Zanussi ZSLN1211 Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZSLN1211
NL Gebruiksaanwijzing 2
Afwasautomaat
FR Notice d'utilisation 23
Lave-vaisselle
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5
(0.05) / 8 (0.8) bar (MPa)
Volg het maximale aantal 9 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar
beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe
randen naar beneden.
Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd
achter met open deur.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis,
mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer of gebruik het apparaat niet op een
plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
3
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker.
Als de zekering van de stekker vervangen moet
worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK
en Ierland).
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit
dan onmiddellijk de waterkraan en haal de
stekker uit het stopcontact. Neem contact op
met de service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
GEBRUIK
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de verpakking van het
wasmiddel op.
Speel niet met het water van het apparaat en
drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het apparaat als het
programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel
op de vaat achterblijven.
Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk
uit op de open deur van het apparaat.
Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen
als u de deur opent terwijl er een programma
wordt uitgevoerd.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Neem contact op met het service-centrum om
de binnenverlichting te vervangen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model
is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp,
verwarmingstoestellen en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, structurele en interne onderdelen
met betrekking tot deurconstructies, printplaten,
elektronische displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software en
firmware, inclusief resetsoftware. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
De volgende reserveonderdelen zullen
beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het
model is stopgezet: deurscharnieren en -
afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen,
afvoerfilters, binnenrekken en plastic
randapparatuur zoals manden en deksels.
4
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
PRODUCTBESCHRIJVING
De afbeeldingen hieronder geven
alleen een algemeen productoverzicht.
Raadpleeg voor meer gedetailleerde
informatie andere hoofdstukken en/of
documenten die bij het apparaat zijn
meegeleverd.
4
3
7
8
10 9
56
11
1
2
1
Bovenste sproeiarmen
2
Onderste sproeiarm
3
Filters
4
Typeplaatje
5
Zoutreservoir
6
Ventilatie
7
Glansmiddeldoseerbakje
8
Vaatwasmiddeldoseerbakje
9
Bestekkorf
10
Onderste korf
11
Bovenste korf
5
BEDIENINGSPANEEL
21
3
45
1
Aan-/uittoets/Resettoets
2
Programma-controlelampjes
3
Controlelampjes
4
Programmatoets
5
Toets startuitstel
INDICATIELAMPJES
Indicatielampje Beschrijving
Indicatielampje droogfase. Het is ingeschakeld wanneer u een programma selec-
teert met de droogfase. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt.
Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te worden. Dit in-
dicatielampje is altijd uit als het programma in werking is.
Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bijgevuld
dient te worden. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is.
PROGRAMMA’S
De volgorde van de programma´s in de tabel geven
mogelijk hun volgorde op het bedieningspaneel niet
weer.
Programma Type lading Mate van vervuiling Programmafasen
1)
Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aangekoekt
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Tussentijdse spoeling
Laatste spoeling 60 °C
Drogen
AirDry
6
Programma Type lading Mate van vervuiling Programmafasen
Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal tot
zwaar
aangekoekt
Voorspoelen
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoeling
Laatste spoeling 60 °C
Drogen
AirDry
Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aangekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoeling
Laatste spoeling 55 °C
Drogen
AirDry
Vaatwerk
Bestek
Fris Wassen 50 °C
Tussentijdse spoeling
Laatste spoeling 50 °C
AirDry
2)
Alle soorten vaat Alle vuilgraden Voorspoelen
1) Dit is het langste programma en biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal ver-
vuild serviesgoed en bestek. Dit is het standaard programma voor testinstituten. Dit programma wordt ge-
bruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ontwerp te
beoordelen.
2) Dit is een programma voor het afspoelen van voedselresten van de vaat. Het voorkomt geurvorming in
het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken.
VERBRUIKSWAARDEN
Programma
1)
2)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Duur
(min.)
9.9
3)
/ 9.9
4)
0.778
3)
/ 0.779
4)
240
3)
/ 240
4)
10.5 - 12.8 0.888 - 1.086 160
9.5 - 11.7 0.713 - 0.871 90
8.7 -10.6 0.542 - 0.663 30
2.9 - 3.6 0.012 - 0.015 15
1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat
kan de verbruikswaarden veranderen.
2) De waarden voor andere programma's dan ECO zijn slechts indicatief.
3) Conform de 1016/2010 verordening.
4) Conform de 2019/2022 verordening.
Aanwijzingen voor testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen over het
uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens
EN60436) stuurt u een e-mail naar:
Vermeld in uw verzoek de productnummercode
(PNC) dat u op het typeplaatje aantreft.
7
Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw
vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw
apparaat is meegeleverd.
INSTELLINGEN
PROGRAMMAKEUZEMODUS EN
GEBRUIKERSMODUS
Als het apparaat in de programmakeuzemodus
staat, kan een programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
Instellingen beschikbaar in de
gebruikersmodus:
Het niveau van de waterverzachter afgestemd
op de waterhardheid.
De activering of deactivering van de aanduiding
leeg glansmiddelreservoir.
Het niveau van het glansmiddel volgens de
benodigde dosering.
De activering of de deactivering van het
geluidsignaal voor het programma-einde.
De activering of deactivering van de AirDry.
Het apparaat slaat de instellingen op, dus u
hoeft deze niet voor iedere cyclus te
configureren.
De programmakeuzemodus instellen
Het apparaat staat in de programmakeuzemodus
als het programma-indicatielampje van
knippert.
Na de activering bevindt het apparaat zich
standaard in de programmakeuzemodus. Als dit
niet zo is, stelt u de programmakeuzemodus als
volgt in:
Houd de programmaknop ingedrukt tot het
apparaat in de programmakeuzemodus staat.
Gebruikersmodus ingaan
Zorg dat het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
Houd om naar de gebruikersmodus te gaan de
programmaknop ingedrukt tot het indicatielampje
knippert en de indicatielampjes , ,
en aan zijn.
DE WATERONTHARDER
De waterontharder verwijdert mineralen van de
watertoevoer die een nadelige invloed hebben op
de wasresultaten en het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te
harder is het water. De waterhardheid wordt
gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld op de
hardheid van het water in uw woonplaats. Uw
waterleidingbedrijf kan u informeren over de
hardheid van het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor de
waterontharder in te stellen voor goede
wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l
Clarke-hard-
heid
Wateronthardingsni-
veau
47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3
8
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l
Clarke-hard-
heid
Wateronthardingsni-
veau
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2
<4 <7 <0,7 < 5
1
2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel
het juiste waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd te
houden.
Multivaatwastabletten die zout
bevatten zijn niet effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de waterontharder moet
de hars van de ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt
deel uit van de normale vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie
waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de laatste
spoeling en het einde van het programma.
Wateronthardingsni-
veau
Hoeveelheid water (l)
1 250
2 100
3 62
4 47
5 25
6 17
7 10
8 5
9 3
10 3
In het geval van de hoge wateronthardersinstelling
kan dit ook in het midden van het programma
gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een
programma). De start van de regeneratie heeft
geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze
plaatsvindt in het midden van een programma of
aan het einde van een programma met een korte
droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de
totale duur van een programma met nog eens 5
minuten.
Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder
wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of
aan het begin van het volgende programma. Deze
activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een
programma met 4 liter en het totale energieverbruik
van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de
waterontharder eindigt met een volledige afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk
meer dan één in dezelfde cyclus) kan de
programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen
wanneer deze op enig moment aan het begin of in
het midden van een programma plaatsvindt.
Alle in deze paragraaf genoemde
verbruikswaarden worden bepaald
volgens de huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden met
waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de
verordening 2019/2022
(waterontharder: niveau 3).
De druk en de temperatuur van het
water en de variaties van de
netvoeding kunnen de waarden
veranderen.
Het waterontharderniveau instellen
Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat.
1. Wacht tot het indicatielampje begint te
knipperen, het indicatielampje blijft
knipperen en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het onderbroken knipperen van het indicatielampje
toont de huidige instelling: bijv. 5 keer
knipperen + pauze + 5 keer knipperen = niveau 5.
2. Druk herhaaldelijk op de programmatoets om
de instelling te wijzigen. Telkens als u op de
programmaknop drukt, gaat het niveaunummer
9
omhoog. Als u niveau 10 bereikt, begint het
tellen opnieuw vanaf niveau 1.
3. Druk op de aan/uitknop om de instelling te
bevestigen.
DE AANDUIDING VAN LEEG
GLANSMIDDELRESERVOIR
Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder
vlekken of strepen gedroogd. Het wordt
automatisch vrijgegeven tijdens de warme
spoelfase.
Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat de
glansmiddelindicator branden om aan te geven dat
u glansmiddel moet bijvullen. Als u tevreden bent
met de droogresultaten bij het gebruik van alleen
multitabletten, kunt u de aanduiding voor het
bijvullen van glansmiddel deactiveren. Voor de
beste droogprestaties dient u echter altijd
glansmiddel te gebruiken.
Schakel de aanduiding in om de
glansmiddelindicator actief te houden als u
standaard wasmiddel of multitabletten zonder
glansmiddel bevat.
Het uitschakelen van de melding van een
leeg glansmiddeldoseerbakje
Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat.
1. Druk direct op de programmatoets.
Het indicatielampje begint te knipperen.
2. Wacht tot het indicatielampje blijft
knipperen en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het indicatielampje
geeft de huidige instelling
aan:
is aan = Melding dat het
glansmiddelreservoir leeg is, is aan.
is uit = Melding dat het
glansmiddelreservoir leeg is, is uit.
3. Druk op programmatoets om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te
bevestigen.
HET GLANSSPOELMIDDELNIVEAU
De vrij te geven hoeveelheid glansmiddel kan
worden ingesteld tussen stand 1 (laagste
hoeveelheid) en stand 8 (hoogste hoeveelheid).
Niveau 0 schakelt het glansmiddeldoseerbakje uit
en er wordt geen glansmiddel afgegeven.
Fabrieksinstelling: niveau 5.
Het instellen van het glansmiddelniveau
Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat.
1. Druk tweemaal op de programmatoets.
Het indicatielampje begint te knipperen.
2. Wacht tot het indicatielampje blijft
knipperen en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het onderbroken knipperen van het indicatielampje
toont de huidige instelling: bijv. 5 keer
knipperen + pauze + 5 keer knipperen = niveau 5.
3. Druk herhaaldelijk op de programmatoets om
de instelling te wijzigen. Telkens als u op de
programmaknop drukt, gaat het niveaunummer
omhoog. Als u niveau 8 bereikt, begint het
tellen opnieuw vanaf niveau 0. Niveau 0
betekent dat het afgeven van glansmiddel is
uitgeschakeld.
4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te
bevestigen.
GELUIDSSIGNALEN
Er klinken geluidssignalen als het apparaat een
storing heeft. Het is niet mogelijk deze
geluidssignalen uit te schakelen.
Na het beëindigen van het programma klinkt er
tevens een geluidssignaal. Dit geluidssignaal is
standaard uitgeschakeld, maar kan worden
geactiveerd.
Het geluidssignaal voor het einde van het
programma inschakelen
Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat.
1. Druk drie keer op de programmatoets.
Het indicatielampje begint te knipperen.
2. Wacht tot het indicatielampje
blijft
knipperen en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het indicatielampje geeft de huidige instelling
aan:
is uit = het geluidssignaal is uit.
is aan = het geluidssignaal is aan.
3. Druk op programmatoets om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te
bevestigen.
AIRDRY
AirDry biedt goede droogresultaten met minder
energieverbruik.
10
Tijdens de droogfase opent de deur
automatisch en blijft op een kier staan.
LET OP! Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2 minuten na
automatisch openen te sluiten. Dit kan
het apparaat beschadigen.
AirDry wordt automatisch bij alle programma´s
geactiveerd, behalve bij (indien van
toepassing).
LET OP! Als het apparaat toegankelijk
is voor kinderen, adviseren wij u om
AirDry te deactiveren, omdat het
openen van de deur gevaarlijk kan zijn.
Het deactiveren van AirDry
Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat.
1. Druk vier keer op de programmatoets.
Het controlelampje begint te knipperen.
2. Wacht tot het indicatielampje blijft
knipperen en de overige programma-
indicatielampjes uit zijn.
Het indicatielampje geeft de huidige instelling
aan:
is uit = AirDry is uit.
is aan = AirDry is aan.
3. Druk op programmatoets om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te
bevestigen.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Controleer of het ingestelde stand van de
waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving. Indien
niet, stel dan de stand van de
waterontharder juist in.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start een programma om resten te verwijderen
die misschien nog in het apparaat zijn
achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en
plaats geen vaat in de korven.
Na het starten van het programma laadt het
apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5
minuten op. De wasfase start pas nadat deze
procedure voltooid is. De procedure wordt
regelmatig herhaald.
HET ZOUTRESERVOIR
LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout
dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn
zout verhoogt het risico op corrosie.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor goede
wasresultaten voor dagelijks gebruik.
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te
openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de
eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout (totdat het
vol is).
4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat
om de laatste korrels erin te krijgen.
5. Verwijder het zout rond de opening van het
zoutreservoir.
11
6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom
om het zoutreservoir te sluiten.
LET OP! Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u het bijvult.
Start na het bijvullen van het
zoutreservoir onmiddellijk een
programma om corrosie te voorkomen.
HET VULLEN VAN HET
GLANSMIDDELDOSEERBAKJE
B
C
A
LET OP! Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor vaatwassers.
1. Druk op het ontgrendelelement (A) om het
deksel te openen (B).
2. Giet het glansmiddel in het doseervakje (C)
totdat de vloeistof de markering "FILL” heeft
bereikt.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen dat er te
veel schuim ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het deksel op
zijn plek dicht klikt.
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te
activeren.
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
Vul het glansmiddeldoseerbakje als het
indicatielampje van het glansmiddel brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. U dient het juiste programma in te stellen en te
starten voor het type lading en de mate van
vervuiling.
VAATWASMIDDEL GEBRUIKEN
B
C
A
LET OP! Gebruik alleen
vaatwasmiddel speciaal voor
vaatwassers.
12
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om het deksel
te openen (C).
2. Doe het vaatwasmiddel in het vakje (A). U kunt
vaatwasmiddel in tabletten, poeder of gel
gebruiken.
3. Plaats een kleine hoeveelheid van het
vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur
van het apparaat als het programma een
voorwasfase heeft.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het deksel op
zijn plek dicht klikt.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
Een programma starten
1. Laat de deur op een kier staan.
2. Druk op de aan/uit-knop om het apparaat te
activeren. Zorg dat het apparaat in de
keuzemodus Programma staat.
3. Blijf op de programmatoets drukken tot de
aanduiding van het programma dat u wilt
instellen, gaat knipperen.
4. Sluit de deur van de afwasmachine om het
programma te starten.
Een programma starten met een uitgestelde
start
1. Stel een programma in.
2. Druk op de toets startuitstel om de start van
het afwasprogramma met drie uur uit te stellen.
Het indicatielampje brandt.
3. Sluit de deur van het apparaat om het aftellen
te starten.
Tijdens het aftellen is het niet mogelijk het
programma te wijzigen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De deur openen als het apparaat in werking
is
Als u de deur opent terwijl een programma loopt,
stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en
de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur
weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het
moment van onderbreking.
Als de deur tijdens de droogfase
langer dan 30 seconden wordt
geopend, stopt het lopende
programma. Dit gebeurt niet als de
deur wordt geopend door de functie
AirDry.
Probeer de deur van het apparaat niet
binnen 2 minuten nadat AirDry hem
automatisch opent te openen, want dit
kan schade aan het apparaat
veroorzaken.
Als hierna de deur gedurende ten
minste 3 minuten wordt gesloten,
beëindigt het draaiende programma.
De uitgestelde start annuleren
Druk gedurende 3 seconden op de aan/uit-knop
totdat het apparaat in de programmakeuzemodus
staat.
Als u de uitgestelde start annuleert, moet u het
programma opnieuw instellen.
Het programma annuleren
Houd de programmatoets 3 seconden ingedrukt tot
het apparaat in de programmakeuzemodus staat.
Controleer of er vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een
nieuw programma start.
De Auto Off-functie
Deze functie verlaagt het energieverbruik door het
apparaat automatisch uit te schakelen als het niet
werkt.
De functie gaat werken:
Als het wasprogramma is voltooid.
Als er na 5 minuten nog geen programma is
gestart.
Einde van het programma
Wanneer het programma is voltooid, schakelt de
functie Auto Off het apparaat uit.
Draai de waterkraan dicht.
AANWIJZINGEN EN TIPS
ALGEMEEN
Volg de onderstaande tips om te zorgen voor
optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook
het milieu te helpen beschermen.
Het afwassen in de vaatwasser volgens de
instructies in de gebruikershandleiding verbruikt
meestal minder water en energie dan het
afwassen met de hand.
Laad de vaatwasser volledig in om water en
energie te besparen. Voor de beste
reinigingsresultaten plaatst u items in de korven
volgens de instructies in de
gebruikershandleiding en overbelast u de korven
niet.
13
Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het
water- en energieverbruik. Kies indien nodig een
programma met voorwasfase.
Verwijder grotere voedselresten van de borden
en lege bekers en glazen voordat u ze in het
apparaat plaatst.
Week kookgerei met stevig vastgekookt of
vastgebakken voedsel of poets het lichtjes
voordat u het in het apparaat wast.
Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar
niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water
de vaat volledig bereiken en wassen.
U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en
zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de
instructies op de verpakking.
Kies een programma op basis van het type
lading en de mate van bevuiling. biedt
het meest efficiënte gebruik van water en
energieverbruik.
Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen:
Vul de zoutcontainer indien nodig bij.
Gebruik de aanbevolen dosering van het
wasmiddel en spoelglansmiddel.
Controleer of het ingestelde stand van de
waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving.
Volg de instructies in het hoofdstuk
"Onderhoud en reiniging".
GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN
VAATWASMIDDEL
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor vaatwassers. Overige
producten kunnen het apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg hard water
raden we het gebruik aan van standaard
vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder
extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en
zout voor optimale reinigings- en
droogresultaten.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te voorkomen
dat vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel
bij lange programma's te gebruiken.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel.
Onvoldoende dosering van het wasmiddel kan
leiden tot slechte reinigingsresultaten en
hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen.
Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of
verzacht water resulteert in wasmiddelresten op
de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan
op basis van de waterhardheid. Zie de
instructies van de vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van
spoelglansmiddel vermindert de
droogresultaten. Het gebruik van te veel
spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige
lagen op de items.
Controleer of het wateronthardersniveau correct
is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde
hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op
bestek.
WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN
MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN
Volg de volgende stappen voordat u begint met het
gebruiken van apart wasmiddel, zout en
glansmiddel:
1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder
in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe en
plaats vaat in de korven.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de
waterontharder in de waterhardheid van uw
omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in.
6. De aanduiding leeg glansmiddelreservoir
activeren.
DE KORVEN INRUIMEN
Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes.
Gebruik het apparaat uitsluitend om
afwasmachinebestendige voorwerpen af te
wassen.
Was in het apparaat geen items gemaakt van
hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze
kunnen barsten, kromtrekken, verkleuren of
putjes kunnen krijgen.
Reinig geen voorwerpen in het apparaat die
water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
Zorg er voor dat glazen elkaar niet aanraken.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg
ervoor dat de voorwerpen niet kunnen
verschuiven.
Doe bestek en kleine items in het bestekmand.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een programma start.
VOOR HET STARTEN VAN EEN
PROGRAMMA
Zorg er, voordat u het gekozen programma start,
voor dat:
De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
14
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes correct
is.
Het programma geschikt is voor het type lading
en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
DE REKKEN UITRUIMEN
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het
apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek
uit.
Na voltooiing van het programma kan
er zich aan de binnenkant van het
apparaat nog water bevinden.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen
verminderen de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en
reinig deze zo nodig.
DE FILTERS REINIGEN
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
15
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of
rond de rand van de opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg ervoor dat
het goed onder de 2 geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A).
Rechtsom draaien tot het vastzit.
LET OP! Een onjuiste plaatsing van de
filters kan leiden tot slechte
wasresultaten en het apparaat
beschadigen.
DE ONDERSTE SPROEIARM
SCHOONMAKEN
We raden u aan om de onderste sproeiarm
regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat
vuil de gaten verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om
deze te verwijderen.
2. Reinig de sproeiarm onder stromend water.
Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv.
een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de
gaten te verwijderen.
3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer
terug te plaatsen.
DE BOVENSTE SPROEIARMEN
SCHOONMAKEN
We raden u aan om de bovenste sproeiarmen
regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat
vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen
onbevredigende wasresultaten opleveren.
De bovenste sproeiarmen worden onder de
bovenste korf geplaatst. De sproeiarmen (B) zijn
geïnstalleerd in de toevoerleiding (A) met de
bevestigingselementen (C).
16
A
B
C
1. Trek het bovenrek naar buiten.
2. Om de sproeiarm los te maken, draait u het
bevestigingselement met de klok mee.
3. Reinig de sproeiarm onder stromend water.
Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv.
een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de
gaten te verwijderen.
4. Steek om de sproeiarm terug te plaatsen het
bevestigingselement in de sproeiarm en
bevestig deze in de toevoerleiding door deze
naar links te draaien. Zorg ervoor dat het
bevestigingselement op zijn plek dicht klikt.
BUITENKANT REINIGEN
Maak het apparaat schoon met een vochtige,
zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes
of oplosmiddelen.
DE BINNENKANT VAN DE MACHINE
REINIGEN
Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de
rubberen afdichting van de deur, met een
zachte, vochtige doek.
Gebruik om de prestaties van uw apparaat te
onderhouden minstens eenmaal per maand een
reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld
voor vaatwassers. Volg de instructies op de
verpakking van de producten zorgvuldig op.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën,
pannensponsjes of oplosmiddelen.
Het regelmatig gebruiken van korte programma
´s kan ophoping van vet en kalk in het apparaat
tot gevolg hebben. Draai minstens tweemaal per
maand lange programma´s om deze ophoping te
voorkomen.
VERWIJDEREN VAN VREEMDE
VOORWERPEN
Controleer de filters en de opvangbak na elk
gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen
(bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers,
enz.) verminderen de reinigingsprestaties en
kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken.
1. Demonteer het filtersysteem volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de
hand.
LET OP! Als u de voorwerpen niet
kunt verwijderen, neem dan
contact op met een erkend
servicecentrum.
17
3. Monteer de filters opnieuw volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Onjuiste
reparatie van het apparaat kan een
gevaar voor de veiligheid van de
gebruiker vormen. Alle reparaties
moeten worden uitgevoerd door
bevoegd personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost zonder
contact op te nemen met een erkend
servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor informatie over
mogelijke problemen.
Bij enkele problemen knippert het toegewezen
indicatielampje af en toe om een storing en de
alarmcode aan te geven.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet activeren. Controleer of de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is
doorgebrand.
Het programma start niet. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot het einde van het aftellen.
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder.
De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat wordt niet gevuld met water.
Het indicatielampje knippert 1
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 1 keer.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te
laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon
op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet ver-
stopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de wa-
tertoevoerslang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen water weg.
Het indicatielampje knippert 2
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 2 keer.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet ver-
stopt is.
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt
is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of
bochten heeft.
Het beschermingssysteem tegen water-
lekkage is aan.
Het indicatielampje knippert 3
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 3 keer.
Draai de waterkraan dicht.
Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd
is.
Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de
instructies in de gebruikershandleiding.
18
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Storing van de waterniveaudetectiesen-
sor.
Het indicatielampje knippert 4
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 4 keer.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Schakel het apparaat uit en aan.
Storing van de waspomp of de afvoer-
pomp.
Het indicatielampje knippert 5
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 5 keer.
Schakel het apparaat uit en aan.
De temperatuur van het water in het appa-
raat is te hoog of er is een storing in de
temperatuursensor opgetreden.
Het indicatielampje knippert 6
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 6 keer.
Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater
niet hoger is dan 60° C.
Schakel het apparaat uit en aan.
Technische storing van het apparaat.
Het indicatielampje knippert 12
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 12 keer.
Schakel het apparaat uit en aan.
Het niveau van het water in het apparaat
is te hoog.
Het indicatielampje knippert 15
keer met tussenpozen.
Geluidssignaal klinkt 15 keer.
Schakel het apparaat uit en aan.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte
boven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de instal-
latie-instructies.
Het apparaat stopt en start meerdere ke-
ren tijdens de werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsre-
sultaten en energiebesparing.
Het programma duurt te lang. Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert
u deze functie of wacht u tot het aftellen is voltooid.
Kleine lekkage uit de deur van het appa-
raat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de
kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
De deur van het apparaat sluit moeilijk. Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende / kloppende geluiden vanuit het
apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerang-
schikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de
korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien.
19
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat maakt kortsluiting. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk
werkende apparaten van stroom te voorzien. Con-
troleer de stroomsterkte van het stopcontact en het
vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik
zijnde apparaten uit.
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik", or
"Hints en tips" voor andere mogelijke
oorzaken.
Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze klantenservice of een servicecentrum.
Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn,
neemt u contact op met de service-afdeling.
WAARSCHUWING! We raden u aan
het apparaat niet te gebruiken, totdat
het probleem volledig is opgelost. Haal
de stekker uit het stopcontact en sluit
het apparaat pas weer aan als u zeker
weet dat het correct werkt.
DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips"
en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik intensievere wasprogramma´s.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Zie
"Onderhoud en reiniging".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan.
Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is niet
voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op een
hogere stand.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden
afgedroogd.
Activeer voor de beste droogprestatie AirDry.
We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in combi-
natie met wastabletten.
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en serviesgoed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de
dosering van het glansmiddel op een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde water-
vlekken op glazen en servies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de
dosering van het glansmiddel op een hogere stand.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
20
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Het serviesgoed is nat. Activeer voor de beste droogprestatie AirDry.
Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase
met lage temperatuur.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Pro-
beer een ander merk of activeer het glansmiddeldoseerbakje
en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten.
De binnenkant van het apparaat
is nat.
Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt door
de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden condenseert.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten.
Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met de
klantenservice.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen teveel zout in het water gebruikt.
Zie 'De waterontharder instellen'.
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilve-
ren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar.
Er bevinden zich aan het einde
van het programma resten van
vaatwasmiddel in het vaatwas-
middeldoseerbakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseer-
bakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het wa-
ter.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddel-
doseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de bovenste sproeiarm
niet geblokkeerd of verstopt is.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje
van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren.
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Kalkresten op het serviesgoed,
op de kuip en aan de binnenkant
van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder instel-
len'.
Gebruik zelfs met multitabletten zout en stel de wateronthar-
der in. Zie 'De waterontharder instellen'.
Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het apparaat
met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd.
Probeer een ander wasmiddel.
Neem contact op met de wasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in
het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor
het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik" of
"Aanwijzingen en tips" voor
mogelijke andere oorzaken.
21
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
446 / 818 - 898 / 550
Elektrische aansluiting
1) Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer
Koud water of warm water
2) max. 60 °C
Inhoud Couverts 9
Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Uit-modus (W) 0.50
1) Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zon-
nepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
LINK NAAR DE EU-EPREL-DATABANK
De QR-code op het energielabel dat bij het
apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de
registratie van dit apparaat in de EU-EPREL-
database. Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan
de prestaties van het product in de EU-EPREL-
databank te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer kunt u vinden op het typeplaatje
van het apparaat. Zie het hoofdstuk
‘Productbeschrijving’.
Kijk voor meer informatie over het energielabel op
www.theenergylabel.eu
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
22

Documenttranscriptie

User Manual GETTING STARTED? EASY. ZSLN1211 NL Gebruiksaanwijzing Afwasautomaat FR Notice d'utilisation Lave-vaisselle 2 23 GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.zanussi.com/support VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. ALGEMENE VEILIGHEID • 2 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere woonomgevingen. De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa) Volg het maximale aantal 9 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe randen naar beneden. Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd achter met open deur. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. – • • • • • • • • • • VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. • • • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet. ELEKTRISCHE AANSLUITING WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. 3 • • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker. Als de zekering van de stekker vervangen moet worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK en Ierland). WATERAANSLUITING • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. • Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan en haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. GEBRUIK • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. • Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. • Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel op de vaat achterblijven. • Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk uit op de open deur van het apparaat. 4 • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. BINNENVERLICHTING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel. • • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. Neem contact op met het service-centrum om de binnenverlichting te vervangen. SERVICE • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Houd er rekening mee dat zelfreparatie of nietprofessionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. • De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp, verwarmingstoestellen en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, structurele en interne onderdelen met betrekking tot deurconstructies, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware, inclusief resetsoftware. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. • De volgende reserveonderdelen zullen beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: deurscharnieren en afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen, afvoerfilters, binnenrekken en plastic randapparatuur zoals manden en deksels. VERWIJDERING • WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. PRODUCTBESCHRIJVING De afbeeldingen hieronder geven alleen een algemeen productoverzicht. Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie andere hoofdstukken en/of documenten die bij het apparaat zijn meegeleverd. 1 2 11 10 9 8 7 6 5 4 3 1 Bovenste sproeiarmen 2 Onderste sproeiarm 7 Glansmiddeldoseerbakje 8 Vaatwasmiddeldoseerbakje 3 Filters 4 Typeplaatje 9 Bestekkorf 10 Onderste korf 11 Bovenste korf 5 Zoutreservoir 6 Ventilatie 5 BEDIENINGSPANEEL 1 2 5 1 Aan-/uittoets/Resettoets 2 Programma-controlelampjes 3 Controlelampjes 4 3 4 Programmatoets 5 Toets startuitstel INDICATIELAMPJES Indicatielampje Beschrijving Indicatielampje droogfase. Het is ingeschakeld wanneer u een programma selecteert met de droogfase. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt. Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te worden. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is. Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bijgevuld dient te worden. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is. PROGRAMMA’S De volgorde van de programma´s in de tabel geven mogelijk hun volgorde op het bedieningspaneel niet weer. Programma 1) 6 Type lading • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen Mate van vervuiling • • Normaal Licht aangekoekt Programmafasen • • • • • • Voorspoelen Wassen 50 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry Programma 2) Type lading Mate van vervuiling • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • • • • Programmafasen • Normaal tot zwaar aangekoekt • • • • • • Voorspoelen Wassen 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal Licht aangekoekt • • • • • Wassen 60 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 55 °C Drogen AirDry • • Vaatwerk Bestek • Fris • • • • Wassen 50 °C Tussentijdse spoeling Laatste spoeling 50 °C AirDry • Alle soorten vaat • Alle vuilgraden • Voorspoelen 1) Dit is het langste programma en biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. Dit is het standaard programma voor testinstituten. Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ontwerp te beoordelen. 2) Dit is een programma voor het afspoelen van voedselresten van de vaat. Het voorkomt geurvorming in het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. VERBRUIKSWAARDEN Programma 1) 2) Water (l) Energie (kWh) Duur (min.) 9.93) / 9.94) 0.7783) / 0.7794) 2403) / 2404) 10.5 - 12.8 0.888 - 1.086 160 9.5 - 11.7 0.713 - 0.871 90 8.7 -10.6 0.542 - 0.663 30 2.9 - 3.6 0.012 - 0.015 15 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen. 2) De waarden voor andere programma's dan ECO zijn slechts indicatief. 3) Conform de 1016/2010 verordening. 4) Conform de 2019/2022 verordening. Aanwijzingen voor testinstituten Om de nodige informatie te ontvangen over het uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens EN60436) stuurt u een e-mail naar: [email protected] Vermeld in uw verzoek de productnummercode (PNC) dat u op het typeplaatje aantreft. 7 Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw apparaat is meegeleverd. INSTELLINGEN PROGRAMMAKEUZEMODUS EN GEBRUIKERSMODUS Als het apparaat in de programmakeuzemodus staat, kan een programma worden ingesteld en de gebruikersmodus worden ingevoerd. Instellingen beschikbaar in de gebruikersmodus: • Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid. • De activering of deactivering van de aanduiding leeg glansmiddelreservoir. • Het niveau van het glansmiddel volgens de benodigde dosering. • De activering of de deactivering van het geluidsignaal voor het programma-einde. • De activering of deactivering van de AirDry. Het apparaat slaat de instellingen op, dus u hoeft deze niet voor iedere cyclus te configureren. De programmakeuzemodus instellen Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als het programma-indicatielampje van knippert. Na de activering bevindt het apparaat zich standaard in de programmakeuzemodus. Als dit niet zo is, stelt u de programmakeuzemodus als volgt in: Houd de programmaknop ingedrukt tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Gebruikersmodus ingaan Zorg dat het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Houd om naar de gebruikersmodus te gaan de programmaknop ingedrukt tot het indicatielampje knippert en de indicatielampjes en , , aan zijn. DE WATERONTHARDER De waterontharder verwijdert mineralen van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. Waterhardheid Duitse hardheid (°dH) 47 - 50 8 Franse hardheid (°fH) mmol/l 84 - 90 8,4 - 9,0 43 - 46 76 - 83 37 - 42 65 - 75 29 - 36 Clarke-hardheid Wateronthardingsniveau 58 - 63 10 7,6 - 8,3 53 - 57 9 6,5 - 7,5 46 - 52 8 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 5 1) 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3 Duitse hardheid (°dH) Franse hardheid (°fH) mmol/l Clarke-hardheid Wateronthardingsniveau 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2 <4 <7 <0,7 <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel het juiste waterhardheidniveau in om de bijvulindicator voor zout geactiveerd te houden. Multivaatwastabletten die zout bevatten zijn niet effectief genoeg als waterontharder. Regeneratieproces Voor de juiste werking van de waterontharder moet de hars van de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt deel uit van de normale vaatwasmachinewerking. Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige regeneratieproces, wordt een nieuw regeneratieproces gestart tussen de laatste spoeling en het einde van het programma. WateronthardingsniHoeveelheid water (l) veau geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het midden van een programma of aan het einde van een programma met een korte droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de totale duur van een programma met nog eens 5 minuten. Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of aan het begin van het volgende programma. Deze activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een programma met 4 liter en het totale energieverbruik van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de waterontharder eindigt met een volledige afvoer. Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk meer dan één in dezelfde cyclus) kan de programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen wanneer deze op enig moment aan het begin of in het midden van een programma plaatsvindt. Alle in deze paragraaf genoemde verbruikswaarden worden bepaald volgens de huidige geldende norm in laboratoriumomstandigheden met waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de verordening 2019/2022 (waterontharder: niveau 3). De druk en de temperatuur van het water en de variaties van de netvoeding kunnen de waarden veranderen. 1 250 2 100 3 62 4 47 5 25 6 17 Het waterontharderniveau instellen Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 7 10 1. Wacht tot het indicatielampje 8 5 9 3 10 3 knipperen, het indicatielampje blijft knipperen en de overige programmaindicatielampjes uit zijn. Het onderbroken knipperen van het indicatielampje In het geval van de hoge wateronthardersinstelling kan dit ook in het midden van het programma gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een programma). De start van de regeneratie heeft begint te toont de huidige instelling: bijv. 5 keer knipperen + pauze + 5 keer knipperen = niveau 5. 2. Druk herhaaldelijk op de programmatoets om de instelling te wijzigen. Telkens als u op de programmaknop drukt, gaat het niveaunummer 9 omhoog. Als u niveau 10 bereikt, begint het tellen opnieuw vanaf niveau 1. 3. Druk op de aan/uitknop om de instelling te bevestigen. DE AANDUIDING VAN LEEG GLANSMIDDELRESERVOIR Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat de glansmiddelindicator branden om aan te geven dat u glansmiddel moet bijvullen. Als u tevreden bent met de droogresultaten bij het gebruik van alleen multitabletten, kunt u de aanduiding voor het bijvullen van glansmiddel deactiveren. Voor de beste droogprestaties dient u echter altijd glansmiddel te gebruiken. Schakel de aanduiding in om de glansmiddelindicator actief te houden als u standaard wasmiddel of multitabletten zonder glansmiddel bevat. Het uitschakelen van de melding van een leeg glansmiddeldoseerbakje Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 1. Druk direct op de programmatoets. Het indicatielampje begint te knipperen. 2. Wacht tot het indicatielampje blijft knipperen en de overige programmaindicatielampjes uit zijn. Het indicatielampje aan: • geeft de huidige instelling is aan = Melding dat het glansmiddelreservoir leeg is, is aan. • is uit = Melding dat het glansmiddelreservoir leeg is, is uit. 3. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. 4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te bevestigen. HET GLANSSPOELMIDDELNIVEAU De vrij te geven hoeveelheid glansmiddel kan worden ingesteld tussen stand 1 (laagste hoeveelheid) en stand 8 (hoogste hoeveelheid). Niveau 0 schakelt het glansmiddeldoseerbakje uit en er wordt geen glansmiddel afgegeven. Fabrieksinstelling: niveau 5. Het instellen van het glansmiddelniveau Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 1. Druk tweemaal op de programmatoets. 10 Het indicatielampje begint te knipperen. 2. Wacht tot het indicatielampje blijft knipperen en de overige programmaindicatielampjes uit zijn. Het onderbroken knipperen van het indicatielampje toont de huidige instelling: bijv. 5 keer knipperen + pauze + 5 keer knipperen = niveau 5. 3. Druk herhaaldelijk op de programmatoets om de instelling te wijzigen. Telkens als u op de programmaknop drukt, gaat het niveaunummer omhoog. Als u niveau 8 bereikt, begint het tellen opnieuw vanaf niveau 0. Niveau 0 betekent dat het afgeven van glansmiddel is uitgeschakeld. 4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te bevestigen. GELUIDSSIGNALEN Er klinken geluidssignalen als het apparaat een storing heeft. Het is niet mogelijk deze geluidssignalen uit te schakelen. Na het beëindigen van het programma klinkt er tevens een geluidssignaal. Dit geluidssignaal is standaard uitgeschakeld, maar kan worden geactiveerd. Het geluidssignaal voor het einde van het programma inschakelen Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 1. Druk drie keer op de programmatoets. Het indicatielampje begint te knipperen. blijft 2. Wacht tot het indicatielampje knipperen en de overige programmaindicatielampjes uit zijn. Het indicatielampje aan: • geeft de huidige instelling is uit = het geluidssignaal is uit. • is aan = het geluidssignaal is aan. 3. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. 4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te bevestigen. AIRDRY AirDry biedt goede droogresultaten met minder energieverbruik. LET OP! Als het apparaat toegankelijk is voor kinderen, adviseren wij u om AirDry te deactiveren, omdat het openen van de deur gevaarlijk kan zijn. Het deactiveren van AirDry Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 1. Druk vier keer op de programmatoets. Het controlelampje begint te knipperen. 2. Wacht tot het indicatielampje blijft knipperen en de overige programmaindicatielampjes uit zijn. Tijdens de droogfase opent de deur automatisch en blijft op een kier staan. LET OP! Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten na automatisch openen te sluiten. Dit kan het apparaat beschadigen. AirDry wordt automatisch bij alle programma´s geactiveerd, behalve bij toepassing). Het indicatielampje aan: • geeft de huidige instelling is uit = AirDry is uit. • is aan = AirDry is aan. 3. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. 4. Druk op de aan/uitknop om de instelling te bevestigen. (indien van VOOR HET EERSTE GEBRUIK 1. Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Indien niet, stel dan de stand van de waterontharder juist in. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start een programma om resten te verwijderen die misschien nog in het apparaat zijn achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en plaats geen vaat in de korven. Na het starten van het programma laadt het apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5 minuten op. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt regelmatig herhaald. HET ZOUTRESERVOIR LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn zout verhoogt het risico op corrosie. Het zout wordt gebruikt om de hars in de waterontharder te herladen en voor goede wasresultaten voor dagelijks gebruik. HET ZOUTRESERVOIR VULLEN 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout (totdat het vol is). 4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat om de laatste korrels erin te krijgen. 5. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 11 LET OP! Gebruik alleen glansspoelmiddel voor vaatwassers. 6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. LET OP! Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Start na het bijvullen van het zoutreservoir onmiddellijk een programma om corrosie te voorkomen. 1. Druk op het ontgrendelelement (A) om het deksel te openen (B). 2. Giet het glansmiddel in het doseervakje (C) totdat de vloeistof de markering "FILL” heeft bereikt. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het deksel op zijn plek dicht klikt. HET VULLEN VAN HET GLANSMIDDELDOSEERBAKJE B C A DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. • Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje brandt. • Vul het glansmiddeldoseerbakje als het indicatielampje van het glansmiddel brandt. 3. Ruim de korven in. 4. Voeg vaatwasmiddel toe. 5. U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type lading en de mate van vervuiling. VAATWASMIDDEL GEBRUIKEN A C B LET OP! Gebruik alleen vaatwasmiddel speciaal voor vaatwassers. 12 1. Druk op de ontgrendelknop (B) om het deksel te openen (C). 2. Doe het vaatwasmiddel in het vakje (A). U kunt vaatwasmiddel in tabletten, poeder of gel gebruiken. 3. Plaats een kleine hoeveelheid van het vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur van het apparaat als het programma een voorwasfase heeft. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het deksel op zijn plek dicht klikt. Als de deur tijdens de droogfase langer dan 30 seconden wordt geopend, stopt het lopende programma. Dit gebeurt niet als de deur wordt geopend door de functie AirDry. Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten nadat AirDry hem automatisch opent te openen, want dit kan schade aan het apparaat veroorzaken. Als hierna de deur gedurende ten minste 3 minuten wordt gesloten, beëindigt het draaiende programma. EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN Een programma starten 1. Laat de deur op een kier staan. 2. Druk op de aan/uit-knop om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. 3. Blijf op de programmatoets drukken tot de aanduiding van het programma dat u wilt instellen, gaat knipperen. 4. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. Een programma starten met een uitgestelde start 1. Stel een programma in. 2. Druk op de toets startuitstel om de start van het afwasprogramma met drie uur uit te stellen. Het indicatielampje brandt. 3. Sluit de deur van het apparaat om het aftellen te starten. Tijdens het aftellen is het niet mogelijk het programma te wijzigen. Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart. De deur openen als het apparaat in werking is Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het moment van onderbreking. De uitgestelde start annuleren Druk gedurende 3 seconden op de aan/uit-knop totdat het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Als u de uitgestelde start annuleert, moet u het programma opnieuw instellen. Het programma annuleren Houd de programmatoets 3 seconden ingedrukt tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Controleer of er vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. De Auto Off-functie Deze functie verlaagt het energieverbruik door het apparaat automatisch uit te schakelen als het niet werkt. De functie gaat werken: • Als het wasprogramma is voltooid. • Als er na 5 minuten nog geen programma is gestart. Einde van het programma Wanneer het programma is voltooid, schakelt de functie Auto Off het apparaat uit. Draai de waterkraan dicht. AANWIJZINGEN EN TIPS ALGEMEEN Volg de onderstaande tips om te zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook het milieu te helpen beschermen. • Het afwassen in de vaatwasser volgens de instructies in de gebruikershandleiding verbruikt • meestal minder water en energie dan het afwassen met de hand. Laad de vaatwasser volledig in om water en energie te besparen. Voor de beste reinigingsresultaten plaatst u items in de korven volgens de instructies in de gebruikershandleiding en overbelast u de korven niet. 13 • • • • • • • Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het water- en energieverbruik. Kies indien nodig een programma met voorwasfase. Verwijder grotere voedselresten van de borden en lege bekers en glazen voordat u ze in het apparaat plaatst. Week kookgerei met stevig vastgekookt of vastgebakken voedsel of poets het lichtjes voordat u het in het apparaat wast. Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water de vaat volledig bereiken en wassen. U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de instructies op de verpakking. Kies een programma op basis van het type lading en de mate van bevuiling. biedt het meest efficiënte gebruik van water en energieverbruik. Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen: – Vul de zoutcontainer indien nodig bij. – Gebruik de aanbevolen dosering van het wasmiddel en spoelglansmiddel. – Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. – Volg de instructies in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN VAATWASMIDDEL • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor vaatwassers. Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. • Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van standaard vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en zout voor optimale reinigings- en droogresultaten. • Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. • Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel. Onvoldoende dosering van het wasmiddel kan leiden tot slechte reinigingsresultaten en hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen. Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of verzacht water resulteert in wasmiddelresten op de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan op basis van de waterhardheid. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. • Gebruik altijd de juiste hoeveelheid spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van 14 • spoelglansmiddel vermindert de droogresultaten. Het gebruik van te veel spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige lagen op de items. Controleer of het wateronthardersniveau correct is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op bestek. WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN Volg de volgende stappen voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansmiddel: 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 3. Start het kortste programma met een spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe en plaats vaat in de korven. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in. 6. De aanduiding leeg glansmiddelreservoir activeren. DE KORVEN INRUIMEN • Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. • Gebruik het apparaat uitsluitend om afwasmachinebestendige voorwerpen af te wassen. • Was in het apparaat geen items gemaakt van hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze kunnen barsten, kromtrekken, verkleuren of putjes kunnen krijgen. • Reinig geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg er voor dat glazen elkaar niet aanraken. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet kunnen verschuiven. • Doe bestek en kleine items in het bestekmand. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. VOOR HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA Zorg er, voordat u het gekozen programma start, voor dat: • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. • De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. • • • • • De sproeiarmen niet zijn verstopt. Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). De positie van de items in de mandjes correct is. Het programma geschikt is voor het type lading en de mate van bevuiling. De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. Na voltooiing van het programma kan er zich aan de binnenkant van het apparaat nog water bevinden. DE REKKEN UITRUIMEN 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig. DE FILTERS REINIGEN Het filtersystem bestaat uit 3 delen. C 2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B). 3. Verwijder de platte filter (A). B A 1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het. 4. Was de filters. 15 DE ONDERSTE SPROEIARM SCHOONMAKEN We raden u aan om de onderste sproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. 1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om deze te verwijderen. 5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. 6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. 7. Plaats de filters (B) en (C) terug. 8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A). Rechtsom draaien tot het vastzit. LET OP! Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. 16 2. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer terug te plaatsen. DE BOVENSTE SPROEIARMEN SCHOONMAKEN We raden u aan om de bovenste sproeiarmen regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. De bovenste sproeiarmen worden onder de bovenste korf geplaatst. De sproeiarmen (B) zijn geïnstalleerd in de toevoerleiding (A) met de bevestigingselementen (C). A B C 1. Trek het bovenrek naar buiten. 2. Om de sproeiarm los te maken, draait u het bevestigingselement met de klok mee. 3. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 4. Steek om de sproeiarm terug te plaatsen het bevestigingselement in de sproeiarm en bevestig deze in de toevoerleiding door deze naar links te draaien. Zorg ervoor dat het bevestigingselement op zijn plek dicht klikt. BUITENKANT REINIGEN • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. • Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. DE BINNENKANT VAN DE MACHINE REINIGEN • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. • Gebruik om de prestaties van uw apparaat te onderhouden minstens eenmaal per maand een reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën, pannensponsjes of oplosmiddelen. • Het regelmatig gebruiken van korte programma ´s kan ophoping van vet en kalk in het apparaat tot gevolg hebben. Draai minstens tweemaal per maand lange programma´s om deze ophoping te voorkomen. VERWIJDEREN VAN VREEMDE VOORWERPEN Controleer de filters en de opvangbak na elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers, enz.) verminderen de reinigingsprestaties en kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken. 1. Demonteer het filtersysteem volgens de instructies in dit hoofdstuk. 2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de hand. LET OP! Als u de voorwerpen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. 17 3. Monteer de filters opnieuw volgens de instructies in dit hoofdstuk. PROBLEEMOPLOSSING contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Zie de onderstaande tabel voor informatie over mogelijke problemen. Bij enkele problemen knippert het toegewezen indicatielampje af en toe om een storing en de alarmcode aan te geven. WAARSCHUWING! Onjuiste reparatie van het apparaat kan een gevaar voor de veiligheid van de gebruiker vormen. Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost zonder Probleem en alarmcode U kunt het apparaat niet activeren. Mogelijke oorzaak en oplossing • • Het programma start niet. • • • Het apparaat wordt niet gevuld met water. • • Het indicatielampje knippert 1 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 1 keer. • • • • • Het apparaat pompt geen water weg. • • Het indicatielampje knippert 2 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 2 keer. Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is aan. • • 18 Het indicatielampje knippert 3 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 3 keer. • • • • • • Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is. Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot het einde van het aftellen. Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Draai de waterkraan dicht. Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Probleem en alarmcode Storing van de waterniveaudetectiesensor. Mogelijke oorzaak en oplossing • • Zorg dat de filters schoon zijn. Schakel het apparaat uit en aan. • Schakel het apparaat uit en aan. • • Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater niet hoger is dan 60° C. Schakel het apparaat uit en aan. • Schakel het apparaat uit en aan. • • • Schakel het apparaat uit en aan. Zorg dat de filters schoon zijn. Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte boven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-instructies. Het apparaat stopt en start meerdere keren tijdens de werking. • Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresultaten en energiebesparing. Het programma duurt te lang. • Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot het aftellen is voltooid. Kleine lekkage uit de deur van het apparaat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing). • • Het indicatielampje knippert 4 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 4 keer. Storing van de waspomp of de afvoerpomp. • • Het indicatielampje knippert 5 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 5 keer. De temperatuur van het water in het apparaat is te hoog of er is een storing in de temperatuursensor opgetreden. • • Het indicatielampje knippert 6 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 6 keer. Technische storing van het apparaat. • • Het indicatielampje knippert 12 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 12 keer. Het niveau van het water in het apparaat is te hoog. • • Het indicatielampje knippert 15 keer met tussenpozen. Geluidssignaal klinkt 15 keer. De deur van het apparaat sluit moeilijk. • • • Ratelende / kloppende geluiden vanuit het apparaat. • • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. 19 Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing Het apparaat maakt kortsluiting. • • Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", or "Hints en tips" voor andere mogelijke oorzaken. Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze klantenservice of een servicecentrum. Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt u contact op met de service-afdeling. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk werkende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecentrum. WAARSCHUWING! We raden u aan het apparaat niet te gebruiken, totdat het probleem volledig is opgelost. Haal de stekker uit het stopcontact en sluit het apparaat pas weer aan als u zeker weet dat het correct werkt. DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID Probleem Slechte wasresultaten. Mogelijke oorzaak en oplossing • • • Slechte droogresultaten. • • • • • 20 Witte strepen of een blauwe waas op glazen en serviesgoed. • Vlekken en opgedroogde watervlekken op glazen en servies. • • • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korf. Gebruik intensievere wasprogramma´s. Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Zie "Onderhoud en reiniging". Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan. Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is niet voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op een hogere stand. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden afgedroogd. Activeer voor de beste droogprestatie AirDry. We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in combinatie met wastabletten. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansmiddel op een lagere stand. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de dosering van het glansmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. Probleem Het serviesgoed is nat. Mogelijke oorzaak en oplossing • • • • • Activeer voor de beste droogprestatie AirDry. Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase met lage temperatuur. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk of activeer het glansmiddeldoseerbakje en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten. De binnenkant van het apparaat is nat. • Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt door de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden condenseert. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • • Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten. Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met de klantenservice. Roestresten op bestek. • Er wordt voor het wassen teveel zout in het water gebruikt. Zie 'De waterontharder instellen'. Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar. • Er bevinden zich aan het einde van het programma resten van vaatwasmiddel in het vaatwasmiddeldoseerbakje. • • • De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het water. Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de bovenste sproeiarm niet geblokkeerd of verstopt is. Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren. Geuren in het apparaat. • Raadpleeg "Reiniging binnenkant". Kalkresten op het serviesgoed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • • • Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding. De dop van het zoutreservoir zit los. U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder instellen'. Gebruik zelfs met multitabletten zout en stel de waterontharder in. Zie 'De waterontharder instellen'. Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het apparaat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd. Probeer een ander wasmiddel. Neem contact op met de wasmiddelfabrikant. • • • • Dof, ontkleurd of afgeschilverd serviesgoed. • • • Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Leg tere voorwerpen in de bovenkorf. Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik" of "Aanwijzingen en tips" voor mogelijke andere oorzaken. 21 TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 446 / 818 - 898 / 550 Elektrische aansluiting 1) Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8) Watertoevoer Koud water of warm water 2) max. 60 °C Inhoud Couverts 9 Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0 Uit-modus (W) 0.50 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. LINK NAAR DE EU-EPREL-DATABANK De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de registratie van dit apparaat in de EU-EPRELdatabase. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan de prestaties van het product in de EU-EPREL- databank te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer kunt u vinden op het typeplaatje van het apparaat. Zie het hoofdstuk ‘Productbeschrijving’. Kijk voor meer informatie over het energielabel op www.theenergylabel.eu MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische 22 apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Zanussi ZSLN1211 Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding

in andere talen