NL
- 33 -
de binnenzeskantsleutel (11) stevig vast.
•
Zorg ervoor dat de schijf (4) als onderleg-
plaatje voor de schroef (5) wordt gebruikt (zie
fig. 2). Daarbij moet de welving van de schijf
naar boven wijzen.
Waarschuwing!
Controleer of het inzetgereedschap goed
vast zit!
5.2 Driehoekige schuurplaat
Met de driehoekige schuurplaat kan de machine
als driehoekschuurmachine worden gebruikt.
5.2.1 Bevestigen van het schuurpapier
Probleemloos verwisselen d.m.v. klithechting. Let
wel dat de afzuiggaatjes in het schuurpapier en
die van de schuurplaat overeenstemmen.
5.3 Stofafzuiging voor schuurplaat monteren
(fi g. 3/4)
De stofafzuiging voorkomt grote vervuiling, zware
stofoverlast in de ademlucht en vergemakkelijkt
het verwijderen van het stof.
•
Breng het gereedschap in een veilige positie
zoals beschreven in 5.1.
•
Plaats de stofzuiginrichting (6) op de ge-
reedschapshouder (2) zoals getoond in fig. 3.
•
Bevestig de stofafzuiginrichting (6) door de
schroef (7) vast te draaien met de binnenzes-
kantsleutel (11).
•
Zorg ervoor dat de schijf (4) als onderleg-
plaatje voor de schroef (5) wordt gebruikt (zie
fig. 2). Daarbij moet de welving van de schijf
naar boven wijzen.
•
Plaats de driehoekige schuurplaat (8) zo
op de stofafzuiginrichting (6) en de ge-
reedschapsadapter (2), dat de pennen van
de gereedschapsadapter (2) in de uitsparing
van de driehoekige schuurplaat (8) passen en
bevestig deze zoals getoond in fig. 4.
•
Sluit een afzuiginstallatie of een stofzuiger
aan aan uw apparaat (zie afbeelding 5). Daar-
mee bereikt u een optimale afzuiging van stof
en spanen van het werkstuk.
De voordelen: U spaart zowel het gereedschap
als uw eigen gezondheid. Uw werkgebied blijft
bovendien netjes en veilig.
6. Bediening
6.1 In-/uitschakelen
Om het gereedschap in te schakelen schuift u de
schakelaar (1) naar voren.
Om het apparaat uit te schakelen moet de scha-
kelaar (1) naar achter worden geschoven.
6.2 Werkaanwijzingen
•
Gereedschap inschakelen.
•
Van het lichaam weg werken.
•
Met de handen nooit voor het onmiddellijke
werkgebied komen.
•
Enkel intact en onbeschadigd inzetge-
reedschap gebruiken.
Inzetgereedschap
Zagen: zagen van hout en kunststof.
Werkaanwijzingen: Let bij het zagen op vreemde
lichamen in het materiaal en verwijder die indien
nodig.
Bij het dompelzagen mogen alleen zachte materi-
alen als hout of gipskartonplaten worden bewerkt.
Schuren: fi jnschuren langs randen, in hoeken of
moeilijk toegankelijke plaatsen. Naargelang het
schuurvel voor het schuren van hout, verf, lak enz.
Werkaanwijzingen: Het gereedschap is bijzonder
sterk bij het schuren van moeilijk toegankelijke
hoeken en kanten. Voor het schuren van profi elen
en afrondingen kan ook enkel met het punt of
met een rand van de schuurzool worden gewerkt.
Verschillende soorten schuurpapier zijn verkrijg-
baar naargelang het te bewerken materiaal en de
gewenste af te schuren dikte van het oppervlak.
Het schuurvermogen wordt hoofdzakelijk bepaald
door de keuze van het schuurpapier en door het
gedoseerd aandrukken van de schuurzool.
Schrapen: Afschrapen van oud lakwerk of lijm-
resten.
Werkaanwijzingen: Breng het inzetgereedschap
naar de af te schrapen plaats. Begin met een
vlakke aanzethoek en een geringe aandrukkracht.
Bij een te hoge aandrukkracht kan de ondergrond
(b.v. hout, pleister) worden beschadigd.
6.3 Toerenregelaar (fi g. 7)
Door draaien van de toerenregelaar (4) kunt u het
toerental vooraf kiezen.
PLUS-richting: hoger toerental
MIN-richting: lager toerental
Anl_TC_MG_220_1_E_SPK2.indb 33Anl_TC_MG_220_1_E_SPK2.indb 33 21.08.2018 15:31:3821.08.2018 15:31:38