PROGRAMMA’S
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten in de kleding. De
waarde die in het symbool wordt aangegeven is de maximaal
aanbevolen wastemperatuur van de kleding.
Mix Bont 59’
om wasgoed van verschillende materialen en kleuren samen te wassen.
Katoen 59’
speciale cyclus voor het wassen van voornamelijk wit katoenen wasgoed.
Kan ook worden gebruikt met waspoeder.
Synthetisch 59’
speciaal voor het wassen van synthetisch wasgoed. Bij aanwezigheid van
hardnekkiger vuil kunt u de temperatuur opvoeren tot aan 60° en ook
waspoeder gebruiken.
Dagelijks 45’
korte cyclus speciaal ontwikkeld voor het wassen van jn katoenen
wasgoed.
Mix 30’
Korte cyclus voor het wassen van een gemengde lading van katoenen en
synthetisch wasgoed, wit en bont samen.
Kort 20’
Het programma dat uw wasgoed in slechts 20 minuten opfrist.
Katoen
Voor het wassen van badstof handdoeken, ondergoed, tafelkleden etc.
Van duurzaam katoen en linnen, zeer of matig vervuild.
Synthetisch
voor het wassen van wasgoed van synthetische vezels (zoals polyester,
polyacryl, viscose enz.) of katoenmengsel dat middelmatig vuil is.
Wol
met het programma 10 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de
wasautomaat te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” .
Voor de beste resultaten dient u een speciek wasmiddel te gebruiken
en nooit de 2 kg wasgoed te overschrijden.
Eco 40-60
voor het wassen van normaal vervuilde katoenen was die gewassen kan
worden op 40 °C of 60 °C, samen in hetzelfde programma. Dit is het
standaard katoenprogramma, dat het meest eciënt is in termen van
water- en energieverbruik.
20°C
Voor het wassen van licht vervuilde katoenen was op een temperatuur
van 20 °C.
Witte was
Giet laver katoen et lin résistant.
Zijde/Gordijnen
gebruik het speciale programma om alle zijden kledingstukken te
wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor jne was te
gebruiken.
Sportkleding
deze cyclus is geschikt voor het wassen van alle sportkleding, inclusief de
handdoek van de sportschool, en beschermt u de vezels van de was
(houdt u aan hetgeen staat op de wasvoorschriften).
Spoelen + centrifugeren
voor het spoelen en centrifugeren van het wasgoed.
Centrifugeren + afpompen
deze cyclus is ontwikkeld om te centrifugeren en het water af te voeren.
Eco katoen
voor het wassen van normaal vervuilde katoenen was. Op 40°C en 60°C.
CONTROLELAMPJES
De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie
over:
Uitgestelde start
Als de optie “Uitgestelde Start” is geactiveerd zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan
knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met
het knipperen van het betreende controlelampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het ingestelde programma
van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de
controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is:
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde Wassen
CONTROLELAMPJE DEUR GEBLOKKEERD
Het brandende controlelampje geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om
schade te voorkomen moet u wachten tot het lampje uit gaat, voordat u
de deur van de wasautomaat opent.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/
PAUZE-toets . Als het lampje uit is, kunt u de deur openen.
EERSTE GEBRUIK
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een
wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het
programma “2”.
DAGELIJKS GEBRUIK
Bereid het wasgoed voor volgens de aanbevelingen in het deel ‘TIPS EN
ADVIEZEN’.
- Schakel de wasautomaat in met de ON/OFF-toets . Alle
controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma
aan, en knippert het controlelampje START/PAUZE .
- Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de
laadhoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de
programmatabel.
- Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes,
zoals aangegeven in het deel ‘WASMIDDELLADE’.
- Sluit de deur.
- Selecteer het gewenste programma met de PROGRAMMAKNOP.
- Stel de gewenste temperatuur in.
- Stel de gewenste centrifugeersnelheid in.
- Selecteer de gewenste opties.
- Druk op de START/PAUZE-toets om het wasprogramma te starten.
Het bijbehorende controlelampje wordt groen en gaat permanent
branden en de deur wordt geblokkeerd (het lampje is aan).
EEN PROGRAMMA IN PAUZE ZETTEN
Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u op de START/PAUZE-toets ;
het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het lampje niet
aan is, kunt u de deur openen . Om het programma te hervatten, drukt u
opnieuw op de START/PAUZE-toets .
OPENEN VAN DE DEUR, INDIEN NODIG
Na de start van een programma gaat het lampje branden om aan te
geven dat de deur niet kan worden geopend. Zolang een wascyclus bezig
is, blijft de deur geblokkeerd. Om de deur tijdens de uitvoering van een
programma te openen om bijvoorbeeld wasgoed toe te voegen of te
verwijderen, drukt u op de START/PAUZE-toets om het programma te
pauzeren; het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het
lampjeON/OFF-toets niet aan is, kunt u de deur openen . Druk
nogmaals op de START/PAUZE-toets om het programma voort te
zetten.
WIJZIGEN VAN EEN WASPROGRAMMA TERWIJL
HET BEZIG IS
Om een programma te wijzigen terwijl het bezig is, zet u de wasautomaat
in pauzestand door middel van de START/PAUZE-toets (het
bijbehorende controlelampje wordt oranje en gaat knipperen); selecteer
daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de START/PAUZE-toets .
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren, moet u de ON/
OFF-toets langdurig ingedrukt houden. De cyclus zal worden
onderbroken en de wasautomaat gaat uit.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
Nadat het programma voltooid is, licht de END indicator op; als het
indicatielampje uit gaat, kan de deur worden geopend . Open de deur,
laad het wasgoed uit en schakel de machine uit. Als u niet op de knop
ON/OFF-toets drukt, wordt de wasmachine automatisch na ongeveer
10 minuten uitgeschakeld.
OPTIES
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het betreende controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
- Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die
daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie
worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie
zal aangaan.