STIHL HTE 60 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Originele handleiding Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG, 2018
0458-247-9921-B. VA1.J18.
0000008241_003_NL
HTE 60
Nederlands
220
{
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en ver-
werking met elektronische systemen.
Inhoudsopgave
Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Met vriendelijke groet,
Dr. Nikolas Stihl
Met betrekking tot deze handleiding 221
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek 221
Gebruik 226
Zaaggarnituur 228
Zaagblad en zaagketting monteren 229
Zaagketting spannen 230
Zaagkettingspanning controleren 230
Kettingsmeerolie 230
Kettingolie bijvullen 231
Kettingsmering controleren 233
Apparaat op het lichtnet aansluiten 233
Draagstel omdoen 234
Apparaat inschakelen 234
Apparaat uitschakelen 235
Overbelastingsbeveiliging 235
Gebruiksvoorschriften 235
Zaagblad in goede staat houden 236
Apparaat opslaan 237
Kettingtandwiel controleren en
vervangen 237
Zaagketting onderhouden en
slijpen 238
Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften 242
Slijtage minimaliseren en schade
voorkomen 243
Belangrijke componenten 244
Technische gegevens 245
Reparatierichtlijnen 246
Milieuverantwoord afvoeren 246
EU-conformiteitsverklaring 246
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrische gereedschappen 247
HTE 60
Nederlands
221
Symbolen
Alle symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Wie voor het eerst met het
motorapparaat werkt: door de verkoper
of door een andere deskundige laten
uitleggen hoe men hiermee veilig kan
werken – of deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het
motorapparaat werken – behalve
jongeren boven de 16 jaar, die onder
toezicht leren met het apparaat te
werken.
Kinderen, huisdieren en toeschouwers
op afstand houden.
Als het motorapparaat niet wordt
gebruikt, het apparaat zo neerleggen
dat niemand in gevaar kan worden
gebracht. Het motorapparaat zo
opbergen dat onbevoegden er geen
toegang toe hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
Het motorapparaat alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met dit model
en het gebruik ervan vertrouwd zijn – en
altijd de handleiding meegeven.
Het gebruik van geluid producerende
motorapparaten kan door nationale en
ook plaatselijke, lokale voorschriften
tijdelijk worden beperkt.
Wie met het motorapparaat werkt moet
goed uitgerust, gezond zijn en een
goede lichamelijke conditie hebben.
Wie zich om gezondheidsredenen niet
mag inspannen, moet zijn arts
raadplegen of het werken met een
motorapparaat mogelijk is.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met het motorapparaat
worden gewerkt.
Het motorapparaat alleen gebruiken
voor het snoeien (snoeien of
terugsnoeien van takken). Alleen in hout
en houtige voorwerpen zagen.
Het gebruik van het motorapparaat voor
andere doeleinden is niet toegestaan en
kan leiden tot ongelukken of schade aan
het motorapparaat. Geen wijzigingen
aan het product aanbrengen – ook dit
kan leiden tot ongelukken of schade aan
het motorapparaat.
Met betrekking tot deze
handleiding
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Er zijn extra veiligheids-
maatregelen nodig
tijdens het werken met de
elektrische hoogsnoeier,
omdat met een zeer hoge
kettingsnelheid wordt
gewerkt, de zaagtanden
zeer scherp zijn en omdat
het apparaat een grote
reikwijdte heeft.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruik-
neming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
HTE 60
Nederlands
222
Alleen die zaagbladen, zaagkettingen,
kettingtandwielen of toebehoren
monteren die door STIHL voor dit
motorapparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij
vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer.
Alleen hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert originele
STIHL gereedschappen, zaagbladen,
zaagkettingen, kettingtandwielen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het product
en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen
hogedrukreiniger gebruiken. Door de
harde waterstraal kunnen onderdelen
van het apparaat worden beschadigd.
Het apparaat niet met water afspuiten.
Het gebruik van niet-geschikte
verlengkabels kan leiden tot gevaarlijke
situaties.
Bij gebruik van een verlengkabel moet
er op de minimale doorsnede van de
afzonderlijke aders worden gelet (zie
"Apparaat in gebruik nemen").
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
WAARSCHUWING
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor
vallende voorwerpen.
STIHL biedt een omvangrijk programma
aan persoonlijke beschermuitrusting
aan.
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Altijd de kettingbeschermer aanbrengen
– ook bij het vervoer over korte
afstanden.
Het motorapparaat alleen
uitgebalanceerd aan de steel/maaiboom
dragen.
In auto's: Het apparaat tegen kantelen
en beschadiging beveiligen.
Voor de werkzaamheden
Controleren of het motorapparaat in
goede staat verkeert – het betreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
Correct gemonteerd zaagblad
Correct gespannen zaagketting
De kleding moet doelma-
tig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding
met bescherming tegen
snijwonden – combipak,
geen stofjas.
Geen kleding dragen
waarmee men aan tak-
ken, struiken of de
bewegende delen van
het apparaat kan blijven
haken. Ook geen sjaal,
das en sieraden dragen.
Lang haar in een paar-
denstaart dragen en
vastzetten (hoofddoek,
muts, helm enz.).
Veiligheidslaarzen met
protectie tegen snijwon-
den, een stroeve, slipvrije
zool en stalen neus
dragen.
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheids-
bril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop let-
ten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Robuuste werkhand-
schoenen van slijtvast
materiaal dragen (bijv.
leer).
247BA015 KN
HTE 60
Nederlands
223
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
De handgrepen moeten schoon en
droog, olie- en vuilvrij zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
De spanning en de frequentie van het
apparaat (zie typeplaatje) moeten
corresponderen met de spanning en de
frequentie van het lichtnet.
Bij het gebruik van de elektrische
hoogsnoeier in de open lucht moet de
contactdoos met een aardlekschakelaar
zijn uitgerust, resp. bij het aansluiten
moet een aardlekschakelaar worden
tussengeschakeld. Nadere informatie is
verkrijgbaar bij uw elektro-installateur.
Bijzonder belangrijk zijn netkabel,
netsteker, schakelaar en aansluitkabel.
Beschadigde kabels, koppelingen en
stekers of netkabels die niet aan de
voorschriften voldoen mogen niet
worden gebruikt.
Contactdozen van verlengkabels
moeten spatwaterdicht zijn.
Het motorapparaat mag alleen in
technisch goede staat worden gebruikt
kans op ongelukken!
Apparaat vasthouden en bedienen
Het motorapparaat altijd met beide
handen vasthouden – rechterhand op
het handgreephuis – linkerhand op de
steel, ook linkshandigen.
Voor een goede geleiding het
handgreephuis en de steel stevig met de
duimen omsluiten.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in
noodgevallen de motor direct
uitschakelen en de netsteker uit de
contactdoos trekken.
Het motorapparaat wordt slechts door
één persoon bediend – geen andere
personen toelaten in de directe
werkomgeving – ook niet tijdens het
inschakelen.
Bij het inschakelen mag de zaagketting
geen voorwerpen en ook niet de grond
raken – kans op beschadiging.
Attentie!
Binnen een straal van 15 m mogen zich
geen andere personen ophouden kans
op letsel – door vallende takken en
weggeslingerde houtspanen!
Deze afstand ook ten opzichte van
andere objecten (auto's, ruiten)
aanhouden – kans op materiële schade!
Met de zaagbladneus een minimale
afstand van 15 m ten opzichte van
elektriciteitskabels aanhouden. Bij
Bij beschadiging van de
aansluitkabel direct de
netsteker uit de contact-
doos trekken – gevaar
voor elektrische
schokken!
247BA002 KN
Dit motorapparaat is niet
geïsoleerd. Minstens
15 m afstand ten
opzichte van elektrici-
teitskabels aanhouden
levensgevaar door elek-
trische schok!
15m (50ft)
15m (50ft)
HTE 60
Nederlands
224
hoogspanningskabels kan een
vonkoverslag ook over een grotere
afstand voorkomen. Bij werkzaamheden
in de directe omgeving van
elektriciteitskabels moet de stroom
worden uitgeschakeld.
Voor het vervangen van de zaagketting
de motor uitschakelen – kans op letsel!
De elektrische hoogsnoeier alleen voor
die toepassingen gebruiken, die in de
handleiding staan aangegeven.
Het motorapparaat bij regen niet in de
open lucht laten liggen.
De netsteker nooit uit de contactdoos
trekken door aan de netkabel te trekken,
maar door de netsteker vast te pakken!
De kabelhaspel altijd geheel afwikkelen,
om brandgevaar door oververhitting te
voorkomen.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
Op obstakels letten: Boomstronken,
wortels – kans op struikelen!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
Altijd een hoogwerker gebruiken
Nooit op een ladder of staande in de
boom werken
Nooit op onstabiele plaatsen
werken
Nooit met één hand werken
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Het tijdens het zagen opdwarrelende
stof (bijv. houtstof) kan schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij sterke
stofontwikkeling een stofmasker dragen.
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist de
bedrijfszekerheid controleren – zie ook
"Voor de werkzaamheden".
Vooral de correcte werking van de
veiligheidsinrichtingen controleren.
Motorapparaten die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Van takken ontdoen
Het motorapparaat schuin houden, niet
direct onder de af te zagen tak staan.
Een hoek van 60° ten opzichte van de
grond niet overschrijden. Op vallend
hout letten.
Het werkterrein vrij houden – gevallen
twijgen en takken opruimen.
Voor het doorzagen van takken de
vluchtweg bepalen en obstakels
opruimen.
Bij regen en ook in een
natte of zeer vochtige
omgeving niet met de
elektrische hoogsnoeier
werken – de elektromo-
tor is niet waterdicht –
kans op elektrische
schokken en kortsluiting!
247BA017 KN
HTE 60
Nederlands
225
Bij de zaagsnede het huis tegen de tak
plaatsen. Dit voorkomt schokachtige
bewegingen van het motorapparaat bij
het begin van de zaagsnede.
Het motorapparaat alleen met
draaiende zaagketting in de zaagsnede
drukken.
Alleen met een goed geslepen en
correct gespannen zaagketting werken
– dieptebegrenzerafstand niet te groot.
De zaagsnede van boven naar beneden
aanbrengen – voorkomt het
vastklemmen van de zaag in de
zaagsnede.
Bij dikke, zware takken
ontlastingszaagsnede aanbrengen (zie
"Gebruik").
Onder spanning staande takken alleen
uiterst voorzichtig doorzagen – kans op
letsel! Altijd eerst aan de drukzijde een
ontlastingszaagsnede aanbrengen,
vervolgens aan de trekzijde de
zaagsnede aanbrengen – voorkomt het
vastklemmen van de zaag in de
zaagsnede.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd hout – kans op letsel door
afgescheurde stukken hout!
Op hellingen altijd boven of aan de
zijkant van de door te zagen tak staan.
Op naar beneden rollende takken letten.
Aan het einde van de zaagsnede wordt
het motorapparaat niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van het apparaat opnemen –
kans op verlies van de controle!
Het motorapparaat alleen met een
draaiende zaagketting uit de zaagsnede
trekken.
Het motorapparaat alleen gebruiken om
te snoeien, niet om te vellen – kans op
ongelukken!
Geen andere voorwerpen met de
zaagketting in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen.
Als een draaiende zaagketting contact
maakt met een steen of een ander hard
voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
hoogsnoeier niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
De netkabel zo neerleggen, dat deze
niet kan worden beschadigd en niemand
in gevaar kan worden gebracht. Bij een
in elkaar gedraaide aansluitkabel: de
netsteker uit de contactdoos trekken –
de kabel uit de knoop halen.
De netkabel zo neerleggen dat deze niet
door de draaiende zaagketting kan
worden geraakt.
De netkabel niet langs randen, punten of
scherpe voorwerpen laten schuren. De
netkabel niet in deur- of
raamsponningen inklemmen.
Voor het vervoer van het apparaat over
een korte afstand, bijv. naar een andere
werkplek: apparaat uitschakelen!
(Schakelaar loslaten)
Voor het achterlaten van de elektrische
hoogsnoeier: apparaat uitschakelen –
de netsteker lostrekken!
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
246BA032 KN
HTE 60
Nederlands
226
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Voor alle werkzaamheden aan het
apparaat altijd het apparaat
uitschakelen en de netsteker lostrekken.
Door het onbedoeld aanlopen van de
motor – kans op letsel!
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan het
apparaat. Bij vragen contact opnemen
met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Geen wijzigingen aan het
motorapparaat aanbrengen – de
veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht – kans op ongelukken!
De netkabel en de netsteker regelmatig
op goede isolatie en veroudering (breuk)
controleren.
Elektrische componenten, zoals bijv. de
netkabel mogen alleen door elektriciens
worden gerepareerd, resp. vervangen.
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Het apparaat niet met water afspuiten.
De koelluchtsleuven in het motorhuis
indien nodig reinigen.
Slijphandleiding in acht nemen – voor
een veilig en correct gebruik, de
zaagketting en het zaagblad altijd in een
goede staat houden, de zaagketting
correct geslepen, gespannen en
voldoende gesmeerd.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel tijdig verwisselen.
De kettingolie alleen in de
voorgeschreven en van het juiste
opschrift voorziene jerrycans bewaren.
Het apparaat veilig in een droge ruimte
opslaan.
Voorbereiding
N Geschikte veiligheidskleding
dragen, op de
veiligheidsvoorschriften letten
Zaagvolgorde
Om het vallen van de afgezaagde
takken te vergemakkelijken, moeten de
onderste takken eerst worden
afgezaagd. Zware takken (met een grote
diameter) in onder controle te houden
stukken afzagen.
WAARSCHUWING
Nooit onder de tak gaan staan waaraan
wordt gewerkt – op de ruimte voor de
vallende takken letten! – Op de grond
vallende takken kunnen opspringen –
kans op letsel!
Milieuverantwoord afvoeren
De afgezaagde takken niet bij het
huisvuil gooien – de takken kunnen
worden gecomposteerd!
Werktechniek
De rechterhand op het handgreephuis,
de linkerhand op de steel bij een
praktisch gestrekte arm in een
makkelijke stand.
Gebruik
HTE 60
Nederlands
227
De aanzethoek moet altijd 60° of kleiner
zijn!
De krachtsinspanning is het kleinst bij
een aanzethoek van 60°.
Bij verschillende toepassingen kan van
deze hoek worden afgeweken.
Zaagsnede
Het huis tegen de tak plaatsen en de
zaagsnede van boven naar beneden
aanbrengen – voorkomt het inklemmen
van de zaagketting in de zaagsnede.
Ontlastingszaagsnede
Om te voorkomen dat de schors bij
dikkere takken losscheurt, aan de
onderzijde een
N Ontlastingszaagsnede (1)
aanbrengen, hiertoe het
zaaggarnituur tegen de tak plaatsen
en het zaagblad boogvormig tot aan
de zaagbladneus naar beneden
geleiden
N Zaagsnede (2) aanbrengen hierbij
het huis tegen de tak plaatsen
Juiste zaagtechniek bij dikke takken
N Bij een takdiameter van boven de
10 cm eerst een
voorzaagsnede (3), met een
ontlastingszaagsnede en een
zaagsnede op een afstand (A) van
ca. 20 cm voor de gewenste
zaagsnede aanbrengen, daarna de
definitieve zaagsnede (4) met
ontlastingszaagsnede en
zaagsnede op de gewenste plaats
uitvoeren
247BA018 KN
246BA032 KN
2
1
246BA033 KN
3
4
A
390BA024 KN
HTE 60
Nederlands
228
Zagen boven obstakels
Door de grote reikwijdte kunnen takken
ook boven hindernissen, zoals bijv.
sloten, worden afgezaagd. De
aanzethoek is afhankelijk van de stand
van de tak.
Zagen vanuit een hoogwerker
Door de grote reikwijdte kunnen takken
direct op de stam worden afgezaagd
zonder daarbij andere takken met de
hoogwerker te beschadigen. De
aanzethoek is afhankelijk van de stand
van de tak.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel vormen het
zaaggarnituur.
Het meegeleverde zaaggarnituur is
optimaal afgestemd op de hoogsnoeier.
De steek (t) van de zaagketting (1),
van het kettingtandwiel en van het
neustandwiel van het Rollomatic-
zaagblad moeten met elkaar
corresponderen
De dikte van de aandrijfschakels (2)
van de zaagketting (1) moet
corresponderen met de
groefbreedte van het zaagblad (3)
Bij het combineren van componenten
die niet bij elkaar passen, kan het
zaaggarnituur reeds na een korte
gebruiksduur onherstelbaar worden
beschadigd.
Kettingbeschermer
Tot de leveringsomvang behoort een bij
het zaaggarnituur passende
kettingbeschermer.
Bij het gebruik van zaagbladen op een
hoogsnoeier moet altijd een passende
kettingbeschermer worden gebruikt, die
het complete zaagblad afdekt.
Op de kettingbeschermer is aan de
zijkant de lengte van het hierbij
passende zaagblad ingestempeld.
247BA019 KN
Zaaggarnituur
001BA248 KN
1
2
3
a
001BA244 KN
HTE 60
Nederlands
229
Kettingtandwieldeksel uitbouwen
N De moer losdraaien en het
kettingtandwieldeksel wegnemen
N Bout (1) rechtsom draaien, tot de
spanschuif (2) rechts tegen de
uitsparing van het carter ligt.
Zaagketting op het zaagblad plaatsen
WAARSCHUWING
Veiligheidshandschoenen aantrekken –
kans op letsel door de scherpe
zaagtanden.
N Zaagketting aanbrengen – te
beginnen bij de zaagbladneus
N Het zaagblad over de bout (3) en de
fixeerboring (4) over de tap op de
spanschuif plaatsen – gelijktijdig de
zaagketting over het
kettingtandwiel (5) leggen
N Bout (1) linksom draaien, totdat de
zaagketting aan de onderzijde nog
maar iets doorhangt en de nokken
van de aandrijfschakels in de groef
van het zaagblad liggen
N Het kettingtandwieldeksel weer
aanbrengen en de moer handvast
draaien
N Verder met "Zaagketting spannen"
Zaagblad en zaagketting
monteren
246BA021 KN
1
2
246BA022-A1
390BA003 KN
1
4
3
246BA023 A1
5
HTE 60
Nederlands
230
Voor het naspannen tijdens het werk:
N Motor uitschakelen en de netsteker
lostrekken
N Moer losdraaien
N Zaagblad bij de neus optillen
N Met behulp van een
schroevendraaier de bout (1)
linksom draaien, tot de zaagketting
tegen de onderzijde van het
zaagblad ligt
N Het zaagblad verder oplichten en de
moer vastdraaien
N Verder: zie "Zaagkettingspanning
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait!
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"
N Motor uitschakelen en de netsteker
lostrekken
N Veiligheidshandschoenen
aantrekken
N De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen
en met de hand over het zaagblad
kunnen worden getrokken
N Indien nodig, zaagketting
naspannen
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"
Voor een automatische, duurzame
smering van zaagketting en zaagblad –
alleen milieuvriendelijke kwaliteits-
kettingsmeerolie gebruiken – bij
voorkeur het biologisch snel
afbreekbare STIHL BioPlus.
LET OP
Biologische kettingsmeerolie moet over
goede eigenschappen tegen
veroudering beschikken (bijv. STIHL
BioPlus). Olie met minder goede
eigenschappen tegen veroudering neigt
tot snel verharsen. De gevolgen zijn
vaste, moeilijk verwijderbare
afzettingen, vooral ter hoogte van de
kettingaandrijving en op de zaagketting
tot aan het blokkeren van de oliepomp.
De levensduur van zaagkettingen en
zaagbladen wordt wezenlijk beïnvloed
door de kwaliteit van de smeerolie –
daarom alleen speciale kettingsmeerolie
gebruiken.
WAARSCHUWING
Geen afgewerkte olie gebruiken!
Afgewerkte olie kan bij langdurig en
veelvuldig huidcontact huidkanker
veroorzaken en is schadelijk voor het
milieu!
LET OP
Afgewerkte olie beschikt niet over de
noodzakelijke smeereigenschappen en
is ongeschikt voor de kettingsmering.
Zaagketting spannen
1
246BA024 KN
Zaagkettingspanning
controleren
246BA025 KN
Kettingsmeerolie
HTE 60
Nederlands
231
Apparaat voorbereiden
N De tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken grondig reinigen,
zodat er geen vuil in de olietank valt
N Het apparaat zo neerleggen dat de
tankdop naar boven is gericht
Openen
N Beugel opklappen
N Tankdop verdraaien (ca. 1/4 slag)
De markeringen op de tankdop en de
olietank moeten met elkaar
corresponderen
N Tankdop wegnemen
Kettingolie bijvullen
N Kettingolie bijvullen
Bij het tanken geen kettingolie morsen
en de tank niet tot aan de rand vullen.
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor kettingolie (speciaal toebehoren).
Sluiten
Beugel staat verticaal:
N Tankdop aanbrengen – de
markeringen op de tankdop en de
olietank moeten met elkaar
corresponderen
N De tankdop tot aan de aanslag naar
beneden drukken
N Tankdop ingedrukt houden en
rechtsom draaien tot deze vastklikt
Kettingolie bijvullen
246BA026 KN
0000,GXX-0135-A0 KN
0000-GXX-0136-A0
0000-GXX-0137-A0 KN
0000-GXX-0138-A0 KN
0000-GXX-0137-A0 KN
0000-GXX-0139-A0 KN
HTE 60
Nederlands
232
In deze stand staan de markeringen op
de tankdop en de olietank met elkaar in
lijn
N Beugel inklappen
Tankdop is vergrendeld
Als de inhoud van de olietank niet
terugloopt, kan er een storing in het
smeersysteem zijn: kettingsmering
controleren, oliekanalen reinigen,
eventueel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. STIHL adviseert
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Als de tankdop niet in de olietank kan
worden vergrendeld
is het onderste deel ten opzichte van het
bovenste deel verdraaid.
N De tankdop van de olietank nemen
en vanaf de bovenzijde controleren
N De tankdop aanbrengen en zover
linksom draaien tot deze in de zitting
van de vulpijp aangrijpt
N De tankdop verder linksom draaien
(ca. 1/4 slag) – het onderste deel
van de tankdop wordt hierdoor in de
juiste stand gedraaid
N De tankdop rechtsom draaien en
sluiten – zie hoofdstuk "Sluiten"
0000-GXX-0140-A0 KN
0000-GXX-0141-A0 KN
0000-GX-0142 A0 KN
Links: onderste deel van de
tankdop verdraaid – de bin-
nenliggende markering (1)
ligt in lijn met de buitenste
markering
Rechts: onderste deel van de
tankdop in de juiste stand –
binnenliggende markering
ligt onder de beugel. Deze
ligt niet in lijn met de buiten-
ste markering
002BA584 KN
1
0000-GXX-0136-A0
HTE 60
Nederlands
233
De zaagketting moet altijd iets olie
wegslingeren.
LET OP
Nooit zonder kettingsmering werken! Bij
een droog lopende ketting zal het
zaaggarnituur binnen de kortste tijd
onherstelbaar worden beschadigd. Voor
het begin van de werkzaamheden altijd
de kettingsmering en het oliepeil in de
tank controleren.
Elke nieuwe zaagketting heeft een
inlooptijd van 2 tot 3 minuten nodig.
Na het inlopen de kettingspanning
controleren en indien nodig corrigeren
zie "Zaagkettingspanning controleren".
De spanning en de frequentie van het
apparaat (zie typeplaatje) moeten
corresponderen met de spanning en de
frequentie van het elektriciteitsnet.
De minimale beveiliging (zekering) van
de netaansluiting moet overeenkomstig
de technische gegevens zijn uitgevoerd
– zie "Technische gegevens".
Het apparaat moet via een
aardlekschakelaar op het
elektriciteitsnet worden aangesloten, die
de stroomtoevoer onderbreekt als de
aardlekstroom hoger is dan 30 mA.
De netkabel moet voldoen aan
IEC 60364 en aan de nationale
voorschriften.
Verlengkabel
De verlengkabel moet qua constructie
ten minste voldoen aan dezelfde
eigenschappen als de netkabel van het
apparaat. Op de codering
(typebenaming) van de netkabel letten.
De aders in de kabel moeten, afhankelijk
van de netspanning en de kabellengte,
de vermelde minimale doorsnede
hebben.
N Netsteker (1) in de contrasteker (2)
van de verlengkabel steken
Trekontlasting
De trekontlasting beschermt de
aansluitkabel tegen beschadiging.
Kettingsmering controleren
246BA027 KN
Apparaat op het lichtnet
aansluiten
Kabellengte Minimale
doorsnede
220 V – 240 V:
tot 20 m 1,5 mm
2
20 m tot 50 m 2,5 mm
2
100 V – 127 V:
tot 10 m AWG 14/2,0 mm
2
10 m tot 30 m AWG 12/3,5 mm
2
238BA008 KN
1
2
HTE 60
Nederlands
234
N Met de verlengkabel een lus (3)
vormen
N Lus (3) door de opening (4) steken
N De lus (3) over de haak (5) geleiden
en vaststeken
N De steker van de verlengkabel in
een volgens de
installatievoorschriften aangesloten
contactdoos steken
Optioneel kan een draagstel (speciaal
toebehoren) worden gebruikt.
Type en uitvoering van het draagstel zijn
afhankelijk van het exportland.
Enkele schouderriem omdoen
N Enkel draagstel (1) omdoen
N De riemlengte zo afstellen dat de
karabijnhaak (2) gelijkligt met de
rechterheup als het apparaat aan
de riem is gehangen
N Een veilige en stabiele houding
aannemen
N Het apparaat met beide handen
vasthouden – rechterhand op het
handgreephuis – linkerhand op de
steel
N Rechtop staan – het apparaat
ontspannen vasthouden en altijd
rechts van het lichaam houden
N De zaagketting en het zaagblad niet
op de grond plaatsen
N Inschakelblokkering (1) indrukken
en vasthouden
N Schakelaar (2) indrukken
4
238BA009 KN
5
3
Draagstel omdoen
1
247BA007 KN
2
Apparaat inschakelen
247BA020 KN
HTE 60
Nederlands
235
N De schakelaar en de
inschakelblokkering loslaten
WAARSCHUWING
De zaagketting draait nog even door als
de schakelaar en de
inschakelblokkering worden losgelaten
naloopeffect!
Bij langere onderbrekingen – de
netsteker uit de contactdoos trekken.
Als het motorapparaat niet meer wordt
gebruikt, het apparaat zo opbergen dat
niemand in gevaar kan worden
gebracht.
Het motorapparaat zo opbergen dat
onbevoegden er geen toegang toe
hebben.
Het apparaat is uitgevoerd met een
overbelastingsschakelaar.
De overbelastingsschakelaar
onderbreekt de stroomtoevoer bij
mechanische overbelasting, bijv. door
Te hoge aanzetdruk
"Wurgen" van het toerental
Vastklemmen van de zaagketting in
de zaagsnede
Als de overbelastingsbeveiliging de
stroomtoevoer heeft onderbroken:
N Zaagblad uit de zaagsnede trekken
N Voor het opnieuw inschakelen circa
3 minuten wachten tot de
overbelastingsschakelaar is
afgekoeld
Gedurende deze tijd het apparaat niet
inschakelen omdat dit de afkoeltijd
aanzienlijk verlengt.
Nadat het apparaat weer aanloopt:
N Circa 15 seconden zonder belasting
laten draaien – hierdoor worden de
wikkelingen van de motor gekoeld
en een opnieuw aanspreken van de
overbelastingsschakelaar
aanzienlijk vertraagd
Tijdens de werkzaamheden
Oliepeil regelmatig controleren
Nooit met een lege olietank werken.
Kettingspanning regelmatig controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
In koude staat
De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen,
maar moet met de hand nog over het
zaagblad kunnen worden getrokken.
Indien nodig, de zaagketting spannen –
zie hoofdstuk "Zaagketting spannen".
Op bedrijfstemperatuur
De zaagketting zet uit en hangt door. De
aandrijfschakels aan de onderzijde van
het zaagblad mogen niet uit de groef
komen de zaagketting kan anders van
het zaagblad lopen. Zaagketting
spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting
spannen".
LET OP
Bij het afkoelen krimpt de zaagketting.
Een niet-ontspannen zaagketting kan de
aandrijfas en de lagers beschadigen.
Apparaat uitschakelen Overbelastingsbeveiliging Gebruiksvoorschriften
HTE 60
Nederlands
236
Na de werkzaamheden
N Zaagketting ontspannen als deze
tijdens de werkzaamheden bij
bedrijfstemperatuur werd
gespannen
LET OP
De zaagketting na beëindiging van de
werkzaamheden beslist weer
ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de
zaagketting. Een niet-ontspannen
zaagketting kan de aandrijfas en de
lagers beschadigen.
Bij langdurige buitengebruikstelling
Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan"
N Zaagblad omkeren – steeds nadat
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld om eenzijdige
slijtage te voorkomen, vooral bij de
zaagbladneus en aan de onderzijde
N Olietoevoerboring (1),
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
N Groefdiepte meten – met behulp
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Als de groef niet ten minste zo diep is:
N Zaagblad vervangen
De aandrijfschakels raken anders de
bodem van de groef hierdoor liggen de
tandvoet en de verbindingsschakels niet
meer op de randen van de
zaagbladgroef.
Zaagblad in goede staat
houden
Kettingtype Kettingsteek Minimale
groefdiepte
Picco 1/4" P 4,0 mm
(0,16")
1
2
3
246BA028 KN
HTE 60
Nederlands
237
Bij buitengebruikstelling vanaf ca.
3 maanden
N Netsteker uit de contactdoos
trekken
N Zaagketting en zaagblad
wegnemen, schoonmaken en met
conserveringsolie inspuiten
N Bij gebruik van biologische
kettingsmeerolie (bijv. STIHL
BioPlus) de olietank geheel vullen
N Het apparaat op een droge en
veilige plaats opslaan. Beschermen
tegen onbevoegd gebruik (bijv. door
kinderen)
N Het kettingtandwieldeksel, de
zaagketting en het zaagblad
wegnemen
Kettingtandwiel vervangen
Na het verbruik van twee
zaagkettingen of eerder
Als de inloopsporen (a) dieper zijn
dan 0,5 mm (0,02 inch) – anders
wordt de levensduur van de
zaagketting nadelig beïnvloed –
voor controle het kaliber (speciaal
toebehoren) gebruiken
Het kettingtandwiel heeft een langere
levensduur als er afwisselend met twee
zaagkettingen wordt gewerkt.
STIHL adviseert originele STIHL
kettingtandwielen te monteren.
Het kettingtandwiel wordt via een
slipkoppeling aangedreven. Het
vervangen van het kettingtandwiel moet
worden uitgevoerd door een STIHL
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Apparaat opslaan Kettingtandwiel controleren
en vervangen
a
000BA054 KN
246BA029 KN
HTE 60
Nederlands
238
Moeiteloos zagen met een correct
geslepen/aangescherpte zaagketting
Een goed geslepen/aangescherpte
zaagketting trekt zichzelf al bij een
geringe aanlegdruk moeiteloos in het
hout.
Niet met een botte of beschadigde
zaagketting werken – dit leidt tot een
zwaardere lichamelijke belasting, een
hogere trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een
hoge slijtage.
N Zaagketting reinigen
N Zaagketting op scheurtjes en
beschadigde klinknagels
controleren
N Beschadigde of versleten
kettingdelen vervangen en deze
delen qua vorm en slijtagegraad
aan de overige kettingdelen
aanpassen – overeenkomstig
nabewerken
Zaagkettingen met hardmetalen
snijplaatjes (Duro) zijn zeer slijtvast.
Voor een optimaal slijpresultaat
adviseert STIHL de STIHL dealer.
WAARSCHUWING
De hierna genoemde hoeken en maten
moeten beslist worden aangehouden.
Een verkeerd geslepen zaagketting –
vooral een te lage dieptebegrenzer –
kan leiden tot een verhoogde neiging tot
terugslag van de hoogsnoeier kans op
letsel!
De zaagketting kan op het zaagblad niet
worden geblokkeerd. Wij adviseren dan
ook, de zaagketting voor het slijpen van
het zaagblad te nemen en op een
stationair slijpapparaat (FG 2, HOS,
USG) te slijpen.
Kettingsteek
Op elke zaagtand is vlak bij de
dieptebegrenzer de codering (a) voor de
kettingsteek gestempeld.
De indeling van de vijldiameter vindt
plaats aan de hand van de kettingsteek
– zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen".
De hoeken op de zaagtand moeten bij
het slijpen worden aangehouden.
Aanscherp- en voorsnijvlakhoek
A aanscherphoek
STIHL zaagkettingen worden
geslepen/aangescherpt met een
aanscherphoek van 30°. Uitzondering
hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°.
Langszaagkettingen hebben een X in de
benaming.
B voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven
vijlhouder en vijldiameter wordt
automatisch de juiste voorsnijvlakhoek
verkregen.
De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke
hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van
de zaagketting, sterke slijtage – tot aan
het breken van de zaagketting.
Zaagketting onderhouden en
slijpen
Codering (a) Kettingsteek
inch mm
71/4P6,35
689BA027 KN
a
Beiteltandvormen Hoek (°)
AB
Micro = halve beiteltand
bijv. 63 PM3, 26 RM3,
71 PM3
30 75
A
B
689BA021 KN
HTE 60
Nederlands
239
Vijlhouder
N Vijlhouder gebruiken
De zaagkettingen met de hand
uitsluitend met behulp van een
vijlhouder (speciaal toebehoren, zie
tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") aanscherpen.
Vijlhouders zijn voorzien van
aanscherphoekmerktekens.
Alleen speciale zaagkettingvijlen
gebruiken! Andere vijlen zijn door hun
vorm en kapping ongeschikt.
Ter controle van de hoeken
STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren,
zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") – een universeel
gereedschap voor de controle van de
aanscherp- en voorsnijvlakhoek,
dieptebegrenzerafstand, tandlengte,
groefdiepte en voor het reinigen van de
groef en de olietoevoerboringen.
Correct slijpen/aanscherpen
N Het gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen aan de hand
van de kettingsteek kiezen
N Bij gebruik van de apparaten FG 2,
HOS en USG: zaagketting van het
zaagblad nemen en volgens de
handleiding van het apparaat
slijpen/aanscherpen
N Het zaagblad eventueel inspannen
N Regelmatig slijpen/aanscherpen,
weinig materiaal wegnemen – voor
het gebruikelijke aanscherpen zijn
meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
N De vijl geleiden: horizontaal (in een
rechte hoek ten opzichte van het
zijvlak van het zaagblad)
overeenkomstig de voorgeschreven
hoeken – aan de hand van de
markeringen op de vijlhouder – de
vijlhouder op het tanddak en op de
dieptebegrenzer plaatsen
N Alleen van binnen naar buiten vijlen
N De vijl grijpt alleen aan bij de
voorwaartse streek – bij het
achteruit geleiden de vijl optillen
N Verbindings- en aandrijfschakels
niet afvijlen
N De vijl regelmatig iets verdraaien,
om eenzijdige slijtage te voorkomen
N De bramen die bij het vijlen ontstaan
verwijderen met behulp van een
stuk hardhout
N De hoeken met behulp van het
vijlkaliber controleren
Alle zaagtanden moeten even lang zijn.
689BA025 KN
001BA203 KN
689BA018 KN
90°
689BA043 KN
HTE 60
Nederlands
240
Bij verschillende zaagtandlengtes zijn
ook de tandhoogtes verschillend,
hetgeen leidt tot een ruw draaiende
zaagketting en zelfs tot het breken van
de ketting.
N Alle zaagtanden tot op de lengte
van de kortste zaagtand terugvijlen
– bij voorkeur door een
geautoriseerde dealer laten
uitvoeren met een elektrisch
slijpapparaat
Dieptebegrenzerafstand
De dieptebegrenzer bepaalt de diepte
van de zaagsnede in het hout en
daarmee de spaandikte.
a richtafstand tussen de
dieptebegrenzer en snijkant
Bij het zagen in zacht hout buiten de
vorstperiode kan de afstand met
maximaal 0,2 mm (0,008") worden
vergroot.
Dieptebegrenzer afvijlen
De dieptebegrenzerafstand wordt
kleiner bij het aanscherpen van de
zaagtanden.
N De dieptebegrenzerafstand telkens
na het aanscherpen controleren
N Het bij de kettingsteek passende
vijlkaliber (1) op de zaagketting
plaatsen en bij de te controleren
zaagtand aandrukken – als de
dieptebegrenzer boven het
vijlkaliber uitsteekt moet de
dieptebegrenzer worden nabewerkt
Zaagkettingen met knobbel-
aandrijfschakel (2) – bovenste deel van
de knobbel-aandrijfschakel (2) (met
servicemarkering) wordt gelijktijdig met
de dieptebegrenzer van de zaagtand
bewerkt.
WAARSCHUWING
Het overige deel van de knobbel-
aandrijfschakel mag niet worden
bewerkt, omdat dan de neiging tot
terugslag van het apparaat zou worden
verhoogd.
N De dieptebegrenzer nabewerken tot
deze gelijkligt met het vijlkaliber
N Aansluitend hierop evenwijdig aan
de servicemarkering (zie pijl) het
dak van de dieptebegrenzer schuin
afvijlen – hierbij het hoogste punt
van de dieptebegrenzer niet verder
terugzetten
WAARSCHUWING
Te lage dieptebegrenzers verhogen de
neiging tot terugslag van het apparaat.
Kettingsteek Dieptebegrenzer
Afstand (a)
inch (mm) mm (inch)
1/4 P (6,35) 0,45 (0.018)
689BA023 KN
a
2
689BA061 KN
1
689BA051 KN
689BA044 KN
HTE 60
Nederlands
241
N Het vijlkaliber op de zaagketting
plaatsen – het hoogste punt van de
dieptebegrenzer moet gelijkliggen
met het vijlkaliber
N Na het slijpen/aanscherpen de
zaagketting grondig reinigen,
aanhechtende vijlspanen of slijpsel
verwijderen – de zaagketting
intensief smeren
N Bij langere werkonderbrekingen de
zaagketting reinigen en ingeolied
bewaren
689BA052 KN
Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen (speciaal toebehoren)
Kettingsteek Ronde vijl ^ Ronde vijl Vijlhouder Vijlkaliber Platte vijl Slijp-,
aanscherpset
1)
inch (mm) mm (inch) onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
1/4 P (6,35) 3,2 (1/8) 5605 771 3206 5605 750 4300 0000 893 4005 0814 252 3356 5605 007 1000
1)
Bestaande uit vijlhouder met ronde vijl, platte vijl en vijlkaliber
HTE 60
Nederlands
242
Onderhouds- en reinigingsvoorschriften
Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden. Onder zware
omstandigheden (sterke stofoverlast, hout met veel harsvorming, tropisch hout enz.) en bij
langere dagelijkse werktijden dienen de opgegeven intervallen navenant te worden verkort.
Bij slechts incidenteel gebruik kunnen de intervallen overeenkomstig worden verlengd.
Voor begin van de
werkzaamheden
Na beëindigen van de werk-
zaamheden, resp. dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Jaarlijks
Bij storingen
Bij beschadiging
Indien nodig
Kettingsmering controleren X
Zaagketting
controleren, ook op het scherp zijn letten X
De kettingspanning controleren X
slijpen/aanscherpen X
Zaagblad
controleren (slijtage, beschadiging) X
reinigen en omkeren XX
bramen verwijderen X
vervangen XX
Kettingtandwiel
controleren X
vervangen X
Veiligheidssticker vervangen X
HTE 60
Nederlands
243
Het aanhouden van de voorschriften in
deze handleiding voorkomt overmatige
slijtage en schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het
apparaat moeten net zo zorgvuldig
plaatsvinden als staat beschreven in de
handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk
voor alle schade die door het niet in acht
nemen van de veiligheids-, bedienings-
en onderhoudsaanwijzingen wordt
veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder
voor:
niet door STIHL vrijgegeven
wijzigingen aan het product
het gebruik van gereedschappen of
toebehoren die niet voor het
apparaat zijn vrijgegeven, niet
geschikt of kwalitatief
minderwaardig zijn
het niet volgens voorschrift
gebruikmaken van het apparaat
gebruik van het apparaat bij
sportmanifestaties of wedstrijden
vervolgschade door het blijven
gebruiken van het apparaat met
defecte onderdelen
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk „Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften“ vermelde
werkzaamheden moeten regelmatig
worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door
de gebruiker zelf kunnen worden
uitgevoerd, moeten deze worden
overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over technische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of
onvakkundig worden uitgevoerd kan er
schade ontstaan waarvoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren
onder andere:
schade aan de elektromotor ten
gevolge van niet tijdig of niet correct
uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden (bijv.
onvoldoende reiniging van de
koelluchtgeleiding)
schade door verkeerde elektrische
aansluiting (spanning, te lichte
bedrading)
corrosie- en andere vervolgschade
ten gevolge van onjuiste opslag
schade aan het apparaat ten
gevolge van gebruik van kwalitatief
minderwaardige onderdelen
Aan slijtage blootstaande onderdelen
Sommige onderdelen van het apparaat
staan ook bij gebruik volgens de
voorschriften aan normale slijtage bloot
en moeten, afhankelijk van de
toepassing en de gebruiksduur, tijdig
worden vervangen. Hiertoe behoren
onder andere:
Zaagketting, zaagblad
Kettingtandwiel
Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
HTE 60
Nederlands
244
1 Handvatrubber
2 Draagoog
3 Inschakelblokkering
4 Schakelaar
5 Aansluitkabel
6 Oilomatic-zaagketting
7 Zaagblad
8 Tankdop
9 Olietank
10 Steel/maaiboom
11 Kettingbeschermer
12 Kettingtandwieldeksel
13 Haak
14 Kettingspanner
15 Kettingtandwiel
16 Trekontlasting
Belangrijke componenten
2
3
4
16
247BA022 KN
13
11
12
6
7
9
8
1
5
10
HTE 60
Nederlands
245
Motor
Kettingsmering
Toerentalafhankelijke, volautomatische
oliepomp met roterende plunjer
Gewicht
Zaaggarnituur
De werkelijke zaagbladlengte kan
kleiner zijn dan de vermelde
zaagbladlengte.
Zaagbladen Rollomatic E Mini
Zaagketting 1/4" P
Kettingtandwiel
Geluids- en trillingswaarden
Gedetailleerde gegevens m.b.t. de
arbo-wetgeving voor wat betreft
trillingen 2002/44/EG, zie
www.stihl.com/vib
Voor het bepalen van de geluids- en
trillingswaarden wordt rekening
gehouden met de bedrijfsstatus
nominaal max.toerental.
Geluiddrukniveau L
p
volgens
EN ISO 11680-1
Geluidvermogensniveau L
w
volgens
EN ISO 11680-1
Trillingswaarde a
hv
volgens
EN ISO 11680-1
Voor het geluiddrukniveau en het
geluidvermogensniveau bedraagt de K--
waarde volgens RL 2006/42/EG =
2,0 dB(A); voor de trillingswaarde
bedraagt de K--waarde volgens
RL 2006/42/EG = 2,0 m/s
²
.
De gegeven trillingswaarden zijn
volgens een genormeerde
testprocedure gemeten en kunnen
worden geraadpleegd voor de
vergelijking van elektrische apparaten.
De werkelijk optredende
trillingswaarden kunnen afwijken van de
vermelde gegevens, afhankelijk van het
gebruik.
De opgegeven trillingswaarden kunnen
worden gebruikt voor een eerste
inschatting van de trillingsbelasting.
De werkelijke trillingsbelasting moet
worden geschat. Hierbij kan ook
rekening worden gehouden met de
tijden waarin het elektrische apparaat is
uitgeschakeld en die waarin dit
weliswaar is ingeschakeld, maar zonder
belasting draait.
Let op de maatregelen voor het
reduceren van de trillingsbelasting ter
bescherming van de gebruiker, zie
hoofdstuk "Trillingen" in hoofdstuk
"Veiligheidsvoorschriften en
werktechniek".
REACH
REACH staat voor een EG voorschrift
voor de registratie, classificatie en
vrijgave van chemicaliën.
Informatie met betrekking tot het
voldoen aan het REACH voorschrift
(EG) nr. 1907/2006 zie
www.stihl.com/reach
Technische gegevens
Nominale spanning: 230 – 240 V
Nominale
stroomsterkte: 7 A
Frequentie: 50 Hz
Opgenomen
vermogen: 1,45 kW
Nominaal toerental
bij belasting: 11.000 1/min
Zekering: 10 A
Beveiligingsklasse: II, E
Inhoud olietank: 120 cm
3
(0,12 l)
Zonder zaaggarnituur
4,7 kg
Snoeilengte: 30 cm
Steek: 1/4” P (6,35 mm)
Groefbreedte: 1,1 mm
Picco Micro 3 (71 PM3) type 3670
Steek: 1/4” P (6,35 mm)
Dikte
aandrijfschakels: 1,1 mm
8-tands voor 1/4" P
HTE 60: 90 dB(A)
HTE 60: 102 dB(A)
Handgreep links: 3,6 m/s
2
Handgreep rechts: 4,2 m/s
2
HTE 60
Nederlands
246
Door de gebruiker van dit apparaat
mogen alleen die onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden worden
uitgevoerd die in deze handleiding staan
beschreven. Verdergaande reparaties
mogen alleen door geautoriseerde
dealers worden uitgevoerd.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Bij reparatiewerkzaamheden alleen
onderdelen inbouwen die door STIHL
voor dit apparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren.
Originele STlHL onderdelen zijn te
herkennen aan het STlHL
onderdeelnummer, aan het logo
{ en, indien aanwezig, aan het
STlHL onderdeellogo K (op kleine
onderdelen kan dit logo ook als enig
teken voorkomen.).
Bij het milieuvriendelijk verwerken
moeten de nationale voorschriften met
betrekking tot afvalstoffen in acht
worden genomen.
STIHL producten behoren niet bij het
huisvuil. STIHL producten, accu's,
toebehoren en verpakking moeten
worden ingeleverd voor een
milieuvriendelijke recycling.
Actuele informatie betreffende het
milieuvriendelijk verwerken van accu's is
verkrijgbaar bij de STIHL dealer.
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Badstr. 115
D-71336 Waiblingen
Duitsland
verklaart als enige verantwoordelijke,
dat
voldoen aan de betreffende bepalingen
van de richtlijnen 2011/65/EU,
2006/42/EG en 2014/30/EU en in
overeenstemming met de ten tijde van
de productiedatum geldende versies
van de volgende normen zijn ontwikkeld
en geproduceerd:
EN 60745-1, EN 55014-1, EN 55014-2,
EN 61000-3-2 en EN 61000-3-3 met
inachtneming van de normen
EN 60745-2-13 en EN ISO 11680-1
De EG-typegoedkeuring werd
uitgevoerd aan de hand van de
richtlijnen 2006/42/EG artikel 12.3 (b)
door
VDE
Prüf- und Zertifizierungsinstitut
(NB 0366)
Merianstrasse 28
D-63069 Offenbach
Bewaren van technische documentatie:
Reparatierichtlijnen Milieuverantwoord afvoeren
000BA073 KN
EU-conformiteitsverklaring
Constructie: elektrische
hoogsnoeier
Fabrieksmerk: STIHL
Type: HTE 60
Serie-identificatie: 4810
Certificeringsnr.
40038369
HTE 60
Nederlands
247
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Productgoedkeuring
Het productiejaar, het productieland en
het machinenummer staan vermeld op
het apparaat.
Waiblingen, 08-01-2018
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Bij volmacht
Thomas Elsner
Hoofd productmanagement en services
In dit hoofdstuk staan de algemene
veiligheidsinstructies volgens de norm
EN 60745 voor handgeleide, door een
elektromotor aangedreven
gereedschappen. STIHL is verplicht
deze normteksten letterlijk weer te
geven.
De onder "2) Elektrische
veiligheidsinstructies" beschreven
veiligheidsinstructies ter voorkoming
van elektrische schokken gelden niet
voor de accuaangedreven elektrische
STIHL gereedschappen.
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en
voorschriften. Als de
veiligheidsaanwijzingen en
voorschriften niet worden opgevolgd,
kan dit leiden tot elektrische schokken,
brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle veiligheidsaanwijzingen en
voorschriften voor toekomstig gebruik.
Het in de veiligheidsaanwijzingen
gebruikte begrip 'elektrisch
gereedschap' heeft betrekking op
elektrisch gereedschap voor aansluiting
op het lichtnet (met netkabel) en op
elektrisch gereedschap dat als
energiebron een accu heeft (zonder
netkabel).
1) Veiligheid werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en
goed verlicht. Een rommelig of
onverlicht werkgebied kan leiden tot
ongevallen.
b) Niet met elektrisch gereedschap
werken in een omgeving waar
explosiegevaar bestaat en waarin
zich brandbare vloeistoffen, gassen
of stoffen bevinden. Elektrisch
gereedschap genereert vonken die
stof of dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
c) Kinderen en andere personen
tijdens het werken met elektrisch
gereedschap op afstand houden.
Als de aandacht wordt afgeleid,
kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitsteker van het
elektrische gereedschap moet in
het stopcontact passen. Aan de
steker mogen op geen enkele wijze
wijzigingen worden aangebracht.
Gebruik geen verloopstekers in
combinatie met geaard elektrisch
gereedschap. Ongewijzigde stekers
en passende contactdozen
beperken het risico op een
elektrische schok.
b) Voorkom lichaamscontact met
geaarde oppervlakken, zoals
bijvoorbeeld buizen, verwarmingen,
fornuizen en koelkasten. Er is een
hoger risico op een elektrische
schok wanneer uw lichaam geaard
is.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen
voor elektrische
gereedschappen
HTE 60
Nederlands
248
c) Elektrisch gereedschap
beschermen tegen regen of vocht.
Het binnendringen van water/vocht
in elektrisch gereedschap verhoogt
de kans op een elektrische schok.
d) De netkabel niet voor andere
doeleinden gebruiken, bijv. om het
elektrische gereedschap te dragen,
op te hangen of om de steker uit de
contactdoos te trekken. De netkabel
uit de buurt houden van
hittebronnen, olie, scherpe randen
of bewegende delen van het
apparaat. Beschadigde of in de war
geraakte netkabels verhogen de
kans op een elektrische schok.
e) Bij het buitenshuis werken met
elektrisch gereedschap, alleen
verlengkabels gebruiken die
geschikt zijn voor gebruik
buitenshuis. Het gebruik van voor
buiten geschikte verlengkabels
beperkt het risico op een elektrische
schok.
f) Als werken met elektrisch
gereedschap in een vochtige
omgeving onvermijdelijk is, maak
dan gebruik van een
aardlekschakelaar. Het gebruik van
een aardlekschakelaar verkleint de
kans op een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet
en ga met overleg te werk bij het
werken met elektrisch
gereedschap. Gebruik geen
elektrisch gereedschap als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Eén moment
van onoplettendheid bij het gebruik
van het elektrische gereedschap
kan leiden tot ernstig letsel.
b) Draag persoonlijke beschermende
uitrusting en altijd een
veiligheidsbril. Draag altijd een
veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermende
uitrusting zoals een stofmasker,
werkschoenen met stroeve zool,
een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk
van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap,
vermindert de kans op letsel.
c) Voorkom het per ongeluk
inschakelen. Controleer of het
elektrische gereedschap is
uitgeschakeld voordat de steker in
het stopcontact wordt gestoken
en/of de accu wordt aangesloten,
het gereedschap wordt opgepakt of
gedragen. Als bij het dragen van het
elektrische gereedschap uw vinger
op de schakelaar ligt of als het
gereedschap ingeschakeld op het
lichtnet wordt aangesloten, kan dit
leiden tot ongevallen.
d) Afstelgereedschap of
schroefsleutels verwijderen voordat
het elektrische gereedschap wordt
ingeschakeld. Afstelgereedschap of
een sleutel dat/die in een draaiend
deel van het apparaat zit kan leiden
tot letsel.
e) Voorkom een onnatuurlijke
lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele houding en bewaar altijd
het evenwicht. Hierdoor kan het
elektrische gereedschap in
onverwachte situaties beter onder
controle worden gehouden.
f) Geschikte kleding dragen. Geen
loshangende kleding of sieraden
dragen. Haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van
bewegende delen houden.
Loshangende kleding, sieraden of
lange haren kunnen blijven haken
aan bewegende delen.
g) Als er stofafzuig- en
stofopvanginrichtingen kunnen
worden gemonteerd, moet worden
gecontroleerd of deze zijn
aangesloten en correct worden
gebruikt. Het gebruik van een
stofafzuiginrichting beperkt het
gevaar door stof.
4) Het gebruik van en de omgang met
elektrisch gereedschap
a) Het apparaat niet overbelasten.
Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het
aangegeven capaciteitsbereik.
b) Geen elektrisch gereedschap
gebruiken waarvan de schakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
HTE 60
Nederlands
249
c) De steker uit de contactdoos
trekken en/of de accu uit het
apparaat nemen alvorens
afstelwerkzaamheden uit te voeren,
toebehoren te vervangen of het
apparaat op te bergen. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt het
onbedoeld aanlopen van het
elektrische gereedschap.
d) Niet-gebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik van
kinderen opbergen. Elektrisch
gereedschap niet laten gebruiken
door personen die er niet mee
vertrouwd zijn of die de instructies
niet hebben gelezen. Elektrisch
gereedschap is gevaarlijk als dit
door onervaren personen wordt
gebruikt.
e) Elektrisch gereedschap zorgvuldig
onderhouden. Controleer of de
bewegende delen correct
functioneren en dat deze niet
klemmen, gebroken of beschadigd
zijn omdat hierdoor de werking van
het elektrische gereedschap
nadelig wordt beïnvloed.
Beschadigde onderdelen voor het
gebruik van het apparaat laten
repareren. Vele ongevallen zijn te
wijten aan slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) De messen scherp en schoon
houden. Zorgvuldig geslepen
messen met scherpe snijkanten
klemmen minder snel en zijn
gemakkelijker te hanteren.
g) Elektrisch gereedschap,
toebehoren, wisselgereedschappen
enz. volgens deze instructies
gebruiken. Hierbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden letten. Het
gebruik van elektrisch gereedschap
voor andere dan de bedoelde
toepassingen kan tot gevaarlijke
situaties leiden.
5) Service
a) Laat elektrisch gereedschap alleen
repareren door gekwalificeerd en
vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de
veiligheid van het gereedschap
behouden blijft.
Veiligheidsinstructies voor kettingzagen
Houd bij draaiende zaagketting alle
lichaamsdelen uit de buurt van de
zaagketting. Controleer voor het
starten of de zaagketting nergens
tegenaan ligt. Bij werkzaamheden
met een kettingzaag kan een
moment van onachtzaamheid ertoe
leiden dat de kleding of
lichaamsdelen door de zaagketting
worden gegrepen.
Houd de kettingzaag altijd met de
rechterhand op de achterste
handgreep en de linkerhand op de
voorste handgreep vast. Het
vasthouden van de kettingzaag in
de omgekeerde werkhouding
verhoogt het risico op letsel en mag
dan ook niet worden toegepast.
Houd het elektrische gereedschap
vast aan de geïsoleerde
handgrepen, omdat de zaagketting
contact zou kunnen maken met
niet-zichtbare elektrische kabels of
met het eigen netsnoer. Het contact
van de zaagketting met een onder
spanning staande kabel kan de
metalen delen van het apparaat
onder spanning zetten en leiden tot
een elektrische schok.
Draag een veiligheidsbril en
gehoorbeschermer. Verdere
persoonlijke
beschermingsuitrusting voor het
hoofd, de handen, benen en voeten
wordt geadviseerd. Passende
veiligheidskleding reduceert het
risico op letsel door rondvliegende
spanen en onbedoeld contact met
de zaagketting.
Werk met de kettingzaag niet in een
boom. Bij het werken in de boom is
de kans op letsel aanwezig.
Let altijd op een veilige houding en
gebruik de kettingzaag alleen als u
stevig op een stabiele en veilige
ondergrond staat. Een gladde
ondergrond en een instabiel
draagvlak, zoals op een ladder
kunnen leiden tot het verlies van de
controle over de kettingzaag.
Houd er bij het doorzagen van een
onder spanning staande tak
rekening mee dat deze terugveert.
Als de spanning in de houtvezels
vrijkomt, kan de onder spanning
staande tak degene die met de zaag
werkt raken en/of de controle over
de kettingzaag doen verliezen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het
zagen van kreupelhout en jonge
bomen. Het dunne materiaal kan
vastlopen in de zaagketting en
tegen u aanslaan of u uit evenwicht
brengen.
HTE 60
Nederlands
250
Draag de kettingzaag aan de
voorste handgreep in
uitgeschakelde staat, houd de
zaagketting van het lichaam
afgewend. Bij transport of opslag
van de kettingzaag altijd de
beschermer aanbrengen. Het
voorzichtig omgaan met de
kettingzaag reduceert de kans op
een onbedoeld contact met de
draaiende zaagketting.
Volg de instructies voor de smering,
de kettingspanning en het
vervangen van het toebehoren op.
Een ondeskundig gespannen of
gesmeerde ketting kan breken of de
kans op terugslag aanzienlijk
verhogen.
Houd de handgrepen droog, schoon
en olie- en vetvrij. Vet- of olie-
aanslag op de handgrepen maken
deze glad en leiden tot verlies van
de controle.
Alleen hout zagen. De kettingzaag
niet gebruiken voor
werkzaamheden waarvoor deze
niet is bedoeld. Bijvoorbeeld:
gebruik de kettingzaag niet voor het
zagen van plastic, metselwerk of
materialen die niet van hout zijn.
Het gebruik van de kettingzaag voor
werkzaamheden waarvoor deze
niet is bedoeld kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
Oorzaak en voorkomen van een
terugslag
Terugslag kan optreden als de neus van
het zaagblad een obstakel raakt of als
het hout doorbuigt en de zaagketting in
de zaagsnede vastklemt.
Contact met de zaagbladneus kan in
vele gevallen tot een onverwachte, naar
achteren gerichte reactie leiden, waarbij
het zaagblad naar boven en in de
richting van degene die de zaag bedient,
wordt geslagen.
Het vastklemmen van de zaagketting
aan de bovenzijde van het zaagblad kan
het zaagblad bliksemsnel terugstoten in
de richting van degene die ermee werkt.
Elk van deze reacties kan ertoe leiden
dat u de controle over de zaag verliest
en mogelijk zwaar letsel oploopt.
Vertrouw niet alleen op de in de
kettingzaag ingebouwde
veiligheidsinrichtingen. Als gebruiker
van een kettingzaag moet u
verschillende maatregelen nemen om
zo een ongeval en letsel te voorkomen.
Een terugslag is het gevolg van
verkeerd of onjuist gebruik van het
elektrische gereedschap. Dit kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals
hierna staat beschreven, worden
voorkomen:
Houd de zaag met beide handen
vast, waarbij de duim en de vingers
de handgrepen van de kettingzaag
omsluiten. Breng uw lichaam en de
armen in een stand waarmee u de
terugslagkracht kunt opvangen. Als
de juiste maatregelen zijn
genomen, kan degene die de zaag
bedient de terugslagkrachten
beheersen. Nooit de kettingzaag
loslaten.
Voorkom een abnormale
lichaamshouding en zaag nooit
boven schouderhoogte. Hierdoor
wordt een onbedoeld contact met
de zaagbladneus voorkomen en is
een betere controle over de
kettingzaag in onverwachte
situaties mogelijk.
Monteer altijd de door de fabrikant
voorgeschreven
vervangingszaagbladen en
zaagkettingen. Verkeerde
vervangingszaagbladen en
zaagkettingen kunnen leiden tot het
breken van de ketting en/of
terugslag.
Volg de instructies van de fabrikant
voor het slijpen en het onderhoud
van de zaagketting op. Een te lage
dieptebegrenzer verhoogt de
neiging tot terugslag.

Documenttranscriptie

Nederlands Inhoudsopgave 247 Het doet ons veel genoegen dat u hebt gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma STIHL. Dit product werd met moderne productiemethoden en onder uitgebreide kwaliteitscontroles gefabriceerd. Er is ons alles aan gelegen dat u tevreden bent met dit apparaat en er probleemloos mee kunt werken. Wendt u zich met vragen over uw apparaat tot uw dealer of de importeur. Met vriendelijke groet, Dr. Nikolas Stihl Originele handleiding 220 Geachte cliënt(e), © ANDREAS STIHL AG & Co. KG, 2018 0458-247-9921-B. VA1.J18. 0000008241_003_NL { Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische gereedschappen Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar. Met betrekking tot deze handleiding 221 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek 221 Gebruik 226 Zaaggarnituur 228 Zaagblad en zaagketting monteren 229 Zaagketting spannen 230 Zaagkettingspanning controleren 230 Kettingsmeerolie 230 Kettingolie bijvullen 231 Kettingsmering controleren 233 Apparaat op het lichtnet aansluiten 233 Draagstel omdoen 234 Apparaat inschakelen 234 Apparaat uitschakelen 235 Overbelastingsbeveiliging 235 Gebruiksvoorschriften 235 Zaagblad in goede staat houden 236 Apparaat opslaan 237 Kettingtandwiel controleren en vervangen 237 Zaagketting onderhouden en slijpen 238 Onderhouds- en reinigingsvoorschriften 242 Slijtage minimaliseren en schade voorkomen 243 Belangrijke componenten 244 Technische gegevens 245 Reparatierichtlijnen 246 Milieuverantwoord afvoeren 246 EU-conformiteitsverklaring 246 Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en verwerking met elektronische systemen. HTE 60 Nederlands Met betrekking tot deze handleiding Symbolen Alle symbolen die op het apparaat zijn aangebracht worden in deze handleiding toegelicht. Codering van tekstblokken WAARSCHUWING Waarschuwing voor kans op ongevallen en letsel voor personen alsmede voor zwaarwegende materiële schade. LET OP Waarschuwing voor beschadiging van het apparaat of afzonderlijke componenten. Technische doorontwikkeling STIHL werkt continu aan de verdere ontwikkeling van alle machines en apparaten; wijzigingen in de leveringsomvang qua vorm, techniek en uitrusting behouden wij ons daarom ook voor. Aan gegevens en afbeeldingen in deze handleiding kunnen dan ook geen aanspraken worden ontleend. Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig tijdens het werken met de elektrische hoogsnoeier, omdat met een zeer hoge kettingsnelheid wordt gewerkt, de zaagtanden zeer scherp zijn en omdat het apparaat een grote reikwijdte heeft. De gehele handleiding voor de eerste ingebruikneming aandachtig doorlezen en voor later gebruik goed opbergen. Het niet in acht nemen van de handleiding kan levensgevaarlijk zijn. De nationale veiligheidsvoorschriften, bijv. van beroepsgroepen, sociale instanties, arbeidsinspectie en andere in acht nemen. Wie voor het eerst met het motorapparaat werkt: door de verkoper of door een andere deskundige laten uitleggen hoe men hiermee veilig kan werken – of deelnemen aan een cursus. Minderjarigen mogen niet met het motorapparaat werken – behalve jongeren boven de 16 jaar, die onder toezicht leren met het apparaat te werken. Kinderen, huisdieren en toeschouwers op afstand houden. Als het motorapparaat niet wordt gebruikt, het apparaat zo neerleggen dat niemand in gevaar kan worden HTE 60 gebracht. Het motorapparaat zo opbergen dat onbevoegden er geen toegang toe hebben. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen die andere personen of hun eigendommen overkomen, resp. voor de gevaren waaraan deze worden blootgesteld. Het motorapparaat alleen meegeven of uitlenen aan personen die met dit model en het gebruik ervan vertrouwd zijn – en altijd de handleiding meegeven. Het gebruik van geluid producerende motorapparaten kan door nationale en ook plaatselijke, lokale voorschriften tijdelijk worden beperkt. Wie met het motorapparaat werkt moet goed uitgerust, gezond zijn en een goede lichamelijke conditie hebben. Wie zich om gezondheidsredenen niet mag inspannen, moet zijn arts raadplegen of het werken met een motorapparaat mogelijk is. Na gebruik van alcohol, medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden of drugs mag niet met het motorapparaat worden gewerkt. Het motorapparaat alleen gebruiken voor het snoeien (snoeien of terugsnoeien van takken). Alleen in hout en houtige voorwerpen zagen. Het gebruik van het motorapparaat voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan leiden tot ongelukken of schade aan het motorapparaat. Geen wijzigingen aan het product aanbrengen – ook dit kan leiden tot ongelukken of schade aan het motorapparaat. 221 Nederlands Alleen hoogwaardig gereedschap of toebehoren monteren. Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of schade aan het motorapparaat. STIHL adviseert originele STIHL gereedschappen, zaagbladen, zaagkettingen, kettingtandwielen en toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigenschappen optimaal op het product en de eisen van de gebruiker afgestemd. Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade die door het gebruik van niet-vrijgegeven aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is STIHL niet aansprakelijk. Voor het reinigen van het apparaat geen hogedrukreiniger gebruiken. Door de harde waterstraal kunnen onderdelen van het apparaat worden beschadigd. Het apparaat niet met water afspuiten. Het gebruik van niet-geschikte verlengkabels kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bij gebruik van een verlengkabel moet er op de minimale doorsnede van de afzonderlijke aders worden gelet (zie "Apparaat in gebruik nemen"). Kleding en uitrusting De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen. De kleding moet doelmatig zijn en mag tijdens het werk niet hinderen. Nauwsluitende kleding met bescherming tegen snijwonden – combipak, geen stofjas. Geen kleding dragen waarmee men aan takken, struiken of de bewegende delen van het apparaat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en sieraden dragen. Lang haar in een paardenstaart dragen en vastzetten (hoofddoek, muts, helm enz.). Veiligheidslaarzen met protectie tegen snijwonden, een stroeve, slipvrije zool en stalen neus dragen. WAARSCHUWING Om de kans op oogletsel te reduceren een nauw aansluitende veiligheidsbril volgens de norm EN 166 dragen. Erop letten dat de veiligheidsbril goed zit. "Persoonlijke" gehoorbescherming dragen – zoals bijv. oorkappen. Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor vallende voorwerpen. 222 Robuuste werkhandschoenen van slijtvast materiaal dragen (bijv. leer). STIHL biedt een omvangrijk programma aan persoonlijke beschermuitrusting aan. Motorapparaat vervoeren 247BA015 KN Alleen die zaagbladen, zaagkettingen, kettingtandwielen of toebehoren monteren die door STIHL voor dit motorapparaat zijn vrijgegeven of technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij vragen hierover contact opnemen met een geautoriseerde dealer. Altijd de motor afzetten. Altijd de kettingbeschermer aanbrengen – ook bij het vervoer over korte afstanden. Het motorapparaat alleen uitgebalanceerd aan de steel/maaiboom dragen. In auto's: Het apparaat tegen kantelen en beschadiging beveiligen. Voor de werkzaamheden Controleren of het motorapparaat in goede staat verkeert – het betreffende hoofdstuk in de handleiding in acht nemen: – Correct gemonteerd zaagblad – Correct gespannen zaagketting HTE 60 Nederlands – Geen wijzigingen aan de bedieningselementen en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen – De handgrepen moeten schoon en droog, olie- en vuilvrij zijn – belangrijk voor een veilige bediening van het motorapparaat Het motorapparaat wordt slechts door één persoon bediend – geen andere personen toelaten in de directe werkomgeving – ook niet tijdens het inschakelen. Apparaat vasthouden en bedienen Bij het inschakelen mag de zaagketting geen voorwerpen en ook niet de grond raken – kans op beschadiging. De spanning en de frequentie van het apparaat (zie typeplaatje) moeten corresponderen met de spanning en de frequentie van het lichtnet. Attentie! Dit motorapparaat is niet geïsoleerd. Minstens 15 m afstand ten opzichte van elektriciteitskabels aanhouden – levensgevaar door elektrische schok! Tijdens de werkzaamheden Het motorapparaat mag alleen in technisch goede staat worden gebruikt – kans op ongelukken! Bij dreigend gevaar, resp. in noodgevallen de motor direct uitschakelen en de netsteker uit de contactdoos trekken. t) Contactdozen van verlengkabels moeten spatwaterdicht zijn. 0f Altijd voor een stabiele en veilige houding zorgen. (5 Voor een goede geleiding het handgreephuis en de steel stevig met de duimen omsluiten. m Bij beschadiging van de aansluitkabel direct de netsteker uit de contactdoos trekken – gevaar voor elektrische schokken! Het motorapparaat altijd met beide handen vasthouden – rechterhand op het handgreephuis – linkerhand op de steel, ook linkshandigen. 15 Bijzonder belangrijk zijn netkabel, netsteker, schakelaar en aansluitkabel. Beschadigde kabels, koppelingen en stekers of netkabels die niet aan de voorschriften voldoen mogen niet worden gebruikt. 247BA002 KN Bij het gebruik van de elektrische hoogsnoeier in de open lucht moet de contactdoos met een aardlekschakelaar zijn uitgerust, resp. bij het aansluiten moet een aardlekschakelaar worden tussengeschakeld. Nadere informatie is verkrijgbaar bij uw elektro-installateur. 15m (50ft) Binnen een straal van 15 m mogen zich geen andere personen ophouden – kans op letsel – door vallende takken en weggeslingerde houtspanen! Deze afstand ook ten opzichte van andere objecten (auto's, ruiten) aanhouden – kans op materiële schade! Met de zaagbladneus een minimale afstand van 15 m ten opzichte van elektriciteitskabels aanhouden. Bij HTE 60 223 Nederlands hoogspanningskabels kan een vonkoverslag ook over een grotere afstand voorkomen. Bij werkzaamheden in de directe omgeving van elektriciteitskabels moet de stroom worden uitgeschakeld. Bij werkzaamheden die niet vanaf de grond kunnen worden uitgevoerd: – Altijd een hoogwerker gebruiken – Nooit op een ladder of staande in de boom werken Voor het vervangen van de zaagketting de motor uitschakelen – kans op letsel! – Nooit op onstabiele plaatsen werken De elektrische hoogsnoeier alleen voor die toepassingen gebruiken, die in de handleiding staan aangegeven. – Nooit met één hand werken Het motorapparaat bij regen niet in de open lucht laten liggen. De netsteker nooit uit de contactdoos trekken door aan de netkabel te trekken, maar door de netsteker vast te pakken! De kabelhaspel altijd geheel afwikkelen, om brandgevaar door oververhitting te voorkomen. Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen, in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden! Op obstakels letten: Boomstronken, wortels – kans op struikelen! Altijd voor een stabiele en veilige houding zorgen. 224 Bij gebruik van gehoorbeschermers moet extra omzichtig en bedachtzaam worden gewerkt – omdat geluiden die op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmsignalen e.d.) minder goed hoorbaar zijn. Op tijd rustpauzes nemen om vermoeidheid en uitputting te voorkomen – kans op ongelukken! Rustig en met overleg werken – alleen bij voldoende licht en goed zicht. Voorzichtig werken, anderen niet in gevaar brengen. Het tijdens het zagen opdwarrelende stof (bijv. houtstof) kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij sterke stofontwikkeling een stofmasker dragen. Als het motorapparaat niet volgens voorschrift (bijv. door geweld van buitenaf, door stoten of vallen) werd uitgeschakeld, voor het opnieuw in gebruik nemen beslist de bedrijfszekerheid controleren – zie ook "Voor de werkzaamheden". 247BA017 KN Bij regen en ook in een natte of zeer vochtige omgeving niet met de elektrische hoogsnoeier werken – de elektromotor is niet waterdicht – kans op elektrische schokken en kortsluiting! Van takken ontdoen Het motorapparaat schuin houden, niet direct onder de af te zagen tak staan. Een hoek van 60° ten opzichte van de grond niet overschrijden. Op vallend hout letten. Het werkterrein vrij houden – gevallen twijgen en takken opruimen. Voor het doorzagen van takken de vluchtweg bepalen en obstakels opruimen. Vooral de correcte werking van de veiligheidsinrichtingen controleren. Motorapparaten die niet meer bedrijfszeker zijn, in geen geval verder gebruiken. In geval van twijfel contact opnemen met een geautoriseerde dealer. HTE 60 246BA032 KN Nederlands Bij de zaagsnede het huis tegen de tak plaatsen. Dit voorkomt schokachtige bewegingen van het motorapparaat bij het begin van de zaagsnede. Het motorapparaat alleen met draaiende zaagketting in de zaagsnede drukken. Alleen met een goed geslepen en correct gespannen zaagketting werken – dieptebegrenzerafstand niet te groot. De zaagsnede van boven naar beneden aanbrengen – voorkomt het vastklemmen van de zaag in de zaagsnede. Bij dikke, zware takken ontlastingszaagsnede aanbrengen (zie "Gebruik"). Onder spanning staande takken alleen uiterst voorzichtig doorzagen – kans op letsel! Altijd eerst aan de drukzijde een ontlastingszaagsnede aanbrengen, vervolgens aan de trekzijde de zaagsnede aanbrengen – voorkomt het vastklemmen van de zaag in de zaagsnede. Voorzichtig zijn bij het zagen van versplinterd hout – kans op letsel door afgescheurde stukken hout! Op hellingen altijd boven of aan de zijkant van de door te zagen tak staan. Op naar beneden rollende takken letten. HTE 60 Aan het einde van de zaagsnede wordt het motorapparaat niet meer via het zaaggarnituur in de zaagsnede ondersteund. De gebruiker moet het gewicht van het apparaat opnemen – kans op verlies van de controle! Het motorapparaat alleen met een draaiende zaagketting uit de zaagsnede trekken. Het motorapparaat alleen gebruiken om te snoeien, niet om te vellen – kans op ongelukken! Geen andere voorwerpen met de zaagketting in aanraking laten komen: stenen, spijkers enz. kunnen worden weggeslingerd en de zaagketting beschadigen. Als een draaiende zaagketting contact maakt met een steen of een ander hard voorwerp, kan dit leiden tot vonkvorming, waardoor onder bepaalde omstandigheden licht ontvlambare stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook droge planten en struikgewas zijn licht ontvlambaar, vooral bij zeer warme en droge weersomstandigheden. Als er kans op brand aanwezig is, de hoogsnoeier niet in de buurt van licht ontvlambare stoffen, droge planten of struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan de voor het bosbeheer verantwoordelijke persoon vragen of er brandgevaar bestaat. De netkabel zo neerleggen, dat deze niet kan worden beschadigd en niemand in gevaar kan worden gebracht. Bij een in elkaar gedraaide aansluitkabel: de netsteker uit de contactdoos trekken – de kabel uit de knoop halen. De netkabel zo neerleggen dat deze niet door de draaiende zaagketting kan worden geraakt. De netkabel niet langs randen, punten of scherpe voorwerpen laten schuren. De netkabel niet in deur- of raamsponningen inklemmen. Voor het vervoer van het apparaat over een korte afstand, bijv. naar een andere werkplek: apparaat uitschakelen! (Schakelaar loslaten) Voor het achterlaten van de elektrische hoogsnoeier: apparaat uitschakelen – de netsteker lostrekken! Trillingen Langdurig gebruik van het motorapparaat kan leiden tot door trillingen veroorzaakte doorbloedingsstoornissen aan de handen ("witte vingers"). Een algemeen geldende gebruiksduur kan niet worden vastgesteld, omdat deze van meerdere factoren afhankelijk is. De gebruiksduur wordt verlengd door: – Bescherming van de handen (warme handschoenen) – Rustpauzes De gebruiksduur wordt verkort door: – Bijzondere persoonlijke aanleg voor slechte doorbloeding (kenmerk: vaak koude vingers, kriebelen) – Lage buitentemperaturen – De mate van kracht uitgeoefend door de handen (stevig beetpakken beïnvloedt de doorbloeding nadelig) 225 Nederlands Bij regelmatig, langdurig gebruik van het apparaat en bij het herhaald optreden van de betreffende symptomen (bijv. vingers kriebelen) wordt een medisch onderzoek geadviseerd. Onderhoud en reparaties Voor alle werkzaamheden aan het apparaat altijd het apparaat uitschakelen en de netsteker lostrekken. Door het onbedoeld aanlopen van de motor – kans op letsel! De netkabel en de netsteker regelmatig op goede isolatie en veroudering (breuk) controleren. Elektrische componenten, zoals bijv. de netkabel mogen alleen door elektriciens worden gerepareerd, resp. vervangen. Het apparaat niet met water afspuiten. Zaagvolgorde De koelluchtsleuven in het motorhuis indien nodig reinigen. STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig geschoold en hebben de beschikking over Technische informaties. De kettingolie alleen in de voorgeschreven en van het juiste opschrift voorziene jerrycans bewaren. Geen wijzigingen aan het motorapparaat aanbrengen – de veiligheid kan hierdoor in gevaar worden gebracht – kans op ongelukken! 226 Geschikte veiligheidskleding dragen, op de veiligheidsvoorschriften letten N Slijphandleiding in acht nemen – voor een veilig en correct gebruik, de zaagketting en het zaagblad altijd in een goede staat houden, de zaagketting correct geslepen, gespannen en voldoende gesmeerd. STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te monteren. Deze zijn qua eigenschappen optimaal op het apparaat en de eisen van de gebruiker afgestemd. Voorbereiding Kunststof onderdelen reinigen met een doek. Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het kunststof beschadigen. Het motorapparaat regelmatig onderhouden. Alleen die onderhoudsen reparatiewerkzaamheden uitvoeren die in de handleiding staan beschreven. Alle andere werkzaamheden laten uitvoeren door een geautoriseerde dealer. Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of schade aan het apparaat. Bij vragen contact opnemen met een geautoriseerde dealer. Gebruik Zaagketting, zaagblad en kettingtandwiel tijdig verwisselen. Het apparaat veilig in een droge ruimte opslaan. Om het vallen van de afgezaagde takken te vergemakkelijken, moeten de onderste takken eerst worden afgezaagd. Zware takken (met een grote diameter) in onder controle te houden stukken afzagen. WAARSCHUWING Nooit onder de tak gaan staan waaraan wordt gewerkt – op de ruimte voor de vallende takken letten! – Op de grond vallende takken kunnen opspringen – kans op letsel! Milieuverantwoord afvoeren De afgezaagde takken niet bij het huisvuil gooien – de takken kunnen worden gecomposteerd! Werktechniek De rechterhand op het handgreephuis, de linkerhand op de steel bij een praktisch gestrekte arm in een makkelijke stand. HTE 60 Nederlands Ontlastingszaagsnede Juiste zaagtechniek bij dikke takken A 2 Bij verschillende toepassingen kan van deze hoek worden afgeweken. Om te voorkomen dat de schors bij dikkere takken losscheurt, aan de onderzijde een N Ontlastingszaagsnede (1) aanbrengen, hiertoe het zaaggarnituur tegen de tak plaatsen en het zaagblad boogvormig tot aan de zaagbladneus naar beneden geleiden N Zaagsnede (2) aanbrengen – hierbij het huis tegen de tak plaatsen N Bij een takdiameter van boven de 10 cm eerst een voorzaagsnede (3), met een ontlastingszaagsnede en een zaagsnede op een afstand (A) van ca. 20 cm voor de gewenste zaagsnede aanbrengen, daarna de definitieve zaagsnede (4) met ontlastingszaagsnede en zaagsnede op de gewenste plaats uitvoeren 246BA032 KN Zaagsnede 3 390BA024 KN De aanzethoek moet altijd 60° of kleiner zijn! De krachtsinspanning is het kleinst bij een aanzethoek van 60°. 4 246BA033 KN 247BA018 KN 1 Het huis tegen de tak plaatsen en de zaagsnede van boven naar beneden aanbrengen – voorkomt het inklemmen van de zaagketting in de zaagsnede. HTE 60 227 Nederlands Zagen boven obstakels Kettingbeschermer Zaaggarnituur Zaagketting, zaagblad en kettingtandwiel vormen het zaaggarnituur. 1 247BA019 KN a Door de grote reikwijdte kunnen takken ook boven hindernissen, zoals bijv. sloten, worden afgezaagd. De aanzethoek is afhankelijk van de stand van de tak. Zagen vanuit een hoogwerker Door de grote reikwijdte kunnen takken direct op de stam worden afgezaagd zonder daarbij andere takken met de hoogwerker te beschadigen. De aanzethoek is afhankelijk van de stand van de tak. 228 – – 3 001BA248 KN 2 De steek (t) van de zaagketting (1), van het kettingtandwiel en van het neustandwiel van het Rollomaticzaagblad moeten met elkaar corresponderen 001BA244 KN Het meegeleverde zaaggarnituur is optimaal afgestemd op de hoogsnoeier. Tot de leveringsomvang behoort een bij het zaaggarnituur passende kettingbeschermer. Bij het gebruik van zaagbladen op een hoogsnoeier moet altijd een passende kettingbeschermer worden gebruikt, die het complete zaagblad afdekt. Op de kettingbeschermer is aan de zijkant de lengte van het hierbij passende zaagblad ingestempeld. De dikte van de aandrijfschakels (2) van de zaagketting (1) moet corresponderen met de groefbreedte van het zaagblad (3) Bij het combineren van componenten die niet bij elkaar passen, kan het zaaggarnituur reeds na een korte gebruiksduur onherstelbaar worden beschadigd. HTE 60 Nederlands Zaagketting op het zaagblad plaatsen Kettingtandwieldeksel uitbouwen 3 246BA021 KN De moer losdraaien en het kettingtandwieldeksel wegnemen 390BA003 KN N 1 N Bout (1) rechtsom draaien, tot de spanschuif (2) rechts tegen de uitsparing van het carter ligt. HTE 60 WAARSCHUWING 246BA022-A1 2 5 1 Veiligheidshandschoenen aantrekken – kans op letsel door de scherpe zaagtanden. N 4 246BA023 A1 Zaagblad en zaagketting monteren N Het zaagblad over de bout (3) en de fixeerboring (4) over de tap op de spanschuif plaatsen – gelijktijdig de zaagketting over het kettingtandwiel (5) leggen N Bout (1) linksom draaien, totdat de zaagketting aan de onderzijde nog maar iets doorhangt en de nokken van de aandrijfschakels in de groef van het zaagblad liggen N Het kettingtandwieldeksel weer aanbrengen en de moer handvast draaien N Verder met "Zaagketting spannen" Zaagketting aanbrengen – te beginnen bij de zaagbladneus 229 Nederlands Zaagkettingspanning controleren Voor het naspannen tijdens het werk: N Motor uitschakelen en de netsteker lostrekken N Moer losdraaien N Zaagblad bij de neus optillen N Met behulp van een schroevendraaier de bout (1) linksom draaien, tot de zaagketting tegen de onderzijde van het zaagblad ligt N Het zaagblad verder oplichten en de moer vastdraaien N Verder: zie "Zaagkettingspanning controleren" Een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen dan een die reeds langer meedraait! N Kettingspanning vaker controleren – zie "Gebruiksvoorschriften" Kettingsmeerolie 246BA025 KN 1 246BA024 KN Zaagketting spannen N Motor uitschakelen en de netsteker lostrekken N Veiligheidshandschoenen aantrekken N De zaagketting moet tegen de onderzijde van het zaagblad liggen – en met de hand over het zaagblad kunnen worden getrokken N Indien nodig, zaagketting naspannen Een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen dan een die reeds langer meedraait. N Kettingspanning vaker controleren – zie "Gebruiksvoorschriften" Voor een automatische, duurzame smering van zaagketting en zaagblad – alleen milieuvriendelijke kwaliteitskettingsmeerolie gebruiken – bij voorkeur het biologisch snel afbreekbare STIHL BioPlus. LET OP Biologische kettingsmeerolie moet over goede eigenschappen tegen veroudering beschikken (bijv. STIHL BioPlus). Olie met minder goede eigenschappen tegen veroudering neigt tot snel verharsen. De gevolgen zijn vaste, moeilijk verwijderbare afzettingen, vooral ter hoogte van de kettingaandrijving en op de zaagketting – tot aan het blokkeren van de oliepomp. De levensduur van zaagkettingen en zaagbladen wordt wezenlijk beïnvloed door de kwaliteit van de smeerolie – daarom alleen speciale kettingsmeerolie gebruiken. WAARSCHUWING Geen afgewerkte olie gebruiken! Afgewerkte olie kan bij langdurig en veelvuldig huidcontact huidkanker veroorzaken en is schadelijk voor het milieu! LET OP Afgewerkte olie beschikt niet over de noodzakelijke smeereigenschappen en is ongeschikt voor de kettingsmering. 230 HTE 60 Nederlands Sluiten Apparaat voorbereiden N 0000-GXX-0137-A0 KN 0000-GXX-0136-A0 Kettingolie bijvullen Tankdop verdraaien (ca. 1/4 slag) 246BA026 KN 0000-GXX-0137-A0 KN Beugel staat verticaal: De tankdop en de omgeving ervan voor het tanken grondig reinigen, zodat er geen vuil in de olietank valt N Het apparaat zo neerleggen dat de tankdop naar boven is gericht Tankdop aanbrengen – de markeringen op de tankdop en de olietank moeten met elkaar corresponderen N De tankdop tot aan de aanslag naar beneden drukken N Tankdop ingedrukt houden en rechtsom draaien tot deze vastklikt De markeringen op de tankdop en de olietank moeten met elkaar corresponderen 0000-GXX-0139-A0 KN N N 0000,GXX-0135-A0 KN 0000-GXX-0138-A0 KN Openen N Beugel opklappen N Tankdop wegnemen Kettingolie bijvullen N Kettingolie bijvullen Bij het tanken geen kettingolie morsen en de tank niet tot aan de rand vullen. STIHL adviseert het STIHL vulsysteem voor kettingolie (speciaal toebehoren). HTE 60 231 Nederlands is het onderste deel ten opzichte van het bovenste deel verdraaid. N De tankdop van de olietank nemen en vanaf de bovenzijde controleren 0000-GXX-0141-A0 KN 1 Beugel inklappen Links: 0000-GX-0142 A0 KN Rechts: N De tankdop aanbrengen en zover linksom draaien tot deze in de zitting van de vulpijp aangrijpt N De tankdop verder linksom draaien (ca. 1/4 slag) – het onderste deel van de tankdop wordt hierdoor in de juiste stand gedraaid N De tankdop rechtsom draaien en sluiten – zie hoofdstuk "Sluiten" 002BA584 KN In deze stand staan de markeringen op de tankdop en de olietank met elkaar in lijn N 0000-GXX-0136-A0 0000-GXX-0140-A0 KN Als de tankdop niet in de olietank kan worden vergrendeld onderste deel van de tankdop verdraaid – de binnenliggende markering (1) ligt in lijn met de buitenste markering onderste deel van de tankdop in de juiste stand – binnenliggende markering ligt onder de beugel. Deze ligt niet in lijn met de buitenste markering Tankdop is vergrendeld Als de inhoud van de olietank niet terugloopt, kan er een storing in het smeersysteem zijn: kettingsmering controleren, oliekanalen reinigen, eventueel contact opnemen met een geautoriseerde dealer. STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. 232 HTE 60 Nederlands Kettingsmering controleren Apparaat op het lichtnet aansluiten De zaagketting moet altijd iets olie wegslingeren. LET OP Nooit zonder kettingsmering werken! Bij een droog lopende ketting zal het zaaggarnituur binnen de kortste tijd onherstelbaar worden beschadigd. Voor het begin van de werkzaamheden altijd de kettingsmering en het oliepeil in de tank controleren. Elke nieuwe zaagketting heeft een inlooptijd van 2 tot 3 minuten nodig. Na het inlopen de kettingspanning controleren en indien nodig corrigeren – zie "Zaagkettingspanning controleren". De minimale beveiliging (zekering) van de netaansluiting moet overeenkomstig de technische gegevens zijn uitgevoerd – zie "Technische gegevens". Het apparaat moet via een aardlekschakelaar op het elektriciteitsnet worden aangesloten, die de stroomtoevoer onderbreekt als de aardlekstroom hoger is dan 30 mA. De netkabel moet voldoen aan IEC 60364 en aan de nationale voorschriften. Verlengkabel N 2 Netsteker (1) in de contrasteker (2) van de verlengkabel steken Trekontlasting De verlengkabel moet qua constructie ten minste voldoen aan dezelfde eigenschappen als de netkabel van het apparaat. Op de codering (typebenaming) van de netkabel letten. De trekontlasting beschermt de aansluitkabel tegen beschadiging. De aders in de kabel moeten, afhankelijk van de netspanning en de kabellengte, de vermelde minimale doorsnede hebben. Kabellengte 220 V – 240 V: tot 20 m 20 m tot 50 m 100 V – 127 V: tot 10 m 10 m tot 30 m HTE 60 1 238BA008 KN 246BA027 KN De spanning en de frequentie van het apparaat (zie typeplaatje) moeten corresponderen met de spanning en de frequentie van het elektriciteitsnet. Minimale doorsnede 1,5 mm2 2,5 mm2 AWG 14/2,0 mm2 AWG 12/3,5 mm2 233 Nederlands Draagstel omdoen 3 Apparaat inschakelen Optioneel kan een draagstel (speciaal toebehoren) worden gebruikt. 5 Type en uitvoering van het draagstel zijn afhankelijk van het exportland. 4 Enkele schouderriem omdoen Met de verlengkabel een lus (3) vormen N Lus (3) door de opening (4) steken N De lus (3) over de haak (5) geleiden en vaststeken N De steker van de verlengkabel in een volgens de installatievoorschriften aangesloten contactdoos steken 234 N Een veilige en stabiele houding aannemen N Het apparaat met beide handen vasthouden – rechterhand op het handgreephuis – linkerhand op de steel N Rechtop staan – het apparaat ontspannen vasthouden en altijd rechts van het lichaam houden N De zaagketting en het zaagblad niet op de grond plaatsen N Inschakelblokkering (1) indrukken en vasthouden N Schakelaar (2) indrukken 2 247BA007 KN N 247BA020 KN 238BA009 KN 1 N Enkel draagstel (1) omdoen N De riemlengte zo afstellen dat de karabijnhaak (2) gelijkligt met de rechterheup als het apparaat aan de riem is gehangen HTE 60 Nederlands Apparaat uitschakelen N De schakelaar en de inschakelblokkering loslaten WAARSCHUWING De zaagketting draait nog even door als de schakelaar en de inschakelblokkering worden losgelaten – naloopeffect! Bij langere onderbrekingen – de netsteker uit de contactdoos trekken. Als het motorapparaat niet meer wordt gebruikt, het apparaat zo opbergen dat niemand in gevaar kan worden gebracht. Het motorapparaat zo opbergen dat onbevoegden er geen toegang toe hebben. Overbelastingsbeveiliging Gebruiksvoorschriften Het apparaat is uitgevoerd met een overbelastingsschakelaar. Tijdens de werkzaamheden De overbelastingsschakelaar onderbreekt de stroomtoevoer bij mechanische overbelasting, bijv. door Oliepeil regelmatig controleren – Te hoge aanzetdruk – "Wurgen" van het toerental – Vastklemmen van de zaagketting in de zaagsnede Als de overbelastingsbeveiliging de stroomtoevoer heeft onderbroken: N Zaagblad uit de zaagsnede trekken N Voor het opnieuw inschakelen circa 3 minuten wachten tot de overbelastingsschakelaar is afgekoeld Gedurende deze tijd het apparaat niet inschakelen omdat dit de afkoeltijd aanzienlijk verlengt. Nadat het apparaat weer aanloopt: N Circa 15 seconden zonder belasting laten draaien – hierdoor worden de wikkelingen van de motor gekoeld en een opnieuw aanspreken van de overbelastingsschakelaar aanzienlijk vertraagd Nooit met een lege olietank werken. Kettingspanning regelmatig controleren Een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen dan een die reeds langer meedraait. In koude staat De zaagketting moet tegen de onderzijde van het zaagblad liggen, maar moet met de hand nog over het zaagblad kunnen worden getrokken. Indien nodig, de zaagketting spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting spannen". Op bedrijfstemperatuur De zaagketting zet uit en hangt door. De aandrijfschakels aan de onderzijde van het zaagblad mogen niet uit de groef komen – de zaagketting kan anders van het zaagblad lopen. Zaagketting spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting spannen". LET OP Bij het afkoelen krimpt de zaagketting. Een niet-ontspannen zaagketting kan de aandrijfas en de lagers beschadigen. HTE 60 235 Nederlands Na de werkzaamheden N Zaagketting ontspannen als deze tijdens de werkzaamheden bij bedrijfstemperatuur werd gespannen N Zaagblad in goede staat houden Zaagblad vervangen De aandrijfschakels raken anders de bodem van de groef – hierdoor liggen de tandvoet en de verbindingsschakels niet meer op de randen van de zaagbladgroef. 2 LET OP De zaagketting na beëindiging van de werkzaamheden beslist weer ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de zaagketting. Een niet-ontspannen zaagketting kan de aandrijfas en de lagers beschadigen. Bij langdurige buitengebruikstelling 1 3 246BA028 KN Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan" N Zaagblad omkeren – steeds nadat de ketting is geslepen en nadat de ketting is verwisseld – om eenzijdige slijtage te voorkomen, vooral bij de zaagbladneus en aan de onderzijde N Olietoevoerboring (1), oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3) regelmatig reinigen N Groefdiepte meten – met behulp van het meetkaliber op het vijlkaliber (speciaal toebehoren) – op de plaats waar de slijtage het grootst is Kettingtype Kettingsteek Minimale groefdiepte Picco 1/4" P 4,0 mm (0,16") Als de groef niet ten minste zo diep is: 236 HTE 60 Nederlands N Netsteker uit de contactdoos trekken N Zaagketting en zaagblad wegnemen, schoonmaken en met conserveringsolie inspuiten N Bij gebruik van biologische kettingsmeerolie (bijv. STIHL BioPlus) de olietank geheel vullen N Het apparaat op een droge en veilige plaats opslaan. Beschermen tegen onbevoegd gebruik (bijv. door kinderen) N Het kettingtandwieldeksel, de zaagketting en het zaagblad wegnemen Kettingtandwiel vervangen a 246BA029 KN Bij buitengebruikstelling vanaf ca. 3 maanden Kettingtandwiel controleren en vervangen 000BA054 KN Apparaat opslaan – Na het verbruik van twee zaagkettingen of eerder – Als de inloopsporen (a) dieper zijn dan 0,5 mm (0,02 inch) – anders wordt de levensduur van de zaagketting nadelig beïnvloed – voor controle het kaliber (speciaal toebehoren) gebruiken Het kettingtandwiel wordt via een slipkoppeling aangedreven. Het vervangen van het kettingtandwiel moet worden uitgevoerd door een STIHL dealer. STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. Het kettingtandwiel heeft een langere levensduur als er afwisselend met twee zaagkettingen wordt gewerkt. STIHL adviseert originele STIHL kettingtandwielen te monteren. HTE 60 237 Nederlands Moeiteloos zagen met een correct geslepen/aangescherpte zaagketting Een goed geslepen/aangescherpte zaagketting trekt zichzelf al bij een geringe aanlegdruk moeiteloos in het hout. De zaagketting kan op het zaagblad niet worden geblokkeerd. Wij adviseren dan ook, de zaagketting voor het slijpen van het zaagblad te nemen en op een stationair slijpapparaat (FG 2, HOS, USG) te slijpen. Zaagketting reinigen N Zaagketting op scheurtjes en beschadigde klinknagels controleren N Beschadigde of versleten kettingdelen vervangen en deze delen qua vorm en slijtagegraad aan de overige kettingdelen aanpassen – overeenkomstig nabewerken Zaagkettingen met hardmetalen snijplaatjes (Duro) zijn zeer slijtvast. Voor een optimaal slijpresultaat adviseert STIHL de STIHL dealer. WAARSCHUWING De hierna genoemde hoeken en maten moeten beslist worden aangehouden. Een verkeerd geslepen zaagketting – vooral een te lage dieptebegrenzer – kan leiden tot een verhoogde neiging tot terugslag van de hoogsnoeier – kans op letsel! 238 A Kettingsteek B Niet met een botte of beschadigde zaagketting werken – dit leidt tot een zwaardere lichamelijke belasting, een hogere trillingsbelasting, een onbevredigend zaagresultaat en een hoge slijtage. N Aanscherp- en voorsnijvlakhoek 689BA021 KN Zaagketting onderhouden en slijpen A 689BA027 KN a Op elke zaagtand is vlak bij de dieptebegrenzer de codering (a) voor de kettingsteek gestempeld. Codering (a) 7 Kettingsteek inch mm 1/4 P 6,35 De indeling van de vijldiameter vindt plaats aan de hand van de kettingsteek – zie tabel "Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen". De hoeken op de zaagtand moeten bij het slijpen worden aangehouden. aanscherphoek STIHL zaagkettingen worden geslepen/aangescherpt met een aanscherphoek van 30°. Uitzondering hierop zijn de langszaagkettingen met een aanscherphoek van 10°. Langszaagkettingen hebben een X in de benaming. B voorsnijvlakhoek Bij gebruik van de voorgeschreven vijlhouder en vijldiameter wordt automatisch de juiste voorsnijvlakhoek verkregen. Beiteltandvormen Micro = halve beiteltand bijv. 63 PM3, 26 RM3, 71 PM3 Hoek (°) A B 30 75 De hoeken moeten bij alle tanden van de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van de zaagketting, sterke slijtage – tot aan het breken van de zaagketting. HTE 60 Nederlands Vijlhouder dieptebegrenzerafstand, tandlengte, groefdiepte en voor het reinigen van de groef en de olietoevoerboringen. N N Het gereedschap voor het slijpen/aanscherpen aan de hand van de kettingsteek kiezen N Bij gebruik van de apparaten FG 2, HOS en USG: zaagketting van het zaagblad nemen en volgens de handleiding van het apparaat slijpen/aanscherpen N Het zaagblad eventueel inspannen N Regelmatig slijpen/aanscherpen, weinig materiaal wegnemen – voor het gebruikelijke aanscherpen zijn meestal twee tot drie vijlstreken voldoende Vijlhouder gebruiken De zaagkettingen met de hand uitsluitend met behulp van een vijlhouder (speciaal toebehoren, zie tabel "Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen") aanscherpen. Vijlhouders zijn voorzien van aanscherphoekmerktekens. Alleen speciale zaagkettingvijlen gebruiken! Andere vijlen zijn door hun vorm en kapping ongeschikt. 689BA043 KN 689BA025 KN 90° N De vijl geleiden: horizontaal (in een rechte hoek ten opzichte van het zijvlak van het zaagblad) overeenkomstig de voorgeschreven hoeken – aan de hand van de markeringen op de vijlhouder – de vijlhouder op het tanddak en op de dieptebegrenzer plaatsen N Alleen van binnen naar buiten vijlen N De vijl grijpt alleen aan bij de voorwaartse streek – bij het achteruit geleiden de vijl optillen N Verbindings- en aandrijfschakels niet afvijlen N De vijl regelmatig iets verdraaien, om eenzijdige slijtage te voorkomen N De bramen die bij het vijlen ontstaan verwijderen met behulp van een stuk hardhout N De hoeken met behulp van het vijlkaliber controleren 001BA203 KN Ter controle van de hoeken STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren, zie tabel "Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen") – een universeel gereedschap voor de controle van de aanscherp- en voorsnijvlakhoek, 689BA018 KN Correct slijpen/aanscherpen Alle zaagtanden moeten even lang zijn. HTE 60 239 Nederlands N Dieptebegrenzerafstand N 689BA023 KN De dieptebegrenzer bepaalt de diepte van de zaagsnede in het hout en daarmee de spaandikte. a richtafstand tussen de dieptebegrenzer en snijkant Bij het zagen in zacht hout buiten de vorstperiode kan de afstand met maximaal 0,2 mm (0,008") worden vergroot. Kettingsteek inch 1/4 P 240 (mm) (6,35) De dieptebegrenzerafstand telkens na het aanscherpen controleren 1 a Dieptebegrenzer Afstand (a) mm (inch) 0,45 (0.018) 689BA051 KN Alle zaagtanden tot op de lengte van de kortste zaagtand terugvijlen – bij voorkeur door een geautoriseerde dealer laten uitvoeren met een elektrisch slijpapparaat De dieptebegrenzerafstand wordt kleiner bij het aanscherpen van de zaagtanden. N De dieptebegrenzer nabewerken tot deze gelijkligt met het vijlkaliber N Aansluitend hierop evenwijdig aan de servicemarkering (zie pijl) het dak van de dieptebegrenzer schuin afvijlen – hierbij het hoogste punt van de dieptebegrenzer niet verder terugzetten 2 Het bij de kettingsteek passende vijlkaliber (1) op de zaagketting plaatsen en bij de te controleren zaagtand aandrukken – als de dieptebegrenzer boven het vijlkaliber uitsteekt moet de dieptebegrenzer worden nabewerkt Zaagkettingen met knobbelaandrijfschakel (2) – bovenste deel van de knobbel-aandrijfschakel (2) (met servicemarkering) wordt gelijktijdig met de dieptebegrenzer van de zaagtand bewerkt. 689BA044 KN N Dieptebegrenzer afvijlen 689BA061 KN Bij verschillende zaagtandlengtes zijn ook de tandhoogtes verschillend, hetgeen leidt tot een ruw draaiende zaagketting en zelfs tot het breken van de ketting. WAARSCHUWING Te lage dieptebegrenzers verhogen de neiging tot terugslag van het apparaat. WAARSCHUWING Het overige deel van de knobbelaandrijfschakel mag niet worden bewerkt, omdat dan de neiging tot terugslag van het apparaat zou worden verhoogd. HTE 60 689BA052 KN Nederlands N N Na het slijpen/aanscherpen de zaagketting grondig reinigen, aanhechtende vijlspanen of slijpsel verwijderen – de zaagketting intensief smeren N Bij langere werkonderbrekingen de zaagketting reinigen en ingeolied bewaren Het vijlkaliber op de zaagketting plaatsen – het hoogste punt van de dieptebegrenzer moet gelijkliggen met het vijlkaliber Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen (speciaal toebehoren) Kettingsteek Ronde vijl ^ Ronde vijl Vijlhouder inch onderdeelnumonderdeelnummer mer 1/4 P (6,35) 3,2 (1/8) 5605 771 3206 5605 750 4300 1) Bestaande uit vijlhouder met ronde vijl, platte vijl en vijlkaliber HTE 60 (mm) mm (inch) Vijlkaliber Platte vijl onderdeelnummer 0000 893 4005 onderdeelnummer 0814 252 3356 Slijp-, aanscherpset 1) onderdeelnummer 5605 007 1000 241 Nederlands Kettingsmering Zaagketting controleren X controleren, ook op het scherp zijn letten X De kettingspanning controleren X slijpen/aanscherpen controleren (slijtage, beschadiging) Zaagblad X X reinigen en omkeren X bramen verwijderen X vervangen Kettingtandwiel Veiligheidssticker 242 controleren X X X X vervangen vervangen Indien nodig Bij beschadiging Bij storingen Jaarlijks Maandelijks Wekelijks Na beëindigen van de werkzaamheden, resp. dagelijks Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden. Onder zware omstandigheden (sterke stofoverlast, hout met veel harsvorming, tropisch hout enz.) en bij langere dagelijkse werktijden dienen de opgegeven intervallen navenant te worden verkort. Bij slechts incidenteel gebruik kunnen de intervallen overeenkomstig worden verlengd. Voor begin van de werkzaamheden Onderhouds- en reinigingsvoorschriften X X HTE 60 Nederlands Slijtage minimaliseren en schade voorkomen Het aanhouden van de voorschriften in deze handleiding voorkomt overmatige slijtage en schade aan het apparaat. Gebruik, onderhoud en opslag van het apparaat moeten net zo zorgvuldig plaatsvinden als staat beschreven in de handleiding. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor alle schade die door het niet in acht nemen van de veiligheids-, bedieningsen onderhoudsaanwijzingen wordt veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder voor: – niet door STIHL vrijgegeven wijzigingen aan het product – het gebruik van gereedschappen of toebehoren die niet voor het apparaat zijn vrijgegeven, niet geschikt of kwalitatief minderwaardig zijn uitgevoerd, moeten deze worden overgelaten aan een geautoriseerde dealer. STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig geschoold en hebben de beschikking over technische informaties. Als deze werkzaamheden niet of onvakkundig worden uitgevoerd kan er schade ontstaan waarvoor de gebruiker zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren onder andere: – schade aan de elektromotor ten gevolge van niet tijdig of niet correct uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden (bijv. onvoldoende reiniging van de koelluchtgeleiding) – schade door verkeerde elektrische aansluiting (spanning, te lichte bedrading) – het niet volgens voorschrift gebruikmaken van het apparaat – corrosie- en andere vervolgschade ten gevolge van onjuiste opslag – gebruik van het apparaat bij sportmanifestaties of wedstrijden – – vervolgschade door het blijven gebruiken van het apparaat met defecte onderdelen schade aan het apparaat ten gevolge van gebruik van kwalitatief minderwaardige onderdelen Onderhoudswerkzaamheden Alle in het hoofdstuk „Onderhouds- en reinigingsvoorschriften“ vermelde werkzaamheden moeten regelmatig worden uitgevoerd. Voorzover deze onderhoudswerkzaamheden niet door de gebruiker zelf kunnen worden HTE 60 Aan slijtage blootstaande onderdelen Sommige onderdelen van het apparaat staan ook bij gebruik volgens de voorschriften aan normale slijtage bloot en moeten, afhankelijk van de toepassing en de gebruiksduur, tijdig worden vervangen. Hiertoe behoren onder andere: – Zaagketting, zaagblad – Kettingtandwiel 243 Nederlands Belangrijke componenten 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 3 4 5 8 10 6 7 9 11 Handvatrubber Draagoog Inschakelblokkering Schakelaar Aansluitkabel Oilomatic-zaagketting Zaagblad Tankdop Olietank Steel/maaiboom Kettingbeschermer Kettingtandwieldeksel Haak Kettingspanner Kettingtandwiel Trekontlasting 12 13 247BA022 KN 16 244 HTE 60 Nederlands Technische gegevens Motor Nominale spanning: Nominale stroomsterkte: Frequentie: Opgenomen vermogen: Nominaal toerental bij belasting: Zekering: Beveiligingsklasse: 230 – 240 V 7A 50 Hz 1,45 kW 11.000 1/min 10 A II, E Kettingsmering Toerentalafhankelijke, volautomatische oliepomp met roterende plunjer Inhoud olietank: 120 cm3 (0,12 l) Gewicht Zonder zaaggarnituur 4,7 kg Zaagbladen Rollomatic E Mini Snoeilengte: Steek: Groefbreedte: 30 cm 1/4” P (6,35 mm) 1,1 mm Zaagketting 1/4" P Picco Micro 3 (71 PM3) type 3670 Steek: 1/4” P (6,35 mm) Dikte aandrijfschakels: 1,1 mm Kettingtandwiel 8-tands voor 1/4" P Geluids- en trillingswaarden Gedetailleerde gegevens m.b.t. de arbo-wetgeving voor wat betreft trillingen 2002/44/EG, zie www.stihl.com/vib Voor het bepalen van de geluids- en trillingswaarden wordt rekening gehouden met de bedrijfsstatus nominaal max.toerental. Geluiddrukniveau Lp volgens EN ISO 11680-1 HTE 60: 90 dB(A) Zaaggarnituur Geluidvermogensniveau Lw volgens EN ISO 11680-1 De werkelijke zaagbladlengte kan kleiner zijn dan de vermelde zaagbladlengte. HTE 60: Trillingswaarde ahv volgens EN ISO 11680-1 Handgreep links: Handgreep rechts: HTE 60 102 dB(A) 3,6 m/s2 4,2 m/s2 Voor het geluiddrukniveau en het geluidvermogensniveau bedraagt de K-waarde volgens RL 2006/42/EG = 2,0 dB(A); voor de trillingswaarde bedraagt de K--waarde volgens RL 2006/42/EG = 2,0 m/s². De gegeven trillingswaarden zijn volgens een genormeerde testprocedure gemeten en kunnen worden geraadpleegd voor de vergelijking van elektrische apparaten. De werkelijk optredende trillingswaarden kunnen afwijken van de vermelde gegevens, afhankelijk van het gebruik. De opgegeven trillingswaarden kunnen worden gebruikt voor een eerste inschatting van de trillingsbelasting. De werkelijke trillingsbelasting moet worden geschat. Hierbij kan ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het elektrische apparaat is uitgeschakeld en die waarin dit weliswaar is ingeschakeld, maar zonder belasting draait. Let op de maatregelen voor het reduceren van de trillingsbelasting ter bescherming van de gebruiker, zie hoofdstuk "Trillingen" in hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften en werktechniek". REACH REACH staat voor een EG voorschrift voor de registratie, classificatie en vrijgave van chemicaliën. Informatie met betrekking tot het voldoen aan het REACH voorschrift (EG) nr. 1907/2006 zie www.stihl.com/reach 245 Nederlands Reparatierichtlijnen Door de gebruiker van dit apparaat mogen alleen die onderhouds- en reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd die in deze handleiding staan beschreven. Verdergaande reparaties mogen alleen door geautoriseerde dealers worden uitgevoerd. Milieuverantwoord afvoeren Bij het milieuvriendelijk verwerken moeten de nationale voorschriften met betrekking tot afvalstoffen in acht worden genomen. STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te monteren. Originele STlHL onderdelen zijn te herkennen aan het STlHL onderdeelnummer, aan het logo { en, indien aanwezig, aan het STlHL onderdeellogo K (op kleine onderdelen kan dit logo ook als enig teken voorkomen.). ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstr. 115 D-71336 Waiblingen Duitsland verklaart als enige verantwoordelijke, dat STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig geschoold en hebben de beschikking over Technische informaties. Bij reparatiewerkzaamheden alleen onderdelen inbouwen die door STIHL voor dit apparaat zijn vrijgegeven of technisch gelijkwaardige onderdelen. Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of schade aan de apparaat. EU-conformiteitsverklaring 000BA073 KN Constructie: STIHL producten behoren niet bij het huisvuil. STIHL producten, accu's, toebehoren en verpakking moeten worden ingeleverd voor een milieuvriendelijke recycling. Actuele informatie betreffende het milieuvriendelijk verwerken van accu's is verkrijgbaar bij de STIHL dealer. Fabrieksmerk: Type: Serie-identificatie: elektrische hoogsnoeier STIHL HTE 60 4810 voldoen aan de betreffende bepalingen van de richtlijnen 2011/65/EU, 2006/42/EG en 2014/30/EU en in overeenstemming met de ten tijde van de productiedatum geldende versies van de volgende normen zijn ontwikkeld en geproduceerd: EN 60745-1, EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-2 en EN 61000-3-3 met inachtneming van de normen EN 60745-2-13 en EN ISO 11680-1 De EG-typegoedkeuring werd uitgevoerd aan de hand van de richtlijnen 2006/42/EG artikel 12.3 (b) door VDE Prüf- und Zertifizierungsinstitut (NB 0366) Merianstrasse 28 D-63069 Offenbach Certificeringsnr. 40038369 Bewaren van technische documentatie: 246 HTE 60 Nederlands ANDREAS STIHL AG & Co. KG Productgoedkeuring Het productiejaar, het productieland en het machinenummer staan vermeld op het apparaat. Waiblingen, 08-01-2018 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Bij volmacht Thomas Elsner Hoofd productmanagement en services Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische gereedschappen In dit hoofdstuk staan de algemene veiligheidsinstructies volgens de norm EN 60745 voor handgeleide, door een elektromotor aangedreven gereedschappen. STIHL is verplicht deze normteksten letterlijk weer te geven. De onder "2) Elektrische veiligheidsinstructies" beschreven veiligheidsinstructies ter voorkoming van elektrische schokken gelden niet voor de accuaangedreven elektrische STIHL gereedschappen. 1) Veiligheid werkplek a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelig of onverlicht werkgebied kan leiden tot ongevallen. b) Niet met elektrisch gereedschap werken in een omgeving waar explosiegevaar bestaat en waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrisch gereedschap genereert vonken die stof of dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Kinderen en andere personen tijdens het werken met elektrisch gereedschap op afstand houden. Als de aandacht wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsinstructies en voorschriften. Als de veiligheidsaanwijzingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. 2) Elektrische veiligheid a) De aansluitsteker van het elektrische gereedschap moet in het stopcontact passen. Aan de steker mogen op geen enkele wijze wijzigingen worden aangebracht. Gebruik geen verloopstekers in combinatie met geaard elektrisch gereedschap. Ongewijzigde stekers en passende contactdozen beperken het risico op een elektrische schok. b) Voorkom lichaamscontact met geaarde oppervlakken, zoals bijvoorbeeld buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er is een hoger risico op een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. Bewaar alle veiligheidsaanwijzingen en voorschriften voor toekomstig gebruik. Het in de veiligheidsaanwijzingen gebruikte begrip 'elektrisch gereedschap' heeft betrekking op elektrisch gereedschap voor aansluiting op het lichtnet (met netkabel) en op elektrisch gereedschap dat als energiebron een accu heeft (zonder netkabel). HTE 60 247 Nederlands c) d) De netkabel niet voor andere doeleinden gebruiken, bijv. om het elektrische gereedschap te dragen, op te hangen of om de steker uit de contactdoos te trekken. De netkabel uit de buurt houden van hittebronnen, olie, scherpe randen of bewegende delen van het apparaat. Beschadigde of in de war geraakte netkabels verhogen de kans op een elektrische schok. e) Bij het buitenshuis werken met elektrisch gereedschap, alleen verlengkabels gebruiken die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van voor buiten geschikte verlengkabels beperkt het risico op een elektrische schok. f) Als werken met elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving onvermijdelijk is, maak dan gebruik van een aardlekschakelaar. Het gebruik van een aardlekschakelaar verkleint de kans op een elektrische schok. 3) Veiligheid van personen a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met overleg te werk bij het werken met elektrisch gereedschap. Gebruik geen elektrisch gereedschap als u moe of 248 onder de invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent. Eén moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrische gereedschap kan leiden tot ernstig letsel. Elektrisch gereedschap beschermen tegen regen of vocht. Het binnendringen van water/vocht in elektrisch gereedschap verhoogt de kans op een elektrische schok. b) c) d) Draag persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, werkschoenen met stroeve zool, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert de kans op letsel. Voorkom het per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrische gereedschap is uitgeschakeld voordat de steker in het stopcontact wordt gestoken en/of de accu wordt aangesloten, het gereedschap wordt opgepakt of gedragen. Als bij het dragen van het elektrische gereedschap uw vinger op de schakelaar ligt of als het gereedschap ingeschakeld op het lichtnet wordt aangesloten, kan dit leiden tot ongevallen. Afstelgereedschap of schroefsleutels verwijderen voordat het elektrische gereedschap wordt ingeschakeld. Afstelgereedschap of een sleutel dat/die in een draaiend deel van het apparaat zit kan leiden tot letsel. e) Voorkom een onnatuurlijke lichaamshouding. Zorg voor een stabiele houding en bewaar altijd het evenwicht. Hierdoor kan het elektrische gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle worden gehouden. f) Geschikte kleding dragen. Geen loshangende kleding of sieraden dragen. Haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen houden. Loshangende kleding, sieraden of lange haren kunnen blijven haken aan bewegende delen. g) Als er stofafzuig- en stofopvanginrichtingen kunnen worden gemonteerd, moet worden gecontroleerd of deze zijn aangesloten en correct worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiginrichting beperkt het gevaar door stof. 4) Het gebruik van en de omgang met elektrisch gereedschap a) Het apparaat niet overbelasten. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. b) Geen elektrisch gereedschap gebruiken waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. HTE 60 Nederlands c) De steker uit de contactdoos trekken en/of de accu uit het apparaat nemen alvorens afstelwerkzaamheden uit te voeren, toebehoren te vervangen of het apparaat op te bergen. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt het onbedoeld aanlopen van het elektrische gereedschap. d) Niet-gebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen opbergen. Elektrisch gereedschap niet laten gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn of die de instructies niet hebben gelezen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk als dit door onervaren personen wordt gebruikt. e) Elektrisch gereedschap zorgvuldig onderhouden. Controleer of de bewegende delen correct functioneren en dat deze niet klemmen, gebroken of beschadigd zijn omdat hierdoor de werking van het elektrische gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Beschadigde onderdelen voor het gebruik van het apparaat laten repareren. Vele ongevallen zijn te wijten aan slecht onderhouden elektrisch gereedschap. f) De messen scherp en schoon houden. Zorgvuldig geslepen messen met scherpe snijkanten klemmen minder snel en zijn gemakkelijker te hanteren. g) Elektrisch gereedschap, toebehoren, wisselgereedschappen enz. volgens deze instructies gebruiken. Hierbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te HTE 60 voeren werkzaamheden letten. Het gebruik van elektrisch gereedschap voor andere dan de bedoelde toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. 5) Service a) – – – Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermer. Verdere persoonlijke beschermingsuitrusting voor het hoofd, de handen, benen en voeten wordt geadviseerd. Passende veiligheidskleding reduceert het risico op letsel door rondvliegende spanen en onbedoeld contact met de zaagketting. – Werk met de kettingzaag niet in een boom. Bij het werken in de boom is de kans op letsel aanwezig. – Let altijd op een veilige houding en gebruik de kettingzaag alleen als u stevig op een stabiele en veilige ondergrond staat. Een gladde ondergrond en een instabiel draagvlak, zoals op een ladder kunnen leiden tot het verlies van de controle over de kettingzaag. – Houd er bij het doorzagen van een onder spanning staande tak rekening mee dat deze terugveert. Als de spanning in de houtvezels vrijkomt, kan de onder spanning staande tak degene die met de zaag werkt raken en/of de controle over de kettingzaag doen verliezen. – Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van kreupelhout en jonge bomen. Het dunne materiaal kan vastlopen in de zaagketting en tegen u aanslaan of u uit evenwicht brengen. Laat elektrisch gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap behouden blijft. Veiligheidsinstructies voor kettingzagen – van de zaagketting met een onder spanning staande kabel kan de metalen delen van het apparaat onder spanning zetten en leiden tot een elektrische schok. Houd bij draaiende zaagketting alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting. Controleer voor het starten of de zaagketting nergens tegenaan ligt. Bij werkzaamheden met een kettingzaag kan een moment van onachtzaamheid ertoe leiden dat de kleding of lichaamsdelen door de zaagketting worden gegrepen. Houd de kettingzaag altijd met de rechterhand op de achterste handgreep en de linkerhand op de voorste handgreep vast. Het vasthouden van de kettingzaag in de omgekeerde werkhouding verhoogt het risico op letsel en mag dan ook niet worden toegepast. Houd het elektrische gereedschap vast aan de geïsoleerde handgrepen, omdat de zaagketting contact zou kunnen maken met niet-zichtbare elektrische kabels of met het eigen netsnoer. Het contact 249 Nederlands – – – – Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep in uitgeschakelde staat, houd de zaagketting van het lichaam afgewend. Bij transport of opslag van de kettingzaag altijd de beschermer aanbrengen. Het voorzichtig omgaan met de kettingzaag reduceert de kans op een onbedoeld contact met de draaiende zaagketting. Volg de instructies voor de smering, de kettingspanning en het vervangen van het toebehoren op. Een ondeskundig gespannen of gesmeerde ketting kan breken of de kans op terugslag aanzienlijk verhogen. Houd de handgrepen droog, schoon en olie- en vetvrij. Vet- of olieaanslag op de handgrepen maken deze glad en leiden tot verlies van de controle. Alleen hout zagen. De kettingzaag niet gebruiken voor werkzaamheden waarvoor deze niet is bedoeld. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van plastic, metselwerk of materialen die niet van hout zijn. Het gebruik van de kettingzaag voor werkzaamheden waarvoor deze niet is bedoeld kan leiden tot gevaarlijke situaties. Contact met de zaagbladneus kan in vele gevallen tot een onverwachte, naar achteren gerichte reactie leiden, waarbij het zaagblad naar boven en in de richting van degene die de zaag bedient, wordt geslagen. Het vastklemmen van de zaagketting aan de bovenzijde van het zaagblad kan het zaagblad bliksemsnel terugstoten in de richting van degene die ermee werkt. Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat u de controle over de zaag verliest en mogelijk zwaar letsel oploopt. Vertrouw niet alleen op de in de kettingzaag ingebouwde veiligheidsinrichtingen. Als gebruiker van een kettingzaag moet u verschillende maatregelen nemen om zo een ongeval en letsel te voorkomen. Een terugslag is het gevolg van verkeerd of onjuist gebruik van het elektrische gereedschap. Dit kan door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna staat beschreven, worden voorkomen: – Houd de zaag met beide handen vast, waarbij de duim en de vingers de handgrepen van de kettingzaag omsluiten. Breng uw lichaam en de armen in een stand waarmee u de terugslagkracht kunt opvangen. Als de juiste maatregelen zijn genomen, kan degene die de zaag bedient de terugslagkrachten beheersen. Nooit de kettingzaag loslaten. – Voorkom een abnormale lichaamshouding en zaag nooit boven schouderhoogte. Hierdoor wordt een onbedoeld contact met de zaagbladneus voorkomen en is een betere controle over de kettingzaag in onverwachte situaties mogelijk. – Monteer altijd de door de fabrikant voorgeschreven vervangingszaagbladen en zaagkettingen. Verkeerde vervangingszaagbladen en zaagkettingen kunnen leiden tot het breken van de ketting en/of terugslag. – Volg de instructies van de fabrikant voor het slijpen en het onderhoud van de zaagketting op. Een te lage dieptebegrenzer verhoogt de neiging tot terugslag. Oorzaak en voorkomen van een terugslag Terugslag kan optreden als de neus van het zaagblad een obstakel raakt of als het hout doorbuigt en de zaagketting in de zaagsnede vastklemt. 250 HTE 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356

STIHL HTE 60 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding