STIHL HTE 60 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de STIHL HTE 60 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Originele handleiding Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG, 2018
0458-247-9921-B. VA1.J18.
0000008241_003_NL
HTE 60
Nederlands
220
{
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en ver-
werking met elektronische systemen.
Inhoudsopgave
Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Met vriendelijke groet,
Dr. Nikolas Stihl
Met betrekking tot deze handleiding 221
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek 221
Gebruik 226
Zaaggarnituur 228
Zaagblad en zaagketting monteren 229
Zaagketting spannen 230
Zaagkettingspanning controleren 230
Kettingsmeerolie 230
Kettingolie bijvullen 231
Kettingsmering controleren 233
Apparaat op het lichtnet aansluiten 233
Draagstel omdoen 234
Apparaat inschakelen 234
Apparaat uitschakelen 235
Overbelastingsbeveiliging 235
Gebruiksvoorschriften 235
Zaagblad in goede staat houden 236
Apparaat opslaan 237
Kettingtandwiel controleren en
vervangen 237
Zaagketting onderhouden en
slijpen 238
Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften 242
Slijtage minimaliseren en schade
voorkomen 243
Belangrijke componenten 244
Technische gegevens 245
Reparatierichtlijnen 246
Milieuverantwoord afvoeren 246
EU-conformiteitsverklaring 246
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrische gereedschappen 247
HTE 60
Nederlands
221
Symbolen
Alle symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Wie voor het eerst met het
motorapparaat werkt: door de verkoper
of door een andere deskundige laten
uitleggen hoe men hiermee veilig kan
werken – of deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het
motorapparaat werken – behalve
jongeren boven de 16 jaar, die onder
toezicht leren met het apparaat te
werken.
Kinderen, huisdieren en toeschouwers
op afstand houden.
Als het motorapparaat niet wordt
gebruikt, het apparaat zo neerleggen
dat niemand in gevaar kan worden
gebracht. Het motorapparaat zo
opbergen dat onbevoegden er geen
toegang toe hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
Het motorapparaat alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met dit model
en het gebruik ervan vertrouwd zijn – en
altijd de handleiding meegeven.
Het gebruik van geluid producerende
motorapparaten kan door nationale en
ook plaatselijke, lokale voorschriften
tijdelijk worden beperkt.
Wie met het motorapparaat werkt moet
goed uitgerust, gezond zijn en een
goede lichamelijke conditie hebben.
Wie zich om gezondheidsredenen niet
mag inspannen, moet zijn arts
raadplegen of het werken met een
motorapparaat mogelijk is.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met het motorapparaat
worden gewerkt.
Het motorapparaat alleen gebruiken
voor het snoeien (snoeien of
terugsnoeien van takken). Alleen in hout
en houtige voorwerpen zagen.
Het gebruik van het motorapparaat voor
andere doeleinden is niet toegestaan en
kan leiden tot ongelukken of schade aan
het motorapparaat. Geen wijzigingen
aan het product aanbrengen – ook dit
kan leiden tot ongelukken of schade aan
het motorapparaat.
Met betrekking tot deze
handleiding
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Er zijn extra veiligheids-
maatregelen nodig
tijdens het werken met de
elektrische hoogsnoeier,
omdat met een zeer hoge
kettingsnelheid wordt
gewerkt, de zaagtanden
zeer scherp zijn en omdat
het apparaat een grote
reikwijdte heeft.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruik-
neming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
HTE 60
Nederlands
222
Alleen die zaagbladen, zaagkettingen,
kettingtandwielen of toebehoren
monteren die door STIHL voor dit
motorapparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij
vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer.
Alleen hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert originele
STIHL gereedschappen, zaagbladen,
zaagkettingen, kettingtandwielen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het product
en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen
hogedrukreiniger gebruiken. Door de
harde waterstraal kunnen onderdelen
van het apparaat worden beschadigd.
Het apparaat niet met water afspuiten.
Het gebruik van niet-geschikte
verlengkabels kan leiden tot gevaarlijke
situaties.
Bij gebruik van een verlengkabel moet
er op de minimale doorsnede van de
afzonderlijke aders worden gelet (zie
"Apparaat in gebruik nemen").
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
WAARSCHUWING
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor
vallende voorwerpen.
STIHL biedt een omvangrijk programma
aan persoonlijke beschermuitrusting
aan.
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Altijd de kettingbeschermer aanbrengen
– ook bij het vervoer over korte
afstanden.
Het motorapparaat alleen
uitgebalanceerd aan de steel/maaiboom
dragen.
In auto's: Het apparaat tegen kantelen
en beschadiging beveiligen.
Voor de werkzaamheden
Controleren of het motorapparaat in
goede staat verkeert – het betreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
Correct gemonteerd zaagblad
Correct gespannen zaagketting
De kleding moet doelma-
tig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding
met bescherming tegen
snijwonden – combipak,
geen stofjas.
Geen kleding dragen
waarmee men aan tak-
ken, struiken of de
bewegende delen van
het apparaat kan blijven
haken. Ook geen sjaal,
das en sieraden dragen.
Lang haar in een paar-
denstaart dragen en
vastzetten (hoofddoek,
muts, helm enz.).
Veiligheidslaarzen met
protectie tegen snijwon-
den, een stroeve, slipvrije
zool en stalen neus
dragen.
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheids-
bril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop let-
ten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Robuuste werkhand-
schoenen van slijtvast
materiaal dragen (bijv.
leer).
247BA015 KN
HTE 60
Nederlands
223
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
De handgrepen moeten schoon en
droog, olie- en vuilvrij zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
De spanning en de frequentie van het
apparaat (zie typeplaatje) moeten
corresponderen met de spanning en de
frequentie van het lichtnet.
Bij het gebruik van de elektrische
hoogsnoeier in de open lucht moet de
contactdoos met een aardlekschakelaar
zijn uitgerust, resp. bij het aansluiten
moet een aardlekschakelaar worden
tussengeschakeld. Nadere informatie is
verkrijgbaar bij uw elektro-installateur.
Bijzonder belangrijk zijn netkabel,
netsteker, schakelaar en aansluitkabel.
Beschadigde kabels, koppelingen en
stekers of netkabels die niet aan de
voorschriften voldoen mogen niet
worden gebruikt.
Contactdozen van verlengkabels
moeten spatwaterdicht zijn.
Het motorapparaat mag alleen in
technisch goede staat worden gebruikt
kans op ongelukken!
Apparaat vasthouden en bedienen
Het motorapparaat altijd met beide
handen vasthouden – rechterhand op
het handgreephuis – linkerhand op de
steel, ook linkshandigen.
Voor een goede geleiding het
handgreephuis en de steel stevig met de
duimen omsluiten.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in
noodgevallen de motor direct
uitschakelen en de netsteker uit de
contactdoos trekken.
Het motorapparaat wordt slechts door
één persoon bediend – geen andere
personen toelaten in de directe
werkomgeving – ook niet tijdens het
inschakelen.
Bij het inschakelen mag de zaagketting
geen voorwerpen en ook niet de grond
raken – kans op beschadiging.
Attentie!
Binnen een straal van 15 m mogen zich
geen andere personen ophouden kans
op letsel – door vallende takken en
weggeslingerde houtspanen!
Deze afstand ook ten opzichte van
andere objecten (auto's, ruiten)
aanhouden – kans op materiële schade!
Met de zaagbladneus een minimale
afstand van 15 m ten opzichte van
elektriciteitskabels aanhouden. Bij
Bij beschadiging van de
aansluitkabel direct de
netsteker uit de contact-
doos trekken – gevaar
voor elektrische
schokken!
247BA002 KN
Dit motorapparaat is niet
geïsoleerd. Minstens
15 m afstand ten
opzichte van elektrici-
teitskabels aanhouden
levensgevaar door elek-
trische schok!
15m (50ft)
15m (50ft)
HTE 60
Nederlands
224
hoogspanningskabels kan een
vonkoverslag ook over een grotere
afstand voorkomen. Bij werkzaamheden
in de directe omgeving van
elektriciteitskabels moet de stroom
worden uitgeschakeld.
Voor het vervangen van de zaagketting
de motor uitschakelen – kans op letsel!
De elektrische hoogsnoeier alleen voor
die toepassingen gebruiken, die in de
handleiding staan aangegeven.
Het motorapparaat bij regen niet in de
open lucht laten liggen.
De netsteker nooit uit de contactdoos
trekken door aan de netkabel te trekken,
maar door de netsteker vast te pakken!
De kabelhaspel altijd geheel afwikkelen,
om brandgevaar door oververhitting te
voorkomen.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
Op obstakels letten: Boomstronken,
wortels – kans op struikelen!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
Altijd een hoogwerker gebruiken
Nooit op een ladder of staande in de
boom werken
Nooit op onstabiele plaatsen
werken
Nooit met één hand werken
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Het tijdens het zagen opdwarrelende
stof (bijv. houtstof) kan schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij sterke
stofontwikkeling een stofmasker dragen.
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist de
bedrijfszekerheid controleren – zie ook
"Voor de werkzaamheden".
Vooral de correcte werking van de
veiligheidsinrichtingen controleren.
Motorapparaten die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Van takken ontdoen
Het motorapparaat schuin houden, niet
direct onder de af te zagen tak staan.
Een hoek van 60° ten opzichte van de
grond niet overschrijden. Op vallend
hout letten.
Het werkterrein vrij houden – gevallen
twijgen en takken opruimen.
Voor het doorzagen van takken de
vluchtweg bepalen en obstakels
opruimen.
Bij regen en ook in een
natte of zeer vochtige
omgeving niet met de
elektrische hoogsnoeier
werken – de elektromo-
tor is niet waterdicht –
kans op elektrische
schokken en kortsluiting!
247BA017 KN
HTE 60
Nederlands
225
Bij de zaagsnede het huis tegen de tak
plaatsen. Dit voorkomt schokachtige
bewegingen van het motorapparaat bij
het begin van de zaagsnede.
Het motorapparaat alleen met
draaiende zaagketting in de zaagsnede
drukken.
Alleen met een goed geslepen en
correct gespannen zaagketting werken
– dieptebegrenzerafstand niet te groot.
De zaagsnede van boven naar beneden
aanbrengen – voorkomt het
vastklemmen van de zaag in de
zaagsnede.
Bij dikke, zware takken
ontlastingszaagsnede aanbrengen (zie
"Gebruik").
Onder spanning staande takken alleen
uiterst voorzichtig doorzagen – kans op
letsel! Altijd eerst aan de drukzijde een
ontlastingszaagsnede aanbrengen,
vervolgens aan de trekzijde de
zaagsnede aanbrengen – voorkomt het
vastklemmen van de zaag in de
zaagsnede.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd hout – kans op letsel door
afgescheurde stukken hout!
Op hellingen altijd boven of aan de
zijkant van de door te zagen tak staan.
Op naar beneden rollende takken letten.
Aan het einde van de zaagsnede wordt
het motorapparaat niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van het apparaat opnemen –
kans op verlies van de controle!
Het motorapparaat alleen met een
draaiende zaagketting uit de zaagsnede
trekken.
Het motorapparaat alleen gebruiken om
te snoeien, niet om te vellen – kans op
ongelukken!
Geen andere voorwerpen met de
zaagketting in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen.
Als een draaiende zaagketting contact
maakt met een steen of een ander hard
voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
hoogsnoeier niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
De netkabel zo neerleggen, dat deze
niet kan worden beschadigd en niemand
in gevaar kan worden gebracht. Bij een
in elkaar gedraaide aansluitkabel: de
netsteker uit de contactdoos trekken –
de kabel uit de knoop halen.
De netkabel zo neerleggen dat deze niet
door de draaiende zaagketting kan
worden geraakt.
De netkabel niet langs randen, punten of
scherpe voorwerpen laten schuren. De
netkabel niet in deur- of
raamsponningen inklemmen.
Voor het vervoer van het apparaat over
een korte afstand, bijv. naar een andere
werkplek: apparaat uitschakelen!
(Schakelaar loslaten)
Voor het achterlaten van de elektrische
hoogsnoeier: apparaat uitschakelen –
de netsteker lostrekken!
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
246BA032 KN
HTE 60
Nederlands
226
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Voor alle werkzaamheden aan het
apparaat altijd het apparaat
uitschakelen en de netsteker lostrekken.
Door het onbedoeld aanlopen van de
motor – kans op letsel!
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan het
apparaat. Bij vragen contact opnemen
met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Geen wijzigingen aan het
motorapparaat aanbrengen – de
veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht – kans op ongelukken!
De netkabel en de netsteker regelmatig
op goede isolatie en veroudering (breuk)
controleren.
Elektrische componenten, zoals bijv. de
netkabel mogen alleen door elektriciens
worden gerepareerd, resp. vervangen.
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Het apparaat niet met water afspuiten.
De koelluchtsleuven in het motorhuis
indien nodig reinigen.
Slijphandleiding in acht nemen – voor
een veilig en correct gebruik, de
zaagketting en het zaagblad altijd in een
goede staat houden, de zaagketting
correct geslepen, gespannen en
voldoende gesmeerd.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel tijdig verwisselen.
De kettingolie alleen in de
voorgeschreven en van het juiste
opschrift voorziene jerrycans bewaren.
Het apparaat veilig in een droge ruimte
opslaan.
Voorbereiding
N Geschikte veiligheidskleding
dragen, op de
veiligheidsvoorschriften letten
Zaagvolgorde
Om het vallen van de afgezaagde
takken te vergemakkelijken, moeten de
onderste takken eerst worden
afgezaagd. Zware takken (met een grote
diameter) in onder controle te houden
stukken afzagen.
WAARSCHUWING
Nooit onder de tak gaan staan waaraan
wordt gewerkt – op de ruimte voor de
vallende takken letten! – Op de grond
vallende takken kunnen opspringen –
kans op letsel!
Milieuverantwoord afvoeren
De afgezaagde takken niet bij het
huisvuil gooien – de takken kunnen
worden gecomposteerd!
Werktechniek
De rechterhand op het handgreephuis,
de linkerhand op de steel bij een
praktisch gestrekte arm in een
makkelijke stand.
Gebruik
HTE 60
Nederlands
227
De aanzethoek moet altijd 60° of kleiner
zijn!
De krachtsinspanning is het kleinst bij
een aanzethoek van 60°.
Bij verschillende toepassingen kan van
deze hoek worden afgeweken.
Zaagsnede
Het huis tegen de tak plaatsen en de
zaagsnede van boven naar beneden
aanbrengen – voorkomt het inklemmen
van de zaagketting in de zaagsnede.
Ontlastingszaagsnede
Om te voorkomen dat de schors bij
dikkere takken losscheurt, aan de
onderzijde een
N Ontlastingszaagsnede (1)
aanbrengen, hiertoe het
zaaggarnituur tegen de tak plaatsen
en het zaagblad boogvormig tot aan
de zaagbladneus naar beneden
geleiden
N Zaagsnede (2) aanbrengen hierbij
het huis tegen de tak plaatsen
Juiste zaagtechniek bij dikke takken
N Bij een takdiameter van boven de
10 cm eerst een
voorzaagsnede (3), met een
ontlastingszaagsnede en een
zaagsnede op een afstand (A) van
ca. 20 cm voor de gewenste
zaagsnede aanbrengen, daarna de
definitieve zaagsnede (4) met
ontlastingszaagsnede en
zaagsnede op de gewenste plaats
uitvoeren
247BA018 KN
246BA032 KN
2
1
246BA033 KN
3
4
A
390BA024 KN
HTE 60
Nederlands
228
Zagen boven obstakels
Door de grote reikwijdte kunnen takken
ook boven hindernissen, zoals bijv.
sloten, worden afgezaagd. De
aanzethoek is afhankelijk van de stand
van de tak.
Zagen vanuit een hoogwerker
Door de grote reikwijdte kunnen takken
direct op de stam worden afgezaagd
zonder daarbij andere takken met de
hoogwerker te beschadigen. De
aanzethoek is afhankelijk van de stand
van de tak.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel vormen het
zaaggarnituur.
Het meegeleverde zaaggarnituur is
optimaal afgestemd op de hoogsnoeier.
De steek (t) van de zaagketting (1),
van het kettingtandwiel en van het
neustandwiel van het Rollomatic-
zaagblad moeten met elkaar
corresponderen
De dikte van de aandrijfschakels (2)
van de zaagketting (1) moet
corresponderen met de
groefbreedte van het zaagblad (3)
Bij het combineren van componenten
die niet bij elkaar passen, kan het
zaaggarnituur reeds na een korte
gebruiksduur onherstelbaar worden
beschadigd.
Kettingbeschermer
Tot de leveringsomvang behoort een bij
het zaaggarnituur passende
kettingbeschermer.
Bij het gebruik van zaagbladen op een
hoogsnoeier moet altijd een passende
kettingbeschermer worden gebruikt, die
het complete zaagblad afdekt.
Op de kettingbeschermer is aan de
zijkant de lengte van het hierbij
passende zaagblad ingestempeld.
247BA019 KN
Zaaggarnituur
001BA248 KN
1
2
3
a
001BA244 KN
HTE 60
Nederlands
229
Kettingtandwieldeksel uitbouwen
N De moer losdraaien en het
kettingtandwieldeksel wegnemen
N Bout (1) rechtsom draaien, tot de
spanschuif (2) rechts tegen de
uitsparing van het carter ligt.
Zaagketting op het zaagblad plaatsen
WAARSCHUWING
Veiligheidshandschoenen aantrekken –
kans op letsel door de scherpe
zaagtanden.
N Zaagketting aanbrengen – te
beginnen bij de zaagbladneus
N Het zaagblad over de bout (3) en de
fixeerboring (4) over de tap op de
spanschuif plaatsen – gelijktijdig de
zaagketting over het
kettingtandwiel (5) leggen
N Bout (1) linksom draaien, totdat de
zaagketting aan de onderzijde nog
maar iets doorhangt en de nokken
van de aandrijfschakels in de groef
van het zaagblad liggen
N Het kettingtandwieldeksel weer
aanbrengen en de moer handvast
draaien
N Verder met "Zaagketting spannen"
Zaagblad en zaagketting
monteren
246BA021 KN
1
2
246BA022-A1
390BA003 KN
1
4
3
246BA023 A1
5
HTE 60
Nederlands
230
Voor het naspannen tijdens het werk:
N Motor uitschakelen en de netsteker
lostrekken
N Moer losdraaien
N Zaagblad bij de neus optillen
N Met behulp van een
schroevendraaier de bout (1)
linksom draaien, tot de zaagketting
tegen de onderzijde van het
zaagblad ligt
N Het zaagblad verder oplichten en de
moer vastdraaien
N Verder: zie "Zaagkettingspanning
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait!
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"
N Motor uitschakelen en de netsteker
lostrekken
N Veiligheidshandschoenen
aantrekken
N De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen
en met de hand over het zaagblad
kunnen worden getrokken
N Indien nodig, zaagketting
naspannen
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"
Voor een automatische, duurzame
smering van zaagketting en zaagblad –
alleen milieuvriendelijke kwaliteits-
kettingsmeerolie gebruiken – bij
voorkeur het biologisch snel
afbreekbare STIHL BioPlus.
LET OP
Biologische kettingsmeerolie moet over
goede eigenschappen tegen
veroudering beschikken (bijv. STIHL
BioPlus). Olie met minder goede
eigenschappen tegen veroudering neigt
tot snel verharsen. De gevolgen zijn
vaste, moeilijk verwijderbare
afzettingen, vooral ter hoogte van de
kettingaandrijving en op de zaagketting
tot aan het blokkeren van de oliepomp.
De levensduur van zaagkettingen en
zaagbladen wordt wezenlijk beïnvloed
door de kwaliteit van de smeerolie –
daarom alleen speciale kettingsmeerolie
gebruiken.
WAARSCHUWING
Geen afgewerkte olie gebruiken!
Afgewerkte olie kan bij langdurig en
veelvuldig huidcontact huidkanker
veroorzaken en is schadelijk voor het
milieu!
LET OP
Afgewerkte olie beschikt niet over de
noodzakelijke smeereigenschappen en
is ongeschikt voor de kettingsmering.
Zaagketting spannen
1
246BA024 KN
Zaagkettingspanning
controleren
246BA025 KN
Kettingsmeerolie
HTE 60
Nederlands
231
Apparaat voorbereiden
N De tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken grondig reinigen,
zodat er geen vuil in de olietank valt
N Het apparaat zo neerleggen dat de
tankdop naar boven is gericht
Openen
N Beugel opklappen
N Tankdop verdraaien (ca. 1/4 slag)
De markeringen op de tankdop en de
olietank moeten met elkaar
corresponderen
N Tankdop wegnemen
Kettingolie bijvullen
N Kettingolie bijvullen
Bij het tanken geen kettingolie morsen
en de tank niet tot aan de rand vullen.
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor kettingolie (speciaal toebehoren).
Sluiten
Beugel staat verticaal:
N Tankdop aanbrengen – de
markeringen op de tankdop en de
olietank moeten met elkaar
corresponderen
N De tankdop tot aan de aanslag naar
beneden drukken
N Tankdop ingedrukt houden en
rechtsom draaien tot deze vastklikt
Kettingolie bijvullen
246BA026 KN
0000,GXX-0135-A0 KN
0000-GXX-0136-A0
0000-GXX-0137-A0 KN
0000-GXX-0138-A0 KN
0000-GXX-0137-A0 KN
0000-GXX-0139-A0 KN
HTE 60
Nederlands
232
In deze stand staan de markeringen op
de tankdop en de olietank met elkaar in
lijn
N Beugel inklappen
Tankdop is vergrendeld
Als de inhoud van de olietank niet
terugloopt, kan er een storing in het
smeersysteem zijn: kettingsmering
controleren, oliekanalen reinigen,
eventueel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. STIHL adviseert
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Als de tankdop niet in de olietank kan
worden vergrendeld
is het onderste deel ten opzichte van het
bovenste deel verdraaid.
N De tankdop van de olietank nemen
en vanaf de bovenzijde controleren
N De tankdop aanbrengen en zover
linksom draaien tot deze in de zitting
van de vulpijp aangrijpt
N De tankdop verder linksom draaien
(ca. 1/4 slag) – het onderste deel
van de tankdop wordt hierdoor in de
juiste stand gedraaid
N De tankdop rechtsom draaien en
sluiten – zie hoofdstuk "Sluiten"
0000-GXX-0140-A0 KN
0000-GXX-0141-A0 KN
0000-GX-0142 A0 KN
Links: onderste deel van de
tankdop verdraaid – de bin-
nenliggende markering (1)
ligt in lijn met de buitenste
markering
Rechts: onderste deel van de
tankdop in de juiste stand –
binnenliggende markering
ligt onder de beugel. Deze
ligt niet in lijn met de buiten-
ste markering
002BA584 KN
1
0000-GXX-0136-A0
HTE 60
Nederlands
233
De zaagketting moet altijd iets olie
wegslingeren.
LET OP
Nooit zonder kettingsmering werken! Bij
een droog lopende ketting zal het
zaaggarnituur binnen de kortste tijd
onherstelbaar worden beschadigd. Voor
het begin van de werkzaamheden altijd
de kettingsmering en het oliepeil in de
tank controleren.
Elke nieuwe zaagketting heeft een
inlooptijd van 2 tot 3 minuten nodig.
Na het inlopen de kettingspanning
controleren en indien nodig corrigeren
zie "Zaagkettingspanning controleren".
De spanning en de frequentie van het
apparaat (zie typeplaatje) moeten
corresponderen met de spanning en de
frequentie van het elektriciteitsnet.
De minimale beveiliging (zekering) van
de netaansluiting moet overeenkomstig
de technische gegevens zijn uitgevoerd
– zie "Technische gegevens".
Het apparaat moet via een
aardlekschakelaar op het
elektriciteitsnet worden aangesloten, die
de stroomtoevoer onderbreekt als de
aardlekstroom hoger is dan 30 mA.
De netkabel moet voldoen aan
IEC 60364 en aan de nationale
voorschriften.
Verlengkabel
De verlengkabel moet qua constructie
ten minste voldoen aan dezelfde
eigenschappen als de netkabel van het
apparaat. Op de codering
(typebenaming) van de netkabel letten.
De aders in de kabel moeten, afhankelijk
van de netspanning en de kabellengte,
de vermelde minimale doorsnede
hebben.
N Netsteker (1) in de contrasteker (2)
van de verlengkabel steken
Trekontlasting
De trekontlasting beschermt de
aansluitkabel tegen beschadiging.
Kettingsmering controleren
246BA027 KN
Apparaat op het lichtnet
aansluiten
Kabellengte Minimale
doorsnede
220 V – 240 V:
tot 20 m 1,5 mm
2
20 m tot 50 m 2,5 mm
2
100 V – 127 V:
tot 10 m AWG 14/2,0 mm
2
10 m tot 30 m AWG 12/3,5 mm
2
238BA008 KN
1
2
HTE 60
Nederlands
234
N Met de verlengkabel een lus (3)
vormen
N Lus (3) door de opening (4) steken
N De lus (3) over de haak (5) geleiden
en vaststeken
N De steker van de verlengkabel in
een volgens de
installatievoorschriften aangesloten
contactdoos steken
Optioneel kan een draagstel (speciaal
toebehoren) worden gebruikt.
Type en uitvoering van het draagstel zijn
afhankelijk van het exportland.
Enkele schouderriem omdoen
N Enkel draagstel (1) omdoen
N De riemlengte zo afstellen dat de
karabijnhaak (2) gelijkligt met de
rechterheup als het apparaat aan
de riem is gehangen
N Een veilige en stabiele houding
aannemen
N Het apparaat met beide handen
vasthouden – rechterhand op het
handgreephuis – linkerhand op de
steel
N Rechtop staan – het apparaat
ontspannen vasthouden en altijd
rechts van het lichaam houden
N De zaagketting en het zaagblad niet
op de grond plaatsen
N Inschakelblokkering (1) indrukken
en vasthouden
N Schakelaar (2) indrukken
4
238BA009 KN
5
3
Draagstel omdoen
1
247BA007 KN
2
Apparaat inschakelen
247BA020 KN
HTE 60
Nederlands
235
N De schakelaar en de
inschakelblokkering loslaten
WAARSCHUWING
De zaagketting draait nog even door als
de schakelaar en de
inschakelblokkering worden losgelaten
naloopeffect!
Bij langere onderbrekingen – de
netsteker uit de contactdoos trekken.
Als het motorapparaat niet meer wordt
gebruikt, het apparaat zo opbergen dat
niemand in gevaar kan worden
gebracht.
Het motorapparaat zo opbergen dat
onbevoegden er geen toegang toe
hebben.
Het apparaat is uitgevoerd met een
overbelastingsschakelaar.
De overbelastingsschakelaar
onderbreekt de stroomtoevoer bij
mechanische overbelasting, bijv. door
Te hoge aanzetdruk
"Wurgen" van het toerental
Vastklemmen van de zaagketting in
de zaagsnede
Als de overbelastingsbeveiliging de
stroomtoevoer heeft onderbroken:
N Zaagblad uit de zaagsnede trekken
N Voor het opnieuw inschakelen circa
3 minuten wachten tot de
overbelastingsschakelaar is
afgekoeld
Gedurende deze tijd het apparaat niet
inschakelen omdat dit de afkoeltijd
aanzienlijk verlengt.
Nadat het apparaat weer aanloopt:
N Circa 15 seconden zonder belasting
laten draaien – hierdoor worden de
wikkelingen van de motor gekoeld
en een opnieuw aanspreken van de
overbelastingsschakelaar
aanzienlijk vertraagd
Tijdens de werkzaamheden
Oliepeil regelmatig controleren
Nooit met een lege olietank werken.
Kettingspanning regelmatig controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
In koude staat
De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen,
maar moet met de hand nog over het
zaagblad kunnen worden getrokken.
Indien nodig, de zaagketting spannen –
zie hoofdstuk "Zaagketting spannen".
Op bedrijfstemperatuur
De zaagketting zet uit en hangt door. De
aandrijfschakels aan de onderzijde van
het zaagblad mogen niet uit de groef
komen de zaagketting kan anders van
het zaagblad lopen. Zaagketting
spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting
spannen".
LET OP
Bij het afkoelen krimpt de zaagketting.
Een niet-ontspannen zaagketting kan de
aandrijfas en de lagers beschadigen.
Apparaat uitschakelen Overbelastingsbeveiliging Gebruiksvoorschriften
HTE 60
Nederlands
236
Na de werkzaamheden
N Zaagketting ontspannen als deze
tijdens de werkzaamheden bij
bedrijfstemperatuur werd
gespannen
LET OP
De zaagketting na beëindiging van de
werkzaamheden beslist weer
ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de
zaagketting. Een niet-ontspannen
zaagketting kan de aandrijfas en de
lagers beschadigen.
Bij langdurige buitengebruikstelling
Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan"
N Zaagblad omkeren – steeds nadat
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld om eenzijdige
slijtage te voorkomen, vooral bij de
zaagbladneus en aan de onderzijde
N Olietoevoerboring (1),
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
N Groefdiepte meten – met behulp
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Als de groef niet ten minste zo diep is:
N Zaagblad vervangen
De aandrijfschakels raken anders de
bodem van de groef hierdoor liggen de
tandvoet en de verbindingsschakels niet
meer op de randen van de
zaagbladgroef.
Zaagblad in goede staat
houden
Kettingtype Kettingsteek Minimale
groefdiepte
Picco 1/4" P 4,0 mm
(0,16")
1
2
3
246BA028 KN
HTE 60
Nederlands
237
Bij buitengebruikstelling vanaf ca.
3 maanden
N Netsteker uit de contactdoos
trekken
N Zaagketting en zaagblad
wegnemen, schoonmaken en met
conserveringsolie inspuiten
N Bij gebruik van biologische
kettingsmeerolie (bijv. STIHL
BioPlus) de olietank geheel vullen
N Het apparaat op een droge en
veilige plaats opslaan. Beschermen
tegen onbevoegd gebruik (bijv. door
kinderen)
N Het kettingtandwieldeksel, de
zaagketting en het zaagblad
wegnemen
Kettingtandwiel vervangen
Na het verbruik van twee
zaagkettingen of eerder
Als de inloopsporen (a) dieper zijn
dan 0,5 mm (0,02 inch) – anders
wordt de levensduur van de
zaagketting nadelig beïnvloed –
voor controle het kaliber (speciaal
toebehoren) gebruiken
Het kettingtandwiel heeft een langere
levensduur als er afwisselend met twee
zaagkettingen wordt gewerkt.
STIHL adviseert originele STIHL
kettingtandwielen te monteren.
Het kettingtandwiel wordt via een
slipkoppeling aangedreven. Het
vervangen van het kettingtandwiel moet
worden uitgevoerd door een STIHL
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Apparaat opslaan Kettingtandwiel controleren
en vervangen
a
000BA054 KN
246BA029 KN
HTE 60
Nederlands
238
Moeiteloos zagen met een correct
geslepen/aangescherpte zaagketting
Een goed geslepen/aangescherpte
zaagketting trekt zichzelf al bij een
geringe aanlegdruk moeiteloos in het
hout.
Niet met een botte of beschadigde
zaagketting werken – dit leidt tot een
zwaardere lichamelijke belasting, een
hogere trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een
hoge slijtage.
N Zaagketting reinigen
N Zaagketting op scheurtjes en
beschadigde klinknagels
controleren
N Beschadigde of versleten
kettingdelen vervangen en deze
delen qua vorm en slijtagegraad
aan de overige kettingdelen
aanpassen – overeenkomstig
nabewerken
Zaagkettingen met hardmetalen
snijplaatjes (Duro) zijn zeer slijtvast.
Voor een optimaal slijpresultaat
adviseert STIHL de STIHL dealer.
WAARSCHUWING
De hierna genoemde hoeken en maten
moeten beslist worden aangehouden.
Een verkeerd geslepen zaagketting –
vooral een te lage dieptebegrenzer –
kan leiden tot een verhoogde neiging tot
terugslag van de hoogsnoeier kans op
letsel!
De zaagketting kan op het zaagblad niet
worden geblokkeerd. Wij adviseren dan
ook, de zaagketting voor het slijpen van
het zaagblad te nemen en op een
stationair slijpapparaat (FG 2, HOS,
USG) te slijpen.
Kettingsteek
Op elke zaagtand is vlak bij de
dieptebegrenzer de codering (a) voor de
kettingsteek gestempeld.
De indeling van de vijldiameter vindt
plaats aan de hand van de kettingsteek
– zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen".
De hoeken op de zaagtand moeten bij
het slijpen worden aangehouden.
Aanscherp- en voorsnijvlakhoek
A aanscherphoek
STIHL zaagkettingen worden
geslepen/aangescherpt met een
aanscherphoek van 30°. Uitzondering
hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°.
Langszaagkettingen hebben een X in de
benaming.
B voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven
vijlhouder en vijldiameter wordt
automatisch de juiste voorsnijvlakhoek
verkregen.
De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke
hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van
de zaagketting, sterke slijtage – tot aan
het breken van de zaagketting.
Zaagketting onderhouden en
slijpen
Codering (a) Kettingsteek
inch mm
71/4P6,35
689BA027 KN
a
Beiteltandvormen Hoek (°)
AB
Micro = halve beiteltand
bijv. 63 PM3, 26 RM3,
71 PM3
30 75
A
B
689BA021 KN
HTE 60
Nederlands
239
Vijlhouder
N Vijlhouder gebruiken
De zaagkettingen met de hand
uitsluitend met behulp van een
vijlhouder (speciaal toebehoren, zie
tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") aanscherpen.
Vijlhouders zijn voorzien van
aanscherphoekmerktekens.
Alleen speciale zaagkettingvijlen
gebruiken! Andere vijlen zijn door hun
vorm en kapping ongeschikt.
Ter controle van de hoeken
STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren,
zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") – een universeel
gereedschap voor de controle van de
aanscherp- en voorsnijvlakhoek,
dieptebegrenzerafstand, tandlengte,
groefdiepte en voor het reinigen van de
groef en de olietoevoerboringen.
Correct slijpen/aanscherpen
N Het gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen aan de hand
van de kettingsteek kiezen
N Bij gebruik van de apparaten FG 2,
HOS en USG: zaagketting van het
zaagblad nemen en volgens de
handleiding van het apparaat
slijpen/aanscherpen
N Het zaagblad eventueel inspannen
N Regelmatig slijpen/aanscherpen,
weinig materiaal wegnemen – voor
het gebruikelijke aanscherpen zijn
meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
N De vijl geleiden: horizontaal (in een
rechte hoek ten opzichte van het
zijvlak van het zaagblad)
overeenkomstig de voorgeschreven
hoeken – aan de hand van de
markeringen op de vijlhouder – de
vijlhouder op het tanddak en op de
dieptebegrenzer plaatsen
N Alleen van binnen naar buiten vijlen
N De vijl grijpt alleen aan bij de
voorwaartse streek – bij het
achteruit geleiden de vijl optillen
N Verbindings- en aandrijfschakels
niet afvijlen
N De vijl regelmatig iets verdraaien,
om eenzijdige slijtage te voorkomen
N De bramen die bij het vijlen ontstaan
verwijderen met behulp van een
stuk hardhout
N De hoeken met behulp van het
vijlkaliber controleren
Alle zaagtanden moeten even lang zijn.
689BA025 KN
001BA203 KN
689BA018 KN
90°
689BA043 KN
HTE 60
Nederlands
240
Bij verschillende zaagtandlengtes zijn
ook de tandhoogtes verschillend,
hetgeen leidt tot een ruw draaiende
zaagketting en zelfs tot het breken van
de ketting.
N Alle zaagtanden tot op de lengte
van de kortste zaagtand terugvijlen
– bij voorkeur door een
geautoriseerde dealer laten
uitvoeren met een elektrisch
slijpapparaat
Dieptebegrenzerafstand
De dieptebegrenzer bepaalt de diepte
van de zaagsnede in het hout en
daarmee de spaandikte.
a richtafstand tussen de
dieptebegrenzer en snijkant
Bij het zagen in zacht hout buiten de
vorstperiode kan de afstand met
maximaal 0,2 mm (0,008") worden
vergroot.
Dieptebegrenzer afvijlen
De dieptebegrenzerafstand wordt
kleiner bij het aanscherpen van de
zaagtanden.
N De dieptebegrenzerafstand telkens
na het aanscherpen controleren
N Het bij de kettingsteek passende
vijlkaliber (1) op de zaagketting
plaatsen en bij de te controleren
zaagtand aandrukken – als de
dieptebegrenzer boven het
vijlkaliber uitsteekt moet de
dieptebegrenzer worden nabewerkt
Zaagkettingen met knobbel-
aandrijfschakel (2) – bovenste deel van
de knobbel-aandrijfschakel (2) (met
servicemarkering) wordt gelijktijdig met
de dieptebegrenzer van de zaagtand
bewerkt.
WAARSCHUWING
Het overige deel van de knobbel-
aandrijfschakel mag niet worden
bewerkt, omdat dan de neiging tot
terugslag van het apparaat zou worden
verhoogd.
N De dieptebegrenzer nabewerken tot
deze gelijkligt met het vijlkaliber
N Aansluitend hierop evenwijdig aan
de servicemarkering (zie pijl) het
dak van de dieptebegrenzer schuin
afvijlen – hierbij het hoogste punt
van de dieptebegrenzer niet verder
terugzetten
WAARSCHUWING
Te lage dieptebegrenzers verhogen de
neiging tot terugslag van het apparaat.
Kettingsteek Dieptebegrenzer
Afstand (a)
inch (mm) mm (inch)
1/4 P (6,35) 0,45 (0.018)
689BA023 KN
a
2
689BA061 KN
1
689BA051 KN
689BA044 KN
HTE 60
Nederlands
241
N Het vijlkaliber op de zaagketting
plaatsen – het hoogste punt van de
dieptebegrenzer moet gelijkliggen
met het vijlkaliber
N Na het slijpen/aanscherpen de
zaagketting grondig reinigen,
aanhechtende vijlspanen of slijpsel
verwijderen – de zaagketting
intensief smeren
N Bij langere werkonderbrekingen de
zaagketting reinigen en ingeolied
bewaren
689BA052 KN
Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen (speciaal toebehoren)
Kettingsteek Ronde vijl ^ Ronde vijl Vijlhouder Vijlkaliber Platte vijl Slijp-,
aanscherpset
1)
inch (mm) mm (inch) onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
onderdeelnum-
mer
1/4 P (6,35) 3,2 (1/8) 5605 771 3206 5605 750 4300 0000 893 4005 0814 252 3356 5605 007 1000
1)
Bestaande uit vijlhouder met ronde vijl, platte vijl en vijlkaliber
HTE 60
Nederlands
242
Onderhouds- en reinigingsvoorschriften
Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden. Onder zware
omstandigheden (sterke stofoverlast, hout met veel harsvorming, tropisch hout enz.) en bij
langere dagelijkse werktijden dienen de opgegeven intervallen navenant te worden verkort.
Bij slechts incidenteel gebruik kunnen de intervallen overeenkomstig worden verlengd.
Voor begin van de
werkzaamheden
Na beëindigen van de werk-
zaamheden, resp. dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Jaarlijks
Bij storingen
Bij beschadiging
Indien nodig
Kettingsmering controleren X
Zaagketting
controleren, ook op het scherp zijn letten X
De kettingspanning controleren X
slijpen/aanscherpen X
Zaagblad
controleren (slijtage, beschadiging) X
reinigen en omkeren XX
bramen verwijderen X
vervangen XX
Kettingtandwiel
controleren X
vervangen X
Veiligheidssticker vervangen X
HTE 60
Nederlands
243
Het aanhouden van de voorschriften in
deze handleiding voorkomt overmatige
slijtage en schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het
apparaat moeten net zo zorgvuldig
plaatsvinden als staat beschreven in de
handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk
voor alle schade die door het niet in acht
nemen van de veiligheids-, bedienings-
en onderhoudsaanwijzingen wordt
veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder
voor:
niet door STIHL vrijgegeven
wijzigingen aan het product
het gebruik van gereedschappen of
toebehoren die niet voor het
apparaat zijn vrijgegeven, niet
geschikt of kwalitatief
minderwaardig zijn
het niet volgens voorschrift
gebruikmaken van het apparaat
gebruik van het apparaat bij
sportmanifestaties of wedstrijden
vervolgschade door het blijven
gebruiken van het apparaat met
defecte onderdelen
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk „Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften“ vermelde
werkzaamheden moeten regelmatig
worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door
de gebruiker zelf kunnen worden
uitgevoerd, moeten deze worden
overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over technische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of
onvakkundig worden uitgevoerd kan er
schade ontstaan waarvoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren
onder andere:
schade aan de elektromotor ten
gevolge van niet tijdig of niet correct
uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden (bijv.
onvoldoende reiniging van de
koelluchtgeleiding)
schade door verkeerde elektrische
aansluiting (spanning, te lichte
bedrading)
corrosie- en andere vervolgschade
ten gevolge van onjuiste opslag
schade aan het apparaat ten
gevolge van gebruik van kwalitatief
minderwaardige onderdelen
Aan slijtage blootstaande onderdelen
Sommige onderdelen van het apparaat
staan ook bij gebruik volgens de
voorschriften aan normale slijtage bloot
en moeten, afhankelijk van de
toepassing en de gebruiksduur, tijdig
worden vervangen. Hiertoe behoren
onder andere:
Zaagketting, zaagblad
Kettingtandwiel
Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
HTE 60
Nederlands
244
1 Handvatrubber
2 Draagoog
3 Inschakelblokkering
4 Schakelaar
5 Aansluitkabel
6 Oilomatic-zaagketting
7 Zaagblad
8 Tankdop
9 Olietank
10 Steel/maaiboom
11 Kettingbeschermer
12 Kettingtandwieldeksel
13 Haak
14 Kettingspanner
15 Kettingtandwiel
16 Trekontlasting
Belangrijke componenten
2
3
4
16
247BA022 KN
13
11
12
6
7
9
8
1
5
10
HTE 60
Nederlands
245
Motor
Kettingsmering
Toerentalafhankelijke, volautomatische
oliepomp met roterende plunjer
Gewicht
Zaaggarnituur
De werkelijke zaagbladlengte kan
kleiner zijn dan de vermelde
zaagbladlengte.
Zaagbladen Rollomatic E Mini
Zaagketting 1/4" P
Kettingtandwiel
Geluids- en trillingswaarden
Gedetailleerde gegevens m.b.t. de
arbo-wetgeving voor wat betreft
trillingen 2002/44/EG, zie
www.stihl.com/vib
Voor het bepalen van de geluids- en
trillingswaarden wordt rekening
gehouden met de bedrijfsstatus
nominaal max.toerental.
Geluiddrukniveau L
p
volgens
EN ISO 11680-1
Geluidvermogensniveau L
w
volgens
EN ISO 11680-1
Trillingswaarde a
hv
volgens
EN ISO 11680-1
Voor het geluiddrukniveau en het
geluidvermogensniveau bedraagt de K--
waarde volgens RL 2006/42/EG =
2,0 dB(A); voor de trillingswaarde
bedraagt de K--waarde volgens
RL 2006/42/EG = 2,0 m/s
²
.
De gegeven trillingswaarden zijn
volgens een genormeerde
testprocedure gemeten en kunnen
worden geraadpleegd voor de
vergelijking van elektrische apparaten.
De werkelijk optredende
trillingswaarden kunnen afwijken van de
vermelde gegevens, afhankelijk van het
gebruik.
De opgegeven trillingswaarden kunnen
worden gebruikt voor een eerste
inschatting van de trillingsbelasting.
De werkelijke trillingsbelasting moet
worden geschat. Hierbij kan ook
rekening worden gehouden met de
tijden waarin het elektrische apparaat is
uitgeschakeld en die waarin dit
weliswaar is ingeschakeld, maar zonder
belasting draait.
Let op de maatregelen voor het
reduceren van de trillingsbelasting ter
bescherming van de gebruiker, zie
hoofdstuk "Trillingen" in hoofdstuk
"Veiligheidsvoorschriften en
werktechniek".
REACH
REACH staat voor een EG voorschrift
voor de registratie, classificatie en
vrijgave van chemicaliën.
Informatie met betrekking tot het
voldoen aan het REACH voorschrift
(EG) nr. 1907/2006 zie
www.stihl.com/reach
Technische gegevens
Nominale spanning: 230 – 240 V
Nominale
stroomsterkte: 7 A
Frequentie: 50 Hz
Opgenomen
vermogen: 1,45 kW
Nominaal toerental
bij belasting: 11.000 1/min
Zekering: 10 A
Beveiligingsklasse: II, E
Inhoud olietank: 120 cm
3
(0,12 l)
Zonder zaaggarnituur
4,7 kg
Snoeilengte: 30 cm
Steek: 1/4” P (6,35 mm)
Groefbreedte: 1,1 mm
Picco Micro 3 (71 PM3) type 3670
Steek: 1/4” P (6,35 mm)
Dikte
aandrijfschakels: 1,1 mm
8-tands voor 1/4" P
HTE 60: 90 dB(A)
HTE 60: 102 dB(A)
Handgreep links: 3,6 m/s
2
Handgreep rechts: 4,2 m/s
2
HTE 60
Nederlands
246
Door de gebruiker van dit apparaat
mogen alleen die onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden worden
uitgevoerd die in deze handleiding staan
beschreven. Verdergaande reparaties
mogen alleen door geautoriseerde
dealers worden uitgevoerd.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Bij reparatiewerkzaamheden alleen
onderdelen inbouwen die door STIHL
voor dit apparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren.
Originele STlHL onderdelen zijn te
herkennen aan het STlHL
onderdeelnummer, aan het logo
{ en, indien aanwezig, aan het
STlHL onderdeellogo K (op kleine
onderdelen kan dit logo ook als enig
teken voorkomen.).
Bij het milieuvriendelijk verwerken
moeten de nationale voorschriften met
betrekking tot afvalstoffen in acht
worden genomen.
STIHL producten behoren niet bij het
huisvuil. STIHL producten, accu's,
toebehoren en verpakking moeten
worden ingeleverd voor een
milieuvriendelijke recycling.
Actuele informatie betreffende het
milieuvriendelijk verwerken van accu's is
verkrijgbaar bij de STIHL dealer.
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Badstr. 115
D-71336 Waiblingen
Duitsland
verklaart als enige verantwoordelijke,
dat
voldoen aan de betreffende bepalingen
van de richtlijnen 2011/65/EU,
2006/42/EG en 2014/30/EU en in
overeenstemming met de ten tijde van
de productiedatum geldende versies
van de volgende normen zijn ontwikkeld
en geproduceerd:
EN 60745-1, EN 55014-1, EN 55014-2,
EN 61000-3-2 en EN 61000-3-3 met
inachtneming van de normen
EN 60745-2-13 en EN ISO 11680-1
De EG-typegoedkeuring werd
uitgevoerd aan de hand van de
richtlijnen 2006/42/EG artikel 12.3 (b)
door
VDE
Prüf- und Zertifizierungsinstitut
(NB 0366)
Merianstrasse 28
D-63069 Offenbach
Bewaren van technische documentatie:
Reparatierichtlijnen Milieuverantwoord afvoeren
000BA073 KN
EU-conformiteitsverklaring
Constructie: elektrische
hoogsnoeier
Fabrieksmerk: STIHL
Type: HTE 60
Serie-identificatie: 4810
Certificeringsnr.
40038369
HTE 60
Nederlands
247
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Productgoedkeuring
Het productiejaar, het productieland en
het machinenummer staan vermeld op
het apparaat.
Waiblingen, 08-01-2018
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Bij volmacht
Thomas Elsner
Hoofd productmanagement en services
In dit hoofdstuk staan de algemene
veiligheidsinstructies volgens de norm
EN 60745 voor handgeleide, door een
elektromotor aangedreven
gereedschappen. STIHL is verplicht
deze normteksten letterlijk weer te
geven.
De onder "2) Elektrische
veiligheidsinstructies" beschreven
veiligheidsinstructies ter voorkoming
van elektrische schokken gelden niet
voor de accuaangedreven elektrische
STIHL gereedschappen.
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en
voorschriften. Als de
veiligheidsaanwijzingen en
voorschriften niet worden opgevolgd,
kan dit leiden tot elektrische schokken,
brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle veiligheidsaanwijzingen en
voorschriften voor toekomstig gebruik.
Het in de veiligheidsaanwijzingen
gebruikte begrip 'elektrisch
gereedschap' heeft betrekking op
elektrisch gereedschap voor aansluiting
op het lichtnet (met netkabel) en op
elektrisch gereedschap dat als
energiebron een accu heeft (zonder
netkabel).
1) Veiligheid werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en
goed verlicht. Een rommelig of
onverlicht werkgebied kan leiden tot
ongevallen.
b) Niet met elektrisch gereedschap
werken in een omgeving waar
explosiegevaar bestaat en waarin
zich brandbare vloeistoffen, gassen
of stoffen bevinden. Elektrisch
gereedschap genereert vonken die
stof of dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
c) Kinderen en andere personen
tijdens het werken met elektrisch
gereedschap op afstand houden.
Als de aandacht wordt afgeleid,
kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitsteker van het
elektrische gereedschap moet in
het stopcontact passen. Aan de
steker mogen op geen enkele wijze
wijzigingen worden aangebracht.
Gebruik geen verloopstekers in
combinatie met geaard elektrisch
gereedschap. Ongewijzigde stekers
en passende contactdozen
beperken het risico op een
elektrische schok.
b) Voorkom lichaamscontact met
geaarde oppervlakken, zoals
bijvoorbeeld buizen, verwarmingen,
fornuizen en koelkasten. Er is een
hoger risico op een elektrische
schok wanneer uw lichaam geaard
is.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen
voor elektrische
gereedschappen
HTE 60
Nederlands
248
c) Elektrisch gereedschap
beschermen tegen regen of vocht.
Het binnendringen van water/vocht
in elektrisch gereedschap verhoogt
de kans op een elektrische schok.
d) De netkabel niet voor andere
doeleinden gebruiken, bijv. om het
elektrische gereedschap te dragen,
op te hangen of om de steker uit de
contactdoos te trekken. De netkabel
uit de buurt houden van
hittebronnen, olie, scherpe randen
of bewegende delen van het
apparaat. Beschadigde of in de war
geraakte netkabels verhogen de
kans op een elektrische schok.
e) Bij het buitenshuis werken met
elektrisch gereedschap, alleen
verlengkabels gebruiken die
geschikt zijn voor gebruik
buitenshuis. Het gebruik van voor
buiten geschikte verlengkabels
beperkt het risico op een elektrische
schok.
f) Als werken met elektrisch
gereedschap in een vochtige
omgeving onvermijdelijk is, maak
dan gebruik van een
aardlekschakelaar. Het gebruik van
een aardlekschakelaar verkleint de
kans op een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet
en ga met overleg te werk bij het
werken met elektrisch
gereedschap. Gebruik geen
elektrisch gereedschap als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Eén moment
van onoplettendheid bij het gebruik
van het elektrische gereedschap
kan leiden tot ernstig letsel.
b) Draag persoonlijke beschermende
uitrusting en altijd een
veiligheidsbril. Draag altijd een
veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermende
uitrusting zoals een stofmasker,
werkschoenen met stroeve zool,
een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk
van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap,
vermindert de kans op letsel.
c) Voorkom het per ongeluk
inschakelen. Controleer of het
elektrische gereedschap is
uitgeschakeld voordat de steker in
het stopcontact wordt gestoken
en/of de accu wordt aangesloten,
het gereedschap wordt opgepakt of
gedragen. Als bij het dragen van het
elektrische gereedschap uw vinger
op de schakelaar ligt of als het
gereedschap ingeschakeld op het
lichtnet wordt aangesloten, kan dit
leiden tot ongevallen.
d) Afstelgereedschap of
schroefsleutels verwijderen voordat
het elektrische gereedschap wordt
ingeschakeld. Afstelgereedschap of
een sleutel dat/die in een draaiend
deel van het apparaat zit kan leiden
tot letsel.
e) Voorkom een onnatuurlijke
lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele houding en bewaar altijd
het evenwicht. Hierdoor kan het
elektrische gereedschap in
onverwachte situaties beter onder
controle worden gehouden.
f) Geschikte kleding dragen. Geen
loshangende kleding of sieraden
dragen. Haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van
bewegende delen houden.
Loshangende kleding, sieraden of
lange haren kunnen blijven haken
aan bewegende delen.
g) Als er stofafzuig- en
stofopvanginrichtingen kunnen
worden gemonteerd, moet worden
gecontroleerd of deze zijn
aangesloten en correct worden
gebruikt. Het gebruik van een
stofafzuiginrichting beperkt het
gevaar door stof.
4) Het gebruik van en de omgang met
elektrisch gereedschap
a) Het apparaat niet overbelasten.
Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het
aangegeven capaciteitsbereik.
b) Geen elektrisch gereedschap
gebruiken waarvan de schakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
HTE 60
Nederlands
249
c) De steker uit de contactdoos
trekken en/of de accu uit het
apparaat nemen alvorens
afstelwerkzaamheden uit te voeren,
toebehoren te vervangen of het
apparaat op te bergen. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt het
onbedoeld aanlopen van het
elektrische gereedschap.
d) Niet-gebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik van
kinderen opbergen. Elektrisch
gereedschap niet laten gebruiken
door personen die er niet mee
vertrouwd zijn of die de instructies
niet hebben gelezen. Elektrisch
gereedschap is gevaarlijk als dit
door onervaren personen wordt
gebruikt.
e) Elektrisch gereedschap zorgvuldig
onderhouden. Controleer of de
bewegende delen correct
functioneren en dat deze niet
klemmen, gebroken of beschadigd
zijn omdat hierdoor de werking van
het elektrische gereedschap
nadelig wordt beïnvloed.
Beschadigde onderdelen voor het
gebruik van het apparaat laten
repareren. Vele ongevallen zijn te
wijten aan slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) De messen scherp en schoon
houden. Zorgvuldig geslepen
messen met scherpe snijkanten
klemmen minder snel en zijn
gemakkelijker te hanteren.
g) Elektrisch gereedschap,
toebehoren, wisselgereedschappen
enz. volgens deze instructies
gebruiken. Hierbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden letten. Het
gebruik van elektrisch gereedschap
voor andere dan de bedoelde
toepassingen kan tot gevaarlijke
situaties leiden.
5) Service
a) Laat elektrisch gereedschap alleen
repareren door gekwalificeerd en
vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de
veiligheid van het gereedschap
behouden blijft.
Veiligheidsinstructies voor kettingzagen
Houd bij draaiende zaagketting alle
lichaamsdelen uit de buurt van de
zaagketting. Controleer voor het
starten of de zaagketting nergens
tegenaan ligt. Bij werkzaamheden
met een kettingzaag kan een
moment van onachtzaamheid ertoe
leiden dat de kleding of
lichaamsdelen door de zaagketting
worden gegrepen.
Houd de kettingzaag altijd met de
rechterhand op de achterste
handgreep en de linkerhand op de
voorste handgreep vast. Het
vasthouden van de kettingzaag in
de omgekeerde werkhouding
verhoogt het risico op letsel en mag
dan ook niet worden toegepast.
Houd het elektrische gereedschap
vast aan de geïsoleerde
handgrepen, omdat de zaagketting
contact zou kunnen maken met
niet-zichtbare elektrische kabels of
met het eigen netsnoer. Het contact
van de zaagketting met een onder
spanning staande kabel kan de
metalen delen van het apparaat
onder spanning zetten en leiden tot
een elektrische schok.
Draag een veiligheidsbril en
gehoorbeschermer. Verdere
persoonlijke
beschermingsuitrusting voor het
hoofd, de handen, benen en voeten
wordt geadviseerd. Passende
veiligheidskleding reduceert het
risico op letsel door rondvliegende
spanen en onbedoeld contact met
de zaagketting.
Werk met de kettingzaag niet in een
boom. Bij het werken in de boom is
de kans op letsel aanwezig.
Let altijd op een veilige houding en
gebruik de kettingzaag alleen als u
stevig op een stabiele en veilige
ondergrond staat. Een gladde
ondergrond en een instabiel
draagvlak, zoals op een ladder
kunnen leiden tot het verlies van de
controle over de kettingzaag.
Houd er bij het doorzagen van een
onder spanning staande tak
rekening mee dat deze terugveert.
Als de spanning in de houtvezels
vrijkomt, kan de onder spanning
staande tak degene die met de zaag
werkt raken en/of de controle over
de kettingzaag doen verliezen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het
zagen van kreupelhout en jonge
bomen. Het dunne materiaal kan
vastlopen in de zaagketting en
tegen u aanslaan of u uit evenwicht
brengen.
HTE 60
Nederlands
250
Draag de kettingzaag aan de
voorste handgreep in
uitgeschakelde staat, houd de
zaagketting van het lichaam
afgewend. Bij transport of opslag
van de kettingzaag altijd de
beschermer aanbrengen. Het
voorzichtig omgaan met de
kettingzaag reduceert de kans op
een onbedoeld contact met de
draaiende zaagketting.
Volg de instructies voor de smering,
de kettingspanning en het
vervangen van het toebehoren op.
Een ondeskundig gespannen of
gesmeerde ketting kan breken of de
kans op terugslag aanzienlijk
verhogen.
Houd de handgrepen droog, schoon
en olie- en vetvrij. Vet- of olie-
aanslag op de handgrepen maken
deze glad en leiden tot verlies van
de controle.
Alleen hout zagen. De kettingzaag
niet gebruiken voor
werkzaamheden waarvoor deze
niet is bedoeld. Bijvoorbeeld:
gebruik de kettingzaag niet voor het
zagen van plastic, metselwerk of
materialen die niet van hout zijn.
Het gebruik van de kettingzaag voor
werkzaamheden waarvoor deze
niet is bedoeld kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
Oorzaak en voorkomen van een
terugslag
Terugslag kan optreden als de neus van
het zaagblad een obstakel raakt of als
het hout doorbuigt en de zaagketting in
de zaagsnede vastklemt.
Contact met de zaagbladneus kan in
vele gevallen tot een onverwachte, naar
achteren gerichte reactie leiden, waarbij
het zaagblad naar boven en in de
richting van degene die de zaag bedient,
wordt geslagen.
Het vastklemmen van de zaagketting
aan de bovenzijde van het zaagblad kan
het zaagblad bliksemsnel terugstoten in
de richting van degene die ermee werkt.
Elk van deze reacties kan ertoe leiden
dat u de controle over de zaag verliest
en mogelijk zwaar letsel oploopt.
Vertrouw niet alleen op de in de
kettingzaag ingebouwde
veiligheidsinrichtingen. Als gebruiker
van een kettingzaag moet u
verschillende maatregelen nemen om
zo een ongeval en letsel te voorkomen.
Een terugslag is het gevolg van
verkeerd of onjuist gebruik van het
elektrische gereedschap. Dit kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals
hierna staat beschreven, worden
voorkomen:
Houd de zaag met beide handen
vast, waarbij de duim en de vingers
de handgrepen van de kettingzaag
omsluiten. Breng uw lichaam en de
armen in een stand waarmee u de
terugslagkracht kunt opvangen. Als
de juiste maatregelen zijn
genomen, kan degene die de zaag
bedient de terugslagkrachten
beheersen. Nooit de kettingzaag
loslaten.
Voorkom een abnormale
lichaamshouding en zaag nooit
boven schouderhoogte. Hierdoor
wordt een onbedoeld contact met
de zaagbladneus voorkomen en is
een betere controle over de
kettingzaag in onverwachte
situaties mogelijk.
Monteer altijd de door de fabrikant
voorgeschreven
vervangingszaagbladen en
zaagkettingen. Verkeerde
vervangingszaagbladen en
zaagkettingen kunnen leiden tot het
breken van de ketting en/of
terugslag.
Volg de instructies van de fabrikant
voor het slijpen en het onderhoud
van de zaagketting op. Een te lage
dieptebegrenzer verhoogt de
neiging tot terugslag.
1/356