Whirlpool WVE2750 DCW Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
2
DEUTSCH Gebrauchsanweisung Seite 3
ENGLISH Instructions for use Page 12
FRANÇAIS Mode d’emploi Page 21
NEDERLANDS Gebruiksaanwijzing Pagina 30
ESPAÑOL Instrucciones para el uso Página 39
PORTUGUÊS Manual de utilização Página 48
ITALIANO Istruzioni per l’uso Pagina 57
ΕΛΛΑΣ Οδηγίες χρήοης Σελίδα 66
SVENSKA Bruksanvisning Sidan 75
NORSK Bruksanvisning Side 84
DANSK Brugsanvisning Side 93
SUOMI Käyttöohje Sivu 102
POLSKI Instrukcje użytkowania Strona 111
ČESKY Návod k použití Strana 120
SLOVENSKY Návod na použitie Strana 129
MAGYAR Használati utasítás Oldal 138
РУCCКИЙ Инcтpyкции по экcплyaтaции Cтpaницa 147
БЪЛГAРCКИ Инcтpyкции по экcплyaтaции Cтpaницa 156
ROMANA Instrucţiuni de utilizare Pagina 165
УКРАЇНСЬКА Інструкція з експлуатації Сторінка 174
ҚАЗАҚ ТІЛ Нұсқаулар игерушілік үшін Бет 183
30
INDEX
Hoofdstuk 1: INSTALLATIE ...............................................................................................................31
1.1. ENKEL APPARAAT INSTALLEREN ................................................................................................................................. 31
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN ................................................................................................................................ 31
Hoofdstuk 2: FUNCTIES ....................................................................................................................31
2.1. 6TH SENSE /GREEN INTELLIGENCE ........................................................................................................................... 31
2.2. ON/STAND BY (AAN/STAND-BY) ................................................................................................................................... 31
2.3. TEMPERATURE ALARM (ALARM TEMPERATUUR) ......................................................................................................32
2.4. FAST FREEZE ..................................................................................................................................................................32
2.5. HET VRIESVAK ONTDOOIEN ..........................................................................................................................................32
Hoofdstuk 3: GEBRUIK .....................................................................................................................32
3.1. DE BEWAARCAPACITEIT VAN DE VRIEZER VERGROTEN .......................................................................................... 32
3.2. OPMERKING ....................................................................................................................................................................32
Hoofdstuk 4: TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ........................................................33
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN .....................................................................................................33
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN ............................................................34
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN* .................................................................................................................................. 34
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS ....................................................................................................34
Hoofdstuk 5: FUNCTIONELE GELUIDEN .........................................................................................35
Hoofdstuk 6: AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ............36
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE .............................................................................................................................................. 36
6.2. VERHUIZEN ......................................................................................................................................................................36
6.3. STROOMUITVAL .............................................................................................................................................................. 36
Hoofdstuk 7: ONDERHOUD EN REINIGING ....................................................................................36
Hoofdstuk 8: OPSPOREN VAN STORINGEN ...................................................................................37
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE KLANTENSERVICE: ................................................................................ 37
Hoofdstuk 9: KLANTENSERVICE .....................................................................................................38
OPMERKING:
De instructies gelden voor verschillende modellen; er kunnen dus verschillen zijn. Hoofdstukken die alleen gelden
voor bepaalde apparaten worden aangegeven met een asterisk (*).
Functies die specifiek gelden voor het reeds aangeschafte productmodel vindt u in de BEKNOPTE HANDLEIDING.
Overige:
INTERIEURELEMENTEN DIEPVRIES VERWIJDEREN/AANBRENGEN ............................................................................192
SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN..................................................................................................................................193
31
1. INSTALLATIE
1.1. ENKEL APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen, dient er aan beide
zijkanten en aan de bovenkant van het apparaat ruimte
vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en de
muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN
Tijdens het installeren zorgen de vriezer
1
en de
koelkast
2
samen dat de vriezer links en de koelkast rechts
wordt geplaatst (zie de afbeelding). De linkerzijde van
de koelkast is uitgerust met een speciale voorziening om
condensatieproblemen tussen de apparaten te voorkomen.
Er wordt aanbevolen twee apparaten samen te installeren
met behulp van de verbindingsset
3
(zie de afbeelding).
Deze kunt u aanschaffen bij de Klantenservice.
2. FUNCTIES
2.1. 6TH SENSE /GREEN INTELLIGENCE
De functie 6th Sense/Green Intelligence dient om de juiste
temperatuur te behouden in de volgende gevallen:
- Er zijn verse levensmiddelen in de vriezer geplaatst
De functie treedt iedere keer dat er levensmiddelen in de
vriezer worden geplaatst in werking, en blijft actief gedurende
de tijd die nodig is om optimale invriescondities te creëren,
waarbij de juiste balans tussen de kwaliteit van het invriezen
en het energieverbruik wordt gegarandeerd.
Opmerking: De duur van de functie 6th Sense/Green
Intelligence wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in
te vriezen voedingsmiddelen berekend, maar ook op basis
van de hoeveelheid voedingsmiddelen die reeds aanwezig is
in de vriezer en van de omgevingstemperatuur. Daarom zijn
aanzienlijke variaties in de duur van deze functie vrij normaal.
2.2. ON/STAND BY (AAN/STAND-BY)
Deze functie dient om de vriezer Aan of in Stand-by te zetten.
Om het product in Stand-by te zetten, houdt u de knop
Stand-by 3 seconden ingedrukt. Bedenk wel dat het apparaat
op deze manier niet van de elektrische voeding wordt
afgekoppeld. Om het apparaat weer in te schakelen houdt u
de knop Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt .
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
50mm
50mm
32
2.3. TEMPERATURE ALARM (ALARM TEMPERATUUR)
Het temperatuursymbool (°C) knippert. Het alarm wordt
geactiveerd als:
• Hetapparaatopdenetstroomwordtaangeslotennadat
het een tijdlang niet gebruikt is
• Detemperatuurvanhetvriesvaktehoogis
• Dehoeveelheidverselevensmiddelendieindevriezeris
gezet, groter is dan aangegeven op het typeplaatje
• Dedeurvandevriezerlangetijdopenisgebleven.
Het alarmsymbool
wordt automatisch uitgeschakeld zodra
de temperatuur in de vriezer onder de -12 °C komt.
2.4. FAST FREEZE
De hoeveelheid verse levensmiddelen (in kg) die in 24
uur kan worden ingevroren staat aangegeven op het
typeplaatje.
Voor optimale prestaties van het apparaat en het activeren
van de functie Fast Freeze, drukt u 24 uur voordat u verse
levensmiddelen in de vriezer legt herhaaldelijk op de toets
Temperatuur tot de 3 LED‘s knipperen en vervolgens blijven
branden. Nadat u de verse levensmiddelen in de vriezer
heeft gelegd, is 24 uur met de functie Fast Freeze over het
algemeen voldoende; na 48 uur wordt de functie Fast Freeze
automatisch uitgeschakeld.
Let op:
Om energie te besparen kan de snelvriesfunctie na een paar
uur worden uitgeschakeld wanneer u kleine hoeveelheden
levensmiddelen invriest.
2.5. HET VRIESVAK ONTDOOIEN
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar of als de ijslaag
te dik geworden is (3 mm dik) ontdooid worden.
De vorming van ijs is normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich ophoopt hangt
af van de omstandigheden in de ruimte en hoe vaak de deur
geopend wordt.
In combinatie met 6th Sense/Green Intelligence wordt
niet alleen de sensor aangestuurd, maar wordt ook
het koelvermogen naar de juiste plek gestuurd om de
energiezuinigheid te optimaliseren.
3. GEBRUIK
3.1. DE BEWAARCAPACITEIT VAN DE VRIEZER
VERGROTEN
U kunt de bewaarcapaciteit van het vriesvak vergroten door:
• dekorven/kleppenteverwijderenzodatugroteproducten
kunt bewaren.
• devoedselproductenrechtstreeksopdeschappenvan
de vriezer te leggen.
• deIceMate*apartofsamenmethetdockingstationte
verwijderen (door er aan te trekken).
• hetflessenrekteverwijderen*.
3.2. OPMERKING
• Blokkeerdeluchtuitlaat(opdeachterwandvanhet
apparaat) niet met levensmiddelen.
• Alsdevriezerwordtgeleverdmeteenklep,dankanhet
opslagvolume worden gemaximaliseerd door de klep te
verwijderen.
• Alleschappen,kleppenenuitschuifbarekorvenzijn
uitneembaar.
• Debinnentemperatuurvanhetapparaatkanbeïnvloed
worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij
het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden
worden met deze factoren.
• Tenzijandersgespecificeerdzijndeaccessoiresvanhet
apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
33
4. TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan van
ingevroren levensmiddelen, het maken van ijsblokjes en het
invriezen van verse levensmiddelen in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur
kan worden ingevroren wordt aangegeven op het typeplaatje
(…kg/24h).
Indien u een kleine hoeveelheid levensmiddelen in de vriezer
opslaat, wordt aanbevolen het koudste gedeelte van het
vriesvak te gebruiken, namelijk het bovenste of het middelste
gedeelte, afhankelijk van het model (zie het productblad
om na te gaan welk gedeekte wordt voorgesteld voor het
invriezen van verse levensmiddelen).
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
In de tabel wordt de aanbevolen opslagtijd voor diepgevroren
verse levensmiddelen aangegeven.
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
(maanden)
Vlees
Rundvlees 8 – 12
Varkensvlees, kalfsvlees 6 – 9
Lamsvlees 6 – 8
Konijnenvlees 4 – 6
Gehakt/orgaanvlees 2 – 3
Worstjes 1 – 2
Gevogelte
Kip 5 – 7
Kalkoen 6
Eetbare organen gevogelte 2 – 3
Kreefachtigen
Weekdieren, kreeft 1 – 2
Krab, kreeft 1 – 2
Schaaldieren
Oesters, zonder schaal 1 – 2
Vis
Vette vis (zalm, haring, makreel) 2 – 3
Magerevis(kabeljauw,tong) 3 – 4
Stoofvlees
Vlees, gevogelte 2 – 3
Zuivelproducten
Boter 6
Kaas 3
Room 1 – 2
IJs 2 – 3
Eieren 8
Soep en sauzen
Soep 2 – 3
Jus 2 – 3
Pastei 1
Ratatouille 8
Gebak en brood
Brood 1 – 2
Taart (normaal) 4
Gateaux (gebak) 2 – 3
Crêpes 1 – 2
Ongebakken gebak 2 – 3
Quiche 1 – 2
Pizza 1 – 2
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
34
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
GROENTE EN FRUIT
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
(maanden)
Fruit
Appels 12
Abrikozen 8
Bramen 8 – 12
Zwarte/rode bessen 8 – 12
Kersen 10
Perziken 10
Peren 8 – 12
Pruimen 10
Frambozen 8 – 12
Aardbeien 10
Rabarber 10
Vruchtensap (sinaasappelsap,
citroensap, grapefruitsap)
4 – 6
GROENTEN 8 – 10
Asperges 6 – 8
Basilicum 12
Bonen 8 – 10
Artisjok 8 – 10
Broccoli 8 – 10
Spruiten 8 – 10
Bloemkool 10 – 12
Wortelen 6 – 8
Selderij 8
Paddestoelen (champignons) 6 – 8
Peterselie 10 – 12
Pepers 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 8 – 10
Tomaten 8 – 10
Courgette
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen
van een label en datum te voorzien. Door een label aan te
brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen
en weet u wanneer deze gebruikt moet worden voordat de
kwaliteit ervan afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet
opnieuw in.
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het
te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie,
lucht- en waterdichte plastic zakken, polytheen containers
met deksel of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor
het invriezen van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de
kleur en de smaak te behouden.
Enkele vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen
voordat dit wordt ingevroren.
Opmerking:
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in
de vriezer zet.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet
opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel gebruikt
wordt voor de bereiding van een gerecht dat gekookt
wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel gekookt is, mag
het opnieuw worden ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN*
Vrieselementen helpen om de levensmiddelen bevroren te
houden bij een stroomstoring. Plaats voor het beste gebruik
de elementen op de levensmiddelen die aan de bovenzijde
van het vak zijn opgeslagen.
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS
Wanneer diepgevroren levensmiddelen worden aangekocht:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol
staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien is
mogelijk al begonnen.
• Tijdenshetwinkelendientudeaankopenvan
diepgevroren levensmiddelen als laatste te doen en u
dientdeproductenineenthermischgeïsoleerdekoelzak
te transporteren.
• Zetdediepvriesproductenbijthuiskomstmeteeninde
vriezer.
• Zelfsindiendelevensmiddelenslechtsgedeeltelijk
ontdooid zijn, mag u deze niet opnieuw invriezen.
Consumeer binnen 24 uur.
• Vermijdofbeperktemperatuurvariatiestoteenminimum.
Respecteer de vervaldatum op de verpakking.
• Houdsteedsrekeningmetdeopslaginformatieopde
verpakking.
35
5. FUNCTIONELE GELUIDEN
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het
regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch
worden in- en uitgeschakeld.
Enkele functionele geluiden kunnen echter worden
verminderd.
• Installeerhetapparaathorizontaalenopeenvlakke
ondergrond.
• Plaatshetapparaatenmeubelsgescheidenvanelkaar
en voorkom contact.
• Controleerofdebinnenstecomponentencorrectzijn
geplaatst.
• Controleerofflessenenverpakkingennietmetelkaarin
contact komen.
Enkele hoorbare functionele geluiden:
• Eensisgeluidbijhetvoordeeerstekeerofnaeenlange
pauze inschakelen van het apparaat.
• Eenborrelgeluidwanneerkoelmiddeldeleidingen
instroomt.
• Eenzoemgeluidwanneerdewaterklepofdeventilator
begint te werken.
• Eenkraakgeluidwanneerdecompressorwordtgestart,
ijsblokjes in het ijsvak vallen of een plotseling klikgeluid
wanneer de compressor wordt in- en uitgeschakeld.
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
36
6. AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE
Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen levensmiddelen te
consumeren en het apparaat te ontkoppelen om energie te
besparen.
6.2. VERHUIZEN
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met
plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar klapperen
of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het steunvlak
niet raken.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht en plak ook
de voedingskabel met plakband aan het apparaat vast.
6.3. STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de
stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar zijn,
kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden ingevroren, ook
al zullen de smaak en het aroma waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte staat
verkeren kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
1. Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze manier
blijven de levensmiddelen in de koelkast zo lang mogelijk
koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
1. Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die het
snelst bederven te consumeren.
2. Maakdeijsbakleeg.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer
af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
begint.
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek met een oplossing van lauw water en neutrale
schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het
reinigen van de binnenkant van een koelkast. Gebruik geen
reinigings-ofschuurmiddelen.Maakdeonderdelenvande
koelkast nooit schoon met licht ontvlambare vloeistoffen. De
dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken. Reinig de buitenkant en de rubber afdichtingen
met een vochtige doek en droog ze af met een zachte doek.
Gebruik geen stoomreinigers.
De condenser aan de achterzijde van het apparaat moet
regelmatig worden gereinigd met behulp van een stofzuiger.
Belangrijk:
• Detoetsenenhetdisplayvanhetbedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van
alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats
daarvan een droge doek.
• Deslangenvanhetkoelsysteembevindenzichinde
buurt van de bak voor het dooiwater en kunnen gloeiend
heetworden.Maakzeregelmatigschoonmeteen
stofzuiger.
• Verplaatshetvoorstedeelvandeglasplaatomdeaanslag
voorbij te gaan en de glasplaat te verwijderen of te plaatsen.
*Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
37
8. OPSPOREN VAN STORINGEN
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE KLANTENSERVICE:
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat
hiervoor gereedschap nodig is.
PROBLEEM OPLOSSING
Het apparaat werkt niet: • Zitdestekkervandeelektrischevoedingskabelwelineenstopcontact
met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
• Zijndebeveiligingsinrichtingenendestoppenvandeelektrische
installatie gecontroleerd?
Water in de ontdooibak: • Ditisnormaalalshetklimaatwarmenvochtigis.Debakkanzelfstot
halverwege gevuld raken. Controleer of het apparaat goed horizontaal
staat om te voorkomen dat het water uit de bak loopt.
Als de randen van de omkasting van het
apparaat, die in contact staan met de
deurafdichtingen, warm aanvoelen:
• Ditisnormaalbijeenwarmklimaatenalsdecompressorinwerkingis.
Als de verlichting niet werkt: • Zijndebeveiligingsinrichtingenendestoppenvandeelektrische
installatie gecontroleerd?
• Zitdestekkervandeelektrischevoedingskabelwelineenstopcontact
met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
• WanneerLED'szijngebrokenmoetdegebruikercontactopnemenmet
de Klantenservice voor vervanging van hetzelfde type LED
(alleen verkrijgbaar bij de Klantenservice of erkende dealers).
De motor lijkt te lang in werking te
blijven:
• Detijddatdemotordraaithangtvanverschillendefactorenaf:hetaantal
keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid levensmiddelen die in
de koelkast wordt bewaard, de kamertempertuur en de instelling van de
thermostaten.
• Isdecondensor(achterzijdevanhetapparaat)stof-enpluisvrij?
• Zijndedeurengoedgesloten?
• Sluitendedeurafdichtingenperfectaf?
• Opwarmedagen,ofalshetwarmisinhetvertrek,zaldemotorlanger
draaien.
• Wanneerdedeurlangopenheeftgestaan,ofindienergrote
hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat zijn geplaatst, blijft de
motor langer werken om de binnenkant van het apparaat goed te koelen.
Als de temperatuur van het apparaat te
hoog is:
• Zijndebedieningenvanhetapparaatwelgoedingesteld?
• Iserzojuisteengrotehoeveelheidverselevensmiddeleninhetapparaat
geplaatst?
• Controleerofdedeurniettevaakwordtgeopend.
• Controleerofdedeurperfectsluit.
Als de deuren niet sluiten of niet correct
open gaan:
• Controleerofdedeurnietgeblokkeerdwordtdoorlevensmiddelen.
• Controleerofdebinnensteonderdelenofdeautomatischeijsmaker
allemaal goed op hun plaats zitten.
• Controleerofdedeurafdichtingennietvuilofkleverigzijn.
• Controleerofhetapparaathorizontaalstaat.
38
9. KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het
probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los
van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u
het opnieuw inschakelt.
Als uw apparaat, nadat u de controles onder het kopje
Opsporen van storingen hebt uitgevoerd en nadat u het
apparaat opnieuw hebt ingeschakeld nog steeds niet goed
werkt, neem dan contact op met de Klantenservice en leg het
probleem uit.
Vermeld het volgende:
• hetmodelenhetserienummervanhetapparaat
(vermeld op het typeplaatje),
• deaardvanhetprobleem,
• hetservicenummer(hetnummernahetwoordSERVICE
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat),
• uwvolledigeadres,
• uwtelefoonnummerenzonecode.
Opmerking:
De richting waarin de deur opent kan veranderd worden.
Indien deze actie wordt uitgevoerd door Klantenservice valt
dit niet onder de garantie.
21
2
1
3
2
1
3
22
11
4
5
2
4
5
(2)
236
12
13
13
14
15
16
17
18
19
x 1
x 1
x 2
x 1
x 1
x 1
1
2
3
10
1
3
9
8
6
7
6
23
21
20
23
7
22
6
8
237
24
25
26
27
28
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Whirlpool WVE2750 DCW Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding