Liebherr ICBb 5152 Prime Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 3
1.3 SmartDevice.................................................................. 3
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 4
1.5 Conformiteit.................................................................. 4
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.7 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 5
3 In gebruik nemen................................................... 6
3.1 Apparaat inschakelen.................................................. 6
3.2 Uitrusting aanbrengen................................................ 7
3.3 InfinitySpring in bedrijf stellen*................................ 7
4 Levensmiddelenbeheer......................................... 7
4.1 Levensmiddelen opslaan............................................ 7
4.2 Opslagtijden.................................................................. 8
5 Energie sparen....................................................... 9
6 Bediening............................................................... 9
6.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 9
6.1.1 Status-weergave........................................................ 9
6.1.2 Navigatie...................................................................... 9
6.1.3 Symbolen....................................................................10
6.2 Bedieningslogica.......................................................... 10
6.2.1 Functie activeren / deactiveren.............................10
6.2.2 Functiewaarde selecteren.......................................10
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren..........................10
6.2.4 Instellingswaarde selecteren................................. 10
6.2.5 Klantenmenu oproepen............................................ 11
6.3 Functies......................................................................... 11
Apparaat uitschakelen..............................................11
WLAN.......................................................................... 11
Temperatuur...............................................................12
BioFresh B-Value......................................................12
D-Value....................................................................... 13
SuperCool................................................................... 13
SuperFrost.................................................................13
PartyMode.................................................................. 13
HolidayMode.............................................................. 13
SabbathMode............................................................13
EnergySaver............................................................... 14
HydroBreeze*.............................................................14
IceMaker / MaxIce*................................................. 14
IJsblokjes*..................................................................15
TubeClean*.................................................................16
CleaningMode*.......................................................... 16
Helderheid display.................................................... 16
Deuralarm...................................................................16
Invoerblokkering........................................................16
Taal.............................................................................. 16
Info...............................................................................16
herinnering................................................................. 17
Resetten......................................................................17
6.4 Foutmeldingen.............................................................. 17
6.4.1 Waarschuwingen.......................................................17
6.4.2 Meldingen................................................................... 17
6.4.3 DemoMode..................................................................17
7 Uitrusting.............................................................. 18
7.1 Deurafsteller................................................................. 18
7.2 Draagplateaus.............................................................. 19
7.3 Deelbaar draagplateau............................................... 19
7.4 VarioSafe*..................................................................... 19
7.5 InfinitySpring*.............................................................. 20
7.6 Plaats voor de bakplaat.............................................. 20
7.7 Variabele flessenplank................................................ 20
7.8 Laden.............................................................................. 21
7.9 Deksel Fruit & Vegetable-Safe................................... 22
7.10 Vochtregeling................................................................ 23
7.11 HydroBreeze*................................................................ 23
7.12 Glasplatten.................................................................... 24
7.13 IceMaker*...................................................................... 24
7.14 VarioSpace.................................................................... 24
7.15 Accessoires................................................................... 25
8 Onderhoud............................................................. 27
8.1 FreshAir-actiefkoolfilter.............................................. 27
8.2 Waterreservoir*............................................................ 27
8.3 Waterfilter*................................................................... 28
8.4 Uitschuifsystemen demonteren/monteren............. 28
8.5 Apparaat ontdooien..................................................... 29
8.6 Apparaat reinigen......................................................... 29
9 Klantenhulp........................................................... 30
9.1 Technische gegevens.................................................. 30
9.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 31
9.3 Technische storing....................................................... 31
9.4 Klantenservice.............................................................. 33
9.5 Typeplaatje.................................................................... 33
10 Buiten bedrijf stellen............................................ 33
11 Afvalverwijdering.................................................. 34
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 34
11.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 34
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Uitleg
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Videos
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
ICBb 51..
ICBd(i) 51..
ICBNd(i) 51..
Aanwijzing
Als uw apparaat een N in de apparaataanduiding bevat, is
het een NoFrost-apparaat.*
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij op-
of aanmerkingen contact op met de handelaar of de klan‐
tenservice (zie 9.4 Klantenservice) .
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Inbouwapparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide”
-„Installation Guide
-Servicebrochure
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeld weergave
Temperatuurbereik
(A) Koelgedeelte (C) Vriesgedeelte
(B) BioFresh
(D) Koudste zone
Uitrusting
(1) Bedieningselementen (12) Fruit & Vegetable-Safe
(2) Ventilator met Fres‐
hAir-actiefkoolfilter
(13) Afvoeropening
(3) Droge achterwand (14) Meat & Dairy-Safe
(4) Deelbaar draagplateau (15) Vrieslade
(5) Draagplateaus (16) IceMaker*
(6) InfinitySpring* (17) VarioSpace
(7) VarioSafe* (18) Typeplaatje
(8) Plaats voor de
bakplaat
(19) Deurafsteller
(9) Variabele flessenplank (20) Flessenhouder
(10) HydroBreeze* (21) VarioBoxen
(11) Deksel Fruit & Vege‐
table-Safe
Aanwijzing
uDraagplateaus, laden of manden zijn in de leveringstoe‐
stand geplaatst voor een optimale energie-efficiëntie.
Veranderingen in de opstelling binnen de gegeven
inschuifmogelijkheden van bijv. draagplateaus in het
koelgedeelte, hebben echter geen effect op het energie‐
verbruik.
1.3 SmartDevice
SmartDevice is de netwerkoplossing voor uw koel-vriescom‐
binatie.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Als uw apparaat compatibel is met SmartDevice is of hier
voor is voorbereid, kunt u uw apparaat snel en eenvoudig
in uw WLAN integreren. Met de SmartDevice-app kunt u
uw apparaat vanaf een mobiel eindapparaat bedienen. In
de SmartDevice-app zijn aanvullende functies en instelmo‐
gelijkheden beschikbaar.
SmartDevice-
compatibel appa‐
raat:*
Uw apparaat is met de SmartDevi‐
ceBox uitgerust. Om uw apparaat met
WLAN te kunnen verbinden, moet u de
SmartDevice-app downloaden.*
Op een voor
SmartDevice voor
bereid apparaat:*
Uw apparaat is op gebruik met de
SmartDeviceBox voorbereid. U moet
eerst de SmartDeviceBox kopen en
deze dan installeren. Om uw apparaat
met WLAN te kunnen verbinden, moet
u de SmartDevice-app downloaden.*
Meer informatie
over SmartDevice:
smartdevice.liebherr.com
SmartDeviceBox
in de Liebherr-
Hausgeräte-shop
kopen:*
home.liebherr.com/shop/de/deu/
smartdevicebox.html*
SmartDevice-app
downloaden:
Na installatie en configuratie van de
SmartDevice-app kunt u uw apparaat
met de SmartDevice-app en de appa‐
raatfunctie WLAN (zie WLAN) in uw
WLAN integreren.
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.5 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet in ingebouwde toestand aan de geldende
veiligheidsvoorschriften en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:*
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.*
Voor GB-
markt:*
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.*
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
Het BioFresh-vak voldoet aan de eisen van een koelvak
volgens DIN EN 62552:2020.
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.7 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
Het apparaat in vogelvlucht
4 * afhankelijk van model en uitvoering
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding inbouwen,
aansluiten en afvoeren.
-Het apparaat alleen in ingebouwde
toestand in gebruik nemen.
-De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die door een verkeerde aansluiting
aan de watervoorziening is ontstaan.*
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 5
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 In gebruik nemen
3.1 Apparaat inschakelen
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qHet apparaat is overeenkomstig de montagehandleiding
ingebouwd en aangesloten.
qAlle bevestigingsstrips, plak- en beschermfolie en de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij‐
derd.
qAlle reclame-inserts zijn uit de laden verwijderd.
Fig. 2
uApparaat via het display inschakelen.
Fig. 3
uTaal selecteren.
wStatusweergave verschijnt.
Apparaat start in DemoMode:
Als het apparaat in DemoMode start, kunt u de DemoMode
binnen de volgende 5 minuten deactiveren.
Fig. 4
uDemoMode 3 seconden lang indrukken.
wDemoMode is gedeactiveerd.
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
uLevensmiddelen plaatsen: ca. 6 uur wachten tot de inge‐
stelde temperatuur is bereikt.
uDiepvriesproducten bij -18 °C of kouder in de diepvriezer
leggen.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
3.2 Uitrusting aanbrengen
Aanwijzing
Toebehoren zijn verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-shop
op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
uBijgevoegde uitrusting aanbrengen om het apparaat opti‐
maal te gebruiken.
3.3 InfinitySpring in bedrijf stellen*
Als uw apparaat een InfinitySpring heeft, moet u voor het
eerste gebruik het watersysteem voor de InfinitySpring
ontluchten en de InfinitySpring reinigen.
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qWateraansluiting is gemaakt. Zie Installation Guide of
montagehandleiding.
qWatertank is aangebracht. Zie Installation Guide of
montagehandleiding.
qWaterfilter is geplaatst. Zie Installation Guide of monta‐
gehandleiding.*
qHet apparaat is volledig ingebouwd en aangesloten.
3.3.1 Watersysteem ontluchten
uApparaatdeur openen.
uDrinkglas tegen het onderste deel van de InfinitySpring-
dispenser drukken.
wBovenste deel beweegt eruit en lucht stroomt eruit of
water stroomt in het glas.
uProces voortzetten tot het water als een gelijkmatige
straal in het glas stroomt.
wHet watersysteem is ontlucht.
3.3.2 InfinitySpring reinigen
(zie 8.6.4 InfinitySpring reinigen*)
4 Levensmiddelenbeheer
4.1 Levensmiddelen opslaan
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uGeen elektrische apparaten in het levensmiddelenge‐
deelte van het apparaat gebruiken, wanneer deze daar
voor niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uHoud de luchtopening altijd vrij.
Bij de opslag van levensmiddelen ervoor zorgen dat:
qVentilatieopeningen aan de achterkant vrij zijn.
qVentilatieopeningen op de ventilator vrij zijn.
qLevensmiddelen goed zijn verpakt.
qLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zitten in gesloten reservoirs of zijn
afgedekt.
qRauw vlees of vis bevindt zich in schonen, afgesloten
bakjes, zodat deze geen contact met andere levensmid‐
delen kunnen maken of op ander voedsel kunnen druipen.
qVloeistoffen bevinden zich in gesloten bakjes.
qLevensmiddelen zijn op afstand opgeslagen, zodat de
lucht goed kan circuleren.
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan tot bederf van
levensmiddelen leiden.
4.1.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn er verschillende
temperatuurzones.
Levensmiddelen ordenen:
uIn het bovenste bereik en in de deur: Boter en kas,
conserven en tubes.
uIn de koudste zone Fig. 1 (D): Licht bederfelijke levensmid‐
delen zoals klaargemaakte maaltijden.
4.1.2 BioFresh
De BioFresh zorgt ervoor dat sommige verse levensmiddelen
langer bewaard kunnen worden dan bij traditioneel koelen.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
Aanwijzing
Als de temperatuur onder 0 °C daalt, kunnen levensmid‐
delen bevriezen.
uGroenten die gevoelig zijn voor kou, zoals komkommer,
aubergine, courgette en zuidvruchten, moeten in het
koelgedeelte worden bewaard.
Fruit & Vegetable-Safe
Hier kunt u een heerlijk vers klimaat instellen, wanneer de
deksel dicht is. Een vochtig klimaat is geschikt voor de
opslag van niet-ingepakte levensmiddelen met een hoog
eigen vochtgehalte (bijv. salade, groente en fruit).
De luchtvochtigheid in de lade is afhankelijk van het in de
lade geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie van het
openen en sluiten van de lade. U kunt de luchtvochtigheid
regelen.
Levensmiddelen ordenen:
uNiet-ingepakt fruit en groente plaatsen.
uTe hoge vochtigheid: Luchtvochtigheid regelen
(zie 7.10 Vochtregeling) .
Meat & Dairy-Safe
Hier wordt een relatief droog klimaat ingesteld. Een droog
klimaat is geschikt voor droge of ingepakte levensmiddelen
(bijv. zuivelproducten, vlees, vis, worst).
Levensmiddelen ordenen:
uDroge of ingepakte levensmiddelen plaatsen.
4.1.3 Vriesgedeelte
Hier kan bij -18 °C een droog, koud opslagklimaat worden
ingesteld. Een koud klimaat is geschikt voor de opslag van
diepvriesproducten voor meerdere maanden, voor de berei‐
ding van ijsblokjes of voor het invriezen van verse levens‐
middelen.
Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen
invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het type‐
plaatje (zie 9.5 Typeplaatje) onder "vriescapaciteit ... kg/
24u".
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door
ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per
verpakking in acht te nemen:
-Groente, fruit tot 1 kg
-Vlees tot 2,5 kg
Levensmiddelenbeheer
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Vóór het invriezen ervoor zorgen dat:
qApparaten zonder NoFrost:*
SuperFrost is geactiveerd (zie 6.3 Functies) als de invries‐
hoeveelheid groter is dan ca. 1 kg.
*
qApparaten met NoFrost:*
SuperFrost is geactiveerd (zie 6.3 Functies) als de invries‐
hoeveelheid groter is dan ca. 2 kg.
*
qBij kleine invrieshoeveelheid: moet SuperFrost ca. 6 uur
vooraf worden geactiveerd.
qBij maximale invrieshoeveelheid: moet SuperFrost ca. 24
uur vooraf worden geactiveerd.
Levensmiddelen ordenen:
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door glasscherven!
Flessen en blikken met drank kunnen bij bevriezen openbar
sten. Dit geldt met name voor koolzuurhoudende dranken.
uFlessen en blikken met drank niet invriezen!
Bij kleine invrieshoeveelheid:
uVerpakte levensmiddelen over alle lades verdelen.
uIndien mogelijk, levensmiddelen achter in de lade tegen
de achterzijde leggen.
Bij maximale invrieshoeveelheid:
uVerpakte levensmiddelen over alle lades verdelen.
uIndien mogelijk, levensmiddelen achter in de lade tegen
de achterzijde leggen.
Bij maximale invrieshoeveelheid:
uNadat SuperFrost automatisch is gedeactiveerd, levens‐
middelen in de lade leggen.
Levensmiddelen ontdooien
- in de koelruimte
- in de magnetron
- In de oven/heteluchtoven
- Bij kamertemperatuur
WAARSCHUWING
Gevaar voor voedselvergiftiging!
uOntdooide levensmiddelen nooit weer terug invriezen.
uVerwerk ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk.
uSlechts zoveel levensmiddelen eruit halen als nodig is.
uOntdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
Vrieslade*
Met de vrieslade kunt u bessen, kruiden, groente en andere
kleine diepvriesproducten invriezen, zonder dat ze aan
elkaar vriezen. Het diepvriesproduct blijft qua vorm zoveel
mogelijk behouden en is later gemakkelijker te positioneren.
Bovendien kunt u in het vriesvak de koelaccu's ruimtebe‐
sparend bewaren.*
uNiet-ingepakte levensmiddelen op afstand over de vries‐
lade verdelen.
4.2 Opslagtijden
De aangegeven opslagtijden zijn richtwaarden.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
4.2.1 Koelgedeelte
De minimale houdbaarheidsdatum op de verpakking is van
toepassing.
4.2.2 BioFresh
Richtwaarden voor de opslagduur in Meat & Dairy-Safe
boter bij 1 °C tot 90 dagen
harde kaas bij 1 °C tot 110 dagen
melk bij 1 °C tot 12 dagen
worst, beleg bij 1 °C tot 8 dagen
gevogelte bij 1 °C tot 6 dagen
varkensvlees bij 1 °C tot 6 dagen
rundvlees bij 1 °C tot 6 dagen
wild bij 1 °C tot 6 dagen
Aanwijzing
uLet op: eiwitrijkere levensmiddelen bederven sneller.
d.w.z. schaaldieren bederven sneller dan vis en vis sneller
dan vlees.
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
groenten, salade
artisjokken bij 1 °C tot 14 dagen
selderij bij 1 °C tot 28 dagen
bloemkool bij 1 °C tot 21 dagen
Broccoli bij 1 °C tot 13 dagen
chicorée bij 1 °C tot 27 dagen
veldsla bij 1 °C tot 19 dagen
erwten bij 1 °C tot 14 dagen
boerenkool bij 1 °C tot 14 dagen
wortels bij 1 °C tot 80 dagen
knoflook bij 1 °C tot 160 dagen
koolrabi bij 1 °C tot 14 dagen
kropsla bij 1 °C tot 13 dagen
kruiden bij 1 °C tot 13 dagen
prei bij 1 °C tot 29 dagen
champignons bij 1 °C tot 7 dagen
radijsjes bij 1 °C tot 10 dagen
spruitjes bij 1 °C tot 20 dagen
asperge bij 1 °C tot 18 dagen
spinazie bij 1 °C tot 13 dagen
savooiekool bij 1 °C tot 20 dagen
Fruit
abrikozen bij 1 °C tot 13 dagen
appels bij 1 °C tot 80 dagen
peren bij 1 °C tot 55 dagen
braambessen bij 1 °C tot 3 dagen
dadels bij 1 °C tot 180 dagen
aardbeien bij 1 °C tot 7 dagen
vijgen bij 1 °C tot 7 dagen
blauwe bosbessen bij 1 °C tot 9 dagen
Levensmiddelenbeheer
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
frambozen bij 1 °C tot 3 dagen
rode bessen bij 1 °C tot 7 dagen
kersen, zoet bij 1 °C tot 14 dagen
kiwi bij 1 °C tot 80 dagen
perziken bij 1 °C tot 13 dagen
pruimen bij 1 °C tot 20 dagen
vossenbessen bij 1 °C tot 60 dagen
rabarber bij 1 °C tot 13 dagen
kruisbessen bij 1 °C tot 13 dagen
druiven bij 1 °C tot 29 dagen
4.2.3 Vriesgedeelte
Richtwaarden voor de opslagduur van verschillende
levensmiddelen
IJs bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Worst, ham bij -18 °C 2 tot 3 maanden
Brood, bakkerijpro‐
ducten
bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Wild, varken bij -18 °C 6 tot 9 maanden
Vis, vet bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Vis, mager bij -18 °C 6 tot 8 maanden
Kaas bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees bij -18 °C 6 tot 12 maanden
Groente, fruit bij -18 °C 6 tot 12 maanden
5 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.4 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
-Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is:
Apparaat ontdooien.*
-Bij langere vakantieperioden de HolidayMode gebruiken
(zie HolidayMode) gebruiken.
6 Bediening
6.1 Bedienings- en weergave-elementen
Met het display kan in een oogopslag de temperatuurinstel‐
ling en de staat van de functies en instellingen worden
waargenomen. U kiest functies of stelt functies in door een
waarde te activeren/deactiveren of te selecteren.
6.1.1 Status-weergave
Fig. 5
(1) Temperatuurweergave
van het koelgedeelte
(3) Temperatuurweergave
van het vriesgedeelte
(2) Temperatuurindicatie
BioFresh
De Status-weergave toont de ingestelde temperaturen en
is de beginweergave. Van hieruit vindt de navigatie naar de
functies en instellingen plaats.
6.1.2 Navigatie
U krijgt toegang tot de afzonderlijke functies via de menu‐
navigatie. Na bevestiging van een functie of instelling klinkt
een signaaltoon. Als na 10 seconden geen selectie wordt
uitgevoerd, wisselt de weergave naar de Status-weergave.
Navigatie Beschrijving
of
Kort tikken
Functie activeren/deactiveren.
Keuze bevestigen.
Submenu openen.
of
Lang tikken 3 seconden
Functie activeren/deactiveren. Oplo‐
pende/afnemende balk verschijnt op
het display.
Keuze bevestigen.
Apparaat/waarden resetten.
Apparaat in-/uitschakelen.
Vegen
In het menu navigeren.
Naar waarden zoeken.
Kort tikken op Terug
Weergave gaat een niveau terug.
Geen actie
gedurende 10
seconden
Weergave wisselt naar de Status-indi‐
catie.
Energie sparen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
6.1.3 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Symbool Toestand van het apparaat
Stand-by
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Knipperend cijfer
Apparaat werkt. Temperatuur knip‐
pert tot de ingestelde waarde is
bereikt.
Knipperend symbool
Apparaat werkt. Instelling wordt
uitgevoerd.
6.2 Bedieningslogica
6.2.1 Functie activeren / deactiveren
De volgende functies kunnen geactiveerd / gedeactiveerd
worden:
Symbool Functie
SuperCoolx
SuperFrostx
* IceMaker en MaxIcex*
PartyModex
HolidayMode
EnergySaver
*HydroBreeze*
x Als functie actief is, werkt het apparaat met een hoger
vermogen. Hierdoor kunnen werkgeluiden van het apparaat
tijdelijk luider en het energieverbruik hoger zijn.
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat de functie
wordt weergegeven.
uGeselecteerde functie door kort aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wFunctie is geactiveerd / gedeactiveerd.
6.2.2 Functiewaarde selecteren
Bij de volgende functies kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Functie
Koelen:
De temperatuur instellen
Temperatuurzone uit- / inschakelen
Invriezen:
De temperatuur instellen
Apparaat in-/uitschakelen
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat de functie
wordt weergegeven.
uGeselecteerde functie door kort aantikken bevestigen.
uDoor vegen in de weergave de instellingswaarde selec‐
teren.
uGeselecteerde waarde door kort aantikkelen bevestigen.
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren
De volgende instellingen kunnen geactiveerd / gedeacti‐
veerd worden:
Symbool Instelling
WiFi1
Invoerblokkering2
SabbathMode2
*
Cleaning Mode2*
Herinneringen1
Resetten2
Uitschakelen 2
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat instel‐
lingen wordt weergegeven.
uInstellingen door aantikken te bevestigen.
uVegen totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
1 Instelling activeren (shortpress)
uDoor aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wInstelling is geactiveerd/gedeactiveerd.
2 Instelling activeren (longpress)
uKeuze voor het bevestigen 3 seconden lang indrukken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wDisplay wordt gewijzigd.
6.2.4 Instellingswaarde selecteren
Bij de volgende instellingen kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Instellingen
Helderheid
Bediening
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Instellingen
Deuralarm
Taal
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat instel‐
lingen wordt weergegeven.
uInstellingen door aantikken te bevestigen.
uVegen totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
uDoor aantikken bevestigen.
uDoor vegen in de weergave de gewenste instellings‐
waarde selecteren.
uDoor aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het submenu weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
6.2.5 Klantenmenu oproepen
De volgende instellingen kunnen in het klantenmenu worden
opgeroepen:
Symbool Functie
BioFresh B-Value 1
D-Value 1
*
Ontdooien2*
*
TubeClean2*
*
IJsblokjes1*
Software
uOp het display naar links vegen tot Instellingen
verschijnt.
uOp instellingen tikken.
wHet submenu verschijnt.
uOp het display naar links vegen tot de informatie over het
apparaat verschijnt.
u3 seconden ingedrukt houden.
wHet invoermenu voor een cijfercode verschijnt.
uCijfercode 151 invoeren.
wHet klantmenu verschijnt.
uOp het display naar links vegen tot de gewenste instel‐
ling verschijnt.
1 waarde kiezen
uOm te bevestigen kort aantikken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het display weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
2 Instelling activeren
uVoor het bevestigen het display 3 seconden lang
indrukken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt op het display weergegeven.
wSymbool knippert zolang het apparaat werkt.
6.3 Functies
Apparaat uitschakelen
Deze instelling maakt het mogelijk om het complete appa‐
raat uit te schakelen.
Complete apparaat uitschakelen
Fig. 6
uIceMaker uitschakelen .*
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
wGedeactiveerd: Display wordt zwart.
WLAN
Via deze functie verbindt u uw apparaat met WLAN. U kunt
het dan via de SmartDevice-app op een mobiel eindapparaat
bedienen. Met deze functie kunt u de WLAN-verbinding ook
weer verbreken of resetten. Om uw apparaat met WLAN
te verbinden, hebt u de SmartDeviceBox nodig. Meer infor
matie over de SmartDeviceBox en het gebruik van de Smart
Device-app: (zie 1.3 SmartDevice)
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
WLAN-verbinding maken
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qSmartDeviceBox is gekocht en aangebracht.
(zie 1.3 SmartDevice) *
qSmartDevice-app is geïnstalleerd (zie
apps.home.liebherr.com).
qRegistratie in de SmartDevice-app is afgesloten.
Fig. 7
uInstelling activeren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
wVerbinding wordt gemaakt: Connecting wordt weerge‐
geven. Het pictogram knippert.
wVerbinding is gemaakt: Wifi verschijnt, de weergave
wordt blauw.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 11
wVerbinding is mislukt: WiFi Error wordt weergegeven.
WLAN-verbinding verbreken
uInstelling deactiveren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
Fig. 8
w
Verbinding is verbroken: pictogram is continu zicht‐
baar.
WLAN-verbinding resetten
uInstellingen resetten. (zie 6.2 Bedieningslogica)
Fig. 9
wVerbinding en andere instellingen worden ook op de
toestand van levering gereset.
Temperatuur
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-de frequentie van het openen van de deur
-de duur van het openen van de deur
-de kamertemperatuur van de plaats van opstelling
-het type, temperatuur en hoeveelheid van het levens‐
middel
Temperatuurzone Aanbevolen instelling
Koelgedeelte 5 °C
Vriesgedeelte -18 °C
BioFresh (zie BioFresh B-Value)
Temperatuur instellen in het koelgedeelte
Fig. 10
uStappen uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
Temperatuur in het vriesgedeelte instellen
Fig. 11
uStappen uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
Temperatuurzone uitschakelen
U kunt het koelgedeelte gescheiden uitschakelen.
Als u het vriesgedeelte uitschakelt, worden alle tempera‐
tuurzones uitgeschakeld.
uIceMaker deactiveren. *
uWaarde instellen. (zie 6.2 Bedieningslogica)
w
wordt weergegeven.
Temperatuur in de BioFresh instellen
De temperatuur stelt u in via de BioFresh B-Value in het
klantmenu. (zie BioFresh B-Value)
BioFresh B-Value
De temperatuur in de BioFresh is bij levering ingesteld op
B5. De statusindicatie op het display toont de bijhorende
temperatuurinstelling in de BioFresh aan.
U kunt deze waarde iets wijzigen, als dit door hogere of
lagere omgevingstemperatuur nodig is. Bij de instelling van
de waarde in acht nemen:
Waarde Beschrijving
B1 laagste temperatuur
Bediening
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Waarde Beschrijving
B1-B4 De temperatuur kan onder 0 °C vallen zodat de
levensmiddelen kunnen bevriezen.
B5 vooraf ingestelde temperatuur
B9 hoogste temperatuur
BioFresh B-Value
Instelling kiezen
uWaarde in het klantenmenu instellen (zie 6.2 Bedienings‐
logica) .
D-Value
De D-Value is voor uw apparaat vooringesteld en mag niet
worden gewijzigd.
SuperCool
Met deze functie schakelt u naar het hoogste afkoelver
mogen. Daardoor kunt u lagere koeltemperaturen bereiken.
De functie heeft betrekking op het koelgedeelte Fig. 1 (A)
Toepassing:
-Grotere hoeveelheden levensmiddelen snel afkoelen.
Functie activeren / deactiveren
uProducten in het koelgedeelte leggen: Functie bij het
plaatsen van de producten activeren.
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
-of-
uActiveren/deactiveren via de SmartDevice-app.*
De functie wordt automatisch gedeactiveerd. Daarna draait
het apparaat in de normale modus verder. De temperatuur
stelt zich op de ingestelde waarde in.
SuperFrost
Met deze functie schakelt u naar de hoogste invriescapaci‐
teit. Daardoor kunt u lagere vriestemperaturen bereiken.
De functie heeft betrekking op het vriesgedeelte Fig. 1 (C).
Toepassing:
-Meer dan 2 kg verse levensmiddelen dagelijks invriezen.
-Verse levensmiddelen snel tot de kern invriezen.
-Koudereserve in opgeslagen diepvriesproducten
verhogen, voordat het apparaat wordt ontdooid.
Functie activeren / deactiveren
Bij een kleinere invriescapaciteit:
u6 uur voor gebruik activeren.
Bij de maximale invriescapaciteit:
u24 uur voor gebruik activeren.
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
-of-
uActiveren/deactiveren via de SmartDevice-app.*
De functie wordt automatisch gedeactiveerd. Daarna draait
het apparaat in de normale modus verder. De temperatuur
stelt zich op de ingestelde waarde in.
PartyMode
Deze functie biedt een verzameling van speciale functies en
instellingen die tijdens een feest handig zijn.
De volgende functies worden geactiveerd:
-SuperCool
-SuperFrost
-IceMaker en MaxIce*
-InfinitySpring*
Alle functies kunnen flexibel en individueel worden inge‐
steld. Wijzigingen worden verworpen wanneer de functie
wordt gedeactiveerd.
Functie activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
wGeactiveerd: Alle functies zijn gelijktijdig geactiveerd.
wGedeactiveerd: Vooraf ingestelde temperaturen zijn
hersteld.
Na 24 uur wordt de functie automatisch gedeactiveerd.
HolidayMode
Deze functie zorgt voor een minimaal energieverbruik
tijdens langdurige afwezigheid. De temperatuur van het
koeldeel wordt op 15 °C ingesteld en bij het bereiken op
het statusbeeldscherm weergegeven.
De ingestelde vriestemperatuur blijft behouden.
De functie heeft betrekking op het koelgedeelte Fig. 1 (A).
Toepassing:
-Energie sparen tijdens een langere afwezigheid.
-Voorkomen van slechte geuren en schimmelvorming
tijdens een langere afwezigheid.
Functie activeren / deactiveren
uKoelgedeelte volledig leegmaken.
uActiveren / deactiveren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
wGeactiveerd: Koeltemperatuur wordt verhoogd.
wGedeactiveerd: eerder ingestelde temperatuur wordt
hersteld.
SabbathMode
Met deze functie activeert of deactiveert u de
SabbathMode. Als u deze functie activeert, worden sommige
elektronische functies uitgeschakeld. Hierdoor voldoet het
apparaat aan de religieuze eisen op Joodse feestdagen
zoals sabbat en aan de Star-K Kosher Certification.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De statusweergave toont continu SabbathMode.
Alle functies op het display behalve de functie
SabbathMode deactiveren zijn geblokkeerd.
Actieve functies blijven actief.
Het display blijft verlicht, als de deur wordt gesloten.
De binnenverlichting is gedeactiveerd.
Herinneringen worden niet uitgevoerd. Het ingestelde
tijdsinterval wordt gestopt.
Herinneringen en waarschuwingen worden niet weerge‐
geven.
Er is geen deuralarm.
Er is geen temperatuuralarm.
De IceMaker is buiten bedrijf.*
De InfinitySpring is buiten bedrijf.*
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De ontdooicyclus werkt alleen tot de ingestelde tijd,
zonder rekening te houden met het gebruik van de koel
kast.
Na een stroomuitval keert het apparaat terug naar de
SabbathMode.
Apparaatstatus
Aanwijzing
Dit apparaat is gecertificeerd door het „Institute for Science
and Halacha”. (www.machonhalacha.co.il)
Een lijst met STAR-K-gecertificeerde apparaten vindt u op
www.star-k.org/appliances.
SabbathMode activeren
WAARSCHUWING
Vergiftigingsgevaar door verdorven levensmiddelen!
Als u de SabbathMode geactiveerd hebt en de stroom
uitvalt, verschijnt er geen melding in de statusweergave
over de stroomuitval. Als de stroomuitval voorbij is, werkt
het apparaat verder in SabbathMode. Stroomuitval kan ertoe
leiden dat levensmiddelen bederven. De consumptie ervan
kan voedselvergiftiging veroorzaken.
Na een stroomuitval:
uLevensmiddelen die bevroren waren en ontdooid zijn niet
meer consumeren.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Bedieningslogica)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 12
uStappen (zie Fig. 12) uitvoeren.
wSabbathMode is geactiveerd.
wStatusweergave toont continu SabbathMode.
SabbathMode deactiveren
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Bedieningslogica)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 13
uStappen (zie Fig. 13) uitvoeren.
wSabbathMode is gedeactiveerd.
EnergySaver
Deze functie activeert of deactiveert de energiebesparings‐
modus. Als u deze functie activeert, daalt het energiever
bruik en stijgt de temperatuur in het apparaat met 2 °C. De
levensmiddelen blijven vers, maar de houdbaarheid wordt
korter.
Temperatuurzone Aanbevolen
instelling
Temperatuur bij
actieve Energy‐
Saver
Koelgedeelte
5 °C 7 °C
Vriesgedeelte
-18 °C -16 °C
Temperaturen
EnergySaver activeren
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 14
uStappen (zie Fig. 14) uitvoeren.
wEnergiebesparingsmodus is geactiveerd.
EnergySaver deactiveren
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 15
uStappen (zie Fig. 15) uitvoeren.
wDe energiebesparingsmodus is gedeactiveerd.
HydroBreeze*
HydroBreeze genereert bij een gesloten deur iedere 90
minuten 4 seconden lang een fijne nevel in de schuiflade.
De functie wordt eveneens tijdens de opening van de deur
geactiveerd. De functie is bij de levering van het apparaat
niet geactiveerd.
Toepassing:
-Voor de opslag van onverpakte sla, groenten en fruit met
een hoog vochtgehalte.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
1: Functieduur bij openen deur 4 s
2: Functieduur bij openen deur 6 s
3: Functieduur bij openen deur 8 s
Uit: HydroBreeze is gedeactiveerd.
Functie activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
-of-
uActiveren / deactiveren via Liebherr SmartDevice-App.*
IceMaker / MaxIce*
Met de functie IceMaker activeert of deactiveert u de
productie van ijsblokjes. Met de functie MaxIce verhoogt u
de hoeveelheid ijsblokjes van de IceMaker.
Bediening
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Meer informatie over de hoeveel
heden ijsblokjes:
(zie 9.1 Technische
gegevens)
Meer informatie over de grootte
van ijsblokjes:
(zie IJsblokjes*)
Meer informatie over het reinigen
van de IceMaker-leidingen:
(zie TubeClean*)
IceMaker activeren
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qWatertoevoer van de vaste wateraansluiting is gegaran‐
deerd. Zie montagehandleiding.*
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie 7.13 IceMaker*)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 16
uStappen (zie Fig. 16) uitvoeren.
-of-
uMet de SmartDevice-app activeren.
wIceMaker is geactiveerd. Het kan 24 uur duren tot de
IceMaker de eerste ijsblokjes maakt.
IceMaker met MaxIce activeren
Als u de functie IceMaker niet eerder hebt geactiveerd,
moet u ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
qWatertoevoer van de vaste wateraansluiting is gegaran‐
deerd. Zie montagehandleiding.*
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie 7.13 IceMaker*)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 17
uStappen (zie Fig. 17) uitvoeren.
-of-
uMet de SmartDevice-app activeren.
wIceMaker met MaxIce is geactiveerd.
Wissen tussen IceMaker en MaxIce
Als u IceMaker hebt geactiveerd en wilt overschakelen op
MaxIce:
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 18
uStappen (zie Fig. 18) uitvoeren.
wIceMaker met MaxIce is geactiveerd.
Als u MaxIce hebt geactiveerd en wilt overschakelen op
IceMaker:
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 19
uStappen (zie Fig. 19) uitvoeren.
wIceMaker is geactiveerd.
wMaxIce is gedeactiveerd.
IceMaker / MaxIce deactiveren
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 20 Voorbeeld met actieve functie IceMaker
uStappen (zie Fig. 20) uitvoeren.
-of-
uMet de SmartDevice-app deactiveren.
wIceMaker en MaxIce zijn gedeactiveerd.
wLopende productie van ijsblokjes wordt afgesloten.
wIceMaker schakelt automatisch uit.
IJsblokjes*
Deze instelling maakt de individuele instelling van de
grootte van een ijsblokje mogelijk.*
Instelling kiezen*
uWaarde in het klantenmenu instellen (zie 6.2 Bedienings‐
logica) .
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 15
TubeClean*
Deze instelling maakt het reinigen van de IceMaker-
leidingen mogelijk.*
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:*
qIceMaker-reiniging is voorbereid (zie 8.6.6 IceMaker
reinigen*) .
Instelling activeren*
uInstelling in het klantenmenu activeren (zie 6.2 Bedie‐
ningslogica) .
wSpoelen wordt voorbereid (max. 60 Min.): Symbool
pulseert.
wWaterleidingen worden gespoeld: Symbool knippert.
wSpoelproces is beëindigd: Functie is automatisch gedeac‐
tiveerd.
CleaningMode*
Deze instelling maakt een comfortabele reiniging van het
apparaat mogelijk.*
Deze instelling heeft betrekking op het koelgedeelte
Fig. 1 (A).*
Toepassing:*
-Koelgedeelte handmatig reinigen.
-InfinitySpring reinigen.*
Gedrag van het apparaat wanneer de instelling is geacti‐
veerd:*
-Het display toont continu CleaningMode.
-Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
-De binnenverlichting is actief.
-De herinneringen en waarschuwingen worden niet weer
gegeven. Er klinkt geen geluidssignaal.
-De InfinitySpring is uitgeschakeld.*
Instelling activeren / deactiveren*
uInstelling activeren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslo‐
gica) .
wGeactiveerd: Het koelgedeelte is uitgeschakeld. Licht
blijft aan.
wGedeactiveerd: de vooraf ingestelde temperatuur is weer
hersteld.
Na 60 minuten wordt de instelling automatisch gedeacti‐
veerd. Daarna blijft het apparaat in normaal bedrijf werken.
Helderheid display
Deze instelling maakt de trapsgewijze instelling van de
helderheid van het display mogelijk.
De volgende helderheidsniveaus kunnen worden ingesteld:
-40%
-60%
-80%
-100%
Instelling kiezen
uWaarde instellen (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Deuralarm
Deze instelling maakt het instellen van de tijd tot het deur
alarm (zie Deur sluiten) klinkt mogelijk.
De volgende waarden kunnen ingesteld worden:
-1 min.
-2 min.
-3 min.
-Uit
Instelling kiezen
uWaarde instellen (zie 6.4 Foutmeldingen) .
Invoerblokkering
Deze instelling voorkomt de abusievelijk bediening van het
apparaat, bijv. door kinderen.
Toepassing:
-Onbedoelde wijzigingen van instellingen en functies
voorkomen.
-Onbedoeld uitschakelen van het apparaat voorkomen.
-Onbedoelde temperatuurinstelling voorkomen.
Instelling activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren. (zie 6.2 Bedie‐
ningslogica)
Taal
Met deze instelling kan de taal van de weergave worden
ingesteld.
De volgende talen kunnen worden geselecteerd:
-Duits
-Engels
-Frans
-Spaans
-Italiaans
-Nederlands
-Tsjechisch
-Pools
-Portugees
-Russisch
-Chinees
Instelling activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Info
Deze instelling maakt het aflezen van apparaatinformatie en
de toegang tot het klantenmenu mogelijk.
De volgende gegevens kunnen afgelezen worden:
-Modelnaam
-Index
-Serienummer
-Servicenummer
Apparaatgegevens oproepen
uOp het display vegen totdat instellingen wordt weer
gegeven.
uWeergave bevestigen.
Bediening
16 * afhankelijk van model en uitvoering
uOp het display vegen tot de informatie wordt weerge‐
geven.
uApparaatgegevens aflezen.
herinnering
Herinneringen worden akoestisch door een geluidssignaal
en optisch door een symbool op het display weergegeven.
Het geluidssignaal versterkt zich en wordt luider, totdat de
melding wordt beëindigd.
Waterfilter vervangen*
Deze melding wordt weergegeven als het waterfilter
vervangen moet worden.
uWaterfilter iedere zes maanden vervangen.
uMelding bevestigen.
wOnderhoudsinterval begint opnieuw.
wHet waterfilter garandeert een optimale waterkwaliteit.
FreshAir-actiefkoolfilter vervangen
Deze melding wordt weergegeven als het luchtfilter
vervangen moet worden.
uIedere zes maanden het luchtfilter vervangen.
uMelding bevestigen.
wOnderhoudsinterval begint opnieuw.
wHet luchtfilter garandeert een optimale luchtkwaliteit in
het koelapparaat.
Instelling activeren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Resetten
Met deze functie kunnen alle instellingen op de fabrieksin‐
stellingen worden teruggezet. Alle instellingen die u tot nu
toe heeft uitgevoerd worden teruggezet op hun oorspronke‐
lijke instelling.
Instelling activeren
uActiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
6.4 Foutmeldingen
Foutmeldingen worden op het display weergegeven. Er zijn
twee categorieën van foutmeldingen:
Categorie Betekenis
Melding Herinnert aan algemene procedures. U kunt
deze procedures uitvoeren en zo de melding
opheffen.
Waarschu‐
wing
Verschijnt bij functiestoringen. Naast de
weergave op het display klinkt een signaal.
De signaaltoon wordt luider tot de weergave
door aantikken wordt bevestigd. Eenvoudige
storingen kunt u zelf verhelpen. Voor ernstige
storingen moet u contact met de klantenser
vice opnemen.
6.4.1 Waarschuwingen
Deur sluiten
De melding wordt weergegeven als de deur te lang open‐
staat.
De tijd totdat de melding wordt weergegeven kan worden
ingesteld .
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
-of-
uDeur sluiten.
Stroomuitval
De melding wordt weergegeven als de vriestemperatuur
door een stroomonderbreking gestegen is. Als de stroomon‐
derbreking is beëindigd, werkt het apparaat met de laatst
ingestelde temperatuur verder.
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
wTemperatuuralarm wordt weergegeven (zie Temperatuur
alarm) .
Temperatuuralarm
De melding wordt weergegeven als de vriestemperatuur niet
met de ingestelde temperatuur overeenkomt.
Oorzaken voor temperatuurverschillen kunnen zijn:
-Het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het
apparaat.
-Dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmid‐
delen teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd.
-De stroom is te lang uitgevallen.
-Het apparaat is defect.
Als de storing is verholpen, werkt het apparaat met de inge‐
stelde temperatuur verder.
uWeergave bevestigen.
wWarmste temperatuur wordt weergegeven.
uWeergave opnieuw bevestigen.
wStatusweergave wordt weergegeven.
wActuele temperatuur wordt weergegeven.
Storing
Deze melding wordt weergegeven als er een storing van het
apparaat optreedt. In een onderdeel van het apparaat is een
storing opgetreden.
uDeur openen.
uFoutcode noteren.
uMelding bevestigen.
wSignaaltoon dempt.
wStatusweergave verschijnt.
uDeur sluiten.
uContact met de klantenservice opnemen. (zie 9.4 Klan‐
tenservice)
6.4.2 Meldingen
IceMaker-lade plaatsen*
Deze melding verschijnt, als de IceMaker-lade geopend is.
uIceMaker-lade erin schuiven.
wMelding verdwijnt.
wIceMaker produceert ijsblokjes.
6.4.3 DemoMode
Wanneer op het display „D” wordt weergegeven, is de
previewmodus actief. Deze functie is voor dealers ontwik
keld, omdat alle koudetechnische functies gedeactiveerd
zijn.
DemoMode deactiveren
Wanneer een tijd op het display afloopt:
uWeergave binnen de aflopende tijd bevestigen.
wDemoMode is gedeactiveerd.
Wanneer geen tijd afloopt:
uNetstekker uit het stopcontact halen.
uNetstekker weer aansluiten.
wDemoMode is gedeactiveerd.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 17
7 Uitrusting
7.1 Deurafsteller
7.1.1 Deurafsteller verplaatsen / verwijderen
Fig. 21
uAfsteller naar boven schuiven.
uNaar voren trekken.
uIn omgekeerde volgorde weer aanbrengen.
Fig. 22
U kunt gebruikmaken van een of van beide VarioBoxen. Als
zeer hoge flessen geplaatst moeten worden, moet u slechts
één bakje boven het flessenrek aanbrengen.
Afsteller met VarioBoxen verplaatsen:
Fig. 23
uVanaf de bovenkant eruit halen.
uOp een willekeurige positie weer aanbrengen.
VarioBoxen omzetten:
Fig. 24
Wanneer deurafsteller is verwijderd:
uBakjes eruit halen.
Fig. 25
uOpbergvak op tafel leggen.
Fig. 26
uMiddelste vasthouddeel lostrekken Fig. 26 (1).
uMiddelste vasthouddeel in tweede positie inzetten
Fig. 26 (2).
Fig. 27
uBakjes vervangen.
7.1.2 Deurafsteller demonteren
De deurafstellers kunnen voor het reinigen worden gede‐
monteerd.
Fig. 28
Uitrusting
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 29
uDeurafsteller demonteren.
7.2 Draagplateaus
7.2.1 Draagplateaus verplaatsen / verwijderen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 30
uDraagplateau omhoog tillen en naar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
uDraagplateau verplaatsen: Tot willekeurige hoogte
optillen of neerlaten en er inschuiven.
-of-
Fig. 31
uDraagplateau volledig uitnemen: Naar voren uittrekken.
uGemakkelijk verwijderbaar: Draagplateaus schuin zetten.
uDraagplateau weer inzetten: Er helemaal inschuiven.
wUittrekaanslagen zijn naar onder gericht.
wUittrekaanslagen bevinden zich achter het voorste draag‐
plateau.
7.3 Deelbaar draagplateau
7.3.1 Deelbaar draagplateau gebruiken
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 32
uDeelbare draagplateaus overeenkomstig de afbeelding
eronder schuiven.
Fig. 33
In de hoogte verstellen:
uGlasplaten afzonderlijk vanaf de voorkant eruit trekken
Fig. 33 (1).
uSteunrails uit de vergrendeling trekken en op de
gewenste hoogte vastklikken.
uGlasplaten afzonderlijk achtereenvolgens erin schuiven.
wVlakke uittrekaanslagen aan de voorkant, direct achter de
steunrail.
wHoge uittrekaanslagen achter.
Beide oppervlakken gebruiken:
uMet een hand de onderste glasplaat vasthouden en naar
voren trekken.
wGlasplaat Fig. 33 (1) met sierlijst ligt voor.
wStops Fig. 33 (3) zijn naar onder gericht.
7.4 VarioSafe*
De VarioSafe biedt plaats voor kleine levensmiddelen,
verpakkingen, tubes en glazen.
7.4.1 VarioSafe gebruiken
De schuiflade kan eruit gehaald worden en op twee
verschillende hoogten erin geschoven worden. Daardoor
kunnen ook hogere kleine delen in de schuiflade worden
bewaard.
Fig. 34
uHaal de schuiflade eruit.
uOp een willekeurige hoogte Fig. 34 (1) of Fig. 34 (2) erin
schuiven.
7.4.2 VarioSafe verplaatsen
De VarioSafe kan als geheel in de hoogte worden verplaatst.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Fig. 35
uNaar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
uTot een willekeurige hoogte heffen of laten zakken.
uNaar achter erin schuiven.
7.4.3 VarioSafe volledig eruit halen
De VarioSafe kan compleet eruit worden gehaald.
uNaar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
Fig. 36
uSchuin plaatsen en naar voren trekken.
7.4.4 VarioSafe uit elkaar halen
De VarioSafe kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 37
uVarioSafe uit elkaar halen.
7.5 InfinitySpring*
De geïntegreerde waterdispenser is geschikt voor een
comfortabele drinkwateropname. De watertemperatuur is
afhankelijk van de temperatuur in het koelgedeelte.
Fig. 38
uDrinkglas tegen de onderste drukknop van de dispenser
drukken.
wUitvoereenheid komt naar buiten: Water stroomt in het
glas.
uWaterspetters voorkomen: Drinkglas langzaam verwij‐
deren.
Veel water aftappen:
uWanneer geen water meer stroomt, waterreservoir
verwijderen en opnieuw tegen de onderste drukknop van
de dispenser drukken.
7.6 Plaats voor de bakplaat
Boven de schuifladen is plaats voor een bakplaat Fig. 1 (8).
Fig. 39
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qMaximale maten voor de bakplaat zijn in acht genomen
(zie 9.1 Technische gegevens) .
qDe bakplaat is afgekoeld tot kamertemperatuur.
qOnderste deurafsteller is minimaal een positie hoger
ingesteld.
Wanneer de deur 90° is geopend:
uBakplaat op de onderste zijdelingse steunen schuiven.
-of-
Wanneer de bakplaat ongelijkmatig ligt:
uSteunrails uit het pakket gebruiken.
Fig. 40
uSteunrails op de onderste steunen vastklikken.
Wanneer de deur 90° is geopend:
uBakplaat op steunrails schuiven.
7.7 Variabele flessenplank
7.7.1 Flessenplank gebruiken
In het koelgedeelte van de bodem kan naar keuze de varia‐
bele flessenplank of de glasplaat worden gebruikt.
Fig. 41
uDe glasplaat eruit halen en afzonderlijk bewaren.
uFlessen met de bodem naar de achterkant gericht erin
leggen.
Uitrusting
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Aanwijzing
Als de flessen voorbij de flessenplank aan de voorkant eruit
steken:
uOnderste deurafsteller een positie hoger zetten.
7.7.2 Flessenplank eruit halen
De flessenplank kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
uGasplaat boven de flessenplank eruit halen.
Fig. 42
uDe flessenplank aan de voorkant optillen en eruit trekken.
Aanwijzing
Liebherr adviseert:
Op de eronder liggende deksel van het vak geen producten
neerzetten.
7.7.3 Flessenplank aanbrengen
Fig. 43
uFlessenplank tot de aanslag erin schuiven en naar onder
drukken.
wStekkers aan de achterkant van de flessenplank zijn
automatisch verbonden.
wLED brandt.
7.8 Laden
U kunt de laden voor reiniging verwijderen.
U kunt de laden verwijderen om VarioSpace te gebruiken.
De wijze van verwijderen en aanbrengen van de laden
is afhankelijk van het uitschuifsysteem. Uw apparaat kan
verschillende uitschuifsystemen bevatten.
Bij apparaten met NoFrost:*
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.*
uOnderste schuiflade in het apparaat laten!*
uLaat de ventilatieopeningen aan de binnenkant van de
achterwand altijd vrij!*
Voor apparaten zonder NoFrost:*
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.*
uLaat de ventilatieopeningen aan de binnenkant van de
achterwand altijd vrij!*
7.8.1 Lade op apparaatbodem of glasplaat
De lade loopt direct op de apparaatbodem of op een glas‐
plaat. Er zijn geen rails.
Als u de lades verwijdert, kunt u de glasplaten eronder als
stelvlakken gebruiken.
Lade verwijderen
Fig. 44
uLade overeenkomstig de afbeelding verwijderen.
Lade plaatsen
Fig. 45
uLade overeenkomstig de afbeelding plaatsen.
7.8.2 Lade op telescooprails
De lade loopt op uitschuifbare rails (telescooprails). Er
zijn volledig uitschuifbare telescooprails en gedeeltelijk
uitschuifbare telescooprails. Volledig uitschuifbare laden
kunnen helemaal uit het apparaat getrokken worden.
Gedeeltelijk uitschuifbare laden kunnen niet helemaal uit
het apparaat worden getrokken. Welk systeem in uw appa‐
raat zit, hangt af van het type apparaat.
Volledig uitschuifbaar*
U kunt de volledige uitschuifbaarheid herkennen aan een
klem die zich links en rechts achteraan de rail bevindt.
Lade verwijderen
Fig. 46
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLinker klem optillen en gelijktijdig lade links naar voren
trekken. Fig. 46 (1)
uRechter klem optillen en gelijktijdig lade rechts naar
voren trekken. Fig. 46 (2)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 46 (3)
uRails erin schuiven.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 21
Lade plaatsen
Fig. 47
uRails erin schuiven.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
wLade klikt aan de achterkant hoorbaar vast.
Gedeeltelijk uitschuifbaar koelgedeelte*
Lade verwijderen
Fig. 48
uLade er half uittrekken. Fig. 48 (1)
uLade aan de onderkant optillen. Fig. 48 (2)
uLade naar boven gedrukt houden en tegelijkertijd naar
voren trekken.
uLinker rail erin schuiven. Fig. 48 (3)
uRechter rail erin schuiven. Fig. 48 (4)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 48 (5)
Fig. 49
Als de rails na het verwijderen van de lade nog niet
volledig zijn ingeschoven:
uRails er volledig inschuiven.
Lade plaatsen
Fig. 50
uRails erin schuiven.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
Gedeeltelijk uitschuifbaar vriesgedeelte
Aanwijzing
Als de magneet van de bovenste lade in het vriesgedeelte
beschadigd of verwijderd wordt, treden storing op aan het
deursensorsysteem.
uMagneet niet beschadigen of verwijderen.
Lade verwijderen
Fig. 51
Als de lade in het vriesgedeelte zich boven bevindt:
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLade aan de voorkant optillen. Fig. 51 (1)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 51 (2)
uRails erin schuiven.
-of-
Fig. 52
Als de lade in het vriesgedeelte zich in het midden
bevindt:
uLade er half uittrekken.
uLade van onderen achter optillen. Fig. 52 (1)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 52 (2)
uRails erin schuiven.
Lade plaatsen
Fig. 53
uRails erin schuiven.
uLade rond de stoppers Fig. 53 (1) leiden.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
7.9 Deksel Fruit & Vegetable-Safe
De deksel van het vak kan voor het reinigen worden verwij‐
derd.
7.9.1 Deksel van het vak verwijderen
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qFlessenplank is verwijderd (zie 7.7 Variabele flessen‐
plank) .
Fig. 54
Wanneer de schuifladen zijn verwijderd:
Uitrusting
22 * afhankelijk van model en uitvoering
uDeksel tot de opening in de vasthouddelen naar voren
trekken Fig. 54 (1).
uAan de achterkant vanaf de onderkant omhoog tillen en
vanaf de bovenkant verwijderen Fig. 54 (2).
7.9.2 De deksel van het vak aanbrengen
Fig. 55
Als de tekst THIS SIDE UP boven is:
uDekselranden via de opening van de achterste houder
Fig. 55 (1) aanbrengen en van voren in de houder
Fig. 55 (2) klikken.
uDeksel in de gewenste positie brengen (zie 7.10 Vochtre‐
geling) .
7.10 Vochtregeling
U kunt het vochtgehalte in de schuiflade via de afstelling
van de deksel van het vak zelf instellen.
De deksel van het vak bevindt zich direct op de schuiflade
en kan door draagplateaus of extra schuifladen afgedekt
zijn.
Fig. 56
Geringe luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
uDe deksel van het vak naar voren trekken.
wBij een gesloten schuiflade: Spleet tussen de deksel en
het vak.
uHydroBreeze uitschakelen.*
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verlaagd.
Hoge luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
uDeksel van het vak naar achter schuiven.
wBij een gesloten schuiflade: Deksel sluit het vak niet af.
uHydroBreeze inschakelen.*
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verhoogd.
Als er te veel vocht in het vak zit:
uInstelling „te lage luchtvochtigheid” kiezen.
-of-
uVocht met een doek verwijderen.
Aanwijzing
Met de instelling „lage luchtvochtigheid” kan de Fruit &
Vegetable-Safe ook als Meat & Dairy-Safe worden gebruikt.
u„Lage luchtvochtigheid” instellen.
7.11 HydroBreeze*
De HydroBreeze beneveld het koelgoed en zorgt voor vocht
in het vak.
De HydroBreeze en het bijbehorende waterreservoir
bevinden zich in de variabele flessenplank.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
-Waterreservoir is gereinigd (zie 8.6.3 Uitrusting reinigen) .
-Waterreservoir is correct vastgeklikt.
-De vochtigheid is ingesteld op „hoge luchtvochtigheid”
(zie 7.10 Vochtregeling) .
-HydroBreeze is ingeschakeld (zie HydroBreeze*) .
7.11.1 Waterreservoir vullen
WAARSCHUWING
Verontreinigd water!
Vergiftigingen.
uUitsluitend met drinkwater vullen.
uHydroBreeze is uitgeschakeld: Waterreservoir leegmaken.
uHydroBreeze wordt langer niet gebruikt: Waterreservoir
leegmaken.
LET OP
Suikerhoudende vloeistoffen!
Beschadiging van de HydroBreeze.
uUitsluitend met drinkwater vullen.
Aanwijzing
Door het gebruik van water dat gefilterd en gedecarboni‐
seerd is, wordt drinkwater in uitstekende kwaliteit voor de
storingsvrije functie van de HydroBreeze gerealiseerd.
Deze waterkwaliteit kan met een in de handel verkrijgbaar
drinkwaterfilter worden bereikt.
uWaterreservoir met drinkwater vullen dat gefilterd en
gedecarboniseerd is.
Het waterreservoir is in de variabele flessenplank inge‐
bouwd (zie 1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht) .
Fig. 57
uOp de achterste, linkerhoek van de voorste glasplaat
drukken.
wGlasplaat klapt aan de voorkant omhoog.
uGlasplaat heffen en tot de aanslag naar achter klappen
Fig. 57 (1).
wGlasplaat staat rechtop.
uSchuif Fig. 57 (2) naar links schuiven.
wWaterreservoir springt uit de uitsparing.
uWaterreservoir eruit halen Fig. 57 (3).
uWatertank reinigen (zie 8.6.3 Uitrusting reinigen) .
Hoekige opening:
uDrinkwater tot de markering vullen.
uWaterreservoir, met de onderkant eerst, in de uitsparing
plaatsen.
uVoorste deel langzaam laten zakken en het reservoir erin
drukken.
wWaterreservoir is vastgeklikt.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 23
7.11.2 Waterreservoir demonteren
Het waterreservoir kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 58
uWaterreservoir demonteren.
7.12 Glasplatten
Sie können die Glasplatte unter den Schubfächern zur Reini‐
gung entnehmen.
Sie können die Glasplatte unter den Schubfächern
entnehmen, um VarioSpace zu nutzen.
7.12.1 Glasplatte entnehmen / einsetzen
Sicherstellen, dass folgende Voraussetzungen erfüllt sind:
qGlasplatte unter Schubfach: Schubfach ist entnommen.
(zie 7.8 Laden)
Glasplatte entnehmen
Fig. 59 Beispielhafte Darstellung der Glasplatte
uGlasplatte vorne anheben. Fig. 59 (1)
uGlasplatte nach vorne entnehmen. Fig. 59 (2)
Glasplatte einsetzen
Fig. 60 Beispielhafte Darstellung der Glasplatte
uGlasplatte schräg hinter den Stoppern aufsetzen. (zie
Fig. 60)
uGlasplatte absenken.
uGlasplatte nach hinten einschieben.
7.13 IceMaker*
De IceMaker dient uitsluitend voor het maken van ijsblokjes
in huishoudelijke hoeveelheden.
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
-IceMaker is gereinigd (zie 8 Onderhoud) .
-IceMaker-lade is gereinigd.
-IceMaker-schuiflade is volledig erin geschoven.
7.13.1 IJsblokjes produceren
De productiecapaciteit is afhankelijk van de vriestempera‐
tuur. Hoe lager de temperatuur hoe meer ijsblokjes er in een
bepaalde periode gemaakt kunnen worden.
Nadat de IceMaker voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
kan het 24 uur duren totdat het eerste ijsblokje wordt gepro‐
duceerd.
uFunctie IceMaker inschakelen (zie 6.2 Bedieningslogica) .
uVele ijsblokjes produceren: Functie MaxIce inschakelen
(zie 6.2 Bedieningslogica) .
uVele ijsblokjes produceren: Scheider in de IceMaker-
schuiflade verplaatsen of eruit halen.*
uIjsblokjes gelijkmatig in de schuiflade verdelen om de
vulhoeveelheid te verhogen.
uSchuiflade sluiten: IceMaker begint weer automatisch
met de productie.
Aanwijzing
Wanneer een bepaalde vulhoogte in de IceMaker-schuiflade
is bereikt, worden er geen verdere ijsblokjes geproduceerd.
De IceMaker vult de schuiflade niet tot de rand.
7.13.2 Lade gebruiken als de IceMaker gedeac‐
tiveerd is
Als u de IceMaker deactiveert, kunt u de gehele IceMaker-
lade gebruiken als vrieslade.
uIceMaker deactiveren. (zie 6.3.13.4 IceMaker / MaxIce
deactiveren)
Fig. 61
uLevensmiddelen in de lade leggen.
Wanneer u levensmiddelen in de linker lade plaatst:
uRekening houden met IceMaker Fig. 61 (1).
7.14 VarioSpace
Fig. 62
Uitrusting
24 * afhankelijk van model en uitvoering
U kunt laden en glazen apparaten uit het apparaat nemen.
Zo hebt u plaats voor grote levensmiddelen zoals gevogelte,
vlees, delen van groot wild en hoog gebak. Deze kunnen
daardoor volledig worden ingevroren en verder worden
verwerkt.
uBelastingsgrenzen van de lades en glazen platen in acht
nemen (zie 9.1 Technische gegevens) .
7.15 Accessoires
7.15.1 Botervloot
Botervloot openen / sluiten
Fig. 63
Botervloot uit elkaar halen
De botorvloot kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 64
uBotervloot uit elkaar halen.
7.15.2 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar.
De beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld
worden gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te
geven.
Eierhouder gebruiken
Fig. 65
uBovenkant: Kippeneieren opslaan.
uOnderkant: Kwarteleieren opslaan.
7.15.3 Flessenhouder
Flessenhouder gebruiken
Fig. 66
uFlessenhouder op de flessen schuiven.
wFlessen vallen niet om.
Flessenhouder verwijderen
Fig. 67
uFlessenhouder volledig naar rechts tot de rand schuiven.
uVanaf de achterkant eruit halen.
7.15.4 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de tempera‐
tuur te snel stijgt.
Apparaten met NoFrost:*
De koelaccu's bevinden zich in de schuiflade.*
U kunt de koelaccus in het vriestableau bewaren.*
Apparaten zonder NoFrost:*
De koelaccu's zijn in het plafond van het vriesgedeelte
geklikt.*
Koelaccu gebruiken
Apparaten met NoFrost:*
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 25
Fig. 68 *
Wanneer de koelaccu's zijn bevroren:*
uIn het bovenste, voorste bereik van het vriesgedeelte op
de diepvriesproducten leggen.*
Apparaten zonder NoFrost:*
Fig. 69 *
Bovenste schuiflade is eruit gehaald:*
uBevroren koelaccu's aan de zijkant vastpakken en naar
onder eruit drukken.*
uKoelaccu's in het bovenste, voorste bereik van de vries‐
ruimte op de diepvriesproducten leggen.*
Koelaccu's na gebruik weer in het plafond van het vriesge‐
deelte vastklikken:*
Fig. 70 *
Bovenste schuiflade is eruit gehaald:*
uKoelaccu in het bovendeel van het vriesgedeelte naar
achter schuiven en van voren vastklikken.*
7.15.5 IJsblokjeshouder met deksel
IJsblokjeshouder gebruiken
Fig. 71
Als water is bevroren:
uIJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
uDeksel eraf halen.
ubeide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge‐
stelde richting draaien.
uIJsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 72
uijsblokjeshouder uit elkaar halen.
7.15.6 Flexibele ijsvak-scheider*
Het ijsblokjesvak van de IceMaker beschikt over een flexi‐
bele ijsvak-scheider. Zo kunt u naar behoefte ook grotere
ijsblokjes of extra levensmiddelen bewaren. U kunt de
ijsvak-scheider verschuiven of verwijderen.
Flexibele ijsvak-scheider verschuiven
Fig. 73 Voorbeeldweergave van de ijsvak-scheider
uIJsvak-scheider in de gewenste positie verschuiven.
Flexibele ijsvak-scheider verwijderen
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qIJsblokjesvak is verwijderd. (zie 7.8 Laden)
Uitrusting
26 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 74
uAchterste deel van de ijsvak-scheider optillen. Fig. 74 (1)
uIJsvak-scheider er naar boven toe uitnemen. Fig. 74 (2)
Flexibele ijsvak-scheider plaatsen
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qIJsblokjesvak is verwijderd. (zie 7.8 Laden)
Fig. 75
uVoorste deel van de ijsvak-scheider plaatsen. Fig. 75 (1)
uAchterste deel van de ijsvak-scheider tot de bodem van
de lade laten zakken. Fig. 75 (2)
8 Onderhoud
8.1 FreshAir-actiefkoolfilter
Het FreshAir-actiefkoolfilter bevindt zich in de lade boven de
ventilator.
De waarborgt een optimale luchtkwaliteit.
qActiefkoolfilter iedere 6 maanden vervangen.
Wanneer de herinnering is geactiveerd, vraagt een
bericht op het display u om het filter te vervangen.
qHet actiefkoolfilter kan bij het normale huisafval worden
gegooid.
Aanwijzing
Het FreshAir-actievekoolfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-
Hausgeräte-shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/
zubehor.html.
8.1.1 FreshAir-actiefkoolfilter verwijderen
Fig. 76
uLade vanaf de voorkant eruit trekken Fig. 76 (1).
uActiefkoolfilter verwijderen Fig. 76 (2).
8.1.2 FreshAir-actiefkoolfilter aanbrengen
Fig. 77
uActiefkoolfilter overeenkomstig afbeelding aanbrengen
Fig. 77 (1).
wActiefkoolfilter klikt niet vast.
Als het actiefkoolfilter naar onder wijst:
uLade erin schuiven Fig. 77 (2).
wHet actiefkoolfilter is nu gereed voor gebruik.
8.2 Waterreservoir*
Het InfinitySpring-waterreservoir bevindt zich achter de
onderste schuiflade in het koelgedeelte.
8.2.1 Waterreservoir eruit halen
uWaterkraan sluiten.
uInfinitySpring 30 s lang aftappen en restwater in een glas
opvangen.
uSchuiflade eruit halen.
uHet waterreservoir tot de aanslag naar links draaien en
eruit trekken.
wHet water dat eruit druppelt wordt opgevangen in de
wateropvangbak.
uWater uit de wateropvangbak weggooien.
uWateropvangbak reinigen met een doek of in de vaat‐
wasser.
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 27
8.2.2 Waterreservoir gebruiken
Fig. 78
uSchuiflade eruit halen.
uWaterreservoir aanbrengen en ca. 90° tot de aanslag
naar rechts draaien.
uControleer of het waterreservoir dicht is en er geen water
uit loopt.
uSchuiflade aanbrengen.
uWaterkraan openen.
uWatersysteem ontluchten. (zie 3.3.1 Watersysteem
ontluchten)
In plaats van het waterfilter kan een extra waterreservoir
worden gebruikt.
Aanwijzing
Het waterreservoir is als reserveonderdeel verkrijgbaar.
8.2.3 Wateropvangbak eruit halen / terug‐
plaatsen
Om te reinigen kan de wateropvangbak eruit worden
gehaald.
Fig. 79
uWateropvangbak er naar voren uittrekken.
8.3 Waterfilter*
Het waterfilter bevindt zich achter de onderste schuiflade in
het koelgedeelte.
Deze neemt afzettingen in het water op en vermindert de
chloorsmaak.
qHet waterfilter bij de aangegeven capaciteit uiterlijk
iedere 6 maanden of als zich een duidelijke verlaging van
de doorstroomsnelheid voordoet, vervangen.
qHet waterfilter bevat een actiefkoolfilter en kan bij het
normale huisafval worden gegooid.
Aanwijzing
Het waterfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-
shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
8.3.1 Waterfilter eruit halen
uSchuiflade eruit halen.
uHet waterfilter tot de aanslag naar links draaien en eruit
trekken.
wHet water dat eruit druppelt wordt opgevangen in de
wateropvangbak.
uWateropvangbak reinigen met een doek of in de vaat‐
wasser.
8.3.2 Waterfilter aanbrengen
Fig. 80
uSchuiflade eruit halen.
uWaterfilter aanbrengen en ca. 90° tot de aanslag naar
rechts draaien.
uControleer of het filter dicht is en er geen water uit loopt.
uSchuiflade aanbrengen.
VOORZICHTIG
Nieuwe waterfilters kunnen zwevende stoffen bevatten.
u3 l Water bij de InfinitySpring aftappen en afvoeren.
wWaterfilter is nu gereed voor gebruik.
8.4 Uitschuifsystemen demonteren/
monteren
8.4.1 Opmerkingen over demontage
U kunt enkele uitschuifsystemen voor de reiniging demon‐
teren. Uw apparaat kan verschillende uitschuifsystemen
bevatten.
De volgende uitschuifsystemen kunnen worden gedemon‐
teerd of niet worden gedemonteerd:
Uitschuifsysteem demonteerbaar /
niet demonteerbaar
Lade op apparaat
bodem of glasplaat
niet demonteerbaar
Geheel uitschuifbare
lade*
niet demonteerbaar*
Gedeeltelijk uitschuif
baar koelgedeelte*
niet demonteerbaar*
Gedeeltelijk uitschuif
baar vriesgedeelte
demonteerbaar
(zie 8.4.2.1 Gedeeltelijk uitschuif
baar vriesgedeelte)
Onderhoud
28 * afhankelijk van model en uitvoering
8.4.2 Lade op telescooprails
Gedeeltelijk uitschuifbaar vriesgedeelte
Uitschuifsysteem demonteren
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qLade is verwijderd.
qGlasplaat is verwijderd. (zie 7.12 Glasplatten)
Fig. 81 Glasplaat met rails
uVoorste vergrendelhaak naar boven duwen. Fig. 81 (1)
uUitschuifrail naar de zijkant Fig. 81 (2) en naar achteren
Fig. 81 (3) wegschuiven.
Uitschuifsysteem monteren
Fig. 82 Glasplaat met rails
uRail achter vasthaken. Fig. 82 (1)
uRail voor vasthaken. Fig. 82 (2)
8.5 Apparaat ontdooien
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!*
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
8.5.1 Koelgedeelte ontdooien
Het ontdooien gebeurt automatisch. Het dooiwater wordt
via de afvoeropening afgevoerd en verdampt.
uAfvoeropening regelmatig reinigen (zie 8.6 Apparaat
reinigen) .
8.5.2 Vriesgedeelte met NoFrost ontdooien*
Met NoFrost-systeem gebeurt het ontdooien automatisch.
Het vocht condenseert op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt.
Het apparaat hoeft niet ontdooid te worden.
8.5.3 Vriesgedeelte handmatig ontdooien*
Na langdurig gebruik vormt zich een laagje vorst of ijs.
De volgende factoren versnellen de vorming van rijp- of
ijslagen:
- Apparaat wordt vaak geopend.
- Er worden warme levensmiddelen in het apparaat gelegd.
De dag voor het ontdooien:
uSuperFrost activeren (zie 6.3 Functies) .
wBevroren levensmiddelen krijgen een „koudereserve”.
uApparaat uitschakelen .
uNetstekker eruit trekker of zekering uitschakelen.
uKoelaccu's boven de bevroren levensmiddelen leggen.
uBevroren levensmiddelen in kranten of dekens wikkelen
en op een koele plaats bewaren.
uPan met heet, niet kokend water op
een tableau in het midden zetten.
wZo gaat het ontdooien sneller.
uTijdens het ontdooien de deur van het apparaat open‐
laten.
uLosse stukken ijs verwijderen.
uErop letten dat het dooiwater niet in de meubelombouw
terechtkomt.
uIndien nodig dooiwater meerdere keren met een spons of
doek opnemen.
uApparaat reinigen (zie 8.6 Apparaat reinigen) .
8.6 Apparaat reinigen
8.6.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok!
uTrek de stekker van de koelkast uit het stopcontact of
onderbreek de stroomtoevoer.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
-of-
uCleaningMode activeren. (zie CleaningMode*) *
8.6.2 Binnenruimte reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
uKunststof vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uMetalen vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening: afzettingen verwijderen met een dun
hulpmiddel, bijv. wattenstaafje.
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 29
8.6.3 Uitrusting reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Reinigen met een zachte, schone doek, lauwwarm water en
een beetje spoelmiddel:
- VarioSafe*
- Deksel Fruit & Vegetable-Safe
- Schuiflade
Let op: Magneet van de schuiflade niet verwijderen!
Magneet zorgt voor correcte werking van de IceMaker.*
- Schot in de IceMaker-schuiflade*
- Variabele flessenplank
- Invriesblad*
Reinigen met een vochtige doek:
- Telescooprails
Let op: Het vet in de geleiders dient voor de smering en
mag niet worden verwijderd!
Reinigen in de vaatwasser tot 60 °C:
- Deurafsteller
- VarioBox
- Flessenhouder
- Draagplateaus
- Deelbaar draagplateau
- Vasthouddeel deelbaar draagplateau
- HydroBreeze-waterreservoir en deksel waterreservoir*
- Wateropvangbak*
- Eierhouder
- Botervloot
- IJsblokjeshouder
- IJsblokjesschep*
uUitrusting demonteren: zie betreffende hoofdstuk.
uUitrusting reinigen.
8.6.4 InfinitySpring reinigen*
De uitvoereenheid van de InfinitySpring en de omliggende
omgeving kunnen gereinigd worden, zonder het apparaat
van het stroomnet los te koppelen.
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qNiet gebruik langer dan 5 dagen.
uOnderste drukknop van de dispenser indrukken.
wUitvoereenheid komt naar buiten.
uWateruitlaat en omgeving met een zachte, schone doek,
lauwwarm water en een beetje spoelmiddel reinigen.
uOnderste drukknop loslaten.
u2 l Water bij de InfinitySpring aftappen en afvoeren.*
8.6.5 HydroBreeze reinigen*
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qHydroBreeze is langer dan 48 uur gedeactiveerd.
qNieuwe vulling van de watertank.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qHydroBreeze is uitgeschakeld (zie HydroBreeze*) .
qDe watertank is verwijderd en in de vaatwasser gereinigd.
uUitsparing met een vochtige doek uitvegen.
uWaterreservoir aanbrengen.
uHydroBreeze inschakelen.
8.6.6 IceMaker reinigen*
De IceMaker kan op verschillende manieren worden gerei‐
nigd.
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qNiet gebruik langer dan 5 dagen.*
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qIceMaker-schuiflade is leeggemaakt.
qIceMaker-schuiflade is erin geschoven.
qIceMaker is geactiveerd. (zie 6.2 Bedieningslogica)
Bij de eerste inbedrijfstelling of wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet is gebruikt
IceMaker met functie TubeClean reinigen.
uLege bak van 1,5 l (max. hoogte 10 cm) in de lade onder
de IceMaker plaatsen.
uFunctie TubeClean activeren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
wSpoelen wordt voorbereid (max. 60 min.): Symbool
pulseert.
wWaterleidingen worden gespoeld: Symbool knippert.
wSpoelproces is beëindigd: Functie is automatisch gedeac‐
tiveerd.
uIceMaker-schuiflade eruit halen en bak verwijderen.
uIceMaker-schuiflade met warm water en een beetje
spoelmiddel reinigen.
uDe IceMaker-schuiflade er weer inschuiven.
wDe productie van ijsblokjes start automatisch.
Zonder waterfilter*
uIJsblokjes die 24 uur na de eerste productie van ijsblokjes
zijn gemaakt, afvoeren.*
Met waterfilter:*
uIJsblokjes die 48 uur na de eerste productie van
ijsblokjes zijn gemaakt, afvoeren.*
-of-
u2 l water van de InfinitySpring aftappen en afvoeren.*
Bij een reinigingsbehoefte
IceMaker handmatig reinigen.
uIceMaker-schuiflade eruit halen en met warm water en
een beetje spoelmiddel reinigen.
uDe IceMaker-schuiflade er weer inschuiven.
wDe productie van ijsblokjes start automatisch.
8.6.7 Na het reinigen
uApparaat en uitrustingsdelen droogwrijven.
uApparaat aansluiten en inschakelen.
uSuperFrost inschakelen (zie 6.3 Functies) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
uLevensmiddelen plaatsen.
uReiniging regelmatig herhalen.
9 Klantenhulp
9.1 Technische gegevens
Temperatuurbereik
Koelen 3 °C tot 9 °C
BioFresh  0 °C tot 3 °C
Invriezen  -26 °C tot -15 °C
Klantenhulp
30 * afhankelijk van model en uitvoering
Maximale invrieshoeveelheid/24 h
Vriesgedeelte zie typeplaatje onder „invriescapaci‐
teit …/24 h
Maximaal laadgewicht van de uitrusting
Uitrusting Apparaat
breedte
550 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
600 mm
(zie
montage‐
handlei‐
ding,
apparaa‐
tafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
700 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Lade op glasplaat
(zie 7.8.1 Lade op
apparaatbodem of
glasplaat)
 12 kg  15 kg --
Gedeeltelijk
uitschuifbaar vries‐
gedeelte
(zie 7.8.2 Lade op
telescooprails)
 12 kg  15 kg --
Maximale afmeting bakplaat
Breedte  466 mm
Diepte  386 mm
Hoogte  50 mm
Product van ijsblokjes met IceMaker*
Productie van
ijsblokjes/24 h
Bij temperatuur -18 °C: 1,2 kg
ijsblokjes
Maximale productie
van ijsblokjes/24 h
Als de functie MaxIce actief is: 1,5 kg
ijsblokjes
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een of meerdere lichtbronnen
van energie-efficiëntieklasse F.
LED
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
Voor apparaten met WLAN-verbinding:*
Frequentievermelding*
Frequentieband 2,4 GHz
Maximum uitge‐
straald vermogen
< 100 mW
Beoogd gebruik van
de radioapparatuur
Integratie in het plaatselijke WLAN-
netwerk voor gegevenscommunicatie
9.2 Bedrijfsgeluiden
Het apparaat veroorzaakt tijdens de werking verschillende
loopgeluiden.
-Bij een lage koelcapaciteit werkt het apparaat zuiniger,
maar langer. De geluidssterkte is lager.
-Bij een krachtige koelcapaciteit worden levensmiddelen
sneller gekoeld. De geluidssterkte is hoger.
Voorbeelden:
Geactiveerde functies (zie 6.3 Functies)
Draaiende ventilator
Vers erin gelegde levensmiddelen
Hoge omgevingstemperatuur
Lang geopende deur
Geluiden Mogelijke oorzaak Type geluid
Borrelen en ruisen Koelmiddel
stroomt in het
koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Blazen en sissen Koelmiddel spuit in
het koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Brommen Het apparaat koelt.
De geluidssterkte
is afhankelijk van
de koelcapaciteit.
Normaal
werkingsgeluid
Slurpgeluiden De deur met
sluitdemper wordt
geopend en
gesloten.
Normaal
werkingsgeluid
Zoemen en ruisen De ventilator
draait.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Klikken Componenten
worden in- en
uitgeschakeld.
Normaal schakel
geluid
Ratelen of
zoemen
Ventielen of
klappen zijn actief.
Normaal schakel
geluid
Geluiden Mogelijke
oorzaak
Type geluid Oplossen
Trilling Ongeschikte
inbouw
Foutgeluid Inbouw
controleren.
Apparaat
uitlijnen.
Klapperen Uitrusting,
Voorwerpen
aan de
binnenkant
van het
apparaat
Foutgeluid Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen de
voorwerpen
laten.
9.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 31
9.3.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
uDe netstekker controleren.
De zekering van de netstekker is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
uLevensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
uOntdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
uApparaatstekker controleren.
Temperatuur is
niet voldoende
koud.
De apparaatdeur is niet correct
gesloten.
uApparaat sluiten.
De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uProbleemoplossing: (zie 1.4 Toepassingsgebied van het
apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de gewenste temperatuur zichzelf weer
instelt. Indien dit niet het geval is, contact met de klan‐
tenservice opnemen (zie 9.4 Klantenservice) .
Er werden grote hoeveelheden
verse levensmiddelen zonder
SuperFrost erin gelegd.
uProbleemoplossing: (zie SuperFrost)
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het apparaat werd niet correct in
de nis ingebouwd.
uControleer of het apparaat correct werd ingebouwd en
de deur goed sluit.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
Het apparaat
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
Het deurrubber kan uit de groef
geschoven zijn.
uHet deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
9.3.2 Uitrusting
Probleem Oorzaak Oplossing
De IceMaker kan
niet worden inge‐
schakeld.*
Het apparaat en zodoende de
IceMaker zijn niet aangesloten.
uApparaat sluiten (zie montagehandleiding).
De IceMaker maakt
geen ijsblokjes.*
De IceMaker is niet ingeschakeld. uIceMaker inschakelen.
De schuiflade van de IceMaker is
niet correct gesloten.
uDe schuiflade correct erin schuiven.
De wateraansluiting is niet open. uDe wateraansluiting openen.*
Klantenhulp
32 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
De IceMaker werkt
niet.*
Er is lucht in het watersysteem. uWatersysteem ontluchten (zie montagehandleiding,
wateraansluiting).
De InfinitySpring
werkt niet.*
IJsblokjesbakje draait zich. uNa 1 minuut opnieuw proberen.*
Er is lucht in het watersysteem. uWatersysteem ontluchten (zie montagehandleiding,
wateraansluiting).
De wateraansluiting is niet open. uDe wateraansluiting openen.*
De waterdoor
stroom op Infinity
Spring is ongelijk
matig.*
De perlator is vuil. uPerlator vervangen. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie 9.4 Klantenservice) .
HydroBreeze
bevochtigt het
koelgoed niet.*
De HydroBreeze is niet geactiveerd. uHydroBreeze inschakelen.
Er is niet voldoende water in het
waterreservoir.
uWaterreservoir vullen.
Er zit vuil voor de concentrator. uHydroBreeze reinigen.
Het waterreservoir is niet correct in
de desbetreffende uitsparing vast‐
geklikt.
uWaterreservoir correct vastklikken.
De deksel van de Fruit & Vegetable-
Safe is in de instelling „geringe
luchtvochtigheid”.
uDeksel van de Fruit & Vegetable-Safe op een „hoge
luchtvochtigheid” instellen.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd.
uContact opnemen met de klantenservice (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
9.4 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 9 Klan‐
tenhulp) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te
nemen met de klantenservice.
Het adres staat in de bijgevoegde brochure „Liebherr-
Service”.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 8 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
9.4.1 Contact met de klantenservice opnemen
Zorg ervoor dat u de volgende informatie van het apparaat
ter beschikking heeft:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatgegevens via het display oproepen (zie Info) .
-of-
uApparaatgegevens van het typeplaatje lezen
(zie 9.5 Typeplaatje) .
uApparaatinformatie noteren.
uContact met de klantenservice opnemen: Fout en appa‐
raatinformatie mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uOverige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
9.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de
schuifladen, aan de binnenkant van het apparaat.
Fig. 83
(1) Apparaatbeschrijving (3) Serienr.
(2) Servicenr.
uInformatie van het typeplaatje lezen.
10 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uIceMaker uitschakelen .*
Buiten bedrijf stellen
* afhankelijk van model en uitvoering 33
uApparaat uitschakelen .
uNetstekker eruit halen.
uIndien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit halen
en gelijktijdig van links naar rechts bewegen.
uApparaat reinigen (zie 8.6 Apparaat reinigen) .
uDeur open laten, zodat geen slechte geur kan ontstaan.
11 Afvalverwijdering
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
11.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Afvalverwijdering
34 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 35
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inbouwkoel-vriescombinatie met BioFresh
Datum van uitgave: 20230710 Artikelnr.-index: 7088257-00
Liebherr-Hausgeräte GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Liebherr ICBb 5152 Prime Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor