Zanussi ZCM6650TX Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

20
Waarschuwingen en adviezen
DEZE WAARSCHUWINGEN ZIJN OPGESTELD VOOR UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN DERDEN. WIJ
VERZOEKEN U DEZE AANDACHTIG TE LEZEN VOORALEER HET APPARAAT TE INSTALLEREN EN TE
GEBRUIKEN.
Installatie
z De installatie moet gedaan worden door bevoegde en
gekwalificeerde installateurs, volgens de normen van
kracht.
z Elke eventuele modificatie aan de electrische
huisopstelling die nodig mocht zijn om de apparatuur
te kunnen installeren, mag enkel gedaan worden door
bevoegd personeel.
z Het is gevaarlijk om de kenmerken van deze apparatuur
te veranderen of te willen veranderen.
z In geval van twijfel, vraag raad aan de installateur.
z Vermijd de installatie van het gasfornuis in de nabijheid
van ontvlambare materialen (bvb. gordijnen, grof linnen
ecc. ...).
Veiligheid van kinderen
z Deze apparatuur is ontworpen om gebruikt te worden
door volwassenen. Opgelet dat de kinderen zich niet
naderen met de bedoeling om er te spelen.
z Let op de kinderen geheel gedurende het gebruik dat
ze de oppervlakken niet aanraken en dat ze niet dicht bij
de apparatuur staan tijdens het gebruik of tijdens het
afkoelen.
Tijdens het gebruik
z Onstabiele of vervormde kookpannen mogen niet op de
gaspitten of op de platen gezet worden om ongelukken
van omslaan of overlopen te voorkomen.
z Bewaak aandachtig het koken met olien en vetten.
z De apparatuur blijft lang warm na het afzetten.
z Indien de apparatuur uitgerust is met een deksel, is
diens functie om het fornuis te beschermen tegen het
stof wanneer het gesloten is, en om de vetspatten op te
vangen wanneer het open is.
z Gebruik het niet voor andere doeleinden.
z Maak het deksel steeds schoon vooraleer het te sluiten
of weg te nemen en laat de gaspitten en/of de platen
afkoelen vooraleer het deksel te sluiten.
zz
zz
z Controleer steeds dat de bedieningstoetsen in de
positie « » of « » staan, wanneer de apparatuur niet
in functie is.
z Plaats steeds de druippan wanneer U de gril gebruikt
of wanneer U het vlees op het grilrooster legt.
z Giet een beetje water in de druippan om het
aanbranden van de vetten te voorkomen, en zo slechte
geuren te vermijden.
z Gebruik steeds keukenhandschoenen om de
gerechten uit de oven te nemen.
z De accessoires (de gril, en de druippan) worden,
vooraleer ze voor de eerste keer te gebruiken,
schoongemaakt.
z Opgepast wanneer U schoonmaakproducten gebruikt
in spray : richt nooit de spray op de weerstand en de
thermostatische bol.
z Indien, gedurende het inzetten of uitnemen van
gerechten uit de oven, er aanzienlijke hoeveelheden
olie, saus, ecc. achteraan in de oven moesten vallen,
maak dan eerst schoon vooraleer het koken te
beginnen om onaangename rook en ook mogelijk
branden van deze stoffen te voorkomen.
z Verzeker U ervan dat er een luchtcirculatie rond de
apparatuur is.
z Een schaarse ventilatie brengt een gebrek aan zuurstof
voort.
z Om hygienische- en veiligheidsredenen moet deze
apparatuur altijd proper gehouden worden.
z Vormingen van vetten of andere spijzen kunnen
branden veroorzaken.
z Dit product is gemaakt voor het koken van eetwaren en
mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden.
z Voed de apparatuur met het type gas dat vermeld staat
op het kleefetiket, geplaatst nabij de tube van de
aansluiting van het gas.
z De ovenwanden niet bekleden met alluminiumfolie,
vooral niet de achterste wand.
z De apparatuur is zwaar, verzet haar met voorzichtigheid.
z Voor het onderhoud of de schoonmaak eerst de
apparatuur uitschakelen en laten afkoelen.
z Om de ontsteking te vergemakkelijken, steek eerst de
gaspit aan vooraleer de kookpan op het rooster te
zetten. Na de gaspitten aangestoken te hebben,
controleer of de vlam regelmatig is.
z Verlaag steeds de vlam of ontdoof ze, vooraleer de
kookpannen weg te nemen.
z Verzeker U ervan of de roosters van het fornuis juist
geplaatst worden.
z Enkel vuurvaste borden mogen in de schuif onder de
oven geplaatst worden. Er geen ontvlambare stoffen
inzetten.
Service
z Voor eventuele tussenkomst richt U zich tot een
geautoriseerde Technisch Hulpdienst om originele
wisselstukken te bekomen.
Informatie m.b.t. het milieu
z Houd bij het weggooien van de verpakking rekening met
de veiligheid en het milieu.
z Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan
onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
Deze instructies gelden enkel voor de landen
waarvan het identificatiesymbool is aangebracht op
het titelblad van het instructieboekje en het
apparaat zelf.
NEDERLANDS
Het is heel belangrijk dat dit instructieboekje, voor
eender welke toekomstige raadpleging, samen met
de apparatuur bewaard wordt. Indien de
apparatuur verkocht moest worden, of overgedragen
aan een andere persoon, verzeker U ervan, dat het
boekje samen geleverd wordt, zodat de nieuwe
gebruiker op de hoogte kan gesteld worden van het
functioneren van het apparaat en van de relatieve
waarschuwingen.
21
Afmetingen van de apparaten
Hoogte Breedte Diepte
850 mm 600 mm 600 mm
Inhoud
Over deze gebruiksanwijzing
Oderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben
de voldende betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
)
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A.
Viale Bologna, 298
47100 FORLÌ (Italie)
Algemene Waarschuwingen en
adviezen
Aanwijzingen voor de
Installateur
KINDERBEVEILIGING (N. 35791)
Hoewel al onze apparaten beantwoorden aan de
Standaard Europese Veiligheidsnormen is het
desondanks mogelijk een extra beveiliging voor kinderen
te installeren op de ovendeur. Deze beveiliging biedt de
hoogst mogelijke zekerheid aan kinderen tijdens het
gebruik van de oven. Deze beveiliging moet worden
aangebracht op de ovendeur. De extra beveiliging kan
worden gekocht bij Distriparts. Treft u het type plaatje
aan, waarop u de nodige informatie zult aantreffen,
zoals type- en productnummer. De beschrijving hoe
deze beveiliging moet worden aangebracht treft u aan in
de verpakking van deze beveiliging.
H
D
B
Dit Toestel voldoet aan de EEG-richtlijn:
73/23 - 90/683 (lage spanning);
89/336 (elektromagnetische vereinigbaarheid);
90/396 (gasapparaat);
93/68 (algemene richtlijn);
en de daarop volgende wijzigingen.
Waarschuwingen en adviezen 20
Afmetingen van de apparaten 21
De kookplaat 22
Elektrische oven 23
24-uursklok en programmeur einde kooktijd 24
Tips voor het gebruik van de gasbranders 27
Enkele tips bij het gebruik van de oven 27
Adviestabel voor bakken en braden 29
Onderhoud 30
Wan te doen indien 32
Technische Gegevens 33
Instructies voor de installateur 33
Elektrische Aaansluiting 36
22
De kookplaat
Bedieningsknoppen van het
kookvlak
Op het bedieningspaneel bevinden zich drukknoppen om
de gasbranders van het kookvlak te bedienen.
De regelknoppen voor de gasbranders kunnen in
tegenwijzerzin worden gedraaid tot een symbool dat een
kleine vlam voorstelt en omgekeerd ook in wijzerzin.
z er komt geen gas wrij
er komt een maximale hoeveelheid gas vrij
er komt een minimale hoeveelheid gas vrij
Aansteken van de branders
op het kookvlak
z Om een brander aan te steken vóór u een pan op het
vuur plaatst, brengt u een vlammetje (lucifer, ontsteker)
tot bij de brander, duwt de overeenstemmende knop
volledig in en draait hem in tegenwijzerzin op de
maximale stand. Wanneer de brander ontvlamd is,
stelt u de vlammen af naar wens.
z In de modellen met ingebouwde branderontst
eking duwt u eerst op de ontstekingsknop ( )
aangeduid met het vonkje, en duwt nadien de
overeenstemmende knop volledig in en draait hem n
tegenwijzerzin op de maximale stand. Door op de
ontstekingsknop te drukken, komt er een vonkje vrij
die de brander doet ontvlammen. Indien na
verschillende pogingen de brander niet ontvlamt, kijkt
u best even na of de vlamverdeler en de kop van de
brander goed op hun plaats zitten.
z Voor modellen met veiligheidsthermokoppel (fig.
1 - D) : houdt, indien de vlam brandt, de knop nog
ongeveer 5 seconden ingedrukt om zo het
veiligheidsthermokoppel in te schakelen. Herhaal,
indien de vlam uitgaat, deze handeling maar houdt
de knop nu maximum 15 seconden ingedrukt.
z Om de gastoevoer te stoppen draait u de knop in
wijzerzin op de stand “ z “.
Wanneer u bij het koken vetten of olie
gebruikt moet u steeds goed toekijken, want
deze vetstoffen kunnen bij opwarming vuur
vatten.
Over Kookpotten en pannen
Denk er steeds aan dat een brede, grote pan een grote
warmteoppervlakte heeft en de ingrediënten dus sneller
koken dan een in een smallere, kleinere pan.
Gebruik dus steeds pannen die aangepast zijn aan wat
u klaarmaakt. Let in het bijzonder goed op dat de pannen
niet te klein zijn voor vloeistoffen die makkelijk kunnen
overkoken of dan weer niet te groot zijn voor ingrediënten
die snel klaar moeten zijn. Op een bodem die niet met
vet of braadjus bedekt blijft kunnen de ingrediënten
makkelijk aanbranden.
))
))
)
Fig. 1
FO 0204
Fig. 2
A - Branderdeksel
B - Vlamverdeler
C - Vonkontsteking (volgens modellen)
D - Vlambeveiliging (volgens modellen)
Voor taarten en gebak gebruikt u best vormen in staal
die niet opengaan. Een vorm die opengaat laat
vruchtenjus en suiker door die wanneer ze op de bodem
van de oven vallen, karameliseren en moeilijk te
verwijderen zijn. Vermijd ood pannen met plastic
handgrepen in de oven te zetten; ze zouden immers de
hitte niet kunnen weerstaan.
Om het maximale rendement uit de branders te halen
en dus ook gas te besparen, raden we u aan pannen te
gebruiken waarvan de diameter gelijk is of groter dan de
gebruikte brander. (fig. 2)
We raden u ook aan de pannen waarin u iets kookt af te
dekken en wanneer het aan de kook komt, de vlam te
verminderen zodat alles rustig verder kookt.
23
Elektrische oven
Bakwijzeknop (fig.3) en
thermostaatregelknop (fig.4)
Deze beide knoppen laten u toe de bakwijze (keuze van
het verwarmingselement) en de temperatuur te kiezen
afhankelijk van de eisen van het recept. Het ovenlampje
blijft branden ongeacht de stand van de knop.
Betekenis van de symbolen
verwarming boven en onderaan
grill
verwarming onderaan
verwarming boven en onderaan + ventilator
ontdooien
Conventioneel bakken en braden
Draai de knop zo dat hij op de stand komt te staan
en stel de thermostaatknop af op de gewenste
temperatuur.
Bakken met de grill
Draai de knop zo dat hij op de stand komt te staan
en stel de thermostaatknop af op de gewenste
temperatuur.
Om elke oververhitting tijdens het gebruik van
de oven of de grill te vermijden, laat u steeds
het deksel van het fornuis openstaan.
Enkel verwarming onderaan
Draai de knop zo dat hij op de stand komt te staan
en stel de thermostaatknop af op de gewenste
temperatuur.
Warme lucht (convectie)
Draai de knop zo dat hij op de stand komt te staan
en stel de thermostaatknop af op de gewenste
temperatuur.
Ontdooien
Draai de knop zo dat hij op de stand komt te staan.
Wanneer u de oven voor de ontdooifunctie gebruikt, blaast
de elektrische ventilator koude lucht door de oven. Dit
zorgt ervoor dat het diepgevroren voedsel ontdooit.
Wanneer de bakwijzeknop (fig. 3) op stand staat,
stelt u de thermostaatknop af op stand “ z “.
Verklikkerlichtje oventhermostaat (°C)
Dit lichtje gaat uit wanneer de oven de ingestelde
temperatuur bereikt en zal telkens opnieuw gaan branden
wanneer de thermostaat in werking treedt om de
temperatuur zelf te regelen.
Fig. 4
FO 2477
Fig. 3
0
100
150
200
50
FO 0156
Vetvanger
De oven is uitgerust met een geëmailleerde vetvanger
om bakvocht van gegrild vlees of vlees aan het spit e.d.
op te vangen en met een rooster voor gerechten die in
een ovenschotel klaargemaakt worden.
Het gebruik van de oven
voor de eerste keer
Na het plaatsen van de oven ga dan als volgt te werk:
a) zet de Bakwijzeknop op ;
b) zet de thermostaatknop op MAX;
b) laat de oven (leeg) 45 minuten lang werken;
c) zet een raam open voor frisse lucht.
Tijdens de eerste paar minuten zal er rook met een
onaangename geur onstaan, dit wordt veroorzaakt door
het isolatiemateriaal en vettige restanten op het materiaal,
erop gekomen tijdens de produktie.
Voordat u de oven gaat gebruiken reinig dan eerst de
legrekken en afdruipschaal grondig met een afwasmiddel.
24
24-uursklok en programmeur einde
kooktijd
Fig. 5.1
Fig. 5.2
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
12
A
U
T
O
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Instellen tijd en datum
De eerste keer dat de voedingsbron wordt
ingeschakeld, of na een stroomstoring, knippert
afwisselend 0.00 en AUTO in het display.
Instellen tijd en datum
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen “ ” en “ ” (zie Fig.
5.1).
2. Laat de toetsen los en druk op “ ”, waarna 12.00 in
het display verschijnt (zie Fig. 5.2).
3. Druk binnen 5 seconden op “ ” of “ ” om de tijd
te laten op- of aflopen, totdat de juiste tijd of
datum is bereikt op de 24-uurs klok.
Juiste tijd en datum resetten
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen “ ” en “ ”. Druk
vervolgens op “ ” of “ ” en houdt deze ingedrukt om
de tijd te laten op- of aflopen, totdat de juiste tijd of
datum is bereikt op de 24-uurs klok.
NB: Het instellen van de tijd door middel van de
plus- en min-toetsen gaat in eerste instantie
langzaam en verloopt vervolgens sneller. De toetsen
dienen afzonderlijk ingedrukt te worden.
Instellen kookwekker (ZCM 6640)
Het alarm van de kookwekker klinkt aan het einde van
het de ingestelde periode (tot 23 uur en 59 minuten),
MAAR DE OVEN BLIJFT AAN, als deze in gebruik is.
Instellen kookwekker
1. Druk op de toets “ ”. In het display verschijnt
vervolgens 0.00 en het kookwekkersymbool ( ) (zie
Fig. 5.3).
2. Laat de toets “ ” los en druk vervolgens op “ ”.
Houdt deze ingedrukt. Het display telt in intervals van
minuten op, totdat de gewenste tijd is bereikt,
bijvoorbeeld 30 minuten (zie Fig. 5.4). Eenmaal
ingesteld begint de kookwekker met aftellen en in
het display verschijnt de dagtijd weer.
3. Aan het einde van de ingestelde periode klinkt een
akoestisch signaal en het kookwekkersymbool ( )
knippert in het display (zie Fig. 5.5).
Druk op een willekeurige toets om het akoestische
alarm uit te zetten, waarna ook het
kookwekkersymbool ( ) zal verdwijnen.
1. MIN-TOETS ( )
2. PLUS-TOETS ( )
SYMBOOL PAN ( )
SYMBOOL KOOKWEKKER (
)
SYMBOOL INSTELLEN KLOK ( )
SYMBOOL KINDERBEVEILIGING (
)
Fig. 5.4
Fig. 5.3
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5
25
Resetten kookwekker
1. Druk op de toets “ ” en volg de bovenstaande proce-
dure.
Annuleren kookwekker
1. Druk op de toets ” en laat deze los. Druk vervolgens
op de toets “ ”. Het display telt af in intervals van
minuten tot 0:00.
2. Laat de toets “ ” los. Na een paar seconden verschijnt
in het display de dagtijd en het kookwekkersymbool
( ) verdwijnt.
Fig. 5.5
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Instellen timer (programmeur
einde kooktijd) - ZCM 6650
De timer kan worden gebruikt om een vastgestelde
kooktijd te klokken. Aan het einde van de kooktijd wordt
de oven automatisch uitgeschakeld door de timer.
De timer geeft een akoestisch signaal aan het einde van
de kookperiode tot 23 uur en 59 minuten.
Instellen timer
1. Druk op de toets “ ”. In het display verschijnt 0.00
en het pannensymbool ( ) (zie Fig. 5.6).
2. Laat de toets “ ” los. Druk vervolgens op “ ” en
houdt deze ingedrukt. Het AUTO-symbool verschijnt
in het display.
Het display telt in intervals van minuten tot het geklokte
interval is bereikt, bijvoorbeeld 30 minuten (zie Fig.
5.7). Eenmaal ingesteld begint de timer met aftellen
en in het beeldscherm verschijnt de dagtijd weer.
3. Aan het einde van de ingestelde periode wordt de
oven automatisch uitgeschakeld en klinkt een
akoestisch signaal. Het pannensymbool ( ) verdwijnt
en het AUTO-symbool knippert in het display (zie Fig.
5.8). Druk op de toets “ ” om het akoestische
signaal uit te zetten. Druk vervolgens nog een keer
op de toets “ ”. Het AUTO-symbool verdwijnt.
NB: denk eraan dat de ovenfunctie en
thermostaatknop weer op nul worden gezet als
de oven niet meer in gebruik is.
Resetten timer
1. Druk op de toets “ ” en volg de bovenstaande proce-
dure.
Annuleren timer
1. Druk op de toets ” en laat deze los. Druk vervolgens
op de toets “ ”. Het display begint met aftellen in
minuten tot 0.00. Het AUTO-symbool verdwijnt.
2. Laat de toets “ ” los. Na een paar seconden verschijnt
in het display de dagtijd en het pannensymbool ( )
verdwijnt.
Als de oven in gebruik is, wordt deze na enkele
seconden uitgeschakeld. Volg de bovenstaande pro-
cedure in de voorgaande paragrafen om de timer te
resetten.
Fig. 5.7
Fig. 5.6
Fig. 5.8
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
26
Het onthouden waard
1. De dagtijd moet ingesteld worden voordat de oven
wordt gebruikt. Er zullen enkele seconden vertraging
optreden bij het aanzetten van de oven.
2. De timerfunctie controleert alleen de oven en schakelt
de oven uit na de ingestelde periode. Deze functie is
handig, als u direct wilt beginnen met koken en de
oven automatisch uitgeschakeld wilt hebben.
3. Als u de timer heeft gebruikt om de kooktijd in de
oven te klokken, dient u de timer te resetten voordat
de oven opnieuw wordt gebruikt.
Kinderbeveiliging (alleen bij
bepaalde modellen)
Om te voorkomen dat kinderen de oven aanzetten, is het
mogelijk de ovenfuncties te blokkeren. Om de
ovenfuncties te blokkeren moet de oven uitgeschakeld
staan.
Blokkeren ovenfuncties:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen “ ” en “ ” en houdt
deze ingedrukt tot “ON” in het display verschijnt (zie
Fig. 5.9).
2. Laat de toetsen los en druk op de toets “ ”. In het
display verschijnt “OFF” en het sleutelsymbool ( )
(zie Fig. 5.10). Laat de toets los. Na enkele seconden
verschijnt in het beeldscherm de dagtijd (zie Fig.
5.11). De oven is nu geblokkeerd.
Blokkeren van de oven opheffen:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen “ ” en “ ” en houdt
ze ingedrukt totdat “OFF” in het display verschijnt
(zie Fig. 5.12).
2. Laat de toetsen los en druk op de toets “ ”. Het
sleutelsymbool ( ) verdwijnt en in het display verschijnt
“ON” (zie Fig. 5.13). Laat de toets los. Na enkele
seconden verschijnt in het display de dagtijd. De oven
kan nu weer worden gebruikt.
Nachtdimfunctie
Als de automatische functie niet wordt gekozen, worden
de figuren en symbolen op het display gedimd tussen
22:00 en 6:00.
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5.9
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5.10
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5.11
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5.12
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Fig. 5.13
27
Tips voor het gebruik van de
gasbranders
Indien u pannen met een dunne bodem gebruikt, is het
nodig de inhoud vaak (om) te roeren. Een dikkere bodem
vermindert het risico op lokaal aanbranden omdat op de
bodem een voldoende thermische compensatie
ontstaat.
We raden u aan pannen te gebruiken met een gepaste
grootte. Brede en lage pannen zijn geschikter dan
smalle en hoge pannen want ze zorgen voor een snelle
opwarming.
Men versnelt het koken niet door kleine pannetjes op een
grotere brander te zetten. Men verspilt er enkel gas door.
U gebruikt de branders op de juiste manier wanneer u
kleine pannen op de kleine brander zet en grote op de
grote brander. Met een gesloten, afgedekte pan vermijdt
u ook de verspilling van warmte.
Begin het koken steeds met een volledige vlam door de
regelknop op “ “ te zetten. Stel nadien de vlammen in
naar wens.
De vlam is aan de buitenzijde veel warmer dan binnenin
(de kern). Daarom moeten de punten van de vlammen
de bodem van de pan aanraken. De vlammen die buiten
de oppervlakte van de pan komen zijn een verspilling van
gas en energie. In tegenstelling tot elektrische
kookvlakken is het onnodig dat de pannen een vlakke
bodem hebben. Pannen met een dunne wand zullen de
warmte dan weer sneller doorgeven naar de inhoud dan
pannen met een dikkere wand. En omdat warmte niet
gelijkmatig over de bodem wordt verspreid kunnen de
ingrediënten lokaal oververhit geraken.
Enkele tips bij het gebruik van de
oven
Traditionele bakwijze
Gezien de warmte van het plafond en de bodem komt, is
het aangewezen om de shcotels in het midden van de
oven te plaatsen. Naargelang voor het bakken meer
warmte boven of beneden nodig is, plaatst u de schotel
op een hoger of een lager niveau.
Bakwijze met convectie
(= ventilatie)
De schotels worden verwarmd door een warme
luchtstroom voortgebracht door een ventilator die zich
achteraan in de oven bevindt. Zo zal de hitte zich snel en
gelijk verspreiden op alle plaatsen van de oven, zodat u
verschillende schotels tegelijkertijd op verschillende
niveaus van de oven kunt klaarmaken.
Bij deze bakwijze worden door het verdwijnen van de
luchtvochtigheid en de drogere lucht, de geuren en
smaken van de verschillende shotels niet vermengd.
Dankzij de mogelijkheid om op de verschillende niveaus
van de oven te bakken kunt u tot drie verschillende
schotels klaarmaken om ze meteen op te dienen… of er
een deel van in te vriezen. U kunt uiteraard ook slechts
één niveau gebruiken (Fig. 6). In dat geval is het
aangewezen de schotel op een lager te zetten zodat u
de bereiding beter in het oog kunt houden. Deze oven is
ook zeer geschikt voor het snel ontdooien, het steriliseren
van bokalen, confituur van het huis en, ten slotte, om
champignons of vruchten te drogen.
Bakwijze met multifunctionele
oven
Met dit type oven kunt u verschillende bakwijzen of
bakprocedures aan: traditioneel, met convectie, warmte
lucht ventilatie en met de grill.
Tips bij het gebruik van de
traditionele oven
Het bakken van taarten
De oven minstens 10 minuten vóór her gebruik
voorverwarmen, behalve indien het gerecht het anders
vereist.
Open de ovendeur niet wanneer u gerechten klaarmaakt
die moeten rijzen (by, gistdeeg, soufflés…) De aanvoer
van koudere lucht zou het gistingsproces stoppen.
Om de evolutie von het bakken van de taart te
controleren, steekt u een tandenstoker in het deeg.
Indien hij er droog uitkomt is de taart voldoende
gebakken.
Wacht om dit te doen tot minstens 3/4 van de voorziene,
voorgeschreven baktijd is verstreken.
Houd er over het algemeen ook rekening mee dat:
een gerecht dat aan de buitenkant voldoende gebakken
is maar onvoldoende binnenin, een langere baktijd
noding had maar wel aan een lagere temperatuur.
En omgekeerd zal een droog gerecht een kortere baktijd
nodig hebben maar wel aan een hogere temperatuur.
Het braden en bakken van vlees
Vlees dat u in de oven wil braden moet minstens 1 kg
wegen. Zo vermijdt u dat het te droog wordt. Indien u
28
gebraad wenst met een prachtig kleurtje, gebruik dan
weinig vetstoffen. Indien u mager vlees braadt, gebruik
dan wat olie en wat boter. Boter of olie zijn overbodig
indien het vlees bovenop een stukje zwoerd of vet heeft.
Indien het gebraad dat stukje vet op de zijkant heeft,
legt u beter die kant naar boven zodat wanneer het vet
smelt het nodige vet over het lagere deel zal verspreiden.
Rood vlees neemt u beter 1 uur vóór het braden uit de
koelkast, zo niet zal het bruuske temperatuurverschil
het vlees taaier maken. Gebraad, zeker rood vlees, moet
niet gezouten worden bij de aanvang van het braden
omdat het zout het vocht en het bloed uit het vlees zou
halen en het vlees dus zal verhinderen een smakelijk
braadkleurtje te krijgen.
We raden u aan het gebraad te zouten buiten de oven,
even na verloop van de helft van da baktijd.
Leg gebraad steeds in een schotel met een lage rand.
Een schotel met een hoge rand legt een scherm rond
het vlees en verhindert de goede verspreiding en
verdeling van de warmte.
Vlees kan gebakken worden in ovenvaste schotels of
rechtstreeks op het rooster waaronder u de vetvanger
plaatst. De ingrediënten van het braadvocht voegt u
enkel onmiddellijk aan de schotel wanneer de baktijd
kort is, zo niet wacht u tot het laatste half uur van de
baktijd.
Rood, bloedend vlees begint u te bakken met een con-
stante hitte om vorvolgens de temperatuur te
verminderen om het binnenste van het vlees te braden.
De temperatuur van het braden van wit vlees kan
gematigd blijven van het begin tot het einde.
Het verloop van het braden kan u nagaan door met een
vork op het vlees te drukken. Indien het vlees niet
meteen meegeeft is het licht doorbakken (à point).
Op het einde van het braden raden we u aan een kwartier
te wachten vooraleer het te versnijden. Zo verliest het
niet teveel vocht.
U kan de dienborden warm houden in de oven. U moet
die wel op de minimale temperatuur houden.
Het bakken van vis
Vis van kleine omvang bakt u van het begin tot het einde
aan een hoge temperatuur. Bij middelgrote vis begint u
met een hoge temperatuur om zo langzaam de
temperatuur te verminderen. Grote vis bakt u van het
begin tot het einde aan een gematigde temperatuur.
U kan het verloop van het bakken controleren door
voorzichtig met een mes of een vork een stukje van de
buik op te heffen; het vlees moet gelijkmatig wit en
ondoorschijnend zijn. Dit geldt uiteraard niet voor zalm,
forel en gelijkaardige soorten.
Volg in elk geval steeds de aanwijzingen van de
recepten.
Fig. 6
FO 0019
Bakken met de grill
Met de grill kan u vooral rood vlees stukken (maar niet
te groot) vlees van verschillende grootte bakken;
gevogelte snijdt u best in twee en drukt u plat en verder
zijn ook vis, bepaalde groenten (by, courgettes,
aubergines, tomaat, enz.), en vlees-, vis- of
zeevruchtenbrochetten geschikt voor de grill.
Vlees en vis voor de grill oliet u vooraf in en legt u op het
rooster; zout het vlees op het einde van het braden; vis
daarentegen zout u best aan de binnenkant vóór het
bakken; het rooster plaatst u naar wens zo dicht
mogelijk of zo ver mogelijk van het grillelement om het
bakken te doseren zodat het oppervlak niet verbrandt en
het binnenste gedeelte niet rauw blijft.
Giet telkens 1 of 2 glazen water op de vetvanger om
rookvorming te vermijden door het druppen van jus en
vet op de warme plaat.
U kan de grill ook gebruiken om te gratineren, brood te
toasten of knapperig te maken en bepaalde vruchten
zoals bananen, halve pompelmoezen, stukken ananas,
appels, enz. te grillen. Dit fruit mag u echter niet te dicht
bij het grillelement plaatsen.
De baktijd
De baktijden varieren uitraard naargelang de
ingrediënten, hun homogeniteit en hun omvang. We
raden u aan de eerste baksels goed te observeren en
de resultaten ervan te noteren. Op basis van deze
gegevens kunt u deze of andere gerechten (opnieux)
klaarmarken.
We geven in de volgende tabel enkele richtinggevende
baktijden en temperaturen voor de oven en de grill.
Um eigen ervaring zal u vervolgens toelaten ev. variaties
op de aangegeven waarden aan te brengen.
Veel succes en veel kookgenot!
29
*
De telling van het niveau vertrekt van het niveau helemaal onderaan (de bodem van de oven en de vetvanger niet
meegerekend).
Aantal Gewich Richel Temperatuur Boven-kant Onder-kant
in gram van onder °C in min in min
Biefstukken 4 800 4 max 10 8
Karbonaadjes 4 600 4 max 12 8
Worstjes 8 500 4 max 10 6
Stukken kip 6 800 3 max 30 20
Gemengde spiezen 4 700 4 max 12 10
Kippeborst 4 400 4 max 13 10
Gehalveerde tomaten 8 500 4 max 12 -
Visfilets 4 400 4 max 8 6
Oester 6 - 4 max 12 -
Toast ham/kaas 4 - 4 max 8 -
Sneetjes brood 4 - 4 max 2-3 1
Gerecht
Gerecht
Hete- Conven- Hete- Conven- Hete- Conven-
lucht tioneel lucht tioneel lucht tioneel
Roerdeeg
cake 1 en 3 1 140-160 175-200 70-80 50-60
tulband 1 en 3 1 140-160 175-200 70-80 50-6
appelcake 1 en 3 1 120-140 175-200 80-90 50-60
Klopdeeg
mokkataart (24 Ø) 1 en 3 1 150-160 175-200 35-40 30-40
petit fours 1 en 3 2 150-160 175-200 25-30 15-20
slagroomtaart (24 Ø) 1 en 3 1 150-160 175-200 35-40 30-40
Kneeddeeg
zandkoekjes 1 en 3 2 140 175-200 ca 25 ca 15
boterkoek 1 en 3 1 150-160 175-200 ca 30 30-40
appeltaart 1 en 3 1 150-160 175-200 ca 60 55-65
Roldeeg
banketstaaf 1 en 3 2 180-200 200-225 ca 40 35-45
saucijzenbroodjes 1 en 3 2 180-200 200-225 ca 40 35-45
pasteitjes 1 en 3 2 180-200 200-225 ca 30 ca 25
Spuitdeeg
spritskoekjes 1 en 3 2 140-160 175-200 30-40 15-20
kaasbolletjes 1 en 3 2 140-160 175-200 25-30 15-20
Gistdeeg
brood 2 (1 en 3*) 1 180-200 225-250 30-35 ca 30
krentebrood 1 en 3* 1 160-180 200-225 40-45 ca 40
Vlees braden
kalfsfricandeau (gaar), 1 1/2 kg
2 2 160 175-200 ca 90 55-65
rosbief (rood), 1 1/2 kg 2 3 200 250 ca 35 ca 25
varkensfricandeau (gaar), 1 1/2 kg
2 2 160 175-200 ca 100 70-80
lamsbout (gaar), 1 1/2 kg 2 2 160 175-200 ca 60 40-50
Gevogelte braden
kip, 1 kg 2 2 160 175-200 ca 75 55-65
babykalkoen, 1 1/2 kg 2 2 160 175-200 ca 135 100-120
tamme eend, 1 1/2 kg 2 2 160 175-200 ca 165 120-150
Wild braden
haas, 1 1/2kg 2 2 160 175-200 ca 180 ca 150
reerug, 1 1/2 kg 2 2 160 175-200 ca 165 100-120
konijn, 2 kg 2 2 160 175-200 ca 150 100-120
Vis stoven
kabeljauw-moten (alu folie) 1 en 3 2 160 175-200 ca 40 ca 30
visschotel 2 2 160 175-200 ca 40 ca 20
Tijd in
minuten
Plaats van onderaf
gerekend
Oven-
temperatuur
Adviestabel voor grilleren
Adviestabel voor bakken en braden
30
Onderhoud
Voor elk onderhoud schakelt U eerst het
apparaat uit.
Onderhoud van het fornuis
De druppels saus, sap, fruitsap, ecc. moeten zo vlug
mogelijk verwijderd worden met een vochtig doek. Zo
niet, zouden ze op de lange duur het blinken van het
email doen verdwijnen.
Om lichte strepen te doen verdwijnen in het email,
gebruikt U een gewoon licht schuurmiddel in
poedervorm.
Gebruik geen staalwol of messen om incrustatie te
verwijderen.
Voor de dagelijkse schoonmaak gebruikt U water met
reinigingsmiddel of n van de talrijke producten in de
handel.
Was de geemailleerde roosters met water en
reinigingsmiddel; U kan ze ook in afwasmachine
plaatsen.
Verwijder het bovenste gedeelte van de gaspit en de
gasontstekers en was ze heel nauwkeurig met warm
water en reinigingsmiddel. Droog ze goed vooraleer ze
terug te plaatsen.
Verzeker U ervan dat ze bovendien juist op hun plaats
staan.
De gaspit kan gepoetst worden met staalwol of een licht
schuurmiddel in poedervorm.
De ovendeur wast U enkel met warm water en vermijdt
U het gebruik van ruwe doeken of schuurmiddelen.
Onderhoud van de oven
Na gebruik maakt U de oven heel nauwkeurig schoon
en dit wanneer hij nog een beetje warm is.
Inderdaad, op dat moment kan U gemakkelijk de vet- of
andere resten en het fruitsap verwijderen.
Gebruik warm water met reinigingsmiddel, ofwel een van
de sprays die in de handel verkrijgbaar zijn. Volg
hiervoor de aanwijzingen van de producent. Richt de
spray niet op de delen in glansstaal, U zou ze kunnen
beschadigen.
De accessoires van de oven (grilrooster, druippan, ecc.)
maakt U met warm water en reinigingsmiddel schoon.
Eventuele incrustaties verwijdert U met en licht
schuurmiddel in poedervorm.
Bedek nooit de ovenwanden of de
ovenbodem met aluminiumfolie om de
grasspatten op te vangen.
U zou een opeenstapeling van warmte
voortbrengen dat het resultaat van het
bereiden negatief beinvloedt en U zou het
email kunnen beschadigen.
Verscheidene controles
Controleer geregeld de status van behoud van de
flexibele tube van de gasverbinding en laat hem
vervangen door bevoegd personeel wanneer hij
nauwelijks een afwijking vertoond.
We raden een jaarlijkse vervanging aan.
Laat geregeld de kraantjes van de gasregeling smeren
door gekwalificeerd personeel. Als men eem afwijking
in het functioneren noteert, is het noodzakelijk de
keuken te laten controleren door gekwalificeerd
personeel.
Vervanging van de ovenlamp
Het apparaat uitschakelen.
Schroef de lamp (fig. 7) los en vervang haar door een
andere, geschikt voor hoge temperaturen (300°C) en
met de volgende kenmerken :
Spanning: 230 V (50Hz); Vermogen: 15W;
Aansluiting: E14
Schoonmaak van de ovendeur:
Om de ovendeur volledig te kunnen schoonmaken, is het
aan te raden de deur te demonteren.
U gaat als volgt te werk (Fig. 8):
open volledig de deur. De twee hefboompjes van de ara
van de scharnier 180° draaien; de deur bijna dicht doen
tot een hoek van engeveer 30°, optillen en uit de voorkant
halen.
De deur door de hierboven beschreven handelingen te
volgen in tegenovergestelde volgorde.
Fig. 7
Fig. 8
FO 0287
FO 0967
31
Schoonmaak van het deksel
(volgens modellen):
Om het deksel gemakkelijker te kunnen schoonmaken,
opent U het en demonteert U het volledig. (zie fig. 9)
Nadien herplaatst U het, door het in de passende gaten
te duwen.
Onderhoud van de catalytische
wanden (volgens modellen)
Catamytische wanden zijn in staat om voedsel-en
vetspatten grotendeels te neutraliseren wanner de
oventemperatuur zich boven de 220°C bevindt.
Om het reinigingsproces te vergemakkelijken is het aan
te raden om de oven gedurende 1 à 2 uren per week,
zonder voedsel, in werking te stellen boven deze
temperatuur.
Praktische hints en tips:
Het manueel reinigen van de catalytische wanden is
af te raden.
Deze wanden worden onherroepelijk beschadigd bij
gebruik van spuitbussen, met zeep geimpregneerd
staalwol, of eender welke vorm van
reinigingsmiddellen.
Na een onbepaalde tijd kan een zekere verkleuring
van de wanden optreden. Dit zal de catalytische
werking van de wanden niet beinvloeden.
Eenmaal de wanden verzadigd zijn stopt het
catalyse-reinigingsproces. Dit heeft echter geen
enkele invoeld op het verder goed funktioneren van
het toestel.
Volgt de onderstaande tips om de vorming van
vetspatten in de oven tot een minimum te herleiden.
Hoe vetspatten verminderen, enkele tips:
Kook steeds op de aangegeven temperatuur. Te hoge
temperaturen gedurende het braden werken de vorming
van vetspatten in de hand.
Probeer te koken op lagere temperaturen (vergeet echter
de kooktijd niet aan te passen). U zal energie besparen
en het te roosteren vlees zal veel malser zijn.
Fig. 9
FO 0418
Gebruik een minimale hoeveelheid of zel geen vet of olie
bij het braden van vlees.
Het toegevoegde vet zal gedurende het roosteren of het
barden van het vlees de vorming van vetspatten in de
hand werken.
Het is zeker niet nodig om gedurende het roosteren of
braden van het vlees water toe te voegen.
Het eventueel toegevoegde water en de vleessappen
zullen, gedurende het bakproces overdreven vorming van
vetspatten en condensatievorming in de hand werken.
De wanden worden beter beschermd tegen spatten
indien het te braden vlees wordt afgedekt.
Indien dan het deksel verwijderd wordt een 20-30 tal
minuten voor het beëindigen van het kookproces zal het
vlees aan de buitenzijde beter gebraden worden.
Sommige grote stukken vlees en ook kalkoen hebben
zeker voordeel bij zulke bereidingswijze, op deze manier
wordt de binnenzijde afdoende gebakken alvorens de
buitenzijde verbrandt.
Maak steeds gebruik van de vetpvangschaal bij het
roosteren of grillen van het vlees.
Door deze eenvoudige tips toe te passen zal de
levensduur van de catalyse-wanden worden verlegend.
Aanbrengen van het
spatscherm (ZCM 6650)
Het fornuis is uitgerust met een spatscherm aan de
achterkant van de kookplaat.
1. Pak het spatscherm.
2. Zet het spatscherm in de scharnieren aan de
achterzijde van de kookplaat (fig. 10).
Fig. 10
32
zz
zz
z De gasaanvoer lijkt abnormaal:
zz
zz
z Er is een gaslucht waarneembaar
zz
zz
z De oven warmt niet op
zz
zz
z Te lange kooktijden
zz
zz
z Er komt rook uit de oven
zz
zz
z Het ovenlicht werk niet
Vergewis u ervan of:
- de gaten van de vlamverdeler van de brander(s)
niet verstopt zitten;
- wanneer de gas uit een fles komt, de gasfles
niet leeg is;
- de drukregelaar werkt;
- de kraan van de gasfles volledig open staat.
Vergewis u ervan of:
- er geen kraan is blijven open staan
- de voedingsbuis goed gedlaatst werd en in goede
staat verkeert; denk eraan dat die minstens
éénmaal per jaar moet vervangen worden.
Zoek nooit naar een gaslek met een
brandende lucifer. gebruik schuim of
zeepwater.
Vergewis u ervan of de ovenknop wel degelijk aan
staat.
Controleer of de gekozen temperatuur
overeenstemt met de voeding/het gerecht dat u
klaarmaakt.
We raden u aan de oven te reinigen telkens u hem
gebruikt hebt.
Tijdens het braden van vlees vormen zich
vetspatten; wanneer deze niet verwijderd worden,
zullen ze rook en geuren veroorzaken tijdens
volgende bakbeurten. Zie daarover het stuk over
het schoonmaken van de oven.
Wellicht is het lampje zelf stuk. Hoe u het moet
vervangen, kijkt u na in de paragraaf daarover.
Indien na deze controles het fornuis nog steeds
niet werkt, wendt u zich best tot het
dichtstbijgelegen Servicecentrum en houd alle
gegevens over het toestel bij de hand: model en
identificatienummer.
Wan te doen indien
Indien het toestel niet naar behoren werkt, kijkt u, voordat u de Servicedienst belt, best de volgende punten na:
Onderhoud - Technische bijstand
Om de goede werking en optimale veiligheid te
waarborgen is het noodzakelijk regelmatig de
gasregelkranen te smeren.
Dit onderhoud moet als volgt gebeuren:
neem de drukknoppen af en verwijder de plaat eronder
nadat u de schroef hebt losgedraaid.
Schroef beide schroeven aan de stang van de kraan los.
Verwijder de kegel en maak hem zorgvuldig schoon.
breng ten slotte een dunne laag onoplosbaar smeermiddel
met koolwaterstoffen geschikt voor gaskranen, aan.
Kijk erop toe dat een overdaad van smeermiddel de gaten
waardoor het gas wordt aangevoerd niet verstopt. Monteer
alles opnieuw zeer oplettend.
ORIGINELE WISSELSTUKKEN
Voordat dit produkt onze fabriek en ateliers verliet, werd
het grondig getest en afgesteld door bevoegd en
gespecialiseerd personeel zodat we u een toestel met
de best mogelijke werking kunnen afleveren. Elke
herstelling of afstelling die vervolgens nodig zou zijn moet
met de grootste zorg en oplettendheid worden uitgevoerd.
Daarom raden we u aan zich te wenden tot uw Zanussi-
verdeler waar u het toestel kocht of tot het
dichtstbijgelegen Servicecentrum. Hou dan steeds het
type van het toestel en het identificatienummer bij de
hand. De originele wisselstukken, erkend door de
fabrikant en met het onderstaande merk
worden uitsluitend door onze Technische diensten en
Erkende verkooppunten van wisselstukken verkocht.
33
Instructies voor de installateur
De volgende instructies relatief aan de installatie en het
regelen moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel. Het apparaat moet correct en conform met
de normen en de wetten van kracht, worden
geinstalleerd.
Om het even welke tussenkomst moet worden
gedaan bij een uitgeschakeld apparaat.
De constructiefirma wijst elke
verantwoordelijkheid af voor eventuele
schade voortkomend uit een installatie die
niet conform is aan de geldende normen.
Plaats van installatie
Voor een goed functioneren van het apparaat, is het
noodzakelijk dat er in de kamer de nodige lucht voor de
gasverbranding kan toestromen op een natuurlijke wijze.
(De installateur moet de nationale normen van kracht
volgen.)
De toevoer van lucht moet rechtstreeks vanuit openingen
komen die niet van binnen, noch van buiten, verstopt
mogen worden.
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor de
erkende installateur.
De installatie en onderhoud van het toestel moeten
worden uitgevoetd door een bevoegde installateur
overeenkomstig de geltende voorschriften en de regels
van de kunst, met name: NBND 51003.
Voor de toestellen aangesloten op het lichtnet: NBN
normen.
Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor
ongevallen of incidenten veroorzaakt door een defecte of
onbestaande aarding.
Uitlaat van de
verbrandingsstoffen
De gasfornuizen moeten de verbrandingsstoffen uitlaten,
conform aan de nationale normen van kracht.
Oven:
Grill-element 1750 W
Onderelement 1000 W
Bovenelement 800 W
Onder- en boven-element 1800 W
Ovenverlichting 15 W
Cirkulatieventilator 30 W
Aansluitwaarde oven 1845 W
Lichtnetspanning (50 Hz) 230 V
Technische Gegevens
Afmetingen van de apparaten
Hoogte 850 mm
Breedte: 600 mm
Diepte 600 mm
Apparaat klasse 1 en klasse 2 sub-klasse 1
CATEGORIE: II2E+3+
In de fabriek getest apparaat om met het volgend soort
gas te werken: G20/G25 20/25 mbar
34
Plaatsing
Dit is een type X toetsel.
Het werd ontworpen om te plaatsen tussen twee
meubelstukken waarvan de hoogte die van de kookplat
niet overschrijdt (EN 60 335-2-6).
Nivellering
De fornuizen zijn uitgerust met afstelbare pootjes die
zich zowel voorals achteraan de sokkel bevinden.
U kan die pooties regelen (fig. 11) om de hoogte van het
fornuis bij te stellen naar de nevenstaande kasten en
voor een waterpasstelling van de vloeistof in de pannen
op het fornuis.
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de nationaal geldende normen.
Het toestel werd vóór het de fabriek verliet, getest en
afgesteld voor het soort gas dat aangeduid staat op het
identificatieplaatje achteraan op het fornuis, naast de
aansluiting. Vergewis u ervan dat het gebruikte en
voorhanden zijnde gas overeenstemt met het soort gas
op het plaatie.
Aaansluiting met een vaste buis
of een metalen en soepele slang
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting uit te
voeren met vaste buizen (bv. in koper) of met soepele
buizen in inoxstaal zodat het toestel niet beschadigd
raakt.
De aansluiting aan de gasmond voor deze toestellen is
Gc 1/2.
Aaansluiting met soepele, niet-
metalen buis
Wanneer u voor de aansluiting een soepele niet-metalen
buis of slang gebruikt, moet u bij de controel van de
staat van de slang vooral op de volgende punten letten:
- de slang vertoont geen plooien, versmallingen,
brandsporen; zowel aan de beide uiteinden als over
de volledige lengte;
- het materiaal is niet hard geworden en is dus nog
steeds even soepel en buigzaam;
- de verbindings- en sluitingsringen (als er zijn) zijn
niet geroest;
- de geldigheidsdatum (als er een is) niet verstreken
is.
De slang moet als volgt geplaatst worden:
- mag niet onder spanning of gedraaid zijn;
- mag niet in aanraking komen met scherpe
voorwerpen of met scherpe randen;
- het moet makkelijk zijn om de staat van de slang te
controleren.
Indien zich toch één van bovenvermelde dingen voordoet
(of meerdere tegelijk) moet u da slang niet laten
herstellen maar volledig vervangen.
Fig. 12
Fig. 11
FO 0063
FO 0163
Fig. 13
Fig. 14
FO 0392
NEEN
ELEKTRISCHE
KABEL
SOEPELE RUBBEREN
SLANG
JA
SOEPELE RUBBEREN
SLANG
ELEKTRISCHE
KABEL
35
BELANGRIJK: Wanneer de installatie voltooid
is, gaat u de goede vastheid van de
verbindingen na met schuim of zeepwater
maar NOOIT met een vlammetje.
Aanpassing voor verschillende
gassorten
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te
passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de
opeenvolgende handelingen verrichten.
Gasverbinding (fig.13)
LPG: de rubber-houder “C” gebruiken
Aardgas: de verbinding “A” gebruiken
Steeds de pakking “B” invoegen (fig.14). Daarna overgaan
tot de verbinding volgens de gegeven instruktie’s.
(Zie de overeenkostige paragraaf).
Vervanging en regeling van de
sproeiers van de kookplaat
1. Vervanging van de sproeiers:
De roosters wegnemen.
De deksels en de kronen van de branders afnemen.
Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (fig.14) en deze vervangen door diegenen
die geschikt zijn voor het te gebruiken gas (zie tabel
"Algemene eigenschappen").
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Fig. 15
FO 0068
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling
nodig.
2. Minimum regeling branders van de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de
knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen
(fig.15) en dan:
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG gas,
het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
- in geval van transformatie van LPG gas noor aardgas,
het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai losschroeven,
totdat men een kleine regelmatige vlam verkrijgt.
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat door
de knop snel van de maximum naar de minimum positie
te draaien.
Maximale
calorisch
debiet
Minimale
calorisch
debiet
AARDGAS
GAS LPG
Richtpunt
1/100
G20
20
mbar
G25
25
mbar
g/h
Richtpunt
1/100
G 30
G 31
m
3
/h
kW
kW
Normaalbrander
Kleinbrander
1
2
Aardgas
3
Gas LPG : 2,8
0,33
0,45
0,65
70
96
119
0,095
0,190
0,286
0,111
0,221
0,332
50
71
86
72,5
145
203
71,5
143
200
Sterkbrander
BRANDER
ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
36
Elektrische Aaansluiting
Het toestel is geschikt voor een aansluiting op een
spanning van 230 V monofase.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de
geldende normen en schikkingen voorzien in de
wetgeving.
Ga vóór het aansluiten na of:
- de hoofdzekering en de installatie van het huis de
lading van het toestel aankunnen (zie het
identificatieplaatje achteraan)
- de voedingsinstallatie uitgerust is met een
doeltreffende aarding volgens de geldende normen en
schikkingen voorzien in de wetgeving.
- het stopcontact en de bipolaire schakelaar makkelijk
bereikbaar zijn wanneer het fornuis is uitgerust en
verbindt het met een gepaste stekker.
Het toestel moet rechtstreeks op het net wenst
verbonden zijn, moet u tussen het toestel en het net een
bipolaire schakelaar zetten met min. 3 mm opening
tussen de contacten, aangepast aan de lading en
voldoend aan de geldende normen.
De geel/groene aarding mag niet onderbroken worden
door de schakelaar.
De fasedraad - kastanjekleur (komend van de klem “L”
van het fornuisbord) moet altijd verbonden zijn met de
fase van het voedingsnet. De voedingskabel moet altijd
zo geplaatst worden dat hij over de hele lengte nooit een
temperatuur kan bereiken die 50°C hoger is dan de
kamertemperatuur.
Indien u de voedingskabel vervangt, gebruik dan draad
van het type H05RR-F / H05V2V2-F (T90) / H05VV-F
met een sectie aangepast aan de lading. U moet er
bovendien voor zorgen dat de kleine geel/groene aarding
ongeveer 2 cm langer is dan de fase en neutrale draden
(fig. 16).
Na de aansluiting gaat u de opwarming na door de
elementen ongeveer 3 minuten aan te zetten.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijdheid af
indien de preventienormen niet werden
gerespecteerd.
Fig. 16
Fase
FO 0073
Neutraal
Aarde (geel-groen)
37
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing
in geval van professioneel of daarmee gelijk te
stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum
te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van
water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren
of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor
een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd of gezonden naar
onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker
in rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de
gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling
van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid
niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een
toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor
in het buitenland aangeschafte toestellen dient de
gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen
in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Zanussi ZCM6650TX Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor