Zanussi ZGF783ITXC Handleiding

Type
Handleiding
13
NEDERLANDS
Algemene waarschuwingen en adviezen
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou
het apparaat door u aan iemand anders gegeven of worden verkocht, of zou het apparaat in het
huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het
instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Deze instructies gelden enkel voor de landen waarvan het indentificatiesymbool is aangebracht
op het titelblad van het instructieboekje en het apparaat zelf.
Het apparaat is geproduceerd in
overeenstemming met de volgende
EEG-richlijnen:
73/23 - 90/683 - 89/336 -
90/396 -
93/68
en de daarbij behorende besluiten.
Het installeren en aansluiten van het apparaat dient
door een erkend vakman, bekend met de daarvoor
geldende voorschriften, aangesloten te worden.
Trek altijd de steker van de vonkontsteking altijd uit
het stopcontact bij het schoonmaken en onderhoud
van de kookplaat.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie. Gebrek aan
ventilatie kan gebrek aan zuurstof veroorzaken.
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeldt op de sticker naast de gasaansluiting van
de kookplaat.
Tijdens het gebruik produceert de kookplat
warmte en vocht. Zeker tijdens een langdurig
gebruik. Zet dan een raam open of zorg voor een
goede ventilatie door een afzuigkap te plaatsen
of door een raam open te zetten.
Controleer het apparaat na het uitpakken op
beschadigingen. Controleer het elektrische snoer
op beschadigingen. Mocht dat het geval zijn, neem
dan contact op met uw leverancier.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten
aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
werden getroffen of in acht genomen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX ZANUSSI S.p.A.
Viale Bologna 298 - 47100 FORLI’ (Italia)
Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Dit toestel werd enkel ontworpen voor culinaire niet
professionele toepassingen en mag voor geen andere
doeleinden gebruikt worden.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of eigenschappen daarvan te veranderen.
Om hygienische- en veiligheidsredenen moet het
apparaat altijd schoon worden gehouden. Vet- en/of
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Houd tijdens het in gebruik zijn van de kookplat
kinderen uit de buurt. Ook na het uitzetten blijft het
apparaat lang heet. Let op dat kinderen de warme
delen niet aanraken tijdens het afkoelen.
Tracht in geen geval een storing of een defect zelf te
repareren. Reparaties welke niet door deskundige
personen worden uitgevoerd, kunnen tot schade of
letsel leiden.
Controleer steeds dat de bedieningsknoppen in de
“UIT” stand staan, als de kookplat niet meer wordt
gebruikt.
Mocht er in de buurt van de kookplat een stopcontact
zijn, waarop af en toe een ander huishoudelijk
apparaat wordt aangesloten, zorg er dan coor, dat
het snoer niet contact komt met hete delen van de
kookplat.
Als de kookplat niet wordt gebruik, trek dan de steker
van de vonkontsteking uit het stopcontact.
14
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
BEDIENINGSKNOPPEN
De bedieningsknoppen van de branders hebben drie
standen:
gesloten - uit
maximale gastoever
minimale gastoever
HET AANSTEKEN VAN DE BRANDERS
Ontsteek altijd de brander voordat U er een pan
opzet.
Druk de knop van de te gebruiken brander geheel in en
zet hem op de grote stand ddor naar links te draaien,
druk vervolgens de vonkontstekingknop in (in modellen
met automatische ontsteking), de brander zak aangaan,
maar houdt vervolgens de knop nog 5 seconden geheel
ingedrukt. Dat is nodig om de vlambeveiliging (Fig. 1 -
D) in te schakelen. De vlam beveiliging voorkomt, dat
het gas blijft doorstromen, als de vlam uitwaait of uitgaat
door een storing in het gasnet. Zet vervolgens de knop
in de gewenste stand.
Mocht na verschillende pogingen de brander niet aan
gaan, controleer dan of de vlamverdeler (Fig. 1 - B) en
de branderdeksel (Fig. 1 - A) goed op hun plaats liggen.
Om de brander uit te zetten draait u de knop naar rechts
op de UIT "" stand.
Zet altijd eerst de brander op de uitstand voordat
u de pan van het gas neemt.
OPTIMAAL RENDEMENT
Voor en optimaal rendement moet de diameter van de
pan aangepast zijn aan de brander, zodat de vlammen
niet langs de zijkant uitslaan. Wij adviseren ook om de
vlam lager te zetten zodra het kookpunt bereikt is.
Gebruik alleen potten en pannen met een vlakke
bodem.
Wees voorzichting met het bakken wanneer u
olie of andere vetstoffen gebruikt (zoals bij
het frituren). Olie en vet ontbranden
gemakkelijk bij oververhitting.
Brander minimale maximale
diameter diameter
Tweevoudige 180 mm. 260 mm.
Grote 180 mm. 260 mm.
Middelgrote 120 mm. 220 mm.
Kleine 80 mm. 160 mm.
Fig. 1
Inhoud
1. Aanwijzingen voor de gebruiker ... blz. 14
2. Onderhoud.......................................blz. 15
3. Technische kenmerken ..................blz.. 16
4. Aanwijzingen voor de installateur.blz. 16
5. Elektrische aansluiting...................blz. 17
6. Aanpassing aan verschillend
gastype ............................................ blz. 18
7. Inbouw ............................................. blz. 19
FO 0204
Tabel van de minimale en maximale diameters
van de pannen
15
2. Onderhoud
Voordat u de kookplaat gaat reinigen moet eerst
de stroomtoever van de vonkontsteking worden
afgesloten.
Voor het reinigen van de emaille delen mag nooit een
agressief middel gebruikt worden. Maak een sopje van
warm water met een afwasmiddel.
Maak zeer regelmatig de branders schoon, verwijder
voedselresten, maak de brander- ring en deksel goed
droog met een zacht doekje voor ze weer terug te
plaatsen.
De pannendragers zijn geod bestand tegen een
afewasmiddel.
Gebruik voor het verwijderen van lastige vlekken nooit
een pannenspons van staalwol.
De vonkontsteking, bestaand uit een electrode gevat
in een ceramisch omhulsel, moet vrij worden gehouden
van voetselresten en vocht, omdat enders de
ontsteking niet functioneert (Fig. 1 - C).
Controleer of de branderring poorten schoon zijn.
PANNENDRAGERS
Om de pannendragers goed op zijn plaats te houden
rusten ze aan de achterkant in een scharnierpunt, dit
maakt het optillen voor het schoonmaken veel
gemakkelijker (Fig. 2.).
Om de pannendrager er uit te nemen, ga te werk als in
Fig. 3 getoond.
Fig. 2
Fig. 3
FO 2030
FO 2238
GIETIJZEREN PANNENDRAGERS (ZGF 783 ITXC)
Ga voorzichtig met deze pannendragers
om. Ze zijn nogal zwaar en zouden de
kookplaat of de keukenmeubelen kunnen
beschadigen als u ze laat vallen.
Haak de pannendragers in de
scharnierpunten, maar probeer nooit ze
op te tillen zoals in Fig. 2 aangegeven.
Dat zou de scharnieren kunnen
bescahdigen of breken. Ga altijd te werk
zoals aangegeven in Fig. 3.
PERIODIEK ONDERHOUD
Laat af en toe door een erkend vakman of ELGROEP
SERVICE controleren of de gasslang en/of
gasaansluiting nog in een goede staat verkeert. Ook
is het noodzakelijk om een goede en veilige werking
te waarborgen, dat de gasregelkranen regelmatig
worden gesmeerd..
Dit mag alleen gebeuren door een erkend vakman
of door ELGROEP SERVICE.
AFDEKPLAAT VOOR DE KOOKPLAT (accessoire)
Het is mogelijk een deksel op de kookplat te plaatsen, de
kookplat zal dan vaak beter in het design van de keuken
passen.
Als de kookplaat voorzien is van een afdekplaat,
mag u deze alleen gebruiken als bescherming
tegen stof op de kookplat, of als hij open staat,
als opvang van vetspatten ter bescherming van
de keukenwand. Gebruik deze plaat nergens
ander voor.
Droog het deksel goed of voordat u de plaat open
zet.
Maak het deksel goed schoon voordat u deze
dicht doet, vergeet niet de branders eerst te laten
afkoelen.
WAARSCHUWING: Het glazen deksel kan bij
oververhitting in vele stukjes springen Zorg er
altijd voor, dat de branders afgekoeld zijn voordat
u de deksel sluit.
16
4. Aanwijzingen voor de installateur
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor
de erkende installateurs, om ervoor te zorgen
dat installatie en onderhoud optimaal verlopen,
volgens de geldende normen. De installatie moet
conform de norm NBN D 51.003 “Installaties
gevoed met stoolgas lichter dan lucht” worden
uitgevoerd.
Ontkoppel het kookplateau van de
stroomtoevoer. Ingeval het plateau op de
stroomtoevoer aangesloten moet blijven, moeten
alle nodige voorzorgsmaatregelen worden
getroffen.
De zijwanden van de meubels mogen niet hoger
komen dat het werkvlak van het toestel.
Plaats het toestel niet in de buurt van ontvlambare
materialen (zoals gordijnen, handdoeken enz.).
AANSLUITING GAS
Monteer een afsluitkraan die erkend is door de AGB.
Starre aansluitingen verdienen de voorkeur. Bij
gebruik van een gasslang moet een door de AGB
erkende slang met metalen omhulsel worden
gebruikt.
Bij het gebruiken van flexiebele vaste verbindingen
moet men er op letten dat de pijpen niet kunnen worden
geplet of dichtgekneppen en niet in aanraking komen
met bewegende delen. Let hier ook op wanneer de
kookplaat wordt gecombineerd met een oven.
Deze kookplateaus kunnen zowel worden gevoed met
gas van Slochteren (G25) met een nominale druk van
25 mbar als met aardgas (G20) met een nominale druk
van 20 mbar. Om te werken met deze twee soorten gas
is geen extra afstelling nodig.
Alvorens de installatie uit te voeren moet u nagaan of de
gastoevoer volstaat voor de correcte voeding van het
plateau. Bij maximum verbruik mag de drukdaling
maximum 5% bedragen. Deze drukdaling is afhankelijk
van volgende factoren:
- maximum debiet van de gasmeter;
- diameter en lengte van de leidingen voor en achter
de meter;
- doorgangsopeningen van de verschillende kranen
in het circuit;
- diameter van de eventuele tussenstukken.
BELANGRIJK - Voor een correcte werking, een zuinig
verbruik en een grotere levensduur van het kookplateau
moet u ervoor zorgen dat de toevoerdruk overeenstemt
met de waarden in de tabel.
De verstelbare aansluiting wordt door middel van een
1/2" moer vast gezet.
Alle componenten zoals weergegeven in de afbeelding
(Fig.4) zijn reeds in de fabriek gemonteerd.
Om een optimaal resultaat te garanderen, is het toestel
voor vertek uit de fabriek getest.
BELANGRIJK - Om de installatie te voltooien, kijk altijd
de perfecte dirchtheid van de verbindingsstukken na
door een zeepachtige oplossing te gebruiken, nooit
een vlaam
A) Uiteinde van de pijp
met moer
B) Afdichtingsring
C) Draaibare elleboog
Fig. 4
FO 2365
3. Technische kenmerken
Vermogen gasbranders
Tweevoudige brander 3,5 kW
Sterkbrander (Grote) 3 kW (G20) - 2,8 kW (G30-31)
Normaalbrander (Middelgrote) 2 kW
Kleinbrander (Kleine) 1 kW
Apparat van klasse 3
Categorie II 2E+3+
Voeding gas Aardgas G20/G25 - 20/25 mbar
Koppeling gas G 1/2"
Voeding elektriciteit 230 V 50 Hz
AFMETINGEN
VAN DE INBOUWOPENING - UITSNIJMAAT
Breedte 560 mm.
Diepte 480 mm.
17
Het kookplateau is ontworpen om te werlen bij 220/ 230
V eenfasig.
De aansluiting moet worden uitgevoerd conform de
voorwaarden en normen, voorgeschreven door de
geldende wetgeving.
Alvorens aan te sluiten moet u nagaan of:
1) de elektrische voeding afgestemd is op het verbruik
van het kookplateau (zie het identificatieplaatje);
2) de bestaande elektrische toevoer voorzien is van
een aarding conform de geldende voorschriften;
3) de meerpolige stekker of de gebruikte schakelaar
gemakkelijk bereikbaar zijn nadat het kookplateau
gelnstalleerd is.
Bevestig een stekker aan de kabel, aangepast aan de
belasting, en sluit aan op een beveiligd contact.
Als een directe aansluiting op het stroomnet vereist is,
moet een meerpolige stekker worden gebruikt met een
minimum afstand tussen de contacten van 3 mm,
aangepast aan de belasting en geldende voorschriften.
De bruine fasedraad (die aangesloten is op de “L” clip
van het plateau) moet altijd worden aangesloten op het
fasecontact van het stroomnet.
De stroomkabel moet zo geplaatst worden dat hij op
geen enkel punt 90°C warmer kan worden.
VERVANGEN VAN DE STROOMKABEL
De verbindinq tussen stroomkabel en klemmenbord is
van het “Y”-type: de stroomkabel kan dus alleen
worden vervangen met behulp van een speciaal stuk
gereedschap waarmee de installateurs uitgerust zijn.
Wanneer de stroomkabel moet worden vervangen,
mag alleen type H05V2V2-F T90 worden gebruikt, en
beide types moeten aangepast zijn aan de belasting en
de temperatuur waarbij ze moeten functioneren.
Bovendien moet de groen/gele aardingsdraad zo’n 2
cm langer zijn dan de fasedraad en de neutrale draad
(fig 5).
Om de klep van het klemmenbord te openen en
toegang te krijgen tot de aansluitklemmen gaat u als
volgt te werk:
schuif het uiteinde van een schroevedraaier in de
uitsteeksels aan de zichtbare zijkant van het
klemmenbord;
druk voorzichtig naar boven (Fig. 6)
5. Elektrische aansluiting
Fig. 5
Fig. 6
FO 0073
FO 0257
Neutraal
Aarde (geel-groen)
18
VERVANGING VAN DE GASSPROEIERS
Verwijder de roosters.
Neem het bovenste gedeelte en de gasontstekers.
Met een steeksleutel van 7 schroeft U de gassproeiers
los en neemt U ze weg (Fig. 7), om ze te vervangen
door diegene die overeenstemmen met het type gas
(zie tabel 2).
Hermonteer de delen door dezelfde handelingen te
volgen, in tegengestelde zin.
Vervang het indentificatieplaatje (geplaatst vlakbij
de gastoevoerpijp) door het plaatje dat oveneenstemt
met het nieuwe gastype. Dit identificatieplaatje vindt
u in de verpakking van het inspuitstuk meegeleverd
met het toestel.
Indien de gasdruk verschillend is (of variabel) van
dewelke voorzien, is het noodzakelijk een gepaste
drukregelaar te plaatsen op de inlaattube, conform aan
de normen.
6. Aanpassing aan verschillend gastype
Fig. 7
FO 0392
REGELING MINIMUM GASPITTEN
Ontsteek de brander.
Breng de toets op de positie van de kleinste vlam.
Verwijder de toets.
Regel de bypass vijs met een dunne
schroevendraaier. Bij het omschakelen van aardgas
naar butaangas dient de schroef volledig in wijzerszin
worden vastgedraaid tot er een kleine regelmatige
vlam wordt bekomen.
Controleer tenslotte of er geen uitdovingen van de
gaspit zijn door snel de toets van de maximale stand
op de minimum stand te draaien.
Brander Ø By-pass
1/100 mm.
Kleinbrander 28
Normaalbrander 32
Sterkbrander 40
Tweevoudigebrander 56
Tabel 1 : diameters van by-pass
Tabel 2 : inspuitstukken - (*) ook geschikt voor G25
BRANDER MAXIMALE MINIMALE MAXIMALE CALORISCH
CALORISCH CALORISCH
DEBIET
DEBIET DEBIET AARDGAS GAS LPG
G20 - 20 mbar 28-30/37 mbar
kW kW mark 1/100 m
3
/h
mark 1/100
g/h - G30 g/h - G31
Kleinbrander 1 0,33 70(*) 0,095 50 72 71
Normaalbrander 2 0,45 96(*) 0,190 71 145 143
Aardgas :
Sterkbrander 3 0,65 119(*) 0,286 86 203 200
LPG : 2,8
Tweevoudigebrander Aardgas : 3,5 1,2 136(*) 0,333 88 233 228
LPG : 3,2
Fig. 8
Bypass vijs
19
HET PLAATSEN VAN HET DEKSEL
Wij adviseren de dekselsteuntjes op de kookplaat
te bevestigen, voordat de kookplaat wordt
geïnstalleerd.
Ga bij het plaatsen als volgt te werk:
a. Verwijder eerst de steuntjes links en rechts geplaast
op de kookplaat door de betreffende schroeven los
te draaien (Fig. 10).
b. Bevestig vervolgens de dekselsteunen met dezelfde
schroeven, maar let op, dat de originele
afstandsplaatjes tussen de dekselsteunen en de
kookplaat worden geplaatst (Fig. 10);
c. Bevestig de linkersteun gemarkeerd met een S (fig.
11);
d. Doe hetzelfde met de rechtersteun gemarkeerd met
een D (Fig. 11).
HET BALANCEREN VAN HET DEKSEL
Plaats het deksel in de steunen en stel daarna de juiste
balans in door de schroef in het midden van beide
dekselscharnieren te verdraaien. Afhankelijk van de
balans links- of rechtsom (Fig. 12).
7. Inbouw
A = Kleinbrander SR = Normaalbrander
R = SterkBrander UR = Tweevoudigebrander
Deze kookplateaus zijn bestemd om te worden
ingebouwd in keukenmeublen met een diepte tussen
500 en 600 mm en angepaste kenmerken.
De afmetingen van de kookplaat worden weergegeven
in Fig. 9.
Fig. 10
Fig. 11
Fig. 12
FO 2035
FO 2036
FO 2037
Fig. 9
510
680
A
SR
SR
R
UR
510
680
A
SR
SR
R
R
20
INBOUW EN MONTAGE
De kookplateaus kunnen worden gemonteerd op alle
basismeublen met volgende openingen (Fig. 13).
De afstand tussen achterkant van de uitsnijmaat en de
keukenwand of achterzijde van het werkblad moet
minimaal 55 mm. zijn. De afstand tussen de zijkant en
een wand, links of rechts moet minimaal 150mm zijn.
(Fig. 13)
Het kookplateau wordt als volgt bevestigd aan het
basismeublen:
plaats vervolgens de meegeleverde afdichting
rondom de uitsnijmaat. Let op de jiuste maat van de
kookplaat, deze is grote dan de uitsnijmaat. Zie Fig.
14;
zet het plateau precies op de juiste plaats;
bevestig met de speciale meegeleverde klemmen
(Fig. 15). De druk door het vastschroeven volstaat
om een groef aan te brengen in de afdichtig, waarvan
het teveel dan gemakkelijk kan worden verwijderd.
De rand van het plateau vormt een dubbele afdichting
die een betrouwbare garantie vormt tegen infiltratie van
vloeistoffen.
560
150 min
480
55 min.
50
50
Fig. 13
Fig. 14
Fig. 15
FO 2038
FO 2039
FO 0199
a
a) Afdichting
21
480
30
591
380
140
360 cm
2
50 cm
2
120 cm
2
180 cm
2
30
20 min
60
a
b
INBOUWMOGELIJKHEDEN
Als het keukenmeubel een deur
heeft.
Zorg er altijd voor, dat de
onderzijde van de kookplaat
minimaal 20 mm. verwijderd is van
onderliggende kastdelen of
voorwerpen.
De kookplaat moet in een open
ruimte liggen om er voor eventuele
reparaties. Verwijder daarom de
bovenkant van de kast of zorg
ervoor dat een ovenkast geleverd
wordt (Fig. 16).
Boven een oven
Voor de inbouwopeningen, zie
Fig. 17 en 20.
Er zijn twee ventilatie-openingen
vereist. Figuren 18 en 19
illustreren twee mogelijke
oplossingen.
De elektrische aansluiting voor de
oven en het kookplateau moeten
toegankelijk blijven en afzonderlijk
gelegd worden.
Zorg ervoor dat de onderzijde van
een bovenkast altijd minimal 650
mm. verwijderd is van de
kookplaat (Fig. 21).
Indien boven de kookplat een
afzuigkap van 60 cm. wordt
geplaast, zorg er dan voor, dat de
bovenkasten links en rechts van
de kap minimaal 550 mm. afstand
hebben tussen de onderkant van
de kasten en het werkblad.
Dit om te voorkomen, dat indien
gewenst, de afdekplaat niet
geplaatst kan worden.
a) Verwijderbaar paneel
b) Eventuele ruimte voor de aansluitingen
550 min.
560 min.
650 min
550 min
Fig. 16
Fig. 17
Fig. 18
Fig. 19
Fig. 20
Fig. 21
FO 2044 FO 2043
FO 2041 FO 2042
FO 0198
FO 2040
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld
op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven
onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van
de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan
het toestel die zich openbaren binnen 24
maanden vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn
niet van toepassing in geval van professioneel
of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die
ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
· chemische en elektrochemische inwerking van
water,
· abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
· voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
· contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik,
gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het
defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
WAARBORGVOORWAARDEN (België)
deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien
werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan
de gebruiker in rekening gebracht. Schade die
ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de
herstelling van hetzelfde gebrek meermaals
mislukt of de herstellingkosten disproportioneel
zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht
voor om een vergoeding te rekenen naar rato
van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen
verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot
gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van
12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van het toestel
niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien
een toestel naar het buitenland wordt gebracht
dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet
aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning,
frequentie, installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen
dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de
bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst (België):
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Zanussi ZGF783ITXC Handleiding

Type
Handleiding