET knop 30° 30° Opmerkingen ● De ruimte tussen de afstandbediening en de hoofdeenheid moet vrij zijn van grote obstakels. ● De sensor van de afstandbediening niet blootstellen aan sterke lichtinval, in het bijzonder van fluorescerende lampen. Anders bestaat de kans dat de sensor van de afstandbediening niet juist werkt. Indien nodig, de hoofdeenheid buiten de inval van directe verlichting plaatsen. 8 WAT U HET EERST DOET Bedieningsorganen en hun functies Voorpaneel 2 1 3 NATURAL SOUND AV AMPLIFIER 4 6 5 CINEMA DSP 7ch DSP A2 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 STANDBY/ON l2 28 8 60 2 4 40 INPUT MODE 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS l 0 90A 3 4 5 B l 2 4 5 PROGRAM BALANCE l 3 4 5 0 2 3 4 8 l 2 3 EFFECT TREBLE l 2 7 EXT. DECODER BASS 0 l 2 3 3 4 5 4 L5 5R VIDEO AUX REC OUT DVD/LD 2 SOURCE TAPE/MD TV/DBS VCR 1 VCR 2 CD TUNER PHONO VIDEO AUX C DE F G H I Zie voor de afstandbediening de pagina’s 60 tot 61. 1 STANDBY/ON schakelaar Druk deze schakelaar in om de stroomtoevoer in te schakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om dit apparaat op de standby functie in te stellen. * Wanneer u deze schakelaar indrukt om het apparaat in te schakelen, zult u een klik horen en de ingebouwde ventilator kortstondig horen draaien. 4 INPUT MODE toets Standby functie In deze toestand verbruikt dit apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom om gereed te zijn voor het ontvangen van infrarood signalen van de afstandbediening. 5 INPUT SELECTOR Voor het ontvangen van de signalen van de afstandbediening. 3 Displaypaneel Geeft diverse informatie aan. (Zie pagina 11 voor bijzonderheden.) Draai deze knop voor het kiezen van de ingangssignaalbron. De gekozen bron wordt aangegeven op de display. 6 Hoofd VOLUME regelaar Nederlands 2 Afstandbedieningsensor Druk op deze toets om te kiezen hoe de ingangssignalen worden ontvangen van bronnen die twee of meerdere typen signalen uitzenden. De standen “AUTO”, “DTS”, “DGTL” en “ANALOG” zijn beschikbaar. De “AUTO”, “D.D.RF”, “DTS”, “DGTL” en “ANALOG” functies zijn beschikbaar voor DVD/LD bronnen. Zie pagina 36 voor bijzonderheden. Met deze regelaar wordt het volume voor alle uitgangsgeluiden gelijktijdig geregeld; voorste effect-luidsprekers, hoofdluidsprekers, achterluidsprekers, middenluidspreker en subwoofer. (Dit is niet van invloed op het REC OUT niveau.) * De indicator op de hoofd VOLUME regelaar zal knipperen zodra het volume afgezwakt wordt door het indrukken van de MUTE toets op de afstandbediening. 9 WAT U HET EERST DOET 7 SPEAKERS schakelaars C EXT. DECODER toets Druk de schakelaar A of B (of beide) om de hoofdluidsprekers die u gaat gebruiken te selecteren. Druk de schakelaar voor de hoofdluidsprekers die u niet gebruikt nogmaals in om ze te deselecteren. Op het displaypaneel zullen “SPEAKERS A” en/of “SPEAKERS B” oplichten, afhankelijk van welke hoofdluidsprekers er worden gekozen. Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling van de INPUT SELECTOR. “EXT. DECODER IN” zal verlicht op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die gekozen is met behulp van de INPUT SELECTOR knop wordt de huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven. 8 PHONES ingang Op deze ingang kan een hoofdtelefoon worden aangesloten om privé te kunnen luisteren. U kunt luisteren naar het geluid van de hoofdluidsprekers via de hoofdtelefoon. Wanneer u privé met de hoofdtelefoon wilt luisteren, beide SPEAKERS schakelaars A en B indrukken om de hoofdluidsprekers te de-selecteren en de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen door het indrukken van de EFFECT toets, zodat er geen DSP programma-naam verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven. PHONES 9 BASS EXTENSION toets Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer gebruikt wordt. 0 TONE BYPASS toets Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit (BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt (OFF). A SET MENU –/+ toets Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het maken van een wijziging van de instelling of afstelling voor de functie die door het indrukken van de NEXT toets gekozen is NEXT toets Druk deze toets eenmaal of meerdere malen in voor het kiezen van een functie in de SET MENU modus. B BASS en TREBLE regelaars Draai deze knoppen om de lage en hoge frekwentierespons enkel voor het linker en het rechter hoofdkanaal af te stellen. 10 D BALANCE regelaar Deze regelt knop enkel het geluid van de hoofdluidsprekers. De balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de rechter hoofdluidsprekers kan worden afgesteld voor het compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich bevindt. E EFFECT toets Druk deze toets in om de uitvoer van de midden, achterste en voorste effect-luidsprekers in en uit te schakelen. Het geluid wordt normaal 2-kanaals wanneer deze functie wordt uitgeschakeld. Dit is echter niet van toepassing op Dolby Digital of DTS. De signalen van alle kanalen zullen over de hoofdkanalen verdeeld worden en de via de hoofdluidsprekers worden weergegeven, ook als de uitvoer van de midden, achterste en voorste effect-luidsprekers is uitgeschakeld, wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt. F REC OUT keuzeschakelaar Draai deze knop voor het kiezen van de bron voor opname op een MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder. Deze instelling is onafhankelijk van de instelling van de INPUT SELECTOR, behalve wanneer de REC OUT keuzeschakelaar in de stand SOURCE gezet is. De INPUT SELECTOR wordt dan gebruikt voor het kiezen van de bron voor opname op een MD recorder (of tapedeck) of videocassetterecorder. G PROGRAM keuzetoets Druk deze toets in de of richting voor het kiezen van een digitaal geluidsveldverwerkingsprogramma. H VIDEO AUX aansluitingen Sluit extra video- of audio-ingangsbron apparatuur zoals een camerarecorder op deze aansluitingen aan. Video-apparatuur voorzien is van een S video uitgangsaansluiting kan worden aangesloten op de S VIDEO aansluiting voor het verkrijgen van een beeld met een hoge resolutie. De bron kan gekozen worden met behulp van de INPUT SELECTOR en REC OUT keuzeschakelaar. I Voorklepje Zie pagina 7 voor de manier van het openen en sluiten van het voorklepje. WAT U HET EERST DOET Displaypaneel 1 2 3 DIGITAL PRO LOGIC DSP SPEAKERS A B indicators Beide “dts” indicators zullen oplichten wanneer de ingebouwde DTS decoder ingeschakeld wordt. Een rode “dts” indicator licht op bij het weergeven van een compact disc of laser disc die gecodeerd is met DTS. Een oranje “dts” indicator licht op bij het weergeven van een DVD die gecodeerd is met DTS. Het is mogelijk dat een oranje “dts” indicator oplicht bij het weergeven van een laserdisc die gecodeerd is met DTS na een video-CD of DVD op een DVD/LD combi-speler. 2 Multi-informatie display Deze display geeft het huidige DSP programma aan, de status van de afstellingen en de wijzigingen van de instellingen. Diverse statussen kunnen tegelijkertijd worden bekeken. 3 Ingangsbron indicators Een van de pijlen van deze indicators zal oplichten afhankelijk van welke bron wordt gekozen. TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SLEEP 45 6 1 DVD/LD 7 4 DIGITAL en PRO LOGIC indicators De DIGITAL indicator licht op wanneer de ingebouwde Dolby Digital decoder ingeschakeld is en de signalen van de bron die gecodeerd is met Dolby Digital niet 2-kanaals zijn. De PRO LOGIC indicator licht op wanneer de ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder ingeschakeld is. 5 DSP indicator Deze indicator licht op wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor ingeschakeld is. 6 SPEAKERS A/B indicators Een van deze indicators zal oplichten afhankelijk van welke hoofdluidsprekers worden gekozen. Beide indicators zullen oplichten wanneer beide luidsprekers A en B zijn gekozen. 7 SLEEP indicator Deze indicator licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde SLEEP timer in ingeschakeld is. Nederlands 11 VOORBEREIDING Opstelling van de luidsprekers m Opstellen van uw luidsprekersysteem Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste geluidsveld-kwaliteit met een volledig zevenluidsprekersysteem, waarbij een paar hoofdluidsprekers wordt gebruikt voor de weergave van de hoofdbronklanken alsmede twee extra paar effect-luidsprekers voor het produceren van het geluidsveld plus één middenluidspreker voor de dialoog. Het wordt derhalve aanbevolen een systeem met zeven luidsprekers te gebruiken. Echter een systeem met vier luidsprekers welke gebruik maakt van slechts één paar effectluidsprekers voor het geluidsveld, zal nog steeds indrukwekkende klanken en effecten bieden, hetgeen een goede manier kan zijn om met deze apparatuur te beginnen. U kunt later dan verder uitbreiden tot het systeem met de volledige zeven luidsprekers. Bij het 4 of 5 luidsprekersysteem is de functie van de digitale geluidsveldprocessing nog steeds werkzaam, echter worden de hoofdluidsprekers gebruikt voor zowel de hoofdkanalen als de voorste effectkanalen. Gebruik van de midden-dialoogluidspreker wordt aanbevolen Bij het weergeven van een bron met Dolby Pro Logic gedecodeerd, of bij het weergeven van een bron die middenkanaalsignalen bevat met Dolby Digital of DTS gedecodeerd, zal de dialoog, zang, enz. via het middenkanaal uitgevoerd worden. Indien u derhalve het audio/video huistheater systeem wilt uitbreiden, wordt het aangeraden gebruik te maken van de middenkanaalluidspreker. Indien het om een bepaalde reden niet praktisch is een middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk naar een film te kijken zonder deze luidspreker. De beste resultaten echter worden verkregen met gebruik van het volledige systeem. Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding van uw geluidsveld Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking van de lage tonen frekwenties van een kanaal of van alle kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid weergeven van de signalen op het subwooferkanaal tijdens het afspelen van een bron waarvan Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt. U zou voor het gemak kunnen kiezen voor een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem, welke voorzien is van zijn eigen ingebouwde vermogenversterker. m Luidsprekers en opstelling van de luidsprekers Uw volledige zeven-luidsprekersysteem zal drie paar luidsprekers nodig hebben: de HOOFDLUIDSPREKERS (uw normale stereo luidsprekers), de VOORSTE EFFECTLUIDSPREKERS en de ACHTERSTE LUIDSPREKERS, plus de MIDDENLUIDSPREKER. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een SUBWOOFER. Indien u gebruik maakt van een SUBWOOFER, zoals een Yamaha Active Servo Processing Subwoofer systeem, is de positie van de luidspreker niet van kritiek belang, aangezien de lage tonen niet bijzonder richtinggevoelig zijn. De HOOFDLUIDSPREKERS dienen modellen te zijn met hoge vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking van het maximum vermogen van uw audiosysteem. De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de HOOFDLUIDSPREKERS. Voor een nauwkeurige lokalisering van het geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van modellen met hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor de MIDDENLUIDSPREKERS, de VOORSTE EFFECT en ACHTERSTE LUIDSPREKERS in het volle bereik weer te geven. Plaats de HOOFDLUIDSPREKERS op de gewone plaats. Plaats de VOORSTE EFFECT-LUIDSPREKERS verder uit elkaar dan de HOOFDLUIDSPREKERS aan beide zijden van en op een afstand van 50 tot 100 cm achter en boven het paar HOOFDLUIDSPREKERS. Plaats de ACHTERSTE LUIDSPREKERS achter uw luisterpositie. Deze dienen ongeveer 180 cm van de vloer af aangebracht te worden. Plaats de MIDDENLUIDSPREKER precies tussen de twee HOOFDLUIDSPREKERS. (Om storing te vermijden, de luidspreker boven of onder de televisie-monitor plaatsen of gebruik maken van een magnetisch afgeschermde luidspreker.) 12 Hoofdluidspreker Subwoofer Voorste effect-luidspreker Middenluidspreker Achterste luidspreker VOORBEREIDING m Aanbevolen opstellingen voor luidsprekersystemen 4 luidsprekersysteem 5 luidsprekersysteem Standaard systeem Goed voor audio/video bronnen U kunt genieten van breed verspreide klanken door enkel een paar achterluidsprekers aan een standaard stereosysteem toe te voegen. Via het gebruik van een middenluidspreker worden de middengeluiden (dialoog, zang, enz.) nauwkeurig gelokaliseerd. 1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.) 1E. SYS. SETUP – Instellen op 5ch. (Zie pagina 27) 1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26) 6 luidsprekersysteem Goed voor de geluidsvelden van 2-kanaal stereo bronnen. 1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op NONE. (Zie pagina 26.) Dit is het aanbevolen luidspreker-systeem waarmee de beste geluidseffecten verkregen worden. De achterluidsprekers en de voorste effect-luidsprekers produceren een geluidsveld van 360 graden en de middenluidspreker voorziet in een nauwkeurige lokatie van het middengeluid. Met behulp van het 7 luidsprekersysteem kunt de geweldige YAMAHA “CINEMA DSP” geluidsvelden volledig ervaren. Nederlands Wanneer er een normale stereobron wordt weergegeven met de geluidsveldprogramma’s Nr. 1 tot en met Nr. 7 kan er een geluidseffect worden verkregen dat overeenkomt met een 7 luidsprekersysteem. Door toevoeging van effect-luidsprekers linksvoor en rechtsvoor wordt er een meer effectief geluidsveld geproduceerd. 7 luidsprekersysteem 1E. SYS. SETUP – Instellen op 7ch. (Zie pagina 27.) 1A. CENTER SP – Instellen op LRG of SML. (Zie pagina 26.) 13 VOORBEREIDING Aansluitingen Let op: De stekker van dit apparaat en overige componenten pas insteken nadat alle aansluitingen tot stand gebracht zijn. Alle verbindingen moeten correct zijn, dit wil zeggen L (links) aan L, R (rechts) aan R, “+” aan “+” en “–” aan “–”. Raadpleeg ook de handleiding van de betreffende aan te sluiten apparatuur. Audio/video bron-componenten ● ● Gebruik RCA type pinstekkerkabels voor audio/video apparatuur, behalve in de verderop beschreven gevallen. De signaaluitgangen (of ingangen) van YAMAHA audio/video apparatuur die op het achterpaneel met de nummers 1, 2, 3, 4, enz. worden aangegeven, moeten aangesloten worden op de ingangen met hetzelfde nummer op dit apparaat. m Basis aansluitingen van audio-apparatuur (*1) OUTPUT GND Platenspeler (Modellen voor Europa) GND Compact disc speler OUTPUT DIGITAL RF SIGNAL DVD/LD CD MD recorder, Tapedeck, enz. COAXIAL OPTICAL LINE OUT LINE IN AUDIO SIGNAL PHONO CD VIDEO SIGNAL S VIDEO DVD/LD TV/DBS TV/DBS 3 IN IN IN VCR 1 VCR 1 OUT OUT ( PLAY ) TAPE/MD 4 OUT ( REC ) MAIN (PLAY) TAPE/MD SURROUND OUT DVD/LD IN IN VCR 2 VCR 2 OUT OUT 2 (REC) OUTPUT VIDEO DVD/LD 1 CD IN Tuner AUDIO SIGNAL TUNER SUB WOOFER CENTER S VIDEO MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS VIDEO DIGITAL SIGNAL (*1): GND aansluiting (voor gebruik met platenspeler) Door de massakabel van de platenspeler te verbinden met de GND aansluiting, kan het optreden van storende bromgeluiden minimaal gehouden worden. In sommige gevallen echter worden er betere resultaten verkregen wanneer de massakabel niet is aangesloten. 14 : Geeft de richting van de signalen aan. VOORBEREIDING m Basis aansluitingen van video-apparatuur AUDIO OUT VIDEO OUT (Modellen voor Europa) AUDIO OUT VIDEO OUT GND AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL PHONO DIGITAL RF SIGNAL DVD/LD CD COAXIAL OPTICAL CD VIDEO VIDEO SIGNAL S VIDEO DVD/LD DVD/LD TV/DBS TV/DBS IN IN VCR 1 VCR 1 OUT OUT AUDIO OUT Videocassetterecorder 1 VIDEO OUT VIDEO IN AUDIO IN 3 IN ( PLAY ) TAPE/MD 4 ( REC ) MAIN IN TAPE/MD SURROUND OUT IN IN VCR 2 VCR 2 OUT OUT 2 (REC) DVD/LD TV/Satelliet tuner 1 CD OUT (PLAY) LD speler of DVD speler VIDEO OUT Videocassetterecorder 2 AUDIO OUT VIDEO IN AUDIO IN TUNER SUB WOOFER CENTER S VIDEO MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS VIDEO DIGITAL SIGNAL TV monitor VIDEO IN VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel) Deze aansluitingen worden gebruikt voor aansluiting van een videobron, zoals een camerarecorder. VIDEO AUX R AUDIO OUT L L VIDEO OUT VIDEO S VIDEO OUT S VIDEO Camerarecorder Nederlands AUDIO OUT R : S-video kabel (Zie pagina 19 voor bijzonderheden betreffende de S VIDEO aansluiting.) 15 VOORBEREIDING Voor aansluiting op een TV monitor die voor de signaalinvoer gebruik maakt van een 21-polige stekker <Alleen modellen voor Europa en GrootBrittannië> PAL/NTSC schakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) Dit apparaat is bestemd voor gebruik met de NTSC en PAL televisieformaten. Zet deze schakelaar in de stand voor het formaat dat door uw TV monitor gebruikt wordt. Breng de aansluitingen tot stand zoals aangegeven in onderstaande illustratie met behulp van een in de handel verkrijgbare scart-stekker aansluitkabel. IN VCR 1 (Modellen voor Europa) OUT MAIN IN (PLAY) TAPE/MD SURROUND OUT IN IN VCR 2 VCR 2 OUT OUT 2 (REC) PAL NTSC CAUTION IN COUPLER MAIN PRE MAIN OUT IN VCR 2 TUNER DVD/LD SUB WOOFER CENTER PAL/NTSC schakelaar S VIDEO MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS VIDEO PAL: DIGITAL SIGNAL TV monitor Scart-stekker aansluitkabel 16 AUDIO R AUDIO L VIDEO Geen aansluiting In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt van het PAL formaat. * Voert signalen uit in het PAL formaat, ongeacht welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden wordt. NTSC: In deze stand zetten als uw TV monitor gebruik maakt van het NTSC formaat. * Voert signalen uit in het NTSC formaat, ongeacht welk formaat (PAL of NTSC) videosignaal vanuit een extern videoapparaat naar dit apparaat gezonden wordt. Opmerking Zorg er voor dat het ingevoerde videosignaal gebruik maakt van hetzelfde formaat als waarvan uw TV monitor gebruik maakt, aangezien anders het beeld niet normaal zal worden weergegeven. VOORBEREIDING m Aansluiting op de digitale (OPTICAL en COAXIAL) signaalaansluitingen Indien uw CD speler, MD recorder, LD speler, DVD speler, TV/Satelliet tuner, enz is uitgerust met coaxiale of optische digitale audiosignaalaansluitingen, kunnen deze worden aangesloten op de COAXIAL of OPTICAL, of beide aansluitingen van deze apparatuur. Digitale audiosignalen worden met minder verlies overgedragen dan analoge audiosignalen. Bovendien zijn digitale audiosignaalverbindingen noodzakelijk, vooral bij een LD speler, een DVD speler of een CD speler om signalen die gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar dit apparaat te sturen. Voor het maken van een optische digitale aansluiting, het kapje van de optische aansluitingen verwijderen en deze vervolgens met elkaar verbinden via het gebruik van een in de handel verkrijgbare optische glasvezelkabel die voldoet aan de EIAJ normen. De kans bestaat dat andere kabels niet goed functioneren. Ook als u audio/video-apparatuur op de OPTICAL (of COAXIAL) aansluiting van deze apparatuur aansluit, dient de apparatuur aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur, aangezien het digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een ander tapedeck of videorecorder dat aangesloten is op enkel de analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. U kunt de keuze van de ingangssignalen tussen “digitaal” en “analoog” gemakkelijk overschakelen. (Zie pagina 35 voor bijzonderheden.) * Indien u echter een MD recorder of DAT op de OPTICAL TAPE/MD IN en OUT aansluitingen van dit apparaat aansluit, is het mogelijk ingangsbronnen op te nemen die aangesloten zijn op de OPTICAL digitale signaalingangen van dit apparaat. Opmerkingen ● Bij aansluiting van audio/video-apparatuur op zowel de digitale als de analoge aansluitingen van deze apparatuur, er op letten de aansluitingen niet met elkaar te verwisselen. ● Zorg er voor de kapjes op hun plaats aan te brengen waneer de OPTICAL aansluitingen niet gebruikt worden, om de aansluitingen tegen het binnendringen van stof te beschermen. ● Om dit apparaat succesvolle DTS-decodering te laten uitvoeren, mag de DTS bitstroom tijdens het proces van het versturen van de DTS bitstream vanaf de DIGITAL OUT aansluiting van een extern apparaat naar een digitale signaalingang van dit apparaat niet gewijzigd, omgevormd of gestoord worden. ● Op alle digitale audiosignaalaansluitingen is een schakelfrekwentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz van toepassing. (Modellen voor Europa) Compact disc speler GND OPTICAL DIGITAL OUT COAXIAL DIGITAL OUT DIGITAL RF SIGNAL DVD/LD CD MD recorder, DAT, enz. OPTICAL DIGITAL OUT AUDIO SIGNAL AUDIO SIGNAL PHONO COAXIAL OPTICAL CD VIDEO VIDEO SIGNAL S VIDEO DVD/LD DVD/LD TV/DBS TV/DBS 1 CD 3 IN IN IN VCR 1 VCR 1 OUT OUT ( PLAY ) TAPE/MD 4 OUT ( REC ) OPTICAL DIGITAL IN MAIN IN (PLAY) TAPE/MD LD speler of DVD speler SURROUND OUT OPTICAL DIGITAL OUT IN VCR 2 OUT OUT 2 (REC) DVD/LD IN VCR 2 TUNER SUB WOOFER CENTER S VIDEO MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS DIGITAL SIGNAL TV/Satelliet tuner OPTICAL DIGITAL OUT Nederlands VIDEO : Optische vezelkabel : Coaxiale kabel 17 VOORBEREIDING m Aansluiting op een DOLBY DIGITAL RF uitgang van de DVD/LD/CD combi-speler Ook moet u de optische digitale signaaluitgang van de DVD/LD/CD combi-speler aansluiten op de OPTICAL DVD/LD digitale signaalingang van dit apparaat. Deze verbinding is noodzakelijk om een DVD bron te kunnen weergeven met Dolby Digital of DTS gedecodeerd en om een LD bron te kunnen weergeven met DTS gedecodeerd. Indien uw DVD/LD/CD combi-speler voorzien is van een DOLBY DIGITAL RF aansluiting, deze verbinden met de DIGITAL RF SIGNAL aansluiting van dit apparaat. Audiosignalen van een LD bron die gecodeerd zijn met de Dolby Digital worden via deze verbinding in deze apparatuur ingevoerd. * Voor het weergeven van een LD bron met het Dolby Digital gedecodeerd, de ingangsmodus van de DVD/LD instellen op “AUTO” of “D.D.RF”. (Zie pagina 35 voor bijzonderheden.) Opmerking Het DOLBY DIGITAL RF audio ingangssignaal kan niet worden opgenomen door een tapedeck, MD recorder of videorecorder. Voor het opnemen van een bron die wordt weergegeven op de DVD/LD/CD combi-speler moet deze aangesloten worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. Het is tevens noodzakelijk de DVD/LD/CD combi-speler aan te sluiten op de analoge audiosignaalingang van dit apparaat ongeacht de DOLBY DIGITAL RF signaalverbinding; dit om een bron gecodeerd in Dolby Pro Logic Surround of in normale stereo (of mono) af te spelen. DVD/LD/CD combi-speler DIGITAL OUT ANALOG OUT DOLBY DIGITAL RF OUT (Modellen voor Europa) GND AUDIO SIGNAL DVD/LD PHONO DIGITAL RF SIGNAL DVD/LD CD COAXIAL OPTICAL CD AUDIO SIGNAL 1 TV/DBS CD 3 IN IN ( PLAY ) TAPE/MD VCR 1 4 OUT OUT ( REC ) MAIN IN VCR 2 IN (PLAY) TAPE/MD SURROUND OUT OUT 2 (REC) DVD/LD TUNER SUB WOOFER CENTER EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS DIGITAL SIGNAL 18 VOORBEREIDING m Aansluiten op S VIDEO aansluitingen Indien uw videocassetterecorder, LD speler, enz. en uw monitor voorzien zijn van “S” video-aansluitingen, dienen deze op de S VIDEO aansluitingen van deze apparatuur aangesloten te worden en dient de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur op de “S” video van uw monitor aangesloten te worden. Met deze verbinding kunt u beelden van hoge kwaliteit opnemen en weergeven. Ook is het mogelijk de gecombineerde video-aansluitingen van uw videocassetterecorder, LD speler, enz. aan te sluiten op de VIDEO aansluitingen van deze apparatuur en de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van deze apparatuur aan te sluiten op de gecombineerde videosignaalingang van uw monitor. Opmerking Indien de videosignalen naar zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen gezonden worden, zullen de signalen onafhankelijk naar hun respektievelijke signaaluitgangen gezonden worden. Opmerkingen betreffende de video-titeling ● ● Indien u naar een videobron kijkt die aangesloten is op zowel de S VIDEO als de VIDEO signaalingangen van deze apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplayinformatie enkel uitgevoerd via de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting. Wanneer er geen videosignaal wordt ingevoerd naar de S VIDEO of VIDEO signaalingangen van deze apparatuur, worden de signalen voor de schermdisplay-informatie via zowel de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen met een kleuren-achtergrond uitgevoerd. * Als bij het Algemene model en de modellen voor China de PAL/NTSC schakelaar op het achterpaneel ingesteld is op “PAL”, zal er in dit geval niets via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen uitgevoerd worden. S VIDEO aansluitingen Dit apparaat is afgezien van het standaard type VIDEO aansluitingen ook voorzien van S VIDEO aansluitingen. S VIDEO aansluitingen verzenden videosignalen die gescheiden zijn in luminantie (Y) signalen en kleur (C) signalen. In vergelijking met S VIDEO aansluitingen, verzenden de standaard type VIDEO aansluitingen “samengestelde” videosignalen. LD speler of DVD speler AUDIO SIGNAL VIDEO OUT S-VIDEO OUT VIDEO VIDEO SIGNAL S VIDEO DVD/LD DVD/LD TV/DBS TV/DBS IN IN VCR 1 VCR 1 OUT OUT IN IN VCR 2 VCR 2 OUT OUT TV/Satelliet tuner S-VIDEO OUT VIDEO OUT 2 TUNER VIDEO IN VIDEO OUT S-VIDEO IN Nederlands VIDEO S-VIDEO IN MONITOR OUT S-VIDEO OUT S VIDEO VIDEO IN VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT VIDEO OUT Videocassetterecorder 1 Videocassetterecorder 2 TV monitor : S-video kabel 19 VOORBEREIDING m Aansluiten van een externe decoder van een toekomstig formaat op dit apparaat Dit apparaat is uitgerust met extra 6-kanaals audiosignaalingangen (voor het linker hoofdkanaal, rechter hoofdkanaal, middenkanaal, linker achterste surround-kanaal, rechter achterste surround-kanaal en subwooferkanalen) voor de invoer van signalen van een externe decoder van een toekomstig formaat naar dit apparaat. Voor het beluisteren van een geluid via het reproduceren van signalen die naar deze ingangen worden gevoerd, de EXT. DECODER toets op het voorpaneel indrukken zodat “EXT. DECODER IN” op de display verschijnt. Hierdoor worden de signalen die naar deze ingangen worden gevoerd naar de bijbehorende SPEAKERS uitgangen en OUTPUT uitgangen van dit apparaat gevoerd en langs alle overige circuits in dit apparaat omgeleid. Opmerkingen ● Wanneer de signalen die naar deze aansluitingen worden gevoerd worden gekozen, kan de digitale geluidsprocessor niet worden gebruikt. ● De instellingen “1A” tot “1E” in het SET MENU hebben geen effect op de signalen die worden ingevoerd via deze aansluitingen. De instelling “1F. MAIN LEVEL” is effectief (zie pag. 26 en 27 voor details). ● De aanpassing van het uitgangsniveau voor de midden luidspreker, achterste luidsprekers en subwoofer zijn effectief als de signalen ingevoerd in deze aansluitingen zijn geselecteerd als ingangsbron. (zie pag. 43 en 44 voor details). (Modellen voor Europa) GND AUDIO SIGNAL PHONO DIGITAL RF SIGNAL DVD/LD CD COAXIAL OPTICAL CD Externe decoder DVD/LD TV/DBS TV/DBS 3 IN IN IN VCR 1 VCR 1 OUT OUT ( PLAY ) TAPE/MD 4 MAIN IN (PLAY) TAPE/MD SUBWOOFER OUT VIDEO SIGNAL S VIDEO ( REC ) SURROUND OUT CENTER OUT VIDEO DVD/LD 1 CD OUT MAIN OUT AUDIO SIGNAL SURROUND OUT IN VCR 2 OUT OUT 2 (REC) DVD/LD IN VCR 2 TUNER SUB WOOFER CENTER S VIDEO MONITOR OUT EXTERNAL DECODER INPUT TV/DBS VIDEO DIGITAL SIGNAL 20 VOORBEREIDING Luidsprekers Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt met de voorgeschreven impedantie aangegeven op de achterzijde van het apparaat. Voorste effect-luidsprekers Achterluidsprekers Links Rechts Rechts Links SPEAKERS CENTER REAR FRONT ( SURROUND ) CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. A Middenluidspreker COUPLER MAIN PRE MAIN OUT IN OUTPUT CENTER FRONT MAIN A REAR ( SURROUND ) B B CENTER : FRONT : REAR : MAIN A OR B: A B: 4ΩMIN. / SPEAKER 6ΩMIN. / SPEAKER 6ΩMIN. / SPEAKER 4ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER CENTER : FRONT : REAR : MAIN A OR B: A B: 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER I 6ΩMIN. / SPEAKER SET BEFORE POWER ON IMPEDANCE SELECTOR SUB WOOFER Subwoofer systeem Rechts Links Hoofdluidsprekers B Rechts Links Hoofdluidsprekers A Aansluiting: Sluit de SPEAKERS aansluitingen aan op uw luidsprekers met behulp van een kabel van de juiste dikte (houd de kabels zo kort mogelijk). Indien de aansluitingen op verkeerde wijze tot stand gebracht worden, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Let er op dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is. Dit wil zeggen let op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze kabels omgekeerd aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen. LET OP Zorg er voor dat de blootgelegde luidsprekerkabels elkaar en de metalen delen van dit apparaat niet raken. Hierdoor kunnen het apparaat en/of de luidsprekers beschadigd worden. 2 1 3 Banaan-stekkerverbindingen zijn ook mogelijk. Steek de banaan-stekker eenvoudigweg in de bijbehorende aansluiting. ➀ Draai de knop los. ➁ Steek de blootgelegde Nederlands <Alleen modellen voor China en Algemene modellen> Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) kabel in. (Verwijder ongeveer 5 mm van de isolatie van de luidsprekerkabels.) ➂ Draai de knop aan en klem de kabel vast. 21 VOORBEREIDING Opmerking betreffende de aansluitingen voor de hoofdluidspreker: Opmerking betreffende het aansluiten van een subwoofer: Op dit apparaat kunnen een of twee luidsprekersystemen aangesloten worden. Indien u slechts een luidsprekersysteem aansluit, dient dit aangesloten te worden op de SPEAKERS A of B aansluitingen. Voor het weergeven van discrete signalen kunt u een subwoofer toevoegen voor het benadrukken van de lage frekwenties of voor het uitvoeren van de lage tonen van het subwooferkanaal. Sluit bij gebruik van een subwoofer de SUBWOOFER aansluiting van dit apparaat aan op de INPUT aansluiting van de subwoofer versterker en sluit de luidspreker-aansluitingen van de subwoofer versterker aan op de subwoofer. Bij bepaalde subwoofers, zoals bij de Yamaha Active Servo Processing Subwoofer Systeem, is de versterker en de subwoofer in hetzelfde component ingebouwd. Voor en dergelijke subwoofer is alleen de verbinding nodig tussen de SUBWOOFER aansluiting van dit apparaat en de INPUT aansluiting van de subwoofer. (Zie pagina 23 voor bijzonderheden betreffende de SUBWOOFER aansluiting.) m IMPEDANCE SELECTOR schakelaar WAARSCHUWING Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit schade kan veroorzaken aan het apparaat. ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR: Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet correct in een van beide standen gezet is. Zet in dat geval de schakelaar correct in een van beide standen wanneer het apparaat zich in de standby functie bevindt. Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw luidsprekersysteem. (Bovenste stand) Midden: De impedantie van de luidspreker moet 4Ω of hoger zijn. Voorste effect: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6Ω of hoger zijn. Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6Ω of hoger zijn. (Modellen voor Europa) SPEAKERS REAR Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4Ω of hoger zijn. Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8Ω of hoger zijn. AC OUTLETS SWITCHED CAUTION A B SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. MAIN (Onderste stand) I00W MAX. TOTAL ( SURROUND ) A B CENTER : 4ΩMIN. / SPEAKER FRONT : 6ΩMIN. / SPEAKER REAR : 6ΩMIN. / SPEAKER MAIN A OR B: 4ΩMIN. / SPEAKER A B : 8ΩMIN. / SPEAKER CENTER : 8ΩMIN. / SPEAKER FRONT : 8ΩMIN. / SPEAKER REAR : 8ΩMIN. / SPEAKER MAIN A OR B: 8ΩMIN. / SPEAKER A B : I 6ΩMIN. / SPEAKER SET BEFORE POWER ON IMPEDANCE SELECTOR Midden: De impedantie van de luidspreker moet 8Ω of hoger zijn. Voorste effect: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω of hoger zijn. Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8Ω of hoger zijn. IMPEDANCE SELECTOR 22 Hoofd: Als u gebruik maakt van één paar hoofdluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8Ω of hoger zijn. Als u gebruik maakt van twee paar hoofdluidsprekers, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16Ω of hoger zijn. VOORBEREIDING m Aandrijven van de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste luidsprekers met behulp van externe versterkers De luidsprekerverbindingen zoals beschreven op pagina 21 zullen in de meeste gevallen uitstekend voldoen. Indien u echter om een of andere reden de hoofd, midden, voorste effect en/of achterste luidsprekers met behulp van uw bestaande versterker, enz. wilt aandrijven, zijn voor het verbinden van de externe versterker(s) op dit apparaat de volgende aansluitingen beschikbaar. COUPLER MAIN PRE MAIN OUT IN CENTER OUTPUT FRONT 3 Deze aansluiting is voor het voorversterkeruitgangssignaal van het middenkanaal. Als u een middenluidspreker aandrijft met behulp van een externe vermogensversterker, de ingangsaansluiting van de externe versterker op deze aansluiting aansluiten. Wanneer u de ingebouwde versterker gebruikt is er geen verbinding naar deze aansluiting. REAR ( SURROUND ) 4 1 2 34 5 MAIN PRE OUT/MAIN IN aansluitingen De PRE OUT aansluitingen zijn voor de voorversterkersignaaluitvoer van het hoofdkanaal en de MAIN IN aansluitingen zijn voor de voorversterkersignaalinvoer naar de ingebouwde hoofdkanaalversterker. De PRE OUT en MAIN IN aansluitingen dienen bij gebruik van de ingebouwde versterker met behulp van de doorverbindingsstekker te worden doorverbonden. Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, eerst de doorverbindingsstekker verwijderen en vervolgens de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen) van een versterker of een receiver met de PRE OUT aansluitingen verbinden. Met de MAIN IN aansluitingen is geen verbinding noodzakelijk. * De uitgangssignalen van de PRE OUT aansluitingen worden beïnvloed door het gebruik van de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars en de BASS EXTENSION toets en de TONE BYPASS toets. 2 FRONT aansluitingen Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het voorste effectkanaal. Indien u de voorste effect-luidsprekers via een externe stereo-vermogenversterker laat aandrijven, de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver) met deze aansluitingen verbinden. Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er geen verbinding naar deze aansluitingen. SUB WOOFER 1 CENTER aansluiting SUBWOOFER aansluiting REAR (SURROUND) aansluitingen Deze aansluitingen zijn voor de voorversterkeruitgangssignalen van het achterkanaal. Indien u de achterluidsprekers via een externe stereovermogenversterker laat aandrijven, de ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN of AUX aansluitingen van een versterker of een receiver) met deze aansluitingen verbinden. Wanneer u gebruik maakt van de ingebouwde versterker, is er geen verbinding naar deze aansluitingen. Opmerkingen • Het uitgangsniveau van de signalen van al deze aansluitingen wordt afgesteld met behulp van de VOLUME regelaar op het voorpaneel of de MASTER VOLUME toetsen op de afstandbediening. • Indien er een externe vermogenversterker wordt aangesloten op de CENTER, FRONT of REAR aansluitingen, gebruik dan niet de corresponderende SPEAKERS aansluitingen (CENTER, FRONT of REAR). Nederlands Sluit bij gebruik van een subwoofer de versterkeringang daarvan op deze aansluiting aan. Lage frekwenties die verdeeld worden van de hoofd, midden en/of achterste kanalen worden via deze aansluiting uitgevoerd. (De afsnijfrekwentie van deze aansluiting is 90 Hz.) Signalen van LFE (lage frekwentie effect) die geproduceerd worden wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt, zullen eveneens worden uitgevoerd als zij aan deze aansluiting toegewezen zijn. 5 23 VOORBEREIDING Aansluiting van dit apparaat op de netspanning • Steek na het voltooien van alle aansluitingen het netsnoer in een geschikt stopcontact. • Indien dit apparaat gedurende een lange tijdsperiode niet gebruikt gaat worden, het netsnoer uit het stopcontact verwijderen. VOLTAGE SELECTOR SPEAKERS Naar wisselstroomstopcontact REAR AC OUTLETS SWITCHED (*2) I00W MAX. TOTAL ( SURROUND ) TION MANUAL FOR CORRECT SETTING. MAIN IMPEDANCE SELECTOR A B SET BEFORE POWER ON CENTER : FRONT : REAR : MAIN A OR B: A B: 4ΩMIN. / SPEAKER 6ΩMIN. / SPEAKER 6ΩMIN. / SPEAKER 4ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER CENTER : FRONT : REAR : MAIN A OR B: A B: 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER 8ΩMIN. / SPEAKER I 6ΩMIN. / SPEAKER (*1) (Modellen voor Algemene) (*1): (*2): Netspanningsaansluitingen [AC OUTLETS (SWITCHED)] Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor China en Algemene modellen) (Modellen voor Europa, China en Algemene modellen) .................................3 geschakelde netspanningsaansluitingen (3 SWITCHED OUTLETS) (Modellen voor Groot-Brittannië) .....................................1 geschakelde netspanningsaansluiting (1 SWITCHED OUTLET) Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige componenten op aan te sluiten. De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te steken. Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V wisselstroom, 50/60 Hz. De spanning naar de geschakelde netspanningsaansluitingen (SWITCHED) wordt geregeld door de STANDBY/ON schakelaar van het apparaat of de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen van de afstandbediening. Deze aansluitingen voorzien alle aangesloten apparaten van netspanning, zodra dit apparaat ingeschakeld wordt. Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) dat aangesloten kan worden op de SWITCHED AC OUTLETS is 100W. 24 VOORBEREIDING Schermdisplay Indien u een videocassetterecorder, een LD speler, video monitor, enz. op dit apparaat aansluit, kunt u gebruik maken van de mogelijkheid die deze apparatuur biedt om programmatitels, parameter gegevens en informatie over overige diverse wijzigingen van instellingen en afstellingen op het scherm van uw videomonitor te laten verschijnen. Deze informatie zal op het videobeeld geprojekteerd worden. Indien er geen videobron is aangesloten of wanneer deze is uitgeschakeld, zal de informatie over een blauw gekleurde achtergrond verschijnen. Kiezen van de soort display U kunt de soort display welke de diverse informatie aangeeft op het monitorscherm veranderen door het indrukken van de ON SCREEN displaytoets op de afstandbediening. Druk deze toets in om het scherm te veranderen naar een volledig display, naar een verkort display, of naar helemaal geen display. A B C ON SCREEN REMOTE CONTROL TRANSMITTER (Voorbeeld) Volledige display Opmerking: De programmatitels, parameter gegevens en overige informatie wordt ook op het displaypaneel van dit apparaat aangegeven. Verkort display Gaat uit na verschijning gedurende enkele seconden. Nederlands Opmerkingen ● Bij het maken van een verandering van een instelling of een afstelling in de SET MENU modus of bij het afstellen van de luidsprekerbalans met behulp van de test-toon, zal de informatie volledig op het monitorscherm worden aangegeven, ook als er op dat moment een andere soort display is gekozen. ● Informatie die op deze wijze op het monitorscherm wordt aangegeven kan niet door een videorecorder worden opgenomen. 25 VOORBEREIDING Kiezen van de uitgangsfuncties (“SET MENU” modus) De volgende functies regelen de uitgangssignalen naar de luidsprekers in uw audiosysteem. Kies nadat alle luidsprekeraansluitingen voltooid zijn een juiste instelling voor elke functie teneinde een optimaal gebruik te kunnen maken van uw luidsprekersysteem. * Zie de pagina’s 50 tot 53 voor nadere bijzonderheden betreffende de SET MENU modus. 1. SPEAKER SET 1A. CENTER SP 1B. REAR SP 1C. MAIN SP 1D. LFE/BASS OUT 1E. SYS. SETUP 1F. MAIN LEVEL m Functie beschrijving 1A. CENTER SP 1B. REAR SP Keuzes: LARGE (LRG)/SMALL (SML)/NONE Vooringestelde positie: LRG Keuzes: LARGE/SMALL Vooringestelde positie: LARGE LRG: Wanneer uw middenluidspreker ongeveer van hetzelfde formaat is als de hoofdluidsprekers. SML: Wanneer u gebruik maakt van een middenluidspreker die kleiner is dan de hoofdluidsprekers. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij het middenkanaal via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). NONE: 26 Wanneer u niet over een middenluidspreker beschikt. Het geluid van het middenkanaal wordt dan via de linker en rechter hoofdluidsprekers uitgevoerd. LARGE: Wanneer uw achterste luidsprekers een grote capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken of wanneer er parallel een subwoofer is aangesloten op de achterste luidsprekers. In deze positie worden full range signalen uitgevoerd via de achterste luidsprekers. SMALL: Wanneer uw achterste luidsprekers geen voldoende capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij de achterste kanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (of via de hoofdluidsprekers als de MAIN positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). VOORBEREIDING 1C. MAIN SP 1E. SYS. SETUP Keuzes: LARGE/SMALL Vooringestelde positie: LARGE Keuzes: 7ch/5ch Vooringestelde positie: 7ch LARGE: Indien uw hoofdluidsprekers een grote capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. In deze positie worden de full range signalen die aanwezig zijn bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de hoofdluidsprekers. 7ch: Indien uw luidsprekersysteem een paar voorste effect-luidsprekers omvat. 5ch: Indien uw luidsprekersysteem niet een paar voorste effect-luidsprekers omvat. Klanksignalen op de linker en rechter voorste effectkanalen worden over respektievelijk de linker en rechter hoofdkanalen verdeeld en via de hoofdluidsprekers weergegeven. SMALL: Indien uw hoofdluidsprekers geen voldoende capaciteit bezitten voor het weergeven van de basklanken. Indien er echter in uw systeem geen subwoofer aanwezig is, deze positie niet kiezen. In deze positie worden de low bass signalen (onder 90 Hz) bij de hoofdkanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd (als de SW of BOTH positie is gekozen op “1D. LFE/BASS OUT”). 1D. LFE/BASS OUT 1F. MAIN LEVEL Keuzes: SW/MAIN/BOTH Vooringestelde positie: SW Keuzes: Normal/–10dB Vooringestelde positie: Normal MAIN: Indien er in uw systeem geen subwoofer aanwezig is. In deze positie worden de full range signalen die aanwezig zijn bij de hoofdkanalen, de signalen van het LFE kanaal en de overige low bass signalen die gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere kanalen via de hoofdluidsprekers uitgevoerd. SW/BOTH: Kies de SW of BOTH positie indien er in uw systeem een subwoofer aanwezig is. In beide posities worden de signalen bij het LFE kanaal en de overige low bass signalen die gekozen zijn op “1A. CENTER SP” tot en met “1C. MAIN SP” om verdeeld te worden van de andere kanalen via de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd. Wanneer de LARGE positie wordt gekozen op “1C. MAIN SP”, wordt er in de SW positie geen signaal van de hoofdkanalen naar de SUBWOOFER aansluitingen verdeeld, echter in de BOTH positie worden de low bass signalen van de hoofdkanalen naar zowel de hoofdluidsprekers als de SUBWOOFER aansluitingen uitgevoerd. –10dB: Indien de volumeniveaus naar de midden, achterste en/of voorste effect-luidsprekers lager zijn dan het niveau naar de hoofdluidsprekers, alhoewel deze op de maximum zijn afgesteld. Het volumeniveau naar de hoofdluidsprekers wordt verminderd met 10 dB, zodat de balans van het uitgangsniveau van de luidsprekers correct afgesteld kan worden. Nederlands Opmerking De instellingen “1A” tot “1E” hebben geen effect op de signaalinvoer naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen aan de achterkant van dit apparaat. Normal: Kies normaal deze positie. 27 VOORBEREIDING m Veranderen van de selecties Kijk voor het veranderen van de selecties op het displaypaneel of op het monitorscherm. 1 Instellen op “SET MENU”. 1 2 4 5 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 10 VOLUME INPUT SELECTOR 20 l2 28 STANDBY/ON 1 2 60 0 PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 l 2 3 3 4 4 5 EFFECT TREBLE l 2 5 0 l 2 3 3 4 4 5 PROGRAM BALANCE l 2 5 0 l 2 3 3 4 4 L5 5R VCR 1 VCR 2 ON/OFF 2, 3, 4 SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV SOURCE TAPE/MD TV/DBS EFFECT 12 PARAMETER VIDEO AUX REC OUT DVD/LD 2 9 / DTS SURROUND TEST 4 –dB SPEAKERS A B PHONO EXT. DEC. 8 40 INPUT MODE 11 LEVEL l6 6 TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM 7 NATURAL SOUND 3 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB CD TUNER PHONO VIDEO AUX MUTE VCR STANDBY Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/ SET MENU schakelaar in de SET MENU stand. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. Afstandbediening 3 Voorpaneel SET MENU Afstandbediening NEXT of PARAMETER SET MENU 1 Eenmaal indrukken. Schakel dit aparaat in. (Als u de informatie op de monitor wilt zien, de monitor inschakelen.) Afstandbediening Voorpaneel TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A SYSTEM POWER ON DVD/LD STANDBY/ON of 4 2 Druk de “+” of “–” toets eenmaal of meerdere malen in om de pijlvormige cursor naar de gewenste selectie te brengen. Kies de functie “1. SPEAKER SET” door een van de volgende toetsen eenmaal of meerdere malen in te drukken. (De titel verschijnt op de display). Voorpaneel SET MENU Voorpaneel SET MENU Afstandbediening NEXT of Afstandbediening NEXT of DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A Cursor SPEAKERS A 28 DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX 5 Volg dezelfde procedure voor “1B. REAR SP”, “1C. MAIN SP”, “1D. LFE/BASS OUT”, “1E. SYS. SETUP” en/of “1F. MAIN LEVEL”. Kies eerst de functie door het volgen van stap 2 en kies vervolgens een juiste positie door het volgen van stap 4. VOORBEREIDING Afstelling van de luidsprekerbalans Via deze procedure is het mogelijk de balans van het klank-uitgangsniveau tussen de hoofd, midden, achterste en voorste effectluidsprekers af te stellen via gebruik van de ingebouwde test-toongenerator. Na de afstellingen zal het uitgangsniveau van het geluid dat bij de luisterpositie gehoord wordt van elke luidspreker hetzelfde zijn. Dit is van belang voor het verkrijgen van het optimale rendement van de digitale geluidsveldprocessor de Dolby Digital decoder, de Dolby Pro Logic Surround decoder en de DTS decoder. De afstelling van het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers dient uitgevoerd te worden vanaf uw luisterpositie met behulp van de afstandbediening. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. 1 2 NATURAL SOUND AV AMPLIFIER PRESET V-AUX 6 7 2 CINEMA DSP 7ch DSP A2 VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 l2 28 STANDBY/ON 8 4 40 INPUT MODE 2 60 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 l 2 l 2 DVD/LD 2 5R 2 3 PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 4 5 6 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 EFFECT 9 / DTS SURROUND 11 LEVEL EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN CD VCR 1 TUNER VCR 2 4 L5 CHURCH 1 SOURCE TAPE/MD TV/DBS 3 4 5 HALL 2 VIDEO AUX REC OUT l 3 4 5 0 2 3 4 5 PROGRAM BALANCE l 3 4 5 0 2 3 4 EFFECT TREBLE l 2 3 A/B/C/D/E HALL 1 PHONO SYSTEM POWER ON VIDEO AUX MASTER VOLUME TV MUTE 35 1 4 VCR STANDBY 5 Voorpaneel VOLUME Voorpaneel l6 20 BASS TONE EXTENSION BYPASS l2 28 8 4 40 2 60 Op “UIT ( 0 –dB Zet in stand “∞”. 2 6 Schakel het apparaat in. Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand. Afstandbediening Voorpaneel )” zetten. Afstandbediening SYSTEM POWER ON PARAMETER of STANDBY/ON SET MENU 3 Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende indicator zal oplichten. Voorpaneel Druk voor het invoeren van de testmodus de TEST toets op de afstandbediening zodanig in dat “TEST DOLBY SUR.” op de display verschijnt. Nederlands SPEAKERS A B 7 Afstandbediening TEST * Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen. Voorpaneel 4 BASS l 0 TREBLE l l 2 2 3 3 4 4 5 5 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 0 l 2 WORDT VERVOLGD 2 3 3 4 4 L5 5R Zet in stand “0”. 29 VOORBEREIDING TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM 7 NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP A2 8 10 VOLUME INPUT SELECTOR EFFECT 9 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 CINEMA DSP 7ch / DTS SURROUND ON/OFF 12 11 l6 20 l2 28 STANDBY/ON LEVEL 8 PARAMETER 10 4 40 TEST INPUT MODE 2 60 SET MENU 0 –dB SLEEP ON SCREEN SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM 0 DVD/LD 2 VCR 1 VCR 2 4 L5 5R MASTER VOLUME SYSTEM POWER ON SOURCE TAPE/MD TV/DBS 3 4 VIDEO AUX REC OUT l 2 3 CD TV TUNER PHONO VIDEO AUX MUTE 9 8 VCR 8 STANDBY 9 Draai het volume omhoog. Afstandbediening Stel de BALANCE regelaar zodanig af dat het uitgangsniveau van de effectklank van de linker hoofdluidspreker en de rechter hoofdluidspreker hetzelfde zijn. Voorpaneel BALANCE MUTE l 0 l 2 2 3 3 4 4 L5 U hoort dan een test-toon (pink noise) vanuit de linker hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker, uit de rechter hoofdluidspreker de rechter achterluidspreker en vervolgens uit de linker achterluidspreker gedurende elk ongeveer 2,5 seconden. De display verandert dan zoals hieronder aangegeven. Hoofd (L) Midden Hoofd (R) Achter (R) 10 5R Stel de geluidsuitgangsniveaus van de middenluidspreker en de achterste luidsprekers zodanig af dat deze bijna hetzelfde worden als de hoofdluidsprekers. Manier van afstellen: Door het indrukken van de + of – toets wordt het niveau naar de luidspreker (behalve de hoofdluidsprekers) afgesteld die op dat moment de test-toon produceert. * Door het indrukken van de + toets wordt het niveau verhoogd en door het indrukken van de – toets wordt het niveau verlaagd. * Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd. Afstandbediening Achter (L) * De status van het test-toon uitgangssignaal wordt ook aangegeven op het monitorscherm door een afbeelding van de audio-luisterkamer. Dit is handig voor het afstellen van elk van de luidsprekerniveaus. TEST DOLBY SUR. EFFECT LEVEL CENTER + 2dB * 30 Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus in de NONE stand is gezet, zult u de test-toon van het middenkanaal uit de linker en rechter hoofdluidsprekers horen komen. Indien gewenst, is het mogelijk een luidspreker voor het produceren van de test-toon te kiezen door het eenmaal of meerdere malen indrukken van de of toets, zodat “CENTER”, “RIGHT SURROUND” of “LEFT SURROUND” op de display verschijnt. * Door de of toets ingedrukt te houden wordt de test-toon op de gekozen luidspreker vastgelegd. * “CENTER” geeft aan dat de middenluidspreker is gekozen, “RIGHT SURROUND” geeft de rechter luidspreker aan en “LEFT Afstandbediening SURROUND” geeft de linker luidspreker aan. * Het uitgangsniveau van de gekozen luidspreker kan worden afgesteld met behulp van de + of – toets. WORDT VERVOLGD VOORBEREIDING 1 2 4 5 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 11, 13 6 PHONO EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM LEVEL 3 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 11 9 EFFECT / DTS SURROUND ON/OFF 12 PARAMETER 12 TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 11 13 Druk voor het afstellen van het niveau van de voorste effect-luidspreker de TEST toets op de afstandbediening nogmaals in zodat “TEST DSP” op de display verschijnt. Druk na het voltooien van de afstelling de TEST toets nogmaals in om de test-toon uit te schakelen. Afstandbediening TEST Afstandbediening TEST Verdwijnt Een calibreringssignaal wordt dan beurtelings hoorbaar vanuit de hoofdluidsprekers en de voorste effectluidsprekers. Hoofdluidspreker Voor effect-luidspreker 12 Stel het niveau van de voorste effect-luidspreker af door het indrukken van de + of – toets zodat dit nagenoeg hetzelfde wordt als de hoofdluidsprekers. * Tijdens het afstellen wordt de test-toon op de voorste effect-luidspreker vastgelegd. Afstandbediening Nederlands * Door het indrukken van de of toets wordt de test-toon op respektievelijk de linker voorste effect-luidspreker en rechter voorste effectluidspreker vastgelegd. Dit is voor u van dienst om te controleren of de elk van de luidsprekers op correcte wijze op dit apparaat is aangesloten. Opmerkingen Wanneer u eenmaal deze afstellingen voltooid heeft, kunt u het klankniveau van uw audiosysteem afstellen met behulp van de VOLUME regelaar (of met de MASTER VOLUME toetsen op alleen de afstandbediening). ● Indien u gebruik maakt van externe vermogenversterkers, kunt u de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het verkrijgen van de juiste balans. ● Als in stap 10 de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau van het geluid van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven. ● Indien het uitgangsniveau van het geluid van de middenen achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het uitgangsniveau van de hoofdluidsprekers verminderen door de functie “1F. MAIN LEVEL” in de SET MENU modus op de positie “–10 dB” in te stellen. ● 31 BASIS-BEDIENING Weergeven van een bron REC/PAUSE A/B TAPE/MD A 4 2 CD 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 4 TV/DBS VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 28 STANDBY/ON VCR 2 l2 C 8 4 40 PRESET INPUT MODE A/B/C/D/E 2 60 V-AUX 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 EFFECT 5 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 0 5 DVD/LD 2 3 4 4 L5 CHURCH 1 2 3 5 CD VCR 1 TUNER VCR 2 6 7 8 9 / DTS SURROUND MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 2 3 LEVEL EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM PHONO PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 SOURCE TAPE/MD TV/DBS VIDEO AUX 5R HALL 2 JAZZ CLUB VIDEO AUX REC OUT l 2 3 4 5 PROGRAM HALL 1 EFFECT ON/OFF 12 11 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 1 4 Voorpaneel VOLUME l6 20 l2 28 8 SKies een ingangsbron. (Schakel voor videobronnen de TV/monitor in.) De gekozen ingangsbron wordt aangegeven op het displaypaneel en op het monitorscherm. 4 40 Voorpaneel 2 60 Afstandbediening 0 –dB Zet in stand “∞”. 2 DVD/LD of Schakel het apparaat in. Voorpaneel Afstandbediening SYSTEM POWER ON STANDBY/ON of 3 Kies de hoofdluidsprekers A of B. De bijbehorende indicator zal oplichten. DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A Naam van de gekozen ingangssignaalbron Voorpaneel SPEAKERS A B * Beide luidsprekers A en B kunnen worden gekozen. 32 Voor het kiezen van de bron die aangesloten is op de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen, de EXT. DECODER toets indrukken. “EXT. DECODER IN” zal oplichten op de display. (Zie pagina 34 voor bijzonderheden.) WORDT VERVOLGD BASIS-BEDIENING REC/PAUSE A/B TAPE/MD A CD 5 7 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD 5 TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 VCR 2 C VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 STANDBY/ON l2 28 8 60 2 PRESET V-AUX 8 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER EFFECT PROGRAM BASS TREBLE BALANCE 0 0 0 l l 2 l 2 3 3 4 5 l 2 3 4 5 l 2 3 4 4 5 5 SOURCE DVD/LD TAPE/MD l 2 2 3 3 4 4 L5 VIDEO AUX REC OUT 5R TV/DBS VCR 1 VCR 2 A/B/C/D/E 4 40 INPUT MODE HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 4 5 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 TUNER PHONO 10 VIDEO AUX LEVEL 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM CD PHONO 11 EFFECT 9 / DTS SURROUND ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU 7 SLEEP ON SCREEN 8 SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 5 De huidige ingangsmodus wordt eveneens aangegeven voor een bron die twee of meer soorten signalen naar dit apparaat voert. 6 7 Geef de bron weer. Voorpaneel Druk voor het veranderen van de ingangsmodus de INPUT MODE toets op het voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor de huidige gekozen bron op de afstandbediening in. (Zie pagina 35 voor bijzonderheden betreffende het overschakelen van de ingangsmodus.) Voorpaneel Afstandbediening VOLUME l6 20 MASTER VOLUME l2 28 Afstandbediening 8 4 40 DVD/LD of MUTE 2 60 of 0 INPUT MODE –dB Stel uitgangsniveau af. DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A 8 Stel de BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, enz., af (zie pagina 39) en gebruik de digitale geluidsveldprocessor. (Zie pagina’s 40–42.) Ingangsmodus Nederlands 33 BASIS-BEDIENING Wanneer u het gebruik van het apparaat wilt stoppen Druk de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel in of druk de STANDBY toets op de afstandbediening in om de standby functie in te stellen. Voorpaneel Afstandbediening STANDBY/ON of STANDBY Kiezen van de bron die aangesloten is op de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de ingangsbron. Druk de EXT. DECODER toets in. “EXT. DECODER IN” verschijnt op de display. Voorpaneel Afstandbediening EXT. DECODER EXT. DEC. of Opmerking De ingangsbron die op deze manier is gekozen heeft voorrang boven elke andere ingangsbron die reeds eerder is gekozen. Druk voor het kiezen van een andere ingangsbron de EXT. DECODER toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van de display verdwijnt en gebruik vervolgens de INPUT SELECTOR. 34 Opmerkingen betreffende de keuze van de ingangsbronnen ● Het kiezen van een ingangsbron betekent dat de bron wordt gekozen die aangesloten is op de bijbehorende ingangsaansluitingen op het achterpaneel. * Kies “V-AUX” voor het selecteren van een bron aangesloten op de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel. ● De instelling van de EXT. DECODER toets kan niet worden geannuleerd door het kiezen van een andere ingangsbron. Druk om deze instelling te annuleren de EXT. DECODER toets nogmaals in zodat “EXT. DECODER IN” van de display verdwijnt. ● Indien u een video-ingangsbron kiest zonder de instelling van de EXT. DECODER toets te annuleren, zult u het beeld van de videoingangsbron zien en het geluid horen van de bron die gekozen is met behulp van de EXT. DECODER toets. ● Indien met behulp van de ingangskeuzetoetsen op de afstandbediening een andere audiobron wordt gekozen terwijl u naar een videobron kijkt, wordt het geluid van de nieuw gekozen audiobron weergegeven, alhoewel het beeld van de videobron nog steeds zichtbaar blijft. ● Wanneer u een ingangsbron kiest, zal het DSP programma (of de status die bestond in het geval er geen DSP programma gebruikt werd) welke was ingesteld toen dezelfde ingangsbron voor het laatst werd gekozen, automatisch worden opgeroepen. ● Als een niet-gestandaardiseerde bron wordt weergegeven of wanneer het apparaat dat de bron weergeeft niet goed functioneert, zal de aanduiding “INPUT DATA ERR” op de display verschijnen. BASIS-BEDIENING m Overschakelen van de ingangsmodus Met deze apparatuur is het mogelijk de ingangsmodus over te schakelen voor bronnen die twee of meer soorten signalen naar deze apparatuur zenden. v Voor CD, TAPE/MD en TV/DBS bronnen: v Voor DVD/LD bronnen: De volgende drie ingangsmodi zijn beschikbaar. De volgende vijf ingangsmodi zijn beschikbaar. AUTO: AUTO: Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt. In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de volgende rangorde gekozen. Deze modus wordt automatisch gekozen wanneer u de stroomtoevoer naar deze apparatuur inschakelt. In deze modus wordt het ingangssignaal automatisch in de volgende rangorde gekozen. 1. Digitaal signaal dat gecodeerd is met Dolby Digital of DTS of normale digitale ingangssignalen (PCM) 2. Analoog ingangssignaal (ANALOG) 1. Dolby Digital RF signaal (DOLBY DIGITAL) 2. Digitaal signaal dat gecodeerd is met de Dolby Digital of het DTS of normale digitale ingangssignalen (PCM) 3. Analoog ingangssignaal (ANALOG) * Indien bij een CD bron de digitale signalen worden ingevoerd via zowel de OPTICAL als de COAXIAL aansluitingen, wordt het digitale signaal van de COAXIAL aansluiting gekozen. D.D.RF: In deze modus wordt enkel het Dolby Digital RF signaal gekozen. DTS: DTS: In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen die gecodeerd zijn met DTS gekozen, alhoewel overige signalen tegelijkertijd worden ingevoerd. In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen gecodeerd met DTS gekozen, alhoewel overige signalen tegelijkertijd worden ingevoerd. ANALOG DGTL: In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen gekozen, ook al worden digitale signalen tegelijkertijd ingevoerd. Kies deze modus wanneer u analoge ingangssignalen wilt kiezen in plaats van digitale ingangssignalen. In deze modus worden enkel digitale ingangssignalen (DOLBY DIGITAL, DTS of PCM) gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd. ANALOG In deze modus worden enkel analoge ingangssignalen gekozen, ook al worden andere soorten signalen tegelijkertijd ingevoerd. Nederlands 35 BASIS-BEDIENING Opmerkingen betreffende het kiezen van de ingangsmodus ● De ingangsfunctie voor een TV/DBS bron wordt gekozen met functie “7. TV/DBS INPUT” in de SET MENU modus. Dit apparaat zal dan zodra de stroomtoevoer wordt ingeschakeld automatisch op de gekozen ingangsfunctie worden ingesteld. ● Stel de ingangsfunctie in op de AUTO of D.D.RF modus voor het weergeven van een DVD/LD bron die met Dolby Digital gecodeerd is. ● Kies de ANALOG modus voor het weergeven van een normale 2-kanaal bron met een Dolby Pro Logic Surround programma. ● Het is mogelijk dat het uitgangsgeluid bij bepaalde LD en DVD spelers in de volgende situatie kortstondig wordt onderbroken: De ingangsmodus is op AUTO ingesteld. Bij het weergeven van een disc die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS wordt er een zoekfunctie gebruikt, vervolgens wordt de weergave van de disc hervat. Het uitgangsgeluid wordt kortstondig onderbroken omdat het digitale ingangssignaal opnieuw wordt gekozen. ● De ingangsmodus kan niet worden veranderd voor PHONO, TUNER, VCR 1, VCR 2 en VIDEO AUX bronnen omdat er enkel analoge signalen gebruikt worden. ● De huidige ingangsmodus wordt aangegeven op de display aan de voorzijde en op het monitorscherm wanneer de ingangsbron veranderd wordt naar DVD/LD, CD, TAPE/MD of TV/DBS of wanneer de ingangsmodus veranderd wordt. Het huidige ingangssignaal zal eveneens worden aangegeven wanneer de ingangsmodus naar AUTO wordt veranderd, zoals aangegeven in onderstaande afbeelding. SPEAKERS A DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX * Het huidige ingangssignaal zal echter niet worden aangegeven als de ingangsmodus wordt veranderd wanneer de testfunctie voor de luidsprekers wordt gebruikt. Op de display zal dan enkel AUTO worden aangegeven. 36 Opmerkingen betreffende het weergeven van een bron die gecodeerd is met DTS ● Kies de DTS modus bij het weergeven van een LD of CD bron die met DTS is gecodeerd. (De rode “dts” indicator wordt verlicht op het displaypaneel aangegeven.) Als de “AUTO” modus wordt gekozen, is het mogelijk dat u een storingsgeluid hoort vlak nadat de weergave begint. Deze bronnen kunnen niet in de ANALOG modus worden weergegeven, aangezien er dan enkel storingsgeluiden door de luidsprekers voortgebracht zullen worden. ● Dit apparaat wordt bij het weergeven van een CD of LD bron die met DTS is gecodeerd in de AUTO modus in de DTS decodeerfunctie geblokkeerd om storingsgeluiden bij het uitvoeren van daarop volgende bedieningsstappen te voorkomen. De rode “dts” indicator gaat dan knipperen. In deze hierboven aangegeven modus zal er geen geluid voortgebracht worden als een disc met normale digitale signalen (PCM) via een CD of LD bron wordt weergegeven. De INPUT MODE toets op het voorpaneel of de ingangskeuzetoets voor de huidige bron op de afstandbediening moet worden ingedrukt zodat “PCM” op het displaypaneel verschijnt. BASIS-BEDIENING Opnemen van een bron op tape (of MD) of kopieren van tape (of MD) naar tape (of MD) m Opnemen van de weergavebron op tape (of MD) REC/PAUSE A/B TAPE/MD 2 A 3 CD TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD 2 TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 VCR 2 C VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 l2 28 8 PRESET STANDBY/ON V-AUX 2 60 0 –dB HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 l 2 2 3 4 0 4 3 4 5 l 2 3 4 5 PROGRAM BALANCE l 2 3 5 EFFECT TREBLE l 0 DVD/LD 2 2 3 VCR 1 VCR 2 4 L5 5R SOURCE TAPE/MD TV/DBS 3 4 5 4 5 7 CD TUNER 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 PHONO VIDEO AUX 10 LEVEL 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM VIDEO AUX REC OUT l PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB SPEAKERS A B PHONES A/B/C/D/E 4 40 INPUT MODE 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN 1 SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME 3 TV MUTE VCR STANDBY Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de afstandsbediening gebruikt. 1 Zet de REC OUT keuzeschakelaar in de SOURCE positie. 3 Geef de bron weer en draai vervolgens de VOLUME regelaar omhoog om de ingangssignaalbron te controleren. Voorpaneel Voorpaneel REC OUT DVD/LD SOURCE TAPE/MD TV/DBS Afstandbediening CD VCR 1 VOLUME TUNER VCR 2 l6 PHONO 20 VIDEO AUX MASTER VOLUME l2 28 8 4 40 2 Kies de bron die u wenst op te nemen. Voorpaneel of MUTE 2 60 Afstandbediening of 0 –dB CD 4 Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder, enz.) of de videorecorder die op dit apparaat is aangesloten. Nederlands 37 BASIS-BEDIENING m Opnemen van een bron op tape (of MD) tijdens het beluisteren (of bekijken van een andere bron) De bron (behalve voor “SOURCE”) die wordt gekozen met behulp van de REC OUT keuzeschakelaar kan worden opgenomen op tapedeck (MD recorder) en/of videocassetterecorder, ongeacht de stand van de INPUT SELECTOR. 3, 5, 6 REC/PAUSE 3 A/B TAPE/MD A CD TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 3, 5, 6 TV/DBS VOLUME INPUT SELECTOR l6 20 l2 28 STANDBY/ON C 4 40 INPUT MODE VCR 2 8 2 60 PRESET 0 A/B/C/D/E –dB SPEAKERS A B SET MENU PHONES NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT 0 BALANCE l 2 l 2 3 DVD/LD 2 4 L5 5R VCR 1 VCR 2 HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 CD TUNER 4 5 6 PHONO STADIUM 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 1 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER VIDEO AUX LEVEL PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB SOURCE TAPE/MD TV/DBS 3 4 5 VIDEO AUX REC OUT l 3 4 5 0 2 3 4 V-AUX PROGRAM 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV 3 MUTE VCR STANDBY Opmerking: De kap moet geopend zijn wanneer u de afstandsbediening gebruikt. 1 4 Kies de bron die u wilt opnemen. Begin het opnemen op het tapedeck (of MD recorder, enz.) of de videorecorder. REC OUT DVD/LD SOURCE TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 5 TUNER VCR 2 PHONO VIDEO AUX 2 Schakel de weergave van de bron in. Het geluid en/of beeld van de opname kan gecontroleerd worden door het kiezen van het tapedeck (of de videocassetterecorder) met behulp van de INPUT SELECTOR. Voorpaneel 3 Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en stel de VOLUME regelaar af om de klankuitvoer te controleren. of 6 CD VOLUME l6 MASTER VOLUME l2 28 8 4 40 2 60 0 –dB 38 TAPE/MD of Afstandbediening Voorpaneel 20 Afstandbediening of MUTE Wanneer u een tussentijds een andere bron kiest met behulp van de INPUT SELECTOR zal dit niet van invloed zijn op de opname. BASIS-BEDIENING Opmerkingen betreffende opnemen ● De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE regelaars, de BASS EXTENSION toets en de instellingen van DSP zijn niet van invloed op het opgenomen materiaal. ● De gecombineerde video en S video signalen worden onafhankelijk door de videocircuits van deze apparatuur gevoerd. Wanneer u derhalve videosignalen opneemt of kopieert en uw videobroneenheid alleen voor een S video (of alleen een gecombineerd videosignaal) is aangesloten, kunt u alleen een S video (of alleen een gecombineerd videosignaal) op uw videorecorder opnemen. ● En bron die enkel tussen optische digitale aansluitingen op deze apparatuur wordt aangesloten, kan niet door een ander tapedeck of andere videorecorder worden opgenomen dan het tapedeck (of MD recorder, enz.) dat aangesloten is op de OPTICAL TAPE/MD OUT aansluiting van deze apparatuur. ● ● ● Het Dolby Digital RF audio ingangssignaal kan niet worden opgenomen door een tapedeck of videorecorder. Voor het opnemen van een LD bron moet de LD speler aangesloten worden op de OPTICAL digitale audiosignaalaansluiting en/of analoge audiosignaalaansluitingen van deze apparatuur. Een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat kan niet worden opgenomen. Controleer de wetten op het auteursrecht in uw land met betrekking tot het maken van opnamen van platen, compact discs, radio, enz. Het opnemen van materiaal waarop auteursrecht rust kan inbreuk plegen op de auteurswet. Indien u een videobron weevgeeft welke gebruik maakt van scramble of gecodeerde signalen ter voorkoming van kopiëren, kan het gebeuren dat de display-informatie die op het scherm wordt aangegeven en/of het beeld zelf als gevolg van deze signalen gestoord wordt. Geluidsregeling m Afstellen van de BALANCE regelaar m Afstellen van de BASS en TREBLE regelaars BASS Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en de rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onbalans van het geluid dat veroorzaakt wordt door de afstelling van de luidsprekers of door de akoestische eigenschappen van de ruimte waarin u zich bevindt. l l 0 l 2 2 3 3 4 4 L5 TREBLE l l 2 3 3 4 4 5 BASS BALANCE 0 2 5 0 l 2 2 3 3 4 4 5 5 : Draai deze knop naar rechts om het frekwentiebereik van de lage tonen te laten toenemen (of naar links om het lage tonen bereik te laten afnemen). 5R Opmerking Deze regelaar is enkel effectief voor het geluid van de hoofdluidsprekers. m Gebruik van de BASS EXTENSION toets BASS TONE EXTENSION BYPASS Opmerking De regelaars zijn enkel effectief voor het geluid van de hoofdluidsprekers. m Gebruik van de TONE BYPASS toets Druk deze toets naar binnen (ON) om het klankregelcircuit (BASS en TREBLE) uit te schakelen. Deze functie wordt gebruikt voor de uitvoer van puur geluid en het controleren van de instellingen voor de toonregeling. Het klankregelcircuit kan worden gebruikt wanneer u deze toets naar buiten uit drukt (OFF). Nederlands Druk deze toets naar binnen (ON) om de frekwentierespons van de lage tonen bij de linker en rechter hoofdkanalen te versterken terwijl daarbij de totale klankbalans gehandhaafd blijft. Deze functie is van dienst voor het versterken van de frekwenties van de lage tonen wanneer er geen subwoofer gebruikt wordt. TREBLE : Draai deze knop naar rechts om het frekwentiebereik van de hoge tonen te laten toenemen (of naar links om het hoge tonen bereik te laten afnemen). BASS TONE EXTENSION BYPASS 39 BASIS-BEDIENING Gebruik van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) In deze apparatuur is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met behulp van de processor kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee uw luisterkamer in een theater veranderen. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren door het kiezen van een geschikt geluidsveldprogramma (dit zal natuurlijk afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen toevoegen. Verder omvat deze apparatuur een Dolby Digital decoder en een Dolby Pro Logic Surround decoder voor meerkanaals geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn en een DTS decoder voor de voor meerkanaals geluidsreproductie van bronnen die met DTS gecodeerd zijn. De functie van deze decoders kan geregeld worden door het kiezen van een bijbehorend DSP programma waarin de gecombineerde functies van YAMAHA DSP en Dolby Digital, Dolby Pro Logic Surround of DTS zijn opgenomen. Deze apparatuur beschikt over 12 programma’s voor digitale geluidsveldprocessing; 7 die afgeleid zijn van werkelijk bestaande akoestische omgevingen uit de gehele wereld en 5 programma’s voor audio/videobronnen. Bovendien beschikt elk programma over twee subprogramma’s. Alle programma’s bevatten diverse parameters die overeenkomstig de persoonlijke voorkeur van de luisteraar afgesteld kunnen worden. Zie pagina 45 tot 49 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale geluidsveldprogramma’s. Afspelen van een bron met gebruik van een effect van de digitale geluidsveldprocessor (DSP) STOP B DISC DVD/LD TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 VCR 2 VOLUME INPUT SELECTOR C l6 20 l2 28 STANDBY/ON 8 4 40 INPUT MODE PRESET A/B/C/D/E V-AUX 2 60 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 PROGRAM 0 l 2 3 4 4 L5 5R SOURCE TAPE/MD TV/DBS VCR 1 VCR 2 HALL 2 CHURCH 1 2 3 JAZZ CLUB VIDEO AUX REC OUT DVD/LD 2 3 HALL 1 4 CD TUNER PHONO PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 6 EXT. DEC. TV CONCERT THEATER STADIUM VIDEO VIDEO AUX 7 2 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU 2 SLEEP ON SCREEN 1 Volg de stappen 1 – 7 aangegeven in “Weergeven van een bron” op de pagina’s 32-33. 2 Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening: Als er geen programmanaam verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven, de EFFECT toets indrukken om de digitale geluidsveldprocessor in te schakelen zodat een naam van een DSP programma verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm wordt aangegeven. Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand zetten. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. PARAMETER EFFECT SET MENU WORDT VERVOLGD 40 BASIS-BEDIENING DVD/LD TV/DBS NATURAL SOUND AV AMPLIFIER CINEMA DSP 7ch DSP A2 VCR 2 VOLUME INPUT SELECTOR C l6 20 l2 28 STANDBY/ON 8 4 40 INPUT MODE PRESET A/B/C/D/E V-AUX 2 60 0 –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT BASS TONE EXTENSION BYPASS EXT. DECODER BASS l 0 TREBLE l 2 l 2 3 3 4 4 5 5 EFFECT 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 PROGRAM 5 0 l 2 3 4 4 L5 5R SOURCE TAPE/MD TV/DBS VCR 1 VCR 2 CD TUNER PHONO VIDEO AUX HALL 2 CHURCH 1 2 3 4 5 6 7 8 9 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 3 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM LEVEL PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB 3 VIDEO AUX REC OUT DVD/LD 2 3 HALL 1 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 11 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN 3 3 Kies een programma dat geschikt is voor de bron. Bij bediening vanaf het voorpaneel: Bij bediening vanaf de afstandbediening: a) HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 PROGRAM JAZZ CLUB 4 STADIUM 7 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 Eenmaal of meerdere malen indrukken 10 6 CONCEFIT TV VIDEO THEATER 11 9 / DTS SURROUND 12 b) Kies een gewenst subprogramma door dezelfde DSP programmakeuzetoets eenmaal of meerdere malen in te drukken of door het indrukken van de +/– toetsen. De naam van het gekozen programma wordt verlicht op het displaypaneel en op het monitorscherm aangegeven. Naam van subprogramma ● ● TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A 4 DVD/LD Programmanaam Stel het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers af. (Zie voor bijzonderheden de bijbehorende beschrijvingen op pagina 43 en 44.) U kunt uw eigen geluidsveld naar eigen voorkeur creëren. (Zie voor bijzonderheden pagina 54 tot 58.) Nederlands Opmerkingen De programmakeuze kan worden uitgevoerd met betrekking tot afzonderlijke ingangsbronnen. Zodra u een programma kiest, wordt dit gekoppeld aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer u dus de volgende keer dezelfde ingangsbron kiest, zal hetzelfde programma automatisch worden opgeroepen. ● Indien u er de voorkeur aan geeft de DSP te annuleren, de EFFECT toets indrukken. Het geluid zal dan het normale 2-kanaal stereo geluid worden zonder het surround geluidseffect. ● Wanneer er een mono geluidsbron wordt afgespeeld met het programma PRO LOGIC (Normal/Enhanced) zal geen juist effect worden bereikt. Verder kan het geluid onnatuurlijk klinken afhankelijk van hoe de luidsprekeruitgang is ingesteld (1A tot 1D) in de SET MENU stand. ● Wanneer de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital decoder of DTS decoder van dit apparaat gebruikt wordt en het geluid van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door overmatige afstelling van de BASS of TREBLE regelaar, is het mogelijk dat door de relatie tussen het middenkanaal en de achterkanalen een onnatuurlijk effect geproduceerd wordt. ● Wanneer een bron van signalen die ingevoerd wordt naar de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen van dit apparaat wordt gekozen, kan de DSP niet worden gebruikt en zal de EFFECT toets eveneens niet functioneren. ● 41 BASIS-BEDIENING m Kijken naar een videobron gecodeerd met de Dolby Pro Logic Surround, de Dolby Digital of het DTS Opmerking Als u de LD (of CD) die met het DTS gedecodeerd wordt weergegeven verwisseld voor een andere disc die niet met het DTS gedecodeerd is en de rode “dts” indicator brandt, zal er wanneer de nieuw gekozen disc wordt weergegeven geen geluid worden voortgebracht. In deze toestand zal de rode “dts” indicator knipperen om aan te geven dat dit apparaat in de DTS-decodeerfunctie geblokkeerd is. Verander om de disc normaal te kunnen weergeven de huidige DTS-decodeerfunctie in een andere functie door een ingangskeuzetoets op de afstandbediening in te drukken of de INPUT MODE toets op het voorpaneel zodanig in te drukken dat de rode “dts” indicator uit gaat. Wanneer u het programma 10, 11 of 12 kiest en het ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is, wordt Dolby Pro Logic Surround gedecodeerd. Wanneer een bepaald programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het Dolby Digital, zal het Dolby Digital automatisch gedecodeerd worden. Wanneer een bepaald programma is gekozen en het ingangssignaal van de bron gecodeerd is met het DTS, zal het DTS automatisch gedecodeerd worden. De volgende indicators op het displaypaneel geven aan welke soort geluidsprocessing er wordt uitgevoerd. 1 2 3 DIGITAL 4 5 PRO LOGIC DSP DIGITAL SOURCE AC 3 DTS PCM m Uitschakelen van het effectgeluid Met behulp van de EFFECT toets op het voorpaneel en de EFFECT ON/OFF toets op de afstandbediening is het eenvoudig het normale stereo geluid te vergelijken met het volledige bewerkte effectgeluid. Druk voor het uitschakelen van het effectgeluid en het enkel beluisteren van het hoofdgeluid de EFFECT ON/OFF toets of de EFFECT toets in. Druk de EFFECT ON/OFF toets of de EFFECT toets een tweede maal in om het effectgeluid te herstellen. Voorpaneel Afstandbediening EFFECT 1 Licht op wanneer een DVD bron die gecodeerd is met DTS wordt weergegeven en DTS wordt gedecodeerd. 2 Licht op wanneer een LD bron of een CD bron die gecodeerd is met DTS wordt weergegeven en DTS wordt gedecodeerd. 3 Licht op wanneer Dolby Digital gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met Dolby Digital niet 2-kanaals is. 4 Licht op wanneer het Dolby Pro Logic Surround gedecodeerd wordt. 5 Licht op wanneer de digitale geluidsveldprocessor is ingeschakeld. Het displaypaneel of het monitorscherm zal het gekozen subprogramma aangeven, overeenkomstig de soort van decodering. Opmerkingen Dolby Digital zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met Dolby Digital gecodeerd is. DTS zal niet worden gedecodeerd voor de bron die niet met DTS gecodeerd is. ● ● ● 42 Als de ingangssignalen van de bron die gecodeerd is met Dolby Digital alleen in 2-kanalen zijn, is de geluidsprocessing voor deze signalen hetzelfde als bij die voor de analoge of PCM audiosignalen. De indicator 3 licht eveneens op wanneer de ingangsfunctie op “D.D.RF” wordt ingesteld, ook als er geen signaal dat met Dolby Digital gecodeerd is naar dit apparaat wordt ingevoerd. EFFECT ON/OFF of Opmerkingen Als het effectgeluid wordt uitgeschakeld wanneer de signalen die gecodeerd zijn met Dolby Digital of DTS naar dit apparaat worden gevoerd, zullen de signalen van alle kanalen gemengd worden en via de hoofdluidsprekers worden weergegeven. ● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt, is het mogelijk dat afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of niet normaal wordt weergegeven. Druk in dat geval de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets in om de effectgeluiden ON te schakelen of gebruik ingangssignalen die niet met de Dolby Digital of het DTS gecodeerd zijn. ● Indien de EFFECT toets of de EFFECT ON/OFF toets wordt ingedrukt om de effectgeluiden uit te schakelen wordt er, afhankelijk van de huidige digitale ingangssignalen, enige informatie weergegeven op het displaypaneel. Wanneer bijvoorbeeld Dolby Digital wordt gedecodeerd wordt op het displaypaneel de samplefrequentie en de kanaalformatie aangegeven. ● Bijv.) EFFECT OFF fs=48k in : 3/2 Aftastfrekwentie is 48 kHz. Drie kanalen aan de voorzijde Twee kanalen aan de achterzijde * Als de ingangsbron een Dolby Digital KARAOKE bron in, zal “K” aan het begin van de kanaalformatie worden aangegeven. BASIS-BEDIENING Afstellen van het uitgangsniveau van de midden, rechter achterste en linker achterste, voorste effect-luidsprekers en subwoofer U kunt het uitgangsniveau van het geluid van elk van de luidsprekers afstellen, ook al is het uitgangsniveau reeds ingesteld bij “Afstelling van de luidsprekerbalans” op de pagina’s 29 tot 31. CENTER (Uitgangsniveau van middelste luidspreker) R SUR. (Uitgangsniveau van rechter achterste luidspreker) L SUR. (Uitgangsniveau van linker achterste luidspreker) FRONT (Uitgangsniveau van voorste effect-luidspreker) SWFR (Uitgangsniveau van subwoofer) m Methode van afstelling Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. 3 V-AUX HALL 1 1 HALL 2 CHURCH 2 3 4 5 6 7 8 10 EFFECT 9 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 LEVEL EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM 2, 3 PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT JAZZ CLUB / DTS SURROUND ON/OFF 12 11 PARAMETER 3, 4 TEST SET MENU LEVEL SLEEP ON SCREEN 1 Druk een van de hieronder aangegeven toetsen eenmaal of meerdere malen in totdat de naam van de luidspreker(s) waarvan u het niveau wilt afstellen op de display verschijnt. SYSTEM POWER ON of MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 1 Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt verandert de selectie zoals aangegeven in bovenstaande tabel. * Door het indrukken van de toets op de afstandbediening verandert de selectie in omgekeerde volgorde. Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand. 4 Stel het niveau van de gekozen luidspreker(s) af. SET MENU 2 Nederlands PARAMETER LEVEL 5 Herhaal de stappen 2 en 3 voor het maken van afstellingen voor de overige luidspreker(s). 43 BASIS-BEDIENING Luidsprekers Regelbereik (dB) Vooringestelde waarde CENTER RIGHT SURROUND (R SUR.) LEFT SURROUND (L SUR.) FRONT SUBWOOFER (SWFR) MIN, –20 tot +10 MIN, –20 tot +10 MIN, –20 tot +10 MIN, –20 tot +10 MIN, –20 tot 0 0 0 0 0 0 Opmerkingen ● Als het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal de niveauwaarde hetzelfde zijn bij alle digitale geluidsveldprogramma’s. ● 44 De waarde van het uitgangsniveau van elke luidspreker die u de laatste keer heeft ingesteld, zullen in het geheugen bewaard blijven ook als dit apparaat op de standby functie is ingesteld. Indien echter het netsnoer gedurende langer dan één week niet wordt aangesloten, zullen deze waarden automatisch teruggesteld worden naar de oorspronkelijke in de fabriek gemaakte instellingen. ● Als de functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus op de “NONE” positie is ingesteld, kan het uitgangsniveau van de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit is omdat in deze functie het middengeluid automatisch via de linker en rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven. ● Wanneer een van de DSP programma’s Nr. 1 tot 7 is gekozen, kan het uitgangsniveau van de middenluidspreker niet afgesteld worden. ● DSP Wanneer niet verlicht op de display wordt aangegeven, kan het uitgangsniveau van de voorste effectluidspreker niet afgesteld worden. BASIS-BEDIENING Kort overzicht van de digitale geluidsveldprogramma’s In onderstaande lijst worden korte beschrijvingen gegeven van de geluidsvelden die door elk van de DSP programma’s geproduceerd worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s preciese digitale reproducties zijn van werkelijk bestaande akoestische omgevingen. De data voor deze diverse geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande lokaties met behulp van geavanceerde geluidsveld-meetapparatuur. Opmerking De balans van het kanaalniveau tussen de linker en de rechter achterste effect-luidsprekers kan verschillend zijn afhankelijk van het geluidsveld waar in u luistert. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste geluidsvelden reproducties zijn van werkelijke akoestische omgevingen. m Programma’s Nr. 1 tot 7: Hi-Fi DSP programma’s (voor audiobronnen) ● ● ● DSP Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( ) Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, achter, voorste effect Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect DSP Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( ) Luidspreker-uitgangsvermogen: hoofd, midden, achter, voorste effect Nr. 1 2 3 PROGRAMMA CONCERT HALL 1 CONCERT HALL 2 CHURCH SUBPROGRAMMA (TYPE) DIGITAL DSP ) BIJZONDERHEDEN Dit is een grote waaiervormige concertzaal in München met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het gehele interieur is vervaardigd uit hout. Er is relatief weinig weerkaatsing van de linker en rechter muren en de klanken worden verfijnd en prachtvol weergegeven. Europe Hall B Een klassieke rechthoekige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen. Pilaren en gebeeldhouwde versieringen zorgen voor een uitermate complexe akoestiek. Deze weerkaatsingen en de weerkaatsingen uit alle richtingen van de zaal zorgen voor bijzonder volle en rijke klanken. U.S.A. Hall C Dit is een grote concertzaal met 2600 zitplaatsen in de Verenigde Staten welke gekenmerkt wordt door een nogal traditioneel Europees ontwerp. Het interieur is relatief eenvoudig en suggereert een Amerikaanse smaak. De klanken van de midden en hogere frekwenties worden rijk en prachtvol weergegeven. Live Concert Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke weerkaatsingen vanuit alle richtingen benadrukken het bereik van de klanken. U zult het geluidsveld ervaren met een grote mate van aanwezigheid, waarbij u ongeveer in het midden bij het podium zit. Dit geluidsveld is ook effectief voor karaoke. Dit komt doordat u de gewaarwording krijgt op een echt podium te staan. Freiburg De akoestische omgeving van een grote kerk met een hoge koepel en pilaren langs de zijkanten wordt nagebootst. Het interieur produceert zeer lange nagalmen. Royaumont Dit is een geluidsveld dat gecreëerd wordt door de refter (eetzaal) van het klooster, een prachtig Middeleeuws gebouw dat zich bevindt in Royaumont even buiten Parijs. De koepelvormige ruimtes in het plafond die gevormd worden door de ondersteunende pilaren zorgen voor weerkaatsingen van echo en voor mooie, lang aanhoudende klanken. Nederlands Europe Hall A 45 BASIS-BEDIENING Nr. 4 5 6 7 46 PROGRAMMA JAZZ CLUB ROCK CONCERT ENTERTAINMENT STADIUM SUBPROGRAMMA (TYPE) BIJZONDERHEDEN The Bottom Line Dit is het geluidsveld voor aan het podium in “The Bottom Line”, een bekende jazzclub in New York. Links en rechts van het podium is er een ruimte voor 300 personen in een geluidsveld dat realistische en vibrerende klanken ten gehore geeft. Village Gate Een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een relatief groot vloeroppervlak. Het patroon van de weerkaatsing is hetzelfde als die van een kleine zaal. Roxy Theatre Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in een van de meest populaire rockclubs in Los Angeles. Arena Geeft u lange vertragingstijden tussen de directe klanken en de effectklanken en een buitengewoon ruimtelijk effect van een groot arena theater. Disco Bootst de akoestische omgeving na van een levendige disco in het hart van een zeer levendige stad. De klanken worden dichtbij elkaar en in hoge mate geconcentreerd weergegeven. Dit programma wordt ook gekenmerkt door het feit dat de geluiden een “onmiddellijke” directheid hebben met veel energie. Party Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij partijen waar u het geluid ook rechtstreeks van de achterzijde kunt horen, waardoor het genieten van muziek over een brede ruimte mogelijk is. Anaheim Dit programma geeft u de lange vertragingen en het buitengewone ruimtelijke effect van een openlucht stadion in Los Angeles dat een diameter heeft van niet minder dan 300 m. Bowl Een openlucht stadion met de typisch kuipvormige opstelling van de zitplaatsen. De weerkaatsingen vanaf stoelen ver van uw positie zijn vanuit alle richtingen waarneembaar. BASIS-BEDIENING m Programma’s Nr. 8 tot 12: CINEMA-DSP programma’s (voor audio/videobronnen) ● Deze programma’s maken gebruik van de Dolby Pro Logic decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder. ● De verdeling van de uitgangssignalen van de luidsprekers is voor elk programma als volgt: Nr. 8, 9, 10, 11: hoofd, midden, achter, voorste effect Nr. 12 (Normal): hoofd, midden, achter Nr. 12 (Enhanced): hoofd, midden, achter, voorste effect ● Bij alleen de programma’s Nr. 8 en 9 lichten de indicators op als volgt. Wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is: ( ) DSP Wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital gecodeerd is (niet in 2 kanalen): ( Wanneer het ingangssignaal met het DTS gecodeerd is: ( ) DSP Nr. 8 9 PROGRAMMA CONCERT VIDEO TV THEATER SUBPROGRAMMA (TYPE) DIGITAL DSP ) BIJZONDERHEDEN Geeft een bijzondere diepte en helderheid aan de zang, waarbij overmatige nagalm beperkt blijft. Voor opera worden de orkestbak en het podium op ideale wijze gecombineerd, waardoor u het gevoel krijgt bij een live uitvoering aanwezig te zijn. De achterste surround-zijde van het geluidsveld is relatief gematigd, echter door middel van het gebruik van gegevens van een concertzaal worden er prachtige klanken gereproduceerd. U zult niet vermoeid raken bij het langdurig kijken naar een opera. Pop/Rock Voorziet in een enthousiaste atmosfeer en maakt dat u voelt zich in het midden van de actie te bevinden, alsof u werkelijk een jazz of rockconcert bezoekt. Het bestanddeel van de indirecte klank verspreidt zich langs de surroundzijde van het geluidsveld door middel van het gebruik van de gegevens van een grote ronde zaal voor de surround-zijde, zodat de beeldruimte rond het scherm en de klankruimte ten volle uitgebreid worden. Mono Movie Dit programma is voor het reproduceren van mono videobronnen (oude films, enz.). Mono-klanken worden met veel live-effect aan de live-zijde van het geluidsveld gereproduceerd, samen met een optimaal nagalmeffect. Het gebruik van de middenluidspreker zorgt er voor dat de dialoog beter verstaanbaar is, waardoor er een aangename vermenging van beeld en dialoog verkregen wordt. Variety/Sports Alhoewel de voorste live-zijde van het geluidsveld relatief smal is, maakt de achterste surround-zijde gebruik van de geluidsomgeving van een grote concertzaal. Met dit programma kunt u genieten van het kijken naar diverse TV programma’s, zoals het nieuws, varieté shows, muziekprogramma’s of sportprogramma’s. In een stereo-uitzending van een sportprogramma, is de commentator naar de middenpositie gekeerd, terwijl het geroep en de atmosfeer in het stadion zich aan de surroundzijde verspreidt, alhoewel verspreiding naar de achterzijde in de juiste mate beperkt wordt. Nederlands Classical/Opera 47 BASIS-BEDIENING ● De programma’s Nr. 10 tot 11 zijn geschikt voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS (voorzien van het “dts” logo). Nr. 10 PROGRAMMA MOVIE THEATER 1 SUBPROGRAMMA (TYPE) BIJZONDERHEDEN 70 mm Spectacle DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. Creëert het buitengewoon brede geluidsveld van een bioscooptheater. Het reproduceert op nauwkeurige wijze het brongeluid in alle bijzonderheden, hetgeen zowel aan de video als het geluidsveld een ongelofelijke realiteit geeft. Elke soort videobron die gecodeerd is met het Dolby Surround of het DTS (vooral grootschalige filmproducties) is ideaal voor gebruik met dit programma. DGTL Spectacle DIGITAL DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). DTS Spectacle DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. 70 mm Sci-Fi DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. DGTL Sci-Fi DIGITAL DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). Reproduceert op duidelijke wijze de dialoog en de geluidseffecten volgens de meest recente klankontwerpen van science-fiction films, waarbij er tussen de stiltes een brede en expansiegerichte filmische ruimte gecreëerd wordt. U kunt genieten van science-fiction films in een geluidsveld in een virtuele ruimte met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTSgecodeerde software die gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DTS Sci-Fi DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. 11 MOVIE THEATER 2 70 mm Adventure DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. DGTL Adventure DIGITAL DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). DTS Adventure DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. 70 mm General DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. DGTL General DIGITAL DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). DTS General DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. 48 Ideaal voor het op nauwkeurige wijze weergeven van de klankstructuur van de nieuwste meersporen films. Het geluidsveld is identiek aan dat van de nieuwste filmtheaters, zodat de nagalmen van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt worden. De data van het geluidsveld van een operagebouw worden gebruikt voor de voorste podiumzijde, zodat het drie-dimensionale gevoel van het geluidsveld wordt benadrukt en de dialoog nauwkeurig op het scherm wordt georiënteerd. Door middel van het gebruik van data van het geluidsveld van een concertzaal voor de achterste surround zijde, wordt er een krachtige nagalm verkregen. Met dit programma kunt u genieten van actiefilms, avonturenfilms, enz. met veel effect. Voor de reproductie van een meersporen-film en wordt gekenmerkt door een zacht en uitgebreid geluidsveld. De voorste live-zijde van het geluidsveld is relatief smal. Het verspreidt zich in de volledige ruimte rondom en in de richting van het scherm, waarbij het echo-effect van de dialoog beperkt wordt, zonder dat er echter aan de duidelijkheid afbreuk gedaan wordt. Aan de surroundzijde wordt de harmonie van de muziek of het koor mooi in een brede ruimte aan de achterzijde van het geluidsveld weergegeven. BASIS-BEDIENING ● Programma Nr. 12 is voor de reproduktie van videodiscs, videobanden en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby Surround (voorzien van het “DOLBY SURROUND” of “DOLBY DIGITAL” logo) of gecodeerd met DTS (voorzien van het “dts” logo). Nr. 12 PROGRAMMA /DTS SURROUND SUBPROGRAMMA (TYPE) PRO LOGIC/Normal ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. PRO LOGIC DIGITAL ) DOLBY DIGITAL/Normal ( Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). BIJZONDERHEDEN De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital decoder of de DTS decoder reproduceert nauwkeurig de geluiden en de geluidseffecten van een bron die met de Dolby Surround of de DTS gecodeerd is. Door het gebruik van een uiterst efficiënt decoderingsproces wordt de crosstalk en de kanaalscheiding verbeterd en wordt de klankbron meer gelijkmatig en nauwkeurig overgebracht. DTS DIGITAL SUR./Normal ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. PRO LOGIC/Enhanced DSP ( PRO LOGIC ) Functioneert wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is of gecodeerd met Dolby Digital in 2 kanalen. DOLBY DIGITAL/Enhanced DSP DIGITAL ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met Dolby Digital (niet in 2 kanalen). De multi-surround luidsprekersystemen van het nieuwste filmtheater op ideale wijze nagebootst. De digitale geluidsveldprocessing en de Dolby Surround decodering of de DTS decodering worden uiterst nauwkeurig uitgevoerd zonder dat daarbij de oorspronkelijk klankoriëntatie gewijzigd wordt. Door de surround-effecten die door dit geluidsveld gereproduceerd worden, wordt de toeschouwer op natuurlijke wijze van achteren naar de linker en rechter zijde en in de richting van het scherm verplaatst. DTS DIGITAL SUR./Enhanced DSP ( ) Functioneert wanneer het ingangssignaal met DTS gecodeerd is. Opmerking: Als de stand “NONE” is gekozen op “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus, zal er door de middenluidspreker(s) geen geluid worden voortgebracht. Nederlands 49 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN “SET MENU” modus Met behulp van de volgende acht functies is het mogelijk optimaal gebruik te maken van uw systeem hetgeen u een grotere voldoening verschaft bij het luisteren naar audiobronnen en bekijken van videofilms. 1. SPEAKER SET 2. DLBY DGTL SET 1A. CENTER SP 2A. LFE LEVEL 1B. REAR SP 2B. D-RANGE 1C. MAIN SP 05. PARAMETER INI 06. MEMORY GUARD 07. TV/DBS INPUT 3. DTS SET 1D. LFE/BASS OUT 08. DIMMER 3A. LFE LEVEL 1E. SYS. SETUP 4. CENTER DELAY 1F. MAIN LEVEL m Wijzigingen en afstellingen Instellen op “SET MENU”. NATURAL SOUND AV AMPLIFIER 2 5 20 l2 28 STANDBY/ON 10 8 4 40 INPUT MODE 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 l6 LEVEL PHONO 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER 7 VOLUME INPUT SELECTOR 3 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 STADIUM CINEMA DSP 7ch DSP A2 1 JAZZ CLUB 11 EFFECT 9 / DTS SURROUND ON/OFF 12 PARAMETER 1, 2 2 60 0 TEST –dB SPEAKERS A B PHONES SET MENU NEXT EXT. DECODER EFFECT SET MENU PROGRAM SLEEP ON SCREEN BASS TONE EXTENSION BYPASS BASS l 0 TREBLE l l 2 2 3 3 4 4 5 5 0 BALANCE l 2 l 2 3 3 4 4 5 0 l 2 2 3 3 4 5 4 L5 5R VIDEO AUX REC OUT DVD/LD SOURCE TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO SYSTEM POWER ON VIDEO AUX MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 2 1 Zie tijdens de bediening de informatie die op het displaypaneel of op het monitorscherm wordt aangegeven. Om de informatie op de monitor te kunnen zien moet de stroomtoevoer van de monitor ingeschakeld worden. 2 Kies de gewenste stand of bewerk de parameter voor de functie door een van de volgende toetsen eenmaal of meerdere malen in te drukken. Voorpaneel Zet bij gebruik van de afstandbediening de PARAMETER/SET MENU schakelaar in de SET MENU stand. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. SET MENU Afstandbediening NEXT of PARAMETER SET MENU 1 3 Kies voor het maken van de wijzigingen de functie van toepassing door een van de volgende toetsen eenmaal of meerdere malen in te drukken. Voorpaneel SET MENU Afstandbediening NEXT of 50 Herhaal de stappen 1 en 2 voor het wijzigen van een instelling of het afstellen van een overige functie. Opmerking Voor elk van de functies wordt op de pagina’s 51 tot 53 een gedetailleerde afstellingsmethode aangegeven via het gebruik van de toetsen van de afstandbediening. Let bij gebruik van de toetsen van het voorpaneel op de volgende punten: ● De +/– toetsen op de afstandbediening zijn identiek aan de SET MENU +/– toets op het voorpaneel. ● De toets op de afstandbediening is identiek aan de NEXT toets op het voorpaneel. De toets op de afstandbediening kan worden gebruikt voor het veranderen van selecties in de omgekeerde volgorde van de toets. GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN m Functie beschrijvingen 1. SPEAKER SET (kiezen van de uitgangsfuncties die geschikt zijn voor uw luidsprekersysteem) Zie pagina 26–27 voor bijzonderheden. (Wanneer u eenmaal de juiste functies heeft gekozen, hoeft u geen wijzigingen meer aan te brengen tot het moment dat u uw luidsprekersysteem verandert.) 2. DLBY DGTL (DOLBY DIGITAL) SET Afstellingsmethode Druk na het kiezen van de titel “2. DLBY DGTL SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “2A. LFE LEVEL” te laten verschijnen. Druk voor het kiezen van de titel “2B. D-RANGE” de toets in. (Druk voor het opnieuw kiezen van de titel “2A. LFE LEVEL”, de toets in.) Maak vervolgens een wijziging van de instelling of een afstelling met behulp van de + of – toets. 2A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal] ● Regelbereik: –20 dB tot 0 dB Vooringestelde waarde: 0 dB ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met Dolby Digital LFE signalen bevatten. Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.) 2B. D-RANGE (afstellen van het dynamische bereik) ● Keuzes: MAX/STD/MIN Vooringestelde positie: MAX ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital gedecodeerd wordt. In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met Dolby Digital in het brede dynamische bereik van het oorspronkelijke geluidsspoor gereproduceerd, waardoor bereikt wordt dat u kunt genieten van krachtige geluiden die vergelijkbaar zijn met die in een bioscooptheater. Het kiezen van deze positie zal nog meer tot zijn recht komen, indien u kunt luisteren naar een bron op een hoog uitgangsniveau in een kamer die speciaal voor het genieten van audio/video geluiddicht gemaakt is. STD (Standard): In deze positie wordt een bron die gecodeerd is met Dolby Digital gereproduceerd in het “samengedrukte” dynamische bereik van de bron welke geschikt is voor het beluisteren op een laag niveau. MIN: In deze positie wordt het dynamische bereik verder versmald dan in de STD positie. Het kiezen van deze positie zal van dienst zijn wanneer u moet luisteren naar een bron op een buitengewoon laag uitgangsniveau. * In deze positie kan het voorkomen dat afhankelijk van de bron het voortgebrachte geluid zwak is of niet normaal wordt weergegeven. Kies in dat geval de MAX of STD positie. Nederlands “Dynamisch bereik” is het verschil tussen het maximum niveau en het minimum niveau van geluiden. Geluiden op een film welke oorspronkelijk bestemd is voor bioscooptheaters kenmerken zich door een zeer breed dynamisch bereik. Met behulp van de Dolby Digital technologie kan het oorspronkelijke geluidsspoor in een huiskamer-audioformaat worden omgezet waarbij dit brede dynamische bereik onveranderd blijft. Krachtige geluiden met een buitengewoon breed dynamisch bereik zijn niet altijd geschikt voor huiskamergebruik. Afhankelijk van de omstandigheden van uw luisteromgeving, bestaat de kans dat het niet mogelijk is het uitgangsniveau van het geluid zo hoog in te stellen als in een bioscooptheater het geval is. Echter, op een niveau dat geschikt is voor het luisteren in uw kamer, kunnen de delen van een bron met laag niveau niet goed gehoord worden aangezien deze verloren raken in de achtergrondgeluiden van uw omgeving. Met behulp van Dolby Digital technologie is het eveneens mogelijk het dynamische bereik van een oorspronkelijk geluidsspoor terug te brengen op huiskamer-audioformaat door de data van de klanken “samen te drukken”. MAX: 51 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN 3. DTS SET Afstellingsmethode Druk na het kiezen van de titel “3. DTS SET” in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de titel “3A. LFE LEVEL” te laten verschijnen. Stel vervolgens het niveau er van af met behulp van de + of – toets. 3A. LFE LEVEL [afstellen van het uitgangsniveau op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal] ● Regelbereik: –10 dB tot 10 dB Vooringestelde waarde: 0 dB ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met DTS LFE signalen bevatten. Stelt het uitgangsniveau af op het LFE (lage frekwentie effect) kanaal. Indien de LFE signalen gemengd worden met signalen van overige kanalen en deze via dezelfde luidsprekers worden uitgevoerd, kan de verhouding van de LFE signalen ten opzichte van de overige signalen afgesteld worden. (Zie pagina 5 voor bijzonderheden betreffende het LFE kanaal.) 4. CENTER DELAY [afstellen van de vertraging van de middengeluiden (dialoog, enz.)] ● Regelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms) Vooringestelde waarde: 0 ms ● Deze afstelling is enkel effectief wanneer Dolby Digital of DTS gedecodeerd wordt en de signalen van de gekozen bron die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS middenkanaalsignalen bevatten. Stelt de vertraging af tussen de hoofdgeluiden (op de hoofdkanalen) en de dialoog, enz. (op het middenkanaal). Naarmate de waarde groter is, wordt de dialoog, enz. later ten gehore gebracht. Het is mogelijk dat in uw audiosysteem de afstand van de middenluidspreker naar uw luisterpositie korter is dan de afstand van de linker of rechter hoofdluidspreker naar uw luisterpositie. In dat geval kunnen de geluiden van de linker hoofdluidspreker, de middenluidspreker en de rechter hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment bereiken door het geluid van de middenluidspreker te vertragen. 5. PARAMETER INI (Initialiseren van parameters op een DSP programma) U kunt alle parameter-instellingen op een DSP programma initialiseren. Een DSP programma heeft echter twee of drie sub-programma’s; alle parameters op beide sub-programma’s worden door deze bewerking geïnitialiseerd. Initialiseringsmethode Druk na het kiezen van deze functie (titel) in stap 1 op pagina 50 de + of – toets in om de DSP programmanummers (1 – 12) op de display te laten verschijnen. Een programmanummer waarvan de parameters veranderd werden wordt gemarkeerd door “ ”. Druk een DSP programmakeuzetoets in die overeenkomt met het programmanummer waarvan u de parameters wenst te initialiseren. Wanneer de parameters zijn geïnitialiseerd zal de “ ” markering verdwijnen. * * 52 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN 6. MEMORY GUARD (Vergrendelen van DSP parameters en overige afstellingen) Indien u abusievelijke wijziging van DSP parameters en overige afstellingen op deze apparatuur wenst te voorkomen, “ON” kiezen. In deze posities zijn de instellingen vergrendeld en kunnen deze niet gewijzigd worden. De volgende functies op deze apparatuur kunnen door deze bedieningswijze vergrendeld worden. • • • • • DSP parameters Overige functies in de “SET MENU” modus ON SCREEN displaytoets LEVEL toets TEST toets 7. TV/DBS INPUT (kiezen van de begin-ingangsmodus van de bron die aangesloten is op de TV/DBS aansluiting) Voor de bron die aangesloten is op de TV/DBS aansluitingen van deze apparatuur, kunt u de ingangsmodus bepalen die automatisch wordt gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt ingeschakeld. AUTO: In deze positie wordt de AUTO ingangsmodus altijd gekozen wanneer de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt ingeschakeld. LAST: In deze positie wordt de ingangsmodus die u het laatst heeft gekozen in het geheugen opgeslagen en zal niet worden veranderd ook als de stroomtoevoer naar deze apparatuur wordt uitgeschakeld. * Zie pagina 35 voor bijzonderheden betreffende het overschakelen van de ingangsmodus. 8. DIMMER (veranderen van de helderheid van het displaypaneel) U kunt de helderheid van het displaypaneel in stappen van vijf graden afstellen. Nederlands 53 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN Samenstellen van uw eigen geluidsvelden Wat is een geluidsveld? Om de indrukwekkende functies van het DSP nader te kunnen verklaren, dienen we eerst te begrijpen wat precies een geluidsveld is. De rijke, volle klanken van een live instrument worden in feite bepaald door de meervoudige weerkaatsingen van de muren van de kamer. Afgezien van het feit dat het geluid “live” gemaakt wordt, stellen deze weerkaatsingen ons in staat te vertellen waar de muzikant gezeten is, alsmede de grootte en de vorm van de kamer waarin we ons bevinden. We kunnen zelfs opmerken of de kamer bijzonder weerkaatsend is met oppervlakken van staal en glas, of meer absorberend is met houten panelen, vloerbedekking en gordijnen. De elementen van een geluidsveld In elke omgeving zijn er naast het directe geluid dat vanaf het instrument van de muzikant recht naar onze oren toe komt twee aparte soorten geluidsweerkaatsingen die samen in combinatie het geluidsveld bepalen: (1) Eerste weerkaatsingen. Weerkaatste geluiden bereiken onze oren bijzonder snel (50 ms – 100 ms na het directe geluid), na weerkaatsing van slechts één oppervlak — bijvoorbeeld vanaf het plafond of een muur. Deze weerkaatsingen vallen voor elke soort omgeving onder specifieke patronen zoals aangegeven in het schema op pagina 56 en geven belangrijke informatie aan onze oren door. Eerste weerkaatsingen zorgen er voor dat er helderheid aan het directe geluid wordt toegevoegd. (2) Nagalm. Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsingen van meer dan één oppervlak — muren, plafond, de achterzijde van de kamer — zo talrijk dat deze samensmelten en een onafgebroken akoestische “nagloei” vormen. Deze zijn niet-richtingbepaald en verminderen de helderheid van het directe geluid. De combinatie van direct geluid, eerste weerkaatsingen en daaropvolgende nagalm helpen ons de relatieve grootte en vorm van de kamer te bepalen. Het is deze informatie die door het DSP voor het creëren van geluidsvelden gereproduceerd wordt. Indien u de juiste eerste weerkaatsingen en daaropvolgende nagalm in uw luisterkamer zou kunnen creëren, zou u in staat zijn uw eigen luister-omgeving te kunnen samenstellen. De akoestiek in uw kamer zou veranderd kunnen worden in die van een concertzaal, een dansvloer of in feite elke kamer van wat voor grootte dan ook. Deze mogelijkheid om willekeurig welk geluidsveld dan ook te kunnen creëren is precies datgene wat Yamaha met het DSP bereikt heeft. 54 DSP programma’s bestaan uit een aantal parameters voor het bepalen van de grootte van de kamer, de nagalmtijd, de afstand tussen u en de muzikant, enz. In elk programma zijn deze parameters voorgeprogrammeerd met waarden die door Yamaha precies zijn berekend voor de samenstelling van een geluidsveld dat uniek is voor het programma. Het wordt aanbevolen de DSP programma’s te gebruiken zonder de waarden van de parameters te veranderen. Met deze apparatuur echter is het mogelijk uw eigen geluidsvelden te creëren. Te beginnen met een van de ingebouwde programma’s, is het mogelijk deze parameters af te stellen. Ook wanneer het netsnoer van dit apparaat uit het stopcontact wordt verwijderd, zullen de door uzelf samengestelde geluidsvelden gedurende ongeveer twee weken in het geheugen van het DSP bewaard blijven. Op de volgende pagina wordt in detail beschreven hoe u uw eigen geluidsvelden kunt samenstellen. Afgezien van de “TYPE” parameter welke de sub-programma’s binnen elk van de DSP programma’s kiest (bijv. “Europe Hall A”, en “Europe Hall B” voor het programma 1, “CONCERT HALL 1”), beschikt elk programma ook over een groep parameters die u in staat stellen de karakteristieken van de akoestische omgeving te veranderen om precies het door u gewenste effect te kunnen creëren. Deze parameters komen overeen met de vele natuurlijke akoestische factoren die het geluidsveld bepalen dat u ervaart in een echte concertzaal of andere luisteromgeving. De grootte van de kamer bijvoorbeeld is van invloed op de lengte van tijd tussen de “eerste weerkaatsingen” — dit wil zeggen, de eerste paar ver uit elkaar liggende weerkaatsingen die u hoort na het directe geluid. Met de “ROOM SIZE” parameter die in vele van de DSP programma’s aanwezig is kan de tijdsduur tussen deze weerkaatsingen gewijzigd worden, waardoor de vorm van de “kamer” die u hoort veranderd wordt. Afgezien van de grootte van de kamer, hebben de vorm van de kamer en de karakteristieken van de oppervlakken ervan een belangrijke invloed op het uiteindelijke geluid. Oppervlakken die geluid absorberen bijvoorbeeld, zorgen er voor dat de weerkaatsingen en de nagalm sneller uitsterven, terwijl oppervlakken die in hoge mate weerkaatsend zijn er voor zorgen dat de weerkaatsingen gedurende een langere tijdsperiode blijven doorgaan. Met behulp van de DSP parameters kunnen deze en vele overige factoren die uw persoonlijk samengestelde geluidsveld bepalen geregeld worden, waardoor u in feite in staat gesteld wordt de beschikbare concertzalen, theaters, enz. “opnieuw te ontwerpen” voor het samenstellen van naar eigen voorkeur gecreëerde luisteromgevingen die op ideale wijze overeenkomen met uw eigen smaak en muzikale preferenties. Zie “Beschrijvingen van digitale geluidsveldparameters” op de pagina’s 56–58 voor een beschrijving van wat elke parameter doet, hoe deze van invloed is op het geluid en het regelbare bereik ervan. GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN m Kiezen en bewerken van programma-parameters Deze afstelling kan enkel worden gemaakt met behulp van de afstandbediening en te kijken naar het monitorscherm of het displaypaneel. V AUX Opmerking Informatie op het monitorscherm zal gemakkelijker af te lezen zijn dan op het displaypaneel het geval is. HALL 1 1 JAZZ CLUB 3, 4 4 STADIUM 7 CHURCH 2 3 10 LEVEL PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 1 2 1 HALL 2 11 EFFECT 9 / DTS SURROUND ON/OFF 12 PARAMETER 4, 5, 6 TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN 4 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandbediening in de PARAMETER stand zetten. Opmerking: De kap van de afstandbediening moet geopend zijn. Kies het subprogramma. HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 JAZZ CLUB PARAMETER 4 STADIUM 7 10 5 Als er geen DSP programma is gekozen, een gewenst programma kiezen. HALL 1 1 JAZZ CLUB 4 STADIUM 7 HALL 2 CHURCH 2 3 8 11 of 9 / DTS SURROUND 12 6 Kies de parameter die u wilt bewerken. Verander de waarde op de gekozen parameter om het door u gewenste effect te creëeren. CONCEFIT TV VIDEO THEATER 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 6 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 5 6 Druk de toets voor het huidige gekozen programma eenmaal of meerdere malen in. Schakel uw monitor in. Als de huidige gekozen soort display niet de volledige display is, de ON SCREEN toets indrukken en de volledige display kiezen. ON SCREEN 3 5 CONCEFIT TV VIDEO THEATER MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 SET MENU 2 ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 11 9 / DTS SURROUND 12 * Subprogramma Opmerkingen Zie de pagina’s 56 tot 58 voor nadere bijzonderheden betreffende de parameters. ● Parameter-bewerkingen die op deze wijze gemaakt worden zullen gedurende ongeveer twee weken in het geheugen bewaard blijven, ook als er tengevolge van een stroomstoring een onderbreking van de netspanning is of de stekker uit het stopcontact verwijderd is. Daarna zullen alle parameters alsmede de overige afstellingen of wijzigingen van instellingen op deze apparatuur naar hun oorspronkelijke waarden of status terugkeren. ● Nederlands Met “+” neemt de waarde van de gekozen parameter toe en met “–” neemt de waarde van de gekozen parameter af. In beide gevallen kunt u de toets ingedrukt blijven houden om snel de gewenste waarde te bereken. De display zal bij wijze van herinnering kortstondig bij de eerste ingestelde waarde van de parameter pauzeren. (Op het monitorscherm, zal bij het bereiken van de eerste ingestelde waarde van de parameter het symbool vooraan de naam van de parameter verdwijnen.) De gekozen programmanaam en de bijbehorende parameters zullen op het monitorscherm worden aangegeven. De pijlvormige cursor wijst naar de naam van het subprogramma. 55 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN m Beschrijvingen van digitale geluidsveld-parameters Niet alle van de volgende parameters worden in elk van de programma’s aangetroffen. ● ROOM SIZE (grootte van ruimte) P. ROOM SIZE (afmeting van podiumruimte) Hoe dit van invloed is op het geluid: Verandert de gesimuleerde grootte van de muziekruimte. Naarmate de waarde hoger is, zal de gesimuleerde ruimte groter klinken. Stelt de schijnbare afmeting van het voorste podiumgeluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal de interval tussen de weerkaatsingen langer worden, waardoor de diepte van de geluidsbron toeneemt. Hoe dit gebeurt: Stelt de tijdsduur af tussen de eerste weerkaatsingen. De eerste weerkaatsingen zijn de eerste groep van weerkaatsingen die u hoort alvorens de daaropvolgende dichte nagalm begint. S. ROOM SIZE (afmeting van surround ruimte) Regelbaar bereik: 0,1 – 2,0 Standaard instelling is 1,0. Stelt de schijnbare afmeting van het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het surround geluidsveld groter worden. Door deze parameter van 1 in 2 te veranderen, wordt het gesimuleerde volume van de kamer acht maal vergroot (lengte, breedte en hoogte worden alle verdubbeld). Niveau Niveau Direct geluid Niveau Direct geluid Eerste weerkaatsingen Eerste weerkaatsingen Klein Direct geluid Eerste weerkaatsingen Groot Tijd Kleine ruimte Tijd Tijd Grote ruimte ● INIT. DLY (begin-vertraging) P. INIT. DLY (eerste podiumgeluid vertraging) Hoe dit van invloed is op het geluid: Verandert de gesimuleerde afstand van de geluidsbron. Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de podiumzijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen. Aangezien de afstand tussen een geluidsbron en een weerkaatsend oppervlak de vertraging bepaalt tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing, verandert deze parameter de lokatie van de geluidsbron binnen de akoestische omgeving. Regelbaar bereik: 1 – 99 milliseconden Hoe dit gebeurt: Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing die door de luisteraar gehoord wordt. Regelbaar bereik: 1 – 99 milliseconden Voor een kleine woonkamer dient deze parameter op een kleine waarde ingesteld te worden. Voor een grote kamer dienen grotere waarden gebruikt te worden. Grotere waarden produceren een echo-effect. Niveau Niveau S. INIT. DLY (eerste surround vertraging) Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal de eerste weerkaatsing later beginnen. Regelbaar bereik: 1 – 49 milliseconden Niveau Direct geluid Eerste weerkaatsingen Klein INIT. INIT.DLY DLY 56 Tijd Groot INIT. INIT.DLY DLY Tijd INIT. DLY INIT. DLY Tijd GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN ● LIVENESS LIVENESS (podiumzijde live) Hoe dit van invloed is op de klank: Deze parameter verandert de klaarblijkelijke akoestische weerkaatsing van de muren in een zaal. Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren aan de podiumzijde van het geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het achterste weerkaatsende vermogen van podiumzijde van het geluidsveld groter worden. De eerste akoestische weerkaatsingen van een klankbron zullen sneller hun intensiteit verliezen (wegsterven) in een kamer met akoestisch absorberende muuroppervlakken dan in een kamer die meer geluidweerkaatsende oppervlakken heeft. Een kamer met hoogweerkaatsende oppervlakken waarin de eerste weerkaatsingen langzaam wegsterven wordt als “levend” betiteld, terwijl een kamer met geluidabsorberende karakteristieken waarin de weerkaatsingen snel wegsterven als “dood” wordt betiteld. Met de LIVENESS parameter kunt u de mate van wegsterving van de eerste weerkaatsing afstellen en daarmee de “levendheid” van de kamer. S. LIVENESS (surround live) Stelt de schijnbare weerkaatsende eigenschappen van de muren op het achterste surround geluidsveld af. Naarmate de waarde groter is, zal het weerkaatsende vermogen van het achterste surround geluidsveld groter worden. Wat de parameter doet: Verandert de snelheid waarmee de eerste weerkaatsingen wegsterven. Regelbaar bereik: 0 – 10. Niveau Niveau Niveau Direct geluid Klein Groot Tijd Dood Tijd Levend Tijd ● REV. TIME (nagalmtijd) Hoe dit van invloed is op het geluid: Regelbaar bereik: De natuurlijke nagalmtijd van een kamer is hoofdzakelijk afhankelijk van de afmeting ervan en van de karakteristieken van zijn binnen-oppervlakken. Deze parameter verandert derhalve de gesimuleerde grootte van de akoestische omgeving over een bijzonder breed bereik. 1,0 – 5,0 seconden. De nagalmtijd in een kleine tot middelgrote zaal zal tussen 1 en 2 liggen, terwijl dit voor een grote hal normaal tussen 2 en 3 ligt. Hoe dit gebeurt: Stelt de hoeveelheid tijd af die nodig is voordat het niveau van het dichte, opeenvolgende nagalmgeluid met 60 dB wegvalt (@ 1 kHz). 60 dB Direct geluid Niveau Eerste weerkaatsingen Klein 60 dB Groot 60 dB Tijd Tijd REV. TIME Nagalm Nederlands Niveau Niveau REV. TIME Nagalm REV. TIME Tijd Nagalm 57 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN ● REV. LEVEL (nagalmniveau) Met deze parameter wordt het volume van het nagalmgeluid afgesteld. Naarmate de waarde groter is, zal het nagalmgeluid krachtiger worden weergegeven. Regelbaar bereik: 0 – 100% Niveau Direct geluid REV. LEVEL Tijd ● S. DELAY (surround vertraging) Stelt de vertraging af tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing aan de achterste surround zijde van het geluidsveld. Naarmate de waarde groter is, zal het surround geluidsveld later beginnen. Regelbaar bereik: Bij decodering van Dolby Pro Logic Surround 15 – 30 milliseconden Bij decodering van Dolby Digital of DTS 0 – 15 milliseconden Bij gebruik van een programma waarbij Dolby Surround of DTS niet gedecodeerd wordt 15 – 49 milliseconden 58 GEAVANCEERDE MOGELIJKHEDEN Instellen van de SLEEP timer Gebruik de ingebouwde SLEEP timer om dit apparaat automatisch in de standby functie te schakelen nadat de door u ingestelde tijd is verstreken. De SLEEP timer is van dienst wanneer u wilt gaan slapen terwijl dit apparaat een bron weergeeft of opneemt. De SLEEP timer schakelt eveneens externe apparatuur uit die aangesloten is op de SWITCHED AC OUTLETS aan de achterzijde van dit apparaat. De SLEEP timer kan enkel worden ingesteld met behulp van de afstandbediening. Instellen van de SLEEP tijd 1 2 Uitschakelen van de SLEEP timer Kies de bron met behulp van de INPUT SELECTOR en start de weergave (of kies een radiozender) op de bronapparatuur. Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat “SLEEP OFF” op de display verschijnt. (Na een korte tijd keert de display terug naar de oorspronkelijke aanduiding.) A Druk de SLEEP toets bij herhaling in totdat de gewenste SLEEP tijd op de display verschijnt. * De “SLEEP time” is de tijd die verstrijkt voordat dit apparaat automatisch op de standby functie wordt ingesteld. B C SLEEP REMOTE CONTROL TRANSMITTER A B Opmerking De instelling van de SLEEP timer kan ook geannuleerd worden door het apparaat via gebruik van de STANDBY/ON schakelaar op het voorpaneel (of de STANDBY toets op de afstandbediening) op het standby functie in te stellen of door de stekker van dit apparaat uit het stopcontact te verwijderen. SLEEP C REMOTE CONTROL TRANSMITTER Geeft de SLEEP tijd aan. DVD/LD TAPE/MD TV/DBS CD VCR 1 TUNER VCR 2 PHONO V-AUX SPEAKERS A SLEEP Knippert. Telkens wanneer u de SLEEP toets indrukt, verandert de SLEEP tijd als volgt. (Minuten) 120 90 60 30 SLEEP OFF (De SLEEP timer is uit.) Nederlands Na een korte tijd keert de display terug naar de oorspronkelijke aanduiding. 59 AFSTANDBEDIENING Met de afstandbediening kan zowel de hoofdeenheid als ook overige Yamaha audio en video componenten bediend worden. Met behulp van de Macro voorziening is het mogelijk een serie functies achtereenvolgens onder een enkele toets te programmeren of u kunt gebruik maken van een van de voorgeprogrammeerde macro’s voor de bediening van overige Yamaha componenten in uw huistheater. Deze afstandbediening beschikt ook over een geavanceerde programmeermogelijkheid waarmee u functies kunt inprogrammeren van andere afstandbedieningen die met overige componenten in uw systeem worden gebruikt (of andere huishoudelijke apparaten) die uitgerust zijn met infrarood ontvangers voor afstandbediening. Met deze functie is het mogelijk het aantal afstandbedieningen in uw luisterkamer te verminderen. Basis-bediening (kap geopende) De afstandbediening is bestemd voor de regeling van de meest algemeen gebruikte functies. Als de CD speler, het tapedeck, de LD speler, enz. een YAMAHA component is dat geschikt is voor gebruik met afstandbediening, kan met behulp van deze afstandbediening ook diverse functies geregeld worden. * Voor gebruik van de basisfuncties moet de kap geopend worden. m Toetsnaam en functie 1 TAPE/MD toetsen CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE Deze toetsen zijn voor de regeling van tapedecks of MD recorders. De A/B/C schakelaar (I) dient in stand “A” gezet te worden voor de regeling van tapedecks en in stand “C” voor de regeling van MD recorders. * De DIR A, B en A/B toetsen zijn alleen van toepassing op dubbele cassettetapedecks. * Door het indrukken van de DIR A toets wordt de bandlooprichting op een enkelvoudig cassettetapedeck met behulp van de automatische bandomkeerfunctie omgekeerd. * De en toetsen werken als volgt: Voor tapedecks: : spoelt een tape terug : spoelt een tape snel door J TRANSMIT /LEARN G A/B TAPE/MD A CD 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD I TV/DBS 2 VCR 2 C V-AUX HALL 1 1 JAZZ CLUB HALL 2 CHURCH 2 3 4 5 EXT. DEC. MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF F E 2 CD/DVD/LD speler toetsen 12 LIGHT 8 LEVEL 6 TV CONCEFIT VIDEO THEATER 7 PARAMETER D TEST MACRO SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON OFF 5 6 7 8 9 PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT STADIUM Voor MD recorders: : zoekt het begin van het huidige of vorige nummer : zoekt het begin van het volgende nummer G MASTER VOLUME QUICK 4 H A/B/C/D/E TV MUTE VCR STANDBY 0 C SLOW 3 PRESET B 60 Deze toetsen zijn voor de regeling van compact disc spelers, DVD spelers of LD spelers. Zet de A/B/C schakelaar (I) in stand “A” voor de regeling van compact disc spelers, in stand “B” voor de regeling van DVD spelers en in stand “C” voor de regeling van LD spelers. * De DISC toets wordt enkel gebruikt voor compact disc wisselaars. * De STOP toets wordt enkel gebruikt voor DVD spelers en LD spelers. 3 Tuner toetsen A REMOTE CONTROL TRANSMITTER Aanzicht met kap K Zijaanzicht Voor de bediening van tuners. De A/B/C schakelaar (I) dient op stand “A” ingesteld te worden. +: Druk deze toets in voor het kiezen van het volgende voorkeuzezendernummer. –: Druk deze toets in voor het kiezen van het voorgaande voorkeuzezendernummer. A/B/C/D/E: Voor het kiezen van de groep (A – E) van voorkeuzezendernummers. AFSTANDBEDIENING 4 DSP programmakeuzetoetsen Druk een toets in voor het kiezen van een DSP programma wanneer de ingebouwde digitale geluidsveldprocessor ingeschakeld is. Deze omvat de Dolby Pro Logic Surround decoder, de Dolby Digital decoder en DTS decoder. 5 LEVEL toets Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van het uitgangsniveau van de middenluidspreker, de achterste en voorste effect-luidsprekers en de subwoofer. Druk eerst deze toets (herhaalde malen) in voor het kiezen van de luidspreker(s). De naam zal dan verlicht op de display verschijnen. Druk vervolgens de + of – toetsen (D) in om het uitgangsniveau te veranderen. C MUTE toets Druk deze toets in om het volume uit te schakelen. Het oorspronkelijke volumeniveau kan worden hersteld door op een willekeurige toets op de bijbehorende afstandsbediening te drukken. De indicator op de VOLUME regelaar gaat tijdens de uitschakeling continu knipperen. D / en –/+ toetsen De (omhoog) en (omlaag) toetsen veranderen de parameters of functies in de modus die gekozen is met behulp van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. Met de – of + toetsen kunnen er afstellingen of veranderingen in de parameter of functie gemaakt worden. 6 PARAMETER/SET MENU schakelaar Stel deze schakelaar in op “PARAMETER” voor de bewerking van de parameter van een DSP programma. Stel de schakelaar in op “SET MENU” voor het maken van afstellingen of veranderingen in een functie in de SET MENU modus. E EFFECT ON/OFF toets 7 TEST toets Druk deze toets in voor het kiezen van de ingangssignalen van de EXTERNAL DECODER INPUT aansluitingen als de ingangsbron. Deze functie heeft voorrang boven de instelling van de ingangselectietoets. “EXT. DECODER IN” zal verlicht op het displaypaneel worden aangegeven. De bron die gekozen is met behulp van de ingangselectietoetsen wordt de huidige ingangsbron wanneer “EXT. DECODER IN” niet verlicht op het displaypaneel wordt aangegeven. Deze toets wordt gebruikt voor de afstelling van de luidsprekerbalans. (Zie pagina’s 29 – 31.) 8 SLEEP timer toets Deze toets in voor het in- en uitschakelen van de ingebouwde SLEEP timer en voor het instellen van de SLEEP tijd. (Zie pagina 59.) Druk deze toets in om de digitale geluidsveldprocessor welke de Dolby Pro Logic Surround decoder, Dolby Digital decoder en DTS decoder omvat in en uit te schakelen. F EXT. DEC. toets 9 ON SCREEN display toets Druk deze toets in voor het veranderen van de soort display op het monitorscherm. Er zijn drie soorten display beschikbaar. Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt kan de informatie gewijzigd worden naar een volledig display, een verkort display en geen display. G Ingangskeuzetoetsen 0 SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen Druk de SYSTEM POWER ON toets in om dit apparaat in te schakelen. Druk de STANDBY toets in om dit apparaat op de standby functie in te stellen. I A/B/C schakelaar A RESET knop Deze knop bevindt zich binnen in het batterijvak. Druk deze knop in om de interne microcomputer die de functies van de afstandbediening regelt terug te stellen. Deze toets wordt gebruikt wanneer de afstandbediening stilvalt. * Nieuw ingeprogrammeerde functies zullen niet worden gewist wanneer deze toets wordt ingedrukt. RESET knop Druk een toets in voor het kiezen van de ingangsbron. H A/B/C indicators Een van deze indicators zal naar rood veranderen afhankelijk van de stand van de A/B/C schakelaar. Normaal dient deze schakelaar op stand “A” ingesteld te zijn. Gebruik stand “B” voor de bediening van een Yamaha DVD speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (2). Gebruik stand “C” voor de bediening van een Yamaha LD speler met behulp van de CD/DVD/LD speler toetsen (2), of bedien een Yamaha MD recorder met behulp van de TAPE/MD toetsen (1). J TRANSMIT/LEARN indicator Deze indicator licht op wanneer een toets op de afstandbediening ingedrukt wordt. (Uitzending van infrarood signalen.) K LIGHT toets B MASTER VOLUME (omhoog) en (omlaag) toetsen Druk deze toetsen in om het volume te laten toenemen of afnemen. Nederlands Druk deze toets in om de verlichting van bepaalde toetsen gedurende ongeveer 5 seconden in te schakelen. De verlichting kan worden uitgeschakeld door de toets nogmaals in te drukken. Opmerking De functies van de toetsen voor de bediening van overige Yamaha componenten zijn hetzelfde als de corresponderende toetsen op de betreffende componenten. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de bedieningshandleidingen van deze componenten. 61 AFSTANDBEDIENING Gebruik van de “programmeerbare” toetsen (kap geopend) Dit is een programmeerbare afstandbediening. De toetsen die gearceerd in onderstaande illustratie zijn aangegeven, kunnen geprogrammeerd worden voor het opslaan van bedieningsfuncties van andere afstandbedieningen. Dit apparaat kan worden gebruikt in plaats van andere afstandbedieningen door het programmeren van hun functies. Dit zal de bediening van diverse audio en video componenten aanzienlijk vereenvoudigen. Sommige van de programmeerbare toetsen zijn van oorsprong leeg en andere zijn reeds voorgeprogrammeerd met functies voor de bediening van dit apparaat en overige Yamaha componenten. U kunt onder deze toetsen naar wens nieuwe functies (in plaats van de voorgeprogrammeerde functies) opslaan. * Zie pagina 68 voor de methode van programmeren. * Zie pagina 70 voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of alle geprogrammeerde functies). Opmerking Als de geheugencapaciteit van de afstandbediening volledig is benut, is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde programmeerbare toetsen niet door nieuwe functies bezet zijn. Als u bijvoorbeeld uitsluitend Yamaha codes in deze afstandbediening opslaat, kunnen er in totaal ongeveer 50 functies worden opgeslagen. Het wordt daarom aanbevolen enkel de meest gebruikte functies op te slaan. Toetsen welke drie functies kunnen hebben (1, 2, 3, 4) (*1) Van de programmeerbare toetsen kunnen de toetsen genummerd 1–4 in de illustratie links drie functies hebben. Dit is omdat zij beschikken over drie geheugenvelden (A, B en C). (Eén functie per geheugenveld.) U kunt nieuwe functies in geheugenveld B en C opslaan en drie functies op een toets gebruiken door met behulp van de A/B/C schakelaar tussen de drie geheugenvelden over te schakelen. (Op geheugenveld A kunnen geen nieuwe functies geprogrammeerd worden.) TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE A/B TAPE/MD A 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD TV/DBS 2 VCR 2 C 3 PRESET 2 A/B/C/D/E Gebruik van deze toetsen: 1. Alvorens een toets te gebruiken, met behulp van de A/B/C schakelaar geheugenveld A, B of C kiezen van de toets waaronder de functie die u wilt gebruiken is opgeslagen. 2. Druk de toets in. De oorspronkelijke van fabriekswege gemaakte instellingen van deze toetsen is als volgt. V-AUX HALL 1 HALL 2 CHURCH 1 2 3 JAZZ CLUB 4 A/B/C schakelaar CD Stand van A/B/C schakelaar PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 5 6 TAPE/MD EXT. DEC. 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL 11 9 / DTS SURROUND PARAMETER 1 SET MENU SLEEP ON SCREEN MASTER VOLUME TV MUTE VCR STANDBY 2 REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is geopend. (*1): Deze knoppen worden gebruikt voor het programmeren van een nieuwe functie of voor het wissen van een geprogrammeerde functie (of van alle geprogrammeerde functies). Zie pagina 68–70 voor nadere bijzonderheden. 62 CD DVD/LD TUNER TV/DBS ON/OFF TEST 1 C B EFFECT 12 SYSTEM POWER ON VCR 2 VCR 1 A TV CONCERT THEATER STADIUM VIDEO 3 4 Voorgeprogrammeerd Leeg met functies voor de bediening van een Yamaha tapedeck. V-AUX Voorgeprogrammeerd met functies voor de bediening van een Yamaha MD recorder (behave het model MDX-9). (A/B, DIR A en B zijn leeg.) Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd met functies voor de met functies voor de met functies voor de bediening van een bediening van een bediening van een Yamaha CD speler Yamaha DVD speler Yamaha LD speler (STOP is leeg). (behalve de (DISC is leeg). modellen DVD-1000 en DVD-S700). Leeg Voorgeprogrammeerd Leeg met functies voor de bediening een Yamaha tuner. Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd Voorgeprogrammeerd als de DSP als de DSP als de DSP programmakeuzetoets. programmakeuzetoets. programmakeuzetoets. AFSTANDBEDIENING Opmerkingen • Op geheugenveld A kan geen nieuwe functie geprogrammeerd worden. Voor het opslaan van een nieuwe functie, deze op geheugenveld B of C opslaan. • Als onder een toets die een voorgeprogrammeerde functie heeft een nieuwe functie wordt geprogrammeerd, zal de voorgeprogrammeerde functie niet worden gewist maar buiten werking gesteld worden. Zodra de nieuw geprogrammeerde functie wordt gewist, zal de voorgeprogrammeerde functie weer worden hersteld. (Zie pagina 70 voor informatie betreffende het wissen van een geprogrammeerde functie.) Betreffende de verlichting van toetsen Wanneer u een ingangskeuzetoets indrukt, zal deze gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Wanneer een ingangskeuzetoets in de groep van een gekozen geheugenveld (A, B of C) wordt ingedrukt, zal het symbool van de toetsengroep (1–3) welke hetzelfde is als het symbool van de gekozen ingangskeuzetoets gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Voorbeelden: Lege toetsen (1, 2) Dit zijn lege toetsen. Onder elk van deze toetsen kan een nieuwe functie van een andere afstandbediening geprogrammeerd worden. Bijvoorbeeld, de TV toets is handig voor het opslaan van de functie van de aan/uit schakelaar van uw TV en de VCR toets kan gebruikt worden voor de aan/uit schakelaar van uw videorecorder. Licht op. TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO REC/PAUSE A/B TAPE/MD Betreffende de symbolen op de afstandbediening A CD Symbool Rood (dit geeft aan dat geheugenveld A is gekozen.) Betekenis TUNER Tape (Tapedeck, videorecorder, enz.) A STOP Disc (CD speler, LD speler, enz.) DIR VCR 1 B D SC B Radio golf (Tuner, TV/Satelliet tuner, enz.) Omgekeerd, wanneer een toets van de groep 1–3 wordt ingedrukt, zal het bijbehorende symbool en de ingangskeuzetoets met hetzelfde symbool in de groep van het gekozen geheugenveld gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Een ingangskeuzetoets en overige bedieningstoetsen die hetzelfde symbool hebben zullen werkzaam zijn voor dezelfde ingangsbron. Deze symbolen zijn ook van dienst bij het programmeren van nieuwe functies. Voorbeelden) • Geheugenveld B van de toetsen 1 is geschikt voor het opslaan van functies voor de bediening van uw videorecorder. • Geheugenveld B van de toetsen 3 is geschikt voor het opslaan van functies voor de bediening van uw TV/Satelliet tuner. Deze mogelijkheid kan u van dienst zijn als u functies voor de bediening van een ingangsbron onder een groep toetsen gaat opslaan waarvan het symbool oplicht wanneer de bijbehorende ingangskeuzetoets wordt ingedrukt. Opslaan van nieuwe functies Het wordt aanbevolen de nieuwe toetsfuncties die u geprogrammeerd heeft te noteren op de bijgeleverde gebruikersfunctie-stickers en deze op de achterkant van de afstandbediening of op de binnenkant van de kap van de afstandbediening te plakken. Reserve-geheugen Tijdens het vernieuwen van de batterijen zullen alle geprogrammeerde functies bewaard blijven. Als er echter gedurende enkele uren geen nieuwe batterijen geplaatst worden, zullen de geprogrammeerde functies worden gewist en zullen deze opnieuw geprogrammeerd moeten worden. B Nederlands A C REMOTE CONTROL TRANSMITTER 63 AFSTANDBEDIENING Gebruik van de bedieningsregeltoetsen (kap gesloten) Wanneer de kap van de afstandbediening gesloten wordt, kunt u via het gebruik van de OPERATION CONTROL toetsen de Yamaha componenten inclusief de geprogrammeerde functies gemakkelijk bedienen. TRANSMIT /LEARN TRANSMIT CLEAR REMOTE CONTROL TRANSMITTER LEARN MACRO CD TUNER VCR 1 DVD/LD TV/DBS Ingangskeuzetoesten REC/PAUSE TAPE/MD A/B TAPE/MD A CD 1 TUNER A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD TV/DBS 2 VCR 2 VCR 2 C (*1) 3 V-AUX PRESET A/B/C/D/E V-AUX HALL 1 1 EXT. DEC. EFFECT OPERATION CONTROL SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE OPERATION CONTROL toetsen PHONO JAZZ CLUB HALL 2 CHURCH 2 3 4 5 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 10 LEVEL PHONO ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MASTER VOLUME TV MUTE VCR VCR STANDBY STANDBY REMOTE CONTROL TRANSMITTER Kap is gesloten Wanneer de kap gesloten is, kunnen de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt worden in plaats van de toetsen genummerd 1, 2 of 3 in de illustratie boven. Voor het gebruik van deze toetsen is overschakeling van de A/B/C schakelaar niet nodig. De functies van de OPERATION CONTROL toetsen worden bepaald door de ingangskeuzetoets die werd ingedrukt voordat de OPERATION CONTROL toetsen gebruikt werden. Opmerking Of de kap geopend of gesloten is, de functies van de EFFECT, MASTER VOLUME, MUTE, TV en VCR toetsen blijven ongewijzigd. * Als de MACRO schakelaar op de zijkant van de afstandbediening op “OFF” gezet wordt, zullen de functies van de SYSTEM POWER ON en STANDBY toetsen ongewijzigd blijven ongeacht of de kap geopend of gesloten is. (*1): Deze toets is van oorsprong leeg. Als onder deze toets een geprogrammeerde functie wordt opgeslagen, zal door het indrukken van deze toets de geprogrammeerde functie ten uitvoer gebracht worden. 64 AFSTANDBEDIENING Voorbeelden van bedieningsprocedures met behulp van de OPERATION CONTROL toetsen Bediening van een Yamaha CD speler 1. Druk de “CD” ingangskeuzetoets in. 2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen voor de uitvoering van de functies in geheugenveld A van de toetsen 2.) OPERATION CONTROL Terug naar het voorgaande spoor Bediening van uw videorecorder 1. Druk de “VCR” ingangskeuzetoets in. 2. Gebruik de OPERATION CONTROL toetsen. (Deze zorgen voor de uitvoering van de functies in geheugenveld B van de toetsen 1. Dit geheugenveld is van oorsprong met geen functie voorgeprogrammeerd. U dient de functies die verband houden met de bediening van de videorecorder van te voren in geheugenveld B van de toetsen 1 op te slaan.) Weergave OPERATION CONTROL Vooruit naar het volgende spoor Weergave Terugspoelen Snelvooruitspoelen Pauze of stop Pauze of stop Zie onderstaande tabel voor een combinatie van een ingangskeuzetoets en toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd. (Zie ook de tabel op pagina 62.) Gekozen ingangskeuzetoets TAPE/MD CD Toetsfuncties die door de OPERATION CONTROL toetsen worden uitgevoerd Functies in geheugenveld A van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) Functies in geheugenveld A van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, en ) TUNER Functies in geheugenveld A van toetsen 3 VCR 1 Functies in geheugenveld B van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) DVD/LD Functies in geheugenveld B van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, TV/DBS Functies in geheugenveld B van toetsen 3 VCR 2 ) Functies in geheugenveld C van toetsen 1 (behalve REC/PAUSE, A/B, DIR A en B) Functies in geheugenveld C van toetsen 2 (behalve STOP, DISC, V-AUX en en ) Functies in geheugenveld C van toetsen 3 Het indrukken van de “PHONO” of “EXT.DEC.” ingangskeuzetoets heeft geen invloed op de OPERATION CONTROL toetsen. Betreffende de verlichting van toetsen Wanneer een ingangskeuzetoets wordt ingedrukt, zullen de ingedrukte toets en enkel de beschikbare OPERATION CONTROL toetsen (die in de plaats worden gebruikt van de toetsen waaronder de vooringestelde functies of geprogrammeerde functies zijn opgeslagen) gedurende ongeveer 3 seconden verlicht worden. Zo kunt u in een oogopslag zien welke toetsen er beschikbaar zijn. OPERATION CONTROL TUNER Nederlands Opmerkingen • Als een OPERATION CONTROL toets gebruikt wordt in plaats van een toets waaraan geen functie is toegewezen (leeg), wordt de opdracht niet uitgevoerd. Programmeer volgens uw eigen plan functies van andere afstandbedieningen in een leeg geheugenveld van deze toetsen. (Zie pagina 68 voor de methode van programmeren.) • Als u tijdens weergave van een audio/video component een ander component wilt gebruiken met behulp van de afstandbediening (bijvoorbeeld, als u een videoband op uw videorecorder wilt terugspoelen terwijl u naar een CD luistert), kunt u de kap van de afstandbediening openen en de A/B/C schakelaar en de bijbehorende toetsen gebruiken. (Als u bij gesloten kap een ingangskeuzetoets indrukt voor het veranderen van de functies van de OPERATION CONTROL toetsen naar de functies voor de bediening van een videorecorder, zal het ingangssignaal van de CD bron die op dat moment wordt afgespeeld geannuleerd worden.) Omgekeerd, wanneer een OPERATION CONTROL toets wordt ingedrukt, zullen alle beschikbare OPERATION CONTROL toetsen en de huidige gekozen ingangskeuzetoets oplichten. 65 AFSTANDBEDIENING Macro bediening (kap gesloten) Met de Macro voorziening is het mogelijk een serie bedieningsstappen uit te voeren door het indrukken van slechts één toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt weergeven, zou u normaal de apparatuur moeten inschakelen, de CD bron moeten kiezen en de weergavetoets moeten indrukken om de weergave te laten beginnen. Via het gebruik van de Macro voorziening is het mogelijk al deze functies te bedienen door eenvoudig de CD macrotoets in te drukken. De voorgeprogrammeerde macrotoetsen (de ingangskeuzetoetsen en de SYSTEM POWER ON/STANDBY toetsen met een oranje symbool er naast) zijn met macroprogramma’s voorgeprogrammeerd. Als u wilt, kunt u echter de inhoud van een macrotoets veranderen door er een serie gewenste functies onder op te slaan. U kunt in totaal zeven functies onder een macrotoets programmeren. (Zie pagina 69 voor het maken van een nieuwe macro.) Macro’s kunnen uitsluitend worden gebruikt wanneer de kap gesloten is en de MACRO schakelaar op “SLOW” of “QUICK” is ingesteld. (Als “OFF” is gekozen, kan er geen macro gebruikt worden, ook niet wanneer de kap gesloten is.) Instellen van de MACRO schakelaar OFF: In deze stand kan er geen macrotoets worden gebruikt, ook niet wanneer de kap van de afstandbediening gesloten is. QUICK: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 0,5 seconden worden verzonden. SLOW: Wanneer in deze stand een macrotoets wordt ingedrukt, zal elke opdracht met een interval van 3 seconden worden verzonden. Voorkeuze-macrotoetsen TRANSMIT /LEARN TRANSMIT CLEAR REMOTE CONTROL TRANSMITTER LEARN MACRO REC/PAUSE A/B TAPE/MD TAPE/MD A 1 CD CD TUNER TUNER VCR 1 A DIR VCR 1 B STOP B DISC DVD/LD DVD/LD 2 TV/DBS TV/DBS VCR 2 VCR 2 C PRESET A/B/C/D/E V-AUX V-AUX HALL 1 1 PHONO JAZZ CLUB 2 3 5 7 8 MOVIE MOVIE THEATER 1 THEATER 2 OPERATION CONTROL LIGHT 10 LEVEL PHONO 6 EXT. DEC. TV CONCERT VIDEO THEATER STADIUM EFFECT CHURCH ROCK ENTERCONCERT TAINMENT 4 EXT. DEC. HALL 2 11 9 / DTS SURROUND EFFECT ON/OFF 12 PARAMETER SLOW MUTE VCR STANDBY MACRO schakelaar MASTER VOLUME QUICK SYSTEM POWER ON TV OFF MACRO TEST SET MENU SLEEP ON SCREEN SYSTEM POWER ON MUTE VCR STANDBY REMOTE CONTROL TRANSMITTER 66 Kap is gesloten (Zet de MACRO schakelaar op “QUICK” of “SLOW”.) MASTER VOLUME TV AFSTANDBEDIENING Met de Macro voorziening is het mogelijk verschillende afstandbedieningsfuncties in een geprogrammeerde volgorde te bedienen door middel van het indrukken van één macrotoets. (Zie ook de tabel op pagina 62.) Functie van de toets (en geheugenveld) die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt. Macrotoets 1ste (Schakelt dit apparaat in) 2de (Kiest een ingangsbron) 3de (Start de weergave van een bron) TAPE/MD TAPE/MD “ ” in geheugenveld A van toetsen 1 CD CD “ ” in geheugenveld A van toetsen 2 TUNER TUNER VCR 1 VCR 1 “ ” in geheugenveld B van toetsen 1 DVD/LD “ ” in geheugenveld B van toetsen 2 DVD/LD SYSTEM POWER ON TV/DBS TV/DBS VCR 2 VCR 2 – – “ ” in geheugenveld C van toetsen 1 “ ” in geheugenveld C van toetsen 2 V-AUX V-AUX – PHONO PHONO – EXT. DEC. EXT. DEC. – Macrotoets Functie van de toets die geactiveerd wordt wanneer een macrotoets wordt ingedrukt. 1ste SYSTEM POWER ON Schakelt dit apparaat in. SYSTEM POWER ON 2de Voert de functie uit van de TV toets. 3de Voert de functie uit van de VCR toets. TV VCR Stelt dit apparaat in op de standby functie. – – STANDBY STANDBY • • Wanneer u eenmaal een macrotoets heeft ingedrukt, dient u de afstandbediening op de afstandbedieningsensor van het hoofdcomponent gericht te houden totdat de afstandbediening met het overzenden van alle opdrachtsignalen van de macrotoets gereed is. Tijdens het gebruik van de macrofuncties kunt u de OPERATION CONTROL toetsen eveneens gebruiken. Nederlands Opmerkingen • Een toets waaronder geen functie is opgeslagen zal geen opdracht uitvoeren. • Als zich het geval voordoet waarbij de tweede opdracht niet door dit apparaat wordt ontvangen omdat de interne bewerking van de eerste opdracht veel tijd in beslag neemt, de MACRO schakelaar in de stand “SLOW” zetten. • Wanneer u eenmaal een macrotoets op dit apparaat heeft ingedrukt, zal dit apparaat de opdracht van een andere toets (ook als deze wordt ingedrukt) niet accepteren, totdat dit apparaat met het uitvoeren van alle opdrachten van de macrotoets gereed is. Houd hiermee rekening vooral wanneer de MACRO schakelaar op “SLOW” ingesteld is. 67 AFSTANDBEDIENING Methoden van programmeren en wissen van functies m Programmeren van een nieuwe functie 1 Plaats deze afstandbediening en de andere afstandbediening zodanig dat deze recht tegenover elkaar liggen. 5 Houd de toets (op de andere afstandbediening) ingedrukt die over de functie beschikt die u wilt opslaan. Deze afstandbediening TV RTS O 1 AD AD 0 1 V U -A O H X P T ES O H X U -A O V N O T C FE F EF / O F ON N T C FE F EF / O F ON P 3 CO IS D 2 6 H M IU RC U CH 9 5 UB ST CL TE ZZ JA 8 ST 3 H RC U CH 9 CO IS 6 B D U CL K OC M 5 IU TV RTS O 4 SP ST 2 1 Andere afstandbediening Ongeveer 5–10 cm 2 TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO (Indrukken met de punt van een balpen of soortgelijk voorwerp, enz.) Knippert langzaam * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van de LEARN knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap. 3 Kies indien nodig het geheugenveld met behulp van de A/B/C schakelaar op het zijpaneel van de afstandbediening. Wanneer het programmeren voltooid is, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator uit. U kunt de toets loslaten. De indicator zal dan langzaam beginnen te knipperen. * Als een signaal niet met succes is ontvangen gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en wordt de modus die bestond vóór stap 4 hersteld. Herhaal vanaf stap 4. * Als de geheugencapaciteit uitgeput raakt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen om u te laten weten dat programmeren onmogelijk is en vervolgens zal de modus die ingesteld was voordat u met het programmeren van de nieuwe functies begon hersteld worden. 6 7 Herhaal de stappen 3 – 5 voor het opslaan van meer functies. Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de LEARN knop in. CLEAR 4 Druk de toets op deze afstandbediening in waaronder u een nieuwe functie wilt programmeren. Licht op. P 3 CO IS D 2 6 H M IU RC U CH 9 5 UB ST CL TE ZZ JA 8 ST 7 CK RO TV RTS O SP 4 1 AD 0 +1 X U -A V O T C FE F EF /OF ON N O H * Als een toets wordt ingedrukt waaronder geen andere functie geprogrammeerd kan worden, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Herhaal deze stap. * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van een toets, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. Begin opnieuw vanaf stap 2. 68 LEARN MACRO Opmerkingen ● Nieuw geprogrammeerde functies zullen in de plaats komen van eerder geprogrammeerde functies. ● Als er voor het programmeren van een functie geen voldoende ruimte meer in het geheugen beschikbaar is, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen. In dit geval is verdere programmering niet mogelijk, ook niet als bepaalde toetsen niet door functies van andere afstandbedieningen bezet zijn. ● Als u tijdens het programmeren de kap sluit en er vervolgens ongeveer 5 seconden verstrijken, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die bestond voordat u met het programmeren van de functies begon hersteld worden. Begin opnieuw vanaf stap 2. Als u echter de kap binnen 5 seconden weer opent, zal de modus die bestond vóór het sluiten van de kap hersteld worden. ● Er kunnen zich af en toe gevallen voordoen waarbij als gevolg van de signaalcodering en modulatie die door de andere afstandbediening wordt gebruikt, deze afstandbediening niet in staat is de signalen van de andere afstandbediening op te nemen. ● Wanneer u de LEARN, MACRO of CLEAR toets of de RESET toets binnen in het batterijvak met een scherp, puntig voorwerp indrukt, er op letten de toetsen niet te beschadigen. Als u een vulpotlood gebruikt, er op letten dat de stift niet naar buiten steekt. AFSTANDBEDIENING m Maken van een nieuwe macro Onder elke voorkeuze-macrotoets kan in plaats van de door de fabriek voorgeprogrammeerde functies een nieuwe macro worden geprogrammeerd. (Zie pagina 66 om te weten te komen welke toetsen voorkeuze-macrotoetsen zijn.) U kunt in totaal 13 nieuwe macrotoetsen programmeren. Onder een macrotoets kunnen in totaal zeven functies van andere toetsen geprogrammeerd worden. Opmerking Als u een doorlopende functie zoals verlaging van het volumeniveau opslaat, zal dit misschien niet goed werken wanneer dit als onderdeel van een macro wordt uitgevoerd. 1 4 TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO Knippert langzaam * Als er geen bediening plaatsvindt gedurende ongeveer 30 seconden na het indrukken van de MACRO knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u de MACRO knop indrukte hersteld worden. Druk de MACRO knop nogmaals in. 2 Druk een voorkeuze-macrotoets in waaronder u een nieuwe macro wilt programmeren. CD * Als er een andere toets dan een voorkeuze-macrotoets wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. Druk een toets in waarvan u de functie als de eerste functie van een nieuwe macro wilt opslaan. SYSTEM POWER ON * Als de zevende toetsfunctie is geprogrammeerd, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. (Dit geeft aan dat de toets gereed is met het opslaan van een serie functies als een macro.) U hoeft de volgende stap niet uit te voeren. 5 Druk wanneer u gereed bent met het programmeren de MACRO knop in. CLEAR LEARN MACRO TRANSMIT /LEARN Licht op. 3 Herhaal stap 3 voor het opslaan van de tweede, de derde en meer functies. U kunt in totaal zeven toetsfuncties in serie als een macro opslaan. TRANSMIT /LEARN * Als een toets wordt ingedrukt waarvan de functie niet als een opdracht van een macro opgeslagen kan worden, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Als dit gebeurt, deze stap herhalen. * Als er ongeveer 30 seconden verstrijken voordat een toets wordt ingedrukt, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de modus die was ingesteld voordat u begon met het programmeren van de functies hersteld worden. Als dit gebeurt, opnieuw beginnen vanaf stap 1. Nederlands Gaat uit. (Wanneer het programmeren voltooid is, licht deze indicator opnieuw op.) Opmerkingen • Als u bijvoorbeeld een functie waarvan de bediening een lange tijd in beslag neemt als eerste opdracht opslaat, voeg dan een opdracht die geen functie heeft toe tussen de eerste opdracht en de tweede opdracht, of herhaal de tweede opdracht nogmaals. • Als u de aan/uit overschakelfunctie van een TV, videorecorder, enz. wilt programmeren als onderdeel van een macroserie, er rekening mee houden dat de huidige stand naar de andere stand wordt overgeschakeld (“aan” naar “uit”, of “uit” naar “aan”). Wanneer u bijvoorbeeld de macrotoets indrukt terwijl de TV, videorecorder, enz. reeds is ingeschakeld, zal de betreffende apparatuur worden uitgeschakeld, alhoewel dit misschien niet uw bedoeling was. 69 AFSTANDBEDIENING m Wissen van geprogrammeerde functies Wissen van een geprogrammeerde functie 1 Druk voor het wissen van een geprogrammeerde functie de LEARN knop in met behulp van een balpen of soortgelijk voorwerp enz. Druk de MACRO knop in voor het wissen van de macro die u gemaakt heeft. Wissen van alle geprogrammeerde functies 1 Kies de soort toetsfuncties die u alle wilt wissen met behulp van de MACRO schakelaar op het zijpaneel van de afstandbediening. SLOW QUICK OFF MACRO of TRANSMIT /LEARN CLEAR LEARN MACRO Knippert langzaam. 2 Houd met behulp van een balpen of soortgelijk voorwerp, enz. de CLEAR knop ingedrukt. CLEAR LEARN OFF: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde functies behalve macro’s wilt wissen. QUICK: Kies deze stand als u alleen alle door u gemaakte macro’s wilt wissen. SLOW: Kies deze stand als u alle geprogrammeerde functies inclusief macro’s wilt wissen. 2 Druk met behulp van de een balpen of soortgelijk voorwerp, enz. de CLEAR knop in. TRANSMIT /LEARN MACRO CLEAR 3 Houd de CLEAR knop ingedrukt en houd de toets waarvan u de functie wilt wissen ingedrukt totdat de indicator 3 maal knippert. CD TRANSMIT /LEARN Knippert. Voor het achtereenvolgens wissen van twee of meerdere functies, de ingedrukte CLEAR knop niet loslaten en deze stap herhalen. Opmerking Als u de geprogrammeerde functie van een toets wist, zal de van fabriekswege voorgeprogrammeerde functie van deze toets hersteld worden. (behalve de toetsen die van oorsprong niet met een functie voorgeprogrammeerd waren.) LEARN MACRO Knippert langzaam. * Als een van de volgende stappen wordt uitgevoerd na het indrukken van de CLEAR knop, gaat de TRANSMIT/LEARN indicator snel knipperen en zal de huidige modus geannuleerd worden. Druk de CLEAR knop nogmaals in. • De MACRO schakelaar is in een andere stand gezet. • Er is een andere toets ingedrukt. • Er vindt gedurende ongeveer 30 seconden geen bediening plaats. 3 Houd de CLEAR knop nogmaals ingedrukt. Houd terwijl u de CLEAR knop ingedrukt houdt de MASTER VOLUME en toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat de indicator 7 maal gaat knipperen. TRANSMIT /LEARN MUTE Knippert. 70 STORINGZOEKEN Zie onderstaande tabel in het geval dit apparaat niet correct functioneert. Als het probleem dat u ondervindt niet in onderstaande tabel is opgenomen of als de onderstaande instrukties niet helpen, de stekker van het apparaat uit het stopcontact verwijderen en contact opnemen met uw officiële YAMAHA dealer of een reparatiedienst. Algemeen Probleem Het apparaat wordt niet ingeschakeld wanneer de STANDBY/ON schakelaar wordt ingedrukt of wordt spoedig na inschakeling plotseling op de standby functie ingesteld. Dit apparaat functioneert niet normaal. Geen geluid of geen beeld. Oorzaak Het netsnoer is niet aangesloten of is niet volledig ingestoken. De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op het achterpaneel is niet goed in een van beide standen gezet. Er is een invloed van een krachtige storing van buitenaf (bliksem, buitengewoon veel statische elektriciteit, enz.) of een verkeerde bediening van dit apparaat. Verkeerde aansluiting van de uitgangssignaalkabels. De juiste ingangsbron is niet gekozen. Geen beeld Het geluid valt plotseling weg. Er komt geen geluid uit een van de luidsprekers. Geen geluid uit de effect-luidsprekers. Geen geluid uit de voorste effectluidsprekers. Geen geluid uit de middenluidsprekers. De SLEEP timer is in werking getreden. De BALANCE regelaar is verkeerd afgesteld. De kabels zijn verkeerd aangesloten. De EFFECT toets staat uit. Een Dolby Surround (of DTS) decoderingsprogramma wordt gebruikt met materiaal dat niet met Dolby Surround (of DTS) gecodeerd is. De functie “1E. SYS. SETUP” in de SET MENU modus is op de stand “5ch” ingesteld. PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/ Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal van het DSP programma Nr. 12 is gekozen. De functie “1A. CENTER SP” in de SET MENU modus is op de stand “NONE” ingesteld. Een van de DSP programma’s Nr. 1 tot Nr. 7 is gekozen. Wanneer het ingangssignaal van de bron 2-kanaal stereo is (analog/PCM). De ingangssignalen van een bron welke gecodeerd is met de Dolby Digital of het DTS hebben geen middenkanaalsignalen. De functie “1D. LFE/BASS OUT” in de SET MENU modus is ingesteld op SW of BOTH, alhoewel uw systeem geen subwoofer omvat. De keuze van de uitgangsmodus voor elk kanaal (MAIN, CENTER of REAR) is onjuist. Zet de schakelaar goed in een van beide standen wanneer het apparaat zich in de standby functie bevindt. Schakel dit apparaat in de standby functie en verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Na ongeveer 30 seconden de stekker weer in het stopcontact steken, dit apparaat weer inschakelen en opnieuw proberen te bedienen. Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Kies de juiste ingangsbron met behulp van de INPUT SELECTOR of de EXT. DECODER toets. Maak de aansluitingen goed vast. Speel een bron af die door dit apparaat kan worden weergegeven. Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit apparaat aan op de S video ingang van de TV. Stel dit apparaat in op de standby functie en schakel het vervolgens weer in om het beveiligingscircuit terug te stellen. De SLEEP timer uitschakelen. Stel de regelaar in de juiste stand af. Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Druk de EFFECT toets in om deze in te schakelen. Gebruik een ander geluidsveldprogramma. Op “7ch” zetten. Kies een ander programma (of subprogramma). Kies de juiste positie. Kies een ander programma. Nederlands Slechte lage tonen weergave. De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed vast. Andere digitale signalen dan PCM audio en de Dolby Digital (of het DTS) gecodeerde signalen welke dit apparaat niet kan reproduceren worden door het afspelen van een CD-ROM, enz. in dit apparaat ingevoerd. Er is geen S video aansluiting verbinding tussen dit apparaat en de TV, alhoewel S videosignalen naar dit apparaat worden gezonden. Het beveiligingscircuit werd in werking gesteld als gevolg van kortsluiting, enz. Maatregelen Sluit het netsnoer stevig aan. Zie de instructies voor de bron die op dat moment wordt weergegeven. Kies de MAIN positie. Zorg er voor dat de keuze van de uitgangsmodus geschikt is voor uw luidsprekersysteem. 71 STORINGZOEKEN Probleem Het geluid “bromt”. Het volumeniveau is laag tijden shet afspelen van een grammofoonplaat. Het volumeniveau kan niet worden verhoogd, of het geluid is vervormd. DSP parameters en bepaalde overige instellingen op deze apparatuur kunnen niet veranderd worden. “INPUT DATA ERR” verschijnt op de display en er wordt geen geluid weergegeven. Het geluidsveld kan niet worden opgenomen. Het apparaat functioneert niet goed. Een bron kan niet worden opgenomen op een tapedeck of videorecorder die aangesloten is op deze apparatuur. Storing van een TV of tuner in de directe nabijheid. Degradatie van het geluid treedt op tijdens het meeluisteren met behulp van de hoofdtelefoon die is aangesloten op de compact disc speler of het tapedeck welke is aangesloten op dit apparaat. Oorzaak De kabels zijn verkeerd aangesloten. Geen verbinding van de platenspeler naar de GND aansluiting. De grammofoonplaat wordt afgespeeld op een platenspeler met een MC element. Het component dat aangesloten is op de TAPE/MD OUT aansluitingen van dit apparaat is uitgeschakeld. De functie “6. MEMORY GUARD” in de SET MENU modus staat op “ON”. Er wordt een niet-gestandaardiseerde bron weergegeven of het apparaat dat de bron weergeeft functioneert niet goed. Het is niet mogelijk het geluidsveld op te nemen op een tapedeck dat aangesloten is op de TAPE/MD OUT aansluitingen van deze apparatuur. De interne microcomputer is buiten werking geraakt door een elektrische schok van buitenaf (blikseminslag, hoge mate van statische elektriciteit, enz.) of door een stroomtoevoer met lage spanning. De bronapparatuur is enkel tussen digitale aansluitingen aangesloten op deze apparatuur. Deze apparatuur bevindt zich te dicht bij de storing veroorzakende apparaten. Dit apparaat is op de standby functie ingesteld. Maatregelen Sluit de audiostekkers stevig aan. Indien het probleem blijft voortbestaan, zijn de kabels mogelijk defect. Maak de GND verbinding tussen de platenspeler en dit apparaat. De platenspeler dient aangesloten te worden op dit apparaat via de MC hoofversteker. Schakel de stroom toevoer naar het component in. Op “OFF” zetten. Controleer de bron of schakel het apparaat dat de bron weergeeft uit en schakel het vervolgens weer in. Trek de stekker uit het stopcontact en steek de stekker na ongeveer 1 minuut weer in. Breng verdere aansluiting tot stand tussen de analoge aansluitingen. Plaats deze apparatuur verder van de storing veroorzakende apparaten vandaan. Schakel de stroomtoevoer naar deze apparatuur in. Afstandbediening Probleem De afstandbediening werkt niet. De afstandbediening werkt niet goed. Programmering kan niet met succes plaatsvinden. (De TRANSMIT/LEARN indicator licht niet op of knippert niet.) Doorlopend werkende functies zoals volume worden geprogrammeerd, maar werken slechts voor een kort moment alvorens te stoppen. 72 Oorzaak Maatregelen De batterijen van deze afstandbediening zijn zwak. Vervang de batterijen door nieuwe en druk de RESET knop op de afstandbediening in. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. Verkeerde afstand of hoek. De afstandbediening zal functioneren tot een maximum afstand van 6 meter en tot een hoek van niet meer dan 30° ten opzichte van het voorpaneel. De afstandbediening-sensor van het hoofdcomponent wordt belicht door direct invallend zonlicht of een andere lichtbron (fluorescerende lamp of neonlamp, enz.). Verander de opstelling van het hoofdcomponent. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. De batterijen van deze afstandbediening en/of de andere afstandbediening zijn zwak. Vervang de batterijen (en druk de RESET knop voor deze afstandbediening in). De afstand tussen de beide afstandbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandbedieningen op juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandbediening is niet uitwisselbaar met deze afstandbediening. Programmeren is niet mogelijk. De geheugencapaciteit is vol. Verdere programmering is niet mogelijk zonder het wissen van niet noodzakelijke opdrachten. De interne microcomputer “valt stil”. Druk de RESET knop op de afstandbediening in. Het programmeringsproces is niet voltooid. Zorg er voor de functietoets op de andere afstandbediening ingedrukt te houden totdat de TRANSMIT/LEARN indicator langzaam begint te knipperen. STORINGZOEKEN Bij het weergeven van een bron die gecodeerd is met DTS: Oorzaak Maatregelen De afspeelapparatuur die de bron weergeeft is niet aangesloten op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat. De afspeelapparatuur die de bron weergeeft moet worden aangesloten op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat naast de verbindingen met de analoge audiosignaalaansluitingen. De “ANALOG” ingangsfunctie is gekozen op dit apparaat. Kies een juiste ingangsfunctie op dit apparaat zodat de DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd wordt ingeschakeld. Een percussiegeluid is hoorbaar wanneer u een bron die gecodeerd is met DTS begint weer te geven. Als de “AUTO” ingangsfunctie is gekozen, is het mogelijk dat, afhankelijk van bepaalde bronnen, er zich gevallen voordoen waarbij er storende geluiden hoorbaar zijn terwijl dit apparaat het formaat van het ingangssignaal identificeert. Stel de ingangsfunctie van de huidige gekozen ingangsbron in op “DTS”. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een bron weergeeft die gecodeerd is met DTS, alhoewel de “AUTO” of “DTS” ingangsfunctie op dit apparaat is gekozen. De DTS decoder die in dit apparaat is ingebouwd functioneert niet omdat de afspeelapparatuur een digitale volumeregelaar heeft en deze in een andere stand dan “maximum”, “neutraal”, of “ineffectief” is gezet. Stel de digitale volumeregelaar van de afspeelapparatuur in op de stand “maximum”, “neutraal”, of “ineffectief”. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een MD weergeeft waarop u een bron heeft opgenomen die met DTS gecodeerd is. Een bron die gecodeerd is met DTS kan niet op een MD worden opgenomen. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een DAT weergeeft waarop u een bron heeft opgenomen die met DTS gecodeerd is. Afhankelijk van het DAT deck kan een bron die gecodeerd is met DTS niet op een DAT worden opgenomen. Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een bron weergeeft (CD enz.) alhoewel de huidige gekozen ingangsmodus “AUTO” is. In de “AUTO” modus kan de DTSdecodeermodus niet automatisch in de normale (PCM) digitale signaalingangsmodus veranderd worden. Probleem Er is een luid sissend geluid hoorbaar wanneer u een bron weergeeft die gecodeerd is met DTS. Druk de INPUT MODE toets op het voorpaneel in of de ingangskeuzetoets (voor de huidige gekozen bron) op de afstandbediening in zodat “PCM” op de display verschijnt. Opmerkingen • Voor het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS is het gebruik van een DTS decoder noodzakelijk, zodat de afspeelapparatuur welke een bron weergeeft aangesloten moet worden op een digitale audiosignaalingang van dit apparaat, op de manier zoals beschreven in deze handleiding. Als deze verbinding niet wordt gemaakt of enkel een D-naar-A omzetter wordt gebruikt zonder het gebruik van een DTS decoder, zal er wanneer u een bron weergeeft enkel een luid sissend geluid hoorbaar worden. • Als u tijdens het weergeven van een bron die gecodeerd is met het DTS gebruik maakt van een zoekfunctie (of verspringfunctie, enz.), zal de “dts” indicator van de display verdwijnen. Dit gebeurt omdat dit apparaat automatisch van de DTS-decodeermodus overgaat naar de standaard (PCM) digitale signaalingangsmodus om te voorkomen dat er storingsgeluiden voortgebracht worden. • Een bron die gecodeerd is met het DTS kan niet worden opgenomen op analoge audio- en videobanden, en ook kunnen analoge banden die opgenomen zijn met een bron de gecodeerd is met het DTS niet weergegeven worden. Hetzelfde resultaat wordt verkregen voor MD’s en DAT’s (afhankelijk van het DAT deck dat voor opname en/of weergave gebruikt wordt). Nederlands 73 SPECIFICATIES AUDIO GEDEELTE Minimum RMS uitgangsvermogen per Kanaal (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm) ......................................... 100W+100W CENTER (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm) .................................................... 100W REAR L/R (20 Hz tot 20 kHz, 0,02% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm) ..........................................100W+100W FRONT L/R (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm) .............................................25W+25W Maximaal Vermogen [Alleen modellen voor China en Algemene modellen] 1 kHz, 10% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) MAIN L/R ..........................................................135W+135W CENTER.......................................................................135W REAR L/R .........................................................135W+135W FRONT L/R...........................................................35W+35W Dynamische Vermogen per Kanaal (IHF Meetmethode voor Vrij Dynamisch Bereik) [Alleen modellen voor China en Algemene modellen] MAIN L/R (8 ohm/6 ohm/4 ohm/2 ohm) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ....................................................... 140W/170W/220W/320W Vrij Dynamisch Bereik [Alleen modellen voor China en Algemene modellen] MAIN L/R (8 ohm) ........................................................ 1,46 dB DIN Standaard Uitgangsvermogen per Kanaal [Alleen modellen voor Europa en Groot-Brittannië] MAIN L/R (1 kHz, 0,7% Totale Harmonische Vervorming, 4 ohm) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......... 160W IEC Vermogen [Alleen modellen voor Europa en GrootBrittanië] MAIN L/R (1 kHz, 0,015% Totale Harmonische Vervorming, 8 ohm) (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ........... 115W Vermogensbandbreedte (20 Hz tot 20 kHz) 8 ohm, 50W, 0,08% Totale Harmonische Vervorming (Wanneer beide kanalen worden aangedreven) ......................................................................10 Hz tot 50 kHz Dempingsfactor MAIN L/R (20 Hz tot 20 kHz, 8 ohm) ................... 200 of meer Ingangsgevoeligheid/Impedantie (100W/8 ohm) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/VIDEO AUX ................................... 150 mV/47 k-ohm PHONO MM .................................................2,5 mV/47 k-ohm MAIN IN ...............................................................1V/47 k-ohm 74 Maximum Ingangssignaalniveau (1 kHz, 0,05% Totale Harmonische Vervorming) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX (EFFECT ON).................................................................. 2,3V PHONO MM .............................................................. 110 mV Uitgangsniveau/Impedantie REC OUT................................................... 150 mV/1,0 k-ohm PRE OUT MAIN, CENTER, REAR, FRONT ................ 1,0V/1,5 k-ohm SUBWOOFER (MAIN SP: SMALL) (EFFECT OFF) ...................................................................... 4,0V/1,5 k-ohm Maximum uitgangsspanning (20 Hz tot 20 kHz, 1% Totale Harmonische Vervorming) PRE OUT (MAIN L/R) ........................................... 3V of meer Nominaal Uitgangsvermogen/Impedantie van Hoofdtelefoon-ingang Uitgangsniveau (CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX Ingangsvermogen: 1 kHz, 150 mV, RL=8 ohm) .......................................... 0,5V Impedantie ............................................................... 440 ohm Frekwentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX naar MAIN L/R SP OUT .......................................... 0±0,5 dB RIAA Balans Afwijking (20 Hz tot 20 kHz) PHONO MM ..............................................................0±0,5 dB Totale Harmonische Vervorming (20 Hz tot 20 kHz) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX naar PRE OUT (MAIN L/R), 1V .................. 0,005% of minder CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX naar SP OUT (MAIN L/R), 50W/8 ohm ................................................................... 0,015% of minder PHONO MM naar REC OUT, 3V ................ 0,01% of minder MAIN IN naar SP OUT (MAIN L/R, CENTER), 50W/8 ohm .................................................................. 0,008% of minder Signaal/Ruis Verhouding (IHF-A Netwerk) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1 /VCR 2/VIDEO AUX (Ingangssignaal kortgesloten) (EFFECT OFF) ................................................ 96 dB of meer PHONO MM (Ingangssignaal kortgesloten 5 mV) (EFFECT OFF) [Alleen modellen voor Groot-Brittannië, China en Algemen]......................................... 86 dB of meer [Modellen voor Europa] ..................................82 dB of meer Reststoring (IHF-A Netwerk) MAIN L/R SP OUT ...................................... 170 µV of minder Kanaalscheiding (Vol. –30 dB) CD/TAPEzMD/DVDzLD/TVzDBS/VCR 1/VCR 2/VIDEO AUX Kortgesloten 5,1 k-ohm Begrensd (EFFECT OFF) 1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/45 dB of meer PHONO MM Ingangssignaal kortgesloten (EFFECT OFF) 1 kHz/10 kHz ...................................... 60 dB/55 dB of meer SPECIFICATIES Karakteristieken van Klankregeling BASS Versterking/afsluiting ................................... ±10 dB (50 Hz) Omzetfrekwentie ...................................................... 350 Hz TREBLE Versterking/afsluiting ................................. ±10 dB (20 kHz) Omzetfrekwentie ...................................................... 3,5 kHz ALGEMEEN Lage Tonen Uitbreiding (MAIN L/R) ................... +6 dB (50 Hz) Stroomverbruik .................................................................480W Filterkarakteristieken MAIN L/R, CENTER, REAR L/R (MAIN, CENTER, REAR SP: SMALL) (H.P.F.) ..............................................................fc = 90 Hz, 12 dB/oct. SUBWOOFER (L.P.F.) ..........................fc = 90 Hz, 18 dB/oct. Maximaal Stroomverbruik [Alleen Algemeen modellen] ..........................................................................................770W Spoorafwijking van Versterking (0 tot –60 dB) (MAIN L/R) ..................................3 dB of minder Audio-demping ................................................................. –∞ VIDEO-GEDEELTE Video-signaaltype [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .................... PAL [Algemene modellen en modellen voor China] ......NTSC/PAL Video-signaalniveau ......................................... 1 Vp-p/75 ohm S-Video-signaalniveau Y ..................................................................... 1 Vp-p/75 ohm C .............................................................. 0,286 Vp-p/75 ohm Maximum ingangsniveau ................................1,5 Vp-p of meer Signaal/ruis verhouding .................................... 50 dB of meer Monitor-uit frekwentierespons ............. 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB Spanningsvereisten [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .......................................................230V, 50 Hz wisselstroom [Algemene modellen en modellen voor China] .............................110/120/220/240V, 50/60 Hz wisselstroom Netspanningsuitgangen (AC OUTLETS) 3 geschakelde netspanningsaansluitingen [Modellen voor Europa, China, en Algemene modellen] ................................................. Max. totaal vermogen 100W 1 geschakelde netspanningsaansluiting [Modellen voor Groot-Brittannië] ................................................... Max. totaal vermogen 100W Afmetingen (L x H x B) [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] ............................................................... 435 x 171 x 470 mm [Modellen voor China en Algemene modellen (zonder zijpanelen)]................................ 435 x 171 x 470 mm [Modellen voor China en Algemene modellen (met zijpanelen)].................................. 473 x 171,5 x 470 mm Gewicht [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] ............. 19,5 kg [Modellen voor China en Algemene modellen (zonder zijpanelen)] .................................................. 19,5 kg [Modellen voor China en Algemene modellen (met zijpanelen)] ....................................................... 21,0 kg Toebehoren ....................................................Afstandbediening Batterijen Gebruikersfunctie-stickers AM Lusantenne FM Binnenantenne * Alle specificaties zijn onder voorbehoud en kunnen zondere nadere kennisgeving worden gewijzigd. Nederlands 75
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534

Yamaha DSP-A2 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding