Vega VEGASON 62 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Ultrasone sensor voor continue
niveaumeting
VEGASON 62
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
Document ID: 28776
2
Inhoudsopgave
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 4
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 5
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.6 EU-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen ................................................................................ 6
2.8 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 7
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 8
3.3 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 8
3.4 Toebehoren en reserve-onderdelen ................................................................................. 9
4 Monteren ................................................................................................................................. 11
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 11
4.2 Montage-instructies ........................................................................................................ 13
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 21
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 21
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 22
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing .............................................................................. 23
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing ............................................................................ 24
5.5 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar) .............................................................. 26
5.6 Inschakelfase ................................................................................................................. 27
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM ............................... 28
6.1 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten ......................................................................... 28
6.2 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 29
6.3 Inbedrijfnamestappen .................................................................................................... 30
6.4 Menuschema ................................................................................................................. 42
6.9 Opslaan van de parameters ........................................................................................... 44
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's............................... 45
7.1 De PC aansluiten via VEGACONNECT .......................................................................... 45
7.2 Parametrering met PACTware ......................................................................................... 46
7.3 Parametrering met AMS™ en PDM ................................................................................ 47
7.4 Opslaan van de parameters ........................................................................................... 48
8 Service en storingen oplossen............................................................................................. 49
8.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 49
8.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 49
8.3 Elektronica vervangen .................................................................................................... 50
8.4 Software-update ............................................................................................................. 51
8.5 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 51
3
Inhoudsopgave
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
9 Demonteren ............................................................................................................................ 52
9.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 52
9.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 52
10 Bijlage ..................................................................................................................................... 53
10.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 53
10.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 58
10.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 60
10.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 60
Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specieke veiligheidsinstructies.
Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document mee-
geleverd en zijn bestanddeel van de handleiding.
Uitgave: 2019-03-12
4
1 Over dit document
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de montage,
aansluiting en inbedrijfname en bovendien belangrijke instructies voor
het onderhoud, het oplossen van storingen, het vervangen van onder-
delen en de veiligheid van de gebruiker. Lees deze daarom door voor
de inbedrijfname en bewaar deze handleiding als onderdeel van het
product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid vakpersoneel. De inhoud
van deze handleiding moet voor het vakpersoneel toegankelijk zijn en
worden toegepast.
1.3 Gebruikte symbolen
Document ID
Dit symbool op de titelpagina van deze handleiding verwijst naar de
Document-ID. Door invoer van de document-ID op www.vega.com
komt u bij de document-download.
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
→
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze documentatie beschreven handelingen mogen alleen
door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGASON 62 is een sensor voor continue niveaumeting.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit instrument
toepassingsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen
van de tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage
of instelling. Dit kan materiële, persoonlijke of milieuschade tot gevolg
hebben. Bovendien kunnen daardoor de veiligheidsspecicaties van
het instrument worden beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
6
2 Voor uw veiligheid
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te voorkomen, moeten de op het instrument aange-
brachte veiligheidsmarkeringen en -instructies worden aangehouden
en moet de betekenis daarvan in deze handleiding worden nagele-
zen.
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder
www.vega.com/downloads.
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen
Namur is de belangenvereniging automatiseringstechniek binnen de
procesindustrie in Duitsland. De uitgegeven NAMUR-aanbevelingen
gelden als norm voor de veldinstrumentatie.
Het instrument voldoet aan de eisen van de volgende NAMUR-aan-
bevelingen:
NE 21: 2012 – elektromagnetische compatibiliteit van bedrijfsma-
terieel
NE 43 – signaalniveau voor uitvalinformatie van meetversterkers
NE 53 – compatibiliteit van veldinstrumenten en aanwijs-/bedie-
ningscomponenten
Zie voor meer informatie www.namur.de.
2.8 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
7
3 Productbeschrijving
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
Ultrasone sensor
Documentatie
Beknopte handleiding VEGASON 62
Handleidingen voor optionele instrumentuitvoeringen
Ex-specieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen)
Evt. andere certicaten
Informatie:
In de handleiding worden ook optionele instrumentkenmerken
beschreven. De betreende leveringsomvang is gespeciceerd in de
bestelspecicatie.
De VEGASON 62 bestaat uit de componenten:
Procesaansluiting met geluidsomvormer
Huis met elektronica, optie met connector
Deksel behuizing, optioneel met display- en bedieningsmodule
PLICSCOM
De componenten zijn leverbaar in verschillende uitvoeringen.
1
2
3
Fig. 1: VEGASON 62, schroefdraadversie met kunststof behuizing
1 Behuizingsdeksel met daaronder liggende PLICSCOM (optie)
2 Behuizing met elektronica
3 Procesaansluiting met geluidsomvormer
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
Instrumenttype
Artikel- en serienummer instrument
Artikelnummers documentatie
Leveringsomvang
Componenten
Typeplaat
8
3 Productbeschrijving
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Technische gegevens: bijv. toelatingen, procestemperatuur,
procesaansluiting/materiaal, signaaluitgang, voedingsspanning,
beschermingsklasse
SIL-markering (bij SIL-kwalicatie af fabriek)
Met de serienummers is het mogelijk via "www.vega.com", "Zoeken"
de uitleveringsgegevens van het instrument op te roepen. Naast op
de typeplaat op het instrument is het serienummer ook intern in het
instrument vermeld.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor de volgende instrumentuitvoerin-
gen:
Hardwareversie vanaf 2.0.0
Softwareversie vanaf 3.9
3.2 Werking
De VEGASON 62 is een ultrasone sensor voor continue niveaume-
ting. Het instrument is geschikt voor vloeistoen en stortgoederen in
nagenoeg alle industriële toepassingen, in het bijzonder in de water-
en afvalwaterbehandeling.
Vanuit de geluidsomvormer van de ultrasonore sensor worden korte
ultrasonore impulsen naar het te meten product verzonden. Deze
worden door het productoppervlak gereecteerd en door de geluids-
omvormer als echo weer ontvangen. De looptijd van de ultrasonore
impuls van uitzenden tot ontvangen is proportioneel met de afstand
en dus met het niveau. Het zo bepaalde niveau wordt in een overeen-
komstig uitgangssignaal omgevormd en als meetwaarde uitgestuurd.
4 … 20 mA/HART-tweedraadselektronica voor voedingsspanning en
meetwaarde-overdracht over dezelfde kabel.
Het voedingsspanningsbereik kan afhankelijk van de uitvoering van
het instrument variëren.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
De achtergrondverlichting van de display- en bedieningsmodule
wordt door de sensor gevoed. Voorwaarde is hierbij een bepaald ni-
veau van de bedrijfsspanning. De exacte spanningsspecicaties vindt
u in de "Technische gegevens".
De optionele verwarming vereist een eigen voeding. Details hierom-
trent vindt u in de aanvullende handleiding "Verwarming display- en
bedieningsmodule".
Deze functie is voor toegelaten instrumenten over het algemeen niet
beschikbaar.
3.3 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Geldigheid van deze
handleiding
Toepassingsgebied
Werkingsprincipe
V
oedingsspanning
Verpakking
9
3 Productbeschrijving
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe-
ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
3.4 Toebehoren en reserve-onderdelen
De display- en bedieningsmodule PLICSCOM is bedoeld voor meet-
waarde-indicatie, bediening en diagnose.
De geïntegreerde Bluetooth-module (optie) maakt de draadloze
bediening via standaard bedieningsapparaten mogelijk.
De interface-adapter VEGACONNECT maakt de koppeling van com-
municatie-apparaten op de USB-poort van een PC mogelijk.
De VEGADIS 81 is een externe display- en bedieningseenheid voor
VEGA-plics
®
-sensoren.
De VEGADIS 82 is geschikt voor meetwaarde-aanwijzing en bedie-
ning van sensoren met HART-protocol. Deze wordt in het 4 … 20 mA/
HART-signaalcircuit opgenomen.
De PLICSMOBILE T81 is een externe GSM/GPRS/UMTS-radio-
grasche eenheid voor de overdracht van meetwaarden en voor de
programmering op afstand van HART-sensoren.
Transport
T
ranspor
tinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
PLICSCOM
VEGACONNECT
VEGADIS 81
VEGADIS 82
PLICSMOBILE T81
10
3 Productbeschrijving
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
De beschermkap beschermt het sensorhuis tegen vervuiling en ster-
ke opwarming door zonnestralen.
Schroefdraadenzen staan in verschillende uitvoeringen ter beschik-
king conform de volgende normen: DIN 2501, EN 1092-1, BS 10,
ASME B 16.5, JIS B 2210-1984, GOST 12821-80.
Beschermkap
Flenzen
11
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en pro-
cesaansluiting, geschikt zijn voor de betreende procesomstandighe-
den. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestempe-
ratuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specicaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens"
en op de typeplaat.
Het instrument is geschikt voor normale en aanvullende omgevings-
condities conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Kies de montagepositie zo mogelijk zodanig, dat u het instrument bij
het monteren en aansluiten en bij het later inbouwen van een display-
en bedieningsmodule goed kunt bereiken. Hiervoor kan de behuizing
zonder gereedschap met 330° worden verdraaid. Bovendien kunt u
de display- en bedieningsmodule in stappen van 90° verdraaien.
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspan-
ning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij bui-
tenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven
vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandigheden past.
Fig. 2: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
Geschiktheid voor de
procesomstandigheden
Geschiktheid voor de om
-
gevingsomstandigheden
Inbouwpositie
Vochtigheid
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
12
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
Het referentieniveau voor het meetbereik is de onderzijde van de
geluidsomvormer.
Let erop, dat onder het referentieniveau een minimale afstand, de
zogenaamde blokafstand, moet worden aangehouden, waarbinnen
geen meting mogelijk is. De exacte waarde van de blokafstand vindt u
in het hoofdstuk "Technische gegevens".
1
2
Fig. 3: Minimale afstand tot maximale vulhoogte
1 Dode band
2 Referentievlak
Informatie:
Wanneer het product tot aan de geluidsomvormer komt, kan op
termijn vervuiling op de geluidsomvormer ontstaan, die foutieve me-
tingen tot gevolg kunnen hebben.
Referentievlak voor meet-
bereik
13
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1 32
100%
0%
Fig. 4: Meetbereik (werkbereik) en maximale meetafstand.
1 vol
2 Leeg (maximale meetafstand)
3 Meetbereik
Overdruk in de tank beïnvloedt de VEGASON 62 niet. Onderdruk of
vacuüm dempen de ultrasone impulsen. Dit beïnvloedt het meetre-
sultaat, vooral wanneer het niveau zeer laag is. Vanaf -0,2 bar moet u
een ander meetprincipe gebruiken, bijv. radar of geleide radar (TDR).
4.2 Montage-instructies
Draai de VEGASON 62 met een passende sleutel op het zeskant van
de inschroefsok vast. Zie voor het maximale aandraaimoment het
hoofdstuk "Technische gegevens.
Waarschuwing:
De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het
instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draai-
mechaniek van de behuizing veroorzaken.
Monteer de sensor op een positie, die minimaal op 200 mm afstand
van de tankwand ligt. Wanneer de sensor in tanks met bol of rond dak
wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's ontstaan, die door
een inregeling moeten worden onderdrukt (zie hoofdstuk "Inbedrijf-
name").
Druk/vacuüm
Inschr
oev
en
Inbouwpositie
14
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1
2
> 200 mm
Fig. 5: Montage op ronde tankdaken
1 Referentievlak
2 Tankmidden resp. symmetrie-as
Wanneer deze afstand niet kan worden aangehouden, moet bij de
inbedrijfname een stoorsignaalonderdrukking worden uitgevoerd. Dit
geldt vooral, wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten
zijn. In dit geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalonderdruk-
king op een later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te
herhalen.
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de
sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan
tot op de bodem mogelijk is.
Fig. 6: Tank met conische bodem
Bij voorkeur moet de sok zodanig worden gedimensioneerd dat
de onderzijde van de geluidsomvormer minimaal 10 mm uit de sok
steekt.
Aansluitingen
15
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
ca. 10 mm
Fig. 7: Aanbevolen montage sok
Bij goede reecterende eigenschappen van het product kunt u de VE-
GASON 62 ook op de sok monteren, als deze hoger is dan de lengte
van de geluidsomvormer. Richtwaarden voor de sokhoogte vindt u in
de afbeelding hierna. Het sokeinde moet in dit geval glad zijn en vrij
van bramen, indien mogelijk afgerond. Voer een stoorsignaalonder-
drukking uit.
d
d
h
100 mm/4"
150 mm/6"
200 mm/8"
300 mm/12"
400 mm/16"
500 mm/20"
h
Fig. 8: Afwijkende sokmaten
Lijn de sensor in vloeistoen zo loodrecht mogelijk uit op het produc-
toppervlak, teneinde optimale meetresultaten te realiseren.
Fig. 9: Uitlijnen in vloeistoen
Om de minimale afstand tot het product te verkleinen, kunt u de
VEGASON 62 ook met een afbuigspiegel monteren. Daardoor kunt u
uw tank praktisch geheel vullen. Deze opstelling is in eerste instantie
goed geschikt voor open tanks zoals bijv. regenoverloopbekkens.
Sensoruitlijning
16
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
~200
~400x400
45°
Fig. 10: Spiegel
De inbouwpositie van de ultrasonore sensor moet zodanig worden
gekozen dat in de tank ingebouwde onderdelen de ultrasonore gelui-
den niet kruisen.
Ingebouwde onderdelen zoals bijv. leidingen, eindschakelaars,
verwarmingsslangen, tankversterkingen enz. kunnen stoorecho's
veroorzaken en de eectieve echo wegdrukken. Let bij het ontwer-
pen van uw meting op een zo vrij mogelijk "zicht" van de ultrasonore
sensor op het product.
Bij aanwezigheid van ingebouwde onderdelen in de silo moet u bij de
inbedrijfname de stoorsignaalonderdrukking uitvoeren.
Wanneer grote onderdelen zoals schoren en dragers in de tank
stoorecho's veroorzaken, dan kunnen deze door aanvullende maatre-
gelen worden afgezwakt. Kleine, schuin ingebouwde platen van staal
of kunststof boven de ingebouwde onderdelen "verstrooien" de ultras-
one signalen en voorkomen zo eectief directe stoorechoreectie.
α
α
α
α
α
α
Fig. 11: Gladde proelen met verstrooiplaten afdekken
Bij roerwerken in de tank moet u een stoorsignaalonderdrukking bij
een draaiend roerwerk bepalen. Zo is gewaarborgd, dat de stoorre-
ecties van het roerwerk in verschillende posities wordt opgeslagen.
Ingebouwde onderdelen
in de tank
Roerw
erken
17
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Fig. 12: Roerwerken
Monteer de instrumenten niet boven of in de vulstroom. Waarborg dat
u het productoppervlak registreert en niet het instromende product.
Fig. 13: Instromende vloeistof
Door vullen, een roerwerk of andere processen in de tank, kunnen
deels zeer consistente schuimen op het productoppervlak worden
gevormd, die het zendsignaal zeer sterk dempen.
Wanneer schuim meetfouten veroorzaakt, dan moet u de sensor in
een standpijp plaatsen of de daarvoor beter geschikte sensoren met
geleide radar (TDR) gebruiken.
Geleide radar wordt niet beïnvloed door schuimvorming en is bijzon-
der geschikt voor dergelijke toepassingen.
Wanneer sterke luchtstromingen in de tank optreden, bijv. bij bui-
tenopstelling en sterke wind of luchtturbulentie in de tank, bijv. door
cycloonafzuiging, dan moet u de VEGASON 62 in een standpijp
Instromend medium
Schuim
Luchtbewegingen
18
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
monteren of een ander meetprincipe gebruiken zoals bijv. radar of
geleide radar (TDR).
Door de toepassing in een standpijp (dippijp of bypass) zijn invloeden
van ingebouwde onderdelen, schuimvorming en turbulentie uitgeslo-
ten.
Standpijpen moeten tot de gewenste minimale vulhoogte reiken,
omdat een meting alleen in de pijp mogelijk is.
max.
min.
1
Fig. 14: Standpijp in tank
1 Ontluchtingsgat: ø 5 … 10 mm (0.197 … 0.394 in)
De VEGASON 62 kan vanaf pijpdiameter 50 mm (1.969 in) worden
toegepast.
Voorkom grote spleten en dikke lasnaden bij het verbinden van de
pijpen. Bepaal de stoorsignaalonderdrukking.
In producten die sterk neigen tot afzetten, is de meting in een stand-
pijp niet zinvol.
De korte voorbeelden geven inleidende instructies voor de owme-
ting. Gedetailleerde ontwerpspecicaties vindt u bij de leveranciers
van goten en in de vakliteratuur.
Standpijpmeting
Flo
wmeting bij rechthoe
-
kige overstort
19
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
3 ... 4 h
max
≥ 50 mm
90°
2
3
1
h
max
d
min
≥ 2 mm x h
max
90°
42 3
Fig. 15: Flowmeting met rechthoekige overstort: d
min.
= minimale afstand van de
sensor (zie hoofdstuk "Technische gegevens"); h
max.
= max. vulhoogte rechthoe-
kige overstortschot
1 Overstortgoten (zijaanzicht)
2 Bovenstroom
3 Benedenstrooms
4 Overstortgoot (aanzicht vanaf benedenstrooms)
In principe moet op het volgende worden gelet:
Inbouw sensor bovenstrooms
Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofopper-
vlak
Afstand tot de overstort
Afstand overstortopening boven de bodem
Min. afstand overstortopening tot laagwater
Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte
20
4 Monteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
2
3 ... 4 x h
max
90°
h
max
d
B
1
Fig. 16: Flowmeting met Khafagi-venturigoot: d = min. afstand van de sensor;
h
max.
= max. vulgraad van de goot; B = grootste insnoering van de goot
1 Positie sensor
2 Venturigoot
In principe moet op het volgende worden gelet:
Inbouw van de sensor aan de inloopzijde
Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofopper-
vlak
Afstand tot venturi-goot
Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte
Flowmeting bij Khafa-
gi-venturigoten
21
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. De bedrijfsspanning kan afhanke-
lijk van de uitvoering van het instrument variëren.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de net-
voedingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedings-
spanning:
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Het instrument word met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industri-
ele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel
geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waar-
borgen (IP-beschermingsklasse).
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
In HART-Multidropbedrijf bevelen wij u aan, afgeschermde kabel te
gebruiken.
Bij instrumenten met kabelwartel ½ NPT en kunststof behuizing is
een metalen ½"-schroefdraad in de kunststof behuizing ingegoten.
Opgelet:
Het indraaien van de NPT-kabelwartel resp. de stalen pijp in de
schroefdraad moet vetvrij zijn. Standaard vetten kunnen additieven
bevatten die de koppeling tussen schroefdraadstuk en behuizing
Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelwartel ½ NPT
22
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
aantasten. Dit zal de stevigheid van de verbinding en de dichtheid van
de behuizing nadelig beïnvloeden.
Wanneer afgeschermde kabel noodzakelijk is, adviseren wij, kabelaf-
scherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan te sluiten. In de
sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig
met het aardpotentiaal zijn verbonden.
Bij Ex-installaties aarden conform de installatievoorschriften.
5.2 Aansluitstappen
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule door draaien
naar links uitnemen
3. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
4. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
5. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
6. Openingshefboom van de klemmen met een schroevendraaier
optillen (zie guur hierna).
7. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen
steken
Fig. 17: Aansluitstappen 6 en 7
8. Openingshefboom van de klemmen naar beneden drukken, de
klemveer sluit hoorbaar.
9. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
Kabelafscherming en
aarding
23
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
10. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klem met de potentiaalvereening verbinden
11. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
12. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-ia-uitvoering.
1 2
4
3
5
5
5
5
Fig. 18: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing
1 Kunststof
2 Aluminium
3 RVS (jngietmetaal)
4 RVS (geanodiseerd)
5 Filterelement voor luchtdrukcompensatie voor alle materiaaluitvoeringen.
Blindplug bij uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar voor aluminium en RVS
Overzicht behuizingen
24
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
I
²
C
Display
12 5678
3
4
1
2
Fig. 19: Elektronica- en aansluitruimte - eenkamerbehuizing
1 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
2 Veerklemmen voor aansluiting van het externe display VEGADIS 81
3 Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
4 Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
I
2
C
Display
1
12 5 678
Fig. 20: Aansluitschema - eenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-ia-uitvoering.
Elektronica- en aansluit-
ruimte
Aansluitschema
25
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1 2 3
4
5
Fig. 21: Tweekamerbehuizing
1 Deksel behuizing aansluitruimte
2 Blindpluggen of aansluitstekker M12 x 1 voor VEGADIS 81 (optie)
3 Deksel behuizing elektronicaruimte
4 Filterelement voor drukcompensatie
5 Kabelwartel
1
3
2
Display
12 5678
I
²
C
Fig. 22: Elektronicaruimte - tweekamerbehuizing
1 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
2 Interne verbindingskabel naar aansluitruimte
3 Aansluitklemmen voor VEGADIS 81
Overzicht behuizingen
Elektronicaruimte
26
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1
2
3
Display
12
I
2
C
Fig. 23: Aansluitruimte - tweekamerbehuizing
1 Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
2 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
3 Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
I
2
C
1
12
Fig. 24: Aansluitschema - tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
5.5 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68
(1 bar)
1
2
Fig. 25: Aderbezetting aansluitkabel
1 Br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker.
2 Afscherming
Aansluitruimte
Aansluitschema
Aderbezetting aansluit-
kabel
27
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
5.6 Inschakelfase
Na de aansluiting van de VEGASON 62 op de voedingsspanning
resp. na terugkeer van de voedingsspanning voert het instrument
eerst gedurende ca. 30 seconden een zelftest uit.
Interne test van de elektronica.
Aanwijzing van het type instrument, de rmwareversie en het
sensor-tagnummer (sensoridenticatie).
Uitgangssignaal verspringt kort (ca. 10 s) naar de ingestelde
storingsstroom.
Daarna wordt de bijbehorende stroom op de kabel uitgestuurd (de
waarde komt overeen met het actuele niveau en de al uitgevoerde
instellingen, bijv. de fabrieksinregeling).
Inschakelfase
28
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
6 In bedrijf nemen met de display- en
bedieningsmodule PLICSCOM
6.1 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor wor-
den geplaatst en weer worden verwijderd. Een onderbreking van de
voedingsspanning is hiervoor niet nodig.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Display- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de
elektronica plaatsen (vier posities, 90° verdraaid naar keuze)
3. Display- en bedieningsmodule op de elektronica plaatsen en iets
naar rechts verdraaien tot deze borgt
4. Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed,
andere aansluitingen zijn niet nodig.
Fig. 26: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
Opmerking:
Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings-
module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan
is een verhoogd deksel met venster nodig.
Aanwijs- en bedienings-
module in-/uitbouwen
29
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
6.2 Bedieningssysteem
1
2
Fig. 27: Aanwijs- en bedieningselementen
1 LC-display
2 Bedieningstoetsen
[OK]-toets:
Naar menu-overzicht gaan
Gekozen menu bevestigen
Parameter wijzigen
Waarde opslaan
[->]-toets:
Weergave meetwaarde wisselen
Lijstpositie kiezen
Menupunten in de snelinbedrijfname kiezen
Te wijzigen positie kiezen
[+]-toets:
Waarde van een parameter veranderen
[ESC]-toets:
Invoer onderbreken
Naar bovenliggend menu terugspringen
U bedient het instrument via de vier toetsen van de display- en
bedieningsmodule. Op het LC-display worden de afzonderlijke menu-
punten getoond. De functie van de afzonderlijke toetsen vindt u in de
afbeelding hiervoor.
Bij de Bluetooth-uitvoering van de display- en bedieningsmodule
bedient u het instrument als alternatief met een magneetstift. Deze
bediend de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule door
het gesloten deksel met kijkglas van de behuizing heen.
Toetsfuncties
Bedieningss
ysteem -
toetsen dir
ect
Bedieningssysteem -
toetsen via magneetstift
30
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
1
2
4
5
3
Fig. 28: Display- en bedieningselement - met bediening via magneetpen
1 LC-display
2 Magneetstift
3 Bedieningstoetsen
4 Bluetooth-symbool
5 Deksel met kijkvenster
Bij eenmalig bedienen van de [+]- en [->]-toetsen wijzigt de bewerkte
waarde of de cursor met een positie. Bij bediening langer dan 1 s
verloopt de verandering continu.
Gelijktijdig bedienen van de [OK]- en [ESC]-toetsen langer dan 5 s
zorgt voor terugkeer naar het basismenu. Daarbij wordt de menutaal
naar "Engels" omgeschakeld.
Ca. 60 minuten na de laatste toetsbediening wordt een automatische
terugkeer naar de meetwaarde-aanwijzing uitgevoerd. Daarbij gaan
de nog niet met [OK] bevestigde waarden verloren.
6.3 Inbedrijfnamestappen
Bij HART-multidropbedrijf (meerdere sensoren op een ingang) moet
voor de parametrering eerst de adressering worden ingesteld. Een
nadere beschrijving hiervan vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display-
en bedieningsmodule" of in de online-help van PACTware resp. DTM.
HART-bedrijfsstand
Standaard
Adres 0
De sensor meet de afstand van de sensor tot het productoppervlak.
Voor de aanwijzing van het eigenlijke niveau moet een toekenning
van de gemeten afstand aan de procentuele hoogte plaatsvinden.
Aan de hand van deze invoer wordt dan het eigenlijke niveau bere-
kend. Tegelijkertijd wordt daardoor het werkgebied van de sensor van
het maximum op het benodigde bereik begrensd.
Tijdfuncties
A
dresinstelling
HAR
T-multidrop
Parametrering
31
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
100%
0%
1 m
(39.37
")
5 m
(196.9
")
2
1
3
Fig. 29: Parametreervoorbeeld min.-/max.-inregeling
1 Min. niveau = max. meetafstand
2 Max. niveau = min. meetafstand
3 Referentievlak
Het actuele niveau speelt bij deze inregeling geen rol, de min.-/
max.-inregeling wordt altijd zonder verandering van het productniveau
uitgevoerd. Daarom kunnen deze instellingen al vooraf worden inge-
voerd, zonder dat het instrument hoeft te zijn ingebouwd.
Ga als volgt tewerk:
1. Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door
[OK] in te drukken.
Basisinstelling
Display
Diagnose
Service
Info
2. Het menupunt "Basisinstelling" met [->] kiezen en met [OK]
bevestigen. Nu wordt het menupunt "Min.-inregeling" getoond.
Min.-inregeling
0.00 %
=
5.000 m(d)
4.000 m(d)
3. Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de
cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste
procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De
cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
4. Voer de bij de procentuele waarde horende afstandswaarde in
meters in voor de lege tank (bijv. afstand van de sensor tot aan de
tankbodem).
Basisinstelling - min.
inregeling
32
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
5. Sla uw instellingen op met [OK] en ga met [->] naar max.-inrege-
ling.
Ga als volgt tewerk:
Max.-inregeling
100.00 %
=
1.000 m(d)
2.000 m(d)
1. Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de
cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste
procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De
cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
2. Voer de bij de procentuele waarde passende afstandswaarde in
meters in voor de volle tank. Let erop dat het maximale niveau
niet binnen de dode band mag liggen.
3. Sla de instellingen op met [OK] en ga met [->] naar de product-
keuze.
Ieder product heeft een ander reectiegedrag. Bij vloeistoen komen
onrustige productoppervlakken en schuimvorming als storende fac-
toren voor. Bij stortgoed zijn dit stofontwikkeling,stortgoedtaluds en
stoorecho's door de silowand. Om de sensor aan te passen op deze
verschillende meetomstandigheden, moet in dit menupunt eerst de
keuze "Vloeistof" of "Stortgoed" worden gemaakt.
Medium
Vloeistof
Bij stortgoederen kan bovendien uit "Poeder/stof", "Granulaat/pellets"
of "Grind/kiezel" worden gekozen.
Door deze extra instelling wordt de sensor optimaal op het product
aangepast en wordt de meetzekerheid vooral bij media met slechte
reecterende eigenschappen duidelijk verbeterd.
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Naast het medium kan ook de tankvorm de meting beïnvloeden.
Om de sensor op deze meetomstandigheden aan te passen, geeft
dit menupunt afhankelijk van de keuze voor vloeistof of stortgoed,
verschillende mogelijkheden. Bij "Vloeistof" zijn dit "Opslagtank",
"Standpijp", "Open container" of "Roerwerktank", bij "Stortgoed",
"Silo" of "Bunker".
Tankvorm
Opslagtank
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Basisinstelling - max.
inregeling
Basisinstelling - medium
Basisinstelling - tank-
v
orm
33
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige
mediumoppervlakken te onderdrukken, kan een demping worden
ingesteld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop,
dat daarmee echter ook de reactietijd van de gehele meting groter
wordt en de sensor op snelle meetwaardeveranderingen vertraagd
reageert. In de regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om
de meetwaarde-aanwijzing verregaand te stabiliseren.
Demping
0 s
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een kogeltank - en de aanwijzing of uitsturing van het volume
gewenst is. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatiecurves op-
genomen. Deze geven de verhouding tussen het procentuele niveau
en het tankvolume aan. Door activering van de passende curve wordt
het procentuele tankvolume correct aangewezen. Indien het volume
niet in procenten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogram moet worden
aangewezen, kan ook nog een schaalverdeling onder het menupunt
"Display" worden ingesteld.
Linearisatiecurve
Lineair
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
In dit menupunt kan aan de sensor een eenduidige naam worden
gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In
digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties
moet voor een nauwkeurige identicatie van de meetplaatsen een
eenduidige naam worden ingevoerd.
Sensor-TAG
Sensor
Met dit menupunt is de basisinstelling afgerond en u kunt nu met de
[ESC]-toets terugkeren naar het hoofdmenu.
In het menu "Display" bepaalt u, hoe de meetwaarde op het display
wordt weergegeven.
De volgende aanwijswaarden staan ter beschikking:
Hoogte
Afstand
Stroom
Basisinstelling - demping
Basisinstelling - linearisa-
tiecurve
Basisinstelling - sen
-
sor-TAG
Display - aanwijswaarde
34
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Op schaal
Procent
Lin. procent
De keuze Op schaal" opent de menupunten "Aanwijseenheid" en
"Schaalverdeling". In "Aanwijseenheid" bestaan de volgende keuze-
mogelijkheden:
Hoogte
Massa
Debiet
Volume
Zonder eenheid
Afhankelijk van de keuze staan weer verschillende eenheden ter
beschikking.
In het menupunt "Schaalverdeling" wordt de gewenste getalswaarde
met decimale punt voor 0 % en 100 % van de meetwaarde ingevoerd.
Tussen de aanwijswaarde in het menu "Display" en de inregelwaarde
in het menu "Basisinstellingen" bestaat de volgende relatie:
Aanwijswaarde "Afstand": weergave van de meetwaarde in de
gekozen inregeleenheid, bijvoorbeeld m(d)
Aanwijswaarde
Schaal
Aanwijseenheid
Volume
l
Schaalverdeling
0 % = 0.0 l
100 % = 100.0 l
Een af fabriek geïntegreerde achtergrondverlichting kan via het
bedieningsmenu worden ingeschakeld. De functie is afhankelijk van
de hoogte van de voedingsspanning. Zie "Technische gegevens/voe-
dingsspanning".
Voor het behouden van de goede werking van het instrument wordt
de verlichting tijdelijk uitgeschakeld bij niet voldoende voedingsspan-
ning.
Verlichting
In de defaultinstelling is de verlichting uitgeschakeld.
Display - verlichting
35
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
In de sensor worden steeds de minimale en maximale meetwaarde
opgeslagen. In het menupunt "Sleepaanwijzer" worden de waarden
getoond.
Min.- en max.-afstand in m(d)
Min.- en max.-temperatuur
Sleepaanwijzer
Bij contactloos werkende niveausensoren kan de meting door de
procesomstandigheden worden beïnvloed. In dit menupunt wordt de
meetzekerheid van de niveau-echo als dB-waarde weergegeven. De
meetzekerheid is signaalsterkte minus ruis. Des te groter de waarde
is, des te betrouwbaarder functioneert de meting. Bij een werkende
meting zijn de waarden > 10 dB.
In dit menupunt wordt de instrumentstatus getoond. Wanneer door
de sensor geen fout wordt herkend, dan volgt de aanwijzing "OK".
Wanneer een fout wordt geconstateerd, dan volgt sensorspeciek
een knipperende foutmelding, bijv. "E013". De fout wordt bovendien in
tekst weergegeven bijv. "Geen meetwaarde aanwezig".
Informatie:
De foutmelding en de tekstaanwijzing worden tevens op het meet-
waardedisplay getoond.
Meetzekerheid
Instrumentstatus
Bij ultrasone sensoren geeft de "Echocurve" de signaalsterkte van
de echo weer over het meetbereik. De eenheid voor de signaalsterkte
is "dB". De signaalsterkte maakt het mogelijk, de kwaliteit van de
meting te beoordelen.
De "stoorechocurve" geeft de opgeslagen stoorecho's (zie menu
"Service") weer van de lege tank met signaalsterkte in "dB" over het
meetbereik.
Met de start van een "Trendcurve" worden afhankelijk van de sensor
tot maximaal 3000 meetwaarden geregistreerd. De waarden kunnen
aansluitend op een tijdas worden weergegeven. De telkens oudste
meetwaarden worden weer gewist.
In het menu "Curveselectie" wordt de betreende curve gekozen.
Curvekeuze
Echocurve
Diagnose - aanwijzing
Diagnose - meetzeker-
heid
Diagnose - instrument-
status
Diagnose - curveselectie
36
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Informatie:
Bij de uitlevering af fabriek is de trendregistratie niet actief. Deze moet
door de gebruiker via het menupunt "Trendcurve starten" worden
gestart.
Een vergelijking van de echo- en stoorechocurve maakt een meer
exacte uitspraak over de meetnauwkeurigheid mogelijk. De gekozen
curve wordt continu geactualiseerd. Met de toets [OK] wordt een
submenu met zoomfuncties geopend:
Bij de "Echo- en stoorechocurve" zijn beschikbaar:
"X-zoom": loepfunctie voor de meetafstand
"Y-zoom": 1-, 2-, 5- en 10-voudige vergroting van het signaal in
"dB"
"Unzoom": terugzetten van de weergave naar het nominale meet-
bereik met enkele vergroting
Bij de "Trendcurve" zijn beschikbaar:
"X-zoom": resolutie
1 minuut
1 uur
1 dag
"Stop/start": onderbreken van een lopende registratie resp. begin
van een nieuwe registratie
"Unzoom": resetten van de resolutie naar minuten
Het registratieraster heeft als defaultinstelling 1 minuut. Met de bedie-
ningssoftware PACTware kan dit raster ook op 1 uur of 1 dag worden
ingesteld.
Echocurve
Hoge sokken of ingebouwde onderdelen zoals versterkingen of roer-
werken, en aanhechtingen of lasnaden in de tankwanden veroorza-
ken storende reecties, die de meting beïnvloeden. Een beïnvloeden
registreert, markeert en bewaart deze stoorsignalen zodat deze voor
de niveaumeting worden genegeerd. Dit moet bij een laag niveau
worden uitgevoerd, zodat alle eventueel aanwezige stoorreecties
kunnen worden meegenomen.
Stoorsignaalonderdrukking
Nu veranderen?
Ga als volgt tewerk:
1. Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door
[OK] in te drukken.
2. Het menupunt "Service" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen.
Nu wordt het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" weergege-
ven.
Diagnose - curveweer-
gave
Service - stoorsignaalon-
derdrukking
37
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
3. Bevestigen van "Stoorsignaalonderdrukking - nu veranderen" met
[OK] en het daaronder liggende menu "Nieuw aanmaken" kiezen.
De werkelijke afstand van de sensor tot aan het oppervlak van het
medium invoeren. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen wor-
den nu na het bevestigen met [OK] door de sensor geregistreerd
en opgeslagen.
Opmerking:
Controleer de afstand tot het productoppervlak, omdat bij een ver-
keerde (te grote) opgave het actuele niveau als stoorsignaal wordt op-
geslagen. Zo kan in dit bereik het niveau niet meer worden bepaald.
Het menupunt "Aanvullende instelling" biedt de mogelijkheid, de
VEGASON 62 voor toepassingen te optimaliseren, waarbij het niveau
zeer snel verandert. Kies hiervoor de functie "Snelle niveauverande-
ring > 1 m/min.".
Aanvullende instelling
Snelle niveauverandering
> 1 m/min
Opmerking:
Omdat bij de functie "Snelle niveauverandering > 1 m/min" de
gemiddelde waardeberekening van de signaalverwerking duidelijk is
gereduceerd, dan kunnen storingsreecties door roerwerken of inge-
bouwde onderdelen meetwaardevariaties veroorzaken. Een stoorsig-
naalonderdrukking verdient daarom aanbeveling.
Onder het menupunt "Stroomuitgang" bepaalt u het gedrag van de
stroomuitgang tijdens bedrijf en bij storingen. De volgende tabel toont
de keuzemogelijkheden.
Stroomuitgang
Karakteristiek 4 … 20 mA
20 … 4 mA
Storingsmodus
1)
Waarde vasthouden
20,5 mA
22 mA
< 3,6 mA
Min. stroom
2)
3,8 mA
4 mA
Max. stroom
3)
20 mA
20,5 mA
De vet getoonde waarden staan voor de defaultinstelling.
Service - uitgebreide
instelling
Service - stroomuitgang
1)
Waarde van de stroomuitgang bij storing, bijv.: wanneer geen geldige meet-
waarde wordt geleverd.
2)
Deze waarde wordt tijdens bedrijf niet onderschreden.
3)
Deze waarde wordt tijdens bedrijf niet overschreden
38
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Bij de bedrijfsstand HART-Multidrop is de stroom constant 4 mA. De
waarde verandert ook bij storingen niet.
Stroomuitgang
Karakteristiek: 4-20 mA
Storingsmodus: 22 mA
Min. stroom 3,8 mA
Met dit menupunt simuleert u willekeurige niveau- en drukwaarden via
de stroomuitgang. Daarmee kan de signaalweg, bijv. via nagescha-
kelde aanwijsinstrumenten of de ingangskaart van het besturingssy-
steem worden getest.
De volgende simulatiegrootheden staan ter beschikking:
Procent
Stroom
Druk (bij druktransmitters)
Afstand (bij radar en geleide radar (TDR))
Bij Probus PA-sensoren volgt de keuze van de gesimuleerde waarde
via het "Channel" in het menu "Basisinstellingen".
Zo start u de simulatie:
1. [OK] indrukken
2. Met [->] de gewenste simulatiegrootheid kiezen en met [OK]
bevestigen.
3. Met [+] en [->] de gewenste getalswaarde instellen.
4. [OK] indrukken
De simulatie loopt nu, daarbij wordt bij 4 … 20 mA/HART een stroom
resp. bij Probus PA of Foundation Fieldbus een digitale waarde
uitgestuurd.
Zo onderbreekt u de simulatie:
[ESC] indrukken
Informatie:
10 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa-
tisch afgebroken.
Simulatie
Simulatie starten?
Wanneer de functie "Reset" wordt uitgevoerd, zet de sensor de
waarden voor de volgende menupunten terug naar de resetwaarde
(zie tabel):
4)
Functie Resetwaarde
Sensoradres 126
Service/simulatie
Service - Reset
4)
Sensorspecieke basisinstelling.
39
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Functie Resetwaarde
Max.-inregeling
0 m(d)
Min.-inregeling Meetbereikeindwaarde in m(d)
5)
Medium Vloeistof
Tankvorm Niet bekend
Demping
0 s
Linearisatie Lineair
Sensor-TAG Sensor
Aanwijswaarde Afstand
Stroomuitgang - karakteristiek
4 … 20 mA
Stroomuitgang - max. stroom 20 mA
Stroomuitgang - min. stroom 4 mA
Stroomuitgang - storing < 3,6 mA
Inregeleenheid m(d)
De waarden van de volgende menupunten worden bij de "Reset" niet
naar de resetwaarden (zie tabel) teruggezet:
Functie Resetwaarde
Verlichting Geen reset
Taal Geen reset
HART-bedrijfsstand Geen reset
Fabrieksinstelling
Als basisinstelling, bovendien worden speciale parameters naar de
defaultwaarde teruggezet.
6)
Sleepaanwijzer
De min.- en max.-afstands- en temperatuurwaarden worden naar de
actuele waarden gereset.
In dit menupunt kiest u de interne rekeneenheid van de sensor.
Inregeleenheid
m(d)
De sensor is af fabriek op de taal van het land van bestelling inge-
steld. In dit menupunt kiest u een andere taal. De volgende talen
staan vanaf softwareversie 3.50 ter beschikking:
Deutsch
English
Français
Service - inregeleenheid
Service - taal
5)
Afhankelijk van het sensortype, zie "Technische gegevens".
6)
Speciale parameters zijn parameters, die met de bedieningssoftware
PACTware op serviceniveau klantspeciek zijn ingesteld.
40
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Espanõl
Pycckuu
Italiano
Netherlands
Japanese
Chinese
Taal
Duits
Bij instrumenten met SIL-kwalicatie af fabriek is de functionele
veiligheid al geactiveerd. Bij instrumenten zonder SIL-kwalicatie af
fabriek moet voor toepassingen conform SIL de functionele veiligheid
door de gebruiker via de display- en bedieningsmodule worden ge-
activeerd. SIL via fabrieksinstelling kan door de gebruiker niet worden
gedeactiveerd.
De activering van SIL heeft de volgende eecten:
In het menupunt "Storingsmodus" onder "Stroomuitgang" zijn de
parameters "Waarde houden" en "20,5 mA" geblokkeerd.
In het menupunt "HART-Bedrijfsstand" is de functie "Multidrop"
geblokkeerd
Opmerking:
Voor deze applicaties moet de "Safety Manual" absoluut worden
aangehouden.
HART biedt de bedrijfsstanden Standard en Multidrop.
De bedrijfsstand Standard met het vaste adres 0 betekent uitsturen
van de meetwaarde als 4 … 20 mA-signaal.
In de bedrijfsstand Multidrop kunnen max. 15 sensoren op een
2-draadskabel worden aangesloten. Iedere sensor moet een adres
tussen 1 en 15 krijgen toegekend.
7)
In dit menupunt bepaalt u de HART-bedrijfsstand en geeft u de adres-
sen bij Multidrop aan.
HART-bedrijfsstand
Standaard
Adres 0
De defaultinstelling is standaard met adres 0.
Deze functie maakt het uitlezen mogelijk van parametreergegevens
en het schrijven daarvan naar de sensor via de display- en bedie-
ningsmodule. Een beschrijving van de functie vindt u in de gebruiks-
aanwijzing "Display- en bedieningsmodule".
Service - SIL
Service - HART-Bedrijfs-
stand
Service - sensordata
kopiëren
7)
Het 4 … 20 mA-signaal van de sensor wordt uitgeschakeld, de sensor neemt
een constante stroom van 4 mA op. Het meetsignaal wordt uitsluitend als
digitaal HART-signaal overgedragen.
41
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
De volgende data worden met deze functie uitgelezen resp. geschre-
ven:
Weergave meetwaarde
Inregeling
Medium
Tankvorm
Demping
Linearisatiecurve
Sensor-TAG
Aanwijswaarde
Aanwijseenheid
Schaalverdeling
Stroomuitgang
Inregeleenheid
Taal
De volgende veiligheidsrelevante data worden niet uitgelezen resp.
geschreven:
HART-bedrijfsstand
PIN
Sensordata kopiëren
Sensordata kopiëren?
In dit menupunt wordt de PIN permanent geactiveerd/gedeactiveerd.
Met de invoer van een 4-cijferige PIN beschermt u de data tegen
ongeautoriseerde toegang en onbedoelde veranderingen. Wanneer
de PIN permanent is geactiveerd, dan kan deze in ieder menupunt
tijdelijk (d.w.z. gedurende ca. 60 minuten) worden gedeactiveerd. De
PIN bij uitlevering is 0000.
PIN
Nu permanent activeren?
Bij een actieve PIN zijn alleen nog de volgende functies toegestaan:
Menupunten kiezen en data weergeven
Data uit de sensor in de display- en bedieningsmodule inlezen
In dit menu kunt u de belangrijkste sensorinformatie uitlezen:
Instrumenttype
Serienummer: 8-cijferig getal, bijv. 12345678
Instrumenttype
Serienummer
Kalibratiedatum: datum van de fabriekskalibratie
Software-versie: uitgave van de sensorsoftware
Service - PIN
Info
42
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Kalibratiedatum
Softwareversie
Laatste verandering via PC: de datum van de laatste verandering
van sensorparameters via PC
Laatste verandering via PC
Sensorkenmerken, bijv. toelating, procesaansluiting, afdichting,
meetcel, meetbereik, elektronica, behuizing, kabelwartel, stekker,
kabellengte, enz.
Sensorkenmerken
Nu weergeven?
6.4 Menuschema
Informatie:
Licht weergegeven menuvensters staan afhankelijk van de uitrusting
en toepassing niet altijd ter beschikking.
Basisinstelling
Basisinstelling 1
Display
Diagnose
Service
Info
Min.-inregeling 1.1
0.00 %
=
4.000 m(d)
3.000 m(d)
Max.-inregeling 1.2
100.00 %
=
1.000 m(d)
2.000 m(d)
Medium 1.3
Vloeistof
Tankvorm 1.4
Opslagtank
Demping 1.5
0 s
Linearisatiecurve 1.6
Lineair
Sensor-TAG 1.7
Sensor
43
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Display
Basisinstelling 2
Display
Diagnose
Service
Info
Aanwijswaarde 2.1
Op schaal
Aanwijseenheid 2.2
Volume
Schaalverdeling 2.3
0 % = 0.0 m³
100 % = 100.0 m³
Verlichting 2.4
Uitgeschakeld
Diagnose
Basisinstelling 3
Display
Diagnose
Service
Info
Sleepaanwijzer 3.1
Afstand min.: 0,234 m(d)
Afstand max.: 5,385 m(d)
T-min.: 16,5 °C
T-min.: 37,5 °C
Meetzekerheid 3.2
36 dB
Instrumentstatus
OK
Curvekeuze 3.3
Echocurve
Echocurve 3.4
Weergave echocurve
Service
Basisinstelling 4
Display
Diagnose
Service
Info
Stoorsignaalonder-
drukking
4.1
Nu veranderen?
Aanvullende instelling 4.2
Geen
Stroomuitgang 4.3
Karakteristiek: 4-20 mA
Storingsmodus: < 3,6 mA
Min. stroom: 3,8 mA
Simulatie 4.4
Simulatie starten?
Reset 4.5
Reset kiezen?
Inregeleenheid 4.6
m(d)
Kiezen?
Taal 4.7
Duits
SIL 4.8
Niet geactiveerd
HART-bedrijfsstand 4.9
Standaard
Adres 0
Sensordata kopiëren 4.10
Sensordata kopiëren?
PIN 4.11
Nu activeren?
44
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Info
Basisinstelling 5
Display
Diagnose
Service
Info
Instrumenttype 5.1
Serienummer
12345678
Kalibratiedatum 5.2
Softwareversie
Laatste verandering
via PC
5.3 Sensorkenmerken 5.4
Nu weergeven?
6.9 Opslaan van de parameters
Het verdient aanbeveling, de ingestelde waarden te noteren, bijv.
in deze handleiding, en aansluitend te archiveren. Deze kunnen
daardoor nogmaals worden gebruikt en zijn beschikbaar voor bijv.
servicedoeleinden.
Wanneer de VEGASON 62 is uitgerust met een display- en bedie-
ningsmodule, dan kunnen de belangrijkste data uit de sensor in de
display- en bedieningsmodule worden ingelezen. De procedure wordt
beschreven in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" onder
het menupunt "Sensordata worden". De data blijven daar permanent
opgeslagen, ook bij uitval van de voedingsspanning.
Wanneer vervanging van de sensor noodzakelijk is, dan wordt de
display- en bedieningsmodule in het vervangende apparaat geplaatst
en de data worden via het menupunt "Sensorgegevens kopiëren" in
de sensor geschreven.
45
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere
bedieningsprogramma's
7.1 De PC aansluiten via VEGACONNECT
3
1
2
Fig. 30: Aansluiting van de PC via VEGACONNECT direct op de sensor
1 USB-kabel naar PC
2 VEGACONNECT
3 Sensor
1
2
3
4
OPEN
TWIST
USB
LOCK
Fig. 31: Aansluiting via VEGACONNECT extern
1 I²C-Bus (com.)-interface op sensor
2 I²C-aansluitkabel van de VEGACONNECT
3 VEGACONNECT
4 USB-kabel naar PC
Benodigde componenten:
VEGASON 62
PC met PACTware en passende VEGA-DTM
VEGACONNECT direct op
sensor
VEGACONNE
CT extern
46
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
VEGACONNECT
Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
4
1
2
3
Fig. 32: Aansluiting van de PC via HART op de signaalkabel
1 VEGASON 62
2 HART-weerstand 250 Ω (optie afhankelijk van verwerking)
3 Aansluitkabel met 2 mm pennen en klemmen
4 Meetversterkersysteem/PLC/voedingsspanning
Benodigde componenten:
VEGASON 62
PC met PACTware en passende VEGA-DTM
VEGACONNECT
HART-weerstand ca. 250 Ω
Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
Opmerking:
Bij voedingsapparaten met geïntegreerde HART-weerstand (inwen-
dige weerstand ca. 250 Ω) is geen extra externe weerstand nodig. Dit
geldt bijv. voor de VEGA-instrumenten VEGATRENN 149A, VEGADIS
371, VEGAMET 381. Ook op de markt leverbare Ex-voedingsschei-
ders zijn meestal uitgerust met een voldoende grote stroombegren-
zingsweerstand. In deze gevallen kan de VEGACONNECT 4 parallel
aan de 4 … 20 mA-kabel worden aangesloten.
7.2 Parametrering met PACTware
Voor de parametrering van het instrument via een Windows-PC is
de conguratiesoftware PACTware en een passende instrument-
driver (DTM) conform de FDT-standaard nodig. De meest actuele
PACTware-versie en alle beschikbare DTM's zijn in een DTM Collec-
tion opgenomen. Bovendien kunnen de DTM's in andere applicaties
conform FDT-standaard worden opgenomen.
Opmerking:
Om de ondersteuning van alle instrumentfuncties te waarborgen,
moet u altijd de nieuwste DTM Collection gebruiken. Bovendien zijn
niet alle beschreven functies in oudere rmwareversies opgenomen.
De nieuwste instrumentsoftware kunt u van onze homepage down-
loaden. Een beschrijving van de update-procedure is ook op internet
beschikbaar.
VEGACONNECT via HART
Voorwaarden
47
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing "DTM-Col-
lection/PACTware" beschreven, die met iedere DTM Collection wordt
meegeleverd en via internet kan worden gedownload. Een aanvullen-
de beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's
opgenomen.
Fig. 33: Voorbeeld van een DTM-aanzicht
Alle instrument-DTM's zijn leverbaar als gratis standaard versie en als
volledige versie tegen betaling. In de standaard versie zijn alle func-
ties voor een complete inbedrijfname opgenomen. Een assistent voor
eenvoudige projectopbouw vereenvoudigt de bediening aanmerkelijk.
Ook het opslaan/afdrukken van het project en een import-/exportfunc-
tie zijn onderdeel van de standaard versie.
In de volledige versie is bovendien een uitgebreide afdrukfunctie
beschikbaar voor de volledige projectdocumentatie en het opslaan
van meetwaarde- en echocurven. Bovendien is hier een tankbereke-
ningsprogramma en een multiviewer voor weergave en analyse van
de opgeslagen meetwaarde- en echocurven beschikbaar.
De standaardversie kan onder www.vega.com/downloads worden
gedownload. De volledige versie kunt u op een CD krijgen via uw
vertegenwoordiging.
7.3 Parametrering met AMS™ en PDM
Voor VEGA-sensoren staan ook instrumentbeschrijvingen als DD
resp. EDD voor het bedieningsprogramma AMS™ en PDM ter be-
schikking. De instrumentbeschrijvingen zijn in de actuele versies van
AMS™ en PDM al opgenomen.
Bij oudere versies van AMS™ en PDM kunnen deze kosteloos via het
internet worden gedownload. Ga hiervoor naar www.vega.com.
Standaard-/volledige
versie
48
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
7.4 Opslaan van de parameters
Het verdient aanbeveling de parameters te documenteren resp. op
te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan
voor servicedoeleinden ter beschikking.
De VEGA-DTM-Collection en PACTware in de gelicenseerde, pro-
fessionele versie biedt u een geschikte tool voor een systematische
projectdocumentatie en -opslag.
49
8 Service en storingen oplossen
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
8 Service en storingen oplossen
8.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
8.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
Het instrument biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaar-
heid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen
bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
Sensor
Proces
Voedingsspanning
Signaalverwerking
De eerste maatregelen zijn de controle van het uitgangssignaal en de
verwerking van foutmeldingen via de aanwijs- en bedieningsmodule.
De procedure wordt hierna beschreven. Meer omvangrijke diagno-
semogelijkheden biedt een PC met de software PACTware en de
passende DTM. In veel gevallen kunnen de oorzaken op deze manier
worden vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr.
+49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbie-
den, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Sluit conform het aansluitschema een multimeter met een passend
meetbereik aan. De volgende tabel beschrijft mogelijke fouten in het
stroomsignaal en helpt bij het oplossen daarvan:
Fout Oorzaak Oplossen
4 … 20 mA-signaal
niet stabiel
Niveauvariaties Demping via de aanwijs- en bedieningsmodule instellen
Onderhoud
Reiniging
Gedrag bij storingen
Storingsoorzaken
Storingen verhelpen
24-uurs service hotline
4 … 20 mA-signaal con-
troleren
50
8 Service en storingen oplossen
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Fout Oorzaak Oplossen
4 … 20 mA-signaal
ontbreekt
Elektrische aansluiting fout Aansluiting conform hoofdstuk "Aansluitstappen" controle-
ren en evt. conform hoofdstuk "Aansluitschema" corrigeren
Voedingsspanning ontbreekt Kabels controleren op breuk, eventueel repareren
Voedingsspanning te laag
resp. belastingsweerstand
te hoog
Controleren, evt. aanpassen
Stroomsignaal gro-
ter dan 22 mA of
kleiner dan 3,6 mA.
Elektronica in sensor defect Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Bij Ex/toepassingen moeten de voorschriften voor het schakelen van
intrinsiekveilige circuits worden aangehouden.
Fout Oorzaak Oplossen
E013 Geen meetwaarde aanwezig Sensor in opstartfase
Sensor vindt geen echo bijv. door foutieve inbouw of ver-
keerde parametrering.
E017 Inregelbereik te klein Inregeling opnieuw uitvoeren, daarbij de afstand tussen
min.- en max.-inregeling vergroten.
E036 Geen goede sensorsoftware Software-update uitvoeren resp. instrument ter reparatie op-
sturen
E041 Hardwarefout, elektronica
defect
Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroen maatrege-
len moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschre-
ven handelingen weer worden uitgevoerd.
8.3 Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervan-
gen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één instrument en één elektronica
met bijbehorende Ex-toelating worden ingezet.
Indien ter plekke geen elektronica beschikbaar is, kan deze via uw
VEGA-dealer worden besteld.
De nieuwe elektronica moet met de opdrachtgegevens van de sensor
geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden:
Af fabriek door VEGA
Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het sensorserienummer nodig. Het
serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument, op de bin-
nenwand van de behuizing of op de pakbon.
Foutmeldingen via de
display- en bedienings-
module
Gedrag na oplossen
storing
Sensorserienummer
51
8 Service en storingen oplossen
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Informatie:
Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het
internet worden gedownload (zie handleiding "elektronica").
De elektronica is afgestemd op de betreende sensor en deze ver-
schillen bovendien qua signaaluitgang resp. voeding.
8.4 Software-update
Voor update van de instrumentsoftware zijn de volgende componen-
ten nodig
Instrument
Voedingsspanning
Interface-adapter VEGACONNECT
PC met PACTware
Actuele instrumentsoftware als bestand
De actuele instrumentsoftware en gedetailleerde informatie overr de
procedure vindt u in het downloadgedeelte van www.vega.com.
Opgelet:
Instrumenten met toelatingen kunnen aan bepaalde softwareversies
zijn gebonden. Waarborg daarbij, dat bij een software-update de
toelating actief blijft.
Gedetailleerde informatie vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
8.5 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
Toekenning
52
9 Demonteren
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
9 Demonteren
9.1 Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank of leiding, hoge temperaturen, agressieve of
toxische media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
9.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn
Het instrument valt niet onder de EU-WEEE-richtlijn. Conform artikel 2
van deze richtlijn zijn elektrische en elektronische apparaten daarvan
uitgezonderd, wanneer deze onderdeel van een ander apparaat zijn,
dat niet onder het geldigheidsgebied van de richtlijn valt. Dit zijn o.a.
vaste industriële installaties.
Voer het apparaat direct via een gespecialiseerde recyclingbedrijf af
en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke afvalverwerking.
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
53
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
10 Bijlage
10.1 Technische gegevens
Aanwijzingvoorgecerticeerdeinstrumenten
Voor gecerticeerde instrumenten (bijv. met Ex-certicering) gelden de technische specicaties
in de bijbehorende veiligheidsinstructies. Deze kunnen bijv. bij de procesomstandigheden of de
voedingsspanning van de hier genoemde specicaties afwijken.
Ingangsgrootheden
Meeteenheid Afstand tussen onderkant geluidsomvormer en produc-
toppervlak
Meetbereik
Ʋ Vloeistoen Tot 8 m (26.25 ft)
Ʋ Stortgoederen tot 3,5 m (11.48 ft)
Dode band 0,4 m (1.312 ft)
Uitgangsgrootheid
Uitgangssignaal
4 … 20 mA/HART
HART-uitgangswaarde
Ʋ HART-waarde (Primary Value) Afstand tot niveau
Ʋ HART-waarde (Secondary Value) Temperatuur
Ʋ HART-waarde (3rd Value) Afstand tot niveau - op schaal
Signaalresolutie
1,6 µA
Meetresolutie digitaal 1 mm (0.039 in)
Uitvalsignaal stroomuitgang (instelbaar) mA-waarde onveranderd, 20,5 mA, 22 mA, < 3,6 mA
Stroombegrenzing 22 mA
Last Zie belastingsdiagram in voedingsspanning
Demping (63 % van de ingangsgroot-
heid)
0 … 999 s, instelbaar
Voldoet aan NAMUR-aanbeveling NE 43
Meetafwijking (conform DIN EN 60770-1)
Meetafwijking
8)
≤ 4 mm (meetafstand > 2,0 m/6.562 ft)
8)
Inclusief alineariteit, hysterese en niet-herhaalbaarheid.
54
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
16 mm (0.63 in)
-16 mm (-0.63 in)
5 m
(16.404 ft)
6 m
(19.685 ft)
7 m
(22.966 ft)
8 m
(26.247 ft)
4 m
(13.123 ft)
3 m
(9.843 ft)
2 m
(6.562 ft)
1 m
(3.28 ft)
10 mm (0.394 in)
4 mm (0.157 in)
-10 mm (-0.394 in)
-4 mm (-0.157 in)
Fig. 34: Meetafwijking VEGASON 62
Referentiecondities voor meetnauwkeurigheid (conform DIN EN 60770-1)
Referentie-omstandigheden conform DIN EN 61298-1
Ʋ Temperatuur +18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
Ʋ Relatieve luchtvochtigheid 45 … 75 %
Ʋ Luchtdruk 860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig)
Overige referentie-omstandigheden
Ʋ Reector Ideale reector, bijv. metalen plaat 2 x 2 m (6.56 x 6.56 ft)
Ʋ Stoorreecties Grootste stoorsignaal 20 dB kleiner dan eectief signaal
Meetkarakteristieken
Ultrasonore frequentie
55 kHz
Meetinterval > 2 s (afhankelijk van de parametrering)
Stralingshoek bij -3 dB 11°
Insteltijd
9)
> 3 s (afhankelijk van parametrering)
Invloed van de omgevingstemperatuur op de sensorelektronica
10)
Gemiddelde temperatuurcoëciënt van
het nulsignaal (temperatuurfout)
0,06 %/10 K
Omgevingscondities
Omgevings-, opslag- en transporttem-
peratuur
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities
Procesdruk
-20 … 200 kPa/-0,2 … 2 bar (-2.9 … 29 psig)
Procestemperatuur (temperatuur geluidsomvormer)
Ʋ Afdichting EPDM -40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
9)
Tijd tot de juiste uitsturing (max. 10 % afwijking) van het niveau bij een sprongsgewijze niveauverandering.
10)
Gerelateerd aan het nom. meetbereik.
55
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Ʋ Afdichting FKM -20 … +80 °C (-4 … +176 °F)
Trillingsbestendigheid Mechanische trillingen met 4 g en 5 ... 100 Hz
11)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68 (0,2 bar)
Opties voor de kabelinstallatie
Ʋ Kabelinvoer M20 x 1,5; ½ NPT
Ʋ Kabelwartel M20 x 1,5; ½ NPT
Ʋ Blindplug M20 x 1,5; ½ NPT
Ʋ Afsluitkap ½ NPT
Aderdiameter (veerkrachtklemmen)
Ʋ Massieve ader, litze 0,2 … 2,5 mm² (AWG 24 … 14)
Ʋ Litze met adereindhuls 0,2 … 1,5 mm² (AWG 24 … 16)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar)
Opties voor de kabelinstallatie
Ʋ Kabelwartel met geïntegreerde aan-
sluitkabel
M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm)
Ʋ Kabelinvoer ½ NPT
Ʋ Blindplug M20 x 1,5; ½ NPT
Verbindingskabel
Ʋ Aderdiameter 0,5 mm² (AWG 20)
Ʋ Aderweerstand < 0,036 Ω/m
Ʋ Trekvastheid < 1200 N (270 lbf)
Ʋ Standaard lengte 5 m (16.4 ft)
Ʋ Max. lengte 180 m (590.6 ft)
Ʋ Min. buigstraal 25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
Ʋ Diameter ca. 8 mm (0.315 in)
Ʋ Kleur - niet-Ex uitvoering Zwart
Ʋ Kleur - Ex-uitvoering Blauw
Display- en bedieningsmodule
Aanwijselement Display met achtergrondverlichting
Meetwaarde-aanwijzing
Ʋ Aantal cijfers 5
Bedieningselementen
Ʋ 4 toetsen [OK], [->], [+], [ESC]
Ʋ Schakelaar Bluetooth On/O
Bluetooth-interface
Ʋ Standaard Bluetooth smart
Ʋ Reikwijdte 25 m (82.02 ft)
11)
Getest conform de richtlijnen van de Germanischen Lloyd, GL-karakteristiek 2.
56
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Beschermingsgraad
Ʋ Los IP 20
Ʋ Ingebouwd in behuizing zonder deksel IP 40
Materialen
Ʋ Behuizing ABS
Ʋ Venster Polyesterfolie
Functionele veiligheid SIL-terugkoppelingsvrij
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
Ʋ Niet-Ex instrument 14 … 35 V DC
Ʋ Ex-ia-instrument 14 … 30 V DC
Bedrijfsspanning U
B
met ingeschakelde verlichting
Ʋ Niet-Ex instrument 20 … 35 V DC
Ʋ Ex-ia-instrument 20 … 30 V DC
Toelaatbare rimpelspanning
Ʋ < 100 Hz U
ss
< 1 V
Ʋ 100 Hz … 10 kHz U
ss
< 10 mV
Belastingsweerstand
Ʋ Berekening (U
B
- U
min
)/0,022 A
Ʋ Voorbeeld - niet-Ex instrument bij
U
B
= 24 V DC
(24 V - 14 V)/0,022 A = 455 Ω
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
Materiaal behuizing Uitvoering IP-beschermingsklasse NEMA-beschermings-
klasse
Kunststof Eenkamer
IP 66/IP 67 Type 4X
Tweekamer IP 66/IP 67 Type 4X
Aluminium Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 6P
Type 6P
Tweekamer IP 66/IP 67
IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 4X
Type 6P
Type 6P
RVS (geanodiseerd) Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar) Type 6P
RVS (jngietmetaal) Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 6P
Type 6P
Aansluiting van de voedingsadapter Netwerken met overspanningscategorie III
Toepassingshoogte boven zeeniveau
Ʋ Standaard tot 2000 m (6562 ft)
57
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Ʋ met voorgeschakelde overspannings-
beveiliging
tot 5000 m (16404 ft)
Vervuilingsgraad
12)
4
Veiligheidsklasse
II (IEC 61010-1)
Functionele veiligheid (SIL)
Bij instrumenten met SIL-kwalicatie af fabriek is de functionele veiligheid al geactiveerd. Bij
instrumenten zonder SIL-kwalicatie af fabriek moet voor toepassingen conform SIL de functione-
le veiligheid door de gebruiker via de display- en bedieningsmodule resp. via PACTware worden
geactiveerd.
Functionele veiligheid conform IEC 61508-4
Ʋ Eenkanaals architectuur (1oo1D) Tot SIL2
Ʋ Tweekanaals diversitair redundante
architectuur (1oo2D)
Tot SIL3
Gedetailleerde informatie vindt u in de meegeleverde Safety Manual van de instrumentserie resp.
onder "www.vega.com", "Downloads", "Toelatingen".
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
caties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via invoer van het serienummer van uw instrument in
het zoekveld op www.vega.com en via de algemene download-sectie worden gedownload.
12)
Bij toepassing met voldoende beschermingsklasse
58
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
10.2 Afmetingen
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (0,2 bar)
~ 69 mm
(2.72")
ø 77 mm
(3.03")
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 77 mm
(3.03")
117 mm
(4.61")
M20x1,5/
½ NPT
~ 87 mm (3.43")
M16x1,5
ø 84 mm
(3.31")
120 mm
(4.72")
M20x1,5/
½ NPT
~ 116 mm (4.57")
ø 84 mm (3.31")
116 mm
(4.57")
M20x1,5M20x1,5/
½ NPT
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
1
6
4
3
5
~ 84 mm
(3.31")
M16x1,5
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
2
ø 79 mm
(3.11")
Fig. 35: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68, (0,2 bar), (met ingebouwde display- en bedienings-
module wordt het huis 9 mm/0,35 in hoger, bij metalen behuizingen 18 mm/0.71 in)
1 Kunststof éénkamer (IP 66/IP 67)
2 Kunststof tweekamer
3 Aluminium - eenkamer
4 Aluminium - tweekamer
5 RVS-éénkamer (elektrolytisch gepolijst)
6 RVS-éénkamer (jngietmetaal)
59
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
~ 103 mm
(4.06")
ø 77 mm
(3.03")
117 mm
(4.61")
M20x1,5/
½ NPT
3
116 mm
(4.57")
~ 150 mm
(5.91")
ø 84 mm
(3.31")
120 mm
(4.72")
~ 105 mm (4.13")
ø 84 mm
(3.31")
M20x1,5/
½ NPT
M16x1,5
2
M20x1,5
M20x1,5
1
Fig. 36: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68, (1 bar), (met ingebouwde display- en bedieningsmo-
dule wordt het huis 18 mm hoger)
1 Aluminium - eenkamer
2 Aluminium - tweekamer
3 RVS-éénkamer (jngietmetaal)
VEGASON 62
1 2
153mm (6
1
/
32
")
20mm (
25
/
32
")
63mm
(2
31
/
64
")
ø 50mm
(1
31
/
32
")
ø 74mm
(2
58
/
64
")
60mm
(2
23
/
64
")
G2A /
2"NPT
Fig. 37: VEGASON 62
1 Dode band: 0,4 m (1.312 ft)
2 Meetbereik: bij vloeistoen tot 8 m (26.25 ft), bij stortgoederen tot 3,5 m (11.48 ft)
60
10 Bijlage
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
10.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
10.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
61
INDEX
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
INDEX
A
Aansluiting VEGACONNECT
Direct op de sensor 45
Extern 45
op de signaalkabel 46
Aansluitruimte
Tweekamerbehuizing 26
Aansluitschema
Eenkamerbehuizing 24
Tweekamerbehuizing 26
Aarding 22
Afscherming 22
B
Bediening
Systeem 29
E
Elektronicaruimte
Tweekamerbehuizing 25
F
Flowmeting 18, 20
Formulier retourzenden instrument 51
H
HART-bedrijfsstand 40
HART-multidrop 30
I
Inbouwpositie 11, 13
K
Kabelinvoer 11, 21
Kabelwartel 11
M
Max.-inregeling 32
Min.-inregeling 31
P
PIN 41
Procescondities 11
R
Referentievlak 12
Reparatie 51
Reset 38
S
Sensordata kopiëren 40
Sensoruitlijning 15
Service-hotline 49
SIL 40
Simulatie 38
Snelle niveauverandering 37
Sokmontage 14
Stoorsignaalonderdrukking 36
Storingen verhelpen 49
Stroomuitgang 37
T
Taal 39
Toebehoren
Display- en bedieningsmodule 9
Externe display- en bedieningseenheid 9
U
Uitgangssignaal controleren 49
V
Verbindingskabel 21
Vochtigheid 11
Voedingsspanning 8
62
Notes
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
63
Notes
VEGASON 62 • Tweedraads 4 … 20 mA/HART
28776-NL-190327
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
28776-NL-190327
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2019
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Vega VEGASON 62 Handleiding

Type
Handleiding