137
Nederlands
Analoog geluid: geluid dat niet is omgezet in
getallen. Analoog geluid varieert, terwijl digitaal
geluid bepaalde numerieke waarden heeft. Bij deze
aansluiting wordt het geluid via een linker- en een
rechterkanaal verzonden.
Beeldverhouding: de verhouding van de hoogte
en de breedte van een weergegeven beeld. De
verhouding tussen de hoogte en breedte bij
conventionele TV’s is 4:3 en bij breedbeeld-TV’s
16:9.
AUDIO OUT-aansluitingen: de rode en witte
aansluitingen voor het versturen van het geluid
naar een ander systeem (TV, stereo-installatie,
enzovoort).
Hoofdstuk: delen van een lm of muziekstuk op
een DVD die kleiner zijn dan de titel. Een titel
bestaat uit meerdere hoofdstukken. Elk hoofdstuk
heeft een nummer waarmee u het gewenste
hoofdstuk kunt opzoeken.
Digitaal geluid: geluid dat is omgezet in
numerieke waarden. Digitaal geluid is beschikbaar
bij gebruik van COAXIAL DIGITAL OUT Bij deze
aansluitingen wordt het geluid in meerdere kanalen
opgesplitst en niet in twee kanalen zoals bij
analoog geluid.
Discmenu: een scherm waarin u beelden, geluid,
ondertiteling, camerahoeken enzovoort kunt
kiezen die zijn opgeslagen op een DVD.
DivX: de DivX-codering is een gepatenteerde, op
MPEG-4 gebaseerde videocompressietechnologie,
ontwikkeld door DivX Inc., waarmee digitale video
wordt gecomprimeerd tot een bestandsgrootte
die klein genoeg is om via internet te worden
verzonden en waarbij de hoge visuele kwaliteit
behouden blijft.
Dolby Digital: een Surround Sound-systeem dat
is ontwikkeld door Dolby Laboratories en bestaat
uit zes kanalen (luidsprekers) digitaal geluid (links
en rechts voor, links en rechts achter,
middenluidspreker en subwoofer).
JPEG: het algemene formaat voor foto’s. Een
systeem voor het comprimeren van foto’s dat is
ontwikkeld door de Joint Photographic Expert
Group. De bestanden worden door de compressie
aanzienlijk kleiner zonder merkbaar verlies van
kwaliteit.
MP3: een bestandsformaat met een systeem voor
het comprimeren van geluidsgegevens. “MP3” is de
afkorting van Motion Picture Experts Group 1 (of
MPEG-1) Audio Layer3. Dankzij het MP3-formaat
kan een CD-R of CD-RW tien keer meer
gegevens bevatten dan een gewone CD.
MPEG: Motion Picture Experts Group. Een
verzameling compressiesystemen voor digitale
audio en video.
Meerkanaals geluid: DVD’s worden zo
ingedeeld dat elk geluidsspoor uit één geluidsveld
bestaat. Meerkanaals verwijst naar een structuur
van geluidssporen met drie of meer kanalen.
PBC: Playback Control. Verwijst naar het signaal
dat op Video-CD’s of SVCD’s is opgenomen en
waarmee het afspelen kan worden bediend. Via
menuschermen die zijn opgenomen op een Video-
CD of SVCD die PBC ondersteunt, kunt u
interactief afspelen en zoeken.
PCM: Pulse Code Modulation. Een systeem voor
het coderen van digitale audio.
Regiocode: een systeem waardoor discs alleen in
de betreffende regio kunnen worden afgespeeld.
Dit apparaat kan alleen discs afspelen die dezelfde
regiocode als het apparaat hebben. De regiocode
voor dit apparaat staat op het productlabel.
Sommige discs kunnen in meerdere regio’s (of alle
regio’s (regio ALL)) worden afgespeeld.
S-Video: geeft een helder beeld door de signalen
voor helderheid en kleur van elkaar te scheiden.
U kunt S-Video alleen gebruiken als de TV een
S-Video In-aansluiting heeft.
Surround: een systeem van meerdere
luidsprekers rondom de luisteraar waardoor een
realistisch, driedimensionaal geluid wordt bereikt.
Titel: het langste gedeelte van een lm of een
muziekstuk op een DVD. Elke titel heeft een
nummer waarmee u de gewenste titel kunt
opzoeken.
VIDEO OUT-uitgang: gele uitgang die
videobeelden naar de TV stuurt.
Verklarende woordenlijst
2_HDR3500_dut_30371.indd 1372_HDR3500_dut_30371.indd 137 2008-02-27 11:04:31 AM2008-02-27 11:04:31 AM