Sony Cybershot DSC-S800 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2007 Sony Corporation 3-198-860-72(1)
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-S800
Lees dit handboek, de
"Gebruiksaanwijzing" en de
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
gebruikt. Bewaar deze documenten voor het
geval u deze later nog als referentiemateriaal
nodig hebt.
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Het Setup-scherm
gebruiken
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
VKLIK!
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 99 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de nikkel-
metaalhydridebatterij
• Laad beide nikkel-metaalhydridebatterijen
(bijgeleverd) op voordat u de camera voor de
eerste keer gebruikt.
• De batterijen kunnen worden opgeladen, ook al
zijn ze niet volledig leeg. Zelfs als de batterijen
niet volledig opgeladen zijn, kunt u de
gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de
batterijen zo gebruiken.
• Als u van plan bent de batterijen lange tijd niet
meer te gebruiken, gebruik de resterende lading
dan op, verwijder de batterijen uit de camera en
bewaar ze op een koude, droge plaats. Zo wordt
de werking van de batterijen behouden
(pagina 101).
• Zie pagina 101 voor meer informatie over de
bruikbare batterijen.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera heeft een krachtige zoomlens.
Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens
tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als
voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................6
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 6
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 7
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 8
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ........................................... 9
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................10
Aanduidingen op het scherm ..................................................................12
De schermweergave wijzigen..................................................................16
Het interne geheugen gebruiken.............................................................17
De modusknop gebruiken .......................................................................18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).....................19
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................25
Beelden weergeven/verwijderen .............................................................28
De menu-items gebruiken ................................................................30
Menu-items ..........................................................................................31
Menu voor opnemen ...............................................................................32
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Basishandelingen
Het menu gebruiken
4
Inhoud
Menu voor weergeven.............................................................................39
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
De Setup-items gebruiken ............................................................... 46
Camera.............................................................................................. 47
Intern geheugen-tool ......................................................................... 50
Formatteren
Memory Stick tool.............................................................................. 51
Setup 1............................................................................................... 54
Setup 2............................................................................................... 55
Beelden bekijken op een televisiescherm............................................... 57
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
Digitale zoom
Functiegids
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
5
Inhoud
Werken met uw Windows-computer........................................................59
De software (bijgeleverd) installeren .......................................................61
Beelden kopiëren naar de computer .......................................................62
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de
camera (met een "Memory Stick Duo")...................................................69
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)..............................70
De Macintosh-computer gebruiken .........................................................76
Stilstaande beelden afdrukken ................................................................78
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer ......................................................................................................79
Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................83
Problemen oplossen................................................................................85
Waarschuwingsmeldingen ......................................................................96
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............98
Over de "Memory Stick" ..........................................................................99
Over de batterijen..................................................................................101
Over de batterijlader..............................................................................103
Index......................................................................................................104
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
6
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).
Scherp-
stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop
volledig in.
Druk de
sluiterknop half
in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een
boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen
met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken.
Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Hier wordt
het gebruik van de verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 18), de menu's (pagina 30), enzovoort
beschreven.
7
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingsindex)
ISO-gevoeligheid is een meting die berekent hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat valt.
Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-
gevoeligheid.
Zie pagina 35 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen die
door de camera is ingesteld (pagina 23).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 33).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingsindex) =
opnamegevoeligheid
Belichting:
8
Basistechnieken voor betere beelden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 34).
Kleur
De effecten van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Kenmerken van het
licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groenachtig Roodachtig
9
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 36)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar
is het beeldbestand kleiner.
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 8M
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: VGA (E-mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3-
formaat
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
3264
2448
480
640
Pixels
10
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A Sluiterknop (19)
B Modusknop (19)
C Microfoon
D Lens
E POWER-toets
F POWER-lampje
G Flitser (21)
H Zelfontspannerlampje (22)/AF-
verlichter (48)
A (Weergave)-toets (28)
B LCD-scherm (16)
C MENU-toets (30)
• Druk langer op MENU om het scherm
(Setup) weer te geven.
D DISP-knop (16)
• Houd DISP langer ingedrukt om de
helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm te selecteren.
E Toegangslampje
F Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20)
Voor weergeven: /
(weergavezoom)-toets / (index)-
toets (28, 29)
G (USB) · A/V OUT-aansluiting
(zijkant)
H Bevestigingsoog voor de polsriem
I Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (30)
Menu uit: /// (21-23)
J -toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (24, 28)
K Luidspreker
1
6
2
7
3
4
5
8
qa
qs
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
qd
qf
11
Onderdelen en bedieningselementen
L Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
M Klep voor accu/"Memory Stick Duo"
N Klep van netspanningsadaptersnoer
Bij gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
• Zorg ervoor dat het snoer niet beklemd raakt
wanneer u de klep sluit.
• U kunt de nikkel-metaalhydridebatterijen
niet opladen met de netspanningsadapter
AC-LS5K. Gebruik de batterijlader om de
nikkel-metaalhydridebatterijen op te laden.
1
2
3
4
5
12
Aanduidingen op het scherm
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling
(19)
Opnamefunctie (19, 37)
Witbalans (34)
STBY
OPNEMEN
Stand-by/film opnemen
Modusknop (scènekeuze)
(25)
Modusknop (Autom.
Programma) (18)
Camerafunctie
Flitsfunctie (21)
Flitser wordt opgeladen
Zoomvergrotingsfactor (
20,
47
)
Rode-ogeneffect beperken
(48)
Scherpte (38)
AF-verlichter (48)
Lichtmeetfunctie (33)
RICH
NATURAL
SEPIA B&W
Kleurfunctie (32)
Scherm Aanduiding
Macro (21)
Aanpassingsbalk voor
belichtingswaarde
(23)
•De weergave wordt
gewijzigd, afhankelijk van
de stand van de modusknop
(links weergegeven).
V Donkerder
v Helderder
Richtlijn voor
belichtingswaarde
(23)
WB
SL
1.3
ON
13
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
Beeldformaat (24)
FINE STD Beeldkwaliteit (36)
Opnamemap (51)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
00:00:00
[00:28:25]
Opnameduur [maximale
opnameduur]
400 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner
(22)
ISO-waarde (35)
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het best de flitser gebruiken
voor een betere belichting
of een statief of ander
hulpmiddel gebruiken om
de camera te stabiliseren
(pagina 6).
E Waarschuwing voor
zwakke batterijen (96)
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting
(33)
AF-bereikzoekerframe
3:2
8M 5M
3M
2M VGA
16:9
101
Scherm Aanduiding
125 Sluitertijd
F2.8 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(23)
(niet
weergegeven
op het scherm
op de vorige
pagina)
Menu
(30)
14
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Opnamefunctie (
19)
Beeldformaat
(24)
Weergavefunctie
- Beveiligen
(40)
Afdrukmarkering (DPOF)
(83)
Map wijzigen (39)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Zoomvergrotingsfactor
(28)
N Weergeven (28)
Vo l u m e (28)
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (39)
Weergavebalk
3:2
8M 5M
3M
2M VGA
16:9
1.3
15
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (80)
Opnamemap (51)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Weergavemap (39)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
00:00:12 Teller
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (81)
• Koppel de specifieke USB-
kabel niet los als het
pictogram wordt
weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (23)
ISO-waarde (35)
Lichtmeetfunctie (33)
Flitser
Witbalans
(34)
500 Sluitertijd
F2.8 Diafragmawaarde
101
101
WB
Scherm Aanduiding
2007 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Menu
(30)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden selecteren
VOLUME
Volume aanpassen
DPOF
16
De schermweergave wijzigen
Wanneer u op de DISP-knop drukt, worden
de aanduidingen op het scherm als volgt
gewijzigd.
• Als u langer op de DISP-knop drukt, kunt u de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
verhogen.
DISP-knop
(Schermweergave)
Aanduidingen uit
Aanduidingen aan
17
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 54 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 53).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 62 tot en met 65 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een
computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
18
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Functiegids
Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven
(pagina 48).
Modusknop
Regeltoets
: Films opnemen t pagina 19
Opnamefuncties voor stilstaande
beelden
: Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
t pagina 19
: Autom. Programma-functie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende
instellingen selecteren met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies
t pagina 31)
: scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de
scène.
t pagina 25
Gidsmarkering
Zet op de gewenste functie.
19
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
instelfunctie)
1 Selecteer een functie met de modusknop.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer .
Film: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
-toets
(Beeldformaat)
Sluiterknop
Regeltoets
Zoomtoets
Modusknop
v/V/b/B-toets
z-toets
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
A
an
d
u
idi
ng voor
AE/AF
-vergren
d
e
li
ng
20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro)
(pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel
opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Gezien door glas
– Snel bewegend
– Weerkaatsend licht of glanzend
– Knipperend
– Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Druk op de zoomtoets.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 6×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 47 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
21
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht is (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Lgz synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk op B ( ) op de regeltoets.
Druk nogmaals op
B om te annuleren.
(Geen aanduiding): Macro Uit
: Macro Aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 70 cm of verder)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
SL
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de
sluiter werkt.
Druk nogmaals op
V om te annuleren.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer
u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt.
Zelfontspannerlampje
23
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op b ( ) op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de
belichting aan te passen.
Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de b-toets.
• Zie pagina 7 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
Naar +Naar –
24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren.
Zie pagina 9 voor meer informatie over het beeldformaat.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 93).
3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere
kwaliteit.
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
8M (3264×2448) Max. formaat is A3 (11×17") Minder
Meer
Fijn
Ruw
3:2
1)
(3264×2176) Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480) Voor e-mail
16:9
2)
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
3)
25
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , ,
, ).
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie (pagina 18).
Sluiterknop
Modusknop
26
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
*De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in
helderdere en warmere tinten
opnemen voor mooiere beelden.
Daarnaast wordt met de zachte
achtergrond een rustige atmosfeer
voor foto's van personen,
bloemen, enzovoort tot stand
gebracht.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp i
n
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
27
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet
gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro Flitser Witbalans Burst Flitsniveau
—
Autom./ —
———
— /
/
/
SL
WB
28
Beelden weergeven/verwijderen
1 Druk op de (Weergave)-toets.
Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld
in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normaal afspelen.)
Druk op
v/V om het volume aan te passen.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen).
2 Selecteer [Wissen] met
v en druk vervolgens op z.
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op om het zoomen ongedaan te maken.
Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 45)
-toets
(Verwijderen)
Regeltoets
MENU-toets
-toets (Weergavezoom)
/ -toets (Index/
Weergavezoom)
(Weergave)-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
29
Basishandelingen
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Druk op (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige)
indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden verwijderen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
3 Druk op (Verwijderen).
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats
van [Kiezen] en drukt u op z.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en
druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
30
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste
functie.
Weergave: druk op de (Weergave)-toets.
Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie
opnemen/weergeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in
de weergavefunctie.
4 Selecteer een instelling met v/V.
De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken.
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt
weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
v/V/b/B-toets
z-toets
Modusknop
Regeltoets
MENU-toets
(Weergave)-toets
31
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Het menu gebruiken
Menu-items
Menu voor opnemen (pagina 32)
De beschikbare menuopties zijn afhankelijk van de stand van de modusknop en de
instellingen. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
Menu voor weergeven (pagina 39)
(Map) - (Beveiligen)
DPOF (Afdrukken)
(Dia) (Ander form.)
(Roteren) (Setup)
Trim men**
* De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
**Alleen beschikbaar voor weergavezoom.
In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt
weergegeven.
( : beschikbaar)
Modusknop: Scène
COLOR (Kleurfunctie) —
—
(Lichtmeetfun.) —
WB (Witbalans) —
ISO — —
(Beeldkwaliteit) — —
Mode (Opn.functie) —
(Flitsniveau) —
*
—
(Scherpte) — — —
(Setup)
Niet beschikbaar Beschikbaar
32
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren.
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van
het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
Z-W (B & W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
Sepia (SEPIA)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Natuurlijk (NATURAL)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Sprekend (RICH)
Het beeld wordt ingesteld op heldere kleuren.
Normaal
33
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
• Zie pagina 7 voor meer informatie over de belichting.
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie
selecteren
Punt (Puntlichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
34
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het
opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de lichtomstandigheden,
zoals onder een gloeilamp of felle verlichting, zoals in een
fotostudio.
Fluorescerend ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwgebieden.
WB
35
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger de gevoeligheid.
• Zie pagina 7 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger
wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Daglicht ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor zonlicht buitenshuis, het
opnemen van avondscènes, nachtscènes, vuurwerk of
zonsopgang, of voor omstandigheden voor of na
zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
1250
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats
of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een
lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
800
400
200
80
Autom.
WB
Hoge waardeLage waarde
36
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren.
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor
stilstaande beelden selecteren
Fijn (FINE)
Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
• Als de modusknop op (Auto) staat, is de kwaliteit van
stilstaande beelden [Fijn].
Standaard (STD)
Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
37
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De [Burst]-functie
• Het opname-interval is ongeveer 2 seconden.
• Als de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" niet voldoende vrije
ruimte bevat, kunt u niet continu opnames maken.
• U kunt mogelijk geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
Mode (Opn.functie): De functie voor continu
opnemen selecteren
Burst ( )
Neemt drie opeenvolgende beelden op als u de sluiterknop
indrukt.
• Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
38
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Zie pagina 21 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
Zie pagina 46.
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht
instellen
+ ( +)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
(Scherpte): De scherpte van het beeld
aanpassen
+ ( )
Naar +: het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Naar +Naar –
39
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 51)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 52)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map.
: naar de volgende map.
: naar de vorige of volgende map.
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
40
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
-
- (groen)
41
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in
de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken.
3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op
z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle
gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens
niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
Hiermee voegt u een (afdrukmarkering) toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 83).
Zie pagina 79.
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
42
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diavoorstelling wordt gestart.
Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te onderbreken.
Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z.
• Wanneer een diavoorstelling is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is maar een richtlijn, hij kan dus verschillen afhankelijk van de beeldgrootte, enz.
(Dia): Een reeks beelden afspelen
Interval
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
Beeld
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
43
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het
opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke
beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
• Zie pagina 9 voor meer informatie over het beeldformaat.
• U kunt het beeldformaat van films niet wijzigen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
• U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste
zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
8M
Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het
selecteren van het beeldformaat.
5M
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat
geannuleerd.
Klein formaatGroot formaat
44
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt beveiligde beelden en films niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
Zie pagina 46.
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Setup): De Setup-items wijzigen
45
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Neemt een vergroot beeld (pagina 28) op als een nieuw bestand.
1 Druk op MENU tijdens de weergavezoom om het menu weer te geven.
2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer de beeldgrootte met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld is opgenomen en het originele beeld wordt opnieuw weergegeven.
• Het getrimde beeld is opgenomen als het nieuwste bestand in de geselecteerde opnamemap en het
originele beeld wordt bewaard.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan slechter zijn.
• U kunt het beeldformaat niet getrimde naar de breedte-/hoogteverhouding 3:2 of 16:9.
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Annuleert trimmen.
46
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te
geven.
Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
De instelling (Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als
dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B-toets
z-toets
Modusknop
Regeltoets
MENU-toets
47
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Het Setup-scherm gebruiken
Camera
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 6×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 6×, gebruikt
de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
• Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven.
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [8M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-
zoomfunctie) ( )
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 12×
vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
5M Ongeveer 7,6×
3M Ongeveer 9,6×
2M Ongeveer 12×
VGA Ongeveer 30×
16:9 Ongeveer 10×
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
48
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij
gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling
voordat u begint met opnemen.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
De AF-verlichter zorgt voor vullicht zodat u makkelijker kunt scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving. De AF-verlichter zendt rood licht uit zodat u de camera makkelijk
kunt scherpstellen wanneer de sluiterknop half is ingedrukt, totdat de scherpstelling vaststaat.
De aanduiding wordt nu weergegeven.
• Als het licht van de AF-verlichter het onderwerp niet voldoende bereikt of wanneer het onderwerp geen
contrast heeft, kunt u niet scherpstellen. (Een afstand van ongeveer 2,5 m (zoom: W) / 1,5 m (zoom: T)
wordt aanbevolen.)
• Zolang het licht van de AF-verlichter het onderwerp bereikt, kunt u scherpstellen, zelfs als het licht
enigszins naast het midden van het onderwerp valt.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de AF-verlichter.
• De AF-verlichter werkt niet als (Schemer-functie) of (Landschap-functie) is geselecteerd bij de
scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichter zendt heel helder licht uit. Hoewel er geen gevaar voor de veiligheid is, kunt u best niet
van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichter kijken.
Functiegids
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
AF-verlicht.
Autom.
Gebruikt de AF-verlichter.
Uit
Gebruikt de AF-verlichter niet.
ON
49
Het Setup-scherm gebruiken
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld niet meer weergegeven
en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
50
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
Formatteren
51
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
• U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 67) voor meer informatie.
Formatteren
Opnamemap maken
52
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz.
53
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter.
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z.
• Gebruik volledig opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de batterijen bijna leeg zijn, kunnen de batterijen
helemaal leegraken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory
Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 50).
• Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle
gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de
bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de aanduiding
(afdrukmarkering) niet gekopieerd.
Kopiëren
54
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting selecteren wanneer u de
camera gebruikt met batterijen.
• U kunt de instelling ook wijzigen door de DISP-knop langer ingedrukt te houden.
• Als u [Helder] selecteert, wordt meer batterijlading verbruikt.
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
Beelden opgeslagen in het interne geheugen worden bewaard.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
LCD-verlicht
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
55
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Het Setup-scherm gebruiken
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden
toegewezen aan beelden.
Met deze instelling kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de
specifieke USB-kabel.
Bestandsnr.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer dat
één hoger is dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer
opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogste
nummer.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (pagina 79).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in
de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer.
(Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 63).
56
Setup 2 Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 46
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende
televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u
pagina 58 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt
gebruikt.
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z.
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Klokinstel.
57
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een
televisiescherm door de camera aan te
sluiten op een televisie.
Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de
televisie.
1 Sluit de camera aan op de
televisie.
• Als de TV is uitgerust met stereo-ingangen, sluit
u de audiostekker (zwart) van de specifieke A/V-
kabel aan op de linkeraudio-ingang van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de TV/
video-ingang in op "video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie
voor meer informatie.
3 Druk op de -toets (weergave)
om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het
televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
televisiesysteem (pagina 56).
1 Naar de audio-/
video-ingangen
Specifieke A/V-kabel
2 Naar de
(USB) · A/V
OUT-aansluiting
Regeltoets
(Weergave)-
toets
58
Beelden bekijken op een televisiescherm
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt
weergeven, hebt u een TV met een video-
ingang en de specifieke A/V-kabel nodig.
Het kleursysteem van de televisie moet
overeenkomen met dat van uw digitale
camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten
voor het televisiekleursysteem van het land
of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay.
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
59
De computer gebruiken
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 76) door voor meer informatie over het gebruik van
een Macintosh-computer.
Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
• In Windows Vista kunnen sommige namen en
handelingen verschillen van deze hieronder
beschreven.
• Beelden weergeven op de computer
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden op datum weergeven
• Beelden bewerken
• De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op
online kaarten. (Om dit te doen moet uw computer
verbonden zijn met het internet.)
• Een nieuwe datadisc maken. (CD-schrijfstation of DVD-
schrijfstation vereist.)
• Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum
ingevoegd.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 61)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 62)
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" (pagina 70)
60
Werken met uw Windows-computer
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
XP* of Windows Vista*
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
XP* of Windows Vista*
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of
meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 256 MB RAM of meer)
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Beeldscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768
pixels of meer, kleuren: hoge kleuren
(16-bits kleuren) of meer
* 64-bit-edities en Starter (Edition) worden niet
ondersteund.
• De software is compatibel met DirectX-
technologie. U moet wellicht "DirectX"
installeren.
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Er zijn twee functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Mass Storage]
(standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte
wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven.
Zie pagina 55 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
61
De computer gebruiken
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de
camera niet aansluiten op de computer voordat u
de installatie hebt uitgevoerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als
beheerder.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op (My Computer) t
(SONYPICTUTIL).
• In Windows Vista kan het scherm AutoPlay
worden weergegeven. Selecteer "Run
Install.exe" en volg de instructies die
verschijnen op het scherm om verder te gaan
met de installatie.
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
wordt weergegeven.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm [Location Settings]
verschijnt.
4 Selecteer de [Region] en
[Country/Area] en klik vervolgens
op [Next].
Wanneer de [Welcome to the
InstallShield Wizard for Sony Picture
Utility] verschijnt, klikt u op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, selecteert u
het keuzerondje naast [I accept the
terms of the license agreement] en klikt
u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
• Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt waarmee u naar de website voor
klantenregistratie kunt gaan.
Zodra u zich hebt geregistreerd op de
website, kunt u veilige en nuttige
klantenondersteuning krijgen.
http://www.sony.net/registration/di
62
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
U kunt als volgt beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second
Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf van de computer te
plaatsen.
• Zie pagina 90 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Voer fase 1 tot en met 4 op pagina 62 tot en
met 66 uit om beelden te kopiëren.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de
software (bijgeleverd) installeren voordat u
doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u
de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
Met Windows 95/98/98 Second Edition/
NT/Me:
Deze camera is niet compatibel met deze
versies van het Windows-
besturingssysteem. Als u een computer
zonder Memory Stick-sleuf gebruikt,
gebruik dan een in de handel verkrijgbare
Memory Stick Reader/Writer om beelden
van een "Memory Stick Duo" naar uw
computer te kopiëren.
Als u beelden in het interne geheugen naar
de computer wilt kopiëren, kopieert u de
beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en kopieert u ze vervolgens naar de
computer.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats nikkel-
metaalhydridebatterijen met
voldoende capaciteit in de
camera of sluit de camera met de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de batterijen bijna leeg zijn, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de
batterijen leeg raken.
3 Druk op de (Weergave)-toets
om de camera en de computer in
te schakelen.
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
(Weergave)-toets
63
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
• In Windows XP/Vista wordt de wizard
AutoPlay automatisch weergegeven.
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit zijn
geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt,
stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage]
(pagina 55).
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
kan het scherm [Import Images] (pagina 71)
worden weergegeven. In dit geval kunt u
beelden rechtstreeks importeren met "Picture
Motion Browser".
• Voor Windows 2000 volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 65.
• Wanneer u Windows XP/Vista gebruikt en het
scherm met de wizard wordt niet automatisch
weergegeven, volgt u de procedure die wordt
beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar
een computer" op pagina 65.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Specifieke USB-kabel
2 Naar een USB-
aansluiting
1 Naar de
(USB) · A/V
OUT-aansluiting
Fase 3-A: Beelden kopiëren
naar een computer
Toegangs-
aanduidingen*
64
Beelden kopiëren naar de computer
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in fase 2,
klikt u op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] t [OK] wanneer het
scherm met de wizard
automatisch op de computer
wordt weergegeven.
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" wordt weergegeven.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen,
worden weergegeven.
• Als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst, worden de beelden weergegeven
die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat
deze niet worden gekopieerd en
klik op [Next].
Het scherm "Picture Name and
Destination" wordt weergegeven.
4 Selecteer de naam en de
bestemming van de beelden en
klik op [Next].
Het kopiëren van beelden wordt gestart.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1
2
1
2
1
2
65
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
5 Selecteer het keuzerondje naast
[Nothing. I’m finished working
with these pictures] en klik op
[Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het scherm met de wizard wordt
gesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de specifieke
USB-kabel los (pagina 67). Voer vervolgens
de procedure uit die wordt beschreven in
"Fase 2: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op pagina 63.
• Voor Windows XP/Vista volgt u de procedure
die wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 63.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren.
Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand en klik op [Copy] in
het snelmenu.
• Zie (pagina 67) voor meer informatie over
de opslaglocatie van de beeldbestanden.
Fase 3-B: Beelden kopiëren
naar een computer
1
2
2
1
66
Beelden kopiëren naar de computer
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "My Documents" en klik
op [Paste] in het snelmenu.
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 69).
In dit gedeelte wordt de procedure
beschreven om gekopieerde beelden in de
map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My
Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan
Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
[My Documents] op het bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
1
2
Fase 4: Beelden weergeven op
de computer
1
2
67
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• De specifieke USB-kabel loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op op de taakbalk.
2 Klik op (USB-apparaat voor
massaopslag) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen: alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
De USB-verbinding annuleren
Dubbelklik hier
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
68
Beelden kopiëren naar de computer
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd.
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.AVI
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
• Zie pagina 39 en 51 voor meer informatie over
mappen.
69
De computer gebruiken
Beeldbestanden opgeslagen op de computer
weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het
model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u een nieuwe map
met uw camera (pagina 51) en kopieert u
vervolgens het beeldbestand.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik op
[Rename] in het snelmenu. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is AVI. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het
snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik op [Paste] in het snelmenu.
• sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1
2
70
De "Picture Motion Browser" gebruiken
(bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit gedeelte bevat een beschrijving en
algemene instructies voor "Picture Motion
Browser".
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en
verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de
opnamedatum wijzigen en meer.
• Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of
opgeslagen met de datum ingevoegd.
• U kunt een datadisc maken met een CD-
schrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Raadpleeg de Help voor meer informatie over
"Picture Motion Browser".
Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start]
t [All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Help] t [Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram (Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
• Het bevestigingsbericht van de informatietool
verschijnt op het scherm wanneer u de "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de
hoogte van nieuws, zoals software-updates. U
kunt de instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het
scherm.
Voer de volgende procedure uit om beelden
vanaf de camera te importeren en weer te
geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
(Media
Check Tool)
in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
wanneer een "Memory Stick" wordt geplaatst
of wanneer de camera wordt aangesloten.
• Als het pictogram niet wordt
weergegeven: Klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows
2000: [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Tools] t
[Media Check Tool].
Overzicht "Picture Motion
Browser"
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
Algemene instructies
71
De computer gebruiken
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
2 Sluit de camera aan op de
computer met de specifieke USB-
kabel.
Als de camera automatisch is herkend,
verschijnt het scherm [Import Images].
• Zie eerst pagina 62 als u de Memory Stick-
sleuf gebruikt.
• Als in Windows XP/Vista de wizard
AutoPlay wordt weergegeven, sluit u deze
wizard.
3 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Zie pagina 74 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
Beelden weergeven
1 Geïmporteerde beelden
controleren
Wanneer het importeren is voltooid,
wordt de "Picture Motion Browser"
gestart. Er worden miniaturen van de
geïmporteerde beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven,
dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
1Klik op de tab [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn
opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen,
worden weergegeven, ingedeeld op
opnamedatum.
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste
maand.
Miniaturen van beelden die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum.
Miniaturen van beelden die op die dag
zijn opgenomen, worden weergegeven,
ingedeeld op uur.
72
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Scherm met weergave per jaar
Scherm met weergave per maand
Scherm met weergave per uur
• Als u beelden van een bepaald jaar of een
bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op
die periode aan de linkerkant van het
scherm.
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur
dubbelklikt u op een miniatuur om het
betreffende beeld in een afzonderlijk
venster weer te geven.
• U kunt weergegeven beelden bewerken door
op in de werkbalk te klikken.
Beelden weergeven op volledig
scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige
beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of
onderbreken, klikt u op in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u
op in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
1
2
3
4
73
De computer gebruiken
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Beelden kunnen worden opgeslagen op een
CD of DVD als datadisc.
• CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation
vereist.
• De volgende disc kan worden gebruikt om
een datadisc te maken.
–CD–R/RW (12 cm)
–DVD±R/RW (12 cm)
–DVD±R DL (12 cm)
1 Selecteer de beelden die u wilt
opslaan op de disc.
• Om opeenvolgende beelden te selecteren,
klikt u op het eerste beeld en houdt u de
"Shift"-toets ingedrukt terwijl u op het
laatste beeld klikt.
• Om twee of meer niet-opeenvolgende
beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"-
toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt.
2 Klik op de -toets in de
werkbalk.
Het scherm [Create Data Disc] verschijnt.
3 Klik op [Start].
4 Volg de instructies op het scherm
om verder te gaan met het maken
van de datadisc.
• Om de gewenste beelden toe te voegen,
sleep ze naar het scherm [Create Data Disc].
Alle beelden in een map selecteren
Klik op de tab [folders], klik met de
rechtermuisknop op het gewenste
mappictogram en selecteer [Create Data
Disc]. Alle beelden in een map kunnen
worden geselecteerd.
Als uw stilstaande beelden positie-
informatie bevatten, kunt u de beelden
bekijken op online kaarten met
Kaartweergave.
• Om de kaartweergavefunctie te gebruiken
moet uw computer over een
internetverbinding beschikken.
1 Selecteer een miniatuur met .
2 Klik op .
Het hoofdvenster voor de kaartweergave
verschijnt.
• Kaarten en satellietbeelden ondersteund
door de kaartendienst Google Maps.
• U kunt later positie-informatie toevoegen
aan stilstaande beelden met behulp van de
Kaartweergave. Raadpleeg de helpfunctie
van Kaartweergave voor meer informatie.
Een datadisc maken Kaartweergave gebruiken om
stilstaande beelden op een
kaart weer te geven
74
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Beelden die op de computer zijn
opgeslagen, voorbereiden voor
weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert
u de map met de beelden als een van de
"Viewed folders".
1 Klik op in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in
het menu [File].
Het scherm met instellingen voor registratie
van "Viewed folders" wordt weergegeven.
2 Geef de map op met beelden die
moeten worden geïmporteerd om
de map te registreren als een van
de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de
database.
• Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
Wijzigen van "Folder to be imported"
Als u de "Folder to be imported" wilt
wijzigen, opent u het scherm "Import
Settings".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in
het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images"
wordt weergegeven.
2 Selecteer de "Folder to be
imported".
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen uit
de mappen die zijn geregistreerd als
"Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden
bijwerken
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u
[Update Database] in het menu [Tools].
• Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt,
kunnen deze niet worden weergegeven
met deze software. Werk in dit geval de
database bij.
Beelden opslaan met de datum
ingevoegd
1 Dubbelklik op een beeld om het weer te
geven.
2 Klik op en selecteer [Insert Date] in
de vervolgkeuzelijst.
3 Selecteer de gewenste kleur en positie en
klik op [OK].
4 Klik op om op te slaan.
Andere functies
75
De computer gebruiken
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Beelden afdrukken met de datum
ingevoegd
1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt
afdrukken.
2 Klik op in de werkbalk.
3 Klik op het selectievakje van [Print date
taken] bij de afdrukopties.
4 Klik op [Print].
1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in
Windows 2000: [Start] t [Settings] t
[Control Panel]) en dubbelklik op [Add/
Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000: klik op
[Change/Remove]) om de installatie
ongedaan te maken.
"Picture Motion Browser"
verwijderen
76
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Er zijn twee functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Mass Storage]
(standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte
wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven.
Zie pagina 55 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 62.
2 Sluit de specifieke USB-kabel
aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 63.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM] t de map met de beelden die
u wilt kopiëren.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 67 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
77
De computer gebruiken
De Macintosh-computer gebruiken
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• De specifieke USB-kabel loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" naar het pictogram "Trash".
De verbinding tussen de camera en de
computer is verbroken.
De USB-verbinding annuleren
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
78
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]-
functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat
u begint met afdrukken (pagina 93).
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
software "Picture Motion Browser" en de beelden afdrukken.
U kunt beelden afdrukken met de datum ingevoegd (pagina 75).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een aanduiding (afdrukmarkering) aanbrengen op de
beelden die u wilt afdrukken.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 79)
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer
Beelden afdrukken met een computer
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 83)
79
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden in kleiner formaat
afdrukken op één afdrukvel. U kunt een
aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• De functie voor het afdrukken van een index is
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de
printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk
van de printer.
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding ongeveer vijf seconden
knippert op het scherm van de camera
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de specifieke
USB-kabel.
• U kunt het beste volledig opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen of een
netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer (Setup).
3 Selecteer [ ] (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.]
met v/V/B.
4 Selecteer [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regeltoets
MENU-toets
2
80
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding weergegeven.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Nadat fase 2 is voltooid, wordt het
afdrukmenu weergegeven, ongeacht de
stand van de modusknop.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden
afgedrukt.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een aanduiding
(afdrukmarkering) worden afgedrukt
(pagina 83), ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
De markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt
op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Naar de USB-
aansluiting
2
Naar de
(USB) · A/V
OUT-aansluiting
Specifieke USB-
kabel
Fase 3: Afdrukken
81
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v/V/b/B.
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te
drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 56). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de specifieke USB-kabel niet los
wanneer de aanduiding (PictBridge-
aansluiting) op het scherm wordt
weergegeven.
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens
het gewenste beeld met v/V en voer de
procedure uit vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(pagina 79) en "Fase 2: De camera
aansluiten op de printer" (pagina 80) uit en
ga als volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Selecteer [Annul.] om het
afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt
verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk
vervolgens op z.
-
aanduiding
82
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
v/V en druk vervolgens op z.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v/V/b/B en druk vervolgens op z
om de markering weer te geven. (Als u
meer beelden wilt selecteren, herhaalt u
deze procedure.) Druk vervolgens op
MENU.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 80) uit.
83
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een aanduiding
(afdrukmarkering) op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een aanduiding
(
afdrukmarkering) kunt aanbrengen op
beelden op de "Memory Stick Duo" die u
later wilt afdrukken.
• U kunt de beelden met de aanduiding
(afdrukmarkering) ook afdrukken op een printer
die compatibel is met de DPOF-norm (Digital
Print Order Format) of op een PictBridge-
compatibele printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
Een aanduiding (afdrukmarkering)
wordt weergegeven op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
84
Afdrukken bij een fotowinkel
1 Geef het indexscherm weer
(pagina 29).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
Een groene markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren,
selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u
[Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
indexfunctie
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en
druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en
druk vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
(groen)
85
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de
beeldgegevens in het interne geheugen worden gecontroleerd.
1 Controleer de items op pagina 86 tot en met 95.
2 Verwijder de batterijen uit de camera, plaats deze na ongeveer een minuut
terug en schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 54).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Batterijen en stroomvoorziening
86
Stilstaande beelden/films
opnemen 87
Beelden weergeven 89
Beelden verwijderen/bewerken 90
Computers 90
Picture Motion Browser 91
"Memory Stick Duo" 92
Intern geheugen 92
Afdrukken 93
PictBridge-compatibele printer 93
Overige 95
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
86
Problemen oplossen
De aanduiding voor resterende batterijlading is onjuist, of er wordt voldoende
resterende batterijlading aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, kunnen de polen van de batterijen of de
aansluitpunten in het batterijvak vuil zijn zodat de batterijen niet voldoende worden
opgeladen. Maak deze schoon met bijvoorbeeld een wattenstaafje (pagina 101).
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, verschilt de weergegeven resterende
tijdsduur van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het geheugeneffect (pagina 101),
enzovoort. Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijen volledig op
zodat de weergegeven tijdsduur juist is.
De batterijen lopen te snel leeg.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, laad ze dan voldoende op.
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u de klep van de batterij/
"Memory Stick Duo" opent.
• Dit is normaal. Schakel de camera uit voordat u de klep van de batterij/"Memory Stick Duo"
opent.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de batterijen op de juiste manier.
• Sluit de netspanningsadaptor juist aan (niet bijgeleverd).
• De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de
camera opnieuw in.
• De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen.
Batterijen en stroomvoorziening
87
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 28).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusknop op , , , , , , , , wanneer u stilstaande beelden
wilt opnemen.
• Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen.
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op (Weergave) om de
opnamefunctie (pagina 28) te wijzigen.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/70 cm voor telefoto (T) (pagina 21).
• (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
De zoomfunctie werkt niet.
• De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of
[3:2].
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
• De zoomvergrotingsfactor kan niet worden gewijzigd tijdens het opnemen van films.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 21).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] (pagina 37).
– (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) is geselecteerd bij de scènekeuzefunctie
(pagina 26).
– U neemt films op.
• Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer (Landschap), (Strand) of
(Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 21).
Stilstaande beelden/films opnemen
88
Problemen oplossen
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
• Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
normaal.
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
• (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
Kan geen data aan beelden toevoegen.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
(pagina 94). U kunt beelden afdrukken of opslaan met de datum door "Picture Motion
Browser" te gebruiken (pagina 74).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 23).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina's 16, 54).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 33) of pas de belichting aan (pagina 23).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 23).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 32).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
89
Problemen oplossen
Problemen oplossen
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 48).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 28).
• De batterijen zijn bijna leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Druk op de (Weergave)-toets (pagina 28).
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 69).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 67).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De DISP-knop is uitgeschakeld (pagina 16).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 56).
• Controleer de aansluiting (pagina 57).
Beelden weergeven
90
Problemen oplossen
De camera kan een beeld niet verwijderen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 41).
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
• Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 40) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 99) om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist.
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
• Films kunnen geen ander formaat krijgen.
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 60 voor Windows en pagina 76 voor
Macintosh.
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de Memory Stick
Reader/Writer. Gebruikers met een Memory Stick Reader/Writer van een andere fabrikant dan
Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 63 en 76). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de batterijlading laag is, plaatst u nieuwe nikkel-metaalhydridebatterijen of gebruikt u de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 55).
• Gebruik de specifieke USB-kabel (bijgeleverd) (pagina 63).
• Koppel de specifieke USB-kabel los van de computer en de camera en sluit de kabel opnieuw
stevig aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 63).
Beelden verwijderen/bewerken
Computers
91
Problemen oplossen
Problemen oplossen
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 63).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 63 en 76).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 51).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser"
niet automatisch gestart.
• Start "Media Check Tool" (pagina 70).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 63).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Raadpleeg de helpfunctie als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 62).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 67).
• Voer de bewerking correct uit (pagina 69).
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
• Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de
database bijwerken (pagina 74).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "Wijzigen van "Folder to be
imported"" op pagina 74 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
Picture Motion Browser
92
Problemen oplossen
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
• Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in
"Viewed folders" (pagina 74).
Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum
1 januari.
• U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 56).
De markering verschijnt.
• Als u beeldbestanden/mappen met andere software hebt hernoemd of verwijderd, worden de
registratiegegevens van beelden niet bijgewerkt. Als u de registratiegegevens van beelden wilt
bijwerken, selecteert u [Update Database] in het menu [Tools].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden
gewist (pagina 99).
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder hem.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
"Memory Stick Duo"
Intern geheugen
93
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat
[16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• U kunt beelden afdrukken met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken
(pagina 75).
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over
de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-
gegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor meer
informatie over de compatibiliteit met Exif-gegevens.
• Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 55).
• Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt
weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Afdrukken
PictBridge-compatibele printer
94
Problemen oplossen
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de specifieke USB-kabel.
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet
kunt afdrukken, koppelt u de specifieke USB-kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens
weer in en sluit u de specifieke USB-kabel weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• U hebt de specifieke USB-kabel losgekoppeld voordat het pictogram (PictBridge-
aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 81).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat
wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 81) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
95
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
• Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
• Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen en schakel de camera opnieuw in.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen of de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 56).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 56).
Overige
96
Waarschuwingsmeldingen
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De batterijen zijn bijna leeg. Laad de
nikkel-metaalhydridebatterijen
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
batterijen, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende batterijlading
is voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 99).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 99).
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina 50 en 51).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen (pagina 99).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 28).
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in het interne
geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in deze map.
• U hebt de handelingen voor het
kopiëren van beelden vanaf de computer
niet juist uitgevoerd (pagina 69).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina 51, 52).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Berichten
97
Problemen oplossen
Waarschuwingsmeldingen
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de geselecteerde map. Selecteer een
andere map (pagina 52).
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 41).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwing)
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser of bevestig de camera op een
statief om de camera te stabiliseren.
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge] terwijl de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
compatibel is met PictBridge.
Controleer het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de specifieke USB-kabel los en
sluit deze weer aan. Als een foutbericht
wordt weergegeven op de printer, moet
u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd beelden af te
drukken voordat de printer was
aangesloten. Sluit een PictBridge-
compatibele printer aan.
Geen afdrukbaar beeld
• U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te
voeren zonder een DPOF-
afdrukmarkering op de beelden aan te
brengen.
• U hebt geprobeerd [Alle in deze map]
uit te voeren terwijl een map was
geselecteerd die alleen films bevat. U
kunt films niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
specifieke USB-kabel niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
98
Overige
De camera in het buitenland gebruiken
— Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) in elk land/elke regio
gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat hierdoor
een storing kan optreden.
99
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor de
"Memory Stick Micro".
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK
is gezet met een puntig voorwerp.
Bepaalde "Memory Stick Duo"-kaarten
hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk
van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt.
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• U kunt het beste een reservekopie (back-up) van
belangrijke gegevens maken.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
Type "Memory Stick" Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick —
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1
Memory Stick PRO —
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2
Aansluiting
Schrijfbeveiligings-
schakelaar
Memogebied
100
Over de "Memory Stick"
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over het gebruik van de
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat plaatst zonder een Memory
Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk
dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst. Duw hem volledig in
de adapter. Als u hem verkeerd plaatst, kan dit
storingen veroorzaken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er
rekening mee dat de apparatuur kan worden
beschadigd door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 8 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
• Om een "Memory Stick Micro" te gebruiken
met deze camera, hebt u een Duo-M2-adapter
nodig. Plaats de "Memory Stick Micro" in de
Duo-M2-adapter en steek de adapter in de
Memory Stick Duo-sleuf. Als u een "Memory
Stick Micro" rechtstreeks in deze camera plaatst
zonder een Duo-M2-adapter te gebruiken, is het
mogelijk dat u deze niet weer uit de camera kunt
halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
101
Overige
Over de batterijen
Batterijen die u kunt en niet kunt
gebruiken in de camera
A: bijgeleverd
B: ondersteund
C: oplaadbaar
*1
NH-AA-2DB-dubbelpak, enzovoort
*2
Voordat u de batterijen gebruikt, leest u best de
volgende voorzorgsmaatregelen voor de
verschillende soorten batterijen door.
Voor niet-ondersteunde batterijen kan een
juiste werking niet worden gegarandeerd als
het voltage plotseling daalt of als er
problemen optreden wegens de batterij.
Over nikkel-metaalhydridebatterijen
• Trek de buitenste labels niet los en beschadig de
batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan
de buitenste labels gedeeltelijk of geheel zijn
verwijderd, of batterijen die op een of andere
manier zijn gescheurd. Dergelijke batterijen
kunnen lekken, ontploffen of oververhit raken,
waardoor brandwonden en ander persoonlijk
letsel kunnen worden veroorzaakt. Dergelijke
batterijen kunnen ook de batterijlader
beschadigen.
• Draag of bewaar de nikkel-
metaalhydridebatterijen niet met metalen
objecten. Bij metalen voorwerpen kunnen de
plus- en minpolen (+ en -) kortsluiten, waardoor
het risico op verhitting en brand bestaat.
• Als de polen van de nikkel-
metaalhydridebatterijen vuil zijn, is het
mogelijk dat de batterijen niet goed worden
opgeladen. Veeg deze schoon met een droge
doek, enzovoort.
• Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkel-
metaalhydridebatterijen lange tijd niet zijn
gebruikt, kunnen de batterijen wellicht niet
volledig worden opgeladen. Dit is een kenmerk
van dit type batterijen en geen defect. Als dit
gebeurt, moet u meerdere keren de lading
volledig opgebruiken en de batterijen opnieuw
opladen om het probleem te verhelpen.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt
voordat de bestaande lading volledig is
opgebruikt, kan de waarschuwingsaanduiding
voor zwakke batterijen eerder dan verwacht
worden weergegeven. Dit wordt het
"geheugeneffect"* genoemd. Als dit probleem
zich voordoet, kan het worden verholpen door
de batterijen pas op te laden nadat de bestaande
lading is opgebruikt.
* Het "geheugeneffect" - de situatie waarin de
maximale lading van een batterij tijdelijk
lager is.
• Als u de lading van de batterijen volledig wilt
opgebruiken, zet u de camera in de
weergavefunctie voor de diavoorstelling
(pagina 42) en laat u deze hierin staan totdat de
lading van de batterijen volledig is opgebruikt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen
tegelijkertijd.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet waterbestendig.
Efficiënt gebruik van nikkel-
metaalhydridebatterijen
• Batterijen lopen leeg ook al worden ze niet
gebruikt. We raden aan de batterijen op te laden
voordat u ze gebruikt.
• De prestaties van de batterijen kunnen
verminderen bij lage omgevingstemperaturen.
De levensduur wordt in dat geval verkort. Om de
levensduur van de batterijen te verlengen, raden
wij aan ze in het omhulsel te laten, in een zak
dichtbij uw lichaam om ze te verwarmen. Plaats
de batterijen pas in uw camera juist voordat u
begint met opnemen.
Type batterij A B C
HR 15/51:HR6-nikkel-
metaalhydridebatterijen
(AA-formaat)
*1*2
aaa
LR6-
alkalinebatterijen
(AA-formaat)
———
ZR6 (AA-formaat)
primaire oxy-
nikkelbatterij
———
Lithiumbatterijen — — —
Mangaanbatterijen — — —
Nikkel-
cadmiumbatterijen
———
102
Over de batterijen
• Als de polen van de batterijen en de
aansluitpunten van het batterijvak van de camera
vuil zijn, kan dat de levensduur van de batterijen
erg verkorten. Veeg deze regelmatig schoon met
een droge doek enz. om ze schoon te houden.
• Als u veel opneemt met de flitser en de zoom
zullen de batterijen sneller leeg zijn.
• We raden aan om reservebatterijen bij de hand te
houden voor twee tot drie keer de verwachte
opnametijd en om een testopname te maken
voordat u de camera werkelijk begint te
gebruiken.
Levensduur van nikkel-
metaalhydridebatterijen
• De levensduur van batterijen is beperkt. Het
vermogen van de batterijen vermindert beetje bij
beetje als u ze meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt. Wanneer de capaciteit van de
batterijen opmerkelijk lager lijkt, kan het zijn
dat de batterijen het einde van hun levensduur
hebben bereikt.
• De levensduur van een batterij is afhankelijk van
de bewaarplaats, de gebruiksomstandigheden en
de omgeving en verschilt van batterij tot batterij.
103
Overige
Over de batterijlader
Over de batterijlader
• Laad geen andere dan Sony nikkel-
metaalhydridebatterijen op met de batterijlader
bijgeleverd bij uw camera. Als u een ander soort
batterijen probeert op te laden (bv.
mangaanbatterijen, alkalinebatterijen, primaire
lithiumbatterijen of Ni-Cd-batterijen) dan de
opgegeven batterijen, kunnen deze andere
batterijen lekken, overhit raken of ontploffen en
daarbij risico op brandwonden en andere
verwondingen met zich meebrengen.
• Verwijder de opgeladen batterijen uit de
batterijlader. Als u ze toch blijft opladen,
kunnen ze lekken, overhit raken, ontploffen of
elektrische schokken veroorzaken.
• Wanneer u een andere batterij met hoge
capaciteit oplaadt dan de bijgeleverde batterij
met de bijgeleverde batterijlader, is het mogelijk
dat de volledige capaciteit van de batterij niet
beschikbaar is.
• Wanneer het lampje CHARGE oplicht, kan dit
op een batterijfout duiden of op het feit dat er
andere batterijen dat het opgegeven type in de
batterijlader zijn geplaatst. Controleer of de
batterijen van het opgegeven type zijn. Als de
batterijen van het opgegeven type zijn, verwijder
dan alle batterijen, vervang ze door nieuwe of
andere batterijen en controleer of de
batterijlader correct werkt. Als de batterijlader
correct werkt, kan er een batterijfout zijn
opgetreden.
• Als de batterijlader vuil is, is het mogelijk dat
het laden niet correct is uitgevoerd. Maak de
batterijlader schoon met een droge doek, enz.
104
Index
Index
A
Aanduiding ...........................12
Aanduiding voor AE/AF-
vergrendeling.................19
AF-bereikzoekerframe..........19
Afdrukken.............................78
Enkelbeeldfunctie..........79
Indexfunctie...................79
Afdrukken bij een fotowinkel
.......................................83
Afdrukken in enkelbeeldfunctie
.......................................79
Afdrukken in indexfunctie....79
Afdrukmarkering ..................83
Afspelen................................28
AF-vergrendeling..................19
AF-verlicht. .........................48
Altijd flitsen..........................21
Ander form. .........................43
Auto Review .........................49
Autom. instellen ...................19
Autom. instellen-functie.......18
Automatische scherpstelling...6
AVI .......................................68
B
Batterij ................................101
Batterijlader ........................103
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen ..............67
Beelden kopiëren naar de
computer........................62
Beeldformaat ....................9, 24
Beeldkwaliteit...................9, 36
Belichting ...............................7
Bestandopslaglocatie ............ 67
Bestandsextensie...................69
Bestandsnaam.......................67
Bestandsnr. ..........................55
Besturingssysteem ..........60, 76
Beveiligen.............................40
Bewolkt................................ 34
Bezig met aansluiten
Computer ...................... 63
Printer ........................... 80
TV................................. 57
Burst..................................... 37
C
Camera................................. 47
Camera vasthouden.......... 6, 19
CD-ROM.............................. 61
Compressieverhouding........... 9
Computer ............................. 59
Aanbevolen omgeving
................................ 60, 76
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 69
Beelden kopiëren .... 62, 76
Macintosh ..................... 76
Software........................ 61
Windows ....................... 59
D
Daglicht................................ 35
Datum................................... 56
Diafragma .............................. 7
Diavoorstelling..................... 42
Digitale zoom....................... 47
DirectX................................. 60
DPOF ................................... 83
Dradenkruis van de
puntlichtmeting............. 33
E
EV ........................................ 23
EV aanpassen....................... 23
F
Fijn....................................... 36
Films opnemen .....................18
Flitser....................................34
Flitsfunctie............................21
Flitsniveau ............................38
Fluorescerend .......................34
Formatteren .................... 50, 51
Functiegids ...........................48
G
Gloeilamp .............................34
H
Half indrukken........................6
Hoge gevoeligheid................26
I
Indexscherm .........................29
Initialiseren...........................54
Installeren .............................61
Intern geheugen ....................17
Intern geheugen-tool ............50
ISO ...................................7, 35
J
JPG .......................................68
K
Kaartweergave......................73
Kleur.......................................8
Kleurfunctie..........................32
Klokinstel. ...........................56
Kopiëren ...............................53
L
Landschap.............................26
LCD-scherm .........................16
LCD-verlicht ........................ 54
Lgz synchro ..........................21
Lichtmeetfun. ......................33
105
Index
Index
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................33
M
Macintosh-computer .............76
Aanbevolen omgeving...76
Macro....................................21
Map.......................................39
Maken............................51
Wijzigen ........................52
Mass Storage.........................55
"Memory Stick Duo" ............99
Memory Stick tool................51
Menu.....................................30
Items ..............................31
Opnemen .......................32
Weergeven .....................39
Menu voor opnemen .............32
Menu voor weergeven...........39
Mode.....................................37
N
Natuurlijk ..............................32
Netspanningsadapter.............11
Niet flitsen ............................21
NTSC ....................................56
O
Onderbelichting ......................7
Onderdelen en
bedieningselementen .....10
Opn.functie ...........................37
Opnamemap maken ..............51
Opnamemap wijz. ................52
Opnemen
Film ...............................19
Stilstaand beeld..............19
Optische zoom ................20, 47
Overbelichting ........................7
P
PAL....................................... 56
PC......................................... 59
PictBridge.......................55, 79
Picture Motion Browser ....... 70
Pieptoon ............................... 54
Pixel........................................9
Precisie-digitale-zoomfunctie
......................................47
Problemen oplossen ............. 85
PTP....................................... 55
Punt-lichtmeting................... 33
R
Rechtstreeks afdrukken ........ 79
Rode-ogeneff. ...................... 48
Roteren ................................. 44
S
Scènekeuze........................... 25
Schemer................................ 26
Schemer-portret.................... 26
Scherm
Aanduiding.................... 12
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm..... 16
Schermweergave wijzigen
......................................16
Scherpstellen ..........................6
Scherpte................................ 38
Schrijfbeveiligingsschakelaar
......................................99
Sepia..................................... 32
Setup......................... 38, 44, 46
Camera.......................... 47
Intern geheugen-tool..... 50
Memory Stick tool ........ 51
Setup 1 .......................... 54
Setup 2 .......................... 55
Setup 1.................................. 54
Setup 2.................................. 55
Slimme-zoomfunctie ............47
Sluitertijd ................................7
Sneeuw .................................26
Soft Snap ..............................26
Software..........................61, 70
Specifieke A/V-kabel ............57
Specifieke USB-kabel.....63, 80
Sprekend ...............................32
Standaard ..............................36
Strand....................................26
T
Taal .......................................54
Terugspoelen/snel
vooruitspoelen ...............28
Trimmen ...............................45
TV.........................................57
U
USB · A/V OUT-aansluiting
.......................................10
USB-aansl. ...........................55
V
VGA......................................24
Video-uit ...............................56
Volume..................................28
W
Waarschuwingsmeldingen ....96
Wazige beelden.......................6
WB........................................34
Weergavezoom......................28
Windows-computer...............59
Aanbevolen omgeving...60
Wissen...................................28
Formatteren .............50, 51
Witbalans..............................34
106
Index
Z
Zelfontspanner......................22
Zoom ....................................20
Z-W ......................................32
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.

Documenttranscriptie

VKLIK! Inhoud Basishandelingen Het menu gebruiken Digitale camera Cyber-shot-handboek DSC-S800 Lees dit handboek, de "Gebruiksaanwijzing" en de "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later nog als referentiemateriaal nodig hebt. Het Setup-scherm gebruiken Beelden bekijken op een televisiescherm De computer gebruiken Stilstaande beelden afdrukken Problemen oplossen Overige Index © 2007 Sony Corporation 3-198-860-72(1) NL Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick". "Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera. "Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera. U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken. • Zie pagina 99 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo". Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen. Memory Stick Duo-adapter Opmerkingen over de nikkelmetaalhydridebatterij • Laad beide nikkel-metaalhydridebatterijen (bijgeleverd) op voordat u de camera voor de eerste keer gebruikt. • De batterijen kunnen worden opgeladen, ook al zijn ze niet volledig leeg. Zelfs als de batterijen niet volledig opgeladen zijn, kunt u de gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de batterijen zo gebruiken. 2 • Als u van plan bent de batterijen lange tijd niet meer te gebruiken, gebruik de resterende lading dan op, verwijder de batterijen uit de camera en bewaar ze op een koude, droge plaats. Zo wordt de werking van de batterijen behouden (pagina 101). • Zie pagina 101 voor meer informatie over de bruikbare batterijen. Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens • Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Deze camera heeft een krachtige zoomlens. Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit. De beelden in dit handboek De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2 Basistechnieken voor betere beelden .......................................................6 Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 6 Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 7 Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 8 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ........................................... 9 Onderdelen en bedieningselementen .....................................................10 Aanduidingen op het scherm ..................................................................12 De schermweergave wijzigen..................................................................16 Het interne geheugen gebruiken .............................................................17 Basishandelingen De modusknop gebruiken .......................................................................18 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).....................19 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................25 Beelden weergeven/verwijderen .............................................................28 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken ................................................................30 Menu-items ..........................................................................................31 Menu voor opnemen ...............................................................................32 COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen (Setup): De Setup-items wijzigen 3 Inhoud Menu voor weergeven............................................................................. 39 (Map): De map voor beelden weergeven selecteren - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer (Dia): Een reeks beelden afspelen (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren (Setup): De Setup-items wijzigen Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken ............................................................... 46 Camera .............................................................................................. 47 Digitale zoom Functiegids Rode-ogeneff. AF-verlicht. Auto Review Intern geheugen-tool ......................................................................... 50 Formatteren Memory Stick tool.............................................................................. 51 Formatteren Opnamemap maken 1 Setup 1............................................................................................... 54 LCD-verlicht Pieptoon 2 Opnamemap wijz. Kopiëren Taal Initialiseren Setup 2............................................................................................... 55 Bestandsnr. USB-aansl. Video-uit Klokinstel. Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm............................................... 57 4 Inhoud De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer........................................................59 De software (bijgeleverd) installeren .......................................................61 Beelden kopiëren naar de computer .......................................................62 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo") ...................................................69 De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)..............................70 De Macintosh-computer gebruiken .........................................................76 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken ................................................................78 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer ......................................................................................................79 Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................83 Problemen oplossen Problemen oplossen................................................................................85 Waarschuwingsmeldingen ......................................................................96 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............98 Over de "Memory Stick" ..........................................................................99 Over de batterijen..................................................................................101 Over de batterijlader..............................................................................103 Index Index......................................................................................................104 5 Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop (pagina 18), de menu's (pagina 30), enzovoort beschreven. Scherpstellen Scherpstellen op een onderwerp Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop volledig in. Druk de sluiterknop half in. Aanduiding voor AE/ AF-vergrendeling knippert , brandt/ piept Druk vervolgens de sluiterknop volledig in. Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder). Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht. 6 Basistechnieken voor betere beelden Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingsindex) = opnamegevoeligheid Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies. EV aanpassen: Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 23). Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 33). De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingsindex) ISO-gevoeligheid is een meting die berekent hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISOgevoeligheid. Zie pagina 35 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is. 7 Basistechnieken voor betere beelden Kleur De effecten van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen Weer/lichtbron Kenmerken van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Wit (standaard) Blauwachtig Groenachtig Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 34). 8 Basistechnieken voor betere beelden Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 8M 3264 3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels 640 2448 480 Pixels 2 Beeldformaat: VGA (E-mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24) Pixel Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3formaat Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 36) U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. 9 Onderdelen en bedieningselementen Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. 1 2 5 6 7 6 1 7 2 8 3 9 3 8 4 0 5 4 A Sluiterknop (19) qa B Modusknop (19) qf qs C Microfoon qd D Lens A E POWER-toets B LCD-scherm (16) F POWER-lampje C MENU-toets (30) G Flitser (21) H Zelfontspannerlampje (22)/AFverlichter (48) (Weergave)-toets (28) • Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven. D DISP-knop (16) • Houd DISP langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te selecteren. E Toegangslampje F Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20) Voor weergeven: / (weergavezoom)-toets / (index)toets (28, 29) G (USB) · A/V OUT-aansluiting (zijkant) H Bevestigingsoog voor de polsriem I Regeltoets Menu aan: v/V/b/B/z (30) Menu uit: / / / (21-23) J -toets (Beeldformaat/ Verwijderen) (24, 28) K Luidspreker 10 Onderdelen en bedieningselementen L Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. M Klep voor accu/"Memory Stick Duo" N Klep van netspanningsadaptersnoer Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) 1 2 3 5 4 • Zorg ervoor dat het snoer niet beklemd raakt wanneer u de klep sluit. • U kunt de nikkel-metaalhydridebatterijen niet opladen met de netspanningsadapter AC-LS5K. Gebruik de batterijlader om de nikkel-metaalhydridebatterijen op te laden. 11 Aanduidingen op het scherm Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. A Scherm Bij opname van stilstaande beelden Aanduiding Resterende acculading AE/AF-vergrendeling (19) z Opnamefunctie (19, 37) Witbalans (34) WB STBY OPNEMEN Stand-by/film opnemen Modusknop (scènekeuze) (25) Modusknop (Autom. Programma) (18) Bij opname van films Camerafunctie SL Flitsfunctie (21) Flitser wordt opgeladen 1.3 Zoomvergrotingsfactor (20, 47) Rode-ogeneffect beperken (48) Scherpte (38) ON AF-verlichter (48) Lichtmeetfunctie (33) RICH NATURAL SEPIA B&W Kleurfunctie (32) B Scherm Aanduiding Macro (21) Aanpassingsbalk voor belichtingswaarde (23) • De weergave wordt gewijzigd, afhankelijk van de stand van de modusknop (links weergegeven). V Donkerder v Helderder 12 Richtlijn voor belichtingswaarde (23) Aanduidingen op het scherm C E Scherm 8M 3:2 5M 3M 2M VGA Aanduiding Scherm Aanduiding Beeldformaat (24) 125 Sluitertijd F2.8 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (23) 16:9 FINE STD 101 Beeldkwaliteit (36) Opnamemap (51) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit Menu (30) (niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina) Resterende "Memory Stick"-capaciteit 00:00:00 [00:28:25] Opnameduur [maximale opnameduur] 400 Resterend aantal opneembare beelden Zelfontspanner (22) ISO-waarde (35) D Scherm Aanduiding Trillingswaarschuwing • Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 6). E Waarschuwing voor zwakke batterijen (96) + Dradenkruis van de puntlichtmeting (33) AF-bereikzoekerframe 13 Aanduidingen op het scherm Bij weergave van stilstaande beelden A Scherm Aanduiding Resterende acculading Opnamefunctie (19) 8M 3:2 5M 3M 2M VGA Beeldformaat (24) 16:9 Weergavefunctie Beveiligen (40) - Afdrukmarkering (DPOF) (83) Bij weergave van films Map wijzigen (39) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 1.3 Zoomvergrotingsfactor (28) N Weergeven (28) Volume (28) B Scherm Aanduiding 101-0012 Map-bestandsnummer (39) Weergavebalk 14 Aanduidingen op het scherm C Scherm 101 E Aanduiding Scherm Aanduiding PictBridge-aansluiting (80) 2007 1 1 9:30 AM Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld Opnamemap (51) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 101 Weergavemap (39) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. DPOF Menu (30) VORIGE/ Beelden selecteren VOLGENDE VOLUME Volume aanpassen Resterende interne geheugencapaciteit Resterende "Memory Stick"-capaciteit 8/8 12/12 Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in geselecteerde map 00:00:12 Teller D Scherm Aanduiding PictBridge-aansluiting (81) • Koppel de specifieke USBkabel niet los als het pictogram wordt weergegeven. +2.0EV Belichtingswaarde (23) ISO-waarde (35) Lichtmeetfunctie (33) Flitser WB Witbalans (34) 500 Sluitertijd F2.8 Diafragmawaarde 15 De schermweergave wijzigen DISP-knop (Schermweergave) Wanneer u op de DISP-knop drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd. Aanduidingen uit Aanduidingen aan 16 • Als u langer op de DISP-knop drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het LCD-scherm verhogen. Het interne geheugen gebruiken De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 54 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B Intern geheugen [Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen. Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 53). Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer Voer de procedure op pagina 62 tot en met 65 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. • U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. 17 Basishandelingen De modusknop gebruiken Zet de modusknop op de gewenste functie. Gidsmarkering Zet op de gewenste functie. Modusknop Regeltoets : Films opnemen t pagina 19 Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Autom. instellen-functie Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. t pagina 19 : Autom. Programma-functie Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare functies t pagina 31) : scènekeuzefunctie Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène. t pagina 25 Functiegids Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven (pagina 48). 18 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) v/V/b/B-toets Sluiterknop Modusknop z-toets Zoomtoets Basishandelingen Regeltoets -toets (Beeldformaat) 1 Selecteer een functie met de modusknop. Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer Film: selecteer . . 2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe. 3 Maak een foto met de sluiterknop. Stilstaand beeld: 1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen. De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden. 2Druk de sluiterknop volledig in. U hoort het geluid van de sluiter. Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling 19 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Film: Druk de sluiterknop volledig in. Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in. Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen • De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand. • Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/ AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp. U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen: – – – – – – – Ver van de camera en donker Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. Gezien door glas Snel bewegend Weerkaatsend licht of glanzend Knipperend Met tegenlicht De zoomfunctie gebruiken Druk op de zoomtoets. • Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 6×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 47 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt. 20 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden) Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. Basishandelingen (Geen aanduiding): Flitser Auto Gaat af wanneer er niet voldoende licht is (standaardinstelling) : Altijd flitsen SL : Lgz synchro (Altijd flitsen) De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht. : Niet flitsen • De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast. • Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven. Macro (Close-upopname maken) Druk op B ( ) op de regeltoets. Druk nogmaals op B om te annuleren. (Geen aanduiding): Macro Uit : Macro Aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 70 cm of verder) Macro • U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant. • Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld. • De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag. 21 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) De zelfontspanner gebruiken Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken : De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt. Zelfontspannerlampje Druk nogmaals op V om te annuleren. • Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt. 22 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) EV (De belichting handmatig aanpassen) Druk op b ( ) op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de belichting aan te passen. Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de b-toets. Naar + • Zie pagina 7 voor meer informatie over de belichting. • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld. Basishandelingen Naar – 23 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Het beeldformaat wijzigen Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren. Zie pagina 9 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Beeldformaat Richtlijnen 8M (3264×2448) Max. formaat is A3 (11×17") 3:21) (3264×2176) Net als beeldverhouding 3:2 5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10") 3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7") 2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6") VGA (640×480) Voor e-mail 16:92) (1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV3) Aantal beelden Afdrukken Minder Fijn Meer Ruw 1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort. 2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 93). 3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere kwaliteit. 24 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Sluiterknop Modusknop , Basishandelingen 1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , , ). • Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies. 2 Maak een foto met de sluiterknop. De scènekeuzefunctie annuleren Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie (pagina 18). 25 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Scènekeuzefuncties De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden. Hoge gevoeligheid Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht. Schemer* Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. Landschap Soft Snap Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht. Schemer-portret* Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. * De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken. 26 Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen. Strand Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. Sneeuw Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen. Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven. ( : u kunt de gewenste instelling selecteren) Macro Flitser Witbalans Burst Flitsniveau SL — — Autom./ WB — — / — Basishandelingen — / / 27 Beelden weergeven/verwijderen v/V/b/B-toets / -toets (Index/ Weergavezoom) -toets (Weergavezoom) z-toets Regeltoets (Weergave)-toets MENU-toets -toets (Verwijderen) 1 Druk op de (Weergave)-toets. Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie. 2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets. Film: Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normaal afspelen.) Druk op v/V om het volume aan te passen. Beelden verwijderen 1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op 2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z. Het verwijderen annuleren Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z. Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom) Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken. Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z • Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 45) 28 (Verwijderen). Beelden weergeven/verwijderen Indexscherm weergeven Druk op (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z. 1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op [Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z. (Verwijderen) en selecteer 2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding (Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld. Groen selectiekader Basishandelingen Beelden verwijderen in de indexfunctie Een selectie annuleren Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen. 3 Druk op (Verwijderen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. • Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z. 29 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken v/V/b/B-toets (Weergave)-toets Modusknop z-toets MENU-toets Regeltoets 1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste functie. Weergave: druk op de (Weergave)-toets. Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie opnemen/weergeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer het gewenste menu-item met b/B op de regeltoets. • Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt weergegeven. • Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie. 4 Selecteer een instelling met v/V. De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken. • Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets. • U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn. 30 Menu-items Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Menu voor opnemen (pagina 32) De beschikbare menuopties zijn afhankelijk van de stand van de modusknop en de instellingen. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven. ( Modusknop: COLOR (Kleurfunctie) — (Lichtmeetfun.) : beschikbaar) Scène — — — ISO — — — — (Beeldkwaliteit) Mode (Opn.functie) — (Flitsniveau) — * — (Scherpte) — — — (Setup) Het menu gebruiken WB (Witbalans) Menu voor weergeven (pagina 39) (Map) DPOF (Dia) (Roteren) Trimmen** - (Beveiligen) (Afdrukken) (Ander form.) (Setup) * De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27). **Alleen beschikbaar voor weergavezoom. In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt weergegeven. Niet beschikbaar Beschikbaar 31 Menu voor opnemen De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 . COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten. Z-W (B & W) Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren. Sepia (SEPIA) Het beeld wordt ingesteld op sepia. Natuurlijk (NATURAL) Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren. Sprekend (RICH) Het beeld wordt ingesteld op heldere kleuren. Normaal • Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren. 32 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Punt (Puntlichtmeting) ( ) Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. Het menu gebruiken Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp • Zie pagina 7 voor meer informatie over de belichting. 33 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt. Gloeilamp (n) Fluorescerend ( Bewolkt ( 34 ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de lichtomstandigheden, zoals onder een gloeilamp of felle verlichting, zoals in een fotostudio. ) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of schaduwgebieden. Menu voor opnemen Daglicht ( Autom. ) Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Hiermee wordt gecompenseerd voor zonlicht buitenshuis, het opnemen van avondscènes, nachtscènes, vuurwerk of zonsopgang, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld. ISO: De lichtgevoeligheid selecteren Lage waarde Het menu gebruiken • Zie pagina 8 voor meer informatie over de witbalans. • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ). • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). Hoge waarde Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid. 1250 800 Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 400 200 80 Autom. • Zie pagina 7 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid. • Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. 35 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren. Fijn (FINE) Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. • Als de modusknop op (Auto) staat, is de kwaliteit van stilstaande beelden [Fijn]. Standaard (STD) 36 Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt. Burst ( ) Neemt drie opeenvolgende beelden op als u de sluiterknop indrukt. • Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld opnemen. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen). Er wordt niet continu opgenomen. De [Burst]-functie • Het opname-interval is ongeveer 2 seconden. • Als de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" niet voldoende vrije ruimte bevat, kunt u niet continu opnames maken. • U kunt mogelijk geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). Het menu gebruiken Normaal 37 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager. • Zie pagina 21 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie. (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen Naar – Naar + Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen. +( ) Naar +: het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: het beeld wordt zachter. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 46. 38 Menu voor weergeven De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 . (Map): De map voor beelden weergeven selecteren Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de selectie geannuleerd. 1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets. z De map De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken. • Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 51) • De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 52) • Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven. : naar de vorige map. : naar de volgende map. : naar de vorige of volgende map. Het menu gebruiken 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. 39 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven. - 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u vervolgens op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z. Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z. 40 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 De beveiliging annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". In de indexfunctie 1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken. 3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren • Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren. Het menu gebruiken Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z. DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen Hiermee voegt u een (afdrukmarkering) toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 83). (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer Zie pagina 79. 41 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Dia): Een reeks beelden afspelen Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling). Interval 3 sec Het interval voor een diavoorstelling instellen. 5 sec 10 sec 30 sec 1 min Herhalen Aan De weergave van de beelden wordt continu herhaald. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling beëindigd. Beeld Map Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven. Alle Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven. Start Zie de onderstaande procedure. Annul. De diavoorstelling annuleren. 1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z. De diavoorstelling wordt gestart. Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te onderbreken. Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z. • Wanneer een diavoorstelling is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B. • De intervaltijd is maar een richtlijn, hij kan dus verschillen afhankelijk van de beeldgrootte, enz. 42 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen Groot formaat Klein formaat Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 5M Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het selecteren van het beeldformaat. 3M 2M VGA Annul. Het menu gebruiken 8M Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • • • • • Zie pagina 9 voor meer informatie over het beeldformaat. U kunt het beeldformaat van films niet wijzigen. Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af. U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9. Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste zwarte gedeelten op het scherm weergegeven. 43 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Roteren): Een stilstaand beeld roteren Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ 4 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. ] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B. 5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt beveiligde beelden en films niet roteren. • Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 46. 44 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Neemt een vergroot beeld (pagina 28) op als een nieuw bestand. Trimmen Zie de onderstaande procedure. Terug Annuleert trimmen. 2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer de beeldgrootte met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld is opgenomen en het originele beeld wordt opnieuw weergegeven. • Het getrimde beeld is opgenomen als het nieuwste bestand in de geselecteerde opnamemap en het originele beeld wordt bewaard. • De kwaliteit van de getrimde beelden kan slechter zijn. • U kunt het beeldformaat niet getrimde naar de breedte-/hoogteverhouding 3:2 of 16:9. Het menu gebruiken 1 Druk op MENU tijdens de weergavezoom om het menu weer te geven. 45 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm. Modusknop v/V/b/B-toets MENU-toets z-toets Regeltoets 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling (Setup) en drukt u nogmaals op B. 3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt instellen. Het kader van het geselecteerde item wordt geel. 4 Druk op z om de instelling op te geven. Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm (Setup). • Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie. Als het menu niet wordt weergegeven Druk langer op MENU om het scherm De instelling (Setup) weer te geven. (Setup) annuleren Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 46 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Digitale zoom Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische zoomfunctie (tot maximaal 6×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 6×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie. Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2]. • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de volgende tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitalezoomfunctie) ( Uit Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 12× vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af. ) Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 5M Ongeveer 7,6× 3M Ongeveer 9,6× 2M Ongeveer 12× VGA Ongeveer 30× 16:9 Ongeveer 10× Het Setup-scherm gebruiken Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie • Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. 47 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Functiegids Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven. Aan Hiermee wordt de functiegids weergegeven. Uit Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven. Rode-ogeneff. Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op. AF-verlicht. De AF-verlichter zorgt voor vullicht zodat u makkelijker kunt scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichter zendt rood licht uit zodat u de camera makkelijk kunt scherpstellen wanneer de sluiterknop half is ingedrukt, totdat de scherpstelling vaststaat. De aanduiding ON wordt nu weergegeven. Autom. Gebruikt de AF-verlichter. Uit Gebruikt de AF-verlichter niet. • Als het licht van de AF-verlichter het onderwerp niet voldoende bereikt of wanneer het onderwerp geen contrast heeft, kunt u niet scherpstellen. (Een afstand van ongeveer 2,5 m (zoom: W) / 1,5 m (zoom: T) wordt aanbevolen.) • Zolang het licht van de AF-verlichter het onderwerp bereikt, kunt u scherpstellen, zelfs als het licht enigszins naast het midden van het onderwerp valt. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de AF-verlichter. • De AF-verlichter werkt niet als (Schemer-functie) of (Landschap-functie) is geselecteerd bij de scènekeuzefunctie. • De AF-verlichter zendt heel helder licht uit. Hoewel er geen gevaar voor de veiligheid is, kunt u best niet van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichter kijken. 48 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Auto Review Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven. Aan Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld niet meer weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. Het Setup-scherm gebruiken 49 Intern geheugen-tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. 50 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. Opnamemap maken 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven. Het Setup-scherm gebruiken Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Het maken van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • • • • Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap. U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd. U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een computer, enzovoort. • Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt. • Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 67) voor meer informatie. 51 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Opnamemap wijz. Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven. 2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z. Het wijzigen van de opnamemap annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap. • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. 52 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Kopiëren Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter. 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt. 3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het kopiëren begint. Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z. • Gebruik volledig opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de batterijen bijna leeg zijn, kunnen de batterijen helemaal leegraken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken. • U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 50). • Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd. (afdrukmarkering) niet gekopieerd. • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de aanduiding Het Setup-scherm gebruiken Het kopiëren annuleren 53 1 Setup 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 De standaardinstellingen worden aangegeven met . LCD-verlicht Hiermee kunt u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting selecteren wanneer u de camera gebruikt met batterijen. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Normaal • U kunt de instelling ook wijzigen door de DISP-knop langer ingedrukt te houden. • Als u [Helder] selecteert, wordt meer batterijlading verbruikt. Pieptoon Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt weergegeven als u de sluiterknop indrukt. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven. Initialiseren Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Beelden opgeslagen in het interne geheugen worden bewaard. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen. Het terugzetten annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld. 54 2 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr. Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden toegewezen aan beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer dat één hoger is dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogste nummer.) Met deze instelling kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de specifieke USB-kabel. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 79). PTP Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (pagina 63). Het Setup-scherm gebruiken USB-aansl. 55 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 46 Video-uit Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u pagina 58 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa). Klokinstel. Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. 2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z. 3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De klokinstelling annuleren Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z. 56 Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie. Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie. 1 Sluit de camera aan op de 2 Schakel de TV in en stel de TV/ video-ingang in op "video". • Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie. 3 Druk op de -toets (weergave) om de camera in te schakelen. televisie. 1 Naar de audio-/ video-ingangen (Weergave)toets Specifieke A/V-kabel 2 Naar de (USB) · A/V OUT-aansluiting • Als de TV is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de specifieke A/Vkabel aan op de linkeraudio-ingang van de TV. De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven. Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 56). Beelden bekijken op een televisiescherm Regeltoets 57 Beelden bekijken op een televisiescherm Televisiekleursystemen Als u de beelden op een TV-scherm wilt weergeven, hebt u een TV met een videoingang en de specifieke A/V-kabel nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enzovoort. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay. SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort. 58 De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken" (pagina 76) door voor meer informatie over het gebruik van een Macintosh-computer. Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie. • In Windows Vista kunnen sommige namen en handelingen verschillen van deze hieronder beschreven. Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 61) Beelden kopiëren naar de computer (pagina 62) • Beelden weergeven op de computer • Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen • Beelden op datum weergeven • Beelden bewerken De computer gebruiken Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" (pagina 70) • De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op online kaarten. (Om dit te doen moet uw computer verbonden zijn met het internet.) • Een nieuwe datadisc maken. (CD-schrijfstation of DVDschrijfstation vereist.) • Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum ingevoegd. 59 Werken met uw Windows-computer Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows XP* of Windows Vista* • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving waarin een upgrade naar een van de bovenstaande besturingssystemen is uitgevoerd of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). USB-aansluiting: standaardonderdeel Aanbevolen omgeving voor "Picture Motion Browser" Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows XP* of Windows Vista* Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met luidsprekers Processor/geheugen: Pentium III 500 MHz of sneller, 128 MB RAM of meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 256 MB RAM of meer) Software: DirectX 9.0c of hoger Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—200 MB of meer Beeldscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768 pixels of meer, kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of meer * 64-bit-edities en Starter (Edition) worden niet ondersteund. • De software is compatibel met DirectXtechnologie. U moet wellicht "DirectX" installeren. 60 Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Er zijn twee functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Mass Storage] (standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Zie pagina 55 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De software (bijgeleverd) installeren U kunt de software (bijgeleverd) installeren met de volgende procedure. • Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de camera niet aansluiten op de computer voordat u de installatie hebt uitgevoerd. • In Windows 2000/XP meldt u zich aan als beheerder. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. Het installatiemenu wordt weergegeven. 4 Selecteer de [Region] en [Country/Area] en klik vervolgens op [Next]. Wanneer de [Welcome to the InstallShield Wizard for Sony Picture Utility] verschijnt, klikt u op [Next]. Het scherm "License Agreement" wordt weergegeven. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, selecteert u het keuzerondje naast [I accept the terms of the license agreement] en klikt u op [Next]. 5 Volg de aanwijzingen op het 2 Klik op [Install]. Het scherm "Choose Setup Language" wordt weergegeven. 3 Selecteer de gewenste taal en klik op [Next]. Het scherm [Location Settings] verschijnt. scherm om de installatie te voltooien. • Wanneer het bevestigingsbericht voor opnieuw opstarten wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op volgens de aanwijzingen op het scherm. • DirectX wordt wellicht geïnstalleerd afhankelijk van de systeemomgeving van uw computer. 6 Verwijder de CD-ROM uit de computer nadat de installatie is voltooid. De computer gebruiken • Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op (My Computer) t (SONYPICTUTIL). • In Windows Vista kan het scherm AutoPlay worden weergegeven. Selecteer "Run Install.exe" en volg de instructies die verschijnen op het scherm om verder te gaan met de installatie. Nadat u de software hebt geïnstalleerd, wordt een snelkoppeling op het bureaublad gemaakt waarmee u naar de website voor klantenregistratie kunt gaan. Zodra u zich hebt geregistreerd op de website, kunt u veilige en nuttige klantenondersteuning krijgen. http://www.sony.net/registration/di 61 Beelden kopiëren naar de computer In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. U kunt als volgt beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. Voor een computer met een Memory Stick-sleuf Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in de Memory Stick Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. • Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick-sleuf van de computer te plaatsen. • Zie pagina 90 als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt herkend. Voor een computer zonder een Memory Stick-sleuf Voer fase 1 tot en met 4 op pagina 62 tot en met 66 uit om beelden te kopiëren. • Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de software (bijgeleverd) installeren voordat u doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u de software niet te installeren. • De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". Met Windows 95/98/98 Second Edition/ NT/Me: Deze camera is niet compatibel met deze versies van het Windowsbesturingssysteem. Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, gebruik dan een in de handel verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer om beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw computer te kopiëren. Als u beelden in het interne geheugen naar de computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert u ze vervolgens naar de computer. 62 Fase 1: De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Plaats nikkelmetaalhydridebatterijen met voldoende capaciteit in de camera of sluit de camera met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op een stopcontact. • Als u beelden naar de computer kopieert terwijl de batterijen bijna leeg zijn, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de batterijen leeg raken. 3 Druk op de (Weergave)-toets om de camera en de computer in te schakelen. (Weergave)-toets Beelden kopiëren naar de computer Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten 1 Naar de (USB) · A/V OUT-aansluiting • In Windows XP/Vista wordt de wizard AutoPlay automatisch weergegeven. "USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven op het scherm van de camera. Toegangsaanduidingen* Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, wordt op de computer automatisch een programma uitgevoerd om de camera te herkennen. Wacht enige tijd. Specifieke USB-kabel 2 Naar een USBaansluiting * Tijdens communicatie zijn de toegangsaanduidingen rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 55). • Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, kan het scherm [Import Images] (pagina 71) worden weergegeven. In dit geval kunt u beelden rechtstreeks importeren met "Picture Motion Browser". • Voor Windows 2000 volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 65. • Wanneer u Windows XP/Vista gebruikt en het scherm met de wizard wordt niet automatisch weergegeven, volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 65. De computer gebruiken Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 63 Beelden kopiëren naar de computer 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in fase 2, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] t [OK] wanneer het scherm met de wizard automatisch op de computer wordt weergegeven. 3 Schakel de selectievakjes van niet-gewenste beelden uit zodat deze niet worden gekopieerd en klik op [Next]. 1 2 1 Het scherm "Picture Name and Destination" wordt weergegeven. 4 Selecteer de naam en de 2 bestemming van de beelden en klik op [Next]. Het scherm "Scanner and Camera Wizard" wordt weergegeven. 1 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen, worden weergegeven. • Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Het kopiëren van beelden wordt gestart. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options". • In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 64 Beelden kopiëren naar de computer 5 Selecteer het keuzerondje naast 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Nothing. I’m finished working with these pictures] en klik op [Next]. [Removable Disk] t [DCIM]. 1 2 Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" verschijnt. 6 Klik op [Finish]. 2 Dubbelklik op de map met de beeldbestanden die u wilt kopiëren. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op een beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. Het scherm met de wizard wordt gesloten. Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer 1 2 • Zie (pagina 67) voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden. De computer gebruiken • Als u wilt doorgaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de specifieke USB-kabel los (pagina 67). Voer vervolgens de procedure uit die wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 63. • Voor Windows XP/Vista volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 63. In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 65 Beelden kopiëren naar de computer 3 Dubbelklik op de map [My Documents]. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het venster "My Documents" en klik op [Paste] in het snelmenu. Fase 4: Beelden weergeven op de computer In dit gedeelte wordt de procedure beschreven om gekopieerde beelden in de map "My Documents" weer te geven. 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 1 2 2 De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als de bestemmingsmap een beeld met dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een bevestigingsbericht voor overschrijven weergegeven. Als u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder overschrijven, geeft u het bestand eerst een andere naam en kopieert u vervolgens het beeldbestand. Houd er echter rekening mee dat u het betreffende beeld wellicht niet meer op de camera kunt weergeven als u de bestandsnaam wijzigt (pagina 69). 1 De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven. • Als u een ander besturingssysteem dan Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. 66 Beelden kopiëren naar de computer De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • De specifieke USB-kabel loskoppelen • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen 1 Dubbelklik op Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: mappen weergeven in Windows XP op de taakbalk. Dubbelklik hier 2 Klik op (USB-apparaat voor massaopslag) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. De verbinding met het apparaat is verbroken. • Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan. B Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met deze camera Als er geen nieuwe mappen worden gemaakt, worden de mappen als volgt weergegeven: – "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF" – Intern geheugen: alleen "101_SONY" • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC". De computer gebruiken A Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera die geen functie bevat voor het maken van mappen 67 Beelden kopiëren naar de computer • Beeldbestanden worden als volgt benoemd. ssss staat voor een nummer tussen 0001 en 9999. Het numerieke deel van de naam van een filmbestand dat is opgenomen in filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Filmbestanden: MOV0ssss.AVI – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u films opneemt: MOV0ssss.THM • Zie pagina 39 en 51 voor meer informatie over mappen. 68 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo") In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". • Als de bestandsnaam die door de camera is gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kunt u bepaalde beelden wellicht niet weergeven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • Als er geen map is, maakt u een nieuwe map met uw camera (pagina 51) en kopieert u vervolgens het beeldbestand. • De bestandsextensie kan worden weergegeven, afhankelijk van de computerinstellingen. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor films is AVI. Wijzig de bestandsextensie niet. 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" met de onderstaande procedure. 1Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer]. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik op [Paste] in het snelmenu. • sss staat voor een nummer tussen 100 en 999. 1 Klik met de rechtermuisknop op Geef een nummer op tussen 0001 en 9999 voor ssss. De computer gebruiken het beeldbestand en klik op [Rename] in het snelmenu. Wijzig de bestandsnaam in "DSC0ssss". 1 2 • Als het bevestigingsbericht voor overschrijven wordt weergegeven, geeft u een ander nummer op. 69 De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) Met de software kunt u stilstaande beelden en films van de camera optimaal benutten. Dit gedeelte bevat een beschrijving en algemene instructies voor "Picture Motion Browser". Overzicht "Picture Motion Browser" Met "Picture Motion Browser" kunt u het volgende: • Beelden die met de camera zijn opgenomen, importeren en weergeven op de computer. • Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken. • Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de opnamedatum wijzigen en meer. • Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of opgeslagen met de datum ingevoegd. • U kunt een datadisc maken met een CDschrijfstation of DVD-schrijfstation. • Raadpleeg de Help voor meer informatie over "Picture Motion Browser". Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Picture Motion Browser]. "Picture Motion Browser" starten en afsluiten "Picture Motion Browser" starten Dubbelklik op het pictogram (Picture Motion Browser) op het bureaublad. Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser]. 70 • Het bevestigingsbericht van de informatietool verschijnt op het scherm wanneer u de "Picture Motion Browser" de eerste keer opstart. Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de hoogte van nieuws, zoals software-updates. U kunt de instelling later wijzigen. "Picture Motion Browser" afsluiten Klik op scherm. in de rechterbovenhoek van het Algemene instructies Voer de volgende procedure uit om beelden vanaf de camera te importeren en weer te geven. Beelden importeren 1 Controleer of "Media Check Tool"* wordt uitgevoerd. Controleer of het pictogram (Media Check Tool) in de taakbalk wordt weergegeven. * "Media Check Tool" is een programma dat automatisch beelden herkent en importeert wanneer een "Memory Stick" wordt geplaatst of wanneer de camera wordt aangesloten. • Als het pictogram niet wordt weergegeven: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000: [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Tools] t [Media Check Tool]. De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) 2 Sluit de camera aan op de computer met de specifieke USBkabel. Als de camera automatisch is herkend, verschijnt het scherm [Import Images]. • Zie eerst pagina 62 als u de Memory Sticksleuf gebruikt. • Als in Windows XP/Vista de wizard AutoPlay wordt weergegeven, sluit u deze wizard. Beelden weergeven 1 Geïmporteerde beelden controleren Wanneer het importeren is voltooid, wordt de "Picture Motion Browser" gestart. Er worden miniaturen van de geïmporteerde beelden weergegeven. • De map "My Pictures" is ingesteld als standaardmap in "Viewed folders". • Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven, dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur. 2 Beelden in "Viewed folders" weergeven op opnamedatum Als u het importeren van de beelden wilt starten, klikt u op [Import]. De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures". Deze map heeft als naam de datum waarop de beelden zijn geïmporteerd. • Zie pagina 74 voor instructies over het wijzigen van de "Folder to be imported". 1Klik op de tab [Calendar]. De jaren waarin de beelden zijn opgenomen, worden weergegeven. 2Klik op het jaar. Beelden die in dat jaar zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op opnamedatum. 3Als u de beelden per maand wilt weergeven, klikt u op de gewenste maand. Miniaturen van beelden die in die maand zijn opgenomen, worden weergegeven. De computer gebruiken 3 Importeer de beelden. 4Als u de beelden op tijd wilt weergeven, klikt u op de gewenste datum. Miniaturen van beelden die op die dag zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op uur. 71 De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) Scherm met weergave per jaar 1 2 3 Afzonderlijke beelden weergeven In het scherm met weergave per uur dubbelklikt u op een miniatuur om het betreffende beeld in een afzonderlijk venster weer te geven. 3 Scherm met weergave per maand 4 • U kunt weergegeven beelden bewerken door op in de werkbalk te klikken. Scherm met weergave per uur Beelden weergeven op volledig scherm Als u een diavoorstelling van de huidige beelden wilt weergeven op volledig scherm, klikt u op . • Als u beelden van een bepaald jaar of een bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op die periode aan de linkerkant van het scherm. 72 • Als u de diavoorstelling wilt afspelen of onderbreken, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. • Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) Een datadisc maken Beelden kunnen worden opgeslagen op een CD of DVD als datadisc. • CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation vereist. • De volgende disc kan worden gebruikt om een datadisc te maken. –CD–R/RW (12 cm) –DVD±R/RW (12 cm) –DVD±R DL (12 cm) 1 Selecteer de beelden die u wilt Kaartweergave gebruiken om stilstaande beelden op een kaart weer te geven Als uw stilstaande beelden positieinformatie bevatten, kunt u de beelden bekijken op online kaarten met Kaartweergave. • Om de kaartweergavefunctie te gebruiken moet uw computer over een internetverbinding beschikken. 1 Selecteer een miniatuur met . opslaan op de disc. • Om opeenvolgende beelden te selecteren, klikt u op het eerste beeld en houdt u de "Shift"-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt. • Om twee of meer niet-opeenvolgende beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt. 2 Klik op de 2 Klik op . Het hoofdvenster voor de kaartweergave verschijnt. -toets in de werkbalk. 3 Klik op [Start]. 4 Volg de instructies op het scherm om verder te gaan met het maken van de datadisc. • Kaarten en satellietbeelden ondersteund door de kaartendienst Google Maps. • U kunt later positie-informatie toevoegen aan stilstaande beelden met behulp van de Kaartweergave. Raadpleeg de helpfunctie van Kaartweergave voor meer informatie. De computer gebruiken Het scherm [Create Data Disc] verschijnt. • Om de gewenste beelden toe te voegen, sleep ze naar het scherm [Create Data Disc]. Alle beelden in een map selecteren Klik op de tab [folders], klik met de rechtermuisknop op het gewenste mappictogram en selecteer [Create Data Disc]. Alle beelden in een map kunnen worden geselecteerd. 73 De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) Andere functies Beelden die op de computer zijn opgeslagen, voorbereiden voor weergave Als u de beelden wilt weergeven, registreert u de map met de beelden als een van de "Viewed folders". 1 Kies [Import Settings] t [Location for Imported Images] in het menu [File]. Het scherm "Location for Imported Images" wordt weergegeven. 1 Klik op in het hoofdvenster, of kies [Register Folders to View] in het menu [File]. Het scherm met instellingen voor registratie van "Viewed folders" wordt weergegeven. 2 Selecteer de "Folder to be imported". • U kunt de "Folder to be imported" kiezen uit de mappen die zijn geregistreerd als "Viewed folders". Registratiegegevens van beelden bijwerken 2 Geef de map op met beelden die moeten worden geïmporteerd om de map te registreren als een van de "Viewed folders". 3 Klik op [OK]. De beeldgegevens worden geregistreerd in de database. Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u [Update Database] in het menu [Tools]. • Het bijwerken van de database kan enige tijd duren. • Als u de naam van beeldbestanden of mappen in "Viewed folders" wijzigt, kunnen deze niet worden weergegeven met deze software. Werk in dit geval de database bij. Beelden opslaan met de datum ingevoegd 1 Dubbelklik op een beeld om het weer te geven. 2 Klik op en selecteer [Insert Date] in de vervolgkeuzelijst. • Beelden in submappen van "Viewed folders" worden ook geregistreerd. Wijzigen van "Folder to be imported" Als u de "Folder to be imported" wilt wijzigen, opent u het scherm "Import Settings". 74 3 Selecteer de gewenste kleur en positie en klik op [OK]. 4 Klik op om op te slaan. De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) Beelden afdrukken met de datum ingevoegd 1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt afdrukken. 2 Klik op in de werkbalk. 3 Klik op het selectievakje van [Print date taken] bij de afdrukopties. 4 Klik op [Print]. "Picture Motion Browser" verwijderen 1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in Windows 2000: [Start] t [Settings] t [Control Panel]) en dubbelklik op [Add/ Remove Programs]. 2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op [Remove] (in Windows 2000: klik op [Change/Remove]) om de installatie ongedaan te maken. De computer gebruiken 75 De Macintosh-computer gebruiken U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren. • "Picture Motion Browser" is niet compatibel met Macintosh-computers. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/ Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4) USB-aansluiting: standaardonderdeel Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Er zijn twee functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Mass Storage] (standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Zie pagina 55 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 1: De camera en de computer voorbereiden" op pagina 62. 2 Sluit de specifieke USB-kabel aan. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 63. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t [DCIM] t de map met de beelden die u wilt kopiëren. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet deze daar neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Zie pagina 67 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen. 4 Geef beelden weer op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf t het gewenste beeldbestand in de map met de gekopieerde bestanden om dat beeldbestand te openen. 76 De Macintosh-computer gebruiken De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • De specifieke USB-kabel loskoppelen • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het pictogram "Trash". De verbinding tussen de camera en de computer is verbroken. Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De computer gebruiken 77 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat u begint met afdrukken (pagina 93). Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 79) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. Beelden afdrukken met een computer U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde software "Picture Motion Browser" en de beelden afdrukken. U kunt beelden afdrukken met de datum ingevoegd (pagina 75). Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 83) U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van tevoren een aanduiding (afdrukmarkering) aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. 78 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Fase 1: De camera voorbereiden Bereid de camera voor om deze op de printer aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. Indextoets • "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) In de enkelbeeldfunctie MENU-toets U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. Regeltoets • U kunt het beste volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) gebruiken om te voorkomen dat de stroom wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken. In de indexfunctie U kunt meerdere beelden in kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 1 2 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Druk op B op de regeltoets en selecteer ] (Setup 2) met V en selecteer vervolgens [USB-aansl.] met v/V/B. • De functie voor het afdrukken van een index is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. • De hoeveelheid beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk van de printer. • U kunt films niet afdrukken. • Als de aanduiding ongeveer vijf seconden knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 2 4 Selecteer [PictBridge] met B/v en druk vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken 3 Selecteer [ (Setup). De USB-functie is ingesteld. 79 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de camera aan op de printer. Fase 3: Afdrukken Nadat fase 2 is voltooid, wordt het afdrukmenu weergegeven, ongeacht de stand van de modusknop. 1 Selecteer de gewenste 2 Naar de (USB) · A/V OUT-aansluiting afdrukmethode met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. Specifieke USBkabel [DPOF-beeld] 1 Naar de USBaansluiting Alle beelden met een aanduiding (afdrukmarkering) worden afgedrukt (pagina 83), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Kiezen] 2 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven. U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. 1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met b/B en druk vervolgens op z. De markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. • Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure. 2Selecteer [Afdrukken] met V en druk vervolgens op z. [Dit beeld] Het weergegeven beeld wordt afgedrukt. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden weergegeven. 80 • Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld. Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 2 Selecteer de afdrukinstellingen met v/V/b/B. 3 Selecteer [OK] met V/B en druk vervolgens op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de specifieke USB-kabel niet los wanneer de aanduiding (PictBridgeaansluiting) op het scherm wordt weergegeven. [Index] aanduiding Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te drukken. [Formaat] Selecteer het formaat van het afdrukvel. [Datum] Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen. • Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd met de geselecteerde notatie (pagina 56). Deze functie is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: • Het is mogelijk dat niet alle beelden op één vel passen, afhankelijk van het aantal beelden. Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens het gewenste beeld met v/V en voer de procedure uit vanaf stap 1. Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (pagina 79) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (pagina 80) uit en ga als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu weergegeven. Selecteer [Annul.] om het afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als indexbeeld. Andere beelden afdrukken 81 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v/V en druk vervolgens op z. [Kiezen] U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met v/V/b/B en druk vervolgens op z om de markering weer te geven. (Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.) Druk vervolgens op MENU. [DPOF-beeld] Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. 5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken" (pagina 80) uit. 82 Afdrukken bij een fotowinkel U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. Als de fotowinkel beschikt over een fotoafdrukservice die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een aanduiding (afdrukmarkering) op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te selecteren. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie MENU-toets Regeltoets • U kunt de beelden in het interne geheugen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" mee naar de fotowinkel. Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een aanduiding (afdrukmarkering) kunt aanbrengen op beelden op de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. • U kunt de beelden met de aanduiding (afdrukmarkering) ook afdrukken op een printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of op een PictBridgecompatibele printer. • Films kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer DPOF met b/B en druk vervolgens op z. Een aanduiding (afdrukmarkering) wordt weergegeven op het beeld. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een fotowinkel 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken • Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo" kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden naar een ander medium, zoals een CD-R, en neemt u die mee naar de fotowinkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie (back-up) van de gegevens maken op een schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. • Als u datums op de beelden wilt afdrukken, raadpleegt u de fotowinkel. Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. 83 Afdrukken bij een fotowinkel Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De markering wordt wit. (pagina 29). 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Selecteer DPOF met b/B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt geen markering [Alle in deze map]. aanbrengen in 5 Selecteer het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Druk op MENU. 84 Als u het markeren wilt annuleren, selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u [Sluiten] in stap 8 en drukt u op z. Selecteer de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk vervolgens op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op z. Problemen oplossen Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen. 1 Controleer de items op pagina 86 tot en met 95. 2 Verwijder de batterijen uit de camera, plaats deze na ongeveer een minuut terug en schakel de camera in. 3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 54). 4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de beeldgegevens in het interne geheugen worden gecontroleerd. Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven. Batterijen en stroomvoorziening 86 87 Beelden weergeven 89 92 Intern geheugen 92 Afdrukken 93 Beelden verwijderen/bewerken 90 PictBridge-compatibele printer 93 Computers 90 Overige Picture Motion Browser 91 95 Problemen oplossen Stilstaande beelden/films opnemen "Memory Stick Duo" 85 Problemen oplossen Batterijen en stroomvoorziening De aanduiding voor resterende batterijlading is onjuist, of er wordt voldoende resterende batterijlading aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt. • Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt. • De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen. • Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, kunnen de polen van de batterijen of de aansluitpunten in het batterijvak vuil zijn zodat de batterijen niet voldoende worden opgeladen. Maak deze schoon met bijvoorbeeld een wattenstaafje (pagina 101). • Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, verschilt de weergegeven resterende tijdsduur van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het geheugeneffect (pagina 101), enzovoort. Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijen volledig op zodat de weergegeven tijdsduur juist is. De batterijen lopen te snel leeg. • Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen gebruikt, laad ze dan voldoende op. • U gebruikt de camera op een zeer koude plaats. De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u de klep van de batterij/ "Memory Stick Duo" opent. • Dit is normaal. Schakel de camera uit voordat u de klep van de batterij/"Memory Stick Duo" opent. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de batterijen op de juiste manier. • Sluit de netspanningsadaptor juist aan (niet bijgeleverd). • De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen. De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de camera opnieuw in. • De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen. 86 Problemen oplossen Stilstaande beelden/films opnemen De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit: – Verwijder overbodige beelden (pagina 28). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de modusknop op , , , , , , , , wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen. • Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen. Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op (Weergave) om de opnamefunctie (pagina 28) te wijzigen. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/70 cm voor telefoto (T) (pagina 21). • (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. De zoomfunctie werkt niet. • De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of [3:2]. • De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt. • De zoomvergrotingsfactor kan niet worden gewijzigd tijdens het opnemen van films. De flitser werkt niet. (pagina 26). – U neemt films op. • Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer (Landschap), (Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 21). (Strand) of Problemen oplossen • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 21). • U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] (pagina 37). – (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) is geselecteerd bij de scènekeuzefunctie 87 Problemen oplossen Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen. • Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is normaal. De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet. • (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27). De datum en tijd worden niet weergegeven. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen weergegeven tijdens het afspelen. Kan geen data aan beelden toevoegen. • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden (pagina 94). U kunt beelden afdrukken of opslaan met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken (pagina 74). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. • De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 23). Het scherm is te donker of te licht. • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina's 16, 54). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie (pagina 33) of pas de belichting aan (pagina 23). Het beeld is te licht. • Pas de belichting aan (pagina 23). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 32). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. 88 Problemen oplossen In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 48). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Er verschijnen puntjes op het scherm. • Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2). Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden (pagina 28). • De batterijen zijn bijna leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen. Beelden weergeven De camera kan geen beelden weergeven. • Druk op de (Weergave)-toets (pagina 28). • De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 69). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 67). De datum en tijd worden niet weergegeven. • De DISP-knop is uitgeschakeld (pagina 16). • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm. Problemen oplossen Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (pagina 56). • Controleer de aansluiting (pagina 57). 89 Problemen oplossen Beelden verwijderen/bewerken De camera kan een beeld niet verwijderen. • Annuleer de beveiliging (pagina 41). • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99). U hebt per ongeluk een beeld verwijderd. • Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden beveiligen (pagina 40) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 99) om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist. De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet. • Films kunnen geen ander formaat krijgen. Computers U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 60 voor Windows en pagina 76 voor Macintosh. De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-sleuf. • Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers met een Memory Stick Reader/Writer van een andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer (pagina 63 en 76). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend. De computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in. • Als de batterijlading laag is, plaatst u nieuwe nikkel-metaalhydridebatterijen of gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). • Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 55). • Gebruik de specifieke USB-kabel (bijgeleverd) (pagina 63). • Koppel de specifieke USB-kabel los van de computer en de camera en sluit de kabel opnieuw stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB- aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (pagina 63). 90 Problemen oplossen U kunt geen beelden kopiëren. • Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 63). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 63 en 76). • Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 51). Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser" niet automatisch gestart. • Start "Media Check Tool" (pagina 70). • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 63). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Raadpleeg de helpfunctie als u "Picture Motion Browser" gebruikt. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer vanaf de vaste schijf (pagina 62). U kunt een beeld niet afdrukken. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera worden weergegeven. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 67). • Voer de bewerking correct uit (pagina 69). Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser". • Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de database bijwerken (pagina 74). Problemen oplossen Picture Motion Browser U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden. • Kijk in de map "My Pictures". • Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "Wijzigen van "Folder to be imported"" op pagina 74 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren. 91 Problemen oplossen U wilt de "Folder to be imported" wijzigen. • Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in "Viewed folders" (pagina 74). Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum 1 januari. • U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 56). De markering verschijnt. • Als u beeldbestanden/mappen met andere software hebt hernoemd of verwijderd, worden de registratiegegevens van beelden niet bijgewerkt. Als u de registratiegegevens van beelden wilt bijwerken, selecteert u [Update Database] in het menu [Tools]. "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden gewist (pagina 99). Intern geheugen Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen. • Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder hem. De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt aanbevolen). 92 Problemen oplossen De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten. Beelden worden zonder beide randen afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden. Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt. • U kunt beelden afdrukken met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken (pagina 75). • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden. Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor meer informatie over de compatibiliteit met Exif-gegevens. • Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum op de beelden af te drukken. PictBridge-compatibele printer Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht. PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 55). • Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Problemen oplossen • De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met 93 Problemen oplossen Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de specifieke USB-kabel. • Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt. Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de specifieke USB-kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de specifieke USB-kabel weer aan. • Films kunnen niet worden afgedrukt. • Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt. Het afdrukken is geannuleerd. • U hebt de specifieke USB-kabel losgekoppeld voordat het pictogram (PictBridge- aansluiting) is verdwenen. In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet worden afgedrukt. • De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 81). Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt. • Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de camera (pagina 81) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. 94 Problemen oplossen Overige De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven. • Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen. • Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen en schakel de camera opnieuw in. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u deze weer gebruikt. De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt. • Dit is normaal. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De batterijen zijn leeg. Plaats de opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 56). U wilt de datum of tijd wijzigen. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 56). Problemen oplossen 95 Waarschuwingsmeldingen Berichten Als een van de volgende berichten wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen. E • De batterijen zijn bijna leeg. Laad de nikkel-metaalhydridebatterijen onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en het type batterijen, kan de aanduiding knipperen, zelfs als er nog voldoende batterijlading is voor 5 tot 10 minuten gebruik. Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in. Fout van intern geheugen Memory Stick vergrendeld • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99). Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick • Verwijder overbodige beelden of bestanden (pagina 28). Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of verwijderen op deze "Memory Stick Duo". • Schakel de camera uit en weer in. Geen bestand Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste manier. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 99). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • Het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" is vuil. • Er zijn geen beelden die kunnen worden weergegeven opgenomen in het interne geheugen. Geen bestanden in deze map • Er zijn geen beelden die kunnen worden weergegeven opgenomen in deze map. • U hebt de handelingen voor het kopiëren van beelden vanaf de computer niet juist uitgevoerd (pagina 69). Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 99). Formatteringsfout Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Selecteer een andere map of maak een nieuwe map (pagina 51, 52). • Formatteer het medium opnieuw (pagina 50 en 51). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer maken. 96 Waarschuwingsmeldingen Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de geselecteerde map. Selecteer een andere map (pagina 52). Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de printer was aangesloten. Sluit een PictBridgecompatibele printer aan. Bestandsfout • Er is een fout opgetreden tijdens het weergeven van het beeld. Bestandsbeveiliging • Annuleer de beveiliging (pagina 41). Te groot beeldformaat Geen afdrukbaar beeld • U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te voeren zonder een DPOFafdrukmarkering op de beelden aan te brengen. • U hebt geprobeerd [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was geselecteerd die alleen films bevat. U kunt films niet afdrukken. • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Ongeldige bediening • U wilt een beeldbestand weergeven dat niet compatibel is met de camera. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. (Trillingswaarschuwing) • Door onvoldoende licht is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser of bevestig de camera op een statief om de camera te stabiliseren. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken, is beschadigd. Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op • De gegevensoverdracht naar de printer is wellicht nog niet voltooid. Koppel de specifieke USB-kabel niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken voordat dit is voltooid. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Problemen oplossen [PictBridge] terwijl de camera is aangesloten op een apparaat dat niet compatibel is met PictBridge. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. 97 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt uw camera, de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. • Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat hierdoor een storing kan optreden. 98 Over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera, worden vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". Type "Memory Stick" Opnemen/ weergeven Memory Stick (zonder MagicGate) — Memory Stick (met MagicGate) — Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a Memory Stick Duo (met MagicGate) a*1*2 MagicGate Memory Stick — MagicGate Memory Stick Duo a*1 Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of verwijderen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK is gezet met een puntig voorwerp. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar Memogebied *1 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van coderingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor MagicGate-functies zijn vereist. *2 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle interface. • Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl gegevens worden gelezen of geschreven. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen worden beschadigd: – Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt verwijderd of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • U kunt het beste een reservekopie (back-up) van belangrijke gegevens maken. • Druk niet te hard wanneer u in het memogebied schrijft. • Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf of op een Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt of opbergt, plaatst u deze terug in het bijgeleverde doosje. • Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig deze niet en laat deze niet vallen. • Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo" niet. Overige • Dit product is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor de "Memory Stick Micro". • De juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan met deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. Bepaalde "Memory Stick Duo"-kaarten hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar. De stand en/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt. 99 Over de "Memory Stick" • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet onder de volgende omstandigheden: – Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen over het gebruik van de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" met een "Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat plaatst zonder een Memory Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst. Duw hem volledig in de adapter. Als u hem verkeerd plaatst, kan dit storingen veroorzaken. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een "Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening mee dat de apparatuur kan worden beschadigd door onjuist gebruik. • Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder dat een "Memory Stick Duo" in de adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) Typen "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 8 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. 100 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd) • Om een "Memory Stick Micro" te gebruiken met deze camera, hebt u een Duo-M2-adapter nodig. Plaats de "Memory Stick Micro" in de Duo-M2-adapter en steek de adapter in de Memory Stick Duo-sleuf. Als u een "Memory Stick Micro" rechtstreeks in deze camera plaatst zonder een Duo-M2-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit de camera kunt halen. • Houd de "Memory Stick Micro" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. Over de batterijen Batterijen die u kunt en niet kunt gebruiken in de camera Type batterij A B C HR 15/51:HR6-nikkelmetaalhydridebatterijen (AA-formaat)*1*2 a a a LR6alkalinebatterijen (AA-formaat) — — — ZR6 (AA-formaat) primaire oxynikkelbatterij — — — Lithiumbatterijen — — — Mangaanbatterijen — — — Nikkelcadmiumbatterijen — — — A: bijgeleverd B: ondersteund C: oplaadbaar *1 NH-AA-2DB-dubbelpak, enzovoort u de batterijen gebruikt, leest u best de volgende voorzorgsmaatregelen voor de verschillende soorten batterijen door. *2 Voordat Voor niet-ondersteunde batterijen kan een juiste werking niet worden gegarandeerd als het voltage plotseling daalt of als er problemen optreden wegens de batterij. Over nikkel-metaalhydridebatterijen Efficiënt gebruik van nikkelmetaalhydridebatterijen • Batterijen lopen leeg ook al worden ze niet gebruikt. We raden aan de batterijen op te laden voordat u ze gebruikt. • De prestaties van de batterijen kunnen verminderen bij lage omgevingstemperaturen. De levensduur wordt in dat geval verkort. Om de levensduur van de batterijen te verlengen, raden wij aan ze in het omhulsel te laten, in een zak dichtbij uw lichaam om ze te verwarmen. Plaats de batterijen pas in uw camera juist voordat u begint met opnemen. Overige • Trek de buitenste labels niet los en beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan de buitenste labels gedeeltelijk of geheel zijn verwijderd, of batterijen die op een of andere manier zijn gescheurd. Dergelijke batterijen kunnen lekken, ontploffen of oververhit raken, waardoor brandwonden en ander persoonlijk letsel kunnen worden veroorzaakt. Dergelijke batterijen kunnen ook de batterijlader beschadigen. • Draag of bewaar de nikkelmetaalhydridebatterijen niet met metalen objecten. Bij metalen voorwerpen kunnen de plus- en minpolen (+ en -) kortsluiten, waardoor het risico op verhitting en brand bestaat. • Als de polen van de nikkelmetaalhydridebatterijen vuil zijn, is het mogelijk dat de batterijen niet goed worden opgeladen. Veeg deze schoon met een droge doek, enzovoort. • Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkelmetaalhydridebatterijen lange tijd niet zijn gebruikt, kunnen de batterijen wellicht niet volledig worden opgeladen. Dit is een kenmerk van dit type batterijen en geen defect. Als dit gebeurt, moet u meerdere keren de lading volledig opgebruiken en de batterijen opnieuw opladen om het probleem te verhelpen. • Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt voordat de bestaande lading volledig is opgebruikt, kan de waarschuwingsaanduiding voor zwakke batterijen eerder dan verwacht worden weergegeven. Dit wordt het "geheugeneffect"* genoemd. Als dit probleem zich voordoet, kan het worden verholpen door de batterijen pas op te laden nadat de bestaande lading is opgebruikt. * Het "geheugeneffect" - de situatie waarin de maximale lading van een batterij tijdelijk lager is. • Als u de lading van de batterijen volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de weergavefunctie voor de diavoorstelling (pagina 42) en laat u deze hierin staan totdat de lading van de batterijen volledig is opgebruikt. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. • Stel de batterijen niet bloot aan water. De batterijen zijn niet waterbestendig. 101 Over de batterijen • Als de polen van de batterijen en de aansluitpunten van het batterijvak van de camera vuil zijn, kan dat de levensduur van de batterijen erg verkorten. Veeg deze regelmatig schoon met een droge doek enz. om ze schoon te houden. • Als u veel opneemt met de flitser en de zoom zullen de batterijen sneller leeg zijn. • We raden aan om reservebatterijen bij de hand te houden voor twee tot drie keer de verwachte opnametijd en om een testopname te maken voordat u de camera werkelijk begint te gebruiken. Levensduur van nikkelmetaalhydridebatterijen • De levensduur van batterijen is beperkt. Het vermogen van de batterijen vermindert beetje bij beetje als u ze meer gebruikt en naarmate de tijd verstrijkt. Wanneer de capaciteit van de batterijen opmerkelijk lager lijkt, kan het zijn dat de batterijen het einde van hun levensduur hebben bereikt. • De levensduur van een batterij is afhankelijk van de bewaarplaats, de gebruiksomstandigheden en de omgeving en verschilt van batterij tot batterij. 102 Over de batterijlader Over de batterijlader • Laad geen andere dan Sony nikkelmetaalhydridebatterijen op met de batterijlader bijgeleverd bij uw camera. Als u een ander soort batterijen probeert op te laden (bv. mangaanbatterijen, alkalinebatterijen, primaire lithiumbatterijen of Ni-Cd-batterijen) dan de opgegeven batterijen, kunnen deze andere batterijen lekken, overhit raken of ontploffen en daarbij risico op brandwonden en andere verwondingen met zich meebrengen. • Verwijder de opgeladen batterijen uit de batterijlader. Als u ze toch blijft opladen, kunnen ze lekken, overhit raken, ontploffen of elektrische schokken veroorzaken. • Wanneer u een andere batterij met hoge capaciteit oplaadt dan de bijgeleverde batterij met de bijgeleverde batterijlader, is het mogelijk dat de volledige capaciteit van de batterij niet beschikbaar is. • Wanneer het lampje CHARGE oplicht, kan dit op een batterijfout duiden of op het feit dat er andere batterijen dat het opgegeven type in de batterijlader zijn geplaatst. Controleer of de batterijen van het opgegeven type zijn. Als de batterijen van het opgegeven type zijn, verwijder dan alle batterijen, vervang ze door nieuwe of andere batterijen en controleer of de batterijlader correct werkt. Als de batterijlader correct werkt, kan er een batterijfout zijn opgetreden. • Als de batterijlader vuil is, is het mogelijk dat het laden niet correct is uitgevoerd. Maak de batterijlader schoon met een droge doek, enz. Overige 103 Index Index A Bewolkt ................................ 34 Films opnemen ..................... 18 Aanduiding ...........................12 Bezig met aansluiten Flitser....................................34 Aanduiding voor AE/AFvergrendeling.................19 Computer ...................... 63 Flitsfunctie............................ 21 Printer ........................... 80 Flitsniveau ............................ 38 AF-bereikzoekerframe..........19 TV................................. 57 Fluorescerend ....................... 34 Afdrukken.............................78 Burst..................................... 37 Formatteren .................... 50, 51 Enkelbeeldfunctie..........79 Indexfunctie...................79 Functiegids ...........................48 C Afdrukken bij een fotowinkel .......................................83 Camera ................................. 47 G Camera vasthouden.......... 6, 19 Gloeilamp .............................34 Afdrukken in enkelbeeldfunctie .......................................79 CD-ROM.............................. 61 Afdrukken in indexfunctie....79 Afdrukmarkering ..................83 Compressieverhouding........... 9 H Computer ............................. 59 Half indrukken........................ 6 Aanbevolen omgeving ................................ 60, 76 Hoge gevoeligheid................ 26 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera........................... 69 I Beelden kopiëren .... 62, 76 Installeren .............................61 Macintosh ..................... 76 Intern geheugen ....................17 Software........................ 61 Intern geheugen-tool ............ 50 Windows ....................... 59 ISO ................................... 7, 35 Afspelen................................28 AF-vergrendeling..................19 AF-verlicht. .........................48 Altijd flitsen..........................21 Ander form. .........................43 Auto Review .........................49 Autom. instellen ...................19 Autom. instellen-functie.......18 Indexscherm .........................29 Initialiseren...........................54 Automatische scherpstelling...6 AVI .......................................68 D J B Daglicht................................ 35 JPG ....................................... 68 Batterij ................................101 Batterijlader ........................103 Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen ..............67 Beelden kopiëren naar de computer........................62 Beeldformaat ....................9, 24 Beeldkwaliteit...................9, 36 Belichting ...............................7 Bestandopslaglocatie ............67 Bestandsextensie...................69 Bestandsnaam .......................67 Bestandsnr. ..........................55 Besturingssysteem ..........60, 76 Beveiligen.............................40 104 Datum................................... 56 Diafragma .............................. 7 K Diavoorstelling..................... 42 Kaartweergave ......................73 Digitale zoom....................... 47 Kleur....................................... 8 DirectX................................. 60 Kleurfunctie.......................... 32 DPOF ................................... 83 Klokinstel. ...........................56 Dradenkruis van de puntlichtmeting............. 33 Kopiëren ............................... 53 L E Landschap.............................26 EV ........................................ 23 LCD-scherm .........................16 EV aanpassen ....................... 23 LCD-verlicht ........................ 54 F Fijn ....................................... 36 Lgz synchro .......................... 21 Lichtmeetfun. ......................33 Index Lichtmeting met meerdere patronen .........................33 P Slimme-zoomfunctie ............47 PAL....................................... 56 Sluitertijd ................................7 M PC......................................... 59 Sneeuw .................................26 PictBridge....................... 55, 79 Soft Snap ..............................26 Picture Motion Browser ....... 70 Software..........................61, 70 Pieptoon ............................... 54 Specifieke A/V-kabel ............57 Pixel........................................ 9 Specifieke USB-kabel.....63, 80 Precisie-digitale-zoomfunctie ...................................... 47 Sprekend ...............................32 Problemen oplossen ............. 85 Strand....................................26 Macintosh-computer .............76 Aanbevolen omgeving ...76 Macro....................................21 Map .......................................39 Maken ............................51 Wijzigen ........................52 Mass Storage.........................55 "Memory Stick Duo" ............99 PTP....................................... 55 Punt-lichtmeting................... 33 Memory Stick tool ................51 Menu .....................................30 Standaard ..............................36 T Taal .......................................54 R Items ..............................31 Rechtstreeks afdrukken ........ 79 Terugspoelen/snel vooruitspoelen ...............28 Opnemen .......................32 Rode-ogeneff. ...................... 48 Trimmen ...............................45 Weergeven .....................39 Roteren ................................. 44 TV.........................................57 Menu voor weergeven...........39 S U Mode .....................................37 Scènekeuze ........................... 25 USB · A/V OUT-aansluiting .......................................10 Menu voor opnemen .............32 Schemer................................ 26 N Schemer-portret.................... 26 Natuurlijk ..............................32 Scherm Netspanningsadapter.............11 Aanduiding.................... 12 Niet flitsen ............................21 NTSC ....................................56 Achtergrondverlichting van het LCD-scherm ..... 16 O Schermweergave wijzigen ...................................... 16 USB-aansl. ...........................55 V VGA......................................24 Video-uit ...............................56 Volume..................................28 Onderbelichting ......................7 Scherpstellen .......................... 6 W Onderdelen en bedieningselementen .....10 Scherpte................................ 38 Waarschuwingsmeldingen ....96 Wazige beelden.......................6 Opn.functie ...........................37 Schrijfbeveiligingsschakelaar ...................................... 99 Opnamemap maken ..............51 Sepia..................................... 32 Weergavezoom......................28 Opnamemap wijz. ................52 Setup......................... 38, 44, 46 Windows-computer...............59 WB........................................34 Aanbevolen omgeving...60 Film ...............................19 Intern geheugen-tool ..... 50 Wissen...................................28 Stilstaand beeld..............19 Memory Stick tool ........ 51 Formatteren .............50, 51 Optische zoom ................20, 47 Setup 1 .......................... 54 Witbalans ..............................34 Overbelichting ........................7 Index Camera .......................... 47 Opnemen Setup 2 .......................... 55 Setup 1.................................. 54 Setup 2.................................. 55 105 Index Z Zelfontspanner......................22 Zoom ....................................20 Z-W ......................................32 106 Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Sony Cybershot DSC-S800 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor