Whirlpool AWM 9100 WH Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
ONDERHOUD EN REINIGING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN BEHANDELING
INSTALLATIE
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.
Verpakking verwijderen en controleren
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen enz.) buiten bereik van
kinderen; het kan een bron van gevaar vormen.
Indien het apparaat voor aflevering is
blootgesteld aan lage temperaturen, laat het
apparaat dan eerst even op kamertemperatuur
komen voordat u het in gebruik neemt.
2.Verwijderen van de transportbeugels
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat
beschadigen tijdens transport.
Voordat u de
wasautomaat in gebruik neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te verwijderen
(zie
“Installatie/Verwijderen van de
transportbeugels”).
3.Installeren van de wasmachine
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond. In het geval van een meegevende
ondervloer, moet het apparaat in de hoek van
een kamer geïnstalleerd worden.
Stel de voetjes af zodat de machine stabiel en
vlak staat (zie “Installatie/Afstellen van de
pootjes”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/Aansluiten van de
watertoevoerslangen”).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op een afvoerpijp, een
geventileerde sifon of haak hem met de
“U”-bocht aan de rand van een wasbak of
badkuip. Zorg ervoor dat de slang niet omlaag
kan vallen (zie “Installatie/Aansluiten van de
watertoevoerslang”).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de elektrische
zekeringen staan op het voorpaneel achter het
deurframe.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door middel
van een stopcontact dat overeenkomstig de
geldende verordeningen geaard is. Het is wettelijk
verplicht de apparatuur te aarden. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan
personen of dieren die/dat veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een
medewerker van de klantenservice worden
vervangen.
Dit product is geschikt voor zowel huishoudelijk
als semiprofessioneel gebruik, en heeft een
garantie van 24 maanden op onderdelen en
arbeidskosten bij normaal gebruik.
Semiprofessioneel gebruik wordt gedefinieerd als
geschikt voor gebruik in kleine tot middelgrote
instellingen als verzorgings- en verpleeghuizen,
kappers, afgeschermde accomodaties, café’s,
pensions, gezondheids- en sportclubs,
dierenartsen en stallen etc.
In grotere instellingen heeft u wellicht een
volledig commercieel model nodig. Ga altijd te
rade bij uw leverancier, die u kan adviseren welk
product het meest geschikt is voor uw toepassing.
Zowel de Heavy Duty- als de semiprofessionele
modellen voldoen aan de UK Care Standard Act
2000 (CSA) Standard 26.
De garantie komt te vervallen als het product
meer dan volgens deze richtlijnen wordt gebruikt.
Watertoevoer: gebruik warm en koud water.
Op bepaalde modellen is ook
aansluiting op alleen
koudwatertoevoer mogelijk
(zie de specificatie op de
aparte programmatabel).
Waterkraan: 3/4” BSP
schroefdraadaansluiting voor
slang.
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
Programma: De temperatuur van het
toegevoerde water mag niet
hoger zijn dan 60°C.
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Veiligheidsvoorschriften
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of
in de trommel klimmen.
Er mogen GEEN andere apparaten op de
wasmachine geplaatst worden (b.v.
droogtrommel, boiler etc.).
De wasmachine is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis.
Bewaar geen brandbare vloeistoffen in de buurt
van het apparaat.
Gebruik nooit het deksel van het filter, het
voorpaneel of het wasmiddelbakje om het
apparaat aan op te tillen.
Laat het apparaat nooit ingeschakeld als dat niet
nodig is. Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel
het apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Forceer de deur niet bij het openen.
Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden door
een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
klantenservice. Het netsnoer mag uitsluitend
worden vervangen door gekwalificeerde technici.
2.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en is voorzien
van het recyclingsymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
3.De verpakking en oude apparaten als
afval verwerken
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door te verzekeren dat dit product naar behoren
wordt afgevoerd, helpt u te voorkomen dat het
mogelijke negatieve consequenties heeft voor het
milieu en de menselijke gezondheid, die zouden
kunnen worden veroorzaakt door onjuiste afvoer
als afval van dit product.
Het symbool op het product, of op de
documenten die bij het product geleverd worden,
geeft aan dat dit apparaat niet mag worden
behandeld als huishoudelijk afval. In plaats
daarvan moet het worden afgegeven bij het
desbetreffende verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
De afvoer moet geschieden in overeenstemming
met de plaatselijke milieuvoorschriften inzake
afvalverwerking.
Voor nadere informatie over de behandeling,
herwinning en recycling van dit product, wordt u
verzocht contact op te nemen met het plaatselijke
stadskantoor, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt als afval in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Haal de stekker uit het stopcontact en snijd de
elektriciteitskabel door zodat het apparaat niet
meer kan worden aangesloten.
Ook moeten wasmiddelresten worden verwijderd
uit het doseerbakje, de trommel, de afvoerslang
en de pomp voordat u de wasmachine afdankt.
Deze wasmiddelresten zouden anders tijdens het
afvalverwerkingsproces in het grondwater
terecht kunnen komen en dit kunnen vervuilen.
4.EG-conformiteitsverklaring
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van EG-richtlijnen:
2006/95/EEG Laagspanningsrichtlijn
2004/108/EEG richtlijn elektromagnetische
compatibiliteit (EMC)
Wij bevelen het aan om de eerste wasbeurt met een lege trommel te doen.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje .
4.
Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Start”
-knop.
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Servicesticker (op het voorpaneel
achter het deurframe)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Trek aan de handgreep om de
deur te openen
Sluit de deur door hem stevig dicht
te duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Verstelbare pootjes
8.
Filter achter het deksel.
Deurvergrendeling
Na iedere start van een programma wordt de deur vergrendeld en wordt er ca. 0,5 l water toegevoerd.
De deur wordt voor een paar seconden ontgrendeld en vervolgens vergrendeld tot het einde van het
programma. De deur kan niet tijdens alle fasen van het wasprogramma geopend worden, b.v. wanneer
het water zeer heet is of wanneer de machine centrifugeert. Als u deur om dringende redenen toch wilt
openen, trek dan niet de stekker uit het stopcontact, maar druk tweemaal op de
“Pauze/Annuleren”-knop. Het water wordt dan afgepompt en vervolgens kan de deur worden geopend.
Een kledingstuk toevoegen
Na de start van het programma en wanneer het lampje “Een kledingstuk toevoegen” nog aan is, kunt u nog
kledingstukken toevoegen. Druk eenmaal op de “Pauze/Annuleren”-knop. Na een paar seconden wordt de deur
ontgrendeld en kunt u het kledingstuk toevoegen. Sluit de deur en druk nogmaals op de
“Start”
-knop. Het
programma wordt hervat vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
Bediening vergrendelen
U kunt voorkomen dat anderen de machine aanzetten door de bediening uit te schakelen. Hiertoe houdt
u de “Afpompen/Centrifugeren”-knop 3 seconden ingedrukt. Het indicatielampje “Bediening
vergrendeld” gaat branden. Om de vergrendeling uit te schakelen, houdt u de
“Afpompen/Centrifugeren”-knop nogmaals 3 seconden ingedrukt.
Schroef voor Kinderslot (aan de binnenkant van de deur)
De kinderslot activeren
1.
Open de deur.
2.
Draai de plastic schroef onder de handgreep met behulp van een munt of het inzetstuk van het
wasmiddelbakje ongeveer 180°. De schroef steekt nu wat uit, waardoor de deur niet gesloten kan worden.
De kinderslot deactiveren
1.
Draai de schroef in zijn oorspronkelijke positie met behulp van een munt of het inzetstuk van het
wasmiddelbakje.
De deur kan nu gesloten worden.
2
3
1
7
7
6
5
4
8
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten
toevoegen
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij niet
verder kan.
Voeg het wasmiddel toe:
Bakje
Voorwasmiddel
Bakje
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Wanneer u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, zet het
inzetstuk dan in de voorste sleuf , en wanneer u
waspoeder gebruikt in de achterste sleuf
(zie markering).
Bakje
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Voeg wasverzachter en conditioners niet verder dan tot aan het
merkteken “Max” toe.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma
(Katoen, Synthetisch, enz.) met de juiste hoeveelheid
chloorbleekmiddel in het vakje WASVERZACHTER
(doe het wasmiddelbakje goed dicht).
Start onmiddellijk na het einde van het programma het
programma “Spoelen en centrifugeren” om een eventuele
chloorlucht te verwijderen; u kunt desgewenst wasverzachter
toevoegen.
waspoeder-
gebruik de
achterste sleuf
vloeibaar wasmiddel-
gebruik de voorste sleuf
Inzetstuk wasmiddellade
Inzetstuk
wasmiddellade
Opmerking:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, wasbenzine enz.)
Was textiel dat behandeld is met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen niet in de wasmachine.
Pas op bij het gebruik van vlekkenmiddelen. Veel moderne vlekken- en reinigingsmiddelen zijn zeer
krachtig, en kunnen de plastic onderdelen van uw wasmachine chemisch beschadigen. Als u ervoor
kiest om een vlekkenverwijderaar tijdens de voorwas te gebruiken, breng het middel dat altijd op de
kleding aan in een andere ruimte dan waar uw wasmachine staat, om beschadiging te voorkomen.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas” bij programma’s die deze extra functie
hebben. Gebruik in dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in het bakje voor wasverzachter
van de wasmiddellade tot aan het teken “MAX”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst
u dit rechtstreeks in de trommel.
Als u een gelwasmiddel gebruikt, zet het inzetstuk dan op de positie voor waspoeder.
Gebruik als startselectie is ingeschakeld alleen wasmiddel in poedervorm. Waspoeder blijft in het
wasmiddelbakje tot het programma start, maar vloeibare wasmiddelen kunnen uit het wasmiddelbakje
lopen.
Als u stijfselpoeder gebruikt, lees dan de informatie op de verpakking en ga als volgt te werk:
1.
was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2.
Meng het poeder volgens de aanwijzingen op de verpakking.
3.
Stel het programma “Spoelen en Centrifugeren” in, verlaag de snelheid tot maximaal 800 rpm en
start het programma.
4.
Trek de wasmiddellade naar buiten tot u ongeveer 3 cm van het bakje voor het hoofdwasmiddel
ziet.
5.
Schenk de stijfseloplossing in het bakje voor hoofdwasmiddel terwijl het water in de
wasmiddellade loopt.
6.
Als er op het eind van het programma stijfselresten in de wasmiddellade zitten, reinig deze dan
(zie “Onderhoud en reiniging”).
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
Afvoeren van het restwater
Restwater moet verwijderd worden:
voordat u een wasmachine transporteert (verplaatst),
wanneer u een wasmachine installeert op plaatsen waar
er kans op vorst is en
voordat u het filter verwijdert.
1.
Voordat u het restwater afvoert, dient u de wasmachine
uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te
trekken. Zorg ervoor dat het water is afgekoeld voordat
u het laat weglopen.
2.
Draai de gleuf 180°, zodat de stip naar het geopende
slot wijst. Gebruik hiervoor het inzetstuk uit de
wasmiddellade of een munt. Het deksel valt open op de
vloer.
3.
Verwijder de slang, plaats er een lage bak onder en trek
de dop van de slang.
4.
Laat het restwater weglopen tot er geen water meer
uitkomt. Doe de dop weer op de slang.
5.
Plaats de slang in het deksel, klap het omhoog en sluit
het met het inzetstuk van de wasmiddellade of een
munt. De stip wijst naar het gesloten slot.
6.
Giet ongeveer één liter water in de wasmiddellade om
het besparingssysteem weer in te schakelen. Doe de
stekker weer in het stopcontact.
7.
U kunt de wasmachine nu volladen en het gewenste
programma starten.
2/5
3
5
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
Verwijderen van het filter
Het filter moet eruitgehaald worden:
als de wasmachine het water niet goed wegpompt,
als u kleine voorwerpen, b. v. knopen en munten in de
pomp hoort rammelen en
twee tot drie keer per jaar voor inspectie.
U moet het restwater weg laten lopen voordat u het filter
eruithaalt. Voer de stappen in de paragraaf “Afvoeren van
het restwater” uit, maar alleen tot punt 4. Volg daarna de
onderstaande punten.
1.
Open het filter maar trek het niet helemaal naar buiten.
Doe het deurtje dicht en vergrendel het. Zorg ervoor dat
het water afgekoeld is voordat u het laat weglopen.
2.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
3.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
4.
Reinig het filter en de filterkamer.
5.
Plaats het filter terug met de richtpin naar boven, en
schroef het naar rechts vast.
6.
Leg de slang in het deksel, klap het deksel omhoog en
sluit het met behulp van het inzetstuk uit de
wasmiddellade of een munt. De stip wijst naar het
gesloten slot.
7.
Giet ongeveer 1 liter in de wasmiddellade om het
besparingssyteem weer in te schakelen. Doe de stekker
weer in het stopcontact.
8.
U kunt de wasmachine nu volladen en het gewenste
programma starten.
1
5
6
6
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Reinig het apparaat met een neutraal
huishoudelijk reinigingsmiddel en een vochtige
doek (gebruik geen schuur- of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Binnenste van het apparaat
Als u uw wasgoed zelden of nooit op de “Max” of
“extra-hete” temperatuur wast (afhankelijk van
het model), adviseren wij om zo nu en dan een
programma op de hoogste temperatuur te laten
draaien zonder wasgoed, met een klein beetje
wasmiddel, om het apparaat van binnen schoon
te houden.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichtingen.
Filter
Controleer het filter regelmatig, minstens twee of
drie maal per jaar, en reinig het (zie “Verwijderen
van het filter”).
Watertoevoerslang
Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien
nodig door een nieuwe slang van hetzelfde type
(verkrijgbaar bij de klantenservice of uw
speciaalzaak).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
Maak de wasmiddellade en het vak voor de lade regelmatig
schoon, minstens drie of vier keer per jaar, om te voorkomen
dat het wasmiddel aankoekt.
1.
Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en trek het
bakje eruit.
2.
Verwijder de inzetstukken uit het doseerbakje.
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Plaats de losse delen terug in het doseerbakje en schuif het
terug in de opening.
Controleer en reinig de vuilfilters in de
wateraansluiting regelmatig.
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Reinig het vuilfilter in de wasmachine.
7.
Schroef de toevoerslang weer vast aan de machine.
8.
Open de waterkraan en controleer of de verbindingen niet
lekken.
ontgrendelingshendel
OPSPOREN VAN STORINGEN
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidssystemen die storingen in het
beginstadium herkennen en signaleren en daar op
adequate manier op reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
Het apparaat start niet; er gaat geen lampje
branden.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan);
er een goede programmakeuze is gemaakt.
Het apparaat start niet, maar het lampje van
het geselecteerde programma knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(schroef van de kinderbeveiliging);
open de deur en sluit hem weer.
Het apparaat stopt tijdens het programma en
het resttijddisplay knippert.
Controleer of:
er een ander programma is geselecteerd.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de
“Start”
-knop; voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma;
het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is.
Zie de tabel met storingsbeschrijvingen.
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
worden niet opgenomen.
Controleer of:
de inzetstukken van de wasmiddellade verkeerd
geplaatst zijn (zie Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters
kunnen verstopt zijn (zie “Onderhoud en
reiniging”).
Indien het wasgoed na het centrifugeren
nog nat is, kleinere stukken wasgoed
toevoegen en het centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier
de pootjes (zie “Installatie”);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasautomaat in gebruik neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te verwijderen (zie
“Installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of onvoldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de
machine wast (badmat, badjas e.d.), is het
mogelijk dat dit systeem de centrifugeersnelheid
automatisch verlaagt om het apparaat te
beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt.
Controleer of de centrifugeersnelheid is
ingesteld op “Niet centrifugeren”.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en verschillende foutcodes op het display van het bedieningspaneel
(indien aanwezig) geven de storingsbron aan.
Tabel storingsbeschrijvingen
Digitaal display Omschrijving storing
“FH” “Storing in de watertoevoer”
“F02” “Storing in het afpompen”
van “F4” tot “F21” “Storing in de elektrische onderdelen”
“SUD” “Schuimroutine”
a.Storing in de watertoevoer (er wordt geen of
onvoldoende water toegevoerd)
Op het digitale display verschijnt “FH”. Schakel
het apparaat uit door op de
“Pauze/Annuleren”-knop te drukken en trek de
stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
het filter tussen de kraan en de slang schoon is
(zie “Onderhoud en reiniging” / “Vuilfilters
wateraansluiting”);
de watertoevoerslang is bevroren.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk nogmaals op de “Start”-knop om door te
gaan met het programma (voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma)
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op
met de klantenservice (zie “Klantenservice”).
b.Storing in het afpompen
Op het digitale display verschijnt “F02”. Druk
tweemaal op de “Pauze/Annuleren”-knop om het
wasprogramma te annuleren. Haal de stekker uit
het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie “Installatie”);
het water in de afvoerslang bevroren is;
de afvoerslang verstopt is;
de pomp/het filter geblokkeerd is (zie “Verwijderen
van het filter/Afvoeren van het restwater”).
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het waswater is
afgekoeld voordat u het laat weglopen.
de afvoerslang zich meer dan 1,25 m boven de
vloer bevindt.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer het gewenste programma nogmaals en druk
op de “Start”-knop om door te gaan met het
programma (voeg geen wasmiddel toe voor dit
programma).
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op
met de Klantenservice (zie “Klantenservice”).
c. Storing elektrische module
Op het digitale display verschijnt “F4” tot “F21”.
Druk tweemaal op de “Pauze/Annuleren”-knop
en selecteer “Afpompen/Centrifugeren” als er te
veel water is het apparaat is. Selecteer het
gewenste programma en druk op de
“Start”-knop.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op
met de klantenservice (zie “Klantenservice”).
d.Schuimroutine
Wanneer er overmatige schuimvorming
gedetecteerd wordt, wordt er automatisch een
schuimroutine gestart. Deze routine verwijdert
extra schuim en zorgt ervoor dat uw wasgoed
goed gespoeld wordt. “SUD” (schuim) wordt
weergegeven tijdens het spoelen en op het eind
van het wasprogramma, om u te informeren dat
de “Schuimroutine” is geactiveerd.
Voeg minder wasmiddel toe om overmatige
schuimvorming te vermijden.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.Controleer of u er in slaagt de storing zelf te
verhelpen
(zie “Opsporen van storingen”).
2.Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.Als de machine nog steeds niet goed werkt, trek
dan de stekker uit het stopcontact, draai de
kraan dicht en bel de Klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Het nummer van het apparaat en het model.
De servicecode (nummer achter het woord
SERVICE).
De servicesticker bevindt zich op het voorpaneel
achter het deurframe.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer. Het telefoonnummer en
adres van de Klantenservice staat vermeld op het
garantiebewijs, of neem contact op met uw
leverancier.
TRANSPORT EN BEHANDELING
1.Zet de wasmachine uit.
2.Draai de kraan dicht.
3.Controleer of de deur van de wasmachine en het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
4.Maak de toevoer- en afvoerslangen los van de aansluiting.
5.Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Afvoeren van het restwater”).
6.Monteer altijd de transportbeugels (zie “Installatie/Verwijderen van de transportbeugels”).
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportbeugels
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de vier
schroeven losser
(Afb. A
).
2.
Draai de schroeven met de hand helemaal los.
3.
Houd iedere schroef bij de kop vast en verwijder ze met
het bijbehorende plastic afstandsstuk via de grootste
zijde van het gat (
Afb. B
).
4.
Sluit de gaten die zo ontstaan af met de bijgeleverde
plastic doppen. Steek de doppen in het breedste deel
van het gat in de richting van de pijl en duw ze in de
nauwere groef tot ze op hun plaats klikken (
Afb. C
).
5.Bewaar de transportschroeven met de bijbehorende
plastic afstandsstukken voor toekomstig gebruik.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten de
transportbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic doppen met een schroevendraaier,
schuif ze tegen de richting van de pijl in en verwijder
ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels met de plastic
afstandsstukken door de stappen voor het verwijderen
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Afb. C
Afb. B
Afb. A
Afstellen van de pootjes
Kleine ongelijkheden van de vloer kunnen gecompenseerd
worden door de vier pootjes van het apparaat naar boven
of naar beneden te schroeven (gebruik nooit stukjes hout,
karton of iets dergelijks):
1.De wasmachine moet van kant naar kant en van voor
naar achter horizontaal geïnstalleerd worden. Gebruik
een waterpas om dit te controleren.
2.Draai de borgmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
3.Stel de hoogte van de pootjes met de hand in.
4.Draai de borgmoer tegen de klok in vast aan de
wasmachine.
Als het apparaat op een houten vloer geïnstalleerd moet
worden, zet het dan op een hardboard plaat van 70 x 80
cm en tenminste 3 cm dik om het gewicht van het
apparaat te verdelen.
Schroef de hardboard plaat vast aan de vloer.
5019 301 15211
NL
Printed in Germany
Kringlooppapier
1/0108
Aansluiten van de watertoevoerslangen
Sluit het apparaat aan op de waterleiding met behulp van de bijgeleverde nieuwe slangen.
Gebruik oude sets slangen niet opnieuw.
Sluit de slangen bij voorkeur met de hand aan. Draai de slang niet te vast.
Volg de aanwijzingen op de bijgesloten programmatabel en op de zak van de slang.
Zorg ervoor dat:
de aansluitingen niet lekken, maar draai ze niet te vast met gereedschap;
u de posities niet omdraait als het apparaat aangesloten moet worden op zowel een koud- als
warmwaterkraan (bijvoorbeeld: koudwatertoevoer in de warmwatertoevoerklep en omgekeerd);
er geen knikken in de slang zitten.
Het apparaat
mag niet
worden aangesloten op een mengkraan of een waterverwarmer die niet onder
druk staat.
De wasmachine kan aangesloten worden zonder een terugstroomklep.
Controleer de watertoevoerslangen geregeld op barsten of scheuren en vervang ze indien nodig door
een nieuwe slang van hetzelfde type (verkrijgbaar bij de klantenservice of een gespecialiseerde dealer).
Koppel bij beschadiging van de slang de wasmachine onmiddellijk los van het elektriciteitsnet.
Vervang de slang door een geschikte temperatuur- en drukresistente slang (minimaal 10 bar - EN 61770
goedgekeurd type).
Sluit de nieuwe slang zorgvuldig aan op de wasmachine en de kraan.
Aansluiten van de watertoevoerslang
1.
Sluit de afvoerslang aan op een afvoerpijp, een
geventileerde sifon of haak hem met de “U”-bocht
aan de rand van een wasbak.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen wanneer
de wasmachine draait.
Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik
dan een slang van hetzelfde type. Maak de
aansluitingen stevig vast met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Min. afvoerhoogte: 0,70 m
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Whirlpool AWM 9100 WH Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor