Documenttranscriptie
Kühl- und Gefrierkombination
Réfrigérateur / Congélateur combiné
Combinazione frigorifero / congelatore
Koel-/diepvriescombinatie
Frigorífico / congelador
KGN..
de
fr
it
nl
es
Gebrauchsanleitung
Mode d’emploi
Istruzioni per I´uso
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de uso
it
Indice
Avvertenze di sicurezza e
potenziale pericolo ..............................
Avvertenze per lo smaltimento ..........
Dotazione ...............................................
Luogo d’installazione ...........................
Osservare la temperatura
ambiente e la ventilazione ..................
Collegare l’apparecchio .....................
Conoscere l’apparecchio ...................
Accensione dell’apparecchio ............
Regolare la temperatura .....................
Funzioni speciali ...................................
Funzione di allarme .............................
Home Connect .....................................
Capacità utile totale .............................
Il frigorifero ............................................
Super-raffreddamento .........................
nl
60
63
64
64
65
65
66
67
68
68
69
70
75
76
77
Congelatore ..........................................
Max. capacità di congelamento ........
Congelare e conservare .....................
Congelamento di alimenti freschi .....
Super-congelamento ...........................
Decongelare surgelati .........................
Dotazione ..............................................
Adesivo «OK» .......................................
Spegnimento dell’apparecchio .........
Pulizia dell’apparecchio ......................
Illuminazione (LED) ..............................
Risparmiare energia ............................
Rumori di funzionamento ...................
Eliminare piccoli guasti .......................
Autotest dell’apparecchio ..................
Servizio di assistenza clienti ..............
78
78
78
79
80
80
80
81
82
82
83
83
84
84
86
86
Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen ............................. 87
Aanwijzingen over de afvoer .............. 90
Omvang van de levering .................... 90
De juiste plaats ..................................... 91
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 91
Apparaat aansluiten ............................ 92
Kennismaking met het apparaat ....... 92
Apparaat inschakelen ......................... 94
Instellen van de temperatuur ............. 94
Speciale functies .................................. 94
Alarm function ...................................... 96
Home Connect ..................................... 96
Netto-inhoud ....................................... 101
De koelruimte .................................... 102
Superkoelen ....................................... 103
Diepvriesruimte .................................
Maximale invriescapaciteit ..............
Invriezen en opslaan ........................
Verse levensmiddelen invriezen ....
Supervriezen ......................................
Ontdooien van diepvrieswaren ......
Uitvoering ...........................................
Sticker "OK" .......................................
Apparaat uitschakelen .....................
Schoonmaken van het apparaat ...
Verlichting (LED) ...............................
Energie besparen .............................
Bedrijfsgeluiden ................................
Kleine storingen zelf verhelpen ......
Zelftest apparaat ...............................
Klantenservice ...................................
104
104
104
105
106
106
106
107
108
108
109
109
110
110
112
112
nl
nlInhoudnlGebruiksa nwijzng
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing
en het installatievoorschrift
nauwkeurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud
van het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als
de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet
in acht worden genomen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het montagevoorschrift voor
later gebruik of voor een
eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het
milieuvriendelijke maar
brandbare koelmiddel R600a.
Let erop dat de leidingen van
het koelcircuit bij het transport
of de installatie niet beschadigd
worden. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of
zich ontsteken.
Bij beschadiging
■ Open vuur of andere
ontstekingsbronnen uit
de buurt van het apparaat
houden;
■ Ruimte gedurende een paar
minuten goed luchten;
■ Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het
stopcontact trekken;
■ Contact opnemen met
de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het
apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij
een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht
ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het
vertrek minstens 1 m³ groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel
in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat.
Als de aansluitkabel van het
apparaat beschadigd raakt,
moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Onvakkundige installatie en
reparaties kunnen groot gevaar
opleveren voor de bezitter.
87
nl
Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door de
fabrikant, de klantenservice of
een andere gekwalificeerde
persoon.
Er mogen alleen originele
onderdelen van de fabrikant
gebruikt worden. Alleen bij deze
onderdelen garandeert de
fabrikant dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor
de aansluitkabel mag uitsluitend
via de klantenservice worden
aangeschaft.
■
■
■
Bij het gebruik
■
■
■
Nooit elektrische apparaten in
het apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten,
elektrische ijsmaker etc.).
Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom
kan in de elektrische
onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen om een
laag ijs of rijp te verwijderen.
U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen.
Koelmiddel dat naar buiten
spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
88
■
■
■
■
Geen producten met
brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het
apparaat opslaan.
Explosiegevaar!
Plint, uittrekbare manden of
laden, deuren etc. niet als
opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Om te ontdooien of schoon
te maken: stekker uit
het stopcontact trekken resp.
de zekering uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de
stekker trekken, nooit aan
de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand
bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en
deurdichtingen. Ze kunnen
poreus worden.
De be- en
ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Vermijd langdurig contact van
uw handen met de
diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
nl
■
■
■
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/
personen met lichamelijke,
geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals
personen die onvoldoende
kennis hebben over de veilige
bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en
kwetsbare personen begrijpen
wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon
moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare
personen bij het apparaat of
hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Flessen en blikjes met
vloeistoffen – vooral
koolzuurhoudende dranken –
niet in de diepvriesruimte
opslaan. Flessen en potten
kunnen barsten!
