DeLonghi PAC N74 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

48
INLEIDING
Dankuwel dat u voor een De' Longhi product hebt gekozen.
Neem enkele minuten de tijd voor het lezen van deze gebruiks-
handleiding. Zo vermijdt u gevaar op te lopen of dat het appa-
raat beschadigd raakt.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Belangrijke waarschuwingen hebben de hieronder opgesomde
symbolen. Deze waarschuwingen moeten strikt in acht geno-
men worden. Niet-inachtneming van bovenvermelde aanwij-
zingen kan elektrische schokken, ernstig letsel, brandwonden,
brand of schade aan het apparaat veroorzaken.
Gevaar!
De veronachtzaming kan oorzaak zijn, of is oorzaak, van letsel
door elektrische schokken die levensgevaarlijk zijn.
Attentie!
De veronachtzaming kan de oorzaak zijn, of is de oorzaak, van
letsel of beschadiging van het apparaat.
Nota Bene:
Dit symbool geeft tips en belangrijke informatie voor de gebrui-
ker aan.
Problemen en reparaties
Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de door
de fabrikant geautoriseerde Centra van Technische Assistentie .
Eis altijd dat er originele wisselstukken worden gebruikt. Door
niet gekwaliceerde personen uitgevoerde reparaties kunnen
gevaarlijk zijn en doen de garantie vervallen.
WAARSCHUWINGEN
Fundamentele waarschuwingen aangaande de
veiligheid
Gebruik de lokale airconditioner alleen zoals aangegeven in
deze handleiding. Deze instructies omvatten niet elke mogelijke
omstandigheid en situatie die zich kan voordoen. Gebruik altijd
uw gezond verstand en wees voorzichtig bij de installatie, bij
het gebruik en bij de opslag van elk huishoudelijk apparaat. Dit
apparaat is vervaardigd voor het klimatiseren van een huishou-
delijke omgeving, het mag niet voor andere doeleinden worden
gebruikt.
Attentie!
Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met onvoldoen-
de ervaring en kennis, mits dezen onder
toezicht staan of geïnstrueerd zijn over
hoe het apparaat op veilige wijze kan
worden gebruikt en over de gevaren die
het met zich meebrengt. Houd kinderen
onder toezicht en zorg ervoor dat ze niet
met het apparaat spelen. De reiniging en
het onderhoud mogen ook door kinde-
ren ouder dan 8 jaar worden uitgevoerd,
mits dezen onder toezicht staan. Houd
het apparaat en de kabel buiten het be-
reik van kinderen jonger dan 8 jaar.
Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
Gevaar! Aangezien het apparaat op elektriciteit werkt, is
het belangrijk zich aan de volgende veiligheidswaarschuwingen
te houden:
Het is gevaarlijk de karakteristieken van het apparaat te
veranderen.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd met inachtne-
ming van de nationale wetgeving ten aanzien van elektri-
sche installaties.
Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de
door de fabrikant geautoriseerde Centra van Technische
Assistentie . Reparaties uitgevoerd door onbekwame per-
sonen kunnen gevaarlijk zijn.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een werkend
aardingssysteem. Laat de elektrische installatie controleren
door een gekwaliceerde elektricien.
Vermijd het gebruik van verlengkabels voor de elektrische
voedingskabel.
Haal de stekker uit het contact vóór elke reinigings- of on-
derhoudshandeling.
Trek niet aan de elektrische voedingskabel om het apparaat
te verplaatsen.
Installeer het apparaat niet in een omgeving waarin de
lucht gas, olie of zwavel kan bevatten of in de nabijheid van
warmtebronnen.
Als de voedingskabel is beschadigd,
moet deze worden vervangen door de
fabrikant of door de technische service-
dienst, zodat elk risico wordt voorkomen.
49
Nota Bene:
Reinig het luchtlter tenminste eens per week.
Tijdens transport moet het apparaat in verticale positie
staan of op een zijde liggen. Verwijder het water volledig
uit het apparaat alvorens het te transporteren. Wacht na
transport tenminste 1 uur alvorens het apparaat aan te
zetten.
Bedek het apparaat niet met plastic zakken bij het opber-
gen.
De gebruikte verpakkingsmaterialen zijn recyclebaar. Daar-
om wordt het aangeraden deze te verwijderen in de contai-
ners voor gescheiden inzameling.
Geef het luchtbehandelingsapparaat aan het einde van de
levensduur af bij een speciaal inzamelingscentrum.
Verieer op het typeplaatje welk soort koelgas in
uw apparaat wordt gebruikt.
Specieke waarschuwingen voor apparaat met
koelgas R410A
R410A is een koelgas dat voldoet aan de EG-verordeningen in-
zake ecologie. Het koelcircuit van het apparaat mag niet worden
doorboord.
Informatie aangaande het milieu: Deze unit bevat geuo-
reerde gassen met broeikaseect behandeld door het Protocol
van Kyoto. De onderhouds- en afvoerwerkzaamheden mogen al-
leen door gekwaliceerde personen worden uitgevoerd (R410A,
GWP=1975).
Specieke waarschuwingen voor apparaat met
koelgas R290
Lees de waarschuwingen aandachtig.
Gebruik voor het ontdooiingsproces en voor de reiniging
van het apparaat alleen instrumenten die door de fabrikant
worden aanbevolen.
Het apparaat mag niet in een omgeving worden geplaatst
met ontstekingsbronnen in continubedrijf (bijvoorbeeld:
open vuur, apparaten op gas of elektriciteit die in werking
zijn).
Niet doorboren en verbranden.
De koelgassen kunnen reukloos zijn.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en
bewaard in een omgeving met een oppervlakte groter dan
15 m
2
.
Dit apparaat bevat 290gr. koelgas R290.
R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlijnen
inzake het milieu. Doorboor geen enkel onderdeel van het
koelcircuit.
Installatie, werking of opslag van het apparaat in een
niet geventileerde ruimte moet zodanig geschieden dat
stagnatie van enventuele lekkage van koelgas wordt
voorkomen in verband met brand- of explosiegevaar als
gevolg van ontsteking van het koelgas door elektrische
kachels, fornuizen of andere ontstekingsbronnen.
Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat
mechanische defecten worden voorkomen.
De personen die werken aan of reparaties uitvoeren
op een koelcircuit moeten in het bezit zijn van de
betreende certicatie die door een bevoegde instelling
is afgegeven; deze certicatie verklaart dat de persoon
de koelgassen kan hanteren in overeenstemming met
een beoordelingsvoorschrift erkend door de branche-
organisaties.
Reparaties moeten worden uitgevoerd in navolging van de
aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die assistentie
vereisen van anders gekwaliceerde personen moeten
worden uitgevoerd onder toezicht van iemand die
gespecialiseerd is in het gebruik van ontvlambare
koelgassen.
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor garantie en technische assistentie zijn
beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is meege-
leverd.
TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning Zie typeplaatje
Max. opgenomen vermogen
in werking
Koelgas
Koelvermogen “
Grenswaarden voor werking:
Temperatuur in de kamer
in werking 21 ÷ 35°C
Afvoer van het apparaat
Op grond van de Europese richtlijn 2002/96/EG mag het
apparaat niet samen met huishoudelijk afval wegge-
gooid worden, maar moet het naar een ocieel cen-
trum voor gescheiden afvalinzameling gebracht worden.
Elektrische aansluiting
Verieer, alvorens de stekker in het contact te steken, dat:
de netspanning conform de waarde is die is aangegeven op
het typeplaatje op de achterzijde van de machine;
50
het contact en de elektrische voedingslijn voldoende om-
vang hebben voor de benodigde belasting;
het contact geschikt is voor de stekker, laat anders de stek-
ker vervangen;
Het contact is aangesloten op een werkend aardingssys-
teem. De fabrikant is niet aansprakelijk in het geval deze
ongevallen-preventieverordening niet wordt nageleefd.
De voedingskabel mag alleen door gespecialiseerde
technici worden vervangen.
Hieronder vindt u alle benodigde aanwijzingen om een optimale
werking van uw airconditioner te verkrijgen.
Het apparaat moet zodanig worden gebruikt dat er geen obsta-
kels zijn voor de luchtaanzuiging en de luchtafvoer.
BESCHRIJVING
Beschrijving van het apparaat (Zie pag. 3 - A)
A1 Rooster luchtafvoer
A2 Bedieningspaneel
A3 Handgrepen
A4 Wielen
A5 Filter
A6 Rooster luchtaanzuiging
A7 Behuizing slang luchtafvoer
A8 Rooster luchtaanzuiging
A9 Voedingskabel
A10 Draineerbuis met 2 stoppen
A11 Ontvanger van afstandsbediening
Beschrijving van de accessoires (Zie pag. 3 - B)
B1
Muurens met stop
B2 Luchtafvoerslang
B3 Adapter voor slang (2 stukken)
B4 Accessoire voor montage op muur
B5 Rooster voor dwarsstuk
B6 Stop voor gat dwarsstuk
B7 Dwarsstuk
B8 Schroeven
B9 Mondstuk voor raam
B10 Afstandsbediening
KLIMAATREGELING ZONDER INSTALLATIE
Met enkele eenvoudige handelingen geeft uw airconditioner u
comfort:
Draai een adapter vast voor slang B3 op een uiteinde van
de luchtafvoerslang B2.
Plaats de andere adapter B3 op de desbetreende behui-
zing van de luchtafvoerslang A7 in het achterste gedeelte
van het apparaat (zie g. 1).
Draai het uiteinde van de slang zonder adapter vast op de
eerder aan het apparaat bevestigde adapter (zie g. 1).
Schuifraam
Breng het rooster voor het dwarsstuk B5 aan op dwarsstuk
B7 en bevestig het met 4 meegeleverde schroeven B8
(g.2).
Open het raam.
Plaats het dwarsstuk B7 in het raam en trek het uit over de
breedte van het raam (g. 3).
Nadat het dwarsstuk is verlengd kan men het vastzetten
door de resterende meegeleverde schroeven vast te draai-
en.
Schuif het raam naar beneden (g. 4).
Plaats de airconditioner dichtbij het raam. Steek de eer-
der bevestigde luchtafvoerslang B2 in het rooster op het
dwarsstuk B7 (g. 5). Zorg er voor dat de luchtafvoerslang
niet belemmerd wordt.
Wanneer het apparaat niet gebruikt wordt, kan men het
gat van het dwarsstuk afdichten met de betreende mee-
geleverde stop B6 .
1
2
43
51
Venster met dubbel raam
Breng het mondstuk voor het venster B9 aan op de eerder
bevestigde luchtafvoerslang B2 ,zoals afgebeeld in (g.
6).
2
1
Open het raam of de openslaande deur enigszins en breng
het mondstuk B9 aan zoals afgebeeld in guur 7.
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang
zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Naar wens kan uw apparaat ook semi-permanent worden geïn-
stalleerd (Fig. 8), hierbij moeten de afstanden aangegeven in de
guur worden aangehouden.
min. 30 cm
min. 30 cm
In dit geval moet:
een gat (ø134 mm) worden gemaakt in een communice-
rende wand naar buiten of via het glas van een raam. Houd
de hoogteafstand (zie g. 11) en de afmetingen van het gat
aangegeven in guur 9 in acht.
134
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang
zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
Breng in het gat het meegeleverde accessoire ens B1 aan.
Plaats de adapter B3 op de desbetreende behuizing van
de luchtafvoerbuis A7 in het achterste gedeelte van het
apparaat (zie g. 1).
Draai het accessoire voor montage op muur B4 vast op de
luchtafvoerslang B2. Verwijder zonodig de andere adapter
B3 van de luchtafvoerslang B2 door hem los te draaien
(g. 10).
Draai de slang vast op de machine.
5
8
9
6
7
in het glas van
het raam
in het houten
frame van de
openslaande
in de muur: wij
raden aan om de
muur met een ge-
schikt isolatiema-
teriaal te isoleren
52
1
2
Bevestig het uiteinde van de slang B2 op de ens B1 zoals
aangegeven in g. 11.
Wanneer de slang B2 niet is aangekoppeld, kan het gat worden
afgedicht met een stop van de ens B1.
OPMERKING: In geval van een semi-permanente installatie
raden wij aan om een deur enigszins open te laten staan (1 cm
volstaat) om voldoende luchtverversing te waarborgen.
10
11
BEDIENINGSPANEEL
C1 C10
C2 C11 C12 C13 C14 C3 C4
C8C9 C6C19C15C7 C5C16
C17
C18
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL (C)
C1 Toets ON/STAND-BY (aan/uit)
C2 Toets selectie functies MODE (conditionering, ontvochti-
ging, ventilatie)
C3 Toets timer
C4 Toets verhoging temperatuur/verlenging geprogrammeer-
de werkingstijd
C5 Toets verlaging temperatuur/verkorting geprogrammeerde
werkingstijd
C6
Toets selectie ventilatiesnelheid (MIN/GEM/MAX/AUTO)
C7 Toets selectie functie SILENT
C8 Toets selectie functie REAL FEEL (optimale omgevingsom-
standigheden)
C9 Toestandsindicator REAL FEEL
C10 Symbool conditionering
C11 Symbool ontvochtiging
C12 Symbool ventilatie
C13 Symbool timer
C14 Symbool alarm
C15 Symbool REAL FEEL (optimale omgevingsomstandighe-
den)
C16 Symbool SILENT
C17 Ingestelde temperatuurwaarden, geprogrammeerde aan-
zet-/uitzettijd
C18 Snelheidsindicator ventilator
C19 Urenindicator timer
C20 Indicator geselecteerde temperatuurschaal
Opmerking: De toetsen van het bedieningspaneel hebben ach-
tergrondverlichting. Voor elke functie worden alleen de bruik-
bare toetsen verlicht en geactiveerd. Na enkele seconden het
toetsenbord niet te hebben gebruikt wordt de verlichting van
het paneel automatisch verzwakt en, na enkele minuten, gaat
deze helemaal uit.
C20
C
53
WERKING MET BEDIENINGSPANEEL
INSCHAKELING EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact. Op het display verschijnen
twee streepjes die aangeven dat het apparaat in stand-by staat
en de toetsen
en worden verlicht.
Raak vervolgens toets (C1) aan om het apparaat in te scha-
kelen.
Bij inschakeling wordt het apparaat geactiveerd met de laatst
ingestelde functie voor de uitschakeling.
Opmerking: Als men het apparaat niet aanzet gaan de toetsen
en na enkele minuten uit en wordt het licht van het
display verzwakt om energie te besparen.
Om het apparaat uit te zetten, raak toets
aan, trek vervol-
gens de stekker uit het contact.
OPMERKING: Schakel de airconditioner nooit rechtstreeks met
de stekker uit, raak toets
aan en wacht enkele minuten al-
vorens de stekker uit te trekken: alleen op deze manier zal het
apparaat de controles kunnen uitvoeren die de werkingsstatus
ervan veriëren.
FUNCTION
REAL FEEL is een technologie van De’Longhi die gelijktijdig zo-
wel de relatieve vochtigheid als de afstelling van de temperatuur
regelt , hiervan hangt het comfort in de ruimte af.
Vergeleken met de traditionele werkingswijze, houdt REAL FEEL
de comfortomstandigheden door de tijd constant via een auto-
matische regeling van de werking van de compressor en de snel-
heid van de ventilator.
Om de functie te activeren, raak de toets
aan.
Perfect!Perfect!
De statusindicator “REAL FEEL (C9) verandert van kleur bij het
benaderen van de comfortomstandigheden (zie volgende gra-
ek).
Perfect!
Perfect!
Het gevoel van comfort is een subjectieve conditie en der-
halve kunnen verschillende individuen op een verschillen-
de manier dezelfde omgevingsomstandigheden ervaren.
Onder bijzonder strenge omgevingsomstandigheiden (gro-
te afmetingen van de ruimte, hoge temperatuur of externe
vochtigheid, matige isolatie van de kamer, aanwezigheid
van groot aantal personen of sterke thermische belasting in
de kamer, sterke blootstelling aan zonlicht...) zou het appa-
raat niet in staat kunnen zijn de comfortomstandigheden
te bereiken.
CONDITIONING MODUS
Deze is ideaal voor warme en benauwde perioden waarin de om-
geving moet worden verfrist en gelijktijdig ontvochtigd.
Om deze modus correct in te stellen:
Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het condi-
tioning symbool verschijnt: het display geeft de gewenste
ORANJE LAMPJE: Omgevingsomstandighe-
den zijn verre van een situatie van comfort
GROEN LAMPJE: Omgevingsomstandig-
heden bevredigend voor de meeste men-
sen, ze zijn dichtbij de ideale.
BLAUW LAMPJE: Optimale omgevingsom-
standigheden
VOCHTIGHEID
TEMPERATUUR
HOOG
GEMID-
DELD
LAAG
HOOG
GEMID-
DELD
LAAG
Functioneringscurve
54
temperatuur weer.
Voor het wijzigen van de temperatuur die men wil berei-
ken, raak toets + (C4) aan of toets - (C5).
Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door toets
aan te raken.
De mogelijke snelheden zijn:
Minimum snelheid: wanneer u voor zo geruisarm mo-
gelijk kiest.
Gemiddelde snelheid: als u het geruis wil beper-
ken maar toch een goed niveau van comfort wenst.
Maximum snelheid: om zo snel mogelijk de ge-
wenste temperatuur te bereiken.
Het apparaat kiest automatisch de beste
ventilatiesnelheid op basis van de geselecteerde temperatuur en
de omgevingsomstandigheden.
De voor de omgeving meest geschikte temperaturen in de zomer
variëren van 24 tot 27°C. Het wordt hoe dan ook afgeraden tempe-
raturen in te stellen die veel lager zijn dan de buitentemperatuur.
SILENT FUNCTION ALLEEN TE ACTIVEREN IN DE
CONDITIONING MODUS
Door deze functie in de conditioning modus te activeren, wordt
het geruis van het apparaat nog verder verminderd.
Om de functie te activeren, raak de toets
(C7) aan.
Het display geeft het desbetreende lampje weer (C16).
ONTVOCHTIGINGSMODUS
Deze is ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen
(tussenseizoenen, vochtige ruimten, regenperioden, etc.) Voor
deze toepassing moet het apparaat worden ingesteld op de-
zelfde wijze als bij de conditioning modus, ofwel met de luchtaf-
voerslang (B2) aangesloten op het apparaat voor de afvoer van
vocht naar buiten.
Om deze modus correct in te stellen:
Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het ontvoch-
tigingssymbool verschijnt:
VENTILATIEMODUS
Voor deze modus hoeft de luchtafvoerslang (B2) niet op het ap-
paraat te worden aangesloten.
Om deze modus correct in te stellen:
Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het ventila-
tiesymbool
verschijnt.
Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door toets
aan te raken.
De mogelijke snelheden zijn:
Minimum snelheid: wanneer u voor zo geruisarm mo-
gelijk kiest.
Gemiddelde snelheid: als u het geruis wil beper-
ken maar toch een goede ventilatiecapaciteit wenst.
Maximum snelheid: om het grootste ventilatie-
vermogen te verkrijgen.
SELECTEER DE TEMPERATUURSCHAAL
x20”
Het is mogelijk de temperatuur in °C of °F weer te geven.
Om de meeteenheid van de temperatuur te veranderen, verlaat
de functioneringsmodus door op de toets
te drukken en
houd de vinger op de toets MODE gedurende circa 20 seconden.
Het apparaat geeft een akoestisch signaal.
PROGRAMMERING
VAN DE TIMER
Met de timer kan men een vertraagde in- of uitschakeling van
het apparaat instellen. Deze functie vermijdt energieverspilling
door de functioneringsperioden te optimaliseren.
Het programmeren van de vertraagde inschakeling
Steek de stekker in het stopcontact en zet het apparaat in
standby.
Raak de timer toets (C3) aan: het timer symbool (C13) en
de uren gaan aan.
stel met de toetsen + (C4) of - (C5) het aantal uren in
waarna het apparaat moet beginnen te werken.
Het apparaat begint te werken in dezelfde werkingsmodus
55
die eerder is ingesteld.
Men kan de inschakeling instellen binnen de eerste 24 uur. Na
verloop van enige seconden vanaf de programmering van de ti-
mer wordt de instelling verkregen, het timer symbool blijft aan
en de weergave van het display gaat terug in die van standby.
Om de programmering van de timer uit te wissen, raak twee
keer de timer toets (C3) aan. Het timer symbool (C13) gaat uit.
Het programmeren van de vertraagde uitschakeling
Terwijl het apparaat aanstaat, ongeacht de werkingsmo-
dus, kan de vertraagde uitschakeling worden geprogram-
meerd.
Raak de timer toets (C3) aan: het timer symbool (C13) en
de uren gaan aan.
Stel met de toetsen + (C4) of - (C5) het aantal uren in
waarna het apparaat moet uitgaan.
Na verloop van enige seconden vanaf de instelling van de timer
wordt de instelling verkregen, het display geeft opnieuw de
functioneringsmodus aan en het timer symbool blijft aan. Op
het vooringestelde tijdstip gaat de klimaatregelaar in Stand by.
Om de programmering van de timer uit te wissen, raak 2 keer de
timer toets (C3) aan, het timer symbool (C13) gaat uit.
WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
Houd de afstandsbediening in de richting van de ontvanger
(A11) van de airconditioner. De maximum afstand tussen
de afstandsbediening en het apparaat is 5 meter (zonder
enig obstakel tussen de afstandsbediening en de ontvan-
ger).
De afstandsbediening moet met de grootste zorg worden
gebruikt: laat hem niet vallen, stel hem niet bloot aan di-
rect zonlicht of andere nabije warmtebronnen.
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING D
D1) Drukknop "ON/STAND-BY"
D2) Knop verhoging/verlaging temperatuur/verlenging/ver-
korting geprogrammeerde werking
D3) Drukknop “MODE
D4) Drukknop selectie ventilatiesnelheid ( )
D5) Drukknop selectie functie REAL FEEL
D6) Drukknop selectie functie SILENT
D7) Drukknop omschakeling °C/°F
D8) Drukknop TIMER
PLAATSING EN VERVANGING VAN DE BATTERIJEN
Verwijder het klepje aan de achterzijde van de afstandsbe-
diening.
Plaats twee batterijen LR03 AAA 1,5V en let daarbij op
de juiste posities (zie aanwijzingen in de behuizing van
de batterijen). Vervang de batterijen met nieuwe van het-
zelfde type wanneer ze leeg zijn.
Plaats het klepje weer terug.
Zowel bij vervanging als bij afvoer van de afstandsbedie-
ning moeten de batterijen worden verwijderd en afge-
voerd volgens de geldende wetgeving daar zij schadelijk
zijn voor het milieu. Gebruik alkaline, standaard (zink-
koolstof) of oplaadbare batterijen (nikkel-cadmium)
niet door elkaar. Gooi batterijen niet in vuur daar zij
zouden kunnen exploderen of gevaarlijke vloeistoen
zouden kunnen afgeven.
INSCHAKELING EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op knop (D1) van de afstandsbediening (bij in-
schakeling staat de airconditioner in de laatste functie die
is ingesteld vóór de uitschakeling).
Om het apparaat uit te zetten, raak toets (D1) aan van
de afstandsbediening, en trek vervolgens de stekker uit het
contact.
OPMERKING: Schakel de airconditioner nooit rechtstreeks met
de stekker uit, maar raak toets
aan en wacht enkele
minuten alvorens de stekker uit te trekken: alleen op deze
manier zal het apparaat de controles kunnen uitvoeren die
de werkingsstatus ervan veriëren.
SELECTEER DE WERKINGSMODUS
De op de afstandsbediening beschikbare commando's corres-
ponderen met die op het bedieningspaneel van het apparaat (C).
Zie vervolgens de instructies in de vorige hoofdstukken.
Met knop D7 kan de temperatuurschaal van °C naar °F en vice-
versa worden veranderd.
D1
D4
D2
D8
D6D5
D3
D7
D
5 m
56
AUTODIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een autodiagnosesysteem dat enkele defecten in de werking kan vaststellen.
Foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
“Low Temperature”
(Antivries)
...WAT TE DOEN?
Het apparaat beschikt over een ont-
dooiiningsinrichting die overmatige ijs-
vorming vermijdt. Het apparaat hervat
automatisch zijn werking als het ont-
dooiingsproces is beëindigd.
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
“Probe Failure”
(Sonde beschadigd)
...WAT TE DOEN?
Ga, als deze tekst verschijnt, naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde assisten-
tie centrum.
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
“High Level”
(Interne bak is vol)
...WAT TE DOEN?
Leeg de interne veiligheidsbak en volg
daarbij de aanwijzingen in paragraaf
"HANDELINGEN EINDE SEIZOEN".
Ga, als dit defect zich opnieuw voordoet,
naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde
assistentie centrum.
AANBEVELINGEN
Ter verkrijging van het hoogste rendiment uit de klimaatregelaar
moeten enkele aanbevelingen worden opgevolgd:
sluit het schrijnwerk van de te klimatiseren ruimte. Enige
uitzondering in geval van installatie via een gat in de wand.
In dat geval wordt het aanbevolen een deur of raam op een
kier te zetten, zodat de luchtverversing wordt gewaar-
borgd.
Sluit de deuren en ramen
Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge voch-
tigheidsgraad (bijv. wasserij).
Bescherm de kamer tegen direct zonlicht door de gordijnen
dicht te trekken en/of de luxaex te sluiten, zodat een zeer
zuinige werking wordt verkregen.
Sluit de luxaex of trek de gordijnen dicht
Gebruik het apparaat niet buiten.
Zorg ervoor dat er in de ruimte geen warmtebronnen zijn.
Controleer dat de klimaatregelaar is geplaatst op een vlak-
ke vloer.
Niet bedekken
Plaats geen voorwerpen op de klimaatregelaar;
Belemmer de luchtinlaatopeningen niet.
57
REINIGING
Schakel, vóór elke reinigings- of onderhoudshandeling, het ap-
paraat uit met toets
.
Trek vervolgens de stekker uit het contact.
REINIGING VAN HET APPARAAT
Wij raden aan het apparaat te reinigen met een vochtige doek
en af te drogen met een droge doek. Was de klimaatregelaar om
veiligheidsredenen niet met water.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik geen benzine, alkohol of oplosmiddelen voor de reini-
ging. Bespuit niet met insecticiden of andere soortgelijke vloei-
stoen.
REINIGING VAN HET LUCHTFILTER
Ter behoud van de eciëntie van de klimaatregelaar wordt het
aangeraden het antistolter na elke week van functioneren te
reinigen. Het lter bevindt zich achter het aanzuigrooster en dit
is tevens de behuizing van het lter.
Voor de reiniging van het lter is het dus noodzakelijk het lter
te verwijderen zoals is aangegeven in guur 12.
Gebruik een stofzuiger voor het wegnemen van de op het lter
aanwezige stof. Als het erg vuil is kan het in lauw water worden
gedompeld en meerdere keren gespoeld. De temperatuur van
het water moet onder de 40° C worden gehouden.
Laat het lter drogen na het te hebben gewassen.
Plaats het lter terug in zijn behuizing.
VERIFICATIES AANVANG SEIZOEN
Verieer dat de voedingskabel en het contact intact zijn en zorg
er voor dat het aardingssysteem werkt. Houd u nauwkeurig aan
de installatievoorschriften.
HANDELINGEN EINDE SEIZOEN
Voor een complete verwijdering van het water uit het interne
circuit, verwijder de externe stop van de draineerbuis door hem
linksom los te draaien. Verwijder vervolgens de interne stop (-
guur 13).
Laat het resterende water volledig wegvloeien in een bakje.
Plaats de tappen na volledige lozing terug, let er op ze goed te
sluiten.
Voer de reiniging van het lter uit zoals in het bovenstaande
aangegeven: Het lter moet goed droog zijn alvorens het mag
worden teruggeplaatst.
Transport, vulling, terugwinning en afvoer van het
koelgas mag alleen worden uitgevoerd door centra van
technische assistentie die door de fabrikant zijn geauto-
riseerd.
De verwijdering van het apparaat mag alleen door ge-
specialiseerde personen worden uitgevoerd die door de
fabrikant zijn geautoriseerd.
12
13
58
ALS IETS NIET FUNCTIONEERT
Controleer de volgende punten alvorens het Centrum van Technische Assistentie in uw regio te bellen.
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De klimaatregelaar gaat niet aan de stekker is niet in het contact gestoken steek de stekker in het contact
er is geen stroom wacht
de interne beveiligingsinrichting is in
werking getreden
bel het assistentiecentrum
de klimaatregelaar werkt korte tijd de luchtafvoerslang heeft een knelpunt
of heeft knikken
plaats de luchtafvoerslang correct
door de lengte en de bochten zo veel
mogelijk te beperken om knelpunten te
voorkomen
een verstopping belemmert de afvoer
van de lucht naar buiten.
spoor de obstakels op die de afvoer
van lucht naar buiten verhinderen en
verwijder ze
de klimaatregelaar werkt maar koelt de
kamer niet
schrijnwerk, open gordijnen sluit het schrijnwerk en de gordijnen,
let daarbij op de in het voorgaande
vermelde “aanbevelingen voor een
correct gebruik”
in de kamer is een warmtebron actief
(oven, haardrogen, etc.)
verwijder de warmtebronnen
de luchtafvoerslang is losgekoppeld van
het apparaat
zet de luchtafvoerslang vast in de
betreende behuizing in het achterste
deel van het apparaat (g. 1)
antistolters verstopt reinig of vervang de lters zoals in het
voorgaande beschreven
de technische karakteristieken van het
apparaat laten het klimatiseren van de
kamer waarin het is geplaatst niet toe.
Tijdens werking komt een onaangename
geur vrij in de kamer
antistolter verstopt reinig of vervang het lter zoals in het
voorgaande beschreven
De klimaatregelaar werkt de eerste 3
minuten na het opnieuw aanzetten niet.
een interne inrichting vertraagt de
inschakeling gedurende 3 minuten vanaf
opnieuw aanzetten ter beveiliging van
de compressor
wacht; deze tijdsinterval vanaf
herinschakeling maakt deel uit van een
normale werking
In het display van het apparaat
verschijnt het symbool
met een
van de volgende teksten:
HL/PF
het apparaat is voorzien van een
autodiagnosesysteem dat enkele
defecten in de werking kan vaststellen.
zie hoofdstuk AUTODIAGNOSE.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

DeLonghi PAC N74 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor