Scholtes tip 644 ddl de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 24-25
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 26
Bedieningspaneel
Verlengbare kookgedeeltes
Starten en gebruik, 27-30
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Medium functie
Boosterfunctie
Uitschakelen kookzones
Programmering kookduur
De timer
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
Demo modus
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Veiligheidsmechanismen
Kooktips
Voorzorgsmaatregelen en advies, 31
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 32
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Technische beschrijving van de
modellen, 33
TIP 744 DO L
TIP 844 DO L
KOOKPLAAT
Português,1
NL
NL
RS
PLPT
Polski, 12
Ðóññêèé, 34
Nederlands,23
24
NL
Installatie
Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in
de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer
u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat
waarschuwingen en informatie betreffende werking voorhanden
blijven.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie
betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Plaats ing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient
daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor
gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde
installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel
de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd
en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet deze
zijn voorzien van een geforceerd geventileerd afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien u
dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen
de twee apparaten;
naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie
afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen
hebben:
560 +
/- 1
490 +/- 1
48
590
520
690
520
560 +/- 1
490 +/- 1
48
Ventilatie
Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en
een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen,
moet de kookplaat geïnstalleer
d worden op:
een minimum afstand van 40 mm van de achterwand of van elk
ander verticaal oppervlak;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand ov
erblijft van 20
mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel.
De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven
uitsteken, moe
ten op minstens 600 mm van de rand van de plaat
staan.
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden
geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen
de eigenschappen en de p
restaties van de kookplaat aantasten.
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
25
NL
De lengte van de regelschroef van de bevestigingshaken moet op basis
van de dikte van het keukenblad worden ingesteld
voordat de haken
worden gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in
de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het
keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek
totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het
keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan
de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte,
lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit.
De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde
bereikbaar blijven.
Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk
zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd
dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te
gebruiken.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele
inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische
veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen
verwijderen.
Eenfasige aansluiting
De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd voor een
eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit zoals aangegeven
in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
220-240V 1+N ~
50 Hz
: geel/groen;
N: de 2 blauwe
draden samen
L: bruin en zwart
samen
Andere soorten aansluitingen
Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende
karakteristieken:
Spanningstype en netfrequentie
400V - 2+N ~ 50 Hz
220-240V 3 ~ 50 Hz
 400V 3 - N ~ 50 Hz
400V - 2+2N ~ 50 Hz
Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals aangegeven
in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
400V - 2+N ~
50 Hz
220-240V 3 ~
50Hz
400V 3-N~ 50Hz
: geel/groen;
N: de 2 blauwe draden samen
L1: zwart
L2: bruin
400V - 2+2N ~
50 Hz
: geel/groen;
N1: blauw
N2: blauw
L1: zwart
L2: bruin
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
minimum afstand van 3 mm tussen de contacten.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische
aansluiting en de inachtneming van de veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat
zich op het apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is,
dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen;
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel
en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen
door erkende monteurs worden vervangen.
De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor
worden gesteld als deze normen niet worden
nageleefd.
Verwijder of vervang de voedingskabel voor geen
enkele reden. De eventuele verwijdering of vervanging
doet de garantie en de CE markering vervallen.
INDESIT kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
ongelukken of schade die het resultaat zijn van de
vervanging/verwijdering van de originele
voedingskabel. De vervanging met een origineel
onderdeel is alleen toegestaan indien uitgevoerd door
een erkende INDESIT technicus.
26
NL
Beschrijving van het
apparaat
Bedieningspaneel
Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat
aan te zetten en het vermogen ervan te regelen
(zie Starten en gebruik).
Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te
regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten
en gebruik).
Aanwijzing KOOKZONE, geeft de
overeenkomende kookzone aan.
AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat
in- of uitgeschakeld is.
Toets PROGRAMMERINGSTIMER* om de
programmering van de kookduur te regelen (zie
Starten en gebruik).
Display PROGRAMMERINGSTIMER*: toont de
keuzes betreffende de programmering aan (zie
Starten en gebruik).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERD
KOOKGEDEELTE*
: tonen de kookgedeeltes aan
als u een programmering start (zie Starten en
gebruik).
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie
Starten en gebruik).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden
(zie Starten en gebruik).
BOOSTER* toets om het extra vermogen - 3000
W - van de kookzone in te schakelen (zie Starten
en gebruik).
BOOSTER* controlelampje, geeft aan dat het
'booster' extra vermogen actief is.
Controlelampje TIMER* geeft aan dat de timer
actief is.
MEDIUM* toets, om de kookzone in te schakelen
op het middelmatige niveau 8 (zie Starten en
gebruik).
Toets TOENAME TIJD* om de tijd van de timer of
van de programmering toe te laten nemen (zie
Starten en gebruik).
Toets AFNAME TIJ
D* om de tijd van de timer of
van de programmering af te laten nemen (zie
Starten en gebruik).
Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat
het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Controlelampje
ON/OFF
Controlelampje
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toe t s
BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL
Toe t s
TOENAME TIJD*
Controlelampje
GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE*
Display
PROGRAMMERINGSTIMER*
Toe t s
PROGRAMMERINGSTIMER
Toe t s
AFNAME TIJD*
Aanwijzers
STROOMSTERKTE
en RESTERENDE WARMTE
Toe t s
ON/OFF
Aanwijzing
KOOKZONE
Controlelampje
TIMER*
m
edium
mm
ediumedium
b
oost er
bb
ooo sto st erer
m
edium
mm
ediumedium
b
oo st er
bb
ooo sto st erer
m
edium
mm
ediumedium
m
edium
mm
ediumedium
b
oost er
bb
ooo sto st erer
b
oo st er
bb
ooo sto st erer
Toe t s
BOOSTER*
Toe t s
MEDIUM*
Controlelampje
BOOSTER*
Toe t s
TOENAME VERMOGEN
Toe t s
AFNAME VERMOGEN
27
NL
Starten en gebruik
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes
achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij
u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-
schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur
dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur
ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na
enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan
kunt u de kookplaat aanzetten.
Geluiden normale werking kookplaat:
Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de
metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn
gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische
veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe
bij het toenemen van het vermogen van de inductor.
Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de
kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel
of water in de pan doet.
Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het trillen
van het materiaal van de bodem van de pan als er
parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het
elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan
variëren aan de hand van het materiaal waarmee de bodem
van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate de
afmetingen van de pan toenemen.
Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op
dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen
werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is
ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid
wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende
inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de bodem
van de pan bestaat uit verschillende lagen van
verschillende materialen.
Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de
kookplaat en om de veiligheid van het elektronische
gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het
noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator
draait op maximaal vermogen als de grote inductor op
maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is
ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op
middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen
temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator
blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de
waargenomen temperatuur zeer hoog is.
De genoemde geluiden zijn het resultaat van de
inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs
functioneringsdefecten.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Voor het inschakelen van een kookzone stelt u de gewenste
stroomsterkte in met de toetsen
- en +.
Houd de toets
+: seconden lang uitgedrukt: het
vermogen van de kookzone gaat onmiddellijk naar het
hoogste niveau (16).
Houd de toets
-: seconden lang uitgedrukt: het vermogen
van de kookzone daalt naar het laagste niveau 2 (functie
langzaam koken).
Medium functie*
Door op de toets
m
m
edium
mm
ediumedium
te drukken gaat de kookzone naar het
middelste vermogensniveau 8.
Booster functie*
Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele
kookzones de booster functie activeren door op de
b
b
oosterbbooostosterer
.
toets te drukken. Het controlelampje boven de toets gaat aan.
Deze functie verhoogt het vermogen tot 2000 W of 3000 W,
aan de hand van de grootte van de gekozen kookzone.
De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de
booster van een van de kookzones actief is, zal het gedeelte
daarvoor of daarachter slechts over een beperkt vermogen
beschikken (bv.: als in de kookzone links achter de booster
actief is, zal het vermogen in de kookzone links voor
verminderen). Voor verdere informatie kunt u de Technische
beschrijving van de modellen raadplegen.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookzone:
Druk op de toets
-: het vermogen van de kookzone wordt
langzaam minder totdat het uitgaat.
U kunt ook tegelijkertijd op de toetsen
- en +: drukken:
het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het
kookgedeelte gaat uit.
Programmering kookduur
Als u lang op de toetsen en drukt kunt u de minuten
van de timer snel laten toenemen.
Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd
worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende
selectietoets.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
28
NL
2. Regel de temperatuur.
3. Druk op de programmeertoets
.
3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen
en .
4. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een
geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte
uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere
kookplaat die u wilt programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige
p rog rammerin g .
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont
het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste
eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van
het betreffende controlelampje dat knippert. De
controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten
zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde
kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de
toets
drukken: met de klok mee zullen, de een na de
ander, de tijden van alle geprogrammeerde kookplaten worden
getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor.
Het wijzigen van een programmering
1. Druk een aantal keer op de toets
totdat de tijd van de
kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Druk op de toetsen
en voor het instellen van de
nieuwe tijd.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande
handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets
: de
duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De
programmering wordt gewist en het display verlaat de
programmeringsmodus.
De timer
De kookplaat moet aan zijn.
Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.
1. Druk op de toets programmering
totdat het
controlelampje van de timer aangaat.
2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen
en .
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is
hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel
blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden
(kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan.
Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt
stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk
even op de toets
. Het controlelampje gaat uit en het
bedieningspaneel wordt weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; het apparaat gaat uit.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook
geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u
de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het
bedieningspaneel deblokkeren.
Demo modus
Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het
bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten
betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de
verwarmingselementen niet aangaan. Om de demo modus te
activeren moet de kookplaat aanstaan en alle
stralingselementen uit:
Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen
en
. Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de
controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de
toetsen
en los en druk op de toets ;
het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het
kookvlak gaat uit;
de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich
in de demo modus bevinden.
Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven
procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF
en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt
zal het gewoon functioneren.
29
NL
Praktische tips voor het gebruik van
het apparaat
Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt
is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het
gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of
speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan
geschikt is door hem uit te proberen met een magneet.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat
ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt
benut.
Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookvlak zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een
gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen
warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat.
Het knipperende display met de aanwijzer van de
stroomsterkte kan aangeven:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt
op het display
F gevolgd door een knipperend nummer. Deze
boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken
zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veilig heidssc ha kelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de
kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor
een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze
veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer 0.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat
linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na
7 en half uur uitgaan, de plaat linksvoor na 9 en half uur.
Verm ogens niveau Begren zin g van de werkingsduur
in uren
1 10
2 9,5
3 9
4 8,5
5 7,5
6 7
7 6,5
8 6
9 5,5
10 5
11 4
12 3,5
13 3
14 2,5
15 2
16 1
Gelu idssi g naal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal
veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het
geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet
wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het
kookvlak uitgeschakeld.
30
NL
Praktische kooktips
¡§
¡S
Koken met een
snelkookpan
Snelkookpan
Frituren
Koken op zeer hoog vuur
¡¢
¡£
Grillen
Koken
Koken op hoog
vuur
¡
¡
¡
¡O
Crêpes
Koken op hoog vuur en bruin bakken
(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen,
visfilets, gebakken eieren)
ª
Snel indikken (vloeibare sauzen)
Koken van water (pasta, rijst, groente)
Melk
§
Langzaam indikken (gebonden sauzen)
S
Koken op middelmatig vuur
¢
Au bain-marie koken
Koken met snelkookpan, na het sissen
£
Koken op
laag vuur
Koken op laag vuur
(stoofschotels)
Opwarmen van gerechten
Koken op zeer
laag vuur
¡
Chocoladesaus
Warm houden van gerechten
31
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze
derhalve goed door te nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van de
ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet voorzien
zijn van een goede ventilatie voor het afkoelen van de
elektronische componenten.
Het is niet aan te raden de inductiekookplaat boven een
koelkast te plaatsen (hitte) of boven een wasautomaat
(trillingen). Er zou geen voldoende ruimte zijn voor de
ventilatie van de elektronische elementen.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst,
ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het
in aanraking komt met regen of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die beschreven staan in deze
handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op
te plaatsen en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd
(of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object,
bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u
onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische
stroom en contact opnemen met de Technische Dienst.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het
heeft uitgeschakeld. De resterende warmte wordt
aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de
kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende
etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium
verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe
kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk
tegenaan stoot.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact,
maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit
als de stekker nog in het stopcontact zit.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de
nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat
werkt.
Mededeling voor dragers van een pacemaker of
een ander actief ingeplant medisch apparaat:
De kookplaat voldoet aan alle geldende normen
betreffende elektromagnetische storing.
Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de
voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het ontwerp
is zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij
andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook
dezen voldoen aan bovengenoemde normen.
De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op
korte afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en
de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen
aan de geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons
eigen product garanderen. Voor informatie omtrent
conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich
tot uw behandelende arts te wenden of tot de fabrikant van
de pacemaker.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet
dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval
mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten
moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade
voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool
van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten
om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden
afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste
verwijdering van huishoudapparaten kan de consument
zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkopers.
32
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of
bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en
ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende
producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt
u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel
mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de
etensresten niet aankoeken. Uitstekende
resultaten bereikt u ook met een speciaal voor
keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal
sponsje dat u in een sopje doopt.
Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees
voorzichtig in het gebruik.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet
u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare
laagje dat dit product achterlaat beschermt de
plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort
handelingen moeten worden uitgevoerd als de
plaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water
af te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat
u kookt aankoeken.
Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water
altijd meteen goed af.
Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium
die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen
en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn
voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat uit elkaar moet halen:
1. verwijder de schroeven die de
centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
33
NL
Technische beschrijving
van de modellen
Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot conventionele kookplaten
wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt rechtstreeks binnenin de pan gecreëerd, die daarom
een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten.
Kookplaten
TIP 744 DO L
TIP 844 DO L
Kookgedeeltes
Vermogen
(in W)
Linksachter
I 1400600 als Linksvoor*
Rechtsachter
I 2200 B 3000* - 1600 als Linkssachter*
Linksvoor
I 2200B 3000* - 1600 als Rechtsvoor*
Rechtsvoor
I 1400B 2000* 600 als Rechtsachter*
Totaal vermogen
7200
Legenda:
I = kookzone met eenvoudige inductie
B = booster: de kookzone kan beschikken over een extra vermogen van 3000 W
* = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie Starten
en gebruik).

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Inhoud PT Português,1 PL Polski, 12 RS Ðóññêèé, 34 TIP 744 DO L TIP 844 DO L NL Nederlands,23 Installatie, 24-25 Plaatsing Elektrische aansluiting Beschrijving van het apparaat, 26 Bedieningspaneel Verlengbare kookgedeeltes Starten en gebruik, 27-30 Inschakelen kookplaat Inschakelen kookzones Medium functie Boosterfunctie Uitschakelen kookzones Programmering kookduur De timer Blokkering van het bedieningspaneel Uitschakelen kookplaat “Demo” modus Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Veiligheidsmechanismen Kooktips Voorzorgsmaatregelen en advies, 31 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 32 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat De kookplaat verwijderen Technische beschrijving van de modellen, 33 NL Installatie min. 20 mm LADE Plaatsing min. 40 mm Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen; • als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd afkoelingssysteem; • installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen de twee apparaten; • naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen hebben: 590 56 0+ /- 1 HETELUCHTOVEN min. 40 mm VOORZIJDE VAN DE KOOKPLAAT 690 0 /- 1 0+ 49 48 52 KEUKENBLAD 0 52 /- 0+ 56 0+ /- 1 1 49 Ventilatie Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen, moetdekookplaatgeïnstalleerdwordenop: • een minimum afstand van 40 mm van de achterwand of van elk ander verticaal oppervlak; • op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel. • De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. Bevestigen Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden geïnstalleerd. Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat aantasten. 24 min. 20 mm KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN 30 daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).  De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. 5 mm  Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient 40 de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie betreffende werking voorhanden blijven.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. 5 mm  Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in 48 NL De lengte van de regelschroef van de bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld voordat de haken worden gemonteerd: • als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm; • als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm. Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan: 1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast; 2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad. 3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit.  De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde bereikbaar blijven.  Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd.  Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. Elektrische aansluiting  De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen. Eenfasige aansluiting De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd voor een eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: Spanningstype en netfrequentie Elektrische kabel 220-240V 1+N ~ 50 Hz Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen L: bruin en zwart samen Andere soorten aansluitingen Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende karakteristieken: Spanningstype en netfrequentie • 400V - 2+N ~ 50 Hz • 220-240V 3 ~ 50 Hz Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: Spanningstype en netfrequentie 400V - 2+N ~ 50 Hz Elektrische kabel Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen 220-240V 3 ~ 50Hz L1: zwart L2: bruin 400V 3-N~ 50Hz : geel/groen; N1: blauw 400V - 2+2N ~ 50 Hz N2: blauw L1: zwart L2: bruin Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten.  De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en de inachtneming van de veiligheidsnormen. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.  Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn.  De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.  De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd.  Verwijder of vervang de voedingskabel voor geen enkele reden. De eventuele verwijdering of vervanging doet de garantie en de CE markering vervallen. INDESIT kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken of schade die het resultaat zijn van de vervanging/verwijdering van de originele voedingskabel. De vervanging met een origineel onderdeel is alleen toegestaan indien uitgevoerd door een erkende INDESIT technicus. • 400V 3 - N ~ 50 Hz • 400V - 2+2N ~ 50 Hz 25 NL Beschrijving van het apparaat NL Bedieningspaneel Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model. Display PROGRAMMERINGSTIMER* Toets MEDIUM* Aanwijzing KOOKZONE Aanwijzers STROOMSTERKTE en RESTERENDE WARMTE Controlelampje GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE* Controlelampje BOOSTER* Toets TOENAME TIJD* Toets ON/OFF m edium b oooster oster ost er m edium b oooster oster ost er m edium b oooster oster ost er m edium Controlelampje ON/OFF b oooster oster ost er Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Toets AFNAME VERMOGEN Toets TOENAME VERMOGEN Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Toets BOOSTER* Toets PROGRAMMERINGSTIMER Controlelampje TIMER* • Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat aan te zetten en het vermogen ervan te regelen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten en gebruik). • Aanwijzing KOOKZONE, geeft de overeenkomende kookzone aan. • AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte warmteniveau aan. • Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het apparaat. • Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat in- of uitgeschakeld is. • Toets PROGRAMMERINGSTIMER* om de programmering van de kookduur te regelen (zie Starten en gebruik). • Display PROGRAMMERINGSTIMER*: toont de keuzes betreffende de programmering aan (zie Starten en gebruik). Toets AFNAME TIJD* • Controlelampjes GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE*: tonen de kookgedeeltes aan als u een programmering start (zie Starten en gebruik). • Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie Starten en gebruik). • Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden (zie Starten en gebruik). • BOOSTER* toets om het extra vermogen - 3000 W - van de kookzone in te schakelen (zie Starten en gebruik). • BOOSTER* controlelampje, geeft aan dat het 'booster' extra vermogen actief is. • Controlelampje TIMER* geeft aan dat de timer actief is. • MEDIUM* toets, om de kookzone in te schakelen op het middelmatige niveau 8 (zie Starten en gebruik). • Toets TOENAME TIJD* om de tijd van de timer of van de programmering toe te laten nemen (zie Starten en gebruik). * Slechts op enkele modellen aanwezig. 26 • Toets AFNAME TIJD* om de tijd van de timer of van de programmering af te laten nemen (zie Starten en gebruik). Starten en gebruik  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal nietschurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.  Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten. Inschakelen kookzones NL Voor het inschakelen van een kookzone stelt u de gewenste stroomsterkte in met de toetsen • Houd de toets + - + en . : seconden lang uitgedrukt: het vermogen van de kookzone gaat onmiddellijk naar het hoogste niveau (16). - Geluiden normale werking kookplaat: • Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe bij het toenemen van het vermogen van de inductor. • Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel of water in de pan doet. • Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het trillen van het materiaal van de bodem van de pan als er parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan variëren aan de hand van het materiaal waarmee de bodem van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate de afmetingen van de pan toenemen. • Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen van verschillende materialen. • Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de kookplaat en om de veiligheid van het elektronische gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator draait op maximaal vermogen als de grote inductor op maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de waargenomen temperatuur zeer hoog is. De genoemde geluiden zijn het resultaat van de inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs functioneringsdefecten. • Houd de toets : seconden lang uitgedrukt: het vermogen Inschakelen kookplaat van de timer snel laten toenemen. Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het van de kookzone daalt naar het laagste niveau 2 (functie langzaam koken). Medium functie* Door op de toets m edium te drukken gaat de kookzone naar het middelste vermogensniveau 8. Booster functie* Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele kookzones de booster functie activeren door op de b oooster oster ost er . toets te drukken. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Deze functie verhoogt het vermogen tot 2000 W of 3000 W, aan de hand van de grootte van de gekozen kookzone. De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de booster van een van de kookzones actief is, zal het gedeelte daarvoor of daarachter slechts over een beperkt vermogen beschikken (bv.: als in de kookzone links achter de booster actief is, zal het vermogen in de kookzone links voor verminderen). Voor verdere informatie kunt u de Technische beschrijving van de modellen raadplegen. Uitschakelen kookgedeeltes Voor het uitschakelen van een kookzone: - • Druk op de toets : het vermogen van de kookzone wordt langzaam minder totdat het uitgaat. • U kunt ook tegelijkertijd op de toetsen - + en : drukken: het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het kookgedeelte gaat uit. Programmering kookduur  Als u lang op de toetsen en drukt kunt u de minuten inschakelen van de kookplaat.  Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten. * 1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende selectietoets. Slechts op enkele modellen aanwezig. 27 NL 2. Regel de temperatuur. 3. Bevestig door op de toets 3. Druk op de programmeertoets . 3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen en . te drukken. Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt programmeren. te drukken zal het bedieningspaneel worden geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk Visualisatie bij een meervoudige programmering. even op de toets Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van het betreffende controlelampje dat knippert. De controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan. Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de drukken: met de klok mee zullen, de een na de ander, de tijden van alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor. Het wijzigen van een programmering 1. Druk een aantal keer op de toets totdat de tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt. 2. Druk op de toetsen en voor het instellen van de nieuwe tijd. 3. Bevestig door op de toets handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets : de De timer De kookplaat moet aan zijn. Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen. 1. Druk op de toets programmering totdat het controlelampje van de timer aangaat. 2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen 28 Uitschakelen kookplaat Druk op de toets ; het apparaat gaat uit. Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel deblokkeren. “Demo” modus Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit: en . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De programmering wordt gewist en het display verlaat de programmeringsmodus. . . Het controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt weer geactiveerd. • Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen te drukken. Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande en De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal. Blokkering van het bedieningspaneel 4. Bevestig door op de toets toets te drukken. controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de toetsen en los en druk op de toets ; • het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het kookvlak gaat uit; • de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich in de “demo” modus bevinden. Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren. Praktische tips voor het gebruik van het apparaat  Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te proberen met een magneet. GESCHIKTE MATERIALEN * Gietijzer Ge‘mailleerd staal Speciaal roestvrij staal ONGESCHIKTE MATERIALEN Koper, Aluminium, Glas, Terracotta, Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat: • Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak. Oververhitting op het display F gevolgd door een knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt. Veiligheidsschakelaar Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”. B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na 7 en half uur uitgaan, de plaat linksvoor na 9 en half uur. Vermogensniveau • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt benut. • Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookvlak zelf. • Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten. Veiligheidssystemen Pannensensor Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Het knipperende display met de aanwijzer van de stroomsterkte kan aangeven: • dat de pan niet geschikt is • dat de pan een te kleine diameter heeft • dat de pan niet goed aansluit NL In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Begrenzing van de werkingsduur in uren 10 9,5 9 8,5 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4 3,5 3 2,5 2 1 Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • gemors op het bedieningspaneel, • een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak uitgeschakeld. 29 Koken op laag vuur Koken op middelmatig vuur Koken op hoog vuur Koken op zeer hoog vuur Praktische kooktips Koken op zeer laag vuur NL 30 ¡§ ¡S ¡¢ ¡£ ¡™ ¡¡ ¡O ª • ¶ § S ¢ £ ™ ¡ Koken met een snelkookpan Snelkookpan Frituren Grillen Koken Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken (Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, visfilets, gebakken eieren) Snel indikken (vloeibare sauzen) Koken van water (pasta, rijst, groente) Melk Langzaam indikken (gebonden sauzen) Au bain-marie koken Koken op laag vuur (stoofschotels) Chocoladesaus Koken met snelkookpan, na het sissen Opwarmen van gerechten Warm houden van gerechten Voorzorgsmaatregelen en advies  Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: - 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. Algemene veiligheidsmaatregelen Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van de ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet voorzien zijn van een goede ventilatie voor het afkoelen van de elektronische componenten. Het is niet aan te raden de inductiekookplaat boven een koelkast te plaatsen (hitte) of boven een wasautomaat (trillingen). Er zou geen voldoende ruimte zijn voor de ventilatie van de elektronische elementen. • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het heeft uitgeschakeld. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten. • Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander actief ingeplant medisch apparaat: De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand. Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen. Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. 31 NL Onderhoud en verzorging NL De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. • Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en goed af te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u kookt aankoeken. Reinigen van het apparaat Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen met lijst)  Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen.  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier. • Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een speciaal middel voor keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en afdrogen. • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een sopje doopt.  Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees voorzichtig in het gebruik. • Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen zolang het oppervlak nog warm is. • Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden behandeld met een speciaal product voor onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort handelingen moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of koud is. 32 Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd meteen goed af.  Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn voor aluminium. De kookplaat verwijderen Als u de kookplaat uit elkaar moet halen: 1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden; 2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op de hoeken los; 3. haal de kookplaat uit het meubel.  U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Als er een storing is moet u contact opnemen met de Service Dienst. Technische beschrijving van de modellen Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot conventionele kookplaten wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt rechtstreeks binnenin de pan gecreëerd, die daarom een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten. Kookplaten Kookgedeeltes Linksachte r Rechtsachter Linksvoor Rechts voor Tota al ver mogen NL TIP 744 DO L TIP 844 DO L Vermogen (in W) I 1400 – 600 als Linksvoor* I 2200 – B 3000* - 1600 als Linkssachter* I 2200 – B 3000* - 1600 als Rechtsvoor* I 1400 – B 2000* – 600 als Rechtsachter* 7200 Legenda: I = kookzone met eenvoudige inductie B = booster: de kookzone kan beschikken over een extra vermogen van 3000 W * = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie Starten en gebruik). 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Scholtes tip 644 ddl de handleiding

Type
de handleiding