Diepvrieswaren nadat u ze uit
de diepvriesruimte hebt
gehaald, nooit onmiddellijk in
de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
■
■
■
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen
en folie!
Het apparaat is geen
speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van
kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen
van levensmiddelen,
■ voor het bereiden van ijs.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord
volgens EU richtlijn 2004/108/
EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor
elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Dit apparaat is bestemd voor
gebruik tot op hoogten van
maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
■
89
nl
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier
of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe
u uw oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal van het nieuwe
apparaat kunt (laten) afvoeren voor een
milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
90
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
en in de isolatie gas. Die zorgvuldig
moeten worden afgevoerd. Met het oog
op een doelmatige en milieuvriendelijke
afvoer mogen de leidingen van het
koelcircuit tot het moment van transport
niet beschadigd worden.
Omvang van
de levering
Controleer na het uitpakken alle
onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
■ Vrijstaand apparaat
■ Uitrusting (modelafhankelijk)
■ Zakje met montagemateriaal
■ Gebruiksaanwijzing
■ Montagevoorschrift
■ Klantenserviceboekje
■ Garantiebijlage
■ Informatie over energieverbruik en
geluiden
nl
De juiste plaats
Elke droge, goed te ventileren ruimte
is geschikt. Het apparaat niet in de zon
of naast een fornuis,
verwarmingsradiator of een andere
warmte bron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden
tot de warmtebron in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen
3 cm.
■ Naast een CV-installatie 30 cm.
De vloer op de plaats van opstelling mag
niet meegeven, vloer eventueel
verstevigen. Eventuele oneffenheden
in de vloer opheffen door er iets onder te
leggen.
■
Afstand tot de wand
Het apparaat zodanig opstellen dat de
deur 90° kan worden geopend.
Let op de
omgevingstemperatuur
en de beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. ..
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Toelaatbare
omgevingstemperatuur
+10 °C tot 32 °C
+16 °C tot 32 °C
+16 °C tot 38 °C
+16 °C tot 43 °C
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. "
De lucht aan de achterwand en aan
de zijwanden van het apparaat wordt
verwamd. De verwarmde lucht moet
ongehinderd afgevoerd kunnen worden.
Anders moet de koelmachine meer
presteren waardoor het energieverbruik
toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
91
nl
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat”).
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Het apparaat
aansluiten op een volgens
de voorschriften geïnstalleerd 220–
240 V/50 Hz wisselstroomstopcontact
met aardleiding. Het stopcontact moet
zijn beveiligd met een zekering van 10 A
tot 16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het typeplaatje
controleren of de aansluitspanning
en de stroomsoort overeenkomen met
de waarden van uw elektriciteitsnet.
U vindt deze gegevens
op het typeplaatje. Afb. .
92
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen
netvoedingsinverters en sinusinverters
worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche
installaties die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen
(bijv. op schepen of in berghutten) die
geen rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet hebben, moet
een sinusinverter worden gebruikt.
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
nl
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
A
B
Koelruimte
Diepvriesruimte
1–15
16*
17
18
19
20*
21*
22
23
Bedieningselementen
Boter en kaasvak
Voorraadvak voor kleine flesjes
Vak voor grote flessen
Verlichting (LED)
Flessenrek
Ontbijtset
Verskoelvak
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Diepvrieslade
24*
7
8
9
10
11
Bedieningselementen
2
3
4
5
6
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
Indicatie – ALARM –
Wordt gemarkeerd als het te
warm is in het vriescompartiment.
Indicatie superfreeze
Wordt gemarkeerd wanneer het
supervriezen actief is.
Indicatie freshness mode
Wordt gemarkeerd wanneer de
vers-modus is ingeschakeld.
Indicatie eco mode
Wordt geaccentueerd wanneer de
eco-modus ingeschakeld is.
Indicatie – ALARM –
Wordt gemarkeerd als het te
warm is in het koelcompartiment.
uitschakelen van het
alarmsignaal (zie het hoofdstuk
Alarmfunctie)
■ in- en uitschakelen van de
toetsblokkering.
Insteltoetsen +/De toetsen dienen voor het
instellen van de temperaturen in
de koel- en diepvriesruimte.
°C-toets voor de
compartimentkeuze
Dient voor het selecteren van een
compartiment. Dat is noodzakelijk
om de temperatuur van dit
compartiment te wijzigen of om
bepaalde functies in te schakelen.
Super-toets
Wordt gebruikt om de functies
supercool (koelcompartiment) en
superfreeze (vriescompartiment)
in te schakelen.
Toets mode
Om speciale functies te kiezen.
■
Afb. $
1
Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers komen overeen met de
ingestelde temperaturen in de
koelruimte in °C.
Indicatie supercool
Wordt gemarkeerd wanneer het
superkoelen actief is.
Indicatie vacation mode
Wordt gemarkeerd wanneer de
vakantie-modus is ingeschakeld.
Functie toetsenblokkering
„lock”
Wanneer deze functie
is ingeschakeld, is instellen met
de bedieningselementen niet
mogelijk.
Toets lock/alarm off
De toets dient voor het
12
13
14
15
93
nl
Apparaat inschakelen
1. Steek eerst de stekker in de
aansluiting aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de stekker
goed is aangesloten.
2. Steek dan het andere uiteinde van de
kabel in het stopcontact.
Het apparaat is nu ingeschakeld en er
klinkt een alarmsignaal.
Om het alarmsignaal uit te schakelen,
drukt u de lock/alarm off-toets in.
De indicatie – ALARM – verdwijnt zodra
het apparaat de ingestelde temperatuur
heeft bereikt.
De vooraf ingestelde temperaturen
worden na enkele uren bereikt. Vóór die
tijd geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
■
■
Diepvriesruimte: -18 °C
Koelruimte: +4 °C
Opmerkingen bij/voor het
gebruik
■
■
■
■
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Als de deur na het sluiten niet direct
weer geopend kan worden, dient u
even te wachten tot de ontstane
onderdruk is opgeheven.
De voorzijden en zijwanden van de
behuizing worden deels licht
verwarmd.Dit voorkomt vorming van
condenswater.
94
Instellen van
de temperatuur
Afb. $
Koelcompartiment
De temperatuur is instelbaar van +2 °C
tot +8 °C.
1. Selecteer het koelcompartiment met
de °C-toets.
2. Druk de toetsen +/- in tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Vriescompartiment
De temperatuur is instelbaar van -16 °C
tot -24 °C.
1. Selecteer het vriescompartiment met
de °C-toets.
2. Druk de toetsen +/- net zo vaak in tot
de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Speciale functies
Afb. $
Vers-modus
Met de vers-modus blijven
levensmiddelen nog langer houdbaar.
Inschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets tot
de indicatie freshness mode verschijnt.
Het apparaat stelt automatisch de
volgende temperaturen in:
■ Koelcompartiment: + 2 °C
■ Vriescompartiment: blijft ongewijzigd
nl
Uitschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets, tot
de indicatie freshness mode verdwijnt.
Eco-modus
Met de Eco-modus schakelt u het
apparaat op energiebesparend gebruik
om.
Inschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets tot
de indicatie “eco mode” verschijnt.
Het apparaat stelt automatisch de
volgende temperaturen in:
■ Koelcompartiment: +8 °C
■ Diepvriescompartiment: –16 °C
Uitschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets tot
de indicatie “eco mode” verdwijnt.
Vakantie-modus
Bij langere afwezigheid kunt u
het apparaat in de energiebesparende
Vakantie-modus zetten.
De temperatuur in de koelruimte wordt
automatisch op +14 °C omgeschakeld.
Gedurende deze tijd geen
levensmiddelen in de koelruimte
opslaan.
Inschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets tot
de indicatie vacation mode verschijnt.
Functie toetsenblokkering
Lock
Om de toetsenblokkering in en uit te
schakelen: de lock/alarm off-toets
5 seconden indrukken.
Bij ingeschakelde functie wordt de
indicatie D geaccentueerd.
Het bedieningspaneel is nu tegen
ongewenste bediening beveiligd.
Uitzondering op de toetsblokkering:
Voor het uitschakelen van de
toetsblokkering en bij een alarmsignaal
kan de lock/alarm off-toets worden
ingedrukt.
sabbath-modus
Bij het inschakelen van de sabbathmodus worden de volgende instellingen
uitgeschakeld:
Akoestische signalen
■ Binnenverlichting
■ Meldingen op de display
■ De achtergrondverlichting van de
display wordt verminderd
■ De toetsen worden geblokkeerd
sabbath-modus inschakelen en
uitschakelen:
De toets super gedurende 15 seconden
indrukken.
■
Het apparaat stelt automatisch de
volgende temperaturen in:
■ Koelcompartiment: +14 °C
■ Vriescompartiment: blijft ongewijzigd
Uitschakelen:
Druk net zo vaak op de mode-toets, tot
de indicatie vacation mode verdwijnt.
95
nl
Alarm function
In de volgende gevallen kan het alarm
afgaan.
Deuralarm
Het deuralarm (continu geluidssignaal)
wordt ingeschakeld en in de
temperatuurindicatie van het
koelcompartiment7 verschijnt – ALARM
– wanneer het apparaat te lang open
staat. Door sluiten van het apparaat
wordt het deuralarm weer uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Er klinkt een intervaltoon, in de
temperatuurindicatie
vriescompartiment 1 verschijnt – ALARM
–.
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het in het
vriescompartiment te warm is waardoor
de diepvrieswaren kunnen ontdooien.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen
bij:
■
■
Het in gebruik nemen van het
apparaat.
Het inladen van grote hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
De temperatuurindicatie geeft gedurende
5 seconden de warmste temperatuur
aan die in de diepvriesruimte heeft
geheerst. Hierna wordt de ingestelde
temperatuur weer aangegeven.
96
Alarm uitschakelen
Toets lock/alarm off indrukken om
het alarmsignaal uit te schakelen.
Home Connect
Dit apparaat is voorzien van Wi-Fi en kan
via een mobiel eindapparaat op afstand
worden bediend.
Aanwijzing
Wi-Fi is een geregistreerd handelsmerk
van de Wi-Fi Alliance.
Als het apparaat niet wordt verbonden
met het thuisnetwerk, werkt het als een
koelapparaat zonder netwerkaansluiting
en kan het nog steeds via de
bedieningselementen handmatig worden
bediend.
Om de Home Connect functies te
gebruiken, het apparaat met een Home
Connect Wi-Fi dongle verbinden.
Als er geen Home Connect Wi-Fi dongle
met uw apparaat is meegeleverd, kunt u
deze bij de Servicedienst bestellen.
Aanwijzing
Het aansluiten en loskoppelen van de
stekker op de achterzijde van het
apparaat gaat moeilijker dan verwacht.
Controleren of de stekker goed is
aangesloten.
De Home Connect Wi-Fi-dongle
aanbrengen op 1 meter hoogte.
nl
Aanwijzingen
■ Houd u aan de veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen in deze
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat
deze ook worden nageleefd wanneer
u niet thuis bent en u het apparaat
bedient via de Home Connect app (zie
het hoofdstuk Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen).
Neem ook de aanwijzingen in de
Home Connect app in acht.
■ De bediening op het apparaat heeft
altijd voorrang boven de bediening via
de Home Connect app. In deze tijd is
bediening via de app niet mogelijk.
Home Connect instellen
Aanwijzingen
■ Houd rekening met de Home Connect
bijlage, die onder http://www.boschhome.com bij de handleidingen
gedownload kan worden. Hiervoor
voert u in het zoekveld het E-nummer
van uw apparaat in.
■ Om instellingen via Home Connect te
kunnen uitvoeren, moet de Home
Connect app op uw mobiele
eindapparaat zijn geïnstalleerd. Zie
hiervoor de meegeleverde
documentatie van Home Connect.Volg
de door de app aangegeven stappen
om de instellingen aan te brengen.
■ Het menu Home Connect wordt
automatisch gesloten wanneer het
apparaat langere tijd niet wordt
bediend. Aanwijzingen voor het
openen van het menu Home Connect
vindt u aan het begin van het
desbetreffende hoofdstuk.
Automatische verbinding met het
thuisnetwerk (WLAN)
Wanneer er een WLAN-router met WPSfunctie beschikbaar is, kunt u het
koelapparaat automatisch met het
thuisnetwerk verbinden.
1. De super-toets en lock/alarm off-toets
tegelijkertijd indrukken om het menu
Home Connect te openen.
De indicatie geeft Cn aan.
Aanwijzing
Beide toetsen exact tegelijkertijd
indrukken.De toetsbediening wordt
geblokkeerd wanneer langere tijd
alleen de lock/alarm off-toets wordt
ingedrukt. De lock/alarm off-toets
opnieuw zo lang indrukken tot de
blokkering wordt opgeheven.
2. De °C-toets net zo vaak indrukken tot
de indicaties AC en oF aangeven.
3. Toets + indrukken.
Het apparaat is klaar voor de
automatische verbinding.
De indicatie geeft 2 minuten een
animatie weer.
Gedurende deze periode de volgende
stappen uitvoeren.
97
nl
4. De WPS-functie op de
thuisnetwerkrouter activeren (bijv. via
de WPS-/WLAN-toets, informatie
daarover is te vinden in de
documentatie van de router).
■
■
Bij een geslaagde verbinding
knippert on in de indicatie van het
koelapparaat.
U kunt het koelapparaat nu
verbinden met de app.
Als de indicatie oF aangeeft, kon er
geen verbinding worden gemaakt.
Controleren of het koelapparaat
zich binnen het bereik van het
thuisnetwerk (WLAN) bevindt.
Het proces herhalen of handmatig
verbinding maken.
Handmatige verbinding met het
thuisnetwerk (WLAN)
Wanneer de beschikbare WLAN-router
niet over een WPS-functie beschikt of als
dit niet bekend is, kunt u het
koelapparaat handmatig verbinden met
het thuisnetwerk.
1. De super-toets en lock/alarm off-toets
tegelijkertijd indrukken om het menu
Home Connect te openen.
De indicatie geeft Cn aan.
Aanwijzing
Beide toetsen exact tegelijkertijd
indrukken.De toetsbediening wordt
geblokkeerd wanneer langere tijd
alleen de lock/alarm off-toets wordt
ingedrukt. De lock/alarm off-toets
opnieuw zo lang indrukken tot de
blokkering wordt opgeheven.
2. De °C-toets net zo vaak indrukken tot
de indicaties SA en oF aangeven.
98
3. Toets + indrukken.
Het apparaat is klaar voor de
handmatige verbinding.
De indicatie geeft 5 minuten een
animatie weer.
Gedurende deze periode de volgende
stappen uitvoeren.
4. Het koelapparaat heeft nu een eigen
WLAN-netwerk met de netwerknaam
HomeConnect ingesteld.
Tot dit netwerk kunt u nu toegang
krijgen met het mobiele eindapparaat.
5. Het instellingsmenu van het mobiele
eindapparaat openen en de WLANinstellingen oproepen.
6. Het mobiele eindapparaat met het
WLAN-netwerk HomeConnect
verbinden.
Wachtwoord: HomeConnect
Het tot stand brengen van de
verbinding kan tot 60 minuten duren.
7. Als er een verbinding is gemaakt, de
Home Connect app op het mobiele
eindapparaat openen.
De app zoekt naar het koelapparaat.
8. Zodra het koelapparaat is gevonden,
de netwerknaam (SSID) en het
wachtwoord (Key) van het eigen
thuisnetwerk (WLAN) in de daarvoor
bestemde velden invoeren.
nl
9. Bevestigen met de knop Naar
huishoudelijke apparaten sturen.
■
■
Bij een geslaagde verbinding
knippert on in de indicatie van het
koelapparaat.
U kunt het koelapparaat nu
verbinden met de app.
Als de indicatie oF aangeeft, kon er
geen verbinding worden gemaakt.
Het wachtwoord opnieuw invoeren
en op de juiste schrijfwijze letten.
Controleren of het koelapparaat
zich binnen het bereik van het
thuisnetwerk (WLAN) bevindt.
De procedure herhalen.
Koelapparaat verbinden met app
Het koelapparaat kan pas met de app
worden verbonden als er een verbinding
tussen het koelapparaat en thuisnetwerk
is gemaakt.
1. De super-toets en lock/alarm off-toets
tegelijkertijd indrukken om het menu
Home Connect te openen.
De indicatie geeft Cn aan.
Aanwijzing
Beide toetsen exact tegelijkertijd
indrukken.De toetsbediening wordt
geblokkeerd wanneer langere tijd
alleen de lock/alarm off-toets wordt
ingedrukt. De lock/alarm off-toets
opnieuw zo lang indrukken tot de
blokkering wordt opgeheven.
2. De °C-toets net zo vaak indrukken tot
de indicaties PA (Pairing = met app
verbinden) en oF aangeven.
3. Toets + indrukken om het apparaat
met de app te verbinden.
De indicatie geeft een animatie weer.
Zodra het koelapparaat en de app
verbonden zijn, geeft de indicatie on
aan.
4. In de Home Connect app op het
mobiele eindapparaat wordt het
koelapparaat weergegeven. Het
koelapparaat selecteren en met de
knop + toevoegen.
Als het koelapparaat niet automatisch
wordt weergegeven, dan in de Home
Connect app eerst Huishoudelijke
apparaten zoeken en vervolgens
Huishoudelijk apparaat verbinden
selecteren.
5. De instructies van de app volgen tot
het proces is voltooid.
■
■
■
De indicaties geven PA en on aan.
Het koelapparaat is met de app
verbonden.
Als er geen verbinding kan worden
gemaakt, controleren of het
mobiele eindapparaat met het
thuisnetwerk (WLAN) is verbonden.
Vervolgens het koelapparaat
opnieuw met de app verbinden.
Als de indicatie Er aangeeft, de
Home Connect instellingen
terugzetten en het instellen vanaf
het begin opnieuw uitvoeren.
99
nl
Signaalsterkte controleren
Als er geen verbinding kan worden
gemaakt, kunt u het beste de
signaalsterkte controleren.
1. De super-toets en lock/alarm off-toets
tegelijkertijd indrukken om het menu
Home Connect te openen.
De indicatie geeft Cn aan.
Aanwijzing
Beide toetsen exact tegelijkertijd
indrukken.De toetsbediening wordt
geblokkeerd wanneer langere tijd
alleen de lock/alarm off-toets wordt
ingedrukt. De lock/alarm off-toets
opnieuw zo lang indrukken tot de
blokkering wordt opgeheven.
2. De °C-toets net zo vaak indrukken tot
de indicatie SI aangeeft. In de tweede
indicatie verschijnt een waarde tussen
0 (geen ontvangst) en 3 (volledige
ontvangst).
Aanwijzing
De signaalsterkte moet minimaal 2
bedragen. Als de signaalsterke te laag
is, kan de verbinding worden
onderbroken. De router en het
koelapparaat dichter bij elkaar
plaatsen, ervoor zorgen dat de
verbinding niet door afschermende
wanden wordt verstoord of een
repeater installeren om het signaal te
versterken.
100
Home Connect Instellingen terugzetten
Als het niet lukt een verbinding te maken
of als u het koelapparaat in een ander
thuisnetwerk (WLAN) wilt aanmelden,
kunnen de Home Connect instellingen
worden teruggezet:
1. De super-toets en lock/alarm off-toets
tegelijkertijd indrukken om het menu
Home Connectte openen.
De indicatie geeft Cn aan.
Aanwijzing
Beide toetsen exact tegelijkertijd
indrukken. De toetsbediening wordt
geblokkeerd wanneer langere tijd
alleen de lock/alarm off-toets wordt
ingedrukt. De lock/alarm off-toets
opnieuw zo lang indrukken tot de
blokkering wordt opgeheven.
2. De °C-toets net zo vaak indrukken tot
de indicaties rE en oF aangeven.
3. Toets + indrukken.
■
■
De indicatie geeft een korte
animatie weer en vervolgens
weer oF.
De Home Connect instellingen zijn
teruggezet.
Als de indicatie Er aangeeft, dan
het terugzetten opnieuw uitvoeren
of de Servicedienst bellen.
nl
Aanwijzing over
gegevensbescherming
Verklaring van
overeenstemming
Wanneer uw Home Connect
koelapparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat
op het internet is aangesloten, geeft het
koelapparaat de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home
Connect server (eerste registratie):
Hierbij verklaart Robert Bosch
Hausgeräte GmbH dat het apparaat met
Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige
toepasselijke bepalingen van de richtlijn
1999/5/EG.
Een uitvoerige R&TTE
conformiteitsverklaring vindt u op het
internet onder www.bosch-home.com, op
de productpagina van uw apparaat bij de
aanvullende documenten.
Eenduidige identificatie van het
apparaat (bestaande uit
apparaatsleutels en het MAC-adres
van de ingebouwde WiFi communicatiemodule).
■ Veiligheidscertificaat van de WiFi communicatiemodule (voor de
informatietechnische beveiliging van
de verbinding).
■ De actuele software- en
hardwareversie van uw koelapparaat.
■ Status van een eventuele eerdere
reset naar de fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik
van de Home Connect functionaliteiten
voorbereid. Deze registratie hoeft pas te
worden uitgevoerd wanneer u Home
Connect voor het eerst wilt gebruiken.
■
Aanwijzing
Let erop dat de Home Connect
functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in combinatie met de Home
Connect app. Informatie over
gegevensbescherming kan worden
opgeroepen in de Home Connect app.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. .
Vriesvermogen volledig
benutten
Om de maximale hoeveelheid
diepvrieswaren in te ruimen, kunnen de
houders worden verwijderd. De
levensmiddelen kunnen dan rechtstreeks
op het legplateau en op de bodem van
de vriesruimte worden gestapeld.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Onderdelen eruit halen
Diepvriesladen tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen. Afb. *
101
nl
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor
het bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
Let op de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
■
In acht nemen bij het bewaren
■
■
■
■
Bewaar verse, onbeschadigde
levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit
en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
afgevulde producten de door de
fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen, om aroma, kleur en
versheid te bewaren. Dit voorkomt
geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna
in het apparaat zetten.
Aanwijzing
Ontluchtingsopeningen niet blokkeren
met levensmiddelen, om te voorkomen
dat de luchtcirculatie wordt gehinderd.
Levensmiddelen die direct voor
de luchtopeningen worden opgeslagen,
kunnen door de uitstromende koude
lucht bevriezen.
102
■
De koudste zones bevinden zich voor
de ontluchtingsopeningen en in de
chiller, afb. !/22.
Aanwijzing
In de koudste zones gevoelige
levensmiddelen opslaan zoals vis,
worst en vlees.
De warmste zone bevindt zich
helemaal bovenaan in de deur.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv.
harde kaas en boter. Harde kaas kan
zo zijn aroma verder ontwikkelen en
de boter blijft goed smeerbaar.
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Afb. (
Om optimale omstandigheden te
scheppen voor het bewaren van groente
en fruit, kan de luchtvochtigheid in de
groentelade worden ingesteld:
■
■
bij overwegend groente, gemengde
belading of geringe belading – hoge
luchtvochtigheid
bij overwegend fruit en hoge belading
– lagere luchtvochtigheid
nl
Aanwijzingen
■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
■ Afhankelijk van de soort
levensmiddelen en de hoeveelheid
kan zich condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater
verwijderen met een droge doek en
de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de
vochtigheidsregelaar.
Verskoelvak
Afb. )
In het verskoelvak heersen lagere
temperaturen dan in de koelruimte. Er
kunnen ook temperaturen onder 0 °C
optreden.
Ideaal voor het bewaren van vis, vlees en
worst. Niet geschikt voor salades,
groente en koudegevoelige
levensmiddelen.
De temperatuur van de chillers kunt u
variëren met behulp van de
ventilatieopening. Temperatuurregelaar
omhoog schuiven om de temperatuur te
verlagen. Temperatuurregelaar omlaag
schuiven om de temperatuur te
verhogen. Afb. '
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
■
■
vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
In- en uitschakelen
Afb. $
1. Selecteer het koelcompartiment met
de °C-toets.
2. Houd de super-toets ingedrukt tot de
indicatie supercool brandt.
U hoeft het superkoelen niet uit te
schakelen. Na 6 uur wordt automatisch
omgeschakeld naar de temperatuur die
eerder was ingesteld.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
103
nl
Diepvriesruimte
Invriezen en opslaan
De diepvriesruimte gebruiken
Inkopen van
diepvriesproducten
■
■
■
voor het opslaan van
diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij
een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte
vormt zich veel ijs. Bovendien:
energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
■
■
■
■
Attentie bij het inruimen
■
Maximale
invriescapaciteit
Gegevens over de maximale
invriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op
het typeplaatje. Afb. .
Voorwaarden voor max.
invriesvermogen
■
■
■
Supervriezen inschakelen voordat u
de verse levensmiddelen aanbrengt
(zie hoofdstuk „Supervriezen”).
Houders eruit nemen, levensmiddelen
rechtstreeks op het legplateau en de
bodem van het vriesvak stapelen.
Grote hoeveelheden levensmiddelen
bij voorkeur invriezen in het bovenste
vak. Daar worden ze heel snel en
daardoor voorzichtig ingevroren.
104
De verpakking mag niet beschadigd
zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in
acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist
moet -18 °C of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
koeltas transporteren en snel in de
diepvriesruimte leggen.
■
Grote hoeveelheden levensmiddelen
bij voorkeur invriezen in het bovenste
vak. Daar worden ze heel snel en
daardoor voorzichtig ingevroren.
De levensmiddelen naast elkaar
in de vakken resp, diepvriesladen
leggen.
Aanwijzing
De vers in te vriezen levensmiddelen
mogen niet met de al ingevroren
levensmiddelen in aanraking komen.
Tot in de kern bevroren
levensmiddelen eventueel in een
andere diepvrieslade leggen.
Diepvrieswaren opslaan
De diepvrieslade tot aan de aanslag
inschuiven om een goede luchtcirculatie
te waarborgen.
nl
Verse levensmiddelen
invriezen
Gebruik uitsluitend verse
levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en
de kleur zo goed mogelijk te behouden,
dient groente geblancheerd te worden
voordat het wordt ingevroren. Bij
aubergines, paprika’s, courgettes en
asperges is blancheren niet
noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren
vindt u in de boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen
niet met de nog in te vriezen
levensmiddelen in aanraking komen.
■
■
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees,
wild, gevogelte, groente, fruit, kruiden,
gepelde eieren, melkproducten zoals
kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare
vis, aardappelgerechten, ovenschotels
en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en
perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, dikke zure melk, zure room,
crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken
zodat ze niet uitdrogen of hun smaak
verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking
leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting
voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en
invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en
aluminiumfolie, diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel
verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
Inpakpapier, perkamentpapier, cellofaan,
afvalzakken en gebruikte
boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en wrapfolie van polyethyleen
(PE) kunt u sealen met een folie-sealer.
Houdbaarheid van
de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van
het soort levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
■ Vis, worst, klaargemaakte gerechten,
brood en banket:
tot 6 maanden.
■ Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
■ Groente, fruit:
tot 12 maanden.
105
nl
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door
en door invriezen zodat vitamine,
voedingswaarden, uiterlijk en smaak
behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen
in, om ongewenste temperatuurstijging te
voorkomen.
Doorgaans is 4–6 uur van tevoren
voldoende.
Na het inschakelen werkt het apparaat
permanent, in de diepvriesruimte wordt
een zeer lage temperatuur bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt
gebruiken, dient u 24 uur vóór het
inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen
(max. 2 kg) kunnen zonder gebruik van
het supervriessysteem worden
ingevroren.
Aanwijzing
Als het supervriessysteem is
ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden
toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. $
1. Selecteer het vriescompartiment met
de °C-toets.
2. Houd de super-toets ingedrukt tot de
indicatie superfreeze brandt.
U hoeft het supervriezen niet uit te
schakelen. Na ca. 2 ½ dag wordt
automatisch omgeschakeld naar de
temperatuur die eerder was ingesteld.
106
Ontdooien van
diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze
van de levensmiddelen kunt u kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
■
■
■
■
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor
bekort.
Uitvoering
Legplateaus en
voorraadvakken
U kunt de legplateaus en
de voorraadvakken in de deur naar wens
verplaatsen. Legplateau naar voren
trekken, iets laten zakken en aan
de zijkant uitzwenken. Voorraadvak iets
optillen en eruit halen.
Speciale uitvoering
(niet bij alle modellen)
Boter en kaasvak
Door een lichte druk in het midden van
de klep gaat het botervak open.
Om schoon te maken het botervak van
onderen iets optillen en eruit halen.
nl
Ontbijtset
Afb. %
De bakjes van de ontbijtset kunnen
afzonderlijk eruit genomen en gevuld
worden.
U kunt de ontbijtset eruit nemen om deze
te vullen of leeg te maken. Daartoe de
ontbijtset optillen en eruit trekken. De
houder van de bakjes kunt u
verschuiven.
Flessenrek
Afb. &
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden bewaard.
IJsbakje
Afb. 1. IJsbakje voor ¾ met drinkwater vullen
en in de diepvriesruimte zetten.
2. Het vastgevroren ijsbakje alleen met
een bot voorwerp losmaken (steel van
een lepel).
3. Om de ijsblokjes los te maken:
het ijsbakje iets verbuigen of kort
onder stromend water houden.
Diepvrieskalender
Afb. ,
Om kwaliteitsvermindering van de
diepvriesproducten te voorkomen, dient
u de opslagduur niet te overschrijden.
De cijfers bij de symbolen geven
in maanden de toelaatbare bewaartijd
voor de diepvrieswaren aan. Neem bij
gewone diepvriesproducten
de productie- of houdbaarheidsdatum
in acht.
Koude-accu
De koude-accu vertraagt bij het uitvallen
van de stroom of bij een storing
het verwarmen van de opgeslagen
diepvrieswaren. De langste opslagtijd
wordt bereikt wanneer u het koelelement
in het bovenste vak op
de levensmiddelen legt.
De koude-accu kan ook voor het tijdelijk
koelhouden van levensmiddelen (bijv. in
een koeltas) eruit genomen worden.
Sticker "OK"
(niet bij alle modellen)
Met de sticker "OK" kunt u controleren of
in het koelvak de voor de
levensmiddelen aanbevolen veilige
temepratuurbereiken +4 °C of kouder
bereikt zijn. Als de sticker niet "OK"
aangeeft, moet de temperatuur
stapsgewijs worden verlaagd.
Aanwijzing
Na ingebruikneming van het apparaat
kan het 12 uur duren voordat de
ingestelde temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
107
nl
Apparaat uitschakelen
Toets "+" 10 seconden ingedrukt
houden.
Koelmachine wordt uitgeschakeld.
(Niet bij alle modellen).
Apparaat buiten werking
stellen
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. De stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering uitschakelen.
2. Apparaat reinigen.
3. Deuren van het apparaat open laten.
Aanwijzing
Om schade aan het apparaat te
voorkomen, moeten de deuren van het
apparaat zo ver zijn geopend, dat ze
vanzelf open blijven staan. Klem geen
voorwerpen in de deur om deze open te
houden.
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
■
■
■
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
sponsjes gebruiken.
Op de metalen oppervlakken kan
corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine
gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen!
Het reinigingswater mag niet in de
volgende gedeelten komen:
■ Bedieningselementen
■ Verlichting
■ Ventilatieopeningen
■ Openingen in de scheidingsplaat
Ga als volgt te werk:
1. De stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering uitschakelen.
2. Diepvrieswaren verwijderen en
bewaren op een koele plaats.
De koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
3. Het spoelwater mag niet in de
bedieningselementen, verlichting,
ventilatieopeningen of in de
openingen van de scheidingsplaat
komen!
Het apparaat schoonmaken met een
zachte doek en lauw water met een
scheutje pH-neutraal afwasmiddel.
108
nl
4. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
5. Na het schoonmaken het apparaat
weer aansluiten.
6. Diepvrieswaren opnieuw in het
diepvriesvak leggen.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Legplateaus uit de deur nemen
Afb. #
Legplateaus optillen en verwijderen.
Energie besparen
■
Glasplateaus eruit halen
De glasplateaus naar voren trekken en
verwijderen.
Reservoir verwijderen
Afb. )
Reservoir tot aan de aanslag uittrekken,
vooraan optillen en verwijderen.
Diepvrieslade verwijderen
Afb. *
Diepvriesladen tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen.
Glasplateau boven de groentelade
verwijderen
Afb. +
Het glasplateau kunt u verwijderen en uit
elkaar nemen om het te reinigen.
Aanwijzing
De groentelade uittrekken voordat u het
glasplateau verwijderd.
■
■
■
■
■
Het apparaat in een droge, goed
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Voor een zo laag mogelijk
energieverbruik: aan de zijkanten
enige afstand tot de wand aanhouden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
109
nl
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Knakkende geluiden
Het automatische ontdooisysteem treedt
in werking.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing
Eventuele oorzaak
Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Het is te koud in het
koelcompartiment of in het
koelvak.
Stel een hogere temperatuur voor het
koelcompartiment in.
110
Temperatuurregelaar voor het koelvak omlaag
schuiven. Afb. '
nl
Storing
Eventuele oorzaak
Oplossing
De temperatuur in
de diepvriesruimte is
te warm.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere
hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Het apparaat koelt niet, de
temperatuurindicatie en de
verlichting branden.
Het presentatielicht is
ingeschakeld.
De °C-toets en insteltoets @ 5 seconden
ingedrukt houden tot er een
bevestigingssignaal klinkt.
Controleer na enige tijd of het apparaat koelt.
De zijwanden van het
apparaat zijn warm.
In de zijwanden lopen buizen Dat is normaal voor het apparaat, en geen
die tijdens het koelproces
storing.
warm worden.
De verlichting functioneert
niet.
De LED verlichting is kapot.
Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is Stekker in het stopcontact steken. Controleer
uitgeschakeld; de stekker zit of er stroom is. Controleer de zekeringen.
niet goed in het stopcontact.
111
nl
Zelftest apparaat
Klantenservice
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Adres en telefoonnummer van
de Servicedienst in uw omgeving kunt
u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef aan de
servicedienst het productnummer (E-Nr.)
en het serienummer (FD-Nr.) van het
apparaat op.
U vindt deze gegevens op
het typeplaatje. Afb. .
Door vermelding van het fabricaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen en binnen de
eerste 10 seconden de °C-toets en de
insteltoets “–” gedurende 3-5
seconden ingedrukt houden, tot er
een geluidssignaal klinkt.
Het zelftestprogramma start.
Wanneer de zelftest is voltooid en er
tweemaal een geluidssignaal klinkt, is uw
apparaat in orde.
Als er 5 geluidssignalen klinken, is er
sprake van een fout. Neem contact op
met de servicedienst.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
112
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL
B
088 424 4010
070 222 141
!
"
#
$
%
&
'
(
)
*
PP
+
,
.
-
*8001016347*
8001016347 (9608)
de, fr, it, nl, es