5150
Zendergestuurde wekker
Zendergestuurde wekker
• 's Nachts zijn atmosferische storingen over het algemeen minder
ernstig en is ontvangst in de meeste gevallen wel mogelijk. Een enke-
le ontvangst per dag is voldoende om de tijdsafwijking beneden 1
seconde te houden.
6. Bediening
• Het apparaat verlaat automatisch de instelmodus, als er langer dan
30 seconden geen toets wordt ingedrukt.
• Als u de ▲ of ▼ toets in de instelmodus ingedrukt houdt, komt u in
de snelloop.
6.1 Manuele instelling van de tijd en de kalender
• Houdt de mode toets ingedrukt in de normaal-modus.
• De uur weergave begint te knipperen en u kunt met de ▲ of ▼ toets
de uren instellen.
• Druk nog eenmaal op de mode toets en u kunt zich nu begeven naar
minuten, jaar, maand en de datum en met de ▲ of ▼ toets instellen.
• Bevestig met de mode toets.
• Is de ontvangst van het DCF signaal geslaagd, wordt de handmatig
ingestelde tijd overschreven.
6.2 Instelling van de weekdag
• Houdt de ▼ toets ingedrukt in de normaal-modus.
• Als de klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens storingen, afstand,
enz.), kunt u de tijd ook handmatig instellen. Het DCF-ontvangstte-
ken verdwijnt en de klok werkt dan als een gewone kwartsklok (zie:
Instellen van de tijd en de kalender).
5.1 Aanwijzing voor het ontvangst van de zendergestuurde tijd
De tijdbasis voor de zendergestuurde tijd is een cesium-atoomklok van
het Physikalisch Technische Bundesanstalt Braunschweig met een
afwijking van minder dan 1 seconde in één miljoen jaar. De tijd wordt
gecodeerd uitgezonden vanuit Mainflingen bij Frankfurt via het frequen-
tiesignaal DCF-77 (77.5 kHz ) en heeft een zendbereik van ongeveer
1500 km. Uw zendergestuurde klok ontvangt dit signaal en zet het om
in de precieze tijd. Zelfs de overgang van zommer- naar wintertijd
gebeurt automatisch. De kwaliteit van de ontvangst hangt in belangrijke
mate af van de geografische ligging. Normaliter zouden er binnen een
straal van 1.500 km rondom Frankfurt geen ontvangstproblemen
mogen zijn.
Let dan op de volgende stappen:
• De afstand van mogelijke storingsbronnen zoals computerbeeld-
schermen of tv-toestellen dient tenminste 1,5 à 2 meter te zijn.
• In ruimten met gewapend beton (kelders, torenflats) wordt het sig-
naal uiteraard verzwakt ontvangen. Zet in extreme gevallen het appa-
raat dichter bij het raam.
TFA_No. 60.2534_Anleitung 04.02.2016 09:51 Uhr Seite 26