Stroomvoorziening
Wilt u de batterijen sparen, gebruik dan zo
vaak als u kunt de netvoeding. Let erop dat u
het netsnoer uit het apparaat en het stopcon-
tact haalt voor u de batterijen in het apparaat
plaatst.
Batterijen (niet bijgeleverd)
1 Open het batterijvak en plaats er zes batteri-
jen in, type R-20, UM-1 of D-cells, (bij
voorkeur alkaline), met de "+" en "–" polen op
dezelfde manier als aangegeven binnenin het
batterijvak.
2 Controleer of de batterijen correct en stevig
op hun plaats zitten en plaats het klepje van
het batterijvak terug. U kunt het apparaat nu
gebruiken.
Batterijen bevatten chemicaliën en
moeten daarom op de juiste manier
ingeleverd worden.
• Door verkeerd gebruik kunnen batterijen
gaan lekken waardoor roest ontstaat in het
batterijvak of waardoor de batterijen kunnen
openbarsten. Daarom:
• Gebruik geen verschillende types batterijen
door elkaar, bijvoorbeeld alkaline met zink-
koolstof. Gebruik voor het apparaat enkel
batterijen van hetzelfde type.
• Als u de batterijen vervangt, gebruik dangeen
oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Verwijder de batterijen als u het apparaat lan-
gere tijd niet zult gebruiken.
Afstandsbediening (Zie 2)
Belangrijk!
• Alvorens de afstandsbediening te
gebruiken verwijdert U de plastieken
isolatielip zoals aangetoond in illustratie
2.
• Indien de afstandsbediening niet naar
behoren werkt of indien het werkbereik
vermindert, vervang dan de batterij met
een nieuwe (CR2025).
1 Trek de batterijlade naar buiten zoals in
afbeelding 2 wordt weergegeven.
2 Plaats een nieuwe batterij met de polen aan
de juiste zijde en plaats de batterijlade terug
in de oorspronkelijke positie.
• Door verkeerd gebruik kunnen batterijen
gaan lekken waardoor roest ontstaat in het
batterijvak of waardoor de batterijen kunnen
openbarsten.
•Verwijder de batterijen als u het apparaat lan-
gere tijd niet zult gebruiken.
• Batterijen bevatten chemicaliën en
moeten daarom op de juiste manier
ingeleverd worden.
Gebruiken van de netvoeding
WAARSCHUWING: controleer steeds of
het apparaat is uitgeschakeld voordat u
de stroombron wijzigt of de stroomtoevo-
er afsluit.
1 Controleer of de netspanning op het
typeplaatje op de onderkant van het
apparaat overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. Is dit niet het geval, neem dan
contact op met uw leverancier of serviceor-
ganisatie.
2 Verbind het netsnoer met de ingang AC ~
MAINS en het stopcontact. Steek de
stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
3 Trek de stekker uit het stopcontact als u de
netv oeding helemaal uit wilt schakelen.
4 Installeer het apparaat in de buurt van een
stopcontact en op een plaats waar u
gemakkelijk bij de stekker kunt.
• Haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact om het apparaat te beschermen
tijdens hevig onweer. Als u alleen aan het ene
uiteinde van het NETSNOER aan de achterzi-
jde van het apparaat trekt, is het netsnoer
mogelijk niet vrij van stroom. Kinderen kun-
nen in dit geval ernstig lichamelijk letsel
oplopen.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
onderzijde van het apparaat.
Stroomvoorziening