VP 1030A/AW Informatie inzake veiligheid
wpm_si000314nl.fm 5
1.2 Bedrijfsveiligheid
Een adequate opleiding en bekendheid met de machine zijn
noodzakelijk voor het veilig bedienen ervan. Verkeerd gebruik van de
machine of gebruik door ongeschoold personeel kan gevaar
opleveren. Lees de gebruiksvoorschriften en zorg dat u vertrouwd bent
met de bediening en plaats van alle instrumenten en knoppen.
Onervaren gebruikers dienen te worden opgeleid door iemand die
vertrouwd is met de apparatuur voordat zij de machine mogen
bedienen.
1.2.1 Laat NOOIT iemand zonder geschikte training deze apparatuur
bedienen. Iedereen die deze apparatuur bedient, moet vertrouwd zijn
met de risico’s en gevaren die eraan verbonden zijn.
1.2.2 NOOIT de warme knaldemper, het motorblok of koelribben aanraken.
Dit zal brandwonden veroorzaken.
1.2.3 Gebruik NOOIT hulpstukken die niet aanbevolen zijn door Wacker
Neuson. Dit kan resulteren in schade aan de apparatuur of verwonding
van de gebruiker.
1.2.4 Bedien NOOIT een machine waarop de riemafschermplaat afwezig is.
Blootgelegde aandrijfriem en riemschijven creëren mogelijk
gevaarlijke risico’s die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken.
1.2.5 Een draaiende machine NOOIT onbeheerd achterlaten.
1.2.6 Vergewis u er ALTIJD van dat de gebruiker vertrouwd is met de juiste
veiligheidsvoorzieningen en bedieningstechnieken vooraleer hij/zij de
machine gebruikt.
1.2.7 Draag ALTIJD beschermende kledij tijdens het bedienen van de
apparatuur.
1.2.8 Een stofbril of veiligheidsbril bijvoorbeeld, beschermt de ogen tegen
schade die kan worden veroorzaakt door rondvliegend puin.
1.2.9 Sluit de brandstofklep op motoren die daarmee zijn uitgerust ALTIJD
af wanneer deze niet gebruikt wordt.
1.2.10 De machine ALTIJD op de juiste wijze opslaan wanneer u deze niet
gebruikt. De machine dient op een schone, droge plaats en buiten het
bereik van kinderen te worden opgeslagen.
1.2.11 ALTIJD machine bedienen met alle veiligheidsvoorzieningen en
beschermingen op hun plaats en bedrijfsklaar.
Veiligheidsvoorzieningen NIET wijzigen of uitschakelen. Machine
NIET bedienen indien enige veiligheidsvoorziening of bescherming
ontbreekt of niet bedrijfsklaar is.
1.2.12 Er ALTIJD voor zorgen dat diegene die de machine bedient bekend is
met de correcte veiligheidsprocedures en bedieningswijze voordat hij/
zij de machine gebruikt.
WAARSCHUWING