Smeg SA5502X90 Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS
BESCHRIJVING
Het apparaat mag op interne verwerking (recirculatie) of op externe verwerking (afzuiging) of met een externe motor worden
gebruikt.
In de Recirculatieversie (Fig. 1) worden lucht en dampen in het toestel door de koolstoffilters gezuiverd en in het vertrek
teruggestuurd. OPPASSEN: Met de recirculatieversie moeten koolstoffilters worden gebruikt die de lucht zuiveren voordat
ze in het vertrek wordt teruggestuurd.
In de Afzuigingsversie (Fig. 2) worden dampen en geuren van de keuken rechtstreeks naar buiten gestuurd langs een
afvoerbuis in de wand/het plafond. Geen koolstoffilters zijn dus nodig.
Met een externe motor (Fig. 3) moet het toestel aan een afzonderlijke afzuigingsdampkap worden aangesloten. Alleen
de motoren gebruiken die in de oorspronkelijke catalogus worden aangeduid.
Als uw apparaat van roestvrij staal is, zou er beschermfolie op aangebracht kunnen zijn: verwijder deze alvorens
het apparaat te installeren.
INSTALLATIE
Alvorens tot de installatie handelingen over te gaan, voor een makkelijkere handelbaarheid van het apparaat de vetfilters
wegnemen: overeenkomstig met het handvat, duw de blokkering naar binnen toe en trek de filter naar beneden (Fig. 4);
open de wagen en neem de andere filter op dezelfde manier weg.
LET OP: om uw product niet te beschadigen, dienen tijdens de installatie UITSLUITEND DE BIJGELEVERDE
SCHROEVEN te worden gebruikt, en wel op de juiste manier, zoals aangegeven in de volgende instructies.
Waarschuwing: Als u de schroeven of bevestiging apparaat te installeren in overeenstemming met deze instructies
kan leiden tot elektrische gevaren.
Om een ledige ruimte te compenseren tussen het toestel en de muur is een plastieken DWARSIJZER voorzien.
Dit moet op de achterkant van het toestel worden vastgemaakt met behulp van de 3 A schroeven (Fig. 5). De 3 schroeven
A die gebruikt moeten worden zitten in het zakje met toebehoren dat bij het plastieken dwarsijzer zit. Het dwarsijzer
moet volgens de te compenseren afstand worden gesneden.
BEVESTIGING ONDER EEN WANDKAST
Belangrijke voorwaarden voor de montage:
de elektrische aansluiting voorzien
een gat voorzien voor de buitenafvoer met de Afzuigingsversie of met een externe motor versie.
Bevestiging als in Fig. 6:
Met behulp van de boormal de 4 bevestiging-sgaten voorzien volgens uw model in de bodem van de kast en de nodige
opening voor de buitenafvoer van de lucht uitsnijden. Schuif de wasemkap zo ver mogelijk naar de achterkant van
het kastje en zet hem eraan vast met de 4 bij het apparaat geleverde zelftappende schroeven.
Bevestiging met beugels zoals op afb. 7 (OP VERZOEK):
Neem uit het zakje met toebehoren de 2 beugels (S) en de 4 bijgeleverde schroeven. Bevestig de beugels aan
het kastje, en let erop dat zij correct worden geplaatst; gebruik voor deze operatie de 4 langste schroeven. Regel
op dit punt de kanteling van het apparaat met de 4 schroeven (B), en zet het apparaat aan de beugels vast met
de 2 kortere schroeven (C).
Afzuigingsversie en versie met externe motor:de flens van de dampkap aan een geschikte buis aansluiten zodat de lucht
buiten het ophangmeubel wordt gekanaliseerd en in het vertrek teruggestuurd. De elektrische aansluiting van de dampkap
met behulp van de netaansluitingskabel uitvoeren.
Alleen voor de versie met externe motor (Fig.8), de elektriche aansluiting realiseren tussen de externe motor en de dampkap
met behulp van de voorzien aansluitingspanelen: het A onderdeel en het B deksel van de aansluitingsdoos verwijderen.
De aansluitings-kabel van de motor vastmaken aan het C aansluitingsspaneel. Het A onderdeel en het B deksel weer
monteren. Het andere einde van de kabel moet aan het aansluitingsspaneel van de externe motor worden vastgemaakt.
Recirculatieversie: De aansluitingsflens van het apparaat aan een speciale buis verbinden die de lucht naar het top van
de wandkast zal sturen (slang worden niet bijgeleverd). De elektrische aansluiting uitvoeren.
HET VERWIJDEREN VAN HET RUIT
Altijd de spanning uitschakelen alvorens over te gaan tot het uitvoeren van onderhouds- of reinigingswerkzaamheden.
Voor het verwijderen van het ruit, de wagen openschuiven door hem naar voren te trekken; het ruit naar links (of naar
rechts) verschuiven en een kant opheffen zoals in de afbeelding is weergegeven (Fig.16).
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 9:
DE MOTOR - Schakelaar A
In stand "1" wordt het aan- en uitschakelen van het apparaat automatisch door het openen/sluiten van het telescoopscherm.
In stand "0" blijft de motor uitgeschakeld.
DE SNELHEID - Shakelaar B
Voor het regelen van de verschillende snelheden van de motor d.m.v. een electronische wisselaar.
HET LICHT - Schakelaar C
Door de lichtschakelaar in de stand "AUT" te plaatsen zal het aan- en uitschakelen van het licht automatisch door het
openen/sluiten van het scherm worden geregeld.
In stand "0" blijft het licht uitgeschakeld onafhankelijk van de stand van het scherm.
In stand "MAN" kan men het licht aanen uitschakelen onafhankelijk van de stand van het scherm.
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 10:
Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om
aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120 bedrijfsuren gaat het corresponderende
lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en de koolstoffilter moet
worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten (RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt
gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is). Toets B: schakelt de motor in op de 1
e
snelheid (het
corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit. Toets
C: schakelt de motor in op de 2
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden). Toets D: schakelt de motor
in op de 3
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden). Toets E: schakelt de motor in op de 4
e
snelheid
(het corresponderende lampje gaat branden).
De afzuigkap is geschikt voor uitgestelde uitschakeling , om het mogelijk te maken de zuivering van de lucht in
het vertrek af te maken. Vanaf de 2e snelheid zal het apparaat 5' later worden uitgezet als op de actuele
snelheidstoets wordt gedrukt (waarvan het controlelampje brandt). In deze periode knippert het controlelampje.
FILTERALARM:
Na 30 uren werking, licht het controlelampje van de lichtknop op (Fig. 10S); Dit betekent dat de vetfilters moeten worden
gereinigd.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn en om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET), wordt tijdens de weergave
van het filteralarm gedurende 1 seconde gedrukt op de lichtknop.
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 11:
A) Lampjes uit.
B) Lampjes aan.
C) Verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien gedurende 2" ingeduwd, valt de motor stil.
D) Start de motor (de laatst gebruikte snelheid wordt opgeroepen) en versnel maximaal.
E) RESET FILTERALARM / TIMER: de knop indrukken tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor)
om de timer terug te stellen. De knop indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na
5 minuten automatisch uitgeschakeld.
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Wanneer de LED rood is (bij uitgeschakelde motor) wijst dit op het FILTERALARM. Wanneer de LED groen is (knipperend)
wijst dit erop dat de TIMER werd ingeschakeld met de knop E.
FILTERALARM:
Na 30u werking, wordt de led L2 ROOD; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, wordt de led L2 ROOD en gaat hij knipperen; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 12:
P1) OFF/- verlichting: verlaagt de lichtsterkte, tot aan de minimum intensiteit. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, gaan
de lichten uit.
P2) ON/+ verlichting: schakelt de verlichting in op de laatst ingestelde lichtsterkte (vóór de laatste uitschakeling).
Verhoogt de lichtsterkte, tot aan de maximum intensiteit.
P3) OFF/- Motor: verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de motor
afgezet. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft
wanneer FILTERS ALARM actief is, wordt de UREN-teller teruggezet op nul.
P4) ON/+ Motor: schakelt de motor in op de laatst ingestelde snelheid (vóór de laatste uitschakeling).
Verhoogt de motorsnelheid, tot aan de maximum snelheid (NIET INTENSIEF).
Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de Timer van 5 minuten geactiveerd, hetgeen AANGEDUID wordt door het
knipperen van de leds die bij de op dat moment ingestelde snelheid horen.
Indien deze toets 2" ingedrukt blijft wanneer deTimer actief is, wordt deze GEËLIMINEERD.
P5) INT: functioneert alleen als de MOTOR AAN is.
Bij de eerste keer indrukken, activeert hij de EERSTE intensieve snelheid, als hij een tweede keer ingedrukt wordt, activeert
hij de TWEEDE intensieve snelheid, indien hij de DERDE keer ingedrukt wordt keert hij terug naar de snelheid die ingesteld
was vóór de intensieve snelheid (d.w.z. één van de eerste 4)
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Tweekleurige led: GROEN = geeft de Eerste intensieve snelheid aan. ROOD = geeft de Tweede intensieve snelheid
aan.
FILTERALARM:
Na 30 uren werking, knipperen de eerste 2 leds (L1); betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120 uren werking, knipperen de laatste 2 leds (L1); Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop P3 om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
Vervanging van de koolstoffilter (voor filterende afzuigkappen): de koolstoffilters worden draaiend verwijderd en
altijd vastgehaakt door te draaien in de tegenovergestelde richting (Fig. 13a / 13b).
Indien het door u aangekochte
model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuren 9 en 10, dan wordt de koolstoffilter gemiddeld elke
6 maanden vervangen, in functie van het gebruik.
Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuren 11 en 12, dan worden
de koolstoffilters vervangen wanneer het filteralarm verschijnt (zie paragraaf “Bedieningselementen”).
Vetfilters : om de vetfilters te verwijderen, ter hoogte van de handgreep de grendel naar binnen duwen en de filter
naar beneden te trekken (Fig. 4). de wagen openen en de andere filter op dezelfde wijze verwijderen. De filters wassen
met een neutraal reinigingsproduct.
Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuur 9, dan worden de vetfilters
gemiddeld elke 2 maanden gereinigd, in functie van het gebruik. Indien het door u aangekochte model beschikt over
de bedieningen weergegeven in de Figuren 10, 11 en 12, dan worden de vetfilters gereinigd wanneer het filteralarm
verschijnt (zie paragraaf “Bedieningselementen”).
Verlichting :
- Om een neongaslamp / verlichtingslamp te vervangen het deksel van de planfondlamp losmaken (Fig. 14). Een zelfde
neongaslamp gebruiken. Vervangen door een halogeenlamp Ø35, E14 - 220-240Vac - 28W of een gloeilamp E14 -
220-240Vac - 40W.
- Voor het vervangen van de halogeen lampen, de fitting losdraaien “tegen de klok in” en het lampje uitnemen
(Fig. 15). De lampen vervangen met hetzelfde type lamp. LET OP: het lampje niet met de blote hand aanraken.
Indien de lampen niet werken nadat ze vervangen zijn geworden, de voeding van het apparaat enkele
seconden uitschakelen.

Documenttranscriptie

NEDERLANDS BESCHRIJVING Het apparaat mag op interne verwerking (recirculatie) of op externe verwerking (afzuiging) of met een externe motor worden gebruikt. In de Recirculatieversie (Fig. 1) worden lucht en dampen in het toestel door de koolstoffilters gezuiverd en in het vertrek teruggestuurd. OPPASSEN: Met de recirculatieversie moeten koolstoffilters worden gebruikt die de lucht zuiveren voordat ze in het vertrek wordt teruggestuurd. In de Afzuigingsversie (Fig. 2) worden dampen en geuren van de keuken rechtstreeks naar buiten gestuurd langs een afvoerbuis in de wand/het plafond. Geen koolstoffilters zijn dus nodig. Met een externe motor (Fig. 3) moet het toestel aan een afzonderlijke afzuigingsdampkap worden aangesloten. Alleen de motoren gebruiken die in de oorspronkelijke catalogus worden aangeduid. Als uw apparaat van roestvrij staal is, zou er beschermfolie op aangebracht kunnen zijn: verwijder deze alvorens het apparaat te installeren. INSTALLATIE Alvorens tot de installatie handelingen over te gaan, voor een makkelijkere handelbaarheid van het apparaat de vetfilters wegnemen: overeenkomstig met het handvat, duw de blokkering naar binnen toe en trek de filter naar beneden (Fig. 4); open de wagen en neem de andere filter op dezelfde manier weg. LET OP: om uw product niet te beschadigen, dienen tijdens de installatie UITSLUITEND DE BIJGELEVERDE SCHROEVEN te worden gebruikt, en wel op de juiste manier, zoals aangegeven in de volgende instructies. Waarschuwing: Als u de schroeven of bevestiging apparaat te installeren in overeenstemming met deze instructies kan leiden tot elektrische gevaren. Om een ledige ruimte te compenseren tussen het toestel en de muur is een plastieken DWARSIJZER voorzien. Dit moet op de achterkant van het toestel worden vastgemaakt met behulp van de 3 A schroeven (Fig. 5). De 3 schroeven A die gebruikt moeten worden zitten in het zakje met toebehoren dat bij het plastieken dwarsijzer zit. Het dwarsijzer moet volgens de te compenseren afstand worden gesneden. BEVESTIGING ONDER EEN WANDKAST Belangrijke voorwaarden voor de montage: – de elektrische aansluiting voorzien – een gat voorzien voor de buitenafvoer met de Afzuigingsversie of met een externe motor versie. Bevestiging als in Fig. 6: Met behulp van de boormal de 4 bevestiging-sgaten voorzien volgens uw model in de bodem van de kast en de nodige opening voor de buitenafvoer van de lucht uitsnijden. Schuif de wasemkap zo ver mogelijk naar de achterkant van het kastje en zet hem eraan vast met de 4 bij het apparaat geleverde zelftappende schroeven. Bevestiging met beugels zoals op afb. 7 (OP VERZOEK): Neem uit het zakje met toebehoren de 2 beugels (S) en de 4 bijgeleverde schroeven. Bevestig de beugels aan het kastje, en let erop dat zij correct worden geplaatst; gebruik voor deze operatie de 4 langste schroeven. Regel op dit punt de kanteling van het apparaat met de 4 schroeven (B), en zet het apparaat aan de beugels vast met de 2 kortere schroeven (C). Afzuigingsversie en versie met externe motor:de flens van de dampkap aan een geschikte buis aansluiten zodat de lucht buiten het ophangmeubel wordt gekanaliseerd en in het vertrek teruggestuurd. De elektrische aansluiting van de dampkap met behulp van de netaansluitingskabel uitvoeren. Alleen voor de versie met externe motor (Fig.8), de elektriche aansluiting realiseren tussen de externe motor en de dampkap met behulp van de voorzien aansluitingspanelen: het A onderdeel en het B deksel van de aansluitingsdoos verwijderen. De aansluitings-kabel van de motor vastmaken aan het C aansluitingsspaneel. Het A onderdeel en het B deksel weer monteren. Het andere einde van de kabel moet aan het aansluitingsspaneel van de externe motor worden vastgemaakt. Recirculatieversie: De aansluitingsflens van het apparaat aan een speciale buis verbinden die de lucht naar het top van de wandkast zal sturen (slang worden niet bijgeleverd). De elektrische aansluiting uitvoeren. HET VERWIJDEREN VAN HET RUIT Altijd de spanning uitschakelen alvorens over te gaan tot het uitvoeren van onderhouds- of reinigingswerkzaamheden. Voor het verwijderen van het ruit, de wagen openschuiven door hem naar voren te trekken; het ruit naar links (of naar rechts) verschuiven en een kant opheffen zoals in de afbeelding is weergegeven (Fig.16). WERKING Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen: BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 9: DE MOTOR - Schakelaar A In stand "1" wordt het aan- en uitschakelen van het apparaat automatisch door het openen/sluiten van het telescoopscherm. In stand "0" blijft de motor uitgeschakeld. DE SNELHEID - Shakelaar B Voor het regelen van de verschillende snelheden van de motor d.m.v. een electronische wisselaar. HET LICHT - Schakelaar C Door de lichtschakelaar in de stand "AUT" te plaatsen zal het aan- en uitschakelen van het licht automatisch door het openen/sluiten van het scherm worden geregeld. In stand "0" blijft het licht uitgeschakeld onafhankelijk van de stand van het scherm. In stand "MAN" kan men het licht aanen uitschakelen onafhankelijk van de stand van het scherm. BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 10: Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en de koolstoffilter moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten (RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is). Toets B: schakelt de motor in op de 1e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit. Toets C: schakelt de motor in op de 2e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden). Toets D: schakelt de motor in op de 3e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden). Toets E: schakelt de motor in op de 4e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden). De afzuigkap is geschikt voor uitgestelde uitschakeling , om het mogelijk te maken de zuivering van de lucht in het vertrek af te maken. Vanaf de 2e snelheid zal het apparaat 5' later worden uitgezet als op de actuele snelheidstoets wordt gedrukt (waarvan het controlelampje brandt). In deze periode knippert het controlelampje. FILTERALARM: Na 30 uren werking, licht het controlelampje van de lichtknop op (Fig. 10S); Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn en om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET), wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedurende 1 seconde gedrukt op de lichtknop. BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 11: A) Lampjes uit. B) Lampjes aan. C) Verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien gedurende 2" ingeduwd, valt de motor stil. D) Start de motor (de laatst gebruikte snelheid wordt opgeroepen) en versnel maximaal. E) RESET FILTERALARM / TIMER: de knop indrukken tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor) om de timer terug te stellen. De knop indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na 5 minuten automatisch uitgeschakeld. L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer. L2) Wanneer de LED rood is (bij uitgeschakelde motor) wijst dit op het FILTERALARM. Wanneer de LED groen is (knipperend) wijst dit erop dat de TIMER werd ingeschakeld met de knop E. FILTERALARM: Na 30u werking, wordt de led L2 ROOD; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd. Na 120u werking, wordt de led L2 ROOD en gaat hij knipperen; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten worden vervangen. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET). BEDIENINGSELEMENTEN van Afb. 12: P1) OFF/- verlichting: verlaagt de lichtsterkte, tot aan de minimum intensiteit. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, gaan de lichten uit. P2) ON/+ verlichting: schakelt de verlichting in op de laatst ingestelde lichtsterkte (vóór de laatste uitschakeling). Verhoogt de lichtsterkte, tot aan de maximum intensiteit. P3) OFF/- Motor: verlaagt de snelheid, tot aan de minimum snelheid. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de motor afgezet. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft wanneer FILTERS ALARM actief is, wordt de UREN-teller teruggezet op nul. P4) ON/+ Motor: schakelt de motor in op de laatst ingestelde snelheid (vóór de laatste uitschakeling). Verhoogt de motorsnelheid, tot aan de maximum snelheid (NIET INTENSIEF). Indien deze toets 2" ingedrukt blijft, wordt de Timer van 5 minuten geactiveerd, hetgeen AANGEDUID wordt door het knipperen van de leds die bij de op dat moment ingestelde snelheid horen. Indien deze toets 2" ingedrukt blijft wanneer deTimer actief is, wordt deze GEËLIMINEERD. P5) INT: functioneert alleen als de MOTOR AAN is. Bij de eerste keer indrukken, activeert hij de EERSTE intensieve snelheid, als hij een tweede keer ingedrukt wordt, activeert hij de TWEEDE intensieve snelheid, indien hij de DERDE keer ingedrukt wordt keert hij terug naar de snelheid die ingesteld was vóór de intensieve snelheid (d.w.z. één van de eerste 4) L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer. L2) Tweekleurige led: GROEN = geeft de Eerste intensieve snelheid aan. ROOD = geeft de Tweede intensieve snelheid aan. FILTERALARM: Na 30 uren werking, knipperen de eerste 2 leds (L1); betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd. Na 120 uren werking, knipperen de laatste 2 leds (L1); Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de koolstoffilters moeten worden vervangen. Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm gedrukt op de knop P3 om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET). Vervanging van de koolstoffilter (voor filterende afzuigkappen): de koolstoffilters worden draaiend verwijderd en altijd vastgehaakt door te draaien in de tegenovergestelde richting (Fig. 13a / 13b). Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuren 9 en 10, dan wordt de koolstoffilter gemiddeld elke 6 maanden vervangen, in functie van het gebruik. Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuren 11 en 12, dan worden de koolstoffilters vervangen wanneer het filteralarm verschijnt (zie paragraaf “Bedieningselementen”). Vetfilters : om de vetfilters te verwijderen, ter hoogte van de handgreep de grendel naar binnen duwen en de filter naar beneden te trekken (Fig. 4). de wagen openen en de andere filter op dezelfde wijze verwijderen. De filters wassen met een neutraal reinigingsproduct. Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuur 9, dan worden de vetfilters gemiddeld elke 2 maanden gereinigd, in functie van het gebruik. Indien het door u aangekochte model beschikt over de bedieningen weergegeven in de Figuren 10, 11 en 12, dan worden de vetfilters gereinigd wanneer het filteralarm verschijnt (zie paragraaf “Bedieningselementen”). Verlichting : - Om een neongaslamp / verlichtingslamp te vervangen het deksel van de planfondlamp losmaken (Fig. 14). Een zelfde neongaslamp gebruiken. Vervangen door een halogeenlamp Ø35, E14 - 220-240Vac - 28W of een gloeilamp E14 220-240Vac - 40W. - Voor het vervangen van de halogeen lampen, de fitting losdraaien “tegen de klok in” en het lampje uitnemen (Fig. 15). De lampen vervangen met hetzelfde type lamp. LET OP: het lampje niet met de blote hand aanraken. Indien de lampen niet werken nadat ze vervangen zijn geworden, de voeding van het apparaat enkele seconden uitschakelen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Smeg SA5502X90 Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren