Documenttranscriptie
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
Inhoud
3
INHOUD
4
8
9
11
11
12
13
14
15
18
19
20
22
24
25
25
Veiligheidsinformatie
Beschrijving van het product
Bedieningspaneel
Bediening van het apparaat
De waterontharder instellen
Gebruik van zout voor de
afwasautomaat
Gebruik van afwasmiddel en
glansmiddel
De Multitabfunctie
De afwasautomaat inruimen
Afwasprogramma's
Een afwasprogramma selecteren
en starten
Onderhoud en reiniging
Problemen oplossen
Technische gegevens
Milieubescherming
Montage
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4
Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
• Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen.
• Om het milieu te helpen.
• voor de correcte werking van het apparaat.
Houd deze instructies altijd in de buurt van het apparaat, ook als u verhuist of het apparaat
aan iemand anders geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij
moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van
iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat
spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
letsel.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet
aanraken.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
Algemene veiligheid
• De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant om brandwonden aan ogen,
mond en keel te voorkomen.
• Drink geen water uit het apparaat. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven
zijn.
• Houd de deur van het apparaat niet open zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u persoonlijk letsel en vallen op een open deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor andere doeleinden om persoonlijk letsel en schade aan uw eigendommen te voorkomen.
• Gebruik het apparaat alleen om accessoires dat geschikt is voor afwasmachines, schoon
te maken.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Risico op explosie of brand.
Veiligheidsinformatie
5
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in
de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek of in het messenrek. (Niet alle modellen hebben een messenrek).
• Gebruik alleen gespecificeerde producten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
• Zout dat niet gespecificeerd is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder.
• Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start. Zout dat in het apparaat is achtergebleven, kan roest veroorzaken of een gat in de onderkant van het apparaat maken.
• Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen dan glansspoelmiddel (bijv.
afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start.
• Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een wasprogramma wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een risico op brandwonden.
• Verwijder pas borden uit het apparaat als het wasprogramma is voltooid.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
gaat schoonmaken.
• Gebruik geen ontvlambare producten of producten die corrosie kunnen veroorzaken.
• Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geinstalleerd. Een onjuiste installatie levert onbevredigende wasresultaten en schade aan
het apparaat op.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Gevaar op een elektrische schok en schade aan het apparaat.
Installatie
• Zorg ervoor dat het apparaat niet is beschadigd. Installeer een beschadigd apparaat niet
en sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem contact op met de leverancier.
• Verwijder alle verpakking voordat u het apparaat installeert en gebruikt.
• Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgieterswerk en de installatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische
onderdelen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
• Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0°C komt.
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor enige schade door bevriezing.
6
Veiligheidsinformatie
Wateraansluiting
• Gebruik nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Gebruik
geen gebruikte slangen.
• Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
• Zorg ervoor dat de waterslangen niet knakken of beschadigd raken bij installatie van het
apparaat.
• Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen.
• Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen niet lek zijn.
• De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een dubbel omhulsel met een
hoofdkabel aan de binnenkant. De watertoevoerslang staat alleen onder druk wanneer er
water stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang aanwezig is, onderbreekt de veiligheidsklep de stroom van het water.
– Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit:
– Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen.
– Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact.
– Laat alleen de service-afdeling de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repareren.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Elektrische aansluiting
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Zorg er voor dat de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomtoevoer.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegspluggen en verlengsnoeren. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het
apparaat.
Veiligheidsinformatie
7
• Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Service-afdeling
• Alleen een erkende persoon mag dit apparaat repareren. Neem contact op met het servicecentrum.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Het apparaat wegdoen
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat er kinderen of huisdieren in het apparaat vast komen te zitten. Er bestaat gevaar voor verstikking.
– Gooi het apparaat weg bij uw lokale afvalverwerkingsbedrijf.
WAARSCHUWING!
Het afwasmiddel is gevaarlijk en kan corrosie veroorzaken!
• Als er een ongeval met deze afwasmiddelen optreedt, neemt u onmiddellijk contact op
met een arts.
• Als het afwasmiddel in iemands mond komt, neemt u onmiddellijk contact op met een
arts.
• Als het afwasmiddel in iemands ogen komt, neemt u onmiddellijk contact op met een
arts en maakt u de ogen schoon met water.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Laat de deur van het apparaat niet open staan als er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje zit.
• Vul het afwasmiddelbakje alleen voordat u een wasprogramma start.
8
Beschrijving van het product
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bovenrek
Waterhardheidsknop
Zoutreservoir
Vaatwasmiddeldoseerbakje
Spoelmiddeldoseerbakje
Typeplaatje
Filters
Onderste sproeiarm
Bovenste sproeiarm
Werkblad
Bedieningspaneel
9
BEDIENINGSPANEEL
5
1
3
2
A
B
C
D
4
E
6
2
1
2
3
4
5
6
Aan-/uit-toets
Programmakeuzetoetsen
Toets Uitgestelde start
Indicatielampjes
Display
Functie-toetsen
Indicatielampjes
Programma bezig
• Het gaat aan als u een wasprogramma kiest.
• Het blijft aan gedurende het wasprogramma.
Multitab
Gaat aan als u de functie Multitab ingeschakeld heeft. Zie 'Multitabfunctie'.
Zout 1)
Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwasser'.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan nadat u het reservoir heeft bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking
van het apparaat.
Glansmiddel 1)
Het indicatielampje gaat aan wanneer het glansmiddel bijgevuld moet
worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel'.
1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje
niet aan als er een afwasprogramma loopt.
10
Bedieningspaneel
Programmakeuzetoetsen
Druk op één van deze toetsen om een afwasprogramma in te stellen. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. Zie 'Afwasprogramma's'.
Toets Uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het afwasprogramma met 1 tot 19
uur uit te stellen. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'.
Display
Op het display verschijnt:
• De elektronische instelling van het niveau van de waterontharder.
• Het in/uitschakelen van het glansmiddeldoseerbakje (alleen als de multitab-functie ingeschakeld is).
• De duur van het afwasprogramma.
• Resterende tijd tot het einde van het programma.
• Einde van het afwasprogramma. Op het digitale display verschijnt een nul.
• Resterende tijd tot het einde van de uitgestelde start.
• Foutcodes.
Functietoetsen
Gebruik de functietoetsen voor deze handelingen:
• Het elektronisch instellen van het niveau van de waterontharder. Zie 'De waterontharder
instellen'.
• Het activeren/deactiveren van de Multitabfunctie. Zie 'Multitabfunctie'.
• Om het glansmiddeldoseerbakje in en uit te schakelen als de multitabfunctie aan staat.
Raadpleeg 'Problemen oplossen...'.
• Om het lopende wasprogramma of een aftellende uitgestelde start te annuleren. Zie
hoofdstuk 'Een wasprogramma selecteren en starten'.
Instelmodus
Het apparaat moet in de instelmodus staan voor deze bewerkingen:
• Het selecteren en starten van een wasprogramma en/of een uitgestelde start.
• Het elektronisch instellen van het niveau van de waterontharder.
• Het activeren/deactiveren van de Multitabfunctie.
• Het activeren/deactiveren van de glansmiddeldosering.
Druk op de Aan/uit-toets. Het apparaat staat in de instelmodus als:
– Alle programma-indicatielampjes aan gaan.
Druk op de Aan/uit-toets. Het apparaat staat niet in de instelmodus als:
– Slechts één programma-indicatielampje aan gaat.
– Het display toont de duur van een wasprogramma of van een uitgestelde start.
– Het programma of de uitgestelde start moet worden geannuleerd om terug te keren
naar de instelmodus. Zie hoofdstuk 'Een wasprogramma selecteren en starten'.
Bediening van het apparaat
11
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en de mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u gecombineerde afwasmiddeltabletten gebruikt ('3 in 1', '4 in 1', '5 in 1' enz.), gebruikt
u de multitabfunctie (zie 'De Multitabfunctie').
DE WATERONTHARDER INSTELLEN
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Deze mineralen en
zouten kunnen schade aan het apparaat toebrengen.
Pas het niveau van de waterontharder aan als dit niveau niet overeenstemt met de hardheid van het water in uw omgeving.
Neem contact op met uw plaatselijke waterinstantie voor informatie over de hardheid van
het water in uw omgeving.
Instelling waterhardheid
Waterhardheid
Duitse graden
(°dH)
Franse graden (TH
°)
mmol/l
Clarke-graden
handmatig
elektronisch
51 - 70
91 - 125
9,1 - 12,5
64 - 88
2 1)
10
43 - 50
76 - 90
7,6 - 9,0
53 - 63
2 1)
9
37 - 42
65 - 75
6,5 - 7,5
46 - 52
2 1)
8
29 - 36
51 - 64
5,1 - 6,4
36 - 45
2 1)
7
23 - 28
40 - 50
4,0 - 5,0
28 - 35
2 1)
6
19 - 22
33 - 39
3,3 - 3,9
23 - 27
2 1)
5 1)
15 - 18
26 - 32
2,6 - 3,2
18 - 22
1
4
11 - 14
19 - 25
1,9 - 2,5
13 - 17
1
3
4 - 10
7 - 18
0,7 - 1,8
5 - 12
1
2
<4
<7
< 0,7
<5
1 2)
1 2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen.
12
Gebruik van zout voor de afwasautomaat
Handmatig instellen
Zet de schijf voor de waterhardheid in stand 1 of 2
(zie de tabel).
Elektronische aanpassing
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Schakel het apparaat in.
Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de
functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen.
Laat de functietoetsen B en C los.
Druk op functietoets A.
– De indicatielampjes van functietoetsen B en C gaan uit.
– Het indicatielampje van functietoets A blijft knipperen.
– Het digitale display geeft de huidige afstelling aan.
= niveau 5.
Voorbeeld: op het display verschijnt
Druk op de functieknop A tot het display de nodige afstelling toont.
Druk op de aan-/uit-toets om de bewerking op te slaan.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje
niet branden.
GEBRUIK VAN ZOUT VOOR DE AFWASAUTOMAAT
Het zoutreservoir vullen:
1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen.
2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u
vult alleen bij het eerste gebruik zout bij).
3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir
te vullen met zout.
4. Verwijder het zout rond de opening van
het zoutreservoir.
5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten.
Het is normaal dat water uit het zoutreservoir
stroomt wanneer u dit vult met zout.
Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel
13
GEBRUIK VAN AFWASMIDDEL EN GLANSMIDDEL
1
2 3
8
4
5
6
7
Gebruik van vaatwasmiddelen:
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te beschermen.
Volg het advies van de afwasmiddelfabrikant op de verpakking.
Volg deze stappen om het afwasmiddelbakje te vullen:
1. Druk op de vrijgaveknop 2 om het deksel 8 van het afwasmiddelbakje te openen.
2.
3.
4.
5.
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje 3 .
Als het afwasprogramma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis
afwasmiddel in het afwasmiddelbakje voor voorspoelen 1 .
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, plaatst u deze in het afwasmiddelbakje 3 .
Sluit het afwasmiddelbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik
lange wasprogramma's wanneer u vaatwastabletten gebruikt.
Gebruik van glansspoelmiddel
Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd.
Het glansmiddeldoseerbakje voegt automatisch glansmiddel toe tijdens de laatste keer
spoelen.
Voer deze stappen uit om het glansmiddeldoseerbakje bij te vullen:
1. Druk op de vrijgaveknop 5 om het deksel 7 van het glansmiddeldoseerbakje te openen.
2. Vul het glansmiddeldoseerbakje 4 met glansmiddel. De markering 'max' toont het
maximale niveau.
14
De Multitabfunctie
3.
4.
Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te
veel schuim ontstaat tijdens het afwassen.
Sluit het glansmiddeldoseerbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt.
Stel de glansmiddeldosering in
Fabrieksinstelling: stand 4..
U kunt de dosering van het glansmiddel instellen tussen stand 1 (laagste dosering) en stand
6 (hoogste dosering).
Draai de glansmiddelknop om de dosering te verhogen of verlagen 6 .
DE MULTITABFUNCTIE
De multitabfunctie is voor gecombineerde afwastabletten.
Deze tabletten bevatten middelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en regenereerzout. Sommige soorten tabletten kunnen andere middelen bevatten.
Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving (raadpleeg de
instructies op de verpakking van de producten).
De multitabfunctie stopt de stroom van glansmiddel en zout.
De multitabfunctie schakelt de indicatielampjes voor zout en glansmiddel uit.
De programmaduur kan toenemen als u de multitabfunctie gebruikt.
Schakel de multitabfunctie in of uit, voordat u een afwasprogramma start. U kunt de functie niet inschakelen of uitschakelen als er een afwasprogramma bezig is.
De multitabfunctie inschakelen
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk tegelijkertijd op functietoets (D) en (E) en houd de functietoetsen ingedrukt, totdat het multitab-indicatielampje aan gaat.
4. Laat de functietoetsen (D) en (E) los. De functie is ingeschakeld.
• Als u de multitabfunctie hebt ingeschakeld, blijft deze functie ingeschakeld totdat u
de functie zelf weer uitschakelt.
De multitabfunctie uitschakelen en apart afwasmiddel, zout en glansmiddel gebruiken
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk tegelijkertijd op functietoetsen (D) en (E) en houd de functietoetsen ingedrukt,
totdat het multitab-indicatielampje aan gaat.
4. Laat de functietoetsen (D) en (E) los. De functie is uitgeschakeld.
5. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje.
6. Stel de waterontharder op het hoogste niveau in.
7. Start een afwasprogramma zonder serviesgoed.
8. Als het afwasprogramma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid
van uw omgeving.
9. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
De afwasautomaat inruimen
15
DE AFWASAUTOMAAT INRUIMEN
Adviezen
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen.
• Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden.
• Zorg ervoor dat zich geen water kan ophopen in opbergdozen of kommen.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen.
• Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet aanraken.
• Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
• Als u de voorwerpen in de manden plaatst, zorg er dan voor dat het water alle oppervlakken kan bereiken.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven.
• Waterdruppels kunnen zich ophopen op plastic voorwerpen en antiaanbakpannen.
Onderrek
Plaats steelpannen, deksels, slakommen en bestek
in het onderrek. Rangschik dekschalen en grote
deksels langs de rand van het onderrek.
16
De afwasautomaat inruimen
U kunt de rijen met punten in het onderrek laten
zakken om ruimte te maken voor potten, pannen
en schalen.
De bestekmand
Plaats vorken en lepels met het handvat naar beneden.
Plaats messen met het handvat naar boven.
Meng lepels met ander bestek om te voorkomen
dat ze aan elkaar kleven.
Gebruik het bestekrooster. Als de afmetingen van
het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (met een
maximale diameter tot 24 cm), schoteltjes, slakommen, kopjes en glazen, pannen en deksels.
Plaats voorwerpen zo dat water alle oppervlakken
kan bereiken.
Plaats geen borden in de eerste drie voorste delen
van het rek. Zorg ervoor dat de borden voorover
kantelen.
De afwasautomaat inruimen
17
Zet glazen met een lange voet ondersteboven in
de kopjesrekken. Voor grotere voorwerpen kunnen
de kopjesrekken worden opgeklapt.
Hoogteverstelling van het bovenrek
U kunt het bovenrek in twee standen zetten om de laadflexibiliteit te vergroten.
Maximale hoogte van borden in:
het bovenrek
het onderrek
Bovenste stand
20 cm
31 cm
Laagste stand
24 cm
27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste stand te zetten:
1. Trek het rek tot deze stopt naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat
het mechanisme vastklikt en het rek stabiel is.
Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op.
3. Houd het mechanisme vast en laat het
dan langzaam terugzakken.
LET OP!
• Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt
ook voor het laten zakken.
• Als het rek zich in zijn bovenste stand bevindt, kunnen er geen kopjes in de kopjesrekken
geplaatst worden
18
Afwasprogramma's
AFWASPROGRAMMA'S
Programma
Soort vuil
Type lading
Programmabeschrijving
Alles
Serviesgoed, bestek
en pannen
Voorspoelen
Wassen 45°C of 70°C
Spoelgangen
Drogen
Sterk vervuild
Serviesgoed, bestek
en pannen
Voorspoelen
Wassen 70 °C
Spoelgangen
Drogen
1)
Net gemaakt vuil Serviesgoed en bestek Wassen 60 °C
Spoelgang
2)
Normaal bevuild
3)
Serviesgoed en bestek Voorspoelen
Wassen 50 °C
Spoelgangen
Drogen
Gebruik dit programma om het serviesgoed snel te spoelen. Hierdoor kunnen
voedselresten niet aan het serviesgoed
vastkoeken en ontstaan er geen vieze
geurtjes in het apparaat.
U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken
Spoelgang
1) Het apparaat detecteert het soort vuil en de hoeveelheid serviesgoed in de mandjes. De temperatuur en
hoeveelheid water, het energieverbruik en de programmatijd worden automatisch aangepast.
2) Met dit programma kunt u een net bevuilde lading wassen. Het biedt goede wasresultaten in een korte duur.
3) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en
energieconsumptie voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie
voor testgegevens.
Verbruiksgegevens
Energie (kWh)
Programma1)
Water (liter)
1,1 - 1,8
12 - 23
1,5 - 1,7
16 - 18
0,9
9
1,0 - 1,1
13 - 15
0,1
4
1) Op het display verschijnt de tijd van het programma.
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid
vaat kan deze waarden veranderen.
Een afwasprogramma selecteren en starten
19
EEN AFWASPROGRAMMA SELECTEREN EN STARTEN
Een wasprogramma selecteren en starten zonder uitgestelde start
1.
2.
3.
4.
Schakel het apparaat in.
Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
Selecteer een wasprogramma. Zie 'Wasprogramma's'.
– Het bijbehorende programma-indicatielampje gaat branden.
– Alle andere programma-indicatielampjes gaan uit.
– De duur van het programma knippert op display.
– Het indicatielampje van het lopende programma gaat aan.
Sluit de deur van het apparaat. Het wasprogramma start automatisch.
– Het indicatielampje van het lopende programma blijft aan.
U kunt ook het wasprogramma selecteren met de deur gesloten. Wanneer u op een programmatoets drukt, heeft u slechts 3 seconden om een ander wasprogramma te selecteren.
Na deze 3 seconden start het wasprogramma automatisch.
Een wasprogramma selecteren en starten met uitgestelde start
1.
2.
3.
Schakel het apparaat in en selecteer een wasprogramma.
Druk op de toets uitgestelde start totdat op het display knipperend het gewenste aantal uren voor het startuitstel verschijnt.
Sluit de deur van het apparaat.
– Het aftellen start automatisch.
– Het indicatielampje van het lopende programma gaat uit.
– Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
– Het indicatielampje van het lopende programma gaat aan.
Het openen van de deur van het apparaat onderbreekt het aftelproces. Als u de deur weer
sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking.
U kunt ook de uitgestelde start selecteren met de deur gesloten. Wanneer u een wasprogramma selecteert, heeft u slechts 3 seconden om de uitgestelde start te selecteren. Na deze 3 seconden start het wasprogramma automatisch.
Het afwasprogramma onderbreken
• Open de deur van het apparaat.
– Het afwasprogramma stopt.
• Sluit de deur van het apparaat.
– Het afwasprogramma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.
20
Onderhoud en reiniging
Het annuleren van een wasprogramma of een uitgestelde start
Indien een wasprogramma of een uitgestelde start nog niet is begonnen, kunt u de selectie
veranderen.
Indien een wasprogramma of een uitgestelde start is begonnen, kunt u de selectie niet veranderen. Het wasprogramma of de uitgestelde start moet worden geannuleerd om een
nieuwe selectie te maken.
Als u de uitgestelde start annuleert, wordt het geselecteerde wasprogramma automatisch
geannuleerd. U moet het wasprogramma dan weer opnieuw instellen.
1.
2.
Houd de functietoetsen B en C ingedrukt totdat alle programmalampjes aan gaan.
Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een
nieuw wasprogramma start.
Einde van het afwasprogramma
Wanneer het afwasprogramma is voltooid, wordt op de display een nul weergegeven.
• Het indicatielampje van het lopende programma is uit.
• Het eindlampje staat aan.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Laat de deur van het apparaat een paar minuten op een kier staan voor betere droogresultaten.
• Als u het apparaat binnen drie minuten na afloop van het afwasprogramma niet uitschakelt:
– gaan alle indicatielampjes uit,
– geeft het display één horizontaal streepje weer,
Dit helps om het energieverbruik te beperken.
Druk op één van de knoppen (niet de aan/uit-toets) en het display en de indicatielampjes
gaan weer aan.
Verwijder de voorwerpen uit de manden.
• Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt
sneller af dan borden.
ONDERHOUD EN REINIGING
De filters verwijderen en reinigen
Vuile filters verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo
nodig.
Het apparaat heeft drie filters:
Onderhoud en reiniging
21
• grove filter (A)
• microfilter (B)
• platte filter (C).
A
B
C
1. Om de filters (A) en (B) los te maken,
draait u de hendel op de microfilter (B) ca.
1/4 draai linksom en verwijdert u deze.
2. Houd de grove filter (A) vast aan de hendel en verwijder deze uit de microfilter (B).
3. Verwijder het platte filter (C) uit de bodem
van het apparaat.
4. Maak de filters schoon onder stromend
water.
5. Zet de platte filter (C) op zijn oorspronkelijke plaats. Zorg ervoor dat ze goed worden gemonteerd onder de twee geleiders
(D).
6. Plaats het grove filter (A) in het microfilter (B) en druk ze tegen elkaar.
7. Zet de filters (A) en (B) op hun plaats.
Draai de hendel op de microfilter (B) rechtsom tot deze vergrendelt.
D
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met
een smal en puntig voorwerp.
De buitenoppervlakken reinigen
Reinig de buitenoppervlakken van het apparaat en het bedieningspaneel met een vochtige
zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
22
Problemen oplossen
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton).
PROBLEMEN OPLOSSEN
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem als dit niet lukt contact op
met de service-afdeling.
Bij sommige storingen wordt er op de display een alarmcode weergegeven:
- Het apparaat wordt niet gevuld met water
•
- Het apparaat pompt geen water weg
•
- De anti-overstromingsinrichting is ingeschakeld.
•
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u de controles uitvoert.
Storing
Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
Het apparaat pompt geen water weg.
Mogelijke oorzaak
Maak de waterkraan schoon.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de waterleidingsmaatschappij.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Verzeker u ervan dat de watertoevoerslang niet is beschadigd.
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
De waterafvoerslang is beschadigd.
Verzeker u ervan dat de waterafvoerslang niet is beschadigd.
De anti-overstromingsinrichting is ingeschakeld.
Het afwasprogramma start
niet.
Mogelijke oplossing
De waterkraan is verstopt of
aangezet met kalkaanslag.
Draai de waterkraan dicht en
neem contact op met de service-afdeling.
De deur van het apparaat is
open.
Sluit de deur van het apparaat.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Sluit de stekker aan.
De zekering in de zekeringkast
is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Problemen oplossen
Storing
Mogelijke oorzaak
De uitgestelde start is ingesteld.
23
Mogelijke oplossing
• Annuleer de uitgestelde
start.
• Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar
het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Als de display andere alarmcodes meldt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
De benodigde informatie voor de service-afdeling staan op het typeplaatje.
Leg deze informatie vast:
– Model (MOD.) ........................................................
– Productnummer (PNC) ..........................................
– Serienummer (S.N.) ..............................................
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem
De borden zijn niet schoon.
Er zitten kalkresten op de borden.
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor
het type lading en mate van
vervuiling.
Zorg ervoor dat het afwasprogramma geschikt is voor het
type lading en mate van vervuiling.
De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet
aan alle kanten bij kan.
Vul de rekken op de juiste manier.
De sproeiarmen kunnen niet
vrij draaien als gevolg van een
onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
Zorg ervoor dat een goede
plaatsing van het serviesgoed
de sproeiarmen niet blokkeert.
De filters zijn vuil of niet juist
gemonteerd en geplaatst.
Zorg ervoor dat de filters
schoon zijn en op de juiste manier gemonteerd en geïnstalleerd.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Zorg voor voldoende afwasmiddel.
Het zoutreservoir is leeg.
Vul het zoutreservoir met zout
voor afwasmachines.
Foutieve instelling waterhardheid
Stel de waterontharder af.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het
zoutreservoir goed gesloten is.
24
Technische gegevens
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem.
De dosering van het glansmiddel is te hoog.
Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde waterdruppels op De dosering van het glansmidde glazen en de borden.
del is te laag.
Verhoog de dosering van het
glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Gebruik een ander merk afwasmiddel.
Het serviesgoed is nat.
U heeft een afwasprogramma
ingesteld zonder droogfase of
met een verkorte droogfase.
Laat de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een
kier staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt.
Het serviesgoed is nat en dof.
Het glansmiddeldoseerbakje is
leeg.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
met glansmiddel.
De multitab-functie staat aan
(deze functie schakelt het
glansmiddeldoseerbakje automatisch uit).
De glansmiddeldosering activeren.
Het inschakelen van het glansmiddeldoseerbakje
1.
2.
3.
4.
5.
Schakel het apparaat in.
Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
Houd de functietoetsen B en C ingedrukt.
– De indicatielampjes voor de functies A, B, en C gaan knipperen.
Laat de functietoetsen B en C los.
Druk op functietoets B.
– De indicatielampjes van functietoetsen A en C gaan uit.
– Het indicatielampje van functietoets B blijft knipperen.
– Het display geeft de huidige afstelling aan.
Glansmiddeldosering gedeactiveerd
Glansmiddeldosering geactiveerd
6.
7.
Druk nogmaals op functietoets B.
– Het display geeft de nieuwe afstelling aan.
Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting
Breedte
600 mm
Hoogte
850 mm
Diepte
610 mm
Milieubescherming
Leidingwaterdruk
25
Minimaal
0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer 1)
Koud water of warm water
maximaal 60 °C
Capaciteit
Couverts
12
1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje op de binnenrand van de
deur van het apparaat.
Gebruik een heet watervoorziening om het energieverbruik te verminderen, als het hete
water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind).
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. De kunststofonderdelen
zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst.
WAARSCHUWING!
Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kinderen zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen.
MONTAGE
Plaatsing onder een aanrecht
Zet het apparaat naast een waterkraan en een afvoer.
Verwijder het werkblad van de afwasmachine om het onder een aanrecht of een keukenwerkblad te installeren.
26
Montage
Zorg ervoor dat de afmetingen van de opening
overeenkomen met de afmetingen in de afbeelding.
Het werkblad van het apparaat verwijderen
1. Verwijder de achterste schroeven (1).
2. Trek het werkblad van de achterkant van
het apparaat (2).
3. Til het werkblad op en haal het uit de
voorste gleuven (3).
4. Gebruik de afstelbare voetjes om het apparaat waterpas te zetten.
5. Installeer het apparaat onder het werkblad
van de keuken. De waterslangen tijdens de
installatie niet pletten of buigen.
Het niveau van het apparaat afstellen
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht
is.
Als het apparaat niet goed waterpas staat, raakt de deur de zijkanten van het keukenkastje.
Gebruik de instelbare voetjes om het apparaat waterpas te zetten.
Aansluiting waterafvoerslang
Sluit de waterafvoerslang aan op:
• een sifon en maak deze vast onder het werkoppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat het
gootsteenwater terug de machine in loopt.
Montage
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de waterafvoerslang op een sifon onder de gootsteen
aansluit. Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een verstopping in de slang
veroorzaken.
Een beveiliging voorkomt dat het vuile water terugloopt naar het apparaat. Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer van uw afwasmachine in de weg staan. Verwijder de terugslagklep.
max 85 cm
max 400 cm
• Een standpijp met ventilatieopening. De binnendiameter moet minimaal 4 cm zijn.
Verwijder de gootsteendop als het apparaat
water afvoert om te voorkomen dat het water
terug in de machine loopt.
Het verlengstuk voor de afvoerslang mag niet
langer zijn dan twee meter. De binnendiameter
mag niet kleiner zijn dan de diameter van de
slang.
min 40 cm
27