Zanussi ZAF2GX/2 Handleiding

Type
Handleiding
12
NEDERLANDS
Algemene waarschuwingen en adviezen
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou
het apparaat door u aan iemand anders gegeven of worden verkocht, of zou het apparaat in het
huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het
instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Deze instructies gelden enkel voor de landen waarvan het indentificatiesymbool is aangebracht
op het titelblad van het instructieboekje en het apparaat zelf.
Het apparaat is geproduceerd in
overeenstemming met de volgende
EEG-richlijnen:
73/23 - 90/683 - 89/336 -
90/396 -
93/68
en de daarbij behorende besluiten.
Het installeren en aansluiten van het apparaat dient
door een erkend vakman, bekend met de daarvoor
geldende voorschriften, aangesloten te worden.
Trek altijd de steker van de vonkontsteking altijd uit
het stopcontact bij het schoonmaken en onderhoud
van de kookplaat.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie. Gebrek aan
ventilatie kan gebrek aan zuurstof veroorzaken.
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeldt op de sticker naast de gasaansluiting van
de kookplaat.
Tijdens het gebruik produceert de kookplat
warmte en vocht. Zeker tijdens een langdurig
gebruik. Zet dan een raam open of zorg voor een
goede ventilatie door een afzuigkap te plaatsen
of door een raam open te zetten.
Controleer het apparaat na het uitpakken op
beschadigingen. Controleer het elektrische snoer
op beschadigingen. Mocht dat het geval zijn, neem
dan contact op met uw leverancier.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten
aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
werden getroffen of in acht genomen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A.
Viale Bologna 298 - 47100 FORLI’ (Italia)
Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Dit toestel werd enkel ontworpen voor culinaire niet
professionele toepassingen en mag voor geen andere
doeleinden gebruikt worden.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of eigenschappen daarvan te veranderen.
Om hygienische- en veiligheidsredenen moet het
apparaat altijd schoon worden gehouden. Vet- en/of
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Houd tijdens het in gebruik zijn van de kookplat
kinderen uit de buurt. Ook na het uitzetten blijft het
apparaat lang heet. Let op dat kinderen de warme
delen niet aanraken tijdens het afkoelen.
Tracht in geen geval een storing of een defect zelf
te repareren. Reparaties welke niet door deskundige
personen worden uitgevoerd, kunnen tot schade of
letsel leiden.
Controleer steeds dat de bedieningsknoppen in de
“UIT” stand staan, als de kookplat niet meer wordt
gebruikt.
Mocht er in de buurt van de kookplat een stopcontact
zijn, waarop af en toe een ander huishoudelijk
apparaat wordt aangesloten, zorg er dan coor, dat
het snoer niet contact komt met hete delen van de
kookplat.
Als de kookplat niet wordt gebruik, trek dan de steker
van de vonkontsteking uit het stopcontact.
13
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
BEDIENINGSKNOPPEN
De bedieningsknoppen van de branders hebben drie
standen:
gesloten - uit
maximale gastoever
minimale gastoever
HET AANSTEKEN VAN DE BRANDERS
Ontsteek altijd de brander voordat U er een pan
opzet.
Druk de knop van de te gebruiken brander geheel in en
zet hem op de grote stand ddor naar links te draaien,
druk vervolgens de vonkontstekingknop in, de brander
zak aangaan. Zet vervolgens de knop in de gewenste
stand.
Mocht na verschillende pogingen de brander niet aan
gaan, controleer dan of de vlamverdeler (Fig. 1 - B) en
de branderdeksel (Fig. 1 - A) goed op hun plaats liggen.
Om de brander uit te zetten draait u de knop naar rechts
op de UIT "" stand.
Zet altijd eerst de brander op de uitstand voordat
u de pan van het gas neemt.
OPTIMAAL RENDEMENT
Voor en optimaal rendement moet de diameter van de
pan aangepast zijn aan de brander, zodat de vlammen
niet langs de zijkant uitslaan. Wij adviseren ook om de
vlam lager te zetten zodra het kookpunt bereikt is.
Gebruik alleen potten en pannen met een vlakke
bodem.
Wees voorzichting met het bakken wanneer u
olie of andere vetstoffen gebruikt (zoals bij
het frituren). Olie en vet ontbranden
gemakkelijk bij oververhitting.
Brander minimale maximale
diameter diameter
Grote 160 mm. 240 mm.
Kleine 80 mm. 160 mm.
Fig. 1
Inhoud
1. Aanwijzingen voor de gebruiker .. blz. 13
2. Onderhoud ..................................... blz. 14
3. Technische kenmerken ................. blz.. 14
4. Aanwijzingen voor de installateur blz. 15
5. Elektrische aansluiting.................. blz. 16
6. Aanpassing aan verschillend
gastype ........................................... blz. 17
7. Inbouw ............................................ blz. 18
Garantiebepalingen ....................... blz. 20
FO 0204
Tabel van de minimale en maximale diameters
van de pannen
14
3. Technische kenmerken
Vermogen gasbranders
Sterkbrander (Grote) 3 kW (G20-G25) - 2,8 kW (G30-31)
Kleinbrander (Kleine) 1 kW
Categorie II 2E+3+
Voeding gas Aardgas 20 mbar - G25 25 mbar
Koppeling gas G 1/2"
Voeding elektriciteit 230 V 50 Hz
AFMETINGEN VAN DE INBOUWOPENING -
UITSNIJMAAT
Breedte 270 mm.
Diepte 490 mm.
2. Onderhoud
Voordat u de kookplaat gaat reinigen moet eerst
de stroomtoever van de vonkontsteking worden
afgesloten.
Voor het reinigen van de emaille delen mag nooit een
agressief middel gebruikt worden. Maak een sopje van
warm water met een afwasmiddel.
Maak zeer regelmatig de branders schoon, verwijder
voedselresten, maak de brander- ring en deksel goed
droog met een zacht doekje voor ze weer terug te
plaatsen.
De pannendragers zijn geod bestand tegen een
afewasmiddel.
Gebruik voor het verwijderen van lastige vlekken nooit
een pannenspons van staalwol.
De vonkontsteking, bestaand uit een electrode gevat
in een ceramisch omhulsel, moet vrij worden
gehouden van voetselresten en vocht, omdat enders
de ontsteking niet functioneert (Fig. 1 - C).
Controleer of de branderring poorten schoon zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD
Laat af en toe door een erkend vakman of ELGROEP
SERVICE controleren of de gasslang en/of
gasaansluiting nog in een goede staat verkeert. Ook
is het noodzakelijk om een goede en veilige werking
te waarborgen, dat de gasregelkranen regelmatig
worden gesmeerd..
Dit mag alleen gebeuren door een erkend vakman
of door ELGROEP SERVICE.
Fig. 2
FO 2110
15
4. Aanwijzingen voor de installateur
De zijwanden van de meubels mogen niet hoger
komen dat het werkvlak van het toestel.
Plaats het toestel niet in de buurt van ontvlambare
materialen (zoals gordijnen, handdoeken enz.).
De hierna volgende instructies zijn bestemd
voor de erkende installateurs, om ervoor te
zorgen dat installatie en onderhoud optimaal
verlopen, volgens de geldende normen. De
installatie moet conform de norm NBN D 51.003
“Installaties gevoed met stoolgas lichter dan
lucht” worden uitgevoerd.
Ontkoppel het kookplateau van de
stroomtoevoer. Ingeval het plateau op de
stroomtoevoer aangesloten moet blijven, moeten
alle nodige voorzorgsmaatregelen worden
getroffen.
AANSLUITING GAS
Monteer een afsluitkraan die erkend is door de
AGB. Starre aansluitingen verdienen de voorkeur.
Bij gebruik van een gasslang moet een door de
AGB erkende slang met metalen omhulsel worden
gebruikt.
Bij het gebruiken van flexiebele vaste verbindingen
moet men er op letten dat de pijpen niet kunnen worden
geplet of dichtgekneppen en niet in aanraking komen
met bewegende delen. Let hier ook op wanneer de
kookplaat wordt gecombineerd met een oven.
Deze kookplateaus kunnen zowel worden gevoed met
gas van Slochteren (G25) met een nominale druk van
25 mbar als met aardgas (G20) met een nominale druk
van 20 mbar. Om te werken met deze twee soorten gas
is geen extra afstelling nodig.
Alvorens de installatie uit te voeren moet u nagaan of
de gastoevoer volstaat voor de correcte voeding van
het plateau. Bij maximum verbruik mag de drukdaling
maximum 5% bedragen. Deze drukdaling is afhankelijk
van volgende factoren:
- maximum debiet van de gasmeter;
- diameter en lengte van de leidingen voor en achter
de meter;
- doorgangsopeningen van de verschillende kranen
in het circuit;
- diameter van de eventuele tussenstukken.
BELANGRIJK - Voor een correcte werking, een zuinig
verbruik en een grotere levensduur van het kookplateau
moet u ervoor zorgen dat de toevoerdruk overeenstemt
met de waarden in de tabel.
Aan het einde van de verstelbare pijp, waarop een GJ
1/2" draadmoer gemonteerd is, wordt de elleboog zo
gemonteerd dat de afdichtingsring zich tussen de
onderdelen bevindt zoals aangegeven in figuur 3.
Schroef de onderdelen op elkaar zonder aan te spannen,
draai de elleboog in de gewenste richting en span dan
aan.
Dankzij de draaibare elleboog kan de toevoerleiding in
de speciale uitsparing in de zijkant van de beschermkast
van het kookplateau worden geplaast (Fig. 4). Hierdoor
past het hele kookplateau, samen met de
gastoevoerleiding, in een diepte van 30 mm.
BELANGRIJK - Om de installatie te voltooien, kijk altijd
de perfecte dirchtheid van de verbindingsstukken na
door een zeepachtige oplossing te gebruiken, nooit
een vlaam
A) Uiteinde van de pijp
met moer
B) Afdichtingsring
C) Draaibare elleboog
Fig. 3
FO 0264
Fig. 4
A) Pijpuiteinde met moer
B) Draaibare elleboog
C) Starre of buigzame aanvoerleiding
FO 0265
16
Het kookplateau is ontworpen om te werlen bij 220/ 230
V eenfasig.
De aansluiting moet worden uitgevoerd conform de
voorwaarden en normen, voorgeschreven door de
geldende wetgeving.
Alvorens aan te sluiten moet u nagaan of:
1) de elektrische voeding afgestemd is op het verbruik
van het kookplateau (zie het identificatieplaatje);
2) de bestaande elektrische toevoer voorzien is van
een aarding conform de geldende voorschriften;
3) de meerpolige stekker of de gebruikte schakelaar
gemakkelijk bereikbaar zijn nadat het kookplateau
gelnstalleerd is.
Bevestig een stekker aan de kabel, aangepast aan de
belasting, en sluit aan op een beveiligd contact.
Om de stekker met de kabel te verbinden, dienen de
aanbevelingen in Fig. 5 te worden gevolgd.
Als een directe aansluiting op het stroomnet vereist is,
moet een meerpolige stekker worden gebruikt met een
minimum afstand tussen de contacten van 3 mm,
aangepast aan de belasting en geldende voorschriften.
De bruine fasedraad (die aangesloten is op de “L” clip
van het plateau) moet altijd worden aangesloten op het
fasecontact van het stroomnet.
De stroomkabel moet zo geplaatst worden dat hij op
geen enkel punt 90°C warmer kan worden dan de
omgevingstemperatuur.
VERVANGEN VAN DE STROOMKABEL
De verbindinq tussen stroomkabel en klemmenbord is
van het “Y”-type: de stroomkabel kan dus alleen
worden vervangen met behulp van een speciaal stuk
gereedschap waarmee de installateurs uitgerust zijn.
Wanneer de stroomkabel moet worden vervangen,
mag alleen type H05V2V2-F T90 worden gebruikt, en
beide types moeten aangepast zijn aan de belasting
en de temperatuur waarbij ze moeten functioneren.
Bovendien moet de groen/gele aardingsdraad zo’n 2
cm langer zijn dan de fasedraad en de neutrale draad
(fig 5).
Om de klep van het klemmenbord te openen en
toegang te krijgen tot de aansluitklemmen gaat u als
volgt te werk:
schuif het uiteinde van een schroevedraaier in de
uitsteeksels aan de zichtbare zijkant van het
klemmenbord;
druk voorzichtig naar boven (Fig. 6)
5. Elektrische aansluiting
Fig. 5
Fig. 6
FO 0073
FO 0257
Neutraal
Aarde (geel-groen)
17
VERVANGING VAN DE GASSPROEIERS
Verwijder de roosters.
Neem het bovenste gedeelte en de gasontstekers.
Met een steeksleutel van 7 schroeft U de gassproeiers
los en neemt U ze weg (Fig. 7), om ze te vervangen
door diegene die overeenstemmen met het type gas
(zie tabel 2).
Hermonteer de delen door dezelfde handelingen te
volgen, in tegengestelde zin.
Vervang het indentificatieplaatje (geplaatst vlakbij
de gastoevoerpijp) door het plaatje dat oveneenstemt
met het nieuwe gastype. Dit identificatieplaatje
vindt u in de verpakking van het inspuitstuk
meegeleverd met het toestel.
Indien de gasdruk verschillend is (of variabel) van
dewelke voorzien, is het noodzakelijk een gepaste
drukregelaar te plaatsen op de inlaattube, conform aan
de normen.
6. Aanpassing aan verschillend gastype
Fig. 7
FO 0392
REGELING MINIMUM GASPITTEN
Ontsteek de brander.
Breng de toets op de positie van de kleinste vlam.
Verwijder de toets.
Regel de bypass vijs (Fig. 8 - "a") met een dunne
schroevendraaier. Bij het omschakelen van aardgas
naar butaangas dient de schroef volledig in wijzerszin
worden vastgedraaid tot er een kleine regelmatige
vlam wordt bekomen.
Controleer tenslotte of er geen uitdovingen van de
gaspit zijn door snel de toets van de maximale stand
op de minimum stand te draaien.
Brander Ø By-pass
1/100 mm.
Kleinbrander 28
Sterkbrander 40
Tabel 1 : diameters van by-pass
Tabel 2 : inspuitstukken - (*) ook geschikt voor G25
BRANDER MAXIMALE MINIMALE MAXIMALE CALORISCH
CALORISCH CALORISCH
DEBIET
DEBIET DEBIET AARDGAS GAS LPG
G20 - 20 mbar 28-30/37 mbar
kW kW mark 1/100 m
3
/h
mark 1/100
g/h - G30 g/h - G31
Kleinbrander 1 0,33 70(*) 0,095 50 73 71
Aardgas :
Sterkbrander 3 0,65 119(*) 0,286 86 203 200
LPG : 2,8
Fig. 8
bypass vijs
18
INBOUW EN MONTAGE
De kookplateaus kunnen worden gemonteerd op alle
basismeublen met volgende openingen (Fig. 10).
Het kookplateau wordt als volgt bevestigd aan het
basismeublen:
plaats vervolgens de meegeleverde afdichting
rondom de uitsnijmaat.
zet het plateau precies op de juiste plaats;
bevestig met de speciale meegeleverde klemmen
(Fig. 11). De druk door het vastschroeven volstaat
om een groef aan te brengen in de afdichtig, waarvan
het teveel dan gemakkelijk kan worden verwijderd.
De rand van het plateau vormt een dubbele afdichting
die een betrouwbare garantie vormt tegen infiltratie
van vloeistoffen.
Om verschillende functies te combineren (kookplateau
2 branders + visplateau + plateau met 2 kookplaten)
moet tussen de verschillende openingen een afstand
worden aangehouden zoals opgegeven in figuur 4.
Fig. 11
FO 0199
a
a) Afdichting
7. Inbouw
A = Kleinbrander
R = SterkBrander
Deze kookplateaus zijn bestemd om te worden
ingebouwd in keukenmeublen met een diepte tussen
550 en 600 mm en angepaste kenmerken.
De afmetingen van de kookplaat worden weergegeven
in Fig. 9.
Fig. 9
FO 0952
Fig. 10
FO 0954
490
270
55
40÷50
R
A
510
290
Paroi arrière
20
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect
optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt
daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/
44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten
blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker
blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande
voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die
zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van
levering aan de eindgebruiker. Deze
waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos
wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het
defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden
ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden,
om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die
ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking
van water,
abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die buiten
onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd of gezonden naar
onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts
worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer
dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van
hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg
met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons
het recht voor om een vergoeding te rekenen naar
rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding
van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten
voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is
vastgelegd. In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet
overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een
toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker
na te gaan of het toestel voldoet aan de technische
voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden)
in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van
de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen
niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter
beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Zanussi ZAF2GX/2 Handleiding

Type
Handleiding