©Copyright LOTRONIC 2016 9BEAM-MINI Page 31
Features
• 16 / 24 / 48 DMX kanalen
• 9x 10W RGBW led‘s
• CREE led’s met extra hoge levensduur (>50.000 uren)
• 3 x 3 zones
• Smalle bundels
• DMX, stand-alone, master-slave en light show
• Ingebouwde, geluid bestuurde programma‘s
• Pulse & strobe effecten
• Electronische dimmer 0-100%
• Geschikt voor muur, truss en vloermontage
Specificaties
Voeding ........................................................................................................... 100-240Vac 50/60Hz
Opgenomen vermogen ................................................................................................. 140W max.
Zekering ....................................................................................................................................... 3A
Lichtbron ................................................................................................. 9x 10W RGBW CREE led‘s
Tilt ......................................................................................................................................... 0-185°
Pan........................................................................................................... Eindeloze draaiing 0-360°
Straalhoek .................................................................................................................................... 5°
Afmetingen ....................................................................................................... 298 x 278 x 185mm
Gewicht ................................................................................................................................... 4.5kg
KABELCONNECTOREN
De kabel moet een XLR stekker op één eind en een XLR contra op het andere eind hebben.
DMX connector configuratie
De eindweerstand vermindert signaalfouten. Om transmissie problemen en storingen te voorkomen is het
aanbevolen een DMX signaal eindweerstand aan te sluiten.
Installatie van een DMX seriële data link
1. Sluit het 3-pin stekkereind van de DMX kabel op de uitgang (3-pin contra) van de controller.
2. Sluit het contra eind van de kabel dat van de controller komt op de ingang (3-pin stekker) van het naaste toestel
aan.
3. Sluit de uitgang van het naaste toestel op de ingang van het volgende toestel aan enz.
Installatie
UITRICHTING
De unit kan in iedere positie geïnstalleert worden mits voor voldoende koeling gezorgt is.
RIGGING
Het is belangrijjk nooit de ventilator of de koelingsopeningen te verstoppen. Bij de keuze van d’installatie plaats denk
eraan dat de plaats gemakkelijk bereikbaar is voor onderhouds en reinigingsdoeleinden.
Gebruik altijd veiligheidskabels.
Bescherm het toestel tegen regern, vochtigheid en extreme temperatuurveranderingen. Kies een plaats met
voldoende ventilatie.
weerstand tussen pin
2 (DMX-) en pin 3
(DMX+) van de laatste