225
Nederlands
Analoog: Geluid dat niet is omgezet in getallen.
Analoog geluid varieert, terwijl digitaal geluid
bepaalde numerieke waarden heeft. Bij deze
aansluiting wordt het geluid via een linker- en een
rechterkanaal verzonden.
Hoogte/breedte-verhouding: De verhouding
van de hoogte en de breedte van een weergegeven
beeld. De verhouding tussen de hoogte en breedte
bij conventionele TVโs is 4:3 en bij breedbeeld-TVโs
16:9.
AUDIO OUT-aansluitingen: De rode en witte
aansluitingen aan de achterkant van apparatuur voor
het versturen van het geluid naar een ander
systeem (TV, geluidsinstelling, enzovoort).
Hoofdstuk: Delen van een ๎ lm of muziekstuk op
een DVD die kleiner zijn dan de titel. Een titel
bestaat uit meerdere hoofdstukken. Elke hoofdstuk
heeft een nummer waarmee u het gewenste
hoofdstuk kunt opzoeken.
Digitaal: Geluid dat is omgezet in numerieke
waarden. Digitaal geluid is beschikbaar bij de
aansluitingen DIGITAL AUDIO OUT COAXIAL.
Bij deze aansluitingen wordt het geluid in meerdere
kanalen opgesplitst en niet in twee kanalen zoals bij
analoog geluid.
Schijfmenu: Een scherm waarin de verschillende
mogelijkheden voor beeld, geluid, ondertitels,
camerahoeken enzovoort, die op de dvd
opgenomen zijn, gekozen kunnen worden.
DivX 3.11/4.x/5.x/6: De DivX-code (patent
hangende) is een op MPEG-4 gebaseerde videocom
pressietechnologie, ontwikkeld door DivX Inc., die
digitale video kan reduceren tot een formaat dat
klein genoeg is om over het internet
getransporteerd te worden terwijl de hoge visuele
kwaliteit toch behouden blijft.
Dolby Digital: Een surround sound-systeem
ontwikkeld door de Dolby Laboratories met zes
kanalen digitaal geluid (voor links en rechts,
surround links en rechts, en midden).
DTS: Digital Theatre Systems. Dit is ook een
Surround Sound-systeem maar anders dan Dolby
Digital. Het formaat is door diverse bedrijven
ontwikkeld.
Beeldindexscherm (Index Picture Screen):
Een scherm met het overzicht van DVDยฑRW of
DVDยฑR. Een indexbeeld vertegenwoordigt een
opname.
JPEG: Het algemene formaat voor fotoโs. Een
systeem voor het comprimeren van fotoโs dat is
ontwikkeld door de Joint Photographic Expert
Group. De bestanden worden door de compressie
aanzienlijk kleiner zonder merkbaar verlies van
kwaliteit.
MP3: Een bestandsformaat met een systeem voor
het comprimeren van geluidsgegevens. โMP3โ is de
afkorting van Motion Picture Experts Group 1 (of
MPEG-1) Audio Layer 3. In het MP3-formaat kan
een CD-R of CD-RW ongeveer 10 keer meer
gegevens dan een gewone CD bevatten.
MPEG: Motion Picture Experts Group. Een
verzameling compressiesystemen voor digitale audio
en video.
Meerkanaals: DVDโs worden zo ingedeeld dat elk
geluidsspoor uit รฉรฉn geluidsveld bestaat.
Meerkanaals verwijst naar een structuur van
geluidssporen met drie of meer kanalen.
PBC: Playback Control. Verwijst naar het signaal
dat op video-CDโs of SVCDโs is opgenomen en
waarmee het afspelen kan worden bepaald. Via
menuschermen die zijn opgenomen op een video-
CD of SVCD die PBC ondersteunt, kunt u
interactief afspelen en zoeken.
PCM: Pulse Code Modulation. Een systeem voor
het coderen van digitale audio.
Regiocode: Een systeem waardoor schijven alleen
in de betreffende regio kunnen worden afgespeeld.
Dit apparaat kan alleen schijven afspelen die
dezelfde regiocode als het apparaat hebben.
De regiocode voor dit apparaat staat op het
productlabel. Sommige schijven kunnen in meerdere
regioโs (of regio ALL) worden afgespeeld.
S-Video: Geeft een helder beeld door de signalen
voor helderheid en kleur van elkaar te scheiden.
U kunt S-Video alleen gebruiken als de TV een
S-Video In-aansluiting heeft.
Surround: Een systeem van meerdere luidsprekers
rondom de luisteraar waardoor een realistisch,
driedimensionaal geluid wordt bereikt.
Titel: Het langste gedeelte van een ๎ lm of een
muziekstuk op een DVD. Elke titel heeft een nummer
waarmee u de gewenste titel kunt opzoeken.
VIDEO OUT-uitgang: Uitgang op de achterkant
van het dvd-systeem die videosignalen naar de tv
stuurt.
Verklarende woordenlijst