NEC MultiSync P242W de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding
Desktopmonitor
MultiSync P232W
MultiSync P242W
Gebruikershandleiding
Zoek de modelnaam op het label aan de achterkant van de monitor.
Index
Waarschuwing, let op ...................................................................................................................Nederlands-1
Registratiegegevens .....................................................................................................................Nederlands-2
Aanbevolen gebruik ......................................................................................................................Nederlands-3
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud .................................................................................Nederlands-3
Ergonomie ............................................................................................................................Nederlands-4
Het lcd-scherm schoonmaken ..............................................................................................Nederlands-4
De behuizing schoonmaken .................................................................................................Nederlands-4
Producteigenschappen .................................................................................................................Nederlands-5
Inhoudsopgave .............................................................................................................................Nederlands-5
Snel aan de slag ...........................................................................................................................Nederlands-6
Besturingselementen ....................................................................................................................Nederlands-11
De functie PICTURE MODE (Beeldmodus) gebruiken ................................................................Nederlands-17
Geavanceerd OSD .......................................................................................................................Nederlands-18
Specifi caties - P232W ..................................................................................................................Nederlands-27
Specifi caties - P242W ..................................................................................................................Nederlands-28
Kenmerken ...................................................................................................................................Nederlands-29
Problemen oplossen .....................................................................................................................Nederlands-30
De functie Auto Brightness (Automatische helderheid) gebruiken ...............................................Nederlands-32
Recycle- en energie-informatie van de fabrikant ..........................................................................Nederlands-33
Nederlands
Nederlands-1
WAARSCHUWING
STEL DEZE EENHEID NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM ZO DE KANS OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMIJDEN. GEBRUIK DE GEPOLARISEERDE STEKKER VAN DEZE EENHEID NIET MET EEN VERLENGSNOER OF CONTACTDOOS
OF ANDERE STOPCONTACTEN TENZIJ U DE POLEN VOLLEDIG IN HET CONTACTPUNT KUNT PLAATSEN.
OPEN DE BEHUIZING NIET. DEZE BEVAT ONDERDELEN DIE ONDER HOGE SPANNING STAAN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN
WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE ONDERHOUDSTECHNICI.
LET OP!
LET OP! CONTROLEER OF HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL WEL DEGELIJK UIT HET STOPCONTACT IS GEHAALD,
OM DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. HAAL HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL UIT
HET STOPCONTACT VAN DE WISSELSTROOMBRON OM DE STROOMVOORZIENING VOLLEDIG TE ONDERBREKEN.
VERWIJDER DE KLEP NIET (NOCH DE ACHTERZIJDE). BEVAT GEEN INTERNE ONDERDELEN DIE DOOR DE
GEBRUIKER KUNNEN WORDEN VERVANGEN OF ONDERHOUDEN. HET ONDERHOUD MAG ALLEEN WORDEN
UITGEVOERD DOOR BEVOEGDE EN HIERVOOR OPGELEIDE ONDERHOUDSTECHNICI.
Dit symbool waarschuwt de gebruiker dat de eenheid een niet-geïsoleerde voltagebron bevat die sterk genoeg is om
elektrische schokken te veroorzaken. Het is bijgevolg gevaarlijk de onderdelen in deze eenheid aan te raken.
Dit symbool wijst de gebruiker op belangrijke informatie over de werking en het onderhoud van deze eenheid. Lees deze
informatie altijd zorgvuldig om eventuele problemen te vermijden.
LET OP! Gebruik de voedingskabel die bij de display is meegeleverd op basis van de specifi caties in de onderstaande tabel. Als
bij dit apparaat geen voedingskabel is meegeleverd, neemt u contact op met uw leverancier. In alle andere situaties gebruikt u een
voedingskabel die overeenkomt met de spanning van de wisselstroombron waarop u het apparaat aansluit. Deze voedingskabel moet
zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in uw land van toepassing zijn.
Type connector Noord-Amerika Europees continent V.K. China Japans
Vorm van
stekker
Land
V.S./Canada
Europese Unie (met
uitzondering van het V. K.)
V.K. China Japan
Voltage
120* 230 230 220 100
* Wanneer u de monitor gebruikt met de wisselstroomvoeding van 125-240 V, moet u een voedingskabel gebruiken die geschikt
is voor het voltage van het stopcontact waarop u de monitor aansluit.
OPMERKING: het onderhoud van dit product kan alleen worden uitgevoerd in het land waar het is gekocht.
Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation. NEC is een geregistreerd handelsmerk van NEC
Corporation.
ErgoDesign is een geregistreerd handelsmerk van NEC Display Solutions in de Benelux, Denemarken, Duitsland, Frankrijk,
Italië, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Alle overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaren.
DisplayPort en DisplayPort Compliance Logo zijn handelsmerken van de Video Electronics Standards
Association in de Verenigde Staten en andere landen.
De termen HDMI, HDMI High-Defi nition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
Dit product is voornamelijk bedoeld voor gebruik als IT-apparatuur in een bedrijfs- of huishoudelijke omgeving.
Het product moet worden aangesloten aan een computer en is niet bedoeld voor het weergeven van tv- of radiosignalen.
Nederlands-2
Registratiegegevens
FCC-informatie
1. Gebruik de opgegeven aangesloten kabels voor de MultiSync P232W/MultiSync P242W-monitor om geen radio- en tv-
storing te veroorzaken.
(1) De voedingskabel die u gebruikt, moet zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in de VS
van toepassing zijn en aan de volgende voorwaarden voldoen.
Voedingskabel
Vorm van de stekker
Niet-afgeschermd, 3 draden
VS
(2) Gebruik de meegeleverde, afgeschermde videosignaalkabel.
Het gebruik van andere kabels en adapters kan radio- en tv-storing veroorzaken.
2. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van
klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke storing bij installatie in een huiselijke omgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie
voortgebracht, gebruikt en uitgestraald. Als de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan
deze schadelijke radiostoring veroorzaken. Er is echter geen garantie dat de storing niet zal optreden in een specifi eke
confi guratie. Als deze apparatuur schadelijke radio- of tv-storing veroorzaakt (u kunt dit controleren door de apparatuur
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen), kunt u proberen het probleem te verhelpen door een of meer van de
volgende maatregelen uit te voeren:
Verplaats de ontvangstantenne of wijzig de richting ervan.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat zich op een ander circuit dan de ontvanger bevindt.
Raadpleeg uw leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur voor hulp.
Indien noodzakelijk moet de gebruiker contact opnemen met de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur voor extra
advies. Raadpleeg ook het volgende Engelstalige boekje van de Federal Communications Commission (FCC): “How to
Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems” (“Storingsproblemen bij radio en tv vaststellen en oplossen”). U
kunt dit boekje bestellen bij U.S. Government Printing Offi ce, Washington, D.C., 20402, artikelnummer 004-000-00345-4.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke radiostoring veroorzaken en (2) het apparaat moet alle ontvangen radiostoringen
accepteren, inclusief radiostoring die de werking kan verstoren.
Verantwoordelijke in de Verenigde Staten: NEC Display Solutions of America, Inc.
Adres: 500 Park Boulevard, Suite 1100
Itasca, Illinois 60143
Tel.nr.: (630) 467-3000
Type product: Beeldschermmonitor
Apparaatklasse: Klasse B, randapparatuur
Model: MultiSync P232W (L231V1)
MultiSync P232W (P232W)
MultiSync P232W (P232W-BK)
MultiSync P242W (L242VN)
MultiSync P242W (P242W)
MultiSync P242W (P242W-BK)
Hierbij verklaren wij dat de hierboven vermelde apparatuur voldoet
aan de technische normen die zijn bepaald in de FCC-voorschriften.
Voor een lijst van onze TCO-gecertifi ceerde monitors en de bijbehorende TCO-certifi cering (alleen in het Engels), gaat u
naar onze website op
http://www.nec-display.com/global/about/legal_regulation/TCO_mn/index.html
Nederlands
Nederlands-3
Aanbevolen gebruik
Veiligheidsmaatregelen en onderhoud
VOOR EEN OPTIMAAL RESULTAAT BIJ DE INSTALLATIE EN HET
GEBRUIK VAN DE LCD-KLEURENMONITOR IS HET BELANGRIJK
DAT U DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES VOLGT:
OPEN NOOIT DE MONITOR. De monitor bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen
of onderhouden. Bovendien loopt u het risico op elektrische schokken of andere gevaren wanneer u de monitor opent of de
behuizing verwijdert. Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door bevoegde en hiervoor opgeleide onderhoudstechnici.
Mors geen vloeistoffen op het raster van de monitor en gebruik de monitor niet in de buurt van water.
Steek geen voorwerpen in de ventilatiegleuven. Deze kunnen in aanraking komen met onderdelen die onder hoogspanning
staan, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, een defect van het apparaat of ernstige verwondingen en zelfs de dood.
Plaats geen zware voorwerpen op de voedingskabel. Een beschadigde voedingskabel kan elektrische schokken of brand tot
gevolg hebben.
Plaats dit toestel niet op een hellende of onstabiele ondergrond, houder of tafel. De monitor zou dan kunnen vallen en zo
ernstig beschadigd raken.
De voedingskabel die u gebruikt, moet zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in uw land van
toepassing zijn. (Type H05VV-F 3G 1mm
2
dient in Europa te worden gebruikt).
Gebruikers in het Verenigd Koninkrijk dienen een door het BS goedgekeurde voedingskabel met gietstekker en ingebouwde
zwarte zekering (5A) voor de monitor te gebruiken.
Plaats geen objecten op de monitor en gebruik de monitor niet buitenshuis.
Buig de voedingskabel niet.
Gebruik de monitor niet bij hoge temperaturen of in vochtige, stoffi ge of vettige omgevingen.
Dek de ventilatieopeningen van de monitor niet af.
Trillingen kunnen schade aan het achtergrondlicht veroorzaken. Installeer de monitor niet op een plek waar constante
trillingen voorkomen.
Raak de vloeibare kristallen niet aan ingeval de monitor of het glas breekt en ga voorzichtig te werk.
Om schade aan de LCD-monitor te vermijden, die veroorzaakt wordt door omvallen vanwege aardbevingen of andere
schokken, moet u de monitor in een stabiele omgeving plaatsen en maatregelen nemen om omvallen te voorkomen.
Schakel onmiddellijk de stroom uit en haal de stekker van uw monitor uit het stopcontact en ga naar een veilige locatie. Neem
vervolgens contact op met gekwalifi ceerd onderhoudspersoneel. Als de monitor in deze staat wordt gebruikt, kan de monitor
vallen, vlam vatten of een elektrische schok afgeven:
Als het voetstuk van de monitor gebarsten is of losschilfert.
Als de monitor wankelt.
Als de monitor een ongebruikelijke geur afgeeft.
Als de voedingskabel of stekker beschadigd is.
Als u een vloeistof op de monitor hebt gemorst of voorwerpen in de monitor hebt laten vallen.
Als de monitor is blootgesteld aan regen of insijpelend water.
Als de monitor is gevallen of de behuizing beschadigd is.
Als de monitor niet correct functioneert hoewel u de normale gebruiksinstructies in acht hebt genomen.
Zorg voor een goede ventilatie rond de monitor, zodat de warmte goed kan worden afgevoerd. Controleer
altijd of de ventilatieopeningen vrij zijn en plaats de monitor niet in de buurt van een radiator of andere
warmtebronnen. Plaats nooit voorwerpen op de monitor.
U kunt het beste het scherm van de stroombron loskoppelen door de stekker van de voedingskabel uit het
stopcontact te nemen. Plaats de monitor dicht bij een stopcontact dat makkelijk bereikbaar is.
Ga voorzichtig te werk als u het scherm moet verplaatsen of vervoeren. Bewaar de verpakking voor een
eventueel transport.
Raak het lcd-scherm niet aan tijdens het vervoeren, installeren en instellen.
Druk op het lcd-scherm kan ernstige schade veroorzaken.
Ingebrand beeld: een inbranding wordt duidelijk wanneer de “geest” van een vorig beeld op het scherm zichtbaar blijft. In
tegenstelling tot CRT-monitoren is een inbranding op een lcd-monitor niet van blijvende aard, maar de weergave van niet-
veranderende beelden gedurende langere tijd moet worden vermeden.
U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo lang uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is
weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende 1 uur is weergegeven en de “geest” van dat beeld blijft achter, schakelt u
de monitor 1 uur uit om het ingebrande beeld ongedaan te maken.
OPMERKING: zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig
gebruik te maken van een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te schakelen als u
deze niet gebruikt.
LET OP!
Nederlands-4
U KUNT VERMOEIDHEID VAN UW OGEN, SCHOUDERS EN NEK TOT EEN MINIMUM
BEPERKEN DOOR DE MONITOR CORRECT TE PLAATSEN EN GOED AF TE STELLEN.
CONTROLEER DE VOLGENDE PUNTEN WANNEER U DE MONITOR INSTALLEERT:
Voor een optimaal resultaat laat u het beeldscherm eerst 20 minuten opwarmen.
Stel de hoogte van de monitor zodanig in dat de bovenzijde van het scherm zich op of
net onder ooghoogte bevindt. Uw ogen zouden licht omlaag moeten zijn gericht wanneer
u naar het midden van het scherm kijkt.
Plaats de monitor niet dichter dan 40 cm en niet verder dan 70 cm van uw ogen
verwijderd. De optimale afstand voor de monitor is 50 cm.
Ontspan uw ogen door af en toe naar een voorwerp te kijken dat minstens 6 meter van u
is verwijderd. Knipper vaak met de ogen.
Plaats de monitor in een hoek van 90 graden ten opzichte van ramen en andere
lichtbronnen, om eventuele refl ecties op het scherm te voorkomen. Stel de hellingshoek
van de monitor zodanig in, dat de plafondverlichting niet op het scherm wordt
gerefl ecteerd.
Als u door het gerefl ecteerde licht de gegevens op het scherm moeilijk kunt lezen, breng dan een antirefl ectiefi lter op het
scherm aan.
Maak het oppervlak van de LCD-monitor schoon met een pluisvrije, niet-schurende doek. Vermijd het gebruik van
reinigingsvloeistoffen of glasreinigers.
Gebruik de instellingen voor helderheid en contrast om de leesbaarheid te vergroten.
Gebruik een documenthouder en plaats deze dicht bij de monitor.
Plaats het voorwerp waar u het meeste naar kijkt (het scherm of het referentiemateriaal) direct voor u, zodat u uw hoofd zo
weinig mogelijk hoeft te draaien.
Geef nooit lange tijd vaste patronen op de monitor weer. Zo vermijdt u dat het beeld inbrandt.
Laat uw ogen regelmatig door een arts onderzoeken.
Ergonomie
De volgende aanbevelingen bieden maximale ergonomische resultaten:
Wijzig de helderheid in een gemiddelde instelling om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken. Plaats een wit vel papier
naast het LCD-scherm ter referentie.
Stel het contrast niet op de maximale waarde in.
Gebruik de fabrieksinstellingen voor de grootte en positie van het beeld, en standaardsignalen.
Gebruik de vooraf ingestelde waarden voor de kleureninstellingen.
Gebruik non-interlaced signalen met een verticale beeldverversingsfrequentie van meer dan 60 Hz.
Kies bij een donkere achtergrond niet de primaire kleur blauw om te vermijden dat u moeilijk leest en uw ogen sneller
vermoeid raken.
Geschikt voor entertainmentdoeleinden met gecontroleerd omgevingslicht om storende refl ecties op het scherm te
voorkomen.
Het lcd-scherm schoonmaken
Wanneer het scherm stoffi g is, wist u deze voorzichtig met een zachte doek schoon.
Gebruik nooit harde of ruwe voorwerpen om het lcd-scherm schoon te vegen.
Druk niet te hard op het oppervlak van het lcd-scherm.
Gebruik geen OA-reinigingsmiddel, want hierdoor is het mogelijk dat het oppervlak van het lcd-scherm wordt aangetast of
verkleurt.
De behuizing schoonmaken
Schakel de stroom uit en maak de voedingskabel los
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte doek
Om de behuizing te reinigen, maakt u een doek met een neutraal reinigingsmiddel en wat water een beetje vochtig, veegt u
de behuizing schoon en veegt u met een droge doek alles vervolgens droog.
OPMERKING: de buitenzijde van de behuizing bevat verscheidene soorten plastic. Maak de behuizing daarom NIET schoon
met een product dat benzeen, verdunningsmiddel, alkalisch reinigingsmiddel, een reinigingsproduct op basis
van alcohol, glasreinigingsmiddel, boenmiddel, glansmiddel, zeeppoeder of insecticide bevat. Zorg ervoor dat
de behuizing niet gedurende lange tijd in contact komt met rubber of vinyl. Deze vloeistoffen en stoffen kunnen
ertoe leiden dat de verfl aag wordt aangetast, gaat barsten of afschilfert.
Voor meer informatie over het inrichten van een gezonde werkomgeving, schrijft u naar American National Standard for Human
Factors Engineering of Computer Workstations - ANSI/HFES 100-2007 - The Human Factors Society, Inc. P.O. Box 1369,
Santa Monica, California 90406, VS.
Nederlands
Nederlands-5
Producteigenschappen
DisplayPort en HDMI, die 10-bits kleurdiepte ondersteunen.
Eenvoudig te schakelen beeldmodus met 5 instellingen (zie pagina 13).
Nauwkeurige kleurweergave voor hoogwaardig grafi sch ontwerp (zie pagina 17).
• Snel opwarmen.
Modus Picture-in-picture/picture-by-picture (Beeld-in-beeld/beeld-voor-beeld) voor twee schermen inclusief realtime
voorbeeldweergave (zie pagina 14).
USB-hub met twee upstreampoorten (zie pagina 14).
MultiProfi ler voor uitgebreide kleurbeheerfunctie, inclusief automatische ICC-profi elupdates (ICC-profi elemulatie,
printeremulatie) (zie pagina 17).
Laag energieverbruik door ECO MODE (Eco-modus) (zie pagina 12).
• Klein voetstuk.
Inhoudsopgave
De doos* van uw nieuwe NEC-monitor bevat de volgende voorwerpen:
MultiSync-monitor met in hoogte verstelbare draai-/kantel-/roteervoet
• Voedingskabel
Kabel voor beeldsignaal (DVI-D naar DVI-D-kabel)
Kabel voor beeldsignaal (Mini D-SUB 15-pins naar Mini D-SUB 15-pins)
Kabel voor beeldsignaal (DisplayPort-kabel)
• USB-kabel
• Installatiehandleiding
• Cd-rom
Schroef (x 4) (voor installatie van de monitor op een zwenkarm (pagina 10))
Installatiehandleiding DVI-D naar DVI-D-kabel DisplayPort-kabel
Cd-rom
Schroeven
Voedingskabel*
1
Installatiehandleiding
Mini D-SUB 15-pins
naar Mini D-SUB 15-pins
USB-kabel
OPMERKING: deze monitor kan worden uitgerust met het optionele “MultiSync Soundbar Pro”.
Informeer bij uw leverancier of raadpleeg onze website: http://www.necdisplaysolution.com
* Bewaar de originele doos en het verpakkingsmateriaal zodat u de monitor later probleemloos kunt vervoeren of verzenden.
*
1
Het type en aantal voedingskabels dat wordt meegeleverd, is afhankelijk van de verzendlocatie van de LCD-monitor. Wanneer meerdere
kabels worden meegeleverd, gebruikt u een voedingskabel die overeenkomt met de spanning van de wisselstroombron waarop u het apparaat
aansluit. Deze voedingskabel moet zijn goedgekeurd en moet voldoen aan de veiligheidsnormen die in uw land van toepassing zijn.
Classifi catielabel op de
achterzijde van het beeldscherm.
Nederlands-6
Snel aan de slag
Volg de onderstaande instructies om de lcd-monitor op uw computersysteem aan te sluiten:
OPMERKING: lees het gedeelte 'Aanbevolen gebruik' (pagina 3) voordat u installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Voor een pc of een Mac-computer met digitale DVI-uitgang: sluit de DVI-signaalkabel aan op de connector systeem
(Illustratie A.1). Draai alle schroeven vast.
Voor een pc met analoge uitgang: sluit een 15-pins D-SUB-miniconnector aan op de DVI-A signaalkabel
(niet meegeleverd) op de connector van de videokaart in uw systeem (Illustratie A.2).
Voor een Mac-computer: sluit een Macintosh-kabeladapter (niet meegeleverd) aan op de computer en sluit vervolgens de
15-pins mini D-SUB-signaalkabel aan op de Macintosh-kabeladapter (Illustratie A.3).
OPMERKING: voor sommige Macintosh-systemen hebt u geen Macintosh-kabeladapter nodig.
Voor een pc met een DisplayPort-uitgang: sluit de DisplayPort-kabel aan op de connector van de videokaart in uw
systeem (Illustratie A.4).
Illustratie A.1
Illustratie A.3
Macintosh-kabel-
adapter (niet
standaard meegeleverd)
Illustratie A.2
Illustratie A.4
DisplayPort-kabel
OPMERKING: 1. Gebruik een DisplayPort-kabel met het DisplayPort-logo.
2. Als u de DisplayPort-kabel verwijdert, houdt u de bovenste knop ingedrukt zodat het slot wordt ontgrendeld.
3. Hoogteaanpassing is vergrendeld met een vergrendelknop. Plaats een hand op de monitor om het scherm in de laagste stand
te duwen. Verschuif de vergrendelknop om de voet te ontgrendelen en de monitor te verhogen (Illustratie B.1).
OPMERKING: ga voorzichtig te werk wanneer u de voet van de monitor ontgrendelt.
Plaats uw handen aan beide zijden van de monitor om het lcd-scherm met een hoek van 30 graden te kantelen en in de
hoogste stand te zetten. Schuif de kabelbehuizing omhoog (Illustratie B.2).
OPMERKING: u kunt de kabelbehuizing niet verwijderen.
Illustratie B.1 Illustratie B.2
30° kantelhoek
Kabelbehuizing
Nederlands
Nederlands-7
4. Sluit alle kabels op de juiste connectoren aan (Illustratie C.1). Bij gebruik van de USB-kabel sluit u de connector van het
type B aan op de USB-poort (upstream) aan de rechterachterzijde van de monitor en sluit u de connector van het type A aan
op de poort (downstream) van de computer (Illustratie C.1a). Wanneer u het snoer van een USB-apparaat gebruikt, steekt
u dit in een van de downstreampoorten van de monitor.
OPMERKING: onjuiste kabelaansluitingen kunnen leiden tot een onbetrouwbare werking, de beeldkwaliteit/onderdelen van de
lcd-module verstoren en/of de levensduur van de module inkorten.
Illustratie C.1
Voedingskabel
30° kantelhoek
DVI-D
DisplayPort
USB downstream
USB upstream1
USB upstream2
D-SUB
Illustratie C.1a
Type A
Type B
Type A
Type B
Hoogste
stand
USB downstream
HDMI
5. Houd de kabels netjes opgeslagen in het in het voetstuk ingebouwde kabelsysteem.
Plaats de kabels stevig en gelijkmatig in de haken (Illustratie C.2 en Illustratie C.3).
6. Controleer of u het beeldscherm nog kunt draaien en hoger en lager kunt zetten wanneer u de kabels hebt geïnstalleerd.
Illustratie C.2 Illustratie C.3
USB-kabel
Voedingskabel
DVI-kabel
D-Sub-kabel
Voedingskabel
DVI-kabel
D-Sub-kabel
USB-kabel
DisplayPort-
kabel
DisplayPort-kabel
Nederlands-8
7. Schuif de kabelbehuizing omlaag (Illustratie D.1).
8. Sluit het uiteinde van de voedingskabel aan op de lichtnetaansluiting aan de achterkant van de monitor en het andere
uiteinde op het stopcontact.
OPMERKING: raadpleeg de sectie Let op in deze handleiding voor de juiste voedingskabel.
Illustratie D.1
9. Gebruik de aan/uit-knop aan de voorkant om de monitor en de computer (Illustratie E.1) in te schakelen.
10. Bij de eerste installatie stelt de functie No Touch Auto Adjust (automatische regeling zonder tussenkomst) de monitor
automatisch in op instellingen die voor de meeste timings optimaal zijn. Voor verdere aanpassingen gebruikt u de volgende
OSD-besturingselementen:
AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling - alleen analoge ingang)
AUTO ADJUST (Automatische regeling - alleen analoge ingang)
Raadpleeg het gedeelte Besturingselementen van deze gebruikershandleiding voor een volledige beschrijving van deze
OSD-besturingselementen.
OPMERKING: indien u problemen hebt, kunt u het gedeelte Problemen oplossen van deze gebruikershandleiding
raadplegen.
Illustratie E.1
Aan/uit-knop
Monitorscherm hoger en lager zetten
U kunt de monitor in liggende stand hoger en lager zetten.
Om het scherm hoger of lager te zetten, plaatst u de handen op beide zijden van de monitor en zet u deze desgewenst hoger of
lager (Illustratie RL.1).
OPMERKING: ga voorzichtig te werk wanneer u het beeldscherm hoger of lager zet.
Illustratie RL.1
Nederlands
Nederlands-9
Scherm roteren
Voordat u het scherm roteert, stelt u het in op de hoogste stand en de grootste kanteling om te voorkomen dat het scherm het
bureau raakt of uw vingers bekneld raken. Koppel alle kabels los.
U zet het beeldscherm hoger door uw handen aan beide zijden van het beeldscherm te plaatsen en het in de hoogste stand te
zetten (Illustratie RL.1).
U roteert het beeldscherm door uw handen aan beide zijden van het beeldscherm te plaatsen en het rechtsom (van Liggend
naar Staand) of linksom (van Staand naar Liggend) te draaien (Illustratie R.1).
Als u het OSD-menu van Liggend in Staand of omgekeerd wilt veranderen, raadpleegt u de het gedeelte “Besturingselementen”.
Illustratie R.1
Kantelen
Plaats uw handen aan de boven- en onderkant van het beeldscherm en stel de gewenste hoek in (Illustratie TS.1).
Illustratie TS.1
OPMERKING: ga voorzichtig te werk wanneer u het monitorscherm kantelt.
Kijkhoek
Plaats uw handen aan beide zijden van het monitorscherm en stel de gewenste kijkhoek in (Illustratie TS.2).
Illustratie TS.2
Nederlands-10
Illustratie S.1
Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm.
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
Volg de instructies van de fabrikant van het monitormontagesysteem.
De monitor moet op een arm worden bevestigd die het gewicht van de monitor ondersteunt om aan de
veiligheidsvoorschriften te voldoen.
Zie pagina 27-28 voor meer informatie. Verwijder de monitorvoet voordat u monteert.
* Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie.
Monitorvoet verwijderen voor permanente montage
Ga als volgt te werk om de monitor voor te bereiden voor andere montagedoeleinden:
1. Koppel alle kabels los.
2. Plaats uw handen aan beide zijden van het beeldscherm en schuif het naar de hoogste stand.
3. Plaats de monitor met de voorzijde omlaag op een niet-schurend oppervlak (Illustratie S.1).
4. Plaats één hand rond het voetstuk en de andere hand op de ontsluitingshendel.
Duw en houd de ontsluitingshendel in de richting van de pijlen (Illustratie S.1).
5. Til het voetstuk op om deze van de monitor te verwijderen (Illustratie S.1).
De monitor kan nu worden gemonteerd volgens een alternatieve methode.
Als u de voet opnieuw wilt bevestigen, voert u deze procedure in omgekeerde
richting uit.
OPMERKING: ga voorzichtig te werk als u de monitorvoet verwijdert.
Zwenkarm monteren
Deze LCD-monitor is ontworpen voor gebruik met een zwenkarm.
1. Verwijder de voet volgens de instructies in de sectie Monitorvoet
verwijderen voor permanente montage.
2. Bevestig de arm aan de monitor met behulp van de
4 meegeleverde schroeven (Illustratie F.1).
Let op! gebruik ALLEEN de meegeleverde schroeven (4 stuks),
M4-formaat (lengte: dikte van de beugel en sluitring +
10-12 mm) wanneer u de zwenkarm monteert, om schade
aan de monitor en het statief te voorkomen. Om aan de
veiligheidsvoorschriften te voldoen, moet u de monitor
monteren op een arm die de nodige stabiliteit garandeert in
overeenstemming met het gewicht van de monitor.
Gebruik de LCD-monitor alleen in combinatie met een
goedgekeurde zwenkarm (bijvoorbeeld met het
TUEV GS-keurmerk).
Montage
beugel
Schroef
Sluitring
Eenheid
10-12 mm
Dikte
van beugel
en sluitring
OPMERKING: draai alle schroeven vast.
(aanbevolen bevestigingsdruk: 98 - 137N•cm)
100 mm
100 mm
Illustratie F.1
Gewicht van gemonteerde lcd: 6,0 kg (P232W)
6,8 kg (P242W)
Nederlands
Nederlands-11
Besturingselementen
Veel van de OSD-besturingselementen zijn ook beschikbaar in de meegeleverde MultiProfi ler-software, ontwikkeld door
NEC Display Solutions. De nieuwste MultiProfi ler-software is beschikbaar op de NEC Display Solutions-website.
De OSD-besturingsknoppen (On-Screen Display) bevinden zich aan de
voorkant van de monitor en hebben de volgende functies:
Voor toegang tot het OSD-menu drukt u op de knop MENU.
Wanneer u de signaalinvoer wilt wijzigen, drukt u op de knop SELECT (Selecteren).
OPMERKING: u kunt de signaalinvoer alleen wijzigen wanneer het OSD-menu niet op het scherm wordt weergegeven.
1 2 3 4 5 6
7
8
9
Liggend
Staand
1 Omgevingslichtsensor Detecteert het niveau van de kamerverlichting zodat de monitor diverse instellingen kan
aanpassen ten behoeve van het kijkcomfort. Deze sensor niet bedekken.
2 Voeding Schakelt de monitor in of uit.
3 LED Geeft aan dat de voeding is ingeschakeld.
Kan worden ingesteld op blauw en groen in het Geavanceerd OSD-menu.
4 INPUT/SELECT
(Ingang/selecteren)
Hiermee activeert u het OSD-bedieningsmenu. Hiermee activeert u de OSD-submenu's.
Verandert de ingangsbron buiten het OSD-bedieningsmenu.
Houd de knop ingedrukt om het USB-keuzemenu weer te geven buiten het OSD-bedieningsmenu*
1
.
OPMERKING: Als u het invoersignaal wijzigt of de monitor uitschakelt, wordt het de USB-
instelling in het OSD-menu teruggezet naar de huidige instelling.
5 MENU/EXIT
(Menu/afsluiten)
Naar het OSD-menu gaan. Hiermee sluit u het OSD-submenu af. Hiermee sluit u het OSD-
bedieningsmenu af.
6 LEFT/RIGHT
(LINKS/RECHTS)
Hiermee bladert u naar links of RECHTS in het OSD-bedieningsmenu.
U kunt de helderheid direct aanpassen terwijl het OSD-menu is uitgeschakeld*
1
.
7 UP/DOWN
(Omhoog/omlaag)
Hiermee bladert u omhoog of omlaag in het OSD-bedieningsmenu.
Geeft het menu voor de PICTURE MODE (Beeldmodus) weer buiten het OSD-bedieningsmenu*
1,
*
2
.
8 RESET/PIP
(Fabriekswaarden
instellen/Beeld-in-
beeld)
Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van de OSD in het menu met OSD-besturingselementen.
PIP (Beeld-in-beeld) kan worden geselecteerd wanneer de OSD niet wordt weergegeven*
3
.
Houd de knop ingedrukt om het menu ECO MODE (Eco-modus) weer te geven wanneer het
OSD-menu is uitgeschakeld*
1
.
9 KEY GUIDE
(Bedieningsaanwijzing)
De bedieningsaanwijzing verschijnt op het scherm wanneer u naar het OSD-bedieningsmenu gaat.
De bedieningsaanwijzing wordt gedraaid wanneer het OSD-bedieningsmenu wordt gedraaid*.
* De functies van de knoppen “LEFT/RIGHT” (LINKS/RECHTS) en “UP/DOWN” (Omhoog/omlaag) zijn onderling verwisselbaar
afhankelijk van de stand [Landscape/Portrait] (Liggend/Staand) van de OSD.
*
1
Wanneer de functie HOTKEY (Sneltoets) op OFF (Uit) staat, is deze functie uitgeschakeld.
*
2
Menu PICTURE MODE (Beeldmodus).
Druk op de knop UP/DOWN (Omhoog/omlaag) om PICTURE MODE (Beeldmodus) te selecteren. In de modus PIP
(Beeld-in-beeld) of PICTURE BY PICTURE (Naast elkaar) kan de beeldmodus voor het hoofdvenster en subvenster
onafhankelijk worden geselecteerd door op de knop LEFT/RIGHT (LINKS/RECHTS) te drukken.
*
3
Menu PIP MODE (Beeld-in-beeld).
Druk op de knop UP/DOWN (Omhoog/omlaag) om het subvenster in of uit te schakelen.
Druk op de knop LEFT/RIGHT (LINKS/RECHTS) om het hoofdvenster en subvenster om te wisselen.
OSD-TAAL INSTELLEN
Gebruik de bedieningsknoppen (LEFT/RIGHT (LINKS/RECHTS) of UP/DOWN (Omhoog/omlaag) of MENU) om toegang te
krijgen tot het menu LANGUAGE SELECTION (TAAL SELECTEREN).
Druk op de toetsen LEFT/RIGHT (LINKS/RECHTS) of UP/DOWN (Omhoog/omlaag) om de gewenste OSD-taal te selecteren.
Als u dit OSD-menu wilt afsluiten, drukt u op de knop EXIT (Afsluiten).
OPMERKING: u hoeft de OSD-taal alleen bij de eerste installatie in te stellen. De OSD-taal zal niet veranderen totdat deze
door de gebruiker wordt gewijzigd.
Nederlands-12
Besturingselementen voor helderheid/contrast
BRIGHTNESS (Helderheid)
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.
OPMERKING: het helderheidsniveau kan worden aangepast met de uitvoer van de achtergrondverlichting.
Het scherm wordt digitaal gecompenseerd voor een laag of hoog helderheidsniveau.
OPMERKING: de prestaties van het scherm zullen optimaal zijn, als de helderheidswaarde van het schermmenu
zwart is. Als het scherm niet het gewenste niveau van helderheid kan behalen, zal de numerieke
waarde in het schermmenu knipperen.
OPMERKING: bij een lage helderheidsinstelling compenseert het scherm automatisch door het schermcontrast aan
te passen.
Dit resulteert in een gereduceerde contrastverhouding.
Bij een hoge helderheidsinstelling compenseert het scherm automatisch door de
uniformiteitscompensatie te verlagen. Dit kan resulteren in een verminderde uniformiteit.
Als digitale compensatie plaatsvindt, wordt de helderheidswaarde bij OSD gewijzigd naar magenta.
CONTRAST (Alleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrondverlichting in op basis van het invoersignaal.
OPMERKING: u kunt het beste BRIGHTNESS (Helderheid) gebruiken om de helderheid van het scherm aan te
passen voor een lager energieverbruik en een verbeterde beeldkwaliteit.
ECO MODE (Eco-modus)
Vermindert de verbruikte elektriciteit door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): geen functie.
MODE1: vermindert het helderheidsbereik tot circa 64,3%. (P232W)
Vermindert het helderheidsbereik tot circa 54,5%. (P242W)
MODE2: vermindert het helderheidsbereik tot circa 28,6%. (P232W)
Vermindert het helderheidsbereik tot circa 24,2%. (P242W)
BLACK (Zwart)
Hiermee past u de zwartluminantie aan. Wanneer lage instellingen zijn geselecteerd die niet kunnen worden
weergegeven, wordt de indicator in het OSD-menu magenta weergegeven.
Automatische regeling (alleen analoge ingang)
AUTO ADJUST (Automatische regeling)
Hiermee past u automatisch de instellingen voor Image Position (Beeldpositie), H. SIZE (Breedte) en FINE (Fijnafstelling) aan.
AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling)
Hiermee wordt het weergegeven beeld voor niet-standaard beeldsignaal-inputs ingesteld.
Beeldinstelling
LEFT/RIGHT (Links/rechts)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-scherm in.
DOWN/UP (Omhoog/omlaag)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-scherm in.
H.SIZE (V.SIZE) (Breedte, hoogte - alleen analoge ingang)
U past de breedte aan door de waarde van deze instelling te verhogen of te verlagen.
Als de beeldinstelling die u met de functie “AUTO ADJUST” (Automatische regeling) bereikt niet aan uw wensen
beantwoordt, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de functie “H.SIZE” (Breedte) (of “V.SIZE” (hoogte)) (dot clock).
Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken. Met deze functie wordt de breedte van het beeld mogelijk gewijzigd.
Centreer het beeld op het scherm met het menu LEFT/RIGHT (Links/Rechts). Als de H.SIZE (Breedte) (of V.SIZE
(hoogte)) verkeerd is gekalibreerd, ziet het beeld eruit zoals in de linkerillustratie. Het beeld moet homogeen zijn.
De waarde voor H.Size
(Breedte) is verkeerd.
De waarde voor H.Size
(Breedte) is beter.
De waarde voor H.Size
(Breedte) is juist.
Nederlands
Nederlands-13
FINE (Fijnafstelling, alleen analoge ingang)
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze instelling te verhogen of te
verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie “AUTO ADJUST” (Automatische regeling) en “H.SIZE” (Breedte) niet naar wens
is, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de functie “FINE” (Fijnafstelling).
Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken. Als de FINE (Fijnafstelling) verkeerd is gekalibreerd, ziet het beeld
eruit zoals in de linkerillustratie. Het beeld moet homogeen zijn.
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is onjuist.
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is juist.
AUTO FINE (Automatische fi jnafstelling - alleen analoge ingang)
Met functie wordt van tijd tot tijd de instelling “FINE” (Fijnafstelling) automatisch aangepast na verandering in de
conditie van het signaal.
Met deze functie wordt circa elke 33 seconden een aanpassing uitgevoerd.
EXPANSION (Uitbreiding)
Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
CUSTOM (Aangepast): raadpleeg het Geavanceerd OSD-menu voor instructies voor aangepaste instellingen.
OPMERKING: wanneer een afbeelding is geroteerd, kunnen tekens en regels wat vaag zijn, afhankelijk van de
signaalresolutie.
SHARPNESS (Scherpte)
Met deze functie kunt u op digitale wijze ervoor zorgen dat u bij elke signaaltiming een duidelijk beeld hebt. Deze
functie is voortdurend aanpasbaar voor een duidelijk of zachter beeld, afhankelijk van uw voorkeur, en wordt
onafhankelijk ingesteld voor verschillende signaaltimings.
Kleurenbeheersystemen
PICTURE MODE (Beeldmodus)
Hiermee wordt de beeldmodus gewijzigd die het meest geschikt is voor het type inhoud dat wordt weergegeven.
Er zijn 5 beeldmodi beschikbaar die kunnen worden aangepast. Zie het menu Advanced (Geavanceerd) Label1
PICTURE MODE (Beeldmodus) (pagina 18) en “De functie PICTURE MODE (Beeldmodus) gebruiken” (pagina 17)
voor meer informatie.
WHITE (Wit)
Met deze instelling wordt de wittemperatuur aangepast tot NATIVE of een specifi eke kleurtemperatuur. Een lagere
kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins rood, een hogere kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins
blauw. NATIVE is een standaardkleurtemperatuur van het LCD-paneel. 6500K wordt aanbevolen voor algemene
grafi sche ontwerpdoeleinden en 5000K voor afdrukken.
ADJUST (Aanpassen)
HUE (Tint): hiermee past u de tint van elke kleur aan*
1
. De kleurverandering wordt op het scherm weergegeven en in
de menubalken voor de kleur wordt de mate van aanpassing weergegeven.
OFFSET: Hiermee past u de helderheid van elke kleur aan*
1
. Druk op de knop “RIGHT” (RECHTS) en de helderheid
van de kleur neem toe.
SATURATION (Verzadiging): hiermee past u de diepte van elke kleur aan*
1
. Druk op de knop “RIGHT” (RECHTS) en
de levendigheid van de kleur neemt toe.
*1: ROOD, GEEL, GROEN, CYAAN, BLAUW en MAGENTA.
ADVANCED SETTING (Instelling voor Geavanceerd)
Het menu ADVANCED (Geavanceerd) wordt weergegeven. Raadpleeg pagina 18 voor uitgebreide informatie.
Stel de PICTURE MODE (Beeldmodus) gedetailleerd in Label 1 in de Advanced-handleiding.
Nederlands-14
Tools
PIP MODE (PIP-modus)
Selecteer PIP MODE, OFF/PIP/PICTURE BY PICTURE - ASPECT/PICTURE BY PICTURE - FULL.
In elk scherm kunt u de afzonderlijke PICTURE MODE (Beeldmodus) selecteren.
Op dit scherm kunnen 2 invoersignalen tegelijkertijd worden weergegeven.
PIP (Beeld-
in-beeld)*
OFF (Uit)
PICTURE BY
PICTURE - ASPECT*
PICTURE BY
PICTURE - FULL*
IMAGE ROTATION (Beeldrotatie): ON (AAN) / SUB IMAGE ROTATION (Beeldrotatie): ON (AAN)
PIP (Beeld-
in-beeld)*
OFF (Uit)
PICTURE BY
PICTURE - ASPECT*
PICTURE BY
PICTURE - FULL*
PIP INPUT (PIP-ingang)
Hiermee selecteert u het PIP-ingangsignaal.
PIP LEFT/RIGHT (PIP links/rechts)
Hiermee kunt u de horizontale positie bepalen van het beeld-in-beeld venster in de PIP-modus.
PIP DOWN/UP (PIP omhoog/omlaag)
Hiermee kunt u de verticale positie bepalen van het beeld-in-beeld venster in de PIP-modus.
PIP SIZE (PIP-formaat)
Hiermee selecteert u het formaat van het beeld dat in de PIP-modus wordt ingevoegd.
USB SELECTION (USB selecteren)
Wijzig de invoer voor USB-upstream, die hoort bij scherm 1 of 2. Wanneer een computer op de upstreampoorten
wordt aangesloten, kunnen de USB-downstreampoorten van de monitor worden gebruikt door deze instelling voor het
huidige invoersignaal te kiezen.
U kunt de actieve weergave en upstream-USB-poortcombinatie wijzigen met de knop INPUT (zie pagina 11).
U kunt de USB-selectie voor alle invoersignalen instellen in het menu Advanced (Geavanceerd) (zie pagina 22).
Wanneer u slechts één upstreampoort gebruikt, wordt standaard de aangesloten upstreampoort gebruikt.
OPMERKING: om gegevensverlies te voorkomen moet u voor het wijzigen van de USB-upstreampoorten zorgen
dat er geen USB-opslagapparaten worden gebruikt door het besturingssysteem van de aan de USB-
upstreampoort gekoppelde computer.
EDID-EXTENSION (EDID-uitbreiding - uitsluitend DVI-invoer) (alleen P232W)
Een instelling voor communicatie met het invoerapparaat met signaaltiming.
NORMAL (Normaal): als een pc of andere computerapparatuur is aangesloten, selecteert u “NORMAL” (Normaal).
ENHANCED (Verbeterd): alternatieve instelling voor andere apparaten dan pc's, zoals dvd-spelers of gameconsoles.
Als een dvd-speler of ander type HD-apparaat is aangesloten, selecteert u “ENHANCED” (Verbeterd).
OPMERKING: interlaced signalen (480i, 576i, 1080i) worden niet ondersteund. Wanneer u problemen ondervindt,
kunt u het gedeelte Problemen oplossen in deze gebruikershandleiding raadplegen.
Wanneer EDID EXTENSION (EDID-uitbreiding) is gewijzigd, moet de aangesloten apparatuur
opnieuw worden gestart.
VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste):
als het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
ingangspoort(en). Als er zich een videosignaal op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
ingangspoort van de nieuwe gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen als de huidige
videobron aanwezig is.
LAST (Laatste): als de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een signaal
geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de nieuwe videobron. Als het
huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere ingangspoort(en). Als het
videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de ingangspoort van de nieuwe
gedetecteerde videobron in.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de monitor wordt ingeschakeld.
* De instelling “ADJUST” (Regeling) of Print Emulation (Afdrukemulatie) door MultiProfi ler heeft afhankelijk van de instellingscondities de volgende resultaten:
Instelling voor één scherm: het resultaat van de instelling is zichtbaar in het desbetreffende venster (hoofd- of subvenster).
Afzonderlijke instelling voor elk scherm: het resultaat van de instelling is alleen in het hoofdvenster zichtbaar. Vervolgens verschijnt Warning (6-AXIS SUB:OFF) (Waarschuwing (6-assige sub:
uit)) in het scherm.
Dezelfde instelling voor beide schermen: het resultaat van de instelling is in zowel het hoofdvenster als het subvenster zichtbaar.
Nederlands
Nederlands-15
OFF TIMER (Uitschakeltimer)
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld als u een voorafbepaalde duur heeft ingesteld. Voordat het apparaat
wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht weergegeven op het scherm waarin u gevraagd wordt of u wilt dat de
uitschakeltijd met 60 minuten vertraagd wordt. Druk op een willekeurige OSD-knop om de uitschakeltijd te vertragen.
OFF MODE (Uit-modus)
De functie Intelligent Power Manager zet de monitor in de slaapstand als er een tijd geen activiteit heeft plaatsgevonden.
De OFF MODE (uit-modus) heeft vier instellingen.
OFF (Uit): de monitor gaat niet naar de slaapstand als het ingangssignaal verloren gaat.
STANDARD (Standaard): de monitor gaat automatisch naar de slaapstand wanneer het ingangssignaal verloren gaat.
ADVANCED (Geavanceerd): het signaaldetectiecircuit werkt altijd. Hersteltijd naar de normale modus is sneller dan in
de instelling STANDARD (Standaard). Stroomverbruik is iets hoger dan in de instelling STANDARD (Standaard).
OPMERKING: wanneer de instelling STANDARD is gekozen, moet u de instelling wijzigen naar ADVANCED als de
afbeelding niet opnieuw wordt weergegeven nadat het signaal opnieuw is gestart.
OPTION (Optie): de monitor verspringt automatisch naar de slaapstand wanneer het kamerlicht beneden het niveau
valt dat door de gebruiker is ingesteld. Het niveau kan worden gewijzigd in de instelling OFF MODE (uit-modus) in
Label 6 van het geavanceerde OSD-menu.
In de energiebesparingsstand knippert de led op de voorkant van de monitor met een gele kleur. Wanneer de monitor
in de energiebesparende stand staat, drukt u op een van de knoppen op de voorkant van de monitor (met uitzondering
van POWER (Aan/uit) en SELECT (Selecteren)) om naar de werkmodus terug te keren. Wanneer het licht in de
omgeving naar een normaal niveau terugkeert, verspringt de monitor weer naar de normale werkmodus.
Menuhulpmiddelen
LANGUAGE (Taal)
De menu’s van de OSD-besturingselementen zijn beschikbaar in negen talen.
OSD LEFT/RIGHT (OSD links/rechts)
U bepaalt zelf waar u het beeld voor OSD-besturing op het scherm wilt laten weergeven. Als u OSD Location
(Locatie OSD) selecteert, kunt u handmatig de positie van de OSD-bedieningsmenu's naar links of rechts verschuiven.
OSD DOWN/UP (OSD omhoog/omlaag)
U bepaalt zelf waar u het menu met de OSD-besturingselementen op het scherm wilt laten verschijnen. Als u OSD
Location (Locatie OSD) selecteert, kunt u handmatig de positie van het menu met de OSD-besturingselementen
omhoog of omlaag verschuiven.
OSD TURN OFF (OSD uitschakelen)
Het OSD-bedieningsmenu blijft op het scherm zolang u het gebruikt. U kunt opgeven hoe lang de inactiviteit op de
monitor moet duren (nadat u voor het laatst een knop hebt ingedrukt) voordat het OSD-bedieningsmenu automatisch
verdwijnt. De vooringestelde waarden zijn 10-120 seconden in stappen van 5 seconden.
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen)
Hiermee vergrendelt u de toegang tot alle OSD-functies. Als u probeert de OSD-besturingselementen opnieuw te
gebruiken wanneer de beveiligde modus is geactiveerd, verschijnt een venster op het scherm met de melding dat de
OSD-besturingselementen zijn vergrendeld. Er zijn drie typen OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen):
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) zonder besturingselementen: Als u de functie OSD Lock Out (OSD
vergrendelen) wilt inschakelen, drukt u eerst op de knop SELECT (Selecteren) en vervolgens op de knop Right
(rechts). Houd beide knoppen tegelijk ingedrukt. Als u de functie OSD Lock Out (OSD vergrendelen) wilt uitschakelen,
drukt u eerst op de knop SELECT (Selecteren) en vervolgens op de knop Right (Rechts). Houd beide knoppen tegelijk
ingedrukt terwijl het OSD-menu wordt weergegeven. Wanneer de beveiligde modus is geactiveerd, kunnen geen
besturingselementen worden aangepast.
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) (alleen) met besturingselement BRIGHTNESS (Helderheid): Als u de functie
OSD Lock Out (OSD vergrendelen) wilt inschakelen, drukt u eerst op de knop SELECT (Selecteren) en vervolgens op
de knop Down (Omlaag) en Left (Links). Houd beide knoppen tegelijk ingedrukt. Als u de functie OSD Lock Out (OSD
vergrendelen) wilt uitschakelen, drukt u eerst op de knop SELECT en vervolgens op de knop Down en Left (omlaag/
links). Houd beide knoppen tegelijk ingedrukt terwijl het OSD-menu wordt weergegeven. Wanneer deze beveiligde
modus is geactiveerd, kan BRIGHTNESS (Helderheid) worden aangepast.
OSD TRANSPARENCY (Transparantie OSD)
hiermee kunt u de transparantie van het OSD-menu instellen.
OSD COLOR (Kleur OSD)
Hiermee past u de kleur van het OSD-menu aan. “Tag window frame color” (Label kleur vensterkader), “Item select
color” (Kleur item selecteren) en “Adjust Window frame color” (Kleur vensterkader aanpassen) kunnen worden
ingesteld op rood, groen, blauw of grijs.
RESOLUTION NOTIFIER (Resolutiemelding)
De optimale resolutie is 1920 x 1080 voor P232W en 1920 x 1200 voor P242W. Als ON (aan) is geselecteerd,
verschijnt er na 30 seconden een melding op het scherm dat de resolutie niet is ingesteld op 1920 x 1080 voor P232W
of 1920 x 1200 voor P242W.
Nederlands-16
HOT KEY (Sneltoets)
U kunt de BRIGHTNESS (Helderheid) rechtstreeks aanpassen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de
helderheid met “LEFT” (LINKS) of “RIGHT” (RECHTS) aanpassen, terwijl het OSD-menu is uitgeschakeld. Het
standaard-OSD-menu kan worden geopend met de knop EXIT (Afsluiten). Wanneer deze functie is uitgeschakeld,
worden sommige knoppen eveneens uitgeschakeld (zie pagina 11).
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling)
Als u Factory Preset (Fabrieksinstelling) selecteert, kunt u alle OSD-instellingen resetten en terugkeren naar de
fabriekinstellingen: (BRIGHTNESS, CONTRAST, ECOMODE, BLACK, IMAGE CONTROL, COLOR CONTROL
SYSTEM, SHARPNESS, PIP MODE, PIP INPUT, PIP LEFT/RIGHT, PIP DOWN/UP, PIP SIZE, USB SELECTION, EDID
EXTENSION, OFF TIMER, OFF MODE, OSD LEFT/RIGHT, OSD UP/DOWN, OSD TURN OFF, OSD TRANSPARENCY).
U kunt de instellingen afzonderlijk aanpassen door de gewenste functie te selecteren en op de knop RESET te drukken.
OPMERKING: als u wilt dat tijdens het resetten ook de instellingen voor beeldkalibratie en SELF COLOR
CORRECTION (Zelfcorrectie kleur) opnieuw worden ingesteld, kies dan in het OSD-menu voor
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) (zie pagina 24).
ECO Information (ECO-informatie)
CARBON SAVINGS (Vermindering van CO2): hier wordt informatie over de geschatte vermindering van CO2 in kg
weergegeven.
CARBON USAGE (Koolstofgebruik): geeft het geschatte koolstofgebruik in kg weer.
Dit is een wiskundige schatting, niet een daadwerkelijk gemeten waarde.
Deze schatting is zonder enige opties gedaan.
COST SAVINGS (Kostenbesparing): hier worden de besparingen op elektriciteitskosten in balans weergegeven.
CARBON CONVERT SETTING (Instelling koolstofconversie): hiermee wordt de factor voor de ecologische voetafdruk
aangepast in de berekening voor de vermindering van CO2. De begininstelling is gebaseerd op de OECD (versie 2008).
CURRENCY SETTING (Instelling valuta): toont de elektriciteitskosten in 6 valuta.
CURRENCY CONVERT SETTING (InstellingValutaconversie): toont de elektriciteitsbesparing in kW/h (standaard in
Amerikaanse valuta).
OPMERKING: de valuta-instelling van dit model is in eerste instantie “Currency = US$” en voor de valutaomzetting
wordt in eerste instantie de instelling Currency Convert = $0,11 gehanteerd.
Deze instelling kunt u wijzigen met behulp van het menu ECO information (ECO-informatie).
Wanneer u de Franse instelling wilt gebruiken, dient u de onderstaande stappen te raadplegen:
1. Druk op de knop Menu om het menu te openen en selecteer het menu ECO information (ECO-`
informatie) met de knop LINKS of RECHTS.
2. Selecteer het onderdeel van de CURRENCY SETTING (Instelling Valuta) door op de knop
OMHOOG of OMLAAG te drukken.
3.
De Franse valuta-eenheid is de Euro ( ). U kunt de valuta-instelling vanaf de Amerikaanse dollar ($)
wijzigen in
de Euro ( ) door de knop LINKS of RECHTS aan te raken in het menu met de huidige
instelling.
4. Selecteer het onderdeel van de CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling Valutaconversie) met
behulp van de knop OMHOOG of OMLAAG.
De begininstelling voor Euro (
) is Duitsland van OECD (versie 2007).
Controleer een rekening met de Franse elektriciteitsprijzen of OECD-gegevens voor Frankrijk.
Frankrijk van OECD (versie 2007) was
0,12.
5. Pas het onderdeel van de CURRENCY CONVERT SETTING (Instelling Valutaconversie) aan met
de knop LINKS of RECHTS.
Information (Informatie)
Hier wordt informatie gegeven over de actieve weergaveresolutie (hoofdbeeld), de huidige instelling voor USB-invoer
en technische gegevens, inclusief de vooraf ingestelde timing die voor de horizontale en verticale frequentie wordt
gebruikt. Geeft de naam van het model en het serienummer van de monitor weer.
Waarschuwingen op het scherm
OSD-waarschuwingsmenu's verdwijnen wanneer u op de knop EXIT drukt.
NO SIGNAL (Geen signaal): deze functie geeft een waarschuwing weer wanneer er geen signaal voor horizontale
of verticale synchronisatie aanwezig is. Nadat de voeding weer is ingeschakeld of wanneer het ingangssignaal wordt
gewijzigd, verschijnt het venster No Signal (Geen signaal).
RESOLUTION NOTIFIER (Resolutiemelding): deze functie waarschuwt wanneer een andere resolutie dan de
geoptimaliseerde resolutie wordt gebruikt. Het venster Resolution Notifi er wordt geopend nadat de voeding is
ingeschakeld, wanneer een ander ingangssignaal wordt geselecteerd of wanneer het videosignaal niet de juiste
resolutie heeft. Deze functie kan worden uitgeschakeld in het menu Tools.
OUT OF RANGE (Buiten bereik): deze functie geeft een suggestie voor de optimale resolutie en
verversingsfrequentie. Het menu Out Of Range wordt ingeschakeld nadat de voeding is ingeschakeld, wanneer een
ander ingangssignaal wordt geselecteerd of het videosignaal niet de juiste timing heeft.
INTERLACED SIGNALS ARE NOT SUPPORTED (Interlaced signalen worden niet ondersteund): deze functie
geeft een waarschuwing weer wanneer het interlace signaal wordt gebruikt. Wanneer de afbeelding zichtbaar is, wijzigt
u het signaal van het apparaat van interlaced in progressief (niet-interlaced). Raadpleeg voor uitgebreide informatie
“Geen beeld” in Problemen oplossen.
Voor gedetailleerde informatie over de besturingselementen gebruikt u het GEAVANCEERD OSD-Menu.
Nederlands
Nederlands-17
De functie PICTURE MODE (Beeldmodus) gebruiken
Kies de Picture Mode (beeldmodus) die het meest geschikt is voor het type inhoud dat wordt weergegeven.
Er zijn drie soorten modi (sRGB, REC-Bt709, HIGH BRIGHT (Zeer helder), FULL (Volledig), DICOM SIM., PROGRAMMABLE
(Programmeerbaar)).
Elke PICTURE MODE (Beeldmodus) omvat BRIGHTNESS (Helderheid), AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid),
WHITE (Wit), Color Gamut (Kleurengamma), GAMMA, BLACK (Zwart), UNIFORMITY (Uniformiteit), COLOR VISION
EMU (Kleurbeeld EMU), METAMERISM (Metamerie), RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering), AMBIENT LIGHT
COMP. (Samenstelling kamerverlichting), (6-AXIS ADJUST) (6-assige aanpassing). U kunt deze instellingen wijzigen in het
geavanceerde menu Label1.
Het type PRESET (VOORINSTELLING) voor PICTURE MODE (BEELDMODUS)
PRESET (Vooraf ingesteld) DOEL
sRGB
Standaardkleurenruimte die wordt gebruikt voor internet, Windows-besturingssystemen en digitale
camera's. Aanbevolen instelling voor algemeen kleurbeheer.
REC-Bt709
Kleurinstelling voor HD-televisie.
HIGH BRIGHT (Zeer helder)
Instelling voor hoogste helderheid.
FULL (Volledig)
Eigen kleurendisplay voor scherm. Geschikt voor programma's die gebruikmaken van kleurenschema's.
Gebruik ICC-kleurenprofi el op de bijgeleverde cd-rom.
DICOM SIM.
Medische instellingen voor weergave van röntgenbeelden. Instelling die voldoet aan de DICOM-standaard
voor de weergavefunctie in grijswaarden.
PROGRAMMABLE
(Programmeerbaar)
Voor MultiProfi ler-software of de hardwarekalibratieinstellingen door NEC Display Solutions-software
(sommige OSD-instellingen zijn uitgeschakeld).
OPMERKING: - Wanneer de geselecteerde PICTURE MODE (Beeldmodus) verschilt van het ICC-kleurenprofi el van de
computer, ondervindt u mogelijk een onjuiste kleurweergave.
- MultiProfi ler-software, ontwikkeld door NEC Display Solutions, wordt aanbevolen voor het bieden van
uitgebreide functies voor kleurbeheer zoals ICC-profi elemulatie en printeremulatie. MultiProfi ler-software
wordt meegeleverd op de cd-rom. De nieuwste MultiProfi ler-software kan ook van de website worden
gedownload.
- Wanneer PICTURE MODE (Beeldmodus) is vergrendeld, wordt “PICTURE MODE IS LOCKED” (Beeldmodus
vergrendeld) op het scherm weergegeven. Als u de instellingen voor PICTURE MODE (Beeldmodus) wilt
ontgrendelen, drukt u tegelijkertijd op de knoppen “SELECT” (Selecteren) en “UP” (Omhoog).
Nederlands-18
Geavanceerd OSD
Wanneer u behoefte hebt aan uitgebreide informatie over de bedieningselementen, kunt u het menu Advanced (Geavanceerd)
raadplegen. Er zijn twee manieren om toegang te krijgen tot het geavanceerde menu.
Methode 1:
<Het geavanceerde menu openen>
Druk op de knop Menu voor toegang tot het OSD-menu. Gebruik de knoppen aan de voorkant om de cursor naar de
ADVANCED SETTING (Geavanceerde instelling) in Color control systems (Kleurbedieningssytemen) te verplaatsen.
Druk op de knop INPUT (INVOER) om het geavanceerde schermmenu te openen.
<Het geavanceerde menu sluiten>
Druk op de knop EXIT (Afsluiten).
Methode 2:
<Het geavanceerde menu openen>
Zet de monitor uit.
Schakel de monitor in door de knoppen “POWER” (Aan/uit) en “SELECT” (Selecteren) gedurende minimaal één seconde
gelijktijdig in te drukken. Druk vervolgens op de besturingsknoppen (EXIT, LINKS, RECHTS, OMHOOG, OMLAAG).
Het geavanceerde schermmenu wordt weergegeven.
Dit menu is groter dan de normale OSD.
<Het geavanceerde menu sluiten>
Schakel de monitor uit en daarna weer in.
Wanneer u een aanpassing wilt uitvoeren, zorgt u dat de gewenste label is gemarkeerd en drukt u vervolgens op “SELECT”
(Selecteren).
Wanneer u naar een andere label wilt gaan, drukt u op “EXIT” en vervolgens op “LINKS” of “RECHTS” om een andere label te
markeren.
Label1 PICTURE MODE
(Beeldmodus)
Hiermee selecteert u PICTURE MODE
(Beeldmodus)
, een van 1 to 5.
PRESET
(Vooraf ingesteld)
Hiermee kunt u uit de PRESET-opties (Vooraf ingestelde opties)-opties de optie
PICTURE MODE PRESET selecteren (zie pagina 17).
BRIGHTNESS*
2
(Helderheid)
Hiermee wordt het algehele helderheid van het beeld en de achtergrond van het scherm
aangepast. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om aan te passen.
WHITE (Wit) Hiermee past u de kleurentemperatuur of xy-instelling voor wit aan. Een lage
kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins rood en een hoge kleurentemperatuur
maakt het scherm enigszins blauw. Een sterke x maakt het scherm enigszins rood,
een sterke y maakt het scherm enigszins groen en een zwakke xy maakt het scherm
enigszins blauw-wit.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) (Label7) opnieuw worden ingesteld als de AUTO BRIGHTNESS
(Automatische helderheid) is ingeschakeld (ON).
Nederlands
Nederlands-19
GAMMA
Hiermee kunt u de helderheid van grijstinten handmatig selecteren. Er zijn vijf keuzes: sRGB,
L Star, DICOM SIM., PROGRAMMABLE (Programmeerbaar) en CUSTOM (Aangepast). We
raden u aan om gegevens over grijswaarden op het scherm weer te geven.
sRGB: GAMMA-instelling voor sRGB.
L Star: GAMMA-instellingen voor Lab-kleurenruimte.
DICOM SIM.: DICOM GSDF (Grayscale Standard Display Function) wordt doorgaans
gebruikt voor medische toepassingen.
PROGRAMMABLE (Programmeerbaar): de instellingen kunnen aan uw voorkeur worden
aangepast door de applicatiesoftware te downloaden. U kunt dit selecteren wanneer
PICTURE MODE (Beeldmodus) PROGRAMMABLE (Programmeerbaar) is.
CUSTOM (Aangepast): CUSTOM VALUE kan worden aangepast als CUSTOM
(Aangepast) is geselecteerd als de instelling voor GAMMA SELECTION
(Gammaselectie).
CUSTOM VALUE (Aangepaste waarde): de gammawaarde wordt geselecteerd van
0,5 tot 4,0 in stappen van 0,1.
BLACK (Zwart)
Hiermee past u de zwartluminantie aan. Wanneer de geselecteerde instellingen zo laag zijn dat die
niet kunnen worden weergegeven, wordt de indicator in het OSD-menu magenta weergegeven.
RED (Rood)
GREEN (Groen)
BLUE (Blauw)
Hiermee past u het kleurengamma aan. Wanneer de geselecteerde instellingen buiten het
bereik van de LCD-monitor liggen, wordt de indicator in het OSD-menu magenta weergegeven.
COLOR VISION
EMU (Kleurenzicht
emuleren)
Hiermee kunt u voorbeeldweergaven weergeven voor typerende afwijkingen voor het
menselijk zicht en kan worden gebruikt om te evalueren hoe mensen met dergelijke
afwijkingen kleuren waarnemen. Deze voorbeeldweergave is beschikbaar in vier modi:
Types P (protanopie), D (deuteranopia) en T (tritanopie) bootsen dichromatisme in
kleuren na, en de grijsschaal kan worden gebruikt om de leesbaarheid van contrasten te
evalueren.
OPMERKING: afhankelijk van het zicht van de gebruiker, inclusief degenen met
kleurenblindheid, zal er een variatie zijn in hoe de schermkleuren worden gezien en
ervaren.
Er wordt een simulatie gebruikt om het beeld van mensen met kleurenblindheid
te illustreren. Het is niet hun werkelijke beeld. De simulatie is een reproductie van
mensen met een sterke kleurenblindheid van het type P, D of T. Mensen met een lichte
kleurenblindheid zullen weinig tot geen verschil bemerken in vergelijking met mensen met
normaal kleurenzicht.
Nederlands-20
UNIFORMITY
(Uniformiteit)
Deze functie compenseert elektronisch voor de geringe variaties in het
uniformiteitsniveau van het wit, zowel als voor kleurdifferentiaties die voor kunnen
komen in het weergavegebied van het scherm. Deze variaties zijn kenmerkend voor
lcd-schermtechnologie. Met deze functie worden de kleuren verbeterd en wordt de
uniformiteit van de luminantie van de monitor geëgaliseerd.
OPMERKING: met de functie UNIFORMITY (Uniformiteit) reduceert u de algehele
piekluminantie van het scherm. Als u liever meer luminantie ziet in plaats van uniforme
prestaties van de monitor, dient u UNIFORMITY (Uniformiteit) uit te schakelen. Een hoge
waarde biedt een beter effect, maar kan ook de CONTRAST RATIO (Contrastverhouding)
verminderen. Als BRIGHTNESS (Helderheid) in magenta wordt weergegeven, wordt de
instelling voor UNIFORMITY (Uniformiteit) automatisch verlaagd.
Label2 SHARPNESS
(Scherpte)
Dit is een digitale mogelijkheid om bij alle signaaltimings een scherp beeld te behouden.
Hierbij wordt de scherpte voortdurend aangepast om afhankelijk van uw voorkeur een
scherp of zacht beeld te behouden. Deze waarde wordt afzonderlijk ingesteld op basis
van verschillende timings. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
RESPONSE IMPROVE
(Responsverbetering)
Schakelt de functie Response Improve in of uit. Responsverbetering kan het wazig
worden van bepaalde bewegende beelden verminderen.
ECO MODE
(ECO-Modus)
Vermindert de verbruikte elektriciteit door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): geen functie.
MODE1 (Modus 1): vermindert de maximale helderheid tot circa 64,3%. (P232W)
Vermindert de maximale helderheid tot circa 54,5%. (P242W)
MODE2 (Modus 2): vermindert de maximale helderheid tot circa 28,6%. (P232W)
Vermindert de maximale helderheid tot circa 24,2%. (P242W)
AUTO BRIGHTNESS
(Automatische
helderheid)
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) heeft twee instellingen.
“OFF” (uit) wordt aanbevolen voor de beste reproductie van kleuren.
OFF (Uit): geen functie.
ON (Aan): Past de helderheid automatisch aan door het helderheidsniveau van de omgeving
te registreren en de monitor via de instelling BRIGHTNESS (Helderheid) aan te passen.
Raadpleeg pagina 32 voor volledige informatie over “Auto Brightness” (Automatische
helderheid).
Opmerking: bedek de sensor die de helderheid van de omgeving registreert (ambient
lichtsensor) niet.
METAMERISM
(Verschil)
Hiermee verbetert u de witpuntovereenstemming wanneer de monitor naast een
standaard beeldscherm wordt gebruikt. Deze functie compenseert de wijze waarop het
menselijk oog kleuren anders waarneemt dan het wetenschappelijke instrument dat
wordt gebruikt om tijdens het kalibratieproces het scherm aan te passen. Deze functie
moet uitgeschakeld worden in kleurafhankelijke toepassingen.
AMBIENT LIGHT
COMP. (Compensatie
kamerverlichting)
De luminantie-instelling is afhankelijk van de compensatie van de kamerverlichting.
Deze instelling heeft voornamelijk invloed op zwarte afbeeldingen.
OPMERKING: de ambient lichtsensor meet de helderheid van de omgeving wanneer het
apparaat is ingeschakeld en heeft invloed op de kwaliteitsinstellingen van afbeeldingen
en kleuren.
OPMERKING: bedek de sensor die de helderheid van de omgeving registreert (Ambient
lichtsensor) niet.
(6 - AXIS ADJUST)
(As aanpassen)
HUE (Tint): Hiermee past u de tint van elke kleur aan*
1
. De kleurverandering wordt op het
scherm weergegeven en in de menubalken voor de kleur wordt de mate van aanpassing
weergegeven.
SATURATION: Hiermee past u de diepte van elke kleur aan*
1
. Druk op de knop
“RECHTS” en de levendigheid van de kleur neemt toe.
OFFSET: Hiermee past u de helderheid van elke kleur aan*
1
. Druk op de knop “RECHTS”
en de helderheid van de kleur neem toe.
*1: ROOD, GEEL, GROEN, CYAAN, BLAUW en MAGENTA.
SHORTCUT CUSTOM
(Snelkoppeling Aangepast)
U kunt de PICTURE MODE (Beeldmodus) selecteren wanneer deze wordt weergegeven
in het snelmenu voor PICTURE MODE (Beeldmodus).
Label3 R-H.POSITION
(R-H.positie - alleen
analoge ingang)
Hiermee stelt u de positie van de roodcomponent van het beeld in.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
G-H.POSITION
(G-H.positie - alleen
analoge ingang)
Hiermee stelt u de positie van de groencomponent van het beeld in.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
B-H.POSITION
(B-H.positie - alleen
analoge ingang)
Hiermee stelt u de positie van de blauwcomponent van het beeld in.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
R-FINE (R-fi jnafstelling -
alleen analoge ingang)
Hiermee kunt u de FINE (Fijninstelling) van het RODE component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
Nederlands
Nederlands-21
G-FINE (G-fi jnafstelling -
alleen analoge ingang)
Hiermee kunt u de FINE (Fijninstelling) van het GROENE component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
B-FINE (B-fi jnafstelling -
alleen analoge ingang)
Hiermee kunt u de FINE (Fijninstelling) van het BLAUWE component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
R-SHARPNESS
(R-scherpte - alleen
analoge ingang)
Hiermee kunt u de scherpte van het rode component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
G-SHARPNESS
(G-scherpte - alleen
analoge ingang)
Hiermee kunt u de scherpte van het groene component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
B-SHARPNESS
(B-scherpte - alleen
analoge ingang)
Hiermee kunt u de scherpte van het blauwe component van het beeld aanpassen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
DVI LONG CABLE
(Lange DVI-kabel -
Uitsluitend DVI-invoer)
Dit compenseert verslechtering van de beeldkwaliteit die ontstaat door gebruik van een
lange DVI-kabel.
Een lager getal houdt minder compensatie in.
HDMI LONG CABLE
(Lange HDMI-kabel)
(alleen HDMI-ingang)
Compenseert voor verslechtering van het beeld veroorzaakt door het gebruik van een
lange HDMI-kabel.
Een lager getal houdt minder compensatie in.
DP LONG CABLE
(lange DP-kabel)*
1
(alleen DisplayPort-
ingang)
Compenseert voor verslechtering van het beeld veroorzaakt door het gebruik van een
lange DisplayPort-kabel.
Een hoger getal leidt tot een beter resultaat, maar kan kleuren, verversingssnelheid en
resolutie verminderen.
Label4 AUTO ADJUST*
2
(Automatische
regeling)
(alleen analoge ingang)
Hiermee worden automatisch de instellingen voor Image Position (Beeldpositie), H.SIZE
(Breedte) en FINE (Fijnafstelling) aangepast.
Druk op “SELECT” (Selecteren) om Auto Adjustment (Automatische regeling) te
activeren. Gebruik het testpatroon op de bijgeleverde cd-rom.
SIGNAL ADJUST
(Signaal aanpassen)
(alleen analoge ingang)
Bepaalt wanneer de automatische aanpassing automatisch wordt geactiveerd.
De beschikbare keuzes zijn “SIMPLE” (Eén) en “FULL” (Volledig). Druk op “LINKS” of
“RECHTS” om te selecteren.
H-size, Fine, H/V Position Contrast
SIMPLE O X
FULL O O
O: Automatische aanpassing X: Geen automatische aanpassing
OPMERKING: De automatische aanpassing werkt alleen bij een resolutie van 800x600 of hoger.
AUTO ADJUST
LEVEL
(Niveau automatische
aanpassing)
(alleen analoge ingang)
Bepaalt het niveau van de automatische aanpassing voor AUTO ADJUST (Automatische
aanpassing). De beschikbare keuzen zijn “SIMPLE” (Eén), “FULL” (Volledig) en “DETAIL”.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om te selecteren. Raadpleeg de onderstaande tabel.
Size, Fine, Position Contrast Black Level Tijd
SIMPLE O X X 1 seconde
FULL O O X 1,5 seconden
DETAIL* O O O 5 seconden
O: Automatische aanpassing X: Geen automatische aanpassing
*Met “DETAIL” wordt de automatische aanpassing voor de lange kabel (schuin, piek) geactiveerd.
A-NTAA SW
(Automatische SW)
(alleen analoge ingang)
Met de geavanceerde functie Advanced No Touch Auto Adjust (Automatisch aanpassen
zonder aanraken) worden nieuwe signalen herkend zelfs als noch de resolutie, noch de
vernieuwingssnelheid is veranderd. Als meerdere computers zijn aangesloten op het
beeldscherm, en deze computers zenden zeer vergelijkbare (of dezelfde) resolutie- en
vernieuwingssnelheidssignalen uit, herkent het beeldscherm het als een nieuw signaal.
Het beeldscherm optimaliseert automatisch het beeld zonder dat de gebruiker er iets
voor hoeft te doen.
OFF (Uit): A-NTAA is uitgeschakeld.
ON (Aan): Als een verandering in signaal wordt waargenomen, zal A-NTAA het
beeldscherm aanpassen aan de optimale instellingen voor het nieuwe signaal. Als er
geen verandering in signaal wordt waargenomen, wordt A-NTAA niet geactiveerd. Het
scherm is zwart wanneer het beeldscherm het signaal optimaliseert.
OPTION (Optie): Dezelfde functies als ON (Aan). Het scherm wordt alleen niet zwart als
het beeldscherm de aanpassingen doet voor de verandering in signaal, zodat het nieuwe
signaal sneller wordt weergegeven. Als u een extern schakelapparaat gebruikt om 2 of
meer computers op het beeldscherm aan te sluiten, kunt u de instellingen voor ON (Aan)
of OPTION (Optie) gebruiken.
*1 Alleen voor P232W.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands-22
AUTO CONTRAST*
2
(Automatische
contrastregeling)
(alleen analoge ingang)
Hiermee wordt het weergegeven beeld voor niet-standaard beeldsignaal-inputs ingesteld.
Druk op “SELECT” als u deze waarde wilt aanpassen. Voor aanpassingen moet het
beeld witte vlakken bevatten.
CONTRAST
(alleen analoge ingang)
Hiermee wordt helderheid en contrast van het beeld ten opzichte van de achtergrond
aangepast. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om dit aan te passen.
AUTO BLACK LEVEL*
2
(Automatisch Zwartniveau)
(alleen analoge ingang)
Hiermee past u het zwartniveau automatisch aan. Voor aanpassing moet het beeld
zwarte vlakken bevatten. Druk op “SELECT” (Selecteren) om AUTO ADJUST
(Automatisch aanpassen) te activeren.
BLACK LEVEL
(Zwartniveau)
(alleen analoge ingang)
Hiermee past u het RGB-zwartniveau aan op basis van het invoersignaal.
VIDEO LEVEL
(Videoniveau)
(alleen HDMI-ingang)
NORMAL (Normaal): voor computerinstelling. Geeft alle ingangssignalen weer in stappen
van 0-255.
EXPAND (Uitgebreid): voor instelling van audio/video-apparatuur. Breidt ingangssignalen
uit van stappen van 16-235 naar stappen van 0-255.
AUTO: automatische instelling, afhankelijk van het ingangssignaal.
Label5 H.POSITION
(H. positie)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het
lcd-scherm in. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
V.POSITION
(Verticale positie)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-
scherm in. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de helderheid in te stellen.
H.SIZE
(Breedte, alleen
analoge ingang)
Hiermee wordt de breedte van het scherm aangepast.
Als de beeldinstelling die u met de functie “AUTO ADJUST” (Automatische regeling)
bereikt niet aan uw wensen beantwoordt, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de
functie “H.SIZE” (Breedte) (of “V.SIZE” (hoogte)) (dot clock).
Hiervoor kunt u een moiré-
testpatroon gebruiken. Met deze functie wordt mogelijk de breedte van het beeld gewijzigd.
Centreer het beeld op het scherm met de menuknoppen LINKS/RECHTS. Als de
H.SIZE
(Breedte)
(
V.SIZE (hoogte)
) onjuist is gekalibreerd, worden verticale lijnen weergegeven.
Het beeld moet homogeen zijn.
FINE
(Fijnafstelling - alleen
analoge ingang
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze
instelling te verhogen of te verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie “AUTO ADJUST” (Automatische regeling) en
“H.SIZE” (Breedte) niet naar wens is, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met
de functie “FINE” (Fijnafstelling). Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken.
Als de fi jnafstelling onjuist is gekalibreerd, worden op het scherm horizontale lijnen
weergegeven. Het beeld moet homogeen zijn.
AUTO FINE
(Automatische fi jnafstelling
- alleen analoge ingang)
Deze functie past van tijd tot tijd de FINE (Fijnafstelling) automatisch aan na verandering
in de conditie van het signaal. Deze functie wordt circa iedere 33 minuten aangepast.
H.RESOLUTION
(H. resolutie)
Hiermee wordt de breedte aangepast door de instelling te vergroten of te verkleinen.
Druk op de knop “RECHTS” om de breedte van het beeld op het scherm te vergroten.
Druk op de knop “LINKS” om de breedte van het beeld op het scherm te verkleinen.
V.RESOLUTION
(V. resolutie)
Hiermee wordt de hoogte aangepast door de instelling te vergroten of te verkleinen.
Druk op de knop “RECHTS” om de hoogte van het beeld op het scherm te vergroten.
Druk op de knop “LINKS” om de hoogte van het beeld op het scherm te verkleinen.
EXPANSION Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt
gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
CUSTOM (Aangepast): Wanneer CUSTOM (aangepast) is geselecteerd als de modus
voor Expansion wordt het mogelijk om H. ZOOM., V. ZOOM en ZOOM POS in te stellen.
OVER SCAN
(OVERSCANNEN)
(ALLEEN HDMI-INGANG)
Voor sommige videoformaten is een scanconversie nodig om het beeld zo goed mogelijk
weer te geven.
ON (Aan): het beeldformaat is groter dan wat kan worden weergegeven. Het lijkt alsof
de beeldrand is bijgesneden. Ongeveer 95% van het beeld wordt weergegeven op het
scherm.
OFF (Uit): het beeldformaat blijft binnen de grenzen van het weergavegebied. Het
volledige beeld wordt weergegeven op het scherm.
AUTO: automatische instelling.
SIDE BORDER COLOR
(Kleur zijbalken)
Hiermee kunt u de balk aan de zijkanten van het beeld donkerder en lichter maken.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands
Nederlands-23
Label6 USB SELECTION
(USB selecteren)
Selectie USB-poort upstream voor DP/HDMI/DVI-D/D-SUB. Wanneer een computer op
de upstreampoorten wordt aangesloten, kunnen de USB-downstreampoorten van de
monitor worden gebruikt door deze instelling voor het huidige invoersignaal te kiezen.
Wanneer u slechts één upstreampoort gebruikt, is de aangesloten upstreampoort actief.
U kunt de actieve weergave en upstream-USB-poortcombinatie wijzigen met de knop
INPUT (zie pagina 11).
OPMERKING: om gegevensverlies te voorkomen moet u voor het wijzigen van de USB-
upstreampoorten zorgen dat er geen USB-opslagapparaten worden gebruikt door het
besturingssysteem van de aan de USB-upstreampoort gekoppelde computer.
EDID-EXTENSION*
1
(EDID-uitbreiding -
Uitsluitend DVI-invoer)
Een instelling voor communicatie met het invoerapparaat met signaaltiming.
NORMAL: als een pc of andere computerapparatuur is aangesloten, selecteert u
“NORMAL” (Normaal).
ENHANCED (Verbeterd): alternatieve instelling voor andere apparaten dan pc's, zoals
dvd-spelers of gameconsoles.
Opmerking: Interlaced signalen (480i, 576i, 1080i) worden niet ondersteund. Wanneer
er zich problemen voordoen, dient u het gedeelte Problemen oplossen in deze
gebruikershandleiding te raadplegen.
Wanneer EDID EXTENSION (EDID-uitbreiding) is gewijzigd, moet de aangesloten
apparatuur opnieuw worden gestart.
VIDEO DETECT*
2
(Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één
computer op de monitor is aangesloten.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om te selecteren.
FIRST (Eerst): als het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor
een videosignaal op de andere ingangspoort(en). Als het videosignaal zich op een
andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de ingangspoort van de nieuwe
gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen als de huidige
videobron aanwezig is.
LAST (Laatste): als de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige
bron en er wordt een signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de
monitor automatisch over op de nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal
niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere ingangspoort. Als
het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
ingangspoort van de nieuw gedetecteerde videobron in.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de
monitor wordt ingeschakeld.
OFF TIMER
(Uit-Timer)
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken
die met de functie ON/OFF (Aan/Uit) is ingesteld. Wanneer u “ON” (Aan) selecteert, drukt
u op “SELECT” (Selecteren) en “LINKS” of “RECHTS” om het aan te passen. Voordat het
apparaat wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht weergegeven op het scherm waarin
de gebruiker gevraagd wordt of hij wil dat de uitschakeltijd met 60 minuten vertraagd
wordt. Druk op een willekeurige OSD-knop om de uitschakeltijd te vertragen.
POWER SAVE
TIMER*1
(Energiebesparingstimer)
ON (Aan): De monitor wordt automatisch uitgeschakeld nadat er gedurende 2 uur geen
beeldsignaal is geregistreerd.
OFF (Uit): de monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld wanneer er geen
videosignaal wordt geregistreerd.
OFF MODE
(Uit-modus)
De functie Intelligent Power Manager zet de monitor in de slaapstand als er een tijd geen
activiteit heeft plaatsgevonden. De OFF MODE (uit-modus) heeft vier instellingen.
OFF (Uit): De monitor gaat niet naar de slaapstand als het ingangssignaal verloren gaat.
STANDARD (Standaard): De monitor gaat niet naar de slaapstand als het ingangssignaal
verloren gaat.
ADVANCED (geavanceerd): Het signaaldetectiecircuit werkt altijd. Hersteltijd naar de
normale modus is sneller dan in de instelling STANDARD (standaard). Stroomverbruik is
hoger dan in de instelling STANDARD.
OPMERKING: wanneer de instelling STANDARD is gekozen, moet u de instelling
wijzigen naar ADVANCED als de afbeelding niet opnieuw wordt weergegeven nadat het
signaal opnieuw is gestart.
OPTION (Optie): De monitor verspringt automatisch naar de slaapstand wanneer het
kamerlicht beneden het niveau valt dat door de gebruiker is ingesteld.
OFF MODE SETTING
(Instelling Uit-modus)
Hiermee past u de luminantiewaarde van OFF MODE (Uit-modus) aan.
Luminantiewaarde wordt weergegeven.
LED BRIGHTNESS*
2
(Helderheid led)
Hiermee wordt de helderheid van het aan/uit-lampje van de monitor ingesteld.
LED COLOR*
2
(Kleur van de led)
Het aan/uit-lampje op de voorkant knipper blauw of groen.
Label7 LANGUAGE*
2
(Taal) De menu’s van de OSD-besturingselementen zijn beschikbaar in negen talen.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om te selecteren.
OSD H.POSITION
(OSD H. positie)
U bepaalt zelf waar u het menu met de OSD-besturingselementen op het scherm wilt
laten verschijnen. Als u OSD Location (Locatie OSD) selecteert, kunt u handmatig de
positie van het menu met de OSD-besturingselementen naar links of rechts verschuiven.
*1 Alleen voor P232W.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands-24
OSD V.POSITION
(OSD V. positie)
U bepaalt zelf waar u het menu met de OSD-besturingselementen op het scherm wilt
laten verschijnen. Als u OSD Location (Locatie OSD) selecteert, kunt u handmatig de
positie van het menu met de OSD-besturingselementen omhoog of omlaag verschuiven.
OSD TURN OFF
(OSD uitschakelen)
Het menu met de OSD-besturingselementen blijft op het scherm zolang u het gebruikt.
U kunt opgeven hoe lang de inactiviteit op de monitor moet duren (nadat u voor het
laatst een knop hebt ingedrukt) voordat het menu met de OSD-besturingselementen
automatisch verdwijnt.
De vooringestelde waarden zijn 10-120 seconden in stappen van 5 seconden.
OSD LOCK OUT*
2
(OSD vergrendelen)
Hiermee vergrendelt u de toegang tot alle OSD-functies. Wanneer u probeert om de
OSD-besturingselementen te activeren in de modus Lock Out (Vergrendelen) wordt een
scherm weergegeven met de OSD-besturingselementen die zijn vergrendeld.
Er zijn drie soorten OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen):
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) zonder besturingselement: Als u de functie OSD
Lock Out (OSD vergrendelen) wilt inschakelen, drukt u eerst op de knop SELECT
(Selecteren) en vervolgens op de knop “RIGHT” (RECHTS). Houd beide knoppen tegelijk
ingedrukt. Als u de functie OSD Lock Out (OSD vergrendelen) wilt uitschakelen, drukt u
eerst op de knop SELECT (Selecteren) en vervolgens op de knop “RIGHT” (RECHTS).
Houd beide knoppen tegelijk ingedrukt terwijl het OSD-menu wordt weergegeven. Er
kunnen geen besturingselementen worden aangepast in de modus Lock out (Vergrendeld).
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) alleen met besturingselement voor BRIGHTNESS
(Helderheid): Als u de functie OSD Lock Out (OSD vergrendelen) wilt inschakelen, drukt
u eerst op de knop SELECT en vervolgens op de knop “OMLAAG” en “LINKS”. Houd
beide knoppen tegelijk ingedrukt. Als u de functie OSD Lock Out (OSD vergrendelen)
wilt uitschakelen, drukt u eerst op de knop SELECT en vervolgens op de knop
“OMLAAG” en “LINKS”. Houd beide knoppen tegelijk ingedrukt terwijl het OSD-menu
wordt weergegeven. Wanneer de beveiligde modus is geactiveerd, kan BRIGHTNESS
(Helderheid) worden aangepast.
CUSTOM (Aangepast): Druk op RESET en EXIT om naar het menu CUSTOM
(Aangepast) te gaan. Selecteer ENABLE (Inschakelen) of DISABLE (Uitschakelen)
voor POWER KEY (Aan/uit-knop), INPUT SEL (Ingang sel.), HOT KEY (BRIGHTNESS)
(Sneltoets (Helderheid)), PICTURE MODE (Beeldmodus), WARNING (RESOLUTION
NOTIFIER/OSD LOCK OUT) (Waarschuwing resolutiemelding/OSD vergrendelen).
Als u de functie OSD Lock Out wilt uitschakelen, drukt u op RESET en EXIT om de
waarschuwing LOCK OUT (Vergrendelen) op het scherm weer te geven.
Druk op SELECT (Selecteren), SELECT (Selecteren), <, >, <, >, EXIT.
OSD TRANSPARENCY
(Transparantie OSD)
hiermee kunt u de transparantie van het OSD-menu instellen.
OSD COLOR*
2
(Kleur OSD)
“Tag window frame color” (Label kleur vensterkader), “Item select color” (Kleur item
selecteren) en “Adjust Window frame color” (Kleur vensterkader aanpassen) kunnen
worden veranderd.
BOOT LOGO*
2
(OPSTARTLOGO)
Het NEC-logo wordt kort weergegeven nadat de monitor wordt ingeschakeld. Deze
functie kan in het schermmenu aan- of uitgezet worden.
Opmerking: als u de knop “EXIT” ingedrukt houdt terwijl het NEC-logo wordt
weergegeven, verschijnt het menu BOOT LOGO (Opstartlogo). U kunt de instelling voor
het BOOT LOGO (Opstartlogo) wijzigen naar UIT.
SIGNAL INFORMATION*
2
(Signaalinformatie)
Signaalinformatie kan worden weergegeven in de hoek van het scherm.
De signaalinformatie is “ON” (AAN) of “OFF” (UIT).
RESOLUTION
NOTIFIER*
2
(Resolutiemelding)
De optimale resolutie is 1920 x 1080 voor P232W en 1920 x 1200 voor P242W. Als ON
(aan) is geselecteerd, verschijnt er na 30 seconden een melding op het scherm dat de
resolutie niet is ingesteld op 1920 x 1080 voor P232W of 1920 x 1200 voor P242W.
Druk op “LINKS” of “RECHTS” om de gewenste optie te selecteren.
HOT KEY*
2
(Sneltoets)
Wanneer deze functie is geactiveerd, kan de helderheid van de monitor met de knoppen
op de voorkant worden aangepast zonder het OSD-menu te hoeven gebruiken.
Met de knoppen “LEFT” (LINKS) of “RIGHT” (RECHTS) past u de helderheid aan.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, worden sommige knoppen eveneens
uitgeschakeld. Zie pagina 11.
FACTORY PRESET*
2
(Fabrieksinstelling)
Wanneer u de optie FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) kiest, worden voor
alle OSD-besturingselementen opnieuw de fabrieksinstellingen geladen. Als u het
besturingselement markeert waarvoor u opnieuw de fabrieksinstellingen wilt laden en
daarna op de knop RESET drukt, kunt u de instellingen afzonderlijk aanpassen.
Label8 PIP MODE
(PIP-modus)
Selecteer PIP MODE, OFF/PIP/PICTURE BY PICTURE - ASPECT/PICTURE BY
PICTURE - FULL. Zie pagina 14.
PIP INPUT (PIP-invoer)
Hiermee selecteert u het PIP-invoersignaal.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands
Nederlands-25
PIP LEFT/RIGHT
(PIP links/rechts)
Wanneer u “PIP” selecteert in PIP MODE (Modus Beeld-in-beeld), kunt u de horizontale
positie van het PIP-weergavegebied aanpassen.
PIP DOWN/UP
(PIP omhoog/omlaag)
Wanneer u “PIP” selecteert in PIP MODE (Modus Beeld-in-beeld), kunt u de verticale
positie van het PIP-weergavegebied aanpassen.
PIP SIZE (PIP-formaat)
Hiermee selecteert u het formaat van het beeld dat in de PIP MODE (Modus Beeld-in-
beeld) word wordt ingevoegd.
BLANK SIGNAL SKIP
(Overslaan bij geen signaal)
Geen signaalingangen overslaan wanneer u het ingangssignaal wijzigt met de knop
INPUT (Ingang).
OSD ROTATION
(OSD-Rotatie)
AUTO: Wanneer het beeldscherm is gedraaid, roteert de OSD automatisch. OSD
ROTATION (OSD roteren) is standaard ingesteld op AUTO.
LANDSCAPE (LIGGEND): geeft de OSD liggend weer.
PORTRAIT (STAAND): geeft de OSD staand weer.
IMAGE ROTATION
(Beeldrotatie)
AUTO: het hoofdbeeld roteert automatisch volgens de oriëntatie van het beeldscherm.
Als AUTO is geselecteerd in het menu OSD ROTATION (OSD roteren), dan roteert het
hoofdbeeld volgens de oriëntatie van het beeldscherm.
OFF (Uit): het hoofdbeeld is niet geroteerd. IMAGE ROTATION (Beeldrotatie) is
standaard ingesteld op OFF.
ON (AAN): het hoofdscherm wordt altijd geroteerd.
SUB IMAGE
ROTATION
(subbeeldrotatie)
AUTO: het beeld van het subvenster roteert automatisch volgens de oriëntatie van het
beeldscherm. Als AUTO is geselecteerd in het menu OSD ROTATION (OSD roteren),
dan roteert het beeld van het subvenster volgens de oriëntatie van het beeldscherm.
OFF (Uit): het beeld van het subvenster is niet geroteerd. IMAGE ROTATION
(beeldrotatie) is standaard ingesteld op OFF.
ON (AAN): het beeld van het subvenster wordt altijd geroteerd.
DDC/CI DDC/CI ENABLE/DISABLE (DDC/CI inschakelen/uitschakelen): hiermee schakelt u de
tweerichtingscommunicatie met en bediening van de aangesloten pc met de videokabel
in of uit.
OPMERKING: Stel DDC/CI in op ENABLE wanneer u kalibratiesoftware zoals
MultiProfi ler voor de hardware zoals DisplayPort, DVI of VGA gebruikt.
SCREEN SAVER
(Schermbeveiliging)
Gebruik de SCREEN SAVER (Schermbeveiliging) om het risico op inbranding te beperken.
MOTION (Default OFF) (Beweging, standaard uit): Het beeld beweegt na enige tijd in
4 richtingen om het risico op inbranding te beperken.
De timing voor MOTION (Beweging) kan worden ingesteld zodat het beeld beweegt in
intervallen van 10 tot 900 seconden. Timing is ingesteld op intervallen van 10 seconden.
OPTION (Optie) (Standaard REDUCED (Gereduceerd)): Er zijn twee keuzeselecties.
REDUCED (Gereduceerd): De schermafbeelding wordt verkleind tot 95% van de grootte
en wordt periodiek in vier richtingen verschoven. Het scherm is mogelijk iets minder
scherp dan normaal. De volledige afbeelding wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING: sommige invoersignalen worden wellicht niet ondersteund door
REDUCED (Gereduceerd).
FULL (Volledig): De schermafbeelding wordt VOLLEDIG weergegeven en wordt periodiek
in vier richtingen verschoven. De schermafbeelding komt buiten het weergavegebied in
de richting waarin deze verschoven wordt. Het kan daardoor lijken dat een gedeelte van
de afbeelding wordt afgebroken.
OPMERKING: SCREEN SAVER (Schermbeveiliging) werkt wanneer ENABLE is ingesteld
op OFF in TILE MATRIX (Tegelmatrix) en PIP MODE (PIP-modus) is ingesteld op OFF.
Label9
(alleen
analoge
ingang)
INPUT SETTING*
2
(Instelling voor
ingangen)
Video Band Width (Videobandbreedte): reduceer het visuele ruisniveau van het
ingangssignaal. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie.
Druk op LEFT (Links) of RIGHT (Rechts) om te selecteren.
Sync Threshold (Drempel synchr.): Hiermee past u het “slice”-niveau van een
synchronisatiesignaal aan. Druk op “SELECT” (Selecteren) om het aanpassingsmenu
te verplaatsen. Hiermee past u de gevoeligheid van de afzonderlijke of composiet
ingangssignalen aan.
Probeer deze optie als u de ruis niet wegkrijgt met de FINE-aanpassing (Fijnafstelling).
SOG Threshold*
1
(SOG-drempel): Hiermee past u de gevoeligheid van de
“Synchronisatie t.o.v. groen”-ingangsignalen aan. Hiermee past u het zogeheten “slice”-
niveau aan bij het afzonderen van een synchronisatie van een “Synchronisatie t.o.v.
groen”-ingangsignaal. Druk op “LINKS” of “RECHTS” om te selecteren
Clamp Position (Klempositie): wanneer u geen standaardtiming voor de monitor gebruikt,
kan het beeld donkerder dan normaal worden weergegeven of kan kleurvervorming
optreden. Gebruik het besturingselement Clamp Position (Klempositie) om de normale
weergave van het beeld te herstellen.
*1 Alleen voor P232W.
*2 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands-26
LabelA TILE MATRIX
(Tegelmatrix)
Met de functie TILE MATRIX (Tegelmatrix) kunt u één beeld weergeven op meerdere
beeldschermen. Deze functie kan worden gebruikt voor maximaal 25 monitoren (5
verticaal en 5 horizontaal). Voor het gebruik van de functie TILE MATRIX (Tegelmatrix)
moet het PC-uitvoersignaal worden doorgezonden naar een distributieversterker op elke
afzonderlijke monitor.
H MONITOR: Selecteert het aantal horizontale beelden.
V MONITOR: Selecteert het aantal horizontale beelden.
MONITOR No: De positie van waaruit het scherm moet worden uitvergroot.
TILE COMP (Tegelcompositie): Werkt in combinatie met TILE MATRIX (Tegelmatrix) ter
compensatie van de breedte van de randen van de schermen om het beeld nauwkeurig
weer te geven.
Tile Comp (Tegelcompositie) met 4 monitors (in het zwarte gebied worden de
monitorbeelden weergegeven):
monitor1
monitor2
monitor3
monitor4
monitor1
monitor2
monitor3
monitor4
Tile Comp ON (TegelComp AAN)Tile Comp OFF (TegelComp UIT)
OPMERKING: TILE MATRIX (Tegelmatrix) functioneert alleen wanneer de PIP MODE
(PIP-modus) is uitgeschakeld.
LabelB CARBON SAVINGS
(Koolstofbesparing)
Hier wordt informatie over de geschatte vermindering van CO2 in kg weergegeven.
CARBON USAGE
(Koolstofgebruik)
Geeft het geschatte koolstofgebruik in kg weer. Dit is een wiskundige schatting, niet een
daadwerkelijk gemeten waarde. Deze schatting is zonder enige opties gedaan.
COST SAVINGS
(Kostenbesparing)
Hier worden de besparingen op elektriciteitskosten in balans weergegeven.
CARBON CONVERT
SAVING (Instelling
Koolstofconversie)
Hiermee wordt de factor voor de ecologische voetafdruk aangepast in de berekening
voor de vermindering van CO2. De begininstelling is gebaseerd op de OECD (versie
2008).
CURRENCY
SETTING*
1
(INSTELLING
VALUTA)
Hiermee wordt de prijs van de elektriciteit weergegeven (beschikbaar in 6 valuta-
eenheden).
CURRENCY
CONVERT SETTING
(INSTELLING
VALUTA-
CONVERSIE)
Hhiermee wordt het equivalent voor energieprijzen – energie in de berekening voor de
besparing van het energietarief aangepast.
HOURS RUNNING*
1
(Uren actief)
De totale tijd actief wordt weergegeven.
LabelC INFORMATION*
1
(Informatie)
Bevat informatie over de huidige schermresolutie. Technische gegevens, zoals de
voorafi ngestelde tijd die wordt gebruikt en de horizontale en verticale frequenties, worden
ook weergegeven.
*1 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Nederlands
Nederlands-27
Specifi caties - P232W
Monitorspecifi caties MultiSync P232W Opmerkingen
Lcd-module Diagonaal:
effectief beeldoppervlak:
eigen resolutie (aantal pixels):
58,4 cm / 23 inch
58,4 cm / 23 inch
1920 x 1080
Actieve matrix; TFT (Thin Film Transistor) LCD (Liquid
Crystal Display); 0,265 mm dot pitch; 250 cd/m
2
witluminantie; 1000:1 contrastverhouding (standaard).
Ingangssignaal
DisplayPort: DisplayPort-connector: Digitale RGB DisplayPort voldoet aan standaard V1.1a, van
toepassing op HDCP1.3
DVI: DVI-D 24-pins: Digitale RGB DVI (HDCP)
VGA: 15-pins mini D-SUB: Analoge RGB
synchr.
0,7 Vp-p/75 ohm
Afzonderlijke synchr.TTL-niveau Positief/Negatief
Composiet synchr. TTL-niveau Positief/Negatief
Synchr t.o.v groen
(video, 7 Vp-p en Sync Negatief 0,3 Vp-p)
HDMI: HDMI-connector: Digitale RGB HDMI (HDCP)
Kleuren weergeven 1,073,741,824 (DisplayPort/HDMI 10 bit)
16,777,216 (DVI)
Afhankelijk van de videokaart
Synchronisatiebereik Horizontaal:
Verticaal:
31,5 kHz tot 83,0 kHz, 118,4 kHz*
2
(analoog)
31,5 kHz tot 83,0 kHz, 118,4 kHz*
2
(digitaal)
50 Hz tot 85 Hz
Automatisch
Automatisch
Automatisch
Weergavehoek Links/rechts:
Omhoog/omlaag:
±89° (CR > 10)
±89° (CR > 10)
Beeldvormingstijd 14 ms (standaard) 8 ms (grijs-naar-grijs, standaard)
Ondersteunde resoluties (mogelijk
ondersteunen sommige systemen niet alle
hier vermelde resoluties).
640 x 480*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
720 x 350*
1
bij 70 Hz tot 85 Hz
720 x 400*
1
bij 70 Hz tot 85 Hz
800 x 600*
1
bij 56 Hz tot 85 Hz
832 x 624*
1
bij 75 Hz
1024 x 768*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1152 x 864*
1
bij 70 Hz tot 85 Hz
1152 x 870*
1
bij 75 Hz
1152 x 900*
1
bij 66 Hz
1280 x 960*
1
bij 60 Hz
1280 x 1024*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1400 x 1050*
1
bij 60 Hz tot 75 Hz
1440 x 900*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1600 x 900*
1
bij 60 Hz
1680 x 1050*
1
bij 60 Hz
1920 x 1080 bij 60 Hz........................................... NEC DISPLAY SOLUTIONS beveelt de resolutie
1024 x 1280*
1
bij 60 Hz aan voor een optimale beeldschermprestatie.
1080 x 1920*
1
bij 60 Hz
480P (720 x 480*
1
bij 60 Hz)
576P (720 x 576*
1
bij 50 Hz)
720P (1280 x 720*
1
bij 50 Hz tot 60 Hz)
1080P (1920 x 1080*
1
bij 50 Hz tot 60 Hz)
Actief weergavegebied Liggend: Horiz.:
Vert.:
Staand: Horiz.:
Vert.:
509,2 mm
286,4 mm
286,4 mm
509,2 mm
USB-hub I/F:
Poort:
Belastingsstroom:
USB-specifi catie, revisie 2.0
Upstream 2
Downstream 3
maximaal 0,5 A per poort
Voeding 100-240 V wisselstroom - 50/60 Hz
Nominale stroomsterkte 0,94-0,35 A (met optie)
Afmetingen Landscape (Liggend):
Portrait (Staand):
Hoogteverstelling:
543,6 mm (B) x 338 - 488 mm (H) x 227,6 mm (D)
21,4 inch (B) x 13,3 - 19,2 inch (H) x 9,0 inch (D)
322,4 mm (B) x 559,2 - 598,6 mm (H) x 227,6 mm (D)
12,7 inch (B) x 22,0 - 23,6 inch (H) x 9,0 inch (D)
150 mm/5,9 inch (Staande weergavestand)
39,4 mm/1,6 inch (Liggende weergavestand)
Gewicht 9,2 kg
Milieuoverwegingen
Gebruikstemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
Opslagtemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
5°C tot 35°C / 41°F tot 95°F
30% tot 80%
0 tot 2.000 m
-10°C tot 60°C / 14°F tot 140°F
10% tot 85%
0 tot 12.192 m
*1
Geïnterpoleerde resoluties: Wanneer resoluties met minder pixels dan de LCD-module worden gebruikt, kan tekst er anders uitzien. Dat is normaal en nodig voor
alle huidige vlakbeeldtechnologieën wanneer andere resoluties dan de eigen resolutie op het volledige scherm worden weergegeven. In vlakbeeldtechnologieën is
elk punt op het scherm één pixel. Als u dan resoluties uitbreidt tot het volledige scherm, moet een interpolatie van de resolutie worden uitgevoerd.
*2 Alleen resolutie 1080 x 1920.
OPMERKING: deze technische specifi caties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nederlands-28
Specifi caties - P242W
Monitorspecifi caties MultiSync P242W Opmerkingen
Lcd-module Diagonaal:
effectief beeldoppervlak:
eigen resolutie (aantal pixels):
61,1 cm / 24 inch
61,1 cm / 24 inch
1920 x 1200
Actieve matrix; TFT (Thin Film Transistor) LCD (Liquid
Crystal Display); 0,270 mm dot pitch; 350 cd/m
2
witluminantie; 1000:1 contrastverhouding (standaard).
Ingangssignaal
DisplayPort: DisplayPort-connector: Digitale RGB DisplayPort voldoet aan standaard V1.1a, van
toepassing op HDCP1.3
DVI: DVI-D 24-pins: Digitale RGB DVI (HDCP)
VGA: 15-pins mini D-SUB: Analoge RGB
synchr.
0,7 Vp-p/75 ohm
Afzonderlijke synchr.TTL-niveau Positief/Negatief
Composiet synchr. TTL-niveau Positief/Negatief
HDMI: HDMI-connector: Digitale RGB HDMI (HDCP)
Kleuren weergeven 1,073,741,824 (DisplayPort/HDMI 10 bit)
16,777,216 (DVI)
Afhankelijk van de videokaart
Synchronisatiebereik Horizontaal:
Verticaal:
31,5 kHz tot 93,8 kHz, 118,4 kHz*
2
(analoog)
31,5 kHz tot 91,1 kHz, 118,4 kHz*
2
(digitaal)
50 Hz tot 85 Hz
Automatisch
Automatisch
Automatisch
Weergavehoek Links/rechts:
Omhoog/omlaag:
±89° (CR > 10)
±89° (CR > 10)
Beeldvormingstijd 14 ms (standaard) 8 ms (grijs-naar-grijs, standaard)
Ondersteunde resoluties (mogelijk
ondersteunen sommige systemen niet alle
hier vermelde resoluties).
640 x 480*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
720 x 400*
1
bij 70 Hz tot 85 Hz
800 x 600*
1
bij 56 Hz tot 85 Hz
832 x 624*
1
bij 75 Hz
1024 x 768*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1280 x 960*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1280 x 1024*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1600 x 1200*
1
bij 60 Hz Door NEC DISPLAY SOLUTIONS aanbevolen
1920 x 1200 bij 60 Hz........................................... resolutie voor optimale weergaveprestaties.
1400 x 1050*
1
bij 60 Hz tot 75 Hz
1400 x 900*
1
bij 60 Hz tot 85 Hz
1600 x 1200*
1
bij 65 Hz tot 75 Hz (analoog)
480P (720 x 480*
1
bij 60 Hz)
576P (720 x 576*
1
bij 60 Hz)
720P (1280 x 720*
1
bij 50 Hz tot 60 Hz)
1080P (1920 x 1080*
1
bij 50 Hz tot 60 Hz)
960 x 1200*
1
bij 60 Hz
1200 x 960*
1
bij 60 Hz
1200 x 1920 bij 60 Hz
Actief weergavegebied Liggend: Horiz.:
Vert.:
Staand: Horiz.:
Vert.:
518,4 mm
324,0 mm
324,0 mm
518,4 mm
USB-hub I/F:
Poort:
Belastingsstroom:
USB-specifi catie, revisie 2.0
Upstream 2
Downstream 3
maximaal 0,5 A per poort
Voeding 100-240 V wisselstroom - 50/60 Hz
Nominale stroomsterkte 0,83-0,47 A (met optie)
Afmetingen Landscape (Liggend):
Portrait (Staand):
Hoogteverstelling:
556,8 mm (B) x 378 - 528 mm (H) x 227,6 mm (D)
21,9 inch (B) x 14,9 - 20,8 inch (H) x 9,0 inch (D)
362,4 mm (B) x 572,4 - 625,2 mm (H) x 227,6 mm (D)
14,3 inch (B) x 22,5 - 24,6 inch (H) x 9,0 inch (D)
150 mm/5,9 inch (Staande weergavestand)
52,8 mm/2,1 inches (Liggende weergavestand)
Gewicht 10,2 kg
Milieuoverwegingen
Gebruikstemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
Opslagtemperatuur:
Vochtigheid:
Hoogte:
5°C tot 35°C / 41°F tot 95°F
20% tot 80%
0 tot 5.000 m
-10°C tot 60°C / 14°F tot 140°F
10% tot 85%
0 tot 12.192 m
*1
Geïnterpoleerde resoluties: Wanneer resoluties met minder pixels dan de LCD-module worden gebruikt, kan tekst er anders uitzien. Dat is normaal en nodig voor
alle huidige vlakbeeldtechnologieën wanneer andere resoluties dan de eigen resolutie op het volledige scherm worden weergegeven. In vlakbeeldtechnologieën is
elk punt op het scherm één pixel. Als u dan resoluties uitbreidt tot het volledige scherm, moet een interpolatie van de resolutie worden uitgevoerd.
*2 Alleen resolutie 1200 x 1920.
OPMERKING: deze technische specifi caties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Nederlands
Nederlands-29
Kenmerken
DisplayPort: DisplayPort is bedoeld als een schaalbare oplossing voor digitale weergaveconnectiviteit met een hoge prestatie die gereed is
voor de toekomst. Hiermee krijgt u de hoogste resoluties, de snelste vernieuwingssnelheden en de diepste kleurdiepten via standaardkabels.
HDMI: HDMI is ontworpen als de toekomstgerichte, schaalbare oplossing voor digitale weergaveconnectiviteit van hoge kwaliteit. Het biedt de
hoogste resoluties, de snelste vernieuwingsfrequenties en de diepste kleurdiepten via standaardkabels, met name voor audio/video-apparatuur
voor consumenten.
DFP (Digital Flat Panel): een volledig digitale interface voor platte beeldschermen waarvan het signaal compatibel is met DVI. Aangezien dit
een volledig digitale DVI-compatibele verbinding is, is slechts een eenvoudige adapter nodig om de DFP-connector op andere digitale DVI-
compatibele connectoren zoals DVI en P&D aan te sluiten.
P&D (Plug and Display): de VESA-interfacenorm voor digitale platte beeldschermen. Deze norm is robuuster dan DFP omdat deze het
doorsturen van andere signalen (zoals USB, analoge video en IEEE-1394-995) via een signaalconnector mogelijk maakt. Het VESA-comité
erkent DFP als subset van P&D. Aangezien dit een DVI-compatibele connector (voor de digitale ingangspinnen) is, is slechts een eenvoudige
adapter nodig om de P&D-connector op andere digitale DVI-compatibele connectoren zoals DVI en DFP aan te sluiten.
Roteervoet: hiermee kunt u de monitorstand aanpassen aan de toepassing die u wilt gebruiken, bijvoorbeeld Liggend voor brede documenten, of
Staand als u een volledige pagina op het scherm wilt weergeven. De stand Staand is ook ideaal voor videoconferenties op het volledige scherm.
Klein voetstuk: biedt de ideale oplossing voor omgevingen met beperkte ruimte waar nog steeds superieure beeldkwaliteit wordt vereist.
Dankzij het kleine voetstuk en het geringe gewicht van de monitor kunt u de monitor gemakkelijk tussen verschillende locaties verplaatsen of
transporteren.
Kleurenbeheersystemen: hiermee kunt u de kleuren op het scherm aanpassen en de kleurjuistheid van de monitor aanpassen aan een groot
aantal standaarden.
Natuurlijke kleurenmatrix: combineert zesassig kleurenbeheer met de sRGB-standaard. Het zesassig kleurenbeheer maakt
kleuraanpassingen mogelijk op basis van zes assen (R, G, B, C, M en Y) in plaats van op de drie assen (R, G en B) die voorheen beschikbaar
waren. De sRGB-standaard biedt de monitor een uniform kleurenprofi el. Hierdoor bent u zeker dat de kleuren op het scherm exact
overeenkomen met die op de kleurenafdruk (bij gebruik van een besturingssysteem dat sRGB ondersteunt en een sRGB-printer). Hiermee kunt
u de kleuren op uw scherm aanpassen en de kleurjuistheid van uw monitor aanpassen aan een groot aantal standaarden.
OSD (besturingselementen voor schermmenu): hiermee kunt u snel en gemakkelijk alle aspecten van het scherm instellen via eenvoudige
menu's op het scherm.
ErgoDesign-kenmerken: ontworpen voor een verbeterde ergonomie op de werkplek. Beschermt de gezondheid van de gebruiker en is
kostenbesparend. Enkele voorbeelden: besturingselementen op het scherm om snel en gemakkelijk beeldaanpassingen uit te voeren,
kantelvoetstuk voor de gewenste kijkhoek, klein voetstuk en conform de MPRII- en TCO-richtlijnen voor emissieverlaging.
Plug-and-Play: De Microsoft
®
-oplossing voor het Windows
®
-besturingssysteem vereenvoudigt de installatie van uw monitor, doordat de monitor
zijn mogelijkheden (zoals schermgrootte en ondersteunde resoluties) rechtstreeks naar uw computer stuurt, zodat de beeldschermprestaties
automatisch worden geoptimaliseerd.
IPM-systeem voor intelligent stroombeheer (Intelligent Power Manager): dit intelligente stroombeheer biedt een vernieuwende
energiebesparingsmodus die zorgt voor een lager energieverbruik van de monitor wanneer deze aan staat maar niet wordt gebruikt. Hiermee
bespaart u tweederde van de energiekosten van uw monitor, reduceert u de emissies en verlaagt u de kosten voor de klimaatregeling op de
werkplek.
Multiple Frequency Technology (meervoudige-frequentietechnologie): deze technologie zorgt dat de monitor zich automatisch juist instelt
op de scanfrequentie van de videokaart, zodat de gewenste resolutie wordt weergegeven.
FullScan-functie: hierdoor kunt u het volledige beeldbereik in de meeste resoluties gebruiken, wat het effectieve beeldoppervlak van het
scherm aanzienlijk vergroot.
Breedhoektechnologie: met deze technologie kan de gebruiker het beeld op de monitor vanuit een willekeurige hoek (178 graden) en vanuit
een willekeurige weergavestand (Staand of Liggend) bekijken. Deze voorziening biedt volledige weergave vanuit een hoek van maximaal 178°
naar links, rechts, boven of beneden.
Montage-interface conform VESA-norm: hierdoor kunt u de MultiSync-monitor monteren op een willekeurige montagearm of -beugel van een
andere leverancier op voorwaarde dat de arm of beugel voldoet aan de VESA-norm.
Visuele bediening (Visual controller): is een vernieuwende softwarefamilie, die door NEC Display Solutions is ontwikkeld, en die intuïtieve
toegang biedt tot alle besturingselementen voor de monitorinstelling en diagnose op afstand via de Windows-interface, op basis van de
VESA-standaard, DDC/CI. Afzonderlijke gebruikers kunnen zich van Visual controller bedienen met behulp van een standaard VGA- of DVI-
signaalkabel. Visual controller Administrator kan de totale eigendomskosten verlagen doordat onderhoud, diagnose en apparaatmeldingen via
het netwerk op afstand kunnen worden uitgevoerd.
No Touch Auto Adjust (Automatische regeling zonder tussenkomst (alleen analoge ingang)): past automatisch het beeldscherm aan de
optimale instellingen aan bij de installatie.
sRGB Color Control (sRGB-kleurenbeheer): een nieuwe, geoptimaliseerde standaard voor kleurenbeheer die zorgt dat kleuren op
computerschermen en andere randapparatuur met elkaar overeenstemmen. sRGB, dat is gebaseerd op de gekalibreerde kleurenruimte, biedt
optimale kleurenweergave en compatibiliteit met andere (oudere) veelgebruikte kleurenstandaarden.
UNIFORMITY (Uniformiteit): deze functie compenseert voor geringe afwijkingen in de uniformiteit van het wit op het scherm, verbetert de kleur
en egaliseert de uniformiteit van de luminantie van het scherm.
Response Improve (Responsverbetering): verbeterde respons voor grijs-naar-grijs.
Instelbaar en draaibaar voetstuk: biedt meer fl exibiliteit voor het comfortabel kijken naar de monitor.
Gemakkelijk te ontsluiten voetstuk: dient voor het snel verwijderen.
Technologie voor automatisch dimmen: dient voor automatische aanpassing van lichtniveau in relatie tot de achtergrondverlichting.
Met de USB 2.0-hub ontdekt u tijdens het gebruik van uw computer nieuwe en uitdagende mogelijkheden omdat u hierop digitale camera's,
scanners en dergelijke kunt aansluiten.
Nederlands-30
Problemen oplossen
Geen beeld
De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten op de poort van de videokaart/computer.
Zorg dat de videokaart correct in de computer is geplaatst.
Deze monitor biedt geen ondersteuning voor de DisplayPort-conversieadapter.
De aan-/uitknop op de voorkant van de monitor en die van de computer moeten zijn ingeschakeld.
Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk een ondersteunde modus is geselecteerd.
(Raadpleeg de documentatie bij de grafi sche kaart of het systeem als u de grafi sche modus wilt wijzigen.)
Controleer of de monitor en videokaart met elkaar compatibel zijn en aan de aanbevolen instellingen beantwoorden.
Controleer of de connector van de signaalkabel geen gebogen of ingedrukte pinnen heeft.
Controleer de signaalingang, “DVI-D”, “DisplayPort”, “HDMI” of “D-Sub”.
Als het LED-lichtje aan de voorkant geel knippert, controleert u de status van de OFF MODE (Uit-modus) (zie pagina 15).
De monitor schakelt automatisch uit wanneer de POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) of OFF TIMER
(Uitschakeltimer) is ingeschakeld. Schakel POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) of OFF TIMER
(Uitschakeltimer) uit.
Gebruik geen interlaced signalen als u een dvd-speler of elk ander type HD-apparaat gebruikt. Als de monitor een
interlaced signaal waarneemt, wordt een waarschuwing weergegeven op het scherm. Als deze waarschuwing wordt
weergegeven, doet u het volgende: Druk tegelijkertijd op de knoppen RESET en EXIT, om tijdelijk de afbeelding
afkomstig van het HD-apparaat weer te geven. Terwijl de afbeelding zichtbaar is, wijzigt u het signaal van het apparaat
van interlaced in progressief (niet-interlaced). Raadplaag de gebruikershandleiding van het apparaat voor gedetailleerde
informatie over het wijzigen van het signaal van interlaced in progressief.
De Aan/uit-knop reageert niet
Haal de stekker van de voedingskabel van de monitor uit het stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuw de
fabrieksinstellingen te laden.
Ingebrand beeld
Een inbranding wordt duidelijk wanneer de “geest” van een vorig beeld op het scherm zichtbaar blijft. In tegenstelling tot
CRT-monitoren is een inbranding op een lcd-monitor niet van blijvende aard, maar de weergave van niet-veranderende
beelden gedurende langere tijd moet worden vermeden. U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo lang
uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende één uur
wordt weergegeven en de “geest” van dat beeld blijft achter, schakelt u de monitor één uur uit om het ingebrande beeld
ongedaan te maken.
OPMERKING: zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig
gebruik te maken van een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te
schakelen als u deze niet gebruikt.
Afbeelding is verkleurd
Controleer of COLOR VISION EMU (Kleurenzicht emuleren) is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat instelling voor PICTURE MODE (Beeldmodus) gelijk is aan het ICC-profi el op uw computer.
Stel SELF COLOR CORRECTION (Automatisch kleurcorrectie) in.
Wanneer u een analoge invoer gebruikt, geeft u het testpatroon weer op de bijgesloten cd-rom en stelt u AUTO ADJUST
(Automatisch aanpassen) in.
Gebruik eerst de knop AAN/UIT aan de voorkant om het beeldscherm uit te schakelen. Gebruik daarna de knop AAN/
UIT om het beeldscherm in te schakelen terwijl u de knoppen RESET (PIP) en SELECT (INPUT) tegelijkertijd ingedrukt
houdt. Hiermee worden alle kleurparameters teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Het duurt ongeveer 10 seconden
voordat het scherm met fabrieksinstellingen wordt weergegeven.
Onregelmatige kleuren op het scherm
Verlaag de waarde voor BRIGHTNESS (Helderheid).
Stel UNIFORMITY (Uniformiteit) in op “5”.
Het beeld knippert
Wanneer u analoge invoer gebruikt, geeft u het testpatroon weer op de bijgesloten cd-rom en stelt u AUTO ADJUST
(Automatisch aanpassen) in.
Het bericht “OUT OF RANGE” (Buiten bereik) verschijnt (het scherm is leeg of geeft alleen onduidelijke beelden weer)
Het beeld is onduidelijk (er ontbreken pixels) en de OSD-waarschuwing “OUT OF RANGE” (Buiten bereik) wordt
weergegeven: de snelheid van de signaalklok of de resolutie is te hoog ingesteld. Selecteer een ondersteunde modus.
De OSD-waarschuwing “OUT OF RANGE” (Buiten bereik) wordt weergegeven op een leeg scherm: de signaalfrequentie
valt buiten het bereik. Selecteer een ondersteunde modus.
Nederlands
Nederlands-31
Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op het scherm
De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten op de poort van de computer.
Gebruik de OSD-besturingselementen van Image Adjust om het beeld scherp te stellen en stel het beeld juist af met de
jnafstelling.
Wanneer u van weergavemodus verandert, dient u de OSD-instellingen van Image Adjust mogelijk opnieuw aan te
passen.
Controleer of de monitor en videokaart met elkaar compatibel zijn en aan de aanbevolen signaaltimings beantwoorden.
Als uw tekst als een reeks betekenisloze tekens verschijnt, stelt u de beeldmodus in op non-interlaced en gebruikt u een
beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.
Het lampje van de monitor brandt niet (geen groene of gele kleur zichtbaar)
De aan/uit-schakelaar moet zijn ingeschakeld en de voedingskabel moet zijn aangesloten.
Verhoog de helderheidsinstelling van de LED.
Het beeld is minder helder
Controleer of ECO MODE (Eco-modus) en AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) zijn uitgeschakeld.
Als de helderheid varieert, dient u AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) uit te schakelen.
Stel PICTURE MODE (Beeldmodus) in op HIGH BRIGHT (Hoog helder). Zie pagina 17.
Een verminderde helderheid van het LCD-scherm kan worden veroorzaakt door langdurig gebruik of extreem koude
omstandigheden.
Als het scherm niet het gewenste niveau van helderheid kan behalen, zal de numerieke waarde in het schermmenu
knipperen.
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u “VIDEO LEVEL” (Videoniveau).
Het weergegeven beeld heeft verkeerde afmetingen
Gebruik de OSD-besturingselementen van Image Adjust om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk een ondersteunde modus is geselecteerd.
(Raadpleeg de documentatie bij de grafi sche kaart of het systeem als u de grafi sche modus wilt wijzigen.)
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u “OVER SCAN” (Overscannen).
Wijzig de H.RESOLUTION (Horizontale resolutie) of V.RESOLUTION (Verticale resolutie) in het Tag5 geavanceerde
OSD-menu.
Geen beeld
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, zet u de monitor uit en weer aan.
Controleer of de computer niet in een energiebesparende stand staat (druk op een toets op het toetsenbord of verschuif
de muis even).
Bij sommige beeldschermkaarten wordt geen beeldsignaal uitgevoerd wanneer de monitor wordt uit-/ingeschakeld of
wanneer de voedingskabel wordt losgekoppeld/aangesloten bij DisplayPort in lage resolutie.
Als u geen video op het scherm kunt zien, controleert u de status van de EDID EXTENSION (EDID-uitbreiding) in het
User menu (Gebruikersmenu) (zie pagina 14). De instelling moet mogelijk gewijzigd worden om HDCP-inhoud toe te
staan te worden weergegeven.
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u “OVER SCAN” (Overscannen).
Helderheid kan variëren met de tijd
Stel het AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) in op OFF en pas het niveau vervolgens aan.
OPMERKING:
wanneer de
AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid)
is ingeschakeld, past de monitor automatisch de
helderheid aan op dat van de omgeving.
Wanneer de helderheid van de omgeving verandert, verandert de monitor ook.
Zelfdiagnose
Het LCD-display is uitgerust met de mogelijkheid zelf afwijkingen te diagnosticeren. Wanneer de LCD een probleem
waarneemt, knippert de LED aan de voorkant in een patroon van lange en korte fl itsen, afhankelijk van het type
probleem dat wordt waargenomen.
Neem contact op met gekwalifi ceerd personeel als de LED een probleem aangeeft.
USB-hub werkt niet
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw USB-apparaat.
Controleer of een juiste upstream is geselecteerd bij het instellen van USB-hub (zie pagina 14).
Koppel een van de upstream-USB-kabels los wanneer u 2 upstreampoorten gebruikt.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Nederlands-32
De functie Auto Brightness (Automatische
helderheid) gebruiken
De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht in de ruimte. Als de
kamer licht is, produceert de monitor een vergelijkbare hoeveelheid meer licht. Als de kamer donker is, geeft de monitor minder
licht. Het doel van deze functie is om het kijken naar de monitor meer comfortabel voor het oog te maken in verschillende
verlichtingssituaties.
INSTELLING
Gebruik de volgende procedures om het helderheidsniveau in te stellen dat door de monitor wordt gebruikt wanneer de functie
Auto Brightness (Automatische helderheid) wordt geactiveerd.
1. Stel BRIGHTNESS (Helderheid) in. Dit is het hogere helderheidsniveau dat door de monitor wordt gekozen wanneer het
omgevingslichtniveau het hoogst is. Selecteer deze instelling wanneer het lichtniveau in de ruimte het hoogst is.
Selecteer “ON” in het menu AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) (Illustratie 1). Gebruik vervolgens de knoppen
aan de voorkant om de cursor te verplaatsen naar de instelling voor BRIGHTNESS (helderheid). Kies het gewenste
helderheidsniveau (Illustratie 2).
2. Stel DARK (Zwartniveau) in. Dit is het lagere helderheidsniveau dat door de monitor wordt gekozen het
omgevingslichtniveau laag is. Zorg dat de kamer zeer donker is tijdens het instellen van dit niveau.
Gebruik vervolgens de knoppen aan de voorkant om de cursor te verplaatsen naar de instelling voor BRIGHTNESS
(Helderheid). Kies het gewenste helderheidsniveau (Illustratie 3).
Illustratie 1 Illustratie 2 Illustratie 3
Wanneer de functie “AUTO BRIGHTNESS” (Automatische helderheid) is ingeschakeld, wordt het helderheidsniveau van het
scherm aangepast aan de verlichtingsomstandigheden van de kamer (Illustratie 4).
Niveau voor BRIGHTNESS
(Helderheid) voor de
monitor instellen voor
gebruik wanneer er weinig
kamerlicht is.
Helderheidsniveau dat voor gebruik
door de monitor is ingesteld bij veel
kamerlicht.
Helderheidsbereik
Lb: Grens tussen lichte en donkere verlichtingscondities, ingesteld op de fabriek
L1 : Helderheidsniveau dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij veel kamerlicht (L1>Lb)
L2 : Helderheidsniveau dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij weinig kamerlicht (L2<Lb)
L1 en L2 zijn door de gebruiker ingestelde helderheidsniveaus om te compenseren voor verandering in de kamerverlichting.
Illustratie 4
donker licht
kamerlicht
Waarde voor de schermhelderheid als gevolg van de functie Automatische helderheid
Helder kamerlicht
Weinig kamerlicht
Nederlands
Nederlands-33
NEC DISPLAY SOLUTIONS zet zich nadrukkelijk in voor de bescherming van het milieu en beschouwt recyclage als één van
de topprioriteiten van het bedrijf in een poging om de milieulast tot een minimum te beperken. Wij hebben ons voorgenomen om
milieuvriendelijke producten te ontwikkelen en streven er steeds naar om de nieuwste onafhankelijke standaarden van instellingen
als ISO (Internationale organisatie voor standaardisering) en TCO (Zweedse vakbond) mee te helpen defi ni?en en na te leven.
Het wegdoen van uw oude NEC-product.
Het doel van recycling is een milieuvoordeel te verkrijgen door hergebruik, bijwerken, herstellen of terugwinnen van materiaal.
Toegewijde recyclinglocaties zorgen ervoor dat componenten die schadelijk zijn voor het milieu voorzichtig worden behandeld
en veilig worden verwijderd. Om voor de beste recycling van onze producten te zorgen, biedt NEC DISPLAY SOLUTIONS een
verscheidenheid aan recycling-procedures en NEC geeft advies over hoe het product op een milieuvriendelijke manier te
behandelen als het einde van de levensduur bereikt is.
Alle vereiste informatie over het verwijderen van het product en landspecifi eke informatie over recyclinglocaties vindt u op de
volgende websites:
http://www.nec-display-solutions.com/greencompany/ (in Europa),
http://www.nec-display.com (in Japan) of
http://www.necdisplay.com (in de VS).
Energiebesparing
Deze monitor is uitgerust met een geavanceerde energiebesparingsfunctie. Wanneer een Display Power Management-
signaal (DPMS) naar de monitor wordt verzonden, treedt de energiebesparingsstand in werking. De monitor werkt met één
energiebesparingsstand.
Modus Energieverbruik Kleur LED
Normaal gebruik (met optie)
Circa 39 W (P232W)
Circa 39,5 W (P242W)
Groen of blauw
Normaal gebruik
Circa 29 W (P232W)
Circa 29,5 W (P242W)
Groen of blauw
Energiebesparingsstand
Minder dan 1 W (P232W)
Minder dan 0,5 W (P242W)
Geel
Modus uit
Minder dan 0,3 W (P232W)
Minder dan 0,2 W (P242W)
Brandt niet
Ga voor aanvullende informatie naar:
http://www.necdisplay.com/ (in de VS)
http://www.nec-display-solutions.com/ (in Europa)
http://www.nec-display.com/global/index.html (wereldwijd)
[P232W]
Voor informatie over energiebesparing: [Standaardinstelling: POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
ON (Aan)]
Voor ErP-richtlijnen:
Instelling: POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
ON (Aan)
Energieverbruik: 0,5 W of minder.
Tijd voor energiebeheerfunctie: circa 120 min.
Voor ErP-richtlijnen (Netwerkstand-by):
Instelling: POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
OFF (Uit)
Energieverbruik: 3,0 W of minder (met 1 poort geactiveerd)/3,0 W of minder (met alle poorten geactiveerd).
Tijd voor energiebeheerfunctie: circa 1 min.
[P242W]
Voor informatie over energiebesparing: [Standaardinstelling: OFF MODE (UIT-MODUS)
STANDARD (STANDAARD)]
Voor ErP-richtlijnen:
Instelling: OFF MODE (UIT-MODUS)
STANDARD (STANDAARD)
Energieverbruik: 0,5 W of minder.
Tijd voor energiebeheerfunctie: circa 15 min.
Voor ErP-richtlijnen (Netwerkstand-by):
Instelling: OFF MODE (UIT-MODUS)
ADVANCED (Geavanceerd)
Energieverbruik: 3,0 W of minder (met 1 poort geactiveerd)/3,0 W of minder (met alle poorten geactiveerd).
Tijd voor energiebeheerfunctie: circa 1 min.
Recycle- en energie-informatie van de fabrikant
Nederlands-34
WEEE-merk (Europese Richtlijn 2012/19/EU)
Verwijderen van het gebruikte product: Binnen de Europese Unie
Gezien de wetgeving van de EU, van toepassing in alle lidstaten, is het vereist dat u elektrische en
elektronische apparatuur voorzien van het symbool (links) apart wegdoet en scheidt van het huishoudelijke
afval. Hieronder vallen ook monitoren en elektrische accessoires zoals signaal- of voedingskabels. Als u
dergelijke producten wilt wegdoen, volg dan de richtlijnen van uw lokale overheid of doe navraag bij de
winkel waar u het product hebt aangeschaft. Volg, indien van toepassing, de geldende wet- en regelgeving,
of eventuele overeenkomsten in uw bezit. Het symbool op elektrische en elektronische producten is mogelijk
alleen van toepassing op de huidige lidstaten van de Europese Unie.
Buiten de Europese Unie
Als u woonachtig bent buiten de Europese Unie en elektrische of elektronische apparaten wilt wegdoen, neem dan contact op
met de lokale overheid om te informeren naar de juiste afvoermethode.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

NEC MultiSync P242W de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding