ZANKER CF2466 Handleiding

Type
Handleiding
24
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het
niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste
prestaties van de machine kunt verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees s.v.p. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op de veiligheidsaanwijzingen op de eerste bladzijden van deze gebruiksaanwijzing!
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed om er later nog dingen in na te kunnen slaan. Geef hem door
aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het
apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
INHOUD
25
NEDERLANDS
Waarschuwingen 26-27
Afdanken 27
Tips voor zuinig wassen 27
Technische gegevens 28
Installatie 29
Transportbeveiliging 29
Plaatsen 29
Watertoevoer 30
Waterafvoer 30
Elektrische aansluiting 31
Uw nieuwe wasautomaat 32
Beschrijving van de machine 32
Wasmiddellade 32
Controlelampje “deurvergrendeling” 32
Gebruik 33
Bedieningspaneel 33
Beschrijving van de bedieningselementen 33
Adviezen en tips voor het wassen 34
Was niet te lang opsparen 34
Sorteren 34
Temperaturen 34
Hoeveel wasgoed in de trommel? 34
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 35
Welke wasmiddelen gebruiken? 35
Traditionele poeder-wasmiddelen 35
Vloeibare wasmiddelen 35
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 36
Wasverzachter 36
Waterontharder 36
Volgorde van handelen 37-38
Textielbehandelingssymbolen 39
Programmatabel 40-41
Onderhoud
De buitenkant 42
De wasmiddelhouder 42
Het toevoerfilter 42
Het afvoerfilter 43
Waterafvoer in noodgevallen 43
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 43
Eenvoudige storingen 44-45
WAARSCHUWINGEN
26
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties
welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
FABRIEKSSERVICE.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het
stopcontact trekken, maar aan de steker.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging
behoren moeten beslist zijn verwijderd,
alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
Ernstige schade aan het apparaat of andere
zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de transport-
beveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten
behoeve van de installatie van dit apparaat
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die
hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiks-
aanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om
voortijds vlekken te verwijderen, dan moet
met het wassen in de wasautomaat gewacht
worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes,
ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke
kleine artikelen kunnen tussen de trommel en
de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk
in de wasautomaat doet, de borst- en
broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn
gesloten en eventueel loshangende knopen
verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was
geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
roest-
en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in
de wasautomaat.
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en
andere harde of scherpe materialen behoren
niet in de wasautomaat; zij kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent,
altijd eerst of het water weggepompt is.
Indien dat niet het geval is, laat de machine
dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in
twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt
het ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de
stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze
van installatie, de steker uit het stopcontact te
nemen of de badkamertrekschakelaar op de
UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik
altijd de watertoevoerkraan dicht.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
27
NEDERLANDS
TIPS VOOR ZUINIG WASSEN
Bescherming voor kinderen
Kinderen zien de gevaren in verband met
elektrische apparaten vaak niet. Zorg daarom
voor toezicht als het apparaat draait en laat
kinderen niet met de wasautomaat spelen.
Verpakkingsonderdelen (bijv. folie,
piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk
zijn. Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsonderdelen weghouden van
kinderen.
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet
worden. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat zolang het in werking is.
Let erop dat er geen kinderen of kleine dieren
in de trommel van het apparaat klimmen.
Houd daarom de deur van de wasautomaat
gesloten als hij niet gebruikt wordt.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang
terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer
eraf en verwijder de deursluiting.
Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container
voor oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
Informeer bij de gemeente wie het oude
apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen,
teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor licht vuile was het kortprogramma.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
AFDANKEN
28
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 58 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5,0 kg
Synthetica 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol 2,0 kg
Centrifugeertoerental maximum 1400/min.
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 500 kPa
maximum 800 kPa
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
29
NEDERLANDS
INSTALLATIE
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren;
in geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef
aan de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n
achterkant; zodanig dat de slangen niet
kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de
onderkant van de machine en maak de 2
plastic zakken aan de voorkant van het
apparaat los.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit
de machine, terwijl hij naar het midden van
de machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2
overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit
de gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
stopsels, die op de achterkant van de
machine of bij de gebruiksaanwijzing verpakt
zijn.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste
twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet
aan alle kanten enkele centimeters buiten de
machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige
maatregelen dat bij een eventuele lekkage het
water niet naar de verdieping eronder kan
lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur
of andere keukenmeubels kan leunen.
P0255
P1068
2
1
P1066
P0256
P0020
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor
u de machine in gebruik neemt.
30
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteits-
voorziening zich binnen het bereik van de
machineslangen en het aansluitsnoer bevinden.
Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw
installateur de kraan en/of de afvoer en/of het
stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van een of twee
van de verstelbare voetjes. Als de machine op
tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de
lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de
machine op alle vier de voetjes stevig op de
vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan
niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt
u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uit-
stromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan
de kraan of aan een haak in de muur op te
hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich
op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan
60 cm en niet hoger dan 90 cm.
P1088
P0021
P1051
P0022
31
NEDERLANDS
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van
de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter
van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant
over de vloer en laat u pas bij de
afvoermogelijkheid omhoog lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien
het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur
dan of een langer snoer aan de machine
monteren of het stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of
kabelhaspel is niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
Belangrijk!
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door
ELGROEP FABRIEKSSERVICE
vervangen worden.
32
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen
voor een moderne behandeling van uw
wasgoed, met besparing van water, stroom en
wasmiddel.
Doordat de wasmachines de laatste jaren
steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de
wastijd langer geworden. U zult echter merken
dat het wasresultaat optimaal is.
De temperatuurregelaar staat een
nauwkeurige temperatuurkeuze toe,
afhankelijk van het type en de vuilgraad van
het wasgoed.
De automatische sopafkoeling op 60°C in
het witte was-programma voor het
afpompen voorkomt dat kunststof
afvoerbuizen vervormen.
Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de heel voorzichtige
trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
De onbalans beveiliging zorgt voor een
goede stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
01 Wasmiddellade
02 Bedieningspaneel
03
Controlelampje “deurvergrendeling”
04 Deurhandgreep
05 Afvoerfilter
06 Verstelbare voetjes
Controlelampje “deurvergrendeling”
De deur is gedurende het programma elektrisch
vergrendeld.
De vergrendeling van de deur is aangewezen
door een licht dat naast het handvat van de deur
is aangebracht.
Zodra het lampje uitgegaan is kunt u de deur
openen.
Als de deur geopend moet worden voordat het
programma beëindigd is moet u eerst het toestel
uitschakelen door de AAN/UIT toets in te
drukken.
Na ongeveer twee minuten kunt u de deur
openen (u moet op het waterniveau in de
wasmaschine letten).
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
5
4
1
2
6
3
Classic
EIN
AUS
1000
600
KALT
CF 2066
ºC
95
80
70
60
50
40
30
KURZ
KOCH-/BUNTWÄSCHE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SCHLEUDERN
STÄRKEN
WEICHSPÜLEN
AUS
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
PFLEGELEICHT
SCHONSPÜLEN
SPÜLSTOP
WOLLE
FEINWÄSCHE
SPÜLSTOP
WOLLE/FEINWÄSCHE
SPÜLEN
ABPUMPEN
SCHON-
SCHLEUDERN
AUS
AUS
WEICHSPÜLEN
P0301
33
NEDERLANDS
GEBRUIK
Bedieningspaneel
Classic
EIN
AUS
1400
1000
KALT
ºC
95
80
70
60
50
40
30
KURZ
CF 2466
1234 5 6
KOCH-/BUNTWÄSCHE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SCHLEUDERN
STÄRKEN
AUS
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
PFLEGELEICHT
SCHONSPÜLEN
SPÜLSTOP
WOLLE
FEINWÄSCHE
SPÜLSTOP
WOLLE/FEINWÄSCHE
ABPUMPEN
AUS
AUS
WEICHSPÜLEN
SCHONSPÜLEN
SCHONSCHLEUDERN
1 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
2 Toets “AAN/UIT” (EIN/AUS)
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
3 Toets “verlaagd
centrifugeertoerental”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental als volgt:
voor katoen en linnen:
-van 1400 t/min tot 1000 t/min
voor synthetica en fijne was (progr.
Schonschleudern-Kort centrifugeren):
-van 900 t/min tot 650 t/min;
voor wol (progr. Schonschleudern-Kort
centrifugeren):
-van 1000 t/min tot 650 t/min.
4 Toets “kort” (KURZ)
Als u deze toets indrukt, worden de wastijden als
volgt verminderd:
- 35 minuten voor witte/bonte was
- 20 minuten voor synthetica
Kiest u een temperatuur van 30° tot 60°C.
1400
1000
5 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling
kiest u de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met
de temperatuur van het ingekomen leidingwater
wassen, door de knop op KOUD (KALT) in te
stellen.
6 Programmakeuzeknop
De machine heeft 3 wassectoren:
Witte/Bonte was (Koch-/Buntwäsche)
Synthetica (Pflegeleicht)
Wol/Fijne was (Wolle/Feinwäsche)
De programmakeuzeknop kan alleen naar
rechts gedraaid worden.
KOCH-/BUNTWÄSCHE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SCHLEUDERN
STÄRKEN
AUS
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
PFLEGELEICHT
SCHONSPÜLEN
SPÜLSTOP
WOLLE
FEINWÄSCHE
SPÜLSTOP
WOLLE/FEINWÄSCHE
ABPUMPEN
AUS
AUS
WEICHSPÜLEN
SCHONSPÜLEN
SCHONSCHLEUDERN
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden,
zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch
vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed,
de fijne was, is dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-
temperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan
adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste
programma, ook de maximaal toegestane
belading van de trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor
katoen en linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading
voor sterke synthetica en mengsels. Ook
zogeheten “kreukherstellende stoffen” vallen
onder synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen,
ongeveer weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar
deze stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet
wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Adviezen en tips voor het
wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet
al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen
is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook
vitrages, vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal
programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle
andere wolsoorten en mengsels kan niet
worden uitgesloten dat deze krimpen en/of
vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt
de soptemperatuur niet hoger dan het
gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen
en linnen, zoals beddegoed, tafellakens,
theedoeken, handdoeken, zakdoeken en
ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door
het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld
voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo
weinig vuil is dat het met een lage temperatuur
ook nog schoon wordt.
34
35
NEDERLANDS
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze
af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in
een sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de
wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee
papieren zakdoekjes de overgebleven was met
de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet
bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de
inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een
speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud
spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel
met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen.
Met witte schone katoenen doek en een
oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner)
behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met
fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit
is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat
en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten
intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of
de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray
of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water
uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een
biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken
met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en
linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus
behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton
en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen
open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat
of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is
niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan
door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of
zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is:
probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste
bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid
(kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het
is de moeite waard om daarna uit te proberen of
bij minder doseren uw wasgoed ook nog
voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u
bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of
bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas,
speciale fijnwasmiddelen, machine-
wolwasmiddelen en biologische voorwas- of
voorweekmiddelen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
36
Kalk slaat uit het water neer op zowel het
wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder
andere het stug worden van wasgoed en het
verkalken van het verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddel-
fabrikant een «kalkbindende» stof in het
wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat.
Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele
ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u
dat feitelijk slechts om meer kalkbindende
stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van
al die andere actieve stoffen. U kunt dat
verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil op te vangen door een
onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te
doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van
de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor
de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u
dat, mits u geen voorwas doet, direct in het
vakje voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel
meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor
lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor
hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren
wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op
dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen
doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan,
omdat u van deze wasmiddelen minder nodig
hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-
systeem voorzien, waardoor het wasmiddel
uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de
machine automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt:
het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet
in het doseervakje of de maximum aanduiding
komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden).
Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in
drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel
u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate
de hardheid hoger is.
37
NEDERLANDS
Volgorde van handelen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit
de wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1. Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen
wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2. Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhouder uit het
bedieningspaneel tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3. Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4.Kies, indien gewenst, extra
functies.
P0006
P0004
P0005
1400
1000
KURZ
38
5. Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de temperatuurregeling op
de gewenste temperatuur.
6. Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het
gewenste programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-
controlelampje en het deurvergrendelingslampje
lichten op en de machine start.
7. De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma met
spoelstop laten doen, dan moet het laatste
spoelwater afgepompt worden door het kiezen
van het programma SCHONSCHLEUDERN of
ABPUMPEN.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur
te openen; die tijd heeft de elektrische
deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling
uitgegaan is, kunt u de vulder openen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets
in te drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat
uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar
op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is,
anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt
kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op
ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan,
zodat de machine uit kan dampen.
M0008S
KALT
ºC
95
60
50
40
30
M0007S
KOCH-/BUNTWÄSCHE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SCHLEUDERN
STÄRKEN
AUS
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SCHONSPÜLEN
SPÜLSTOP
WOLLE/FEINWÄSCHE
ABPUMPEN
AUS
WEICHSPÜLEN
SCHONSPÜLEN
SCHONSCHLEUDERN
T0005
EIN
AUS
39
NEDERLANDS
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt;machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
40
PROGRAMMATABEL
(*) Referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75.
Temperatuurregelaar op 60°C.
(**) De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid
wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze
waardan hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
Wasprogramma’s voor katoen en linnen (witte en bonte was)
Maximum belading: 5 kg
Programma-
knop op
HAUPT-
WÄSCHE
HOOFDWAS
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden (**)
60°-95°
Witte was
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 60°-95°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
KURZ
(KORT)
1400
1000
KURZ
(KORT)
1400
1000
1400
1000
1400
1000
1400
1000
KURZ
(KORT)
1400
1000
HAUPT-
WÄSCHE
HOOFDWAS (*)
30°-60°
Bonte was
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 30°-60°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
SPÜLEN
SPOELEN
KOUD
(KALT)
KOUD
(KALT)
Spoelen van met de
hand gewassen goed
(witte, bonte was)
4 maal spoelen,
eventueel met
wasverzachter
Lang centrifugeren
Wasverzachten voor
witte en bonte was
Centrifugeren voor
witte en bonte was
STÄRKEN
WEICH-
SPÜLEN
WAS-
VERZACHTEN
1 maal spoelen met
wasverzachter
Lang centrifugeren
Afpompen en lang
centrifugeren
SCHLEUDERN
LANG
CENTRIFUGEREN
VORWÄSCHE
VOORWAS
30°-95°
Witte en bonte was
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 30°-95°C
3 maal spoelen
Lang centrifugeren
2,1 58 145
1,15 55 135
0,1 40 45
-1715
--10
2,5 74 165
41
NEDERLANDS
PROGRAMMATABEL
(**) De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid
wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur.
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen.
Om het water af te pompen kiest u het programma “SCHONSCHLEUDERN” of “ABPUMPEN”.
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading: 2,5 kg, wol 2 kg
HAUPT-
WÄSCHE
HOOFDWAS
30°-60°
Synthetica
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 30°-60°C
3 maal spoelen
Spoelstop
KURZ
(KORT)
1400
1000
KURZ
(KORT)
SCHON-
SPÜLEN
SPOELEN
KOUD
(KALT)
Compleet
spoelprogramma,
eventueel met
wasverzachter voor
synthetica
3 maal spoelen even-
tueel met wasverzachter
Spoelstop
WOLLE
WOL
30°-40°
30°-40°
Wol met het
wolmerk en de
aanduiding
“wasmachine veilig”
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Spoelstop
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen,
zijde
Aparte centrifugegang
voor synthetica, fijne
was en wol
FEINWÄSCHE
FIJNE WAS
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Spoelstop
Afpompen en kort
centrifugeren
SCHON-
SCHLEUDERN
KORT
CENTRIFUGEREN
Waterafvoer van de
laatste spoelgang voor
de wasprogramma’s
die eindigen met water
in de trommel
Water afvoeren
ABPUMPEN
AFPOMPEN
VORWÄSCHE
VOORWAS
30°-60°
Synthetica met voorwas
(erg vuile was)
Voorwassen 40°C
Wassen 30°-60°C
3 maal spoelen
Spoelstop
Programma-
knop op
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden (**)
0,93 57 80
-3625
0,47 50 50
0,55 52 50
KOUD
(KALT)
Spoelen van met de
hand gewassen goed
(wol en fijne was)
SCHON-
SPÜLEN
SPOELEN
3 maal spoelen even-
tueel met wasverzachter
Spoelstop
-3625
Wasverzachten van
schoon textiel
WEICH-
SPÜLEN
WAS-
VERZACHTEN
1 maal spoelen met
wasverzachter
Spoelstop
-146
--5
1,25 68 100
- - 1,5
ONDERHOUD
42
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen
doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na
verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon
onder de stromende kraan. U kunt daartoe de
houder geheel uit de machine nemen door op
de pal, links achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de
wasverzachter kunt u, ten behoeve van het
schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder
kan zich op den duur wasmiddel verzamelen.
Maak de binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat
de machine, zonder wasgoed, een spoelgang
doen.
3. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over
het wateropnemen gaat doen, verdient het
aanbeveling om het toevoerfilter te controleren
op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en
vervolgens draait u de slangwartel van de kraan
af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
P0010
P0038
P0009
P1090
43
NEDERLANDS
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen
van grove pluis en rafels. Raakt het filter
verstopt, dan zal onherroepelijk
programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef
het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
5. Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine
te lozen:
haal de steker uit het stopcontact
draai de waterkraan dicht
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
plaats een bakje onder het filter om het water
op te vangen
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6.Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang
in een bak.
Stel het programma “afpompen”
(ABPUMPEN) in en laat de machine tot aan
het einde draaien.
Schakel de machine uit.
Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de
afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee
wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die
de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur
P0011
P0132
P0133
P0040
44
EENVOUDIGE STORINGEN
Storingen Mogelijke oorzaaken
De machine start niet
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering heel?
Is de AAN/UIT-toets ingedrukt?
Is de programmaknop juist ingesteld?
De machine neemt geen water
op:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even
uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg
het betreffende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop gekozen?
Afvoerfilter verstopt?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Er ligt water op de vloer:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddellade schoon?
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
De machine heeft een modern
aandrijfsysteem, dat in vergelijking met
oudere wasautomaten een afwijkend geluid
maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de
trage aanloop bij centrifugeren mogelijk.
Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd.
De machine maakt een
ongewoon geluid
Moderne wasmachines werken heel zuinig
met lage waterniveaus. Was- en
spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
In de trommel is geen water te
zien
45
NEDERLANDS
Het elektronische stabilisatie-
controlesysteem is in werking getreden. Het
wasgoed wordt, doordat de draairichting van
de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt,
beter verdeeld en er wordt opnieuw met
centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven
is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd.
In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in
de trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
De deur kan niet geopend
worden
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling
uitgegaan is, kunt u de vulder openen.
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
Misschien hebt u te weinig of te veel
wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien
Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze
zijn niet het gevolg van een onvoldoende
spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het
laatste spoelwater nog schuim veroorzaken,
wat echter geen invloed op het spoelresultaat
heeft.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of
verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw
machine; de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042

Documenttranscriptie

Geachte Klant, Lees s.v.p. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Let vooral op de veiligheidsaanwijzingen op de eerste bladzijden van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de gebruiksaanwijzing goed om er later nog dingen in na te kunnen slaan. Geef hem door aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat. Transportschaden Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken. Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste prestaties van de machine kunt verkrijgen. Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 24 INHOUD 26-27 Onderhoud ■ Afdanken 27 Tips voor zuinig wassen 27 Technische gegevens 28 Installatie 29 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Transportbeveiliging Plaatsen Watertoevoer Waterafvoer Elektrische aansluiting 29 29 30 30 31 Uw nieuwe wasautomaat 32 Beschrijving van de machine 32 ■ ■ Wasmiddellade Controlelampje “deurvergrendeling” Gebruik ■ ■ ■ ■ De buitenkant De wasmiddelhouder Het toevoerfilter Het afvoerfilter Waterafvoer in noodgevallen Voorzorgsmaatregelen bij vorst Eenvoudige storingen 42 42 42 43 43 43 44-45 32 32 33 Bedieningspaneel 33 Beschrijving van de bedieningselementen 33 Adviezen en tips voor het wassen 34 Was niet te lang opsparen 34 Sorteren 34 Temperaturen 34 Hoeveel wasgoed in de trommel? 34 Vóór u het wasgoed in de trommel doet 35 Welke wasmiddelen gebruiken? 35 Traditionele poeder-wasmiddelen 35 Vloeibare wasmiddelen 35 Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 36 Wasverzachter 36 Waterontharder 36 Volgorde van handelen 37-38 Textielbehandelingssymbolen Programmatabel 39 40-41 25 NEDERLANDS Waarschuwingen WAARSCHUWINGEN Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Algemene veiligheidsaanwijzingen ■ ■ Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE. Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de steker. ■ ■ Installatie ■ ■ ■ ■ Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat. Gebruik ■ ■ ■ 26 Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket. Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing. Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. ■ ■ ■ ■ ■ Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roesten grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter. Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht. Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. ■ ■ ■ Kinderen zien de gevaren in verband met elektrische apparaten vaak niet. Zorg daarom voor toezicht als het apparaat draait en laat kinderen niet met de wasautomaat spelen. Verpakkingsonderdelen (bijv. folie, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen weghouden van kinderen. ■ ■ De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. Let erop dat er geen kinderen of kleine dieren in de trommel van het apparaat klimmen. Houd daarom de deur van de wasautomaat gesloten als hij niet gebruikt wordt. Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. AFDANKEN ■ Afdanken van de verpakking ■ Afdanken van het apparaat Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt. Alle met dit symbool gemerkte materialen zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen >PS< voor polystyreen >PP< voor polypropyleen Wij adviseren u, het karton in een container voor oud papier te deponeren. TIPS VOOR ZUINIG WASSEN ■ ■ ■ De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en water in vergelijking met een programma met voorwas. U wast het zuinigst met een volle trommel. Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. ■ ■ ■ Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant. Kies voor licht vuile was het kortprogramma. Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. 27 NEDERLANDS Bescherming voor kinderen TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 58 cm Maximum vulgewicht Katoen Synthetica Fijne was Wol 5,0 kg 2,5 kg 2,5 kg 2,0 kg Centrifugeertoerental maximum 1400/min. Netspanning/-Frequentie Aansluitwaarde Zekeren met minimaal Waterleidingdrukgrenzen 220-230 V / 50 Hz 2200 W 10 A minimum maximum 500 kPa 800 kPa Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG 28 INSTALLATIE Transportbeveiliging NEDERLANDS Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: 1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine los. 2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen. P0255 3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van de machine en maak de 2 plastic zakken aan de voorkant van het apparaat los. 4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine. 5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand. 6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten. 7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de stopsels, die op de achterkant van de machine of bij de gebruiksaanwijzing verpakt zijn. 2 P1068 P1066 P0256 P0020 1 Plaatsen Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. 29 Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van een of twee van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. P1051 Watertoevoer Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan. Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien. De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. P1088 Waterafvoer De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. P0022 P0023 30 P0021 NEDERLANDS Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen. Elektrische aansluiting De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met randaarde. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen worden. Belangrijk! Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken zijn nadat de machine geïnstalleerd is. 31 UW NIEUWE WASAUTOMAAT Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is. ■ ■ ■ ■ Het speciale wolprogramma wast uw wolwas, dankzij de heel voorzichtige trommelbeweging, veilig en zonder krimpen. De onbalans beveiliging zorgt voor een goede stabiliteit van de machine tijdens het centrifugeren. De temperatuurregelaar staat een nauwkeurige temperatuurkeuze toe, afhankelijk van het type en de vuilgraad van het wasgoed. De automatische sopafkoeling op 60°C in het witte was-programma voor het afpompen voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen. BESCHRIJVING VAN DE MACHINE 01 Wasmiddellade 02 Bedieningspaneel 03 Controlelampje “deurvergrendeling” 04 Deurhandgreep 05 Afvoerfilter 06 Verstelbare voetjes 1 2 KOCH-/BUNTWÄSCHE Classic EIN AUS KALT 1000 600 ABPUMPEN WOLLE/FEINWÄSCHE 30 KURZ AUS VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SPÜLSTOP WEICHSPÜLEN ºC SPÜLEN 40 95 50 FEINWÄSCHE WOLLE AUS SCHONSCHLEUDERN SPÜLSTOP 80 SCHONSPÜLEN 60 70 CF 2066 PFLEGELEICHT SPÜLEN STÄRKEN WEICHSPÜLEN SCHLEUDERN AUS VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE Controlelampje “deurvergrendeling” De deur is gedurende het programma elektrisch vergrendeld. De vergrendeling van de deur is aangewezen door een licht dat naast het handvat van de deur is aangebracht. Zodra het lampje uitgegaan is kunt u de deur openen. Als de deur geopend moet worden voordat het programma beëindigd is moet u eerst het toestel uitschakelen door de AAN/UIT toets in te drukken. Na ongeveer twee minuten kunt u de deur openen (u moet op het waterniveau in de wasmaschine letten). 3 4 5 6 Wasmiddellade Voorwasmiddel Hoofdwasmiddel Wasverzachter P0301 32 GEBRUIK Bedieningspaneel KOCH-/BUNTWÄSCHE Classic KALT 1400 1000 ABPUMPEN AUS WOLLE/FEINWÄSCHE 30 KURZ VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SCHONSCHLEUDERN SPÜLSTOP WEICHSPÜLEN SCHONSPÜLEN ºC 40 95 FEINWÄSCHE WOLLE AUS SPÜLEN SPÜLSTOP 50 80 STÄRKEN SCHONSPÜLEN SCHLEUDERN AUS VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE 60 70 CF 2466 1 2 3 4 PFLEGELEICHT 5 6 1 Controlelampje “lichtnet” 5 Draaiknop voor temperatuurkeuze Het lampje gaat branden bij het starten van het programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit door nogmaals indrukken van deze toets. Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u de gewenste wastemperatuur. Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen, door de knop op KOUD (KALT) in te stellen. 2 Toets “AAN/UIT” (EIN/AUS) Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN en UIT. 3 Toets “verlaagd centrifugeertoerental” 1400 ▼ 1000 Door deze toets in te drukken verlaagt u het centrifugeertoerental als volgt: ■ voor katoen en linnen: - van 1400 t/min tot 1000 t/min ■ voor synthetica en fijne was (progr. Schonschleudern-Kort centrifugeren): - van 900 t/min tot 650 t/min; ■ voor wol (progr. Schonschleudern-Kort centrifugeren): - van 1000 t/min tot 650 t/min. 6 Programmakeuzeknop De machine heeft 3 wassectoren: ■ Witte/Bonte was (Koch-/Buntwäsche) ■ Synthetica (Pflegeleicht) ■ Wol/Fijne was (Wolle/Feinwäsche) De programmakeuzeknop kan alleen naar rechts gedraaid worden. KOCH-/BUNTWÄSCHE ABPUMPEN WOLLE/FEINWÄSCHE AUS VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SCHONSCHLEUDERN SPÜLSTOP WEICHSPÜLEN SCHONSPÜLEN FEINWÄSCHE WOLLE AUS SPÜLEN SPÜLSTOP STÄRKEN SCHONSPÜLEN PFLEGELEICHT SCHLEUDERN AUS VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE 4 Toets “kort” (KURZ) Als u deze toets indrukt, worden de wastijden als volgt verminderd: - 35 minuten voor witte/bonte was - 20 minuten voor synthetica Kiest u een temperatuur van 30° tot 60°C. 33 NEDERLANDS EIN AUS Adviezen en tips voor het wassen. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen, vallen onder «synthetica». Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijne was». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine. Temperaturen In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen. 95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was” genoemd. 60°C: voor normaal vuile witte was, voor lichtgekleurde bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetica. 40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was. Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt. 34 30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is dat vaak het geval. Wij adviseren u zich altijd aan de etikettemperatuur te houden. Hoeveel wasgoed in de trommel? Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg: ■ Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen. ■ Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten “kreukherstellende stoffen” vallen onder synthetica. ■ Eenderde van de trommel voor fijne was en machine-wasbare wol. In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetica, mengsels en fijne was is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen. Tweepersoons laken Kussensloop Tafellaken Servet Theedoek Badhanddoek Badlaken Overhemd Schort 700 - 1000 g 125 - 0200 g 350 - 0500 g 70 - 0120 g 75 - 0100 g 150 - 0200 g 700 - 1000 g 200 - 0300 g 150 - 0200 g Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. LET OP Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan: Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen. Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus. Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel. Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken. Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen. Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen. Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen. Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel. Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen. Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap. Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen. Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een biologisch voorweekmiddel. Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen. Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen. Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken. Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet. De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen. Welke wasmiddelen gebruiken? Een gouden regel is: gebruik altijd machinewasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machinewolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen. 35 NEDERLANDS Vóór u het wasgoed in de trommel doet Traditionele poeder-wasmiddelen Deze wasmiddelen doet u in de vakjes de voorwas en voor de hoofdwas. voor Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke). Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt. Wasverzachter Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen. Waterontharder Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is. 36 Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Waterhardheid Bereik Eigenschap Duitse schaal Franse schaal 1 2 3 4 zacht gemiddeld hard zeer hard 00-07 08-14 15-21 meer dan 21 00-15 16-25 26-37 meer dan 37 Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel. Volgorde van handelen NEDERLANDS Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. 1. Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot. P0004 2. Doe wasmiddel in het vakje Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje . P0006 3. Doe, eventueel, wasverzachter in het vakje Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet. P0005 4. Kies, indien gewenst, extra functies. 1400 1000 KURZ 37 5. Stel de temperatuur in Draai de knop voor de temperatuurregeling op de gewenste temperatuur. KALT ºC 30 95 40 50 60 M0008S 6. Kies het gewenste programma en start de machine ABPUMP EIN AUS EN WOLLE/F EINWÄSC SCHONS HE CHLEU Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste programma. Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnetcontrolelampje en het deurvergrendelingslampje lichten op en de machine start. SPÜLST DERN OP WEICHSP ÜLEN SCHONS PÜLEN AUS KOCH-/B UNTWÄS CH VORWÄS E CHE HAUPTW ÄSCHE SPÜLEN SCHONS PÜLEN STÄRKE N SCHLEU DERN AUS VORWÄS HAUPTW CHE ÄSCHE M0007S 7. De machine is klaar De machine stopt automatisch. Heeft u de machine een programma met spoelstop laten doen, dan moet het laatste spoelwater afgepompt worden door het kiezen van het programma SCHONSCHLEUDERN of ABPUMPEN. Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen. Nadat het lampje voor de deurvergrendeling uitgegaan is, kunt u de vulder openen. Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit. Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven. Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. 38 T0005 i TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN 95 95 60 60 40 40 40 Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Wolwasprogramma Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk Warm strijken Niet strijken Heet strijken STRIJKEN TROMMELDROGEN Lauw strijken De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer. A CHEMISCH REINIGEN= STOMEN= DRY CLEANING Niet wassen, ook niet weken De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's. Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde programma's. Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht. WASSEN BLEKEN Alleen snelle handwas P P F F Speciale reiniging Gewone reiniging Niet chemisch reinigen Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri. De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk. De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen. Normale textiel Niet drogen in droogtrommel Hittegevoelige textiel Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05 39 NEDERLANDS PROGRAMMATABEL Wasprogramma’s voor katoen en linnen (witte en bonte was) Maximum belading: 5 kg Programmaknop op Programma voor Korte beschrijving 30°-95° Witte en bonte was met voorwas (erg vuil) Voorwassen 40°C Wassen 30°-95°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren 60°-95° Witte was zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 60°-95°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren HAUPTWÄSCHE HOOFDWAS (*) 30°-60° Bonte was zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 30°-60°C 3 maal spoelen Lang centrifugeren SPÜLEN SPOELEN KOUD (KALT) Spoelen van met de hand gewassen goed (witte, bonte was) 4 maal spoelen, eventueel met wasverzachter Lang centrifugeren STÄRKEN WEICHSPÜLEN WASVERZACHTEN KOUD (KALT) Wasverzachten voor witte en bonte was 1 maal spoelen met wasverzachter Lang centrifugeren Centrifugeren voor witte en bonte was Afpompen en lang centrifugeren VORWÄSCHE VOORWAS HAUPTWÄSCHE HOOFDWAS SCHLEUDERN LANG CENTRIFUGEREN Temp. (°C) Verbruikswaarden (**) Eventuele aanvullende Energie Water Tijd functies kWh liter min. 1400 ▼ 1000 KURZ (KORT) 2,5 74 165 2,1 58 145 1,15 55 135 0,1 40 45 - 17 15 - - 10 1400 ▼ 1000 KURZ (KORT) 1400 ▼ 1000 KURZ (KORT) 1400 ▼ 1000 1400 ▼ 1000 1400 ▼ 1000 (*) Referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75. Temperatuurregelaar op 60°C. (**) De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is. 40 PROGRAMMATABEL Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol Programmaknop op Temp. (°C) Programma voor Korte beschrijving Verbruikswaarden (**) Eventuele aanvullende Energie Water Tijd functies kWh liter min. 30°-60° Voorwassen 40°C Synthetica met voorwas Wassen 30°-60°C (erg vuile was) 3 maal spoelen Spoelstop KURZ (KORT) 1,25 68 100 30°-60° Synthetica zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 30°-60°C 3 maal spoelen Spoelstop KURZ (KORT) 0,93 57 80 KOUD (KALT) Compleet spoelprogramma, eventueel met wasverzachter voor synthetica 3 maal spoelen eventueel met wasverzachter Spoelstop - 36 25 WOLLE WOL 30°-40° Wol met het wolmerk en de aanduiding “wasmachine veilig” Wassen 30°-40°C 3 maal spoelen Spoelstop 0,47 50 50 FEINWÄSCHE FIJNE WAS 30°-40° Voor alle fijne textiel, bijvoorbeeld gordijnen, zijde Wassen 30°-40°C 3 maal spoelen Spoelstop 0,55 52 50 SCHONSPÜLEN SPOELEN KOUD (KALT) Spoelen van met de hand gewassen goed (wol en fijne was) 3 maal spoelen eventueel met wasverzachter Spoelstop - 36 25 WEICHSPÜLEN WASVERZACHTEN Wasverzachten van schoon textiel 1 maal spoelen met wasverzachter Spoelstop - 14 6 SCHONSCHLEUDERN KORT CENTRIFUGEREN Aparte centrifugegang voor synthetica, fijne was en wol Afpompen en kort centrifugeren - - 5 ABPUMPEN AFPOMPEN Waterafvoer van de laatste spoelgang voor de wasprogramma’s die eindigen met water in de trommel Water afvoeren - - 1,5 VORWÄSCHE VOORWAS HAUPTWÄSCHE HOOFDWAS SCHONSPÜLEN SPOELEN 1400 ▼ 1000 (**) De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen. Om het water af te pompen kiest u het programma “SCHONSCHLEUDERN” of “ABPUMPEN”. 41 NEDERLANDS Maximum belading: 2,5 kg, wol 2 kg ONDERHOUD 1. De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. 2. De wasmiddelhouder Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, in te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen. Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen. P0010 P0038 3. Het toevoerfilter Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan. 42 P1090 P0009 Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los. P0011 NEDERLANDS 4. Het afvoerfilter P0132 Trek het filter uit het filterhuis. Reinig het filter onder de stromende kraan. 5. Waterafvoer in noodgevallen Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als volgt te werk gaan om het water uit de machine te lozen: ■ haal de steker uit het stopcontact ■ draai de waterkraan dicht ■ wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld is ■ plaats een bakje onder het filter om het water op te vangen ■ draai het filter voorzichtig los zodat het water rustig uit de machine kan stromen. P0133 P0040 6. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen. ■ Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los. ■ Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een bak. ■ Stel het programma “afpompen” (ABPUMPEN) in en laat de machine tot aan het einde draaien. ■ Schakel de machine uit. ■ Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn plaats aan. Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen. Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur 43 EENVOUDIGE STORINGEN Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. ■ Storingen ■ De machine start niet Mogelijke oorzaaken ■ ■ ■ ■ ■ De machine neemt geen water op: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk. De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet: ■ Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? Programma met spoelstop gekozen? Afvoerfilter verstopt? Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? ■ ■ Er ligt water op de vloer: ■ ■ ■ ■ ■ Staat de waterkraan open? Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? Toevoerfilter verstopt? Vuldeur goed gesloten? De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer uit: ■ ■ Is de vuldeur goed gesloten? Is de betreffende groepzekering heel? Is de AAN/UIT-toets ingedrukt? Is de programmaknop juist ingesteld? De machine dreunt of is erg luidruchtig: ■ ■ ■ ■ Teveel wasmiddel gebruikt? Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. Is de wasmiddellade schoon? Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd? Leunt de machine ergens tegenaan? Staan alle stelvoeten stevig op de vloer? Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? ■ De machine maakt een ongewoon geluid ■ De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd. ■ In de trommel is geen water te zien ■ Moderne wasmachines werken heel zuinig met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend. 44 ■ ■ ■ Het centrifugeren begint traag of helemaal niet ■ Het elektronische stabilisatiecontrolesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden. Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen en opnieuw het centrifugeerprogramma kiezen. Het wasresultaat is niet als gewoonlijk ■ Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd. Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel. Nauwkeuriger doseren! Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld? Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen? Is de machine overbeladen? ■ ■ ■ ■ ■ ■ Is de machine in bedrijf? Is de deur nog vergrendeld? Nadat het lampje voor de deurvergrendeling uitgegaan is, kunt u de vulder openen. De deur kan niet geopend worden Na beëindiging van het programma zijn op het wasgoed witte wasmiddelresten te zien ■ Hierbij gaat het meestal om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect. Mogelijke oplossingen: uitborstelen of uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste buiten wassen. Na de laatste spoelgang is nog schuim zichtbaar ■ Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter geen invloed op het spoelresultaat heeft. Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen. Mod. .......... Ser. Mod. .......... Prod. No. ........... P0042 Ser. No. ......... 45 NEDERLANDS ■
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

ZANKER CF2466 Handleiding

Type
Handleiding