Documenttranscriptie
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk
van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-08540A
Dutch. 12/2005. Rev. 1.0
SGH-E770
Gebruiksaanwijzing
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Het niet opvolgen van deze richtlijnen
kan tot gevaarlijke situaties leiden en
kan in strijd met de wet zijn.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Uitschakelen in de nabijheid van medische
apparatuur
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt
vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen
externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende
regels of voorschriften.
Storingen
De telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen houden
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.
Speciale voorschriften
Accessoires en batterijen
Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon
uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet
is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon
beschadigen en kan gevaarlijk zijn.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de
telefoon droog blijft.
Stand van de telefoon
• De telefoon kan ontploffen als u de batterij
vervangt door een batterij van een onjuist type.
• Gooi oude batterijen weg volgens de richtlijnen
van de fabrikant.
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen
uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als
de telefoon is ingeschakeld.
Deskundige technische service
Alarmnummer bellen
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 113 voor meer informatie over
veiligheid.
Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets
.
Belangrijke veiligheidsinformatie
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan
gekwalificeerde technici.
1
Over deze handleiding
In deze gebruikershandleiding wordt op een beknopte
manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken.
Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de
telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel
onder de knie te krijgen.
In deze handleiding worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
De volgende informatie heeft betrekking op
de veiligheid of de functies van de telefoon.
Neem deze informatie zorgvuldig door.
U moet op de navigatietoetsen drukken om
naar de betreffende optie te gaan en deze
vervolgens selecteren.
→
]
< >
2
Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ]
Een functietoets, waarvan de functie in het
scherm van de telefoon wordt weergegeven.
Voorbeeld: <Menu>
Camera en camcorder
U kunt de cameramodule op uw
telefoon gebruiken om een foto te
nemen of een video-opname te
maken.
Speciale functies op uw telefoon
•
MP3-speler
U kunt uw telefoon gebruiken als
MP3-speler om MP3-bestanden af te
spelen.
•
Bestanden bekijken
U kunt documenten in diverse
indelingen in de telefoon bekijken
zonder dat deze vervormd worden.
Op de pagina waarnaar wordt verwezen,
vindt u meer informatie.
[
•
Webbrowser
U kunt draadloos verbinding maken
met het internet zodat u de meest
actuele informatie en allerlei
mediacontent kunt ophalen.
•
Afbeeldingen bewerken
U kunt uw foto's bijsnijden, draaien
en een decoratief tintje geven. Ook
kunt u de grootte van uw foto's
wijzigen.
•
•
Bluetooth
Met behulp van de gratis, draadloze
Bluetooth-technologie kunt u
mediabestanden overzetten en
verbinding maken met andere
apparaten.
Foto's afdrukken
U kunt uw foto's afdrukken om uw leukste
momenten voor altijd te bewaren.
•
MMS (Multimedia Message Service)
U kunt MMS-berichten met een combinatie van
tekst, afbeeldingen, video en audio verzenden en
ontvangen.
•
E-mail
U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, video
en audio in bijlagen ontvangen en verzenden.
•
Telefoon aansluiten op televisie
U kunt de foto's die u hebt gemaakt
en de videoclips die u hebt
opgenomen op de televisie bekijken.
•
Java
U kunt geïntegreerde Java™spelletjes spelen en nieuwe
spelletjes downloaden.
•
VibeTonz™
Met de verbeterde trilfunctie kunt u
de telefoon ritmisch laten vibreren.
Speciale functies op uw telefoon
•
3
Inhoud
Uitpakken
6
Overzicht van de onderdelen
De telefoon
6
Toetsen, functies en locaties
Aan de slag
De telefoon installeren en opladen ............................. 7
De telefoon aan- en uitzetten .................................... 8
Toetsen en display ................................................... 9
Toegang tot menufuncties........................................ 12
De telefoon aanpassen ............................................ 13
Zelf bellen en oproepen beantwoorden ...................... 15
16
Aan de slag met de camera, MP3-speler, de webbrowser en
andere speciale functies
De camera gebruiken .............................................. 16
MP3-bestanden afspelen .......................................... 17
4
18
19
20
22
23
25
Tekst ingeven
27
ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand
7
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Andere functies van de telefoon gebruiken
Surfen op internet ..................................................
De telefoonlijst gebruiken ........................................
Berichten verzenden ...............................................
Berichten bekijken ..................................................
Bluetooth gebruiken................................................
Een geheugenkaart gebruiken ..................................
Telefoneren
30
Geavanceerde belfuncties
Menuopties
35
Een overzicht van alle menuopties
Problemen oplossen
111
Hulp bij het oplossen van problemen
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
113
Index
121
Overzicht van de menuopties
Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang tot de menustand.
1 Oproepenlijsten
p. 35
3 Toepassingen
p. 42
5 Berichten
p. 58
9 Instellingen
1
2
3
4
5
6
7
p. 35
p. 36
p. 36
p. 36
p. 36
p. 36
p. 37
1 MP3-speler
2 Spraakrecorder
3 Foto bewerken
4 Java-wereld
5 Wereldklok
6 Alarm
7 Spraakopdrachten
8 Calculator
9 Omrekenen
10 Timer
11 Stopwatch
12 Sleutelbeheer
13 SIM AT*
p. 42
p. 46
p. 47
p. 50
p. 51
p. 51
p. 52
p. 52
p. 53
p. 53
p. 53
p. 54
p. 54
1
2
3
4
5
6
p. 58
p. 61
p. 67
p. 68
p. 68
p. 75
p.
1 Tijd en datum
p.
2 Telefooninstellingen
p.
3 Displayinstellingen
p.
4 Geluidsinstellingen
5 Verlichting
p.
6 Netwerkdiensten
p.
7 Bluetooth
p.
8 Beveiliging
p.
9 Verbindingsinstellingen
p.
10 Instellingen
p.
terugzetten
4 Browser
p. 54
1
2
3
4
5
6
7
p. 55
p. 56
p. 56
p. 57
p. 57
p. 57
p. 58
Laatste oproepen
Gemiste oproepen
Uitgaande oproepen
Ontvangen oproepen
Alles verwijderen
Gespreksduur
Gesprekskosten*
2 Telefoonlijst
p. 37
p.
1 Contactpersonen
2 Nieuwe contactpersoon p.
toevoegen
p.
3 Groep
p.
4 Snelkiezen
p.
5 Mijn visitekaartje
p.
6 Eigen nummer
p.
7 Beheer
p.
8 Servicenummers*
37
38
39
40
41
41
41
42
Startpagina
URL invoeren
Favorieten
Opgeslagen pagina's
Geschiedenis
Cache wissen
Browserinstellingen
Bericht maken
Mijn berichten
Standaardberichten
Alles verwijderen
Instellingen
Geheugenstatus
6 Mijn bestanden
p. 75
1
2
3
4
5
6
7
p. 75
p. 78
p. 80
p. 80
p. 81
p. 83
p. 83
Afbeeldingen
Video's
Muziek
Geluiden
Andere bestanden
Geheugenkaart**
Geheugenstatus
7 Agenda
p. 83
8 Camera
p. 87
p. 96
96
96
97
99
100
101
104
107
108
110
* Deze optie wordt alleen
weergegeven als deze door de
SIM-kaart wordt ondersteund.
** Deze optie wordt alleen
weergegeven als er een
geheugenkaart is geplaatst.
5
Uitpakken
Overzicht van de onderdelen
De telefoon
Toetsen, functies en locaties
Oortelefoon
Flitser
Telefoon
Reisadapter
Cameralens
Display
Cameratoets
Navigatietoetsen
(Omhoog/Omlaag/
Links/Rechts)
Batterij
Gebruikershandleiding
Bij de lokale Samsung-dealer
kunt u diverse accessoires kopen.
De onderdelen die bij de
telefoon worden meegeleverd
en de accessoires die
verkrijgbaar zijn bij de
Samsung-dealer kunnen per
land en per provider
verschillen.
6
Aansluitpunt
headset
Linkerfunctietoets
Nummer kiezen
Volumetoetsen
Alfanumerieke
toetsen
Toetsen voor
speciale functies
Webtoegangs-/
Bevestigingstoets
Rechterfunctietoets
Aan/Uit/
Menu afsluiten
Wistoets
Microfoon
Extern
display
Sleuf voor
geheugenkaart
Besturingstoetsen voor
MP3-speler
Aan de slag
Plaats de batterij.
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Sluit de reisadapter
aan op de telefoon.
Informatie over de SIM-kaart
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens
(PIN-code, beschikbare extra diensten en dergelijke)
opgeslagen.
De telefoon installeren en opladen
Verwijder de batterij.
Als de telefoon al aan
staat, moet u deze eerst
uitschakelen door [
]
ingedrukt te houden.
Plaats de SIM-kaart.
Zorg dat de goudkleurige
contactpunten op de
kaart naar de telefoon
gericht zijn.
Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon
stopcontact.
Haal het netsnoer van de adapter uit het
stopcontact wanneer de telefoon volledig is
opgeladen (het batterijsymbool beweegt niet
meer).
7
Aan de slag
Haal de adapter uit de telefoon.
De telefoon aan- en uitzetten
De telefoon
aanzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
Batterijsymbool
Wanneer de batterij bijna leeg is:
• hoort u een waarschuwingstoon,
• wordt een melding weergegeven dat de batterij
bijna leeg is en
• knippert het batterijsymbool
.
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
8
Zet de telefoon
niet aan op
plaatsen waar
het gebruik van
mobiele
telefoons
verboden is.
3. Geef indien nodig de PIN-code
in en druk op <OK>.
De telefoon
uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd [
] ingedrukt.
Toetsen en display
De functie uitvoeren die op de onderste regel
van het display wordt aangegeven.
In de standby-stand: rechtstreeks uw
favoriete menuopties openen.p. 96
In de menustand: door menuopties
bladeren.
In de standby-stand: de webbrowser
starten.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren of de invoer
bevestigen.
Zelf bellen of oproepen beantwoorden.
In de standby-stand: de meest recente
nummers weergeven die u hebt gebeld of
waarvan u een oproep hebt gemist of
ontvangen.
Tekens in het display of een item in een
toepassing wissen.
Aan de slag
Toetsen
Een oproep beëindigen.
Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit
te zetten.
In de menustand: invoer annuleren en
teruggaan naar de standby-stand.
Cijfers, letters en enkele speciale tekens
ingeven.
In de standby-stand: [1] ingedrukt houden
voor toegang tot uw voicemailserver. Houd
[0] ingedrukt als u een internationale
toegangscode wilt ingeven.
Speciale tekens ingeven.
In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden
om de stille modus in of uit te schakelen.
Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen
nummers in te voeren.
9
Aan de slag
Het volume van de telefoon regelen.
In de standby-stand met de telefoon open:
het toetsvolume aanpassen.
Als u [ ] ingedrukt houdt terwijl de telefoon
gesloten is, hoort u hoe laat het is. Houd [ ]
ingedrukt om het externe display of de flitser
aan te zetten.
Display
Indeling
Tekst en afbeeldingen
hier worden berichten,
instructies en ingevoerde
informatie weergegeven.
In de standby-stand: ingedrukt houden om
de camera aan te zetten.
In de camerastand: een foto nemen of een
video-opname maken.
Ingedrukt houden om de MP3-speler te
starten of sluiten.
Muziek afspelen.
Terug naar het vorige bestand tijdens het
afspelen.
Naar het volgende bestand tijdens het
afspelen.
10
Symbolen
hier worden diverse
symbolen weergegeven.
Menu
Symbolen*
Contacten
Functietoetsindicatoren
hier ziet u de huidige
functie die aan de toets is
toegewezen.
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Buiten bereik van uw
servicegebied; u kunt geen
oproepen verzenden of ontvangen
GPRS-netwerk
Er wordt verbinding gemaakt met
het GPRS-netwerk
Gesynchroniseerd met computer
Verbonden met internet
MP3 wordt afgespeeld
Roamingnetwerk
Afspelen van MP3 gepauzeerd
Nieuw bericht
Geheugenkaart geplaatst
Nieuw e-mailbericht
Alarm ingesteld
Nieuw voicemailbericht
Doorschakelfunctie is
ingeschakeld
Thuisnetwerk, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Kantoornetwerk, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Bluetooth is ingeschakeld
Verbonden met Bluetooth
handsfree carkit of headset
Aan de slag
EDGE-netwerk
Instellingen belsignaal
p. 99
•
•
•
•
: VibeTonz en melodie
Geen: Melodie
: VibeTonz
: VibeTonz gevolgd door
melodie
Stille modus (Trillen)
Stille modus (Dempen)
Microfoon tijdens een gesprek
uitgeschakeld
Batterijsterkte
* Welke symbolen op het display worden weergegeven, is
afhankelijk van het land en de provider.
11
Aan de slag
Toegang tot menufuncties
De
De functie van de functietoetsen
functietoetsen hangt af van de context waarin
deze worden gebruikt. Onder in het
gebruiken
display ziet u welke functie de
toets op dat moment vervult.
Kies
Een optie
selecteren
1. Druk op de betreffende
functietoets.
2. Druk op de navigatietoetsen om
naar de vorige of volgende optie
te gaan.
3. Druk op <Kies> of [ ] om de
weergegeven functie of de
gemarkeerde optie te bevestigen.
Terug
4. Als u wilt afsluiten, kiest u een
van de volgende methoden.
• Druk op <Terug> om één
niveau omhoog te gaan.
• Druk op [ ] om terug te
keren naar de standby-stand.
Druk op de
linkerfunctietoets
om de
gemarkeerde optie
te selecteren.
12
Druk op de
rechterfunctietoets
om terug te keren
naar het vorige
menuniveau.
Sneltoetsen
gebruiken
Druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de gewenste optie.
De telefoon aanpassen
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Telefooninstellingen →
Taal.
2. Selecteer een taal.
Belmelodie
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Geluidsinstellingen →
Inkomende oproep →
Beltoon.
U kunt op elk display een
achtergrond voor de standby-stand
instellen.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Displayinstellingen →
Achtergrond → Hoofddisplay
of Extern display.
Aan de slag
Displaytaal
Achtergrond
standby-stand
2. Selecteer een afbeeldings- of
videocategorie.
3. Selecteer een afbeelding of
video.
2. Selecteer een beltooncategorie.
4. Druk op <Kies>.
3. Selecteer een beltoon.
5. Druk op <Opslaan>.
4. Druk op <Opslaan>.
13
Aan de slag
Kleurpatroon
menu’s
U kunt de kleur van de
displayonderdelen zoals de titelbalk
en de markeringsbalk aanpassen.
Stille modus
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Displayinstellingen →
Kleurpatroon.
2. Selecteer een kleurpatroon.
Sneltoetsen
voor menu's
U kunt de navigatietoetsen
instellen als sneltoetsen om uw
favoriete menu's te openen.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Telefooninstellingen →
Sneltoetsen.
2. Selecteer een toets.
3. Selecteer het menu dat u aan
de toets wilt toewijzen.
14
U kunt de telefoon in de stille
modus zetten zodat u anderen niet
stoort met de geluiden van uw
telefoon.
Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt.
Telefoon
vergrendelen
U kunt de telefoon met een
wachtwoord beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Bij het
aanzetten van de telefoon wordt u
dan om het wachtwoord gevraagd.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Beveiliging → Wachtwoord
wijzigen.
2. Geef het standaardwachtwoord
00000000 in en druk op
<OK>.
Een oproep
beantwoorden
1. Druk op [ ] wanneer de
telefoon overgaat.
Het volume
aanpassen
tijdens een
gesprek
Druk op [ / ].
4. Geef het nieuwe wachtwoord
nogmaals in en druk op <OK>.
5. Selecteer Telefoon
vergrendelen.
6. Selecteer Inschakelen.
7. Geef het wachtwoord in en druk
op <OK>.
2. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
Aan de slag
3. Geef een nieuw wachtwoord
van vier tot acht cijfers in en
druk op <OK>.
Zelf bellen en oproepen beantwoorden
Een oproep tot 1. Geef in de standby-stand het
netnummer en
stand brengen
abonneenummer in.
2. Druk op [
].
3. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
15
Andere functies van de telefoon
gebruiken
Aan de slag met de camera, MP3-speler, de webbrowser
en andere speciale functies
De camera gebruiken
Een foto
nemen
1. Open de telefoon.
2. Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
3. Richt de camera op het
onderwerp dat u wilt
fotograferen.
4. Druk op [ ] om de foto te
nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op <Voorbeeld> om nog
een foto te nemen.
16
Een foto
bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Mijn
bestanden → Afbeeldingen →
Foto's.
2. Selecteer de gewenste foto.
1. Houd in de standby-stand [ ]
Een videoingedrukt om de camera aan te
opname maken
zetten.
2. Druk op [1] om over te
schakelen naar de videostand.
3. Druk op [
starten.
] om de opname te
4. Druk op [ ] of < > om de
opname te stoppen. De
video-opname wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op <Voorbeeld> als u
nog een video-opname wilt
maken.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Mijn
bestanden → Video's →
Videoclips.
•
•
2. Selecteer de gewenste videoopname.
MP3-bestanden afspelen
MP3-bestanden U kunt de volgende methoden
gebruiken:
naar de
• Downloaden van het internet
telefoon
p. 54
kopiëren
•
Downloaden van een computer
met behulp van het programma
Samsung PC Studio
Gebruiksaanwijzing
Samsung PC Studio
Een playlist
maken
Ontvangen via Bluetooth
p. 107
Bestanden naar een
geheugenkaart kopiëren en de
kaart in de telefoon plaatsen.
p. 25
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies
Toepassingen → MP3-speler.
2. Druk op <Opties> en kies
Muziek toevoegen van →
Telefoon of Geheugenkaart.
3. Druk op [ ] om de gewenste
bestanden toe te voegen en
druk vervolgens op <Kies>.
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een videoopname
afspelen
4. Druk op <Terug> om terug te
gaan naar het scherm MP3speler.
17
Andere functies van de telefoon gebruiken
MP3-bestanden 1. Druk in het scherm MP3-speler
op [ ].
afspelen
2. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
•
: hiermee onderbreekt/
hervat u het afspelen.
• Links: hiermee gaat u terug
naar het vorige bestand.
• Rechts: hiermee gaat u naar
het volgende bestand.
• Omhoog: hiermee opent u
de playlist.
•
/ : hiermee past u het
volume aan.
• Omlaag: hiermee stopt u
het afspelen.
18
Surfen op internet
Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos
surfen op het internet en kunt u een groot aantal
verschillende actuele diensten en informatie opvragen
en materiaal van websites downloaden.
De browser
starten
Druk in de standby-stand op [
].
Navigeren op
internet
•
Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de browseritems te
bladeren.
•
Druk op [ ] om een item te
selecteren.
•
Druk op <Terug> om terug te
gaan naar de vorige pagina.
Als u naar de volgende pagina
wilt gaan, drukt u op <Opties>
en kiest u Ga → Vooruit.
•
Druk op <Opties> om de
browseropties weer te geven.
De telefoonlijst gebruiken
Een vermelding In het telefoongeheugen:
toevoegen
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<Opties>.
2. Kies Contactpersoon opslaan
→ Telefoon → een type
nummer.
3. Geef de gegevens voor de
contactpersoon in: Voornaam,
Achternaam, Mobiele telefoon,
Thuis, Kantoor, Fax, Overig,
E-mail, Beller-id, Beltoon,
Groep en Notitie.
4. Druk op <Opslaan> om de
vermelding op te slaan.
Op de SIM-kaart:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<Opties>.
2. Kies Contactpersoon opslaan
→ SIM.
Andere functies van de telefoon gebruiken
•
3. Geef een naam in.
4. Druk op <Opslaan> om de
vermelding op te slaan.
19
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een vermelding 1. Druk in de standby-stand op
<Contacten>.
zoeken
2. Selecteer een contactpersoon.
3. Blader naar een nummer en
druk op [ ] om te bellen of op
[ ] om de gegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
Een
visitekaartje
maken en
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Telefoonlijst
→ Mijn visitekaartje.
2. Geef gegevens voor uzelf in.
3. Druk op <Opslaan> om het
visitekaartje op te slaan.
4. Als u het visitekaartje wilt
verzenden, drukt u op
<Opties> en kiest u
Verzenden via → een
verzendmethode.
20
Berichten verzenden
Een SMSbericht
(tekstbericht)
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken → SMSbericht.
2. Geef de berichttekst in.
3. Druk op <Opties> en selecteer
Opslaan en verzenden of
Alleen verzenden.
4. Geef de bestemmingsnummers
in.
5. Druk op [ ] om het bericht te
verzenden.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken → MMSbericht.
7. Geef de tekst van het bericht in
en druk op [ ].
2. Selecteer Onderwerp.
9. Geef bestemmingsnummers of
-adressen in.
8. Druk op <Opties> en kies
Verzenden.
3. Geef het onderwerp van het
bericht in en druk op [ ].
10. Druk op [ ] om het bericht te
verzenden.
4. Selecteer Afbeelding en video
of Geluid.
5. Als u Afbeelding en video
hebt gekozen, selecteert u
Afbeelding toevoegen of
Video toevoegen en voegt u
een afbeelding of een videoclip
toe.
Voor Geluid kiest u Geluid
toevoegen en voegt u een
geluidsfragment toe.
6. Selecteer Bericht.
Een
e-mailbericht
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken → E-mail.
2. Selecteer Onderwerp.
3. Geef het onderwerp van het emailbericht in en druk op [ ].
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een MMSbericht
verzenden
(multimediabericht)
4. Selecteer Bericht.
5. Geef de tekst van het emailbericht in en druk op [
].
21
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een
e-mailbericht
verzenden
(vervolg)
6. Selecteer Bijlage toevoegen.
Vanuit Postvak IN:
7. Voeg afbeeldingen, videoclips,
geluidsfragmenten, muziek- of
documentbestanden toe.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ Postvak IN.
8. Druk op <Opties> en kies
Verzenden.
2. Selecteer een SMS-bericht
(
).
9. Geef e-mailadressen in.
10. Druk op [ ] om het
e-mailbericht te verzenden.
Berichten bekijken
Een SMSbericht
bekijken
22
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <Tonen>.
2. Selecteer het bericht in Postvak
IN.
Een MMSbericht
(multimediabericht)
bekijken
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <Tonen>.
2. Druk op <Opties> en selecteer
Ophalen.
3. Selecteer het bericht in Postvak
IN.
Vanuit Postvak IN:
Een
e-mailbericht
bekijken
5. Als u een berichtkop hebt
geselecteerd, drukt u op
<Opties> en kiest u Ophalen.
2. Selecteer een MMS-bericht
(
).
Bluetooth gebruiken
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ E-mail Postvak IN.
De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie
waardoor u de telefoon draadloos met andere
Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen
gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor
handsfree bellen en de telefoon op afstand bedienen.
2. Selecteer een account.
3. Druk op <Ja> om nieuwe
e-mailberichten of
berichtkoppen te downloaden.
Bluetooth
activeren
Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen →
Bluetooth → Activering → Aan.
Andere functies van de telefoon gebruiken
4. Selecteer een e-mailbericht of
een berichtkop.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ Postvak IN.
23
Andere functies van de telefoon gebruiken
1. Druk in de standby-stand op
Zoeken naar
<Menu> en kies Instellingen
een Bluetooth→ Bluetooth → Mijn
apparaat en dit
apparaten → Zoeken naar
koppelen
nieuwe apparaten.
Gegevens
verzenden
2. Blader naar een item.
3. Druk op <Opties> en kies
Verzenden via → Bluetooth.
2. Selecteer een apparaat.
3. Geef een Bluetooth-PIN-code in
of de Bluetooth-PIN-code van
het andere apparaat, indien van
toepassing, en druk op <OK>.
Wanneer de eigenaar van het
andere apparaat dezelfde code
intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
1. Open een toepassing:
Telefoonlijst, Mijn
bestanden of Agenda.
4. Selecteer een apparaat.
5. Toets, indien nodig, de
Bluetooth-PIN-code in en druk
op <OK>.
Gegevens
ontvangen
Als u gegevens wilt ontvangen via
Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon ingeschakeld
zijn.
Druk, indien nodig, op <Ja> om de
ontvangst te bevestigen.
24
Een geheugenkaart gebruiken
• Door regelmatig wissen van en
Belangrijke
schrijven naar een
informatie
geheugenkaart verkort u de
over de
levensduur van de kaart.
geheugenkaart
• Verwijder een geheugenkaart
niet uit de telefoon of schakel de
telefoon niet uit terwijl de
gegevens erop worden gebruikt
of overgebracht. Hierdoor
kunnen gegevens verloren gaan
en/of kan de kaart of de telefoon
beschadigd raken.
• Stel geheugenkaarten niet bloot
aan schokken.
• Raak de aansluitpunten van een
geheugenkaart niet aan met uw
vingers of met metalen
voorwerpen. Veeg
geheugenkaarten schoon met
een zachte doek.
• Houd geheugenkaarten buiten
het bereik van kleine kinderen
en huisdieren.
• Stel geheugenkaarten niet bloot
aan elektrostatische ontlading
en/of elektrische storingen.
1. Schuif de geheugenkaart in de
Een
sleuf voor de geheugenkaart,
geheugenkaart
met de kant met het etiket naar
plaatsen
beneden.
Andere functies van de telefoon gebruiken
Met een optionele microSD-geheugenkaart kunt u de
geheugencapaciteit van de telefoon vergroten.
2. Druk de kaart naar beneden
met uw duim totdat deze
vastklikt.
25
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een
kaartadapter
gebruiken
Als u een kaartadapter en een
USB-kaartlezer/-schrijver gebruikt,
kunt u de kaart op een pc inlezen.
1. Plaats een geheugenkaart in
een kaartadapter en plaats
vervolgens de adapter in een
kaartlezer/schrijver.
2. Steek de USB-connector van de
kaartlezer/-schrijver in de
USB-poort op de pc.
3. Blader naar de betreffende
geheugenkaart en kopieer
gegevens van en naar de kaart.
Als een bestandsnaam langer is
dan 32 tekens, wordt het bestand
niet weergegeven in de telefoon.
26
Tekst ingeven
ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand
Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst
of de agenda kunt u tekst ingeven met de ABC-, T9-,
Cijfer- of Symboolstand.
De ABC-stand gebruiken
Druk op de betreffende toets totdat het gewenste
teken op het display wordt weergegeven.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletter
Kleine letter
De tekstinvoerstand wijzigen
•
•
•
Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de
T9-stand (
) en de ABC-stand (
).
Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een
invoerstand weer te geven voor de taal van uw
land.
Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters of om naar de
cijferstand te schakelen (
).
Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te
schakelen.
Spatie
(Een SMS-bericht opstellen in de GSM-alfabetcodering)
27
Tekst ingeven
Tips bij het gebruik van de ABC-stand
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een teken
in te voeren.
Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om
in de T9-stand het woord Hallo in te voeren.
T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het
woord steeds als u op een toets drukt, kan
veranderen.
2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of
verwijdert.
3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt
weergegeven. Druk op [0] om alternatieve
woorden voor de ingedrukte toetsen weer te
geven.
Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [6] en [3]
gebruikt.
4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het
volgende woord in te voeren.
Een woord ingeven in de T9-stand
Tips bij het gebruik van de T9-stand
1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het
ingeven van een woord. Druk voor elke letter de
toets één keer in.
•
•
•
•
•
Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter
op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de
cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u
op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in.
Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
Druk op [C] om tekens één voor één te wissen.
Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken.
De T9-stand gebruiken
28
•
Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof
in te voeren.
Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
•
Een nieuw woord toevoegen aan het
woordenboek van T9
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle
talen.
1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen.
2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te
geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt.
Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn,
wordt onder in het display Toevoegen
weergegeven.
3. Druk op <Toevoegen>.
4. Geef het gewenste woord in met de ABC-stand en
druk op <OK>.
De cijferstand gebruiken
In de cijferstand kunt u cijfers ingeven.
Druk op de desbetreffende cijfertoetsen.
De symboolstand gebruiken
In de symboolstand kunt u symbolen en speciale
tekens invoegen.
Gewenste actie
Werkwijze
Meer symbolen weergeven
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een symbool selecteren
Druk op de
desbetreffende
cijfertoets.
De ingevoerde symbolen
wissen
Druk op [C].
De symbolen invoegen
Druk op <OK>.
Tekst ingeven
•
Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
Druk op [C] om tekens één voor één te wissen.
Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken.
29
Telefoneren
Geavanceerde belfuncties
Een nummer bellen
1. Geef in de standby-stand het netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
• Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd
[C] ingedrukt om alle tekens in het display te
wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een
onjuist cijfer te wijzigen.
• Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen
tussen nummers.
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken
+ verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk op
[ ].
30
Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met
recente nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer en druk op
[ ].
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst,
kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te
selecteren.p. 37
U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om
uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan
bepaalde cijfertoetsen.p. 40
U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart
door het nummer van de locatie in te toetsen dat u
tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen.
1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en
druk op [ ].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers
te bladeren.
3. Druk op <Kies nr.> of op [
nummer te bellen.
] om het gewenste
•
•
U kunt een nummer dat in de telefoonlijst is
opgeslagen, bellen door de bijbehorende naam in de
microfoon te zeggen.
•
Een gesprek beëindigen
Sluit de telefoon of druk op [
].
Een oproep beantwoorden
Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt de afbeelding voor een inkomende oproep
weergegeven.
Druk op <Opnemen> of [
nemen.
] om de oproep aan te
Tips bij het aannemen van een gesprek
•
Wanneer de optie Met elke toets antwoorden is
ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken,
behalve op <Weigeren> en [ ].p. 97
Telefoneren
Spraakoproepen
Wanneer Klepje actief is ingeschakeld, hoeft u de
telefoon alleen maar te openen.p. 97
Druk op <Weigeren> of op [ ] om een oproep
te weigeren.
Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren
of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de
instelling van de Volumetoets.p. 97
Gemiste oproepen bekijken
Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm
hoeveel dit er zijn.
1. Druk op <Tonen>.
2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen.
3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen.
De headset gebruiken
Gebruik de headset om gesprekken te voeren of om
de spraakoproepfunctie te gebruiken zonder de
telefoon vast te houden.
31
Telefoneren
Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de
linkerkant van de telefoon. De knop op de headset
werkt als volgt:
Gewenste actie
Werkwijze
Het laatst gebelde
nummer herhalen
Druk de knop tweemaal in.
Oproep beantwoorden
Druk op de knop.
Gesprek beëindigen
Druk op de knop.
Een spraakoproep
starten
Houd de knop ingedrukt.
Beschikbare opties tijdens een
gesprek
Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies
gebruiken.
32
Het volume regelen tijdens een gesprek
Gebruik de volumetoets [ / ] om het volume van de
oortelefoon tijdens een gesprek te regelen.
Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om
het te verlagen.
Een gesprek in de wacht zetten en er uit
halen
Druk op <In wacht> of <Ophalen> om een oproep
in de wacht te zetten of uit de wacht te halen.
Twee gesprekken voeren
U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit
door het netwerk wordt ondersteund.
1. Druk op <In wacht> om de oproep in de wacht te
zetten.
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
3. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u
al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt
ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt
ingeschakeld.p. 102
1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te
nemen. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
3. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat
te beëindigen.
4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
De tweede luidspreker gebruiken
U kunt de extra luidspreker gebruiken om op een korte
afstand van de telefoon telefoongesprekken te voeren.
Druk op [ ] en vervolgens op <Ja> om de tweede
luidspreker te activeren. Druk nogmaals op [ ] om
weer over te schakelen naar de normale luidspreker.
Telefoneren
4. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat
te beëindigen.
5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
Opties tijdens een gesprek
Druk op <Opties> om de volgende opties tijdens een
gesprek weer te geven:
• Luidspreker aan/Normaal: hiermee schakelt u
de luidspreker in of schakelt u terug naar de
normale stand.
• Overschakelen naar headset/Overschakelen
naar telefoon: hiermee zet u de oproep over naar
een Bluetooth-headset of handsfree carkit of terug
naar de telefoon.
• Menu: hiermee kunt u de menuopties van de
telefoon weergeven.
33
Telefoneren
•
•
Microfoon aan/Microfoon uit: hiermee kunt u de
microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw
gesprekspartner u niet kan horen, en vervolgens
weer inschakelen.
Toetstonen uit/Toetstonen aan: hiermee
schakelt u de toetstonen in of uit.
•
•
Als u wilt kunnen communiceren met
antwoordapparaten of telefooncentrales moet u
de optie Toetstonen aan selecteren.
•
•
•
34
DTMF verzenden: hiermee kunt u de DTMF-tonen
(Dual tone multi-frequency) als groep verzenden.
DTMF-tonen zijn de tonen die op telefoons worden
gebruikt voor toonkiezen. U hoort deze tonen
wanneer u op de cijfertoetsen drukt. Deze optie is
handig bij het ingeven van een wachtwoord of
rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd
systeem belt, bijvoorbeeld van een bank.
Telefoonlijst: hiermee opent u de lijst met
contactpersonen.
Oproep in wacht beëindigen: hiermee beëindigt
u het gesprek dat in de wacht staat.
•
Doorverbinden: hiermee verbindt u het huidige
gesprek door naar een gesprekspartner die in de
wacht staat. Met deze optie kunnen de twee bellers
met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met
het gesprek verbroken.
Deelnemen: hiermee kunt u een multipartygesprek tot stand brengen door een beller in de
wacht toe te voegen aan het huidige gesprek. Er
kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een
multiparty-gesprek.
Selecteer één: hiermee selecteert u één van de
deelnemers aan het multiparty-gesprek. U kunt
dan gebruik maken van de volgende opties:
Privé: hiermee kunt u een privé-gesprek voeren
met een van de deelnemers van het multipartygesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon
met elkaar blijven praten. Wanneer het privégesprek beëindigd is, kunt u Deelnemen kiezen
om terug te keren naar het multiparty-gesprek.
Verwijderen: hiermee beëindigt u de verbinding
met een van de deelnemers van het multipartygesprek.
Gegevens van een oproep bekijken
Menuopties
Een overzicht van alle menuopties
Oproepenlijsten
(menu 1)
U kunt dit menu gebruiken om te zien welke nummers
u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of
gemist, en wat de duur van gesprekken is. U kunt ook
de kosten van uw oproepen bekijken, als deze functie
door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Oproepenlijsten om dit menu te openen.
Laatste oproepen (menu 1.1)
In dit menu worden de meest recente oproepen
(gekozen nummers, ontvangen en gemiste oproepen)
weergegeven.
1. Druk op [Links] of [Rechts] om naar een ander
type oproep te gaan.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst
met oproepen te bladeren.
3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te
bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen.
Opties voor oproepgegevens
Wanneer u de details van een oproep bekijkt, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Bellen: hiermee kunt u het nummer eventueel
wijzigen en bellen.
• Contactpersoon opslaan: hiermee kunt u het
nummer in de telefoonlijst opslaan.
• Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS- of
MMS-bericht verzenden naar het geselecteerde
nummer.
• Verwijderen: hiermee kunt u de geselecteerde
oproepgegevens of alle oproepgegevens
verwijderen.
35
Menuopties
Gemiste oproepen (menu 1.2)
Gespreksduur (menu 1.6)
In dit menu worden de meest recente gemiste
oproepen weergegeven.
In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en
inkomende gesprekken weergegeven. De werkelijke
duur op de rekening van uw provider kan iets
afwijken.
• Duur laatste oproep: hiermee kunt u de duur
van het laatste gesprek bekijken.
• Totaal uitgaande oproepen: hiermee kunt u de
totale duur van alle uitgaande gesprekken
bekijken.
• Totaal ontvangen oproepen: hiermee kunt u de
totale duur van alle inkomende oproepen bekijken.
Uitgaande oproepen (menu 1.3)
In dit menu worden de meest recent gekozen
nummers weergegeven.
Ontvangen oproepen (menu 1.4)
In dit menu worden de meest recent ontvangen
oproepen weergegeven.
Alles verwijderen (menu 1.5)
Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen
oproepen wissen.
1. Druk op [ ] om de typen oproepen te selecteren
die u wilt wissen.
2. Druk op <Wissen>.
3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen.
36
Druk op <Opn inst.> om de gesprekstellers op nul te
zetten. U moet het wachtwoord voor de telefoon
ingeven.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.
p. 108
Gesprekskosten (menu 1.7)
•
Prijs/eenheid: hiermee kunt u de prijs per
eenheid instellen die wordt toegepast bij de
berekening van de gesprekskosten.
Telefoonlijst
(menu 2)
Telefoonlijst (menu 2)
U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in
fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de
praktijk één geheel: de Telefoonlijst.
Menuopties
Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten
weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is
niet geschikt voor factureerdoeleinden.
• Kosten laatste oproep: hiermee kunt u de
kosten van het laatste gesprek bekijken.
• Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten
van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten
hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn
ingesteld bij Max. kosten instellen, moet u de
teller terugzetten op nul voordat u een nieuw
nummer kunt bellen.
• Max. kosten: hier kunt u de maximumkosten
controleren die zijn ingesteld bij Max. kosten
instellen.
• Tellers op nul: hiermee kunt u de kostentellers
terugzetten op nul.
• Max. kosten instellen: hiermee kunt u de
maximaal toegestane kosten instellen voor uw
gesprekken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Telefoonlijst.
Contactpersonen (menu 2.1)
In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
opzoeken.
Een vermelding opzoeken
1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt.
2. Selecteer de naam in de lijst.
37
Menuopties
3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te
bellen of op [ ] om de detailgegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
Opties voor de telefoonlijst
Wanneer u de gegevens van een contactpersoon
bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon wijzigen.
• Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS- of
MMS-bericht naar het geselecteerde nummer of
een e-mailbericht aan het geselecteerde adres
verzenden.
• Kopiëren naar: hiermee kunt u de
contactpersoon naar het telefoongeheugen of de
SIM-kaart kopiëren.
• Verzenden via: hiermee verzendt u de
contactgegevens via SMS, MMS, e-mail of
Bluetooth.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde contactpersoon.
38
Nieuwe contactpersoon toevoegen (menu 2.2)
In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de
telefoonlijst toevoegen.
Een nummer opslaan in het telefoongeheugen
1. Selecteer Telefoon.
2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de
contactpersoon in.
• Voornaam/Achternaam: hier kunt u een
naam ingeven.
• Mobiele telefoon/Thuis/Kantoor/Fax/
Overig: hier kunt u een nummer(s) toevoegen
in de gewenste categorie.
• E-mail: hier kunt u een e-mailadres ingeven.
• Beller-id: hiermee kunt u een foto of videoclip
toewijzen, die wordt weergegeven als u een
oproep van die persoon ontvangt.
• Beltoon: hiermee wijst u een beltoon toe aan
het nummer, die u hoort als u een oproep van
die persoon ontvangt.
•
1. Selecteer SIM.
2. Geef de gegevens van de contactpersoon in.
• Naam: hier kunt u een naam ingeven.
• Telefoonnummer: hier kunt u een nummer
toevoegen.
• Locatie: hiermee wijst u een locatienummer
toe.
U kunt alleen een foto, videoclip, beltoon of
groep toewijzen als de contactpersoon is
opgeslagen in het telefoongeheugen.
Met dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen
indelen.
Een nieuwe belgroep maken
1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen.
2. Geef een naam in voor de groep.
3. Selecteer de regel Beller-id en stel een afbeelding
of video in.
4. Selecteer de regel Beltoon en stel een melodie in.
5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan.
Telefoonlijst (menu 2)
Een nummer opslaan op de SIM-kaart
Groep (menu 2.3)
Menuopties
Groep: hiermee kunt u de contactpersoon
toewijzen aan een belgroep.
• Notitie: hier kunt u een notitie over de
persoon toevoegen.
3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te
slaan.
Leden toevoegen aan een belgroep
1. Selecteer een groep.
2. Druk op <Toevoegen>.
3. Druk op [ ] om de contactpersonen te selecteren
die moeten worden toegevoegd.
4. Druk op <Kies>.
3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te
slaan.
39
Menuopties
Belgroepen beheren
Nummers voor snelkiezen toewijzen
Wanneer u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Tonen: hiermee kunt u de leden van de
geselecteerde groep weergeven.
• Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe groep
toevoegen.
• Wijzigen: hiermee wijzigt u de eigenschappen
van de groep.
• Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS-,
MMS- of e-mailbericht naar de gewenste
groepsleden verzenden.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde groep of alle groepen. Groepsleden
worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst.
1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is
gereserveerd voor de voicemailserver.
2. Selecteer een contactpersoon in de lijst met
contactpersonen.
3. Selecteer een nummer als er meerdere nummers
voor de contactpersoon bestaan.
Snelkiezen (menu 2.4)
In dit menu kunt u de toetsen 2 tot en met 9 toewijzen
aan 8 van de nummers die u het meest belt, zodat u
deze snel kunt kiezen.
40
Nummers voor snelkiezen beheren
Druk in het scherm Snelkiezen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Toevoegen: hiermee kunt u een nummer aan een
nog niet toegewezen toets toewijzen.
• Tonen: hiermee kunt u de naam en het nummer
bekijken die aan een toets zijn toegewezen.
• Wijzigen: hiermee kunt u een ander nummer aan
een toets toewijzen.
• Verwijderen: hiermee wist u de
snelkiesinstellingen voor een toets.
•
Houd in de standby-stand de desbetreffende toets
ingedrukt.
•
Mijn visitekaartje (menu 2.5)
Visitekaartje opslaan
De procedure voor het maken van een visitekaartje is
identiek aan die voor het opslaan van een
telefoonnummer in het telefoongeheugen.p. 38
Opties voor visitekaartjes
Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u het visitekaartje
wijzigen.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het
visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Eigen nummer (menu 2.6)
Met deze functie kunt u zien wat uw eigen
telefoonnummers zijn en kunt u een naam ingeven
aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier
aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke
abonneenummers op uw SIM-kaart.
Telefoonlijst (menu 2)
In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar
anderen verzenden.
Visitekaartjes uitwisselen: hiermee kunt u via
Bluetooth visitekaartjes met iemand uitwisselen.
Verwijderen: hiermee kunt u het visitekaartje
verwijderen.
Menuopties
Snelkiesnummers bellen
Beheer (menu 2.7)
In dit menu kunt u de vermeldingen in de telefoonlijst
beheren.
• Opslaglocatie: hiermee kunt u een
standaardgeheugenlocatie selecteren waarin
contactpersonen moeten worden opgeslagen.
Wanneer u Altijd vragen selecteert, wordt u
gevraagd een geheugenlocatie te selecteren
telkens wanneer u een nummer opslaat.
41
Menuopties
•
•
•
Alles kopiëren naar: hiermee kunt u alle
contactpersonen die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren,
of omgekeerd.
Alles verwijderen: hiermee kunt u alle
contactpersonen in het telefoongeheugen, op de
SIM-kaart, of beide wissen.
Geheugenstatus: hiermee kunt u controleren
hoeveel contactpersonen u hebt opgeslagen in het
telefoongeheugen en op de SIM-kaart.
Servicenummers (menu 2.8)
In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers (Service
Dialling Numbers) bekijken die door de provider zijn
toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de
nummers voor inlichtingen en het voicemailnummer.
Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze
functie ondersteunt.
1. Blader naar het gewenste nummer en druk op
<Tonen>.
2. Druk op <Kies nr.> of [ ].
42
Toepassingen
(menu 3)
U kunt dit menu gebruiken om Java-spelletjes te
spelen, muziekbestanden af te spelen en foto's te
bewerken. Daarnaast bevat dit menu niet alleen
handige functies zoals spraakherkenning,
spraakrecorder en een omrekenfunctie, maar ook nog
een wekker, calculator en een stopwatch.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Toepassingen.
MP3-speler (menu 3.1)
Gebruik dit menu om naar muziek te luisteren. Eerst
moet u muziekbestanden opslaan in het
telefoongeheugen of op een geheugenkaart. Vanuit
het telefoongeheugen kunt u MP3-, AAC- en M4Abestanden afspelen. Vanaf de geheugenkaart kunt u
alleen MP3-bestanden afspelen.
Om te genieten van muziek van hoge kwaliteit, kunt u
een optionele Bluetooth-stereoheadset gebruiken.
Normale hoofdtelefoons zijn niet geschikt voor de
MP3-speler.
1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en
kies Afspelen.
2. Selecteer Telefoon als u de luidspreker wilt
gebruiken.
Selecteer A/V headset als u een Bluetoothheadset wilt gebruiken en deze wilt koppelen.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toets
1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en
kies Muziek toevoegen van → Telefoon of
Geheugenkaart.
2. Druk op [ ] om de gewenste bestanden toe te
voegen en druk vervolgens op <Kies>.
3. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het
scherm MP3-speler.
Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
De gedownloade of ontvangen bestanden worden
opgeslagen in de map Muziek.p. 80
Een playlist samenstellen
Toepassingen (menu 3)
Muziekbestanden afspelen
U kunt de volgende methoden gebruiken om
muziekbestanden in het telefoongeheugen op te
slaan:
• Downloaden van het internetp. 54
• Downloaden van een computer met behulp van het
programma Samsung PC Studio
Gebruikershandleiding Samsung PC Studio
• Via een actieve Bluetooth-verbindingp. 107
• Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren en de
kaart in de telefoon plaatsen.p. 25
Menuopties
Muziekbestanden downloaden of ontvangen
Links
Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand.
Rechts
Hiermee gaat u naar het volgende
bestand.
Omhoog
Hiermee opent u de playlist.
Omlaag
Hiermee stopt u het afspelen.
43
Menuopties
Toets
/
Functie
Hiermee regelt u het volume.
1
Hiermee schakelt u het 3D-geluid in of
uit.
2
Hiermee wijzigt u de animatie die wordt
weergegeven tijdens het afspelen.
3
Hiermee wijzigt u de herhaalstand.
4
Hiermee wijzigt u de equalizerstand.
5
Hiermee wijzigt u het Kleurpatroon.
6
Hiermee schakelt u de shufflestand in of
uit.
Opties voor de MP3-speler
Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Afspelen/Pauzeren: hiermee kunt u het afspelen
starten of onderbreken.
44
•
•
•
•
•
•
•
•
Overbrengen naar telefoon: hiermee kunt u het
geluid uit de luidspreker van de telefoon laten
komen.
Openen: hiermee opent u de playlist van het
huidige album of de lijst met muziekalbums. Aan
de lijst met albums kunt u meerdere albums
toevoegen.
Ga naar Muziek: hiermee gaat u naar de map
Muziek.
Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via e-mail of Bluetooth.
Instellen als: hiermee kunt u het bestand
instellen als beltoon of als melodie voor een
vermelding in de telefoonlijst.
Sleutel activeren: hiermee kunt u een
licentiesleutel ophalen als de sleutel voor de
geselecteerde DRM-bestanden niet meer geldig is.
Uit playlist verwijderen: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand uit de playlist verwijderen.
Instellingen: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het afspelen van
muziekbestanden wijzigen.
•
Sleutelbeheer: hiermee kunt u de verworven
sleutels beheren.
De playlist openen
Druk in het scherm MP3-speler op [Omhoog].
Toepassingen (menu 3)
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Afspelen: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand afspelen.
• Muziek toevoegen van: hiermee kunt u
bestanden toevoegen aan de playlist.
• Ga naar albumlijst: hiermee opent u de lijst met
albums.
• Verplaatsen naar: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand naar een ander album
verplaatsen.
• Kopiëren naar: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand naar een ander album kopiëren.
• Verplaatsen in playlist: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand verplaatsen naar de
gewenste positie in de playlist.
Menuopties
•
Herhaalmodus: hiermee kunt u een
herhaalmodus selecteren.
Shuffle: hiermee laat u de MP3-speler de
muziekbestanden in willekeurige volgorde
afspelen.
MP3 heeft voorrang boven andere geluiden:
hiermee kunt u instellen dat de MP3-speler
doorgaat met het afspelen van muziekbestanden,
ook al hebt u de toepassing verlaten.
Equalizer: hiermee selecteert u een
equalizerinstelling.
3D-geluid: hiermee schakelt u het 3D-geluid in of
uit.
Animatie: hiermee wijzigt u de animatie die wordt
weergegeven tijdens het afspelen.
Kleurpatroon: hiermee selecteert u een andere
weergave.
Volume: hiermee kunt u een volumeniveau
selecteren.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
45
Menuopties
•
•
•
•
Sleutel activeren: hiermee kunt u een
licentiesleutel ophalen als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Verwijderen: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand of alle bestanden uit de playlist
verwijderen.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Sleutelbeheer: hiermee kunt u de verworven
sleutels beheren.
MP3-bestanden afspelen als de telefoon
dichtgeklapt is
Houd [
] ingedrukt houden om de MP3-speler te
starten. Met de volgende toetsen kunt u de MP3-speler
besturen:
Toets
Functie
Hiermee kunt u het afspelen starten of
onderbreken. Als u deze toets ingedrukt
houdt, wordt de MP3-speler gesloten.
46
Toets
Functie
Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand.
Hiermee gaat u naar het volgende bestand.
/
Hiermee regelt u het volume.
Als u deze toets ingedrukt houdt, worden
de toetsen vergrendeld zodat u ze niet per
ongeluk kunt indrukken en zo het afspelen
verstoort.
Spraakrecorder (menu 3.2)
Via dit menu kunt u spraakmemo's opnemen. Een
spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk op [ ] om de opname te starten.
2. Spreek uw memo in de microfoon in.
Druk op [ ] als u de opname wilt onderbreken of
hervatten.
Een spraakmemo afspelen
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toets
Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
U kunt de opnamestand voor de spraakrecorder
wijzigen. De maximale opnametijd wordt bepaald door
deze instelling. Voordat u een spraakmemo opneemt,
drukt u op <Opties> en kiest u Instellingen → een
opnamestand:
• Limiet voor MMS-bericht: hiermee neemt u een
spraakmemo op dat kan worden toegevoegd aan
een MMS-bericht.
• Limiet voor e-mail: hiermee neemt u een
spraakmemo op dat kan worden toegevoegd aan
een e-mailbericht.
• Max. 1 uur: hiermee neemt u een spraakmemo
op van maximaal 1 uur.
Foto bewerken (menu 3.3)
Links
Hiermee gaat u achteruit in een memo.
Rechts
Hiermee gaat u vooruit in een memo.
In dit menu kunt u uw foto's bewerken met behulp van
de verschillende bewerkopties.
Hiermee regelt u het volume.
Effecten toepassen
Hiermee stopt u het afspelen.
1. Druk op <Opties> en kies Nieuwe foto →
Openen of Foto nemen.
/
Omlaag
Toepassingen (menu 3)
1. Druk in het scherm Spraakmemo op <Opties> en
kies Ga naar spraakmemolijst.
2. Selecteer een spraakmemo.
De opnamestand wijzigen
Menuopties
3. Druk op <Stoppen> of op [Omlaag] om de
opname te beëindigen. Het spraakmemo wordt
automatisch opgeslagen.
4. Druk op [ ] om het spraakmemo te beluisteren of
op [Omhoog] om een nieuw memo op te nemen.
47
Menuopties
2.
3.
4.
5.
6.
Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
Druk op <Opties> en kies Effecten → een effect.
Druk op <Gereed>.
Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Aanpassen
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Aanpassen → een
optie:
• Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de
afmetingen van de foto.
• Roteren: hiermee draait u de foto 90 graden.
• Omdraaien: hiermee spiegelt u de foto.
3. Druk op <Gereed>.
4. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
5. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
48
Bijsnijden
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Bijsnijden.
3. Verplaats het kader voor bijsnijden naar het
gewenste deel van de afbeelding.
Druk op <Opties> en kies Afmetingen wijzigen
om de grootte van het kader te wijzigen.
4. Druk op <Opties> en kies Gereed.
5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Visuele effecten toevoegen
U kunt uw foto's versieren door er een kader, een
afbeelding of een tekst aan toe te voegen.
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Invoegen → een type
effect.
3. Selecteer een item of geef tekst in die u wilt
invoegen.
Stempel samenvoegen
Toepassingen (menu 3)
Met deze bewerkoptie kunt u een contourstempel van
een foto maken en deze samenvoegen met een andere
foto. Met deze optie kunt u van een foto een
ansichtkaart maken door een foto van een
handgeschreven bericht te maken en dit samen te
voegen met een foto.
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Samenvoegstempel.
De achtergrondfoto wordt weergegeven in het vak
naast
.
3. Druk op <Opties> en kies Afbeelding
toevoegen.
4. Voeg een foto toe door een foto te selecteren of
een nieuwe foto te nemen. De toegevoegde foto
wordt weergegeven in het vak naast
. Deze
wordt de stempel.
5. Druk op <Opties> en kies Samenvoegen. De
stempelfoto wordt als contour toegevoegd aan de
achtergrondfoto.
6. Druk op <Opties> om de volgende opties voor het
bewerken van de stempel weer te geven:
• Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de
afmetingen van de stempel.
• Verplaatsen: hiermee wijzigt u de positie van
de stempel.
• Roteren: hiermee kunt u de stempel draaien.
• Stempelkleur: hiermee wijzigt u de kleur van
de stempel.
• Schaduw aan: hiermee kunt u een schaduw
op de stempel toepassen.
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en
kiest u Gereed.
Menuopties
4. Pas de positie van het ingevoegde item aan en
druk op <Gereed>.
5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
49
Menuopties
8. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
9. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Java-wereld (menu 3.4)
Dit menu biedt toegang tot de vooraf geïnstalleerde
Java-spelletjes en gedownloade Java-toepassingen.
Een vooraf geïnstalleerd spelletje openen
1. Selecteer Mijn spelletjes → een spelletje.
2. Druk, indien nodig, op [ ].
Opties voor Java-toepassingen
Druk in de lijst met toepassingen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Start: hiermee wordt de geselecteerde toepassing
gestart.
• Verplaatsen naar: hiermee kunt u de toepassing
naar een andere map verplaatsen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde toepassing of alle toepassingen,
behalve de vooraf geïnstalleerde spelletjes.
50
•
•
•
•
•
•
•
Vergrendelen/Ontgrendelen: hiermee blokkeert
u de toepassing zodat deze niet kan worden
verwijderd, of heft u de blokkering op.
Details: hiermee bekijkt u de eigenschappen van
de toepassing.
Machtigingen: hiermee kunt u de machtigingen
instellen voor diensten waarvoor extra kosten
worden berekend zoals netwerktoegang en SMS.
Upgrade: hiermee kunt u de toepassing upgraden
naar de nieuwste versie.
Informatie verzenden via SMS: hiermee kunt u
de URL van de toepassing via SMS verzenden.
Geheugenstatus: hiermee kunt u
geheugengegevens voor toepassingen weergeven.
Instellingen: hiermee kunt u een
verbindingsprofiel selecteren dat moet worden
gebruikt voor toepassingen waarvoor
netwerktoegang vereist is. U kunt ook een profiel
toevoegen of wijzigen.p. 108
Alarm (menu 3.6)
In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en
bekijken hoe laat het in een ander deel van de wereld
is.
Via dit menu kunt u een alarm instellen. Het signaal
voor een normaal alarm is hetzelfde als het signaal dat
is gekozen voor een inkomende oproep. De wekker
wordt niet beïnvloed door uw geluidsinstellingen.
De wereldklok bekijken
Zomertijd toepassen
1. Druk in de wereldkaart op <Opties> en kies
Zomertijd instellen.
2. Druk op [ ] om de gewenste tijdzones te
selecteren.
3. Druk op <Opslaan>.
Een alarm instellen
1. Selecteer het type alarm.
2. Stel de alarmopties in:
• Alarm: hiermee schakelt u het alarm in.
• Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
• Herhalen: hiermee kunt u een herhaaloptie
selecteren.
• Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
3. Druk op <Opslaan>.
Toepassingen (menu 3)
1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om
naar de gewenste plaats te bladeren. De tijdlijn
verschuift en de lokale tijd en datum van de
desbetreffende zone worden weergegeven.
2. Druk op [ ] om de plaats als uw lokale tijdzone op
te slaan.
Menuopties
Wereldklok (menu 3.5)
51
Menuopties
Een alarm uitzetten
Spraakopdrachten (menu 3.7)
•
Uw telefoon bevat een aantal krachtige
spraakherkenningsfuncties waardoor de telefoon nog
beter handsfree te bedienen is.
•
Als het geen wekalarm betreft, kunt u op elke
willekeurige toets drukken.
Bij de wekker moet u op <Bevest.> of [ ]
drukken.
U kunt op een willekeurige toets drukken, behalve
<Bevest.> en [ ] om het alarm vijf minuten later
opnieuw te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf
keer doen.
Het alarm laten afgaan wanneer de telefoon
uitgeschakeld is
Selecteer in het scherm Alarm Automatisch aan →
Aan.
Als de telefoon uitgeschakeld is op het tijdstip dat het
alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en
gaat het alarm af.
52
Alleen de talen Engels, Frans, Duits, Italiaans,
Spaans en Russisch worden door de telefoon
herkend.
Calculator (menu 3.8)
Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige
functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
1. Geef het eerste getal in.
• Druk op <,()> om een decimaalteken of een
haakje in te voegen.
• Druk op [ ] of [ ] om de cursor te
verplaatsen.
2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang
te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies.
3. Geef het tweede getal in.
4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken.
5. Herhaal zo nodig de procedure vanaf stap 2 om de
berekening voort te zetten.
Voor het omrekenen van valuta's kunt u de
wisselkoersen bekijken en instellen door op
<Koersen> te drukken.
De timer starten
1. Druk op <Instellen>.
2. Geef de duur van de aftelperiode in en druk op
<OK>.
3. Druk op [ ] om het aftellen te starten.
Toepassingen (menu 3)
Met dit menu kunt u veel voorkomende omrekeningen
uitvoeren, zoals van valuta's en temperaturen.
1. Selecteer een omrekenfunctie.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke
eenheid te selecteren en druk op [Omlaag].
3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en druk op
[Omlaag].
• Druk op [ ] om een decimaalteken in te
voeren.
• Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in
boven nul (+) of onder nul (-).
4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde
eenheid voor de omrekening te selecteren.
De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde
getal wordt weergegeven.
In dit menu kunt u een periode opgeven gedurende
welke de telefoon aftelt. Via de telefoon hoort u een
alarmtoon wanneer de opgegeven periode is
verstreken.
Menuopties
Omrekenen (menu 3.9)
Timer (menu 3.10)
De timer stoppen
•
•
Druk op een willekeurige toets om de timer te
stoppen wanneer deze afgaat.
Druk in het scherm Timer op [ ] om de timer te
stoppen voordat deze afgaat.
Stopwatch (menu 3.11)
Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De
maximale tijd is tien uur.
1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten.
53
Menuopties
2. Druk op [ ] om de tussentijd te bekijken. U kunt
dit maximaal vier keer doen.
Sleutelbeheer (menu 3.12)
Via dit menu kunt u de licentiesleutels beheren die u
hebt aangevraagd voor het activeren van mediainhoud die is vergrendeld door DRM-systemen.
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Tonen: hiermee opent u de desbetreffende
mediacontent.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde licentiesleutel.
• Ga naar Mijn berichten: hiermee gaat u naar het
bericht dat de mediacontent bevat.
• Ga naar Mijn bestanden: hiermee wordt de
betreffende map met bestanden geopend.
• Details: hiermee kunt u de eigenschappen van de
licentiesleutel openen.
54
SIM AT (menu 3.13)
Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart
gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Tool Kit)
ondersteunt en aanvullende services levert, zoals
nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling.
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
diensten die uw provider biedt. Neem voor meer
informatie contact op met uw provider of raadpleeg de
instructies bij uw SIM-kaart.
Browser
(menu 4)
Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application
Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op het
internet surfen. Zo hebt u toegang actuele informatie
en allerlei soorten mediacontent, zoals spelletjes,
achtergronden, beltonen en MP3-bestanden.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Browser.
Druk in een willekeurige webpagina op <Opties> om
de volgende opties weer te geven:
• Ga naar: hiermee opent u de gekoppelde
webpagina.
• Ga naar startpagina: hiermee gaat u terug naar
de startpagina.
• Aan te schaffen sleutels: een aanvraag
verzenden voor het kopen van een licentiesleutel
voor een DRM-bestand. Deze optie is alleen
beschikbaar wanneer u de webbrowser start vanuit
een bericht dat een DRM-bestand bevat.
• URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres
(URL) ingeven.
• Ga: hiermee gaat u achteruit of vooruit door de
pagina's in de geschiedenis.
• Opnieuw laden: de huidige pagina wordt opnieuw
geladen met bijgewerkte informatie.
• Favorieten: hiermee kunt u de huidige pagina
toevoegen aan uw lijst met favorieten of deze lijst
openen.
Navigeren op het internet
Gewenste actie
Werkwijze
Door de browseritems
bladeren
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een browseritem
selecteren
Druk op [ ] of druk op
<Opties> en kies Ga naar.
Teruggaan naar de
vorige pagina
Druk op <Terug>, of druk
op <Opties> en kies Ga →
Terug.
Naar de volgende
pagina gaan
Druk op <Opties> en kies
Ga → Vooruit.
Browser (menu 4)
Opties voor webpagina’s
Als u deze optie kiest, maakt de telefoon verbinding
met het netwerk en wordt de startpagina van de
internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in
de standby-stand [ ] ingedrukt te houden.
Menuopties
Startpagina (menu 4.1)
55
Menuopties
•
•
•
•
•
56
URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van
de huidige pagina via SMS, MMS of e-mail.
Naar Bureaublad-weergave/Naar SmartFitweergave: hiermee wijzigt u de weergavevorm
van de browser.
Opslaan: hiermee kunt u de geselecteerde
afbeelding op pagina opslaan.
Paginadetails: hiermee kunt u de eigenschappen
van het pagina bekijken.
Browseropties: hier kunt u de diverse
instellingen voor de browser wijzigen.
Cache: hier kunt u de cachemodus wijzigen of de
cache legen. De cache is een tijdelijk geheugen
waarin recent bekeken webpagina's worden
opgeslagen.
Cookies: hiermee kunt u de acceptatie van
cookies wijzigen en cookies verwijderen. Cookies
zijn stukjes persoonlijke gegevens die tijdens het
surfen naar de webserver worden verzonden.
Voorkeuren: hiermee kunt u de browserweergave
en de geluidsinstellingen wijzigen.
Certificaten: hiermee kunt u gegevens van
certificaten bekijken.
Browserinfo: hiermee kunt u de versie- en
copyrightgegevens van de browser bekijken.
De browser afsluiten
Druk op [ ] om de netwerkverbinding te verbreken
en de browser af te sluiten.
URL invoeren (menu 4.2)
Met dit menu kunt u handmatig een URL ingeven en
de betreffende webpagina openen.
U kunt de ingevoerde URL toevoegen aan de lijst met
favorieten door Favoriet toevoegen te selecteren.
Favorieten (menu 4.3)
Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan zodat
u snel naar een webpagina kunt gaan.
Favorieten toevoegen
1. Druk op <Toevoegen>. Als een favoriet al is
opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u
Favoriet toevoegen.
Een favoriet openen
Als u een favoriet selecteert, wordt de webbrowser
gestart en de desbetreffende webpagina geopend.
Wanneer u een item hebt opgeslagen, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Ga naar: hiermee opent u de favoriet.
• Ga naar startpagina: hiermee gaat u naar de
startpagina.
• URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres
(URL) ingeven.
• Favoriet wijzigen: hier kunt u de URL en de
naam van de favoriet bewerken.
• Favoriet toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe
favoriet toevoegen.
•
URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van
de favoriet via SMS of e-mail.
Verwijderen: hiermee kunt u de geselecteerde
favoriet of alle favorieten verwijderen.
Opgeslagen pagina's (menu 4.4)
Deze optie biedt toegang tot de lijst met pagina's die u
hebt opgeslagen tijdens het surfen.
Browser (menu 4)
Opties voor favorieten
•
Menuopties
2. Geef een titel in voor de favoriet en druk op
[Omlaag].
3. Geef een URL-adres in en druk op <Opslaan>.
Als u een koppeling selecteert, maakt de telefoon
verbinding met het internet en wordt de gekoppelde
pagina geopend.
Geschiedenis (menu 4.5)
U kunt een lijst openen met pagina's die u onlangs
hebt geopend.
Als u een URL in de lijst selecteert, wordt de
betreffende webpagina geopend.
Cache wissen (menu 4.6)
In dit menu kunt u de gegevens wissen die tijdelijk
zijn opgeslagen in de cache.
57
Menuopties
Browserinstellingen (menu 4.7)
SMS-bericht (menu 5.1.1)
Via dit menu kunt u een verbindingsprofiel selecteren
dat moet worden gebruikt voor de draadloze
verbinding met het internet. U kunt ook een profiel
toevoegen of wijzigen.p. 108
Met SMS (Short Message Service) kunt u
tekstberichten verzenden en ontvangen, die
eenvoudige afbeeldingen, animaties en melodieën
kunnen bevatten.
1. Geef het bericht in.
Berichten
(menu 5)
Via het menu Berichten kunt u SMS-, MMS- en
e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u
functies voor serverberichten en infoberichten
gebruiken.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Berichten om dit menu te openen.
Bericht maken (menu 5.1)
Gebruik dit menu om berichten te maken en te
verzenden.
58
Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in
een bericht varieert per provider. Als het
maximumaantal tekens in een bericht wordt
overschreden, wordt het bericht gesplitst.
2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven voor het maken van een bericht:
• Invoegen: hiermee voegt u een
standaardbericht, vermelding uit de
telefoonlijst of een favoriet aan de tekst toe.
• Afbeelding toevoegen/Animatie
toevoegen/Melodie toevoegen: hiermee
kunt u een eenvoudige afbeelding, animatie of
melodie toevoegen.
• Bijvoegen: hiermee kunt u een visitekaartje of
agendagegevens als databestand toevoegen.
•
MMS (Multimedia Message Service) is een service
waarmee u berichten die een combinatie van tekst,
afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden
bevatten, van de ene telefoon naar een andere
telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden.
1. Selecteer de regel Onderwerp.
2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op
[ ].
3. Selecteer de regel Afbeelding en video of Geluid
en voeg een afbeelding, videoclip of een
geluidsbestand toe.
4. Selecteer de regel Bericht.
5. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ].
6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven voor het bewerken van een bericht:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst.
• Afbeelding wijzigen/Video wijzigen/Geluid
wijzigen: hiermee vervangt u een toegevoegd
item.
• Geheugenkaart toevoegen: hiermee kunt u
een bestand toevoegen dat is opgeslagen op
een geheugenkaart, als deze is geplaatst.
• Pagina toevoegen: hiermee kunt u pagina's
toevoegen. Blader naar een pagina door op
[Links] of [Rechts] te drukken.
Berichten (menu 5)
MMS-bericht (menu 5.1.2)
• De maximaal toegestane grootte van een
bericht kan per provider variëren.
• Afhankelijk van het DRM-systeem
(Digital Rights Management) kunnen sommige
bestanden mogelijk niet worden
doorgestuurd.
Menuopties
Tekststijl: hiermee kunt u de tekstkenmerken
wijzigen.
3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u
Opslaan en verzenden of Alleen verzenden.
4. Geef het bestemmingsnummer in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
59
Menuopties
•
Pagina verwijderen: hiermee wist u een
toegevoegde pagina.
• Pagina wijzigen: hiermee wijzigt u de
weergaveduur van de pagina of gaat u een
pagina verder.
• Bijvoegen: hiermee kunt u vermeldingen in de
telefoonlijst toevoegen als visitekaartjes of
agendagegevens toevoegen als bijlage in
gegevensindeling, of documentbestanden die
zijn opgeslagen in de map Andere
bestanden.
• Onderwerp verwijderen/Bericht
verwijderen/Media verwijderen/Geluid
verwijderen/Verwijderen: hiermee
verwijdert u een toegevoegd item.
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en
kiest u Verzenden.
8. Geef een telefoonnummer of e-mailadres in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
60
E-mail (menu 5.1.3)
U kunt e-mailberichten met tekst, audio en
afbeeldingen maken en verzenden.
1. Selecteer de regel Onderwerp.
2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en
druk op [ ].
3. Selecteer de regel Bericht.
4. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op
[ ].
5. Selecteer de regel Bijlage toevoegen en
selecteer een van de volgende opties voor het
toevoegen van bestanden:
• Afbeelding toevoegen/Video toevoegen/
Geluid toevoegen/Muziek toevoegen:
hiermee kunt u mediabestanden toevoegen die
zijn opgeslagen in het telefoongeheugen.
Afhankelijk van het type bestand of DRMsysteem (Digital Rights Management) is het
mogelijk dat bepaalde bestanden niet
kunnen worden doorgestuurd.
•
8. Geef een e-mailadres in.
Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers
wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden.
Mijn berichten (menu 5.2)
Menuopties
Via dit menu hebt u toegang tot de berichten die u
hebt ontvangen of verzonden, of waarvan het
verzenden is mislukt.
Berichten (menu 5)
Andere bestanden: hiermee kunt u
documentbestanden toevoegen die zijn
opgeslagen in de map Andere bestanden.
• Geheugenkaart: hiermee kunt u bestanden
toevoegen die zijn opgeslagen op een
geheugenkaart, als deze is geplaatst.
• Bijvoegen: hiermee kunt u vermeldingen in de
telefoonlijst als visitekaartjes of
agendagegevens als databestand toevoegen.
6. Druk op <Opties> om de volgende opties voor het
bewerken van een e-mailbericht weer te geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst.
• Onderwerp verwijderen/Bericht
verwijderen: hiermee wist u het onderwerp of
de tekst.
• Bijlage verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde bijlage.
• Alle bijlagen verwijderen: hiermee
verwijdert u alle bijlagen.
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en
kiest u Verzenden.
Postvak IN (menu 5.2.1)
In deze map worden alle berichten opgeslagen die u
hebt ontvangen, met uitzondering van
e-mailberichten.
Berichten bekijken
De volgende symbolen kunnen in de lijst met
berichten worden weergegeven om het type bericht
aan te duiden:
•
SMS
•
MMS
•
MMS-melding ( : wordt opgehaald,
: ophalen mislukt)
61
Menuopties
•
•
•
•
Voicemail
Webserverbericht
Configuratiebericht met netwerkparameters
van uw serviceprovider
Infobericht van uw serviceprovider
Ontvangstbevestiging voor uw verzonden
berichten
• Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) kunnen berichten met webinhoud
mogelijk niet worden doorgestuurd.
• Met het symbool ! naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijs berichtsymbool wijst op een lage
prioriteit.
•
•
•
•
•
•
Opties voor berichten
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
SMS-berichten
• Antwoorden via: hiermee stuurt u een antwoord
naar de afzender via SMS of MMS.
62
•
Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
Verplaatsen naar telefoon/Verplaatsen naar
SIM: hiermee kunt u berichten van de SIM-kaart
naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice
versa.
Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
Media kopiëren: hiermee kunt u mediacontent
uit het bericht opslaan in het telefoongeheugen.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten
beveiligen die zijn opgeslagen in het
telefoongeheugen.
Nr. blokkeren: hiermee voegt u het nummer van
de afzender toe aan de blokkeerlijst zodat de
berichten van de afzender worden geweigerd.
Configuratieberichten
• Installeren: hiermee past u de in het bericht
opgegeven configuratie toe op de telefoon.
• Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Menuopties
Serverberichten
• Ga naar URL: hiermee maakt u verbinding met de
URL in het bericht.
• Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
• Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Berichten (menu 5)
MMS-berichten/MMS-meldingen
• Ophalen: hiermee haalt u het MMS-bericht op van
de MMS-server.
• Beantwoorden via SMS-bericht: hiermee
beantwoordt u de afzender via SMS.
• Beantwoorden via MMS-bericht: hiermee
beantwoordt u de afzender via MMS.
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
• Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
• Media kopiëren: hiermee kunt u mediacontent
uit het bericht opslaan in het telefoongeheugen.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
• Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bericht weer.
Infoberichten
• Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in het
telefoongeheugen.
63
Menuopties
•
•
Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
Ontvangstbevestigingen
• Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit de
ontvangstbevestiging overnemen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
ontvangstbevestiging.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de
ontvangstbevestiging wordt gewist.
Concepten (menu 5.2.2)
Deze map bevat berichten die u hebt opgeslagen om
ze later te verzenden.
Wanneer u een bericht selecteert, wordt dit in de
wijzigstand geopend zodat u het kunt bewerken en
verzenden.
64
Postvak UIT (menu 5.2.3)
In deze map worden berichten opgeslagen die worden
verzonden of waarvan het verzenden is mislukt.
De status van het bericht wordt door middel van de
volgende symbolen aangeduid:
•
Wordt verzonden
•
Verzenden mislukt
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
• Opnieuw verzenden: hiermee kunt u het bericht
opnieuw verzenden.
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
• Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
• Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bericht weer.
Verzonden berichten (menu 5.2.4)
E-mail Postvak IN (menu 5.2.5)
In deze map worden e-mailberichten opgeslagen die u
hebt ontvangen.
Berichten (menu 5)
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
• Verwijderen: hiermee wist u het bericht.
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
• Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bericht weer.
Een e-mailbericht bekijken
1. Selecteer een e-mailaccount.
2. Druk op <Ja> wanneer Controleren op nieuwe
e-mail wordt weergegeven, of druk op <Opties>
en selecteer Controleren op nieuwe e-mail. De
telefoon maakt verbinding met de e-mailserver en
nieuwe e-mailberichten worden gedownload.
De volgende pictogrammen kunnen in de lijst
worden weergegeven om de status van het
e-mailbericht aan te geven:
•
Opgehaald van de server
•
Wordt opgehaald
•
Ophalen mislukt
Menuopties
In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt
verzonden.
Met het symbool ! naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijs berichtsymbool betekent dat het
bericht een lage prioriteit heeft.
3. Selecteer een e-mailbericht of een berichtkop.
4. Druk op [Links] of [Rechts] om andere pagina's in
het e-mailbericht te bekijken.
65
Menuopties
5. Druk op [ ] of [ ] om het vorige of volgende
e-mailbericht te bekijken.
Opties voor e-mailberichten
Wanneer u het e-mailbericht of de berichtkop bekijkt,
kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties
weer te geven:
• Ophalen: hiermee haalt u de tekst van het
e-mailbericht op van de e-mailserver.
• Beantwoorden: hiermee kunt u de afzender of de
afzender en alle andere ontvangers een antwoord
sturen.
• Doorsturen: hiermee stuurt u het e-mailbericht
door naar andere mensen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het
e-mailbericht.
• Toevoegen aan filterlijst: hiermee voegt u het
e-mailadres van de afzender of het onderwerp toe
aan de filterlijst, zodat e-mailberichten van dat
adres of met dat onderwerp worden geweigerd.
66
•
•
•
•
Item kopiëren: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het
e-mailbericht overnemen.
Media kopiëren: hiermee kunt u de bijlagen bij
het e-mailbericht opslaan in het telefoongeheugen.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
e-mailbericht wordt gewist.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
e-mailbericht bekijken.
Mijn mappen (menu 5.2.6)
Met dit menu kunt u nieuwe mappen maken en uw
berichten ordenen.
Een nieuwe map maken
1. Druk op <Ja>.
2. Geef een mapnaam in en druk op <OK>.
Opties voor mappen
Druk in de lijst met mappen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Openen: hiermee opent u de geselecteerde map.
•
•
Met dit menu kunt u standaardberichten maken en
gebruiken voor berichten die u veel gebruikt.
Standaard SMS-berichten (menu 5.3.1)
U kunt standaard SMS-berichten maken met zinnen
die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en
invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt.
Een standaardbericht maken
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef een bericht in en druk op <OK>.
Opties voor standaardberichten
Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties>
om de volgende opties weer te geven:
•
•
•
Wijzigen: hiermee kunt u het geselecteerde
standaardberichtwijzigen.
Bericht verzenden: hiermee kunt u een nieuw
bericht opstellen en verzenden.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde standaardbericht.
Nieuwe toevoegen: hiermee voegt u een nieuw
standaardbericht toe.
Berichten (menu 5)
Standaardberichten (menu 5.3)
•
Menuopties
•
Map toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe
map toe.
Naam map wijzigen: hiermee wijzigt u de naam
van de map.
Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde map.
Standaard MMS-berichten (menu 5.3.2)
U kunt de meegeleverde standaard MMS-berichten en
standaardberichten die u zelf heeft samengesteld
gebruiken bij het opstellen van een MMS-bericht.
Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties>
om de volgende opties weer te geven:
• Tonen: hiermee opent u de geselecteerde
sjabloon.
• Wijzigen: hiermee kunt u het standaardbericht
wijzigen.
• Verzenden: hiermee kunt u een nieuw bericht
opstellen en verzenden.
67
Menuopties
•
Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde standaardberichten of alle
standaardberichten, behalve de meegeleverde
standaardberichten.
Alles verwijderen (menu 5.4)
Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende
berichtenmappen tegelijk verwijderen.
1. Druk op [ ] om de berichtenmappen te selecteren
die u wilt legen.
Als u twee keer op de toets drukt, worden de
berichttypen weergegeven zodat u kunt opgeven
welke typen moeten worden gewist.
2. Druk op <Wissen>.
3. Druk op [ ] om het selectievakje in te schakelen
voor het verwijderen van beveiligde berichten en
druk vervolgens op <Ja>.
4. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen.
Instellingen (menu 5.5)
Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor
het gebruik van de berichtenservice.
68
SMS-bericht (menu 5.5.1)
Via dit menu kunt u de SMS-instellingen wijzigen.
• Verzendinstellingen: hier kunt u de opties voor
het verzenden van SMS-berichten instellen:
Antwoordpad: ontvangers kunnen u
beantwoorden via uw SMS-server.
Afleverbericht: hiermee kunt u instellen dat u op
de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn
afgeleverd.
Ondersteunde tekens: hier kunt u een type
tekencodering selecteren. Als u Automatisch
selecteert, wordt het type codering gewijzigd van
GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken
ingeeft. Het gebruik van de Unicode-tekenset
brengt het maximumaantal tekens in een bericht
ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet
wordt weergegeven, wordt op uw telefoon
standaard Automatisch gebruikt voor de
tekencodering.
Drager selecteren: hier kunt u kiezen tussen
GSM en GPRS-voorkeur, afhankelijk van uw
netwerk.
•
•
MMS-bericht (menu 5.5.2)
Via dit menu kunt u de MMS-instellingen wijzigen.
• Verzendinstellingen: hier kunt u de opties voor
het verzenden van MMS-berichten instellen:
Afleverbericht: hiermee kunt u instellen dat u op
de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn
afgeleverd.
Adres verbergen: hiermee stelt u in dat uw adres
moet worden verborgen op de telefoon van de
ontvanger.
Leesbevestiging: hiermee verzendt u een
verzoek om een leesbevestiging mee met uw
berichten.
Prioriteit: hiermee kunt u de prioriteit instellen
voor uw berichten.
Berichten (menu 5)
•
Standaardgeldigheid: hier kunt u instellen
hoelang uw berichten op de SMS-server
opgeslagen blijven.
Naam instelling: hier geeft u een profielnaam in.
Menuopties
•
Ontvanginstellingen: hiermee kunt u de
3D-weergave voor ontvangen SMS-berichten inen uitschakelen. Wanneer u deze optie inschakelt,
wordt de berichttekst op de telefoon omgezet in
levendige 3D-afbeeldingen en weergegeven in
3D-weergave. Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer het bericht uit één pagina bestaat.
Nr. blokkeren: hier slaat u de telefoonnummers
op waarvan u berichten wilt weigeren.
Huidig profiel: hiermee selecteert u een profiel
voor de SMS-instellingen.
Profielinstellingen: hiermee stelt u de
eigenschappen van elk profiel in.
SMS-centrale: hier kunt u het nummer van de
SMS-server opslaan of wijzigen.
Standaardbestemming: hier geeft u de
standaardbestemming in. Deze wordt automatisch
ingevoerd op de lijst met ontvangers.
Standaardtype: hier kunt u het
standaardberichttype instellen. De provider zet de
berichten om in de gekozen indeling.
69
Menuopties
•
70
Vervaldatum: hier kunt u instellen hoelang uw
berichten op de MMS-server opgeslagen blijven.
Afleveringstijd: hiermee kunt u opgeven hoelang
wordt gewacht voordat berichten worden
verzonden.
Grootte uitgaand bericht: hiermee selecteert u
een maximumgrootte voor bijgevoegde items voor
berichten.
Ophaalinstellingen: hiermee stelt u de opties in
voor het ontvangen van MMS-berichten:
Onbekende afzenders weigeren: hiermee
weigert u berichten van onbekende afzenders.
Reclame toestaan: hiermee accepteert u
reclame.
Informatie toestaan: hiermee accepteert u
infoberichten.
Bevestiging toestaan: hiermee kunt u instellen
dat de afzender op de hoogte wordt gesteld
wanneer u zijn bericht hebt ontvangen.
•
Ontvangst binnen thuisnetwerk: hier kunt u
opgeven of nieuwe berichten automatisch worden
opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van
uw eigen provider bevindt.
Ontvangst in buitenland: hier kunt u opgeven of
nieuwe berichten automatisch worden opgehaald
wanneer u zich in het servicegebied van een ander
netwerk bevindt.
De volgende opties zijn beschikbaar voor
ontvangst binnen thuisnetwerk en ontvangst in
buitenland:
- Handmatig: er worden meldingen op de
telefoon weergegeven. Met de optie Ophalen
kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden.
- Automatisch: berichten worden automatisch
opgehaald van de server.
- Weigeren: alle berichten worden geweigerd.
Profiel: hiermee selecteert u een
verbindingsprofiel voor MMS. U kunt ook een
profiel toevoegen of wijzigen.p. 108
E-mail (menu 5.5.3)
U kunt het e-mailprofiel en de instellingen voor de
e-mailaccount niet wijzigen tijdens het ophalen of
verzenden van e-mailberichten.
Verzendinstellingen: hier kunt u de opties
instellen voor het verzenden van e-mailberichten:
Kopie verzenden naar uzelf: hiermee verzendt
u een kopie van uw e-mailberichten naar uw
emailaccount.
Afleverbericht: hier kunt u instellen dat u een
melding van het netwerk ontvangt wanneer uw emailberichten zijn afgeleverd.
Leesbevestiging: hiermee verzendt u een
verzoek om een leesbevestiging mee met het
e-mailbericht.
Antwoordadres: hier kunt u een
e-mailadres instellen voor het ontvangen van
leesbevestigingen van ontvangers van uw
e-mailberichten.
•
Berichten (menu 5)
•
Prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit van
e-mailberichten in.
Inclusief handtekening: hiermee voegt u uw
naam, telefoonnummer, een eenvoudig memo of
een vaste regel toe aan uw e-mailberichten.
Naam wijzigen: hiermee bewerkt u de naam in
uw handtekening.
Nummer wijzigen: hiermee bewerkt u het
telefoonnummer in uw handtekening.
Opmerking wijzigen: hiermee bewerkt u de
vaste regel in uw handtekening.
Ontvanginstellingen: hier kunt u de opties
instellen voor het ontvangen van e-mailberichten:
Controle-interval: hiermee geeft u op hoe vaak
op de server wordt gecontroleerd of er
e-mailberichten zijn binnengekomen. Als u Niet
melden selecteert, kunt u de functie Controleren
op nieuwe e-mail gebruiken om handmatig te
controleren of er e-mailberichten zijn
binnengekomen.
Menuopties
Via dit menu kunt u standaard e-mailinstellingen
wijzigen.
71
Menuopties
•
•
72
Leesbevestiging: hiermee kunt u opgeven of de
telefoon een leesbevestiging verzendt voor
inkomende e-mailberichten. Als u
Leesbevestiging vragen selecteert, wordt u
gevraagd of u een leesbevestiging wilt verzenden.
Weigeren indien groter dan: hiermee geeft u de
maximumgrootte voor inkomende e-mailberichten
op. De telefoon weigert e-mailberichten die de
opgegeven grootte overschrijden.
Downloadmethode: hier kunt u instellen of
alleen de e-mailkopteksten worden gedownload of
de berichtkoppen en de tekst van het bericht.
Kopie van berichten op server laten: kopieën
van e-mailberichten blijven na het ophalen op de
e-mailserver staan.
Blokkeerlijst: hier kunt u e-mailadressen of
onderwerpen opgeven zodat berichten van die
adressen of met die onderwerpen worden
geweigerd.
E-mailaccount: hiermee stelt u uw e-mailaccount
in en selecteert u welke account moet worden
gebruikt.
Huidig account: hier selecteert u een account.
Accountinstellingen: hiermee kunt u
e-mailaccounts wijzigen met verschillende
e-mailservers. Stel voor elke account de gewenste
opties in:
- Accountnaam: hier geeft u een naam in voor de
geselecteerde account.
- Gebruikersnaam: hier geeft u een
gebruikersnaam in.
- E-mailadres: hier geeft u uw e-mailadres in.
- SMTP-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de uitgaande
e-mailberichten in.
- SMTP-poort: hier geeft u het nummer van de
SMTP-poort in.
- Eerst verbinden met POP3(IMAP4)-server:
hiermee wordt verbinding gemaakt met de POP3of IMAP4-server voordat er verbinding wordt
gemaakt met de SMTP-server voor het
verzenden van e-mailberichten.
Berichten (menu 5)
- SMTP-gebruikersmaam: hier geeft u de SMTPgebruikersnaam in.
- SMTP-wachtwoord: hier geeft u het SMTPwachtwoord in.
- APOP aanmelden: hiermee kunt u een
verbinding maken met de server met behulp van
de APOP-inlogprocedure.
- Beveiligde verbinding: er wordt een beveiligde
verbinding voor de e-mailservice gebruikt.
Wanneer het protocoltype IMAP4 is:
- IMAP4-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
- IMAP4-poort: hier geeft u het nummer van de
IMAP4-poort in.
- Gebruikersnaam: hier geeft u de IMAP4gebruikersnaam in.
- Wachtwoord: hier geeft u het IMAP4wachtwoord in.
Menuopties
- Protocoltype: hier selecteert u het protocol voor
de server voor inkomende e-mailberichten. De
overige opties zijn afhankelijk van de instellingen
voor het protocoltype.
Wanneer het protocoltype POP3 is:
- POP3-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
- POP3-poort: hier geeft u het nummer van de
POP3-poort in.
- Gebruikersnaam: hier geeft u de POP3gebruikersnaam in.
- Wachtwoord: hier geeft u het POP3wachtwoord in.
- SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt
u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich
moet aanmelden voordat hij e-mailberichten kan
verzenden.
- Zelfde als POP3: kies of u voor de SMTP-server
dezelfde parameters wilt gebruiken als voor de
POP3-server.
73
Menuopties
•
74
- SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt
u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich
moet aanmelden voordat hij e-mailberichten kan
verzenden.
- Zelfde als IMAP4: kies of u voor de SMTPserver dezelfde parameters wilt gebruiken als
voor de IMAP4-server.
- SMTP-gebruikersnaam: hier geeft u de SMTPgebruikersnaam in.
- SMTP-wachtwoord: hier geeft u het SMTPwachtwoord in.
- Inclusief bijlagen: als u deze optie selecteert,
kunt u e-mailberichten met bijlagen ophalen.
- Ophaallimiet voor e-mail (1-100): hier stelt u
het aantal berichtkoppen in dat u wilt ophalen
van de server.
- Beveiligde verbinding: er wordt een beveiligde
verbinding voor de e-mailservice gebruikt.
E-mailprofiel: hiermee selecteert u een
verbindingsprofiel voor e-maildiensten. U kunt ook
een profiel toevoegen of wijzigen.p. 108
Serverberichten (menu 5.5.4)
U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van
serverberichten van de draadloze webserver.
• Ontvangen: hiermee stelt u in hoe
serverberichten worden ontvangen. Als u Zwarte
lijst selecteert, accepteert de telefoon geen
berichten van de in de zwarte lijst opgegeven
adressen.
• Zwarte lijst: hier kunt u geblokkeerde
serveradressen beheren.
Infoberichten (menu 5.5.5)
U kunt de instellingen voor het ontvangen van
infoberichten wijzigen.
• Ontvangen: hier geeft u op of u infoberichten wilt
ontvangen of niet.
• Kanaallijst: hiermee geeft u de kanalen aan
waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
• Taal: hiermee kunt u de voorkeurstalen selecteren
waarin infoberichten worden weergegeven.
Geheugenstatus (menu 5.6)
Mijn bestanden
(menu 6)
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Mijn bestanden om dit menu te openen.
Uw serviceprovider ondersteunt alleen DRMbestanden met onbeperkte toegang of toegang op
basis van aantallen.
Tips voor DRM (Digital Rights Management)
Afbeeldingen (menu 6.1)
In verband met het DRM-systeem (Digital Rights
Management) is het mogelijk dat u een sleutel nodig
hebt om bepaalde media-items die u hebt gedownload
van het internet of via MMS hebt ontvangen, te
kunnen openen.
Dit menu bevat foto's die u hebt genomen en
afbeeldingen die u hebt gedownload, ontvangen in
berichten of geïmporteerd uit een computer.
U kunt de sleutel aanvragen bij de website die de
rechten op de inhoud heeft. Gebruik hiervoor de optie
Sleutel activeren.
Mijn bestanden (menu 6)
Het menu Mijn bestanden biedt toegang tot
afbeeldingen, video's, muziekbestanden en
geluidsbestanden die in het telefoongeheugen of op
een geheugenkaart zijn opgeslagen.
De lijst kan de volgende pictogrammen bevatten:
•
: item met geldige sleutel dat kan worden
doorgestuurd.
•
: item zonder geldige sleutel dat kan worden
doorgestuurd.
•
: item met geldige sleutel dat niet kan worden
doorgestuurd.
•
: item zonder geldige sleutel dat niet kan
worden doorgestuurd.
Menuopties
Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen
momenteel wordt gebruikt voor elke berichtenmap.
Een afbeelding bekijken
1. Selecteer een map met afbeeldingen.
2. Selecteer een afbeelding.
75
Menuopties
Een diapresentatie bekijken
U kunt uw foto's in de vorm van een diapresentatie
bekijken, waarbij alle foto's in de huidige map
achtereenvolgens worden weergegeven.
1. Selecteer Foto's.
2. Druk op <Opties> en selecteer Diapresentatie.
3. Selecteer een weergavesnelheid.
De diapresentatie begint.
4. Druk op <Stoppen> om de diapresentatie te
stoppen.
Opties voor afbeeldingen
Wanneer u een afbeelding bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
afbeeldingen.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
76
•
•
•
•
•
•
•
Instellen als: hiermee kunt u de afbeelding
instellen als achtergrond voor de displays of als
beller-identificatie voor een vermelding in de
telefoonlijst.
Sleutel activeren: hiermee kunt u een
licentiesleutel ophalen als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Wijzigen: hier kunt u de afbeelding bewerken met
behulp van de functie Foto bewerken als het een
foto betreft die u met de camera van de telefoon
hebt gemaakt.p. 47
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map of naar een
geheugenkaart.
Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee
kopieert u het bestand naar een geheugenkaart.
•
•
•
Een afbeelding op een televisie bekijken
U kunt een televisie gebruiken om de opgeslagen
afbeeldingen te bekijken. Eerst moet u het
videosysteem voor uw televisie instellen in het menu
Instellingen TV-uit.p. 99
1. Zet de televisie aan en verbind uw telefoon via de
desbetreffende kabel met de televisie, zoals in de
onderstaande afbeelding wordt weergegeven.
Mijn bestanden (menu 6)
•
4. Druk op <OK> om de afbeelding af te drukken.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
<Annuleren>.
Menuopties
•
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand afdrukken door de telefoon
via Bluetooth met een printer te verbinden.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Sleutelbeheer: hiermee kunt u de verworven
sleutels beheren.
Een afbeelding afdrukken
U kunt afbeeldingen afdrukken via Bluetooth.
1. Selecteer een afbeelding.
2. Druk op <Opties> en selecteer Afdrukken via
Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-printer.p. 105
77
Menuopties
• Afhankelijk van het model televisie kunnen de
plaats en vorm van de poorten voor de
video-invoer en audio-uitvoer verschillen.
De kleur van de connectoren van de kabel
moet overeenkomen met die van de poorten
van de televisie.
• Sluit de connectoren niet met natte handen
aan.
2. Stel de televisie in op externe invoer.
Het display schakelt over naar de TV-uit stand en
het display van de telefoon wordt nu op het
scherm van de televisie weergegeven.
3. Selecteer een foto in de map Foto's.
Het is mogelijk dat het beeld een beetje trilt of
niet helemaal optimaal is. Dit is afhankelijk van
het videosysteem.
Video's (menu 6.2)
In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt
opgenomen of gedownload, die u in een bericht hebt
ontvangen of hebt geïmporteerd uit een computer.
78
Videoclips die zijn opgenomen met andere
apparaten, zoals camcorders, worden mogelijk niet
goed afgespeeld.
Videoclips afspelen
1. Selecteer een map met video's.
2. Selecteer een videoclip.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toets
Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
Links
Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand. Als u deze toets ingedrukt
houdt, gaat u terug in een bestand.
Rechts
Hiermee gaat u naar het volgende
bestand. Als u deze toets ingedrukt
houdt, gaat u vooruit in een bestand.
Toets
Hiermee regelt u het volume.
Hiermee stopt u het afspelen.
•
•
•
Opties voor videoclips
•
•
•
•
•
Mijn bestanden (menu 6)
Druk na het afspelen op <Opties> om de volgende
opties weer te geven:
• Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
video's.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als: hiermee kunt u de videoclip
(als deze is opgeslagen als 3GP-bestand) instellen
als achtergrond voor het display of belleridentificatie voor een vermelding in de
telefoonlijst.
• Sleutel activeren: hiermee kunt u een
licentiesleutel ophalen als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map of naar een
geheugenkaart.
Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee
kopieert u het bestand naar een geheugenkaart.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Sleutelbeheer: hiermee kunt u de verworven
sleutels beheren.
Menuopties
/
Omlaag
Functie
Een videoclip op de televisie bekijken
U kunt opgeslagen videoclips via een normale televisie
bekijken.p. 77
79
Menuopties
Muziek (menu 6.3)
Opties voor geluidsbestanden
In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die
u hebt gedownload of die u uit een computer hebt
geïmporteerd.
Druk in het scherm met geluidsbestanden op
<Opties> om de volgende opties weer te geven:
• Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
geluiden.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als: hiermee kunt u het bestand
instellen als beltoon of als melodie voor een
vermelding in de telefoonlijst.
• Sleutel activeren: hiermee kunt u een
licentiesleutel ophalen als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
• Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
• Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map of naar een
geheugenkaart.
Selecteer een bestand. De MP3-speler wordt
geopend.p. 43
U kunt alleen bestanden op de achtergrond afspelen
die u aan de playlist van de MP3-speler heeft
toegevoegd.
Geluiden (menu 6.4)
Dit menu bevat spraakmemo's die u hebt opgenomen
en geluidsbestanden die u hebt gedownload,
ontvangen in berichten of geïmporteerd uit een
computer.
Een geluidsbestand afspelen
1. Selecteer een map met geluiden.
2. Selecteer een geluidsbestand. Zie
Spraakrecorder.p. 47 voor het beluisteren van
een spraakmemo.
80
•
•
•
Andere bestanden (menu 6.5)
Via dit menu kunt u documenten en bestanden in
diverse indelingen die in het telefoongeheugen zijn
opgeslagen, bekijken zonder dat deze vervormd
worden. Beschikbare bestandsindelingen zijn DOC,
XLS, PPT, PDF en TXT.
Een bestand bekijken
Selecteer een bestand. Picsel File Viewer wordt gestart
en het bestand wordt geopend.
U kunt de volgende toetsen gebruiken om het
document te bekijken:
Toets
Functie
Omhoog/
Omlaag/
Links/
Rechts
Hiermee kunt u binnen de pagina
navigeren.
1/
Mijn bestanden (menu 6)
•
• Het is mogelijk dat een bestand niet op de juiste
manier wordt geopend. Dit is afhankelijk van de
bestandsgrootte of de geheugencapaciteit van
Picsel File Viewer.
• Als een document talen bevat die niet door Picsel
File Viewer worden ondersteund, wordt de inhoud
ervan niet correct weergegeven.
Menuopties
•
Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee
kopieert u het bestand naar een geheugenkaart.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee deelt u de
bestanden met andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Sleutelbeheer: hiermee kunt u de verworven
sleutels beheren.
Hiermee zoomt u in.
Hiermee wordt het document
aangepast aan de paginagrootte.
2
Hiermee gaat u terug naar de eerste
pagina.
3/
Hiermee zoomt u uit
81
Menuopties
Toets
Functie
4
Hiermee gaat u terug naar de vorige
pagina.
5
Hiermee kunt u het document draaien.
6
Hiermee gaat u naar de volgende
pagina.
8
Hiermee gaat u naar de laatste
pagina.
Hiermee wijzigt u de weergave in
Weergave met volledig scherm of
Normale weergave.
Opties voor documenten
Wanneer u een document bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Weergave met volledig scherm/Normale
weergave: hiermee wijzigt u de weergave in
Weergave met volledig scherm of Normale
weergave.
82
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zoomen: hiermee kunt u in- of uitzoomen.
Passend maken: hiermee kunt u het document
aanpassen aan de paginagrootte, of de breedte of
hoogte van het scherm.
Ga naar: hiermee gaat u naar een andere pagina
in het document.
Roteren: hiermee kunt u het document draaien.
Scherm pannen/Normaal pannen: hiermee
wijzigt u de navigatiestand: per scherm of per
vooraf ingestelde pixel.
Besturingsbalk weergeven/Besturingsbalk
verbergen: hiermee kunt u de werkbalk met
snelkoppelingen van de bestandsviewer weergeven
of verbergen.
Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
Verplaatsen naar geheugenkaart: hiermee
verplaatst u het bestand naar een geheugenkaart.
Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee
kopieert u het bestand naar een geheugenkaart.
•
•
•
•
Geheugenkaart (menu 6.6)
Dit menu biedt toegang tot bestanden die zijn opgeslagen op een geheugenkaartwilt formatteren. Dit
menu wordt alleen weergegeven als er een
geheugenkaart in de telefoon is geplaatst.
Geheugenstatus (menu 6.7)
Agenda (menu 7)
•
De telefoon is vooraf ingesteld voor gebruik met
geheugenkaarten in FAT16-indeling. Als u een
geheugenkaart in FAT32-indeling plaatst, wordt
gevraagd of u de geheugenkaart opnieuw wilt
indelen. Als u dit niet doet, kunt u de geheugenkaart
niet met de telefoon gebruiken.
Menuopties
•
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in Picsel File
Viewer.
Via dit menu kunt u geheugeninformatie bekijken voor
media-items in het telefoongeheugen of op een
geheugenkaart. Voor het telefoongeheugen drukt u op
[Links] of [Rechts] om de geheugenstatus te bekijken
op grootte of op aantal items.
Agenda (menu 7)
Via het menu Agenda kunt u uw dagelijkse afspraken
bijhouden.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Agenda om dit menu te openen.
83
Menuopties
De agenda bekijken
•
Als u het menu Agenda opent, wordt de agenda in de
maandweergave weergegeven, waarin de huidige
datum wordt aangegeven met een blauw vak.
•
Een dag selecteren
•
•
•
Druk op [Links] of [Rechts] om naar een andere
dag te gaan.
Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar een
andere week te gaan.
Druk op [ / ] om naar een andere maand te gaan.
Opties voor de agenda
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Weergavevorm: hiermee wijzigt u de
weergavevorm van de agenda.p. 87
• Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe.
volgende gedeelte
• Ga naar: hiermee gaat u naar de huidige datum of
kunt u een bepaalde datum opgeven.
84
Sorteren op: hiermee kunt u items op type
sorteren.
Verwijderen: hiermee kunt u opgeslagen items
uit de agenda verwijderen. Er zijn verschillende
verwijderopties.
U kunt terugkerende items alleen verwijderen in
de dagweergave.
•
•
Gemiste alarms agenda-items: hiermee bekijkt
u items waarvan u het alarm hebt gemist.
Geheugenstatus: hiermee kunt u
geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda
opgeslagen items.
Een agenda-item toevoegen
In de agenda kunt u afspraken, verjaardagen, notities
en taken opslaan. U kunt meerdere agenda-items per
dag opslaan.
Een afspraak ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Afspraak.
Herhalen: hier kunt u een herhaalpatroon
voor de afspraak instellen.
• Tot: hier kunt u de einddatum voor het
herhaalpatroon voor de afspraak instellen.
4. Druk op <Opslaan> om de afspraak op te slaan.
•
Een verjaardag ingeven
Menuopties
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Verjaardag.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
• Gebeurtenis: hier geeft u de gegevens van de
verjaardag in.
• Datum: hier geeft u de datum in.
• Alarm: hier kunt u een alarm voor de
verjaardag instellen.
• Vóór: hier kunt u instellen hoelang voor de
verjaardag het alarm moet afgaan om u te
waarschuwen.
• Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
Agenda (menu 7)
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
• Onderwerp: hier geeft u de titel van de
afspraak in.
• Details: hier geeft u de detailgegevens voor de
afspraak in.
• Begindatum en Begintijd: hier geeft u de
begindatum en -tijd voor de afspraak in.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
• Einddatum en Eindtijd: hier geeft u de
einddatum en -tijd voor de afspraak in.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
• Locatie: hier kunt u gegevens over de locatie
voor de afspraak ingeven.
• Alarm: hier kunt u een alarm voor de afspraak
instellen.
• Vóór: hier kunt u instellen hoelang voor de
verjaardag het alarm moet afgaan om u te
waarschuwen.
• Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
85
Menuopties
•
•
Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
Elk jaar herhalen: als u deze optie kiest,
wordt u elk jaar aan de verjaardag herinnerd.
4. Druk op <Opslaan> om de verjaardag op te
slaan.
Een notitie ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Notitie.
3. Geef een memo in en druk op <Opslaan>.
Een taak ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Taak.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
• Taak: hier geeft u de gegevens van de taak in.
• Begindatum: hier geeft u de begindatum in.
• Einddatum: hier geeft u de einddatum in.
• Prioriteit selecteren: hiermee stelt u de
prioriteit in.
4. Druk op <Opslaan> om de taak op te slaan.
86
Items bekijken
Als u items in de agenda hebt ingevoerd, worden
onder aan de agenda de symbolen en het aantal items
op een dag weergegeven.
•
Afspraak
•
Verjaardag
•
Taak
•
Notitie
Een item openen
1. Selecteer een datum in de agenda om de items
voor die dag weer te geven.
2. Selecteer een item om de detailgegevens te
bekijken.
3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items
voor de geselecteerde dag weer te geven.
Opties voor agenda-items
Wanneer u een agenda item bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u de afspraak.
• Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe.
•
•
•
U kunt de agendaweergave wijzigen in Dagweergave
of Weekweergave. Druk op <Opties> en selecteer
Weergavevorm → dag- of weekweergave.
Dagweergave
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
datum bekijken. Selecteer een item om de
detailgegevens te bekijken.
De volgende symbolen kunnen verschijnen om de
status van de afspraak aan te duiden:
•
Alarm ingesteld
•
Terugkerend item
Prioriteit actiepunt: (rood: hoog,
blauw: normaal, grijs: laag)
Voltooide taak
Weekweergave
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
week bekijken. Een cel op het rooster geeft aan dat er
een afspraak is. Selecteer een cel van de gewenste
datum.
Camera
Camera (menu 8)
Items in een andere weergavevorm
bekijken
•
•
Menuopties
•
Verzenden via: hiermee verzendt u de afspraak
via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Weergavevorm: hiermee wijzigt u de
weergavevorm van de agenda.
Verwijderen: hiermee wist u de afspraak.
Geheugenstatus: hiermee kunt u
geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda
opgeslagen items.
(menu 8)
U kunt de in de telefoon geïntegreerde cameramodule
gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te
maken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Camera, of houdt u in
de standby-stand [ ] ingedrukt.
87
Menuopties
• Maak geen foto's van personen zonder hun
toestemming.
• Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik
van camera's niet is toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk
inbreuk maakt op de privacy van een ander.
Een foto nemen
U kunt foto's nemen in verschillende standen. De
camera maakt JPEG-foto's.
Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto
maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen.
1. Open het menu Camera of houd [ ] ingedrukt
om de camera in te schakelen.
2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt
fotograferen.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.volgende gedeelte
• U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen
over te schakelen.p. 90
88
3. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt
opgeslagen in de map Foto's.
4. Gewenste actie
Werkwijze
Opties voor foto's
weergeven
Druk op <Opties>.
p. 91
De foto verwijderen
Druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
Terugkeren naar de
fotostand
Druk op <Voorbeeld>.
Cameraopties in de fotostand
Druk in de fotostand op < > om de volgende opties
weer te geven:
• Video opnemen: hiermee kunt u overschakelen
naar de videostand.
• Opnamestand: hiermee kunt u een foto nemen in
de volgende standen:
•
•
•
Instellingen: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het maken van foto's
wijzigen.
Grootte: hier kunt u een beeldgrootte selecteren.
Kwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de
beeldkwaliteit selecteren.
Zoeker: hiermee kunt u een voorbeeldscherm
selecteren.
Sluitergeluid: hiermee kunt u het geluid
selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [ ]
indrukt.
Zoomgeluid: hiermee schakelt u het geluidseffect
bij zoomen in of uit.
Geluid helderheid: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij aanpassing van het contrast in of
uit.
Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van
het beeld. U kunt de foto warmer of koeler laten
lijken.
Camera (menu 8)
•
•
Menuopties
•
Eén opname: hiermee neemt u een foto in de
normale stand. U kunt selecteren of de foto
automatisch moet worden opgeslagen of niet.
Meerdere opnamen: hiermee neemt u een reeks
foto's achter elkaar. U kunt aangeven hoeveel
foto's worden genomen en hoe snel de foto's
worden genomen.
Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks
foto's die u in één kader opslaat. U kunt de
indeling selecteren.
Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
Kaders: hiermee kunt u een decoratief kader
toevoegen.
Flits: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser.
Timer: hiermee kunt u een vertraging instellen
voordat een foto wordt genomen.
Ga naar foto's: hiermee gaat u naar de map
Foto's.
89
Menuopties
ISO: hiermee kunt u de ISO-instelling wijzigen.
Met deze instelling bepaalt u de gevoeligheid van
de camera. Selecteer in situaties met weinig licht
een hogere ISO-instelling Met een hogere ISOwaarde werkt de sluiterknop van de camera sneller
en is de camera gevoeliger voor licht. Met hogere
ISO-instellingen kan een afbeelding vervormd
raken.
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in de
fotostand.
Functie
Hiermee kunt u het spiegelbeeld
weergeven.
1
Hiermee schakelt u over naar de
videostand.p. 92
2
Hiermee wijzigt u de beeldgrootte.
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
4
Hiermee wijzigt u de opnamestand.
Gebruik van de toetsen in de fotostand
5
In de fotostand kunt u met de toetsen de camerainstellingen aanpassen.
Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
6
Hiermee wijzigt u de ISO-instellingen.
•
Toets
Functie
7
Links/
Rechts
Hiermee kunt u het contrast van het
beeld aanpassen.
Hiermee kunt u een decoratief kader
selecteren.
8
Hiermee stelt u de timer in.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee kunt u in- en uitzoomen.
9
Hiermee gaat u naar de map Foto's.
Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm.
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
90
Toets
Functie
•
0
Hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
•
•
Hiermee wijzigt u de witbalans.
Opties voor foto's
•
•
•
Camera (menu 8)
Wanneer u een foto hebt opgeslagen, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Tonen: hiermee kunt u één foto uit meerdere
foto's openen.
• Nog een foto: hiermee gaat u terug naar de
fotostand.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als: hiermee kunt u de foto instellen als
achtergrond voor de displays of koppelen aan een
van uw contactpersonen. De foto wordt getoond
als u door het betreffende nummer wordt gebeld.
•
Wijzigen: hiermee kunt u de foto bewerken via de
functie Foto bewerken.p. 47
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Ga naar foto's: hiermee gaat u naar de map
Foto's.p. 75
Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand afdrukken door de telefoon
via Bluetooth met een printer te verbinden.
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Menuopties
Toets
Een foto nemen als de telefoon gesloten is
1. Houd [ ] ingedrukt.
2. Druk, indien nodig, op [
] om
te markeren.
91
Menuopties
3. Gewenste actie
Werkwijze
Het beeld verticaal spiegelen
[ ].
Het spiegelbeeld weergeven
[ ].
De flitser in- of uitschakelen
Houd [ / ]
ingedrukt.
De helderheid aanpassen
[
].
In- of uitzoomen
[
].
4. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
Een video opnemen
U kunt een video opnemen van wat er op het
camerascherm wordt weergegeven en deze video
opslaan.
1. Druk in de fotostand op [1].
2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt filmen.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.volgende gedeelte
92
•
U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen
over te schakelen.p. 94
3. Druk op [ ] om de opname te starten.
4. Druk op [ ] of < > om de opname te stoppen.
De video wordt automatisch opgeslagen in de map
Videoclips.
5. Gewenste actie
Werkwijze
De videoclip afspelen
[
Opties voor videoclips
weergeven
Druk op <Opties>.
p. 95
].
De videoclip verwijderen
Druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
Terugkeren naar de
videostand
Druk op <Voorbeeld>.
Cameraopties in de videostand
Druk in de videostand op <
weer te geven:
> om de volgende opties
•
•
•
•
Camera (menu 8)
•
Kies Normaal om een video op te nemen binnen
de limiet van het geheugen dat op dat moment
beschikbaar is. De videoclip wordt opgeslagen in
de MP4-indeling.
Grootte: hiermee kunt u de framegrootte
selecteren.
Kwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de
beeldkwaliteit selecteren.
Zoeker: hiermee kunt u een voorbeeldscherm
selecteren.
Geluid opnemen: hiermee kunt u geluid
opnemen bij een videoclip.
Geluid bij zoomen: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij zoomen in of uit.
Geluid helderheid:: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij aanpassing van het contrast in of
uit.
Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van
het beeld. U kunt de video warmer of koeler laten
lijken.
Menuopties
•
Foto nemen: hiermee schakelt u over naar de
fotostand.
Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
Flits: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser.
Timer: hiermee kunt een vertraging instellen
voordat de camera begint met opnemen.
Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map
Videoclips.
Instellingen: hiermee kunt u de volgende
instellingen voor het opnemen van een video
wijzigen:
Opnamestand: hiermee kunt u een opnamestand
voor uw video-opnamen selecteren.
Select Limiet voor MMS/Achtergrond/Beller-id
om een video op te nemen die geschikt voor een
bericht of die kan worden ingesteld als achtergrond
of als afbeelding voor identificatie van de beller. De
videoclip wordt opgeslagen in de 3GP-indeling.
93
Menuopties
•
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in de
videostand.
Toets
Functie
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
Gebruik van de toetsen in de videostand
4
In de videostand kunt u met de toetsen de camerainstellingen aanpassen.
Hiermee wijzigt u de opnamestand voor
uw video-opnamen.
5
Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
7
Hiermee kunt u het geluid in- of
uitschakelen.
8
Hiermee stelt u de timer in.
9
Hiermee gaat u naar de map
Videoclips.
Toets
Functie
Links/
Rechts
Hiermee kunt u het contrast van het
beeld aanpassen.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee kunt u in- en uitzoomen.
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
Hiermee kunt u het spiegelbeeld
weergeven.
94
1
Hiermee schakelt u over naar de
fotostand.p. 88
2
Hiermee wijzigt u de framegrootte.
Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm.
0
Hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
Hiermee wijzigt u de witbalans.
Opties voor videoclips
•
Details: hiermee kunt u de eigenschappen van het
bestand bekijken.
Een video opnemen met de telefoon dicht
1. Houd [ ] ingedrukt.
2. Druk, indien nodig, op [
] om
Het beeld verticaal spiegelen
Werkwijze
Camera (menu 8)
3. Gewenste actie
te markeren.
Menuopties
Wanneer u een videoclip hebt opgeslagen, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Nog één opnemen: hiermee gaat u terug naar de
videostand.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als: hiermee kunt u de videoclip
(als deze is opgeslagen als 3GP-bestand) instellen
als achtergrond voor het display of belleridentificatie voor een vermelding in de
telefoonlijst.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
• Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
• Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map
Videoclips.p. 78
• Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
[ ].
Het spiegelbeeld weergeven
[ ].
De flitser in- of uitschakelen
Houd [ / ]
ingedrukt.
De helderheid aanpassen
[
].
In- of uitzoomen
[
].
4. Druk op [ ] om de opname te starten.
5. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen.
95
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
Het menu Instellingen biedt toegang tot diverse
opties waarmee u de instellingen van uw telefoon kunt
aanpassen aan uw voorkeuren en behoeften. Hiermee
kunt u ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Instellingen om dit menu te openen.
Tijd en datum (menu 9.1)
Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die
op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd
en datum instelt, moet u in het menu Wereldklok de
tijdzone opgeven.p. 51
• Tijd instellen: hier geeft u de huidige tijd in.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
• Tijdnotatie: hiermee selecteert u de tijdnotatie.
• Datum instellen: hier geeft u de huidige datum
in.
• Begindag agenda: hiermee stelt u in met welke
dag van de week de agenda begint.
96
Telefooninstellingen (menu 9.2)
U kunt de instelling van veel functies van de telefoon
aan uw eigen wensen aanpassen.
Taal (menu 9.2.1)
Via dit menu kunt u een van de beschikbare talen
selecteren voor de tekst in het display.
Welkomstbericht (menu 9.2.2)
Via dit menu kunt u de tekst ingeven die kort als
begroeting wordt weergegeven wanneer de telefoon
wordt ingeschakeld.
Sneltoetsen (menu 9.2.3)
U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen
om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde
menu's te openen. Via dit menu kunt u een sneltoets
aan een toets toewijzen.
Een sneltoets toewijzen aan een menu
1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt
gebruiken.
2. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt
toewijzen.
Opties voor sneltoetsen
Gebruik dit menu om in te stellen of de beltoon wordt
uitgeschakeld of een oproep wordt geweigerd als u
[ / ] ingedrukt houdt wanneer er een oproep
binnenkomt.
Extra instellingen (menu 9.2.5)
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen
in- en uitschakelen, en de externe toetsen
vergrendelen.
•
•
•
Automatisch herhalen: hiermee stelt u in dat
maximaal tien maal wordt geprobeerd een
telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het
niet gelukt is verbinding te krijgen.
Klepje actief: hiermee kunt u een inkomende
oproep beantwoorden door de telefoon te openen.
Met elke toets antwoorden: hiermee kunt u een
inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve
<Weigeren> en [ ].
Externe toetsen vergrendelen: hiermee
vergrendelt u de toetsen zodat u de telefoon niet
per ongeluk in werking kunt stellen als deze
gesloten is door op de toetsen te drukken.
Instellingen (menu 9)
Volumetoets (menu 9.2.4)
•
Menuopties
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u een sneltoetsmenu
toewijzen of wijzigen.
• Verwijderen: hiermee wordt de toewijzing van de
sneltoets aan de geselecteerde toets ongedaan
gemaakt.
• Alles verwijderen: hiermee worden alle
sneltoetstoewijzingen ongedaan gemaakt.
Displayinstellingen (menu 9.3)
Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en
de verlichting wijzigen.
97
Menuopties
98
Achtergrond (menu 9.3.1)
Stijl hoofdmenu (menu 9.3.2)
U kunt het standby-scherm op beide displays instellen.
• Hoofddisplay: hiermee selecteert u een
afbeelding of videoclip die moet worden
weergegeven op het hoofddisplay.
• Extern display: hiermee selecteert u een
afbeelding die moet worden weergegeven op het
externe display.
• Tekstpositie: hier selecteert u een positie voor de
tekst. Als u niet wilt dat tekst wordt weergegeven
in de standby-stand, selecteert u Uit.
• Lettertype: hier selecteert u een lettertype.
• Tekstkleur: hiermee selecteert u een kleur voor
het lettertype.
• Pictogram: hiermee stelt u in dat op het standbyscherm een pictogram wordt weergegeven in
plaats van het logo van de provider. Dit is alleen
beschikbaar als u een pictogram hebt ontvangen in
een bericht.
U kunt een weergavestijl instellen voor het scherm van
het hoofdmenu.
Kleurpatroon (menu 9.3.3)
Hier kunt u een kleurenpatroon selecteren voor de
menustand.
Helderheid (menu 9.3.4)
U kunt de helderheid van het display aanpassen aan
wisselende lichtsituaties.
Kleur bij kiezen nr. (menu 9.3.5)
In dit menu kunt u een kleur selecteren voor de cijfers
die u ingeeft wanneer u een nummer kiest.
Info beller weergeven (menu 9.3.6)
Via dit menu kunt u de telefoon meldingen laten
weergeven over gemiste oproepen, met informatie
over de laatste gemiste beller. Selecteer Op extern
display om bellergegevens weer te geven op het
externe display.
Met dit menu kunt u het belsignaal afzonderlijk
instellen voor inkomende SMS-, MMS-, e-mail- en
infoberichten.
• Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomend bericht.
• Toon: hier kunt u een van de vele berichttonen
selecteren.
• Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de
telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is.
Geluidsinstellingen (menu 9.4)
Met dit menu kunt u de verschillende
geluidsinstellingen aanpassen.
Inkomende oproep (menu 9.4.1)
Via dit menu kunt u de geluidinstellingen voor
inkomende oproepen wijzigen.
• Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
• Beltoon: hiermee selecteert u een beltoon voor de
oproep.
• Volume: hiermee selecteert u een beltoonvolume.
Toetstoon (menu 9.4.2)
Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Instellingen (menu 9)
Berichttoon (menu 9.4.3)
Met dit menu kunt u het videosysteem voor een
televisie selecteren.
Menuopties
Instellingen TV-uit (menu 9.3.7)
Toon bij in-/uitschakelen (menu 9.4.4)
Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
• Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd wanneer de telefoon wordt
aangezet of uitgezet.
• Toon: hier kunt u de toon kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
U kunt het toetstoonvolume bijstellen met behulp
van [ / ] in de standby-stand.
99
Menuopties
Klepsignaal (menu 9.4.5)
Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het
openen of sluiten van de telefoon.
• Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd wanneer u de telefoon opent
of sluit.
• Toon: hier kunt u de toon kiezen die u hoort bij
het openen of sluiten van de telefoon.
Stille modus (menu 9.4.6)
•
•
Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de
telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande
oproep wordt verbonden met het systeem.
Waarschuwing bij oproep: hiermee stelt u in
dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon
laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt
of wanneer het alarm moet afgaan.
Indicatietoon: hiermee stelt u in dat de telefoon
een pieptoon laat horen als u een fout maakt of als
er iets verkeerds gebeurt op de telefoon.
Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de
stille modus waarschuwt bij een bepaalde gebeurtenis.
Verlichting (menu 9.5)
Extra tonen (menu 9.4.7)
Via dit menu kunt u de instellingen voor de verlichting
wijzigen.
Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon
instellen.
• Minuutsignaal: hiermee stelt u in dat de telefoon
tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een
pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden
van de gespreksduur.
100
•
Backlight (menu 9.5.1)
U kunt selecteren hoelang de verlichting aan moet
blijven of hoelang het display aan blijft in de dimstand,
waarin de verlichting uitgeschakeld is.
• Hoofddisplay normaal: hier selecteert u hoelang
de verlichting aan moet blijven.
•
Met dit menu kunt u de toetsenverlichting instellen.
• Altijd: de toetsenverlichting is altijd ingeschakeld.
• ’s Nachts: de toetsenverlichting is ingeschakeld
tussen vijf uur 's middags en 9 uur 's ochtends.
• Aangepast: hier kunt u zelf opgeven wanneer de
toetsenverlichting ingeschakeld moet zijn.
Netwerkdiensten (menu 9.6)
Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten.
Neem contact op met uw provider voor informatie over
de beschikbaarheid van deze diensten of voor een
abonnement.
Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen
doorgeschakeld naar een door u opgegeven
telefoonnummer.
1. Selecteer een doorschakeloptie:
• Altijd: alle oproepen worden doorgeschakeld.
• In gesprek: oproepen worden doorgeschakeld
wanneer u in gesprek bent.
• Neemt niet op: oproepen worden
doorgeschakeld als u niet opneemt.
• Onbereikbaar: oproepen worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van
uw provider bevindt of als uw telefoon is
uitgeschakeld.
• Alles annuleren: hiermee worden alle
doorschakelopties geannuleerd.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt
doorschakelen.
3. Selecteer Aanzetten. Selecteer Uitzetten om het
doorschakelen van oproepen op te heffen.
Instellingen (menu 9)
Toetsverlichting (menu 9.5.2)
Oproepen doorschakelen (menu 9.6.1)
Menuopties
•
Hoofddisplay gedimd: hier selecteert u hoelang
het display gedimd blijft nadat de verlichting is
uitgeschakeld. Na een bepaalde tijd wordt het
display uitgeschakeld.
Symbolen extern display: hier kunt u instellen
of de symbolen van het hoofddisplay worden
weergegeven op het externe display.
101
Menuopties
4. Ga naar de regel Doorschakelen naar.
5. Geef het nummer in waarnaar de oproepen
moeten worden doorgeschakeld.
6. Als u Neemt niet op hebt geselecteerd, gaat u
naar de regel Seconden en selecteert u hoelang
wordt gewacht voordat een oproep wordt
doorgeschakeld.
7. Druk op <Kies>.
Oproepen blokkeren (menu 9.6.2)
Met deze netwerkservice kunt u oproepen blokkeren.
1. Selecteer een blokkeeroptie:
• Alle uitgaande oproepen: alle uitgaande
oproepen worden geblokkeerd.
• Internationaal: internationale oproepen
worden geblokkeerd.
• Internationaal behalve thuisland: hiermee
is het alleen toegestaan te bellen naar
nummers binnen het land waar u zich bevindt
als u in het buitenland bent, en naar het
servicegebied van uw eigen provider.
102
Alle inkomende oproepen: inkomende
oproepen worden geblokkeerd.
• Inkomend in buitenland: alle inkomende
oproepen worden geblokkeerd wanneer u de
telefoon buiten het servicegebied van uw eigen
provider gebruikt.
• Alles annuleren: alle blokkeeropties worden
geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers
kunt bellen en oproepen kunt ontvangen.
• Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee
wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw
provider hebt gekregen.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren.
3. Selecteer Aanzetten. Als u de blokkeerfunctie wilt
uitzetten, selecteert u Uitzetten.
4. Geef het blokkeringswachtwoord in dat u hebt
gekregen van uw provider en druk op <Kies>.
•
Wisselgesprek (menu 9.6.3)
Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Voicemailserver (menu 9.6.6)
Via dit menu kunt u het nummer van de
voicemailserver opslaan en toegang krijgen tot uw
voicemailberichten.
U moet het nummer van de voicemailserver opslaan
voordat u toegang kunt krijgen tot de server.
Informeer bij uw provider naar het nummer.
Netwerk kiezen (menu 9.6.4)
•
•
Verbinden met voicemailserver: hiermee
maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u
uw voicemailberichten kunt beluisteren.
Nummer voicemailserver: hier geeft u het
telefoonnummer van de voicemailserver in.
Nummerweergave (menu 9.6.5)
Besloten gebruikersgroep (menu 9.6.7)
Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon
van degene die door u wordt gebeld. Als u Standaard
selecteert, wordt de standaardinstelling van het
netwerk gebruikt.
Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande
oproepen beperken tot een geselecteerde
gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider
voor gedetailleerde informatie over het maken van
gesloten gebruikersgroepen.
• Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor
gesloten gebruikersgroepen toevoegen,
verwijderen of activeren.
Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet
wijzigen.
Instellingen (menu 9)
Met deze netwerkservice kunt u automatisch of
handmatig het netwerk selecteren dat moet worden
gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U
kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een
geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee
netwerken.
Menuopties
1. Selecteer de typen oproepen waarop de
wisselgesprekfunctie van toepassing moet zijn.
2. Selecteer Aanzetten en druk op <Kies>. Kies
Uitzetten om de wisselgesprekfunctie uit te
zetten.
103
Menuopties
•
•
Buiten groep OK: hiermee kunnen ook nummers
worden gebeld die niet in de gesloten
gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze
optie is afhankelijk van uw abonnement voor de
gesloten gebruikersgroep.
Standaardgroep: hiermee schakelt u de
standaardgebruikersgroep in, als u er een hebt
ingeschakeld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt
u de standaard gesloten gebruikersgroep kiezen,
zonder dat u een groep in de lijst hoeft te
selecteren.
Band selecteren (menu 9.6.8)
U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en
gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de
beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor
de volgende netwerktypen: GSM 1900 en een
combinatie van GSM 900/1800.
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan
het zijn dat u op een andere band moet
overschakelen.
104
Bluetooth (menu 9.7)
Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos
aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar
gegevens mee uitwisselen, handsfree spreken of de
telefoon op afstand bedienen.
Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos
verbinding maken tussen elektronische apparaten die
compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal
10 meter. Omdat de apparaten communiceren via
radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat
niet te kunnen zien.
• Als er voorwerpen tussen de apparaten staan, is
het mogelijk dat de afstand waarop de apparaten
kunnen communiceren, afneemt.
• Voor de beste resultaten wordt aanbevolen de
Bluetooth-functionaliteit niet samen met
multimediavoorzieningen zoals spraakrecorder,
camera en MP3-speler te gebruiken.
• Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel
met de telefoon.
De Bluetooth-functie instellen
Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit
koppelen
•
Stereoheadset
•
Printer
•
Computer
•
PDA
•
Mobiele telefoon
•
Onbekend
apparaat
•
Monoheadset/Handsfree carkit
Instellingen (menu 9)
1. Kies Mijn apparaten vanuit de Bluetoothinstellingsopties.
2. Kies Zoeken naar nieuwe apparaten.
Nadat het zoeken is voltooid, wordt een lijst
weergegeven met apparaten waarmee u
verbinding kunt maken. De volgende symbolen
geven aan om wat voor type apparaat het gaat:
Menuopties
Het menu Bluetooth bevat de volgende opties:
• Activering: hiermee kunt u de Bluetooth-functie
activeren of deactiveren.
• Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken.
• Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt
u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen
zoeken naar uw telefoon.
• Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een
Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze
naam wordt op andere apparaten weergegeven.
• Veilige modus: hiermee bepaalt u of u om
bevestiging wordt gevraagd wanneer andere
apparaten toegang tot uw gegevens proberen te
krijgen.
• Bluetooth-services: hiermee kunt u de
beschikbare Bluetooth-diensten weergeven.
De kleur van het symbool geeft de status van het
apparaat aan:
• Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
• Blauw voor gekoppelde apparaten
• Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
105
Menuopties
3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u
hoeft deze niet te onthouden.
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat
dezelfde code intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze ingeven.
106
•
•
•
•
Servicelijst: hiermee opent u de lijst met
Bluetooth-diensten van het apparaat.
Naam wijzigen: hiermee kunt u het gekoppelde
apparaat hernoemen.
Apparaat goedkeuren/Apparaat niet
goedkeuren: hiermee bepaalt u of u wilt worden
gevraagd om toestemming wanneer andere
apparaten proberen verbinding te maken met de
telefoon.
Verwijderen: hiermee kunt u het geselecteerde
apparaat of alle apparaten uit de lijst verwijderen.
Opties voor apparaten
Gegevens verzenden via Bluetooth
Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Verbinden: hiermee kunt u een verbinding maken
met een headset of handsfree carkit.
• Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de
verbinding met het apparaat.
• Door bestanden bladeren: hiermee kunt u
zoeken naar gegevens op het apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin de afspraak is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Blader naar het gewenste item en druk op
<Opties>.
4. Kies Verzenden via → Bluetooth.
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Beveiliging (menu 9.8)
Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen
ongeoorloofd gebruik door de verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te
gebruiken.
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-/PIN2code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze
codes krijgt u van uw provider.
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie
ingeschakeld is, moet u steeds als u de telefoon
aanzet, de PIN-code ingeven.
PIN-code wijzigen (menu 9.8.2)
Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. De functie
Controle PIN-code moet ingeschakeld zijn om de PINcode te kunnen wijzigen.
Telefoon vergrendelen (menu 9.8.3)
Met dit menu kunt u de telefoon vergrendelen zodat
deze niet door onbevoegden kan worden gebruikt.
Instellingen (menu 9)
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn.
1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden,
kunt u op <Ja> drukken als u het apparaat
toegang tot uw telefoon wilt verlenen.
2. Druk op <Ja> om de gegevens te ontvangen.
Controle PIN-code (menu 9.8.1)
Menuopties
5. Selecteer een apparaat.
6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <OK>.
Wanneer deze functie ingeschakeld is, moet u steeds
als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot
acht cijfers ingeven.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga
naar het menu Wachtwoord wijzigen om het
wachtwoord te wijzigen.
107
Menuopties
Wachtwoord wijzigen (menu 9.8.4)
FDN-modus (menu 9.8.7)
Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon
wijzigen.
Als de SIM-kaart FDN-modus ondersteunt, kunt u uw
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald
aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie
ingeschakeld is, kunt u alleen bellen naar de
telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen.
Privacy (menu 9.8.5)
Met dit menu kunt u de toegang tot berichten,
mediabestanden en alle menuopties op de telefoon
blokkeren, behalve oproepfuncties.
Als een privacyoptie ingeschakeld is, moet u het
wachtwoord van de telefoon ingeven als u de
geblokkeerde items of functies wilt gebruiken.
PIN2-code wijzigen (menu 9.8.8)
Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u dit menu
gebruiken om uw huidige PIN2-code te wijzigen.
SIM vergrendelen (menu 9.8.6)
Verbindingsinstellingen (menu 9.9)
Met dit menu kunt u instellen dat uw telefoon alleen
werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIMblokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de SIMblokkeringscode ingeven als u een andere SIM-kaart
wilt gebruiken.
Met dit menu kunt u de profielen maken en aanpassen
waarin de instellingen staan voor verbindingen tussen
de telefoon en het netwerk. U hebt deze instellingen
nodig als u de webbrowser wilt gebruiken of als u
MMS- of e-mailberichten wilt versturen.
De telefoon is standaard geschikt voor verbindingen
met het netwerk. Als u de instellingen wijzigt zonder
de instructies van de provider te raadplegen, is het
mogelijk dat de webbrowser, MMS- en e-mailfuncties
niet goed werken.
108
Een profiel maken
•
•
•
Instellingen (menu 9)
•
DNS: hiermee kunt u de DNS-adressen
(Domain Name Server) activeren en
deactiveren.
DNS1 en DNS2: hier geeft u het primaire en
secundaire DNS-adres in.
Drager: hier kunt u het type
overdrachtsmethode voor het netwerk
selecteren.
Geavanceerde instellingen: hiermee kunt u
de geavanceerde opties wijzigen. Afhankelijk
van de ingestelde overdrachtsmethode
verschillen de beschikbare opties.
Wanneer de overdrachtsmethode is ingesteld
op GPRS:
APN: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
Gebruikersnaam: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord
in.
Menuopties
1. Druk op <Nieuw>. Als er al een profiel
opgeslagen is, drukt u op <Opties> en kiest u
Nieuwe verbinding toevoegen.
2. Geef de volgende gegevens op:
• Profielnaam: hier geeft u een profielnaam in.
• URL startpagina: hier geeft u het
URL-adres van de pagina in die u wilt instellen
als startpagina.
• Proxy: hier kunt u de proxyserver activeren en
deactiveren.
• IP-adres: hier geeft u het IP-adres van de
proxyserver in.
• Poort: hier geeft u het poortnummer van de
proxyserver in.
• Wachttijd: hiermee kunt u een periode
instellen waarna de verbinding met het netwerk
wordt verbroken, als er binnen de opgegeven
periode geen gegevensverkeer heeft
plaatsgevonden.
109
Menuopties
Wanneer de overdrachtsmethode is ingesteld
op GSM:
Inbelnummer: hier geeft u het PPPtelefoonnummer in.
Gebruikersnaam: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord
in.
Type data-oproep: hier selecteert u een
oproeptype voor gegevensoverdracht.
3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te slaan.
Opties voor profielen
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u het geselecteerde
profiel bewerken.
• Verwijderen: hiermee wist u het profiel.
• Nieuwe verbinding toevoegen: hiermee voegt u
een nieuw profiel toe.
110
Instellingen terugzetten (menu 9.10)
Via dit menu kunt u de oorspronkelijke instellingen
van de telefoon herstellen.
1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te
selecteren die u wilt herstellen.
2. Druk op <Opn inst.>.
3. Druk op <Ja> om het herstellen van de
oorspronkelijke instellingen te bevestigen.
4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op <OK>.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.
p. 108
Problemen oplossen
Hulp bij het oplossen van problemen
U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig
telefoontje naar een medewerker van de
klantenservice besparen, door eerst een aantal
eenvoudige controles uit te voeren die in dit gedeelte
worden besproken.
Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende
berichten worden weergegeven:
"Plaats SIM-kaart"
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
"Wachtwoord ingeven"
• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
"PIN ingeven"
• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de
PIN-code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
gekregen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens
wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de
PIN-code ingeven. U kunt deze functie
uitschakelen met de menuoptie
Controle PIN-code.
"PUK ingeven"
• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
ingevoerd, waardoor de telefoon nu geblokkeerd
is. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt
gekregen.
"Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet
uitgevoerd" wordt weergegeven.
• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het
kan zijn dat het signaal te zwak is op de plaats
waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf
een andere locatie.
111
Problemen oplossen
•
U probeert een functie te gebruiken waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw provider. Neem
contact op met uw provider voor meer informatie.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet
gekozen.
• Controleer of u op [ ] hebt gedrukt.
• Controleer of u op toegang hebt tot het juiste
mobiele netwerk.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
uitgaande oproepen misschien hebt ingeschakeld.
Iemand probeert u tevergeefs te bellen.
• Controleer of de telefoon is ingeschakeld.
(Houd [ ] langer dan een seconde ingedrukt.)
• Controleer of u het juiste mobiele netwerk
gebruikt.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
inkomende oproepen misschien hebt ingeschakeld.
Uw gesprekspartner hoort u niet.
• Controleer of u de microfoon hebt ingeschakeld.
112
•
Controleer of u de telefoon dicht genoeg bij uw
mond houdt. De microfoon bevindt zich aan de
onderzijde van de telefoon.
De telefoon begint te piepen en het bericht
"Waarschuwing. Batterij bijna leeg" knippert op
het display.
• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de
batterij weer op.
De geluidskwaliteit van de oproep is slecht.
• Controleer de signaalsterkte op het display (
).
Hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te
sterker is het signaal (van sterk (
) tot zwak
( )).
• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een
gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.
Wanneer u een nummer uit de telefoonlijst
opnieuw kiest, wordt er geen nummer gebeld.
• Controleer via de functie Lijst met contacten of
het nummer op de juiste manier is opgeslagen.
• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.
De batterij wordt niet goed opgeladen of de
telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld.
• Maak de contactpunten voor het opladen van de
telefoon en de batterij schoon met een zachte
doek.
Mocht u het probleem aan de hand van de
bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen,
dan kunt u contact opnemen met uw leverancier
of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor
dat u de volgende gegevens bij de hand hebt:
• Het typenummer en het serienummer van de
telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een duidelijke beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
SAR-certificeringsinformatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese
Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan
radiogolven.
De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De
telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de
limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling
aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten
maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan
welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)
zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis
van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd
wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten
kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid
van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand,
te kunnen garanderen.
113
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de
EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.*
Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van
een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de
telefoon is.
De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was
0,915 W/kg.
Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht,
moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de
Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste
voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de
bescherming van de gezondheid en veiligheid van de
gebruiker en alle andere personen.
SAR-tests worden uitgevoerd onder normale
gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met
maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden
uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis
van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm
liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende
signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die
nodig is om het netwerk te kunnen bereiken.
Voorschriften voor het gebruik van
batterijen
•
•
•
* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is
2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram
lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke
veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met
eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren,
afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband.
114
Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd
zijn.
Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven
manier.
Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een
netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt.
De standby- en beltijd is sterk afhankelijk van de
signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de
parameters die door de provider zijn ingesteld.
•
•
•
•
•
•
•
Leg de batterij niet in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of
winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en
levensduur van de batterij verminderen. Probeer de
batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de
0 °C (32 °F).
Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting
ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een
muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en –
polen van de batterij (de metalen strips op de batterij)
direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas
bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigd raken.
Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi
ze niet in het vuur.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type batterij
en oplader. De batterij kan honderden keren worden
opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat
de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de
gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt,
is het tijd om een nieuwe batterij te kopen.
Een volledig opgeladen batterij die niet wordt
gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch
ontladen.
Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet
gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Sluit de batterij niet langer dan een week op een
oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat
minder lang mee.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed
op de laadcapaciteit van de batterij.
Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of
opwarmen.
115
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verkeersveiligheid
Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote
voordeel brengt echter ook een belangrijke
verantwoordelijkheid met zich mee, een
verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste
verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens
het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u
aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende
gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden
wilt gebruiken.
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter
apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de
radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke
gevallen contact op met de fabrikant voor een andere
oplossing.
Gebruiksomgeving
Pacemakers
Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon
niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een
mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen
van Wireless Technology Research. Als u ook maar een
vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de
telefoon onmiddellijk uitzetten.
Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een
ander apparaat wilt aansluiten, moet u de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat
apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten.
116
Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen
uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste
werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de
normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de
antenne over uw schouder wijst).
Verbod op mobiel bellen
Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen
in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren
wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw
gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is
aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet
toegestaan is.
Andere medische apparaten
Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt,
neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om
na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe
radiosignalen.
U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen.
Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het
gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische
systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op
met de fabrikant of dealer van uw auto.
Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur
die in uw auto is geïnstalleerd.
Omgevingen met explosiegevaar
Schakel de telefoon uit in een omgeving met
explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en
instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving
een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of
zelfs de dood tot gevolg.
Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een
tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking
tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots
(zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en
plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gehoorapparaten
117
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er
explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk
bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en
overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG
rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in
de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en
elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van
uw voertuig moet uitzetten.
Alarmnummer bellen
Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon
gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en
door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet
vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden
verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële
communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is
ingeschakeld en u zich in een servicegebied met
voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het
bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele
netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn
ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.
118
Zo belt u een alarmnummer:
1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.
2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op de toets [ ].
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het
blokkeren van gesprekken, moet u deze functies
misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt
bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem
contact op met uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
•
•
Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici
repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan
ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te
vervallen.
Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw
auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt.
•
•
•
Verzorging en onderhoud
De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap
is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u
de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de
garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier
hebben van dit product.
•
•
•
•
•
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of
stikken in de kleine onderdelen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen
bevatten mineralen die de elektronica aantasten.
Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor
kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan
de telefoon beschadigd raken.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,
vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen
dan beschadigd kunnen raken.
Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte.
Door de hoge temperatuur gaan elektronische
apparaten minder lang mee, kunnen batterijen
beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of
smelten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen
en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de
telefoon of de onderdelen of accessoires van de
telefoon.
Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er
rekening mee houden dat deze met flink veel kracht
wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook
niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur,
in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal
uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste
manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de
airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig
stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het
vliegtuig en is daarom verboden.
Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het
gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent
worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden
vervolgd.
119
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
•
•
•
•
•
120
Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich
condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegen
aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen
de interne onderdelen beschadigd raken.
Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
zachte doek gedrenkt in een sopje van water en
zachte zeep.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.
Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon
kan oververhit raken en ontploffen.
Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat waterschade
aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van
de telefoon niet meer onder de garantie van de
fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet
verstreken.
•
•
•
Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet
vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan
oogbeschadigingen opleveren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes
of aangepaste accessoires kunnen de telefoon
beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer
voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent
radioapparatuur.
Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar
zal men u van advies dienen en indien nodig voor
reparatie zorgen.
Index
A
ABC-stand, tekstinvoer • 27
Achtergrond • 98
Achtergrondafbeelding • 98
Afbeelding, afdrukken • 77
Afbeeldingen bewerken • 47
Afbeeldingen, gedownload • 75
Afdrukken, afbeelding • 77
Agenda • 83
Alarm • 51
Alarmnummer bellen • 118
Antwoorden met elke toets •
97
Automatisch herhalen • 97
B
Band selecteren • 104
Batterij
bijna leeg, symbool • 8
opladen • 7
voorschriften • 114
Batterij bijna leeg, symbool • 8
Beantwoorden
oproep • 31
tweede oproep • 33
Bekijken op een televisie
afbeeldingen • 77
video's • 79
Belgroepen • 39
Belsignaal
berichten • 99
inkomende oproepen •
99
Berichten
begroeting • 96
configuratie • 63
e-mail • 60, 65
info • 63, 74
MMS • 59, 63
serverbericht • 63, 74
SMS • 58, 62
Berichten maken
e-mail • 60
MMS • 59
SMS • 58
Berichttoon • 99
Bestanden bekijken • 81
Beveiliging, oproepen • 107
Blokkeren
klep toetsen • 97
menuopties • 108
SIM-kaart • 108
telefoon • 107
Blokkeren, oproepen • 102
Bluetooth
instellingen • 105
ontvangen, gegevens •
107
verzenden, gegevens •
106
Browser, web- • 54
C
Calculator • 52
Camera
foto's • 88
video's • 92
Configuratieberichten • 62
D
Datum instellen • 96
Display
helderheid • 98
indeling • 10
instellingen • 97
symbolen • 10
taal • 96
Documentbestanden • 81
Doorschakelen, oproepen •
101
DRM (Digital Rights
Management) • 75
DTMF-tonen verzenden • 34
E
E-mailberichten
bekijken • 65
instelling • 71
maken/verzenden • 60
wissen • 66
121
Index
F
Foto's
afdrukken • 77
bekijken • 75
nemen • 88
wijzigen • 47
G
Geheugenkaart
bestanden openen • 83
installeren • 25
Geheugenstatus
berichten • 75
bestandsbeheer • 83
gedownloade items • 83
telefoonlijst 42
Geluiden, gedownload • 80
Geluidsinstellingen • 99
Gemiste oproepen • 36
Gesloten gebruikersgroep
(CUG) • 103
Gespreksduur • 36
Gesprekskosten • 37
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie • 113
122
H
Herstellen, telefooninstellingen
• 110
I
In- en uitschakelen
microfoon • 34
telefoon • 8
Infoberichten • 63, 74
Internationale gesprekken • 30
Internet • 54
J
Java-toepassingen • 50
K
Klepje actief • 97
Klepsignaal • 100
Kleur• 98
L
Laatste nummer, herhalen • 30
Luidspreker • 33
M
Menustijl • 98
Mijn bestanden • 75
Minuutsignaal • 100
MMS-berichten
bekijken • 61
instelling • 69
maken/verzenden • 59
wissen • 63
MP3-speler • 42
Multiparty-gesprek • 34
Muziek, gedownload • 80
N
Namen
invoeren • 27
zoeken • 37
Netwerk kiezen • 103
Netwerkband, selecteren • 104
Netwerkdiensten • 101
Nummer herhalen
automatisch • 97
handmatig • 30
Nummerweergave • 98, 103
O
Omrekenen • 53
Ontvangen berichten
e-mail • 65
MMS/SMS • 61
Ontvangen gesprekken • 36
Opnemen
spraakmemo's • 46
video's • 92
Oproepen
beantwoorden • 31
blokkeren • 102
doorschakelen • 101
doorverbinden • 34
in de wacht zetten • 32
nummer herhalen • 30
weigeren • 31
wisselgesprek • 102
Oproepenlijsten
gemist • 36
ontvangen • 36
uitgaand • 36
P
PIN2-code, wijzigen • 108
PIN-code, wijzigen • 107
Postvak IN, berichten
e-mail • 65
MMS/SMS • 61
Postvak UIT, berichten • 64
Privacy • 108
Problemen oplossen • 111
R
Roaming • 103
Serverberichten • 63, 74
SIM-kaart
plaatsen • 7
vergrendelen • 108
SMS-berichten
bekijken • 61
instelling • 68
maken/verzenden • 58
wissen • 62
Snelkiezen • 40
Sneltoets • 96
Spelletjes • 50
Spraakrecorder
afspelen • 47
opnemen • 46
Standaardberichten • 67
Stille modus
instelling • 100
invoeren • 14
Stopwatch • 53
Symbolen, beschrijving • 10
T9-stand, tekstinvoer • 28
Taal selecteren • 96
Tekens bij kiezen, instellen •
98
Tekens invoeren • 27
Tekst invoeren • 27
Telefoon
aan- en uitzetten • 8
display • 10
instellingen herstellen •
110
symbolen • 10
uitpakken • 6
vergrendelen • 107
wachtwoord • 108
Telefoonlijst
beheren • 41
opties • 38
snelkiezen • 40
toevoegen • 38
wissen • 38, 42
zoeken • 37
Tijd instellen • 96
Timer • 53
Toetsenblokkering • 97
Toetstonen
aan/uit • 34
selecteren • 99
volume • 99
Toon bij in-/uitschakelen • 99
TV-uitgang • 77, 99
U
Uitgaande gesprekken • 36
V
Vaste nummers • 108
Veiligheidsinformatie • 113
Verbindingstoon • 100
Verkeersveiligheid • 116
Verlichting • 100
Verlichting, instellen
display • 100
toetsen • 101
Verzonden berichten • 65
Verzorging en onderhoud • 119
Video's
afspelen • 78
opnemen • 92
Visitekaartje • 41
Voicemailserver • 103
W
Wachtstand, gesprek • 32
Wachtwoord
oproepen blokkeren •
102
telefoon • 108
Webbrowser
favorieten • 56
toegang • 54
Welkomstbericht • 96
Wereldklok • 51
Wisselgesprek • 102
Wissen
e-mail • 65, 66, 68
items • 87
MMS • 63, 65, 68
oproepenlijst • 35
SMS • 62, 65, 68
telefoonlijst • 38, 42
Index
S
T
123
: EN 60950-1:2001
: EN 301 489-01 v1.4.1 (08-2002)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
: EN 50360:2001
EN 50361:2001
: EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 v1.4.1 (04-2003)
(naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre.
(plaats en datum van uitgifte)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2005. 11. 15
Yong-Sang Park / verkoopmanager
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics QA Lab.
De technische documentatie wordt beheerd door:
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK
Kenmerk: 0168
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in
Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/
5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde
instantie(s):
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en
dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in
Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
Netwerk
SAR
Veiligheid
EMC
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende
standaarden en/of andere normatieve documenten.
(naam en adres van fabrikant*)
- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung-Buk,
Korea, 730-350
Gefabriceerd door:
(Typenaam)
SGH-E770
(Productbeschrijving)
GSM900/GSM1800/GSM1900
Draagbare mobiele telefoon
Het volgende product:
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)