NL11
Lezen van de bereidingstabel
De tabel geeft aan welke functie het best gebruikt kan worden voor een bepaald gerecht, dat op één of meerdere steunhoogtes tegelijk kan worden bereid. De
bereidingsduren gelden vanaf het moment dat het gerecht in de oven wordt gezet, zonder de voorverwarmingstijd (indien nodig). De temperaturen en de
bereidingstijden zijn indicatief en hangen af van de hoeveelheid voedsel en het type schaal. Gebruik eerst de laagste aanbevolen waarden. Als de bereiding niet naar
wens is, kunt u hogere waarden gebruiken. Geadviseerd wordt om de bijgeleverde accessoires te gebruiken en indien mogelijk taartvormen of ovenschalen van donker
metaal. U kunt ook vuurvaste of aardewerk pannen en schalen gebruiken; de bereidingstijden zijn dan iets langer. Volg voor de beste resultaten zorgvuldig de
aanwijzingen in de bereidingstabel met betrekking tot de bijgeleverde schalen en de verschillende steunhoogtes.
Gebak
- Om te controleren of de taart gaar is steekt u een satéprikker in het dikste gedeelte van de taart. Als de prikker er droog uitkomt, is de taart klaar.
- Als u taartvormen met antiaanbaklaag gebruikt, vet dan niet de randen in, omdat de taart dan mogelijk niet goed rijst aan de zijkanten.
- Als het gebak “inzakt” tijdens het bakken, gebruik dan de volgende keer een lagere temperatuur, verminder bijvoorbeeld de hoeveelheid vocht of meng het
beslag voorzichtiger.
Vlees
- U kunt elke soort ovenschaal of vuurvaste schaal gebruiken die geschikt is voor de afmetingen van het vlees. Schenk bij gebraden vlees bij voorkeur wat bouillon
in de schaal, waardoor het vlees tijdens de bereiding vochtig wordt gehouden en meer smaak krijgt. Laat het gebraden vlees na afloop van de bereiding 10-15
min. in de oven rusten, of dek het af met aluminiumfolie.
- Als u stukken vlees wilt grillen, kies dan stukken met een gelijke dikte, zodat het vlees gelijkmatig gaar wordt. Zeer dikke stukken vlees hebben een langere
bereidingsduur. Zet het rooster op een lagere steunhoogte om te voorkomen dat de korst verbrandt. Draai het vlees om na tweederde van de bereidingsduur.
Geadviseerd wordt om een opvangbak met een halve liter water direct onder het rooster te plaatsen waarop u het vlees heeft gelegd, om het bakvet op te vangen. Vul
indien nodig bij met water tijdens het grillen.
Pizza
Vet de pizzavorm licht in voor een knapperige bodem. Verdeel na tweederde van de bereidingsduur de mozzarella over de pizza.
Tabel Functie Kookplaat
Functie Beschrijving functie
GEMATIGD
VERWARMEN
(afhankelijk van het
model)
Deze functie is geschikt voor het laten rijzen van deeg, om koude boter zacht te laten worden, babyzuigflessen of pap warm te
houden, om yoghurt te maken, chocolade te smelten, etc.
Is alleen beschikbaar als het restwarmtelampje brandt. Controleer eerst of het restwarmtelampje van de betreffende kookzone
brandt. Draai vervolgens de knop op
. De functie wordt uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
WARMHOUDEN
Zorgt voor een constante temperatuur van 60° tot het einde van de bereidingstijd. Om de functie in te schakelen draait u de
knop op
.
SNELKOKEN
Deze functie zorgt ervoor dat water snel aan de kook wordt gebracht; de functie blijft een vaste tijd ingeschakeld. Als de tijd om
is, schakelt de kookzone automatisch terug naar de maximale stroomstand. De snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden
nadat u al op de betreffende kookzone met koken bent begonnen.
Let op: het is belangrijk dat er een pan op de geselecteerde kookzone staat voordat u deze kookzone inschakelt, om schade aan
de glaskeramische plaat te voorkomen. De gespecificeerde prestatiewaarden voor deze functie worden gegarandeerd voor alle
glaskeramische kookplaten.
Om deze functie in te schakelen zet u de pan eerst op de geselecteerde kookzone en draait u de knop vervolgens op . De
functie wordt uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
DUBBELE ZONE
(afhankelijk van het
model)
Is beschikbaar voor de kookzones linksvoor en linksachter. Breidt het verwarmde gebied van de kookplaat uit, zodat u grote,
ovale of rechthoekige pannen kunt gebruiken. Om deze functie in te schakelen. draait u de knop
en wacht u tot het
restwarmtelampje van de betreffende kookzone gaat knipperen. Kies de gewenste stand door de knop naar links te draaien. Het
restwarmtelampje blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is ingeschakeld. Om de functie uit te schakelen draait u de
knop op stand "0".
GEBRUIKSADVIEZEN EN -SUGGESTIES