Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 3
1.3 SmartDevice.................................................................. 4
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 4
1.5 Conformiteit.................................................................. 4
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.7 EPREL-database........................................................... 5
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 5
3 In gebruik nemen................................................... 6
3.1 Apparaat inschakelen.................................................. 6
3.2 Uitrusting aanbrengen................................................ 7
3.3 InfinitySpring in bedrijf stellen*................................ 7
4 Levensmiddelenbeheer......................................... 7
4.1 Levensmiddelen opslaan............................................ 7
4.2 Opslagtijden.................................................................. 8
5 Energie sparen....................................................... 9
6 Bediening............................................................... 9
6.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 9
6.1.1 Status-weergave........................................................ 9
6.1.2 Navigatie...................................................................... 9
6.1.3 Symbolen......................................................................9
6.2 Bedieningslogica.......................................................... 10
6.2.1 Functie activeren / deactiveren.............................10
6.2.2 Functiewaarde selecteren.......................................10
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren..........................10
6.2.4 Instellingswaarde selecteren................................. 10
6.2.5 Klantenmenu oproepen............................................10
6.3 Functies......................................................................... 11
Apparaat uitschakelen..............................................11
WLAN.......................................................................... 11
Temperatuur............................................................... 11
Temperatuureenheid.................................................12
BioFresh B-Value......................................................12
D-Value....................................................................... 12
SuperCool................................................................... 12
6.3.8 Functie activeren / deactiveren............................. 12
HolidayMode.............................................................. 12
SabbathMode............................................................12
EnergySaver............................................................... 13
HydroBreeze*.............................................................13
CleaningMode............................................................14
Helderheid display.................................................... 14
Deuralarm...................................................................14
Invoerblokkering........................................................14
Taal.............................................................................. 14
Info...............................................................................14
herinnering.................................................................14
Resetten..................................................................... 15
6.4 Foutmeldingen.............................................................. 15
6.4.1 Waarschuwingen...................................................... 15
6.4.2 DemoMode................................................................. 15
7 Uitrusting.............................................................. 15
7.1 Deurafsteller................................................................. 15
7.2 Draagplateaus.............................................................. 16
7.3 Deelbaar draagplateau............................................... 17
7.4 VarioSafe....................................................................... 17
7.5 InfinitySpring*.............................................................. 18
7.6 Variabele flessenplank................................................ 18
7.7 Laden.............................................................................. 18
7.8 Deksel Fruit & Vegetable-Safe................................... 19
7.9 Vochtregeling................................................................ 19
7.10 HydroBreeze*................................................................ 20
7.11 Glasplaten..................................................................... 20
7.12 Accessoires................................................................... 21
8 Onderhoud............................................................. 22
8.1 FreshAir-actiefkoolfilter.............................................. 22
8.2 Waterreservoir*............................................................ 22
8.3 Waterfilter*................................................................... 23
8.4 Uitschuifsystemen demonteren/monteren............. 23
8.5 Apparaat ontdooien..................................................... 24
8.6 Apparaat reinigen......................................................... 24
9 Klantenhulp........................................................... 25
9.1 Technische gegevens.................................................. 25
9.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 25
9.3 Technische storing....................................................... 25
9.4 Klantenservice.............................................................. 27
9.5 Typeplaatje.................................................................... 27
10 Buiten bedrijf stellen............................................ 27
11 Afvalverwijdering.................................................. 27
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 27
11.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 28
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Uitleg
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Videos
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
RB (sd) (bs) (st) (c) (d) 52.. (i)
SRB (sd) (st) (bs) (d) 52.. (i)
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij op-
of aanmerkingen contact op met de handelaar of de klan‐
tenservice (zie 9.4 Klantenservice) .
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide
-„Installation Guide
-Servicebrochure
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeldweergave
Temperatuurbereik
(A) Koelgedeelte (C) Koudste zone
(B) BioFresh
Uitrusting
(1) Bedieningselementen (12) Variabele flessenplank
(2) Ventilator met Fres‐
hAir-actievekoolfilters
(13) Afvoeropening
(3) Deelbaar draagplateau (14) Typeplaatje
(4) Draagplateaus (15) Flessenrek
(5) VarioSafe (16) Flessenhouder
(6) Deksel Fruit & Vege‐
table-Safe
(17) Conservenrek
(7) Fruit & Vegetable-Safe (18) VarioBox
(8) Meat & Dairy-Safe (19) Eierrekje
(9) Fisch & Seafood-Safe* (20) Botervloot
(10) InfinitySpring* (21) Draaggrepen boven
(achterzijde) en onder
(voorzijde)
(11) HydroBreeze* (22) Stelvoeten voorzijde,
transportwielen achter
zijde
Aanwijzing
uDraagplateaus, laden of manden zijn in de leveringstoe‐
stand geplaatst voor een optimale energie-efficiëntie.
Veranderingen in de opstelling binnen de gegeven
inschuifmogelijkheden van bijv. draagplateaus in het
koelgedeelte, hebben echter geen effect op het energie‐
verbruik.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
1.3 SmartDevice
SmartDevice is de netwerkoplossing voor uw koelapparaat.
Als uw apparaat compatibel is met SmartDevice is of hier
voor is voorbereid, kunt u uw apparaat snel en eenvoudig
in uw WLAN integreren. Met de SmartDevice-app kunt u
uw apparaat vanaf een mobiel eindapparaat bedienen. In
de SmartDevice-app zijn aanvullende functies en instelmo‐
gelijkheden beschikbaar.
SmartDevice-
compatibel appa‐
raat:*
Uw apparaat is met de SmartDevi‐
ceBox uitgerust. Om uw apparaat met
WLAN te kunnen verbinden, moet u de
SmartDevice-app downloaden.*
Op een voor
SmartDevice voor
bereid apparaat:*
Uw apparaat is op gebruik met de
SmartDeviceBox voorbereid. U moet
eerst de SmartDeviceBox kopen en
deze dan installeren. Om uw apparaat
met WLAN te kunnen verbinden, moet
u de SmartDevice-app downloaden.*
Meer informatie
over SmartDevice:
smartdevice.liebherr.com
SmartDeviceBox
in de Liebherr-
Hausgeräte-shop
kopen:*
home.liebherr.com/shop/de/deu/
smartdevicebox.html*
SmartDevice-app
downloaden:
Na installatie en configuratie van de
SmartDevice-app kunt u uw apparaat
met de SmartDevice-app en de appa‐
raatfunctie WLAN (zie WLAN) in uw
WLAN integreren.
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet geschikt voor het
invriezen van levensmiddelen.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.5 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften
en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:*
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.*
Voor GB-
markt:*
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.*
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
Het BioFresh-vak voldoet aan de eisen van een koelvak
volgens DIN EN 62552:2020.
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
Het apparaat in vogelvlucht
4 * afhankelijk van model en uitvoering
1.7 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
-De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die door een verkeerde aansluiting
aan de watervoorziening is ontstaan.*
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 In gebruik nemen
3.1 Apparaat inschakelen
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qHet apparaat is overeenkomstig de montagehandleiding
geplaatst en aangesloten.
qAlle bevestigingsstrips, plak- en beschermfolie en de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij‐
derd.
qAlle reclame-inserts zijn uit de laden verwijderd.
Fig. 2
uApparaat via het display inschakelen.
Fig. 3
uTaal selecteren.
wStatusweergave verschijnt.
Apparaat start in DemoMode:
Als het apparaat in DemoMode start, kunt u de DemoMode
binnen de volgende 5 minuten deactiveren.
Fig. 4
uDemoMode 3 seconden lang indrukken.
wDemoMode is gedeactiveerd.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
uLevensmiddelen plaatsen: ca. 6 uur wachten tot de inge‐
stelde temperatuur is bereikt.
3.2 Uitrusting aanbrengen
Aanwijzing
Toebehoren zijn verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-shop
op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
uBijgevoegde uitrusting aanbrengen om het apparaat opti‐
maal te gebruiken.
uWaterreservoir aanbrengen (zie 8.2.2 Waterreservoir
gebruiken) .*
uWaterfilter aanbrengen (zie 8.3.2 Waterfilter
aanbrengen) .*
uWateropvangbak plaatsen (zie 8.2.3 Wateropvangbak
eruit halen / terugplaatsen) .*
3.3 InfinitySpring in bedrijf stellen*
Als uw apparaat een InfinitySpring heeft, moet u voor het
eerste gebruik het watersysteem voor de InfinitySpring
ontluchten en de InfinitySpring reinigen.
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qWateraansluiting is gemaakt. Zie Installation Guide of
montagehandleiding.
qWatertank is aangebracht. Zie Installation Guide of
montagehandleiding.
qWaterfilter is geplaatst. Zie Installation Guide of monta‐
gehandleiding.*
qHet apparaat is volledig aangesloten.
3.3.1 Watersysteem ontluchten
uApparaatdeur openen.
uDrinkglas tegen het onderste deel van de InfinitySpring-
dispenser drukken.
wBovenste deel beweegt eruit en lucht stroomt eruit of
water stroomt in het glas.
uProces voortzetten tot het water als een gelijkmatige
straal in het glas stroomt.
wHet watersysteem is ontlucht.
3.3.2 InfinitySpring reinigen
(zie 8.6.5 InfinitySpring reinigen*)
4 Levensmiddelenbeheer
4.1 Levensmiddelen opslaan
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uGeen elektrische apparaten in het levensmiddelenge‐
deelte van het apparaat gebruiken, wanneer deze daar
voor niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uHoud de luchtopening altijd vrij.
Bij de opslag van levensmiddelen ervoor zorgen dat:
qVentilatieopeningen aan de achterkant vrij zijn.
qVentilatieopeningen op de ventilator vrij zijn.
qLevensmiddelen goed zijn verpakt.
qLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zitten in gesloten reservoirs of zijn
afgedekt.
qRauw vlees of vis bevindt zich in schonen, afgesloten
bakjes, zodat deze geen contact met andere levensmid‐
delen kunnen maken of op ander voedsel kunnen druipen.
qVloeistoffen bevinden zich in gesloten bakjes.
qLevensmiddelen zijn op afstand opgeslagen, zodat de
lucht goed kan circuleren.
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan tot bederf van
levensmiddelen leiden.
4.1.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn er verschillende
temperatuurzones.
Levensmiddelen ordenen:
uIn het bovenste bereik en in de deur: Boter en kas,
conserven en tubes.
uIn de koudste zone Fig. 1 (C): Licht bederfelijke levensmid‐
delen zoals klaargemaakte maaltijden.
4.1.2 BioFresh
De BioFresh zorgt ervoor dat sommige verse levensmiddelen
langer bewaard kunnen worden dan bij traditioneel koelen.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
Aanwijzing
Als de temperatuur onder 0 °C daalt, kunnen levensmid‐
delen bevriezen.
uGroenten die gevoelig zijn voor kou, zoals komkommer,
aubergine, courgette en zuidvruchten, moeten in het
koelgedeelte worden bewaard.
Fruit & Vegetable-Safe
Hier kunt u een heerlijk vers klimaat instellen, wanneer de
deksel dicht is. Een vochtig klimaat is geschikt voor de
opslag van niet-ingepakte levensmiddelen met een hoog
eigen vochtgehalte (bijv. salade, groente en fruit).
De luchtvochtigheid in de lade is afhankelijk van het in de
lade geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie van het
openen en sluiten van de lade. U kunt de luchtvochtigheid
regelen.
Levensmiddelen ordenen:
uNiet-ingepakt fruit en groente plaatsen.
uTe hoge vochtigheid: Luchtvochtigheid regelen
(zie 7.9 Vochtregeling) .
Meat & Dairy-Safe
Hier wordt een relatief droog klimaat ingesteld. Een droog
klimaat is geschikt voor droge of ingepakte levensmiddelen
(bijv. zuivelproducten, vlees, vis, worst).*
Hier wordt een relatief droog klimaat ingesteld. Een droog
klimaat is geschikt voor droge of ingepakte levensmiddelen
(bijv. zuivelproducten, vlees, worst).*
Levensmiddelen ordenen:
uDroge of ingepakte levensmiddelen plaatsen.
Fish & Seafood-Safe *
Hier wordt een relatief droog opslagklimaat ingesteld. Dit
klimaat is geschikt voor droge of verpakte levensmiddelen
(bijv. zuivelproducten, vlees, vis, zeevruchten, worst).
Het vak bevat een Fish & Seafood-schaal die verschoven of
eruit gehaald kan worden.
Levensmiddelenbeheer
* afhankelijk van model en uitvoering 7
De temperatuur kan via de weergave in het bedienings‐
paneel worden ingesteld. Een indeling in verschillende
temperatuurzones is alleen mogelijk als de schaal is
geplaatst. (zie Temperatuur)
De volgende temperatuurcombinaties zijn mogelijk:
Fig. 5
Levensmiddelen ordenen:
Fig. 6
uFish & Seafood-schaal plaatsen. In de afgebeelde positie
werkt de koelfunctie optimaal (zie Fig. 6) .
uZone -2 °C: Verse zeevruchten of vis plaatsen.
uZone 0 °C: Zuivelproducten of verpakt vlees erin leggen.
Aanwijzing
Het beste energieverbruik bereikt u bij de temperatuurcom‐
binatie 0 °C / 0 °C.
Bij de temperatuurcombinatie -2 °C / 0 °C en -2 °C /
-2 °C wordt het energieverbruik iets hoger.
4.2 Opslagtijden
De aangegeven opslagtijden zijn richtwaarden.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
4.2.1 Koelgedeelte
De minimale houdbaarheidsdatum op de verpakking is van
toepassing.
4.2.2 BioFresh
Richtwaarden voor de opslagduur in Meat & Dairy-Safe*
Richtwaarden voor de opslagduur bij gedeactiveerde
HumidityPlus*
boter bij 1 °C tot 90 dagen
harde kaas bij 1 °C tot 110 dagen
melk bij 1 °C tot 12 dagen
worst, beleg bij 1 °C tot 8 dagen
gevogelte bij 1 °C tot 6 dagen
varkensvlees bij 1 °C tot 6 dagen
rundvlees bij 1 °C tot 6 dagen
wild bij 1 °C tot 6 dagen
Aanwijzing
uLet op: eiwitrijkere levensmiddelen bederven sneller.
d.w.z. schaaldieren bederven sneller dan vis en vis sneller
dan vlees.
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe*
Richtwaarden voor de opslagduur bij geactiveerde Humi‐
dityPlus*
groenten, salade
artisjokken bij 1 °C tot 14 dagen
selderij bij 1 °C tot 28 dagen
bloemkool bij 1 °C tot 21 dagen
Broccoli bij 1 °C tot 13 dagen
chicorée bij 1 °C tot 27 dagen
veldsla bij 1 °C tot 19 dagen
erwten bij 1 °C tot 14 dagen
boerenkool bij 1 °C tot 14 dagen
wortels bij 1 °C tot 80 dagen
knoflook bij 1 °C tot 160 dagen
koolrabi bij 1 °C tot 14 dagen
kropsla bij 1 °C tot 13 dagen
kruiden bij 1 °C tot 13 dagen
prei bij 1 °C tot 29 dagen
champignons bij 1 °C tot 7 dagen
radijsjes bij 1 °C tot 10 dagen
spruitjes bij 1 °C tot 20 dagen
asperge bij 1 °C tot 18 dagen
spinazie bij 1 °C tot 13 dagen
savooiekool bij 1 °C tot 20 dagen
Fruit
abrikozen bij 1 °C tot 13 dagen
appels bij 1 °C tot 80 dagen
peren bij 1 °C tot 55 dagen
braambessen bij 1 °C tot 3 dagen
dadels bij 1 °C tot 180 dagen
aardbeien bij 1 °C tot 7 dagen
vijgen bij 1 °C tot 7 dagen
blauwe bosbessen bij 1 °C tot 9 dagen
frambozen bij 1 °C tot 3 dagen
rode bessen bij 1 °C tot 7 dagen
kersen, zoet bij 1 °C tot 14 dagen
kiwi bij 1 °C tot 80 dagen
perziken bij 1 °C tot 13 dagen
pruimen bij 1 °C tot 20 dagen
vossenbessen bij 1 °C tot 60 dagen
rabarber bij 1 °C tot 13 dagen
kruisbessen bij 1 °C tot 13 dagen
druiven bij 1 °C tot 29 dagen
Levensmiddelenbeheer
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Richtwaarden voor de opslagduur in Fish & Seafood-
Safe*
zeevruchten
kreeften bij -2 °C tot 4 dagen
mosselen bij -2 °C tot 6 dagen
sushi bij -2 °C tot 4 dagen
vis bij -2 °C tot 4 dagen
5 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.4 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
-Bij langere vakantieperioden de HolidayMode gebruiken
(zie HolidayMode) gebruiken.
6 Bediening
6.1 Bedienings- en weergave-elementen
Met het display kan in een oogopslag de temperatuurinstel‐
ling en de staat van de functies en instellingen worden
waargenomen. U kiest functies of stelt functies in door een
waarde te activeren/deactiveren of te selecteren.
6.1.1 Status-weergave
Fig. 7
(1) Temperatuurweergave
van het koelgedeelte*
(2) Temperatuurindicatie
BioFresh
(Fish & SeaFood-Safe)*
Fig. 8
(1) Temperatuurweergave
van het koelgedeelte*
(2) Temperatuurindicatie
BioFresh*
De Status-weergave toont de ingestelde temperaturen en
is de beginweergave. Van hieruit vindt de navigatie naar de
functies en instellingen plaats.
6.1.2 Navigatie
U krijgt toegang tot de afzonderlijke functies via de menu‐
navigatie. Na bevestiging van een functie of instelling klinkt
een signaaltoon. Als na 10 seconden geen selectie wordt
uitgevoerd, wisselt de weergave naar de Status-weergave.
Navigatie Beschrijving
of
Kort tikken
Functie activeren/deactiveren.
Keuze bevestigen.
Submenu openen.
of
Lang tikken 3 seconden
Functie activeren/deactiveren. Oplo‐
pende/afnemende balk verschijnt op
het display.
Keuze bevestigen.
Apparaat/waarden resetten.
Apparaat in-/uitschakelen.
Vegen
In het menu navigeren.
Naar waarden zoeken.
Kort tikken op Terug
Weergave gaat een niveau terug.
Geen actie
gedurende 10
seconden
Weergave wisselt naar de Status-indi‐
catie.
6.1.3 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Symbool Toestand van het apparaat
Stand-by
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Knipperend cijfer
Apparaat werkt. Temperatuur knip‐
pert tot de ingestelde waarde is
bereikt.
Knipperend symbool
Apparaat werkt. Instelling wordt
uitgevoerd.
Energie sparen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
6.2 Bedieningslogica
6.2.1 Functie activeren / deactiveren
De volgende functies kunnen geactiveerd / gedeactiveerd
worden:
Symbool Functie
SuperCoolx
HolidayMode
EnergySaver
*HydroBreeze*
*HumidityPlus*
x Als functie actief is, werkt het apparaat met een hoger
vermogen. Hierdoor kunnen werkgeluiden van het apparaat
tijdelijk luider en het energieverbruik hoger zijn.
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat de functie
wordt weergegeven.
uGeselecteerde functie door kort aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wFunctie is geactiveerd / gedeactiveerd.
6.2.2 Functiewaarde selecteren
Bij de volgende functies kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Functie
De temperatuur instellen
Apparaat in-/uitschakelen
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat de functie
wordt weergegeven.
uGeselecteerde functie door kort aantikken bevestigen.
uDoor vegen in de weergave de instellingswaarde selec‐
teren.
uGeselecteerde waarde door kort aantikkelen bevestigen.
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren
De volgende instellingen kunnen geactiveerd / gedeacti‐
veerd worden:
Symbool Instelling
WiFi1
Invoerblokkering2
SabbathMode2
Cleaning Mode2
Herinneringen1
Symbool Instelling
Resetten2
Uitschakelen 2
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat instel‐
lingen wordt weergegeven.
uInstellingen door aantikken te bevestigen.
uVegen totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
1 Instelling activeren (shortpress)
uDoor aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wInstelling is geactiveerd/gedeactiveerd.
2 Instelling activeren (longpress)
uKeuze voor het bevestigen 3 seconden lang indrukken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wDisplay wordt gewijzigd.
6.2.4 Instellingswaarde selecteren
Bij de volgende instellingen kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Instellingen
Helderheid
Deuralarm
Temp.eenheid
Taal
uOp het display zo vaak naar links vegen totdat instel‐
lingen wordt weergegeven.
uInstellingen door aantikken te bevestigen.
uVegen totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
uDoor aantikken bevestigen.
uDoor vegen in de weergave de gewenste instellings‐
waarde selecteren.
uDoor aantikken bevestigen.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het submenu weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
6.2.5 Klantenmenu oproepen
De volgende instellingen kunnen in het klantenmenu worden
opgeroepen:
Symbool Functie
BioFresh B-Value 1
D-Value 1
Software
Bediening
10 * afhankelijk van model en uitvoering
uOp het display naar links vegen tot Instellingen
verschijnt.
uOp instellingen tikken.
wHet submenu verschijnt.
uOp het display naar links vegen tot de informatie over het
apparaat verschijnt.
u3 seconden ingedrukt houden.
wHet invoermenu voor een cijfercode verschijnt.
uCijfercode 151 invoeren.
wHet klantmenu verschijnt.
uOp het display naar links vegen tot de gewenste instel‐
ling verschijnt.
1 waarde kiezen
uOm te bevestigen kort aantikken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het display weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
2 Instelling activeren
uVoor het bevestigen het display 3 seconden lang
indrukken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt op het display weergegeven.
wSymbool knippert zolang het apparaat werkt.
6.3 Functies
Apparaat uitschakelen
Deze instelling maakt het mogelijk om het complete appa‐
raat uit te schakelen.
Complete apparaat uitschakelen
Fig. 9
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
wGedeactiveerd: Display wordt zwart.
WLAN
Via deze functie verbindt u uw apparaat met WLAN. U kunt
het dan via de SmartDevice-app op een mobiel eindapparaat
bedienen. Met deze functie kunt u de WLAN-verbinding ook
weer verbreken of resetten. Om uw apparaat met WLAN
te verbinden, hebt u de SmartDeviceBox nodig. Meer infor
matie over de SmartDeviceBox en het gebruik van de Smart
Device-app: (zie 1.3 SmartDevice)
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
WLAN-verbinding maken
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qSmartDeviceBox is gekocht en aangebracht.
(zie 1.3 SmartDevice) *
qSmartDevice-app is geïnstalleerd (zie
apps.home.liebherr.com).
qRegistratie in de SmartDevice-app is afgesloten.
Fig. 10
uInstelling activeren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
wVerbinding wordt gemaakt: Connecting wordt weerge‐
geven. Het pictogram knippert.
wVerbinding is gemaakt: Wifi verschijnt, de weergave
wordt blauw.
wVerbinding is mislukt: WiFi Error wordt weergegeven.
WLAN-verbinding verbreken
uInstelling deactiveren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
Fig. 11
w
Verbinding is verbroken: pictogram is continu zicht‐
baar.
WLAN-verbinding resetten
uInstellingen resetten. (zie 6.2 Bedieningslogica)
Fig. 12
wVerbinding en andere instellingen worden ook op de
toestand van levering gereset.
Temperatuur
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-de frequentie van het openen van de deur
-de duur van het openen van de deur
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 11
-de kamertemperatuur van de plaats van opstelling
-het type, temperatuur en hoeveelheid van het levens‐
middel
Temperatuurzone Aanbevolen instelling
Koelgedeelte 5 °C
BioFresh (zie BioFresh B-Value)
Temperatuur instellen in het koelgedeelte
Fig. 13
uStappen uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
Temperatuur in de BioFresh instellen
De temperatuur stelt u in via de BioFresh B-Value in het
klantmenu. (zie BioFresh B-Value)
Temperatuureenheid
Met deze instelling kan tussen de temperatuureenheden
Celsius - Fahrenheit worden gewisseld.
Instelling selecteren
uWaarde instellen (zie 6.2 Bedieningslogica) .
BioFresh B-Value
De temperatuur in de BioFresh is bij levering ingesteld op
B5. De statusindicatie op het display toont de bijhorende
temperatuurinstelling in de BioFresh aan.
U kunt deze waarde iets wijzigen, als dit door hogere of
lagere omgevingstemperatuur nodig is. Bij de instelling van
de waarde in acht nemen:
Waarde Beschrijving
B1 laagste temperatuur
B1-B4 De temperatuur kan onder 0 °C vallen zodat de
levensmiddelen kunnen bevriezen.
B5 vooraf ingestelde temperatuur
B9 hoogste temperatuur
BioFresh B-Value
Instelling kiezen
uWaarde in het klantenmenu instellen (zie 6.2 Bedienings‐
logica) .
D-Value
De D-Value is voor uw apparaat vooringesteld en mag niet
worden gewijzigd.
SuperCool
Met deze functie schakelt u naar het hoogste afkoelver
mogen. Daardoor kunt u lagere koeltemperaturen bereiken.
De functie heeft betrekking op het koelgedeelte Fig. 1 (A)
Toepassing:
-Grotere hoeveelheden levensmiddelen snel afkoelen.
Functie activeren / deactiveren
uProducten in het koelgedeelte leggen: Functie bij het
plaatsen van de producten activeren.
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
-of-
uActiveren/deactiveren via de SmartDevice-app.*
De functie wordt automatisch gedeactiveerd. Daarna draait
het apparaat in de normale modus verder. De temperatuur
stelt zich op de ingestelde waarde in.
Deze functie biedt een verzameling van speciale functies en
instellingen die tijdens een feest handig zijn.
De volgende functies worden geactiveerd:
-SuperCool
-InfinitySpring*
Alle functies kunnen flexibel en individueel worden inge‐
steld. Wijzigingen worden verworpen wanneer de functie
wordt gedeactiveerd.
6.3.8 Functie activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
wGeactiveerd: Alle functies zijn gelijktijdig geactiveerd.
wGedeactiveerd: Vooraf ingestelde temperaturen zijn
hersteld.
Na 24 uur wordt de functie automatisch gedeactiveerd.
HolidayMode
Deze functie zorgt voor een minimaal energieverbruik
tijdens langdurige afwezigheid. De temperatuur van het
koeldeel wordt op 15 °C ingesteld en bij het bereiken op
het statusbeeldscherm weergegeven.
Toepassing:
-Energie sparen tijdens een langere afwezigheid.
-Voorkomen van slechte geuren en schimmelvorming
tijdens een langere afwezigheid.
Functie activeren / deactiveren
uKoelgedeelte volledig leegmaken.
uActiveren / deactiveren. (zie 6.2 Bedieningslogica)
wGeactiveerd: Koeltemperatuur wordt verhoogd.
wGedeactiveerd: eerder ingestelde temperatuur wordt
hersteld.
SabbathMode
Met deze functie activeert of deactiveert u de
SabbathMode. Als u deze functie activeert, worden sommige
elektronische functies uitgeschakeld. Hierdoor voldoet het
Bediening
12 * afhankelijk van model en uitvoering
apparaat aan de religieuze eisen op Joodse feestdagen
zoals sabbat en aan de Star-K Kosher Certification.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De statusweergave toont continu SabbathMode.
Alle functies op het display behalve de functie
SabbathMode deactiveren zijn geblokkeerd.
Actieve functies blijven actief.
Het display blijft verlicht, als de deur wordt gesloten.
De binnenverlichting is gedeactiveerd.
Herinneringen worden niet uitgevoerd. Het ingestelde
tijdsinterval wordt gestopt.
Herinneringen en waarschuwingen worden niet weerge‐
geven.
Er is geen deuralarm.
Er is geen temperatuuralarm.
De InfinitySpring is buiten bedrijf.*
De ontdooicyclus werkt alleen tot de ingestelde tijd,
zonder rekening te houden met het gebruik van de koel
kast.
Na een stroomuitval keert het apparaat terug naar de
SabbathMode.
Apparaatstatus
Aanwijzing
Dit apparaat is gecertificeerd door het „Institute for Science
and Halacha. (www.machonhalacha.co.il)
Een lijst met STAR-K-gecertificeerde apparaten vindt u op
www.star-k.org/appliances.
SabbathMode activeren
WAARSCHUWING
Vergiftigingsgevaar door verdorven levensmiddelen!
Als u de SabbathMode geactiveerd hebt en de stroom
uitvalt, verschijnt er geen melding in de statusweergave
over de stroomuitval. Als de stroomuitval voorbij is, werkt
het apparaat verder in SabbathMode. Stroomuitval kan ertoe
leiden dat levensmiddelen bederven. De consumptie ervan
kan voedselvergiftiging veroorzaken.
Na een stroomuitval:
uLevensmiddelen die bevroren waren en ontdooid zijn niet
meer consumeren.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Bedieningslogica)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 14
uStappen (zie Fig. 14) uitvoeren.
wSabbathMode is geactiveerd.
wStatusweergave toont continu SabbathMode.
SabbathMode deactiveren
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Bedieningslogica)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 15
uStappen (zie Fig. 15) uitvoeren.
wSabbathMode is gedeactiveerd.
EnergySaver
Deze functie activeert of deactiveert de energiebesparings‐
modus. Als u deze functie activeert, daalt het energiever
bruik en stijgt de temperatuur in het apparaat met 2 °C. De
levensmiddelen blijven vers, maar de houdbaarheid wordt
korter.
Temperatuurzone Aanbevolen
instelling
Temperatuur bij
actieve EnergySaver
Koelgedeelte
5 °C 7 °C
Temperaturen
EnergySaver activeren
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 16
uStappen (zie Fig. 16) uitvoeren.
wEnergiebesparingsmodus is geactiveerd.
EnergySaver deactiveren
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 17
uStappen (zie Fig. 17) uitvoeren.
wDe energiebesparingsmodus is gedeactiveerd.
HydroBreeze*
HydroBreeze genereert bij een gesloten deur iedere 90
minuten 4 seconden lang een fijne nevel in de schuiflade.
De functie wordt eveneens tijdens de opening van de deur
geactiveerd. De functie is bij de levering van het apparaat
niet geactiveerd.
Toepassing:
-Voor de opslag van onverpakte sla, groenten en fruit met
een hoog vochtgehalte.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
1: Functieduur bij openen deur 4 s
2: Functieduur bij openen deur 6 s
3: Functieduur bij openen deur 8 s
Uit: HydroBreeze is gedeactiveerd.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Functie activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
-of-
uActiveren / deactiveren via Liebherr SmartDevice-App.*
CleaningMode
Deze instelling maakt een comfortabele reiniging van het
apparaat mogelijk.
Deze instelling heeft betrekking op het koelgedeelte
Fig. 1 (A).
Toepassing:
-Koelgedeelte handmatig reinigen.
-InfinitySpring reinigen.*
Gedrag van het apparaat wanneer de instelling is geacti‐
veerd:
-Het display toont continu CleaningMode.
-Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
-De binnenverlichting is actief.
-De herinneringen en waarschuwingen worden niet weer
gegeven. Er klinkt geen geluidssignaal.
-De InfinitySpring is uitgeschakeld.*
Instelling activeren / deactiveren
uInstelling activeren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslo‐
gica) .
wGeactiveerd: Het koelgedeelte is uitgeschakeld. Licht
blijft aan.
wGedeactiveerd: de vooraf ingestelde temperatuur is weer
hersteld.
Na 60 minuten wordt de instelling automatisch gedeacti‐
veerd. Daarna blijft het apparaat in normaal bedrijf werken.
Helderheid display
Deze instelling maakt de trapsgewijze instelling van de
helderheid van het display mogelijk.
De volgende helderheidsniveaus kunnen worden ingesteld:
-40%
-60%
-80%
-100%
Instelling kiezen
uWaarde instellen (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Deuralarm
Deze instelling maakt het instellen van de tijd tot het deur
alarm (zie Deur sluiten) klinkt mogelijk.
De volgende waarden kunnen ingesteld worden:
-1 min.
-2 min.
-3 min.
-Uit
Instelling kiezen
uWaarde instellen (zie 6.4 Foutmeldingen) .
Invoerblokkering
Deze instelling voorkomt de abusievelijk bediening van het
apparaat, bijv. door kinderen.
Toepassing:
-Onbedoelde wijzigingen van instellingen en functies
voorkomen.
-Onbedoeld uitschakelen van het apparaat voorkomen.
-Onbedoelde temperatuurinstelling voorkomen.
Instelling activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren. (zie 6.2 Bedie‐
ningslogica)
Taal
Met deze instelling kan de taal van de weergave worden
ingesteld.
De volgende talen kunnen worden geselecteerd:
-Duits
-Engels
-Frans
-Spaans
-Italiaans
-Nederlands
-Tsjechisch
-Pools
-Portugees
-Russisch
-Chinees
Instelling activeren / deactiveren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Info
Deze instelling maakt het aflezen van apparaatinformatie en
de toegang tot het klantenmenu mogelijk.
De volgende gegevens kunnen afgelezen worden:
-Modelnaam
-Index
-Serienummer
-Servicenummer
Apparaatgegevens oproepen
uOp het display vegen totdat instellingen wordt weer
gegeven.
uWeergave bevestigen.
uOp het display vegen tot de informatie wordt weerge‐
geven.
uApparaatgegevens aflezen.
herinnering
Herinneringen worden akoestisch door een geluidssignaal
en optisch door een symbool op het display weergegeven.
Het geluidssignaal versterkt zich en wordt luider, totdat de
melding wordt beëindigd.
Bediening
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Waterfilter vervangen*
Deze melding wordt weergegeven als het waterfilter
vervangen moet worden.
uWaterfilter iedere zes maanden vervangen.
uMelding bevestigen.
wOnderhoudsinterval begint opnieuw.
wHet waterfilter garandeert een optimale waterkwaliteit.
FreshAir-actiefkoolfilter vervangen
Deze melding wordt weergegeven als het luchtfilter
vervangen moet worden.
uIedere zes maanden het luchtfilter vervangen.
uMelding bevestigen.
wOnderhoudsinterval begint opnieuw.
wHet luchtfilter garandeert een optimale luchtkwaliteit in
het koelapparaat.
Instelling activeren
uActiveren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
Resetten
Met deze functie kunnen alle instellingen op de fabrieksin‐
stellingen worden teruggezet. Alle instellingen die u tot nu
toe heeft uitgevoerd worden teruggezet op hun oorspronke‐
lijke instelling.
Instelling activeren
uActiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
6.4 Foutmeldingen
Foutmeldingen worden op het display weergegeven. Er zijn
twee categorieën van foutmeldingen:
Categorie Betekenis
Melding Herinnert aan algemene procedures. U kunt
deze procedures uitvoeren en zo de melding
opheffen.
Waarschu‐
wing
Verschijnt bij functiestoringen. Naast de
weergave op het display klinkt een signaal.
De signaaltoon wordt luider tot de weergave
door aantikken wordt bevestigd. Eenvoudige
storingen kunt u zelf verhelpen. Voor ernstige
storingen moet u contact met de klantenser
vice opnemen.
6.4.1 Waarschuwingen
Deur sluiten
De melding wordt weergegeven als de deur te lang open‐
staat.
De tijd totdat de melding wordt weergegeven kan worden
ingesteld .
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
-of-
uDeur sluiten.
Storing
Deze melding wordt weergegeven als er een storing van het
apparaat optreedt. In een onderdeel van het apparaat is een
storing opgetreden.
uDeur openen.
uFoutcode noteren.
uMelding bevestigen.
wSignaaltoon dempt.
wStatusweergave verschijnt.
uDeur sluiten.
uContact met de klantenservice opnemen. (zie 9.4 Klan‐
tenservice)
6.4.2 DemoMode
Wanneer op het display „D wordt weergegeven, is de
previewmodus actief. Deze functie is voor dealers ontwik
keld, omdat alle koudetechnische functies gedeactiveerd
zijn.
DemoMode deactiveren
Wanneer een tijd op het display afloopt:
uWeergave binnen de aflopende tijd bevestigen.
wDemoMode is gedeactiveerd.
Wanneer geen tijd afloopt:
uNetstekker uit het stopcontact halen.
uNetstekker weer aansluiten.
wDemoMode is gedeactiveerd.
7 Uitrusting
7.1 Deurafsteller
7.1.1 Deurafsteller verplaatsen / verwijderen
Fig. 18
uAfsteller naar boven schuiven.
uNaar voren trekken.
uIn omgekeerde volgorde weer aanbrengen.
Fig. 19
U kunt gebruikmaken van een of van beide VarioBoxen. Als
zeer hoge flessen geplaatst moeten worden, moet u slechts
één bakje boven het flessenrek aanbrengen.
Afsteller met VarioBoxen verplaatsen:
Fig. 20
uVanaf de bovenkant eruit halen.
uOp een willekeurige positie weer aanbrengen.
VarioBoxen omzetten:
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Fig. 21
Wanneer deurafsteller is verwijderd:
uBakjes eruit halen.
Fig. 22
uOpbergvak op tafel leggen.
Fig. 23
uMiddelste vasthouddeel lostrekken Fig. 23 (1).
uMiddelste vasthouddeel in tweede positie inzetten
Fig. 23 (2).
Fig. 24
uBakjes vervangen.
7.1.2 Deurafsteller demonteren
De deurafstellers kunnen voor het reinigen worden gede‐
monteerd.
Fig. 25
Fig. 26
uDeurafsteller demonteren.
7.2 Draagplateaus
7.2.1 Draagplateaus verplaatsen / verwijderen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 27
uDraagplateau omhoog tillen en naar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
uDraagplateau verplaatsen: Tot willekeurige hoogte
optillen of neerlaten en er inschuiven.
-of-
Fig. 28
uDraagplateau volledig uitnemen: Naar voren uittrekken.
uGemakkelijk verwijderbaar: Draagplateaus schuin zetten.
uDraagplateau weer inzetten: Er helemaal inschuiven.
wUittrekaanslagen zijn naar onder gericht.
Uitrusting
16 * afhankelijk van model en uitvoering
wUittrekaanslagen bevinden zich achter het voorste draag‐
plateau.
7.3 Deelbaar draagplateau
7.3.1 Deelbaar draagplateau gebruiken
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 29
uDeelbare draagplateaus overeenkomstig de afbeelding
eronder schuiven.
Fig. 30
In de hoogte verstellen:
uGlasplaten afzonderlijk vanaf de voorkant eruit trekken
Fig. 30 (1).
uSteunrails uit de vergrendeling trekken en op de
gewenste hoogte vastklikken.
uGlasplaten afzonderlijk achtereenvolgens erin schuiven.
wVlakke uittrekaanslagen aan de voorkant, direct achter de
steunrail.
wHoge uittrekaanslagen achter.
Beide oppervlakken gebruiken:
uMet een hand de onderste glasplaat vasthouden en naar
voren trekken.
wGlasplaat Fig. 30 (1) met sierlijst ligt voor.
wStops Fig. 30 (3) zijn naar onder gericht.
7.4 VarioSafe
De VarioSafe biedt plaats voor kleine levensmiddelen,
verpakkingen, tubes en glazen.
7.4.1 VarioSafe gebruiken
De schuiflade kan eruit gehaald worden en op twee
verschillende hoogten erin geschoven worden. Daardoor
kunnen ook hogere kleine delen in de schuiflade worden
bewaard.
Fig. 31
uHaal de schuiflade eruit.
uOp een willekeurige hoogte Fig. 31 (1) of Fig. 31 (2) erin
schuiven.
7.4.2 VarioSafe verplaatsen
De VarioSafe kan als geheel in de hoogte worden verplaatst.
Fig. 32
uNaar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
uTot een willekeurige hoogte heffen of laten zakken.
uNaar achter erin schuiven.
7.4.3 VarioSafe volledig eruit halen
De VarioSafe kan compleet eruit worden gehaald.
uNaar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
Fig. 33
uSchuin plaatsen en naar voren trekken.
7.4.4 VarioSafe uit elkaar halen
De VarioSafe kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 34
uVarioSafe uit elkaar halen.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 17
7.5 InfinitySpring*
De geïntegreerde waterdispenser is geschikt voor een
comfortabele drinkwateropname. De watertemperatuur is
afhankelijk van de temperatuur in het koelgedeelte.
Fig. 35
uDrinkglas tegen de onderste drukknop van de dispenser
drukken.
wUitvoereenheid komt naar buiten: Water stroomt in het
glas.
uWaterspetters voorkomen: Drinkglas langzaam verwij‐
deren.
Veel water aftappen:
uWanneer geen water meer stroomt, waterreservoir
verwijderen en opnieuw tegen de onderste drukknop van
de dispenser drukken.
7.6 Variabele flessenplank
7.6.1 Flessenplank gebruiken
In het koelgedeelte van de bodem kan naar keuze de varia‐
bele flessenplank of de glasplaat worden gebruikt.
Fig. 36
uDe glasplaat eruit halen en afzonderlijk bewaren.
uFlessen met de bodem naar de achterkant gericht erin
leggen.
Aanwijzing
Als de flessen voorbij de flessenplank aan de voorkant eruit
steken:
uOnderste deurafsteller een positie hoger zetten.
7.6.2 Flessenplank eruit halen
De flessenplank kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
uGasplaat boven de flessenplank eruit halen.
Fig. 37
uDe flessenplank aan de voorkant optillen en eruit trekken.
Aanwijzing
Liebherr adviseert:*
Op de eronder liggende deksel van het vak geen producten
neerzetten.*
7.6.3 Flessenplank aanbrengen
Fig. 38
uFlessenplank tot de aanslag erin schuiven en naar onder
drukken.
wStekkers aan de achterkant van de flessenplank zijn
automatisch verbonden.
wLED brandt.
7.7 Laden
U kunt de laden voor reiniging verwijderen.
De wijze van verwijderen en aanbrengen van de laden
is afhankelijk van het uitschuifsysteem. Uw apparaat kan
verschillende uitschuifsystemen bevatten.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uLaat de ventilatieopeningen aan de binnenkant van de
achterwand altijd vrij!
7.7.1 Lade op glijrails*
Lade verwijderen
Fig. 39
uLade overeenkomstig de afbeelding verwijderen.
Uitrusting
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Lade plaatsen
Fig. 40
uLade overeenkomstig de afbeelding plaatsen.
7.7.2 Lade op telescooprails
De lade loopt op uitschuifbare rails (telescooprails). Er
zijn volledig uitschuifbare telescooprails en gedeeltelijk
uitschuifbare telescooprails. Volledig uitschuifbare laden
kunnen helemaal uit het apparaat getrokken worden.
Gedeeltelijk uitschuifbare laden kunnen niet helemaal uit
het apparaat worden getrokken. Welk systeem in uw appa‐
raat zit, hangt af van het type apparaat.
Volledig uitschuifbaar*
U kunt de volledige uitschuifbaarheid herkennen aan een
klem die zich links en rechts achteraan de rail bevindt.
Lade verwijderen
Fig. 41
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLinker klem optillen en gelijktijdig lade links naar voren
trekken. Fig. 41 (1)
uRechter klem optillen en gelijktijdig lade rechts naar
voren trekken. Fig. 41 (2)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 41 (3)
uRails erin schuiven.
Lade plaatsen
Fig. 42
uRails erin schuiven.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
wLade klikt aan de achterkant hoorbaar vast.
7.8 Deksel Fruit & Vegetable-Safe
De deksel van het vak kan voor het reinigen worden verwij‐
derd.
7.8.1 Deksel van het vak verwijderen*
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qFlessenplank is verwijderd (zie 7.6 Variabele flessen‐
plank) .
Fig. 43
Wanneer de schuifladen zijn verwijderd:
uDeksel tot de opening in de vasthouddelen naar voren
trekken Fig. 43 (1).
uAan de achterkant vanaf de onderkant omhoog tillen en
vanaf de bovenkant verwijderen Fig. 43 (2).
7.8.2 De deksel van het vak aanbrengen
Fig. 44
Als de tekst THIS SIDE UP boven is:
uDekselranden via de opening van de achterste houder
Fig. 44 (1) aanbrengen en van voren in de houder
Fig. 44 (2) klikken.
uDeksel in de gewenste positie brengen (zie 7.9 Vochtrege‐
ling) .
7.9 Vochtregeling
U kunt het vochtgehalte in de schuiflade via de afstelling
van de deksel van het vak zelf instellen.
De deksel van het vak bevindt zich direct op de schuiflade
en kan door draagplateaus of extra schuifladen afgedekt
zijn.
Fig. 45
Geringe luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
uDe deksel van het vak naar voren trekken.
wBij een gesloten schuiflade: Spleet tussen de deksel en
het vak.
uHydroBreeze uitschakelen.*
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verlaagd.
Hoge luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 19
uDeksel van het vak naar achter schuiven.
wBij een gesloten schuiflade: Deksel sluit het vak niet af.
uHydroBreeze inschakelen.*
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verhoogd.
Als er te veel vocht in het vak zit:
uInstelling „te lage luchtvochtigheid kiezen.
-of-
uVocht met een doek verwijderen.
Aanwijzing
Met de instelling „lage luchtvochtigheid kan de Fruit &
Vegetable-Safe ook als Meat & Dairy-Safe worden gebruikt.
u„Lage luchtvochtigheid instellen.
7.10 HydroBreeze*
De HydroBreeze beneveld het koelgoed en zorgt voor vocht
in het vak.
De HydroBreeze en het bijbehorende waterreservoir
bevinden zich in de variabele flessenplank.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
-Waterreservoir is gereinigd (zie 8.6.4 Uitrusting reinigen) .
-Waterreservoir is correct vastgeklikt.
-De vochtigheid is ingesteld op „hoge luchtvochtigheid
(zie 7.9 Vochtregeling) .
-HydroBreeze is ingeschakeld (zie HydroBreeze*) .
7.10.1 Waterreservoir vullen
WAARSCHUWING
Verontreinigd water!
Vergiftigingen.
uUitsluitend met drinkwater vullen.
uHydroBreeze is uitgeschakeld: Waterreservoir leegmaken.
uHydroBreeze wordt langer niet gebruikt: Waterreservoir
leegmaken.
LET OP
Suikerhoudende vloeistoffen!
Beschadiging van de HydroBreeze.
uUitsluitend met drinkwater vullen.
Aanwijzing
Door het gebruik van water dat gefilterd en gedecarboni‐
seerd is, wordt drinkwater in uitstekende kwaliteit voor de
storingsvrije functie van de HydroBreeze gerealiseerd.
Deze waterkwaliteit kan met een in de handel verkrijgbaar
drinkwaterfilter worden bereikt.
uWaterreservoir met drinkwater vullen dat gefilterd en
gedecarboniseerd is.
Het waterreservoir is in de variabele flessenplank inge‐
bouwd (zie 1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht) .
Fig. 46
uOp de achterste, linkerhoek van de voorste glasplaat
drukken.
wGlasplaat klapt aan de voorkant omhoog.
uGlasplaat heffen en tot de aanslag naar achter klappen
Fig. 46 (1).
wGlasplaat staat rechtop.
uSchuif Fig. 46 (2) naar links schuiven.
wWaterreservoir springt uit de uitsparing.
uWaterreservoir eruit halen Fig. 46 (3).
uWatertank reinigen (zie 8.6.4 Uitrusting reinigen) .
Hoekige opening:
uDrinkwater tot de markering vullen.
uWaterreservoir, met de onderkant eerst, in de uitsparing
plaatsen.
uVoorste deel langzaam laten zakken en het reservoir erin
drukken.
wWaterreservoir is vastgeklikt.
7.10.2 Waterreservoir demonteren
Het waterreservoir kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 47
uWaterreservoir demonteren.
7.11 Glasplaten
U kunt de glasplaat onder de lades eruit nemen om ze te
reinigen.
7.11.1 Glasplaat verwijderen / plaatsen
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qGlasplaat onder lade: Lade is verwijderd. (zie 7.7 Laden)
Glasplaat verwijderen
Fig. 48 Voorbeeldweergave van glasplaat
uGlasplaat aan de voorkant optillen. Fig. 48 (1)
uGlasplaat naar voren toe verwijderen. Fig. 48 (2)
Uitrusting
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Glasplaat plaatsen
Fig. 49 Voorbeeldweergave van glasplaat
uGlasplaat schuin achter de stoppers op containerrib
plaatsen. (zie Fig. 49)
uGlasplaat neerlaten.
uGlasplaat er naar achteren inschuiven.
7.12 Accessoires
7.12.1 Botervloot
Botervloot openen / sluiten
Fig. 50
Botervloot uit elkaar halen
De botorvloot kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 51
uBotervloot uit elkaar halen.
7.12.2 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar.
De beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld
worden gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te
geven.
Eierhouder gebruiken
Fig. 52
uBovenkant: Kippeneieren opslaan.
uOnderkant: Kwarteleieren opslaan.
7.12.3 Flessenhouder
Flessenhouder gebruiken
Fig. 53
uFlessenhouder op de flessen schuiven.
wFlessen vallen niet om.
Flessenhouder verwijderen
Fig. 54
uFlessenhouder volledig naar rechts tot de rand schuiven.
uVanaf de achterkant eruit halen.
7.12.4 FlexSystem*
FlexSystem gebruiken
Het FlexSystem ondersteunt de overzichtelijke, flexibele
opslag en sortering van levensmiddelen. Het systeem biedt
een duidelijke onderverdeling in bijvoorbeeld fruit, groente
of houdbaarheid.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 21
Fig. 55
uBinnenbakje verplaatsen.
FlexSystem verwijderen
Fig. 56
uFlexSystem aan de achterkant omhoog tillen.
uVanaf de bovenkant eruit halen.
FlexSystem aanbrengen
Fig. 57
uFlexSystem aan de voorkant het eerste aanbrengen.
uAchterste deel omlaag laten zakken.
FlexSystem uit elkaar halen
Het FlexSystem kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
Fig. 58
uFlexSystem uit elkaar halen.
8 Onderhoud
8.1 FreshAir-actiefkoolfilter
Het FreshAir-actiefkoolfilter bevindt zich in de lade boven de
ventilator.
De waarborgt een optimale luchtkwaliteit.
qActiefkoolfilter iedere 6 maanden vervangen.
Wanneer de herinnering is geactiveerd, vraagt een
bericht op het display u om het filter te vervangen.
qHet actiefkoolfilter kan bij het normale huisafval worden
gegooid.
Aanwijzing
Het FreshAir-actievekoolfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-
Hausgeräte-shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/
zubehor.html.
8.1.1 FreshAir-actiefkoolfilter verwijderen
Fig. 59
uLade vanaf de voorkant eruit trekken Fig. 59 (1).
uActiefkoolfilter verwijderen Fig. 59 (2).
8.1.2 FreshAir-actiefkoolfilter aanbrengen
Fig. 60
uActiefkoolfilter overeenkomstig afbeelding aanbrengen
Fig. 60 (1).
wActiefkoolfilter klikt niet vast.
Als het actiefkoolfilter naar onder wijst:
uLade erin schuiven Fig. 60 (2).
wHet actiefkoolfilter is nu gereed voor gebruik.
8.2 Waterreservoir*
Het InfinitySpring-waterreservoir bevindt zich achter de
onderste schuiflade.
8.2.1 Waterreservoir eruit halen
uWaterkraan sluiten.
uInfinitySpring 30 s lang aftappen en restwater in een glas
opvangen.
Onderhoud
22 * afhankelijk van model en uitvoering
uSchuiflade eruit halen.
uHet waterreservoir tot de aanslag naar links draaien en
eruit trekken.
wHet water dat eruit druppelt wordt opgevangen in de
wateropvangbak.
uWater uit de wateropvangbak weggooien.
uWateropvangbak reinigen met een doek of in de vaat‐
wasser.
8.2.2 Waterreservoir gebruiken
Fig. 61
uSchuiflade eruit halen.
uWaterreservoir aanbrengen en ca. 90° tot de aanslag
naar rechts draaien.
uControleer of het waterreservoir dicht is en er geen water
uit loopt.
uSchuiflade aanbrengen.
uWaterkraan openen.
uWatersysteem ontluchten. (zie 3.3.1 Watersysteem
ontluchten)
In plaats van het waterfilter kan een extra waterreservoir
worden gebruikt.
Aanwijzing
Het waterreservoir is als reserveonderdeel verkrijgbaar.
8.2.3 Wateropvangbak eruit halen / terug‐
plaatsen
Om te reinigen kan de wateropvangbak eruit worden
gehaald.
Fig. 62
uWateropvangbak er naar voren uittrekken.
8.3 Waterfilter*
Het waterfilter bevindt zich achter de onderste schuiflade.
Deze neemt afzettingen in het water op en vermindert de
chloorsmaak.
qHet waterfilter bij de aangegeven capaciteit uiterlijk
iedere 6 maanden of als zich een duidelijke verlaging van
de doorstroomsnelheid voordoet, vervangen.
qHet waterfilter bevat een actiefkoolfilter en kan bij het
normale huisafval worden gegooid.
Aanwijzing
Het waterfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-
shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
8.3.1 Waterfilter eruit halen
uSchuiflade eruit halen.
uHet waterfilter tot de aanslag naar links draaien en eruit
trekken.
wHet water dat eruit druppelt wordt opgevangen in de
wateropvangbak.
uWateropvangbak reinigen met een doek of in de vaat‐
wasser.
8.3.2 Waterfilter aanbrengen
Fig. 63
uSchuiflade eruit halen.
uWaterfilter aanbrengen en ca. 90° tot de aanslag naar
rechts draaien.
uControleer of het filter dicht is en er geen water uit loopt.
uSchuiflade aanbrengen.
VOORZICHTIG
Nieuwe waterfilters kunnen zwevende stoffen bevatten.
u3 l Water bij de InfinitySpring aftappen en afvoeren.
wWaterfilter is nu gereed voor gebruik.
8.4 Uitschuifsystemen demonteren/
monteren
8.4.1 Opmerkingen over demontage
U kunt enkele uitschuifsystemen voor de reiniging demon‐
teren. Uw apparaat kan verschillende uitschuifsystemen
bevatten.
De volgende uitschuifsystemen kunnen worden gedemon‐
teerd of niet worden gedemonteerd:
Uitschuifsysteem demonteerbaar /
niet demonteerbaar
Lade op glijrails* niet demonteerbaar*
Geheel uitschuifbare lade* niet demonteerbaar*
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 23
8.5 Apparaat ontdooien
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Het ontdooien gebeurt automatisch. Het dooiwater wordt
via de afvoeropening afgevoerd en verdampt.
uAfvoeropening regelmatig reinigen (zie 8.6 Apparaat
reinigen) .
8.6 Apparaat reinigen
8.6.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok!
uTrek de stekker van de koelkast uit het stopcontact of
onderbreek de stroomtoevoer.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
-of-
uCleaningMode activeren. (zie CleaningMode)
8.6.2 Behuizing reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
uBehuizing met een zachte, schone doek schoonvegen.
Bij sterke vervuiling lauwwarm water met neutraal reini‐
gingsmiddel gebruiken. Glazen oppervlakken kunnen ook
met een glasreinigingsmiddel worden gereinigd.
8.6.3 Binnenruimte reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
uKunststof vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uMetalen vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening: afzettingen verwijderen met een dun
hulpmiddel, bijv. wattenstaafje.
8.6.4 Uitrusting reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Reinigen met een zachte, schone doek, lauwwarm water en
een beetje spoelmiddel:
- VarioSafe
- Deksel Fruit & Vegetable-Safe*
- Schuiflade
- Variabele flessenplank
- FlexSystem*
Reinigen met een vochtige doek:
- Telescooprails
Let op: Het vet in de geleiders dient voor de smering en
mag niet worden verwijderd!
Reinigen in de vaatwasser tot 60 °C:
- Deurafsteller
- VarioBox
- Flessenhouder
- Draagplateaus
- Deelbaar draagplateau
- Vasthouddeel deelbaar draagplateau
- HydroBreeze-waterreservoir en deksel waterreservoir*
- Wateropvangbak*
- Eierhouder
- Botervloot
uUitrusting demonteren: zie betreffende hoofdstuk.
uUitrusting reinigen.
8.6.5 InfinitySpring reinigen*
De uitvoereenheid van de InfinitySpring en de omliggende
omgeving kunnen gereinigd worden, zonder het apparaat
van het stroomnet los te koppelen.
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qNiet gebruik langer dan 5 dagen.
uOnderste drukknop van de dispenser indrukken.
wUitvoereenheid komt naar buiten.
uWateruitlaat en omgeving met een zachte, schone doek,
lauwwarm water en een beetje spoelmiddel reinigen.
Onderhoud
24 * afhankelijk van model en uitvoering
uOnderste drukknop loslaten.
u2 l Water bij de InfinitySpring aftappen en afvoeren.*
8.6.6 HydroBreeze reinigen*
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qHydroBreeze is langer dan 48 uur gedeactiveerd.
qNieuwe vulling van de watertank.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qHydroBreeze is uitgeschakeld (zie HydroBreeze*) .
qDe watertank is verwijderd en in de vaatwasser gereinigd.
uUitsparing met een vochtige doek uitvegen.
uWaterreservoir aanbrengen.
uHydroBreeze inschakelen.
8.6.7 Na het reinigen
uApparaat en uitrustingsdelen droogwrijven.
uApparaat aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
uLevensmiddelen plaatsen.
uReiniging regelmatig herhalen.
9 Klantenhulp
9.1 Technische gegevens
Temperatuurbereik
Koelen 3 °C tot 9 °C
BioFresh  0 °C tot 3 °C
BioFresh Professi‐
onal*
(Fish & SeaFood)*
 -2 °C tot 0 °C*
Mogelijke instellingen (zie 4.1.2.3 Fish
& Seafood-Safe *) :*
 0 °C | 0 °C*
 -2 °C | 0 °C*
 -2 °C | -2 °C*
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een of meerdere lichtbronnen
van energie-efficiëntieklasse G.
LED
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
Voor apparaten met WLAN-verbinding:*
Frequentievermelding*
Frequentieband 2,4 GHz
Maximum uitge‐
straald vermogen
< 100 mW
Beoogd gebruik van
de radioapparatuur
Integratie in het plaatselijke WLAN-
netwerk voor gegevenscommunicatie
9.2 Bedrijfsgeluiden
Het apparaat veroorzaakt tijdens de werking verschillende
loopgeluiden.
-Bij een lage koelcapaciteit werkt het apparaat zuiniger,
maar langer. De geluidssterkte is lager.
-Bij een krachtige koelcapaciteit worden levensmiddelen
sneller gekoeld. De geluidssterkte is hoger.
Voorbeelden:
Geactiveerde functies (zie 6.3 Functies)
Draaiende ventilator
Vers erin gelegde levensmiddelen
Hoge omgevingstemperatuur
Lang geopende deur
Geluiden Mogelijke oorzaak Type geluid
Borrelen en ruisen Koelmiddel
stroomt in het
koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Blazen en sissen Koelmiddel spuit in
het koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Brommen Het apparaat koelt.
De geluidssterkte
is afhankelijk van
de koelcapaciteit.
Normaal
werkingsgeluid
Slurpgeluiden De deur met
sluitdemper wordt
geopend en
gesloten.
Normaal
werkingsgeluid
Zoemen en ruisen De ventilator
draait.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Klikken Componenten
worden in- en
uitgeschakeld.
Normaal schakel
geluid
Ratelen of
zoemen
Ventielen of
klappen zijn actief.
Normaal schakel
geluid
Geluiden Mogelijke
oorzaak
Type geluid Oplossen
Trilling Ongeschikte
opbouw
Foutgeluid Apparaat met
stelvoeten
horizontaal
uitlijnen.
Klapperen Uitrusting,
Voorwerpen
aan de
binnenkant
van het
apparaat
Foutgeluid Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen de
voorwerpen
laten.
9.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 25
9.3.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
uDe netstekker controleren.
De zekering van de netstekker is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
uLevensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
uOntdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
uApparaatstekker controleren.
Temperatuur is
niet voldoende
koud.
De apparaatdeur is niet correct
gesloten.
uApparaat sluiten.
De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uProbleemoplossing: (zie 1.4 Toepassingsgebied van het
apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de gewenste temperatuur zichzelf weer
instelt. Indien dit niet het geval is, contact met de klan‐
tenservice opnemen (zie 9.4 Klantenservice) .
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
Het apparaat
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
Het deurrubber kan uit de groef
geschoven zijn.
uHet deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelcircuit
wordt ter voorkoming van condens‐
water gebruikt.
uDit is normaal.
9.3.2 Uitrusting
Probleem Oorzaak Oplossing
De InfinitySpring
werkt niet.*
Er is lucht in het watersysteem. uWatersysteem ontluchten (zie montagehandleiding,
wateraansluiting).
De wateraansluiting is niet open. uDe wateraansluiting openen.*
De waterdoor
stroom op Infinity
Spring is ongelijk
matig.*
De perlator is vuil. uPerlator vervangen. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie 9.4 Klantenservice) .
De HydroBreeze is niet geactiveerd. uHydroBreeze inschakelen.
Klantenhulp
26 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
HydroBreeze
bevochtigt het
koelgoed niet.*
Er is niet voldoende water in het
waterreservoir.
uWaterreservoir vullen.
Er zit vuil voor de concentrator. uHydroBreeze reinigen.
Het waterreservoir is niet correct in
de desbetreffende uitsparing vast‐
geklikt.
uWaterreservoir correct vastklikken.
De deksel van de Fruit & Vegetable-
Safe is in de instelling „geringe
luchtvochtigheid.
uDeksel van de Fruit & Vegetable-Safe op een „hoge
luchtvochtigheid instellen.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd.
uContact opnemen met de klantenservice (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
9.4 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 9 Klan‐
tenhulp) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te
nemen met de klantenservice.
Het adres staat in de bijgevoegde brochure „Liebherr-
Service.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 8 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
9.4.1 Contact met de klantenservice opnemen
Zorg ervoor dat u de volgende informatie van het apparaat
ter beschikking heeft:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatgegevens via het display oproepen (zie Info) .
-of-
uApparaatgegevens van het typeplaatje lezen
(zie 9.5 Typeplaatje) .
uApparaatinformatie noteren.
uContact met de klantenservice opnemen: Fout en appa‐
raatinformatie mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uOverige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
9.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de
schuifladen, aan de binnenkant van het apparaat.
Fig. 64
(1) Apparaatbeschrijving (3) Serienr.
(2) Servicenr.
uInformatie van het typeplaatje lezen.
10 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen .
uNetstekker eruit halen.
uIndien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit halen
en gelijktijdig van links naar rechts bewegen.
uApparaat reinigen (zie 8.6 Apparaat reinigen) .
uDeur open laten, zodat geen slechte geur kan ontstaan.
11 Afvalverwijdering
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
Buiten bedrijf stellen
* afhankelijk van model en uitvoering 27
11.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Afvalverwijdering
28 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 29
home.liebherr.com/fridge-manuals
Koelkast met BioFresh
Datum van uitgave: 20230529 Artikelnr.-index: 7080482-00
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
Bezirk Plovdiv
4202 Radinovo
Bulgarien
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30