Taurus ALPATEC AC2600 RVKT de handleiding

Type
de handleiding
Nederlands
Draagbare airconditioning
AC2600 RVKT
Geachte klant:
We danken u voor de aankoop van een product
van het merk Taurus Alpatec. De technologie,
het ontwerp en de functionaliteit van dit product,
dat voldoet aan de meest strikte kwaliteitseisen,
staan garant voor langdurige tevredenheid.
Uw mobiele airco niet installeren of
gebruiken voordat u deze handleiding zorgvuldig
heeft gelezen. Bewaar deze handleiding voor een
eventuele productgarantie en voor toekomstig
gebruik.
WAARSCHUWING
- Gebruik geen middelen om het
ontdooiproces te versnellen of
om het apparaat te reinigen,
anders dan de middelen aanbe-
volen door de fabrikant.
- Het apparaat moet worden
bewaard in een kamer zonder
ontstekingsbronnen in continue
werking (bijv. open vuur, een
apparaat op gas dat werkt of
een elektrisch vuurtje dat werkt).
- Niet doorboren of verbranden.
- Hou er rekening mee dat de koel-
middelen geurloos kunnen zijn.
- Het apparaat moet worden
geïnstalleerd, gebruikt en bewa-
ard in een ruimte met een op-
pervlakte van meer dan 7,7 m
2
.
WAARSCHUWING
- Specieke informatie over
apparaten met koelgas R290
- Lees zorgvuldig alle waars-
chuwingen.
- Bij het ontdooien en schoon-
maken van het apparaat mag
u enkel het gereedschap ge-
bruiken dat door de fabrikant
aanbevolen wordt.
- Het apparaat moet in een rui-
mte worden geplaatst zonder
ontstekingsbronnen die continu
werken (bijvoorbeeld: open
vuur, gas of elektrische appara-
tuur in werking).
- Niet doorboren of verbranden.
- Dit apparaat bevat 160 gram
koelgas R290.
- R290 is een koelgas dat voldoet
aan de Europese richtlijnen
inzake het milieu. Geen enkel
onderdeel van het koelcircuit
mag doorboord worden.
- Als het apparaat geïnstalleerd,
gebruikt of bewaard wordt in
een niet-geventileerde ruimte,
moet de ruimte zo worden ont-
worpen om ophoping van lekka-
ge van koelmiddel te voorko-
men, hetgeen een brand- of
explosiegevaar met zich mee-
brengt vanwege de ontsteking
van het koelmiddel veroorzaakt
door elektrische verwarming-
selementen, ovens of andere
ontstekingsbronnen.
- Het apparaat moet op zo’n
manier worden bewaard dat
mechanische defecten worden
vermeden.
- Mensen die werken met of wer-
ken in het koelcircuit moeten
beschikken over de juiste cer-
ticering afgegeven door een
erkende organisatie die de
bekwaamheid garandeert op
het vlak van de hantering van
koelmiddelen, in overeenstem-
ming met een specieke eva-
luatie erkend door de verenigin-
gen van de industrie.
- Reparaties dienen te gebeuren
op basis van de aanbevelingen
van de fabrikant. Onderhoud-
swerkzaamheden en reparaties
die de assistentie van ander
gekwaliceerd personeel verei-
sen, moeten worden uitgevoerd
onder toezicht van een persoon
die thuis is in het gebruik van
brandbare koelmiddelen.
VEILIGHEIDSADVIEZEN EN
WAARSCHUWINGEN
- Dit toestel mag, onder toezicht,
door personen met lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke beper-
kingen, of met een gebrek aan
ervaring en kennis, of kinderen
vanaf 8 jaar gebruikt worden,
mits zij voldoende informatie
ontvangen hebben om het toestel
op een veilige manier te kunnen
gebruiken en de gevaren kennen.
- Dit apparaat is geen speelgoed.
Laat kinderen niet zonder toezi-
cht in de buurt van het apparaat
om er zeker van te zijn dat ze er
niet mee spelen.
- Laat kinderen geen reiniging of
onderhoud verrichten zonder
toezicht.
- Installeer het apparaat in ove-
reenstemming met de locale
regelgeving aangaande kabels.
- Bewaar een afstand van 30 cm
tussen het apparaat en mu-
ren of andere voorwerpen. De
zijkanten van het apparaat niet
afdekken of verstoppen, een
ruimte van minstens 30 cm vri-
jlaten rondom het apparaat.
- Het apparaat vereist afdoende
ventilatie om goed te kunnen
werken.
- De zekering gebruikt in het
apparaat is van het type: AC2A,
zijn eigenschappen zijn: 250V.
- Wanneer het netsnoer bescha-
digd is, moet het vervangen
worden. Breng het apparaat
naar een erkende Technische
hulpdienst. Probeer het appara-
at niet zelf te demonteren of te
repareren, want dit kan gevaar-
lijk zijn.
- Voordat u het apparaat op het stroomnet
aansluit, dient u de spanningsgegevens op het
typeplaatje te vergelijken met de waarden van
het stroomnet.
- Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat
tenminste 16 Ampère kan leveren.
- De stekker van het apparaat moet geschikt zijn
voor het stopcontact. Wijzig de stekker niet.
Gebruik geen adapters.
- Het stroomsnoer niet forceren. Het snoer nooit
gebruiken om het apparaat op te tillen, te trans-
porteren of om de stekker uit het stopcontact te
trekken.
- Het snoer niet oprollen rond het apparaat.
- Controleer dat het netsnoer niet bekneld of
geknikt is.
- Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet gespan-
nen is of in contact komt met de hete opper-
vlakken van het apparaat.
- Controleer de staat van de elektriciteitskabel.
Kapotte kabels of kabels die in de war zijn ver-
groten het risico van elektrische schokken.
- Het wordt aanbevolen een differentiële schake-
laar te installeren met een maximale gevoelig-
heid van 30 mA, als extra beveiliging van de
elektrische voeding. Raadpleeg een installateur.
- Raak de stekker niet met natte handen aan.
- Het apparaat niet gebruiken wanneer het snoer
of de stekker beschadigd is.
- - Wanneer de behuizing van het apparaat stuk-
gaat, koppel het dan onmiddellijk los van het
lichtnet om een elektrische schok te voorkomen.
- Gebruik het apparaat niet als het is gevallen,
wanneer er zichtbare tekenen van schade zijn
of wanneer het lekt.
- Gebruik het apparaat in een goed geventileerde
ruimte.
- Wanneer men het apparaat gebruikt in een
ruimte met nog andere apparaten die werken op
gas of brandstof, moet de ruimte goed geventi-
leerd zijn.
- Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
- Plaats het toestel op een effen en stabiel
oppervlak, ver verwijderd van warmtebronnen
en water.
- Bewaar of gebruik het toestel niet buitenshuis.
- Het apparaat niet aan regen of vochtigheid
blootstellen. Water dat in het apparaat komt
vergroot het risico van een elektrische schok.
- WAARSCHUWING: Het apparaat niet in de
buurt van water gebruiken.
- Forceer het stroomsnoer niet. Het snoer nooit
gebruiken om het apparaat op te tillen, te trans-
porteren of om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houdt het apparaat verwijderd van
scherpe hoeken en warmtebronnen.
GEBRUIK EN ONDERHOUD:
- Vóór het gebruik, het stroomsnoer van het
apparaat volledig afrollen.
- Gebruik het apparaat niet als de aan-/uitknop
niet werkt. Verwijder de voetjes van het appa-
raat niet. Het apparaat niet verplaatsen terwijl
het werkt.
- Gebruik de handgrepen om het apparaat op te
tillen of te verplaatsen.
- Keer het apparaat niet om terwijl het in gebruik
is of aangesloten is op het lichtnet.
- De stekker van het apparaat uittrekken als het
niet gebruikt wordt en alvorens het apparaat te
reinigen.
- Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, niet voor professioneel of industrieel
gebruik. - Houd dit apparaat buiten bereik van
kinderen en/of personen met lichamelijke, zintui-
glijke of geestelijke beperkingen, of met een
gebrek aan ervaring en kennis
- Het apparaat niet blootstellen aan extreme
temperaturen. Het apparaat op een droge en
donkere plaats opbergen en bewaren. Laat het
apparaat nooit zonder toezicht aan staan. U
bespaart hierdoor energie en verlengt tevens de
levensduur van het apparaat.
- Onjuist gebruik of een gebruik dat niet overe-
enstemt met de gebruiksaanwijzing kan gevaar
inhouden en doet de garantie en de aansprake-
lijkheid van de fabrikant teniet.
BESCHRIJVING
A Aan / Uit
B Temperatuur / Tijd +
C Temperatuur / Tijd
D Functiekeuze: koelen / ontvochtigen/ ventileren
E Vermogen
F Timer
G Display
CONTROLELAMPJES
a Waterreservoir vol
b Vermogen 1
c Vermogen 2
d Timer
e Koeling
f Ontvochtiging
g Ventilatie
h Warmte modus
AFSTANDSBEDIENING
1 Vermogen
2 + Temperatuur / Tijd
3 Temperatuur / Tijd
4 Functie5 Timer
6 Aan / uit
INSTALLATIE
- Controleer dat al het verpakkingsmateriaal
binnenin het apparaat verwijderd is.
- De wettelijke voorschriften betreffende veilige afs-
tanden tot andere elementen zoals het buizennet,
de elektrische leidingen enz. respecteren.
- Controleer dat het apparaat goed genivelleerd
is met de vloer.
- Bedek of verstop geen enkele opening van het
apparaat.
- De stekker moet gemakkelijk bereikbaar zijn om
het apparaat in geval van nood snel te kunnen
uitschakelen.
MONTAGE VAN DE LUCHTAFVOER:
- Trek de buis uit en schroef het uiteinde op de
luchtuitgang.
- De lengte van de uitvoerbuis is bepaald door
de technische eigenschappen van het appa-
raat. Gebruik geen afvoerbuizen met andere
afmetingen of gemaakt van andere materialen,
aangezien daardoor storingen kunnen optreden.
GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIK:
- Het snoer helemaal afrollen alvorens de stekker
in het stopcontact te steken.
- Steek de stekker in het stopcontact.
- Zet het apparaat zo dat de luchtstroom in de
gewenste richting gaat.
- Het apparaat in werking stellen door middel van
de aan-/uitknop (A).
- Selecteer de gewenste functie (D).
- Selecteer de gewenste snelheid (E).
TIMERFUNCTIE:
INSTELLING VAN DE INSCHAKELTIJD:
- Druk op de knop “F” terwijl de airconditioning
uitstaat en selecteer de gewenste inschakeltijd
met de instelknoppen voor temperatuur en tijd.
- De maximaal instelbare inschakeltijd is 24 uur.
- De ingestelde of resterende tijd wordt weerge-
geven op het display (E).
INSTELLING VAN DE UITSCHAKELTIJD:
- Druk op de knop “F” terwijl de airconditioning aans-
taat en selecteer de gewenste uitschakeltijd met
de instelknoppen voor temperatuur en tijd.
- De maximaal instelbare uitschakeltijd is 24 uur
- De ingestelde of resterende tijd wordt weerge-
geven op het display (E).
KOELFUNCTIE:
- Druk op de functietoets om de koelfunctie te se-
lecteren; het lampje van de koelfunctie gaat aan.
- Druk op + of - om de temperatuur in te stellen
binnen het bereik van 16~31ºC (61~88ºF).
- Bij elke druk op + of - neemt de temperatuur
stapsgewijs toe of af.
- Druk op (E) om een hoge of lage ventilatorsnel-
heid te selecteren.
VERWARMING
- Druk op de knop “D” totdat het pictogram “h”
verschijnt.
- Druk op de knop “TEMP +” of “TEMP-” om de
gewenste kamertemperatuur te selecteren
(16 ºC - 31 ºC)
- Druk op de knop “E” om windsnelheid te selec-
teren.
VENTILATORFUNCTIE:
- Druk op (D) om de ventilatorfunctie te selecteren;
het lampje van de ventilatorfunctie gaat aan.
- Druk op vermogen (E) om de snelheid te verho-
gen of verlagen.
ONTVOCHTIGINGSFUNCTIE:
- Druk op (D) om de ontvochtigingsfunctie te
selecteren; het lampje van de ontvochtigings-
functie gaat aan.
BEVEILIGING VAN DE COMPRESSOR:
- De compressor gaat pas drie minuten na een
druk op (aan) / herstart aan.
BEVEILIGING VAN HET WATERRESERVOIR:
- Wanneer het waterniveau van de laagste
waterplaat onder het alarmniveau komt, zal het
apparaat u automatisch waarschuwen.
- Giet a.u.b. water in de machine volgens de aan-
wijzingen in het hoofdstuk “water aftappen”.
WATER AFTAPPEN:
- Wanneer het waterreservoir vol is, gaat het
controlelampje op het display aan.
- Het apparaat gaan in de stand-by stand.
- Verwijder de dop voor het aftappen van water,
zet het apparaat uit en zet het weer aan, het
apparaat zal normaal werken.
- Dit model beschikt over een automatische ver-
dampingsfunctie in de koelstand. Tap a.u.b. niet
herhaaldelijk water af om de koeling niet nadelig
te beïnvloeden.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit door op knop (A) aan / uit
te drukken
- Koppel het apparaat los van het lichtnet.
- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het elektrische gedeelte en de stekker
eerst schoon met een vochtige doek en laat
deze daarna drogen. DOMPEL DE ONDER-
DELEN NOOIT IN WATER OF EEN ANDERE
VLOEISTOF ONDER.
REINIGING
- Reinig het apparaat met een vochtige doek, geïm-
pregneerd met enkele druppels zeep. Gebruik
geen oplosmiddelen of producten met een zure of
basische pH zoals bleekwater, noch schuurmidde-
len, om het apparaat schoon te maken.
- Dompel de stekker niet onder in water of andere
vloeistoffen en houdt hem niet onder de kraan.
Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak beschadigd en de
levensduur van het apparaat verkort worden, en
kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER:
- Reinig de luchtlters elke 2 weken. Wanneer de
luchtlter met stof verstopt is, zal de efciëntie
achteruitgaan.
- Was de luchtlters door ze voorzichtig onder te
dompelen in warm water met een neutraal was-
middel, spoel ze af en laat ze goed opdrogen in
de schaduw.
- Installeer de lters voorzichtig nadat u ze gere-
inigd heeft.
- Bij periodiek onderhoud:
- Zet het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
- Koppel de luchtafvoerbuis los en bewaar haar
voorzichtig.
- Plaats het apparaat op een droge plek.
- Haal de batterijen uit de afstandsbediening en
bewaar ze zorgvuldig.
STORINGEN EN REPARATIE
- Breng het apparaat bij storing naar een erkende
Technische Dienst. Probeer het apparaat niet
zelf te demonteren of te repareren, want dit kan
gevaarlijk zijn.
- Iedereen die betrokken is bij het werken op een
koelcircuit moet in het bezit zijn van een geldig
certicaat van een evaluatie-autoriteit erkend
door de industrie, waarin zijn of haar bekwaa-
mheid wordt geautoriseerd in het veilig hanteren
van koelmiddelen in overeenstemming met een
evaluatiespecicatie erkend door de industrie
- Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals
aanbevolen door de fabrikant van de appara-
tuur. Onderhoudswerkzaamheden en reparaties
die de assistentie van ander gekwaliceerd
personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd
onder toezicht van een persoon die thuis is in
het gebruik van brandbare koelmiddelen.
- Raadpleeg de onderstaande tabel bij problemen:
Storing Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet De elektriciteitsvoorziening is onder-
broken.
Het controlelampje reservoir vol brandt
Zet het apparaat aan
Leeg het waterreservoir
Zet het apparaat aan na water
afgetapt te hebben
Het apparaat lijkt niet
te werken
De ramen of deuren staan open
De lter is erg vuil
De luchtinvoer of -afvoer is geblokkeerd
De temperatuur van de kamer is lager
dan de ingestelde temperatuur
Doe de gordijnen dicht
Sluit de ramen
Was of vervang de luchtlter
Reinig het reservoir
Wijzig de ingestelde tempe-
ratuur
Het apparaat maakt
teveel lawaai
Het apparaat staat niet op een vlakke
ondergrond
Plaats het apparaat op een
vlakke ondergrond die het
gewicht ervan kan dragen
De compressor werkt
niet
De beveiliging tegen oververhitting is
geactiveerd
Wacht 3 minuten totdat de
temperatuur is gedaald alvo-
rens het apparaat weer aan
te zetten
Foutcode Betekenis
E0: Fout van de temperatuursensor
E2/E4: Waterreservoir vol
Het apparaat bevat brandbaar
koelmiddel
VOOR EU-VERSIES VAN HET PRODUCT EN/
OF INDIEN VAN TOEPASSING IN UW LAND:
ECOLOGIE EN HERGEBRUIK VAN HET PRO-
DUCT
- Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is
geschikt voor inzameling, classicatie en her-
gebruik. U kunt dit materiaal wegwerpen in de
openbare afvalcontainers die voor de desbetre-
ffende typen materiaal zijn bestemd.
- Het product bevat geen materialen die schadeli-
jk zijn voor het milieu.
Dit symbool betekent dat u het product
aan het eind van zijn levenscyclus moet
afgeven aan een erkende afvalverwerker
ten behoeve van de gescheiden
verwerking van Afgedankte Elektrische
en Elektronische Apparatuur (AEEA).
Dit symbool betekent dat het product
batterijen of accu’s kan bevatten die uit
het product verwijderd moeten worden
alvorens het product weg te werpen.
Denk eraan dat de batterijen in speciaal daarvoor
bestemde containers afgevoerd moeten worden.
En dat ze nooit in het vuur gegooid mogen
worden.
Dit apparaat voldoet aan de laagspanningsricht-
lijn 2014/35/EG, met de richtlijn 2014/30/EG met
betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit
en met de richtlijn 2011/65/EG met betrekking
tot beperkingen in de toepassing van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
apparaten en met de richtlijn 2009/125/EG met
betrekking tot de eisen eisen inzake ecologisch
ontwerp voor energiegerelateerde producten.
Model AC2600RVKT
Nominaal koelvermogen (P
rated
voor koeling) 2,676 kW
Nominaal opwarmingsvermogen (P
rated
voor opwarming) 2,415 kW
Nominaal vermogen gebruikt voor koeling (P
EER
) 1,017 kW
Nominaal vermogen gebruikt voor opwarming (P
COP
) 1,037 kW
Nominale energie-efciëntieverhouding (EER
d
) 2,63
Stroomverbruik in de thermostaat-uit-stand (P
TO
) 2,33
Elektriciteitsverbruik in de stand-by stand (P
SB
) N/A
Elektriciteitsverbruik van de apparaten van enkelvoudige/dubbel leiding
(Q
DD
, Q
SD
)
Koeling:
Q
SD
: 1,017 kWh/h
Verwarming:
Q
SD
: 1,037 kWh/h
Geluidsniveau (L
WA
) 65 dB(A)
Aardopwarmingsvermogen (GWP) 3 kgCO
2
eq.
INSTRUCTIES VOOR DE
REPARATIE VAN HUIS-
HOUDAPPARATEN DIE R290
BEVATTEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
HET WERKGEBIED CONTROLEREN
- Vóór aanvang van de werkzaamheden aan
systemen die brandbare koelmiddelen bevatten,
dienen er veiligheidscontroles uitgevoerd te
worden om ervoor te zorgen dat het risico
van ontsteking wordt geminimaliseerd. Om
het koelsysteem te repareren moet er worden
voldaan aan de volgende voorzorgsmaatregelen
alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het
systeem.
WERKPROCEDURE
- De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
volgens een gecontroleerd proces om het risico
van de aanwezigheid van een brandbaar gas of
brandbare damp tijdens de werkzaamheden, te
minimaliseren.
ALGEMEEN WERKGEBIED
- Al het onderhoudspersoneel en andere perso-
nen die werkzaam zijn in de lokale omgeving,
zullen instructies ontvangen over de aard van
de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Ver-
mijd het werken in besloten ruimten. Het gebied
rond de werkruimte moet worden afgezet. Zorg
ervoor dat de omstandigheden in het gebied
veilig zijn door de controle van het brandbare
materiaal.
DE AANWEZIGHEID VAN KOELMIDDEL CON-
TROLEREN
- Het gebied moet vóór en tijdens de werkzaamhe-
den worden gecontroleerd met een geschikte
koelmiddeldetector, om ervoor te zorgen dat de
technicus op de hoogte is van de mogelijk bran-
dbare atmosferen. Zorg ervoor dat de gebruikte
lekbeschermingsapparatuur geschikt is voor ge-
bruik in combinatie met brandbare koelmiddelen,
dat wil zeggen, apparatuur tegen het beslaan,
met een goede afdichting of intrinsiek veilig.
AANWEZIGHEID VAN EEN BRANDBLU-
SAPPARAAT
- Als u hete werkzaamheden uitvoert op
koelapparatuur of op een bijbehorend onder-
deel, moet u de juiste apparatuur bij de hand
hebben om brand te kunnen blussen. Zorg voor
een poederblusapparaat of een blusapparaat
met CO
2
in de buurt van het laadgebied.
ZONDER ONTSTEKINGSBRONNEN
- Geen enkele persoon die werkzaamheden
uitvoert aan een koelsysteem waarbij er werk-
zaamheden moeten gebeuren aan leidingen
die brandbaar koelmiddel bevatten of hebben
bevat, mag een ontstekingsbron gebruiken,
want dat kan een brand of een explosie ve-
roorzaken. Alle mogelijke ontstekingsbronnen,
met inbegrip van roken, moeten ver genoeg uit
de buurt worden gehouden van de plaats van
installatie, reparatie, verwijdering en vernieti-
ging, waarbij er mogelijk brandbaar koelmiddel
wordt vrijgegeven in de omringende ruimte.
Voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd,
moet het gebied rond de apparatuur worden
gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er
geen ontvlambare stoffen aanwezig zijn of
ontstekingsrisico’s bestaan. Borden met “Verbo-
den te roken” dienen worden weergegeven.
GEVENTILEERDE ZONE
- Zorg ervoor dat de ruimte open is of voldoen-
de geventileerd is alvorens het systeem in de
ruimte in te voeren of alvorens hete werkzaa-
mheden uit te voeren. Er moet gedurende de
periode waarin de werkzaamheden worden
verricht, een zekere mate van ventilatie ge-
hanteerd worden. De ventilatie dient eventueel
vrijgegeven koelmiddel te dispergeren en bij
voorkeur het koelmiddel naar buiten in de
atmosfeer te drijven.
CONTROLES VAN DE KOELAPPARATUUR
- Wanneer elektrische componenten worden ver-
vangen, dienen zij geschikt te zijn voor het doel
en de juiste specicatie. De richtlijnen van de
fabrikant inzake onderhoud en service moeten
te allen tijde gevolgd worden. In geval van
twijfel neemt u contact op met de technische
dienst van de fabrikant. De volgende vericaties
moeten gebeuren voor installaties die bran-
dbare koelmiddelen bevatten: de grootte van
de lading komt overeen met de grootte van de
ruimte waarin de koelmiddel bevattende appara-
ten worden opgesteld; de ventilatiemachines en
de uitgangen werken goed en zijn niet verstopt;
als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt,
verieert u de aanwezigheid van koelmiddel in
het secundaire circuit; de markering op de ins-
tallatie blijft zichtbaar en leesbaar. Markeringen
en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden
gecorrigeerd; koelingsleidingen of -componen-
ten zijn geïnstalleerd in een positie waarin ze
waarschijnlijk niet worden blootgesteld aan een
stof die de koelmiddel bevattende component
kan aantasten, tenzij de componenten gemaakt
zijn van materialen die inherent corrosiebesten-
dig zijn of de componenten voldoende tegen
corrosie worden beschermd.
CONTROLES VAN ELEKTRISCHE APPARA-
TEN
- De reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
van en aan elektrische componenten moeten
eerste beveiligingscontroles en procedures van
keuring van de componenten, bevatten. Als er
een defect bestaat dat de veiligheid in gedrang
kan brengen, mag er geen enkele elektriciteits-
voorziening op het circuit worden aangesloten,
totdat het defect naar tevredenheid opgelost
is. Als het defect niet onmiddellijk kan worden
gecorrigeerd, maar de werking moet worden
voortgezet, moet er een gepaste tijdelijke oplos-
sing worden gebruikt. Dat wordt doorgegeven
aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle
partijen op de hoogte worden gesteld.
- De eerste veiligheidscontroles moeten het vol-
gende omvatten: nakijken of de condensatoren
ontladen zijn: dat moet gebeuren op een veilige
manier om eventuele vonken te voorkomen;
nakijken of er geen blootgestelde kabels of
actieve elektrische componenten zijn tijdens het
laden, het terugwinnen of het ontluchten van het
systeem; nakijken of er continuïteit van aarding
bestaat.
REPARATIE VAN AFGEDICHTE ONDERDELEN
- Tijdens de reparatie van de afgedichte onderde-
len moeten alle elektrische stroomvoorzieningen
worden losgekoppeld van de apparatuur waarop
men aan het werken is voordat de afgedichte
deksels worden verwijderd, etc. Als het absoluut
noodzakelijk is dat er een stroomvoorziening op
het apparaat aangesloten is tijdens de service,
moet er een vorm van permanente lekdetectie
worden geplaatst op het meest kritieke punt om
te waarschuwen voor een potentieel gevaarlijke
situatie.
- Er moet bijzondere aandacht besteed worden
aan de volgende zaken om ervoor te zorgen
dat, bij het werken met elektrische onderdelen,
de behuizing niet op zo’n manier gewijzigd
wordt dat het niveau van bescherming aange-
tast wordt. Dat geldt voor schade aan kabels,
een buitensporig aantal aansluitingen, termi-
nals niet aan de oorspronkelijke specicatie
voldoen, schade aan de afdichtingen, onjuiste
afstelling van de pakkingbus, etc. Zorg ervoor
dat het apparaat stevig en veilig gemonteerd
is. Zorg ervoor dat pakkingen of afdichtings-
materialen niet op zo’n manier aangetast zijn
dat ze niet langer dienen om het binnendringen
van ontvlambare atmosferen te voorkomen. De
reserveonderdelen moeten overeenstemmen
met de specicaties van de fabrikant.
- OPMERKING Het gebruik van siliconenkit kan
de effectiviteit van sommige soorten lekdetectie-
apparatuur verminderen. De intrinsiek veilige
componenten hoeven niet te worden geïsoleerd
voordat u op hen werkt.
REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE ON-
DERDELEN
- Pas geen permanente of inductieve ladingen
toe op het circuit zonder er zeker van te zijn dat
die de toegestane voltage en stroom van de
appartuur niet overschrijden.
- Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige
types onderdelen waarop u kunt werken in de
aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer.
kunt. Het testapparaat moet beschikken over
de juiste kwalicatie. Vervang de onderdelen
uitsluitend door onderdelen opgegeven door de
fabrikant. Andere delen kunnen de ontsteking
van het koelmiddel in de atmosfeer door een lek
veroorzaken.
BEDRADING
- Controleer of de bedrading geen tekenen
vertoont van slijtage, corrosie, overmatige
druk, trillingen, scherpe randen of alle andere
nadelige omgevingseffecten. De controle dient
ook rekening te houden met de effecten van
veroudering of de continue trilling van bronnen
zoals compressoren of ventilators.
DETECTIE VAN BRANDBARE KOELMIDDE-
LEN.
- U mag in geen enkel geval mogelijke ontste-
kingsbronnen gebruiken bij de zoektocht naar
of de detectie van lekkages van koelmiddel.
Gebruik nooit een lamp met halogenide (of
eender welke andere detector die een naakte
vlam gebruikt).
LEKDETECTIEMETHODEN
- De volgende methoden van lekdetectie worden
als aanvaardbaar beschouwd voor systemen
die brandbare koelmiddelen bevatten. Er
moeten elektronische lekdetectoren worden
gebruikt voor het detecteren van brandbare
koelmiddelen, maar de gevoeligheid is mogelijk
niet geschikt of dient opnieuw gekalibreerd te
worden. (de detectie-apparatuur moet worden
gekalibreerd in een ruimte zonder koelmiddel).
Zorg ervoor dat de detector geen potentiële
ontstekingsbron is en geschikt is voor het ge-
bruikte koelmiddel. Lekdetectie-apparatuur moet
worden aangepast aan een percentage van LFL
van het koelmiddel en moet worden gekalibre-
erd met het gebruikte koelmiddel en het correc-
te gaspercentage (maximaal 25%) moet worden
bevestigd. Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt
voor gebruik met de meeste koelmiddelen, maar
vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen
die chloor bevatten, aangezien chloor met het
koelmiddel kan reageren en corrosie van de
koperen leidingen kan veroorzaken. Indien een
lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen
geëlimineerd/gedoofd worden. Als er een lek
van koelvloeistof gevonden wordt waarvoor
hardsolderen vereist is, moet alle koelvloeistof
uit het systeem worden gehaald of moet alle
koelvloeistof worden geïsoleerd (door middel
van afsluitventielen) in een deel van het sys-
teem ver verwijderd van de lekkage. Zuurstofvri-
je stikstof (OFN) moet uit het systeem worden
verwijderd vóór en tijdens het proces van
hardsolderen.
VERWIJDERING EN ELIMINATIE
- Wanneer het koelcircuit wordt onderbroken
voor reparatie of voor enig ander doel, moeten
er traditionele werkwijzen gehanteerd worden.
Het is echter van belang dat de beste praktijken
worden gevolgd, aangezien er rekening moet
worden gehouden met de ontvlambaarheid.
De volgende werkwijze moet gerespecteerd
worden: verwijder het koelmiddel; ontlucht
het circuit met inert gas; evacueer; ontlucht
opnieuw met inert gas; open het circuit door het
te snijden of te solderen. Het koelmiddel wordt
in de juiste opvangcilinders opgevangen. Het
systeem wordt “ontlucht” met OFN om ervoor
te zorgen dat het toestel veilig is. Het kan nodig
zijn dat dat proces meerdere keren herhaald
wordt. Voor deze taak mag er geen perslucht
of zuurstof gebruikt worden. De spoeling moet
gebeuren door het vacuüm in het systeem met
OFN te verbreken en u moet het blijven vullen
totdat de werkdruk bereikt wordt, vervolgens
wordt het naar de atmosfeer afgevoerd en
uiteindelijk wordt het vacuüm verminderd. Dit
proces dient herhaald te worden totdat er geen
koelmiddel meer in het systeem aanwezig is.
Wanneer de laatste lading OFN gebruikt wordt,
moet het systeem zich afvoeren ontladen tot
atmosferische druk opdat de werken kunnen
worden uitgevoerd. Deze handeling is abso-
luut noodzakelijk als er werkzaamheden van
hardsolderen op de leidingen zullen worden
uitgevoerd. Zorg ervoor dat de uitgang van de
vacuümpomp niet in de buurt ligt van eender
welke ontstekingbron en dat er voldoende venti-
latie beschikbaar is.
PROCEDURES VOOR HET LADEN
- Naast de gebruikelijke laadprocedures dient u
aan de volgende vereisten te voldoen.
- Zorg ervoor dat er geen besmetting bestaat
van verschillende koelmiddelen bij het gebruik
van de laadapparatuur. De slangen of leidingen
moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid
koelmiddel dat ze bevatten, te minimaliseren
- De cilinders moeten in verticale positie worden
gehouden.
- Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voor-
dat u het systeem vult met koelmiddel.
- Etiketteer het systeem wanneer het laden vol-
tooid is (als het systeem al niet geëtiketteerd is).
- Wees uiterst voorzichtig en zorg ervoor dat het
koelsysteem niet te vol geraakt.
- Voordat het systeem geladen wordt, wordt
het systeem onderworpen aan een druktest
met OFN. Het systeem wordt op lekken getest
nadat het laadproces voltooid is en voordat het
systeem in werking wordt gesteld. Er moet een
tweede lektest bij wijze van opvolging uitge-
voerd worden voordat u de werkplaats verlaat.
ONTMANTELING
- Voordat u deze procedure uitvoert, is het van
essentieel belang dat de technicus zeer goed
vertrouwd is met de apparatuur en alle details
ervan. Het wordt aangeraden om als goede
praktijk alle koelmiddelen veilig op te vangen.
Vóór het uitvoeren van de taak moet er een
monster van olie en koelvloeistof worden geno-
men in het geval dat er een onderzoek nodig is
voordat het voortgebrachte koelmiddel opnieuw
gebruikt wordt. Het is van essentieel belang dat
de elektrische stroom beschikbaar is voordat u
met de taak begint.
a) Geraak vertrouwd met de apparatuur en de
werking ervan.
b) Voer een elektrische isolatie van het systeem
uit.
c) Voordat u de procedure uitprobeert, dient u na
te kijken: of de apparatuur voor de mechanis-
che hantering beschikbaar is, indien nodig,
voor de hantering van koelmiddelcilinders;
of alle persoonlijke beschermingsmiddelen
beschikbaar zijn en correct gebruikt worden;
of het opvangproces te allen tijde door een
bevoegd persoon wordt gemonitord; of de
opvangapparatuur en opvangcilinders voldoen
aan de juiste normen.
d) Pomp het koelmiddelsysteem indien mogelijk
leeg.
e) Indien het systeem niet volledig kan worden
leeggepompt, zorgt u voor een collector zodat
het koelmiddel uit verschillende delen van het
systeem worden geëxtraheerd.
f) Zorg ervoor dat de cilinder zich op de schaal
bevindt voordat het opvangen plaatsvindt.
g) Start de opvangmachine en bedien die vol-
gens de instructies van de fabrikant.
h) Vul de cilinders niet te vol. (niet meer dan 80%
van de vloeibare volumelading).
i) Overschrijd de maximale werkdruk van de
cilinder niet, zelfs als het maar tijdelijk is.
j) Wanneer de cilinders correct gevuld werden
en het proces voltooid is, zorgt u ervoor dat de
cilinders en de apparatuur onmiddellijk van de
werkplaats verwijderd worden en dat alle afs-
luitventielen van de apparatuur gesloten zijn.
k) Het opgevangen koelmiddel mag niet in een
andere koelsysteem worden gebruikt tenzij het
schoongemaakt en nagekeken werd.
ETIKETTERING
- Er moeten op het apparaat etiketten worden
aangebracht om aan te geven dat het apparaat
gedeactiveerd werd en dat het geen koelmiddel
meer bevat. Het etiket moeten worden geda-
teerd en ondertekend.
- Zorg ervoor dat er etiketten op het apparaat
aanwezig zijn die aangeven dat het apparaat
brandbare koelmiddelen bevat.
OPVANG
- Wanneer er koelmiddel uit een systeem wordt
gehaald, voor onderhoud of sluiting van het
systeem, wordt een goede praktijk aanbevo-
len om ervoor te zorgen dat alle koelmiddelen
op een veilige manier verwijderd zijn. Zorg er
bij het overbrengen van koelmiddel naar de
cilinders voor dat enkel de juiste cilinders voor
opvang van koelmiddel worden gebruikt. Zorg
ervoor dat het juiste aantal cilinders beschikbaar
is voor het behoud van de totale lading van het
systeem. Alle cilinders die gebruikt worden, zijn
ontworpen voor het opgevangen koelmiddel en
zijn geëtiketteerd voor dat specieke koelmiddel
(d.w.z. speciale cilinders voor de opvang van
koelmiddel). De cilinders moeten volledig uitge-
rust zijn met overdrukventielen en bijbehorende
afsluitventielen die zich in een goede staat van
werking bevinden. De lege opvangcilinders
worden verwijderd en indien mogelijk afge-
koeld voordat de opvang van het koelmiddel
plaatsvindt.
- De opvangapparatuur moet zich in een goede
staat bevinden met een reeks instructies over
de apparatuur die u bij de hand heeft en moet
geschikt zijn voor de opvang van brandbare
koelmiddelen. Bovendien moeten er een reeks
gekalibreerde weegschalen beschikbaar zijn
en in goede staat zijn. De slangen moeten
compleet zijn met afsluitingskoppelingen vrij van
lekken en in goede staat. Voordat u de opvan-
gapparatuur gebruikt, dient u na te kijken of die
zich in een goede staat van werking bevindt,
of die correct onderhouden werd en of alle
bijbehorende elektrische componenten afgedi-
cht zijn om ontsteking te voorkomen indien er
koelmiddel zou vrijkomen. Indien u twijfels heeft,
dient u de fabrikant te raadplegen.
- Het opgevangen koelmiddel wordt teruggege-
ven aan de leverancier van het koelmiddel in
de juiste opvangcilinder en u dient het bijbeho-
rende formulier voor overdracht van resten ook
te overhandigen. Meng geen koelmiddelen in
opvangeenheden en zeker niet in cilinders.
- Als er compressoren of compressoroliën
moeten worden verwijderd, kijk dan na of die
geleegd werden tot op een aanvaardbaar
niveau om er zeker van te zijn dat er geen
brandbaar koelmiddel meer aanwezig is in het
smeermiddel. Het evacuatieproces moet plaats-
vinden voordat de compressoren teruggegeven
worden aan de leveranciers. Om dat proces te
versnellen, mag er enkel elektrische verwarming
gebruikt worden in het lichaam van de com-
pressor. Wanneer er olie uit een systeem wordt
verwijderd, moet dat veilig gebeuren.
BEKWAAMHEID VAN HET
DIENSTPERSONEEL
ALGEMEEN
- Er is speciale opleiding vereist aanvullend op
de gebruikelijke procedures van reparatie van
een koelinstallatie, wanneer de apparatuur met
brandbare koelmiddelen aangetast is.
- In veel landen wordt deze opleiding gegeven
door nationale opleidingsorganisaties die geac-
crediteerd zijn voor opleiding over de relevante
nationale competentieregels die in de wetgeving
worden vastgelegd.
- De behaalde competentie moet worden gedocu-
menteerd door een certicaat.
OPLEIDING
- De opleiding moet de volgende inhoud hebben:
- Informatie over de potentiële explosie van
brandbare koelmiddelen om aan te tonen dat
brandbare producten gevaarlijk kunnen zijn
als er niet zorgvuldig en voorzichtig mee wordt
omgegaan.
- Informatie over mogelijke ontstekingsbronnen,
met name ontstekingsbronnen die niet voor de
hand liggend zijn, zoals aanstekers, lichtschake-
laars, stofzuigers, elektrische vuurtjes.
- Informatie over de verschillende veiligheidscon-
cepten:
- Niet-geventileerd - (zie clausule GG.2) De
veiligheid van het apparaat hangt niet af van de
ventilatie van de behuizing. De loskoppeling van
het apparaat of de opening van de behuizing
heeft geen signicante invloed op de veiligheid
van het apparaat. Het is echter mogelijk dat er
koelmiddel wordt opgestapeld met lekken in de
behuizing en dat er een ontvlambare atmosfeer
ontstaat wannneer de behuizing geopend wordt.
- Geventileerde ruimte - (zie clausule GG.2) De
veiligheid van het apparaat hangt af van de ven-
tilatie van de behuizing. De loskoppeling van het
apparaat of de opening van de behuizing heeft
een signicante invloed op de veiligheid van het
apparaat. Ga voorzichtig te werk en zorg vooraf
voor voldoende ventilatie.
- Geventileerde ruimte - (zie clausule GG.2) De vei-
ligheid van het apparaat hangt af van de ventilatie
van de ruimte. De loskoppeling van het apparaat
of de opening van de behuizing heeft geen signi-
cante invloed op de veiligheid van het apparaat.
De ventilatie van de ruimte mag niet worden
losgekoppeld tijdens reparatieprocedures.
- Informatie over het concept van afgedichte
componenten en behuizingen volgens IEC
60079-15: 2010.
- Informatie over de juiste werkwijze:
INGEBRUIKNAME
- Zorg ervoor dat het vloeroppervlak stevig
en groot genoeg is voor de belasting van de
koelbak en dat de ventilatieleidingen correct
gemonteerd zijn.
- Sluit de leidingen aan en voer een lektest uit
voordat u het koelmiddel laadt.
- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat
u het apparaat in gebruik neemt.
ONDERHOUD
- De draagbare apparatuur moet worden gere-
pareerd in het buitenland of in een werkplaats
speciaal ingericht voor de reparatie van units
met brandbare koelmiddelen.
- Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waarin de reparatie plaatsvindt.
- Hou er rekening mee dat de slechte werking
van de apparatuur kan worden veroorzaakt
door het verlies van koelvloeistof en dat er een
koelmiddellek aanwezig kan zijn.
- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat
er geen vonken ontstaan. De standaardproce-
dure voor kortsluiting van de condensatortermi-
nals creëert over het algemeen vonken.
- Monteer nauwkeurig de afgedichte kasten
opnieuw. Indien de afdichtingen versleten zijn,
vervangt u ze.
- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat
u het apparaat in gebruik neemt.
REPARATIE
- De draagbare apparatuur moet worden gere-
pareerd in het buitenland of in een werkplaats
speciaal ingericht voor de reparatie van units
met brandbare koelmiddelen.
- Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waarin de reparatie plaatsvindt.
- Hou er rekening mee dat de slechte werking
van de apparatuur kan worden veroorzaakt
door het verlies van koelvloeistof en dat er een
koelmiddellek aanwezig kan zijn.
- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat
er geen vonken ontstaan.
- Wanneer hardsolderen vereist is, moeten de
volgende procedures worden uitgevoerd in de
juiste volgorde:
- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale
regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt
teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar
buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koel-
middel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel
moet een persoon de uitgang bewaken. Wees
extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof
niet terug in het gebouw stroomt.
- Maak het koelcircuit volledig leeg.
- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedu-
rende 5 minuten.
- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg
- Verwijder de onderdelen die worden vervangen
door ze te snijden, zonder daarbij vlammen te
gebruiken.
- Draineer het laspunt met stikstof gedurende het
hardsoldeerproces.
- Voer een lektest uit voordat u koelmiddel laadt.
- Monteer nauwkeurig de afgedichte kasten
opnieuw. Indien de afdichtingen versleten zijn,
vervangt u ze.
- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat
u het apparaat in gebruik neemt.
ONTMANTELING
- Als de veiligheid in gedrang kan komen wan-
neer de apparatuur buiten dienst wordt gesteld,
moet het koelmiddel worden verwijderd voordat
de buitengebruikstelling plaatsvindt.
- Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte van
de apparatuur.
- Hou er rekening mee dat de slechte werking
van de apparatuur kan worden veroorzaakt
door het verlies van koelvloeistof en dat er een
koelmiddellek aanwezig kan zijn.
- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat
er geen vonken ontstaan.
- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale
regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt
teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar
buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koel-
middel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel
moet een persoon de uitgang bewaken. Wees
extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof
niet terug in het gebouw stroomt.
- Maak het koelcircuit volledig leeg.
- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedu-
rende 5 minuten.
- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg.
- Vul met stikstof tot aan de atmosferische druk.
- Plaats een etiket op de apparatuur om aan te
geven dat het koelmiddel werd verwijderd.
VERWIJDERING
- Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek.
- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale
regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt
teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar
buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koel-
middel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel
moet een persoon de uitgang bewaken. Wees
extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof
niet terug in het gebouw stroomt.
- Maak het koelcircuit volledig leeg.
- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedu-
rende 5 minuten.
- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg.
- Snijd de compressor af en haal alle olie eruit.
TRANSPORT, MARKERING EN OPSLAG VAN
UNITS DIE BRANDBARE KOELMIDDELEN
GEBRUIKEN
VERVOER VAN INSTALLATIES DIE BRANDBA-
RE KOELMIDDELEN BEVATTEN
- Opgelet: er bestaan mogelijk extra regels voor
het vervoer van apparaten die brandbare gas-
sen bevatten. Het maximale aantal apparaten of
de conguratie van de apparatuur, toegestaan
om samen te vervoeren, wordt bepaald door de
van toepassing zijnde vervoersvoorschriften.
MARKERING VAN APPARATUUR MET TE-
KENS
- De waarschuwingen van vergelijkbare elek-
trische huishoudapparaten die in een bepaald
werkgebied gebruikt worden, worden over het
algemeen geregeld door lokale regelgeving en
de minimale vereisten voor de bepaling van
veiligheidssignalering en/of gezondheidssigna-
lering voor een werkplek.
- Alle vereiste borden moeten worden weerge-
geven en werkgevers moeten ervoor zorgen
dat werknemers een passende en adequate
opleiding en training krijgen over de betekenis
van de veiligheidssignalen en over de acties die
moeten worden genomen in verband met deze
signalen.
- De effectiviteit van de tekens mag niet worden
verminderd door een teveel aan tekens die
samen worden weergegeven.
- Elk gebruikt pictogram moet zo eenvoudig
mogelijk zijn en moet enkel essentiële details
bevatten.
VERWIJDERING VAN INSTALLATIES DIE
BRANDBARE KOELMIDDELEN GEBRUIKEN
- Zie nationale voorschriften.
OPSLAG VAN APPARATUUR / ELEKTRISCHE
HUISHOUDAPPARATEN
- De opslag van de apparatuur moet overe-
enkomstig de instructies van de fabrikant
gebeuren.
- Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur.
- De bescherming van de verpakking moet op
zo’n manier worden gebouwd dat een mecha-
nische beschadiging van de apparatuur in de
verpakking geen lekkage van het koelmiddel
kan veroorzaken.
- Het maximum aantal toegestane apparaten dat
samen mag worden opgeslagen wordt bepaald
door lokale regelgeving.

Documenttranscriptie

Nederlands Draagbare airconditioning AC2600 RVKT Geachte klant: We danken u voor de aankoop van een product van het merk Taurus Alpatec. De technologie, het ontwerp en de functionaliteit van dit product, dat voldoet aan de meest strikte kwaliteitseisen, staan garant voor langdurige tevredenheid. Uw mobiele airco niet installeren of gebruiken voordat u deze handleiding zorgvuldig heeft gelezen. Bewaar deze handleiding voor een eventuele productgarantie en voor toekomstig gebruik. WAARSCHUWING --Gebruik geen middelen om het ontdooiproces te versnellen of om het apparaat te reinigen, anders dan de middelen aanbevolen door de fabrikant. --Het apparaat moet worden bewaard in een kamer zonder ontstekingsbronnen in continue werking (bijv. open vuur, een apparaat op gas dat werkt of een elektrisch vuurtje dat werkt). --Niet doorboren of verbranden. --Hou er rekening mee dat de koelmiddelen geurloos kunnen zijn. --Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en bewaard in een ruimte met een oppervlakte van meer dan 7,7 m2. WAARSCHUWING --Specifieke informatie over apparaten met koelgas R290 --Lees zorgvuldig alle waarschuwingen. --Bij het ontdooien en schoonmaken van het apparaat mag u enkel het gereedschap gebruiken dat door de fabrikant aanbevolen wordt. --Het apparaat moet in een ruimte worden geplaatst zonder ontstekingsbronnen die continu werken (bijvoorbeeld: open vuur, gas of elektrische apparatuur in werking). --Niet doorboren of verbranden. --Dit apparaat bevat 160 gram koelgas R290. --R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlijnen inzake het milieu. Geen enkel onderdeel van het koelcircuit mag doorboord worden. --Als het apparaat geïnstalleerd, gebruikt of bewaard wordt in een niet-geventileerde ruimte, moet de ruimte zo worden ontworpen om ophoping van lekkage van koelmiddel te voorkomen, hetgeen een brand- of explosiegevaar met zich meebrengt vanwege de ontsteking van het koelmiddel veroorzaakt door elektrische verwarmingselementen, ovens of andere ontstekingsbronnen. --Het apparaat moet op zo’n manier worden bewaard dat mechanische defecten worden vermeden. --Mensen die werken met of werken in het koelcircuit moeten beschikken over de juiste certificering afgegeven door een erkende organisatie die de bekwaamheid garandeert op het vlak van de hantering van koelmiddelen, in overeenstemming met een specifieke evaluatie erkend door de verenigingen van de industrie. --Reparaties dienen te gebeuren op basis van de aanbevelingen van de fabrikant. Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die de assistentie van ander gekwalificeerd personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die thuis is in het gebruik van brandbare koelmiddelen. VEILIGHEIDSADVIEZEN EN WAARSCHUWINGEN --Dit toestel mag, onder toezicht, door personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, of met een gebrek aan ervaring en kennis, of kinderen vanaf 8 jaar gebruikt worden, mits zij voldoende informatie ontvangen hebben om het toestel op een veilige manier te kunnen gebruiken en de gevaren kennen. --Dit apparaat is geen speelgoed. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat om er zeker van te zijn dat ze er niet mee spelen. --Laat kinderen geen reiniging of onderhoud verrichten zonder toezicht. --Installeer het apparaat in overeenstemming met de locale regelgeving aangaande kabels. --Bewaar een afstand van 30 cm tussen het apparaat en muren of andere voorwerpen. De zijkanten van het apparaat niet afdekken of verstoppen, een ruimte van minstens 30 cm vrijlaten rondom het apparaat. --Het apparaat vereist afdoende ventilatie om goed te kunnen werken. --De zekering gebruikt in het apparaat is van het type: AC2A, zijn eigenschappen zijn: 250V. --Wanneer het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden. Breng het apparaat naar een erkende Technische hulpdienst. Probeer het apparaat niet zelf te demonteren of te repareren, want dit kan gevaarlijk zijn. -- Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit, dient u de spanningsgegevens op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het stroomnet. -- Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat tenminste 16 Ampère kan leveren. -- De stekker van het apparaat moet geschikt zijn voor het stopcontact. Wijzig de stekker niet. Gebruik geen adapters. -- Het stroomsnoer niet forceren. Het snoer nooit gebruiken om het apparaat op te tillen, te transporteren of om de stekker uit het stopcontact te trekken. -- Het snoer niet oprollen rond het apparaat. -- Controleer dat het netsnoer niet bekneld of geknikt is. -- Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet gespannen is of in contact komt met de hete oppervlakken van het apparaat. -- Controleer de staat van de elektriciteitskabel. Kapotte kabels of kabels die in de war zijn vergroten het risico van elektrische schokken. -- Het wordt aanbevolen een differentiële schakelaar te installeren met een maximale gevoeligheid van 30 mA, als extra beveiliging van de elektrische voeding. Raadpleeg een installateur. -- Raak de stekker niet met natte handen aan. -- Het apparaat niet gebruiken wanneer het snoer of de stekker beschadigd is. -- - Wanneer de behuizing van het apparaat stukgaat, koppel het dan onmiddellijk los van het lichtnet om een elektrische schok te voorkomen. -- Gebruik het apparaat niet als het is gevallen, wanneer er zichtbare tekenen van schade zijn of wanneer het lekt. -- Gebruik het apparaat in een goed geventileerde ruimte. -- Wanneer men het apparaat gebruikt in een ruimte met nog andere apparaten die werken op gas of brandstof, moet de ruimte goed geventileerd zijn. -- Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. -- Plaats het toestel op een effen en stabiel oppervlak, ver verwijderd van warmtebronnen en water. -- Bewaar of gebruik het toestel niet buitenshuis. -- Het apparaat niet aan regen of vochtigheid blootstellen. Water dat in het apparaat komt vergroot het risico van een elektrische schok. -- WAARSCHUWING: Het apparaat niet in de buurt van water gebruiken. -- Forceer het stroomsnoer niet. Het snoer nooit gebruiken om het apparaat op te tillen, te transporteren of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houdt het apparaat verwijderd van scherpe hoeken en warmtebronnen. GEBRUIK EN ONDERHOUD: -- Vóór het gebruik, het stroomsnoer van het apparaat volledig afrollen. -- Gebruik het apparaat niet als de aan-/uitknop niet werkt. Verwijder de voetjes van het apparaat niet. Het apparaat niet verplaatsen terwijl het werkt. -- Gebruik de handgrepen om het apparaat op te tillen of te verplaatsen. -- Keer het apparaat niet om terwijl het in gebruik is of aangesloten is op het lichtnet. -- De stekker van het apparaat uittrekken als het niet gebruikt wordt en alvorens het apparaat te reinigen. -- Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik, niet voor professioneel of industrieel gebruik. - Houd dit apparaat buiten bereik van kinderen en/of personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, of met een gebrek aan ervaring en kennis -- Het apparaat niet blootstellen aan extreme temperaturen. Het apparaat op een droge en donkere plaats opbergen en bewaren. Laat het apparaat nooit zonder toezicht aan staan. U bespaart hierdoor energie en verlengt tevens de levensduur van het apparaat. -- Onjuist gebruik of een gebruik dat niet overeenstemt met de gebruiksaanwijzing kan gevaar inhouden en doet de garantie en de aansprakelijkheid van de fabrikant teniet. BESCHRIJVING A Aan / Uit B Temperatuur / Tijd + C Temperatuur / Tijd – D Functiekeuze: koelen / ontvochtigen/ ventileren E Vermogen F Timer G Display CONTROLELAMPJES a Waterreservoir vol b Vermogen 1 c Vermogen 2 d Timer e Koeling f Ontvochtiging g Ventilatie h Warmte modus AFSTANDSBEDIENING 1 Vermogen 2 + Temperatuur / Tijd 3 – Temperatuur / Tijd 4 Functie5 Timer 6 Aan / uit INSTALLATIE -- Controleer dat al het verpakkingsmateriaal binnenin het apparaat verwijderd is. -- De wettelijke voorschriften betreffende veilige afstanden tot andere elementen zoals het buizennet, de elektrische leidingen enz. respecteren. -- Controleer dat het apparaat goed genivelleerd is met de vloer. -- Bedek of verstop geen enkele opening van het apparaat. -- De stekker moet gemakkelijk bereikbaar zijn om het apparaat in geval van nood snel te kunnen uitschakelen. MONTAGE VAN DE LUCHTAFVOER: -- Trek de buis uit en schroef het uiteinde op de luchtuitgang. -- De lengte van de uitvoerbuis is bepaald door de technische eigenschappen van het apparaat. Gebruik geen afvoerbuizen met andere afmetingen of gemaakt van andere materialen, aangezien daardoor storingen kunnen optreden. GEBRUIKSAANWIJZING GEBRUIK: -- Het snoer helemaal afrollen alvorens de stekker in het stopcontact te steken. -- Steek de stekker in het stopcontact. -- Zet het apparaat zo dat de luchtstroom in de gewenste richting gaat. -- Het apparaat in werking stellen door middel van de aan-/uitknop (A). -- Selecteer de gewenste functie (D). -- Selecteer de gewenste snelheid (E). TIMERFUNCTIE: INSTELLING VAN DE INSCHAKELTIJD: -- Druk op de knop “F” terwijl de airconditioning uitstaat en selecteer de gewenste inschakeltijd met de instelknoppen voor temperatuur en tijd. -- De maximaal instelbare inschakeltijd is 24 uur. -- De ingestelde of resterende tijd wordt weergegeven op het display (E). INSTELLING VAN DE UITSCHAKELTIJD: -- Druk op de knop “F” terwijl de airconditioning aanstaat en selecteer de gewenste uitschakeltijd met de instelknoppen voor temperatuur en tijd. -- De maximaal instelbare uitschakeltijd is 24 uur -- De ingestelde of resterende tijd wordt weergegeven op het display (E). KOELFUNCTIE: - Druk op de functietoets om de koelfunctie te selecteren; het lampje van de koelfunctie gaat aan. - Druk op + of - om de temperatuur in te stellen binnen het bereik van 16~31ºC (61~88ºF). - Bij elke druk op + of - neemt de temperatuur stapsgewijs toe of af. - Druk op (E) om een hoge of lage ventilatorsnelheid te selecteren. VERWARMING -- Druk op de knop “D” totdat het pictogram “h” verschijnt. -- Druk op de knop “TEMP +” of “TEMP-” om de gewenste kamertemperatuur te selecteren (16 ºC - 31 ºC) -- Druk op de knop “E” om windsnelheid te selecteren. VENTILATORFUNCTIE: -- Druk op (D) om de ventilatorfunctie te selecteren; het lampje van de ventilatorfunctie gaat aan. -- Druk op vermogen (E) om de snelheid te verhogen of verlagen. ONTVOCHTIGINGSFUNCTIE: -- Druk op (D) om de ontvochtigingsfunctie te selecteren; het lampje van de ontvochtigingsfunctie gaat aan. BEVEILIGING VAN DE COMPRESSOR: -- De compressor gaat pas drie minuten na een druk op (aan) / herstart aan. BEVEILIGING VAN HET WATERRESERVOIR: -- Wanneer het waterniveau van de laagste waterplaat onder het alarmniveau komt, zal het apparaat u automatisch waarschuwen. -- Giet a.u.b. water in de machine volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk “water aftappen”. WATER AFTAPPEN: -- Wanneer het waterreservoir vol is, gaat het controlelampje op het display aan. -- Het apparaat gaan in de stand-by stand. -- Verwijder de dop voor het aftappen van water, zet het apparaat uit en zet het weer aan, het apparaat zal normaal werken. -- Dit model beschikt over een automatische verdampingsfunctie in de koelstand. Tap a.u.b. niet herhaaldelijk water af om de koeling niet nadelig te beïnvloeden. NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT: -- Zet het apparaat uit door op knop (A) aan / uit te drukken -- Koppel het apparaat los van het lichtnet. -- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen alvorens het te reinigen. -- Maak het elektrische gedeelte en de stekker eerst schoon met een vochtige doek en laat deze daarna drogen. DOMPEL DE ONDERDELEN NOOIT IN WATER OF EEN ANDERE VLOEISTOF ONDER. de schaduw. -- Installeer de filters voorzichtig nadat u ze gereinigd heeft. -- Bij periodiek onderhoud: -- Zet het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact. -- Koppel de luchtafvoerbuis los en bewaar haar voorzichtig. -- Plaats het apparaat op een droge plek. -- Haal de batterijen uit de afstandsbediening en bewaar ze zorgvuldig. REINIGING STORINGEN EN REPARATIE -- Reinig het apparaat met een vochtige doek, geïmpregneerd met enkele druppels zeep. Gebruik geen oplosmiddelen of producten met een zure of basische pH zoals bleekwater, noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon te maken. -- Dompel de stekker niet onder in water of andere vloeistoffen en houdt hem niet onder de kraan. Indien het apparaat niet goed schoongehouden wordt, kan het oppervlak beschadigd en de levensduur van het apparaat verkort worden, en kan er een gevaarlijke situatie ontstaan. REINIGING VAN DE LUCHTFILTER: -- Reinig de luchtfilters elke 2 weken. Wanneer de luchtfilter met stof verstopt is, zal de efficiëntie achteruitgaan. -- Was de luchtfilters door ze voorzichtig onder te dompelen in warm water met een neutraal wasmiddel, spoel ze af en laat ze goed opdrogen in -- Breng het apparaat bij storing naar een erkende Technische Dienst. Probeer het apparaat niet zelf te demonteren of te repareren, want dit kan gevaarlijk zijn. -- Iedereen die betrokken is bij het werken op een koelcircuit moet in het bezit zijn van een geldig certificaat van een evaluatie-autoriteit erkend door de industrie, waarin zijn of haar bekwaamheid wordt geautoriseerd in het veilig hanteren van koelmiddelen in overeenstemming met een evaluatiespecificatie erkend door de industrie -- Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant van de apparatuur. Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die de assistentie van ander gekwalificeerd personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die thuis is in het gebruik van brandbare koelmiddelen. -- Raadpleeg de onderstaande tabel bij problemen: Storing Oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet De elektriciteitsvoorziening is onderbroken. Het controlelampje reservoir vol brandt Zet het apparaat aan Leeg het waterreservoir Zet het apparaat aan na water afgetapt te hebben Het apparaat lijkt niet te werken De ramen of deuren staan open De filter is erg vuil De luchtinvoer of -afvoer is geblokkeerd De temperatuur van de kamer is lager dan de ingestelde temperatuur Doe de gordijnen dicht Sluit de ramen Was of vervang de luchtfilter Reinig het reservoir Wijzig de ingestelde temperatuur Het apparaat maakt teveel lawaai Het apparaat staat niet op een vlakke ondergrond Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond die het gewicht ervan kan dragen De compressor werkt niet De beveiliging tegen oververhitting is geactiveerd Wacht 3 minuten totdat de temperatuur is gedaald alvorens het apparaat weer aan te zetten Foutcode Betekenis E0: Fout van de temperatuursensor E2/E4: Waterreservoir vol Het apparaat bevat brandbaar koelmiddel VOOR EU-VERSIES VAN HET PRODUCT EN/ OF INDIEN VAN TOEPASSING IN UW LAND: ECOLOGIE EN HERGEBRUIK VAN HET PRODUCT -- Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is geschikt voor inzameling, classificatie en hergebruik. U kunt dit materiaal wegwerpen in de openbare afvalcontainers die voor de desbetreffende typen materiaal zijn bestemd. -- Het product bevat geen materialen die schadelijk zijn voor het milieu. Dit symbool betekent dat u het product aan het eind van zijn levenscyclus moet afgeven aan een erkende afvalverwerker ten behoeve van de gescheiden verwerking van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA). Dit symbool betekent dat het product batterijen of accu’s kan bevatten die uit het product verwijderd moeten worden alvorens het product weg te werpen. Denk eraan dat de batterijen in speciaal daarvoor bestemde containers afgevoerd moeten worden. En dat ze nooit in het vuur gegooid mogen worden. Dit apparaat voldoet aan de laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG, met de richtlijn 2014/30/EG met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en met de richtlijn 2011/65/EG met betrekking tot beperkingen in de toepassing van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten en met de richtlijn 2009/125/EG met betrekking tot de eisen eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten. Model AC2600RVKT Nominaal koelvermogen (Prated voor koeling) 2,676 kW Nominaal opwarmingsvermogen (Prated voor opwarming) 2,415 kW Nominaal vermogen gebruikt voor koeling (PEER) 1,017 kW Nominaal vermogen gebruikt voor opwarming (PCOP) 1,037 kW Nominale energie-efficiëntieverhouding (EERd) 2,63 Stroomverbruik in de thermostaat-uit-stand (PTO) 2,33 Elektriciteitsverbruik in de stand-by stand (PSB) N/A Elektriciteitsverbruik van de apparaten van enkelvoudige/dubbel leiding (QDD, QSD) Koeling: QSD: 1,017 kWh/h Verwarming: QSD: 1,037 kWh/h Geluidsniveau (LWA) 65 dB(A) Aardopwarmingsvermogen (GWP) 3 kgCO2 eq. INSTRUCTIES VOOR DE REPARATIE VAN HUISHOUDAPPARATEN DIE R290 BEVATTEN ALGEMENE INSTRUCTIES HET WERKGEBIED CONTROLEREN -- Vóór aanvang van de werkzaamheden aan systemen die brandbare koelmiddelen bevatten, dienen er veiligheidscontroles uitgevoerd te worden om ervoor te zorgen dat het risico van ontsteking wordt geminimaliseerd. Om het koelsysteem te repareren moet er worden voldaan aan de volgende voorzorgsmaatregelen alvorens werkzaamheden uit te voeren aan het systeem. WERKPROCEDURE -- De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens een gecontroleerd proces om het risico van de aanwezigheid van een brandbaar gas of brandbare damp tijdens de werkzaamheden, te minimaliseren. ALGEMEEN WERKGEBIED -- Al het onderhoudspersoneel en andere personen die werkzaam zijn in de lokale omgeving, zullen instructies ontvangen over de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Vermijd het werken in besloten ruimten. Het gebied rond de werkruimte moet worden afgezet. Zorg ervoor dat de omstandigheden in het gebied veilig zijn door de controle van het brandbare materiaal. DE AANWEZIGHEID VAN KOELMIDDEL CONTROLEREN -- Het gebied moet vóór en tijdens de werkzaamheden worden gecontroleerd met een geschikte koelmiddeldetector, om ervoor te zorgen dat de technicus op de hoogte is van de mogelijk brandbare atmosferen. Zorg ervoor dat de gebruikte lekbeschermingsapparatuur geschikt is voor gebruik in combinatie met brandbare koelmiddelen, dat wil zeggen, apparatuur tegen het beslaan, met een goede afdichting of intrinsiek veilig. AANWEZIGHEID VAN EEN BRANDBLUSAPPARAAT -- Als u hete werkzaamheden uitvoert op koelapparatuur of op een bijbehorend onderdeel, moet u de juiste apparatuur bij de hand hebben om brand te kunnen blussen. Zorg voor een poederblusapparaat of een blusapparaat met CO2 in de buurt van het laadgebied. ZONDER ONTSTEKINGSBRONNEN -- Geen enkele persoon die werkzaamheden uitvoert aan een koelsysteem waarbij er werkzaamheden moeten gebeuren aan leidingen die brandbaar koelmiddel bevatten of hebben bevat, mag een ontstekingsbron gebruiken, want dat kan een brand of een explosie veroorzaken. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, met inbegrip van roken, moeten ver genoeg uit de buurt worden gehouden van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering en vernietiging, waarbij er mogelijk brandbaar koelmiddel wordt vrijgegeven in de omringende ruimte. Voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd, moet het gebied rond de apparatuur worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen ontvlambare stoffen aanwezig zijn of ontstekingsrisico’s bestaan. Borden met “Verboden te roken” dienen worden weergegeven. GEVENTILEERDE ZONE -- Zorg ervoor dat de ruimte open is of voldoende geventileerd is alvorens het systeem in de ruimte in te voeren of alvorens hete werkzaamheden uit te voeren. Er moet gedurende de periode waarin de werkzaamheden worden verricht, een zekere mate van ventilatie gehanteerd worden. De ventilatie dient eventueel vrijgegeven koelmiddel te dispergeren en bij voorkeur het koelmiddel naar buiten in de atmosfeer te drijven. CONTROLES VAN DE KOELAPPARATUUR -- Wanneer elektrische componenten worden vervangen, dienen zij geschikt te zijn voor het doel en de juiste specificatie. De richtlijnen van de fabrikant inzake onderhoud en service moeten te allen tijde gevolgd worden. In geval van twijfel neemt u contact op met de technische dienst van de fabrikant. De volgende verificaties moeten gebeuren voor installaties die brandbare koelmiddelen bevatten: de grootte van de lading komt overeen met de grootte van de ruimte waarin de koelmiddel bevattende apparaten worden opgesteld; de ventilatiemachines en de uitgangen werken goed en zijn niet verstopt; als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, verifieert u de aanwezigheid van koelmiddel in het secundaire circuit; de markering op de installatie blijft zichtbaar en leesbaar. Markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden gecorrigeerd; koelingsleidingen of -componenten zijn geïnstalleerd in een positie waarin ze waarschijnlijk niet worden blootgesteld aan een stof die de koelmiddel bevattende component kan aantasten, tenzij de componenten gemaakt zijn van materialen die inherent corrosiebestendig zijn of de componenten voldoende tegen corrosie worden beschermd. CONTROLES VAN ELEKTRISCHE APPARATEN -- De reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van en aan elektrische componenten moeten eerste beveiligingscontroles en procedures van keuring van de componenten, bevatten. Als er een defect bestaat dat de veiligheid in gedrang kan brengen, mag er geen enkele elektriciteitsvoorziening op het circuit worden aangesloten, totdat het defect naar tevredenheid opgelost is. Als het defect niet onmiddellijk kan worden gecorrigeerd, maar de werking moet worden voortgezet, moet er een gepaste tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dat wordt doorgegeven aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle partijen op de hoogte worden gesteld. -- De eerste veiligheidscontroles moeten het volgende omvatten: nakijken of de condensatoren ontladen zijn: dat moet gebeuren op een veilige manier om eventuele vonken te voorkomen; nakijken of er geen blootgestelde kabels of actieve elektrische componenten zijn tijdens het laden, het terugwinnen of het ontluchten van het systeem; nakijken of er continuïteit van aarding bestaat. REPARATIE VAN AFGEDICHTE ONDERDELEN -- Tijdens de reparatie van de afgedichte onderdelen moeten alle elektrische stroomvoorzieningen worden losgekoppeld van de apparatuur waarop men aan het werken is voordat de afgedichte deksels worden verwijderd, etc. Als het absoluut noodzakelijk is dat er een stroomvoorziening op het apparaat aangesloten is tijdens de service, moet er een vorm van permanente lekdetectie worden geplaatst op het meest kritieke punt om te waarschuwen voor een potentieel gevaarlijke situatie. -- Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan de volgende zaken om ervoor te zorgen dat, bij het werken met elektrische onderdelen, de behuizing niet op zo’n manier gewijzigd wordt dat het niveau van bescherming aangetast wordt. Dat geldt voor schade aan kabels, een buitensporig aantal aansluitingen, terminals niet aan de oorspronkelijke specificatie voldoen, schade aan de afdichtingen, onjuiste afstelling van de pakkingbus, etc. Zorg ervoor dat het apparaat stevig en veilig gemonteerd is. Zorg ervoor dat pakkingen of afdichtingsmaterialen niet op zo’n manier aangetast zijn dat ze niet langer dienen om het binnendringen van ontvlambare atmosferen te voorkomen. De reserveonderdelen moeten overeenstemmen met de specificaties van de fabrikant. -- OPMERKING Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit van sommige soorten lekdetectieapparatuur verminderen. De intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voordat u op hen werkt. REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE ONDERDELEN -- Pas geen permanente of inductieve ladingen toe op het circuit zonder er zeker van te zijn dat die de toegestane voltage en stroom van de appartuur niet overschrijden. -- Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige types onderdelen waarop u kunt werken in de aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer. kunt. Het testapparaat moet beschikken over de juiste kwalificatie. Vervang de onderdelen uitsluitend door onderdelen opgegeven door de fabrikant. Andere delen kunnen de ontsteking van het koelmiddel in de atmosfeer door een lek veroorzaken. BEDRADING -- Controleer of de bedrading geen tekenen vertoont van slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of alle andere nadelige omgevingseffecten. De controle dient ook rekening te houden met de effecten van veroudering of de continue trilling van bronnen zoals compressoren of ventilators. DETECTIE VAN BRANDBARE KOELMIDDELEN. -- U mag in geen enkel geval mogelijke ontstekingsbronnen gebruiken bij de zoektocht naar of de detectie van lekkages van koelmiddel. Gebruik nooit een lamp met halogenide (of eender welke andere detector die een naakte vlam gebruikt). LEKDETECTIEMETHODEN -- De volgende methoden van lekdetectie worden als aanvaardbaar beschouwd voor systemen die brandbare koelmiddelen bevatten. Er moeten elektronische lekdetectoren worden gebruikt voor het detecteren van brandbare koelmiddelen, maar de gevoeligheid is mogelijk niet geschikt of dient opnieuw gekalibreerd te worden. (de detectie-apparatuur moet worden gekalibreerd in een ruimte zonder koelmiddel). Zorg ervoor dat de detector geen potentiële ontstekingsbron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel. Lekdetectie-apparatuur moet worden aangepast aan een percentage van LFL van het koelmiddel en moet worden gekalibreerd met het gebruikte koelmiddel en het correcte gaspercentage (maximaal 25%) moet worden bevestigd. Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen, maar vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen die chloor bevatten, aangezien chloor met het koelmiddel kan reageren en corrosie van de koperen leidingen kan veroorzaken. Indien een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen geëlimineerd/gedoofd worden. Als er een lek van koelvloeistof gevonden wordt waarvoor hardsolderen vereist is, moet alle koelvloeistof uit het systeem worden gehaald of moet alle koelvloeistof worden geïsoleerd (door middel van afsluitventielen) in een deel van het systeem ver verwijderd van de lekkage. Zuurstofvrije stikstof (OFN) moet uit het systeem worden verwijderd vóór en tijdens het proces van hardsolderen. VERWIJDERING EN ELIMINATIE -- Wanneer het koelcircuit wordt onderbroken voor reparatie of voor enig ander doel, moeten er traditionele werkwijzen gehanteerd worden. Het is echter van belang dat de beste praktijken worden gevolgd, aangezien er rekening moet worden gehouden met de ontvlambaarheid. De volgende werkwijze moet gerespecteerd worden: verwijder het koelmiddel; ontlucht het circuit met inert gas; evacueer; ontlucht opnieuw met inert gas; open het circuit door het te snijden of te solderen. Het koelmiddel wordt in de juiste opvangcilinders opgevangen. Het systeem wordt “ontlucht” met OFN om ervoor te zorgen dat het toestel veilig is. Het kan nodig zijn dat dat proces meerdere keren herhaald wordt. Voor deze taak mag er geen perslucht of zuurstof gebruikt worden. De spoeling moet gebeuren door het vacuüm in het systeem met OFN te verbreken en u moet het blijven vullen totdat de werkdruk bereikt wordt, vervolgens wordt het naar de atmosfeer afgevoerd en uiteindelijk wordt het vacuüm verminderd. Dit proces dient herhaald te worden totdat er geen koelmiddel meer in het systeem aanwezig is. Wanneer de laatste lading OFN gebruikt wordt, moet het systeem zich afvoeren ontladen tot atmosferische druk opdat de werken kunnen worden uitgevoerd. Deze handeling is abso- luut noodzakelijk als er werkzaamheden van hardsolderen op de leidingen zullen worden uitgevoerd. Zorg ervoor dat de uitgang van de vacuümpomp niet in de buurt ligt van eender welke ontstekingbron en dat er voldoende ventilatie beschikbaar is. PROCEDURES VOOR HET LADEN -- Naast de gebruikelijke laadprocedures dient u aan de volgende vereisten te voldoen. -- Zorg ervoor dat er geen besmetting bestaat van verschillende koelmiddelen bij het gebruik van de laadapparatuur. De slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koelmiddel dat ze bevatten, te minimaliseren -- De cilinders moeten in verticale positie worden gehouden. -- Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat u het systeem vult met koelmiddel. -- Etiketteer het systeem wanneer het laden voltooid is (als het systeem al niet geëtiketteerd is). -- Wees uiterst voorzichtig en zorg ervoor dat het koelsysteem niet te vol geraakt. -- Voordat het systeem geladen wordt, wordt het systeem onderworpen aan een druktest met OFN. Het systeem wordt op lekken getest nadat het laadproces voltooid is en voordat het systeem in werking wordt gesteld. Er moet een tweede lektest bij wijze van opvolging uitgevoerd worden voordat u de werkplaats verlaat. ONTMANTELING -- Voordat u deze procedure uitvoert, is het van essentieel belang dat de technicus zeer goed vertrouwd is met de apparatuur en alle details ervan. Het wordt aangeraden om als goede praktijk alle koelmiddelen veilig op te vangen. Vóór het uitvoeren van de taak moet er een monster van olie en koelvloeistof worden genomen in het geval dat er een onderzoek nodig is voordat het voortgebrachte koelmiddel opnieuw gebruikt wordt. Het is van essentieel belang dat de elektrische stroom beschikbaar is voordat u met de taak begint. a) Geraak vertrouwd met de apparatuur en de werking ervan. b) Voer een elektrische isolatie van het systeem uit. c) Voordat u de procedure uitprobeert, dient u na te kijken: of de apparatuur voor de mechanische hantering beschikbaar is, indien nodig, voor de hantering van koelmiddelcilinders; of alle persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en correct gebruikt worden; of het opvangproces te allen tijde door een bevoegd persoon wordt gemonitord; of de opvangapparatuur en opvangcilinders voldoen aan de juiste normen. d) Pomp het koelmiddelsysteem indien mogelijk leeg. e) Indien het systeem niet volledig kan worden leeggepompt, zorgt u voor een collector zodat het koelmiddel uit verschillende delen van het systeem worden geëxtraheerd. f) Zorg ervoor dat de cilinder zich op de schaal bevindt voordat het opvangen plaatsvindt. g) Start de opvangmachine en bedien die volgens de instructies van de fabrikant. h) Vul de cilinders niet te vol. (niet meer dan 80% van de vloeibare volumelading). i) Overschrijd de maximale werkdruk van de cilinder niet, zelfs als het maar tijdelijk is. j) Wanneer de cilinders correct gevuld werden en het proces voltooid is, zorgt u ervoor dat de cilinders en de apparatuur onmiddellijk van de werkplaats verwijderd worden en dat alle afsluitventielen van de apparatuur gesloten zijn. k) Het opgevangen koelmiddel mag niet in een andere koelsysteem worden gebruikt tenzij het schoongemaakt en nagekeken werd. ETIKETTERING -- Er moeten op het apparaat etiketten worden aangebracht om aan te geven dat het apparaat gedeactiveerd werd en dat het geen koelmiddel meer bevat. Het etiket moeten worden gedateerd en ondertekend. -- Zorg ervoor dat er etiketten op het apparaat aanwezig zijn die aangeven dat het apparaat brandbare koelmiddelen bevat. OPVANG -- Wanneer er koelmiddel uit een systeem wordt gehaald, voor onderhoud of sluiting van het systeem, wordt een goede praktijk aanbevolen om ervoor te zorgen dat alle koelmiddelen op een veilige manier verwijderd zijn. Zorg er bij het overbrengen van koelmiddel naar de cilinders voor dat enkel de juiste cilinders voor opvang van koelmiddel worden gebruikt. Zorg ervoor dat het juiste aantal cilinders beschikbaar is voor het behoud van de totale lading van het systeem. Alle cilinders die gebruikt worden, zijn ontworpen voor het opgevangen koelmiddel en zijn geëtiketteerd voor dat specifieke koelmiddel (d.w.z. speciale cilinders voor de opvang van koelmiddel). De cilinders moeten volledig uitgerust zijn met overdrukventielen en bijbehorende afsluitventielen die zich in een goede staat van werking bevinden. De lege opvangcilinders worden verwijderd en indien mogelijk afgekoeld voordat de opvang van het koelmiddel plaatsvindt. -- De opvangapparatuur moet zich in een goede staat bevinden met een reeks instructies over de apparatuur die u bij de hand heeft en moet geschikt zijn voor de opvang van brandbare koelmiddelen. Bovendien moeten er een reeks gekalibreerde weegschalen beschikbaar zijn en in goede staat zijn. De slangen moeten compleet zijn met afsluitingskoppelingen vrij van lekken en in goede staat. Voordat u de opvangapparatuur gebruikt, dient u na te kijken of die zich in een goede staat van werking bevindt, of die correct onderhouden werd en of alle bijbehorende elektrische componenten afgedicht zijn om ontsteking te voorkomen indien er koelmiddel zou vrijkomen. Indien u twijfels heeft, dient u de fabrikant te raadplegen. -- Het opgevangen koelmiddel wordt teruggegeven aan de leverancier van het koelmiddel in de juiste opvangcilinder en u dient het bijbehorende formulier voor overdracht van resten ook te overhandigen. Meng geen koelmiddelen in opvangeenheden en zeker niet in cilinders. -- Als er compressoren of compressoroliën moeten worden verwijderd, kijk dan na of die geleegd werden tot op een aanvaardbaar niveau om er zeker van te zijn dat er geen brandbaar koelmiddel meer aanwezig is in het smeermiddel. Het evacuatieproces moet plaatsvinden voordat de compressoren teruggegeven worden aan de leveranciers. Om dat proces te versnellen, mag er enkel elektrische verwarming gebruikt worden in het lichaam van de compressor. Wanneer er olie uit een systeem wordt verwijderd, moet dat veilig gebeuren. BEKWAAMHEID VAN HET DIENSTPERSONEEL ALGEMEEN -- Er is speciale opleiding vereist aanvullend op de gebruikelijke procedures van reparatie van een koelinstallatie, wanneer de apparatuur met brandbare koelmiddelen aangetast is. -- In veel landen wordt deze opleiding gegeven door nationale opleidingsorganisaties die geaccrediteerd zijn voor opleiding over de relevante nationale competentieregels die in de wetgeving worden vastgelegd. -- De behaalde competentie moet worden gedocumenteerd door een certificaat. OPLEIDING -- De opleiding moet de volgende inhoud hebben: -- Informatie over de potentiële explosie van brandbare koelmiddelen om aan te tonen dat brandbare producten gevaarlijk kunnen zijn als er niet zorgvuldig en voorzichtig mee wordt omgegaan. -- Informatie over mogelijke ontstekingsbronnen, met name ontstekingsbronnen die niet voor de hand liggend zijn, zoals aanstekers, lichtschakelaars, stofzuigers, elektrische vuurtjes. -- Informatie over de verschillende veiligheidsconcepten: -- Niet-geventileerd - (zie clausule GG.2) De veiligheid van het apparaat hangt niet af van de ventilatie van de behuizing. De loskoppeling van het apparaat of de opening van de behuizing heeft geen significante invloed op de veiligheid van het apparaat. Het is echter mogelijk dat er koelmiddel wordt opgestapeld met lekken in de behuizing en dat er een ontvlambare atmosfeer ontstaat wannneer de behuizing geopend wordt. -- Geventileerde ruimte - (zie clausule GG.2) De veiligheid van het apparaat hangt af van de ventilatie van de behuizing. De loskoppeling van het apparaat of de opening van de behuizing heeft een significante invloed op de veiligheid van het apparaat. Ga voorzichtig te werk en zorg vooraf voor voldoende ventilatie. -- Geventileerde ruimte - (zie clausule GG.2) De veiligheid van het apparaat hangt af van de ventilatie van de ruimte. De loskoppeling van het apparaat of de opening van de behuizing heeft geen significante invloed op de veiligheid van het apparaat. De ventilatie van de ruimte mag niet worden losgekoppeld tijdens reparatieprocedures. -- Informatie over het concept van afgedichte componenten en behuizingen volgens IEC 60079-15: 2010. -- Informatie over de juiste werkwijze: INGEBRUIKNAME -- Zorg ervoor dat het vloeroppervlak stevig en groot genoeg is voor de belasting van de koelbak en dat de ventilatieleidingen correct gemonteerd zijn. -- Sluit de leidingen aan en voer een lektest uit voordat u het koelmiddel laadt. -- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONDERHOUD -- De draagbare apparatuur moet worden gerepareerd in het buitenland of in een werkplaats speciaal ingericht voor de reparatie van units met brandbare koelmiddelen. -- Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waarin de reparatie plaatsvindt. -- Hou er rekening mee dat de slechte werking van de apparatuur kan worden veroorzaakt door het verlies van koelvloeistof en dat er een koelmiddellek aanwezig kan zijn. -- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat er geen vonken ontstaan. De standaardprocedure voor kortsluiting van de condensatorterminals creëert over het algemeen vonken. -- Monteer nauwkeurig de afgedichte kasten opnieuw. Indien de afdichtingen versleten zijn, vervangt u ze. -- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat u het apparaat in gebruik neemt. REPARATIE -- De draagbare apparatuur moet worden gerepareerd in het buitenland of in een werkplaats speciaal ingericht voor de reparatie van units met brandbare koelmiddelen. -- Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waarin de reparatie plaatsvindt. -- Hou er rekening mee dat de slechte werking van de apparatuur kan worden veroorzaakt door het verlies van koelvloeistof en dat er een koelmiddellek aanwezig kan zijn. -- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat er geen vonken ontstaan. -- Wanneer hardsolderen vereist is, moeten de volgende procedures worden uitgevoerd in de juiste volgorde: -- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koelmiddel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet een persoon de uitgang bewaken. Wees extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof niet terug in het gebouw stroomt. -- Maak het koelcircuit volledig leeg. -- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedurende 5 minuten. -- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg -- Verwijder de onderdelen die worden vervangen door ze te snijden, zonder daarbij vlammen te gebruiken. -- Draineer het laspunt met stikstof gedurende het hardsoldeerproces. -- Voer een lektest uit voordat u koelmiddel laadt. -- Monteer nauwkeurig de afgedichte kasten opnieuw. Indien de afdichtingen versleten zijn, vervangt u ze. -- Controleer de veiligheidsvoorzieningen voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONTMANTELING -- Als de veiligheid in gedrang kan komen wanneer de apparatuur buiten dienst wordt gesteld, moet het koelmiddel worden verwijderd voordat de buitengebruikstelling plaatsvindt. -- Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte van de apparatuur. -- Hou er rekening mee dat de slechte werking van de apparatuur kan worden veroorzaakt door het verlies van koelvloeistof en dat er een koelmiddellek aanwezig kan zijn. -- Ontlaad de condensatoren op zo’n manier dat er geen vonken ontstaan. -- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koelmiddel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet een persoon de uitgang bewaken. Wees extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof niet terug in het gebouw stroomt. -- Maak het koelcircuit volledig leeg. -- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedurende 5 minuten. -- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg. -- Vul met stikstof tot aan de atmosferische druk. -- Plaats een etiket op de apparatuur om aan te geven dat het koelmiddel werd verwijderd. VERWIJDERING -- Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek. -- Verwijder het koelmiddel. Indien de nationale regelgeving niet vereist dat het koelmiddel wordt teruggewonnen, voert u het koelmiddel af naar buiten. Zorg ervoor dat het afgevoerde koelmiddel geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet een persoon de uitgang bewaken. Wees extra voorzichtig dat de afgevoerde koelvloeistof niet terug in het gebouw stroomt. -- Maak het koelcircuit volledig leeg. -- Draineer het koelmiddelcircuit met stikstof gedurende 5 minuten. -- Maak het koelcircuit opnieuw volledig leeg. -- Snijd de compressor af en haal alle olie eruit. TRANSPORT, MARKERING EN OPSLAG VAN UNITS DIE BRANDBARE KOELMIDDELEN GEBRUIKEN VERVOER VAN INSTALLATIES DIE BRANDBARE KOELMIDDELEN BEVATTEN -- Opgelet: er bestaan mogelijk extra regels voor het vervoer van apparaten die brandbare gassen bevatten. Het maximale aantal apparaten of de configuratie van de apparatuur, toegestaan om samen te vervoeren, wordt bepaald door de van toepassing zijnde vervoersvoorschriften. MARKERING VAN APPARATUUR MET TEKENS -- De waarschuwingen van vergelijkbare elektrische huishoudapparaten die in een bepaald werkgebied gebruikt worden, worden over het algemeen geregeld door lokale regelgeving en de minimale vereisten voor de bepaling van veiligheidssignalering en/of gezondheidssignalering voor een werkplek. -- Alle vereiste borden moeten worden weergegeven en werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers een passende en adequate opleiding en training krijgen over de betekenis van de veiligheidssignalen en over de acties die moeten worden genomen in verband met deze signalen. -- De effectiviteit van de tekens mag niet worden verminderd door een teveel aan tekens die samen worden weergegeven. -- Elk gebruikt pictogram moet zo eenvoudig mogelijk zijn en moet enkel essentiële details bevatten. VERWIJDERING VAN INSTALLATIES DIE BRANDBARE KOELMIDDELEN GEBRUIKEN -- Zie nationale voorschriften. OPSLAG VAN APPARATUUR / ELEKTRISCHE HUISHOUDAPPARATEN -- De opslag van de apparatuur moet overeenkomstig de instructies van de fabrikant gebeuren. -- Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur. -- De bescherming van de verpakking moet op zo’n manier worden gebouwd dat een mechanische beschadiging van de apparatuur in de verpakking geen lekkage van het koelmiddel kan veroorzaken. -- Het maximum aantal toegestane apparaten dat samen mag worden opgeslagen wordt bepaald door lokale regelgeving.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

Taurus ALPATEC AC2600 RVKT de handleiding

Type
de handleiding