7
ALGEMEEN
Dit apparaat is alleen ontworpen voor
thuisgebruik
Gebruik de magnetronfunctie van het apparaat
nooit zonder voedsel in de oven te plaatsen. Hierdoor
kan het apparaat beschadigd raken.
Plaats een glas water in de oven als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolfenergie en
de oven raakt niet beschadigd.
Gebruik de ovenruimte niet als opbergruimte.
Verwijder sluitstrips met metaaldraad van
papieren of plastic zakken voordat u de zak in de oven
plaatst.
FRITUREN
Gebruik uw magnetron niet om te frituren, daar
u de temperatuur van de olie niet kunt regelen.
Gebruik ovenlappen of ovenwanten om
brandwonden te voorkomen wanneer u in
aanraking komt met reservoirs, onderdelen van de
oven en de pan/ovenschotel na de bereiding.
VLOEISTOFFEN
B.V. dranken of water in uw magnetronoven; de
vloeistof kan boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat dit blijkt uit borrelen.
Als gevolg hiervan kan de hete vloeistof plotseling
overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als volgt te
werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of flessen
met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder in de
oven te zetten en laat het lepeltje erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even staan,
roer opnieuw en haal de houder voorzichtig uit
de oven.
VOORZICHTIG
Raadpleeg altijd een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel bereidt of opwarmt.
Voedsel met alcohol. Wees extra voorzichtig als
u voedsel met alcohol bereidt of opwarmt. Als u
alcohol (bijv. rum, cognac, wijn enz.) toevoegt, mag
u niet vergeten dat alcohol makkelijk verdampt bij
hoge temperaturen. Daarom moet u eraan denken
dat de vrijgekomen dampen kunnen ontbranden als
ze in contact komen met het elektrische
verwarmingselement. Indien mogelijk is het beter
dat u geen alcohol gebruikt in deze oven.
Na opwarmen van babyvoedsel f vloeistof in een
babyflesje of in een bokaal met babyvoedsel, moet u
altijd roeren en de temperatuur controleren voor u het
voedsel aan de baby geeft. Zo zorgt u ervoor dat de
warmte gelijkmatig wordt verdeeld zodat er geen kans
is op brandwonden.
Zorg ervoor dat de dop en en het speen
verwijderd zijn voor u dit opwarmt!
TEMPERATUUR BEREIDING
De temperatuursonde
moet normaal zodanig in het
voedsel worden gestopt dat
de punt van de sonde zich in het dikte
gedeelte van het voedsel bevindt,
aangezien dit deel er het langst over
doet om op te warmen.
De punt van de
sonde mag niet tegen
een bot aan liggen, als
dat in het voedsel
aanwezig is. Zorg er ook
voor dat de sonde niet in
een vet gedeelte van het
voedsel terecht komt, aangezien zo'n gebied sneller
warm wordt waardoor de uiteindelijke
temperatuur verkeerd uit kan komen. Indien
mogelijk moet de sonde zo worden geplaatst dat
de punt de wanden of de onderkant van de
kookpot niet raakt.
De temperatuur die is ingesteld moet hoger zijn
dan de huidige temperatuur van het voedsel.
Het is niet mogelijk om de sonde te gebruiken
om snoepjes, jam of confituur te maken, of
gerechten die lange tijd moeten sudderen of
koken. Dat komt omdat de hoogste temperatuur
die ingesteld kan worden, 90°C is.
Dompel de sonde nooit onder in water tijdens
het reinigen. Veeg ze gewoon schoon met een
schone, vochtige doek of een vel keukenpapier na
gebruik.
De oven mag niet worden gebruikt met de
temperatuursonde in de ovenruimte als deze niet
aangesloten is op de oven.
Als u het bovenstaande negeert en de oven toch
gebruikt, raakt de sensor beschadigd.
Gebruik alleen de bijgeleverde voedselsonde of
de sonde die wordt aanbevolen door de
servicedienst. Andere merken op de markt leveren
geen goede resultaten op en kunnen uw oven
beschadigen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen