Sony DSC-W35 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2007 Sony Corporation 2-899-987-71(1)
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-W35/W55
Lees dit handboek en de
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig door
voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar
deze documenten voor het geval u deze later
als referentiemateriaal nodig hebt.
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Het Setup-scherm
gebruiken
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
VKLIK!
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 107 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de batterijdoos
• Laad de batterijdoos (bijgeleverd) op voordat u
de camera de eerste keer gebruikt.
• De batterijdoos kan altijd worden opgeladen,
zelfs als deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als
de batterijdoos niet volledig is opgeladen, kunt u
de gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de
batterijdoos gebruiken.
• Als u de batterijdoos niet zult gebruiken
gedurende langere tijd, moet u de bestaande
lading volledig verbruiken, de batterijdoos uit
de camera verwijderen en deze op een koele,
droge plaats opbergen. Hierdoor blijven de
functies van de batterijdoos behouden.
• Zie pagina 109 voor details over de bruikbare
batterijdoos.
Carl Zeiss-lens
Deze camera heeft een Carl Zeiss-lens die
in staat is scherpe beelden met een
uitstekend contrast te reproduceren.
De lens voor deze camera werd
geproduceerd volgens een
kwaliteitsgarantiesysteem dat door Carl
Zeiss is gecertificeerd in overeenstemming
met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in
Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er
op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
• Deze camera heeft een krachtige zoomlens.
Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens
tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als
voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Over illustraties
De illustraties in dit handboek zijn van de DSC-
W55 tenzij anders vermeld.
4
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera......................................... 2
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10
Onderdelen en bedieningselementen..................................................... 11
Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13
De schermweergave wijzigen ................................................................. 17
Het interne geheugen gebruiken............................................................. 18
De modusknop gebruiken .......................................................................19
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).................... 20
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 26
Beelden weergeven/verwijderen............................................................. 29
De menu-items gebruiken ............................................................... 31
Menu-items.......................................................................................... 32
Menu voor opnemen ............................................................................... 33
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
(Interval): Het frame-interval in de [Multi Burst]-functie selecteren
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
(Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Basishandelingen
Het menu gebruiken
M
5
Inhoud
Menu voor weergeven.............................................................................44
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): Films knippen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
De Setup-items gebruiken ...............................................................52
Camera ..............................................................................................53
Intern geheugen-tool..........................................................................56
Formatteren
Memory Stick tool ..............................................................................57
Setup 1 ...............................................................................................60
Setup 2 ...............................................................................................61
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................63
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
AF-functie
Digitale zoom
Functiegids
Rode-ogeneff.
AF-verlicht.
Auto Review
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
LCD-verlicht (alleen DSC-W55)
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
Bestandsnr.
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
6
Inhoud
Werken met uw Windows-computer .......................................................65
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................67
Beelden kopiëren naar de computer....................................................... 68
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de
camera (met een "Memory Stick Duo")................................................... 75
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) ............................................ 76
De Macintosh-computer gebruiken ......................................................... 82
Stilstaande beelden afdrukken................................................................84
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer...................................................................................................... 85
Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 89
Problemen oplossen ............................................................................... 91
Waarschuwingsaanduidingen en berichten .......................................... 103
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 106
De "Memory Stick" ................................................................................ 107
Over de batterijdoos.............................................................................. 109
Over de batterijlader ............................................................................. 110
Index ..................................................................................................... 111
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
7
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Als u een stilstaand beeld opneemt waarop u moeilijk kunt scherpstellen
t [Scherpstellen]
(pagina 34)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).
Scherp-
stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop
volledig in.
Druk de
sluiterknop half
in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een
boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen
met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken.
Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Hier wordt
het gebruik van de verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 19), de menu's (pagina 31), enzovoort
beschreven.
8
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De ISO-gevoeligheid aanpassen (Aanbevolen belichtingsindex)
ISO-gevoeligheid is de meting waarmee wordt geschat hoeveel licht er op het
beeldopnameapparaat valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden
afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Zie pagina 38 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 24).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 36).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (Aanbevolen
belichtingsindex) = opnamegevoeligheid
Belichting:
9
Basistechnieken voor betere beelden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 37).
Kleur
De effecten van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Kenmerken van het
licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
10
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 25)
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 39)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar
is het beeldbestand kleiner.
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 7M
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en
groot bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3-
formaat
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
3072
2304
480
640
Pixels
11
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A Sluiterknop (20)
B Voor opnemen: Zoomhendel (W/T) (21)
Voor weergeven: /
(weergavezoom)-hendel / (index)-
hendel (29, 30)
C Zoekervenster
D Lens
E POWER-toets/POWER-lampje
F Microfoon
G Flitser (22)
H Zelfontspannerlampje (23)/AF-
illuminator (55)
A Lampje AE/AF-vergrendeling/
Zelfontspannerlampje (groen) (23)
B Oplaadlampje flitser/Opnamelampje
(oranje)
C Luidspreker
D Zoeker
E LCD-scherm (17)
8
1
2
3
4
5
6
7
qd
ws wd wf
w;
wa
9
qf qg qh qj qk ql
9
0
qa
qs
DSC-W55
DSC-W35
12
Onderdelen en bedieningselementen
F DISP-toets (Schermweergave) (17)
• Houd de DISP-toets (schermweergave)
langer ingedrukt om de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
te selecteren (alleen DSC-W55).
G MENU-toets (31)
• Druk langer op MENU om het scherm
(Setup) weer te geven.
H (Weergave)-toets (29)
I Bevestigingsoog voor de polsriem
J Modusknop (19)
K Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (31)
Menu uit: / / / (22-24)
L -toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (25, 29)
M Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
• Verwijder de camera na gebruik van het
statief.
N Klep voor accu/"Memory Stick Duo"
O Toegangslampje
P "Memory Stick Duo"-sleuf
Q Batterijsleuf
R Hendel voor uitwerpen batterij
S Meervoudige aansluiting (onderkant)
(DSC-W55)
• De meervoudige aansluiting wordt in de
volgende situaties gebruikt:
T DC IN-aansluiting (DSC-W35)
Bij gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die
bij de netspanningsadapter is geleverd
voor meer details.
• U kunt de batterijdoos niet opladen door uw
camera aan te sluiten op de AC-LS5K-
netspanningsadapter. Gebruik de
batterijlader om de batterijdoos op te laden.
U Afdekking van de DC IN-aansluiting
(DSC-W35)
V A/V OUT-aansluiting (DSC-W35)
W Klep aansluiting (DSC-W35)
X (USB)-aansluiting (DSC-W35)
– USB-verbinding met een computer
– AV-verbinding met een televisie
– PictBridge-verbinding met een printer
v
markering
2 Naar
DC IN-
aansluiting
1
13
Aanduidingen op het scherm
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling
(20)
Opnamefunctie (19, 40)
Witbalans (37)
STBY
OPNEMEN
Stand-by/film opnemen
Modusknop (scènekeuze)
(19)
Modusknop (Autom.
Programma) (19)
Camerafunctie (20)
Flitsfunctie (22)
Flitser wordt opgeladen
1
2
3
4
5
M
WB
SL
Zoomvergrotingsfactor (21,
53
)
Rode-ogeneffect beperken
(54)
Scherpte (43)
Contrast (43)
AF-illuminator (55)
Lichtmeetfunctie (36)
RICH
NATURAL
SEPIA B&W
Kleurfunctie (33)
Scherm Aanduiding
Macro (22)
AF-functie (53)
Aanduiding AF-
bereikzoekerframe
(34)
1.0m Vooraf ingestelde afstand
scherpstelling
(34)
Aanpassingsbalk voor
belichtingswaarde
(24)
• De weergave wordt
gewijzigd, afhankelijk van
de stand van de modusknop
(links weergegeven).
V Donkerder
v Helderder
Richtlijn voor
belichtingswaarde
(24)
Scherm Aanduiding
1.3
ON
S AF M A F
14
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
Beeldformaat (25)
• wordt alleen
weergegeven wanneer de
Multi-burst-functie is
geactiveerd.
FINE STD Beeldkwaliteit (39)
Opnamemap (57)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
00:00:00
[00:28:25]
Opnameduur [maximale
opnameduur]
1/30" Multi-burst-interval
(42)
400 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner
(23)
C:32:00 Weergave zelfdiagnose
(103)
ISO-waarde (38)
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het best de flitser gebruiken
voor een betere belichting
of een statief of ander
hulpmiddel gebruiken om
de camera te stabiliseren
(pagina 7).
E Waarschuwing voor
zwakke batterijen (103)
3:2
7M 5M
1M
3M
2M
16:9
VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
1M
101
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting
(36)
AF-bereikzoekerframe (34)
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 24)
NR lage sluitertijd
• Wanneer de sluitertijd bij
weinig licht onder een
bepaalde snelheid daalt,
wordt de NR
(Ruisonderdrukking) lage
sluitertijd-functie
automatisch geactiveerd om
de ruis in het beeld te
beperken.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(24)
(niet
weergegeven
op het scherm
op de vorige
pagina)
Menu
(31)
Scherm Aanduiding
15
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Opnamefunctie (
19, 40)
Beeldformaat
(25)
Weergavefunctie (29)
- Beveiligen
(44)
Afdrukmarkering (DPOF)
(89)
Map wijzigen (44)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Zoomvergrotingsfactor
(29)
Stap
12/16
Weergave per frame (40)
N Weergeven (29)
Volume (29)
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (44)
Weergavebalk
M
3:2
7M 5M
1M
3M
2M
16:9
VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
1.3
16
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
PictBridge verbinden (86)
Opnamemap (57)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Weergavemap (44)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
C:32:00 Weergave zelfdiagnose
(103)
00:00:12 Teller
Scherm Aanduiding
PictBridge verbinden (88)
• Koppel de kabel voor de
terminal voor meervoudig
gebruik (DSC-W55)/USB-
kabel (DSC-W35) niet los
terwijl het pictogram wordt
weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (24)
ISO-waarde (38)
Lichtmeetfunctie (36)
Flitser
Witbalans
(37)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergave beeld
101
101
WB
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 24)
• wordt weergegeven
wanneer de
histogramweergave is
uitgeschakeld.
2007 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Menu
(31)
z PAUZE
z AFSP.
Multi-burst-beelden in
reeksen weergeven
(40)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden selecteren
VOLUME
Volume regelen
DPOF
17
De schermweergave wijzigen
Wanneer u op de DISP-knop
(schermweergave) drukt, worden de
aanduidingen op het scherm als volgt
gewijzigd.
• Houd de DISP-toets (schermweergave) langer
ingedrukt om de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm te
selecteren (alleen DSC-W55).
• Wanneer u de histogramweergave inschakelt,
worden de beeldgegevens weergegeven tijdens
het afspelen.
• Het histogram wordt niet weergegeven in de
volgende situaties:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven.
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het afspelen
– Als het menu wordt weergegeven.
– In de indexfunctie
– Als u de weergavezoom gebruikt.
– Als u stilstaande beelden roteert.
– Tijdens het afspelen van films
• U kunt het LCD-scherm niet uitschakelen
tijdens de beeldweergave.
• In de volgende situaties kan er een groot
verschil zijn in het weergegeven histogram
wanneer u opneemt en tijdens het afspelen:
– Wanneer de flitser afgaat.
– Wanneer de sluitertijd te laag of te hoog is.
• Het histogram zal mogelijk niet worden
weergegeven voor beelden die met andere
camera's zijn opgenomen.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoom niet en wordt [AF-functie]
ingesteld op [Enkelvoud.] (pagina 53). Wanneer
u (flitsfunctie)/ (zelfontspanner)/
(macro) selecteert, wordt het beeld gedurende
ongeveer twee seconden weergegeven.
DISP-toets
(Schermweergave)
Histogram aan
Aanduidingen uit
LCD-scherm uit
Histogramweer
gave
(pagina 24)
Aanduidingen aan
18
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen op het
interne geheugen.
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 52, 59).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 68 tot en met 71 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar een computer kopiëren via een USB-
verbinding tussen een computer en uw camera, maar u kunt geen gegevens van een computer kopiëren
naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
19
Basishandelingen
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Functiegids
Wanneer [Functiegids] is ingesteld op [Aan], wordt de beschrijving van de functies
weergegeven terwijl u de camera bedient.
De standaardinstelling is [Aan]. Selecteer [Uit] als u de functiegids niet wilt weergeven
(pagina 54).
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Autom. instellen
Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen automatisch
worden aangepast.
t pagina 20
: Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende
instellingen selecteren met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies
t pagina 32)
: scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de
scène.
t pagina 26
Modusknop
Regeltoets
: Films opnemen
t pagina 20
20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
instelfunctie)
1 Selecteer een functie met de modusknop.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer .
Film: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
-toets
(Beeldformaat)
Regeltoets
Zoomhendel
Modusknop
Sluiterknop
v/V/b/B-toets
z-toets
Zoeker
Microfoon
Plaats het onderwerp in
het midden van het
zoekframe.
Dek de microfoon niet af
met uw vinger.
A
an
d
u
idi
ng voor
AE/AF
-vergren
d
e
li
ng
21
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro)
(pagina 22) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel
opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Gezien door glas
– Snel bewegend
– Weerkaatsend licht of glanzend
– Knipperend
– Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Verschuif de zoomhendel.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 53 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af bij onvoldoende licht of achtergrondverlichting (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Langzaam synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk op B ( ) op de regeltoets.
Druk nogmaals op
B om te annuleren.
(Geen aanduiding): Macro uit
: Macro aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 30 cm of verder)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
SL
23
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de
sluiter werkt.
Druk nogmaals op
V om te annuleren.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer
u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt.
Zelfontspannerlampje
24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op b ( ) op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de
belichting aan te passen.
Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de
b-toets.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen door een histogram weer te geven
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld toont. Druk herhaaldelijk op de
DISP-toets (schermweergave) om het histogram
op het scherm weer te geven. De grafieweergave
toont een helder beeld wanneer het naar rechts
wordt scheefgetrokken en een donker beeld
wanneer het naar links wordt scheefgetrokken.
Stel de modusknop in op , of Scènekeuze en
pas de EV aan terwijl u de belichting controleert
volgens het histogram.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram verschijnt ook wanneer u één stilstaand beeld weergeeft, maar in dat geval kan de
belichting niet worden aangepast.
Naar +Naar –
HelderDonker
A
B
25
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren.
Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 100).
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames per seconden worden weergegeven, hoe vloeiender de weergave wordt.
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
7M (3072×2304) Max. formaat is A3 (11×17")
Minder
Meer
Fijn
Ruw
3:2
1)
(3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480) Voor e-mail
16:9
2)
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
Filmbeeldformaat Frames/seconde Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard
160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail
26
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , ,
, ) met de modusknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie.
Modusknop
Sluiterknop
27
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
* De sluitertijd is lager in (Schemer-functie) en (Schemer-portret-functie). Daarom is het aanbevolen
een statief te gebruiken.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in
helderdere en warmere tinten
opnemen voor mooiere beelden.
Daarnaast wordt met de zachte
achtergrond een rustige atmosfeer
voor foto's van personen,
bloemen, enzovoort tot stand
gebracht.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp i
n
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
28
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet
gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro Flitser
AF-
bereikzoeker
Vooraf
ingestelde
scherpstelling
Witbalans
Burst/
Multi-burst
Flitsniveau
—
Autom./ —
———
— /
/
/
SL
WB
29
Basishandelingen
Beelden weergeven/verwijderen
1 Druk op de (Weergave)-toets.
Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld
in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normaal afspelen.)
Druk op
v/V om het volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [160] worden op een kleiner formaat weergegeven.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen).
2 Selecteer [Wissen] met
v en druk vervolgens op z.
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Verschuif de -hendel wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Verschuif de -hendel om het zoomen ongedaan te maken.
Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden bewaren: [Trimmen] (pagina 51)
-toets
(Verwijderen)
Regeltoets
-hendel
(Weergavezoom)
(Index)/ -hendel
(Weergavezoom)
(Weergave)-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
30
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Verschuif de -hendel (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende
(vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden verwijderen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
3 Druk op (Verwijderen).
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v /V in stap 1 in plaats
van [Kiezen] en drukt u op z.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en
druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
31
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste
functie.
Weergave: druk op de (Weergave)-toets.
Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie
opnemen/weergeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/
B ingedrukt totdat het op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in
de weergavefunctie.
4 Selecteer een instelling met v/V.
De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt
weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
v/V/b/B-toets
z-toets
Modusknop
Regeltoets
MENU-toets
(Weergave)-toets
32
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Menu-items
Menu voor opnemen (pagina 33)
De beschikbare menuopties zijn afhankelijk van de stand van de modusknop en de
instellingen. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
Menu voor weergeven (pagina 44)
(Map) - (Beveiligen)
DPOF (Afdrukken)
(Dia) (Ander form.)
(Roteren) (Opdelen)
(Setup) Trimmen**
* De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
**Alleen beschikbaar voor weergavezoom.
In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt
weergegeven.
( : beschikbaar)
Modusknop: Scène
COLOR (Kleurfunctie) — —
9 (Scherpstellen) —
(Lichtmeetfun.) —
WB (Witbalans) —
ISO — —
(Beeldkwaliteit) — —
Mode (Opn.functie) —
(Interval) —
*
—
(Flitsniveau) —
*
—
(Contrast) — — —
(Scherpte) — — —
(Setup)
M
Niet beschikbaar Beschikbaar
33
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren.
• Wanneer u [Multi Burst] hebt geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal].
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van
het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
Z-W (B & W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
Sepia (SEPIA)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Natuurlijk (NATURAL)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Sprekend (RICH)
Het beeld wordt ingesteld op heldere kleur.
Normaal
34
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
U kunt de scherpstelmethode wijzigen. Gebruik het menu wanneer het moeilijk is een
geschikte scherpstelling te verkrijgen in de automatische scherpstelfunctie.
• AF is de afkorting voor Auto Focus, of Automatisch scherpstellen.
• De gegevens over de afstandinsteling in [Scherpstellen] zijn bij benadering. Als u de lens omhoog of
omlaag richt, vergroot de fout.
• [Multi-AF] is aanbevolen voor het opnemen van films.
• Wanneer u Digitale zoom of AF-illuminator gebruikt, krijgen de onderwerpen in of vlakbij het midden
van het frame de prioriteit van de AF-beweging. In dit geval knippert de aanduiding of en wordt
het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven.
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode
wijzigen
(onbeperkte afstand)
Stelt scherp op het onderwerp met een eerder ingestelde
afstand tot het onderwerp. (Vooraf ingestelde scherpstelling)
• Wanneer u een opname maakt van een onderwerp doorheen een
net of een vensterglas, is het moeilijk scherp te stellen in de
automatische scherpstelfunctie. In dergelijke gevallen is het
nuttig [Scherpstellen] te gebruiken.
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Midden-AF
()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekerframe.
• Als u deze optie gebruikt in combinatie met de AF-
vergrendelingsfunctie, kunt u opnemen in de gewenste
beeldcompositie.
Multi-AF
(AF met meerdere punten)
(Stilstaand beeld )
(Film )
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in alle gebieden
van het zoekerframe.
• Deze functie is nuttig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding AF-
bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding AF-
bereikzoekerframe
35
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
z Als het onderwerp onscherp is
Wanneer u een opname maakt waarbij het onderwerp zich op de rand van het frame (of het scherm) bevindt,
of wanneer u [Midden-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de
rand van het frame.
Ga in dergelijke gevallen als volgt te werk.
1 Stel de opname opnieuw samen zodat het onderwerp in de AF-framezoeker is gecentreerd en
druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak herhalen als u wilt.
2 Wanneer de aanduiding voor de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en stabiel blijft
opgelicht, keert u terug naar de volledig samengestelde opname en drukt u de sluiterknop
volledig in.
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
36
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• Wanneer u de puntlichtmeting of de centraal gewogen meting gebruikt, raden wij u aan [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de meetpositie(pagina 34).
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie
selecteren
Punt (Puntlichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Midden (Centraal gewogen
meting) ( )
Meet het midden van het beeld en bepaalt de belichting op
basis van het helderheid van het onderwerp in het beeld.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
37
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het
opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor gloeilamp- of felle
verlichting, zoals in een fotostudio.
Fluorescerend ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of in
de schaduw.
WB
38
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger de gevoeligheid.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger
wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Daglicht ( )
Hiermee kunt u de belichting aanpassen voor opnamen
buitenshuis op een heldere dag, avondscènes, nachtscènes,
neonlampen of vuurwerk.
Autom.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
1000
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats
of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een
lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
800
400
200
100
Autom.
WB
Hoge waardeLage waarde
39
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren.
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor
stilstaande beelden selecteren
Fijn (FINE)
Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
• Als de modusknop op staat, is de kwaliteit van stilstaande
beelden [Fijn].
Standaard (STD)
Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
40
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De [Multi Burst]-functie
• U kunt beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen opeenvolgend weergeven met de volgende
procedures:
– Om te pauzeren/hervatten: druk op de regeltoets op z.
– Om frame per frame weer te geven: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de opeenvolgende
weergave te hervatten.
Mode (Opn.functie): De functie voor continu
opnemen selecteren
Multi Burst ( )
Wanneer u op de sluiterknop drukt, worden 16 frames
opeenvolgend opgenomen als een stilstaand beeldbestand.
• De beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen
hebben een beeldformaat van 1M.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te beoordelen.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi-burst selecteren in de
[Interval]-functie (pagina 42).
• De beelden worden in volgorde weergegeven op het
camerascherm.
• Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Burst ( )
Wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt, wordt het
maximum aantal opeenvolgende beelden opgenomen
(raadpleeg de volgende tabel).
• Wanneer "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
M
41
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in de Multi-burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, splitsen
– Een frame in een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, losmaken of verwijderen
– Het frame-interval instellen naar een andere functie dan [1/30] wanneer de modusknop is ingesteld op
• Wanneer u een reeks opnamen die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen weergeeft op een computer
of een camera die niet is voorzien van de Multi-burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld
met 16 frames.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi-burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 28).
De [Burst]-functie
• Wanneer u opnamen maakt met behulp van de zelfontspanner, wordt een reeks van maximum vijf beelden
opgenomen.
• Het opname-interval is ongeveer 0,9 seconden.
• Wanneer de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 28).
Het maximum aantal continu opnamen
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
7M 4 6
3:2 4 6
5M 5 8
3M 7 13
2M 11 20
VGA 64 100
16:9 11 20
42
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Selecteert het frame-interval in de [Multi Burst]-functie (pagina 40).
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Zie pagina 22 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
(Interval): Het frame-interval in de [Multi
Burst]-functie selecteren
1/7.5 (1/7.5")
• Selecteer eerst [Multi Burst] in [Mode] en stel vervolgens het
gewenste frame-interval in [Interval] in. Als u een andere
functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet
beschikbaar.
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht
instellen
+ ( +)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
43
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Past het contrast van het beeld aan.
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
Zie pagina 52.
(Contrast): Het contrast van het beeld
aanpassen
+ ( )
Naar +: Verhoogt het contrast.
Normaal
– ( )
Naar –: Verlaagt het contrast.
(Scherpte): De scherpte van het beeld
aanpassen
+ ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: Het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Naar +Naar –
Naar +Naar –
44
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 57)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 58)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map.
: naar de volgende map.
: naar de vorige of volgende map.
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
45
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Verschuif de -hendel (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in
de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken.
3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
-
- (groen)
46
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk
op
z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle
gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens
niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
Hiermee voegt u een afdrukmarkering (afdrukbestelling) toe aan beelden die u wilt
afdrukken (pagina 89).
Zie pagina 85.
Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
Interval
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
Beeld
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
47
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diavoorstelling wordt gestart.
Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te onderbreken.
Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z.
• Wanneer een diavoorstelling is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is alleen een richtlijn. Deze kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het
opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke
beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
• Het formaat van films of Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
Start
Start de diavoorstelling.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
7M
Zie pagina 25 voor meer informatie over richtlijnen voor het
selecteren van het beeldformaat.
5M
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat
geannuleerd.
Klein formaatGroot formaat
48
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
• U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste
zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt geen beveiligde beelden, films of Multi-burst-beelden roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
Knipt films of verwijdert onnodige filmscènes. Deze functie is aanbevolen wanneer er
onvoldoende capaciteit is op het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" of wanneer u
films als bijlage bij uw e-mailberichten voegt.
• Houd ermee rekening dat de originele film wordt verwijderd en dat het nummer wordt overgeslagen.
Denk er ook aan dat u bestanden niet meer kunt herstellen nadat u ze hebt geknipt.
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen): Films knippen
Splitsen
Stroom van de film ,
Splitsen
49
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Voorbeeld: een film met het nummer 101_0002 knippen
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van het splitsen van een film met het nummer
101_0002 en het verwijderen ervan in de volgende bestandsconfiguratie.
1 Knipscène A.
Splitsen
101_0002 wordt gesplitst in 101_0004 en 101_0005.
2 Knipscène B.
Splitsen
101_0005 wordt gesplitst in 101_0006 en 101_0007.
3 Scènes A en B verwijderen als ze niet nodig zijn.
Verwijderen Verwijderen
4 Alleen de gewenste scènes blijven over.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Annuleert de splitsing.
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 B
A
101_0005
13
101_0004 101_0007
101_0006
AB2
13
2
101_0006
50
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Procedure
1 Geef de film weer die moet worden gesplitst.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt gestart.
5 Druk op z op het gewenste punt voor het knippen.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C] (frame terugspoelen/vooruitspoelen) en past
u het knippunt aan met b/B.
• Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart.
6 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt geknipt.
• Er worden nieuwe nummers toegewezen aan de geknipte films en vervolgens worden ze opgeslagen als de
nieuwste bestanden in de geselecteerde opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde films (pagina 44)
Zie pagina 52.
(Setup): De Setup-items wijzigen
51
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Neemt een vergroot beeld (pagina 29) op als een nieuw bestand.
1 Druk op MENU tijdens de weergavezoom om het menu weer te geven.
2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld wordt opgenomen en het originele beeld wordt opnieuw weergegeven.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de geselecteerde opnamemap en het
originele beeld blijft behouden.
• De kwaliteit van de bijgesneden beelden kan verminderen.
• U kunt niet bijsnijden naar een beeldformaat met een breedte-/hoogteverhouding van 3:2 of 16:9.
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Annuleert het bijsnijden.
52
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te
geven.
Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
De instelling (Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als
dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
MENU-toets
53
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Het Setup-scherm gebruiken
Camera
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Selecteert de bedieningsfunctie automatisch scherpstellen.
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Past de scherpstelling automatisch aan wanneer u de
sluiterknop half ingedrukt houdt. Deze functie is nuttig voor
het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor (M AF)
Past de scherpstelling automatisch aan voordat u de
sluiterknop half ingedrukt houdt. Met deze functie is er
minder tijd nodig voor het scherpstellen.
• De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Enkelvoud.].
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-
zoomfunctie) ( )
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
5M Ongeveer 3,6×
3M Ongeveer 4,5×
2M Ongeveer 5,6×
VGA Ongeveer 14×
16:9 Ongeveer 4,8×
54
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
• Als u de zoomhendel verschuift, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt
weergegeven.
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding
of knippert en AF werkt met prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het
frame bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij
gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling
voordat u begint met opnemen.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
Functiegids
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is
de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
55
Het Setup-scherm gebruiken
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
De AF-illuminator biedt vullicht om gemakkelijker scherp te stellen op een onderwerp in een
donkere omgeving.
De AF-illuminator straalt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen
wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt tot de scherpstelling wordt vergrendeld. Op dat
ogenblik verschijnt de aanduiding .
• Als het bereik van het lampje van de AF-illuminator niet volstaat tot het onderwerp of als het onderwerp
geen contrast heeft, kan er niet worden scherpgesteld. (Een afstand tot ongeveer 3,0 m (zoom: W) / 2,0 m
(zoom: T) is aanbevolen.)
• De scherpstelling wordt bereikt op voorwaarde dat het lampje van de AF-illuminator het onderwerp
bereikt, zelfs als het licht iets naast het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer Vooraf ingestelde scherpstelling is ingesteld op (pagina 34), werkt de AF-illuminator niet.
• Het AF-bereikzoekerframe wordt niet weergegeven. De aanduiding of knippert en AF werkt met
prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-illuminator werkt niet wanneer u (Schemer-functie) of (Landschap-functie) hebt
geselecteerd in de Scènefunctie.
• De AF-illuminator straalt een zeer helder licht uit. Hoewel er geen problemen zijn met de veiligheid,
raden wij u toch af rechtstreeks van op korte afstand in de lichtstraal van de AF-illuminator te kijken.
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
AF-verlicht.
Autom.
Maakt gebruik van de AF-illuminator.
Uit
Maakt geen gebruik van de AF-illuminator.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
ON
56
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
Formatteren
57
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
• U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 74) voor meer informatie.
Formatteren
Opnamemap maken
58
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz.
59
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter.
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z.
• Gebruik een volledig opgeladen batterijdoos. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de
batterijdoos bijna leeg is, kan de batterijdoos helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken
en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory
Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 56).
• Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle
gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de
bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering (afdrukbestelling) niet gekopieerd.
Kopiëren
60
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting selecteren wanneer u de
camera gebruikt met een batterijdoos.
• U kunt de instelling ook wijzigen door de DISP-knop (schermweergave) langer ingedrukt te houden.
• Als u [Helder] selecteert, wordt meer batterijlading verbruikt.
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, blijven bewaard.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
LCD-verlicht (alleen DSC-W55)
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
61
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Het Setup-scherm gebruiken
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden
toegewezen aan beelden.
Selecteert de USB-functie die moet worden gebruikt wanneer u de camera aansluit op een
computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor een terminal voor
meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35).
Bestandsnr.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer dat
één hoger is dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte
nummer.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (pagina 85).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in
de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer.
(Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 69).
Autom.
De camera herkent en brengt automatisch een communicatie
tot stand met een computer of een PictBridge-compatibele
printer (pagina's 69 en 85).
• Als de camera niet kan worden verbonden met een PictBridge-
compatibele printer wanneer de instelling [Autom.] is
opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [PictBridge].
• Als de camera niet kan worden verbonden met een computer of
een ander USB-apparaat wanneer de instelling [Autom.] is
opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [Mass Storage].
62
Setup 2 Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende
televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u
pagina 64 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt
gebruikt.
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z.
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Klokinstel.
63
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een
televisiescherm door de camera aan te
sluiten op een televisie.
Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de
televisie.
1 Sluit de camera aan op de
televisie.
• Plaats de camera met het scherm omhoog
gericht.
• Als de TV is uitgerust met stereo-ingangen, sluit
u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de
terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55)
of de A/V-kabel (DSC-W35) aan op de
linkeraudio-ingang van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de TV/
video-ingang in op "video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie
voor meer informatie.
3 Druk op de -toets (weergave)
om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het
televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
televisiesysteem (pagina 62).
1 Naar de audio-/
video-ingangen
Kabel voor terminal voor
meervoudig gebruik
2 Naar de meervoudige
aansluiting
DSC-W55
A/V-kabel
DSC-W35
1 Naar de audio-/video-
ingangen
2 Naar A/V OUT-
aansluiting
Regeltoets
(Weergave)-
toets
64
Beelden bekijken op een televisiescherm
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt
weergeven, hebt u een TV met een video-
ingang en de kabel voor de terminal voor
meervoudig gebruik (DSC-W55) of de
A/V-kabel (DSC-W35) nodig. Het
kleursysteem van de televisie moet
overeenkomen met dat van uw digitale
camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten
voor het televisiekleursysteem van het land
of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay.
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
65
De computer gebruiken
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 82) door voor meer informatie over het gebruik van
een Macintosh-computer.
Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
• Beelden weergeven op de computer
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden op datum weergeven
• Beelden bewerken
• De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op
online kaarten. (Om dit te doen moet uw computer
verbonden zijn met het internet.)
• Een nieuwe datadisc maken. (CD-schrijfstation of DVD-
schrijfstation vereist.)
• Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum
ingevoegd.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 67)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 68)
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" (pagina 76)
66
Werken met uw Windows-computer
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows XP
Home Edition of Windows XP
Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows XP
Home Edition of Windows XP
Professional
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of
meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz
of sneller en 256 MB RAM of meer)
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768
pixels of meer, kleuren: hoge kleuren
(16-bits kleuren) of meer
• De software is compatibel met DirectX-
technologie. U moet wellicht "DirectX"
installeren.
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Wanneer u de camera aansluit via een USB-
interface die compatibel is met Hi-Speed USB
(USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde
overdracht (overdracht met hoge snelheid)
mogelijk omdat deze camera compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven
van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61
voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
67
De computer gebruiken
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de
camera niet aansluiten op de computer voordat u
de installatie hebt uitgevoerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als
beheerder.
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
wordt het USB-stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op (My Computer)
t
(SONYPICTUTIL).
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
wordt weergegeven.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm [Location Settings]
verschijnt.
4 Selecteer de [Region] en
[Country/Area] en klik vervolgens
op [Next].
Wanneer de [Welcome to the
InstallShield Wizard for Sony Picture
Utility] verschijnt, klikt u op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, selecteert u
het keuzerondje naast [I accept the
terms of the license agreement] en klikt
u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
• Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt waarmee u naar de website voor
klantenregistratie kunt gaan.
Zodra u zich hebt geregistreerd op de
website, kunt u veilige en nuttige
klantenondersteuning krijgen.
http://www.sony.net/registration/di
68
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
U kunt als volgt beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second
Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf van de computer te
plaatsen.
• Zie pagina 97 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Voer fase 1 tot en met 4 op pagina 68 tot en
met 73 uit om beelden te kopiëren.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de
software (bijgeleverd) installeren voordat u
doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u
de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
Met Windows 95/98/98 Second Edition/
NT/Me:
Deze camera is niet compatibel met deze
versies van het Windows-
besturingssysteem. Als u een computer
zonder Memory Stick-sleuf gebruikt,
gebruik dan een in de handel verkrijgbare
Memory Stick Reader/Writer om beelden
van een "Memory Stick Duo" naar uw
computer te kopiëren.
Als u beelden in het interne geheugen naar
de computer wilt kopiëren, kopieert u de
beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en kopieert u ze vervolgens naar de
computer.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats een batterijdoos met
voldoende capaciteit in de
camera of sluit de camera met de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) (DSC-W35/W55) en
de USB-, A/V-, DC IN-kabel voor
een terminal voor meervoudig
gebruik (niet bijgeleverd) (alleen
DSC-W55) aan op een
stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de batterijdoos bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de
batterijdoos leeg raakt.
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
69
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
3 Druk op de (Weergave)-toets
om de computer in te schakelen.
• In Windows XP wordt de wizard AutoPlay
automatisch weergegeven.
(Weergave)-toets
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Kabel voor
terminal voor
meervoudig gebruik
1 Naar een USB-aansluiting
2 Naar de meervoudige
aansluiting
DSC-W55
DSC-W35
1 Naar de USB-
aansluiting
USB-kabel
2 Naar de (USB)-
aansluiting
70
Beelden kopiëren naar de computer
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit zijn
geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt,
stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage]
(pagina 61).
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
kan het scherm [Import Images] (pagina 77)
worden weergegeven. In dit geval kunt u
beelden rechtstreeks importeren met "Picture
Motion Browser".
• Voor Windows 2000 volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 71.
• Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm
met de wizard wordt niet automatisch
weergegeven, volgt u de procedure die wordt
beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar
een computer" op pagina 71.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in fase 2,
klikt u op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard]
t [OK] wanneer het
scherm met de wizard
automatisch op de computer
wordt weergegeven.
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" wordt weergegeven.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen,
worden weergegeven.
• Als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst, worden de beelden weergegeven
die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
Fase 3-A: Beelden kopiëren
naar een computer
Toegangs-
aanduidingen
*
1
2
71
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat
deze niet worden gekopieerd en
klik op [Next].
Het scherm "Picture Name and
Destination" wordt weergegeven.
4 Selecteer de naam en de
bestemming van de beelden en
klik op [Next].
Het kopiëren van beelden wordt gestart.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
5 Selecteer het keuzerondje naast
[Nothing. I’m finished working
with these pictures] en klik op
[Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het scherm met de wizard wordt
gesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de kabel voor de
terminal voor meervoudig gebruik (DSC-
W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los
(pagina 73). Voer vervolgens de procedure
uit die wordt beschreven in "Fase 2: De
camera en de computer op elkaar
aansluiten" op pagina 69.
• Voor Windows XP volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 70.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1
2
1
2
Fase 3-B: Beelden kopiëren
naar een computer
1
2
72
Beelden kopiëren naar de computer
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk]
t [DCIM].
• Zie pagina 97 als het pictogram "Removable
Disk" niet wordt weergegeven.
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren.
Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand en klik op [Copy] in
het snelmenu.
• Zie (pagina 74) voor meer informatie over
de opslaglocatie van de beeldbestanden.
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "My Documents" en klik
op [Paste] in het snelmenu.
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 75).
2
1
1
2
73
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure
beschreven om gekopieerde beelden in de
map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan
Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
[My Documents] op het bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• De kabel voor de terminal voor meervoudig
gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-
W35) loskoppelen.
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC)
t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4
overslaan.
Fase 4: Beelden weergeven op
de computer
1
2
De USB-verbinding annuleren
Dubbelklik hier
74
Beelden kopiëren naar de computer
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen; alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd.
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
• Zie pagina 44 en 57 voor meer informatie over
mappen.
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
75
De computer gebruiken
Beeldbestanden opgeslagen op de computer
weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het
model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u een nieuwe map
met uw camera (pagina 57) en kopieert u
vervolgens het beeldbestand.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik op
[Rename] in het snelmenu. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het
snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik op [Paste] in het snelmenu.
• sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1
2
76
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit gedeelte bevat een beschrijving en
algemene instructies voor "Picture Motion
Browser".
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en
verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de
opnamedatum wijzigen en meer.
• Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of
opgeslagen met de datum.
• U kunt een datadisc maken met een CD-
schrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Raadpleeg de Help voor meer informatie over
"Picture Motion Browser".
Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start]
t [All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Help] t [Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram (Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
• Het bevestigingsbericht van het Informatie-tool
verschijnt op het scherm wanneer u "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de
hoogte van nieuws, zoals software-updates. U
kunt de instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het
scherm.
Voer de volgende procedure uit om beelden
vanaf de camera te importeren en weer te
geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
(Media
Check Tool)
in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
wanneer een "Memory Stick" wordt
geplaatst of wanneer de camera wordt
aangesloten.
• Als het pictogram niet wordt
weergegeven: Klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows
2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Tools] t
[Media Check Tool].
Overzicht "Picture Motion
Browser"
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
Algemene instructies
77
De computer gebruiken
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
2 Sluit de camera aan op uw
computer met de kabel voor de
terminal voor meervoudig gebruik
(DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-
W35).
Als de camera automatisch is herkend,
verschijnt het scherm [Import Images].
• Zie eerst pagina 68 als u de Memory Stick-
sleuf gebruikt.
• Als in Windows XP de wizard AutoPlay
wordt weergegeven, sluit u deze wizard.
3 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Zie pagina 80 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
Beelden weergeven
1 Geïmporteerde beelden
controleren
Wanneer het importeren is voltooid,
wordt de "Picture Motion Browser"
gestart. Er worden miniaturen van de
geïmporteerde beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt
weergeven, dubbelklikt u op de
bijbehorende miniatuur.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
1Klik op de tab [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn
opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen,
worden weergegeven, ingedeeld op
opnamedatum.
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste
maand.
Miniaturen van beelden die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum.
Miniaturen van beelden die op die dag
zijn opgenomen, worden weergegeven,
ingedeeld op uur.
78
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Scherm met weergave per jaar
Scherm met weergave per maand
Scherm met weergave per uur
• Als u beelden van een bepaald jaar of een
bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op
die periode aan de linkerkant van het
scherm.
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur
dubbelklikt u op een miniatuur om het
betreffende beeld in een afzonderlijk
venster weer te geven.
• U kunt weergegeven beelden bewerken door
op in de werkbalk te klikken.
Beelden weergeven op volledig
scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige
beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of
onderbreken, klikt u op in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u
op in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
1
2
3
4
79
De computer gebruiken
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Beelden kunnen worden opgeslagen op een
CD of DVD als datadisc.
• CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation
vereist.
• De volgende disc kan worden gebruikt om
een datadisc te maken.
–CD–R/RW (12 cm)
–DVD±R/RW (12 cm)
–DVD±R DL (12 cm)
1 Selecteer de beelden die u wilt
opslaan op de disc.
• Om opeenvolgende beelden te selecteren,
klikt u op het eerste beeld en houdt u
vervolgens de "Shift"-toets ingedrukt terwijl
u op het laatste beeld klikt.
• Om twee of meer niet opeenvolgende
beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"-
toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt.
2 Klik op de -toets in de
werkbalk.
Het scherm [Create Data Disc] verschijnt.
3 Klik op [Start].
4 Volg de instructies op het scherm
om verder te gaan met het maken
van de datadisc.
• Om de gewenste beelden toe te voegen,
sleep ze naar het scherm [Create Data Disc].
Alle beelden in een map selecteren
Klik op de tab [folders], klik met de
rechtermuisknop op het gewenste
mappictogram en selecteer [Create Data
Disc]. Alle beelden in een map kunnen
worden geselecteerd.
Als uw stilstaande beelden positiegegevens
bevatten, kunt u de beelden zien op de
online kaarten met Kaartweergave.
• Om de Kaartweergavefunctie te gebruiken
moet uw computer over een
internetverbinding beschikken.
1 Selecteer een miniatuur met .
2 Klik op .
Het hoofdvenster voor de Kaartweergave
verschijnt.
• Kaarten en satellietbeelden ondersteund
door de kaartendienst Google Maps.
• U kunt de positiegegevens later toevoegen
aan de stilstaande beelden via de
Kaartweergave. Raadpleeg de helpfunctie
van de Kaartweergave voor meer
informatie.
Een datadisc maken Kaartweergave gebruiken om
stilstaande beelden op een
kaart weer te geven
80
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Beelden die op de computer zijn
opgeslagen, voorbereiden voor
weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert
u de map met de beelden als een van de
"Viewed folders".
1 Klik op in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in
het menu [File].
Het scherm met instellingen voor registratie
van "Viewed folders" wordt weergegeven.
2 Geef de map op met beelden die
moeten worden geïmporteerd om
de map te registreren als een van
de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de
database.
• Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
Wijzigen van "Folder to be imported"
Als u de "Folder to be imported" wilt
wijzigen, opent u het scherm "Import
Settings".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in
het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images"
wordt weergegeven.
2 Selecteer de "Folder to be
imported".
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen
uit de mappen die zijn geregistreerd als
"Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden
bijwerken
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u
[Update Database] in het menu [Tools].
• Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt,
kunnen deze niet worden weergegeven
met deze software. Werk in dit geval de
database bij.
Beelden opslaan met de datum
1 Dubbelklik op een beeld om het weer te
geven.
2 Klik op en selecteer [Insert Date] in
de vervolgkeuzelijst.
3 Selecteer de gewenste kleur en positie en
klik op [OK].
4 Klik op om op te slaan.
Andere functies
81
De computer gebruiken
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Beelden afdrukken met de datum
1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt
afdrukken.
2 Klik op in de werkbalk.
3 Klik op het selectievakje van [Print date
taken] bij de afdrukopties.
4 Klik op [Print].
1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in
Windows 2000: [Start] t [Settings] t
[Control Panel]) en dubbelklik op [Add/
Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000: klik op
[Change/Remove]) om de installatie
ongedaan te maken.
"Picture Motion Browser"
verwijderen
82
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Wanneer u de camera aansluit via een USB-
interface die compatibel is met Hi-Speed USB
(USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde
overdracht (overdracht met hoge snelheid)
mogelijk omdat deze camera compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven
van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61
voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 68.
2 Sluit de kabel voor de terminal
voor meervoudig gebruik (DSC-
W55) of de USB-kabel (DSC-W35)
aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 69.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM]
t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 74 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
83
De computer gebruiken
De Macintosh-computer gebruiken
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf
t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• De kabel voor de terminal voor meervoudig
gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-
W35) loskoppelen.
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" naar het pictogram "Trash".
De verbinding tussen de camera en de
computer is verbroken.
De USB-verbinding annuleren
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
84
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]-
functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat
u begint met afdrukken (pagina 100).
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de software
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) en de beelden afdrukken.
U kunt beelden afdrukken met ingevoegde datum (pagina 81).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u
wilt afdrukken.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 85)
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer
Beelden afdrukken met een computer
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 89)
85
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• De functie voor het afdrukken van een index is
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de
printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk
van de printer.
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding ongeveer vijf seconden
knippert op het scherm van de camera
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
Bereid de camera voor door deze met
behulp van een USB-kabel aan te sluiten op
de printer. Wanneer u de camera aansluit op
een printer die wordt herkend wanneer
[USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is
fase 1 niet nodig.
• Wij raden u aan een volledig opgeladen
batterijdoos te gebruiken om te vermijden dat de
voeding tijdens het afdrukken wordt
uitgeschakeld.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer (Setup).
3 Selecteer [ ] (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.]
met v/V/B.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indexhendel
Regeltoets
MENU-toets
2
86
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
4 Selecteer [PictBridge] met B/V en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding weergegeven.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Naar de USB-
aansluiting
2 Naar de meervoudige
aansluiting
Kabel voor terminal
voor meervoudig
gebruik
DSC-W55
DSC-W35
USB-kabel
1 Naar de USB-
aansluiting
2 Naar de (USB)-
aansluiting
87
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Nadat fase 2 is voltooid, wordt het
afdrukmenu weergegeven, ongeacht de
stand van de modusknop.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden
afgedrukt.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt (pagina 89),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
De markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt
afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt
op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v/V/b/B.
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te
drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 62). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
Fase 3: Afdrukken
88
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de terminal voor
meervoudig gebruik (DSC-W55) of de
USB-kabel (DSC-W35) niet los wanneer de
aanduiding (PictBridge-aansluiting)
op het scherm wordt weergegeven.
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens
het gewenste beeld met v/V en voer de
procedure uit vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(pagina 85) en "Fase 2: De camera
aansluiten op de printer" (pagina 86) uit en
ga als volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Selecteer [Annul.] om het
afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt
verder.
1 Verschuif de (Index)-hendel.
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Print) met B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
v/V en druk vervolgens op z.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v/V/b/B en druk vervolgens op z
om de markering weer te geven. (Als u
meer beelden wilt selecteren, herhaalt u
deze procedure.) Druk vervolgens op
MENU.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 87) uit.
-
aanduiding
89
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt de beelden ook afdrukken met de
afdrukmarkering met een printer die voldoet aan
de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of
met een PictBridge-compatibele printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• Als u beelden markeert die in de [Multi Burst]-
functie zijn opgenomen, worden alle beelden op
één vel afgedrukt, verdeeld over 16 panelen.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering wordt
weergegeven op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
90
Afdrukken bij een fotowinkel
1 Geef het indexscherm weer
(pagina 30).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b /B en druk
vervolgens op z.
Een groene markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren,
selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u
[Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
indexfunctie
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en
druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en
druk vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
(groen)
91
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de
beeldgegevens in het interne geheugen worden gecontroleerd.
1 Controleer de items op pagina's 92 tot en met 102.
Zie pagina 103 als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm verschijnt.
2 Verwijder de batterijdoos uit de camera, plaats deze na ongeveer een minuut
terug en schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 60).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Batterijdoos en stroomvoorziening
92
Stilstaande beelden/films
opnemen 92
Beelden weergeven 95
Beelden verwijderen/bewerken 96
Computers 96
Picture Motion Browser 98
"Memory Stick Duo" 99
Intern geheugen 99
Afdrukken 100
PictBridge-compatibele printer
101
Overige 102
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
92
Problemen oplossen
De batterijdoos kan niet worden geïnstalleerd.
• Installeer de batterijdoos op de juiste manier waarbij u de top van de batterijdoos gebruikt om
de hendel voor het uitwerpen van de batterij naar de onderkant van de camera te duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de batterijdoos op de juiste manier.
• De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
• De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
• Gebruik een aanbevolen batterijdoos.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijdoos leegloopt. Schakel de
camera opnieuw in.
• De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
De aanduiding voor de resterende lading van de batterijlading is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De weergegeven resterende lading van de batterijdoos verschilt van de huidige lading.
Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijdoos volledig op zodat de
weergegeven tijdsduur juist is.
• De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
• De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
De batterij kan niet worden opgeladen.
• U kunt de batterij niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (pagina 17).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 29).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
Batterijdoos en stroomvoorziening
Stilstaande beelden/films opnemen
93
Problemen oplossen
Problemen oplossen
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Stel de modusknop in een andere positie dan in wanneer u stilstaande beelden opneemt.
• Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] wanneer films worden opgenomen. Voer een van
de volgende bewerkingen uit:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
De camera stopt tijdens de opname van een film.
•
De camera stopt de opname automatisch wanneer het bestand een grootte van ongeveer 2GB heeft.
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op de (Weergave)-knop om de
opnamefunctie (pagina 29) te wijzigen.
De opname neemt veel tijd in beslag.
• De NR lage sluitertijd-functie is geactiveerd (pagina 14). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) .
• (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
• De functie Vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie automatisch
scherpstellen (pagina 34).
• Raadpleeg "Als het onderwerp onscherp is" op pagina 35.
De zoomfunctie werkt niet.
• De slimme-zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
– Opnemen in de Multi-burstfunctie.
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 22).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (pagina 40).
– (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27).
– U neemt films op.
94
Problemen oplossen
• Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer (Landschap), (Strand) of
(Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 22).
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
• Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
normaal.
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
• (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 28).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
Kan geen data aan beelden toevoegen.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
(pagina 101). U kunt beelden afdrukken of opslaan met de datum door "Picture Motion
Browser" te gebruiken (pagina 80).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 24).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm (alleen DSC-W55) aan
(pagina 17, 60).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 36) of pas de belichting aan (pagina 24).
• Schakel het scherm in (pagina 17).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 24).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 33).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
95
Problemen oplossen
Problemen oplossen
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 54).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Het beeld dat zichtbaar is door de zoeker geeft het werkelijk opneembare bereik
niet aan.
• Het parallax-fenomeen doet zich voor wanneer het onderwerp dichtbij is. Gebruik het LCD-
scherm om het opneembare bereik te bevestigen.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 29).
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Druk op de (Weergave)-toets (pagina 29).
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 75).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 73).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• DISP-toets (Schermweergave) is uitgeschakeld(pagina 17).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Beelden weergeven
96
Problemen oplossen
Tijdens de videoweergave kunnen onregelmatige kleuren worden
weergegeven.
• Dit is normaal. De opgenomen beelden worden niet beïnvloed.
De beelden worden niet weergegeven op het scherm.
• Verwijder de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel
(DSC-W35) als de kabel is aangesloten (pagina 63).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 62).
• Controleer de aansluiting (pagina 63).
• Als de kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik is aangesloten op de USB-
aansluiting, moet u de kabel verwijderen (alleen DSC-W55).
De camera kan een beeld niet verwijderen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 45).
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
• Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 44) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 107) om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist.
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
• Het formaat van films en Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd.
U kunt geen film knippen.
• De film is niet lang genoeg om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden).
• Annuleer de beveiliging (pagina 45).
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 66 voor Windows en pagina 82 voor
Macintosh.
Beelden verwijderen/bewerken
Computers
97
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de
Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers van computers en Memory Stick Readers/Writers
van een andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 69 en 82). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de batterijlading laag is, plaatst u de opgeladen batterijdoos of gebruikt u de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (pagina 68).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 61).
• Gebruik de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (bijgeleverd) (DSC-W55) of de
USB-kabel (bijgeleverd) (DSC-W35) (pagina 69).
• Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) los van de computer en de camera en sluit de kabel vervolgens opnieuw stevig
aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 69).
• De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 67).
• De computer herkent het apparaat niet, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer
met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-
W35) voordat u de software (bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende
apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven
wanneer u de camera aansluit op de computer.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure geldt voor Windows-computers.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu.
Het scherm "System Properties" wordt weergegeven.
2 Klik op [Hardware]
t [Device Manager].
De "Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall]
t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (pagina 67).
Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
98
Problemen oplossen
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 69).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 70 en 82).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 57).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion
Browser" niet automatisch gestart.
• Start "Media Check Tool" (pagina 76).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 69).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Raadpleeg de Help-functie als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 68).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 74).
• Voer de bewerking correct uit (pagina 75).
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
• Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de
database bijwerken (pagina 80).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "Wijzigen van "Folder to be
imported"" op pagina 80 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
Picture Motion Browser
99
Problemen oplossen
Problemen oplossen
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
• Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in
"Viewed folders" (pagina 80).
Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum
1 januari.
• U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 62).
De -markering wordt weergegeven.
• Als u de naam van beeldbestanden/-mappen in andere software hebt gewijzigd of deze hebt
verwijderd, worden de registratiegegevens van de beelden niet bijgewerkt. Als u
registratiegegevens van beelden wilt bijwerken, selecteert u [Update Database] in het menu
[Tools].
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden
gewist (pagina 107).
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder ze.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick
Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
"Memory Stick Duo"
Intern geheugen
100
Problemen oplossen
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat
[16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Er worden beelden met 16 frames afgedrukt.
• Beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, worden als één beeld met 16 frames
opgenomen. U kunt het beeld niet per frame afdrukken.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• U kunt beelden afdrukken met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken
(pagina 81).
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over
de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-
gegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor
informatie over de compatibiliteit met de Exif-gegevens.
• Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
Afdrukken
101
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
de PictBridge-norm. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met
PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 61).
• Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) los en sluit deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als een foutbericht wordt
weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer op de goede manier zijn aangesloten met de kabel voor
de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35).
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) los en sluit deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als u de beelden nog steeds niet
kunt afdrukken, koppelt u de kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit
u de kabel weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• Controleer of u de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruikt (DSC-W55) of de USB-
kabel (DSC-W35) hebt losgekoppeld voordat de (PictBridge-aansluiting)-markering
verdwijnt.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie.
Raadpleeg de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 87).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
PictBridge-compatibele printer
102
Problemen oplossen
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat wijzigt nadat de
printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 87) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordtgeannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
• Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
• Plaats een opgeladen batterij en schakel de camera opnieuw in.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De batterijdoos is leeg. Vervang deze door een opgeladen batterijdoos.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 62).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 62).
Overige
103
Problemen oplossen
Waarschuwingsaanduidingen en berichten
Als een code die met een letter van het
alfabet begint wordt weergegeven, beschikt
uw camera over een zelfdiagnoseweergave.
De laatste twee cijfers (aangeduid met
ss)
zullen verschillen afhankelijk van de status
van de camera.
Als u het probleem niet kunt oplossen, zelfs
nadat u de volgende oplossingen enkele
keren hebt geprobeerd, moet uw camera
mogelijk worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
• Er zijn problemen met de software van
uw camera. Schakel de camera uit en
weer in.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen van
of schrijven op de "Memory Stick
Duo". Probeer de camera uit en
opnieuw in te schakelen of de "Memory
Stick Duo" meerdere keren te
verwijderen en opnieuw te plaatsen.
• Er is een formatteerfout opgetreden met
het interne geheugen of er is een niet-
geformatteerde "Memory Stick Duo"
geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina's 56, 57).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met uw camera worden gebruikt of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo".
E:61:ss
E:91:ss
• Er is een fout opgetreden in de camera.
Initialiseer de camera (pagina 60) en
schakel de voeding opnieuw in.
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de
batterijdoos onmiddellijk op.
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
batterijdoos, kan de aanduiding
knipperen, zelfs als er nog voldoende
batterijlading is voor 5 tot 10 minuten
gebruik.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• De geplaatste accu is geen NP-BG1
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 107).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 107).
Weergave zelfdiagnose Berichten
104
Waarschuwingsaanduidingen en berichten
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina 56 en 57).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen (pagina 107).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 29).
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in het interne
geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in deze map.
• U hebt de handelingen voor het
kopiëren van beelden vanaf de
computer niet juist uitgevoerd
(pagina 75).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina's 57,
58).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de geselecteerde map. Selecteer een
andere map (pagina 58).
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 45).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De film is niet lang genoeg om te
worden gesplitst (korter dan ongeveer
twee seconden).
• Het bestand is geen film.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwing)
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser of bevestig de camera op een
statief om de camera te stabiliseren.
105
Problemen oplossen
Waarschuwingsaanduidingen en berichten
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Films met het formaat 640(fijn) kunnen
alleen worden opgenomen met een
"Memory Stick PRO Duo". Plaats een
"Memory Stick PRO Duo" of stel het
beeldformaat in op een ander formaat
dan [640(Fijn)].
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge] terwijl de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
compatibel is met PictBridge.
Controleer het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de terminal voor
meervoudig gebruik (DSC-W55) of de
USB-kabel (DSC-W35) los en sluit
deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als
een foutbericht wordt weergegeven op
de printer, moet u de
gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd beelden af te
drukken voordat de printer was
aangesloten. Sluit een PictBridge-
compatibele printer aan.
Geen afdrukbaar beeld
• U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te
voeren zonder een DPOF-
afdrukmarkering op de beelden aan te
brengen.
• U hebt geprobeerd [Alle in deze map]
uit te voeren terwijl een map was
geselecteerd die alleen films bevat. U
kunt films niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de terminal voor meervoudig
gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
106
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de batterijlader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een
storing kan optreden.
107
Overige
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*3
Films met het formaat 640(fijn) kunnen worden
opgenomen.
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor de
"Memory Stick Micro".
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK
is gezet met een puntig voorwerp.
Bepaalde "Memory Stick Duo"-kaarten
hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk
van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt.
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruik op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• U kunt het beste een reservekopie (back-up) van
belangrijke gegevens maken.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
Type "Memory Stick" Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick —
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1
Memory Stick PRO —
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2*3
Aansluiting
Schrijfbeveiligings-
schakelaar
Memogebied
108
De "Memory Stick"
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over het gebruik van de
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" plaatst in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat zonder Memory Stick Duo-
adapter, zult u deze mogelijk niet uit het
apparaat kunnen verwijderen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst. Als u de stick verkeerd
plaatst, kunnen storingen ontstaan.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er
rekening mee dat de apparatuur kan worden
beschadigd door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 8GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
• Om een "Memory Stick Micro" met deze
camera te gebruiken, hebt u een M2-adapter met
duo-formaat nodig. Plaats de "Memory Stick
Micro" in de M2-adapter met duo-formaat en
plaats de adapter vervolgens in de Memory
Stick Duo-sleuf. Als u een "Memory Stick
Micro" rechtstreeks in deze camera plaatst,
zonder een M2-adapter met duo-formaat te
gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet uit de
camera kunt halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
109
Overige
Over de batterijdoos
Over het opladen van de batterijdoos
Wij raden u aan de batterijdoos op te laden in een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Het is
mogelijk dat u de batterijdoos niet efficiënt kunt
opladen buiten dit temperatuurbereik.
Effectief gebruik van de batterijdoos
• De batterijprestaties nemen af in een omgeving
met een lage temperatuur. De batterijdoos kan
dus minder lang worden gebruikt op koude
plaatsen. Voor een langer gebruik van de
batterijdoos, raden wij het volgende aan:
– Stop de batterijdoos in een zak die dicht tegen
uw lichaam ligt om deze op te warmen en
plaats de batterijdoos pas in de camera
wanneer u de opname start.
• De batterijdoos zal snel leeg raken als u de
flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
• Wij raden u aan altijd reservebatterijdozen bij
de hand te houden voor een duur die
overeenkomt met een dubbele of driedubbele
opnametijd. Het is ook aanbevolen testopnamen
te maken voordat u begint met de eigenlijke
opnamen.
• Stel de batterijdoos niet bloot aan water. De
batterijdoos is niet waterbestendig.
• Laat de batterijdoos niet achter op extreem
warme plaatsen, zoals in een auto of in direct
zonlicht.
De batterijdoos opbergen
• Als de batterijdoos gedurende lange tijd niet zal
worden gebruikt, moet u deze volledig opladen
en vervolgens eenmaal per jaar volledig
verbruiken op uw camera voordat u de doos op
een droge, koele plaats opbergt. Herhaal dit
opladen en verbruiken eenmaal per jaar om de
werking van de batterijdoos te behouden.
• Om de capaciteit van de batterijdoos te
verbruiken, laat u de camera werken in de
weergavefunctie voor de diavoorstelling
(pagina 46) tot de voeding wordt uitgeschakeld.
• Om vlekken op de terminal, kortsluitingen, enz.
te vermijden, moet u de bijgeleverde
batterijhoes gebruiken wanneer u de batterijdoos
meeneemt en opbergt.
Over de levensduur van de batterij
• De levensduur van de batterij is beperkt. De
capaciteit van de batterij neemt geleidelijk af
naarmate u deze steeds meer gebruikt en
naarmate de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur
van de batterij aanzienlijk lijkt af te nemen, is
het mogelijk dat dit wordt veroorzaakt door het
feit dat de batterijdoos het einde van zijn
levensduur heeft bereikt. Schaf een nieuwe
batterijdoos aan.
• De levensduur van de batterij verschilt
afhankelijk van de manier waarop deze wordt
bewaard en de gebruiksomstandigheden en de
omgeving waarin elke batterijdoos wordt
gebruikt.
110
Over de batterijlader
Over de batterijlader
• Laad geen andere accu's dan NP-BG accu's op
met de acculader (bijgeleverd) van de camera.
Andere batterijen dan het opgegeven type
kunnen lekken, oververhitten of ontploffen als u
ze probeert op te laden zodat u het risico loopt
op letsels door elektrocutie en brandwonden.
• Verwijder de opgeladen batterijdoos uit de
batterijlader. Als u de opgeladen batterijdoos in
de lader laat, kan de levensduur van de batterij
korter worden.
• Wanneer het lampje CHARGE knippert, kan dit
wijzen op een fout in de batterij of op het feit dat
een andere batterijdoos dan het opgegeven type
is geplaatst. Controleer of de batterijdoos het
opgegeven type is. Als de batterijdoos het
opgegeven type is, verwijder dan de
batterijdoos, vervang deze door een nieuwe of
een andere en controleer of de batterijlader juist
werkt. Als de batterijlader juist werkt, is er
mogelijk een batterijfout opgetreden.
• Als de batterijlader vuil is, zal het opladen
mogelijk niet lukken. Maak de batterijlader
schoon met een droge doek, enz.
111
Index
Index
Index
A
A/V-kabel .............................63
Aanduiding ...........................13
Aanduiding AF-
bereikzoekerframe .........34
Aanduiding voor AE/AF-
vergrendeling.................35
AF met meerdere punten ......34
AF-bereikzoekerframe..........34
Afdrukken .............................84
Enkelbeeldfunctie..........85
Indexfunctie...................85
Afdrukken bij een fotowinkel
.......................................89
Afdrukken in enkelbeeldfunctie
.......................................85
Afdrukken in indexfunctie....85
Afdrukmarkering ..................89
AF-functie.............................53
Afspelen................................29
AF-vergrendeling..................35
AF-verlicht. ..........................55
Altijd flitsen ..........................22
Ander form. ..........................47
Auto Review .........................55
Autom. instellen....................20
Autom. instellen-functie .......19
Automatische scherpstelling...7
B
Batterijdoos.........................109
Batterijlader ........................110
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen...............74
Beelden kopiëren naar de
computer........................68
Beeldformaat...................10, 25
Beeldkwaliteit .................10, 39
Belichting................................8
Bestandopslaglocatie ............74
Bestandsextensie...................75
Bestandsnaam....................... 74
Bestandsnr. .......................... 61
Besturingssysteem.......... 66, 82
Beveiligen ............................ 44
Bewolkt ................................ 37
Bezig met aansluiten
Computer ...................... 69
Printer............................ 86
TV .................................63
Bijsnijden ............................. 51
Burst..................................... 40
C
Camera .................................53
Camera vasthouden .......... 7, 20
CD-ROM.............................. 67
Centraal gewogen meting..... 36
Compressieverhouding......... 10
Computer.............................. 65
Aanbevolen omgeving
................................66, 82
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 75
Beelden kopiëren .... 68, 82
Macintosh...................... 82
Software........................ 67
Windows....................... 65
Contrast ................................ 43
D
Daglicht................................ 38
DC IN-aansluiting................ 12
Diafragma............................... 8
Diavoorstelling..................... 46
Digitale zoom....................... 53
DirectX.................................66
DPOF ................................... 89
Dradenkruis van de
puntlichtmeting ............. 36
E
Enkel.....................................53
EV.........................................24
EV aanpassen........................24
F
Fijn........................................39
Films opnemen .....................19
Flitser (Witbalans) ................37
Flitsfunctie............................22
Flitsniveau ............................42
Fluorescerend .......................37
Formatteren.....................56, 57
Functiegids ...........................54
G
Gloeilamp .............................37
H
Half indrukken........................7
Histogram .......................17, 24
Hoge gevoeligheid................27
I
Indexscherm .........................30
Initialiseren...........................60
Installeren .............................67
Intern geheugen ....................18
Intern geheugen-tool.............56
Interval..................................42
ISO....................................8, 38
J
JPG .......................................74
K
Kaartweergave......................79
Kabel voor terminal voor
meervoudig gebruik
...........................63, 69, 86
112
Index
Kleur.......................................9
Kleurfunctie..........................33
Klokinstel. ...........................62
Kopiëren ...............................59
L
Landschap.............................27
Langzaam synchro................22
LCD-scherm .........................17
LCD-verlicht ........................60
Lichtmeetfun. ......................36
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................36
M
M AF ....................................53
Macintosh-computer.............82
Aanbevolen omgeving
.......................................82
Macro....................................22
Map.......................................44
Maken............................57
Wijzigen ........................58
Mass Storage ........................61
Meervoudige aansluiting ......12
Meervoudige AF...................34
"Memory Stick Duo"..........107
Memory Stick tool................57
Menu.....................................31
Items..............................32
Opnemen .......................33
Weergeven.....................44
Menu voor opnemen.............33
Menu voor weergeven ..........44
Midden-AF ...........................34
Mode.....................................40
Monitor.................................53
MPG .....................................74
Multi Burst ...........................40
N
Natuurlijk ............................. 33
Niet flitsen............................ 22
NR lage sluitertijd ................ 14
NTSC ................................... 62
O
Onderbelichting ..................... 8
Onderdelen en
bedieningselementen .... 11
Opn.functie .......................... 40
Opnamemap maken ............. 57
Opnamemap wijz. ............... 58
Opnemen
Film............................... 20
Stilstaand beeld............. 20
Optische zoom ............... 21, 53
Overbelichting ....................... 8
P
PAL...................................... 62
PC......................................... 65
PictBridge ...................... 61, 85
Picture Motion Browser....... 76
Pieptoon ............................... 60
Pixel ..................................... 10
Precisie-digitale-zoomfunctie
...................................... 53
Problemen oplossen ............. 91
PTP....................................... 61
Punt-lichtmeting................... 36
R
Rechtstreeks afdrukken........ 85
Rode-ogeneff. ..................... 54
Roteren................................. 48
S
S AF ..................................... 53
Scènekeuze........................... 26
Schemer................................27
Schemer-portret....................27
Scherm
Aanduiding....................13
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
.................................17, 60
Schermweergave wijzigen
.......................................17
Scherpstellen ....................7, 34
Scherpte................................43
Schrijfbeveiligingsschakelaar
.....................................107
Sepia.....................................33
Setup......................... 43, 50, 52
Camera ..........................53
Intern geheugen-tool ..... 56
Memory Stick tool ........57
Setup 1 ..........................60
Setup 2 ..........................61
Setup 1..................................60
Setup 2..................................61
Slimme-zoomfunctie ............ 53
Sluitertijd................................ 8
Sneeuw .................................27
Soft Snap ..............................27
Software .........................67, 76
Splitsen ................................. 48
Sprekend...............................33
Standaard..............................39
Strand ...................................27
T
Taal.......................................60
Terugspoelen/snel
vooruitspoelen...............29
TV.........................................63
U
USB-aansl. ...........................61
USB-kabel ......................69, 86
113
Index
Index
V
VGA......................................25
Video-uit...............................62
Volume .................................29
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................34
W
Waarschuwingsaanduidingen
en berichten .................103
Wazige beelden.......................7
WB........................................37
Weergave zelfdiagnose.......103
Weergavezoom .....................29
Windows-computer...............65
Aanbevolen omgeving
.......................................66
Wissen ..................................29
Formatteren .............56, 57
Witbalans ..............................37
Z
Zelfontspanner ......................23
Zoom.....................................21
Z-W.......................................33
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.

Documenttranscriptie

VKLIK! Inhoud Basishandelingen Het menu gebruiken Digitale camera Cyber-shot-handboek DSC-W35/W55 Lees dit handboek en de "Gebruiksaanwijzing" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. Het Setup-scherm gebruiken Beelden bekijken op een televisiescherm De computer gebruiken Stilstaande beelden afdrukken Problemen oplossen Overige Index © 2007 Sony Corporation 2-899-987-71(1) NL Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick". "Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera. "Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera. U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken. • Zie pagina 107 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo". Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen. Memory Stick Duo-adapter Opmerkingen over de batterijdoos • Laad de batterijdoos (bijgeleverd) op voordat u de camera de eerste keer gebruikt. • De batterijdoos kan altijd worden opgeladen, zelfs als deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de batterijdoos niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de batterijdoos gebruiken. 2 • Als u de batterijdoos niet zult gebruiken gedurende langere tijd, moet u de bestaande lading volledig verbruiken, de batterijdoos uit de camera verwijderen en deze op een koele, droge plaats opbergen. Hierdoor blijven de functies van de batterijdoos behouden. • Zie pagina 109 voor details over de bruikbare batterijdoos. Carl Zeiss-lens Deze camera heeft een Carl Zeiss-lens die in staat is scherpe beelden met een uitstekend contrast te reproduceren. De lens voor deze camera werd geproduceerd volgens een kwaliteitsgarantiesysteem dat door Carl Zeiss is gecertificeerd in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland. Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens • Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. Opmerkingen over het gebruik van de camera • Deze camera heeft een krachtige zoomlens. Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit. De beelden in dit handboek De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Over illustraties De illustraties in dit handboek zijn van de DSCW55 tenzij anders vermeld. 3 Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera......................................... 2 Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 7 Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7 Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8 Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10 Onderdelen en bedieningselementen ..................................................... 11 Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13 De schermweergave wijzigen ................................................................. 17 Het interne geheugen gebruiken............................................................. 18 Basishandelingen De modusknop gebruiken ....................................................................... 19 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) .................... 20 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 26 Beelden weergeven/verwijderen............................................................. 29 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken ............................................................... 31 Menu-items .......................................................................................... 32 Menu voor opnemen ............................................................................... 33 COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen 9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode wijzigen (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren M (Interval): Het frame-interval in de [Multi Burst]-functie selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen (Setup): De Setup-items wijzigen 4 Inhoud Menu voor weergeven.............................................................................44 (Map): De map voor beelden weergeven selecteren - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer (Dia): Een reeks beelden afspelen (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren (Opdelen): Films knippen (Setup): De Setup-items wijzigen Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken ...............................................................52 Camera ..............................................................................................53 AF-functie Digitale zoom Functiegids Rode-ogeneff. AF-verlicht. Auto Review Intern geheugen-tool..........................................................................56 Formatteren Memory Stick tool ..............................................................................57 Formatteren Opnamemap maken 1 Setup 1 ...............................................................................................60 LCD-verlicht (alleen DSC-W55) Pieptoon 2 Opnamemap wijz. Kopiëren Taal Initialiseren Setup 2 ...............................................................................................61 Bestandsnr. USB-aansl. Video-uit Klokinstel. Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................63 5 Inhoud De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer ....................................................... 65 De software (bijgeleverd) installeren....................................................... 67 Beelden kopiëren naar de computer....................................................... 68 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")................................................... 75 Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) ............................................ 76 De Macintosh-computer gebruiken ......................................................... 82 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 84 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer...................................................................................................... 85 Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 89 Problemen oplossen Problemen oplossen ............................................................................... 91 Waarschuwingsaanduidingen en berichten .......................................... 103 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 106 De "Memory Stick" ................................................................................ 107 Over de batterijdoos.............................................................................. 109 Over de batterijlader ............................................................................. 110 Index Index ..................................................................................................... 111 6 Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop (pagina 19), de menu's (pagina 31), enzovoort beschreven. Scherpstellen Scherpstellen op een onderwerp Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop volledig in. Druk de sluiterknop half in. Aanduiding voor AE/ AF-vergrendeling knippert , brandt/ piept Druk vervolgens de sluiterknop volledig in. Als u een stilstaand beeld opneemt waarop u moeilijk kunt scherpstellen t [Scherpstellen] (pagina 34) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder). Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht. 7 Basistechnieken voor betere beelden Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Belichting: Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO-gevoeligheid (Aanbevolen belichtingsindex) = opnamegevoeligheid Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies. EV aanpassen: Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 24). Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 36). De ISO-gevoeligheid aanpassen (Aanbevolen belichtingsindex) ISO-gevoeligheid is de meting waarmee wordt geschat hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Zie pagina 38 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is. 8 Basistechnieken voor betere beelden Kleur De effecten van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen Weer/lichtbron Kenmerken van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 37). 9 Basistechnieken voor betere beelden Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 7M 3072 3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels 640 2304 480 Pixels 2 Beeldformaat: VGA 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 25) Pixel Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3formaat Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 39) U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. 10 Onderdelen en bedieningselementen Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. 1 2 3 4 8 9 5 6 7 0 qa qs DSC-W55 A Sluiterknop (20) B Voor opnemen: Zoomhendel (W/T) (21) Voor weergeven: / (weergavezoom)-hendel / (index)hendel (29, 30) C Zoekervenster qf qd qg qh qj qk ql D Lens E POWER-toets/POWER-lampje DSC-W35 F Microfoon G Flitser (22) w; H Zelfontspannerlampje (23)/AFilluminator (55) wa 9 ws wd wf A Lampje AE/AF-vergrendeling/ Zelfontspannerlampje (groen) (23) B Oplaadlampje flitser/Opnamelampje (oranje) C Luidspreker D Zoeker E LCD-scherm (17) 11 Onderdelen en bedieningselementen F DISP-toets (Schermweergave) (17) • Houd de DISP-toets (schermweergave) langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te selecteren (alleen DSC-W55). S Meervoudige aansluiting (onderkant) (DSC-W55) • De meervoudige aansluiting wordt in de volgende situaties gebruikt: – USB-verbinding met een computer – AV-verbinding met een televisie – PictBridge-verbinding met een printer G MENU-toets (31) • Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven. H (Weergave)-toets (29) I Bevestigingsoog voor de polsriem J Modusknop (19) K Regeltoets T DC IN-aansluiting (DSC-W35) Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de netspanningsadapter is geleverd voor meer details. Menu aan: v/V/b/B/z (31) Menu uit: / / / (22-24) L 1 -toets (Beeldformaat/ Verwijderen) (25, 29) v M Schroefgat voor statief (onderkant) markering • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. • Verwijder de camera na gebruik van het statief. N Klep voor accu/"Memory Stick Duo" O Toegangslampje P "Memory Stick Duo"-sleuf Q Batterijsleuf R Hendel voor uitwerpen batterij 12 2 Naar DC INaansluiting • U kunt de batterijdoos niet opladen door uw camera aan te sluiten op de AC-LS5Knetspanningsadapter. Gebruik de batterijlader om de batterijdoos op te laden. U Afdekking van de DC IN-aansluiting (DSC-W35) V A/V OUT-aansluiting (DSC-W35) W Klep aansluiting (DSC-W35) X (USB)-aansluiting (DSC-W35) Aanduidingen op het scherm Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. Scherm Zoomvergrotingsfactor (21, 1.3 Bij opname van stilstaande beelden 3 1 Aanduiding 53) Rode-ogeneffect beperken (54) Scherpte (43) 4 Contrast (43) 2 5 ON AF-illuminator (55) Lichtmeetfunctie (36) Bij opname van films RICH NATURAL SEPIA B&W Kleurfunctie (33) B Scherm Aanduiding Macro (22) S AF M AF AF-functie (53) Aanduiding AFbereikzoekerframe (34) 1.0m Vooraf ingestelde afstand scherpstelling (34) Aanpassingsbalk voor belichtingswaarde (24) A Scherm • De weergave wordt gewijzigd, afhankelijk van de stand van de modusknop (links weergegeven). Aanduiding Resterende acculading AE/AF-vergrendeling (20) z Opnamefunctie (19, 40) M V Donkerder v Helderder Richtlijn voor belichtingswaarde (24) Witbalans (37) WB STBY OPNEMEN Stand-by/film opnemen Modusknop (scènekeuze) (19) Modusknop (Autom. Programma) (19) Camerafunctie (20) SL Flitsfunctie (22) Flitser wordt opgeladen 13 Aanduidingen op het scherm C Scherm Aanduiding Scherm Aanduiding + 7M 3:2 5M Beeldformaat (25) Dradenkruis van de puntlichtmeting (36) 3M 2M 1M • AF-bereikzoekerframe (34) VGA 16:9 FINE 640 STD 640 160 FINE STD 101 1M wordt alleen weergegeven wanneer de Multi-burst-functie is geactiveerd. Beeldkwaliteit (39) Opnamemap (57) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. E Scherm Aanduiding Histogram (17, 24) Resterende interne geheugencapaciteit Resterende "Memory Stick"-capaciteit 00:00:00 [00:28:25] NR lage sluitertijd • Wanneer de sluitertijd bij weinig licht onder een bepaalde snelheid daalt, wordt de NR (Ruisonderdrukking) lage sluitertijd-functie automatisch geactiveerd om de ruis in het beeld te beperken. Opnameduur [maximale opnameduur] 1/30" Multi-burst-interval (42) 400 Resterend aantal opneembare beelden Zelfontspanner (23) C:32:00 Weergave zelfdiagnose (103) ISO-waarde (38) 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (24) Menu (31) D Scherm Aanduiding Trillingswaarschuwing • Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7). E 14 Waarschuwing voor zwakke batterijen (103) (niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina) Aanduidingen op het scherm Bij weergave van stilstaande beelden A Scherm Aanduiding Resterende acculading Opnamefunctie (19, 40) M 7M 3:2 5M 3M 2M 1M VGA 16:9 FINE 640 STD 640 Beeldformaat (25) 160 Weergavefunctie (29) Beveiligen (44) - Afdrukmarkering (DPOF) Bij weergave van films (89) Map wijzigen (44) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 1.3 Zoomvergrotingsfactor (29) Stap 12/16 Weergave per frame (40) N Weergeven (29) Volume (29) B Scherm Aanduiding 101-0012 Map-bestandsnummer (44) Weergavebalk 15 Aanduidingen op het scherm C Scherm 101 E Aanduiding Scherm Histogram (17, 24) Opnamemap (57) • • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 101 Weergavemap (44) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit Resterende "Memory Stick"-capaciteit 8/8 12/12 Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in geselecteerde map C:32:00 Weergave zelfdiagnose 00:00:12 Teller (103) D Scherm Aanduiding PictBridge verbinden (88) • Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55)/USBkabel (DSC-W35) niet los terwijl het pictogram wordt weergegeven. +2.0EV Belichtingswaarde (24) ISO-waarde (38) Lichtmeetfunctie (36) Flitser WB Witbalans (37) 500 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde Weergave beeld 16 Aanduiding PictBridge verbinden (86) 2007 1 1 9:30 AM DPOF z PAUZE z AFSP. wordt weergegeven wanneer de histogramweergave is uitgeschakeld. Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld Menu (31) Multi-burst-beelden in reeksen weergeven (40) VORIGE/ Beelden selecteren VOLGENDE VOLUME Volume regelen De schermweergave wijzigen DISP-toets (Schermweergave) Wanneer u op de DISP-knop (schermweergave) drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd. Histogram aan Histogramweer gave (pagina 24) Aanduidingen uit LCD-scherm uit Aanduidingen aan • Houd de DISP-toets (schermweergave) langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te selecteren (alleen DSC-W55). • Wanneer u de histogramweergave inschakelt, worden de beeldgegevens weergegeven tijdens het afspelen. • Het histogram wordt niet weergegeven in de volgende situaties: Tijdens het opnemen – Als het menu wordt weergegeven. – Tijdens het opnemen van films Tijdens het afspelen – Als het menu wordt weergegeven. – In de indexfunctie – Als u de weergavezoom gebruikt. – Als u stilstaande beelden roteert. – Tijdens het afspelen van films • U kunt het LCD-scherm niet uitschakelen tijdens de beeldweergave. • In de volgende situaties kan er een groot verschil zijn in het weergegeven histogram wanneer u opneemt en tijdens het afspelen: – Wanneer de flitser afgaat. – Wanneer de sluitertijd te laag of te hoog is. • Het histogram zal mogelijk niet worden weergegeven voor beelden die met andere camera's zijn opgenomen. • Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de digitale zoom niet en wordt [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.] (pagina 53). Wanneer u (flitsfunctie)/ (zelfontspanner)/ (macro) selecteert, wordt het beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. 17 Het interne geheugen gebruiken De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. • Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen op het interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B Intern geheugen [Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen. Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 52, 59). Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer Voer de procedure op pagina 68 tot en met 71 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. • U kunt de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar een computer kopiëren via een USBverbinding tussen een computer en uw camera, maar u kunt geen gegevens van een computer kopiëren naar het interne geheugen. 18 Basishandelingen De modusknop gebruiken Zet de modusknop op de gewenste functie. Modusknop : Films opnemen pagina 20 Regeltoets Basishandelingen t Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Autom. instellen Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. t pagina 20 : Autom. instellen-functie Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare functies t pagina 32) : scènekeuzefunctie Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène. t pagina 26 Functiegids Wanneer [Functiegids] is ingesteld op [Aan], wordt de beschrijving van de functies weergegeven terwijl u de camera bedient. De standaardinstelling is [Aan]. Selecteer [Uit] als u de functiegids niet wilt weergeven (pagina 54). 19 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Microfoon v/V/b/B-toets Zoeker Zoomhendel Sluiterknop z-toets Modusknop Regeltoets -toets (Beeldformaat) 1 Selecteer een functie met de modusknop. Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer Film: selecteer . . 2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe. Dek de microfoon niet af met uw vinger. 3 Maak een foto met de sluiterknop. Stilstaand beeld: 1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen. De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden. 2Druk de sluiterknop volledig in. U hoort het geluid van de sluiter. Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling 20 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Film: Druk de sluiterknop volledig in. Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in. Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen: – – – – – – – Ver van de camera en donker Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. Gezien door glas Snel bewegend Weerkaatsend licht of glanzend Knipperend Met tegenlicht Basishandelingen • De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) (pagina 22) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand. • Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/ AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp. De zoomfunctie gebruiken Verschuif de zoomhendel. • Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 53 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt. 21 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden) Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): Flitser Auto Gaat af bij onvoldoende licht of achtergrondverlichting (standaardinstelling) : Altijd flitsen SL : Langzaam synchro (Altijd flitsen) De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht. : Niet flitsen • De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast. • Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven. Macro (Close-upopname maken) Druk op B ( ) op de regeltoets. Druk nogmaals op B om te annuleren. (Geen aanduiding): Macro uit : Macro aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 30 cm of verder) Macro • U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant. • Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld. • De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag. 22 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) De zelfontspanner gebruiken Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt. Basishandelingen (Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken : De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen Zelfontspannerlampje Druk nogmaals op V om te annuleren. • Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt. 23 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) EV (De belichting handmatig aanpassen) Druk op b ( ) op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de belichting aan te passen. Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de b-toets. Naar – Naar + • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld. z De EV (belichtingswaarde) aanpassen door een histogram weer te geven A B Donker Helder Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld toont. Druk herhaaldelijk op de DISP-toets (schermweergave) om het histogram op het scherm weer te geven. De grafieweergave toont een helder beeld wanneer het naar rechts wordt scheefgetrokken en een donker beeld wanneer het naar links wordt scheefgetrokken. Stel de modusknop in op , of Scènekeuze en pas de EV aan terwijl u de belichting controleert volgens het histogram. A Aantal pixels B Helderheid • Het histogram verschijnt ook wanneer u één stilstaand beeld weergeeft, maar in dat geval kan de belichting niet worden aangepast. 24 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Het beeldformaat wijzigen Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Max. formaat is A3 (11×17") 3:21) (3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2 5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10") 3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7") 2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6") VGA (640×480) Voor e-mail 16:92) (1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV Minder Fijn Meer Ruw Basishandelingen 7M (3072×2304) Afdrukken 1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort. 2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 100). Filmbeeldformaat Frames/seconde Gebruiksrichtlijnen 640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit 640(Standaard) (640×480) Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard 160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail • Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. • Hoe meer frames per seconden worden weergegeven, hoe vloeiender de weergave wordt. 25 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Sluiterknop Modusknop 1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , ) met de modusknop. • Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies. 2 Maak een foto met de sluiterknop. De scènekeuzefunctie annuleren Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie. 26 , , , , , Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Scènekeuzefuncties De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden. Hoge gevoeligheid Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht. Schemer* Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. Soft Snap Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht. Schemer-portret* Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. * De sluitertijd is lager in een statief te gebruiken. (Schemer-functie) en Strand Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. Basishandelingen Landschap Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen. Sneeuw Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen. (Schemer-portret-functie). Daarom is het aanbevolen 27 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven. ( : u kunt de gewenste instelling selecteren) Macro Flitser Vooraf AFingestelde bereikzoeker scherpstelling Witbalans Burst/ Multi-burst Flitsniveau — SL — — — — / / / 28 Autom./ WB — Beelden weergeven/verwijderen (Index)/ -hendel (Weergavezoom) v/V/b/B-toets -hendel (Weergavezoom) z-toets (Weergave)-toets Basishandelingen Regeltoets -toets (Verwijderen) 1 Druk op de (Weergave)-toets. Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie. 2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets. Film: Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normaal afspelen.) Druk op v/V om het volume aan te passen. • Films met het beeldformaat [160] worden op een kleiner formaat weergegeven. Beelden verwijderen 1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen). 2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z. Het verwijderen annuleren Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z. Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom) Verschuif de -hendel wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Verschuif de -hendel om het zoomen ongedaan te maken. Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z • Vergrote beelden bewaren: [Trimmen] (pagina 51) 29 Beelden weergeven/verwijderen Indexscherm weergeven Verschuif de -hendel (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z. Beelden verwijderen in de indexfunctie 1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op [Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z. (Verwijderen) en selecteer 2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding (Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld. Groen selectiekader Een selectie annuleren Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen. 3 Druk op (Verwijderen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. • Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z. 30 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken v/V/b/B-toets (Weergave)-toets Modusknop MENU-toets z-toets Regeltoets functie. Weergave: druk op de (Weergave)-toets. Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie opnemen/weergeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Het menu gebruiken 1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste 3 Selecteer het gewenste menu-item met b/B op de regeltoets. • Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/ B ingedrukt totdat het op het scherm wordt weergegeven. • Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie. 4 Selecteer een instelling met v/V. De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. • Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets. • U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn. 31 Menu-items Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Menu voor opnemen (pagina 33) De beschikbare menuopties zijn afhankelijk van de stand van de modusknop en de instellingen. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven. ( Modusknop: COLOR (Kleurfunctie) — 9 (Scherpstellen) — (Lichtmeetfun.) : beschikbaar) Scène — — WB (Witbalans) — ISO (Beeldkwaliteit) — — — — Mode (Opn.functie) M — (Interval) — * — (Flitsniveau) — * — (Contrast) (Scherpte) — — — — — — (Setup) Menu voor weergeven (pagina 44) (Map) DPOF (Dia) (Roteren) (Setup) - (Beveiligen) (Afdrukken) (Ander form.) (Opdelen) Trimmen** * De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 28). **Alleen beschikbaar voor weergavezoom. In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt weergegeven. Niet beschikbaar 32 Beschikbaar Menu voor opnemen De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 . COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten. Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren. Sepia (SEPIA) Het beeld wordt ingesteld op sepia. Natuurlijk (NATURAL) Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren. Sprekend (RICH) Het beeld wordt ingesteld op heldere kleur. Het menu gebruiken Z-W (B & W) Normaal • Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren. • Wanneer u [Multi Burst] hebt geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal]. 33 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode wijzigen U kunt de scherpstelmethode wijzigen. Gebruik het menu wanneer het moeilijk is een geschikte scherpstelling te verkrijgen in de automatische scherpstelfunctie. (onbeperkte afstand) 7.0m 3.0m 1.0m Stelt scherp op het onderwerp met een eerder ingestelde afstand tot het onderwerp. (Vooraf ingestelde scherpstelling) • Wanneer u een opname maakt van een onderwerp doorheen een net of een vensterglas, is het moeilijk scherp te stellen in de automatische scherpstelfunctie. In dergelijke gevallen is het nuttig [Scherpstellen] te gebruiken. 0.5m Midden-AF ( ) Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het zoekerframe. • Als u deze optie gebruikt in combinatie met de AFvergrendelingsfunctie, kunt u opnemen in de gewenste beeldcompositie. AF-bereikzoekerframe Aanduiding AFbereikzoekerframe Multi-AF (AF met meerdere punten) (Stilstaand beeld ) (Film ) Stelt automatisch scherp op een onderwerp in alle gebieden van het zoekerframe. • Deze functie is nuttig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. AF-bereikzoekerframe Aanduiding AFbereikzoekerframe • AF is de afkorting voor Auto Focus, of Automatisch scherpstellen. • De gegevens over de afstandinsteling in [Scherpstellen] zijn bij benadering. Als u de lens omhoog of omlaag richt, vergroot de fout. • [Multi-AF] is aanbevolen voor het opnemen van films. • Wanneer u Digitale zoom of AF-illuminator gebruikt, krijgen de onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame de prioriteit van de AF-beweging. In dit geval knippert de aanduiding of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven. • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28). 34 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 z Als het onderwerp onscherp is Wanneer u een opname maakt waarbij het onderwerp zich op de rand van het frame (of het scherm) bevindt, of wanneer u [Midden-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het frame. Ga in dergelijke gevallen als volgt te werk. Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling AF-bereikzoekerframe Het menu gebruiken 1 Stel de opname opnieuw samen zodat het onderwerp in de AF-framezoeker is gecentreerd en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling). Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak herhalen als u wilt. 2 Wanneer de aanduiding voor de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en stabiel blijft opgelicht, keert u terug naar de volledig samengestelde opname en drukt u de sluiterknop volledig in. 35 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Punt (Puntlichtmeting) ( ) Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp Midden (Centraal gewogen meting) ( ) Meet het midden van het beeld en bepaalt de belichting op basis van het helderheid van het onderwerp in het beeld. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • Wanneer u de puntlichtmeting of de centraal gewogen meting gebruikt, raden wij u aan [9] (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de meetpositie(pagina 34). 36 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt. Fluorescerend ( Bewolkt ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor gloeilamp- of felle verlichting, zoals in een fotostudio. ) Het menu gebruiken Gloeilamp (n) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of in de schaduw. 37 Menu voor opnemen Daglicht ( Autom. ) Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Hiermee kunt u de belichting aanpassen voor opnamen buitenshuis op een heldere dag, avondscènes, nachtscènes, neonlampen of vuurwerk. Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld. • Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans. • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ). • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28). ISO: De lichtgevoeligheid selecteren Lage waarde Hoge waarde Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid. 1000 800 Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 400 200 100 Autom. • Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid. • Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. 38 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren. Fijn (FINE) Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. Standaard (STD) staat, is de kwaliteit van stilstaande Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. Het menu gebruiken • Als de modusknop op beelden [Fijn]. 39 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt. Multi Burst ( M ) Wanneer u op de sluiterknop drukt, worden 16 frames opeenvolgend opgenomen als een stilstaand beeldbestand. • De beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen hebben een beeldformaat van 1M. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te beoordelen. • U kunt het sluiterinterval voor Multi-burst selecteren in de [Interval]-functie (pagina 42). • De beelden worden in volgorde weergegeven op het camerascherm. • Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames. • De flitser is ingesteld op Burst ( ) (Niet flitsen). Wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt, wordt het maximum aantal opeenvolgende beelden opgenomen (raadpleeg de volgende tabel). • Wanneer "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld opnemen. • De flitser is ingesteld op Normaal (Niet flitsen). Er wordt niet continu opgenomen. De [Multi Burst]-functie • U kunt beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen opeenvolgend weergeven met de volgende procedures: – Om te pauzeren/hervatten: druk op de regeltoets op z. – Om frame per frame weer te geven: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de opeenvolgende weergave te hervatten. 40 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in de Multi-burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, splitsen – Een frame in een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, losmaken of verwijderen – Het frame-interval instellen naar een andere functie dan [1/30] wanneer de modusknop is ingesteld op • Wanneer u een reeks opnamen die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen weergeeft op een computer of een camera die niet is voorzien van de Multi-burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld met 16 frames. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi-burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28). De [Burst]-functie Het maximum aantal continu opnamen Het menu gebruiken • Wanneer u opnamen maakt met behulp van de zelfontspanner, wordt een reeks van maximum vijf beelden opgenomen. • Het opname-interval is ongeveer 0,9 seconden. • Wanneer de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28). (Eenheden: beelden) Kwaliteit Fijn Standaard 7M 4 6 3:2 4 6 5M 5 8 3M 7 13 2M 11 20 VGA 64 100 16:9 11 20 Formaat 41 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Interval): Het frame-interval in de [Multi Burst]-functie selecteren Selecteert het frame-interval in de [Multi Burst]-functie (pagina 40). 1/7.5 (1/7.5") 1/15 (1/15") 1/30 (1/30") • Selecteer eerst [Multi Burst] in [Mode] en stel vervolgens het gewenste frame-interval in [Interval] in. Als u een andere functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet beschikbaar. (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager. • Zie pagina 22 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie. 42 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen Naar – Naar + Past het contrast van het beeld aan. +( ) Naar +: Verhoogt het contrast. –( ) Naar –: Verlaagt het contrast. (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen Naar – Het menu gebruiken Normaal Naar + Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen. +( ) Naar +: Het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: Het beeld wordt zachter. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 52. 43 Menu voor weergeven De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 . (Map): De map voor beelden weergeven selecteren Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de selectie geannuleerd. 1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. z De map De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken. • Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 57) • De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 58) • Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven. : naar de vorige map. : naar de volgende map. : naar de vorige of volgende map. - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 44 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven. - 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u vervolgens op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie -hendel (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. Het menu gebruiken 1 Verschuif de - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z. Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z. De beveiliging annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". In de indexfunctie 1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken. 3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. 45 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren. DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen Hiermee voegt u een afdrukmarkering (afdrukbestelling) afdrukken (pagina 89). toe aan beelden die u wilt (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer Zie pagina 85. (Dia): Een reeks beelden afspelen Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling). Interval 3 sec Het interval voor een diavoorstelling instellen. 5 sec 10 sec 30 sec 1 min Herhalen Aan De weergave van de beelden wordt continu herhaald. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling beëindigd. Beeld 46 Map Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven. Alle Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven. Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Start Start de diavoorstelling. Annul. De diavoorstelling annuleren. 1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z. De diavoorstelling wordt gestart. Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te onderbreken. Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z. • Wanneer een diavoorstelling is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B. • De intervaltijd is alleen een richtlijn. Deze kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz. Groot formaat Het menu gebruiken (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen Klein formaat Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 7M 5M Zie pagina 25 voor meer informatie over richtlijnen voor het selecteren van het beeldformaat. 3M 2M VGA Annul. Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. • Het formaat van films of Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af. 47 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 • U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9. • Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste zwarte gedeelten op het scherm weergegeven. (Roteren): Een stilstaand beeld roteren Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ 4 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. ] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B. 5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt geen beveiligde beelden, films of Multi-burst-beelden roteren. • Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software. (Opdelen): Films knippen Stroom van de film , Splitsen Splitsen Knipt films of verwijdert onnodige filmscènes. Deze functie is aanbevolen wanneer er onvoldoende capaciteit is op het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" of wanneer u films als bijlage bij uw e-mailberichten voegt. • Houd ermee rekening dat de originele film wordt verwijderd en dat het nummer wordt overgeslagen. Denk er ook aan dat u bestanden niet meer kunt herstellen nadat u ze hebt geknipt. 48 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Annuleert de splitsing. Voorbeeld: een film met het nummer 101_0002 knippen In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van het splitsen van een film met het nummer 101_0002 en het verwijderen ervan in de volgende bestandsconfiguratie. 101_0003 101_0001 1 3 2 101_0002 1 Knipscène A. A B 2 3 101_0002 Splitsen 101_0002 wordt gesplitst in 101_0004 en 101_0005. Het menu gebruiken 1 2 Knipscène B. 101_0004 1 3 A 2 B 101_0005 Splitsen 101_0005 wordt gesplitst in 101_0006 en 101_0007. 3 Scènes A en B verwijderen als ze niet nodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 B 101_0006 Verwijderen Verwijderen 4 Alleen de gewenste scènes blijven over. 1 3 2 101_0006 49 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Procedure 1 Geef de film weer die moet worden gesplitst. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. De film wordt gestart. 5 Druk op z op het gewenste punt voor het knippen. • Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C] (frame terugspoelen/vooruitspoelen) en past u het knippunt aan met b/B. • Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart. 6 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z. 7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. De film wordt geknipt. • Er worden nieuwe nummers toegewezen aan de geknipte films en vervolgens worden ze opgeslagen als de nieuwste bestanden in de geselecteerde opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaande beelden – Films die niet lang genoeg zijn om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde films (pagina 44) (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 52. 50 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Neemt een vergroot beeld (pagina 29) op als een nieuw bestand. Trimmen Zie de onderstaande procedure. Terug Annuleert het bijsnijden. 2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld wordt opgenomen en het originele beeld wordt opnieuw weergegeven. • Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de geselecteerde opnamemap en het originele beeld blijft behouden. • De kwaliteit van de bijgesneden beelden kan verminderen. • U kunt niet bijsnijden naar een beeldformaat met een breedte-/hoogteverhouding van 3:2 of 16:9. Het menu gebruiken 1 Druk op MENU tijdens de weergavezoom om het menu weer te geven. 51 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm. v/V/b/B-toets z-toets MENU-toets Regeltoets 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling (Setup) en drukt u nogmaals op B. 3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt instellen. Het kader van het geselecteerde item wordt geel. 4 Druk op z om de instelling op te geven. Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm (Setup). • Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie. Als het menu niet wordt weergegeven Druk langer op MENU om het scherm De instelling (Setup) weer te geven. (Setup) annuleren Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 52 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Selecteert de bedieningsfunctie automatisch scherpstellen. Enkelvoud. (S AF) Past de scherpstelling automatisch aan wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. Deze functie is nuttig voor het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Past de scherpstelling automatisch aan voordat u de sluiterknop half ingedrukt houdt. Met deze functie is er minder tijd nodig voor het scherpstellen. • De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie [Enkelvoud.]. Digitale zoom Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de volgende tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitalezoomfunctie) ( Uit Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af. Het Setup-scherm gebruiken Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie. ) Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 5M Ongeveer 3,6× 3M Ongeveer 4,5× 2M Ongeveer 5,6× VGA Ongeveer 14× 16:9 Ongeveer 4,8× 53 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 • Als u de zoomhendel verschuift, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding of knippert en AF werkt met prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Functiegids Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven. Aan Hiermee wordt de functiegids weergegeven. Uit Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven. Rode-ogeneff. Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op. 54 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 AF-verlicht. De AF-illuminator biedt vullicht om gemakkelijker scherp te stellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-illuminator straalt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt tot de scherpstelling wordt vergrendeld. Op dat ogenblik verschijnt de aanduiding ON . Autom. Maakt gebruik van de AF-illuminator. Uit Maakt geen gebruik van de AF-illuminator. Auto Review Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven. Aan Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt. Het Setup-scherm gebruiken • Als het bereik van het lampje van de AF-illuminator niet volstaat tot het onderwerp of als het onderwerp geen contrast heeft, kan er niet worden scherpgesteld. (Een afstand tot ongeveer 3,0 m (zoom: W) / 2,0 m (zoom: T) is aanbevolen.) • De scherpstelling wordt bereikt op voorwaarde dat het lampje van de AF-illuminator het onderwerp bereikt, zelfs als het licht iets naast het midden van het onderwerp valt. • Wanneer Vooraf ingestelde scherpstelling is ingesteld op (pagina 34), werkt de AF-illuminator niet. • Het AF-bereikzoekerframe wordt niet weergegeven. De aanduiding of knippert en AF werkt met prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden. • De AF-illuminator werkt niet wanneer u (Schemer-functie) of (Landschap-functie) hebt geselecteerd in de Scènefunctie. • De AF-illuminator straalt een zeer helder licht uit. Hoewel er geen problemen zijn met de veiligheid, raden wij u toch af rechtstreeks van op korte afstand in de lichtstraal van de AF-illuminator te kijken. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. 55 Intern geheugen-tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z. 56 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z. Opnamemap maken 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven. Het Setup-scherm gebruiken Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Het maken van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z. • • • • Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap. U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd. U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een computer, enzovoort. • Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt. • Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 74) voor meer informatie. 57 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 Opnamemap wijz. Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven. 2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z. Het wijzigen van de opnamemap annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z. • U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap. • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. 58 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 Kopiëren Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter. 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt. 3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het kopiëren begint. Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z. • Gebruik een volledig opgeladen batterijdoos. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de batterijdoos bijna leeg is, kan de batterijdoos helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken. • U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 56). • Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd. • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering (afdrukbestelling) niet gekopieerd. Het Setup-scherm gebruiken Het kopiëren annuleren 59 1 Setup 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 De standaardinstellingen worden aangegeven met . LCD-verlicht (alleen DSC-W55) Hiermee kunt u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting selecteren wanneer u de camera gebruikt met een batterijdoos. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Normaal • U kunt de instelling ook wijzigen door de DISP-knop (schermweergave) langer ingedrukt te houden. • Als u [Helder] selecteert, wordt meer batterijlading verbruikt. Pieptoon Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt weergegeven als u de sluiterknop indrukt. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven. Initialiseren Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, blijven bewaard. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen. Het terugzetten annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z. • Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld. 60 2 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr. Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden toegewezen aan beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer dat één hoger is dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte nummer.) Selecteert de USB-functie die moet worden gebruikt wanneer u de camera aansluit op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35). PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 85). PTP Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (pagina 69). Autom. De camera herkent en brengt automatisch een communicatie tot stand met een computer of een PictBridge-compatibele printer (pagina's 69 en 85). Het Setup-scherm gebruiken USB-aansl. • Als de camera niet kan worden verbonden met een PictBridgecompatibele printer wanneer de instelling [Autom.] is opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [PictBridge]. • Als de camera niet kan worden verbonden met een computer of een ander USB-apparaat wanneer de instelling [Autom.] is opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [Mass Storage]. 61 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 52 Video-uit Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u pagina 64 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa). Klokinstel. Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. 2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z. 3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De klokinstelling annuleren Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z. 62 Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie. Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie. • Als de TV is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel (DSC-W35) aan op de linkeraudio-ingang van de TV. 2 Schakel de TV in en stel de TV/ video-ingang in op "video". 1 Sluit de camera aan op de televisie. DSC-W55 • Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie. 3 Druk op de 1 Naar de audio-/ video-ingangen -toets (weergave) om de camera in te schakelen. (Weergave)toets Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik • Plaats de camera met het scherm omhoog gericht. DSC-W35 Regeltoets De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven. Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren. A/V-kabel 2 Naar A/V OUTaansluiting Beelden bekijken op een televisiescherm 2 Naar de meervoudige aansluiting • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 62). 1 Naar de audio-/videoingangen 63 Beelden bekijken op een televisiescherm Televisiekleursystemen Als u de beelden op een TV-scherm wilt weergeven, hebt u een TV met een videoingang en de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel (DSC-W35) nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enzovoort. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay. SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort. 64 De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken" (pagina 82) door voor meer informatie over het gebruik van een Macintosh-computer. Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie. Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 67) Beelden kopiëren naar de computer (pagina 68) • Beelden weergeven op de computer Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen Beelden op datum weergeven Beelden bewerken De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op online kaarten. (Om dit te doen moet uw computer verbonden zijn met het internet.) • Een nieuwe datadisc maken. (CD-schrijfstation of DVDschrijfstation vereist.) • Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum ingevoegd. • • • • De computer gebruiken Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" (pagina 76) 65 Werken met uw Windows-computer Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving waarin een upgrade naar een van de bovenstaande besturingssystemen is uitgevoerd of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). USB-aansluiting: standaardonderdeel Aanbevolen omgeving voor "Picture Motion Browser" Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met luidsprekers Processor/geheugen: Pentium III 500 MHz of sneller, 128 MB RAM of meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 256 MB RAM of meer) Software: DirectX 9.0c of hoger Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—200 MB of meer Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768 pixels of meer, kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of meer • De software is compatibel met DirectXtechnologie. U moet wellicht "DirectX" installeren. 66 Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Wanneer u de camera aansluit via een USBinterface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde overdracht (overdracht met hoge snelheid) mogelijk omdat deze camera compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De software (bijgeleverd) installeren U kunt de software (bijgeleverd) installeren met de volgende procedure. • Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de camera niet aansluiten op de computer voordat u de installatie hebt uitgevoerd. • In Windows 2000/XP meldt u zich aan als beheerder. • Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, wordt het USB-stuurprogramma automatisch geïnstalleerd. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. Het installatiemenu wordt weergegeven. 4 Selecteer de [Region] en [Country/Area] en klik vervolgens op [Next]. Wanneer de [Welcome to the InstallShield Wizard for Sony Picture Utility] verschijnt, klikt u op [Next]. Het scherm "License Agreement" wordt weergegeven. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, selecteert u het keuzerondje naast [I accept the terms of the license agreement] en klikt u op [Next]. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. • Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op (My Computer) t (SONYPICTUTIL). Het scherm "Choose Setup Language" wordt weergegeven. 6 Verwijder de CD-ROM uit de computer nadat de installatie is voltooid. 3 Selecteer de gewenste taal en klik op [Next]. Het scherm [Location Settings] verschijnt. De computer gebruiken 2 Klik op [Install]. • Wanneer het bevestigingsbericht voor opnieuw opstarten wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op volgens de aanwijzingen op het scherm. • DirectX wordt wellicht geïnstalleerd afhankelijk van de systeemomgeving van uw computer. Nadat u de software hebt geïnstalleerd, wordt een snelkoppeling op het bureaublad gemaakt waarmee u naar de website voor klantenregistratie kunt gaan. Zodra u zich hebt geregistreerd op de website, kunt u veilige en nuttige klantenondersteuning krijgen. http://www.sony.net/registration/di 67 Beelden kopiëren naar de computer In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. U kunt als volgt beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. Voor een computer met een Memory Stick-sleuf Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in de Memory Stick Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. • Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick-sleuf van de computer te plaatsen. • Zie pagina 97 als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt herkend. Voor een computer zonder een Memory Stick-sleuf Voer fase 1 tot en met 4 op pagina 68 tot en met 73 uit om beelden te kopiëren. • Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de software (bijgeleverd) installeren voordat u doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u de software niet te installeren. • De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". Met Windows 95/98/98 Second Edition/ NT/Me: Deze camera is niet compatibel met deze versies van het Windowsbesturingssysteem. Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, gebruik dan een in de handel verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer om beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw computer te kopiëren. Als u beelden in het interne geheugen naar de computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert u ze vervolgens naar de computer. 68 Fase 1: De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Plaats een batterijdoos met voldoende capaciteit in de camera of sluit de camera met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (DSC-W35/W55) en de USB-, A/V-, DC IN-kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik (niet bijgeleverd) (alleen DSC-W55) aan op een stopcontact. • Als u beelden naar de computer kopieert terwijl de batterijdoos bijna leeg is, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de batterijdoos leeg raakt. Beelden kopiëren naar de computer 3 Druk op de (Weergave)-toets om de computer in te schakelen. Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten (Weergave)-toets DSC-W55 2 Naar de meervoudige aansluiting 1 Naar een USB-aansluiting Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik DSC-W35 2 Naar de (USB)aansluiting 1 Naar de USBaansluiting De computer gebruiken USB-kabel • In Windows XP wordt de wizard AutoPlay automatisch weergegeven. 69 Beelden kopiëren naar de computer "USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven op het scherm van de camera. Toegangsaanduidingen* Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, wordt op de computer automatisch een programma uitgevoerd om de camera te herkennen. Wacht enige tijd. * Tijdens communicatie zijn de toegangsaanduidingen rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 61). • Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, kan het scherm [Import Images] (pagina 77) worden weergegeven. In dit geval kunt u beelden rechtstreeks importeren met "Picture Motion Browser". Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer • Voor Windows 2000 volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 71. • Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm met de wizard wordt niet automatisch weergegeven, volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 71. In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 70 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in fase 2, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] t [OK] wanneer het scherm met de wizard automatisch op de computer wordt weergegeven. 1 2 Het scherm "Scanner and Camera Wizard" wordt weergegeven. 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen, worden weergegeven. • Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen. Beelden kopiëren naar de computer 3 Schakel de selectievakjes van niet-gewenste beelden uit zodat deze niet worden gekopieerd en klik op [Next]. 5 Selecteer het keuzerondje naast [Nothing. I’m finished working with these pictures] en klik op [Next]. 1 1 2 Het scherm "Picture Name and Destination" wordt weergegeven. 4 Selecteer de naam en de bestemming van de beelden en klik op [Next]. 1 2 Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" verschijnt. 6 Klik op [Finish]. Het scherm met de wizard wordt gesloten. 2 Het kopiëren van beelden wordt gestart. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options". • In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer De computer gebruiken • Als u wilt doorgaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSCW55) of de USB-kabel (DSC-W35) los (pagina 73). Voer vervolgens de procedure uit die wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 69. • Voor Windows XP volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 70. In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 71 Beelden kopiëren naar de computer 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Removable Disk] t [DCIM]. 3 Dubbelklik op de map [My Documents]. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het venster "My Documents" en klik op [Paste] in het snelmenu. 1 • Zie pagina 97 als het pictogram "Removable Disk" niet wordt weergegeven. 2 2 Dubbelklik op de map met de beeldbestanden die u wilt kopiëren. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op een beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. 1 2 • Zie (pagina 74) voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden. 72 De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als de bestemmingsmap een beeld met dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een bevestigingsbericht voor overschrijven weergegeven. Als u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder overschrijven, geeft u het bestand eerst een andere naam en kopieert u vervolgens het beeldbestand. Houd er echter rekening mee dat u het betreffende beeld wellicht niet meer op de camera kunt weergeven als u de bestandsnaam wijzigt (pagina 75). Beelden kopiëren naar de computer Fase 4: Beelden weergeven op de computer In dit gedeelte wordt de procedure beschreven om gekopieerde beelden in de map "My Documents" weer te geven. 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 2 De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • De kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSCW35) loskoppelen. • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen 1 Dubbelklik op op de taakbalk. Dubbelklik hier 2 Klik op 1 De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven. • Als u een ander besturingssysteem dan Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. beeldbestand. 4 Klik op [OK]. De verbinding met het apparaat is verbroken. • Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan. De computer gebruiken 2 Dubbelklik op het gewenste (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. Het beeld wordt weergegeven. 73 Beelden kopiëren naar de computer Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: mappen weergeven in Windows XP A Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera die geen functie bevat voor het maken van mappen B Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met deze camera Als er geen nieuwe mappen worden gemaakt, worden de mappen als volgt weergegeven: – "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF" – Intern geheugen; alleen "101_SONY" • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC". 74 • Beeldbestanden worden als volgt benoemd. ssss staat voor een nummer tussen 0001 en 9999. Het numerieke deel van de naam van een filmbestand dat is opgenomen in filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Filmbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u films opneemt: MOV0ssss.THM • Zie pagina 44 en 57 voor meer informatie over mappen. Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo") In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". • Als de bestandsnaam die door de camera is gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kunt u bepaalde beelden wellicht niet weergeven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • Als er geen map is, maakt u een nieuwe map met uw camera (pagina 57) en kopieert u vervolgens het beeldbestand. bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig de bestandsextensie niet. 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" met de onderstaande procedure. 1Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer]. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik op [Paste] in het snelmenu. • sss staat voor een nummer tussen 100 en 999. 1 Klik met de rechtermuisknop op Geef een nummer op tussen 0001 en 9999 voor ssss. De computer gebruiken het beeldbestand en klik op [Rename] in het snelmenu. Wijzig de bestandsnaam in "DSC0ssss". 1 2 • Als het bevestigingsbericht voor overschrijven wordt weergegeven, geeft u een ander nummer op. • De bestandsextensie kan worden weergegeven, afhankelijk van de computerinstellingen. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de 75 Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Met de software kunt u stilstaande beelden en films van de camera optimaal benutten. Dit gedeelte bevat een beschrijving en algemene instructies voor "Picture Motion Browser". "Picture Motion Browser" afsluiten Klik op scherm. in de rechterbovenhoek van het Algemene instructies Overzicht "Picture Motion Browser" Met "Picture Motion Browser" kunt u het volgende: • Beelden die met de camera zijn opgenomen, importeren en weergeven op de computer. • Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken. • Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de opnamedatum wijzigen en meer. • Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of opgeslagen met de datum. • U kunt een datadisc maken met een CDschrijfstation of DVD-schrijfstation. • Raadpleeg de Help voor meer informatie over "Picture Motion Browser". Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Picture Motion Browser]. "Picture Motion Browser" starten en afsluiten "Picture Motion Browser" starten Dubbelklik op het pictogram (Picture Motion Browser) op het bureaublad. Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000 [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser]. • Het bevestigingsbericht van het Informatie-tool verschijnt op het scherm wanneer u "Picture Motion Browser" de eerste keer opstart. Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de hoogte van nieuws, zoals software-updates. U kunt de instelling later wijzigen. 76 Voer de volgende procedure uit om beelden vanaf de camera te importeren en weer te geven. Beelden importeren 1 Controleer of "Media Check Tool"* wordt uitgevoerd. Controleer of het pictogram (Media Check Tool) in de taakbalk wordt weergegeven. * "Media Check Tool" is een programma dat automatisch beelden herkent en importeert wanneer een "Memory Stick" wordt geplaatst of wanneer de camera wordt aangesloten. • Als het pictogram niet wordt weergegeven: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Tools] t [Media Check Tool]. Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) 2 Sluit de camera aan op uw computer met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSCW35). Als de camera automatisch is herkend, verschijnt het scherm [Import Images]. Beelden weergeven 1 Geïmporteerde beelden controleren Wanneer het importeren is voltooid, wordt de "Picture Motion Browser" gestart. Er worden miniaturen van de geïmporteerde beelden weergegeven. • De map "My Pictures" is ingesteld als standaardmap in "Viewed folders". • Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven, dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur. • Zie eerst pagina 68 als u de Memory Sticksleuf gebruikt. • Als in Windows XP de wizard AutoPlay wordt weergegeven, sluit u deze wizard. Als u het importeren van de beelden wilt starten, klikt u op [Import]. De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures". Deze map heeft als naam de datum waarop de beelden zijn geïmporteerd. • Zie pagina 80 voor instructies over het wijzigen van de "Folder to be imported". weergeven op opnamedatum 1Klik op de tab [Calendar]. De jaren waarin de beelden zijn opgenomen, worden weergegeven. 2Klik op het jaar. Beelden die in dat jaar zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op opnamedatum. De computer gebruiken 3 Importeer de beelden. 2 Beelden in "Viewed folders" 3Als u de beelden per maand wilt weergeven, klikt u op de gewenste maand. Miniaturen van beelden die in die maand zijn opgenomen, worden weergegeven. 4Als u de beelden op tijd wilt weergeven, klikt u op de gewenste datum. Miniaturen van beelden die op die dag zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op uur. 77 Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Scherm met weergave per jaar 1 2 3 Afzonderlijke beelden weergeven In het scherm met weergave per uur dubbelklikt u op een miniatuur om het betreffende beeld in een afzonderlijk venster weer te geven. 3 Scherm met weergave per maand 4 • U kunt weergegeven beelden bewerken door op in de werkbalk te klikken. Scherm met weergave per uur Beelden weergeven op volledig scherm Als u een diavoorstelling van de huidige beelden wilt weergeven op volledig scherm, klikt u op . • Als u beelden van een bepaald jaar of een bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op die periode aan de linkerkant van het scherm. 78 • Als u de diavoorstelling wilt afspelen of onderbreken, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. • Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Een datadisc maken Beelden kunnen worden opgeslagen op een CD of DVD als datadisc. • CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation vereist. • De volgende disc kan worden gebruikt om een datadisc te maken. –CD–R/RW (12 cm) –DVD±R/RW (12 cm) –DVD±R DL (12 cm) 1 Selecteer de beelden die u wilt Kaartweergave gebruiken om stilstaande beelden op een kaart weer te geven Als uw stilstaande beelden positiegegevens bevatten, kunt u de beelden zien op de online kaarten met Kaartweergave. • Om de Kaartweergavefunctie te gebruiken moet uw computer over een internetverbinding beschikken. 1 Selecteer een miniatuur met . opslaan op de disc. • Om opeenvolgende beelden te selecteren, klikt u op het eerste beeld en houdt u vervolgens de "Shift"-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt. • Om twee of meer niet opeenvolgende beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt. 2 Klik op de 2 Klik op . Het hoofdvenster voor de Kaartweergave verschijnt. -toets in de werkbalk. 3 Klik op [Start]. 4 Volg de instructies op het scherm om verder te gaan met het maken van de datadisc. • Kaarten en satellietbeelden ondersteund door de kaartendienst Google Maps. • U kunt de positiegegevens later toevoegen aan de stilstaande beelden via de Kaartweergave. Raadpleeg de helpfunctie van de Kaartweergave voor meer informatie. De computer gebruiken Het scherm [Create Data Disc] verschijnt. • Om de gewenste beelden toe te voegen, sleep ze naar het scherm [Create Data Disc]. Alle beelden in een map selecteren Klik op de tab [folders], klik met de rechtermuisknop op het gewenste mappictogram en selecteer [Create Data Disc]. Alle beelden in een map kunnen worden geselecteerd. 79 Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Andere functies Beelden die op de computer zijn opgeslagen, voorbereiden voor weergave Als u de beelden wilt weergeven, registreert u de map met de beelden als een van de "Viewed folders". 1 Kies [Import Settings] t [Location for Imported Images] in het menu [File]. Het scherm "Location for Imported Images" wordt weergegeven. 1 Klik op in het hoofdvenster, of kies [Register Folders to View] in het menu [File]. 2 Selecteer de "Folder to be Het scherm met instellingen voor registratie van "Viewed folders" wordt weergegeven. • U kunt de "Folder to be imported" kiezen imported". uit de mappen die zijn geregistreerd als "Viewed folders". Registratiegegevens van beelden bijwerken 2 Geef de map op met beelden die moeten worden geïmporteerd om de map te registreren als een van de "Viewed folders". 3 Klik op [OK]. De beeldgegevens worden geregistreerd in de database. • Beelden in submappen van "Viewed folders" worden ook geregistreerd. Wijzigen van "Folder to be imported" Als u de "Folder to be imported" wilt wijzigen, opent u het scherm "Import Settings". 80 Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u [Update Database] in het menu [Tools]. • Het bijwerken van de database kan enige tijd duren. • Als u de naam van beeldbestanden of mappen in "Viewed folders" wijzigt, kunnen deze niet worden weergegeven met deze software. Werk in dit geval de database bij. Beelden opslaan met de datum 1 Dubbelklik op een beeld om het weer te geven. 2 Klik op en selecteer [Insert Date] in de vervolgkeuzelijst. 3 Selecteer de gewenste kleur en positie en klik op [OK]. 4 Klik op om op te slaan. Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Beelden afdrukken met de datum 1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt afdrukken. 2 Klik op in de werkbalk. 3 Klik op het selectievakje van [Print date taken] bij de afdrukopties. 4 Klik op [Print]. "Picture Motion Browser" verwijderen 1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in Windows 2000: [Start] t [Settings] t [Control Panel]) en dubbelklik op [Add/ Remove Programs]. 2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op [Remove] (in Windows 2000: klik op [Change/Remove]) om de installatie ongedaan te maken. De computer gebruiken 81 De Macintosh-computer gebruiken U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren. • "Picture Motion Browser" is niet compatibel met Macintosh-computers. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/ Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4) USB-aansluiting: standaardonderdeel Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Wanneer u de camera aansluit via een USBinterface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde overdracht (overdracht met hoge snelheid) mogelijk omdat deze camera compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. 82 Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 1: De camera en de computer voorbereiden" op pagina 68. 2 Sluit de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSCW55) of de USB-kabel (DSC-W35) aan. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 69. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t [DCIM] t de map met de beelden die u wilt kopiëren. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet deze daar neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Zie pagina 74 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen. De Macintosh-computer gebruiken 4 Geef beelden weer op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf t het gewenste beeldbestand in de map met de gekopieerde bestanden om dat beeldbestand te openen. De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • De kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSCW35) loskoppelen. • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het pictogram "Trash". Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De computer gebruiken De verbinding tussen de camera en de computer is verbroken. 83 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat u begint met afdrukken (pagina 100). Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 85) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. Beelden afdrukken met een computer U kunt beelden naar een computer kopiëren met de software "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) en de beelden afdrukken. U kunt beelden afdrukken met ingevoegde datum (pagina 81). Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 89) U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. 84 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. • "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) Fase 1: De camera voorbereiden Bereid de camera voor door deze met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op de printer. Wanneer u de camera aansluit op een printer die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1 niet nodig. Indexhendel In de enkelbeeldfunctie U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. MENU-toets Regeltoets • Wij raden u aan een volledig opgeladen batterijdoos te gebruiken om te vermijden dat de voeding tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld. In de indexfunctie U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 1 2 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Druk op B op de regeltoets en selecteer ] (Setup 2) met V en selecteer vervolgens [USB-aansl.] met v/V/B. • De functie voor het afdrukken van een index is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. • De hoeveelheid beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk van de printer. • U kunt films niet afdrukken. • Als de aanduiding ongeveer vijf seconden knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 2 Stilstaande beelden afdrukken 3 Selecteer [ (Setup). 85 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 4 Selecteer [PictBridge] met B/V en druk vervolgens op z. 2 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven. De USB-functie is ingesteld. Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de camera aan op de printer. DSC-W55 2 Naar de meervoudige aansluiting Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik 1 Naar de USBaansluiting DSC-W35 USB-kabel 2 Naar de (USB)aansluiting 1 Naar de USBaansluiting 86 De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden weergegeven. Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Fase 3: Afdrukken Nadat fase 2 is voltooid, wordt het afdrukmenu weergegeven, ongeacht de stand van de modusknop. 2 Selecteer de afdrukinstellingen met v/V/b/B. 1 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. [Index] Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te drukken. [Formaat] [DPOF-beeld] Selecteer het formaat van het afdrukvel. Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt (pagina 89), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Datum] [Kiezen] U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. 1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met b/B en druk vervolgens op z. De markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. • Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure. [Dit beeld] Het weergegeven beeld wordt afgedrukt. • Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld. • Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd met de geselecteerde notatie (pagina 62). Deze functie is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als indexbeeld. • Het is mogelijk dat niet alle beelden op één vel passen, afhankelijk van het aantal beelden. Stilstaande beelden afdrukken 2Selecteer [Afdrukken] met V en druk vervolgens op z. Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen. 87 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 3 Selecteer [OK] met V/B en druk 4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v/V en druk vervolgens op z. vervolgens op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) niet los wanneer de aanduiding (PictBridge-aansluiting) op het scherm wordt weergegeven. [Kiezen] aanduiding Andere beelden afdrukken [DPOF-beeld] Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens het gewenste beeld met v/V en voer de procedure uit vanaf stap 1. Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. Beelden op het indexscherm afdrukken [Alle in deze map] Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (pagina 85) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (pagina 86) uit en ga als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu weergegeven. Selecteer [Annul.] om het afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt verder. Alle beelden in de map worden afgedrukt. 1 Verschuif de (Index)-hendel. Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Print) met B en druk vervolgens op z. 88 U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met v/V/b/B en druk vervolgens op z om de markering weer te geven. (Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.) Druk vervolgens op MENU. 5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken" (pagina 87) uit. Afdrukken bij een fotowinkel U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. Als de fotowinkel beschikt over een fotoafdrukservice die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een afdrukmarkering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te selecteren. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie MENU-toets Regeltoets • U kunt de beelden in het interne geheugen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" mee naar de fotowinkel. Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een afdrukmarkering kunt aanbrengen op beelden op de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. • U kunt de beelden ook afdrukken met de afdrukmarkering met een printer die voldoet aan de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of met een PictBridge-compatibele printer. • Films kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Als u beelden markeert die in de [Multi Burst]functie zijn opgenomen, worden alle beelden op één vel afgedrukt, verdeeld over 16 panelen. 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk vervolgens op z. Een afdrukmarkering wordt weergegeven op het beeld. • Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo" kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden naar een ander medium, zoals een CD-R, en neemt u die mee naar de fotowinkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie (back-up) van de gegevens maken op een schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. • Als u datums op de beelden wilt afdrukken, raadpleegt u de fotowinkel. 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een fotowinkel Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. 89 Afdrukken bij een fotowinkel Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De markering wordt wit. (pagina 30). 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt geen markering [Alle in deze map]. aanbrengen in 5 Selecteer het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Druk op MENU. 90 Als u het markeren wilt annuleren, selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u [Sluiten] in stap 8 en drukt u op z. Selecteer de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk vervolgens op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op z. Problemen oplossen Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen. 1 Controleer de items op pagina's 92 tot en met 102. Zie pagina 103 als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm verschijnt. 2 Verwijder de batterijdoos uit de camera, plaats deze na ongeveer een minuut terug en schakel de camera in. 3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 60). 4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de beeldgegevens in het interne geheugen worden gecontroleerd. Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven. "Memory Stick Duo" 99 Stilstaande beelden/films opnemen 92 Intern geheugen 99 Beelden weergeven 95 Beelden verwijderen/bewerken 96 Computers 96 Picture Motion Browser 98 Afdrukken 100 PictBridge-compatibele printer 101 Overige 102 Problemen oplossen Batterijdoos en stroomvoorziening 92 91 Problemen oplossen Batterijdoos en stroomvoorziening De batterijdoos kan niet worden geïnstalleerd. • Installeer de batterijdoos op de juiste manier waarbij u de top van de batterijdoos gebruikt om de hendel voor het uitwerpen van de batterij naar de onderkant van de camera te duwen. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de batterijdoos op de juiste manier. • De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos. • De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe batterijdoos. • Gebruik een aanbevolen batterijdoos. De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijdoos leegloopt. Schakel de camera opnieuw in. • De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe batterijdoos. De aanduiding voor de resterende lading van de batterijlading is onjuist. • Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt. • De weergegeven resterende lading van de batterijdoos verschilt van de huidige lading. Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijdoos volledig op zodat de weergegeven tijdsduur juist is. • De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos. • De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe batterijdoos. De batterij kan niet worden opgeladen. • U kunt de batterij niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Stilstaande beelden/films opnemen Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld. • Schakel het scherm in (pagina 17). De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit: – Verwijder overbodige beelden (pagina 29). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". 92 Problemen oplossen • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Stel de modusknop in een andere positie dan in wanneer u stilstaande beelden opneemt. • Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] wanneer films worden opgenomen. Voer een van de volgende bewerkingen uit: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO Duo". De camera stopt tijdens de opname van een film. • De camera stopt de opname automatisch wanneer het bestand een grootte van ongeveer 2GB heeft. Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op de (Weergave)-knop om de opnamefunctie (pagina 29) te wijzigen. De opname neemt veel tijd in beslag. • De NR lage sluitertijd-functie is geactiveerd (pagina 14). Dit is normaal. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) . • (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • De functie Vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie automatisch scherpstellen (pagina 34). • Raadpleeg "Als het onderwerp onscherp is" op pagina 35. De zoomfunctie werkt niet. De flitser werkt niet. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 22). • U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (pagina 40). – (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27). – U neemt films op. Problemen oplossen • De slimme-zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer: – Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. – Opnemen in de Multi-burstfunctie. • De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt. 93 Problemen oplossen • Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer (Landschap), (Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 22). (Strand) of Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen. • Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is normaal. De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet. • (Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 28). De datum en tijd worden niet weergegeven. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen weergegeven tijdens het afspelen. Kan geen data aan beelden toevoegen. • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden (pagina 101). U kunt beelden afdrukken of opslaan met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken (pagina 80). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. • De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 24). Het scherm is te donker of te licht. • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm (alleen DSC-W55) aan (pagina 17, 60). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie (pagina 36) of pas de belichting aan (pagina 24). • Schakel het scherm in (pagina 17). Het beeld is te licht. • Pas de belichting aan (pagina 24). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 33). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. 94 Problemen oplossen In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 54). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Er verschijnen puntjes op het scherm. • Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2). Het beeld dat zichtbaar is door de zoeker geeft het werkelijk opneembare bereik niet aan. • Het parallax-fenomeen doet zich voor wanneer het onderwerp dichtbij is. Gebruik het LCD- scherm om het opneembare bereik te bevestigen. Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden (pagina 29). • De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos. Beelden weergeven De camera kan geen beelden weergeven. • Druk op de (Weergave)-toets (pagina 29). • De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 75). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is De datum en tijd worden niet weergegeven. • DISP-toets (Schermweergave) is uitgeschakeld(pagina 17). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. Problemen oplossen opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 73). • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. 95 Problemen oplossen Tijdens de videoweergave kunnen onregelmatige kleuren worden weergegeven. • Dit is normaal. De opgenomen beelden worden niet beïnvloed. De beelden worden niet weergegeven op het scherm. • Verwijder de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel (DSC-W35) als de kabel is aangesloten (pagina 63). Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (pagina 62). • Controleer de aansluiting (pagina 63). • Als de kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik is aangesloten op de USB- aansluiting, moet u de kabel verwijderen (alleen DSC-W55). Beelden verwijderen/bewerken De camera kan een beeld niet verwijderen. • Annuleer de beveiliging (pagina 45). • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107). U hebt per ongeluk een beeld verwijderd. • Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden beveiligen (pagina 44) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 107) om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist. De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet. • Het formaat van films en Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd. U kunt geen film knippen. • De film is niet lang genoeg om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (pagina 45). Computers U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 66 voor Windows en pagina 82 voor Macintosh. 96 Problemen oplossen De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-sleuf. • Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers van computers en Memory Stick Readers/Writers van een andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer (pagina 69 en 82). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend. De computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in. • Als de batterijlading laag is, plaatst u de opgeladen batterijdoos of gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (pagina 68). • Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 61). • Gebruik de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (bijgeleverd) (DSC-W55) of de USB-kabel (bijgeleverd) (DSC-W35) (pagina 69). • Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los van de computer en de camera en sluit de kabel vervolgens opnieuw stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USBaansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (pagina 69). • De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 67). • De computer herkent het apparaat niet, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSCW35) voordat u de software (bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt). Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven wanneer u de camera aansluit op de computer. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De Problemen oplossen onderstaande procedure geldt voor Windows-computers. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu. Het scherm "System Properties" wordt weergegeven. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. De "Device Manager" wordt weergegeven. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer de software (pagina 67). Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd. 97 Problemen oplossen U kunt geen beelden kopiëren. • Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 69). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 70 en 82). • Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 57). Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser" niet automatisch gestart. • Start "Media Check Tool" (pagina 76). • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 69). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Raadpleeg de Help-functie als u "Picture Motion Browser" gebruikt. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer vanaf de vaste schijf (pagina 68). U kunt een beeld niet afdrukken. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera worden weergegeven. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 74). • Voer de bewerking correct uit (pagina 75). Picture Motion Browser Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser". • Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de database bijwerken (pagina 80). U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden. • Kijk in de map "My Pictures". • Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "Wijzigen van "Folder to be imported"" op pagina 80 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren. 98 Problemen oplossen U wilt de "Folder to be imported" wijzigen. • Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in "Viewed folders" (pagina 80). Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum 1 januari. • U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 62). De -markering wordt weergegeven. • Als u de naam van beeldbestanden/-mappen in andere software hebt gewijzigd of deze hebt verwijderd, worden de registratiegegevens van de beelden niet bijgewerkt. Als u registratiegegevens van beelden wilt bijwerken, selecteert u [Update Database] in het menu [Tools]. "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden gewist (pagina 107). Intern geheugen • Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder ze. De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. Problemen oplossen Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt aanbevolen). 99 Problemen oplossen De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten. Beelden worden zonder beide randen afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden. Er worden beelden met 16 frames afgedrukt. • Beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, worden als één beeld met 16 frames opgenomen. U kunt het beeld niet per frame afdrukken. Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt. • U kunt beelden afdrukken met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken (pagina 81). • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden. Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor informatie over de compatibiliteit met de Exif-gegevens. • Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum op de beelden af te drukken. 100 Problemen oplossen PictBridge-compatibele printer Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht. • De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met de PictBridge-norm. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 61). • Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los en sluit deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Controleer of de camera en de printer op de goede manier zijn aangesloten met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35). • Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt. Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los en sluit deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel weer aan. • Films kunnen niet worden afgedrukt. • Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt. Het afdrukken is geannuleerd. • Controleer of u de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruikt (DSC-W55) of de USB- kabel (DSC-W35) hebt losgekoppeld voordat de verdwijnt. (PictBridge-aansluiting)-markering In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet worden afgedrukt. • De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer Raadpleeg de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 87). Problemen oplossen beschikt over deze functies. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. 101 Problemen oplossen Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt. • Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat wijzigt nadat de printer op de camera is aangesloten. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de camera (pagina 87) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordtgeannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Overige De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven. • Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen. • Plaats een opgeladen batterij en schakel de camera opnieuw in. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u deze weer gebruikt. De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt. • Dit is normaal. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De batterijdoos is leeg. Vervang deze door een opgeladen batterijdoos. Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 62). U wilt de datum of tijd wijzigen. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 62). 102 Waarschuwingsaanduidingen en berichten Weergave zelfdiagnose Berichten Als een code die met een letter van het alfabet begint wordt weergegeven, beschikt uw camera over een zelfdiagnoseweergave. De laatste twee cijfers (aangeduid met ss) zullen verschillen afhankelijk van de status van de camera. Als u het probleem niet kunt oplossen, zelfs nadat u de volgende oplossingen enkele keren hebt geprobeerd, moet uw camera mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Als een van de volgende berichten wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen. C:32:ss Gebruik uitsluitend een geschikte batterij • Er zijn problemen met de software van uw camera. Schakel de camera uit en weer in. C:13:ss • De camera kan geen gegevens lezen van E:61:ss E:91:ss • Er is een fout opgetreden in de camera. Initialiseer de camera (pagina 60) en schakel de voeding opnieuw in. • De accu is bijna leeg. Laad de batterijdoos onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en het type batterijdoos, kan de aanduiding knipperen, zelfs als er nog voldoende batterijlading is voor 5 tot 10 minuten gebruik. • De geplaatste accu is geen NP-BG1 accu. Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in. Fout van intern geheugen • Schakel de camera uit en weer in. Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste manier. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 107). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • Het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" is vuil. Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 107). Problemen oplossen of schrijven op de "Memory Stick Duo". Probeer de camera uit en opnieuw in te schakelen of de "Memory Stick Duo" meerdere keren te verwijderen en opnieuw te plaatsen. • Er is een formatteerfout opgetreden met het interne geheugen of er is een nietgeformatteerde "Memory Stick Duo" geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (pagina's 56, 57). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met uw camera worden gebruikt of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo". E 103 Waarschuwingsaanduidingen en berichten Formatteringsfout • Formatteer het medium opnieuw (pagina 56 en 57). Memory Stick vergrendeld • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107). Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer maken. Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de geselecteerde map. Selecteer een andere map (pagina 58). Bestandsfout • Er is een fout opgetreden tijdens het weergeven van het beeld. • Verwijder overbodige beelden of bestanden (pagina 29). Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of verwijderen op deze "Memory Stick Duo". Geen bestand • Er zijn geen beelden die kunnen worden weergegeven opgenomen in het interne geheugen. Geen bestanden in deze map Bestandsbeveiliging • Annuleer de beveiliging (pagina 45). Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Kan niet opdelen • De film is niet lang genoeg om te worden gesplitst (korter dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen film. • Er zijn geen beelden die kunnen worden weergegeven opgenomen in deze map. • U hebt de handelingen voor het kopiëren van beelden vanaf de computer niet juist uitgevoerd (pagina 75). Ongeldige bediening • U wilt een beeldbestand weergeven dat niet compatibel is met de camera. (Trillingswaarschuwing) Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Selecteer een andere map of maak een nieuwe map (pagina's 57, 58). 104 • Door onvoldoende licht is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser of bevestig de camera op een statief om de camera te stabiliseren. Waarschuwingsaanduidingen en berichten 640(Fijn) is niet beschikbaar • Films met het formaat 640(fijn) kunnen alleen worden opgenomen met een "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat in op een ander formaat dan [640(Fijn)]. Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op [PictBridge] terwijl de camera is aangesloten op een apparaat dat niet compatibel is met PictBridge. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los en sluit deze kabel vervolgens opnieuw aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken, is beschadigd. • De gegevensoverdracht naar de printer is wellicht nog niet voltooid. Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de printer was aangesloten. Sluit een PictBridgecompatibele printer aan. afdruktaak. U kunt niet afdrukken voordat dit is voltooid. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Geen afdrukbaar beeld • U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te Problemen oplossen voeren zonder een DPOFafdrukmarkering op de beelden aan te brengen. • U hebt geprobeerd [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was geselecteerd die alleen films bevat. U kunt films niet afdrukken. 105 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt uw camera, de batterijlader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. • Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een storing kan optreden. 106 De "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera, worden vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". Type "Memory Stick" Opnemen/ weergeven Memory Stick (zonder MagicGate) — Memory Stick (met MagicGate) — Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a Memory Stick Duo (met MagicGate) a*1*2 MagicGate Memory Stick — MagicGate Memory Stick Duo a*1 Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2*3 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of verwijderen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK is gezet met een puntig voorwerp. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar Memogebied *1 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van coderingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor MagicGate-functies zijn vereist. *2 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. *3 Films met het formaat 640(fijn) kunnen worden opgenomen. • Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl gegevens worden gelezen of geschreven. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen worden beschadigd: – Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt verwijderd of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruik op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • U kunt het beste een reservekopie (back-up) van belangrijke gegevens maken. • Druk niet te hard wanneer u in het memogebied schrijft. • Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf of op een Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt of opbergt, plaatst u deze terug in het bijgeleverde doosje. • Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig deze niet en laat deze niet vallen. • Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo" niet. Overige • Dit product is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor de "Memory Stick Micro". • De juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan met deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. Bepaalde "Memory Stick Duo"-kaarten hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar. De stand en/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt. 107 De "Memory Stick" • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet onder de volgende omstandigheden: – Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen over het gebruik van de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" met een "Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory Stick Duo" plaatst in een "Memory Stick"compatibel apparaat zonder Memory Stick Duoadapter, zult u deze mogelijk niet uit het apparaat kunnen verwijderen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst. Als u de stick verkeerd plaatst, kunnen storingen ontstaan. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een "Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening mee dat de apparatuur kan worden beschadigd door onjuist gebruik. • Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder dat een "Memory Stick Duo" in de adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) Typen "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 8GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. 108 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd) • Om een "Memory Stick Micro" met deze camera te gebruiken, hebt u een M2-adapter met duo-formaat nodig. Plaats de "Memory Stick Micro" in de M2-adapter met duo-formaat en plaats de adapter vervolgens in de Memory Stick Duo-sleuf. Als u een "Memory Stick Micro" rechtstreeks in deze camera plaatst, zonder een M2-adapter met duo-formaat te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet uit de camera kunt halen. • Houd de "Memory Stick Micro" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. Over de batterijdoos Over het opladen van de batterijdoos Over de levensduur van de batterij Wij raden u aan de batterijdoos op te laden in een omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Het is mogelijk dat u de batterijdoos niet efficiënt kunt opladen buiten dit temperatuurbereik. • De levensduur van de batterij is beperkt. De capaciteit van de batterij neemt geleidelijk af naarmate u deze steeds meer gebruikt en naarmate de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk lijkt af te nemen, is het mogelijk dat dit wordt veroorzaakt door het feit dat de batterijdoos het einde van zijn levensduur heeft bereikt. Schaf een nieuwe batterijdoos aan. • De levensduur van de batterij verschilt afhankelijk van de manier waarop deze wordt bewaard en de gebruiksomstandigheden en de omgeving waarin elke batterijdoos wordt gebruikt. Effectief gebruik van de batterijdoos • De batterijprestaties nemen af in een omgeving met een lage temperatuur. De batterijdoos kan dus minder lang worden gebruikt op koude plaatsen. Voor een langer gebruik van de batterijdoos, raden wij het volgende aan: – Stop de batterijdoos in een zak die dicht tegen uw lichaam ligt om deze op te warmen en plaats de batterijdoos pas in de camera wanneer u de opname start. • De batterijdoos zal snel leeg raken als u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt. • Wij raden u aan altijd reservebatterijdozen bij de hand te houden voor een duur die overeenkomt met een dubbele of driedubbele opnametijd. Het is ook aanbevolen testopnamen te maken voordat u begint met de eigenlijke opnamen. • Stel de batterijdoos niet bloot aan water. De batterijdoos is niet waterbestendig. • Laat de batterijdoos niet achter op extreem warme plaatsen, zoals in een auto of in direct zonlicht. De batterijdoos opbergen Overige • Als de batterijdoos gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt, moet u deze volledig opladen en vervolgens eenmaal per jaar volledig verbruiken op uw camera voordat u de doos op een droge, koele plaats opbergt. Herhaal dit opladen en verbruiken eenmaal per jaar om de werking van de batterijdoos te behouden. • Om de capaciteit van de batterijdoos te verbruiken, laat u de camera werken in de weergavefunctie voor de diavoorstelling (pagina 46) tot de voeding wordt uitgeschakeld. • Om vlekken op de terminal, kortsluitingen, enz. te vermijden, moet u de bijgeleverde batterijhoes gebruiken wanneer u de batterijdoos meeneemt en opbergt. 109 Over de batterijlader Over de batterijlader • Laad geen andere accu's dan NP-BG accu's op met de acculader (bijgeleverd) van de camera. Andere batterijen dan het opgegeven type kunnen lekken, oververhitten of ontploffen als u ze probeert op te laden zodat u het risico loopt op letsels door elektrocutie en brandwonden. • Verwijder de opgeladen batterijdoos uit de batterijlader. Als u de opgeladen batterijdoos in de lader laat, kan de levensduur van de batterij korter worden. • Wanneer het lampje CHARGE knippert, kan dit wijzen op een fout in de batterij of op het feit dat een andere batterijdoos dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer of de batterijdoos het opgegeven type is. Als de batterijdoos het opgegeven type is, verwijder dan de batterijdoos, vervang deze door een nieuwe of een andere en controleer of de batterijlader juist werkt. Als de batterijlader juist werkt, is er mogelijk een batterijfout opgetreden. • Als de batterijlader vuil is, zal het opladen mogelijk niet lukken. Maak de batterijlader schoon met een droge doek, enz. 110 Index Index A Bestandsnaam....................... 74 E A/V-kabel .............................63 Bestandsnr. .......................... 61 Enkel.....................................53 Aanduiding ...........................13 Besturingssysteem.......... 66, 82 EV.........................................24 Aanduiding AFbereikzoekerframe .........34 Beveiligen ............................ 44 EV aanpassen........................24 Aanduiding voor AE/AFvergrendeling.................35 Bezig met aansluiten Bewolkt ................................ 37 F Computer ...................... 69 AF met meerdere punten ......34 Fijn........................................39 Printer............................ 86 AF-bereikzoekerframe..........34 Films opnemen .....................19 TV ................................. 63 Afdrukken .............................84 Flitser (Witbalans) ................37 Bijsnijden ............................. 51 Enkelbeeldfunctie..........85 Flitsfunctie ............................22 Burst ..................................... 40 Flitsniveau ............................42 Indexfunctie...................85 Afdrukken bij een fotowinkel .......................................89 Afdrukken in enkelbeeldfunctie .......................................85 Fluorescerend .......................37 C Formatteren.....................56, 57 Camera ................................. 53 Functiegids ...........................54 Camera vasthouden .......... 7, 20 Afdrukken in indexfunctie....85 CD-ROM.............................. 67 G Afdrukmarkering ..................89 Centraal gewogen meting..... 36 Gloeilamp .............................37 AF-functie.............................53 Compressieverhouding......... 10 Afspelen................................29 Computer.............................. 65 AF-vergrendeling..................35 Aanbevolen omgeving ................................ 66, 82 AF-verlicht. ..........................55 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera........................... 75 Altijd flitsen ..........................22 Ander form. ..........................47 Auto Review .........................55 H Half indrukken........................7 Histogram .......................17, 24 Hoge gevoeligheid................27 I Beelden kopiëren .... 68, 82 Indexscherm .........................30 Macintosh...................... 82 Initialiseren ...........................60 Software ........................ 67 Installeren .............................67 Windows ....................... 65 Intern geheugen ....................18 B Contrast ................................ 43 Intern geheugen-tool.............56 Batterijdoos.........................109 D Autom. instellen....................20 Autom. instellen-functie .......19 Automatische scherpstelling ...7 Batterijlader ........................110 Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen...............74 Interval..................................42 ISO....................................8, 38 Daglicht ................................ 38 J Diafragma............................... 8 JPG .......................................74 Beeldformaat...................10, 25 Digitale zoom ....................... 53 K Beeldkwaliteit .................10, 39 DirectX ................................. 66 Kaartweergave ......................79 Belichting................................8 DPOF ................................... 89 Bestandopslaglocatie ............74 Dradenkruis van de puntlichtmeting ............. 36 Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik ...........................63, 69, 86 Bestandsextensie...................75 Diavoorstelling..................... 46 Index DC IN-aansluiting ................ 12 Beelden kopiëren naar de computer........................68 111 Index Kleur.......................................9 N Schemer ................................ 27 Kleurfunctie..........................33 Natuurlijk ............................. 33 Schemer-portret ....................27 Klokinstel. ...........................62 Niet flitsen............................ 22 Scherm Kopiëren ...............................59 NR lage sluitertijd ................ 14 Aanduiding....................13 L NTSC ................................... 62 Landschap.............................27 O Achtergrondverlichting van het LCD-scherm ................................. 17, 60 Langzaam synchro................22 Onderbelichting ..................... 8 LCD-scherm .........................17 Onderdelen en bedieningselementen .... 11 Scherpstellen .................... 7, 34 LCD-verlicht ........................60 Lichtmeetfun. ......................36 Opn.functie .......................... 40 Lichtmeting met meerdere patronen.........................36 Opnamemap maken ............. 57 Schrijfbeveiligingsschakelaar ..................................... 107 Opnamemap wijz. ............... 58 Sepia ..................................... 33 M Opnemen Setup......................... 43, 50, 52 Aanbevolen omgeving .......................................82 Macro....................................22 Scherpte ................................ 43 Film............................... 20 Camera .......................... 53 Stilstaand beeld............. 20 Intern geheugen-tool ..... 56 Optische zoom ............... 21, 53 Memory Stick tool ........ 57 Overbelichting ....................... 8 Setup 1 .......................... 60 M AF ....................................53 Macintosh-computer.............82 Schermweergave wijzigen ....................................... 17 Setup 2 .......................... 61 P Setup 1..................................60 PAL...................................... 62 Setup 2..................................61 PC......................................... 65 Slimme-zoomfunctie ............ 53 PictBridge ...................... 61, 85 Sluitertijd ................................ 8 Picture Motion Browser....... 76 Sneeuw ................................. 27 Pieptoon ............................... 60 Soft Snap .............................. 27 Pixel ..................................... 10 Software ......................... 67, 76 Memory Stick tool................57 Precisie-digitale-zoomfunctie ...................................... 53 Splitsen ................................. 48 Menu.....................................31 Problemen oplossen ............. 91 Items..............................32 PTP....................................... 61 Opnemen .......................33 Punt-lichtmeting................... 36 Map.......................................44 Maken............................57 Wijzigen ........................58 Mass Storage ........................61 Meervoudige aansluiting ......12 Meervoudige AF...................34 "Memory Stick Duo"..........107 Weergeven.....................44 Sprekend............................... 33 Standaard .............................. 39 Strand ................................... 27 T Menu voor opnemen.............33 R Menu voor weergeven ..........44 Rechtstreeks afdrukken........ 85 Midden-AF ...........................34 Rode-ogeneff. ..................... 54 Terugspoelen/snel vooruitspoelen............... 29 Mode.....................................40 Roteren................................. 48 TV......................................... 63 MPG .....................................74 S U Multi Burst ...........................40 S AF ..................................... 53 USB-aansl. ...........................61 Scènekeuze........................... 26 USB-kabel ...................... 69, 86 Taal....................................... 60 Monitor.................................53 112 Index V VGA......................................25 Video-uit ...............................62 Volume .................................29 Vooraf ingestelde scherpstelling.................34 W Waarschuwingsaanduidingen en berichten .................103 Wazige beelden.......................7 WB........................................37 Weergave zelfdiagnose.......103 Weergavezoom .....................29 Windows-computer...............65 Aanbevolen omgeving .......................................66 Wissen ..................................29 Formatteren .............56, 57 Witbalans ..............................37 Z Zelfontspanner ......................23 Zoom.....................................21 Z-W.......................................33 Index 113 Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114

Sony DSC-W35 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor