Samsung SGH-X700 Handleiding

Categorie
Smartphones
Type
Handleiding
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk
van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-08123A
Dutch. 11/2005. Rev. 1.0
SGH-X700
Gebruiksaanwijzing
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Uitschakelen in de nabijheid van medische
apparatuur
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt
vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen
externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende
regels of voorschriften.
Belangrijke
veiligheids-
informatie
Het niet opvolgen van deze richtlijnen
kan tot gevaarlijke situaties leiden en
kan in strijd met de wet zijn.
Belangrijke veiligheidsinformatie
1
Storingen
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon
uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet
is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de
telefoon droog blijft.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen
uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als
de telefoon is ingeschakeld.
Alarmnummer bellen
Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets .
De telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen houden
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen. Het gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan de telefoon
beschadigen en kan gevaarlijk zijn.
Deskundige technische service
Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan
gekwalificeerde technici.
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 105 voor meer informatie over
veiligheid.
• De telefoon kan ontploffen als u de batterij
vervangt door een batterij van een onjuist type.
• Gooi oude batterijen weg volgens de geldende
richtlijnen.
2
Over deze handleiding
In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte
manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken.
Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de
telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel
onder de knie te krijgen.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
Deze informatie heeft betrekking op de
veiligheid of de functies van de telefoon.
Neem deze informatie zorgvuldig door.

Op de pagina waarnaar wordt verwezen,
vindt u meer informatie.
→
U moet op de navigatietoetsen drukken om
naar de betreffende optie te gaan en deze
vervolgens selecteren.
[ ]
Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ]
< >
Een functietoets, waarvan de functie in het
scherm van de telefoon wordt weergegeven.
Voorbeeld: <
Menu
>
•Camera en camcorder
U kunt de cameramodule op uw
telefoon gebruiken om een foto te
nemen of een video-opname te
maken.
Speciale
functies op uw telefoon
•Bluetooth
Met behulp van de gratis, draadloze
Bluetooth-technologie kunt u
mediabestanden overzetten en
verbinding maken met andere
apparaten.
•MP3-speler
U kunt uw telefoon gebruiken als
MP3-speler om MP3-bestanden af
te spelen.
3
Speciale functies op uw telefoon
•FM-radio
U kunt naar uw favoriete
radiostations luisteren, waar en
wanneer u maar wilt.
• Zien door wie u wordt gebeld
U kunt zien door wie u wordt
gebeld, doordat de foto van de
beller wordt weergegeven.
• Visitekaartje
U kunt visitekaartjes maken met uw
telefoonnummer en uw profiel. Dit
elektronische visitekaartje is een
handig middel om uzelf aan anderen
voor te stellen.
• MMS (Multimedia Message Service)
U kunt MMS-berichten met een combinatie van
tekst, afbeeldingen, videoclips en
geluidsfragmenten verzenden.
•E-mail
U kunt e-mailberichten met afbeeldingen,
videoclips en geluidsfragmenten in bijlagen
verzenden.
•Web browser
Draadloos verbinding maken met
internet zodat u de meest actuele
informatie en allerlei soorten
recente mediacontent kunt ophalen.
•Java
U kunt geïntegreerde spelletjes op
Java
â„¢
-basis spelen en nieuwe
spelletjes downloaden.
•Agenda
Hiermee kunt u uw dagelijkse,
wekelijkse en maandelijkse
afspraken bijhouden.
• Spraakrecorder
Hiermee kunt u memo's of geluiden
opnemen.
4
Inhoud
Uitpakken 6
Overzicht van de onderdelen
De telefoon 6
Toetsen, functies en locaties
Aan de slag 7
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
De telefoon installeren en opladen ............................. 7
De telefoon aan- en uitzetten .................................... 8
Toetsen en display ................................................... 9
Toegang tot menufuncties........................................ 11
De instellingen aanpassen........................................ 12
Bellen en oproepen beantwoorden ............................ 14
Andere functies van de telefoon gebruiken 15
Aan de slag met de camera, muziek, het web en andere
speciale functies
De camera gebruiken .............................................. 15
MP3-bestanden afspelen .......................................... 16
Luisteren naar FM-radio ........................................... 17
Surfen op Internet .................................................. 18
Telefoonlijst gebruiken ............................................ 19
Berichten verzenden ............................................... 20
Berichten bekijken .................................................. 21
Bluetooth gebruiken................................................ 23
Een geheugenkaart gebruiken .................................. 24
Tekst ingeven 26
ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand
Telefoneren 29
Geavanceerde belfuncties
Menuopties 34
Een overzicht van alle menuopties
Problemen oplossen 103
Hulp bij het oplossen van problemen
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid 105
Index 113
5
Overzicht van de menuopties
Druk in de standby-stand op <
Menu
> voor toegang tot de menustand.
1 Oproepenlijst

p. 34
1 Recente oproepen
2 Gemiste oproepen
3 Uitgaande oproepen
4 Ontvangen oproepen
5 Alles wissen
6 Gespreksduur
7 Gesprekskosten
*

p. 34

p. 35

p. 35

p. 35

p. 35

p. 36

p. 36
2 Telefoonlijst

p. 37
1 Lijst met contacten
2 FDN-lijst
3 Nieuw contact
toevoegen
4 Groep
5 Snelkiezen
6 Mijn visitekaartje
7 Eigen nummer
8 Beheer
9 Servicenummer
*

p. 37

p. 38

p. 38

p. 39

p. 40

p. 41

p. 42

p. 42

p. 42
3 Toepassingen

p. 43
1 MP3-speler
2 Spraakrecorder
3 JAVA-wereld
4 FM-radio
5 Wereldtijd
6 Alarm
7 Calculator
8 Omrekenen
9 Timer
10 Stopwatch
11 SIM-AT
*

p. 43

p. 45

p. 47

p. 48

p. 49

p. 50

p. 51

p. 51

p. 52

p. 52

p. 52
4 Browser

p. 53
1 Startpagina
2 Favorieten
3 Ga naar adres
4 Buffer leegmaken
5 Instellingen server
6 Huidige server

p. 53

p. 54

p. 55

p. 55

p. 55

p. 56
5 Berichten

p. 57
1 Bericht maken
2 Mijn berichten
3 Standaardberichten
4 Alles wissen
5 Instellingen
6 Infoberichten
7 Geheugenstatus

p. 57

p. 60

p. 65

p. 66

p. 66

p. 73

p. 74
6 Mijn bestanden

p. 74
1 Afbeeldingen
2 Video's
3 Muziek
4 Geluiden
5 Andere bestanden
6 Geheugenkaart
**
7 Geheugenstatus

p. 74

p. 76

p. 77

p. 77

p. 78

p. 78

p. 78
7 Agenda

p. 79
8 Camera

p. 83
9 Instellingen

p. 90
1 Tijd en datum
2 Telefooninstellingen
3 Displayinstellingen
4 Geluidsinstellingen
5 Lichtinstellingen
6 Netwerkdiensten
7 Bluetooth
8 Beveiliging
9 Geheugenstatus
10 Reset instellingen

p. 90

p. 90

p. 92

p. 93

p. 94

p. 95

p. 98

p.
101

p.
102

p.
102
* Deze optie wordt alleen
weergegeven als deze door de
SIM-kaart wordt ondersteund.
** Deze optie wordt alleen
weergegeven als er een
geheugenkaart is geplaatst.
6
Uitpakken
Overzicht van de onderdelen
Bij de lokale Samsung-dealer kunt
u diverse accessoires kopen.
Telefoon
Reisadapter
Batterij
Gebruiksaanwijzing
De onderdelen die bij de telefoon
worden meegeleverd en de
accessoires die verkrijgbaar zijn
bij de Samsung-dealer kunnen
per land en per provider
verschillen.
De telefoon
Toetsen, functies en locaties
Toet sen voor
speciale functies
Luidspreker
Display
Aan/Uit/Menu afsluiten
Microfoon
WAP toegangs-/
Bevestigingstoets
Alfanumerieke toetsen
Nummer kiezen
Rechterfunctietoets
Navigatietoetsen
(Omhoog/Omlaag/
Links/Rechts)
Volumetoets
Linkerfunctietoets
Externe
luidspreker
Spiegel
Aansluitpunt
headset
Cameralens
Camera-
toets
Sleuf voor geheugenkaart
Annuleren/
Corrigeren
7
Aan de slag
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Informatie over de SIM-kaart
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-
code, beschikbare extra diensten en dergelijke)
opgeslagen.
De telefoon installeren en opladen
Verwijder de batterij.
Als de telefoon al aan
staat, moet u deze eerst
uitschakelen door [ ]
ingedrukt te houden.
Plaats de SIM-kaart.
Zorg dat de goudkleurige
contactpunten op de
kaart naar de telefoon
gericht zijn.
Plaats de batterij.
Sluit de reisadapter
aan op de telefoon.
Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon
stopcontact.
Haal het netsnoer van de adapter uit het
stopcontact wanneer de telefoon volledig is
opgeladen (het batterijsymbool beweegt niet
meer).
8
Aan de slag
Batterijsymbool
Wanneer de batterij bijna leeg is:
• hoort u een waarschuwingstoon,
• wordt een melding weergegeven dat de batterij
bijna leeg is en
• knippert het batterijsymbool .
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
De telefoon aan- en uitzetten
Toetsenblokkering
U kunt het toetsenbord blokkeren, zodat de werking
van de telefoon niet wordt verstoord wanneer u per
ongeluk op een toets drukt.
Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt en druk
vervolgens op <
Ja
>. Als u de toetsenblokkering wilt
opheffen, drukt u op de linkerfunctietoets en
vervolgens op
[
].
Haal de adapter uit de telefoon.
De telefoon
aanzetten
Zet de telefoon niet
aan op plaatsen
waar het gebruik
van mobiele
telefoons verboden
is.
1. Houd [ ] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
2. Geef indien nodig de PIN-code
in en druk op <
OK
>.
De telefoon
uitzetten
Houd [ ] ingedrukt.
9
Aan de slag
U kunt de telefoon ook zo instellen dat het toetsenbord
automatisch wordt geblokkeerd.

p. 92
Toetsen en display
Toetsen
De functie uitvoeren die op de onderste
regel van het display wordt aangegeven.
In de standby-stand: rechtstreeks uw
favoriete menuopties openen.

p. 90
In de menustand: door menuopties
bladeren.
In de standby-stand: de webbrowser
starten.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren of de invoer
bevestigen.
Zelf bellen of oproepen beantwoorden.
In de standby-stand: de laatste nummers
weergeven die u hebt gebeld of waarvan u
een oproep hebt gemist of ontvangen.
Tekens uit het display wissen.
In de menustand: teruggaan naar het vorige
menuniveau.
Een oproep beëindigen.
Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit
te zetten.
In de menustand: invoer annuleren en
teruggaan naar de standby-stand.
Cijfers, letters en enkele speciale tekens
ingeven.
In de standby-stand:
[
1
] ingedrukt houden
voor toegang tot uw voicemailserver. Houd
[
0
] ingedrukt als u een internationale
toegangscode wilt ingeven.
Speciale tekens ingeven.
In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden
om de stille stand in of uit te schakelen.
Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen
nummers in te voeren.
10
Aan de slag
Display
Het volume van de telefoon regelen.
In de standby-stand: het toetsvolume
aanpassen.
In de standby-stand: ingedrukt houden om
de camera aan te zetten.
In de camerastand: een foto maken of een
video-opname maken.
Indeling
Tekst en afbeeldingen
hier worden berichten,
instructies en ingevoerde
informatie weergegeven.
Functietoetsindicatoren
hier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de
functietoetsen zijn
toegewezen.
Menu Contacten
Symbolen
hier worden diverse
symbolen weergegeven.
Symbolen
*
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Buiten bereik van uw
servicegebied. U kunt geen
oproepen verzenden of
ontvangen.
Alarm ingesteld
Nieuw SMS-bericht
Nieuw MMS-bericht
Nieuw e-mailbericht
Een van de postvakken IN is vol
Nieuw voicemailbericht
Doorschakelfunctie is geactiveerd
Bluetooth-functie is geactiveerd
Aangesloten op Bluetooth-
handsfree kit of headset
11
Aan de slag
Toegang tot menufuncties
GPRS-netwerk
EDGE-netwerk
Thuisnetwerk, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Office Zone, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Geheugenkaart is geplaatst
Beltoon ingesteld op trilstand
Stille stand
Batterijsterkte
* Welke symbolen op het display worden weergegeven, is
afhankelijk van het land en de provider.
Functie-
toetsen
De functie van de functietoetsen
hangt af van de context waarin ze
worden gebruikt. Onder in het
display ziet u welke functie de
toets op dat moment vervult.
Druk op de
linkerfunctietoets
om de
gemarkeerde optie
te selecteren.
Druk op de
rechterfunctietoets
om terug te keren
naar het vorige
menuniveau.
Kies Terug
12
Aan de slag
De instellingen aanpassen
Een optie
selecteren
1. Druk op de betreffende
functietoets.
2. Druk op de navigatietoetsen om
naar de vorige of volgende optie
te gaan.
3. Druk op <
Kies
> of [ ] om de
weergegeven functie of de
gemarkeerde optie te bevestigen.
4. Als u wilt afsluiten, kiest u een
van de volgende methoden.
•Druk op <
Terug
> of [
C
] om
één niveau omhoog te gaan.
• Druk op [ ] om terug te
keren naar de standby-stand.
Sneltoetsen
gebruiken
Druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de gewenste optie.
Voor de indexnummers 10 en 11
drukt u op [
0
], respectievelijk [ ].
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Telefooninstellingen
→
Taal
.
2. Selecteer een taal.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Geluidsinstellingen
→
Inkomende oproep
→
Beltoon
.
2. Selecteer een categorie
belmelodieën.
3. Selecteer een beltoon.
4. Druk op <
Opslaan
>.
Displaytaal
Belmelodie
13
Aan de slag
U kunt een achtergrond voor de
standby-stand op het display
instellen.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Displayinstellingen
→
Achtergrond
.
2. Selecteer een
afbeeldingscategorie.
3. Selecteer een afbeelding.
U kunt de kleur van de
displayonderdelen zoals de titelbalk
en de markeringsbalk aanpassen.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Displayinstellingen
→
Kleur
.
2. Selecteer een kleurenpatroon.
Achtergrond
standby-stand
Kleur
menustand
U kunt de navigatietoetsen
instellen als sneltoetsen om uw
favoriete menu's te openen.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Telefooninstellingen
→
Snelkoppeling
.
2. Selecteer een toets.
3. Selecteer het menu dat u aan
de toets wilt toewijzen.
U kunt de telefoon in de stille stand
zetten zodat u anderen niet stoort
met de geluiden van uw telefoon.
Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt.
Sneltoetsen
voor menu's
Stille stand
14
Aan de slag
Bellen en oproepen beantwoorden
U kunt de telefoon met een
wachtwoord beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Bij het
aanzetten van de telefoon wordt u
dan om het wachtwoord gevraagd.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Beveiliging
→
Wachtwoord
wijzigen
.
2. Geef het standaardwachtwoord
00000000
in en druk op
<
OK
>.
3. Geef een nieuw wachtwoord
van vier tot acht cijfers in en
druk op <
OK
>.
4. Geef het nieuwe wachtwoord
nogmaals in en druk op <
OK
>.
5. Selecteer
Telefoonblokkering
.
6. Selecteer
Aanzetten
.
7. Geef het wachtwoord in en druk
op <
OK
>.
Telefoon-
blokkering
1. Geef in de standby-stand het
netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
3. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
1. Druk op [ ] wanneer de
telefoon overgaat.
2. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
Druk op [ / ].
Een oproep tot
stand brengen
Een oproep
beantwoorden
Het volume
aanpassen
tijdens een
gesprek
15
Andere functies van de telefoon
gebruiken
Aan de slag met de camera, muziek, het web en andere
speciale functies
De camera gebruiken
1. Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
2. Richt de camera op het
voorwerp dat u wilt
fotograferen.
3. Druk op [ ] om de foto te
nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
4. Druk op [ ] om nog een foto te
nemen.
Een foto
nemen
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Mijn
bestanden
→
Afbeeldingen
→
Foto's
.
2. Selecteer de gewenste foto.
1. Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
2. Druk op [
1
] om over te
schakelen naar de videostand.
3. Druk op [ ] om de opname te
starten.
4. Druk op [ ] om de opname te
stoppen. De video-opname
wordt automatisch opgeslagen.
5. Druk op < > als u nog een
video-opname wilt maken.
Een foto
bekijken
Een video-
opname
maken
16
Andere functies van de telefoon gebruiken
MP3-bestanden afspelen
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Mijn
bestanden
→
Video's
→
Video's
.
2. Selecteer de gewenste video-
opname.
U kunt de volgende methoden
gebruiken:
• Downloaden van het internet

p. 53
• Downloaden van een computer
met behulp van het optionele
programma Samsung PC Studio

Gebruikershandleiding
Samsung PC Studio
Een video-
opname
afspelen
MP3-
bestanden naar
de telefoon
kopiëren
• Ontvangen via Bluetooth

p. 100
• Bestanden naar een
geheugenkaart kopiëren en de
kaart in de telefoon plaatsen.

p. 24
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Toepassingen
→
MP3-speler
.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Muziek toevoegen van
→
Telefoon
of
Geheugenkaart
.
3. Druk op [ ] om de gewenste
bestanden te selecteren en
druk vervolgens op <
Voeg
toe
>.
Een playlist
maken
17
Andere functies van de telefoon gebruiken
Luisteren naar FM-radio
1. Druk in het scherm MP3-speler
op [ ].
2. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
• : hiermee onderbreekt/
hervat u het afspelen.
• Links: hiermee gaat u terug
naar het vorige bestand. Als
u deze toets ingedrukt
houdt, gaat u terug in een
bestand.
• Rechts: hiermee gaat u naar
het volgende bestand. Als u
deze toets ingedrukt houdt,
gaat u vooruit in een
bestand.
• Omhoog: hiermee opent u
de playlist.
MP3-bestanden
afspelen
• / : hiermee past u het
volume aan.
• Omlaag: hiermee stopt u het
afspelen.
1. Sluit de connector van de
headset aan op het
aansluitpunt aan de rechterkant
van de telefoon.
2. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Toepassingen
→
FM-radio
.
3. Druk op [ ] om de radio aan te
zetten.
4. Houd [Links] of [Rechts]
ingedrukt om de beschikbare
radiofrequenties automatisch
op te zoeken.
Radiostations
zoeken en
instellen
18
Andere functies van de telefoon gebruiken
Surfen op Internet
Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos
surfen op internet en kunt u een groot aantal
verschillende actuele diensten en informatie opvragen
en materiaal van websites downloaden.
5. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
6. Geef een naam in voor het
station en druk op [ ].
7. Selecteer een lege locatie.
1. Sluit de connector van de
headset aan op het
aansluitpunt aan de rechterkant
van de telefoon.
2. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Toepassingen
→
FM-radio
.
3. Druk op [ ] om de radio aan te
zetten.
4. Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om op het gewenste station af
te stemmen.
5. Als u de radio wilt uitschakelen,
verwijdert u de headset.
Radiostations
zoeken en
instellen
(vervolg)
Naar de radio
luisteren
Druk in de standby-stand op [ ].
• Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de browseritems te
bladeren.
• Druk op [ ] om een optie te
selecteren.
•Druk op <
Terug
> om terug te
gaan naar de vorige pagina.
•Houd [
C
] ingedrukt om terug te
gaan naar de startpagina.
De browser
starten
Navigeren op
Internet
19
Andere functies van de telefoon gebruiken
Telefoonlijst gebruiken
• Druk op [ ] of selecteer
bovenaan in het scherm om de
browseropties weer te geven.
• Druk op [ ] om de opties voor
webpagina's te selecteren.
In het telefoongeheugen:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<
Opties
>.
2. Kies
Opslaan
→
Telefoon
→
een type nummer.
3. Geef gegevens voor de
contactpersoon in: Voornaam,
Achternaam, Mobiel, Privé,
Kantoor, Fax, Overig, E-mail,
Afbeelding, Melodie, Groep en
Notities.
Een vermelding
toevoegen
4. Druk op [ ] om de vermelding
op te slaan.
Op de SIM-kaart:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<
Opties
>.
2. Kies
Opslaan
→
SIM
.
3. Geef een naam in.
4. Druk op [ ] om de vermelding
op te slaan.
1. Druk in de standby-stand op
<
Contacten
>.
2. Selecteer een vermelding.
3. Blader naar een nummer en
druk op
[]
om te bellen of op
[ ] om de gegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
Een vermelding
zoeken
20
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Telefoonlijst
→
Mijn visitekaartje
.
2. Geef gegevens voor uzelf in.
3. Druk op [ ] om het
visitekaartje op te slaan.
4. Als u het visitekaartje wilt
verzenden, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Verzenden via
→
een
verzendmethode.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Berichten
→
Bericht maken
→
SMS-
bericht
.
2. Geef de berichttekst in.
Een
visitekaartje
maken en
verzenden
Een SMS-
bericht
(tekstbericht)
verzenden
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Opslaan en verzenden
of
Alleen verzenden
.
4. Toets de bestemmingsnummers
in.
5. Druk op [ ] om het bericht te
verzenden.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Berichten
→
Bericht maken
→
MMS-
bericht
.
2. Selecteer
Onderwerp
.
3. Geef het onderwerp van het
bericht in en druk op [ ].
4. Selecteer
Foto & Video
of
Melodie
.
5. Voeg een afbeelding, video of
geluidsbestand toe.
Een MMS-
bericht
(multimedia-
bericht)
verzenden
21
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten bekijken
6. Selecteer
Bericht
.
7. Geef de tekst van het bericht in
en druk op [ ].
8. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
.
9. Geef de telefoonnummers of
e-mailadressen van de
bestemming in.
10. Druk op [ ] om het bericht te
verzenden.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
>
en kies
Berichten
→
Bericht maken
→
E-mail
.
2. Selecteer
Onderwerp
.
3. Geef het onderwerp van het
e-mailbericht in en druk op [ ].
4. Selecteer
Bericht
.
Een
e-mailbericht
verzenden
5. Geef de tekst van het
e-mailbericht in en druk op [ ].
6. Selecteer
Bijlage toevoegen
.
7. Voeg afbeeldingen, videoclips,
geluidsfragmenten, muziek- of
documentbestanden toe.
8. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
.
9. Geef een of meer
e-mailadressen in.
10. Druk op [ ] om het
e-mailbericht te verzenden.
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Selecteer het bericht in het
Postvak IN.
Een SMS-
bericht
bekijken
22
Andere functies van de telefoon gebruiken
Vanuit het Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
→
Mijn berichten
→
Postvak IN
.
2. Selecteer een SMS-bericht.
().
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Selecteer het bericht in het
Postvak IN.
Vanuit het Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
→
Mijn berichten
→
Postvak IN
.
2. Selecteer een MMS-bericht
().
Een SMS-
bericht
bekijken
(vervolg)
Een MMS-
bericht
bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
→
Mijn berichten
→
E-mailbox
.
2. Selecteer een account.
3. Druk op <
Ja
> om nieuwe
e-mailberichten of
berichtkoppen te downloaden.
4. Selecteer een e-mailbericht of
een berichtkop.
5. Als u een berichtkop hebt
geselecteerd, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Ophalen
.
Een
e-mailbericht
bekijken
23
Andere functies van de telefoon gebruiken
Bluetooth gebruiken
De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie
waardoor u de telefoon draadloos met andere
Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen
gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor
handsfree spreken en de telefoon op afstand
bedienen.
Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Bluetooth
→
Aanzetten
→
Aan
.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
→
Bluetooth
→
Mijn
apparaten
→
Nieuw apparaat
zoeken
.
2. Selecteer een apparaat.
Bluetooth
activeren
Zoeken naar
een Bluetooth-
apparaat en dit
koppelen
3. Toets een Bluetooth-PIN-code
in of de Bluetooth-PIN-code
(indien vereist) van het andere
apparaat en druk op <
OK
>.
Wanneer de eigenaar van het
andere apparaat dezelfde code
intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
1. Open een toepassing:
Telefoonlijst
,
Mijn
bestanden
of
Agenda
.
2. Druk in de lijst met items op
<
Opties
> en kies
Verzenden
via
→
Bluetooth
.
3. Druk op [ ] om de gewenste
items toe te voegen en druk
vervolgens op <
Verzend
>.
Gegevens
verzenden
24
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een geheugenkaart gebruiken
Met een optionele microSD-geheugenkaart kunt u de
geheugencapaciteit van de telefoon vergroten.
4. Selecteer een apparaat.
5. Toets, indien nodig, de
Bluetooth-PIN-code in en druk
op <
OK
>.
Als u gegevens wilt ontvangen via
Bluetooth, moet de Bluetooth-
functie op de telefoon ingeschakeld
zijn.
Druk, indien nodig, op <
Ja
> om de
ontvangst te bevestigen.
Gegevens
verzenden
(vervolg)
Gegevens
ontvangen
• Door regelmatig wissen van en
schrijven naar een
geheugenkaart verkort u de
levensduur van de kaart.
• Verwijder een geheugenkaart
niet uit de telefoon en schakel
de telefoon niet uit terwijl de
gegevens erop worden gebruikt
of overgebracht. Hierdoor
kunnen gegevens verloren gaan
en/of kan de kaart of de
telefoon beschadigd raken.
• Stel geheugenkaarten niet
bloot aan schokken.
Belangrijke
informatie
over de
geheugenkaart
25
Andere functies van de telefoon gebruiken
• Raak de aansluitpunten van een
geheugenkaart niet aan met uw
vingers of met metalen
voorwerpen. Veeg
geheugenkaarten schoon met
een zachte doek.
• Houd geheugenkaarten buiten
het bereik van kleine kinderen
en huisdieren.
• Stel geheugenkaarten niet bloot
aan elektrostatische ontlading
en/of elektrische storingen.
1. Schuif de geheugenkaart in de
sleuf voor de geheugenkaart,
met de kant met het etiket naar
beneden.
2. Druk de kaart naar beneden
met uw duim totdat deze
vastklikt. Het systeemgeluid
klinkt.
Een
geheugenkaart
plaatsen
Als u een kaartadapter en een
USB-kaartlezer gebruikt, kunt u de
kaart op een pc inlezen.
1. Plaats een geheugenkaart in
een kaartadapter en plaats
vervolgens de adapter in een
kaartlezer/schrijver.
2. Steek de USB-connector van
de kaartlezer/-schrijver in de
USB-poort op de pc.
3. Blader naar de betreffende
geheugenkaart en kopieer
gegevens van en naar de kaart.
Als een bestandsnaam langer is
dan 52 tekens, wordt het bestand
niet weergegeven in de telefoon.
Een
kaartadapter
gebruiken
26
Tekst ingeven
ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand
Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst
of de agenda kunt u tekst ingeven met de ABC-, T9-,
Cijfer- of Symboolstand.
De tekstinvoerstand wijzigen
• Druk op de rechterfunctietoets om de
tekstinvoerstand te wijzigen. U kunt ook de
rechterfunctietoets ingedrukt houden en de
gewenste stand selecteren. ( : ABC-stand,
: T9 mode, : Cijferstand,
: Symboolstand)
• Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de T9-
en de ABC-stand. Afhankelijk van het land is het
ook mogelijk een invoerstand weer te geven voor
de taal van uw land.
• Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te
schakelen.
De ABC-stand gebruiken
Druk op de betreffende toets totdat het gewenste
teken op het scherm wordt weergegeven.
(Een SMS-bericht opstellen met de Unicode-tekenset)
Tekens in de weergegeven volgorde
Toets
Hoofdletter
Kleine letter
Te k s t i n g e v e n
27
Tips voor het gebruik van de ABC-stand
• Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter
op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de
cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u
op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in.
• Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
• Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen
Beginhoofdletter ( ), Alleen hoofdletters ( ) en
Alleen kleine letters (geen indicator).
• Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te wissen.
Houd [
C
] ingedrukt om het display leeg te maken.
De T9-stand gebruiken
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een teken
in te voeren.
Een woord ingeven in de T9-stand
1. Druk op [
2
] t/m [
9
]
om te beginnen met het
ingeven van een woord. Druk voor elke letter de
toets slechts één keer in.
Druk bijvoorbeeld op [
4
], [
2
], [
5
], [
5
] en [
6
] om
in de T9-stand het woord Hallo in te voeren.
T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het
woord steeds als u op een toets drukt, kan
veranderen.
2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of
verwijdert.
28
Te k s t i n g e v e n
3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt
weergegeven. Druk op [
0
] om alternatieve
woorden voor de ingedrukte toetsen weer te
geven.
Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [
6
] en [
3
]
gebruikt.
4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het
volgende woord in te voeren.
Tips bij het gebruik van de T9-stand
•Druk op [
1
] om automatisch een punt of apostrof
in te voeren.
• Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
• Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen
Beginhoofdletter ( ), Alleen hoofdletters ( ) en
Alleen kleine letters (geen indicator).
• Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te wissen.
Houd [
C
] ingedrukt om het display leeg te maken.
Een nieuw woord toevoegen aan het
woordenboek van T9
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle
talen.
1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen.
2. Druk op [
0
] om alternatieve woorden weer te
geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt.
Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn,
wordt onder in het display
Nieuw
weergegeven.
3. Druk op <
Nieuw
>.
4. Geef het gewenste woord in met de ABC-stand en
druk op <
OK
>.
De cijferstand gebruiken
In de cijferstand kunt u cijfers ingeven.
Druk op de desbetreffende cijfertoetsen.
29
De symboolstand gebruiken
In de symboolstand kunt u symbolen en speciale
tekens invoegen.
Te l e f o n e r e n
Geavanceerde belfuncties
Een nummer bellen
1. Geef in de standby-stand het netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand [
0
] ingedrukt. Het teken
+
verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk op
[].
Gewenste actie Werkwijze
Meer symbolen
weergeven
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een symbool
selecteren
Druk op de desbetreffende
cijfertoets.
De ingevoerde
symbolen wissen
Druk op [
C
].
Symbolen ingeven Druk op <
OK
>.
• Druk op [
C
] om het laatste cijfer te wissen of houd
[
C
] ingedrukt om alle tekens in het display te
wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een
onjuist cijfer te wijzigen.
• Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen
tussen nummers.
30
Te l e f o n e r e n
Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met
recente nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer en druk op
[].
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst,
kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te
selecteren.

p. 37
U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om
uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan
bepaalde cijfertoetsen.

p. 40
U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart
door het locatienummer in te toetsen dat u tijdens het
opslaan van het nummer hebt toegewezen.
1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en
druk op [ ].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers
te bladeren.
3. Druk op <
Kies nr
> of op [ ] om het gewenste
nummer te bellen.
Een gesprek beëindigen
Druk op [ ].
Een oproep beantwoorden
Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt de afbeelding voor een inkomende oproep
weergegeven.
Druk op <
OK
> of [ ] om de oproep te
beantwoorden.
Tips bij het aannemen van een gesprek
• Wanneer de optie
Elke toets
antwoorden
is
ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken,
behalve op <
Weiger
> en [ ].

p. 91
•Druk op <
Weiger
> of op [ ] om een oproep te
weigeren.
• Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren
of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de
instelling van de
Volumetoets
.

p. 91
Telefoneren
31
Gemiste oproepen bekijken
Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm
hoeveel dit er zijn.
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen.
3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen.
De headset gebruiken
U kunt de headset gebruiken om te bellen en
oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te
hoeven houden.
Sluit de headset aan op de aansluiting aan de
rechterkant van de telefoon. De knop op de headset
werkt als volgt:
Beschikbare opties tijdens een
gesprek
Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies
gebruiken.
Het volume regelen tijdens een gesprek
Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker
tijdens een gesprek te regelen.
Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om
het te verlagen.
Een gesprek in de wacht zetten en er uit
halen
Druk op <
Wacht
> of <
Ophalen
> om een oproep in
de wacht te zetten of uit de wacht te halen.
Gewenste actie Werkwijze
Het laatst gebelde
nummer herhalen
Druk op de knop. Druk
vervolgens nogmaals op
de knop en houd deze
ingedrukt.
Oproep beantwoorden Houd de knop ingedrukt.
Gesprek beëindigen Houd de knop ingedrukt.
Gewenste actie Werkwijze
32
Te l e f o n e r e n
Twee gesprekken voeren
U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit
door het netwerk wordt ondersteund.
1. Druk op <
Wacht
> om de oproep in de wacht te
zetten.
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
3. Druk op <
Wissel
> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
4. Druk op <
Opties
> en selecteer
Gesprek
in
wacht
beëindigen
om het gesprek dat in de
wacht staat te beëindigen.
5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u
al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt
ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt
ingeschakeld.

p. 96
1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te
nemen. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op <
Wissel
> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Gesprek
in
wacht
beëindigen
om het gesprek dat in de
wacht staat te beëindigen.
4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
De tweede luidspreker gebruiken
Gebruik de tweede luidspreker van de telefoon om op
een korte afstand van de telefoon telefoongesprekken
te voeren.
Druk op [ ] en vervolgens op <
Ja
> om de tweede
luidspreker te activeren. Druk nogmaals op [ ] om
weer over te schakelen naar de eerste luidspreker.
Telefoneren
33
Opties tijdens een gesprek
Druk op <
Opties
> om de volgende opties tijdens een
gesprek weer te geven:
•
Helderheid stem aan
/
Helderheid stem uit
:
hiermee kunt u de gevoeligheid van de microfoon
verhogen, zodat de persoon met wie u een gesprek
heeft u duidelijk kan horen, zelfs wanneer u
fluistert.
•
Microfoon uit
/
Microfoon aan
: hiermee kunt u de
microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw
gesprekspartner u niet kan horen, en vervolgens
weer inschakelen.
•
Toetstonen uit
/
Toetstonen aan
: hiermee
schakelt u de toetstonen in of uit.
•
Telefoonlijst
: hiermee opent u de lijst met
contactpersonen.
•
Toetstonen verzenden
: hiermee kunt u de
DTMF-tonen (Dual Tone Multi Frequency) als groep
verzenden. DTMF-tonen zijn de tonen die op
telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U
hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen
drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een
wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een
geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van
een bank.
•
Bericht
: hiermee kunt u een SMS-bericht lezen en
verzenden.
•
SIM-diensten
: hiermee hebt u toegang tot
speciale diensten op diverse gebieden zoals
nieuws, weerberichten, ontspanning en
plaatsbepaling. Deze diensten worden geleverd
door de provider van uw SIM-kaart. Deze optie is
beschikbaar wanneer u een SIM-kaart gebruikt die
SIM-AT menu's ondersteunt.
•
Gesprek in wacht beëindigen
: hiermee
beëindigt u de oproep die in de wacht staat.
Als u wilt kunnen communiceren met
antwoordapparaten of telefooncentrales moet u
de optie
Toetstonen aan
selecteren.
34
•
Doorverbinden
: hiermee verbindt u de actieve
oproep door naar de oproep die in de wacht staat.
Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar
praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek
verbroken.
•
Deelnemen
: hiermee kunt u een multiparty-
gesprek tot stand brengen door een beller in de
wacht toe te voegen aan het actieve gesprek. Er
kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een
multiparty-gesprek.
•
Uit Mpty
: hiermee kunt u een privé-gesprek
voeren met een van de deelnemers van het
multiparty-gesprek. De andere deelnemers kunnen
gewoon met elkaar blijven praten. Wanneer het
privé-gesprek beëindigd is, kunt u
Deelnemen
kiezen om terug te keren naar het multiparty-
gesprek.
•
Verwijderen
: hiermee beëindigt u de verbinding
met een van de deelnemers van het multiparty-
gesprek.
Menuopties
Een overzicht van alle menuopties
Oproepenlijst
(menu 1)
U kunt dit menu gebruiken om te zien welke nummers
u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of
gemist, en wat de duur van uw gesprekken is. U kunt
ook de kosten van uw oproepen bekijken, als deze
functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Oproepenlijst
.
Recente oproepen
(menu 1.1)
In dit menu worden de laatste oproepen (uitgaande,
beantwoorde en gemiste oproepen) weergegeven.
Menuopties
Oproepenlijst
(menu 1)
35
Gegevens van een oproep bekijken
1. Druk op [Links] of [Rechts] om naar een ander
type oproep te gaan.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst
met oproepen te bladeren.
3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te
bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen.
Opties voor oproepgegevens
Wanneer u de details van een oproep bekijkt, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Contact opslaan
: hiermee kunt u het nummer in
de telefoonlijst opslaan.
•
Bericht zenden
: hiermee kunt u een SMS- of
MMS-bericht verzenden naar het geselecteerde
nummer.
•
Wissen
: hiermee kunt u de geselecteerde
oproepgegevens of alle oproepgegevens
verwijderen.
Gemiste oproepen
(menu 1.2)
In dit menu worden de meest recente gemiste
oproepen weergegeven.
Uitgaande oproepen
(menu 1.3)
In dit menu worden de meest recent uitgaande
weergegeven.
Ontvangen oproepen
(menu 1.4)
In dit menu worden de meest recent ontvangen
oproepen weergegeven.
Alles wissen
(menu 1.5)
Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen
oproepen wissen.
1. Druk op [ ] om de soorten oproepen te selecteren
die u wilt wissen.
2. Druk op <
Wissen
>.
3. Druk op <
Ja
> om het wissen te bevestigen.
36
Menuopties
Gespreksduur
(menu 1.6)
In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en
inkomende oproepen weergegeven. De werkelijke
duur op de rekening van uw provider kan iets
afwijken.
•
Duur
laatste
gesprek
: hiermee kunt u de duur
van het laatste gesprek bekijken.
•
Totaal
uitgaand
: hiermee kunt u de totale duur
van alle uitgaande oproepen bekijken.
•
Totaal
ontvangen
: hiermee kunt u de totale duur
van alle inkomende oproepen bekijken.
•
Tijdtellers
op nul zetten
: hiermee kunt u de
gespreksduurtellers op nul zetten. U moet het
wachtwoord voor de telefoon ingeven.
Gesprekskosten
(menu 1.7)
Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten
weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is
niet geschikt voor factureerdoeleinden.
•
Kosten
laatste
gesprek
: hiermee kunt u de
kosten van het laatste gesprek bekijken.
•
Totale
kosten
: hiermee kunt u de totale kosten
van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten
hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn
ingesteld bij
Maximumkosten
instellen
, moet u
de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw
nummer kunt bellen.
•
Maximumkosten
: hiermee kunt u de
maximumkosten controleren die zijn ingesteld bij
Maximumkosten
instellen
.
•
Kostentellers
op nul zetten
: hiermee kunt u de
kostentellers terugzetten op nul.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000
. U kunt dit wachtwoord wijzigen.

p. 101
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
37
•
Maximumkosten
instellen
: hiermee kunt u de
maximaal toegestane kosten instellen voor uw
gesprekken.
•
Tarief
: hiermee kunt u de prijs per eenheid
instellen die wordt toegepast bij de berekening van
de gesprekskosten.
Telefoonlijst
(menu 2)
U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in
fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de
praktijk één geheel: de telefoonlijst.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Telefoonlijst
.
Lijst met contacten
(menu 2.1)
In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
opzoeken.
Een vermelding opzoeken
1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt.
2. Selecteer de naam in de lijst.
3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te
bellen of op [ ] om de detailgegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
Opties voor de telefoonlijst
Wanneer u de gegevens van een contactpersoon
bekijkt, kunt u op <
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon wijzigen.
•
Bericht zenden
: hiermee kunt u een SMS- of
MMS-bericht naar het geselecteerde nummer of
een e-mailadres aan het geselecteerde adres
verzenden.
•
Kopiëren
: hiermee kunt u de contactpersoon naar
het telefoongeheugen, de SIM-kaart of de FDN-lijst
kopiëren.
38
Menuopties
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u de
contactgegevens via SMS, MMS, e-mail of
Bluetooth.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de geselecteerde
contactpersoon.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u de
contactpersoon afdrukken door de telefoon via
Bluetooth met een printer te verbinden.
FDN-lijst
(menu 2.2)
Met behulp van dit menu kunt u een lijst met
contactpersonen samenstellen die kunnen worden
gebruikt in de FDN-modus (Fixed Dialling Number).
Als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt, worden
uitgaande oproepen in deze modus beperkt tot de
opgegeven telefoonnummers. U kunt de FDN-modus
inschakelen in het menu
FDN-modus
.

p. 102
Een contactpersoon toevoegen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
2. Geef uw PIN2-code in en druk op <
OK
>.
3. Geef een naam en telefoonnummer in of druk op
<
Opties
> en selecteer
Lijst met contacten
om
een contactpersoon uit de Telefoonlijst op te halen.
4. Wijzig zo nodig het locatienummer.
5. Druk op <
Opslaan
> om de contactpersoon op te
slaan.
Opties voor contactpersonen
Blader naar een contactpersoon en druk op <
Opties
>
om de opties weer te geven.

Opties voor de
telefoonlijst
Nieuw contact toevoegen
(menu 2.3)
In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de
telefoonlijst toevoegen.
Een nummer opslaan in het telefoongeheugen
1. Selecteer
Telefoon
.
2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de
contactpersoon in.
•
Voornaam
/
Achternaam
: hier kunt u een
naam ingeven.
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
39
•
Mobiel
/
Privé
/
Kantoor
/
Fax
/
Overig
: hier kunt
u een nummer toevoegen in de gewenste
categorie(ën).
•
E-mail
: hier kunt u een e-mailadres ingeven.
•
Afbeelding
: hiermee kunt u een afbeelding
voor nummerweergave toewijzen, die u ziet als
u een oproep van die persoon ontvangt.
•
Melodie
: hiermee wijst u een beltoon toe aan
het nummer, die u hoort als u een oproep van
die persoon ontvangt.
•
Groep
: hiermee kunt u de contactpersoon
toewijzen aan een belgroep.
•
Notities
: hier kunt u een notitie over de
persoon toevoegen.
3. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan.
Een nummer opslaan op de SIM-kaart
1. Selecteer
SIM
.
2. Geef een naam in en druk op [Omlaag].
3. Geef een telefoonnummer in en druk op [Omlaag].
4. Wijzig, indien nodig, het locatienummer.
5. Druk op <
Opslaan
> om de contactpersoon op te
slaan.
Groep
(menu 2.4)
Met dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen
indelen.
Een nieuwe belgroep maken
1. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
2. Geef een naam in voor de groep.
3. Selecteer de regel voor de afbeelding en stel een
afbeelding in.
4. Selecteer de regel voor de melodie en stel een
melodie in.
5. Druk op <
Opslaan
> om de groep op te slaan.
U kunt alleen een afbeelding voor
nummerweergave, beltoon of groep toewijzen
als de contactpersoon is opgeslagen in het
telefoongeheugen.
40
Menuopties
Leden toevoegen aan een belgroep
1. Selecteer een groep.
2. Druk op <
Voeg toe
>.
3. Selecteer de gewenste contactpersoon.
4. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Toevoegen
→
een contact.
Herhaal dit desgewenst.
Belgroepen beheren
Wanneer u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Tonen
: hiermee kunt u de leden van de
geselecteerde groep weergeven.
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een nieuwe groep
toevoegen.
•
Wijzigen
: hiermee wijzigt u de eigenschappen
van de groep.
•
Bericht zenden
: hiermee kunt u een SMS-, MMS-
of e-mailbericht naar de gewenste groepsleden
verzenden.
•
Wissen
: hiermee wist u de groep. Groepsleden
worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst.
Snelkiezen
(menu 2.5)
In dit menu kunt u de toetsen 2 tot en met 9 toewijzen
aan acht van de nummers die u het meest belt, zodat
u deze snel kunt kiezen.
Nummers voor snelkiezen toewijzen
1. Selecteer een cijfertoets (
2
t/m
9
). De toets
1
is
gereserveerd voor de voicemailserver.
2. Selecteer een contactpersoon in de lijst met
contactpersonen.
3. Selecteer een nummer als er meerdere nummers
voor de contactpersoon bestaan.
Nummers voor snelkiezen beheren
Druk in het scherm Snelkiezen op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een nummer aan een
nog niet gebruikte toets toewijzen.
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
41
•
Tonen
: hiermee kunt u de naam en het nummer
bekijken die aan een toets zijn toegewezen.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u een ander nummer aan
een toets toewijzen.
•
Verwijderen
: hiermee wist u de
snelkiesinstellingen voor een toets.
Snelkiesnummers bellen
Houd in de standby-stand de desbetreffende toets
ingedrukt.
Mijn visitekaartje
(menu 2.6)
In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar
anderen verzenden.
Visitekaartje opslaan
De procedure voor het maken van een visitekaartje is
identiek aan die voor het opslaan van een
telefoonnummer in het telefoongeheugen.

p. 38
Opties voor visitekaartjes
Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het visitekaartje
wijzigen.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het
visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Visitekaartje uitwisselen
: hiermee kunt u via
Bluetooth visitekaartjes met iemand uitwisselen.
•
Verwijderen
: hiermee kunt u het visitekaartje
verwijderen.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee drukt u het
visitekaartje af door de telefoon via Bluetooth met
een printer te verbinden.
42
Menuopties
Eigen nummer
(menu 2.7)
Met deze functie kunt u zien wat uw eigen
telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen
aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier
aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke
abonneenummers op uw SIM-kaart.
Beheer
(menu 2.8)
In dit menu kunt u de vermeldingen in de telefoonlijst
beheren.
•
Standaard geheugen
: hiermee kunt u een
standaardgeheugenlocatie selecteren waarin
contactpersonen moeten worden opgeslagen.
Wanneer u
Vragen bij opslaan
selecteert, wordt
u gevraagd een geheugenlocatie te selecteren
telkens wanneer u een nummer opslaat.
•
Alles naar telefoon kopiëren
: hiermee kunt u
alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren of
vice versa.
•
Sorteren
: hiermee kunt u de contactpersonen op
voor- of achternaam sorteren.
•
Alles wissen
: hiermee kunt u alle
contactpersonen uit het telefoongeheugen, van de
SIM-kaart of uit de FDN-lijst verwijderen.
•
Geheugenstatus
: hiermee kunt u het aantal
contactpersonen bekijken dat is opgeslagen in het
geheugen van de telefoon, op de SIM-kaart en in
de FDN-lijst.
Servicenummer
(menu 2.9)
In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers (Service
Dialling Numbers) bekijken die door de provider zijn
toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de
nummers voor inlichtingen en het voicemailnummer.
Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze
functie ondersteunt.
Blader naar het gewenste nummer en druk op
<
Kies nr
> of [ ].
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
43
Toepassingen
(menu 3)
In dit menu kunt u Java-spelletjes spelen, MP3-
bestanden afspelen of naar FM-radio luisteren. U kunt
uw telefoon ook als spraakrecorder, wekker, calculator,
omrekentoepassing, timer en stopwatch gebruiken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Toepassingen
.
MP3-speler
(menu 3.1)
Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te
luisteren. Eerst moet u MP3-bestanden opslaan in het
telefoongeheugen of op een geheugenkaart. U kunt
MP3-, AAC- en M4A-bestanden vanaf het geheugen
van de telefoon afspelen en MP3-bestanden vanaf de
geheugenkaart.
Om te genieten van muziek van hoge kwaliteit, kunt u
een als optie verkrijgbare Bluetooth-headset
gebruiken.
Muziekbestanden downloaden of ontvangen
U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3-
bestanden in het telefoongeheugen op te slaan:
• Downloaden van het internet

p. 53
• Downloaden van een computer met behulp van het
programma Samsung PC Studio

Gebruikershandleiding Samsung PC Studio
• Via een actieve Bluetooth-verbinding

p. 100
• Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren en de
kaart in de telefoon plaatsen.

p. 24
De gedownloade of ontvangen bestanden worden
opgeslagen in de map
Muziek
.

p. 77
Een playlist samenstellen
1. Druk in het scherm van de MP3-speler op
<
Opties
> en kies
Muziek toevoegen van
→
Telefoon
of
Geheugenkaart
.
2. Druk op [ ] om de gewenste bestanden te
selecteren en druk vervolgens op <
Voeg toe
>.
Gewone headsets zijn niet geschikt voor de MP3-
speler.
44
Menuopties
Muziekbestanden afspelen
1. Druk in het scherm van de MP3-speler op
<
Opties
> en kies
Afspelen via
.
2. Selecteer
Telefoon
als u de luidspreker wilt
gebruiken.
Selecteer
A/V-headset
als u een Bluetooth-
headset wilt gebruiken en deze wilt opzoeken en
aansluiten.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Opties voor de MP3-speler
Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Afspelen via
: hiermee start u het afspelen via de
telefoon of de Bluetooth-headset.
•
Pauze
: hiermee kunt u het afspelen onderbreken.
•
Overschakelen naar A/V-headset
/
Overschakelen naar telefoon
: hiermee kunt u
de uitvoer van het geluid overschakelen naar een
Bluetooth-headset of de luidspreker van de
telefoon.
Toets Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
Links Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand. Als u deze toets ingedrukt
houdt, gaat u terug in een bestand.
Rechts Hiermee gaat u naar het volgende
bestand. Als u deze toets ingedrukt
houdt, gaat u vooruit in een bestand.
Omhoog Hiermee opent u de playlist.
Omlaag Hiermee stopt u het afspelen.
/ Hiermee regelt u het volume.
3
Hiermee wijzigt u de herhaalstand.
6
Hiermee schakelt u de shufflestand in
of uit.
Toets Functie
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
45
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het huidige
bestand via e-mail of Bluetooth.
•
Playlist openen
: hiermee opent u de huidige
playlist.
•
Instellen als
: hiermee kunt u het bestand
instellen als beltoon, als alarmtoon of als beltoon
voor een vermelding in de telefoonlijst.
•
Verwijderen uit afspeellijst
: hiermee kunt u het
huidige bestand uit de playlist verwijderen.
•
Instellingen
: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het afspelen van
muziekbestanden wijzigen.
Herhaalstand
: hiermee kunt u een herhaalstand
selecteren.
Shuffle
: hiermee laat u de MP3-speler de
muziekbestanden in willekeurige volgorde
afspelen.
Visualisatie
: hiermee wijzigt u de animatie die
wordt weergegeven tijdens het afspelen.
Volume
: hiermee kunt u een volumeniveau
selecteren.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
De playlist openen
Druk in het scherm MP3-speler op [Omhoog].
Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Afspelen via
: hiermee start u het afspelen via de
telefoon of de Bluetooth-headset.
•
Muziek toevoegen van
: hiermee kunt u
bestanden toevoegen aan de playlist.
•
Verplaatsen
: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand verplaatsen naar de gewenste positie in
de playlist.
•
Verwijderen
: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand of alle bestanden uit de playlist
verwijderen.
Spraakrecorder
(menu 3.2)
Via dit menu kunt u spraakmemo's opnemen. Een
spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn.
46
Menuopties
Een spraakmemo opnemen
1. Druk op [ ] om de opname te starten.
2. Spreek uw boodschap in de microfoon in.
Druk op [ ] als u de opname wilt onderbreken of
hervatten.
3. Druk op <
Opslaan
> of [Omlaag] om de opname
te stoppen. Het spraakmemo wordt automatisch
opgeslagen.
4. Druk op [ ] om het spraakmemo te beluisteren of
op [Omhoog] om een nieuw memo op te nemen.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in het scherm Spraakrecorder op <
Opties
>
en kies
Ga naar memolijst
.
2. Selecteer een spraakmemo.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
De opnamestand wijzigen
U kunt de opnamestand voor de spraakrecorder
wijzigen. De maximale opnametijd wordt bepaald door
deze instelling. Voordat u een spraakmemo opneemt,
kunt u op <
Opties
> drukken en
Instellingen
selecteren om de volgende opties weer te geven:
•
Opnametijd
: hiermee kunt u een maximale
opnametijd selecteren.
•
Volume
: hiermee kunt u een volumeniveau
selecteren.
•
Standaardnaam
: hiermee wijzigt u het
standaardvoorvoegsel van het spraakmemo.
Toets Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
Links Hiermee gaat u achteruit in een memo.
Rechts Hiermee gaat u vooruit in een memo.
Omhoog Hiermee gaat u terug naar de
opnamestand.
Omlaag Hiermee stopt u het afspelen.
/ Hiermee regelt u het volume.
Toets Functie
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
47
JAVA-wereld
(menu 3.3)
Dit menu biedt toegang tot de standaard Java-
spelletjes en gedownloade Java-toepassingen.
Een standaardspelletje spelen
1. Selecteer
Downloads
→
een spelletje.
2. Druk op een willekeurige toets om het spel te
starten.
Opties voor Java-toepassingen
Selecteer in het scherm JAVA-wereld
Downloads
en
druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Starten
: hiermee wordt de geselecteerde
toepassing gestart.
•
Instellingen
: hiermee kunt u instellen dat u door
kunt gaan met een spelletje wanneer er tijdens
een spelletje een oproep binnenkomt of een
alarmsignaal afgaat. U kunt ook kiezen of u
spelinformatie wilt uitwisselen met het netwerk
tijdens een online spel of wanneer u verbinding
maakt met het internet.
•
Wissen
: hiermee wist u de geselecteerde
toepassing.
•
Eigenschappen
: hiermee bekijkt u de
eigenschappen van de toepassing.
Java-instellingen wijzigen
U kunt de instellingen voor de toegang tot Java-
diensten wijzigen.
1. Selecteer
Instellingen
in het menu JAVA-wereld.
2. Wijzig de volgende instellingen:
•
APN
: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
•
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
•
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
•
Proxy
: hier kunt u aangeven of u een
proxyserver wilt gebruiken voor de toegang tot
de netwerkdiensten. Afhankelijk van de keuze
verschillen de opties voor de
Proxy
instellingen
.
•
Proxy instellingen
: de volgende opties zijn
mogelijk:
48
Menuopties
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
IP-adres
: hier geeft u het HTTP-proxyadres in.
Poort
: hier geeft u het poortnummer in.
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: hier geeft u het primaire DNS-adres in.
DNS2
: hier geeft u het secundaire DNS-adres
in.
Geheugenstatus bekijken
Hier kunt u de totale en de gebruikte hoeveelheid
geheugen voor Java-spelletjes bekijken.
Selecteer
Geheugenstatus
in het scherm JAVA-
wereld.
FM-radio
(menu 3.4)
Dit menu biedt toegang tot de FM-radio op uw
telefoon. Eerst moet u uw telefoon aansluiten op de
headset, die fungeert als radioantenne.
Radiostations zoeken en instellen
1. Druk op [ ] om de radio aan te zetten.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om naar de frequentie
van een radiostation te gaan.
De frequentie gaat per stappen van 0,1 MHz.
U kunt ook [Links] of [Rechts] ingedrukt houden
om de beschikbare radiofrequenties automatisch
op te zoeken.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
4. Geef een naam in voor het station en druk op [ ].
5. Selecteer een lege locatie.
Naar de radio luisteren
1. Druk in het scherm van de FM-radio op [ ] om de
radio aan te zetten.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar het
gewenste station te gaan.
Druk op [ / ] om het volume te regelen.
• U kunt inkomende oproepen beantwoorden of
andere functies van de telefoon gebruiken
terwijl u naar de radio luistert.
• De kwaliteit van de radio-ontvangst is
afhankelijk van het bereik dat het radiostation
in het desbetreffende gebied heeft.
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
49
3. Als u de radio wilt uitzetten, drukt u in het scherm
van de FM-radio op [ ] of koppelt u de headset
los.
Radio-opties gebruiken
Druk in het FM-radioscherm op <
Opties
> voor
toegang tot de volgende opties:
•
FM-radio aan
/
FM-radio uit
: hiermee zet u de
radio aan of uit.
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een radiostation
toevoegen. U kunt maximaal 30 stations opslaan.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u de naam en de
frequentie van het station wijzigen.
•
Automatisch afstemmen
: hiermee kunt u de
telefoon automatisch radiofrequenties laten zoeken
en opslaan.
•
Verwijderen
: hiermee verwijdert u het
geselecteerde station of alle stations.
•
Pop-up-melding
: hiermee stelt u in dat de
telefoon u herinnert om op een bepaalde tijd naar
de radio te luisteren. Wanneer de pop-up-melding
op het scherm verschijnt, drukt u op <
Luisteren
>
om het opgegeven radiostation aan te zetten.
•
Luidspreker aan
/
Oortelefoon aan
: hiermee
wisselt u tussen luidspreker en headset.
•
Instellingen
: hiermee selecteert u het
geluidsvolume van de radio.
Wereldtijd
(menu 3.5)
In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en
bekijken hoe laat het in een ander deel van de wereld
is.
De wereldklok bekijken
1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om
naar de gewenste plaats te bladeren. De tijdlijn
verschuift en de lokale tijd en datum van de
desbetreffende zone worden weergegeven.
2. Druk op [ ] om de plaats als uw lokale tijdzone op
te slaan.
50
Menuopties
Zomertijd instellen
1. Druk in de wereldkaart op <
Opties
> en kies
Zomertijd instellen
.
2. Druk op [ ] om de gewenste tijdzones te
selecteren.
3. Druk op <
Opslaan
>.
Alarm
(menu 3.6)
Via dit menu kunt u een alarm instellen. Het signaal
voor een normaal alarm is hetzelfde als het signaal dat
is gekozen voor een inkomende oproep. De wekker
wordt niet beïnvloed door uw geluidsinstellingen.
Een alarm instellen
1. Selecteer het type alarm.
2. Stel de volgende alarmopties in:
•
Alarm
: hiermee schakelt u het alarm in.
•
Alarmtijd
: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Alarm voor dag
: hier selecteert u de dagen
van de week waarop het alarm moet afgaan.
•
Alarmtoon
: hier selecteert u een alarmtoon.
3. Druk op <
Opslaan
>.
Een alarm uitzetten
• Als het geen wekalarm betreft, kunt u op elke
willekeurige toets drukken.
• Bij de wekker moet u op <
OK
> of [ ] drukken.
U kunt op alle willekeurige toetsen behalve <
OK
>
en [ ] drukken om het alarm vijf minuten later
opnieuw te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf
keer doen.
Het alarm laten afgaan wanneer de telefoon
uitgeschakeld is
Selecteer in het scherm Alarm
Automatisch aan
→
Aan
.
Als de telefoon uitgeschakeld is op het tijdstip dat het
alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en
gaat het alarm af.
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
51
Calculator
(menu 3.7)
Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige
functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
1. Geef het eerste getal in.
•Druk op <
.()
> om een decimaalteken of een
haakje in te voegen.
• Druk op [ ] of [ ] om de cursor te
verplaatsen.
2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang
te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies.
3. Geef het tweede getal in.
4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken.
5. Herhaal zo nodig stap 1 en 2 om de berekening
voort te zetten.
Omrekenen
(menu 3.8)
Met dit menu kunt u veel voorkomende omrekeningen
uitvoeren, zoals van vreemde valuta en temperaturen.
1. Selecteer een omrekenfunctie.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke
eenheid te selecteren en druk op [Omlaag].
3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en druk op
[Omlaag].
• Druk op [ ] om een decimaalteken in te
voeren.
• Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in
boven nul (+) of onder nul (-).
4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde
eenheid voor de omrekening te selecteren.
De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde
getal wordt weergegeven.
52
Menuopties
Opties voor omrekenen gebruiken
Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Wissen
: hiermee wist u de huidige waarden.
•
Omkeren
: hiermee wordt de omrekening
omgekeerd.
•
Wisselkoersen
: hiermee kunt u de lijst met
wisselkoersen wijzigen.
Timer
(menu 3.9)
Met dit menu kunt u de telefoon af laten tellen. U
hoort een alarmtoon wanneer de opgegeven periode is
verstreken.
De timer starten
1. Druk op <
Stel in
>.
2. Geef de tijdsduur voordat het alarm afgaat in en
druk op <
OK
>.
3. Druk op [ ] om het aftellen te starten.
De timer stoppen
• Druk op een willekeurige toets om de timer te
stoppen wanneer deze afgaat.
• Druk in het scherm Timer op [ ] om de timer te
stoppen voordat deze afgaat.
Stopwatch
(menu 3.10)
Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De
maximale tijd is tien uur.
1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten.
2. Druk op [ ] om de tussentijd te bekijken. U kunt
dit maximaal vier keer doen.
SIM-AT
(menu 3.11)
Dit menu is beschikbaar als u een SIM-AT-kaart
gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Tool Kit)
ondersteunt en aanvullende diensten levert, zoals
nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling.
De beschikbare diensten variëren per provider. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider of
raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart.
Menuopties
Browser
(menu 4)
53
Browser
(menu 4)
Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application
Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op internet
surfen. Op internet kunt u draadloos toegang krijgen
tot actuele informatie en allerlei soorten
mediacontent, zoals spelletjes, achtergronden,
beltonen en muziekbestanden.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Browser
.
Startpagina
(menu 4.1)
Als u deze optie kiest, maakt de telefoon verbinding
met het netwerk en wordt de startpagina van de
internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in
de standby-stand [ ] ingedrukt te houden.
Navigeren met de webbrowser
Browseropties
Druk op [ ] of selecteer bovenaan in het scherm
om de volgende opties weer te geven:
•
Terug
: hiermee gaat u terug naar de vorige
pagina.
•
Homepagina
: hiermee gaat u terug naar de
startpagina.
•
Afsluiten
: hiermee sluit u de webbrowser af.
•
Opnieuw laden
: de huidige pagina wordt opnieuw
geladen met bijgewerkte informatie.
Gewenste actie Werkwijze
Door de browseritems
bladeren
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een browseritem
selecteren
Druk op [ ] of [ ].
Teruggaan naar de vorige
pagina
Druk op <
Terug
> of
[
C
].
Teruggaan naar de
startpagina
Houd [
C
] ingedrukt.
Gewenste actie Werkwijze
54
Menuopties
•
URL tonen
: hiermee geeft u het URL-adres van de
huidige webpagina weer.
•
Info...
: hiermee kunt de eigenschappen van de
webbrowser bekijken.
De opties voor pagina's gebruiken
Druk in een webpagina op [ ] om de volgende opties
weer te geven:
•
Ga naar adres
: hier kunt u handmatig een URL-
adres ingeven.
•
Favorieten
: hiermee kunt u de huidige pagina
opslaan als favoriet of de lijst met favorieten
bekijken.
•
Berichten
: hiermee kunt u SMS-berichten
verzenden of de opgeslagen berichten in de
telefoon bekijken.
•
Mijn bestanden
: hier kunt u afbeeldings, video-,
geluids- en muziekbestanden openen die zijn
opgeslagen in het telefoongeheugen.
De browser afsluiten
Druk op [ ] om de browser af te sluiten.
Favorieten
(menu 4.2)
Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan zodat
u snel naar een webpagina kunt gaan.
Favorieten toevoegen
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef een naam in voor de favoriet en druk op
[Omlaag].
3. Geef een URL-adres in en druk op [ ].
Een favoriete pagina openen
Als u een favoriet selecteert, wordt de webbrowser
gestart en de desbetreffende webpagina geopend.
Opties voor favorieten
Wanneer u een item hebt opgeslagen, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Start
: hiermee opent u de favoriete webpagina.
•
Wijzigen
: hier kunt u de URL en de naam van de
favoriet bewerken.
Menuopties
Browser
(menu 4)
55
•
Wissen
: hiermee kunt u de favoriet of alle
favorieten verwijderen.
Ga naar adres
(menu 4.3)
Met dit menu kunt u handmatig een URL ingeven en
de betreffende webpagina openen.
Buffer leegmaken
(menu 4.4)
In dit menu kunt u de gegevens wissen die tijdelijk
zijn opgeslagen in de cache.
Instellingen server
(menu 4.5)
Met dit menu kunt u de servers voor de webbrowser
instellen. Neem voor informatie over de instellingen
contact op met uw provider.
Voor elke server zijn de volgende opties beschikbaar.
•
Profielnaam
: hiermee wijst u een naam toe aan
het serverprofiel.
•
URL
startpagina
: hier stelt u het adres van de
startpagina in.
•
Drager
: hier selecteert u de drager die u wilt
gebruiken voor elk type netwerkadres dat u wilt
bezoeken.
•
Proxy
: hier geeft u aan of de telefoon een
proxyserver gebruikt om de webbrowser te
starten. Bij uw provider kunt u informeren of er
een proxyserver voor het netwerk vereist is en wat
de juiste instellingen zijn.
•
GPRS instellingen
: hier kunt u de volgende
GPRS-netwerkinstellingen aanpassen:
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
Proxy IP
: hier geeft u het webgateway-adres in.
Proxy poort
: hier geeft u het poortnummer in.
APN
: hier geeft u de naam voor het toegangspunt
van de gateway van het GPRS-netwerk in.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
56
Menuopties
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: hier geeft u het primaire adres in.
DNS2
: hier geeft u het secundaire adres in
.
APN
: hier geeft u de naam voor het toegangspunt
van de gateway van het GPRS-netwerk in.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in
.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in
.
•
GSM instellingen
: hier kunt u de volgende GSM-
netwerkinstellingen aanpassen:
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
Proxy IP
: hier geeft u het webgateway-adres in.
Proxy poort
: hier geeft u het poortnummer in.
Inbelnummer
: hier geeft u het inbelnummer voor
de PPP-server in.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
Type data-oproep
: hier selecteert u een type
oproep voor gegevens.
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: hier geeft u het primaire adres in.
DNS2
: hier geeft u het secundaire adres in.
Inbelnummer
: hier geeft u het inbelnummer voor
de PPP-server in.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
Type data-oproep
: hier selecteert u een type
oproep voor gegevens.
Huidige server
(menu 4.6)
In dit menu kunt u een van de ingestelde proxyservers
inschakelen.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
57
Berichten
(menu 5)
Via het menu
Berichten
kunt u SMS-, MMS- en
e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u
functies voor serverberichten en infoberichten
gebruiken.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Berichten
om dit menu te openen.
Bericht maken
(menu 5.1)
Gebruik dit menu om berichten te maken en te
verzenden.
SMS-bericht
(menu 5.1.1)
Met SMS (Short Message Service) kunt u
tekstberichten verzenden en ontvangen, die
eenvoudige afbeeldingen, animaties en melodieën
kunnen bevatten.
1. Geef het bericht in.
2. Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven voor het maken van een bericht:
•
Invoegen
: hiermee voegt u een
standaardbericht, telefoonlijstvermelding of
favoriet toe.
•
Foto toevoegen
/
Animatie toevoegen
/
Geluid toevoegen
: hiermee kunt u een
eenvoudige afbeelding, animatie of melodie
toevoegen.
•
Bijvoegen
: hiermee kunt u een
telefoonlijstvermelding als visitekaartje of
agendagegevens als databestand toevoegen.
•
Tekstopmaak
: hiermee kunt u de opmaak
wijzigen.
3. Als u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en kiest u
Opslaan en verzenden
of
Alleen verzenden
.
4. Geef het bestemmingsnummer in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in
een bericht varieert per provider. Als het
maximumaantal tekens in een bericht wordt
overschreden, wordt het bericht gesplitst.
58
Menuopties
MMS-bericht
(menu 5.1.2)
MMS (Multimedia Message Service) is een service
waarmee u berichten die een combinatie van tekst,
afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden
bevatten, van de ene telefoon naar een andere
telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden.
1. Selecteer de regel
Onderwerp
.
2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op
[].
3. Selecteer de regel
Foto & Video
of
Melodie
en
voeg een afbeelding, videoclip of een
geluidsbestand toe.
4. Selecteer de regel
Bericht
.
5. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ].
6. Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven voor het bewerken van een bericht:
•
Wijzigen
: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst.
•
Afbeelding wijzigen
/
Video wijzigen
/
Geluid
wijzigen
: hiermee vervangt u een toegevoegd
item.
•
Pagina toevoegen
: hiermee kunt u pagina's
toevoegen. Blader naar de pagina door op
[Links] of [Rechts] te drukken.
•
Pagina wissen
: hiermee wist u een
toegevoegde pagina.
•
Pagina bewerken
: hiermee wijzigt u de
weergaveduur van de pagina of gaat u een
pagina verder.
•
Bijvoegen
: hiermee kunt u een
telefoonlijstvermelding als visitekaartje of
agendagegevens als databestand toevoegen.
• De maximaal toegestane grootte voor een
bericht kan verschillen en is afhankelijk van
uw provider.
• Afhankelijk van het DRM-systeem
(Digital Rights Management) kunnen sommige
bestanden mogelijk niet worden
doorgestuurd.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
59
•
Onderwerp verwijderen
/
Bericht
verwijderen
/
Media verwijderen
/
Geluid
verwijderen
: hiermee verwijdert u een
toegevoegd item.
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en
kiest u
Verzenden
.
8. Geef de telefoonnummers of e-mailadressen van
de bestemming in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
E-mail
(menu 5.1.3)
U kunt e-mailberichten met tekst, audio en
afbeeldingen maken en verzenden. Als u deze functie
wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een
e-mailservice en uw e-mailprofiel en -account
instellen.

p. 71
1. Selecteer de regel
Onderwerp
.
2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en
druk op [ ].
3. Selecteer de regel
Bericht
.
4. Geef de tekst van het e-mailbericht in en
druk op [ ].
5. Selecteer de regel
Bijlage toevoegen
en
selecteer een van de volgende opties voor het
toevoegen van bestanden.
•
Afbeelding toevoegen
/
Video's toevoegen
/
Geluiden toevoegen
/
Muziek toevoegen
:
hiermee kunt u mediabestanden toevoegen die
zijn opgeslagen in het telefoongeheugen.
•
Andere bestanden
: hiermee kunt u
documentbestanden toevoegen die zijn
opgeslagen in het telefoongeheugen of op een
geheugenkaart.
•
Geheugenkaart
: hiermee kunt u bestanden
toevoegen die zijn opgeslagen op een
geheugenkaart, als deze is geplaatst.
Afhankelijk van het type bestand of DRM-
systeem (Digital Rights Management) is het
mogelijk dat bepaalde bestanden niet
kunnen worden doorgestuurd.
60
Menuopties
•
Bijvoegen
: hiermee kunt u een
telefoonlijstvermelding als visitekaartje of
agendagegevens als databestand toevoegen.
6. Druk op <
Opties
> om de volgende opties voor het
bewerken van een e-mailbericht weer te geven:
•
Wijzigen
: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst.
•
Onderwerp verwijderen
/
Bericht
verwijderen
: hiermee wist u het onderwerp of
de tekst.
•
Verwijderen
: hiermee verwijdert u de
geselecteerde bijlage of alle bijlagen.
•
Alle bijlagen verwijderen
: hiermee
verwijdert u alle bijlagen.
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en
kiest u
Verzenden
.
8. Geef een of meer e-mailadressen in.
Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers
wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden.
Mijn berichten
(menu 5.2)
Via dit menu hebt u toegang tot de berichten die u
hebt ontvangen of verzonden, of waarvan het
verzenden is mislukt.
Postvak IN
(menu 5.2.1)
In deze map worden alle berichten opgeslagen die u
hebt ontvangen, met uitzondering van
e-mailberichten.
Een bericht bekijken
De volgende symbolen kunnen in de lijst met
berichten worden weergegeven om het type bericht
aan te duiden:
• SMS/Ontvangstbevestiging
• MMS
• MMS-melding
• Serverbericht
Menuopties
Berichten
(menu 5)
61
Opties voor berichten
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <
Opties
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
SMS-berichten
•
Beantwoorden via
: hiermee stuurt u een
antwoord naar de afzender via SMS of MMS.
•
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht.
•
Naar telefoon
/
Naar SIM
: hiermee kunt u
berichten van de SIM-kaart naar het
telefoongeheugen verplaatsen en vice versa.
•
Aan blokkeerlijst toevoegen
: hiermee voegt u
het nummer van de afzender toe aan de lijst met
geblokkeerde nummers.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Media overnemen
: hiermee kunt u media-inhoud
in het bericht opslaan in het telefoongeheugen.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u het
bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth
met een printer te verbinden.
MMS-berichten/MMS-meldingen
•
Ophalen
: hiermee haalt u het MMS-bericht op van
de server.
•
Beantwoorden via SMS
: hiermee verzendt u een
antwoord via SMS.
• Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) kunnen berichten met webinhoud
mogelijk niet worden doorgestuurd.
• Met het symbool
!
naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijsgekleurd berichtsymbool wijst op
een lage prioriteit.
• Als u vCards of vCalendar-gegevens als SMS-
bericht via een telefoon van een andere fabrikant
ontvangt, wordt het bericht niet correct
weergegeven.
62
Menuopties
•
Beantwoorden via MMS
: hiermee verzendt u
een antwoord via MMS.
•
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht.
•
Aan blokkeerlijst toevoegen
: hiermee voegt u
het nummer van de afzender toe aan de lijst met
geblokkeerde nummers.
•
Adres
overnemen
: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Media overnemen
: hiermee kunt u media-inhoud
in het bericht opslaan in het telefoongeheugen.
•
Eigenschappen
: hiermee geeft u de
eigenschappen van het bericht weer.
Serverberichten
•
Ga naar adres
: hiermee maakt u verbinding met
de URL in het bericht.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
Ontvangstbevestigingen
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de
ontvangstbevestiging.
Concepten
(menu 5.2.2)
Deze map bevat berichten die u hebt opgeslagen om
ze later te verzenden.
Postvak UIT
(menu 5.2.3)
In deze map worden berichten opgeslagen die worden
verzonden of waarvan het verzenden is mislukt.
De status van het e-mailbericht wordt door middel van
de volgende symbolen aangeduid:
• Wordt verzonden
• Verzenden mislukt
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <
Opties
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
Menuopties
Berichten
(menu 5)
63
•
Bestand openen
: hiermee opent u het
geselecteerde bestand.
•
Bestand opslaan
: hiermee slaat u het
geselecteerde bestand op.
•
Opnieuw
verzenden
: hiermee kunt u het bericht
opnieuw verzenden.
•
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht.
•
Naar telefoon
/
Naar SIM
: hiermee kunt u het
SMS-bericht van de SIM-kaart naar het
telefoongeheugen verplaatsen en vice versa.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u het
bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth
met een printer te verbinden.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee geeft u de
eigenschappen van het bericht weer.
Verzonden items
(menu 5.2.4)
In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt
verzonden.
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <
Opties
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Bestand openen
: hiermee opent u het
geselecteerde bestand.
•
Bestand opslaan
: hiermee slaat u het
geselecteerde bestand op.
•
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht.
•
Naar telefoon
/
Naar SIM
: hiermee kunt u het
SMS-bericht van de SIM-kaart naar het
telefoongeheugen verplaatsen en vice versa.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u het
bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth
met een printer te verbinden.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
64
Menuopties
•
Eigenschappen
: hiermee geeft u de
eigenschappen van het bericht weer.
E-mailbox
(menu 5.2.5)
In deze map worden e-mailberichten opgeslagen die u
hebt ontvangen.
Een e-mailbericht bekijken
1. Selecteer een e-mailaccount.
2. Druk op <
Kies
> wanneer
Nieuwe mail
controleren
wordt weergegeven. De telefoon
maakt verbinding met de e-mailserver en nieuwe
e-mailberichten worden gedownload.
De volgende pictogrammen kunnen in de lijst
worden weergegeven om de status van het
e-mailbericht aan te geven:
• Opgehaald van de server
• Wordt opgehaald
• Ophalen mislukt.
3. Selecteer een e-mailbericht of berichtkop.
4. Druk op [ / ] om andere pagina's in het
e-mailbericht te bekijken.
Houd [ ] of [ ] ingedrukt om naar de eerste of de
laatste pagina te gaan.
5. Druk op [ ] of [ ] om het vorige of volgende
e-mailbericht te bekijken.
Opties voor e-mailberichten
Wanneer u een berichtkop of een e-mailbericht
bekijkt, kunt u op <
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
•
Ophalen
: hiermee haalt u de tekst van het
e-mailbericht op van de e-mailserver.
•
Bestand openen
: hiermee opent u het
geselecteerde bestand.
•
Bestand opslaan
: hiermee slaat u het
geselecteerde bestand op.
•
Antwoorden
: hiermee kunt u de afzender of de
afzender en alle andere ontvangers een antwoord
sturen.
Met het symbool
!
naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijsgekleurd berichtsymbool
betekent dat het bericht een lage prioriteit heeft.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
65
•
Doorsturen
: hiermee stuurt u het e-mailbericht
door naar andere mensen.
•
Wissen
: hiermee wist u het e-mailbericht.
•
Aan blokkeerlijst toevoegen
: hiermee voegt u
het e-mailadres van de afzender of het onderwerp
van het e-mailbericht toe aan de blokkeerlijst.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het
e-mailbericht overnemen.
•
Bijlage opslaan
: hiermee kunt u de bijlagen
opslaan van het e-mailbericht naar het geheugen
van de telefoon.
•
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u het
e-mailbericht afdrukken door de telefoon via
Bluetooth met een printer te verbinden.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het e-mailbericht wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het e-mailbericht bekijken.
Map
(menu 5.2.6)
Via dit menu kunt u de berichten bekijken die u tijdens
het bekijken van een lijst met berichten hebt
verplaatst met de optie
Verplaatsen naar Map
.
Standaardberichten
(menu 5.3)
Met dit menu kunt u standaardberichten samenstellen
en gebruiken.
Standaard SMS-berichten
(menu 5.3.1)
U kunt standaard SMS-berichten maken met de zinnen
die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en
invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt.
Een standaardbericht maken
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef een bericht in en druk op [ ].
Opties voor standaardberichten
Druk in de lijst met standaardberichten op <
Opties
>
om de volgende opties weer te geven:
66
Menuopties
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het geselecteerde
standaardbericht wijzigen.
•
Bericht zenden
: hiermee kunt u een SMS-, MMS-
of e-mailbericht maken en verzenden op basis van
het standaardbericht.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het geselecteerde
standaardbericht.
Standaard MMS-berichten
(menu 5.3.2)
U kunt standaard MMS-berichten of
standaardberichten die u hebt opgeslagen gebruiken
bij het opstellen van een MMS-bericht.
Druk in de lijst met standaardberichten op <
Opties
>
om de volgende opties weer te geven:
•
Tonen
: hiermee opent u het geselecteerde
standaardbericht.
•
Bericht zenden
: hiermee kunt u een nieuw
bericht opstellen en verzenden.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het standaardbericht
wijzigen.
•
Maken
: hiermee voegt u een nieuw
standaardbericht toe.
•
Wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
standaardbericht of alle standaardberichten.
Alles wissen
(menu 5.4)
Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende
berichtenmappen tegelijk verwijderen.
1. Druk op [ ] om de postvakken te selecteren die u
wilt legen.
2. Druk op <
Wissen
>.
3. Druk op <
Ja
> om het wissen te bevestigen.
Instellingen
(menu 5.5)
Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor
het gebruik van de berichtenservice.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
67
SMS-bericht
(menu 5.5.1)
Via dit menu kunt u de SMS-instellingen wijzigen.
•
Instellingen voor verzenden
: hier kunt u de
opties voor het verzenden van SMS-berichten
instellen:
Antwoordpad
: ontvangers kunnen u
beantwoorden via uw SMS-server.
Ontvangstbevestiging
: hiermee kunt u instellen
dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw
berichten zijn afgeleverd.
Ondersteunde tekenset
: hier kunt u een
tekenset selecteren. Als u
Auto
selecteert, wordt
de tekenset gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode
zodra u een Unicode-teken ingeeft. Het gebruik
van de Unicode-tekenset brengt het maximum
aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft
terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt
op uw telefoon standaard automatisch gebruikt als
tekenset.
Geldigheidsperiode
: hier kunt u instellen
hoelang uw berichten op de SMS-server
opgeslagen blijven.
Soort bericht
: hier kunt u het
standaardberichttype instellen. De provider zet de
berichten om in de gekozen indeling.
SMS-centrale
: hier kunt u het nummer van de
SMS-server opslaan of wijzigen.
•
Tel.nummer blokkeren
: hier kunt u
telefoonnummers opgeven waarvan berichten
worden geweigerd.
MMS-bericht
(menu 5.5.2)
Via dit menu kunt u de MMS-instellingen wijzigen.
•
Instellingen voor verzenden
: hier kunt u de
opties voor het verzenden van MMS-berichten
instellen:
Ontvangstbevestiging
: hiermee kunt u instellen
dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw
berichten zijn afgeleverd.
Adres verbergen
: hiermee stelt u in dat uw adres
moet worden verborgen op de telefoon van de
ontvanger.
68
Menuopties
Leesbevestiging
: hiermee verzendt u een
verzoek om een leesbevestiging mee met het
MMS-bericht.
Prioriteit
: hiermee kunt u de prioriteit instellen
voor uw berichten.
Vervaldatum
: hier kunt u instellen hoelang uw
berichten op de MMS-server opgeslagen blijven.
Afleveren na
: hiermee stelt u een periode in
waarna de berichten moeten worden verzonden.
Maximale grootte
: hiermee selecteert u een
maximumgrootte voor bijgevoegde items voor
berichten.
•
Instellingen voor ontvangen
: hiermee stelt u
de opties in voor het ontvangen van MMS-
berichten:
Anoniem weigeren
: hiermee weigert u berichten
van onbekende afzenders.
Reclame toestaan
: hiermee accepteert u
reclame.
Bevestiging toegestaan
: hiermee kunt u
instellen dat de afzender op de hoogte wordt
gesteld wanneer u het bericht hebt ontvangen.
Ontvangst eigen netwerk
: hier kunt u opgeven
of nieuwe berichten automatisch worden
opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van
uw eigen provider bevindt.
Roaming ontvangst
: hier kunt u opgeven of
nieuwe berichten automatisch worden opgehaald
wanneer u zich in het servicegebied van een ander
netwerk bevindt.
De volgende opties zijn beschikbaar voor
Ontvangst eigen netwerk en Roaming ontvangst:
-
Automatisch
: berichten worden automatisch
opgehaald van de server.
-
Weigeren
: alle berichten worden geweigerd.
-
Handmatig
: er wordt een melding op de
telefoon weergegeven. Met de optie
Ophalen
kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
69
•
MMS-profielen
: hiermee kunt u de vereiste
netwerkinstellingen voor MMS-berichten wijzigen.
Het laatste profiel wordt automatisch ingeschakeld
voor het verzenden en ontvangen van volgende
berichten.
Huidige server
: hiermee selecteert u een profiel.
Instellingen server
: hiermee kunt u de volgende
opties voor elk profiel aanpassen:
-
Profielnaam
: hiermee wijst u een naam toe aan
het MMS-profiel.
-
URL server
: hier geeft u het adres van de MMS-
server in.
-
Proxy
: hiermee kunt u verbinding maken met
het GPRS-netwerk via de proxyserver.
-
GPRS instellingen
: hier kunt de instellingen
aanpassen die worden gebruikt om verbinding te
maken met het GPRS-netwerk:
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
IP-adres
: hier geeft u het IP-adres in.
Poort
: hier geeft u het poortnummer in.
APN
: hier geeft u de naam van het toegangspunt
op dat u gebruikt voor het adres van het GPRS-
netwerk.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: hier geeft u het primaire adres in.
DNS2
: hier geeft u het secundaire adres in.
APN
: hier geeft u de naam van het toegangspunt
op dat u gebruikt voor het adres van het GPRS-
netwerk.
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
Informeer bij uw provider naar de juiste
instellingen voordat u de MMS-instellingen van
uw telefoon wijzigt.
70
Menuopties
-
Versie
: hier selecteert u een beschikbare OMA-
versie en maximumgrootte voor het verzenden of
ontvangen van berichten.
•
Tel.nummer blokkeren
: hier kunt u
telefoonnummers opgeven waarvan berichten
worden geweigerd.
E-mail
(menu 5.5.3)
Via dit menu kunt u standaard e-mailinstellingen
wijzigen.
•
Instellingen voor verzenden
: hier kunt u de
opties instellen voor het verzenden van
e-mailberichten.
Kopie naar jezelf sturen
: hiermee verzendt u
een kopie van uw e-mailberichten naar uw
e-mailaccount.
Ontvangstbevestiging
: hier kunt u instellen dat
u een melding van het netwerk ontvangt wanneer
uw e-mailberichten zijn afgeleverd.
Leesbevestiging
: hiermee verzendt u een
verzoek om een leesbevestiging mee met het
e-mailbericht.
Prioriteit
: hiermee stelt u de prioriteit van
e-mailberichten in.
Met handtekening
: hiermee voegt u uw naam,
telefoonnummer, een eenvoudig memo of een
vaste regel toe aan uw e-mailberichten.
Naam wijzigen
: hiermee bewerkt u de naam in
uw handtekening.
Telefoonnummer wijzigen
: hiermee bewerkt u
het telefoonnummer in uw handtekening.
Notitie wijzigen
: hiermee bewerkt u de vaste
regel in uw handtekening.
Afhankelijk van de provider is het mogelijk dat
de maximumlimiet van 295 kB niet wordt
ondersteund. Als dat het geval is, moet u het
opnieuw proberen nadat u de instelling hebt
gewijzigd in 100 kB.
U kunt het e-mailprofiel en de instellingen voor de
e-mailaccount niet wijzigen tijdens het ophalen of
verzenden van e-mailberichten.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
71
•
Instellingen voor ontvangen
: hier kunt u de
opties instellen voor het ontvangen van
e-mailberichten:
Controle-interval
: hiermee geeft u op hoe vaak
op de server wordt gecontroleerd of er
e-mailberichten zijn binnengekomen. Als u
Niet
gebruiken
selecteert, kunt u de functie
Nieuwe
mail controleren
gebruiken om handmatig te
controleren of er e-mailberichten zijn
binnengekomen.
Leesbevestiging
: hiermee kunt u opgeven of de
telefoon een leesbevestiging verzendt voor
inkomende e-mailberichten. Als u
Melden
selecteert, wordt u gevraagd of u een
leesbevestiging wilt verzenden.
Ophaal-optie
: hier kunt u instellen of alleen de
e-mailberichtkoppen worden gedownload of de
berichtkoppen en de tekst van het bericht.
Wis-optie
: hiermee geeft u op of e-mailberichten
onmiddellijk worden gewist of pas de volgende
keer dat u verbinding maakt met de server.
Weigeren indien groter dan
: hiermee geeft u de
maximumgrootte voor inkomende e-mailberichten
op. E-mailberichten die de opgegeven grootte
overschrijden, worden geweigerd.
Kopie van bericht op server laten staan
:
kopieën van e-mailberichten blijven na het ophalen
op de e-mailserver staan.
•
E-mailaccount
: hiermee stelt u uw e-mailaccount
in en selecteert u welke account moet worden
gebruikt.
Huidige account
: hier selecteert u een account.
Accountinstellingen
: hiermee kunt u
e-mailaccounts wijzigen met verschillende
e-mailservers. Stel voor elke account de gewenste
opties in:
-
In gebruik
: selecteer deze optie als u de
account wilt gebruiken en deze wilt weergeven in
E-mailbox
.
-
Accountnaam
: hier geeft u een naam in voor de
geselecteerde account.
-
Gebruikersnaam
: hier geeft u een
gebruikersnaam in.
72
Menuopties
-
E-mailadres
: hier geeft u uw e-mailadres in.
-
Antwoordadres
: hier kunt u een e-mailadres
instellen voor het ontvangen van
leesbevestigingen van ontvangers van uw
e-mailberichten.
-
User ID
: hier geeft u uw gebruikersnaam in.
-
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
-
SMTP server
: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de uitgaande
e-mailberichten in.
-
SMTP poort
: hier geeft u het nummer van de
SMTP-poort in.
-
Protocoltype
: hier selecteert u het protocol voor
de server voor inkomende e-mailberichten. De
overige opties zijn afhankelijk van de instellingen
voor het protocoltype.
Wanneer het protocoltype
POP3
is:
-
POP3 server
:
hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
-
POP3 poort
: hier geeft u het nummer van de
POP3-poort in.
-
Inloggen bij APOP
: hiermee kunt u een
verbinding maken met de server met behulp van
de APOP-inlogprocedure.
-
Veilige verbinding
: er wordt een veilige
verbinding voor de e-mailservice gebruikt.
Wanneer het protocoltype
IMAP4
is:
-
IMAP4 server
: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
-
IMAP4 poort
: hier geeft u het nummer van de
IMAP4-poort in.
-
Inclusief bijlagen
: als u deze optie selecteert,
kunt u e-mailberichten met bijlagen ophalen.
-
Max. e-mails
: hier stelt u het aantal
berichtkoppen in dat u wilt ophalen van de
server.
-
Veilige verbinding
: er wordt een veilige
verbinding voor de e-mailservice gebruikt.
Menuopties
Berichten
(menu 5)
73
•
E-mailprofiel
: hier kunt u de netwerkinstellingen
wijzigen die nodig zijn voor het verzenden of
ophalen van e-mailberichten.
Huidige server
: hiermee selecteert u een profiel.
Instellingen server
: hier kunt u maximaal vijf
e-mailprofielen wijzigen. Voor elk profiel zijn de
volgende opties vereist om verbinding te maken
met het GPRS-netwerk:
-
Profielnaam
: hier geeft u een naam op voor het
e-mailprofiel.
-
APN
: hier geeft u de naam van het toegangspunt
op dat u gebruikt voor het adres van het GPRS-
netwerk.
-
Gebruikersnaam
: hier geeft u uw
gebruikersnaam in.
-
Wachtwoord
: hier geeft u het wachtwoord in.
-
DNS1
: hier geeft u het primaire adres in.
-
DNS2
: hier geeft u het secundaire adres in.
•
Blokkeerlijst
: hier kunt u e-mailadressen of
onderwerpen opgeven zodat berichten van die
adressen of met die onderwerpen worden
geweigerd.
Serverbericht
(menu 5.5.4)
U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van
serverberichten van de draadloze webserver.
•
Ontvangen
: hiermee stelt u in hoe
serverberichten worden ontvangen.
•
SMS-centrale
: hier geeft u het adres in van de
server waarvan u serverberichten wilt ontvangen,
als de optie
Ontvangen
is ingesteld op
Specifieke SMS-centrale
.
Infoberichten
(menu 5.6)
U kunt de instellingen voor het ontvangen van
infoberichten wijzigen.
•
Lezen
: hiermee kunt u ontvangen berichten
openen.
De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen
niet worden gewijzigd tijdens het ophalen of
verzenden van e-mailberichten.
74
Menuopties
In
Huidige berichten
blijven de infoberichten
bewaard totdat de telefoon wordt uitgeschakeld.
In
Opgeslagen berichten
worden de
infoberichten permanent opgeslagen. Druk op
<
Opties
> en kies
Opslaan
om het bericht op te
slaan in
Opgeslagen berichten
wanneer een
tekstmelding wordt weergegeven.
•
Ontvangen
: hier geeft u op of u infoberichten wilt
ontvangen of niet.
•
Kanaal
: hiermee geeft u de kanalen aan waarvan
u infoberichten wilt ontvangen. Neem voor meer
informatie contact op met uw provider.
•
Taal
: hiermee kunt u de voorkeurstalen selecteren
waarin infoberichten worden weergegeven.
Geheugenstatus
(menu 5.7)
Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen
momenteel wordt gebruikt voor elk postvak.
Mijn bestanden
(menu 6)
Het menu
Mijn bestanden
biedt toegang tot
afbeeldingen, video's, muziekbestanden en
geluidsbestanden die in het telefoongeheugen of op
een geheugenkaart zijn opgeslagen.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Mijn bestanden
om dit menu te openen.
Afbeeldingen
(menu 6.1)
Dit menu bevat foto's die u hebt genomen en
afbeeldingen die u hebt gedownload, ontvangen in
berichten of geïmporteerd uit uw computer.
Een afbeelding bekijken
1. Selecteer een map met afbeeldingen.
2. Selecteer een afbeelding.
Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) is het mogelijk dat webinhoud niet
kan worden doorgestuurd. De inhoud wordt
aangegeven door het pictogram .
Menuopties
Mijn bestanden
(menu 6)
75
Een diapresentatie bekijken
U kunt uw foto's bekijken alsof ze een diapresentatie
vormen: een opeenvolgende vertoning van elke foto in
de huidige map.
1. Selecteer
Foto's
.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Diavertoning
.
3. Selecteer een optie voor de interval.
De diapresentatie begint.
4. Druk op <
Annuleer
> om de diapresentatie te
stoppen.
Opties voor afbeeldingen gebruiken
Wanneer u een afbeelding bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Lijst
: hiermee gaat u terug naar de lijst met
afbeeldingen.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de afbeelding
instellen als achtergrond of koppelen aan een van
uw contactpersonen. De foto wordt getoond als u
door het betreffende nummer wordt gebeld.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u emoticons, kaders of
effecten aan het beeld toevoegen.
•
Verplaatsen naar
: hiermee kopieert u de
geselecteerde bestanden naar een andere map of
naar een geheugenkaart.
•
Kopiëren naar geheugenkaart
: hiermee
kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bestand.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Diavertoning
: hiermee kunt u alle foto's
weergeven in een diavertoning. U kunt de
tijdsinterval tussen foto's selecteren.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee kunt u het
bestand of alle bestanden delen met andere
Bluetooth-apparaten.
76
Menuopties
•
Afdrukken via
: hiermee kunt u het bestand
afdrukken door de telefoon via USB of Bluetooth
met een printer te verbinden. Bij Bluetooth moet u
selecteren of u de afbeelding met of zonder kader
wilt afdrukken.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Video's
(menu 6.2)
In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt
opgenomen of gedownload, die u in een bericht hebt
ontvangen of hebt geïmporteerd uit uw computer.
Videoclips afspelen
1. Selecteer een map met video's.
2. Selecteer een videoclip.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Opties voor videoclips
Druk in het videoscherm op < > om de volgende
opties weer te geven:
•
Afspelen
: hiermee begint u het afspelen.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Verplaatsen naar
: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map of naar een
geheugenkaart.
Videoclips die zijn opgenomen met andere
apparaten, zoals camcorders, kunnen mogelijk niet
goed worden afgespeeld.
Toets Functie
Hiermee onderbreekt/hervat u het
afspelen.
Links Hiermee gaat u achteruit in een bestand.
Rechts Hiermee gaat u vooruit in een bestand.
/ Hiermee regelt u het volume.
Omlaag Hiermee stopt u het afspelen.
Menuopties
Mijn bestanden
(menu 6)
77
•
Kopiëren naar geheugenkaart
: hiermee
kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart.
•
Wissen
: hiermee wist u het bestand of alle
bestanden.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee deelt u het
bestand met andere Bluetooth-apparaten.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Muziek
(menu 6.3)
In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die
u hebt gedownload of die u uit uw computer hebt
geïmporteerd.
Een muziekbestand afspelen
1. Selecteer
Muziek
of
Geheugenkaart
.
2. Selecteer een bestand. De MP3-speler wordt
geopend.

p. 44
Geluiden
(menu 6.4)
Dit menu bevat spraakmemo's die u hebt opgenomen
en geluidsbestanden die u hebt gedownload,
ontvangen in berichten of geïmporteerd uit uw
computer.
Een geluidsbestand afspelen
1. Selecteer een map met geluiden.
2. Selecteer een geluidsbestand. Zie
Spraakrecorder
voor een spraakmemo.

p. 46
Opties voor geluidsbestanden
Druk in het scherm met geluidsbestanden op
<
Opties
> om de volgende opties weer te geven:
•
Lijst
: hiermee gaat u terug naar de lijst met
geluiden.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Instellen als
: hiermee kunt u het bestand
instellen als beltoon, als alarmtoon of als beltoon
voor een vermelding in de telefoonlijst.
78
Menuopties
•
Verplaatsen naar
: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map of naar een
geheugenkaart.
•
Kopiëren naar geheugenkaart
: hiermee
kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bestand.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Andere bestanden
(menu 6.5)
Bestanden die u hebt ontvangen maar die niet worden
ondersteund door uw telefoon, worden opgeslagen in
deze map. U kunt deze bestanden niet openen op de
telefoon.
Geheugenkaart
(menu 6.6)
Dit menu biedt toegang tot bestanden die zijn op
geslagen een geheugenkaart. Dit menu wordt alleen
weergegeven als er een geheugenkaart in de telefoon
is geplaatst.
Geheugenstatus
(menu 6.7)
Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen
momenteel wordt gebruikt voor media-items in elke
map of op een geheugenkaart.
Menuopties
Agenda
(menu 7)
79
Agenda
(menu 7)
Met het menu
Agenda
kunt u uw dagelijkse afspraken
bijhouden.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Agenda
om dit menu te openen.
De agenda bekijken
Als u het menu
Agenda
opent, wordt de agenda in de
weergave Maandoverzicht weergegeven, waarin de
huidige datum wordt aangegeven met een rood vak.
Een dag selecteren
• Druk op [Links] of [Rechts] om naar een andere
dag te gaan.
• Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar een
andere week te gaan.
• Druk op [ / ] om naar een andere maand te
gaan.
Opties voor de agenda
Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Weergave
: hiermee wijzigt u de weergave van de
agenda.

p. 82
•
Nieuw
: hiermee kunt u een nieuwe afspraak
toevoegen.

volgende sectie
•
Ga naar
: hiermee gaat u naar de huidige datum of
kunt u een bepaalde datum opgeven.
•
Sorteren op
: hiermee kunt u items op type
sorteren.
•
Wissen
: hiermee kunt u opgeslagen items uit de
agenda verwijderen. Er zijn verschillende
verwijderopties.
•
Gemist alarm agenda-item
: hiermee bekijkt u
items waarvan u het alarm hebt gemist.
•
Geheugenstatus
: hiermee kunt u
geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda
opgeslagen items.
Terugkerende items kunt u alleen verwijderen in
het Dagoverzicht.
80
Menuopties
Een agenda-item maken
In de agenda kunt u afspraken, verjaardagen en taken
opslaan. U kunt meerdere agenda-items per dag
opslaan.
Nieuwe afspraken ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Afspraak
of
Diversen
.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
•
Onderwerp
: hier geeft u de titel van het item
in.
•
Details
: hier geeft u de detailgegevens voor
het item in.
•
Begindatum
en
Begintijd
: hier geeft u de
begindatum en -tijd voor het item in.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Einddatum
en
Eindtijd
: hier geeft u de
einddatum en -tijd voor het item in.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Locatie
(voor
Afspraak
): hier kunt u
gegevens over de plaats van de afspraak
ingeven.
•
Alarm
: hier kunt u een alarm voor de afspraak
instellen.
•
voor
: hier kunt u instellen hoelang voor de
begintijd van het item het alarm moet afgaan
om u te waarschuwen.
•
Alarmtoon
: hier selecteert u een alarmtoon.
•
Herhalen
(voor
Afspraak
): hier kunt u een
herhaalpatroon voor de afspraak instellen.
•
tot
(voor
Afspraak
): hier kunt u de einddatum
voor het herhaalpatroon voor de afspraak
instellen.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Nieuwe verjaardagen ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Verjaardag
.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
Menuopties
Agenda
(menu 7)
81
•
Gebeurtenis
: hier geeft u de gegevens van de
verjaardag in.
•
Datum
: hier geeft u de datum in.
•
Alarm
: hier kunt u een alarm voor de
verjaardag instellen.
•
voor
: hier kunt u instellen hoelang voor de
begintijd van het item het alarm moet afgaan
om u te waarschuwen.
•
Alarmtijd
: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Alarmtoon
: hier selecteert u een alarmtoon.
•
Ieder jaar herhalen
: als u deze optie kiest,
wordt u elk jaar aan de verjaardag herinnerd.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Een actiepunt ingeven
1. Selecteer een datum in de agenda.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Actiepunt
.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
•
Actiepunt
: hier geeft u de gegevens van het
item in.
•
Begindatum
: hier geeft u de begindatum in.
•
Einddatum
: hier geeft u de einddatum in.
•
Prioriteit
: hiermee stelt u de prioriteit in.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Items bekijken
Als u items in de agenda hebt ingevoerd, worden
onderaan de agenda de symbolen en het aantal items
op een dag weergegeven.
Een item openen
1. Selecteer een datum in de agenda om de items
voor die dag weer te geven.
2. Selecteer een item om de detailgegevens te
bekijken.
3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items
voor de geselecteerde dag weer te geven.
• Afspraak • Verjaardag
• Diversen • Actiepunt
82
Menuopties
Opties voor agenda-items
Wanneer u een agenda-item bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Wijzigen
: hiermee wijzigt u het item.
•
Nieuw
: hiermee voegt u een nieuw item toe.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het item via
SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Weergave
: hiermee wijzigt u de weergave van de
agenda.
•
Afgehandeld
/
Niet afgehandeld
: hiermee wijzigt
u de status van het geselecteerde actiepunt.
•
Wissen
: hiermee wist u het item.
•
Afdrukken via Bluetooth
:
hiermee kunt u het
item afdrukken door de telefoon via Bluetooth met
een printer te verbinden.
Items in een andere weergavevorm
bekijken
U kunt de weergave in de agenda wijzigen in
Dagoverzicht of Weekoverzicht. Druk op <
Opties
> en
selecteer
Weergave
→
een weergave.
Dagoverzicht
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
datum bekijken. Selecteer een item om de
detailgegevens te bekijken.
De volgende symbolen kunnen verschijnen om de
status van het item aan te duiden:
• Alarm ingesteld
• Terugkerend item
• Prioriteit actiepunt: (rood: hoog,
blauw: normaal, grijs: laag)
• Voltooid actiepunt
Weekoverzicht
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
week bekijken. Een cel op het rooster geeft aan dat er
een afspraak is. Selecteer een cel in de gewenste dag.
Menuopties
Camera
(menu 8)
83
Camera
(menu 8)
U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule
gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te
maken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Camera
, of houdt u
[
]
ingedrukt.
Een foto nemen
U kunt foto's nemen in verschillende standen van de
camera. De camera maakt JPEG-foto's.
1. Open het menu
Camera
of houd [
]
ingedrukt
om de camera in te schakelen.
2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt
fotograferen.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.

volgende gedeelte
• U kunt met de toetsen van uw telefoon de
camera-instellingen wijzigen of naar andere
standen overschakelen.

p. 85
3. Druk op [
]
om een foto te nemen. De foto wordt
opgeslagen in de map
Foto's
.
• Maak geen foto's van personen zonder hun
toestemming.
• Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik
van camera's niet is toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk
inbreuk maakt op de privacy van een ander.
Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto
maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen.
4.
Gewenste actie Werkwijze
Opties voor foto's
instellen
Druk op <
Opties
>.

p. 86
De foto verwijderen Druk op <
Wissen
> en
vervolgens op <
Ja
>.
Terugkeren naar de
fotostand
Druk op [ ].
84
Menuopties
Cameraopties in de fotostand
Druk in de fotostand op < > om de volgende opties
weer te geven:
•
Video opnemen
: hiermee kunt u overschakelen
naar de videostand.
•
Fotostand
: hiermee kunt u een foto nemen in de
volgende standen:
Eén opname
: hiermee neemt u een foto in de
normale stand. U kunt selecteren of de foto
automatisch moet worden opgeslagen of niet.
Multishot
: hiermee neemt u een reeks foto's
achter elkaar. U kunt het aantal foto's selecteren
dat moet worden genomen, en de sluitertijd.
Mozaïekopname
: hiermee neemt u een reeks
foto's die u in één kader opslaat. U kunt de
indeling selecteren.
•
Effecten
: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
•
Kaders
: hiermee kunt u een decoratief kader
toevoegen.
•
Timer
: hiermee kunt u een vertraging instellen
voordat een foto wordt genomen.
•
Ga naar foto's
: hiermee gaat u naar de map
Foto's
.
•
Instellingen
: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het maken van foto's
wijzigen.
Grootte
: hier kunt u een beeldgrootte selecteren.
Kwaliteit
: hiermee kunt u een instelling voor de
beeldkwaliteit selecteren.
Zoeker
: hiermee kunt u een voorbeeldstand
selecteren.
ISO
: hiermee kunt u de ISO-instelling wijzigen.
Met deze instelling bepaalt u de gevoeligheid van
de camera. Selecteer in situaties met weinig licht
een hogere ISO-instelling. Met een hogere ISO-
waarde werkt de sluiterknop van de camera sneller
en is de camera gevoeliger voor licht. Met hogere
ISO-instellingen kan een foto vervormd raken.
Menuopties
Camera
(menu 8)
85
Spot focus
: hiermee kunt u de belichting
aanpassen op basis van een bepaald gedeelte van
de afbeelding. Wanneer u
Aan
selecteert, wordt
het kader voor de spot focus in het midden van de
afbeelding weergegeven. Vervolgens kunt u de
belichting aanpassen op basis van het contrast van
de afbeelding in het kader.
Geluid sluiter
: hiermee kunt u het geluid
selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [
]
indrukt.
Geluid bij zoomen
: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij zoomen in of uit.
Geluid bij contrastinstelling
: hiermee schakelt
u het geluidseffect bij aanpassing van het contrast
in of uit.
Standaardnaam
: hiermee wijzigt u het
standaardvoorvoegsel van de naam van de foto.
•
Sneltoetsen camera
: hiermee geeft u de functies
weer van de toetsen die u kunt gebruiken in de
fotostand.
Gebruik van de toetsen in de fotostand
In de videostand kunt u met de toetsen van uw
telefoon de camera-instellingen aanpassen.
Toets Functie
Links/
Rechts
Hiermee kunt u het contrast van het
beeld aanpassen.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee kunt u in- en uitzoomen.
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
Hiermee kunt u het spiegelbeeld
weergeven.
1
Hiermee schakelt u over naar de
videostand.

p. 87
2
Hiermee wijzigt u de beeldgrootte.
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
4
Hiermee wijzigt u de fotostand.
86
Menuopties
Opties voor foto's
Wanneer u een foto hebt opgeslagen, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Nog een foto maken
: hiermee gaat u terug naar
de fotostand.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de foto instellen als
achtergrond voor het scherm of koppelen aan een
van uw contactpersonen. De foto wordt getoond
als u door het betreffende nummer wordt gebeld.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bestand.
•
Alles van Multishot wissen
: hiermee verwijdert
u een reeks bestanden die met Multishot zijn
genomen.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Ga naar foto's
: hiermee opent u de map
Foto's
.

p. 74
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee deelt u het
bestand met andere Bluetooth-apparaten.
•
Afdrukken via
: hiermee kunt u het bestand
afdrukken door de telefoon via USB of Bluetooth
met een printer te verbinden. Bij Bluetooth moet u
selecteren of u de afbeelding met of zonder kader
wilt afdrukken.
5
Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
6
Hiermee kunt u de vervorming van het
beeld verminderen voor optimale details
en scherpte.
7
Hiermee kunt u een decoratief kader
selecteren.
8
Hiermee stelt u de timer in.
9
Hiermee gaat u naar de map
Foto's
.
Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm.
Toets Functie
Menuopties
Camera
(menu 8)
87
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Een video opnemen
U kunt een video opnemen van wat wordt
weergegeven op het camerascherm en deze video
opslaan.
1. Druk in de opnamestand op [
1
].
2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt
fotograferen.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.

volgende gedeelte
• U kunt met de toetsen van uw telefoon de
camera-instellingen wijzigen of naar andere
standen overschakelen.

p. 88
3. Druk op [
]
om de opname te starten.
4. Druk op [
]
om de opname te stoppen. De video
wordt automatisch opgeslagen in de map
Video's
.
Cameraopties in de videostand
Druk in de videostand op < > om de volgende opties
weer te geven:
•
Foto nemen
: hiermee schakelt u over naar de
fotostand.
•
Effecten
: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
•
Timer
: hiermee kunt u een vertraging instellen
voordat de camera begint met opnemen.
•
Ga naar video's
: hiermee gaat u naar de map
Video's
.
5.
Gewenste actie Werkwijze
De videoclip afspelen Druk op [ ].
Opties voor video
weergeven
Druk op < >.

p. 89
De videoclip verwijderen Druk op [
C
] en
vervolgens op <
Ja
>.
Terugkeren naar de
videostand
Druk op < >.
88
Menuopties
•
Instellingen
: hiermee kunt u de volgende
instellingen voor het opnemen van een video
wijzigen:
Videostand
: hiermee kunt u een opnamemodus
voor de videostand selecteren.
Selecteer
MMS-limiet
om een video-opname te
maken die geschikt is voor een MMS-bericht.
Kies
Normaal
om een video op te nemen binnen
de limiet van het geheugen dat op dat moment
beschikbaar is.
Grootte
: hiermee kunt u de kadergrootte
selecteren.
Kwaliteit
: hiermee kunt u een instelling voor de
beeldkwaliteit selecteren.
Geluidsopname
: hiermee kunt u geluiden
opnemen bij een videoclip.
Geluid bij zoomen
: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij zoomen in of uit.
Geluid bij contrastinstelling
: hiermee schakelt
u het geluidseffect bij aanpassing van het contrast
in of uit.
Standaardnaam
: hiermee wijzigt u het
standaardvoorvoegsel van de naam van de
videoclip.
•
Sneltoetsen camcorder
: hiermee geeft u de
functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken
in de videostand.
Gebruik van de toetsen in de videostand
In de videostand kunt u met de toetsen van uw
telefoon de camera-instellingen aanpassen:
Toets Functie
Links/
Rechts
Hiermee kunt u het contrast van het
beeld aanpassen.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee kunt u in- en uitzoomen.
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
Hiermee kunt u het spiegelbeeld
weergeven.
Menuopties
Camera
(menu 8)
89
Opties voor videoclips
Wanneer u een videoclip hebt opgeslagen, kunt u op
< > drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Nog een opname maken
: hiermee gaat u terug
naar de videostand.
•
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bestand.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Ga naar video's
: hiermee gaat u naar de map
Video's
.

p. 76
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee deelt u het
bestand met andere Bluetooth-apparaten.
•
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
1
Hiermee schakelt u over naar de
fotostand.

p. 83
2
Hiermee wijzigt u de kadergrootte.
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
4
Hiermee wijzigt u de opnamemodus voor
de videostand.
5
Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect toepassen.
6
Hiermee kunt u de vervorming van het
beeld verminderen voor optimale details
en scherpte.
7
Hiermee kunt u het geluid in- of
uitschakelen.
8
Hiermee stelt u de timer in.
9
Hiermee gaat u naar de map
Video's
.
Toets Functie
90
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
Het menu Instellingen biedt toegang tot diverse opties
waarmee u de instellingen van uw telefoon kunt
aanpassen aan uw voorkeuren en behoeften. U kunt
ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Instellingen
om dit menu te openen.
Tijd en datum
(menu 9.1)
Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die
op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd
en datum instelt, moet u in het menu
Wereldtijd
de
tijdzone opgeven.

p. 49
•
Tijd instellen
: hier geeft u de huidige tijd in.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Indeling tijd
: hiermee selecteert u de tijdnotatie.
•
Datum instellen
: hier geeft u de huidige datum
in.
•
Indeling datum
: hier selecteert u de
datumindeling.
Telefooninstellingen
(menu 9.2)
U kunt de instelling van veel functies van de telefoon
aan uw eigen wensen aanpassen.
Taal
(menu 9.2.1)
Via dit menu kunt u een van de beschikbare talen
selecteren voor de tekst in het display.
Welkomtekst
(menu 9.2.2)
Via dit menu kunt u de tekst ingeven die kort als
begroeting wordt weergegeven wanneer de telefoon
wordt ingeschakeld.
Snelkoppeling
(menu 9.2.3)
U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen
om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde
menu's te openen. Via dit menu kunt u een sneltoets
aan een toets toewijzen.
Een sneltoets toewijzen aan een menu
1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt
gebruiken.
2. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt
toewijzen.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
91
Opties voor sneltoetsen
Druk op <
Opties
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u een sneltoetsmenu
toewijzen of wijzigen.
•
Verwijderen
: hiermee wordt de toewijzing van de
sneltoets aan de geselecteerde toets ongedaan
gemaakt.
•
Alles wissen
: hiermee worden alle
sneltoetstoewijzingen ongedaan gemaakt.
Volumetoets
(menu 9.2.4)
Gebruik dit menu om in te stellen of de beltoon wordt
uitgeschakeld of een oproep wordt geweigerd als u de
volumetoets [ / ] ingedrukt houdt wanneer er een
oproep binnenkomt.
USB-instellingen
(menu 9.2.5)
Via dit menu kunt u een USB-modus selecteren.
•
Modem
: hier kunt u selecteren of u uw telefoon
als modem wilt gebruiken.
•
Massaopslag
: hier krijgt u toegang tot de
geheugenkaart, als deze is geplaatst.
•
Pictbridge
: hiermee kunt u uw telefoon
aansluiten op een printer die compatibel is met
PictBridge.
Overige instellingen
(menu 9.2.6)
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen in-
en uitschakelen, en de voorziening Helderheid stem
gebruiken. U kunt het toetsenbord ook automatisch
laten vergrendelen.
•
Autom. herhalen
: hiermee stelt u in dat
maximaal tien maal wordt geprobeerd een
telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het
niet gelukt is verbinding te krijgen.
•
Elke toets
antwoorden
: hiermee kunt u een
inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve <
Weiger
>
en [ ].
92
Menuopties
•
Autom. toetsenblokvergrendeling
: hiermee
kunt u instellen dat het toetsenbord automatisch
wordt vergrendeld wanneer het display wordt
uitgezet.
•
Helderheid stem
: hiermee kunt u de
gevoeligheid van de microfoon verhogen, zodat de
persoon met wie u een gesprek heeft u duidelijk
kan horen, zelfs wanneer u fluistert.
Displayinstellingen
(menu 9.3)
Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en
de verlichting wijzigen.
Achtergrond
(menu 9.3.1)
Hier kunt u de achtergrondafbeelding wijzigen die
wordt weergegeven in de standby-stand.
Tekstweergave
(menu 9.3.2)
Met dit menu kunt u de opmaak van de tekst in de
standby-stand instellen.
•
Plaats van tekst
: hiermee selecteert u de plaats
van de tekst op het display. Als u niet wilt dat tekst
wordt weergegeven in de standby-stand,
selecteert u
Uit
.
•
Tekstopmaak
: hier selecteert u een
tekstopmaak.
•
Tekstkleur
: hier selecteert u een tekstkleur.
Agenda
(menu 9.3.3)
Gebruik dit menu om de agenda van de huidige maand
op het scherm in de standby-stand weer te geven.
Kleur
(menu 9.3.4)
Hier kunt u een kleurenpatroon selecteren voor de
menustand.
Helderheid display
(menu 9.3.5)
U kunt de helderheid van het display afstemmen op
veranderende omgevingsomstandigheden.
Kiesdisplay
(menu 9.3.6)
In dit menu kunt u een grootte, kleur en
achtergrondkleur selecteren voor de cijfers die u
ingeeft wanneer u een nummer kiest.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
93
Gegevens beller tonen
(menu 9.3.7)
Via dit menu kunt u de telefoon meldingen laten
weergeven over gemiste oproepen, met informatie
over de laatste gemiste beller.
Geluidsinstellingen
(menu 9.4)
Met dit menu kunt u de verschillende
geluidsinstellingen aanpassen.
Inkomende oproep
(menu 9.4.1)
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor
inkomende oproepen wijzigen.
•
Beltoon
: hiermee selecteert u een beltoon voor de
oproep.
•
Volume
: hiermee selecteert u een belvolume.
•
Type belsignaal
: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
Toetstoon
(menu 9.4.2)
Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Berichttoon
(menu 9.4.3)
In dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor
inkomende (e-mail)berichten wijzigen.
•
Beltoon
: hiermee selecteert u een van de
berichttonen.
•
Type belsignaal
: hier geeft u op hoe u wilt
worden gewaarschuwd wanneer er een bericht
binnenkomt.
•
Herhaling
: hier kunt u opgeven hoe vaak de
telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is.
Toon bij in-/uitschakelen
(menu 9.4.4)
Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
Stille stand
(menu 9.4.5)
Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de
stille stand waarschuwt bij een inkomende oproep of
bericht, alarm, enz.
In de standby-stand kunt u het toetsvolume
bijstellen met behulp van [ / ].
94
Menuopties
Overige tonen
(menu 9.4.7)
Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon
instellen.
•
Minutenteller
: hiermee stelt u in dat de telefoon
tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een
pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden
van de gespreksduur.
•
Verbindingstoon
: hiermee stelt u in dat de
telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande
oproep wordt verbonden met het systeem.
•
Alarm tijdens oproep
: hiermee stelt u in dat de
telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat
horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of
wanneer het alarm moet afgaan.
•
Toon
bij melding
: hiermee stelt u in dat de
telefoon een pieptoon laat horen als u een fout
maakt of als er iets verkeerds gebeurt op de
telefoon.
Lichtinstellingen
(menu 9.5)
Via dit menu kunt u de instellingen voor de verlichting
wijzigen.
Verlichting
(menu 9.5.1)
U kunt selecteren hoelang de verlichting aan moet
blijven of hoelang het display aan blijft in de dimstand,
waarin de verlichting uitgeschakeld is.
•
Aan
: hier selecteert u hoelang de verlichting aan
moet blijven.
•
Dimmen
: hier selecteert u hoelang het display
gedimd blijft nadat de verlichting is uitgeschakeld.
Na een bepaalde tijd wordt het display
uitgeschakeld.
Toetsenblokverlichting
(menu 9.5.2)
Met dit menu kunt u instellen hoe de verlichting van
het toetsenbord is geregeld.
•
Altijd gebruiken
: de verlichting op het
toetsenbord staat altijd aan.
•
’s Nachts
: de toetsenverlichting is ingeschakeld
tussen vijf uur 's middags en 9 uur 's ochtends.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
95
•
Op ingestelde tijd
: u kunt opgeven wanneer de
verlichting op het toetsenbord aan moet staan.
Netwerkdiensten
(menu 9.6)
Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten.
Neem contact op met uw provider voor informatie over
de beschikbaarheid van deze diensten of voor een
abonnement.
Oproepen doorschakelen
(menu 9.6.1)
Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen
doorgeschakeld naar een door u opgegeven
telefoonnummer.
1. Selecteer een doorschakeloptie:
•
Altijd doorschakelen
: alle oproepen worden
doorgeschakeld.
•
In gesprek
: oproepen worden doorgeschakeld
wanneer u in gesprek bent.
•
Geen
antwoord
: oproepen worden
doorgeschakeld als u niet opneemt.
•
Onbereikbaar
: oproepen worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van
uw provider bevindt of als uw telefoon is
uitgeschakeld.
•
Alles
annuleren
: hiermee worden alle
doorschakelopties geannuleerd.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt
doorschakelen.
3. Selecteer
Inschakelen
. Selecteer
Uitzetten
om
het doorschakelen van oproepen uit te zetten.
4. Ga naar de regel
Doorschakelen naar
.
5. Geef het nummer in waarnaar de oproepen
moeten worden doorgeschakeld.
6. Als u
Geen antwoord
hebt geselecteerd, gaat u
naar de regel
sec.
en selecteert u hoelang wordt
gewacht voordat een oproep wordt
doorgeschakeld.
7. Druk op <
Kies
>.
96
Menuopties
Oproepen blokkeren
(menu 9.6.2)
Met deze netwerkservice kunt u oproepen blokkeren.
1. Selecteer een blokkeeroptie:
•
Alle
uitgaande
: uitgaande oproepen worden
geblokkeerd.
•
Internationaal
: internationale oproepen
worden geblokkeerd.
•
Internationaal behalve thuisland
: hiermee
is het alleen toegestaan te bellen naar
nummers binnen het land waar u zich bevindt
als u in het buitenland bent, en naar uw eigen
land.
•
Alle
inkomende
: inkomende oproepen
worden geblokkeerd.
•
Inkomend
in
buitenland
: alle inkomende
oproepen worden geblokkeerd wanneer u de
telefoon in het buitenland gebruikt.
•
Alles
annuleren
: alle blokkeeropties worden
geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers
kunt bellen en oproepen kunt ontvangen.
•
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
:
hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat
u van uw provider hebt gekregen.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren.
3. Selecteer
Inschakelen
. Als u de blokkeerfunctie
wilt uitzetten, selecteert u
Uitzetten
.
4. Geef het blokkeringswachtwoord in dat u hebt
gekregen van uw provider en druk op <
Kies
>.
Wisselgesprek
(menu 9.6.3)
Deze netwerkservice stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
1. Selecteer de typen oproepen waarop de
wisselgesprekfunctie van toepassing moet zijn.
2. Selecteer
Inschakelen
en druk op <
Kies
>. Kies
Uitzetten
om de wisselgesprekfunctie uit te
zetten.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
97
Netwerk kiezen
(menu 9.6.4)
Met deze netwerkservice kunt u automatisch of
handmatig het netwerk selecteren dat moet worden
gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U
kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een
geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee
netwerken.
Nummerweergave
(menu 9.6.5)
Met deze netwerkservice kunt u voorkomen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon
van degene die door u wordt gebeld. Als u
Standaard
selecteert, wordt de standaardinstelling van het
netwerk gebruikt.
Voicemailserver
(menu 9.6.6)
Via dit menu kunt u het nummer van de
voicemailserver opslaan en toegang krijgen tot uw
voicemailberichten.
•
Verbinden met voice mail
: hiermee maakt u
verbinding met de voicemailserver zodat u uw
voicemailberichten kunt beluisteren.
•
Nummer voicemailserver
: hier voert u de naam
en het telefoonnummer van de voicemailserver in.
Band kiezen
(menu 9.6.7)
U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en
gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de
beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor
de volgende netwerktypen: GSM 1900, een
combinatie van GSM 900/1800 en Triband (een
combinatie van GSM 900/1800/1900).
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan
het zijn dat u op een andere band moet
overschakelen.
Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet
wijzigen.
U moet het nummer van de voicemailserver opslaan
voordat u toegang probeert te krijgen tot de server.
Informeer bij uw provider naar het nummer van de
voicemailserver.
98
Menuopties
Bluetooth
(menu 9.7)
Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos
aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar
gegevens mee uitwisselen, handsfree spreken of de
telefoon op afstand bedienen.
Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos
verbinding maken tussen elektronische apparaten die
compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal
10 meter. Omdat de apparaten communiceren via
radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat
niet te kunnen zien.
De Bluetooth-functie instellen
Het menu
Bluetooth
bevat de volgende opties:
•
Aanzetten
: hiermee kunt u de Bluetooth-functie
in- of uitschakelen.
•
Mijn apparaten
: hiermee zoekt u naar Bluetooth-
apparaten waarmee u verbinding kunt maken.
•
Zichtbaarheid van mijn telefoon
: hiermee stelt
u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen
zoeken naar uw telefoon.
•
Naam van mijn telefoon
: hiermee wijst u een
Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze
naam wordt op andere apparaten weergegeven.
•
Veilige modus
: hiermee bepaalt u of u om
bevestiging wordt gevraagd wanneer andere
apparaten toegang tot uw gegevens proberen te
krijgen.
•
Bluetooth diensten
: hiermee kunt u de
beschikbare Bluetooth-diensten weergeven.
• Als er voorwerpen tussen de apparaten staan,
is het mogelijk dat de afstand waarop de
apparaten kunnen communiceren, afneemt.
• Voor de beste prestaties wordt aanbevolen
de Bluetooth-functionaliteit niet samen met
met multimediafuncties zoals de spraakrecorder,
camera en MP3-speler, of vice versa, te
gebruiken.
• Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel
met de telefoon.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
99
Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit
koppelen
1. Kies
Mijn apparaten
vanuit de Bluetooth-
instellingsopties.
2. Kies
Nieuw apparaat zoeken
.
Nadat het zoeken is voltooid, wordt een lijst
weergegeven met apparaten waarmee u
verbinding kunt maken. De volgende symbolen
geven aan om wat voor type apparaat het gaat:
De kleur van het symbool geeft de status van het
apparaat aan:
• Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
• Blauw voor gekoppelde apparaten
• Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <
OK
>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u
hoeft deze niet te onthouden.
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat
dezelfde code intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
Opties voor apparaten
Druk in de lijst met apparaten op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Verbinden
: hiermee kunt u een verbinding maken
met een headset of handsfree carkit.
•
Verbinding verbreken
: hiermee verbreekt u de
verbinding met het apparaat.
• Stereoheadset • Mobiele telefoon
• Computer • PDA
• Printer • Onbekend
apparaat
• Headset of handsfree carkit
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PIN-
code, zoals
0000
. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze ingeven.
100
Menuopties
•
Bestanden doorzoeken
: hiermee kunt u zoeken
naar gegevens op het apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
•
Servicelijst
: hiermee opent u de lijst met
Bluetooth-diensten van het apparaat.
•
Hernoemen
: hiermee kunt u het gekoppelde
apparaat hernoemen.
•
Apparaat goedkeuren
/
Niet goedgekeurd
apparaat
: hiermee bepaalt u of u wilt worden
gevraagd om toestemming wanneer andere
apparaten proberen verbinding te maken met de
telefoon.
•
Wissen
: hiermee kunt u het geselecteerde
apparaat of alle apparaten uit de lijst verwijderen.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
via
→
Bluetooth
.
4. Druk op [ ] om de gewenste bestanden te
selecteren en druk vervolgens op <
Verzend
>.
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
5. Selecteer een apparaat.
6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <
OK
>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn.
1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden,
kunt u op <
Ja
> drukken als u het apparaat
toegang tot uw telefoon wilt verlenen.
2. Druk op <
Ja
> om de gegevens te ontvangen.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
101
Beveiliging
(menu 9.8)
Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen
ongeoorloofd gebruik door de verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te
beheren.
PIN-controle
(menu 9.8.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie
ingeschakeld is, moet u steeds als u de telefoon
aanzet, de PIN-code ingeven.
PIN wijzigen
(menu 9.8.2)
Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de
PIN-controle hebben ingeschakeld om deze functie te
kunnen gebruiken.
Telefoonblokkering
(menu 9.8.3)
Met dit menu kunt u de telefoon vergrendelen zodat
deze niet zonder uw toestemming kan worden
gebruikt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds
als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot
acht cijfers ingeven.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. Ga
naar het menu
Wachtwoord wijzigen
om het
wachtwoord te wijzigen.
Wachtwoord wijzigen
(menu 9.8.4)
Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon
wijzigen.
Privacy
(menu 9.8.5)
Met dit menu kunt u de toegang tot berichten en
mediabestanden blokkeren.
Als een privacy-optie is ingeschakeld, moet u het
wachtwoord van de telefoon ingeven als u de
geblokkeerde items of functies wilt gebruiken.
Als u driemaal achterelkaar een onjuiste PIN-/PIN2-
code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2-
code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze
codes krijgt u van uw provider.
102
Menuopties
SIM blokkeren
(menu 9.8.6)
Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw
telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door
er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet
de SIM-blokkeringscode ingeven als u een andere
SIM-kaart wilt gebruiken.
FDN-modus
(menu 9.8.7)
Als de SIM-kaart de FDN-modus ondersteunt, kunt u
uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald
aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is
ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de
telefoonnummers die in de FDN-lijst zijn opgegeven.
PIN2 wijzigen
(menu 9.8.8)
Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met deze
functie uw huidige PIN2-code wijzigen.
Geheugenstatus
(menu 9.9)
Via dit menu kunt u bekijken hoeveel geheugen er
wordt gebruikt voor het opslaan van gegevens in
Berichten, Mijn bestanden, Agenda, Telefoonlijst en
JAVA-wereld. U kunt ook de hoeveelheid gedeeld
geheugen bekijken.
Reset instellingen
(menu 9.10)
Via dit menu kunt u de instellingen die u hebt
gewijzigd, terugstellen.
1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te
selecteren die u wilt terugzetten.
2. Druk op <
Op nul
>.
3. Druk op <
Ja
> om het herstellen van de
oorspronkelijke instellingen te bevestigen.
4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op <
OK
>.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000
. U kunt dit wachtwoord wijzigen.

p. 101
103
Problemen oplossen
Hulp bij het oplossen van problemen
U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig
telefoontje naar een medewerker van de
klantenservice besparen, door eerst een aantal
eenvoudige controles uit te voeren die in dit gedeelte
worden besproken.
Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende
berichten worden weergegeven:
"SIM-kaart plaatsen"
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
"Telefoonblokkering"
• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
"Geef PIN in"
• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de
PIN-code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
gekregen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens
wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de
PIN-code ingeven. U kunt deze functie
uitschakelen met de menuoptie
PIN-controle
.
"Geef PUK in"
• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
ingevoerd, waardoor de telefoon nu geblokkeerd
is. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt
gekregen.
"Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet
uitgevoerd" wordt weergegeven.
• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het
kan zijn dat het signaal te zwak is op de plaats
waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf
een andere locatie.
• U probeert een functie te gebruiken waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw provider. Neem
contact op met uw provider voor meer informatie.
104
Problemen oplossen
U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet
gekozen.
• Controleer of u op [ ] hebt gedrukt.
• Controleer of u op toegang hebt tot het juiste
mobiele netwerk.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
uitgaande oproepen misschien hebt ingesteld.
Iemand probeert u tevergeefs te bellen.
• Controleer of de telefoon is ingeschakeld.
(Houd [ ] langer dan een seconde ingedrukt.)
• Controleer of u het juiste mobiele netwerk
gebruikt.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
inkomende oproepen misschien hebt ingesteld.
Uw gesprekspartner hoort u niet.
• Controleer of u de microfoon hebt ingeschakeld.
• Controleer of u de telefoon dicht genoeg bij uw
mond houdt. De microfoon bevindt zich aan de
onderzijde van de telefoon.
De telefoon begint te piepen en het bericht
"Batterij bijna leeg" knippert op het display.
• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de
batterij weer op.
De geluidskwaliteit van de oproep is slecht.
• Controleer de signaalsterkte op het display ( ).
Hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te
sterker is het signaal (van sterk ( ) tot zwak
()).
• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een
gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.
Wanneer u een nummer uit de telefoonlijst
opnieuw kiest, wordt er geen nummer gebeld.
• Controleer via de functie
Lijst met contacten
of
het nummer op de juiste manier is opgeslagen.
• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.
105
De batterij wordt niet goed opgeladen of de
telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld.
• Maak de contactpunten voor het opladen van de
telefoon en de batterij schoon met een zachte
doek.
Mocht u het probleem aan de hand van de
bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen,
dan kunt u contact opnemen met uw leverancier
of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor
dat u de volgende gegevens bij de hand hebt:
• Het typenummer en het serienummer van de
telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een duidelijke beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
SAR-certificeringsinformatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese
Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan
radiogolven.
De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De
telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de
limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling
aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten
maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan
welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)
zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis
van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd
wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten
kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid
van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand,
te kunnen garanderen.
106
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de
EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.
*
De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was
0,197 W/kg.
SAR-tests worden uitgevoerd onder normale
gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met
maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden
uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis
van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SAR-
niveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm
liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende
signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die
nodig is om het netwerk te kunnen bereiken.
Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van
een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de
telefoon is.
Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht,
moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de
Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste
voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de
bescherming van de gezondheid en veiligheid van de
gebruiker en alle andere personen.
Voorschriften voor het gebruik van
batterijen
• Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd
zijn.
• Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven
manier.
• Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een
netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt.
De standby- en beltijd zijn sterk afhankelijk van de
signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de
parameters die door de provider zijn ingesteld.
* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0
watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram
lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een
aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is
gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen
variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de
netwerkband.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
107
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type batterij
en oplader. De batterij kan honderden keren worden
opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat
de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de
gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt,
is het tijd om een nieuwe batterij te kopen.
• Een volledig opgeladen batterij die niet wordt
gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch
ontladen.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet
gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Sluit de batterij niet langer dan een week op een
oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat
minder lang mee.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed
op de laadcapaciteit van de batterij.
• Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of
opwarmen.
• Leg de batterij niet in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of
winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en
levensduur van de batterij verminderen. Probeer de
batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de
0 °C (32 °F).
• Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting
ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een
muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en –
polen van de batterij (de metalen strips op de batterij)
direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas
bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigd raken.
• Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi
ze niet in het vuur.
108
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verkeersveiligheid
Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote
voordeel brengt echter ook een belangrijke
verantwoordelijkheid met zich mee, een
verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste
verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens
het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u
aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende
gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden
wilt gebruiken.
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon
niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een
ander apparaat wilt aansluiten, moet u de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat
apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten.
Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen
uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste
werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de
normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de
antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter
apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de
radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke
gevallen contact op met de fabrikant voor een andere
oplossing.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een
mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen
van Wireless Technology Research. Als u ook maar een
vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de
telefoon onmiddellijk uitzetten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
109
Gehoorapparaten
Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen
in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren
wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw
gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Andere medische apparaten
Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt,
neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om
na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe
radiosignalen.
U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen.
Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het
gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische
systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op
met de fabrikant of dealer van uw auto.
Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur
die in uw auto is geïnstalleerd.
Verbod op mobiel bellen
Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is
aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet
toegestaan is.
Omgevingen met explosiegevaar
Schakel de telefoon uit in een omgeving met
explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en
instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving
een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of
zelfs de dood tot gevolg.
Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een
tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking
tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots
(zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en
plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
110
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er
explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk
bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en
overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG
rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in
de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en
elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van
uw voertuig moet uitzetten.
Alarmnummer bellen
Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon
gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en
door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet
vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden
verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële
communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is
ingeschakeld en u zich in een servicegebied met
voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het
bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele
netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn
ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.
Zo belt u een alarmnummer:
1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.
2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op de toets [ ].
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het
blokkeren van gesprekken, moet u deze functies
misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt
bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem
contact op met uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
• Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici
repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan
ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te
vervallen.
• Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw
auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
111
• Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen
en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de
telefoon of de onderdelen of accessoires van de
telefoon.
• Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er
rekening mee houden dat deze met flink veel kracht
wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook
niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur,
in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal
uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste
manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de
airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
• Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig
stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het
vliegtuig en is daarom verboden.
• Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het
gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent
worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden
vervolgd.
Verzorging en onderhoud
De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap
is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u
de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de
garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier
hebben van dit product.
• Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of
stikken in de kleine onderdelen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen
bevatten mineralen die de elektronica aantasten.
• Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor
kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan
de telefoon beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,
vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen
dan beschadigd kunnen raken.
• Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte.
Door de hoge temperatuur gaan elektronische
apparaten minder lang mee, kunnen batterijen
beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of
smelten.
112
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
• Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich
condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
• Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegenaan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat,
kunnen de interne onderdelen beschadigd raken.
• Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
zachte doek gedrenkt in een sopje van water en
zachte zeep.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.
• Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon
kan oververhit raken en ontploffen.
• Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat waterschade
aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van
de telefoon niet meer onder de garantie van de
fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet
verstreken.
• Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet
vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan
oogbeschadigingen opleveren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes
of aangepaste accessoires kunnen de telefoon
beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer
voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent
radioapparatuur.
• Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar
zal men u van advies dienen en indien nodig voor
reparatie zorgen.
113
Index
A
ABC-stand, tekstinvoer • 26
Achtergrond • 92
Achtergrondafbeelding • 92
Afbeeldingen, gedownload • 74
Agenda • 79, 92
Alarm • 50
Alarmnummer bellen • 110
Automatisch herhalen • 91
B
Band selecteren • 97
Batterij
bijna leeg, symbool • 8
opladen • 7
voorschriften • 106
Beantwoorden
oproep • 30
tweede oproep • 32
Belgroepen • 39
Belsignaal
berichten • 93
inkomende oproepen •
93
Berichten
begroeting • 90
e-mail • 59, 64
info • 73
MMS • 58, 61
server • 62
SMS • 57, 61
Berichten maken
e-mail • 59
MMS • 58
SMS • 57
Berichttoon • 93
Bestandsbeheer • 74
Beveiliging, oproepen • 101
Blokkeren
menuopties • 101
SIM-kaart • 102
telefoon • 101
Blokkeren, oproepen • 96
Bluetooth
instellingen • 98
ontvangen, gegevens •
100
verzenden, gegevens •
100
Browser, web • 53
C
Calculator • 51
Camera
foto's • 83
video's • 87
D
Datum instellen • 90
Display
helderheid • 92
indeling • 10
instellingen • 92
symbolen • 10
taal • 90
Doorschakelen, oproepen • 95
DTMF-tonen verzenden • 33
E
Elke toets antwoorden • 91
E-mailberichten
bekijken • 64
instelling • 70
maken/verzenden • 59
verwijderen • 65
F
FDN-modus (Vaste nummers)
• 102
Foto's
bekijken • 74
nemen • 83
G
Geheugenkaart
bestanden openen • 78
installeren • 24
Geheugenstatus
berichten • 74
bestandsbeheer • 78
gedownloade items • 78
telefoonlijst 42
Geluiden, gedownload • 77
Geluidsinstellingen • 93
Gemiste oproepen • 35
Gespreksduur • 36
Gesprekskosten • 36
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie • 105
114
Index
H
Herstellen, telefooninstellingen
• 102
I
In- en uitschakelen
microfoon • 33
telefoon • 8
Infoberichten • 73
Internationale gesprekken • 29
Internet • 53
J
Java-toepassingen • 47
K
Kleur • 92
L
Laatste nummer, herhalen • 30
Lichtinstellingen • 94
Luidspreker • 32
M
Minutenteller • 94
MMS-berichten
bekijken • 60
instelling • 67
MMS-berichten
(vervolg)
maken/verzenden • 58
verwijderen • 62
MP3-speler • 43
Multiparty-gesprekken • 34
Muziek, gedownload • 77
N
Namen
ingeven • 26
zoeken • 37
Netwerk kiezen • 97
Netwerkband, selecteren • 97
Netwerkdiensten • 95
Nummer herhalen
automatisch • 91
handmatig • 30
Nummerweergave • 93, 97
O
Omrekenen • 51
Ontvangen berichten
e-mail • 64
MMS/SMS • 60
Ontvangen oproepen • 35
Opnemen
spraakmemo's • 46
video's • 87
Oproepen
beantwoorden • 30
blokkeren • 96
doorschakelen • 95
doorverbinden • 34
in de wacht zetten • 31
nummer herhalen • 30
weigeren • 30
wisselgesprek • 96
Oproepenlijst
gemist • 35
ontvangen • 35
uitgaand • 35
P
PIN2-code, wijzigen • 102
PIN-code, wijzigen • 101
Postvak IN, berichten
e-mail • 64
MMS/SMS • 60
Postvak UIT, berichten • 62
Privacy • 101
Problemen oplossen • 103
R
Roaming • 97
S
Serverberichten • 62, 73
SIM-kaart
plaatsen • 7
vergrendelen • 102
SMS-berichten
bekijken • 60
instelling • 67
maken/verzenden • 57
verwijderen • 61
Snelkiezen • 40
Sneltoets • 90
Spelletjes • 47
Spraakrecorder
afspelen • 46
opnemen • 46
Standaardberichten • 65
Stille stand
ingeven • 13
instelling • 93
Stopwatch • 52
Symbolen, beschrijving • 10
T
T9-stand, tekstinvoer • 27
Taal selecteren • 90
115
Index
Tekens bij kiezen, instellen •
92
Tekst ingeven • 26
Telefoon
aan- en uitzetten • 8
display • 10
instellingen herstellen •
102
symbolen • 10
uitpakken • 6
vergrendelen • 101
wachtwoord • 101
Telefoonlijst
beheren • 42
opties • 37
snelkiezen • 40
toevoegen • 38
verwijderen • 38, 42
zoeken • 37
Tijd instellen • 90
Timer • 52
Toetsenblokkering • 8, 92
Toetstonen
aan/uit • 33
selecteren • 93
volume • 93
Toon bij in-/uitschakelen • 93
U
Uitgaande oproepen • 35
V
Veiligheidsinformatie • 105
Verbindingstoon • 94
Verkeersveiligheid • 108
Verlichting, instellen
display • 94
toetsen • 94
Verwijderen
e-mail • 63, 65, 66
items • 82
MMS • 62, 63, 66
oproepenlijst • 35
SMS • 61, 63, 66
telefoonlijst • 38, 42
Verzonden berichten • 63
Verzorging en onderhoud • 111
Video's
afspelen • 76
opnemen • 87
Visitekaartje • 41
Voicemailserver • 97
W
Wachtstand, gesprek • 31
Wachtwoord
oproepen blokkeren • 96
telefoon • 101
Web browser
favorieten • 54
toegang • 53
Welkomstbericht • 90
Wereldtijd • 49
Wisselgesprek • 96
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Het volgende product:
GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth
Draagbare mobiele telefoon
(Productbeschrijving)
SGH-X700
(Typenaam)
Gefabriceerd door:
- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung-Buk,
Korea, 730-350
(naam en adres van fabrikant
*
)
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende
standaarden en/of andere normatieve documenten.
Veiligheid : EN 60950-1:2001
EMC : EN 301 489-01 v1.3.1 (09-2001)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
SAR : EN 50360:2001
EN 50361:2001
Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 v1.6.1 (11-2004)
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat]
bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn
1999/5/EC aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in
Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC
is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2005. 09. 26 Yong-Sang Park / verkoopmanager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de
winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre.

Documenttranscriptie

* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider. * Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft. * Drukfouten voorbehouden. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.:GH68-08123A Dutch. 11/2005. Rev. 1.0 SGH-X700 Gebruiksaanwijzing Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Uitschakelen bij het tanken Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Speciale voorschriften Accessoires en batterijen Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon • De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. • Gooi oude batterijen weg volgens de geldende richtlijnen. Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Deskundige technische service Alarmnummer bellen Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 105 voor meer informatie over veiligheid. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets . Belangrijke veiligheidsinformatie De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. 1 Over deze handleiding In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie te krijgen. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze vervolgens selecteren. → ] < > 2 Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ] Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Voorbeeld: <Menu> Camera en camcorder U kunt de cameramodule op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen of een video-opname te maken. Speciale functies op uw telefoon • Bluetooth Met behulp van de gratis, draadloze Bluetooth-technologie kunt u mediabestanden overzetten en verbinding maken met andere apparaten. • MP3-speler U kunt uw telefoon gebruiken als MP3-speler om MP3-bestanden af te spelen. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie.  [ • FM-radio U kunt naar uw favoriete radiostations luisteren, waar en wanneer u maar wilt. • Zien door wie u wordt gebeld U kunt zien door wie u wordt gebeld, doordat de foto van de beller wordt weergegeven. • Visitekaartje U kunt visitekaartjes maken met uw telefoonnummer en uw profiel. Dit elektronische visitekaartje is een handig middel om uzelf aan anderen voor te stellen. MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, videoclips en geluidsfragmenten verzenden. • E-mail U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, videoclips en geluidsfragmenten in bijlagen verzenden. • Web browser Draadloos verbinding maken met internet zodat u de meest actuele informatie en allerlei soorten recente mediacontent kunt ophalen. • Java U kunt geïntegreerde spelletjes op Java™-basis spelen en nieuwe spelletjes downloaden. • Agenda Hiermee kunt u uw dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse afspraken bijhouden. • Spraakrecorder Hiermee kunt u memo's of geluiden opnemen. Speciale functies op uw telefoon • • 3 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Toetsen, functies en locaties Aan de slag De telefoon installeren en opladen ............................. 7 De telefoon aan- en uitzetten .................................... 8 Toetsen en display ................................................... 9 Toegang tot menufuncties........................................ 11 De instellingen aanpassen........................................ 12 Bellen en oproepen beantwoorden ............................ 14 15 Aan de slag met de camera, muziek, het web en andere speciale functies 4 18 19 20 21 23 24 Tekst ingeven 26 ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Andere functies van de telefoon gebruiken Surfen op Internet .................................................. Telefoonlijst gebruiken ............................................ Berichten verzenden ............................................... Berichten bekijken .................................................. Bluetooth gebruiken................................................ Een geheugenkaart gebruiken .................................. De camera gebruiken .............................................. 15 MP3-bestanden afspelen .......................................... 16 Luisteren naar FM-radio........................................... 17 Telefoneren 29 Geavanceerde belfuncties Menuopties 34 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 103 Hulp bij het oplossen van problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 105 Index 113 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang tot de menustand. 1 Oproepenlijst 1 2 3 4 5 6 7 p. 34 Recente oproepen p. Gemiste oproepen p. Uitgaande oproepen p. Ontvangen oproepen p. p. Alles wissen p. Gespreksduur * p. Gesprekskosten 34 35 35 35 35 36 36 2 Telefoonlijst p. 37 1 Lijst met contacten 2 FDN-lijst 3 Nieuw contact toevoegen 4 Groep 5 Snelkiezen 6 Mijn visitekaartje 7 Eigen nummer 8 Beheer 9 Servicenummer* p. 37 p. 38 p. 38 p. 39 p. 40 p. 41 p. 42 p. 42 p. 42 3 Toepassingen p. 43 5 Berichten p. 57 1 MP3-speler 2 Spraakrecorder 3 JAVA-wereld 4 FM-radio 5 Wereldtijd 6 Alarm 7 Calculator 8 Omrekenen 9 Timer 10 Stopwatch 11 SIM-AT* p. 43 p. 45 p. 47 p. 48 p. 49 p. 50 p. 51 p. 51 p. 52 p. 52 p. 52 1 2 3 4 5 6 7 p. 57 p. 60 p. 65 p. 66 p. 66 p. 73 p. 74 4 Browser p. 53 1 2 3 4 5 6 p. 53 p. 54 p. 55 p. 55 p. 55 p. 56 Startpagina Favorieten Ga naar adres Buffer leegmaken Instellingen server Huidige server Bericht maken Mijn berichten Standaardberichten Alles wissen Instellingen Infoberichten Geheugenstatus 6 Mijn bestanden p. 74 1 2 3 4 5 6 7 p. 74 p. 76 p. 77 p. 77 p. 78 p. 78 p. 78 Afbeeldingen Video's Muziek Geluiden Andere bestanden Geheugenkaart** Geheugenstatus 7 Agenda p. 79 8 Camera p. 83 9 Instellingen p. 90 1 Tijd en datum 2 Telefooninstellingen 3 Displayinstellingen 4 Geluidsinstellingen 5 Lichtinstellingen 6 Netwerkdiensten 7 Bluetooth 8 Beveiliging 9 Geheugenstatus 10 Reset instellingen p. 90 p. 90 p. 92 p. 93 p. 94 p. 95 p. 98 p. 101 p. 102 p. 102 * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. ** Deze optie wordt alleen weergegeven als er een geheugenkaart is geplaatst. 5 Uitpakken Overzicht van de onderdelen De telefoon Toetsen, functies en locaties Luidspreker Externe luidspreker Telefoon Reisadapter Display Volumetoets Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsung-dealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. 6 Aansluitpunt headset WAP toegangs-/ Bevestigingstoets Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/ Links/Rechts) Linkerfunctietoets Rechterfunctietoets Nummer kiezen Annuleren/ Corrigeren Toetsen voor speciale functies Spiegel Cameralens Cameratoets Aan/Uit/Menu afsluiten Sleuf voor geheugenkaart Alfanumerieke toetsen Microfoon Aan de slag Plaats de batterij. De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Informatie over de SIM-kaart Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PINcode, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon installeren en opladen Verwijder de batterij. Plaats de SIM-kaart. Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. Haal het netsnoer van de adapter uit het stopcontact wanneer de telefoon volledig is opgeladen (het batterijsymbool beweegt niet meer). Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar de telefoon gericht zijn. 7 Aan de slag Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten Batterijsymbool Wanneer de batterij bijna leeg is: • hoort u een waarschuwingstoon, • wordt een melding weergegeven dat de batterij bijna leeg is en • knippert het batterijsymbool . Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. 8 Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. De telefoon uitzetten 1. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 2. Geef indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. Houd [ ] ingedrukt. Toetsenblokkering U kunt het toetsenbord blokkeren, zodat de werking van de telefoon niet wordt verstoord wanneer u per ongeluk op een toets drukt. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt en druk vervolgens op <Ja>. Als u de toetsenblokkering wilt opheffen, drukt u op de linkerfunctietoets en vervolgens op [ ]. U kunt de telefoon ook zo instellen dat het toetsenbord automatisch wordt geblokkeerd.p. 92 Toetsen De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand: rechtstreeks uw favoriete menuopties openen.p. 90 In de menustand: door menuopties bladeren. In de standby-stand: de webbrowser starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren of de invoer bevestigen. Zelf bellen of oproepen beantwoorden. In de standby-stand: de laatste nummers weergeven die u hebt gebeld of waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Aan de slag Toetsen en display Tekens uit het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. Een oproep beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Cijfers, letters en enkele speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden voor toegang tot uw voicemailserver. Houd [0] ingedrukt als u een internationale toegangscode wilt ingeven. Speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille stand in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. 9 Aan de slag Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand: het toetsvolume aanpassen. In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de camerastand: een foto maken of een video-opname maken. Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied. U kunt geen oproepen verzenden of ontvangen. Alarm ingesteld Nieuw SMS-bericht Display Indeling Symbolen hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen hier worden berichten, instructies en ingevoerde informatie weergegeven. Menu 10 Symbolen* Contacten Functietoetsindicatoren hier worden de functies weergegeven die op dat moment aan de functietoetsen zijn toegewezen. Nieuw MMS-bericht Nieuw e-mailbericht Een van de postvakken IN is vol Nieuw voicemailbericht Doorschakelfunctie is geactiveerd Bluetooth-functie is geactiveerd Aangesloten op Bluetoothhandsfree kit of headset GPRS-netwerk Thuisnetwerk, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Office Zone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Geheugenkaart is geplaatst Beltoon ingesteld op trilstand Functietoetsen De functie van de functietoetsen hangt af van de context waarin ze worden gebruikt. Onder in het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Kies Aan de slag EDGE-netwerk Toegang tot menufuncties Terug Stille stand Batterijsterkte * Welke symbolen op het display worden weergegeven, is afhankelijk van het land en de provider. Druk op de linkerfunctietoets om de gemarkeerde optie te selecteren. Druk op de rechterfunctietoets om terug te keren naar het vorige menuniveau. 11 Aan de slag Een optie selecteren 1. Druk op de betreffende functietoets. 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of [ ] om de weergegeven functie of de gemarkeerde optie te bevestigen. 4. Als u wilt afsluiten, kiest u een van de volgende methoden. • Druk op <Terug> of [C] om één niveau omhoog te gaan. • Druk op [ ] om terug te keren naar de standby-stand. Sneltoetsen gebruiken 12 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. Voor de indexnummers 10 en 11 drukt u op [0], respectievelijk [ ]. De instellingen aanpassen Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Telefooninstellingen → Taal. 2. Selecteer een taal. Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Geluidsinstellingen → Inkomende oproep → Beltoon. 2. Selecteer een categorie belmelodieën. 3. Selecteer een beltoon. 4. Druk op <Opslaan>. U kunt een achtergrond voor de standby-stand op het display instellen. Sneltoetsen voor menu's 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Displayinstellingen → Achtergrond. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Telefooninstellingen → Snelkoppeling. 2. Selecteer een afbeeldingscategorie. 2. Selecteer een toets. 3. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. 3. Selecteer een afbeelding. Kleur menustand U kunt de navigatietoetsen instellen als sneltoetsen om uw favoriete menu's te openen. U kunt de kleur van de displayonderdelen zoals de titelbalk en de markeringsbalk aanpassen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Displayinstellingen → Kleur. Aan de slag Achtergrond standby-stand Stille stand U kunt de telefoon in de stille stand zetten zodat u anderen niet stoort met de geluiden van uw telefoon. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. 2. Selecteer een kleurenpatroon. 13 Aan de slag Telefoonblokkering U kunt de telefoon met een wachtwoord beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. Bellen en oproepen beantwoorden Een oproep tot 1. Geef in de standby-stand het netnummer en stand brengen abonneenummer in. 2. Druk op [ 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Beveiliging → Wachtwoord wijzigen. 2. Geef het standaardwachtwoord 00000000 in en druk op <OK>. 3. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 5. Selecteer Telefoonblokkering. 6. Selecteer Aanzetten. 14 7. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. ]. 3. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. Een oproep beantwoorden 1. Druk op [ ] wanneer de telefoon overgaat. Het volume aanpassen tijdens een gesprek Druk op [ / ]. 2. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. Andere functies van de telefoon gebruiken Een foto bekijken Aan de slag met de camera, muziek, het web en andere speciale functies 2. Selecteer de gewenste foto. De camera gebruiken Een foto nemen 1. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt fotograferen. 3. Druk op [ ] om de foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [ ] om nog een foto te nemen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Mijn bestanden → Afbeeldingen → Foto's. Een videoopname maken 1. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 2. Druk op [1] om over te schakelen naar de videostand. 3. Druk op [ starten. ] om de opname te 4. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De video-opname wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op < > als u nog een video-opname wilt maken. 15 Andere functies van de telefoon gebruiken Een videoopname afspelen 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Mijn bestanden → Video's → Video's. • • 2. Selecteer de gewenste videoopname. MP3-bestanden afspelen U kunt de volgende methoden MP3bestanden naar gebruiken: • Downloaden van het internet de telefoon p. 53 kopiëren • 16 Downloaden van een computer met behulp van het optionele programma Samsung PC Studio Gebruikershandleiding Samsung PC Studio Een playlist maken Ontvangen via Bluetooth p. 100 Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren en de kaart in de telefoon plaatsen. p. 24 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Toepassingen → MP3-speler. 2. Druk op <Opties> en kies Muziek toevoegen van → Telefoon of Geheugenkaart. 3. Druk op [ ] om de gewenste bestanden te selecteren en druk vervolgens op <Voeg toe>. • • / : hiermee past u het volume aan. Omlaag: hiermee stopt u het afspelen. Luisteren naar FM-radio Radiostations zoeken en instellen 1. Sluit de connector van de headset aan op het aansluitpunt aan de rechterkant van de telefoon. 2. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Toepassingen → FM-radio. 3. Druk op [ ] om de radio aan te zetten. Andere functies van de telefoon gebruiken MP3-bestanden 1. Druk in het scherm MP3-speler op [ ]. afspelen 2. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: • : hiermee onderbreekt/ hervat u het afspelen. • Links: hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. Als u deze toets ingedrukt houdt, gaat u terug in een bestand. • Rechts: hiermee gaat u naar het volgende bestand. Als u deze toets ingedrukt houdt, gaat u vooruit in een bestand. • Omhoog: hiermee opent u de playlist. 4. Houd [Links] of [Rechts] ingedrukt om de beschikbare radiofrequenties automatisch op te zoeken. 17 Andere functies van de telefoon gebruiken Radiostations zoeken en instellen (vervolg) 5. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 6. Geef een naam in voor het station en druk op [ ]. Surfen op Internet Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos surfen op internet en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en materiaal van websites downloaden. 7. Selecteer een lege locatie. Naar de radio luisteren 1. Sluit de connector van de headset aan op het aansluitpunt aan de rechterkant van de telefoon. 2. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Toepassingen → FM-radio. 3. Druk op [ ] om de radio aan te zetten. 4. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om op het gewenste station af te stemmen. 5. Als u de radio wilt uitschakelen, verwijdert u de headset. 18 De browser starten Druk in de standby-stand op [ ]. Navigeren op Internet • • • • Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseritems te bladeren. Druk op [ ] om een optie te selecteren. Druk op <Terug> om terug te gaan naar de vorige pagina. Houd [C] ingedrukt om terug te gaan naar de startpagina. • Telefoonlijst gebruiken Een vermelding In het telefoongeheugen: toevoegen 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. 2. Kies Opslaan → Telefoon → een type nummer. 3. Geef gegevens voor de contactpersoon in: Voornaam, Achternaam, Mobiel, Privé, Kantoor, Fax, Overig, E-mail, Afbeelding, Melodie, Groep en Notities. 4. Druk op [ ] om de vermelding op te slaan. Op de SIM-kaart: 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. 2. Kies Opslaan → SIM. 3. Geef een naam in. 4. Druk op [ ] om de vermelding op te slaan. Een vermelding 1. Druk in de standby-stand op <Contacten>. zoeken 2. Selecteer een vermelding. Andere functies van de telefoon gebruiken • Druk op [ ] of selecteer bovenaan in het scherm om de browseropties weer te geven. Druk op [ ] om de opties voor webpagina's te selecteren. 3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te bellen of op [ ] om de gegevens voor de contactpersoon te wijzigen. 19 Andere functies van de telefoon gebruiken Een visitekaartje maken en verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefoonlijst → Mijn visitekaartje. 3. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 2. Geef gegevens voor uzelf in. 4. Toets de bestemmingsnummers in. 3. Druk op [ ] om het visitekaartje op te slaan. 4. Als u het visitekaartje wilt verzenden, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden via → een verzendmethode. Berichten verzenden Een SMSbericht (tekstbericht) verzenden 20 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken → SMSbericht. 2. Geef de berichttekst in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Een MMSbericht (multimediabericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken → MMSbericht. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. 4. Selecteer Foto & Video of Melodie. 5. Voeg een afbeelding, video of geluidsbestand toe. 6. Selecteer Bericht. 6. Selecteer Bijlage toevoegen. 8. Druk op <Opties> en kies Verzenden. 7. Voeg afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten, muziek- of documentbestanden toe. 9. Geef de telefoonnummers of e-mailadressen van de bestemming in. 8. Druk op <Opties> en kies Verzenden. 10. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Een e-mailbericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken → E-mail. 9. Geef een of meer e-mailadressen in. 10. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden. Berichten bekijken 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 4. Selecteer Bericht. Een SMSbericht bekijken Andere functies van de telefoon gebruiken 5. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 7. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in het Postvak IN. 21 Andere functies van de telefoon gebruiken Een SMSbericht bekijken (vervolg) Een MMSbericht bekijken Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → Postvak IN. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → E-mailbox. 2. Selecteer een account. 2. Selecteer een SMS-bericht. ( ). 3. Druk op <Ja> om nieuwe e-mailberichten of berichtkoppen te downloaden. Wanneer een melding verschijnt: 4. Selecteer een e-mailbericht of een berichtkop. 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → Postvak IN. 2. Selecteer een MMS-bericht ( ). 22 Een e-mailbericht bekijken 5. Als u een berichtkop hebt geselecteerd, drukt u op <Opties> en kiest u Ophalen. Bluetooth gebruiken Bluetooth activeren Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Bluetooth → Aanzetten → Aan. 1. Druk in de standby-stand op Zoeken naar <Menu> en kies Instellingen een Bluetooth→ Bluetooth → Mijn apparaat en dit apparaten → Nieuw apparaat koppelen zoeken. 2. Selecteer een apparaat. Gegevens verzenden 1. Open een toepassing: Telefoonlijst, Mijn bestanden of Agenda. 2. Druk in de lijst met items op <Opties> en kies Verzenden via → Bluetooth. Andere functies van de telefoon gebruiken 3. Toets een Bluetooth-PIN-code in of de Bluetooth-PIN-code (indien vereist) van het andere apparaat en druk op <OK>. Wanneer de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie waardoor u de telefoon draadloos met andere Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor handsfree spreken en de telefoon op afstand bedienen. 3. Druk op [ ] om de gewenste items toe te voegen en druk vervolgens op <Verzend>. 23 Andere functies van de telefoon gebruiken Gegevens verzenden (vervolg) Gegevens ontvangen 4. Selecteer een apparaat. 5. Toets, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon ingeschakeld zijn. Een geheugenkaart gebruiken Met een optionele microSD-geheugenkaart kunt u de geheugencapaciteit van de telefoon vergroten. • Belangrijke informatie over de geheugenkaart • Druk, indien nodig, op <Ja> om de ontvangst te bevestigen. • 24 Door regelmatig wissen van en schrijven naar een geheugenkaart verkort u de levensduur van de kaart. Verwijder een geheugenkaart niet uit de telefoon en schakel de telefoon niet uit terwijl de gegevens erop worden gebruikt of overgebracht. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan en/of kan de kaart of de telefoon beschadigd raken. Stel geheugenkaarten niet bloot aan schokken. • • 1. Schuif de geheugenkaart in de Een sleuf voor de geheugenkaart, geheugenkaart met de kant met het etiket naar plaatsen beneden. Een kaartadapter gebruiken Als u een kaartadapter en een USB-kaartlezer gebruikt, kunt u de kaart op een pc inlezen. 1. Plaats een geheugenkaart in een kaartadapter en plaats vervolgens de adapter in een kaartlezer/schrijver. 2. Steek de USB-connector van de kaartlezer/-schrijver in de USB-poort op de pc. 3. Blader naar de betreffende geheugenkaart en kopieer gegevens van en naar de kaart. Als een bestandsnaam langer is dan 52 tekens, wordt het bestand niet weergegeven in de telefoon. Andere functies van de telefoon gebruiken • Raak de aansluitpunten van een geheugenkaart niet aan met uw vingers of met metalen voorwerpen. Veeg geheugenkaarten schoon met een zachte doek. Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Stel geheugenkaarten niet bloot aan elektrostatische ontlading en/of elektrische storingen. 2. Druk de kaart naar beneden met uw duim totdat deze vastklikt. Het systeemgeluid klinkt. 25 Tekst ingeven ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst of de agenda kunt u tekst ingeven met de ABC-, T9-, Cijfer- of Symboolstand. De ABC-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen • • • 26 Druk op de rechterfunctietoets om de tekstinvoerstand te wijzigen. U kunt ook de rechterfunctietoets ingedrukt houden en de gewenste stand selecteren. ( : ABC-stand, : T9 mode, : Cijferstand, : Symboolstand) Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de T9en de ABC-stand. Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een invoerstand weer te geven voor de taal van uw land. Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te schakelen. (Een SMS-bericht opstellen met de Unicode-tekenset) De T9-stand gebruiken • Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. • • • • Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Beginhoofdletter ( ), Alleen hoofdletters ( ) en Alleen kleine letters (geen indicator). Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te wissen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een woord ingeven in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het ingeven van een woord. Druk voor elke letter de toets slechts één keer in. Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord Hallo in te voeren. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt, kan veranderen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. Tekst ingeven Tips voor het gebruik van de ABC-stand 27 Tekst ingeven 3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt weergegeven. Druk op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het volgende woord in te voeren. Tips bij het gebruik van de T9-stand • • • • • 28 Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Beginhoofdletter ( ), Alleen hoofdletters ( ) en Alleen kleine letters (geen indicator). Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te wissen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display Nieuw weergegeven. 3. Druk op <Nieuw>. 4. Geef het gewenste woord in met de ABC-stand en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. De symboolstand gebruiken In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Telefoneren Geavanceerde belfuncties Gewenste actie Werkwijze Een nummer bellen Meer symbolen weergeven Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Een symbool selecteren Druk op de desbetreffende cijfertoets. 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. De ingevoerde symbolen wissen Druk op [C]. Symbolen ingeven Druk op <OK>. • Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om alle tekens in het display te wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. • Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen tussen nummers. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. 29 Telefoneren Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen Een gesprek beëindigen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Druk op [ Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te selecteren.p. 37 U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen.p. 40 U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart door het locatienummer in te toetsen dat u tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen. 1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en druk op [ ]. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers te bladeren. 3. Druk op <Kies nr> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. 30 ]. Een oproep beantwoorden Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Druk op <OK> of [ beantwoorden. ] om de oproep te Tips bij het aannemen van een gesprek • • • Wanneer de optie Elke toets antwoorden is ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken, behalve op <Weiger> en [ ].p. 91 Druk op <Weiger> of op [ ] om een oproep te weigeren. Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de instelling van de Volumetoets.p. 91 Gewenste actie Werkwijze Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Oproep beantwoorden Houd de knop ingedrukt. Gesprek beëindigen Houd de knop ingedrukt. De headset gebruiken U kunt de headset gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op de aansluiting aan de rechterkant van de telefoon. De knop op de headset werkt als volgt: Gewenste actie Werkwijze Het laatst gebelde nummer herhalen Druk op de knop. Druk vervolgens nogmaals op de knop en houd deze ingedrukt. Beschikbare opties tijdens een gesprek Telefoneren Gemiste oproepen bekijken Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Het volume regelen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker tijdens een gesprek te regelen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Een gesprek in de wacht zetten en er uit halen Druk op <Wacht> of <Ophalen> om een oproep in de wacht te zetten of uit de wacht te halen. 31 Telefoneren Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <Wacht> om de oproep in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt ingeschakeld.p. 96 32 1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. De tweede luidspreker gebruiken Gebruik de tweede luidspreker van de telefoon om op een korte afstand van de telefoon telefoongesprekken te voeren. Druk op [ ] en vervolgens op <Ja> om de tweede luidspreker te activeren. Druk nogmaals op [ ] om weer over te schakelen naar de eerste luidspreker. Opties tijdens een gesprek • • • Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie Toetstonen aan selecteren. • Telefoonlijst: hiermee opent u de lijst met contactpersonen. • Toetstonen verzenden: hiermee kunt u de DTMF-tonen (Dual Tone Multi Frequency) als groep verzenden. DTMF-tonen zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. Bericht: hiermee kunt u een SMS-bericht lezen en verzenden. SIM-diensten: hiermee hebt u toegang tot speciale diensten op diverse gebieden zoals nieuws, weerberichten, ontspanning en plaatsbepaling. Deze diensten worden geleverd door de provider van uw SIM-kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer u een SIM-kaart gebruikt die SIM-AT menu's ondersteunt. Gesprek in wacht beëindigen: hiermee beëindigt u de oproep die in de wacht staat. Telefoneren Druk op <Opties> om de volgende opties tijdens een gesprek weer te geven: • Helderheid stem aan/Helderheid stem uit: hiermee kunt u de gevoeligheid van de microfoon verhogen, zodat de persoon met wie u een gesprek heeft u duidelijk kan horen, zelfs wanneer u fluistert. • Microfoon uit/Microfoon aan: hiermee kunt u de microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw gesprekspartner u niet kan horen, en vervolgens weer inschakelen. • Toetstonen uit/Toetstonen aan: hiermee schakelt u de toetstonen in of uit. 33 • • • • 34 Doorverbinden: hiermee verbindt u de actieve oproep door naar de oproep die in de wacht staat. Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek verbroken. Deelnemen: hiermee kunt u een multipartygesprek tot stand brengen door een beller in de wacht toe te voegen aan het actieve gesprek. Er kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een multiparty-gesprek. Uit Mpty: hiermee kunt u een privé-gesprek voeren met een van de deelnemers van het multiparty-gesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven praten. Wanneer het privé-gesprek beëindigd is, kunt u Deelnemen kiezen om terug te keren naar het multipartygesprek. Verwijderen: hiermee beëindigt u de verbinding met een van de deelnemers van het multipartygesprek. Menuopties Een overzicht van alle menuopties Oproepenlijst (menu 1) U kunt dit menu gebruiken om te zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur van uw gesprekken is. U kunt ook de kosten van uw oproepen bekijken, als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Oproepenlijst. Recente oproepen (menu 1.1) In dit menu worden de laatste oproepen (uitgaande, beantwoorde en gemiste oproepen) weergegeven. In dit menu worden de meest recente gemiste oproepen weergegeven. Opties voor oproepgegevens Ontvangen oproepen (menu 1.4) Wanneer u de details van een oproep bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Contact opslaan: hiermee kunt u het nummer in de telefoonlijst opslaan. • Bericht zenden: hiermee kunt u een SMS- of MMS-bericht verzenden naar het geselecteerde nummer. • Wissen: hiermee kunt u de geselecteerde oproepgegevens of alle oproepgegevens verwijderen. Uitgaande oproepen (menu 1.3) In dit menu worden de meest recent uitgaande weergegeven. Oproepenlijst (menu 1) Gemiste oproepen (menu 1.2) 1. Druk op [Links] of [Rechts] om naar een ander type oproep te gaan. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met oproepen te bladeren. 3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen. Menuopties Gegevens van een oproep bekijken In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Alles wissen (menu 1.5) Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen oproepen wissen. 1. Druk op [ ] om de soorten oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. 35 Menuopties Gespreksduur (menu 1.6) Gesprekskosten (menu 1.7) In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en inkomende oproepen weergegeven. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. • Duur laatste gesprek: hiermee kunt u de duur van het laatste gesprek bekijken. • Totaal uitgaand: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. • Totaal ontvangen: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. • Tijdtellers op nul zetten: hiermee kunt u de gespreksduurtellers op nul zetten. U moet het wachtwoord voor de telefoon ingeven. Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is niet geschikt voor factureerdoeleinden. • Kosten laatste gesprek: hiermee kunt u de kosten van het laatste gesprek bekijken. • Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. • Maximumkosten: hiermee kunt u de maximumkosten controleren die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen. • Kostentellers op nul zetten: hiermee kunt u de kostentellers terugzetten op nul. Het wachtwoord is standaard ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 101 36 • (menu 2) U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de telefoonlijst. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Telefoonlijst. Lijst met contacten (menu 2.1) In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. 1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de naam in de lijst. 3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te bellen of op [ ] om de detailgegevens voor de contactpersoon te wijzigen. Opties voor de telefoonlijst Telefoonlijst (menu 2) Telefoonlijst Een vermelding opzoeken Menuopties • Maximumkosten instellen: hiermee kunt u de maximaal toegestane kosten instellen voor uw gesprekken. Tarief: hiermee kunt u de prijs per eenheid instellen die wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Wanneer u de gegevens van een contactpersoon bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon wijzigen. • Bericht zenden: hiermee kunt u een SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde nummer of een e-mailadres aan het geselecteerde adres verzenden. • Kopiëren: hiermee kunt u de contactpersoon naar het telefoongeheugen, de SIM-kaart of de FDN-lijst kopiëren. 37 Menuopties • • • Verzenden via: hiermee verzendt u de contactgegevens via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. Wissen: hiermee verwijdert u de geselecteerde contactpersoon. Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u de contactpersoon afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. FDN-lijst (menu 2.2) Met behulp van dit menu kunt u een lijst met contactpersonen samenstellen die kunnen worden gebruikt in de FDN-modus (Fixed Dialling Number). Als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt, worden uitgaande oproepen in deze modus beperkt tot de opgegeven telefoonnummers. U kunt de FDN-modus inschakelen in het menu FDN-modus.p. 102 Een contactpersoon toevoegen 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Geef uw PIN2-code in en druk op <OK>. 38 3. Geef een naam en telefoonnummer in of druk op <Opties> en selecteer Lijst met contacten om een contactpersoon uit de Telefoonlijst op te halen. 4. Wijzig zo nodig het locatienummer. 5. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Opties voor contactpersonen Blader naar een contactpersoon en druk op <Opties> om de opties weer te geven.Opties voor de telefoonlijst Nieuw contact toevoegen (menu 2.3) In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Een nummer opslaan in het telefoongeheugen 1. Selecteer Telefoon. 2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de contactpersoon in. • Voornaam/Achternaam: hier kunt u een naam ingeven. • 1. Selecteer SIM. 2. Geef een naam in en druk op [Omlaag]. 3. Geef een telefoonnummer in en druk op [Omlaag]. U kunt alleen een afbeelding voor nummerweergave, beltoon of groep toewijzen als de contactpersoon is opgeslagen in het telefoongeheugen. 5. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Telefoonlijst (menu 2) Een nummer opslaan op de SIM-kaart 4. Wijzig, indien nodig, het locatienummer. Menuopties Mobiel/Privé/Kantoor/Fax/Overig: hier kunt u een nummer toevoegen in de gewenste categorie(ën). • E-mail: hier kunt u een e-mailadres ingeven. • Afbeelding: hiermee kunt u een afbeelding voor nummerweergave toewijzen, die u ziet als u een oproep van die persoon ontvangt. • Melodie: hiermee wijst u een beltoon toe aan het nummer, die u hoort als u een oproep van die persoon ontvangt. • Groep: hiermee kunt u de contactpersoon toewijzen aan een belgroep. • Notities: hier kunt u een notitie over de persoon toevoegen. 3. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan. Groep (menu 2.4) Met dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen indelen. Een nieuwe belgroep maken 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Geef een naam in voor de groep. 3. Selecteer de regel voor de afbeelding en stel een afbeelding in. 4. Selecteer de regel voor de melodie en stel een melodie in. 5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan. 39 Menuopties Leden toevoegen aan een belgroep • 1. 2. 3. 4. Snelkiezen (menu 2.5) Selecteer een groep. Druk op <Voeg toe>. Selecteer de gewenste contactpersoon. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op <Opties> en kiest u Toevoegen → een contact. Herhaal dit desgewenst. Belgroepen beheren Wanneer u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee kunt u de leden van de geselecteerde groep weergeven. • Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe groep toevoegen. • Wijzigen: hiermee wijzigt u de eigenschappen van de groep. • Bericht zenden: hiermee kunt u een SMS-, MMSof e-mailbericht naar de gewenste groepsleden verzenden. 40 Wissen: hiermee wist u de groep. Groepsleden worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst. In dit menu kunt u de toetsen 2 tot en met 9 toewijzen aan acht van de nummers die u het meest belt, zodat u deze snel kunt kiezen. Nummers voor snelkiezen toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is gereserveerd voor de voicemailserver. 2. Selecteer een contactpersoon in de lijst met contactpersonen. 3. Selecteer een nummer als er meerdere nummers voor de contactpersoon bestaan. Nummers voor snelkiezen beheren Druk in het scherm Snelkiezen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Toevoegen: hiermee kunt u een nummer aan een nog niet gebruikte toets toewijzen. • • Houd in de standby-stand de desbetreffende toets ingedrukt. Mijn visitekaartje (menu 2.6) In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar anderen verzenden. Visitekaartje opslaan De procedure voor het maken van een visitekaartje is identiek aan die voor het opslaan van een telefoonnummer in het telefoongeheugen.p. 38 Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u het visitekaartje wijzigen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. • Visitekaartje uitwisselen: hiermee kunt u via Bluetooth visitekaartjes met iemand uitwisselen. • Verwijderen: hiermee kunt u het visitekaartje verwijderen. • Afdrukken via Bluetooth: hiermee drukt u het visitekaartje af door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. Telefoonlijst (menu 2) Snelkiesnummers bellen Opties voor visitekaartjes Menuopties • Tonen: hiermee kunt u de naam en het nummer bekijken die aan een toets zijn toegewezen. Wijzigen: hiermee kunt u een ander nummer aan een toets toewijzen. Verwijderen: hiermee wist u de snelkiesinstellingen voor een toets. 41 Menuopties Eigen nummer (menu 2.7) Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Beheer (menu 2.8) In dit menu kunt u de vermeldingen in de telefoonlijst beheren. • Standaard geheugen: hiermee kunt u een standaardgeheugenlocatie selecteren waarin contactpersonen moeten worden opgeslagen. Wanneer u Vragen bij opslaan selecteert, wordt u gevraagd een geheugenlocatie te selecteren telkens wanneer u een nummer opslaat. • Alles naar telefoon kopiëren: hiermee kunt u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren of vice versa. 42 • • • Sorteren: hiermee kunt u de contactpersonen op voor- of achternaam sorteren. Alles wissen: hiermee kunt u alle contactpersonen uit het telefoongeheugen, van de SIM-kaart of uit de FDN-lijst verwijderen. Geheugenstatus: hiermee kunt u het aantal contactpersonen bekijken dat is opgeslagen in het geheugen van de telefoon, op de SIM-kaart en in de FDN-lijst. Servicenummer (menu 2.9) In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers (Service Dialling Numbers) bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en het voicemailnummer. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Blader naar het gewenste nummer en druk op <Kies nr> of [ ]. Toepassingen (menu 3) MP3-speler (menu 3.1) Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te luisteren. Eerst moet u MP3-bestanden opslaan in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart. U kunt MP3-, AAC- en M4A-bestanden vanaf het geheugen van de telefoon afspelen en MP3-bestanden vanaf de geheugenkaart. Om te genieten van muziek van hoge kwaliteit, kunt u een als optie verkrijgbare Bluetooth-headset gebruiken. Gewone headsets zijn niet geschikt voor de MP3speler. Toepassingen (menu 3) Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Toepassingen. U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3bestanden in het telefoongeheugen op te slaan: • Downloaden van het internetp. 53 • Downloaden van een computer met behulp van het programma Samsung PC Studio Gebruikershandleiding Samsung PC Studio • Via een actieve Bluetooth-verbindingp. 100 • Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren en de kaart in de telefoon plaatsen.p. 24 Menuopties In dit menu kunt u Java-spelletjes spelen, MP3bestanden afspelen of naar FM-radio luisteren. U kunt uw telefoon ook als spraakrecorder, wekker, calculator, omrekentoepassing, timer en stopwatch gebruiken. Muziekbestanden downloaden of ontvangen De gedownloade of ontvangen bestanden worden opgeslagen in de map Muziek.p. 77 Een playlist samenstellen 1. Druk in het scherm van de MP3-speler op <Opties> en kies Muziek toevoegen van → Telefoon of Geheugenkaart. 2. Druk op [ ] om de gewenste bestanden te selecteren en druk vervolgens op <Voeg toe>. 43 Menuopties Muziekbestanden afspelen 1. Druk in het scherm van de MP3-speler op <Opties> en kies Afspelen via. 2. Selecteer Telefoon als u de luidspreker wilt gebruiken. Selecteer A/V-headset als u een Bluetoothheadset wilt gebruiken en deze wilt opzoeken en aansluiten. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen. 44 Links Hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. Als u deze toets ingedrukt houdt, gaat u terug in een bestand. Rechts Hiermee gaat u naar het volgende bestand. Als u deze toets ingedrukt houdt, gaat u vooruit in een bestand. Toets Functie Omhoog Hiermee opent u de playlist. Omlaag Hiermee stopt u het afspelen. / Hiermee regelt u het volume. 3 Hiermee wijzigt u de herhaalstand. 6 Hiermee schakelt u de shufflestand in of uit. Opties voor de MP3-speler Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen via: hiermee start u het afspelen via de telefoon of de Bluetooth-headset. • Pauze: hiermee kunt u het afspelen onderbreken. • Overschakelen naar A/V-headset/ Overschakelen naar telefoon: hiermee kunt u de uitvoer van het geluid overschakelen naar een Bluetooth-headset of de luidspreker van de telefoon. • • • Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. De playlist openen Druk in het scherm MP3-speler op [Omhoog]. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen via: hiermee start u het afspelen via de telefoon of de Bluetooth-headset. • Muziek toevoegen van: hiermee kunt u bestanden toevoegen aan de playlist. • Verplaatsen: hiermee kunt u het geselecteerde bestand verplaatsen naar de gewenste positie in de playlist. • Verwijderen: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden uit de playlist verwijderen. Toepassingen (menu 3) • • Menuopties • Verzenden via: hiermee verzendt u het huidige bestand via e-mail of Bluetooth. Playlist openen: hiermee opent u de huidige playlist. Instellen als: hiermee kunt u het bestand instellen als beltoon, als alarmtoon of als beltoon voor een vermelding in de telefoonlijst. Verwijderen uit afspeellijst: hiermee kunt u het huidige bestand uit de playlist verwijderen. Instellingen: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor het afspelen van muziekbestanden wijzigen. Herhaalstand: hiermee kunt u een herhaalstand selecteren. Shuffle: hiermee laat u de MP3-speler de muziekbestanden in willekeurige volgorde afspelen. Visualisatie: hiermee wijzigt u de animatie die wordt weergegeven tijdens het afspelen. Volume: hiermee kunt u een volumeniveau selecteren. Spraakrecorder (menu 3.2) Via dit menu kunt u spraakmemo's opnemen. Een spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn. 45 Menuopties Een spraakmemo opnemen 1. Druk op [ ] om de opname te starten. 2. Spreek uw boodschap in de microfoon in. Druk op [ ] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. 3. Druk op <Opslaan> of [Omlaag] om de opname te stoppen. Het spraakmemo wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [ ] om het spraakmemo te beluisteren of op [Omhoog] om een nieuw memo op te nemen. Een spraakmemo afspelen 1. Druk in het scherm Spraakrecorder op <Opties> en kies Ga naar memolijst. 2. Selecteer een spraakmemo. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen. 46 Toets Functie Links Hiermee gaat u achteruit in een memo. Rechts Hiermee gaat u vooruit in een memo. Omhoog Hiermee gaat u terug naar de opnamestand. Omlaag / Hiermee stopt u het afspelen. Hiermee regelt u het volume. De opnamestand wijzigen U kunt de opnamestand voor de spraakrecorder wijzigen. De maximale opnametijd wordt bepaald door deze instelling. Voordat u een spraakmemo opneemt, kunt u op <Opties> drukken en Instellingen selecteren om de volgende opties weer te geven: • Opnametijd: hiermee kunt u een maximale opnametijd selecteren. • Volume: hiermee kunt u een volumeniveau selecteren. • Standaardnaam: hiermee wijzigt u het standaardvoorvoegsel van het spraakmemo. • Dit menu biedt toegang tot de standaard Javaspelletjes en gedownloade Java-toepassingen. • Een standaardspelletje spelen Opties voor Java-toepassingen Selecteer in het scherm JAVA-wereld Downloads en druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Starten: hiermee wordt de geselecteerde toepassing gestart. • Instellingen: hiermee kunt u instellen dat u door kunt gaan met een spelletje wanneer er tijdens een spelletje een oproep binnenkomt of een alarmsignaal afgaat. U kunt ook kiezen of u spelinformatie wilt uitwisselen met het netwerk tijdens een online spel of wanneer u verbinding maakt met het internet. Java-instellingen wijzigen U kunt de instellingen voor de toegang tot Javadiensten wijzigen. 1. Selecteer Instellingen in het menu JAVA-wereld. 2. Wijzig de volgende instellingen: • APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt in. • Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. • Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. • Proxy: hier kunt u aangeven of u een proxyserver wilt gebruiken voor de toegang tot de netwerkdiensten. Afhankelijk van de keuze verschillen de opties voor de Proxy instellingen. • Proxy instellingen: de volgende opties zijn mogelijk: Toepassingen (menu 3) 1. Selecteer Downloads → een spelletje. 2. Druk op een willekeurige toets om het spel te starten. Wissen: hiermee wist u de geselecteerde toepassing. Eigenschappen: hiermee bekijkt u de eigenschappen van de toepassing. Menuopties JAVA-wereld (menu 3.3) 47 Menuopties Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: IP-adres: hier geeft u het HTTP-proxyadres in. Poort: hier geeft u het poortnummer in. Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: hier geeft u het primaire DNS-adres in. DNS2: hier geeft u het secundaire DNS-adres in. Geheugenstatus bekijken Hier kunt u de totale en de gebruikte hoeveelheid geheugen voor Java-spelletjes bekijken. Selecteer Geheugenstatus in het scherm JAVAwereld. FM-radio (menu 3.4) Dit menu biedt toegang tot de FM-radio op uw telefoon. Eerst moet u uw telefoon aansluiten op de headset, die fungeert als radioantenne. Radiostations zoeken en instellen 1. Druk op [ ] om de radio aan te zetten. 48 2. Druk op [Links] of [Rechts] om naar de frequentie van een radiostation te gaan. De frequentie gaat per stappen van 0,1 MHz. U kunt ook [Links] of [Rechts] ingedrukt houden om de beschikbare radiofrequenties automatisch op te zoeken. 3. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 4. Geef een naam in voor het station en druk op [ ]. 5. Selecteer een lege locatie. Naar de radio luisteren 1. Druk in het scherm van de FM-radio op [ ] om de radio aan te zetten. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar het gewenste station te gaan. Druk op [ / ] om het volume te regelen. • U kunt inkomende oproepen beantwoorden of andere functies van de telefoon gebruiken terwijl u naar de radio luistert. • De kwaliteit van de radio-ontvangst is afhankelijk van het bereik dat het radiostation in het desbetreffende gebied heeft. • • Pop-up-melding: hiermee stelt u in dat de telefoon u herinnert om op een bepaalde tijd naar de radio te luisteren. Wanneer de pop-up-melding op het scherm verschijnt, drukt u op <Luisteren> om het opgegeven radiostation aan te zetten. Luidspreker aan/Oortelefoon aan: hiermee wisselt u tussen luidspreker en headset. Instellingen: hiermee selecteert u het geluidsvolume van de radio. Toepassingen (menu 3) Radio-opties gebruiken Druk in het FM-radioscherm op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • FM-radio aan/FM-radio uit: hiermee zet u de radio aan of uit. • Toevoegen: hiermee kunt u een radiostation toevoegen. U kunt maximaal 30 stations opslaan. • Wijzigen: hiermee kunt u de naam en de frequentie van het station wijzigen. • Automatisch afstemmen: hiermee kunt u de telefoon automatisch radiofrequenties laten zoeken en opslaan. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde station of alle stations. • Menuopties 3. Als u de radio wilt uitzetten, drukt u in het scherm van de FM-radio op [ ] of koppelt u de headset los. Wereldtijd (menu 3.5) In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en bekijken hoe laat het in een ander deel van de wereld is. De wereldklok bekijken 1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om naar de gewenste plaats te bladeren. De tijdlijn verschuift en de lokale tijd en datum van de desbetreffende zone worden weergegeven. 2. Druk op [ ] om de plaats als uw lokale tijdzone op te slaan. 49 Menuopties Zomertijd instellen 1. Druk in de wereldkaart op <Opties> en kies Zomertijd instellen. 2. Druk op [ ] om de gewenste tijdzones te selecteren. 3. Druk op <Opslaan>. Alarm (menu 3.6) Via dit menu kunt u een alarm instellen. Het signaal voor een normaal alarm is hetzelfde als het signaal dat is gekozen voor een inkomende oproep. De wekker wordt niet beïnvloed door uw geluidsinstellingen. Een alarm instellen 1. Selecteer het type alarm. 2. Stel de volgende alarmopties in: • Alarm: hiermee schakelt u het alarm in. • Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. 50 • Alarm voor dag: hier selecteert u de dagen van de week waarop het alarm moet afgaan. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. 3. Druk op <Opslaan>. Een alarm uitzetten • • Als het geen wekalarm betreft, kunt u op elke willekeurige toets drukken. Bij de wekker moet u op <OK> of [ ] drukken. U kunt op alle willekeurige toetsen behalve <OK> en [ ] drukken om het alarm vijf minuten later opnieuw te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf keer doen. Het alarm laten afgaan wanneer de telefoon uitgeschakeld is Selecteer in het scherm Alarm Automatisch aan → Aan. Als de telefoon uitgeschakeld is op het tijdstip dat het alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en gaat het alarm af. Met dit menu kunt u veel voorkomende omrekeningen uitvoeren, zoals van vreemde valuta en temperaturen. 1. Selecteer een omrekenfunctie. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke eenheid te selecteren en druk op [Omlaag]. 3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en druk op [Omlaag]. • Druk op [ ] om een decimaalteken in te voeren. • Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in boven nul (+) of onder nul (-). 4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde eenheid voor de omrekening te selecteren. De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde getal wordt weergegeven. Toepassingen (menu 3) Omrekenen (menu 3.8) Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 1. Geef het eerste getal in. • Druk op <.()> om een decimaalteken of een haakje in te voegen. • Druk op [ ] of [ ] om de cursor te verplaatsen. 2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies. 3. Geef het tweede getal in. 4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken. 5. Herhaal zo nodig stap 1 en 2 om de berekening voort te zetten. Menuopties Calculator (menu 3.7) 51 Menuopties Opties voor omrekenen gebruiken Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wissen: hiermee wist u de huidige waarden. • Omkeren: hiermee wordt de omrekening omgekeerd. • Wisselkoersen: hiermee kunt u de lijst met wisselkoersen wijzigen. Timer (menu 3.9) Met dit menu kunt u de telefoon af laten tellen. U hoort een alarmtoon wanneer de opgegeven periode is verstreken. De timer starten 1. Druk op <Stel in>. 2. Geef de tijdsduur voordat het alarm afgaat in en druk op <OK>. 3. Druk op [ ] om het aftellen te starten. 52 De timer stoppen • • Druk op een willekeurige toets om de timer te stoppen wanneer deze afgaat. Druk in het scherm Timer op [ ] om de timer te stoppen voordat deze afgaat. Stopwatch (menu 3.10) Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De maximale tijd is tien uur. 1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten. 2. Druk op [ ] om de tussentijd te bekijken. U kunt dit maximaal vier keer doen. SIM-AT (menu 3.11) Dit menu is beschikbaar als u een SIM-AT-kaart gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Tool Kit) ondersteunt en aanvullende diensten levert, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling. De beschikbare diensten variëren per provider. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. Browser (menu 4) Werkwijze Een browseritem selecteren Druk op [ Teruggaan naar de vorige pagina Druk op <Terug> of [C]. Teruggaan naar de startpagina Houd [C] ingedrukt. ] of [ ]. Browser (menu 4) Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Browser. Gewenste actie Menuopties Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op internet surfen. Op internet kunt u draadloos toegang krijgen tot actuele informatie en allerlei soorten mediacontent, zoals spelletjes, achtergronden, beltonen en muziekbestanden. Browseropties Startpagina (menu 4.1) Als u deze optie kiest, maakt de telefoon verbinding met het netwerk en wordt de startpagina van de internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in de standby-stand [ ] ingedrukt te houden. Navigeren met de webbrowser Gewenste actie Werkwijze Door de browseritems bladeren Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Druk op [ ] of selecteer bovenaan in het scherm om de volgende opties weer te geven: • Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige pagina. • Homepagina: hiermee gaat u terug naar de startpagina. • Afsluiten: hiermee sluit u de webbrowser af. • Opnieuw laden: de huidige pagina wordt opnieuw geladen met bijgewerkte informatie. 53 Menuopties • • URL tonen: hiermee geeft u het URL-adres van de huidige webpagina weer. Info...: hiermee kunt de eigenschappen van de webbrowser bekijken. De opties voor pagina's gebruiken Druk in een webpagina op [ ] om de volgende opties weer te geven: • Ga naar adres: hier kunt u handmatig een URLadres ingeven. • Favorieten: hiermee kunt u de huidige pagina opslaan als favoriet of de lijst met favorieten bekijken. • Berichten: hiermee kunt u SMS-berichten verzenden of de opgeslagen berichten in de telefoon bekijken. • Mijn bestanden: hier kunt u afbeeldings, video-, geluids- en muziekbestanden openen die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. De browser afsluiten Druk op [ 54 ] om de browser af te sluiten. Favorieten (menu 4.2) Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan zodat u snel naar een webpagina kunt gaan. Favorieten toevoegen 1. Selecteer een lege locatie. 2. Geef een naam in voor de favoriet en druk op [Omlaag]. 3. Geef een URL-adres in en druk op [ ]. Een favoriete pagina openen Als u een favoriet selecteert, wordt de webbrowser gestart en de desbetreffende webpagina geopend. Opties voor favorieten Wanneer u een item hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Start: hiermee opent u de favoriete webpagina. • Wijzigen: hier kunt u de URL en de naam van de favoriet bewerken. • Wissen: hiermee kunt u de favoriet of alle favorieten verwijderen. • Met dit menu kunt u handmatig een URL ingeven en de betreffende webpagina openen. In dit menu kunt u de gegevens wissen die tijdelijk zijn opgeslagen in de cache. Instellingen server (menu 4.5) Met dit menu kunt u de servers voor de webbrowser instellen. Neem voor informatie over de instellingen contact op met uw provider. Voor elke server zijn de volgende opties beschikbaar. • Profielnaam: hiermee wijst u een naam toe aan het serverprofiel. • URL startpagina: hier stelt u het adres van de startpagina in. • Browser (menu 4) Buffer leegmaken (menu 4.4) Drager: hier selecteert u de drager die u wilt gebruiken voor elk type netwerkadres dat u wilt bezoeken. Proxy: hier geeft u aan of de telefoon een proxyserver gebruikt om de webbrowser te starten. Bij uw provider kunt u informeren of er een proxyserver voor het netwerk vereist is en wat de juiste instellingen zijn. GPRS instellingen: hier kunt u de volgende GPRS-netwerkinstellingen aanpassen: Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: Proxy IP: hier geeft u het webgateway-adres in. Proxy poort: hier geeft u het poortnummer in. APN: hier geeft u de naam voor het toegangspunt van de gateway van het GPRS-netwerk in. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. Menuopties Ga naar adres (menu 4.3) • 55 Menuopties • 56 Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: hier geeft u het primaire adres in. DNS2: hier geeft u het secundaire adres in. APN: hier geeft u de naam voor het toegangspunt van de gateway van het GPRS-netwerk in. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. GSM instellingen: hier kunt u de volgende GSMnetwerkinstellingen aanpassen: Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: Proxy IP: hier geeft u het webgateway-adres in. Proxy poort: hier geeft u het poortnummer in. Inbelnummer: hier geeft u het inbelnummer voor de PPP-server in. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. Type data-oproep: hier selecteert u een type oproep voor gegevens. Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: hier geeft u het primaire adres in. DNS2: hier geeft u het secundaire adres in. Inbelnummer: hier geeft u het inbelnummer voor de PPP-server in. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. Type data-oproep: hier selecteert u een type oproep voor gegevens. Huidige server (menu 4.6) In dit menu kunt u een van de ingestelde proxyservers inschakelen. Berichten (menu 5) Bericht maken (menu 5.1) Gebruik dit menu om berichten te maken en te verzenden. SMS-bericht (menu 5.1.1) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen, die eenvoudige afbeeldingen, animaties en melodieën kunnen bevatten. 1. Geef het bericht in. Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in een bericht varieert per provider. Als het maximumaantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. Berichten (menu 5) Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. Menuopties Via het menu Berichten kunt u SMS-, MMS- en e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u functies voor serverberichten en infoberichten gebruiken. 2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven voor het maken van een bericht: • Invoegen: hiermee voegt u een standaardbericht, telefoonlijstvermelding of favoriet toe. • Foto toevoegen/Animatie toevoegen/ Geluid toevoegen: hiermee kunt u een eenvoudige afbeelding, animatie of melodie toevoegen. • Bijvoegen: hiermee kunt u een telefoonlijstvermelding als visitekaartje of agendagegevens als databestand toevoegen. • Tekstopmaak: hiermee kunt u de opmaak wijzigen. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Geef het bestemmingsnummer in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. 57 Menuopties MMS-bericht (menu 5.1.2) MMS (Multimedia Message Service) is een service waarmee u berichten die een combinatie van tekst, afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden bevatten, van de ene telefoon naar een andere telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden. 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. 3. Selecteer de regel Foto & Video of Melodie en voeg een afbeelding, videoclip of een geluidsbestand toe. • De maximaal toegestane grootte voor een bericht kan verschillen en is afhankelijk van uw provider. • Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) kunnen sommige bestanden mogelijk niet worden doorgestuurd. 4. Selecteer de regel Bericht. 58 5. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. 6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven voor het bewerken van een bericht: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of de tekst. • Afbeelding wijzigen/Video wijzigen/Geluid wijzigen: hiermee vervangt u een toegevoegd item. • Pagina toevoegen: hiermee kunt u pagina's toevoegen. Blader naar de pagina door op [Links] of [Rechts] te drukken. • Pagina wissen: hiermee wist u een toegevoegde pagina. • Pagina bewerken: hiermee wijzigt u de weergaveduur van de pagina of gaat u een pagina verder. • Bijvoegen: hiermee kunt u een telefoonlijstvermelding als visitekaartje of agendagegevens als databestand toevoegen. • Afhankelijk van het type bestand of DRMsysteem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. E-mail (menu 5.1.3) U kunt e-mailberichten met tekst, audio en afbeeldingen maken en verzenden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een e-mailservice en uw e-mailprofiel en -account instellen.p. 71 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [ ]. Berichten (menu 5) 3. Selecteer de regel Bericht. 4. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 5. Selecteer de regel Bijlage toevoegen en selecteer een van de volgende opties voor het toevoegen van bestanden. • Afbeelding toevoegen/Video's toevoegen/ Geluiden toevoegen/Muziek toevoegen: hiermee kunt u mediabestanden toevoegen die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. Menuopties Onderwerp verwijderen/Bericht verwijderen/Media verwijderen/Geluid verwijderen: hiermee verwijdert u een toegevoegd item. 7. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 8. Geef de telefoonnummers of e-mailadressen van de bestemming in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 9. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. • • Andere bestanden: hiermee kunt u documentbestanden toevoegen die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart. Geheugenkaart: hiermee kunt u bestanden toevoegen die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, als deze is geplaatst. 59 Menuopties • 6. 7. 8. 9. 60 Bijvoegen: hiermee kunt u een telefoonlijstvermelding als visitekaartje of agendagegevens als databestand toevoegen. Druk op <Opties> om de volgende opties voor het bewerken van een e-mailbericht weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of de tekst. • Onderwerp verwijderen/Bericht verwijderen: hiermee wist u het onderwerp of de tekst. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde bijlage of alle bijlagen. • Alle bijlagen verwijderen: hiermee verwijdert u alle bijlagen. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. Geef een of meer e-mailadressen in. Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden. Mijn berichten (menu 5.2) Via dit menu hebt u toegang tot de berichten die u hebt ontvangen of verzonden, of waarvan het verzenden is mislukt. Postvak IN (menu 5.2.1) In deze map worden alle berichten opgeslagen die u hebt ontvangen, met uitzondering van e-mailberichten. Een bericht bekijken De volgende symbolen kunnen in de lijst met berichten worden weergegeven om het type bericht aan te duiden: • SMS/Ontvangstbevestiging • MMS • MMS-melding • Serverbericht • • • Opties voor berichten Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: SMS-berichten • Beantwoorden via: hiermee stuurt u een antwoord naar de afzender via SMS of MMS. • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. • • Berichten (menu 5) • Naar telefoon/Naar SIM: hiermee kunt u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice versa. Aan blokkeerlijst toevoegen: hiermee voegt u het nummer van de afzender toe aan de lijst met geblokkeerde nummers. Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Media overnemen: hiermee kunt u media-inhoud in het bericht opslaan in het telefoongeheugen. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. Menuopties • Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) kunnen berichten met webinhoud mogelijk niet worden doorgestuurd. • Met het symbool ! naast een bericht wordt aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijsgekleurd berichtsymbool wijst op een lage prioriteit. • Als u vCards of vCalendar-gegevens als SMSbericht via een telefoon van een andere fabrikant ontvangt, wordt het bericht niet correct weergegeven. MMS-berichten/MMS-meldingen • Ophalen: hiermee haalt u het MMS-bericht op van de server. • Beantwoorden via SMS: hiermee verzendt u een antwoord via SMS. 61 Menuopties • • • • • • • Beantwoorden via MMS: hiermee verzendt u een antwoord via MMS. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. Aan blokkeerlijst toevoegen: hiermee voegt u het nummer van de afzender toe aan de lijst met geblokkeerde nummers. Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Media overnemen: hiermee kunt u media-inhoud in het bericht opslaan in het telefoongeheugen. Eigenschappen: hiermee geeft u de eigenschappen van het bericht weer. Serverberichten • Ga naar adres: hiermee maakt u verbinding met de URL in het bericht. • Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. 62 • Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Ontvangstbevestigingen • Wissen: hiermee verwijdert u de ontvangstbevestiging. Concepten (menu 5.2.2) Deze map bevat berichten die u hebt opgeslagen om ze later te verzenden. Postvak UIT (menu 5.2.3) In deze map worden berichten opgeslagen die worden verzonden of waarvan het verzenden is mislukt. De status van het e-mailbericht wordt door middel van de volgende symbolen aangeduid: • Wordt verzonden • Verzenden mislukt Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • • • • • • • In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt verzonden. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Bestand openen: hiermee opent u het geselecteerde bestand. • Bestand opslaan: hiermee slaat u het geselecteerde bestand op. • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. • Naar telefoon/Naar SIM: hiermee kunt u het SMS-bericht van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice versa. • Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Berichten (menu 5) • Verzonden items (menu 5.2.4) Menuopties • Bestand openen: hiermee opent u het geselecteerde bestand. Bestand opslaan: hiermee slaat u het geselecteerde bestand op. Opnieuw verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw verzenden. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. Naar telefoon/Naar SIM: hiermee kunt u het SMS-bericht van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice versa. Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het bericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Eigenschappen: hiermee geeft u de eigenschappen van het bericht weer. 63 Menuopties • Eigenschappen: hiermee geeft u de eigenschappen van het bericht weer. E-mailbox (menu 5.2.5) In deze map worden e-mailberichten opgeslagen die u hebt ontvangen. Een e-mailbericht bekijken 1. Selecteer een e-mailaccount. 2. Druk op <Kies> wanneer Nieuwe mail controleren wordt weergegeven. De telefoon maakt verbinding met de e-mailserver en nieuwe e-mailberichten worden gedownload. De volgende pictogrammen kunnen in de lijst worden weergegeven om de status van het e-mailbericht aan te geven: • Opgehaald van de server • Wordt opgehaald • Ophalen mislukt. Met het symbool ! naast een bericht wordt aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijsgekleurd berichtsymbool betekent dat het bericht een lage prioriteit heeft. 64 3. Selecteer een e-mailbericht of berichtkop. 4. Druk op [ / ] om andere pagina's in het e-mailbericht te bekijken. Houd [ ] of [ ] ingedrukt om naar de eerste of de laatste pagina te gaan. 5. Druk op [ ] of [ ] om het vorige of volgende e-mailbericht te bekijken. Opties voor e-mailberichten Wanneer u een berichtkop of een e-mailbericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Ophalen: hiermee haalt u de tekst van het e-mailbericht op van de e-mailserver. • Bestand openen: hiermee opent u het geselecteerde bestand. • Bestand opslaan: hiermee slaat u het geselecteerde bestand op. • Antwoorden: hiermee kunt u de afzender of de afzender en alle andere ontvangers een antwoord sturen. • • • • • Via dit menu kunt u de berichten bekijken die u tijdens het bekijken van een lijst met berichten hebt verplaatst met de optie Verplaatsen naar Map. Standaardberichten (menu 5.3) Met dit menu kunt u standaardberichten samenstellen en gebruiken. Berichten (menu 5) • Map (menu 5.2.6) Menuopties • • Doorsturen: hiermee stuurt u het e-mailbericht door naar andere mensen. Wissen: hiermee wist u het e-mailbericht. Aan blokkeerlijst toevoegen: hiermee voegt u het e-mailadres van de afzender of het onderwerp van het e-mailbericht toe aan de blokkeerlijst. Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het e-mailbericht overnemen. Bijlage opslaan: hiermee kunt u de bijlagen opslaan van het e-mailbericht naar het geheugen van de telefoon. Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het e-mailbericht afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het e-mailbericht wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het e-mailbericht bekijken. Standaard SMS-berichten (menu 5.3.1) U kunt standaard SMS-berichten maken met de zinnen die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt. Een standaardbericht maken 1. Selecteer een lege locatie. 2. Geef een bericht in en druk op [ ]. Opties voor standaardberichten Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: 65 Menuopties • • • Wijzigen: hiermee kunt u het geselecteerde standaardbericht wijzigen. Bericht zenden: hiermee kunt u een SMS-, MMSof e-mailbericht maken en verzenden op basis van het standaardbericht. Wissen: hiermee verwijdert u het geselecteerde standaardbericht. Standaard MMS-berichten (menu 5.3.2) U kunt standaard MMS-berichten of standaardberichten die u hebt opgeslagen gebruiken bij het opstellen van een MMS-bericht. Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee opent u het geselecteerde standaardbericht. • Bericht zenden: hiermee kunt u een nieuw bericht opstellen en verzenden. • Wijzigen: hiermee kunt u het standaardbericht wijzigen. 66 • • Maken: hiermee voegt u een nieuw standaardbericht toe. Wissen: hiermee wist u het geselecteerde standaardbericht of alle standaardberichten. Alles wissen (menu 5.4) Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende berichtenmappen tegelijk verwijderen. 1. Druk op [ ] om de postvakken te selecteren die u wilt legen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Instellingen (menu 5.5) Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor het gebruik van de berichtenservice. SMS-bericht (menu 5.5.1) • Berichten (menu 5) Soort bericht: hier kunt u het standaardberichttype instellen. De provider zet de berichten om in de gekozen indeling. SMS-centrale: hier kunt u het nummer van de SMS-server opslaan of wijzigen. Tel.nummer blokkeren: hier kunt u telefoonnummers opgeven waarvan berichten worden geweigerd. Menuopties Via dit menu kunt u de SMS-instellingen wijzigen. • Instellingen voor verzenden: hier kunt u de opties voor het verzenden van SMS-berichten instellen: Antwoordpad: ontvangers kunnen u beantwoorden via uw SMS-server. Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn afgeleverd. Ondersteunde tekenset: hier kunt u een tekenset selecteren. Als u Auto selecteert, wordt de tekenset gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken ingeeft. Het gebruik van de Unicode-tekenset brengt het maximum aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt op uw telefoon standaard automatisch gebruikt als tekenset. Geldigheidsperiode: hier kunt u instellen hoelang uw berichten op de SMS-server opgeslagen blijven. MMS-bericht (menu 5.5.2) Via dit menu kunt u de MMS-instellingen wijzigen. • Instellingen voor verzenden: hier kunt u de opties voor het verzenden van MMS-berichten instellen: Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn afgeleverd. Adres verbergen: hiermee stelt u in dat uw adres moet worden verborgen op de telefoon van de ontvanger. 67 Menuopties • 68 Leesbevestiging: hiermee verzendt u een verzoek om een leesbevestiging mee met het MMS-bericht. Prioriteit: hiermee kunt u de prioriteit instellen voor uw berichten. Vervaldatum: hier kunt u instellen hoelang uw berichten op de MMS-server opgeslagen blijven. Afleveren na: hiermee stelt u een periode in waarna de berichten moeten worden verzonden. Maximale grootte: hiermee selecteert u een maximumgrootte voor bijgevoegde items voor berichten. Instellingen voor ontvangen: hiermee stelt u de opties in voor het ontvangen van MMSberichten: Anoniem weigeren: hiermee weigert u berichten van onbekende afzenders. Reclame toestaan: hiermee accepteert u reclame. Bevestiging toegestaan: hiermee kunt u instellen dat de afzender op de hoogte wordt gesteld wanneer u het bericht hebt ontvangen. Ontvangst eigen netwerk: hier kunt u opgeven of nieuwe berichten automatisch worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van uw eigen provider bevindt. Roaming ontvangst: hier kunt u opgeven of nieuwe berichten automatisch worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van een ander netwerk bevindt. De volgende opties zijn beschikbaar voor Ontvangst eigen netwerk en Roaming ontvangst: - Automatisch: berichten worden automatisch opgehaald van de server. - Weigeren: alle berichten worden geweigerd. - Handmatig: er wordt een melding op de telefoon weergegeven. Met de optie Ophalen kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden. • Huidige server: hiermee selecteert u een profiel. Instellingen server: hiermee kunt u de volgende opties voor elk profiel aanpassen: - Profielnaam: hiermee wijst u een naam toe aan het MMS-profiel. - URL server: hier geeft u het adres van de MMSserver in. - Proxy: hiermee kunt u verbinding maken met het GPRS-netwerk via de proxyserver. - GPRS instellingen: hier kunt de instellingen aanpassen die worden gebruikt om verbinding te maken met het GPRS-netwerk: Berichten (menu 5) Informeer bij uw provider naar de juiste instellingen voordat u de MMS-instellingen van uw telefoon wijzigt. Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: IP-adres: hier geeft u het IP-adres in. Poort: hier geeft u het poortnummer in. APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van het GPRSnetwerk. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: hier geeft u het primaire adres in. DNS2: hier geeft u het secundaire adres in. APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van het GPRSnetwerk. Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. Menuopties MMS-profielen: hiermee kunt u de vereiste netwerkinstellingen voor MMS-berichten wijzigen. Het laatste profiel wordt automatisch ingeschakeld voor het verzenden en ontvangen van volgende berichten. 69 Menuopties - Versie: hier selecteert u een beschikbare OMAversie en maximumgrootte voor het verzenden of ontvangen van berichten. Afhankelijk van de provider is het mogelijk dat de maximumlimiet van 295 kB niet wordt ondersteund. Als dat het geval is, moet u het opnieuw proberen nadat u de instelling hebt gewijzigd in 100 kB. • Tel.nummer blokkeren: hier kunt u telefoonnummers opgeven waarvan berichten worden geweigerd. E-mail (menu 5.5.3) Via dit menu kunt u standaard e-mailinstellingen wijzigen. U kunt het e-mailprofiel en de instellingen voor de e-mailaccount niet wijzigen tijdens het ophalen of verzenden van e-mailberichten. • 70 Instellingen voor verzenden: hier kunt u de opties instellen voor het verzenden van e-mailberichten. Kopie naar jezelf sturen: hiermee verzendt u een kopie van uw e-mailberichten naar uw e-mailaccount. Ontvangstbevestiging: hier kunt u instellen dat u een melding van het netwerk ontvangt wanneer uw e-mailberichten zijn afgeleverd. Leesbevestiging: hiermee verzendt u een verzoek om een leesbevestiging mee met het e-mailbericht. Prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit van e-mailberichten in. Met handtekening: hiermee voegt u uw naam, telefoonnummer, een eenvoudig memo of een vaste regel toe aan uw e-mailberichten. Naam wijzigen: hiermee bewerkt u de naam in uw handtekening. Telefoonnummer wijzigen: hiermee bewerkt u het telefoonnummer in uw handtekening. Notitie wijzigen: hiermee bewerkt u de vaste regel in uw handtekening. • Berichten (menu 5) • Weigeren indien groter dan: hiermee geeft u de maximumgrootte voor inkomende e-mailberichten op. E-mailberichten die de opgegeven grootte overschrijden, worden geweigerd. Kopie van bericht op server laten staan: kopieën van e-mailberichten blijven na het ophalen op de e-mailserver staan. E-mailaccount: hiermee stelt u uw e-mailaccount in en selecteert u welke account moet worden gebruikt. Huidige account: hier selecteert u een account. Accountinstellingen: hiermee kunt u e-mailaccounts wijzigen met verschillende e-mailservers. Stel voor elke account de gewenste opties in: - In gebruik: selecteer deze optie als u de account wilt gebruiken en deze wilt weergeven in E-mailbox. - Accountnaam: hier geeft u een naam in voor de geselecteerde account. - Gebruikersnaam: hier geeft u een gebruikersnaam in. Menuopties Instellingen voor ontvangen: hier kunt u de opties instellen voor het ontvangen van e-mailberichten: Controle-interval: hiermee geeft u op hoe vaak op de server wordt gecontroleerd of er e-mailberichten zijn binnengekomen. Als u Niet gebruiken selecteert, kunt u de functie Nieuwe mail controleren gebruiken om handmatig te controleren of er e-mailberichten zijn binnengekomen. Leesbevestiging: hiermee kunt u opgeven of de telefoon een leesbevestiging verzendt voor inkomende e-mailberichten. Als u Melden selecteert, wordt u gevraagd of u een leesbevestiging wilt verzenden. Ophaal-optie: hier kunt u instellen of alleen de e-mailberichtkoppen worden gedownload of de berichtkoppen en de tekst van het bericht. Wis-optie: hiermee geeft u op of e-mailberichten onmiddellijk worden gewist of pas de volgende keer dat u verbinding maakt met de server. 71 Menuopties - E-mailadres: hier geeft u uw e-mailadres in. - Antwoordadres: hier kunt u een e-mailadres instellen voor het ontvangen van leesbevestigingen van ontvangers van uw e-mailberichten. - User ID: hier geeft u uw gebruikersnaam in. - Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. - SMTP server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam van de server voor de uitgaande e-mailberichten in. - SMTP poort: hier geeft u het nummer van de SMTP-poort in. - Protocoltype: hier selecteert u het protocol voor de server voor inkomende e-mailberichten. De overige opties zijn afhankelijk van de instellingen voor het protocoltype. Wanneer het protocoltype POP3 is: - POP3 server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam van de server voor de inkomende e-mailberichten in. 72 - POP3 poort: hier geeft u het nummer van de POP3-poort in. - Inloggen bij APOP: hiermee kunt u een verbinding maken met de server met behulp van de APOP-inlogprocedure. - Veilige verbinding: er wordt een veilige verbinding voor de e-mailservice gebruikt. Wanneer het protocoltype IMAP4 is: - IMAP4 server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam van de server voor de inkomende e-mailberichten in. - IMAP4 poort: hier geeft u het nummer van de IMAP4-poort in. - Inclusief bijlagen: als u deze optie selecteert, kunt u e-mailberichten met bijlagen ophalen. - Max. e-mails: hier stelt u het aantal berichtkoppen in dat u wilt ophalen van de server. - Veilige verbinding: er wordt een veilige verbinding voor de e-mailservice gebruikt. • De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen niet worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden van e-mailberichten. - DNS2: hier geeft u het secundaire adres in. Blokkeerlijst: hier kunt u e-mailadressen of onderwerpen opgeven zodat berichten van die adressen of met die onderwerpen worden geweigerd. Serverbericht (menu 5.5.4) U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van serverberichten van de draadloze webserver. • Ontvangen: hiermee stelt u in hoe serverberichten worden ontvangen. • SMS-centrale: hier geeft u het adres in van de server waarvan u serverberichten wilt ontvangen, als de optie Ontvangen is ingesteld op Specifieke SMS-centrale. Berichten (menu 5) Huidige server: hiermee selecteert u een profiel. Instellingen server: hier kunt u maximaal vijf e-mailprofielen wijzigen. Voor elk profiel zijn de volgende opties vereist om verbinding te maken met het GPRS-netwerk: - Profielnaam: hier geeft u een naam op voor het e-mailprofiel. - APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van het GPRSnetwerk. - Gebruikersnaam: hier geeft u uw gebruikersnaam in. - Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in. - DNS1: hier geeft u het primaire adres in. • Menuopties E-mailprofiel: hier kunt u de netwerkinstellingen wijzigen die nodig zijn voor het verzenden of ophalen van e-mailberichten. Infoberichten (menu 5.6) U kunt de instellingen voor het ontvangen van infoberichten wijzigen. • Lezen: hiermee kunt u ontvangen berichten openen. 73 Menuopties • • • In Huidige berichten blijven de infoberichten bewaard totdat de telefoon wordt uitgeschakeld. In Opgeslagen berichten worden de infoberichten permanent opgeslagen. Druk op <Opties> en kies Opslaan om het bericht op te slaan in Opgeslagen berichten wanneer een tekstmelding wordt weergegeven. Ontvangen: hier geeft u op of u infoberichten wilt ontvangen of niet. Kanaal: hiermee geeft u de kanalen aan waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Taal: hiermee kunt u de voorkeurstalen selecteren waarin infoberichten worden weergegeven. Geheugenstatus (menu 5.7) Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor elk postvak. 74 Mijn bestanden (menu 6) Het menu Mijn bestanden biedt toegang tot afbeeldingen, video's, muziekbestanden en geluidsbestanden die in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart zijn opgeslagen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Mijn bestanden om dit menu te openen. Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat webinhoud niet kan worden doorgestuurd. De inhoud wordt aangegeven door het pictogram . Afbeeldingen (menu 6.1) Dit menu bevat foto's die u hebt genomen en afbeeldingen die u hebt gedownload, ontvangen in berichten of geïmporteerd uit uw computer. Een afbeelding bekijken 1. Selecteer een map met afbeeldingen. 2. Selecteer een afbeelding. Een diapresentatie bekijken Wanneer u een afbeelding bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met afbeeldingen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • • • • • • • Instellen als: hiermee kunt u de afbeelding instellen als achtergrond of koppelen aan een van uw contactpersonen. De foto wordt getoond als u door het betreffende nummer wordt gebeld. Wijzigen: hiermee kunt u emoticons, kaders of effecten aan het beeld toevoegen. Verplaatsen naar: hiermee kopieert u de geselecteerde bestanden naar een andere map of naar een geheugenkaart. Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart. Wissen: hiermee verwijdert u het bestand. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Diavertoning: hiermee kunt u alle foto's weergeven in een diavertoning. U kunt de tijdsinterval tussen foto's selecteren. Delen voor Bluetooth: hiermee kunt u het bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Mijn bestanden (menu 6) Opties voor afbeeldingen gebruiken • Menuopties U kunt uw foto's bekijken alsof ze een diapresentatie vormen: een opeenvolgende vertoning van elke foto in de huidige map. 1. Selecteer Foto's. 2. Druk op <Opties> en kies Diavertoning. 3. Selecteer een optie voor de interval. De diapresentatie begint. 4. Druk op <Annuleer> om de diapresentatie te stoppen. 75 Menuopties • • • Afdrukken via: hiermee kunt u het bestand afdrukken door de telefoon via USB of Bluetooth met een printer te verbinden. Bij Bluetooth moet u selecteren of u de afbeelding met of zonder kader wilt afdrukken. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Video's (menu 6.2) In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt opgenomen of gedownload, die u in een bericht hebt ontvangen of hebt geïmporteerd uit uw computer. Videoclips die zijn opgenomen met andere apparaten, zoals camcorders, kunnen mogelijk niet goed worden afgespeeld. Videoclips afspelen 1. Selecteer een map met video's. 2. Selecteer een videoclip. 76 Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen. Links Hiermee gaat u achteruit in een bestand. Rechts Hiermee gaat u vooruit in een bestand. / Omlaag Hiermee regelt u het volume. Hiermee stopt u het afspelen. Opties voor videoclips Druk in het videoscherm op < > om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: hiermee begint u het afspelen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het bestand naar een andere map of naar een geheugenkaart. • • • • Muziek (menu 6.3) In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die u hebt gedownload of die u uit uw computer hebt geïmporteerd. Een muziekbestand afspelen 1. Selecteer Muziek of Geheugenkaart. 2. Selecteer een bestand. De MP3-speler wordt geopend.p. 44 Dit menu bevat spraakmemo's die u hebt opgenomen en geluidsbestanden die u hebt gedownload, ontvangen in berichten of geïmporteerd uit uw computer. Een geluidsbestand afspelen 1. Selecteer een map met geluiden. 2. Selecteer een geluidsbestand. Zie Spraakrecorder voor een spraakmemo.p. 46 Mijn bestanden (menu 6) • Geluiden (menu 6.4) Menuopties • Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart. Wissen: hiermee wist u het bestand of alle bestanden. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Delen voor Bluetooth: hiermee deelt u het bestand met andere Bluetooth-apparaten. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Opties voor geluidsbestanden Druk in het scherm met geluidsbestanden op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met geluiden. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Instellen als: hiermee kunt u het bestand instellen als beltoon, als alarmtoon of als beltoon voor een vermelding in de telefoonlijst. 77 Menuopties • • • • • • • 78 Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het bestand naar een andere map of naar een geheugenkaart. Kopiëren naar geheugenkaart: hiermee kopieert u de bestanden naar een geheugenkaart. Wissen: hiermee verwijdert u het bestand. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Delen voor Bluetooth: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Andere bestanden (menu 6.5) Bestanden die u hebt ontvangen maar die niet worden ondersteund door uw telefoon, worden opgeslagen in deze map. U kunt deze bestanden niet openen op de telefoon. Geheugenkaart (menu 6.6) Dit menu biedt toegang tot bestanden die zijn op geslagen een geheugenkaart. Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geheugenkaart in de telefoon is geplaatst. Geheugenstatus (menu 6.7) Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor media-items in elke map of op een geheugenkaart. Met het menu Agenda kunt u uw dagelijkse afspraken bijhouden. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Weergave: hiermee wijzigt u de weergave van de agenda.p. 82 • Nieuw: hiermee kunt u een nieuwe afspraak toevoegen.volgende sectie • Ga naar: hiermee gaat u naar de huidige datum of kunt u een bepaalde datum opgeven. • Sorteren op: hiermee kunt u items op type sorteren. • Wissen: hiermee kunt u opgeslagen items uit de agenda verwijderen. Er zijn verschillende verwijderopties. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Agenda om dit menu te openen. De agenda bekijken Als u het menu Agenda opent, wordt de agenda in de weergave Maandoverzicht weergegeven, waarin de huidige datum wordt aangegeven met een rood vak. Een dag selecteren • • • Druk op [Links] of [Rechts] om naar een andere dag te gaan. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar een andere week te gaan. Druk op [ / ] om naar een andere maand te gaan. Agenda (menu 7) Opties voor de agenda Menuopties Agenda (menu 7) Terugkerende items kunt u alleen verwijderen in het Dagoverzicht. • • Gemist alarm agenda-item: hiermee bekijkt u items waarvan u het alarm hebt gemist. Geheugenstatus: hiermee kunt u geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda opgeslagen items. 79 Menuopties Een agenda-item maken In de agenda kunt u afspraken, verjaardagen en taken opslaan. U kunt meerdere agenda-items per dag opslaan. Nieuwe afspraken ingeven 1. Selecteer een datum in de agenda. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Afspraak of Diversen. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: • Onderwerp: hier geeft u de titel van het item in. • Details: hier geeft u de detailgegevens voor het item in. • Begindatum en Begintijd: hier geeft u de begindatum en -tijd voor het item in. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Einddatum en Eindtijd: hier geeft u de einddatum en -tijd voor het item in. 80 • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Locatie (voor Afspraak): hier kunt u gegevens over de plaats van de afspraak ingeven. • Alarm: hier kunt u een alarm voor de afspraak instellen. • voor: hier kunt u instellen hoelang voor de begintijd van het item het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. • Herhalen (voor Afspraak): hier kunt u een herhaalpatroon voor de afspraak instellen. • tot (voor Afspraak): hier kunt u de einddatum voor het herhaalpatroon voor de afspraak instellen. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. Nieuwe verjaardagen ingeven 1. Selecteer een datum in de agenda. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Verjaardag. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: • 1. Selecteer een datum in de agenda. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Actiepunt. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: Actiepunt: hier geeft u de gegevens van het item in. • Begindatum: hier geeft u de begindatum in. • Einddatum: hier geeft u de einddatum in. • Prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit in. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. Items bekijken Agenda (menu 7) Een actiepunt ingeven • Menuopties Gebeurtenis: hier geeft u de gegevens van de verjaardag in. • Datum: hier geeft u de datum in. • Alarm: hier kunt u een alarm voor de verjaardag instellen. • voor: hier kunt u instellen hoelang voor de begintijd van het item het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. • Ieder jaar herhalen: als u deze optie kiest, wordt u elk jaar aan de verjaardag herinnerd. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. Als u items in de agenda hebt ingevoerd, worden onderaan de agenda de symbolen en het aantal items op een dag weergegeven. • Afspraak • Verjaardag • Diversen • Actiepunt Een item openen 1. Selecteer een datum in de agenda om de items voor die dag weer te geven. 2. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. 3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items voor de geselecteerde dag weer te geven. 81 Menuopties Opties voor agenda-items Wanneer u een agenda-item bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het item. • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. • Verzenden via: hiermee verzendt u het item via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. • Weergave: hiermee wijzigt u de weergave van de agenda. • Afgehandeld/Niet afgehandeld: hiermee wijzigt u de status van het geselecteerde actiepunt. • Wissen: hiermee wist u het item. • Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het item afdrukken door de telefoon via Bluetooth met een printer te verbinden. Items in een andere weergavevorm bekijken U kunt de weergave in de agenda wijzigen in Dagoverzicht of Weekoverzicht. Druk op <Opties> en selecteer Weergave → een weergave. Dagoverzicht In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde datum bekijken. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. De volgende symbolen kunnen verschijnen om de status van het item aan te duiden: • Alarm ingesteld • Terugkerend item • Prioriteit actiepunt: (rood: hoog, blauw: normaal, grijs: laag) • Voltooid actiepunt Weekoverzicht In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde week bekijken. Een cel op het rooster geeft aan dat er een afspraak is. Selecteer een cel in de gewenste dag. 82 Camera (menu 8) • Maak geen foto's van personen zonder hun toestemming. • Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik van camera's niet is toegestaan. • Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van een ander. ] 4. Gewenste actie Werkwijze Een foto nemen Opties voor foto's instellen Druk op <Opties>. p. 86 U kunt foto's nemen in verschillende standen van de camera. De camera maakt JPEG-foto's. De foto verwijderen Druk op <Wissen> en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de fotostand Druk op [ ]. Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen. Camera (menu 8) Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Camera, of houdt u [ ingedrukt. Menuopties U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te maken. 1. Open het menu Camera of houd [ ] ingedrukt om de camera in te schakelen. 2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt fotograferen. • Druk op < > om de cameraopties weer te geven.volgende gedeelte • U kunt met de toetsen van uw telefoon de camera-instellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 85 3. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt opgeslagen in de map Foto's. 83 Menuopties Cameraopties in de fotostand Druk in de fotostand op < > om de volgende opties weer te geven: • Video opnemen: hiermee kunt u overschakelen naar de videostand. • Fotostand: hiermee kunt u een foto nemen in de volgende standen: Eén opname: hiermee neemt u een foto in de normale stand. U kunt selecteren of de foto automatisch moet worden opgeslagen of niet. Multishot: hiermee neemt u een reeks foto's achter elkaar. U kunt het aantal foto's selecteren dat moet worden genomen, en de sluitertijd. Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks foto's die u in één kader opslaat. U kunt de indeling selecteren. • Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. • Kaders: hiermee kunt u een decoratief kader toevoegen. 84 • • • Timer: hiermee kunt u een vertraging instellen voordat een foto wordt genomen. Ga naar foto's: hiermee gaat u naar de map Foto's. Instellingen: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor het maken van foto's wijzigen. Grootte: hier kunt u een beeldgrootte selecteren. Kwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de beeldkwaliteit selecteren. Zoeker: hiermee kunt u een voorbeeldstand selecteren. ISO: hiermee kunt u de ISO-instelling wijzigen. Met deze instelling bepaalt u de gevoeligheid van de camera. Selecteer in situaties met weinig licht een hogere ISO-instelling. Met een hogere ISOwaarde werkt de sluiterknop van de camera sneller en is de camera gevoeliger voor licht. Met hogere ISO-instellingen kan een foto vervormd raken. Gebruik van de toetsen in de fotostand In de videostand kunt u met de toetsen van uw telefoon de camera-instellingen aanpassen. Functie Links/ Rechts Hiermee kunt u het contrast van het beeld aanpassen. Omhoog/ Omlaag Hiermee kunt u in- en uitzoomen. Camera (menu 8) Toets Menuopties • Spot focus: hiermee kunt u de belichting aanpassen op basis van een bepaald gedeelte van de afbeelding. Wanneer u Aan selecteert, wordt het kader voor de spot focus in het midden van de afbeelding weergegeven. Vervolgens kunt u de belichting aanpassen op basis van het contrast van de afbeelding in het kader. Geluid sluiter: hiermee kunt u het geluid selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [ ] indrukt. Geluid bij zoomen: hiermee schakelt u het geluidseffect bij zoomen in of uit. Geluid bij contrastinstelling: hiermee schakelt u het geluidseffect bij aanpassing van het contrast in of uit. Standaardnaam: hiermee wijzigt u het standaardvoorvoegsel van de naam van de foto. Sneltoetsen camera: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken in de fotostand. Hiermee spiegelt u het beeld verticaal. Hiermee kunt u het spiegelbeeld weergeven. 1 Hiermee schakelt u over naar de videostand.p. 87 2 Hiermee wijzigt u de beeldgrootte. 3 Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit. 4 Hiermee wijzigt u de fotostand. 85 Menuopties Toets Functie • 5 Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. • 6 Hiermee kunt u de vervorming van het beeld verminderen voor optimale details en scherpte. 7 Hiermee kunt u een decoratief kader selecteren. 8 Hiermee stelt u de timer in. 9 Hiermee gaat u naar de map Foto's. Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm. Opties voor foto's Wanneer u een foto hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Nog een foto maken: hiermee gaat u terug naar de fotostand. 86 • • • • • • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. Instellen als: hiermee kunt u de foto instellen als achtergrond voor het scherm of koppelen aan een van uw contactpersonen. De foto wordt getoond als u door het betreffende nummer wordt gebeld. Wissen: hiermee verwijdert u het bestand. Alles van Multishot wissen: hiermee verwijdert u een reeks bestanden die met Multishot zijn genomen. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Ga naar foto's: hiermee opent u de map Foto's. p. 74 Delen voor Bluetooth: hiermee deelt u het bestand met andere Bluetooth-apparaten. Afdrukken via: hiermee kunt u het bestand afdrukken door de telefoon via USB of Bluetooth met een printer te verbinden. Bij Bluetooth moet u selecteren of u de afbeelding met of zonder kader wilt afdrukken. • Een video opnemen Werkwijze De videoclip afspelen Druk op [ ]. Opties voor video weergeven Druk op < p. 89 De videoclip verwijderen Druk op [C] en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de videostand Druk op < >. Camera (menu 8) U kunt een video opnemen van wat wordt weergegeven op het camerascherm en deze video opslaan. 1. Druk in de opnamestand op [1]. 2. Richt de camera op het voorwerp dat u wilt fotograferen. • Druk op < > om de cameraopties weer te geven.volgende gedeelte • U kunt met de toetsen van uw telefoon de camera-instellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 88 3. Druk op [ ] om de opname te starten. 4. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De video wordt automatisch opgeslagen in de map Video's. 5. Gewenste actie Menuopties • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. >. Cameraopties in de videostand Druk in de videostand op < > om de volgende opties weer te geven: • Foto nemen: hiermee schakelt u over naar de fotostand. • Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. • Timer: hiermee kunt u een vertraging instellen voordat de camera begint met opnemen. • Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map Video's. 87 Menuopties • 88 Instellingen: hiermee kunt u de volgende instellingen voor het opnemen van een video wijzigen: Videostand: hiermee kunt u een opnamemodus voor de videostand selecteren. Selecteer MMS-limiet om een video-opname te maken die geschikt is voor een MMS-bericht. Kies Normaal om een video op te nemen binnen de limiet van het geheugen dat op dat moment beschikbaar is. Grootte: hiermee kunt u de kadergrootte selecteren. Kwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de beeldkwaliteit selecteren. Geluidsopname: hiermee kunt u geluiden opnemen bij een videoclip. Geluid bij zoomen: hiermee schakelt u het geluidseffect bij zoomen in of uit. Geluid bij contrastinstelling: hiermee schakelt u het geluidseffect bij aanpassing van het contrast in of uit. • Standaardnaam: hiermee wijzigt u het standaardvoorvoegsel van de naam van de videoclip. Sneltoetsen camcorder: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken in de videostand. Gebruik van de toetsen in de videostand In de videostand kunt u met de toetsen van uw telefoon de camera-instellingen aanpassen: Toets Functie Links/ Rechts Hiermee kunt u het contrast van het beeld aanpassen. Omhoog/ Omlaag Hiermee kunt u in- en uitzoomen. Hiermee spiegelt u het beeld verticaal. Hiermee kunt u het spiegelbeeld weergeven. 1 Hiermee schakelt u over naar de fotostand.p. 83 2 Hiermee wijzigt u de kadergrootte. 3 Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit. 4 Hiermee wijzigt u de opnamemodus voor de videostand. 5 Hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen. 6 Hiermee kunt u de vervorming van het beeld verminderen voor optimale details en scherpte. 7 Hiermee kunt u het geluid in- of uitschakelen. 8 Hiermee stelt u de timer in. 9 Hiermee gaat u naar de map Video's. Opties voor videoclips Wanneer u een videoclip hebt opgeslagen, kunt u op < > drukken om de volgende opties weer te geven: • Nog een opname maken: hiermee gaat u terug naar de videostand. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Wissen: hiermee verwijdert u het bestand. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. • Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map Video's.p. 76 • Delen voor Bluetooth: hiermee deelt u het bestand met andere Bluetooth-apparaten. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. • Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Camera (menu 8) Functie Menuopties Toets 89 Menuopties Instellingen (menu 9) Telefooninstellingen (menu 9.2) Het menu Instellingen biedt toegang tot diverse opties waarmee u de instellingen van uw telefoon kunt aanpassen aan uw voorkeuren en behoeften. U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen. U kunt de instelling van veel functies van de telefoon aan uw eigen wensen aanpassen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen om dit menu te openen. Tijd en datum (menu 9.1) Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd en datum instelt, moet u in het menu Wereldtijd de tijdzone opgeven.p. 49 • Tijd instellen: hier geeft u de huidige tijd in. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Indeling tijd: hiermee selecteert u de tijdnotatie. • Datum instellen: hier geeft u de huidige datum in. • Indeling datum: hier selecteert u de datumindeling. 90 Taal (menu 9.2.1) Via dit menu kunt u een van de beschikbare talen selecteren voor de tekst in het display. Welkomtekst (menu 9.2.2) Via dit menu kunt u de tekst ingeven die kort als begroeting wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Snelkoppeling (menu 9.2.3) U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Via dit menu kunt u een sneltoets aan een toets toewijzen. Een sneltoets toewijzen aan een menu 1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt gebruiken. 2. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. Opties voor sneltoetsen Gebruik dit menu om in te stellen of de beltoon wordt uitgeschakeld of een oproep wordt geweigerd als u de volumetoets [ / ] ingedrukt houdt wanneer er een oproep binnenkomt. USB-instellingen (menu 9.2.5) Via dit menu kunt u een USB-modus selecteren. • Modem: hier kunt u selecteren of u uw telefoon als modem wilt gebruiken. • Massaopslag: hier krijgt u toegang tot de geheugenkaart, als deze is geplaatst. Pictbridge: hiermee kunt u uw telefoon aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge. Overige instellingen (menu 9.2.6) U kunt de functies voor automatische nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen, en de voorziening Helderheid stem gebruiken. U kunt het toetsenbord ook automatisch laten vergrendelen. • Autom. herhalen: hiermee stelt u in dat maximaal tien maal wordt geprobeerd een telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het niet gelukt is verbinding te krijgen. • Elke toets antwoorden: hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve <Weiger> en [ ]. Instellingen (menu 9) Volumetoets (menu 9.2.4) • Menuopties Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u een sneltoetsmenu toewijzen of wijzigen. • Verwijderen: hiermee wordt de toewijzing van de sneltoets aan de geselecteerde toets ongedaan gemaakt. • Alles wissen: hiermee worden alle sneltoetstoewijzingen ongedaan gemaakt. 91 Menuopties • • Autom. toetsenblokvergrendeling: hiermee kunt u instellen dat het toetsenbord automatisch wordt vergrendeld wanneer het display wordt uitgezet. Helderheid stem: hiermee kunt u de gevoeligheid van de microfoon verhogen, zodat de persoon met wie u een gesprek heeft u duidelijk kan horen, zelfs wanneer u fluistert. Displayinstellingen (menu 9.3) Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en de verlichting wijzigen. Achtergrond (menu 9.3.1) Hier kunt u de achtergrondafbeelding wijzigen die wordt weergegeven in de standby-stand. Tekstweergave (menu 9.3.2) Met dit menu kunt u de opmaak van de tekst in de standby-stand instellen. • • • Plaats van tekst: hiermee selecteert u de plaats van de tekst op het display. Als u niet wilt dat tekst wordt weergegeven in de standby-stand, selecteert u Uit. Tekstopmaak: hier selecteert u een tekstopmaak. Tekstkleur: hier selecteert u een tekstkleur. Agenda (menu 9.3.3) Gebruik dit menu om de agenda van de huidige maand op het scherm in de standby-stand weer te geven. Kleur (menu 9.3.4) Hier kunt u een kleurenpatroon selecteren voor de menustand. Helderheid display (menu 9.3.5) U kunt de helderheid van het display afstemmen op veranderende omgevingsomstandigheden. Kiesdisplay (menu 9.3.6) In dit menu kunt u een grootte, kleur en achtergrondkleur selecteren voor de cijfers die u ingeeft wanneer u een nummer kiest. 92 Gegevens beller tonen (menu 9.3.7) Geluidsinstellingen (menu 9.4) Inkomende oproep (menu 9.4.1) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende oproepen wijzigen. • Beltoon: hiermee selecteert u een beltoon voor de oproep. • Volume: hiermee selecteert u een belvolume. • Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Toetstoon (menu 9.4.2) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. Berichttoon (menu 9.4.3) In dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende (e-mail)berichten wijzigen. • Beltoon: hiermee selecteert u een van de berichttonen. • Type belsignaal: hier geeft u op hoe u wilt worden gewaarschuwd wanneer er een bericht binnenkomt. • Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Instellingen (menu 9) Met dit menu kunt u de verschillende geluidsinstellingen aanpassen. In de standby-stand kunt u het toetsvolume bijstellen met behulp van [ / ]. Menuopties Via dit menu kunt u de telefoon meldingen laten weergeven over gemiste oproepen, met informatie over de laatste gemiste beller. Toon bij in-/uitschakelen (menu 9.4.4) Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Stille stand (menu 9.4.5) Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de stille stand waarschuwt bij een inkomende oproep of bericht, alarm, enz. 93 Menuopties 94 Overige tonen (menu 9.4.7) Lichtinstellingen (menu 9.5) Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon instellen. • Minutenteller: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. • Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande oproep wordt verbonden met het systeem. • Alarm tijdens oproep: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het alarm moet afgaan. • Toon bij melding: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als u een fout maakt of als er iets verkeerds gebeurt op de telefoon. Via dit menu kunt u de instellingen voor de verlichting wijzigen. Verlichting (menu 9.5.1) U kunt selecteren hoelang de verlichting aan moet blijven of hoelang het display aan blijft in de dimstand, waarin de verlichting uitgeschakeld is. • Aan: hier selecteert u hoelang de verlichting aan moet blijven. • Dimmen: hier selecteert u hoelang het display gedimd blijft nadat de verlichting is uitgeschakeld. Na een bepaalde tijd wordt het display uitgeschakeld. Toetsenblokverlichting (menu 9.5.2) Met dit menu kunt u instellen hoe de verlichting van het toetsenbord is geregeld. • Altijd gebruiken: de verlichting op het toetsenbord staat altijd aan. • ’s Nachts: de toetsenverlichting is ingeschakeld tussen vijf uur 's middags en 9 uur 's ochtends. • • Op ingestelde tijd: u kunt opgeven wanneer de verlichting op het toetsenbord aan moet staan. Oproepen doorschakelen (menu 9.6.1) Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 1. Selecteer een doorschakeloptie: • Altijd doorschakelen: alle oproepen worden doorgeschakeld. • In gesprek: oproepen worden doorgeschakeld wanneer u in gesprek bent. • Geen antwoord: oproepen worden doorgeschakeld als u niet opneemt. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Instellingen (menu 9) Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Menuopties Netwerkdiensten (menu 9.6) Onbereikbaar: oproepen worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. • Alles annuleren: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. Selecteer Inschakelen. Selecteer Uitzetten om het doorschakelen van oproepen uit te zetten. Ga naar de regel Doorschakelen naar. Geef het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld. Als u Geen antwoord hebt geselecteerd, gaat u naar de regel sec. en selecteert u hoelang wordt gewacht voordat een oproep wordt doorgeschakeld. Druk op <Kies>. 95 Menuopties Oproepen blokkeren (menu 9.6.2) Met deze netwerkservice kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: • Alle uitgaande: uitgaande oproepen worden geblokkeerd. • Internationaal: internationale oproepen worden geblokkeerd. • Internationaal behalve thuisland: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt als u in het buitenland bent, en naar uw eigen land. • Alle inkomende: inkomende oproepen worden geblokkeerd. • Inkomend in buitenland: alle inkomende oproepen worden geblokkeerd wanneer u de telefoon in het buitenland gebruikt. • Alles annuleren: alle blokkeeropties worden geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen kunt ontvangen. 96 Wachtwoord voor blokkeren wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Selecteer Inschakelen. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, selecteert u Uitzetten. 4. Geef het blokkeringswachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <Kies>. • Wisselgesprek (menu 9.6.3) Deze netwerkservice stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing moet zijn. 2. Selecteer Inschakelen en druk op <Kies>. Kies Uitzetten om de wisselgesprekfunctie uit te zetten. Netwerk kiezen (menu 9.6.4) Met deze netwerkservice kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die door u wordt gebeld. Als u Standaard selecteert, wordt de standaardinstelling van het netwerk gebruikt. Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet wijzigen. Voicemailserver (menu 9.6.6) Via dit menu kunt u het nummer van de voicemailserver opslaan en toegang krijgen tot uw voicemailberichten. • • Verbinden met voice mail: hiermee maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u uw voicemailberichten kunt beluisteren. Nummer voicemailserver: hier voert u de naam en het telefoonnummer van de voicemailserver in. Instellingen (menu 9) Nummerweergave (menu 9.6.5) U moet het nummer van de voicemailserver opslaan voordat u toegang probeert te krijgen tot de server. Informeer bij uw provider naar het nummer van de voicemailserver. Menuopties Met deze netwerkservice kunt u automatisch of handmatig het netwerk selecteren dat moet worden gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee netwerken. Band kiezen (menu 9.6.7) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen: GSM 1900, een combinatie van GSM 900/1800 en Triband (een combinatie van GSM 900/1800/1900). Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. 97 Menuopties Bluetooth (menu 9.7) De Bluetooth-functie instellen Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar gegevens mee uitwisselen, handsfree spreken of de telefoon op afstand bedienen. Het menu Bluetooth bevat de volgende opties: • Aanzetten: hiermee kunt u de Bluetooth-functie in- of uitschakelen. • Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken. • Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen zoeken naar uw telefoon. • Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze naam wordt op andere apparaten weergegeven. • Veilige modus: hiermee bepaalt u of u om bevestiging wordt gevraagd wanneer andere apparaten toegang tot uw gegevens proberen te krijgen. • Bluetooth diensten: hiermee kunt u de beschikbare Bluetooth-diensten weergeven. Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos verbinding maken tussen elektronische apparaten die compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal 10 meter. Omdat de apparaten communiceren via radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat niet te kunnen zien. • Als er voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat de afstand waarop de apparaten kunnen communiceren, afneemt. • Voor de beste prestaties wordt aanbevolen de Bluetooth-functionaliteit niet samen met met multimediafuncties zoals de spraakrecorder, camera en MP3-speler, of vice versa, te gebruiken. • Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel met de telefoon. 98 Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit koppelen Stereoheadset • Mobiele telefoon • Computer • PDA • Printer • Onbekend apparaat • Headset of handsfree carkit De kleur van het symbool geeft de status van het apparaat aan: • Grijs voor niet-gekoppelde apparaten • Blauw voor gekoppelde apparaten • Rood voor apparaten die momenteel verbinding hebben met uw telefoon Instellingen (menu 9) • Menuopties 1. Kies Mijn apparaten vanuit de Bluetoothinstellingsopties. 2. Kies Nieuw apparaat zoeken. Nadat het zoeken is voltooid, wordt een lijst weergegeven met apparaten waarmee u verbinding kunt maken. De volgende symbolen geven aan om wat voor type apparaat het gaat: 3. Selecteer een apparaat. 4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft deze niet te onthouden. Wanneer de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. Sommige apparaten, met name headsets en handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code heeft, moet u deze ingeven. Opties voor apparaten Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Verbinden: hiermee kunt u een verbinding maken met een headset of handsfree carkit. • Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de verbinding met het apparaat. 99 Menuopties • • • • • Bestanden doorzoeken: hiermee kunt u zoeken naar gegevens op het apparaat en deze rechtstreeks importeren in de telefoon. Servicelijst: hiermee opent u de lijst met Bluetooth-diensten van het apparaat. Hernoemen: hiermee kunt u het gekoppelde apparaat hernoemen. Apparaat goedkeuren/Niet goedgekeurd apparaat: hiermee bepaalt u of u wilt worden gevraagd om toestemming wanneer andere apparaten proberen verbinding te maken met de telefoon. Wissen: hiermee kunt u het geselecteerde apparaat of alle apparaten uit de lijst verwijderen. Gegevens verzenden via Bluetooth 1. Activeer de Bluetooth-functie. 2. Selecteer de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt verzenden. 3. Druk op <Opties> en kies Verzenden via → Bluetooth. 100 4. Druk op [ ] om de gewenste bestanden te selecteren en druk vervolgens op <Verzend>. De telefoon zoekt naar apparaten binnen het bereik en er wordt een lijst met beschikbare apparaten weergegeven. 5. Selecteer een apparaat. 6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die vereist is voor het koppelen en druk op <OK>. Gegevens ontvangen via Bluetooth Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn. 1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden, kunt u op <Ja> drukken als u het apparaat toegang tot uw telefoon wilt verlenen. 2. Druk op <Ja> om de gegevens te ontvangen. Telefoonblokkering (menu 9.8.3) Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik door de verschillende toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te beheren. Met dit menu kunt u de telefoon vergrendelen zodat deze niet zonder uw toestemming kan worden gebruikt. PIN-controle (menu 9.8.1) Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie ingeschakeld is, moet u steeds als u de telefoon aanzet, de PIN-code ingeven. PIN wijzigen (menu 9.8.2) Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de PIN-controle hebben ingeschakeld om deze functie te kunnen gebruiken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht cijfers ingeven. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga naar het menu Wachtwoord wijzigen om het wachtwoord te wijzigen. Wachtwoord wijzigen (menu 9.8.4) Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon wijzigen. Instellingen (menu 9) Als u driemaal achterelkaar een onjuiste PIN-/PIN2code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze codes krijgt u van uw provider. Menuopties Beveiliging (menu 9.8) Privacy (menu 9.8.5) Met dit menu kunt u de toegang tot berichten en mediabestanden blokkeren. Als een privacy-optie is ingeschakeld, moet u het wachtwoord van de telefoon ingeven als u de geblokkeerde items of functies wilt gebruiken. 101 Menuopties SIM blokkeren (menu 9.8.6) Geheugenstatus (menu 9.9) Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de SIM-blokkeringscode ingeven als u een andere SIM-kaart wilt gebruiken. Via dit menu kunt u bekijken hoeveel geheugen er wordt gebruikt voor het opslaan van gegevens in Berichten, Mijn bestanden, Agenda, Telefoonlijst en JAVA-wereld. U kunt ook de hoeveelheid gedeeld geheugen bekijken. FDN-modus (menu 9.8.7) Als de SIM-kaart de FDN-modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de telefoonnummers die in de FDN-lijst zijn opgegeven. PIN2 wijzigen (menu 9.8.8) Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met deze functie uw huidige PIN2-code wijzigen. Reset instellingen (menu 9.10) Via dit menu kunt u de instellingen die u hebt gewijzigd, terugstellen. 1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te selecteren die u wilt terugzetten. 2. Druk op <Op nul>. 3. Druk op <Ja> om het herstellen van de oorspronkelijke instellingen te bevestigen. 4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is standaard ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 101 102 Problemen oplossen Hulp bij het oplossen van problemen U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje naar een medewerker van de klantenservice besparen, door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren die in dit gedeelte worden besproken. Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende berichten worden weergegeven: "SIM-kaart plaatsen" • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. "Telefoonblokkering" • De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld. U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. "Geef PIN in" • U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de PIN-code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt gekregen. • De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PIN-code ingeven. U kunt deze functie uitschakelen met de menuoptie PIN-controle. "Geef PUK in" • Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code ingevoerd, waardoor de telefoon nu geblokkeerd is. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt gekregen. "Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet uitgevoerd" wordt weergegeven. • De verbinding met het netwerk is verbroken. Het kan zijn dat het signaal te zwak is op de plaats waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere locatie. • U probeert een functie te gebruiken waarvoor u geen abonnement hebt bij uw provider. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. 103 Problemen oplossen U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet gekozen. • Controleer of u op [ ] hebt gedrukt. • Controleer of u op toegang hebt tot het juiste mobiele netwerk. • Controleer of u de optie voor het blokkeren van uitgaande oproepen misschien hebt ingesteld. Iemand probeert u tevergeefs te bellen. • Controleer of de telefoon is ingeschakeld. (Houd [ ] langer dan een seconde ingedrukt.) • Controleer of u het juiste mobiele netwerk gebruikt. • Controleer of u de optie voor het blokkeren van inkomende oproepen misschien hebt ingesteld. Uw gesprekspartner hoort u niet. • Controleer of u de microfoon hebt ingeschakeld. • Controleer of u de telefoon dicht genoeg bij uw mond houdt. De microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de telefoon. 104 De telefoon begint te piepen en het bericht "Batterij bijna leeg" knippert op het display. • De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de batterij weer op. De geluidskwaliteit van de oproep is slecht. • Controleer de signaalsterkte op het display ( ). Hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te sterker is het signaal (van sterk ( ) tot zwak ( )). • Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast. Wanneer u een nummer uit de telefoonlijst opnieuw kiest, wordt er geen nummer gebeld. • Controleer via de functie Lijst met contacten of het nummer op de juiste manier is opgeslagen. • Sla het nummer zo nodig opnieuw op. De batterij wordt niet goed opgeladen of de telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld. • Maak de contactpunten voor het opladen van de telefoon en de batterij schoon met een zachte doek. Mocht u het probleem aan de hand van de bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: • Het typenummer en het serienummer van de telefoon • Uw garantie-informatie • Een duidelijke beschrijving van het probleem Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid SAR-certificeringsinformatie Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiogolven. De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie) zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand, te kunnen garanderen. 105 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.* Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de telefoon is. De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was 0,197 W/kg. Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht, moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. SAR-tests worden uitgevoerd onder normale gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Voorschriften voor het gebruik van batterijen • • • * De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband. 106 Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd zijn. Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven manier. Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt. De standby- en beltijd zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de parameters die door de provider zijn ingesteld. • • • • • • • Leg de batterij niet in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en levensduur van de batterij verminderen. Probeer de batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C (32 °F). Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en – polen van de batterij (de metalen strips op de batterij) direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigd raken. Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi ze niet in het vuur. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt, is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. Een volledig opgeladen batterij die niet wordt gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch ontladen. Gebruik alleen batterijen en opladers die door Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Sluit de batterij niet langer dan een week op een oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat minder lang mee. Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen. 107 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verkeersveiligheid Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote voordeel brengt echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid met zich mee, een verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden wilt gebruiken. Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke gevallen contact op met de fabrikant voor een andere oplossing. Gebruiksomgeving Pacemakers Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Als u ook maar een vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de telefoon onmiddellijk uitzetten. Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een ander apparaat wilt aansluiten, moet u de veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten. 108 Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Verbod op mobiel bellen Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet toegestaan is. Andere medische apparaten Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe radiosignalen. U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen. Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan. Voertuigen Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op met de fabrikant of dealer van uw auto. Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur die in uw auto is geïnstalleerd. Omgevingen met explosiegevaar Schakel de telefoon uit in een omgeving met explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg. Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots (zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gehoorapparaten 109 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van uw voertuig moet uitzetten. Alarmnummer bellen Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit alleen op uw mobiele telefoon. U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is ingeschakeld en u zich in een servicegebied met voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider. 110 Zo belt u een alarmnummer: 1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is. 2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets [ ]. Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het blokkeren van gesprekken, moet u deze functies misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem contact op met uw provider. Overige belangrijke veiligheidsinformatie • • Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te vervallen. Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt. • • • Verzorging en onderhoud De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier hebben van dit product. • • • • • Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of stikken in de kleine onderdelen. Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die de elektronica aantasten. Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan de telefoon beschadigd raken. Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen dan beschadigd kunnen raken. Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte. Door de hoge temperatuur gaan elektronische apparaten minder lang mee, kunnen batterijen beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of smelten. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de telefoon of de onderdelen of accessoires van de telefoon. Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er rekening mee houden dat deze met flink veel kracht wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur, in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het vliegtuig en is daarom verboden. Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden vervolgd. 111 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • • • • • • 112 Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich condens in de telefoon vormen, waardoor de elektronische componenten van de telefoon beschadigd kunnen raken. Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen de interne onderdelen beschadigd raken. Maak de telefoon niet schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een zachte doek gedrenkt in een sopje van water en zachte zeep. Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de bewegende onderdelen van het apparaat verstopt raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt. Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon kan oververhit raken en ontploffen. Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt, verandert het label in de telefoon dat waterschade aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van de telefoon niet meer onder de garantie van de fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet verstreken. • • • Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan oogbeschadigingen opleveren. Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes of aangepaste accessoires kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent radioapparatuur. Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar zal men u van advies dienen en indien nodig voor reparatie zorgen. Index A ABC-stand, tekstinvoer • 26 Achtergrond • 92 Achtergrondafbeelding • 92 Afbeeldingen, gedownload • 74 Agenda • 79, 92 Alarm • 50 Alarmnummer bellen • 110 Automatisch herhalen • 91 B Band selecteren • 97 Batterij bijna leeg, symbool • 8 opladen • 7 voorschriften • 106 Beantwoorden oproep • 30 tweede oproep • 32 Belgroepen • 39 Belsignaal berichten • 93 inkomende oproepen • 93 Berichten begroeting • 90 e-mail • 59, 64 info • 73 MMS • 58, 61 server • 62 SMS • 57, 61 Berichten maken e-mail • 59 MMS • 58 SMS • 57 Berichttoon • 93 Bestandsbeheer • 74 Beveiliging, oproepen • 101 Blokkeren menuopties • 101 SIM-kaart • 102 telefoon • 101 Blokkeren, oproepen • 96 Bluetooth instellingen • 98 ontvangen, gegevens • 100 verzenden, gegevens • 100 Browser, web • 53 C Calculator • 51 Camera foto's • 83 video's • 87 D Datum instellen • 90 Display helderheid • 92 indeling • 10 instellingen • 92 symbolen • 10 taal • 90 Doorschakelen, oproepen • 95 DTMF-tonen verzenden • 33 E Elke toets antwoorden • 91 E-mailberichten bekijken • 64 instelling • 70 maken/verzenden • 59 verwijderen • 65 F FDN-modus (Vaste nummers) • 102 Foto's bekijken • 74 nemen • 83 G Geheugenkaart bestanden openen • 78 installeren • 24 Geheugenstatus berichten • 74 bestandsbeheer • 78 gedownloade items • 78 telefoonlijst 42 Geluiden, gedownload • 77 Geluidsinstellingen • 93 Gemiste oproepen • 35 Gespreksduur • 36 Gesprekskosten • 36 Gezondheids- en veiligheidsinformatie • 105 113 Index H Herstellen, telefooninstellingen • 102 I In- en uitschakelen microfoon • 33 telefoon • 8 Infoberichten • 73 Internationale gesprekken • 29 Internet • 53 J Java-toepassingen • 47 K Kleur • 92 L Laatste nummer, herhalen • 30 Lichtinstellingen • 94 Luidspreker • 32 M Minutenteller • 94 MMS-berichten bekijken • 60 instelling • 67 114 MMS-berichten (vervolg) maken/verzenden • 58 verwijderen • 62 MP3-speler • 43 Multiparty-gesprekken • 34 Muziek, gedownload • 77 N Namen ingeven • 26 zoeken • 37 Netwerk kiezen • 97 Netwerkband, selecteren • 97 Netwerkdiensten • 95 Nummer herhalen automatisch • 91 handmatig • 30 Nummerweergave • 93, 97 O Omrekenen • 51 Ontvangen berichten e-mail • 64 MMS/SMS • 60 Ontvangen oproepen • 35 Opnemen spraakmemo's • 46 video's • 87 Oproepen beantwoorden • 30 blokkeren • 96 doorschakelen • 95 doorverbinden • 34 in de wacht zetten • 31 nummer herhalen • 30 weigeren • 30 wisselgesprek • 96 Oproepenlijst gemist • 35 ontvangen • 35 uitgaand • 35 P PIN2-code, wijzigen • 102 PIN-code, wijzigen • 101 Postvak IN, berichten e-mail • 64 MMS/SMS • 60 Postvak UIT, berichten • 62 Privacy • 101 Problemen oplossen • 103 R Roaming • 97 S Serverberichten • 62, 73 SIM-kaart plaatsen • 7 vergrendelen • 102 SMS-berichten bekijken • 60 instelling • 67 maken/verzenden • 57 verwijderen • 61 Snelkiezen • 40 Sneltoets • 90 Spelletjes • 47 Spraakrecorder afspelen • 46 opnemen • 46 Standaardberichten • 65 Stille stand ingeven • 13 instelling • 93 Stopwatch • 52 Symbolen, beschrijving • 10 T T9-stand, tekstinvoer • 27 Taal selecteren • 90 Toon bij in-/uitschakelen • 93 U Uitgaande oproepen • 35 V Veiligheidsinformatie • 105 Verbindingstoon • 94 Verkeersveiligheid • 108 Verlichting, instellen display • 94 toetsen • 94 Verwijderen e-mail • 63, 65, 66 items • 82 MMS • 62, 63, 66 oproepenlijst • 35 SMS • 61, 63, 66 telefoonlijst • 38, 42 Verzonden berichten • 63 Verzorging en onderhoud • 111 Video's afspelen • 76 opnemen • 87 Visitekaartje • 41 Voicemailserver • 97 W Wachtstand, gesprek • 31 Wachtwoord oproepen blokkeren • 96 telefoon • 101 Web browser favorieten • 54 toegang • 53 Welkomstbericht • 90 Wereldtijd • 49 Wisselgesprek • 96 Index Tekens bij kiezen, instellen • 92 Tekst ingeven • 26 Telefoon aan- en uitzetten • 8 display • 10 instellingen herstellen • 102 symbolen • 10 uitpakken • 6 vergrendelen • 101 wachtwoord • 101 Telefoonlijst beheren • 42 opties • 37 snelkiezen • 40 toevoegen • 38 verwijderen • 38, 42 zoeken • 37 Tijd instellen • 90 Timer • 52 Toetsenblokkering • 8, 92 Toetstonen aan/uit • 33 selecteren • 93 volume • 93 115 : EN 60950-1:2001 : EN 301 489-01 v1.3.1 (09-2001) EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002) EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002) : EN 50360:2001 EN 50361:2001 : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003) EN 300 328 v1.6.1 (11-2004) (naam en handtekening van bevoegde persoon) * Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre. (plaats en datum van uitgifte) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2005. 09. 26 Yong-Sang Park / verkoopmanager en wordt op verzoek ter beschikking gesteld. (Vertegenwoordiging in de EU) Samsung Electronics QA Lab. De technische documentatie wordt beheerd door: BABT, Balfour House, Churchfield Road, Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK Kenmerk: 0168 De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s): Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld. Netwerk SAR Veiligheid EMC waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere normatieve documenten. (naam en adres van fabrikant*) - Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung-Buk, Korea, 730-350 Gefabriceerd door: (Typenaam) SGH-X700 (Productbeschrijving) GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth Draagbare mobiele telefoon Het volgende product: Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119

Samsung SGH-X700 Handleiding

Categorie
Smartphones
Type
Handleiding