Pag. 4 - Handleiding FA01087-NL - 02/2018 - © CAME S.p.A. - «originele instructies»
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
⚠ LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies.
Volg alle instructies op; een onjuiste installatie kan tot ernstig letsel leiden.
Lees, alvorens met uw werkzaamheden te beginnen, ook de algemene waar-
schuwingen voor de gebruiker.
Dit proDuct mag alleen worDen gebruikt voor De DoeleinDen waarvoor het expliciet is bestemD.
elk anDer gebruik moet als gevaarlijk worDen beschouwD. came S.p.a. is niet aansprakelijk voor
eventuele schaDe Die worDt veroorzaakt Door oneigenlijk, verkeerD of onverstanDig gebruik. • het
proDuct waar Deze hanDleiDing bij hoort, worDt volgens De machinerichtlijn 2006/42/eg geDe-
finieerD als een “niet-voltooiDe machine”. een "niet-voltooiDe machine" is een samenstel Dat bijna
een machine vormt maar Dat niet zelfstanDig een bepaalDe toepassing kan realiseren. niet-voltooiDe
machines zijn uitsluitenD beDoelD om te worDen ingebouwD in of samengebouwD met anDere machines,
anDere niet-voltooiDe machines of apparaten, tot een machine waarop De richtlijn 2006/42/eg van
toepassing is. De einDinstallatie moet conform De europese richtlijn 2006/42/eg zijn en anDere
toepasselijke europese normen. op gronD van Deze overwegingen mogen alle verrichtingen in Deze
hanDleiDing uitsluitenD Door ervaren en bevoegD personeel worDen uitgevoerD • De proDucent wijst
ieDere aansprakelijkheiD af voor het gebruik van niet-originele proDucten. Dergelijk gebruik maakt De
garantie ongelDig • bewaar Deze hanDleiDing in het technische informatieblaD samen met De hanDlei-
Dingen van De anDere apparaten Die gebruikt worDen voor De realisatie van De automatiseringsinstal-
latie • controleer of De installatieplek geschikt is voor het temperatuurbereik Dat aangegeven staat
op De automatisering • het plaatsen van De kabels, De installatie, aansluiting en het testen moet op
professionele wijze worDen uitgevoerD en met inachtneming van De gelDenDe normen en wetten • als
De voeDingskabel beschaDigD is, moet Deze vervangen worDen Door De fabrikant of De geautoriseerDe
technische service of in ieDer geval Door iemanD met een soortgelijke bevoegDheiD, om gevaar te voor-
komen • vergewis u ervan Dat tijDens De installatie De spanning is uitgeschakelD • De automatisering
mag niet worDen gebruikt met een hek met voetgangersDeur, tenzij De aanDrijving alleen met De voet-
gangersDeur in veiligheiDsstanD activeerbaar is • verifieer of De beweging van het hek geen beknelling
kan veroorzaken tussen het hek en De vaste Delen ronDom • controleer, alvorens De automatisering
te installeren, of het hek in goeDe mechanische staat verkeert, in evenwicht is en goeD sluit: inDien Dit
niet het geval is, mag er niet verDer worDen gegaan tot aan De veiligheiDseisen is volDaan • verzeker
u ervan Dat er een einDaanslag voor openen en sluiten is • zorg ervoor Dat De automatisering op
een stevig en stootvast oppervlak worDt geïnstalleerD • controleer of er al geschikte mechanische
einDaanslagen zijn • als De automatisering op lager Dan 2,5 m hoogte van De gronD of een anDer
toegangsvlak worDt geïnstalleerD, controleer Dan of eventuele beveiligingen en/of waarschuwingen
bij gevaarlijke plekken benoDigD zijn • monteer De automatisering niet onDersteboven of op ele-
menten Die onDer het gewicht ervan kunnen Doorbuigen. voeg, inDien noDig, verstevigingen aan De
bevestigingspunten toe • installeer niet op vleugels Die niet recht liggen • controleer of eventuele
sproeisystemen De automatisering niet van onDeraf nat kunnen maken • eventuele restrisico's moeten
Door miDDel van geschikte en DuiDelijk zichtbare pictogrammen worDen aangegeven en De betekenis
ervan moet aan De einDgebruiker worDen uitgelegD • omhein zorgvulDig De hele plek om De toegang
van onbevoegDen, in het bijzonDer minDerjarigen en kinDeren, te voorkomen • plaats waar noDig
DuiDelijk zichtbare waarschuwingsborDen • gebruik geschikte beveiligingsinrichtingen om mogelijke
mechanische risico's te vermijDen als gevolg van De aanwezigheiD van personen binnen De werkings-
straal van De machine (bijv. ter voorkoming van verbrijzeling van vingers tussen De overbrengingsarm
en mechanische stoppen, en ter voorkoming van verbrijzeling bij het openen van het hek, etc.) • De
elektriciteitskabels moeten Door kabelgeleiDers lopen en mogen niet in contact komen met Delen
Die tijDens het gebruik warm worDen (motor, transformator, etc.) • zorg ervoor Dat, conform De
installatievoorschriften, het voeDingsnet voorzien is van een meerpolige onDerbrekingsschakelaar Die
beveiliging bieDt bij omstanDigheDen Die gelDen voor overspanningscategorie iii • alle beDienings- en
besturingsapparatuur moet op minstens 1,85 m van De omtrek van De bewegingsstraal van het hek
worDen geïnstalleerD of waar ze niet van buitenaf Door het hek bereikt kunnen worDen • alle scha-
kelaars in holD-to-runmoDus moeten geplaatst worDen op plekken van waaruit De bewegenDe vleugels
van het hek, De DoorgangsgebieDen en De voertuigDoorgangen volleDig zichtbaar zijn, Doch ver van De
bewegenDe Delen • tenzij er sprake is van werking met sleutel, moeten De beDieningsinrichtingen op
minstens 1,5 m hoogte geïnstalleerD worDen en op een plek Die niet toegankelijk is voor onbevoegDen
• gebruik, om aan De voorwaarDen voor De sluitkracht te volDoen, een geschikte en correct geïns-