Documenttranscriptie
SPOA3T-5/5AP/5AF
S & M &C
(700 serie)
Tweekoloms vloerbevestigde hefbruggen
B
E
D
I
E
N
I
N
G
S
E
N
Installateur: Leg deze handleiding terug bij de rest van de documentatie en geef
alles aan de eigenaar/operator van de hefbrug.
OM-SPO-3
© Rotary Lift, Alle rechten voorbehouden
SJ180205
Rev.A1 16/10/2019
O
N
D
E
R
H
O
U
D
S
H
A
N
D
L
E
I
D
I
N
G
EG-verklaring van overeenstemming
overeenkomstig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreffende machines (bijlage II A)
Naam en adres van de fabrikant:
Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU
BlitzRotary
Hüfinger Str.55
78199 Bräunlingen, Duitsland
GmbH BlitzRotary GmbH
Hüfinger Str.55
78199, Duitsland
Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de staat waarin deze in de handel is gebracht en niet op
onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet meer
geldig, indien het product zonder overeenkomst wordt gewijzigd.
Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines
Product denominatie:
Model / type:
2-persoons voertuiglift
SPOA3TS-5AP
Inhoud 3500 kg
basistype in verschillende uitvoeringen;
gemarkeerd met
E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST,
B, BL, BL2, 7015, SC
Machine/serienummer:
………………..
Jaar van fabricage:
20......
voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
Gebruikte geharmoniseerde normen
EN 1493: 2010
EN ISO 12100:2010
EN 60204-1:2006/AC:2010
Voertuigliften
Veiligheid van de machine - Basisconcepten
Elektrische uitrusting van machines
Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenstemming met het geteste type lift.
Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn:
Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde instantie nummer 1105.
CCQS UK Ltd., Level 7, Westgate House, Westgate Rd., London W5 1YY UK.
Die een EG-typeonderzoekscertificaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-02-5A van 2017.01.16.
De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenstemming met het voorbeeld waarop dat certificaat betrekking heeft,
zodat het certificaat geldig blijft.
De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te stellen: De heer Maier; Hüfinger Str.55; 78199 Bräunlingen.
Plaats:
Datum:
Bräunlingen
16.10.2019
Geautoriseerde handtekening:
Titel van de ondertekenaar:
___________________
Doris Wochner-McVey
Algemeen directeur
EG-verklaring van overeenstemming
overeenkomstig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreffende machines (bijlage II A)
Naam en adres van de fabrikant:
Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU
BlitzRotary
Hüfinger Str.55
78199 Bräunlingen, Duitsland
GmbH BlitzRotary GmbH
Hüfinger Str.55
78199, Duitsland
Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de staat waarin deze in de handel is gebracht en niet op
onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet
meer
geldig, indien het product zonder overeenkomst wordt gewijzigd.
Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines
Product denominatie:
Model / type:
2-persoons voertuiglift
SPOA3TS-5
Inhoud 3500 kg
basistype in verschillende uitvoeringen;
gemarkeerd met
E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST,
B, BL, BL2, 7015, SC
Machine/serienummer:
……………….
Jaar van fabricage:
20......
voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
Gebruikte geharmoniseerde normen
EN 1493: 2010
EN ISO 12100:2010
EN 60204-1:2006/AC:2010
Voertuigliften
Veiligheid van de machine - Basisconcepten
Elektrische uitrusting van machines
Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenstemming met het geteste type lift.
Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn:
Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde instantie nummer 1105.
CCQS UK Ltd., Level 7, Westgate House, Westgate Rd., London W5 1YY UK.
Die een EG-typeonderzoekscertificaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-01-5A van 2017.01.16.
De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenstemming met het voorbeeld waarop dat certificaat betrekking
heeft, zodat het certificaat geldig blijft.
De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te stellen: De heer Maier; Hüfinger Str.55; 78199
Bräunlingen.
Plaats:
Datum:
Bräunlingen
16.10.2019
Geautoriseerde handtekening:
Titel van de ondertekenaar:
___________________
Doris Wochner-McVey
Algemeen directeur
Inhoudsopgave
5.2
1. Inleiding .................................................................... 5
1.1
Over deze gebruikershandleiding......................... 5
1.2
Waarschuwings- en informatiesymbolen.............. 5
1.3
Beoogd gebruik..................................................... 7
1.4
Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag................ 7
1.5
Informatie over ongevallen, gezondheid
en veiligheid, en milieu......................................... 7
Probleemoplossing door de erkende
onderhoudsaannemers........................................ 20
6. Geautoriseerd laten zakken..........................22
7. Technische gegevens...................................23
8. Reiniging........................................................29
9. Onderhoud en reparatie................................29
2. Veiligheid........................................................8
9.1
Geschiktheid van het onderhouds- en
reparatiepersoneel............................................... 29
9.2
Veiligheidsvoorschriften vooronderhoud en
reparatie.............................................................. 29
2.1
Operatoren............................................................ 8
9.3
Onderhoud........................................................... 30
2.2
Standaard veiligheidsvoorschriften....................... 8
9.4
Toegestane hydraulische oliën............................ 32
2.3
Toegestane asbelasting en gewichtsverdeling..... 8
9.5
2.4
Verbod op ongeoorloofde wijzigingen
of aanpassingen................................................... 9
Controleren, bijvullen, verversen van de
hydraulische olie.................................................. 33
9.6
Reparatiewerkzaamheden (reparaties)............... 34
2.5
Deskundigen, bevoegde personen....................... 9
2.6
Onderhoudsaannemers, installatiemedewerkers..10
10.1 Transport............................................................. 36
2.7
Veiligheidsinspecties door vakbekwame
personen.............................................................. 10
Verplichtingen van de operator van de installatie..11
10.2 Lossen................................................................. 36
3. De 2-koloms hefbrug.....................................12
11. Montage (installatie).....................................36
2.8
10. Transport en opslag.....................................35
10.3 Opslag................................................................. 36
3.1
Overzicht van onderdelen..................................... 12
11.1 Veiligheidsinstructies voor montage.................... 36
3.2
Werkgebied, gevarenzones.................................. 13
11.2 Beknopte montage-instructies............................. 37
3.3
Veiligheidsmechanismen...................................... 14
11.3 Specificaties voor de locatie................................ 37
3.4
Bedieningspaneel................................................. 16
11.4 De installatie voorbereiden.................................. 37
4. Gebruik...........................................................17
11.5 De kolommen voorbereiden................................ 37
4.1
Vóór het laden...................................................... 17
11.6 Het bovenportaal voorbereiden........................... 39
4.2
Laden.................................................................... 17
11.7 De hydrauliekmodule monteren........................... 41
4.3
De hefbrug omhoog brengen................................ 18
11.8 Het vergrendelingssysteem monteren................. 43
4.4
Tijdens het gebruik van de hefbrug....................... 18
11.9 De compensatiekabels monteren........................ 46
4.5
Vóór het laten zakken van de hefbrug.................. 18
11.10 De elektrische aansluitingen monteren............... 47
4.6
De hefbrug laten zakken....................................... 18
4.7
Lossen.................................................................. 19
11.11 Pakkingen, afdekking en gereedschapshouder
installeren............................................................ 52
4.8
Uitschakelen......................................................... 19
11.12 De armen & fixatieringen installeren................... 53
11.13 Overigen installeren............................................ 54
5. Problemen, oorzaken en corrigerende
handelingen...................................................19
5.1
12. Inbedrijfstelling.............................................56
Problemen oplossen door de operator................. 19
4
12.1 De werking controleren....................................... 56
12.2 Het hydraulisch systeem testen.......................... 56
12.3 Olie ontluchten.................................................... 56
12.4 De compensatiekabels controleren en afstellen.. 56
12.5 De vergrendelingskabels voor de M-versie
controleren en afstellen....................................... 56
12.6 De vergrendeling testen...................................... 56
13. Demontage....................................................58
14. Verwijdering..................................................58
14.1 Milieuprocedures voor verwijdering..................... 58
14.2 Verpakking.......................................................... 58
14.3 Oliën, vet en andere chemische stoffen.............. 58
14.4 Metalen / Elektronisch afval................................ 58
BIJLAGE
• SPOA3TS/C/M
Schema voor hydraulisch circuit, Elektrisch
bedradingsschema,
Overzicht van de onderdelen, lijst met
reserveonderdelen.
• Installatieprotocol
• Certificaat van voltooiing
Instructies voor het uitvoeren
• Onderhoudsschema:
van visuele inspecties en functionele testen
• Inspectielogboek
• Hoofdblad voor hefbrug
• Testrapport
5
1. Inleiding
1.2 Waarschuwings- en informatiesymbolen
1.1 Over deze gebruikershandleiding
1.2.1 Symbolen in deze documentatie
De kolomhefbrug voldoet aan de nieuwste
technologie en voldoet aan de van toepassing zijnde
voorschriften voor gezondheid en veiligheid en
ongevallenpreventie op het werk.
Oneigenlijk gebruik of gebruik anders dan datgene
waarvoor het bedoeld is, kan leiden tot levensgevaarlijk
of lichamelijk letsel voor de gebruiker of derden en kan
ook leiden tot schade aan eigendommen.
Waarschuwingen worden met de volgende symbolen
in overeenstemming met hun gevarencategorie
aangegeven.
Wees op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften
en gevaren wanneer u werkt in een situatie die van een
waarschuwingssymbool is voorzien.
Volg de ter zake doende gezondheid- & veiligheid en
ongevalpreventieregels die in uw land gelden.
Risico op de dood of letsel
Directe bedreiging voor het leven
en de gezondheid van mensen.
Negeren kan leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
Het is daarom noodzakelijk dat de relevante
personen deze gebruikershandleiding aandachtig lezen
en begrijpen. Lees de instructies zorgvuldig door om
verkeerd gebruik, mogelijke gevaren en schade te
voorkomen. De kolomhefbrug moet altijd worden bediend
volgens de voorschriften.
Risico op de dood of letsel
Mogelijke bedreiging voor het leven
en de gezondheid van mensen.
Negeren kan leiden tot de ernstige
verwondingen.
Houd rekening met het volgende:
• Houd de gebruikershandleiding altijd in de buurt van
de hefbrug en zorg dat deze voor alle gebruikers te
raadplegen is.
• Deze gebruikershandleiding biedt informatie over
de hefbruggen SPOA3TS/C/M-5,SPOA3TS/C
/M-5AP,SPOA3TS/C/M-5AF, variant met
kolomverlenging EH0,EH1,EH2.
• Zorg dat u het Hoofdstuk 2 Veiligheid en de
gebruiksinstructies die met de machine zijn
meegeleverd goed doorleest en begrijpt.
• Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en
bedrijfsstoring die kunnen optreden door het negeren
van de instructies die in deze gebruikershandleiding
zijn vermeld.
• De installatie en de inbedrijfstelling van de hefbrug
zijn in detail beschreven in hoofdstukken 11 tot 12. De
installatie mag alleen worden uitgevoerd door erkende
installateurs en vakbekwame elektriciens.
• Als er problemen optreden, neem contact op
met een deskundige, onze klantenservice, onze
afdeling voor reserveonderdelen of een van onze
vertegenwoordigers.
• De afbeeldingen kunnen afwijken van de geleverde
versie van de machine. De functies of processen die
uitgevoerd moeten worden blijven hetzelfde.
Risico op letsel
Mogelijke gevaarlijke situatie.
Niet-naleving kan leiden tot licht of
matig letsel.
Schade aan eigendommen
Mogelijke gevaarlijke situatie.
Negeren kan leiden tot schade aan
eigendommen.
Andere symbolen
i
INFO-symbool
Nuttige informatie en tips.
Opsommingsteken:
Voor opsommingen van belangrijke
informatie over het desbetreffende
onderwerp.
1.
Disclaimer:
Wij zijn niet aansprakelijk voor drukfouten,
vergissingen en technische wijzigingen.
De in dit document genoemde merken en
handelsmerken hebben betrekking op hun eigenaars
of hun producten.
Gebruiksinstructies:
Voer de gedetailleerde stappen in de
juiste volgorde uit.
Gebruiksinstructies,
waarschuwing
Voer de gedetailleerde stappen in de
juiste volgorde uit.
6
1.2.2 Op het product
i
Leef alle waarschuwingen op de
producten na en zorg dat ze altijd
leesbaar zijn.
1
Beknopte gebruiksinstructies
Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing.
De hefbrug mag alleen door bevoegd personeel worden bediend.
De hefbrug mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt.
Overschrijd het op de typeplaatje aangegeven draagvermogen niet.
De gewichtsverdeling aan de voor-/achterkant mag de waarde in de volledige gebruiksaanwijzing niet overschrijden.
Houd u aan de wettelijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften.
Draag geen personen op de hefbrug.
Trek de handrem van het voertuig aan nadat u op de hefbrug bent gereden en voordat u
het voertuig heft.
De hoofdschakelaar is ook een noodstopschakelaar. Zet in noodgevallen de schakelaar
op "O".
Beveilig de ophijsen tegen onbevoegd gebruik door de hoofdschakelaar te vergrendelen.
Obstakels moeten buiten bereik van de bewegende lading en hefbrug worden gehouden.
? ? ??
!
6
!
2
1. VOOR HET LADEN:
Controleer of de hefbrug volledig werkt. Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding.
De hefbrug moet volledig omlaag zijn gebracht, er mogen zich geen voorwerpen, vet en
olie op de armen en rubberen kussens en mensen in het werkgebied bevinden.
Zwaai de armen met de adapters vrij van olie en vet helemaal naar de doorrijpositie.
Hoofdschakelaar op "AAN".
Zwaai de armen onder het voertuig en plaats de adapters op de door de voertuigfabrikant aanbevolen liftpunten.
Gebruik indien nodig optionele adapters.
7
3
2. HEFFEN:
Er mag zich niemand op de hefbrug of in het voertuig bevinden tijdens het heffen en
laten zakken.
Druk op de knop "OMHOOG". Stop de lift voordat de adapters contact maken met het
voertuig. Zorg ervoor dat alle armsteunen volledig zijn vergrendeld.
Beweeg indien nodig de arm iets totdat de vergrendeling volledig in de fixatiering grijpt.
Sla niet op de pennen met een hamer, omdat dit de fixatietanden kan beschadigen!
Laat geen onderdelen rondslingeren op de hefbrug en op het voertuig dat u wilt heffen.
Let bij het monteren of demonteren van zware voertuigonderdelen er op dat het middelpunt van het voertuig niet verschuift! Het voertuig moet vooraf worden beveiligd.
Het voertuig moet altijd op 4 liftpunten rusten of tegen beweging worden beveiligd.
Ga alleen door met het hefproces tot de gewenste hoogte als het voertuig stabiel is.
Laat de hefbrug niet gedurende lange perioden op zijn volle hoogte achter.
Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendeling zakken.
8
3. BIJ HET HEFFEN:
Voorkom dat het voertuig schommelt.
De portieren van het voertuig moeten gesloten zijn tijdens het heffen en laten zakken.
Controleer de lading en de hefbrug bij het heffen en laten zakken.
Hang niet rond binnen het bereik van de bewegende last en hefbrug bij het heffen en
laten zakken.
Klim niet op het geheven voertuig of de hefbrug.
9
4
4. VÓÓR HET LATEN ZAKKEN VAN DE HEFBRUG:
Verwijder obstakels onder het voertuig en de hefbrug.
Hang niet rond in het werkgebied van de hefbrug.
5. LATEN ZAKKEN:
Druk op de knop "OMHOOG" als u de hefbrug uit het vergrendelingsmechanisme wilt
tillen.
Druk op de knop "Omlaag" en laat deze zakken tot de gewenste hoogte. Als de hefbrug
van de M-versie is, duwt u tegelijkertijd de ontgrendelingshendel omlaag.
10
5
6. AFRIJDEN:
De hefbrug moet volledig omlaag worden gebracht.
Zwaai de armen helemaal naar de doorrijpositie. Pas dan verplaatst u het voertuig.
7. UITSCHAKELEN:
Zet de hoofdschakelaar op "UIT" wanneer de hefbrug niet wordt gebruikt.
Afb. 1
Afb. 2
BQ-010
Waarschuwingssticker op de kolom
met bedieningspaneel
Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding.
BQ-001
Deze instructies bevatten informatie over de bediening van het
hefplatform.
1. Alleen bevoegde personen bedienen de kolomhefbrug.
2. Lees de originele gebruiksaanwijzing
3. Plaats nooit voorwerpen op het hefplatform.
4. Houd personen en dieren uit de buurt van het
hefplatform.
5. Houd het voertuig tijdens het omlaag en omhoog
brengen in het oog.
6. Controleer de hefpositie na kort omhoog brengen.
7. Meerijden op de hefbrug verboden.
8. Slechts één kant, uiteinde of hoek van het voertuig heffen is verboden.
9. Risico op knelling van de voeten tijdens het laten
zakken.
10. Voorwerpen onder de hefbrug werpen bij het laten
zakken.
8. PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD:
7
1.3 Beoogd gebruik
heffen die niet in Hoofdstuk 1.3 zijn
• Lasten
vermeld.
heffen die gevaarlijke goederen
• Voertuigen
bevatten.
of in een werkplaats met brand- of
• Buitenshuis
explosiegevaar gebruiken.
• Auto's wassen op de kolomhefbrug.
• Aanpassingen maken.
De kolomhefbrug mag alleen worden gebruikt:
binnenruimten voor het heffen van niet bezette
• Inmotorvoertuigen.
het heffen van voertuigen met een max.
• Voor
laadvermogen van 3500kg, afhankelijk van de
•
•
hefbrugvariant.
Als het gewicht juist is verdeeld. De last moet zich
standaard in het midden van de bewegingsrichting
bevinden. Als de voornaamste last (bijv. motor) zich
echter aan de voorkant of de achterkant bevindt, is
het volgende van toepassing:
aan de voorkant max. 3/5
aan de achterkant 2/5 van de last of vice versa.
In overeenstemming met de technische gegevens
in Hoofdstuk 7 en in een technisch gezonde staat.
1.5 Informatie over ongevallen, gezondheid
en veiligheid, en milieu
Deze gebruikershandleiding bevat geen
gebruiksinstructies die door gebruiker van de
kolomhefbrug opgesteld moeten worden. De interne
gebruiksinstructies regelen de handelingen binnen
het bedrijf voor de preventie van ongevallen en
risico’s op de gezondheid, de veiligheid en het milieu.
1.4 Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag
Een verkeerd gebruik kan leiden tot een risico voor
het leven en de gezondheid voor de personen die
zich in de ruimte van de hefbrug bevinden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade door
gebruik waarvoor het niet is bestemd of door een
verkeerde werking.
Deze bevatten tevens handelingen in geval van
nood, maatregelen voor eerste hulp, etc.
Het volgende is niet toegestaan:
op of rijden op de kolomhefbrug of de
• Klimmen
last.
wanneer er zich mensen in het voertuig
• Heffen
bevinden
zakken wanneer er zich mensen
• Heffen/laten
of dieren in de gevarenzone bevinden, in het
bijzonder onder de hefbrug.
hefbrug schokkerig omhoog of omlaag
• De
brengen. Zorg dat de hefbrug niet trilt.
• Voorwerpen op of onder de hefbrug gooien.
• Een last op slechts één arm van de hefbrug heffen.
of werken in de gevarenzone
• Rondhangen
wanneer het niet in de vergrendelpositie wordt
neergelaten (grendelstangen).
machine activeren wanneer
• De
veiligheidsapparatuur of -mechanismen niet
aanwezig zijn (voorbeeld: vergrendelpallen zijn niet
gemonteerd).
8
2. Veiligheid
• Let bij het demonteren of monteren van zware
voertuigonderdelen op gevaarlijke verschuivingen
in de gewichtsverdeling, vooral wanneer het
voertuig wordt ondersteund door de verlengarm.
Zet het voertuig van tevoren stevig vast.
• Laat altijd volledig zakken, schakel hoofdliften
uit en beveilig deze om onbevoegd gebruik na
voltooiing van het werk te voorkomen (draai de
hoofdschakelaar naar "UIT" en vergrendel).
• Volg het onderhouds- en serviceschena en noteer
de onderhouds- en serviceprestaties (Hoofdstuk 9).
• Installatie, onderhoud en service mogen alleen
worden uitgevoerd door erkende specialisten
(onderhoudsaannemers) (Hoofdstuk 9).
• Laat werkzaamheden op de elektrische
componenten alleen door een vakbekwame
elektricien uitvoeren.
• Alleen opgeleide personen met voldoende
kennis over hydraulica/pneumatiek mogen
werkzaamheden op hydraulische of pneumatische
uitrusting uitvoeren.
• Draag gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen
tijdens het werken in de ruimte waar de hefbrug
zich bevindt en leef de geldende voorschriften
inzake gezondheid en veiligheid op het
werk en ongevallenpreventie na, bijv. draag
veiligheidshandschoenen, een veiligheidsbril en
veiligheidsschoenen
• Alleen originele reserveonderdelen van de
fabrikant mogen worden gebruikt.
• De hefbrug moet door een specialist
worden geïnspecteerd na het repareren van
ondersteunende delen.
2.1 Operatoren
De kolomhefbrug kan alleen worden bediend zonder
toezicht door personen die:
• Minstens 18 jaar oud zijn.
• Vertrouwd zijn met de basisverordeningen inzake
gezondheid, veiligheid en ongevallenpreventie.
• Opgeleid zijn in het hanteren en bedienen van de
kolomhefbrug.
• Hun vaardigheden aan het bedrijf hebben getoond.
• Uitdrukkelijk en schriftelijk zijn aangewezen om de
hefbrug te bedienen.
• De gebruikershandleiding hebben gelezen en
begrijpen.
2.2 Standaard veiligheidsvoorschriften
• Gebruik de kolomhefbrug alleen nadat een
deskundige in het inspectielogboek heeft
gecertificeerd dat de kolomhefbrug juist is opgesteld.
• Volg altijd de gebruiksaanwijzing (labels op de
kolomhefbrug).
• Als er meerdere personen de kolomhefbrug
bedienen, moet er een toezichthouder door het bedrijf
worden aangesteld.
• De kolomhefbrug mag alleen in technisch goede
staat worden gebruikt met betrekking tot veiligheid en
met alle aanwezige veiligheidsmechanismen.
• De bedieningskast of regeleenheid mag alleen
worden geopend door een vakbekwame elektricien.
• Veiligheidsinspecties moeten regelmatig, en minstens
eenmaal per jaar, worden uitgevoerd.
• Als er tekenen van een defect verschijnen, schakel
dan direct de kolomhefbrug uit, informeer een
supervisor en neem contact op met de klantenservice
als dat nodig is.
• Houd uw werkgebied schoon en vrij van olie, smeer
en andere verontreinigde stoffen.
• Voordat u in de gevarenzone onder de hefbrug gaat
staan of werken, laat deze met behulp van de knop
"Omlaag" in de vergrendelpositie (grendelstangen)
zakken.
• Er mogen zich geen obstakels bevinden in het pad
van de hoofdlift.
• Houd de last tijdens het omhoog en omlaag brengen
altijd in het oog.
• Stop het voertuig altijd veilig, gecentreerd op de
kolommen. Beveilig het voertuig tegen schudden met
liftpunten.
• Neem de nodige maatregelen om verkeer in de zone
van de kolomhefbrug te vermijden. Parkeer geen
andere voertuigen in de gevarenzone.
• Breng geen last boven de toegestane capaciteit aan
en houd rekening met de toegestane aslasten en
lastverdeling zoals vermeld in Hoofdstuk 2.3.
2.3 Toegestane asbelastingen en
gewichtsverdeling
Voordat u het voertuig heft, zorg dat de
gewichtsverdeling juist is.
Als de gewichtsverdeling juist is (standaardpositie
in richting van beweging) bevindt de voornaamste last
zich aan de voorkant (bijv. motor).
Risico op letsel door het omvallen
van het voertuig wanneer het
verkeerd is geladen.
Voldoe aan de toegestane draagcapaciteit,
zoals weergegeven in Afb. 3 en 4.
Voldoe aan de toegestane gewichtsverdeling,
zoals weergegeven in Afb. 3 en 4.
9
Afbeelding 3 en 4:
• Hoofdlift
Afb. 3
3500kg
F2
F1
Toegestane gewichtsverdeling
Hoofdlift
voorkant max. 3/5:
F1 = max. 2100kg
achterkant max. 2/5:
F2 = max. 1400 kg
•
Minimale afstand tussen twee adapters
• Niet kleiner dan 1000 mm
de afstand kleiner is, wordt de laadcapaciteit
• Als
van de hefbrug verminderd.
i
F2
F1
De gewichtsverdeling moet overeenkomen
met de richtlijnen in dit hoofdstuk. We raden
daarom aan om het gewicht zo centraal mogelijk te verdelen ten opzichte van de as van
de kolommen.
Afb. 4
2.4 Verbod op ongeoorloofde wijzigingen
of aanpassingen
veranderingen en wijzigingen aan
• Ongeoorloofde
de kolomhefbrug zijn om veiligheidsredenen niet
•
•
toegestaan.
De toestemming om de kolomhefbrug te gebruiken
zal tevens vervallen.
De conformiteitsverklaring zal tevens vervallen.
2.5 Deskundigen, bevoegde personen
De kolomhefbrug moet altijd na de inbedrijfstelling
en op een regelmatig tijdstip (na max. één jaar), na
een aanpassing van het ontwerp en reparatie van
een ondersteunend onderdeel worden nagekeken.
Inspecties mogen door de volgende personen
worden uitgevoerd:
Deskundige personen
Gecertificeerde expert
Dit zijn personen die, op basis van hun
professionele training en ervaring, gespecialiseerde
kennis hebben op het gebied van hefbruggen.
De experts moeten hefbruggen kunnen nakijken
en vervolgens een expertenbeoordeling maken.
TÜV-experten, gespecialiseerde ingenieurs van de
fabrikant of zelfstandige gespecialiseerde ingenieurs
kunnen voor deze inspecties worden ingezet.
10
Dit zijn personen die, op basis van hun
professionele opleiding en ervaring, de gepaste
kennis hebben op het gebied van hefbruggen.
Ze zijn op de hoogte van zowel de voorschriften
inzake gezondheid en veiligheid op het werk en
ongevallenpreventie als de hefbrugtechnologie om de
naleving inzake gezondheid en veiligheid op het werk
van de hefbrug te kunnen beoordelen.
2.6 Onderhoudsaannemers,
installatiemedewerkers
2.7 Veiligheidsinspecties door
vakbekwame personen
Onderhouds-, service- en
installatiewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door bedrijven of specialisten die door de
fabrikant zijn geautoriseerd.
Veiligheidsinspecties moeten worden uitgevoerd
om de veiligheid van de hefbruggen te waarborgen.
Deze personen zijn vakbekwaam en opgeleid om
hefbruggen te onderhouden en te repareren.
ingebruikname, na initiële installatie. Gebruik
• Voor
het formulier “Initiële veiligheidsinspectie voor
Veiligheidsinspecties dienen in de volgende
gevallen te worden uitgevoerd:
Een deskundig persoon is een persoon die,
op basis van zijn/haar professionele opleiding
en ervaring, de gepaste kennis heeft en tevens
vertrouwd is met de belangrijkste voorschriften, zodat
hij/zij:
installatie”.
ingebruikname op regelmatige tijdstippen,
• Na
minstens eenmaal per jaar. Gebruik het formulier
“Regelmatige veiligheidsinspectie”.
werk dan aan hem/haar is toegewezen kan
• Het
beoordelen,
een ontwerpwijziging aan de onderdelen van
• Na
de hefbrug. Gebruik het formulier “Ongeplande
veiligheidsinspectie”.
•
nodige maatregelen kan nemen om het risico te
• De
elimineren,
Mogelijke risico’s kan herkennen,
de nodige kennis voor het repareren van de
• En
onderdelen heeft.
i
De initiële en alle volgende
veiligheidsinspecties moeten door een
deskundige persoon worden uitgevoerd.
We raden aan dat u tijdens de inspectie ook
onderhoud uitvoert.
i
Ongeplande veiligheidsinspecties en
speciale onderhoudswerkzaamheden zijn
nodig wanneer het ontwerp van de hefbrug
wordt aangepast (installatie van extra
onderdelen). De veiligheidsinspectie moet
door een deskundige persoon worden
uitgevoerd.
i
Gebruik het formulier met de nodige lijsten
in de Bijlage om de veiligheidsinspecties uit
te voeren. Gebruik het relevante formulier
en niet het na voltooiing vast aan de
handleiding.
De gespecialiseerde kennis van een deskundig
persoon moeten hem/haar in staat stellen om
schakelschema’s te lezen en volledig te
• De
begrijpen,
context volledig te begrijpen met betrekking tot
• De
geïnstalleerde veiligheidsuitrusting.
nodige kennis over de werking en het ontwerp
• De
van de systeemcomponenten bezitten.
Eenvoudige fouten op de kolomhefbrug kunnen
door de operatoren worden hersteld.
In geval van een meer ernstige fout, neem contact
op met een erkende onderhoudsaannemer.
11
2.8 Verplichtingen van de operator van de
installatie
Een bevoegde persoon is iemand met de opleiding en
ervaring die vereist is om over voldoende kennis van hefplatformen te beschikken en die voldoende bekend is met
de relevante nationale voorschriften, voorschriften voor ongevallenpreventie en algemeen erkende technische regels
(bijv. BG-regels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische
voorschriften van andere lidstaten van de Europese Unie
of andere partijen bij de overeenkomst in de Europese
economische zone) om de veilige bedrijfsomstandigheden
van hefplatforms te kunnen beoordelen.
Werking van de hefplatforms
In Duitsland wordt het gebruik van hefplatforms
geregeld door de geldende bepalingen van de
beroepsvereniging inzake gezondheid en veiligheid
op het werk zoals bepaald in DGUV-100-500
(voorheen BGR 500) Sectie 2.10". In alle andere
landen moeten de geldende nationale verordeningen,
wetten en richtlijnen worden nageleefd.
Uitzonderlijke controle.
Controle van de hefplatforms
Hefplatforms met een hefhoogte van meer dan 2
meter en hefplatforms die bedoeld zijn voor gebruik
met personen die onder de belastingdragende elementen of de belasting staan, moeten voorafgaand
aan hergebruik worden gecontroleerd door een deskundige na structurele wijzigingen en grote reparaties
aan belastingdragendecomponenten.
Voer de controles uit volgens de volgende
richtlijnen en verordeningen:
Basisprincipes voor het testen van hefplatforms
(DGUV-308-002 voorheen BGG 945)
De basisvoorschriften inzake gezondheid en
veiligheid zoals aangegeven in de richtlijn 2006/42/
EC
Geharmoniseerde Europese normen
De algemeen erkende regels van engineering
De richtlijn over het gebruiken van apparatuur
89/655/EEC en de wijzigingen met DIRECTIVE
95/63/EC.
De geldende voorschriften inzake
ongevallenpreventie
•
•
•
•
•
Een expert is iemand met de opleiding en ervaring
die vereist is om over specialistische kennis van
hefplatforms te beschikken en die voldoende bekend
is met de relevante nationale veiligheidsvoorschriften
voor het werk, voorschriften voor ongevallenpreventie
en algemeen erkende technische regels (bijv. BG-regels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische voorschriften van andere lidstaten van de Europese Unie
of andere partijen bij de overeenkomst in de Europese economische zone) om de veilige bedrijfsomstandigheden van hefplatforms te kunnen beoordelen.
•
De controles moeten worden georganiseerd door
de gebruiker van het hefplatform. De gebruiker is
verantwoordelijk voor het aanwijzen van een expert
of vakbekwaam persoon om de controles uit te
voeren. De gekozen persoon moet aan de vereisten
van BGG 945 zoals vermeld in Sectie 3 voldoen.
i
Inspectielogboek
Een inspectielogboek moet worden bijgehouden
als een record van de uit te voeren controles op het
hefplatform. Het inspectielogboek moet zowel een
rapport over de uitgevoerde test voor ingebruikname
en tijdens elke regelmatige of uitzonderlijke controle
als het geldende EG-type-onderzoekcertificaat en de
EG-conformiteitsverklaring bevatten.
De gebruiker draagt de speciale verantwoordelijkheid als de werknemers van het bedrijf
als experts of vakbekwame personen zijn
aangewezen.
Omvang van de controle
rapport moet bevatten:
• Het
datum en de omvang van de test met details
• De
over de nog niet uitgevoerde testitems
resultaat van de test met details over eventue• Het
le waargenomen tekortkomingen
beoordeling over eventuele hindernissen die
• Een
een opstart of verder gebruik beletten
details van een eventuele vereiste follow-uptest
• De
De
adres en handtekening van de persoon
• die naam,
de controles heeft uitgevoerd
Regelmatige controle omvat in wezen het uitvoeren van een visuele inspectie en een functionele test.
Dit omvat het controleren van de staat van de onderdelen en de uitrusting, het controleren of de veiligheidssystemen volledig zijn en juist werken en of het
inspectielogboek volledig is ingevuld.
De omvang van de uitzonderlijke controle is afhankelijk van de aard en omvang van structurele wijzigingen of reparatiewerkzaamheden.
Regelmatige controle
Na de ingebruikname moet het hefplatform op een
regelmatig tijdstip, minstens eenmaal per jaar, worden nagekeken.
i
12
De erkenning en rectificatie van eventuele gevonden tekortkomingen moeten in het rapport
door de operator worden bevestigd.
3. De 2-koloms hefbrug
3.1 Overzicht van onderdelen
2
3
1
4
8
7
5
6
9
Afb. 5
Afbeelding 5: Voorbeeld van een 2-koloms
hefbrug met verlengarm
1. Standaard hefkolom
2. Verlengingskolom
3. Dwarsbalk
4. Bovenlimietbalk
5. Hefarm
6. Bedieningskast
7. Hefwagen
8. Motoreenheid
13
Afb. 6
F
E
D
C
A
B
3.2 Werkgebied, gevarenzones
Afb. 6 Detail
Afbeelding 6: Werkgebied en gevarenzones.
A 3301mm/3121mm detail zie hoofdstuk 7,technische
gegevens
B Minimaal 1800mm tot dichtstbijzijnde obstakel of
brug.
Letselgevaar in de gevarenzone van
de hefbrug bij ondeskundig gedrag.
C Minimaal 4572mm tot dichtstbijzijnde obstakel.
D Minimaal 2743mm tot dichtstbijzijnde obstakel.
Blijf alleen in de gevarenzone als u bent
opgeleid, geïnformeerd en toegewezen aan
het gebied.
E Motoreenheid
F (8) 20 mm ankers met betrekking tot de vereisten.
Houd het werkgebied schoon.
i
Houd de ontsnappingsroutes vrij zodat u
de gevarenzone in geval van nood snel en
veilig kunt verlaten.
14
Hefbruglocatie: Gebruik indien
beschikbaar bouwtekeningen om de
plaats van de hefbrug te bepalen. Afb. 6
laat de afmetingen zien van een typische
bruginstallatie.
3.3 Veiligheidsmechanismen
Zie afbeeldingen 7 … 12
De veiligheidsmechanismen
beschermen zowel mensen als de
hefbrug. Schakel deze niet uit!
Als de hefbrug gedurende wordt
verplaatst of voor langere tijd buiten
gebruik wordt gesteld, controleer dan de
veiligheidsmechanismen vóór hernieuwde
inbedrijfstelling en repareer indien nodig.
Als de veiligheidsmechanismen defect
zijn, moet de kolomhefbrug onmiddellijk
buiten gebruik worden gesteld en moet de
hoofdschakelaar vergrendeld worden met
een hangslot.
Gebruik de kolomhefbrug pas opnieuw
eenmaal het volledig is gerepareerd!
De gevaarzones van de kolomhefbrug
worden beschermd door
veiligheidsmechanismen.
De werking en de staat van de
veiligheidsmechanismen moeten dagelijks
worden gecontroleerd!
Als veiligheidsmechanismen worden
geactiveerd, stopt de kolomhefbrug
onmiddellijk.
Afb. 7
1. Vergrendelbare hoofdschakelaar
“ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor
gebruik.
“OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten
gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in
de bedieningskast.
Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke
beweging van de hefbrug (= noodstop).
1
2. Voetbescherming-armbescherming op elke
hefarm
Afb. 8
2
Bij het laten zakken van de hefbrug, houdt de
armbescherming de voet uit de buurt van de
arm (voetbescherming, anders bestaat kans op
beknelling of afknijping).
Houd de voet en andere voorwerpen altijd uit de
buurt van de hefarm wanneer u de hefbrug laat
zakken.
Verschillend model met verschillende armen, dus
alleen aandrijfrichting met armbescherming als
standaard.
2
15
3. Bovenlimietbalk op de dwarsbalk
Afb. 9
Een limietbalk voorkomt dat het voertuig te hoog
wordt geheven. Deze functie beschermt effectief
langere voertuigen tegen beschadiging. (→ 3)
3
4. Overdrukklep
De overdrukklep (→ 4) is in de fabriek ingesteld op
ca. 175-190 bar.
Voorkomt de hefbrug met de limiet van
overbelasting.
Afb. 10
5. Daalklep (noodontgrendeling)
Pos.5 Daalklep voor noodontgrendeling van de
hefbrug, duw op de spoel (→ 6). Controleer vóór
deze stap nogmaals of er zich geen voorwerpen
onder de hefbrug bevinden. Zie het hoofdstuk
Bediening voor gedetailleerde stappen.
6
4
6. Vergrendelpal op elke hefkolom
Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een
vergrendelingspal (7.2) en vensters op de drager
(7.1).
Als er een storing optreedt in het hydraulische
systeem, wordt het remmechanisme geactiveerd.
De vensters op de drager worden tegen de
grendelstang gedrukt.
5
Afb. 11
7.2
7.1
7. Armtandwiel en armtandwiel op elke hefbrug
Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een
armtandwiel (8.2) en een vergrendelingsblok (8.1).
Voorkomt dat de hefarm draait wanneer de hefbrug
omhoog en omlaag wordt gebracht.
8. Stroomregelklep in elke cilinder
De bescherming voor een hoge daalsnelheid bij
een kapotte slang.
Afb. 12
8.1
9. Dodemansbediening van de drukknoppen
Als u de knop loslaat, stopt de besturing de
beweging onmiddellijk.
10. Synchronisatiekabel
De beide kabels synchroniseren de beide dragers
in de beweging.
8.2
16
3.4 Bedieningspaneel
i
Alle bewegingen van de hefbrug stoppen
onmiddellijk wanneer u een ingedrukte
knop loslaat.
1. Vergrendelbare hoofdschakelaar (Voor alle
versies)
“ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor
gebruik.
“OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten
gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in
de bedieningskast.
Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke
beweging van de hefbrug (= noodstop).
2
2. OMHOOG-knop (voor alle versies)
De hefbrug gaat omhoog wanneer deze knop
wordt ingedrukt.
3
3. OMLAAG-knop (voor alle versies)
De hefbrug gaat omlaag wanneer deze knop wordt
ingedrukt.
Voor de M-versie moet deze samen gebruikt
worden met de ontgrendelingshendel, om
de hefbrug te laten zakken en als alleen de
knop Omlaag wordt ingedrukt, zal de hefbrug
vergrendelen op de vergrendelingspal.
1
Afb. 13
4. OMLAAG-knop (voor S&C-versie)
Werkt alleen als de knop wordt ingedrukt, zal de
hefbrug vergrendelen op de vergrendelingspal.
Houd de knop ingedrukt totdat beide dragers
stevig vergrendelen op de vergrendelingspal.
5
3
5. Ontgrendelingshendel voor veiligheidsgrendel
(voor M-versie)
Werkt alleen als de hendel volledig omlaag wordt
gehouden, en werkt samen wanneer de knop
Omlaag wordt ingedrukt, de hefbrug gaat omlaag.
i
4
2
Meer details in het volgende hoofdstuk
Bediening.
1
17
Afb. 14
4. Gebruik
4.1 Vóór het laden:
Om persoonlijke ongelukken en/of materiële schade te voorkomen dient alleen
opgeleid personeel de hefbrug te bedienen.
Raak vertrouwd met de hefbrug bediening
na deze instructies te hebben doorgenomen, door de hefbrug een paar keer te
gebruiken alvorens een voertuig op de
hefbrug te plaatsen.
• Inspecteer de Hefbrug – Zie “Gebruiker Inspectie En
Onderhoud”. Gebruik de hefbrug nooit als deze slecht
functioneert of gebroken of beschadigde onderdelen
bevat.
Gebruik altijd alle vier adapters om het
voertuig op te heffen. Hef NOOIT slechts
één kant, één hoek of één zijde van het
voertuig op.
Vergewis u ervan dat het onderstel van het
voertuig het gewicht kan dragen en dat het
bovenportaal of de sensor in contact komt
met het hoogste deel van het voertuig.
• Draai de armen naar buiten in de volledige
doorrijdpositie.
• De hefbrug moet volledig zijn gezakt en er mogen zich
geen personen in de serviceplaats bevinden voordat het
voertuig op de hefbrug wordt aangebracht.
• Zorg dat het gebied rond de hefbrug vrij van
gereedschap, vuil, smeer en olie is.
• Zorg dat de adapterkussens vrij van smeer en olie zijn.
• Laat geen onbevoegde personen op de werkplek toe
zolang de hefbrug in gebruik is.
• Gebruik geen enkel deel van de hefbrug als een kraan
of een drager voor een ander hefmechanisme (bijv. een
takelblok, etc.).
Risico op de dood in geval van een
storing of beschadigde onderdelen.
Schakel de kolomhefbrug uit. Om dit te
doen, zet u de hoofdschakelaar op “UIT” en
vergrendel deze met een hangslot.
Raadpleeg een bevoegde persoon.
• Zet de noodstopschakelaar op positie “AAN”, afb. 14.
Voor hefbruggen uit de E-serie dienen beide
noodstopschakelaars op “AAN” gezet te worden, afb. 13.
4.2 Laden:
Risico op letsel wanneer de last op
voorwerpen onder de hefbrug of het
voertuig wordt gezakt. Het voertuig kan
omkantelen.
• Sta geen onbevoegde of niet-opgeleide personen toe
om een voertuig op de hefbrug te plaatsen of de hefbrug
te bedienen.
Alvorens omlaag te brengen, verwijder alle
voorwerpen onder de hefbrug. Dit geldt in het
bijzonder voor chassisstandaards en extra
krikken.
Houd de hefbrug en het voertuig tijdens het
omhoog en omlaag brengen altijd in het oog.
• Rijd NIET over de armen.
• Overbelast de hefbrug niet. Zie capaciteitslabel op de
hefbrug.
• Gebruik ALLEEN adapterverlengingen die zijn
voorgeschreven door de fabrikant. Gebruik GEEN hout,
betonblokken of andere geïmproviseerde verlengers.
Levensgevaar als belasting verkeerd
wordt verdeeld over beide heftafels. Het
voertuig kan omvallen.
• Rijd het voertuig op de hefbrug met het linker voorwiel
op de juiste wieldetectieschijf, afb. 15. Plaats het
voertuig volgens het zwaartepunt, niet volgens de ruimte
voor open portieren.
Controleer of de aslasten en lastverdeling
overeenkomstig hoofdstuk 1.3 zijn.
Zet de last vast met chassisstandaards van
een gepaste grootte.
i
• Controleer de staat van de hefpunten onder het voertuig.
• Draai de armen onder het voertuig en plaats de adapters
onder de volgens de fabrikant voorschreven liftpunten,
afb. 15. Stel de adapters in op de juiste hoogte zodat het
voertuig waterpas en gebalanceerd blijft.
Zorg bij het werken met de kolomhefbrug
ervoor dat u de instructies genoemd in
hoofdstuk 2 volgt. Veiligheid.
18
4.4 Tijdens het gebruik van de hefbrug:
• Gebruik eventueel extra adapters voor om extra
ruimte op te vullen.
• Gebruik een combinatie van adapterverlengingen
om de hefbrug waterpas te houden.
• Vermijd overmatig schommelen van het voertuig op
de hefbrug.
• Gebruik indien nodig altijd bokken t.b.v. de stabiliteit als zware onderdelen verwijderd of gemonteerd
moeten worden. (bijv. motors, transmissies, etc.).
Gebruik 4 bokken.
4.3 De hefbrug omhoog brengen:
• Niemand mag zich op de hefbrug of in het voertuig
bevinden als er geheven of neergelaten wordt.
• Hef de bokken op tot de hoogte van het voertuig,
laat het voertuig niet op de bokken zakken.
• Houd visueel contact met de armen, liftpunten en
het voertuig tijdens het bewegen van de hefbrug,
en houd afstand van de hefbrug.
• Vermijd het per ongeluk aanraken van blootliggende onderdelen van de uitlaat van voertuigen op de
brug. Pas op dat u niet struikelt over luchtslangen of
elektrische snoeren.
• Voor hefbruggen: Bedien de OMHOOG-schakelaar
op de bedieningskast om de brug omhoog te
brengen, afb. 13/14.
• Draag een veiligheidsbril tijdens het werken onder
het voertuig.
Opmerking: Wacht 2 seconden tussen startpogingen
van de motor. Negeren van deze aanwijzing kan de
motor doen doorbranden.
4.5 Vóór het laten zakken van de hefbrug:
• Verwijder alle gereedschap of andere spullen uit de
omgeving van de hefbrug.
• Stop alvorens contact te maken met het voertuig.
Controleer of de arm fixatiepinnen zijn ingeschakeld. Verschuif de arm indien nodig iets, om de
fixatiepinnen en pallen in elkaar te laten grijpen.
Sla de pin NIET met een hamer naar beneden, dit
beschadigt de fixatietanden.
• Controleer of er zich geen personeel bevindt in de
omgeving van de hefbrug.
4.6 De hefbrug laten zakken
• Houd afstand van de hefbrug bij
het laten zakken van het voertuig.
Houd uw voeten uit de buurt!
• Breng het voertuig omhoog tot de banden loskomen van de vloer.
• Stop en controleer of de adapters nog goed en veilig op de door de fabrikant voorgeschreven liftpunten zitten.
• Voor hefbruggen uit de M-serie:
• Gebruik de OMHOOG schakelaar
om de brug uit de vergrendeling
te heffen.
• Ga alleen door met opheffen tot de gewenste
hoogte als het voertuig stabiel op de brug staat.
• Bedien de VERGRENDELING
DEBLOKKERING-hendel volledig
en houd vast.
• Bedien de OMLAAG-schakelaar
om te laten zakken afb. 14.
• Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendelingen
zakken nadat de gewenste hoogte is bereikt. (De
brug dient hoog genoeg te worden gezet voordat
de vergrendeling kan worden ingeschakeld.)
• Voor hefbruggen uit de M-serie: Bedien de OMLAAG-schakelaar
om de brug op de vergrendeling te laten zakken.
i
het
• Voor hefbruggen uit de E-serie: Bedien
bedieningspaneel om de hefbrug op de vergrendeling te laten zakken.
• Begeef u NIET onder het voertuig als niet alle vier
adapters stevig onder de door de fabrikant voorgeschreven liftpunten zitten
VERGRENDELING deblokkerin-hendel is van het dodeman-type design.
Beide moeten worden bediend om de hefbrug
te laten zakken. Omzeil de zelfsluitende besturingselementen van de hefbrug niet.
• Voor hefbruggen uit de E-serie:
• Druk op
op het bedieningspaneel om de hefbrug uit de vergrendeling te heffen.
• Herhaal de wieldetectie-, laad- en hefprocedures
als het voertuig niet stabiel staat.
• Druk op
op het bedieningspaneel om de hefbrug te laten zakken.
19
BQ-0
5. Problemen, oorzaken en
corrigerende handelingen
4.7 Lossen:
• Verwijder de adapters onder het voertuig en draai
de armen in volledige doorrijdpositie alvorens het
voertuig te verplaatsen.
De volgende lijsten bevatten informatie over
mogelijke problemen, de oorzaken ervan en
acties om de storing te verhelpen.
• Verzeker u ervan dat het uitrijdgebied vrij is van
objecten en personeel alvorens het voertuig van
de hefbrug te rijden.
i
4.8 Uitschakelen:
• Zet de noodstopschakelaar op de positie “UIT”
terwijl de hefbrug niet wordt gebruikt. Vergrendel
de schakelaar indien nodig met een hangslot.
Tijdens een onderbreking (stroomuitval), staat
de hefbrug automatisch in de veilige modus.
Dit betekent dat de machine volledig tot
stilstand komt.
Voorzijde
Front
Typische hijspunten
Als de hefbrug langere tijd
niet gebruikt zal worden,
voer de volgende stappen
uit:
1. Laat de hefbrug tot de laagste
stand zakken.
2. Draai de hoofdschakelaar naar
UIT en vergrendel deze met een hangslot.
3. Ontkoppel de voeding.
i
Hijspunten
Lift Points
Front
Voorzijde
Omtrek
chassis
Perimeter
Frame
HijspunLift
Points
ten
5.1 Problemen oplossen door de operator
Zelfdragende carrosserie
Voorzijde
Front
Unitized Body
De volgende maatregelen voor het oplossen van
problemen mogen alleen door een erkende operator
worden uitgevoerd.
HijspunLift
Points
ten
Alvorens dit te doen, zorg dat de machine op de
voeding is aangesloten en de hoofdschakelaar in de
positie "ON" (aan) is ingesteld.
Pick-up truck
Voorzijde
Front
Pickup Truck
Hijspun-
Lift ten
Points
Buizenchassis
Stub Frame
Reparaties aan de
veiligheidsvoorzieningen van de hefbrug
mogen alleen worden uitgevoerd door
vakbekwame reparateurs (gecertificeerde
expert of deskundige persoon).
Afb. 15
De meeste speciale of aangepaste
voertuigen kunnen niet opgeheven worden op een onderstel hefbrug. Neem
contact op met de fabrikant van het
voertuig voor hef- of krikdetails.
20
i
Als het probleem door het toepassen van
de hieronder vermelde maatregelen niet is
opgelost, neem contact op met een deskundige persoon.
i
Maatregelen voor het oplossen van problemen die in 5.2 zijn vermeld mogen alleen
door onderhoudsaannemers worden uitgevoerd.
Probleem
De motor draait niet.
Mogelijke oorzaak
Handelingen
• Doorgebrande zekering of
aardlekschakelaar.
1. Vervang kapotte zekering of reset de
aardlekschakelaar(klantzijde).
2. Controleer de sensor of verkeerde
verbinding
3. Controleer de OMHOOG-knop
4. Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
1. Controleer en vul het reservoir.
2. Controleer het gewicht van
het voertuig en/of verdeel het
voertuiggewicht op de brug.
Neem contact op met de
servicevertegenwoordiger voor
verdere bijstand
• Bovenportaalsensor
geactiveerd.
• OMHOOG-knop werkt niet.
• Oliepeil te laag.
Motor draait maar brug gaat niet • Overbeladen brug.
omhoog.
Brug gaat niet omlaag.
Brug gaat niet recht omhoog.
1. Omlaag-knop werkt niet.
2. Veiligheidsvergrendeling
kunnen niet worden
losgemaakt.
3. Daalklep werkt niet.
Zie handelingen
Ankerbouten blijven niet
vastzitten.
Zie handelingen
Vergrendeling werkt niet.
Zie handelingen
Trage hefsnelheid of er spuit
olie uit het ontluchtingsklepje.
Zie handelingen
Brug gaat langzaam naar
beneden.
Zie handelingen
Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
5.2 Probleemoplossing door de erkende onderhoudsaannemers
Probleem
Mogelijke oorzaak
Handelingen
Motor werkt niet.
1. Kapotte zekering/
aardlekschakelaar.
2. Onjuiste spanning naar motor.
3. Slechte elektrische aansluitingen.
4. Omhoog schakelaar is
doorgebrand.
5. Bovenportaal limietschakelaar
doorgebrand.
6. Motorwikkelingen zijn
doorgebrand.
1. Vervang zekering of reset
aardlekschakelaar.
2. Zorg voor juiste spanning naar motor.
3. Repareer en isoleer alle
aansluitingen.
4. Vervang schakelaar/
bedieningsknoppen.
5. Vervang bovenportaal
limietschakelaar.
6. Vervang motor.
21
Motor draait maar brug gaat
niet omhoog.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Hefbrug is overbelast.
Motor draait op lage spanning.
Vuil in daalklep.
Pomp zuigt lucht aan.
Aanzuigmond niet op pomp.
Laag oliepeil.
Onjuiste afstelling overdrukventiel.
Open daalklep.
Brug gaat langzaam naar
beneden.
1.
2.
3.
Trage hefsnelheid of er spuit 1.
olie uit het ontluchtingsklepje. 2.
Vuil in controleklepzitting.
Vuil in daalklepzitting.
Externe olielekkage.
Lucht gemengd met olie.
Lucht gemengd met olie
aanzuiging.
3. Olie retourleiding zit los.
Brug gaat niet recht omhoog. 1. Compensatiekabels ontregeld.
2. Hefbrug op ongelijke vloer
geïnstalleerd.
Ankerbouten blijven niet
vastzitten.
1.
2.
De hefbrug stopt voordat de
hoogste stand bereikt is of
ratelt.
1.
Vergrendeling werkt niet.
1.
Ontgrendeling werkt niet
(M-serie).
2.
1.
2.
Ontgrendeling werkt niet
(E-serie). Hefbrug kan niet
zakken.
2.
3.
1.
2.
1. Controleer het gewicht van het voertuig
en/of verdeel het voertuiggewicht op de
brug.
2. Zorg voor juiste spanning naar motor.
3. Reinig daalklep.
4. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan.
5. Vervang aanzuigmond.
6. Vul reservoir tot gepaste peil.
7. Vervang overdrukventiel.
8. Repareer/vervang daalklep.
1. Reinig controleklep.
2. Reinig daalklep.
3. Repareer externe lekkage.
1. Ververs de olie
2. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan.
3. Monteer olie retourleiding opnieuw.
1. Stel de compensatiekabels af om druk te
corrigeren.
2. Stel de hefbrug met vulplaten om de
kolommen waterpas te stellen.
Geboorde gaten zijn te groot.
1. Verplaats de hefbrug met behulp van
Dikte betonvloer of sterkte niet
nieuwe boor. Raadpleeg de installatie
voldoende.
instructies voor de juiste ankermethode
en minimaal benodigde ruimte.
2. Verwijder het oude beton en giet nieuwe
platen voor de hefbrug volgens de
hefbrug installatie-instructies.
Lucht in de hydraulische slangen of 1. Start de hefbrug en breng ongeveer
de cilinder.
610 mm omhoog. Open de
ontluchtingsventielen ongeveer 2 slagen.
Laag oliepeil.
Sluit ze als de er vloeistof uitstroomt.
Laat de brug volledig zakken en vul
de voedingseenheid opnieuw volgens
onderstaande Stap 2.
2. Laat de brug volledig zakken. Vul het
reservoir.
Roest op de
1. Verwijder de deksels en het
vergrendelingschachten. (Komt
grendelmechanisme voor de olie. Druk
meestal voor op buiteninstallaties
de vergrendeling deblokkering hendel
of in een omgeving met een
een aantal malen in om de olie zich over
hoge vochtigheidsgraad zoals
de schacht te laten verspreiden.
wascabines.)
2. Vervang de vergrendelingveer.
Beschadigde vergrendelveer.
Vergrendelingkabel is gebroken.
1. Vervang kabel.
De kabel is van de katrollen
2. Controleer de positie van de bovenste
gelopen.
katrollen.
Vergrendelingkabel zit los.
3. Vervang kabel.
solenoïde wordt gloeiend heet.
1. Wacht 5-10 minuten.
solenoïde defect.
2. Vervang solenoïde.
22
6. Geautoriseerd laten zakken
Alleen door bevoegde personen
Afb.16
Letselgevaar in het geval van
ondeskundig gedrag. Alleen
bevoegde personen mogen
hefbruggen laten zakken zoals
hieronder beschreven.
B
B
SPOA3TS&C
Zet de gevarenzone af en voorkom toegang
voor alle personen.
Houd de gevarenzones constant in de gaten
tijdens het heffen of laten zakken.
Niemand mag in de verkeerszone van de
hefbrug blijven staan.
Alleen gekwalificeerde elektriciens mogen
aan de elektra werken.
Als uw hefbrug zich in de bovenste positie
bevindt en de voeding wordt onderbroken,
is het belangrijk om te weten hoe de hefbrug
handmatig te laten zakken Controleer dat er zich
niets onder de hefbrug of het voertuig bevindt
en dat er geen personeel in de buurt van de
hefbrug is.
1. Zet een hydraulische krik onder de constructie aan
de kant van het hoofdbedieningspaneel. De krik moet
voldoende draagvermogen voor het voertuig hebben.
2. Krik de brug op uit de vergrendeling. Het zou
voldoende moeten zijn om de brug ongeveer 1/4"
op te krikken om te ontgrendelen.
A
3. Verwijder het bedieningspaneel en trek de
vergrendelingspal terug, afb. 16. Als u de pal niet
B
met uw vingers terug kunt trekken, dan is er niet
C
ontgrendeld. Herhaal stap 2 totdat er is ontgrendeld.
4. Plaats een plat stuk staal achter de
vergrendelingpal en de achterzijde van de kolom
om de ontgrendeling te behouden.
5. Laat langzaam de hydraulische krik onder de
armdrager uitzakken.
6. Herhaal step 1 tot 5 aan de kant van de kolom met
het hulpbedieningspaneel.
7. De hefbrug wordt nu alleen door hydraulica omhoog
gehouden.
8. Verwijder het deksel van de daalklep op de
aandrijfeenheid en draai en trek om de brug te laten
zakken, afb. 16. De brug zal langzaam zakken.
Plaats de deksel weer op de daalklep nadat de brug
is gedaald.
9. Als de stroom is uitgevallen zal de hefbrug weer
werken zodra er weer stroom is.
10. Als de stroom niet is uitgevallen, laat dan een
23
bevoegde monteur de kabels naar de hefbrug
A
SPOA3TM
C
Afb. 16 Detail
Bedieningspaneel
vergrendelingspal
Trek om de hefbrug handmatig te
laten zakken
8
EH1:3865
EH2:4170
24
50
R5
76
R8
2
06
2
47
R1
3121
3000
EH1:3721
EH2:4026
R1
1
94
2336
7
2560
154
1957
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
5
4
3
1
6
-
-
REV CO NUM
-
a
DATE
03.06.08
05.08.16
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
Tragarm lang 876 - 1472
long lifting arms 876 - 1472
bras porteur long 876 - 1472
3
4
8
Durchfahrbreite 2336 mm
clearance width 2336 mm
largeur de passage 2336 mm
7
BY
hp/
hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
THIRD ANGLE
PROJECTION
SPOA3T-5/VAS6353A
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
DO NOT SCALE DRAWING
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
NOTES:
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION: 1/2"
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS:
.010"
1
ANGULAR DIMENSIONS:
hp
1:25
A
SHEET
1 of 3
SPOA3T
DRAWING NUMBER
COMPANY
DOVER
03.06.08
SCALE
APPROVED DATE
DRAWN
ROTARY LIFT
SPOA3T
Specification
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3620x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3620x1650x200
Concrete quality: B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini. des
fondations est de 3620x1650x200
qualité du beton: B25(C25/20) avec beton arme
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
6
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
2
5
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54, Luftanschluß
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54, air plug
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air
1
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
7. Technische gegevens
8
R55
0
25
00
R6
6
0
28
R1
R1
10
2
3301
3180
EH1: 3631
EH2: 3936
2516
7
2740
94
5
4
3
1
6
154
EH1: 3775
EH2:4080
REV CO NUM
DATE
13.Jan.14
-
-
05.08.16
a
8
Durchfahrbreite 2536 mm
clearance width 2536 mm
largeur de passage 2536 mm
7
BY
hp/
hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
THIRD ANGLE
PROJECTION
SPOA3T-5 AP/VAS6814
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
DO NOT SCALE DRAWING
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
NOTES:
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION: 1/2"
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS:
.010"
1
ANGULAR DIMENSIONS:
3 of 4
DRAWING NUMBER
SPOA3T-AP
SHEET
COMPANY
DOVER
13.Jan.14
1:25
A
ROTARY LIFT
SCALE
APPROVED DATE
hp
DRAWN
SPOA3T-AP
Specification
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3820x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3820x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3820x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
6
5
Tragarm lang 600 - 1280
long lifting arms 600 - 1280
bras porteur long 600 - 1280
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
3
4
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54, Luftanschluß
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54, air plug
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air
2
1
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
1957
EH1:3865
EH2:4170
2086
3
2
0
33
R1
7
2336
2556
EH1: 3721
EH2: 4026
26
3121
3000
111
1
R785
R 1330
R785
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
4
1
6
REV CO NUM
DATE
Tragarm hinten 785 - 1330
rear lifting arms 785 - 1330
bras porteur long 785 - 1330
Tragarm vorn 785 - 1330
front lifting arms 785 - 1330
bras porteur court 785 - 1330
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Durchfahrbreite 2336 mm
clearance width 2336 mm
largeur de passage 2336 mm
4
5
6
7
BY
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0
WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION: 1/2"
FRACTIONAL DIMENSIONS:
1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS:
.010"
ANGULAR DIMENSIONS:
1
hp
13.Jan.14
1:25
SPOA3T-AF
SPOA3T-AF
Specification
2. Bedienteil, Steckdose und Luftanschluß (Zubehör)
2. control unit, socket and air plug (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3620x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3620x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3620x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
Hubhöhe 2086 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 2086 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 2086 mm- temps de levage:~30 sec
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54
3
2
1
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
1
2
R55
0
27
5
00
R6
95
10
6
R1
3301
3180
2516
7
2740
4
1
6
3
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
1957
155
REV CO NUM
-
DATE
15.Dez.15
Durchfahrbreite 2516 mm
clearance width 2516 mm
largeur de passage 2516 mm
7
BY
hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
THIRD ANGLE
PROJECTION
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
DO NOT SCALE DRAWING
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
NOTES:
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION: 1/2"
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS:
.010"
1
ANGULAR DIMENSIONS:
2 of 2
DRAWING NUMBER
SPOA3TS-5-MB
SHEET
COMPANY
DOVER
15.Dez.15
1:25
A
ROTARY LIFT
SCALE
APPROVED DATE
hp
DRAWN
SPOA3TS-5-MB
Specification
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise électrique (accessoires)
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3820x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3820x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3820x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
Tragarm lang 600 - 1280
long lifting arms 600 - 1280
bras porteur long 600 - 1280
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54
6
5
4
3
2
1
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
28
3121/3301
3820-SPOA3T-5AP/SPOA3TS-5-MB/VAS6814
3620-SPOA3T-5/5AF/VAS6353A
Bewehrung aus
BStG Q 355A ( 8/150)
200
650
1500
REV CO NUM
-
DATE
21.Jan.14
BY
THIRD ANGLE
PROJECTION
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
0.8mm MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
DO NOT SCALE DRAWING
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
NOTES:
UNLESS OTHERWISE NOTED:
ANGULAR DIMENSIONS:
1
OTHER DIMENSIONS:
0.8mm (<305mm)
1.6mm (>or= 305mm)
ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS
Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG
Lastverteilung entsprechend EN1493
(dyn. Faktor berücksichtigt)
A
1:25
1 of 1
DRAWING NUMBER
FP_SPOA3T
SHEET
COMPANY
DOVER
21.Jan.14
SCALE
APPROVED DATE
hp
DRAWN
ROTARY LIFT
SPOA3T
Fundament
Maße des Fundaments:
in Fahrtrichtung:
1650 mm
quer zur Fahrtrichtung:
3620 mm
Dicke:
200 mm
empfohlene Anker für gerissenen Beton:
MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16
HILTI Bolzenanker HST M20
Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08).
Beton auf Sauberkeitsschicht!
Auf ausreichende Deckschicht achten!
1500
29
3121/3301
Bewehrung aus
BStG Q 355A ( 8/150)
1000
250
400
800
1400
REV CO NUM
-
DATE
21.Jan.14
BY
THIRD ANGLE
PROJECTION
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
0.8mm MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
DO NOT SCALE DRAWING
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
NOTES:
UNLESS OTHERWISE NOTED:
ANGULAR DIMENSIONS:
1
OTHER DIMENSIONS:
0.8mm (<305mm)
1.6mm (>or= 305mm)
ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS
Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG
Lastverteilung entsprechend EN1493
(dyn. Faktor berücksichtigt)
A
1:25
1 of 1
DRAWING NUMBER
FP_SPOA3T_S
SHEET
COMPANY
DOVER
21.Jan.14
SCALE
APPROVED DATE
hp
DRAWN
ROTARY LIFT
SPOA3T
Fundament
Maße der Fundamente:
in Fahrtrichtung:
1400 mm
quer zur Fahrtrichtung:
1000 mm
Dicke:
400 mm
empfohlene Anker für gerissenen Beton:
MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16; 145/M16
HILTI Bolzenanker HST M20
Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08).
Beton auf Sauberkeitsschicht!
Auf ausreichende Deckschicht achten!
1400
8. Reiniging
9. Onderhoud en reparatie
de hefbrug alleen onbelast schoon (zonder
• Maak
voertuig).
Ongepaste onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden kunnen
ernstig letsel en schade aan
eigendommen veroorzaken. Tijdens
de werkzaamheden is er tevens
risico op een dodelijk letsel.
de hefbrug en de werkvloer elke dag.
• Reinig
Houd hierbij alle onderdelen van de kolomhefbrug
schoon.
i
Leef de onderstaande onderhouds- en
reparatievoorschriften strikt na.
Reinig de kolomhefbrug regelmatig
(→ Hoofdstuk 8).
Leef de onderhoudsintervallen na
(→ Hoofdstuk 9.3). Dit zorgt ervoor dat de
kolomhefbrug in perfecte staat blijft en een
veilige werking garandeert.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden gedocumenteerd
(→ bijlage, onderhoudsschema, regelmatige
onderhoudsrapporten en reparatierapporten).
Als de hefbrug zich in een zeer vuile
ruimte bevindt, maak het vaker schoon.
de onderdelen en kappen van de hefbrug
• Maak
niet schoon met agressieve schoonmaakmiddelen.
Gebruik een pluisvrije doek.
geen perslucht of hogedrukreiniger voor
• Gebruik
het schoonmaakwerk.
er gevaar optreedt, neem altijd contact op met
• Als
een onderhoudsaannemer.
9.1 Geschiktheid van het onderhouds- en
reparatiepersoneel
u onderhoud uitvoert, zorg dat alle
• Voordat
verbindingen en aansluitingen vrij van olie, smeer
en reinigingsmiddel zijn.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd door een deskundige
onderhoudsaannemer. (→ Hoofdstuk 2.6).
de kabel niet met water. Kabels
• Reinig
(bewegende staalkabel) moeten worden gesmeerd
met een geschikt smeermiddel, bijvoorbeeld van
Duotac, CRC of Mobil (Mobilarma 798).
9.2 Veiligheidsvoorschriften voor
onderhoud en reparatie
vakbekwame elektriciens mogen
• Alleen
werkzaamheden op de elektrische componenten
Dit kan de levensduur van de kabel aanzienlijk
verlengen. Smeermiddel kan worden aangebracht
door sproeien, dippen of borstelen.
van de machine uitvoeren.
opgeleid personeel met voldoende
• Alleen
gespecialiseerde kennis en ervaring over
hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden
op hydraulische uitrusting uitvoeren.
altijd de instructies die in Hoofdstuk 2
• Volg
Veiligheid.
er werkzaamheden op de hydraulische of
• Wanneer
pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg
de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn
vermeld.
alleen onderhoud uit aan onbelaste
• Voer
hefbruggen en heftafels.
moeten volledig worden neergelaten
• Hoofdliften
of in vergrendelpositie worden vergrendeld
(vergrendeling).
30
9.3 Onderhoud
• Voorkom risico’s voor het milieu:
olie op basis van minerale olie is
• Hydraulische
brandbaar en waterverontreinigend. Het mag
•
•
•
Er bestaat gevaar voor verbrijzeling
en verlies van ledematen door het
ongecontroleerd laten zakken van de
hefbrug.
alleen worden gebruikt in combinatie met het
bijbehorende veiligheidsinformatieblad en er
moet voldaan zijn aan alle maatregelen die in
het informatieblad zijn vermeld.
Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens
voor de olie.
Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie,
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de
bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen.
Leef de geldende lokale verordeningen inzake
het behandelen van verontreinigde stoffen in het
water na, bijv. voor het absorberen van lekkende
vloeistoffen of vloeistoffen van olieafscheiders.
In bijzonder vuile omgevingen, onderhoudt u
de kolomhefbrug dienovereenkomstig vaker.
Voer alleen onderhoud op een onbelaste
hefbrug uit, dit is zonder voertuig.
Gevaar voor mens en milieu door
giftige stoffen bij het leegmaken of
vullen van de hydraulische
olietank.
contact met of het inademen van giftige
• Vermijd
stoffen, zoals hydraulische olie.
Vermijd contact met of inademing van
hydraulische olie of Vaseline olie.
Zorg voor een geschikte olie-opvangbaken
olie-absorberende middelen.
Zorg ervoor dat de gebruikte olie de bodem
niet vervuilt of in de riolering terechtkomt.
Leef de geldende lokale verordeningen
inzake het behandelen van verontreinigde
stoffen in het water na.
Gooi de gebruikte olie weg op een
milieuvriendelijke manier.
Hydraulische olie is zeer brandbaar.
beschermende kleding, bijv. een
• Draag
veiligheidsbril, beschermende handschoenen, etc.
het uitvoeren van onderhoud of reparatie:
• Voorbeveilig
zone van de kolomhefbrug met een
• rood-wittedeketting
en waarschuwingsborden.
de hoofdschakelaar op UIT (positie "UIT").
• Zet
Ontkoppel
de luchttoevoer (manometer op de
• compressoreenheid
naar 0 bar) (alleen voor
•
E-versie).
Licht alle personen die zich in het werkgebied
bevinden in over de uitvoeren onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden.
Risico op dodelijk letsel als
de ankerbouten los zitten. De
kolomhefbrug kan wegglijden, de
last kan vallen.
alleen originele reserveonderdelen van de
• Gebruik
fabrikant.
•
Stop met het bedienen van de kolomhefbrug.
Beveilig de kolomhefbrug. Als dit niet
mogelijk is, zorg voor een goedgekeurde
fundering en zet de schaarbrug vervolgens
stevig vast.
Draai alle verbindingen na het onderhoud vast
overeenkomstig de aangegeven draaimomenten.
standaard instelling voor de veiligheidskleppen
• De
moet maximum 10% of minimum 20 bar
boven de bedrijfsdruk van de machine zijn. De
instellingen van de veiligheidskleppen mogen niet
worden aangepast.
alle gebruikte materialen, gereedschap
• Verwijder
en andere voorwerpen uit de gevarenzone na
reiniging, onderhoud of reparatie.
de hydraulische oliën, smeermiddelen,
• Gooi
reinigingsmiddelen en vervangen onderdelen weg
volgens de geldende milieuvoorschriften.
31
Dagelijkse inspectie
Maandelijks onderhoud
1. Controleer de kabels en kabelkatrollen op slijtage Bel de
lokale servicemedewerker indien onderdelen versleten
zijn.
2. Inspecteer de adapters op beschadigingen of overmatige
slijtage. Bel de lokale servicemedewerker indien
onderdelen versleten zijn.
3. Controleer op permanente vervorming van de
vergrendelingen. Bel als dit optreedt de lokale
servicemedewerker om onderdelen te laten vervangen.
4. Controleer de werking van de bovenportaalsensor.
5. Controleer de bediening van het synchronisatie- en
compensatiesysteem (beide zijden dienen gelijkmatig te
stijgen en dalen). Voer de controle uit met en zonder een
representatief geladen voertuig.
6. Controleer de daalsnelheid met een representatief
voertuig op de hefbrug (mag niet boven 0,15m/s
uitkomen).
7. Controleer de juiste werking van de draaiarm
fixatiepinnen.
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer of de hefarmen horizontaal zijn uitgelijnd
tijdens heffen en laten zakken. Pas uitgerekte kabels
opnieuw aan (→ Hoofdstuk 12 Inbedrijfstelling).
3. Controleer of schroefverbindingen los zijn geraakt.
4. Controleer het hydraulische oliepeil (hydrauliektank).
Vul indien nodig bij met goedgekeurde hydraulische olie
(→ Hoofdstuk 9.4).
5. Inspecteer het tankdeksel van de hydrauliektank.
De ontluchtingsdop moet schoon zijn, zodat er geen
vacuüm kan ontstaan.
Reinig indien nodig.
6. Controleer de afdichtingen van de hydraulische
componenten (visuele inspectie).
7. Reinig en controleer hefbrugbasis. Verwijder alle roest
en werk bij met verf.
8. Controleer maandelijks de rubberen pads op slijtage,
vervang defecte pads indien nodig.
9. Smeer de vergrendelingschachten. Druk een aantal
keer op de vergrendelingpal om de olie in te laten
werken.
10. Zet de hoofdschakelaar op AAN (positie “AAN”).
11. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
12. Voer een werkingstest uit met en zonder last.
13. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Afb.17
Onaanvaardbare kabel
met gebroken draden
Aanvaardbare, onbeschadigde kabel
Halfjaarlijks onderhoud
1. Breng de brug omhoog.
2. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
3. Smeer de kolomhefbrug met goedgekeurd
smeermiddel:
• Smeer het loopvlak van de glijbanen voor de hefbrug
licht in
• Smeer de schroefdraad van de schijfadapters licht in
voor een soepele werking.
4. Controleer de moeren van de kabel. Zorg ervoor dat
alle moeren goed werken en niet los zitten. Controleer
ook of de ankerbouten nog goed vastzitten.
5. Stel de hoofdschakelaar in op AAN (positie “AAN”).
6. Voer een functietest uit. Laat de hefbrug volledig
zakken.
7. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Onacceptabele kabel zwaar gerafeld
Onacceptabele kabel - ernstig samengegetrokken
Jaarlijks onderhoud
32
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer hydraulische cilinders en hydraulische
slangen voor lekken (visuele inspectie). Stop de
geladen hefbrug middenin en let op langzaam zakken
en hydraulische lekken.
9.4 Toegestane hydraulische oliën
3. Inspecteer de elektrische kabels op schade
(visuele inspectie).
4. Draai de hoofdschakelaar opnieuw op AAN (positie
"AAN").
5. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
6. Vervang onleesbare of ontbrekende labels op de
kolomhefbrug. Bestel opnieuw bij de fabrikant.
7. Voer veiligheidsinspecties uit (→ hoofdstuk 2.7).
8. Vul een onderhoudsrapport en inspectierapport
van een veiligheidsinspectie in (→ Bijlage).
9. Controleer het aanhaalmoment van de
ankerbouten.
i
Belangrijke informatie
alleen hydraulische oliën overeenkomstig
• Gebruik
DIN 51524 voor het hydraulisch systeem.
alleen biologisch afbreekbare oliën
• Gebruik
(HEES-gebaseerd op synthetische esters).
PTFE-afdichtingen of schuim elastomeren
• Gebruik
als het watergehalte hoog is.
De afdichtingen kunnen
onherstelbare schade oplopen
als de verkeerde hydraulische
olie wordt gebruikt.
Gebruik geen olie op basis van koolzaad.
Het watergehalte van de olie mag niet meer
bedragen dan 2%.
Meng geen biologische oliën met minerale
oliën. Mengen leidt tot overmatig schuimen
en schade door corrosie.
Zorg dat de olie niet is verontreinigd door
een andere olie of water.
Gebruik een biologische olie met een
proportioneel lagere viscositeit als
vervanging voor minerale olie. Dit zorgt voor
betere smeereigenschappen, verlaagt het
energieverbruik en genereert minder warmte.
De biologische olie HEES32 kan bijvoorbeeld in
plaats van de minerale olie HLP46 worden gebruikt:
• PLANTOSYN 3268
• BECHEM HYDROSTAR HEES 32
• BP Biohyd 32
• Mobil EAL hydraulische olie 32
Oliën en smeer
Gebruik alleen olie en smeer van
consistentieklasse II.
i
Verontreinigde stoffen in het water
Oliën en smeer zijn verontreinigde stoffen in
het water wat betreft de Water Management
Act (WGH).
i
Gooi deze altijd weg op een milieuvriendelijke
manier en overeenkomstig de geldende nationale
verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering).
33
9.5 Controleren, bijvullen, verversen van de
hydraulische olie
Afb. 18
Tijdens het vullen van het
hydraulische oliereservoir bestaat
er gevaar voor de gezondheid van
personen en het milieu door de giftige
stoffen.
Vermijd contact met en inademing van
hydraulische olie.
Draag beschermende kleding (een
veiligheidsbril, beschermende handschoenen).
Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens
voor de olie.
Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie,
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen
de bodem vervuilen of in de riolering
terechtkomen.
Leef de geldende lokale verordeningen inzake
het behandelen van verontreinigde stoffen
in het water na, bijv. voor het absorberen
van lekkende vloeistoffen of vloeistoffen van
olieafscheiders.
Hydraulische olie is zeer brandbaar.
1. Controleer het hydraulische oliepeil op de
hydraulische olietank.
i
3. Breng het hydraulische oliereservoir opnieuw juist
aan.
Het oliepeil mag zich niet onder de minimum
waarde (“min”) bevinden.
4. Vul met goedgekeurde hydraulische olie tot aan
het “max” teken. Maximale capaciteit van leeg
reservoir.
2. Plaats de opvangbak onder het reservoir, verwijder
de reservoirdop en vul bij tot aan het “max” teken.
3. Zorg dat de ventilatieopeningen werken en er geen
vacuüm wordt gegenereerd.
5. Ontlucht de cilinders in beide kolommen.
4. Schroef de reservoirdop opnieuw vast zodat het
reservoir goed wordt afgedicht.
6. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug
met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de
gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste
manier.
5. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug
met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de
gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste manier.
6. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
7. Draai de hoofschakelaar opnieuw naar de stand
“ON” (aan).
Het verversen van de olie is nodig zodra de
kwaliteit van de hydraulische olie onvoldoende
is. Om dit te verwezenlijken, ga als volgt te werk:
8. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
1. Laat de dragers volledig zakken, zet de
hoofdschakelaar op uit (positie "UIT") en vergrendel
deze.
2. Plaats de olie-opvangbak onder de hydraulische
olietank, demonteer de tank volledig en laat de
resterende olie in de opvangbak lopen.
9. Voer een werkingstest uit met en zonder last.
10. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
34
9.6 Reparatiewerkzaamheden (reparaties)
Cilinder uit elkaar halen en opnieuw ineen zetten
(voor het vervangen van de afdichtingskit)
Een verkeerd uitgevoerde reparatie
kan leiden tot ernstig letsel of schade
aan eigendommen. Tijdens de
werkzaamheden is er tevens risico op
een dodelijk letsel.
1) Verwijder de handmatige ontluchter en schuif de
plunjer uit de behuizing.
2) Verwijder de borgring of clip van de zuiger.
Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door opgeleid personeel van het
servicecentrum.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen in dit hoofdstuk.
Volg altijd onderstaande reparatie-instructies.
Reparatiewerkzaamheden moeten worden
gedocumenteerd (→ Bijlage, Inspectielogboek).
i
3) Verwijder de plunjer uit de behuizing.
4) Reinig de binnenkant van de behuizing en zorg
ervoor dat al het vuil met minerale alcohol wordt
verwijderd.
5) Controleer de afdichting op schade.
6) Vervang de afdichting en alle andere componenten
(wisser, slijtring, enz.).
Raadpleeg altijd de informatie die u
tijdens de opleiding van de fabrikant hebt
gekregen.
7) Bedek afdichting met olie of wit vet.
De cilinder of afdichtingskit vervangen.
8) Plaats de plunjer, borgring en handmatige ontluchter terug en zorg ervoor dat u het oppervlak van de
zuiger niet krast of deukt.
Alvorens de cilinder te verwijderen, zorg dat u de juiste
afdichtingskit of cilinder hebt (Zie Bijlage).
De cilinder verwijderen
De cilinder vervangen
1) Maak de compensatiekabel op de tegenoverliggende
drager los.
1) Plaats de cilinder terug en sluit de slangkoppeling
weer aan.
2) Breng de hefbrug helemaal omhoog en laat de
drager op de bovenste vergrendelingspositie rusten.
2) Sluit de stroombron opnieuw aan.
3) Installeer het onderste katrolbeschermer.
3) Controleer of de drager goed is vergrendeld.
4) Zorg dat de druk van het systeem is gehaald.
4) Breng de cilinder in de kolom omhoog via de hefplaat van de drager en de cilindercentreerstang.
5) Volg de juiste vergrendelingsprocedure voor het
ontkoppelen van de voeding op de hefbrug.
5) Laat beide dragers zakken.
6) Pas de compensatiekabels aan.
6) Verwijder de onderste katrolbeschermer bij het
voetstuk van de kolom.
7) Breng de dragers voorzichtig ongeveer 60 cm omhoog. Ontlucht beide cilinders.
7) Trek de cilinder met de hand naar beneden uit de
drager met de daalklep ingedrukt.
8) Laat de brug volledig zakken.
8) Koppel de draaibare slangkoppeling los aan de
onderkant van de cilinder.
9) Controleer en voeg indien nodig vloeistof toe.
10) Breng de hefbrug helemaal omhoog en controleer
op lekken.
9) Plug slanguiteinden en cilinderadapter dicht om
vochtverlies te voorkomen.
10) Verwijder voorzichtig de cilinder uit de kolom.
11) Schakel de hefbrug weer in bedrijf.
35
10. Transport en opslag
Afb.19
Plet- en afknijpgevaar van ledematen tijden lossen.
Veroorzaakt door omvallen of
wegglijden van de lading.
Los en vervoer de verpakkingseenheid
alleen naar de installatieplaats met behulp van een vorkheftruck of pompwagen met voldoende draagcapaciteit.
Gebruik alleen takels die voor het totale
gewicht goedgekeurd zijn (riemen, kettingen, etc.).
Bevestig deze zodat de lading niet kan
verschuiven (controleer het zwaartepunt
van de lading).
Maak alleen individuele componenten
vast aan de lastdragende onderdelen.
Hijs altijd verticaal, langzaam en zonder
schokken.
Voer een visuele inspectie vóór het lossen uit.
Sta niet dichtbij of onder een draaiende
last.
Houd de gevarenzone constant in de
gaten tijdens het hijsen of laten zakken.
Transporteer de hydraulische componenten altijd zonder olie.
A
B
C
Fig. 17
D
Kabels/kabelkatrollen vervangen
• Beschadigde kabels moeten onmiddellijk worden
vervangen.
• Als er Kabels/kabelkatrollen beschadigd
zijn, neem onmiddellijk contact op met
onderhoudsaannemers en de klantenservice.
• Vervang altijd alle kabels samen als een set.
• Als de kabel te slap is → hoofdstuk 12.
Inbedrijfstelling.
• Vervang kabels volgens de training van de
fabrikant.
De hefbrugonderdelen kunnen
worden beschadigd als het lossen verkeerd wordt uitgevoerd.
Beschadig de platen aan de onderzijde van
de hefbrug niet tijdens het hijsen.
Verschillende onderdelen zijn in de componenten geplaatst, bijvoorbeeld in de kolommen. Los deze zorgvuldig om schade te
voorkomen.
Tijdens het lossen, ga van boven naar onder.
36
11. Montage (installatie)
10.1 Transport
De hefbrug wordt geleverd in een verpakkingseenheid (basiseenheid) plus afzonderlijke kolomverlengingen. De verpakkingseenheid wordt geleverd met de
volgende documentatie:
•
Transportbeschrijving met vermelding van de gepaste ophangpunten, totaal gewicht, zwaartepunt, vereiste kabellengtes, transportvergrendelingen, etc.
•
Lijst met alle individuele onderdelen die zijn meegeleverd.
Een verkeerde installatie kan
leiden tot ernstig letsel en schade
aan eigendommen. Tijdens de
werkzaamheden is er tevens risico
op een dodelijk letsel.
Volg onderstaande instructies strikt op.
Alleen door de fabrikant bevoegd personeel
van de klantenservice mag de kolomhefbrug
monteren en in bedrijf stellen.
Een juiste installatie en inbedrijfstelling
moeten in het inspectielogboek worden
gedocumenteerd.
Om dit te doen, gebruik het formulier “Initiële
veiligheidsinspectie voor ingebruikname”.
10.2 Lossen
1. Inspecteer de verzending op transportschade. Als
schade wordt waargenomen, rapporteer dit aan uw
leidinggevende en het transportbedrijf.
11.1 Veiligheidsinstructies voor montage
2. Transporteer de verpakkingsinhoud naar de
installatieplaats. Deze moet in overeenstemming zijn
met de goedgekeurde milieuomstandigheden
(→ Hoofdstuk 7, Technische gegevens).
of de fundering gepast is voordat u de
• Verifieer
hefbrug in elkaar zet. (→ Hoofdstuk 7, Technische
gegevens.)
na over en voorkom mogelijke bronnen van
• Denk
gevaar vóór montage (→ Hoofdstuk 1. Doelmatig
3. Maak de transportvergrendeling voor de
grote onderdelen aan de voorkant van de
verpakkingsinhoud los.
gebruik, verkeerd gebruik, verkeerde werking
en informatie over ongevallen, gezondheid en
veiligheid en milieu).
4. Laad de kolommen en kolomverlengingen uit en zet
ze voorzichtig neer.
moeten de kolomhefbrug en de
• Operators
gevarenzone volledig kunnen bekijken vanaf het
5. Verwijder alle andere componenten van de pallet en
leg deze voorzichtig neer.
bedieningspaneel (→ Hoofdstuk 3.2, Werkgebied
en gevarenzones).
6. Controleer of alle onderdelen zijn geleverd met
behulp van de meegeleverde verpakkingslijst.
• Raadpleeg de technische gegevens in hoofdstuk 7.
en bescherm de stroomkabels op de
• Leid
installatieplaats volgens de specificaties van de
7. Gooi de verpakking weg op een milieuvriendelijke
manier en overeenkomstig de geldende nationale
verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering).
fabrikant.
vakbekwame elektriciens mogen
• Alleen
werkzaamheden op de elektrische componenten
10.3 Opslag
Hefbrugonderdelen mogen alleen op een droge plek
worden opgeslagen (geen roestbescherming).
van de machine uitvoeren.
opgeleid personeel met voldoende
• Alleen
gespecialiseerde kennis en ervaring over
Aanbevolen opslagomstandigheden
• Omgevingstemperatuur:
vochtigheid:
• Relatieve
met condensatie, op 20 °C
i
hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden
op hydraulische uitrusting uitvoeren.
-5 ... +50
er werkzaamheden op de hydraulische of
• Wanneer
pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg
30 % ... 95 %
de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn
vermeld.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
roestschade veroorzaakt door een verkeerde
opslag.
de instructies die in het Hoofdstuk 2.
• Volg
Veiligheid zijn vermeld.
37
11.2 Beknopte montage-instructies
i
11.3 Specificaties voor de locatie
kolomhefbrug mag alleen bovengronds en
• De
binnenshuis worden geïnstalleerd.
de bouwplannen tijdens het kiezen van
• Raadpleeg
een geschikte installatieplaats.
u de schaarbrug aan de vloer verankert,
• Wanneer
houd rekening met de aanwezige buizen, kabels
De hefbrugonderdelen werden in de fabriek
reeds gemonteerd. Tijdens de montage,
maak ze enkel aan elkaar vast en zorg dat
de elektrische, pneumatische en hydraulische leidingen juist worden verbonden.
1. Bepaal de installatielocatie van de kolomhefbrug.
Controleer de fundering. Verstevig zo nodig de
funderingen op het punt waar de hefkolommen
worden gepositioneerd.
•
•
•
•
2. Maak voorbereidingen voor de installatie. Bereid
elektrische en pneumatische aansluitingen voor
(alleen E-versie).
Controleer de fundering op oneffenheden en maak
het waterpas. Gebruik afstandshouders en vulplaten.
en toevoerleidingen.
Zorg dat de draagcapaciteit van de fundering
voldoende hoog is.
Draagvlak voor hefkolommen:
Versterkt beton, betonkwaliteit C20/C25
De vloer moet voor vloerverankering geschikt zijn.
Betonafmeting 3820/3620x1650x200 mm.
(→ Hoofdstuk 7 Technische gegevens.)
i
Plaats kolomhefbruggen niet op asfalt of een
soortgelijk onstabiel oppervlak, aangezien
het anker in de vloer kan loskomen.
3. Zet beide kolommen, dwarsbalken, verlengingen
neer en bereid ze voor op montage.
u zich aan de aangegeven minimale
• Houd
afstanden en vrije ruimten (→ hoofdstuk 3.2,
4. Bevestig de kolomverlenging aan de basiskolom
en de beugel.
11.4 Voorbereidingen voor installatie
Werkgebied en gevarenzones)
1. Zorg voor een stopcontact in de buurt van de
hefkolom uitgerust met het bedieningspaneel:
5. Zet de hefkolommen rechtop, veranker en bevestig
ze aan de vloer.
volgens de hefbrugvariant:
• Elektriciteit,
400 V (3xL + N + PE) voor vermogen
6. Bevestig het bovenportaal op de kolommen.
220V AC voor bediening en solenoïde
Zie elektrisch bedradingsschema in bijlage.
7. Monteer de hydraulische module, draai de hydraulische slang, elektrische draden (speciaal voor
E-versie).
8. Sluit de compensatiekabels aan.
2. Maak oneffen zones in de vloer rond de zuilen van
de hefbrug vlak. Indien nodig, vul de draagvlakken
voor de hefbrugzuilen met versterkt beton
(betonkwaliteit C20/C25).
9. Voor de M-versie, sluit de vergrendelingskabels
aan en draai eraan.
3. Egaliseer kleine hoogteverschillen tussen
hefkolommen met behulp van afstandshouders of
vulplaten.
10. Sluit de elektra en andere componenten aan.
11.5 De kolommen voorbereiden
11. Schakel de kolomhefbrug in en voer de eerste inbedrijfstelling uit. Maak kleine aanpassingen aan
de kolomhefbrug.
Afb.20a
B
Brede installatie
38
Nauwe installatie
Voor details, zie technische tekening
Afb.20b
i
A
C
Hefhoogte: Zie Hoofdstuk 7. Technische
gegevens voor de algemene hefbrughoogte
van elk specifiek hefbrugmodel. Tel 25mm
op bij de algemene hoogte voor de hoogte
van het laagste obstakel.
B
D
Installeer de hefbrug NIET
in een put of kuil, vanwege
vuur- of explosiegevaar.
C
C
C
1. Kolomverlengingen: Alvorens de kolommen rechtop
te zetten, installeer de kolomverlengingen m.b.v. (12)
M10x20mm Drager HHCS en Flensborgmoeren,
zoals weergegeven in Afb. 20a en 20b.
C
C
C
2. Hefinstelling: Positioneer de kolommen in brug
m.b.v. afmetingen aangegeven in de technische
tekeningen. Terwijl de kolom op de grond ligt, kunnen
twee personen de bovenzijde optillen en richting het
voetstuk lopen. Als de kolom bijna verticaal staat,
dient één van de twee personen naar de andere kant
van de kolom te lopen en te helpen om de kolom
langzaam op het voetstuk te plaatsen.
Beide achterkanten van de kolomgrondplaten
dienen onder een rechte hoek met de middellijn van
de hefbrug te staan. Door middel van inkepingen
in elke grondplaat is de middellijn van de hefbrug
aangegeven. Gebruik geschikt gereedschap
om de drager op te heffen. Controleer of de
vergrendelingpal stevig vastzit. Afb. 21
D
C
Abb. 3
Afb. 20 Detail
A Bevestigingsbeugel bovenportaal
B Kolomverlenging
C M10 borgmoer
D M10*20mm draagbout
Afb.21
B
B
B
G
F
C
E
F
C
F
F
B
B
B
A
B
D
A Rijrichting
B Hier Verankeren
C NIET HIER VERANKEREN
D
D
B
Afb. 21 Detail
E Krijtlijn
F Inkepingen uitlijnen in grondplaten met krijtlijn.
G Zie technische tekening
Gebruik hier lange platte vulschijven
39
3. Beton en verankering: Het beton moet een
compressiesterkte van minstens C20/25 en een
minimale dikte van 200mm hebben. Boor (8) gaten
met de vereiste diameter in de betonvloer met de
gaten in de grondplaat als sjabloon. Zie Fig. 22.
Voor meer informatie, neem contact op met de
klantenservice
Installeer NIET op asfalt of een
dergelijke onstabiele ondergrond.
Kolommen zijn alleen bevestigd
aan de vloer door middel van
ankerbouten.
Afb. 22
5. BELANGRIJK: Gebruik de meegeleverde
hoefijzervormige vulringen om de kolommen
waterpas te stellen, afb. 23. Als een kolom verhoogd
dient te worden om met het vlak van de andere
kolom overeen te stellen gebruik vulstukken op
volle grootte (Zie de set met vulstukken). Controleer
opnieuw of de kolommen waterpas zijn. Draai
de ankerbouten aan tot een installatiekoppel. De
dikte van de opvulringen MAG NIET groter zijn
dan 13mm. Als de ankerbouten niet vastgedraaid
kunnen worden met het installatiekoppel, vervang
dan het beton onder elk kolomvoetstuk met een
nieuwe versterkte betonplaat ingesloten onder de
bestaande vloer en gelijk met de bovenkant. Laat
het beton goed uitharden alvorens hefbruggen en
ankerbouten te installeren. Voor meer informatie,
neem contact op met de klantenservice
Afb.23
A
B
Boor gaten m.b.v. een
betonboor met hardmetalen boorkop.
Maak het boorgat schoon
C
Afb. 24 Detail
A Ankerbout
B U-vulring (maximaal 13mm)
C Vulring Voorkant
11.6 Het bovenportaal voorbereiden
Draai de moer tot net onder
de slagkop van de bout.
Sla de ankerbout in het
boorgat totdat de moer en
de ring het voetstuk raken.
Draai de moer met een
momentsleutel aan. Voor
chemische ankerbouten,
lees de handleiding van de
ankerfabrikant.
1. Pas het bovenportaal aan tot 2676/2756mm
tussen de middellijn van de katrolpennen, afb. 25.
Installeer (4) M10*20 lg. HHCS &Borgmoer M10,
niet vastdraaien.
2. Monteer de schakelassemblage richting de
aandrijfeenheidkolom m.b.v. (2) M6*20, HHCS, M6
moeren en 6mm sterringen, Afb. 26.
3. Steek een M6*70mm HHCS door het scharniergat
in het einde van de stang. Steek het andere
uiteinde van de stang door de gleuf in de
montagebeugel van de schakelaar afb. 24. Zet
vervolgens de zeskantige bout en de schakelstang
vast aan de bovenkant zoals afgebeeld, met
behulp van (2) 19 mm afstandshouder en M6
borgmoer. Draai de zeskantbout vast en laat
een ruimte van 1,6mm tussen de sluitring en het
bovenportaal. Afb. 24
40
4. Twee mensen, staande op ladders bij elke
kolom, monteren het bovenportaal op de
kolombevestigingbeugels en maken ze vast met (2)
M10*20 Lg. HHCS. en (2) M10 borgmoeren voor elke
kolom, Afb. 27. Draaien de bouten in het midden van
het bovenportaal vast.
Afb. 24
Afb. 24/25 Detail
C
A M6x70 HHCS en borgmoer
B
A
B 1,6mm ruimte
C Getande veerring
D
D (2) 19mm sluitringen
E
I
G
E Bovenportaalschakelaar
F
Fig. 10
B
C
F 50mm minimum
Afb. 25
A
G 2676mm SPOA3T-5, AF
2756mm SPOA3T-5Ap, VAS, MB, SC
Details, zie de Technische gegevens.
D
H
E
H (4)M10*20 lg .HHCS
F
H
G
Fig. 8
J
A
Afb. 26
B
Afb. 26 Detail
A (2) M6*20 lg. HHCS
C
B Gebruik aan een zijde (2) Φ6 Externe Getande Borgringen.
Fig.9a
C (2) M6 erzinkte Zeskantmoeren
A
Afb. 27
A
Afb. 27 Detail
B
A (2 voor elke kolom) M10*1.5 20LG HHCS bout
B (2 voor elke kolom) M10 flensborgmoeren
B
Fig. 9b
Abb. 9
41
11.7 De hydrauliekmodule monteren
gekwalificeerd personeel met specialistische
• Alleen
kennis en ervaring op het gebied van hydrauliek mag
Afb. 29
B
werken aan hydraulische systemen.
altijd de veiligheidsvoorschriften in de instructies
• Volg
van de hydraulische aandrijfeenheid in de bijlage bij deze
A
handleiding.
De hydraulische aandrijfeenheid met motor en tank
worden afzonderlijk geleverd en moet als volgt worden
gemonteerd:
Abb. 11
1. Steek (4) M8*40 HHCS door de bovenste gaten
in de motorbevestigingbeugel, gebruik daarbij de
Trillingsdempers om ze op hun plaats te houden, Afb. 28.
Plaats M8 flensmoeren totdat het einde van de bout gelijk
loopt met de rand van de moer.
Monteer de aandrijfeenheid op de kolomverlenging, Afb.
29. Laat de bout/moer combinatie in de bovenste gaten
geheel zakken.
Installeer HHCS, trillingsdemper, en HHCS flensmoeren in
de onderste gaten van de aandrijfeenheid en maak vast.
(Plaats de trillingsdempel tussen de aandrijfeenheid en de
kolomverlenging). Draai bovenste HHCS en moer vast.
Monteer en draai het T-stuk handvast aan de pomp tot de
O-ring op zijn plaats zit, Afb. 30. Draai de borgmoer vast
tot 14 – 20Nm (1,4 – 2.1kg-m), of tot de moer en de ring
strak tegen het spruitstuk van de pomp aanzitten.
Afb. 29 Detail
A Hang de aandrijfeenheid van de bouten in de
bovenkant van de aandrijfeenheidbeugel.
B Steek de onderste bouten door de gaten
achter de aandrijfeenheid. Hang het aan de
flensmoer in de binnenste kolom.
Afb. 30
Letselgevaar door zware hydraulische
aandrijfeenheden.
Stel de volledige eenheid indien mogelijk in paren
samen.
A
Afb. 28
A
B
C
Abb. 12
Afb. 28 Detail
A Installeer het T-stuk op de aandrijfeenheid.
Opmerking: twee olie-uit openingen in de klemmenblok, weergegeven in afb. 30. Een olie-uit
opening is voor het installeren van het T-stuk en
de andere is om de druk te testen. Tijdens het installeren van het T-stuk, kies de rechter of de linker.
A M8*40 Lg. HHCS
B Trillingsdemper
Abb. 10
Afb. 30 Detail
C M8 flensmoer
42
2. Flensmoer Aandraaiprocedure:
4. Met olie vullen: Verwijder het vul-ontluchtingsdopje
op de aandrijfeenheid, afb. 31. Vul tot de
markering MIN____ op de tank met goedgekeurde
hydraulische oliën (→ Hoofdstuk 9.4,
Goedgekeurde hydraulische oliën). Breng het vulontluchtingsdopje opnieuw aan.
Het te vast aandraaien van de
borgmoer kan de O-ring doen
scheuren.
Monteer de vrouwelijke fuseepen aan de
mannelijke aansluiting, afb. 30. Gebruik
de flensmoer procedure om de vrouwelijke
fuseepen vast te draaien aan de mannelijke
aansluiting.
Afb. 31
Flensmoer Aandraaiprocedure:
C
D
1. Draai de onderdelen handvast.
Draai dan de 2-1/2 zeskantige koppen met het
juiste formaat sleutel
H
B
G
BELANGRIJK Moerhouder mag NIET roteren tijdens
aandraaien. Alleen de moer mag draaien.
E
F
2. Draai de fitting een volledige slag terug.
A
E
B
F
C
3. Draai de fittingen opnieuw handvast en draai dan
met een sleutel de 2-1/2 zeskantige koppen aan.
De aandraaiprocedure is nu voltooid en de afdichting is drukdicht.
BELANGRIJK Te vast aandraaien beschadigt de kop-
pelingen en veroorzaakt lekkage.
F
E
3. Maak adapters en slangen schoon. Inspecteer de
schroefdraad op schade en of alle slanguiteinden
geplooid zijn. Monteer de slang volgens de
aandraaiprocedure voor flare-koppelingen,
hoofdstuk 2.
Afb. 31 Detail
Slangroute voor hefbruggen in alle series
Item
Adapter & slangmontage (zie afb. 31)
3.1. Monteer het onderdeel (F) met de slangklemmen
op de kolom aan de zijde van de aandrijfeenheid,
eerst tegen de cilinder.
3.2. Monteer het onderdeel (F) met de slangklem
(B) startend bij de tegenoverliggende cilinder
en werk dan naar de aandrijfeenheid toe. Alle
overtollige slang dient in de hoeken en het
verbindingsstuk te zitten.
3.3. Verbind onderdeel (E) en onderdeel (T) met het
T-stuk (Afb. 30).
43
Beschrijving
A
M10*20 Slotbouten
B
Slangklemmen
C
M10 flensmoeren
D
M10*20 HHCS-bouten
E
Bovenportaalslang
F
Slang voor aandrijfeenheid
G
Vul-ontluchtingsdopje
H
Verlengingskolom
11.8 Het vergrendelingssysteem monteren.
11.8.1 Voor M-versie
1. Installeer de vergrendelingen, vergrendel de
vergrendelgatafdekkingen en laat de pluggen van onderste
kolomgat op de kolom zakken, afb. 32. Bekijk de afbeelding
om te zien op welke zijde van de kolom de vergrendelingen
en de vergrendelgatafdekkingen te installeren.
A
A
Afb. 32
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C
C
C
C
D
E
D
E
M
G
M
M
G
B
M
F
B
I
J
H
F
A
B
Afb. 32 Detail
M10*30 slotbout Klasse 8.8
M6 moer
C
M10 borgmoer
D
E
I
Vergrendelgatafdekking
G
Plug voor kolomgat
J
L
H
K
H
Afb. 32 Detail
Bouten die op de vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid verwijderd moeten worden
Vergrendelingshendel die op de vergrendelingszijde
van de aandrijfeenheid moet worden aangebracht
F
K
H
M M6*12 slotbout
44
H
Locatie voor vergrendelgatafdekking
I
Installeer vergrendeling in deze locatie
J
Locatie aandrijfeenheid
K
Vergrendeling met hendel
L
Rijrichting
L
2. Ontgrendelingskabels installeren:
Steek de kabel langs één kant door de bovenste
tapbout (zie pijl), met een bocht om de tapbout en weer
omlaag, en steek de kabel aan de andere zijde van de
klem. Breng de bovenkant opnieuw aan op de klem en
zet het lichtjes vast.
Verwijder de bout aan de vergrendelingszijde van de
aandrijfeenheid en installeer de ontgrendelingshendel
(F), Afb. 33. Verwijder de bout en de moer,
breng de bout opnieuw op de veer aan de nietvergrendelingszijde van de aandrijfeenheid (G) aan.
Schuif het lusuiteinde over de onderste kabel haak op
de niet-vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid,
zoals weergegeven in afb. 33. OPMERKING: Bevestig
de onderste tapbout (zie pijl). Stop het door de
kabeleindbeugel.
Steek de kabel door de mantel en schuif de mantel
omlaag in de kabeleindbeugel.
Trek met een tang de kabel strak en klem stevig vast
bij de bovenste tapbout. Maak de klem vast. Knop de
resterende kabel af.
Maak de kabeleindbeugel vast aan het bovenportaal,
zoals afgebeeld. Schuif de kabel door de beugel
en duw het ander uiteinde van de mantel in de
beugel. Leid de kabel over de andere kant van het
bovenportaal. Herhaal het proces en schuif de mantel
en kabel omlaag naar de kabeleindbeugel op de
vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid.
Afb. 33
A
C
B
C
B
Afb. 33 Detail
A
Item
A
B
C
D
E
A
C
A
F
C
G
G
E
D
F
45
Beschrijving
Kabelmantel
N619 kabeleindbeugel
1/4"*1 HHCS
1/4" Flensmoer
Ontgrendelingskabel voor vergrendeling
Vergrendeling aan niet-aandrijfzijde
Vergrendeling aan aandrijfzijde
Verwijder de moer en installeer de ontgrendelingshendel
Verwijder de buit en de moer, breng de
bout opnieuw aan op de vier aan de
vergrendeling aan niet-aandrijfzijde.
11.8.2 Voor S&C solenoïde versie
Vergrendelingpal-solenoïdes raken
zeer heet wanneer de hefbrug wordt
neergelaten.
Installeer vergrendelingpallen, afdekkingen van
vergrendelgat, (1 slangklem voor elke zijde) en
pluggen van onderste kolomgat op de kolommen,
Fig. 34.
Afb.34
C
C
B
A
A
A
A
E
C
C
B
D E
D
H
H
F
F
G
G
Abb. 13
F
F
H
H
I
Afb. 34 Detail
Item
A
B
Beschrijving
(2 voor elke kolom) M6 x 1.0 x 12Lg. slotbout
(2 voor elke kolom) M6 x 1.0 borgmoer
C
D
(3 voor elke kolom) M10 x 1.5 x 20Lg. slotbout
(3 voor elke kolom) M10 borgmoer
F
Afb. 34 Detail
Beschrijving
Slangklem (1 op elke vergrendelingpal
montage)
Montage vergrendelingpal
G
H
I
Plug onderste kolomgat
Vergrendelgatafdekking
Rijrichting
Item
E
46
11.9 De compensatiekabels monteren
Afb.36
Dragers Opheffen: Gebruik geschikt
gereedschap om de drager op te heffen.
Controleer of de vergrendelingpal stevig
vastzit.
Opmerking:
Voor de solenoïde-versie, tijdens het laten zakken
van de dragen, druk op de bovenste pen van de
solenoïde, zoals weergegeven in afb. 35, 2 zijden
van kolom.
Voor de M-versie, trek de ontgrendelingshendel
omlaag.
A
A
Afb. 36 Detail
Katrolbeschermer
Afb. 37
1. Verwijder katrolbeschermer, afb. 36.
2 Zie afb. 37 voor algemene kabelopstelling. Leid
eerst een kabeluiteinde door het kleine gat in de
onderste bevestigingsplaat, afb. 38.
3 Druk de kabel omhoog tot het uiteinde er aan de
bovenkant van de drager uitkomt.
4 Plaats een borgmoer met nylon ring op het
kabeluiteinde zodat 13 mm van de bout uit de
borgmoer steekt.
5 Trek de kabel terug naar beneden, afb. 38.
6 Leg de kabel over de onderste katrol, vervolgens
over de bovenste katrol en dan bovenlangs naar
de andere zijde van de drager, afb. 37. Monteer
de katrolbeschermer, afb. 36.
7 Bevestig het kabeluiteinde op de bovenste
verstevigingsbeugel van de drager. Draai de
borgmoer voldoende aan zodat de kabel lichtjes
onder druk staat.
8 Herhaal deze procedure voor de tweede
kabel. Pas de spanning van beide kabels aan
tijdens de laatste afstellingen in Hoofdstuk 12,
Inbedrijfstelling.
A
B
C
Fig. 17
D
A
B
C
D
Afb. 37 Detail
Bovenste katrollen
Kabel 2
Kabel 1
Onderste katrollen
Afb.38
A
Afb.35
B
C
Fig. 18
Fig. 17
A
B
47
Afb. 38 Detail
Bovenste kabelverstevigingsplaat en 13mm
borgmoer met nylon binnenwerk
Onderste kabelversteviging en 13mm borgmoer met nylon binnenwerk
11.10 De elektrische aansluitingen
monteren
Risico op elektrocutie. Ondeugdelijk
12.1 Veiligheidsinstructies
voor
hetleiden
aansluiten
van
elektrisch werk
kan
tot ernstig
stroomkabelsletsel en schade aan eigendommen.
Volg altijd de onderstaande instructies.
Een juiste installatie en inbedrijfstelling
moeten in het inspectielogboek worden
gedocumenteerd.
Gebruik het formulier “Initiële
veiligheidsinspectie voor ingebruikname”.
1. Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
voedingskabels
•
•
•
•
•
•
•
•
Pneumatische aansluitwerkzaamheden mogen
alleen door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
Controleer vóór de inbedrijfstelling de netspanning
van de bedrading van het gebouw. Dit moet
overeenkomen met de gespecificeerde spanning
van de kolombrug (→ zie bijlage).
De aansluiting op hetlichtnet moet met vaste
bedrading worden uitgevoerd!
De voedingskabel vanaf de zekeringkast naar de
bedieningskast van de kolomhefbrug moet volgens
het bedradingsschema met vaste bedrading worden
uitgevoerd!. Er mogen geen stopcontacten worden
gebruikt.
De motor is ontworpen voor faserotatie rechtsom.
De draairichting moet tijdens het aansluiten worden
gecontroleerd (keer zo nodig de polariteit om!).
Een motorbeveiligingsschakelaar ontworpen
voor nominale stroom en nominale spanning
moet als beveiliging tegen overbelasting worden
aangebracht. Dit moet worden geleverd door
de hefbruggebruiker (niet meegeleverd). De
overdrukklep is een punt van de motorbeveiliging
tegen overbelasting en wordt beschermd met een
dop.
Alle leidingen/kabels/slangen moeten in kabelgoten
worden geleid. Struikelgevaren moeten worden
vermeden in de verkeer- en werkzone.
Zoals bij alle elektronische apparatuur kunnen de interne regelmodules beïnvloed worden door spanningsschommelingen. Het is de verantwoordelijkheid van
de eigenaar van de hefbrug om ervoor te zorgen dat er
voedingsbronnen met een gepaste beveiliging op dit
apparaat zijn aangesloten.
Gebruik een aparte groep voor elke stroomvoorziening. Bescherm elk groep met een vertraagde zekering of stroomonderbreker door de eigenaar van de
hefbrug.
48
1. Het bedieningspaneel installeren
•
Zet de Basisplaat van bedieningspaneel vast met
behulp van 5 zeskantbouten M8*10 en 4 mm dikke
sluitringen, afb. 40,41&42 .
•
Leid de motorkabel, de voedingskabelboom en de
stuurverbindingskabel vanaf het bedieningspaneel
naar de bovenkant van de kolom en rond naar
de dwarsbalk. (voor M-versie, geen kabel over
dwarsbalk), afb. 43.
2. De motorkabel en bovenleiding leiden
• Leid de kabels omhoog vanaf het
hoofdbedieningspaneel door de kabelgoot in de
kolom, afb. 43.
• Zoek de kabel van de bovenportaalschakelaar
op in de hoofdkabelconnector. Voer deze kabel
door de trekontlasting in de schakeldoos van het
bovenportaal, afb. 43.
• Verbind de daalklepkabel met de daalklep en draai
de schroef aan de bovenkant vast, afb. 43.
• Voer de motorkabel door de trekontlasting
naar de motoraansluitdoos. Motorbedrading en
bedradingsschema’s worden gedetailleerd in afb.
39.
3. De bovenportaalschakelaar monteren
• Controleer of de bovenportaalschakelaar werkt
wanneer de schakelstang omhoog staat.
De schakelaar is normaal gesproken gesloten en
zal de motor uitschakelen wanneer deze wordt
geactiveerd, zie afb. 44, 45, 46 en afb. 47.
Afb. 39
L3
T3
T9
T6
L2
T2
T8
T5
L1
T1
T7
T4
Hoge
Highspanning
Voltage
400
V,
Hz
400V,50
50Hz
V2
W1
T3
U2
V1
T2
W2
U1
T1
400V, 50Hz
Afb. 40
E
F2
B
F3
F1
H
I H
Hulpzijde
van
kolom
Slave side
column
PU-zijde
van kolom
PU side column
Afb. 41
D2
B
D3
D1
H
H
I
PU-zijde
kolom
PU side van
column
Hulpzijde
kolom
Slave sidevan
column
49
Afb. 42
A2
B
A1
H
I
I
Hulpzijde
kolom
Slave sidevan
column
H
PU-zijde
van kolom
PU side column
SPOA3T-M
SPOA3T-S
C
C
G
G
D2
D3
A2
D1
A1
B
B
E
C
G
F2
F3
F1
B
Afb. 43
SPOA3T-C
50
Afb. 43 Detail
Opmerking
A Besturingskabelboom SPOA3TM-DQ7
L1 L2 L3 N
M-versie
Afb. 45
PE
A1: naar bovenpaneel-schakelaar
A2: naar daalklep
B Motorkabel SPOA3TM-DQ5
C Bovenlangse hydraulische slang
D Besturingskabelboom SPOA3TS-DQ5
QS1
S-versie
D1: naar bovenpaneel-schakelaar
D2: naar solenoïde van hulpzijde
15
D3: naar daalklep
E Stroomkabel SPOA3TC-DQ9
C-versie
F Besturingskabelboom SPOA3TC-DQ6
C-versie
SB1 E
KM1
SB2 E
16
F1: naar bovenpaneel-schakelaar
SQ1
F2: naar solenoïde en knop aan hulpzijde
F3: D3: naar daalklep
17
G N.C. contacten
KM1
H Inbusbout M8*10
18
EV1
I B41H-8 4mm dikte sluitring
L1 L2 L3 N
PE
Afb. 44
0
M
4
QS1
QS1
SQ1
3
E
SB1
KM1
3
SB1
SB2
KM1
EV1
3
E
SB3
E
E
SB3
SB5
Hefbruggen uit de M-serie
Hoofdschakelaar
Omhoog-limietschakelaar
Omhoog knop
Omlaag knop
Schakelaar
Daalklep
2
1
6
SQ1
3
KM1
SM1
SM2
5
M
QS1
SQ1
SB1
SB3
SB5
KM1
EV1
SM1/SM2
A
Afb.47
EV1
S-serie Hefbrug
Hoofdschakelaar
Omhoog-limietschakelaar
Omhoog knop
Omlaag knop
Hangslot-knop
Schakelaar
Daalklep
solenoïde
A
B
51
Afb. 47 Detail
Normale stand
Ingeschakelde stand
B
L11 L21 L31 N
Afb. 46
PE
PE
QS1
L1 L2 L3
4
QS2
XS1
QF1
N
(5)
R
S T
(3)
3
3
SB1
SB2 SB3
KM1
3
SB4 SB4
SB3 SB5 SB6
2
1
6
SQ1
7
U
W
V
M
QS1
QF1
SB2
SB4
SB6
XS1
QS2
KM1
SB1
SB3
SB5
SQ1
EV1
SM1/SM2
KM1
SM1
SM2
EV1
5
Hefbruggen uit de E-serie
Hulpzijde
Hoofdschakelaar
Lekkagebescherming
Omhoog knop
Omlaag knop
Hangslot knop
Aansluiting
Hoofdzijde
Hoofdschakelaar
Schakelaar
Omhoog knop
Omlaag knop
Hangslot knop
Omhoog-limietschakelaar
Daalklep
Solenoïde
52
11.11 Pakkingen, afdekking en
gereedschapshouder installeren
i
montage tapbouten voor
• Installeer
onderse behuizing (adapterhouders en
gereedschaphouders optioneel), Afb. 49
Deze pakkingen moeten voor een hogere
bescherming worden geïnstalleerd.
• (Installeer optionele adapters), Afb. 49
• Leg de plastic pakkingen 4 slagen rond de rand van
de afdekking van het bedieningspaneel. Plaats de
Afb. 49
afdekking op de basisplaat op de kolom.Duw deze
met de hand vast en gebruik vervolgens de schroef
om het paneel aan de achterplaat te bevestigen.
Afb. 48.
A
B
B
D
D
C
Afb. 48
C
B
B
F
C2
C
E
B
C1
E
H
J
I
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Fig. 33
Afb. 48 Detail
Afdichting van behuizing
C1 Lange behuizing 1000mm LG,SPOA3T-26Y
C2 Korte behuizing 800mm LG,SPOA3T-27Y
53
Afb. 49 Detail
Motorkolom
M6 x 1.0 x 16mm draagbout
M6 x 1.0 borgmoer
Gereedschaphouder (Optioneel)
Montage tapbout
Adapterhouder (Optioneel)
Installeer adapters
Plastic afdekking
Rubberen sluitring
M6*10 flens BHCS
G
11.12 De armen & fixatieringen installeren
VOORZICHTIG
CAUTION
de dragers op een comfortabele hoogte
• Breng
alvorens de armen te monteren. Smeer de
zwenkarmpennen en gaten in met Lithiumvet. Schuif
de arm in de beugel, afb. 50. Monteer de armpen(nen)
met een diameter van 1-3/4", afb. 50 - 51.
het installeren van de armen en de pennen,
• Na
monteer de fixatieringen als volgt: Monteer de
A
Fixatiering op de armbeugel, volgens Afb. 54.
Controleer of de met TOP gemarkeerde zijde naar
boven staat, afb. 54.
TOP is zichtbaar aan de bovenzijde
van de versnelling.
12.1 Veiligheidsinstructies
voor het aansluiten van
Het
kan
zijn
dat de ring aan de pen
stroomkabels
omhoog getrokken moet worden
om de fixatiering te installeren.
•
Afb.51
Monteer vervolgens de (3) 3/8”-16NC x 1-1/2” klasse
8 zeskantige bouten (in totaal 12 voor alle 4 armen)
en 3/8” veerringen op de fixatiering en de arm, maar
zet ze niet vast. Referentie Afb. 52, Afb. 53.
A
Draai de Fixatieringbouten aan met een kracht van 3034 ft.-lbs.
BELANGRIJK Montage klempal houd handen
boven groef
Trek aan de regelpen zodra de arm
in de beugel is gemonteerd en draai
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
de arm volledig rond, zorg ervoor dat
stroomkabels
de fixatiering en de behuizing altijd op
één lijn liggen. Als ze niet op één lijn
liggen, verwijder dan de fixatieringen en monteer ze
omgekeerd.
Afb. 50
Afb. 52
OPGELET
ATTENTION
Gebruik
bouten
Use Grade
8
vanBolts
klasse 8
wanneer
zo aanWhen Specified
gegeven
OPGELET
ATTENTION
Alle
hardware is
All Hardware
klasse
5 tenzij
is Grade
5
andersOtherwise
vermeld
Unless
Noted
Fig. 27
i
Om de werking van de fixatiering van de armen
controleren, breng de drager 25 cm. omhoog
vanuit volledig neerwaartse positie. Trek de
penring omhoog en stel de armen op de gewenste positie in. Laat de penring los om de
fixatie in te schakelen en de tanden in elkaar te
doen vallen. Het kan nodig zijn om de arm iets
te draaien zodat de tanden in elkaar vallen.
i
Pen & ring, veer & fixatiering zijn allemaal van
tevoren gemonteerd.
54
11.13 Overigen installeren
van armbeschermbeugel: Installeer
• Installatie
armbeschermbeugels, afb. 54.
Afb. 53
A
C
Afb. 54
B
B
D
A
Afb. 54 Detail
A (6) 5/16" Platte Sluitringen
B (2) 5/16" Veerringen
C
C (2) 5/16" -18NC Zeskantige bouten (per arm)
D Armbeschermbeugel (Voor SPO40M hoort de beschermbeugel op de rechtervoorarm, zie Afb. 2b)
D
Afb. 55
A
Afb. 53 Detail
A TOP is zichtbaar aan de bovenzijde van de
fixatiering.
B Let op schuine richting
C (3) Voor elke arm - 3/8"-16NC*1-1/2" HHCS
D (3) Voor elke arm - 3/8" borgringen
B
mm
220
C
Afb. 55 Detail
A (2) Riemen
B (2) Armbeschermer montages
C (4) 1/4-20NC Hex FLgd Wzborgmoeren Pltd
55
Deurbumper.
• Installatie
Installeer deurbumpers en vingerbescherming, Afb. 56.
Afb. 58
Afb. 56
L
TOTA
C
C
C
CITY
A
CAPA
0 kg
LIFT
350
NP452
B
B
C
C
Deblokkering-sticker voor hefbrug• Vergrendeling
gen uit de M-serie: Plak de Vergrendeling Deblok-
Afb. 56 Detail
A Verwijder achtersteun van
deurbumpers en installeer 3"
(75mm) vanaf onderkant van
drager.
kering Sticker op de kap boven de vergrendelinghendel, Afb. 59.
A
Afb. 59
B (2) Deurbumpers (één per
drager).
C Bevestig de zelfklevende vingerbeschermers.
A
Fig. 30
• Klempal Sticker / Capaciteitsticker Locatie:
Stickers dienen minimaal 203mm vanaf de onderkant
van de sticker naar de grond te zitten. Capaciteitstickers dienen net boven de vergrendelgatafdekkingen
op elke kolom te zitten.
Afb. 60 Detail
Afb. 57
A BQ-003
NG
NI
WAR
feet
Keep lift
of
clear lowering.
while
1
NP28
203mm
56
12. Inbedrijfstelling
Fig.61
12.1 De werking controleren
A
Gebruik de hefbrug en controleer of de hefbrug
omhoog gaat bij het indrukken van de knop en stopt als
de knop wordt losgelaten. Controleer of de schakelaars
alle stroom naar de knoppen uitschakelen. Controleer
tevens of de bovenpaneel-schakelaar de hefbrug
doet stoppen wanneer het wordt geactiveerd en de lift
opnieuw wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar
wordt gedeactiveerd.
Afb. 61 Detail
A Bovenste kabelversteviging
en 13mm borgmoer met
nylon binnenwerk
B Onderste kabelversteviging
en 13mm borgmoer met
nylon binnenwerk
Smeer het oppervlak van de schuif tussen de
kolommen en de schuiver voor inbedrijfstelling.
12.1 Veiligheidsinstructies
voor
het worden
aansluiten van
De smeer kan met een
borstel
stroomkabels
aangebracht. Dit kan de levensduur van de
hefbrug aanzienlijk verlengen.
i
B
12.2 Het hydraulisch systeem testen
1. Draai de hoofdschakelaar naar ON (aan).
2. Breng de hefbrug zonder last enkele keren volledig
omhoog en omlaag met behulp van de Omhoog en
Omlaag knop. Dit verwijdert eventuele luchtzakken in
het hydraulisch systeem.
12.5 De vergrendelingskabels voor de
M-versie controleren en afstellen
3. Druk op de Omhoog knop om de hefbrug volledig
omhoog te brengen en laat de motor nog 5 seconden
draaien. Stop en controleer alle slangaansluitingen.
Draai aan of dicht opnieuw af indien nodig.
1. Til de dragers op tot boven de eerste
vergrendelingpositie en laat dan in de
vergrendeling zakken.
4. Voer een visuele inspectie uit op het hydraulisch en
pneumatisch systeem. Controleer alle leidingen en, in
het bijzonder, de koppelingen. Er mogen geen lekken
worden gevonden.
2. Controleer of de vergrendeling volledig is
ingeschakeld als de vergrendelinghendel wordt
losgelaten. Controleer of de drager op de
vergrendelingpal rust.
5. Laat de hefbrug volledig zakken en controleer het
hydraulische oliepeil. Dit moet tevens overeenstemmen
met het maximum peil.
3. Til de drager volledig van de vergrendeling, druk
de vergrendelinghendel in en controleer dat er
volledig ontgrendeld is.
6. Controleer tenslotte of alle hydraulische componenten
stevig vastzitten.
12.3 Olie ontluchten
4. Stel indien nodig verder af, zie afb. 66,
controleer opnieuw de vergrendeling. De
vergrendelinghendel moet aan de bovenzijde van
de vergrendelingafdekplaat zitten, afb. 65.
Druk op de Omhoog-knop om de hefbrug
ongeveer 600mm omhoog te brengen. Open de
cilinderontluchters ongeveer 2 slagen, afb. 31. Sluit ze
als de er vloeistof uitstroomt. Druk op de Omlaag-knop
om de hefbrug volledig te laten zakken. Vul de tank
tot het MIN ______ niveau bereikt is. Breng het vulontluchtingsdopje opnieuw aan.
5. Om ruimte tussen de Vergrendelingplaat en
Vergrendelingpal weg te nemen trekt u de
Vergrendelingplaat naar beneden en controleer of
de Vergrendelingpal zelf niet beweegt (Afb. 64).
Maak de klem los en trek de kabel strak. Maak de
klem stevig vast.
12.4 De compensatiekabels controleren en
afstellen
Breng de lift omhoog en controleer de
compensatiekabelspanning. Onder de drager, neem de
aangrenzende kabels tussen duim en wijsvinger vast
en trek aan de kabels met een kracht van ongeveerd
67N. Pas aan bij bovenste verstevigingplaten (afb. 61).
57
12.6 De vergrendeling testen
Afb. 62
Verwijder vóór de test de afdekking om de vergrendeling te controleren.
A
A) Breng de dragers omhoog tot boven de eerste
vergrendelingspositie en laat dan in de vergrendeling zakken.
Controleer of de vergrendeling volledig is ingeschakeld wanneer de ontgrendelschakelaar
niet ingedrukt is.
C) Breng de dragers volledig uit de vergrendelingen omhoog. Druk nu de ontgrendelschakelaar
in en controleer of de vergrendelingen volledig
zijn ontgrendeld.
D) Installeer de vergrendelingafdekkingen met
5/16”-18NC x 3/8” lg. cilinderkopschroeven.
Afb. 62 Detail
A
De vergrendelinghendel MOET
aan de bovenzijde van de vergrendelingafdekplaat zitten.
Afb. 63
B
C
A
Afb. 63 Detail
A
Pasbout
B
Steek de kabel door de kabelklem, met een
bocht om de pasbout en steek de kabel weer in
de klem.
C
Kabelklem
58
13. Demontage
en smeer zijn verontreinigde stoffen in
• Oliën
het water wat betreft de Water Management
mogen alleen door
• Demontagewerkzaamheden
bevoegde deskundigen worden uitgevoerd.
Act (WGH). Gooi deze altijd weg op een
milieuvriendelijke manier en overeenkomstig de
geldende nationale verordeningen.
werkzaamheden op de elektrische
• Laat
componenten alleen door een vakbekwame
olie op basis van minerale olie is
• Hydraulische
brandbaar en waterverontreinigend. Raadpleeg
elektricien uitvoeren.
aan hydraulische of
• Werkzaamheden
pneumatische systemen mogen alleen door
het relevante veiligheidsinformatieblad voor
verwijdering.
opgeleide personen worden uitgevoerd met kennis
van hydraulica/pneumatiek.
gepaste opvangbakken en absorbens voor
• Voorzie
de olie.
1. Alvorens demontagewerkzaamheden uit te voeren,
draai de hoofdschakelaar naar de stand OFF (uit).
ervoor dat er geen hydraulische olie,
• Zorg
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de
2. Bevestig een waarschuwingsteken om
heraansluiting te vermijden.
bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen.
4. Ontkoppel de voeding.
14.2 Verpakking
Risico op dodelijk letsel door een
verkeerde demontage van de
12.1 Veiligheidsinstructies
voor het aansluiten
hydraulische componenten.
Dezevan
staan
stroomkabelsonder druk (tot 200 bar)
Niet met het huisvuil weggooien! De verpakking
bevat deels recyclebare materialen, die niet met
het gewone huisvuil mogen worden weggegooid.
1. Gooi alle verpakkingsmateriaal weg volgens de
relevante lokale verordeningen.
Haal de hydraulische componenten nooit
uit elkaar (hefcilinders). Deze moeten
steeds worden losgemaakt als een enkel
component.
De hefcilinder mag alleen worden afgedankt
door een gecertificeerd bedrijf.
14.3 Oliën, vet en andere chemische
stoffen
1. Wanneer met olie, smeer of andere
chemische stoffen wordt gewerkt, leef alle
milieuverordeningen die voor het relevante product
van toepassing zijn na.
5. Leeg het hydraulische oliereservoir, en voer de
hydraulische olie uit de hydraulische slangen af.
Gooi de hydraulische olie weg zoals beschreven in
Hoofdstuk 14.
2. Gooi olie, smeer en andere chemische stoffen weg
in overeenstemming van de milieuverordeningen
die in uw land gelden.
6. Verwijder smeer en andere chemische stoffen.
Gooi ze weg zoals beschreven in Hoofdstuk 14.
14.4 Metalen / Elektronisch afval
7. Demonteer de hefbrugzuilen, dwarsstangen en
armen.
Deze moeten altijd door een gecertificeerd bedrijf
worden verwijderd.
14. Verwijdering
Voer gebruikte elektrische en
elektronische apparaten, inclusief kabels,
accessoires en batterijen, gescheiden af
van het huishoudelijke afval.
14.1 Milieuprocedures voor verwijdering
• Voorkom risico’s voor het milieu.
contact met of het inademen van giftige
• Vermijd
stoffen, zoals hydraulische olie.
59
Bijlage
2-koloms opbouwhefbrug
SPOA3T-5
SPOA3T-5AP
SPOA3T-5AF
VAS/MB
Serie 700
Cilinder
Cilinder
I. Hydraulisch circuitschema
P
M
Solenoïdeklep
1
3
Fig. 15
M
Drukklep
Reservoir
2
1
2
3
Onderdeelnr.
N382Y
ATO-7-9802-1
N3113
G3T-2103 (N3114)
G3T-2203 (N3115)
Beschrijving
Hydraulische cilinder
Installeren
Hydraulische slang voor aandrijfeenheid
Bovenlangse hydraulische slang voor
EH1
Bovenlangse hydraulische slang voor
EH2
Aantal
2
2
1
1
II. Elektrisch schakelschema
L1 L2 L3 N
PE
QS1
15
SB1
KM1
E
SB2
E
16
SQ1
17
KM1
M
QS1
SQ1
SB1
Voor SPOA3T M versie
Hoofdschakelaar
EV1
Omhoog-limietschakelaar
KM1
Omhoog knop
SB2
18
EV1
0
Daalklep
Schakelaar
Omlaag knop
L1 L2 L3 N
PE
4
QS1
3
3
E
E
SB1
KM1
3
SB3
E
E
SB3
SB5
2
1
6
SQ1
3
KM1
M
QS1
SQ1
SB1
SB5
SM1
SM2
EV1
5
Voor SPOA3T S versie (bediening aan een kant)
Hoofdschakelaar
EV1
Daalklep
Omhoog-limietschakelaar
KM1
Schakelaar
Omhoog knop
SB3
Omlaag knop
Hangslot knop
SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde
L11 L21 L31 N
PE
PE
QS1
L1 L2 L3
4
QS2
XS1
QF1
N
(5)
R
S T
(3)
3
3
SB1
SB2 SB3
KM1
3
SB4 SB4
SB3 SB5 SB6
2
1
6
SQ1
7
U
W
V
M
QS1
QF1
SB2
SB4
SB6
XS1
KM1
SM1
SM2
EV1
5
Voor SPOA3T C versie (bediening aan twee kanten)
Hulpzijde
Hoofdzijde
Hoofdschakelaar
QS2
Hoofdschakelaar
Lekkagebescherming
KM1
Schakelaar
Omhoog knop
SB1
Omhoog knop
Omlaag knop
SB3
Omlaag knop
Hangslot knop
SB5
Hangslot knop
Euro contactdoos
SQ1
Omhoog-limietschakelaar
EV1
Daalklep
SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde
PB-SPOA-1
Bijlage III. Overzicht van de onderdelen
24
23
12
25
13
29
35
17
14
15
16
22
33
3
7
4
C
A
30
B
32
31
6
1
2
2
1
22
4
F
10
30
3
8
G
E
11
18
26 28
20
5
21
18
19
27
9
Handmatige regeling
Details voor PB-SPOA-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Onderdeelnr.
Beschrijving
41659
M6*1.0*10mm Lg flens BHCS
G3T-1005 (N1224-7)
Rubberen sluitring
G3T-1004 (N1224-6)
Montage tapbout
41658 (BCQ061012820)
Draagbout, bedekt M6*1,0*12
FA7417-11A
Plastic deksel met schroefdraad
FA7417-11C
Plastic deksel met schroefdraad
FA7417-11E
Plastic deksel met schroefdraad
FA7417-11D
Plastic deksel met schroefdraad
FA7417-11B
Plastic deksel met schroefdraad
SPOA-PC2
Afdekking voor bedieningspaneel
SPOA-PC1
Afdekking voor bedieningspaneel (voornaamste zijde)
FA7274-7Y
Montageplaat van bedieningspaneel
FA7274-10D
Montageplaat
KTB2-STB
Eindkap
FA7274-9D
Montageplaat
TO-2-8900 (XG150046)
Hoofdschakelaar
XTCG018C00DT
AC-relais
A22-RD-30/K10
Knop
NP797-1
Labe1
B19-#8-1/2
Zelf-tappende kruiskopschroef #8-1/2
FA7180-11
U-type moerclip
B25-8*10
Kruisbolkopschroef M8*10
B11-8*40 (41622)
Zeskantbout M8*40 (8,8)
FA965
Trillingsdemper
NFS08100082S
Geribbelde flensborgmoer, bedekt M8
G3T-1008
Accessoirehouder
41647
Draagbout, bedekt M6*16
NFS06100082S (41656) Geribbelde flensborgmoer, bedekt M6
B23-4*6
Schroef M4*6
N624
Vergrendelingssysteem
HTO-1210
Hendel
FC134-91
Rubber bal1
FJ7595-1
Stalen kabel
SPOA3T-2001
Remleiding (Voor EH1)
SPOA3T-2002
Remleiding (Voor EH2)
N619
Kabeleindbeugel
N63-1
Vergrendelingskabelklem (niet afgebeeld)
Aantal
6
6
6
6
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
1
12
12
10
4
4
4
2
4
4
4
2
1
1
1
2
2
2
1
PB-SPOA-2
3
27
4
10
5
2
6
18
8
9
21
13
19
12
20
13
7
1
6
11
1
10
17
8
14
Alleen voor bediening
aan twee kanten
9
5
16
15
7
11 12
22
23
25
B
A
24
26
Elektrische bediening
4
Onderdeelnr.
1
2
Details voor PB-SPOA-2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
FA7274-7Y
SPOA-PC3
SPOA-PC3
SPOA-PC4
TO-2-8900 (XG150046)
FA7274-9D
FA7274-10D
KTB2-STB
NP797-1
A22-RD-50/K10
A22-QDDL-30/30, K30
FA7180-11
B19-#8-1/2
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
B25-8*10
FA7274-8D
SPOA40E-9803-02
SPOA40E-9803-03
XTCG018C00DT
PLD10-16/IN/C/003
ME11012
B26-4*20
B33-4
FA7417-11E
FA7417-11C
FA7417-11A
FA7417-11D
FA7417-11B
G3T-1200 (N622)
3
Beschrijving
Montageplaat van bedieningspaneel
Afdekking voor bedieningspaneel
Afdekking voor bedieningspaneel
Afdekking voor bedieningspaneel
Hoofdschakelaar
Montageplaat
Montageplaat
Eindkap
Label
Hangslot-knop
Omhoog- en omlaag-knop
U-type moerclip
Verzonken zelftappende kruiskopschroef #8-1/2
Inbusbout M8*10
Montageplaat
Luchtkoppeling
Luchtkoppeling
AC-relais
Lekkagebescherming
Euro contactdoos
Zeskantinbusbout M4*20
Nylon moer M4
Plastic deksel met schroefdraad
Plastic deksel met schroefdraad
Plastic deksel met schroefdraad
Plastic deksel met schroefdraad
Plastic deksel met schroefdraad
Vergrendelingssysteem
Aantal
voor S
2
1
1
0
2
2
2
2
2
2
2
12
12
Aantal
voor C
2
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
12
12
10
1
1
1
1
1
1
4
4
1
1
1
1
1
2
10
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
1
2
C betekent bediening aan twee kanten, S betekent bediening aan slechts een kant
1
4
6
1
5
2
3
2
8
17
18
7
10
15
2
9
19
16
11
20
13
14
12
21
18
SPOA3T-5
Details voor PB-SPOA-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Onderdeelnr.
41536 (B11-10*20)
41655 (NFS10100082S)
41660 (B11-6*70)
B33-6
G3T-4003 (FJ7871)
N481-1 (G3T-4200)
N415 (G3T-4002)
N480-1 (G3T-4100)
N412 (G3T-4004)
41413 (B11-6*20)
41599 (WLE061000220)
41661 (B31-6)
N377
41388
41411
G3T-4001 (GJ7444-8)
G3T-4300 (N4101)
41646 (BCQ101020820)
G3T-2101 (N4109-1)
G3T-2201 (N4110-1)
41658 (BCQ061012820)
G3T-1004 (N1224-6)
Beschrijving
M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt
M10 geribbelde flensborgmoer, bedekt
M6*70 HHCS klasse 8.8 bedekt
M6 Nylock moer, bedekt
Afstandhouder
Bovenportaal rechterzijde laswerk
Stang bovenportaalschakelaar
Bovenportaal linkerzijde laswerk
Bovenportaalschakelaar
M6*20 HHCS klasse 8.8 bedekt
Externe tandsluitring, bedekt Φ6
Zeskantmoer M6 klasse 8.8 bedekt
Katrol bovenportaal
Sluitring 1-1/2"OD
Klipring voor as
Katrol as
Bevestigingsbeugel bovenportaal
Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt
EH1 Kolomverlenging
EH2 Kolomverlenging
Draagbout, bedekt M6*1.0*12
Montage tapbout
Aantal
8
24
1
1
2
1
1
1
1
2
2
2
4
4
4
2
2
16
2
2
6
6
2
5
4
6
5
3
4
1
7
SPOA3T-5
Details voor PB-SPOA-4
1
2
3
4
5
6
7
Onderdeelnr.
Beschrijving
N3113
Hydraulische slang voor aandrijfeenheid
41536 (B11-10*20)
M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt
41646 (BCQ101020820) Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt
41655 (NFS10100082S) M10 geribbelde flensborgmoer, bedekt
G3T-8005 (N3126)
Slangklem
G3T-2103 (N3114)
Bovenlangse hydraulische slang voor
EH1
G3T-2203 (N3115)
Bovenlangse hydraulische slang voor
EH2
G3T-8002 (FA964)
Plug onderste kolomgat
Aantal
1
2
2
4
4
1
1
2
1
3
4
2
5
20
6
26
21
8
22
9
19
10
17
7
18
13
16
11
12
23
14
15
24
SPOA3T-5
25
Details voor PB-SPOA-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Onderdeelnr.
G3T-2102 (N3120)
G3T-2202 (N3121)
B33-12
G3T-1100 (N762)
N380-10Y
N382Y
PR160982
N119-3
G3T-3002 (N1224-2)
N377
41411
G3T-1001 (N119-1)
40063
G3T-3004 (N115)
G3T-3003 (N1224-1)
N2121Y
14427
G3T-3005 (FJ7656-2)
G3T-3006 (N121-1Y)
FJ7985-1
G3T-8004 (FA962)
G3T-8001
FA961
G3T-8003 (FA941)
30400-1025 (FJ716-6)
G3T-1006 (FJ7659-3)
HTO-2003 (N1224-9)
Beschrijving
Compensatiekabels voor EH1
Compensatiekabels voor EH2
Nylon borgmoer M12
Kolom laswerk
Ontluchtingsschroef
Hydraulische cilinder
Drager laswerk
Afsluitring 1”
Schuiverblok achter
Katrol
Klipring voor as 3/4"
Katrolbeschermer
Phillips PHMS, bedekt 1/4"-20NC*3/8"
Schuiverblok vulstuk
Schuiverblok
Fixatiepal arm
Spanstift 1/4" * 1-1/2"
Borgveer arm
Aandrijfpin
Hendel aandrijfpin
Bovenste dragerbumper
Deurbumper kolom
Aantal
1
1
NVT
2
NVT
2
2
4
2
2
2
2
2
8
8
4
4
4
4
4
4
2
Bumper versterkingsplaat drager
Ankerbout
U-vulring
Vulring Voorkant
BOVENSTE blok
4
8
22
6
2
3
11
10
8
1.1
12
SPOA3T-5
VAS6353A
5
1
13
6
2
4
7
14
9
1
SPOA3T-5
SPOA3T-5AP
VAS6815
MB
15
16
SPOA3T-5AF
Details voor PB-SPOA-6 (Armgedeelte)
1
1.1.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Onderdeelnr.
N2224Y
FJ6206
N2225Y
G3T-5001 (N2154)
N2122Y
40373
40818
G3T-5500 (N2255-1)
G3T-5504 (N2255-10)
G3T-5505 (N2255-11)
40641 (991490)
G3T-6001 (N244-4)
SGL35-6005
40252
40850
40856
SPL35-4000G
3SA-A-F-3
3SA-A-F-4
Beschrijving
Aantal
Voorste armgedeelte
2
Montage Laag profiel adapter
4
Achterste armgedeelte
2
Armpen
4
Fixatiering
4
3/8"-16NC*1-1/2"HHCS, klasse 8.8, bedekt
6
Veerborgring 3/8"
6
Montage armbescherming voor
2
Lange riem
2
Korte riem
2
Zeskant FLGD wzlock moer PLTD 1/4"-20NC
4
Armbescherming
2
Armbescherming (Voor AP/AF Arm/VAS6814)
2
HHCS bedekt 5/16"-18NC*3/4"
4
Veerborgring 5/16"
4
Platte sluitring 5/16”
8
Achterste armgedeelte
2
Armgedeelte voor snelle bevestiging
2
Armgedeelte voor snelle bevestiging
2
8
N624 vergrendeling
9
10
7
23
20
21
21
22
15
11
12
24
17
19
14
13
25
26
1
2
SPOA3T-M vergrendelingssysteem
18
6
16
3
4
5
Details voor PB-SPOA-7 (M-versie vergrendelingssysteem)
2st N624
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Onderdeelnr.
BS10-8-10
ATO-1100 (N624-7)
ATO-1200 (N624-3)
B42-8
B33-8
ATO-1011 (N624-15)
G3T-1202 (N621-7)
40641
N619
40108
40126
40658
41687
ATO-1007 (N624-11)
ATO-1004 (N624-12)
ATO-1010 (N624-14)
ATO-1008 (N624-9)
ATO-1006 (N624-1)
ATO-1005 (N624-2)
41686
41472
G3T-1205 (N621-5)
G3T-1203 (N621-8)
G3T-1204 (N621-9)
ATO-1003 (N624-6)
26
ATO-1009 (N624-5)
Beschrijving
Pasbout
Beugel laswerk
Vergrendeling bedekt laswerk
Grote sluitring 8
Nylon borgmoer M8
Afstandhouder
Vergrendelingschacht
Zeskant FLGD wzlock moer 1/4"-20NC
Kabeleindbeugel
Zeskantbout 1/4"-20NC*1"
Zeskantbout 3/8"-16NC*1/2”
Zeskant borgbout 3/8"-16NC
Klemring 1/4"
Flensbus
Veer
Afstandhouder
Vergrendelingspen
Vergrendelingsas
Veer
Klemring 1/2"
Klemring 3/16"
Grendel
As
As
Vergrendelingsveer voor mechanische
beugel
Asbus voor mechanische beugel
Aantal
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
8
10
12
3
11
1
9
5
2
6
7
4
12
13
7
N622 vergrendeling
SPOA3T-S/C vergrendelingssysteem
Details voor PB-SPOA-8 (S/C-versie
vergrendelingssysteem)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Onderdeelnr.
41658
41656
41648
41655 (NFS10100082S)
G3T-8005 (N3126)
G3T-1201 (N1224-8)
N621-6
G3T-1210 (N622-1)
G3T-1202 (N621-7)
G3T-1205 (N621-5)
G3T-1204 (N621-9)
41472
G3T-1203 (N621-8)
Beschrijving
Draagbout, bedekt M6*12*8,8 klasse
Geribbelde flensborgmoer M6
Draagbout, bedekt M10*25*8,8 klasse
Geribbelde flensborgmoer M10
Slangclip
Afdekplaat
Solenoïde
Beugel laswerk
As
Grendel
As
Klemring 3/16"
As
Aantal
4
4
6
6
2
2
2
2
2
2
2
4
2
IV. Lijst met reserveonderdelen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Onderdeelnr.
N377
Beschrijving
Katrol met lager
Onderdeelnr.
FJ6202
Beschrijving
Adapter
Onderdeelnr.
G3T-3003
Aantal
6
Dim
Φ88,9*19,05
Aantal
4
Beschrijving
Schuif
Dim
Aantal
8
Onderdeelnr.
HTO-2003
Beschrijving
Schuif aan bovenkant (38,1mm)
Aantal
2
Onderdeelnr.
G3T-3004
Beschrijving
Afstandhouder voor schuiver
Aantal
8
Onderdeelnr.
G3T-3002
Beschrijving
Schuiverblok achter
Aantal
2
Onderdeelnr.
G3T-2102
G3T-2202
A
7.
9.
Onderdeelnr.
G3T-2105
Onderdeelnr.
N624
10.
11.
Aantal
1
Afm. A
9690mm
1
10299mm
Onderdeelnr.
Beschrijving
Aantal Afm. A
G3T-2103
Hydraulische slang voor EH1
1
7523mm
G3T-2203
Hydraulische slang voor EH2
1
8132mm
N3113
Hydraulische slang voor aan1
3105mm
drijfeenheid
8.
8
Beschrijving
Compensatiekabel voor
EH1
Compensatiekabel voor
EH2
6
4
Beschrijving
Slanghoes
Aantal
1
Beschrijving
Vergrendelingssysteem voor M-versie
Onderdeelnr.
G3T-1200 (N622)
N621-6
Beschrijving
Vergrendelingssysteem voor E-versie
solenoïde
Aantal
2
Aantal
2
2
12.
13.
14.
Onderdeelnr.
Beschrijving
Aantal Opmerking
N967-1-Bag-3
Pakket voor installatie
1
Bouten en bevestigingen voor installatie van aandrijfeenheid
Onderdeelnr.
Beschrijving
Aantal Opmerking
SPOA3T-D2
Pakket voor installatie
1
Bouten voor het installeren van de plastic afdekking op de kolom
Onderdeelnr.
Beschrijving
Aantal Opmerking
SPOA3T-D1N
Pakket voor installatie
1
Bouten voor installatie fixatiering, draadafdekking en vergrendellingssysteem naar
de paal
Andere hydraulische onderdelen
Onderdeelnr.
N382Y-9180
Beschrijving
Afdichtingskit voor cilinder
Aantal
1
Opmerking
BIJLAGE
Installatieprotocol
Certificaat van voltooiing
Installatieprotocol
BlitzRotary GmbH
Hüfinger Str.55
78199 Bräunlingen,
Duitsland
De hefbrug, benaming... ....................................................... (Adres)... /
• Vul dit formulier volledig in na een geslaagde installatie, vink de juiste vakken aan en onderteken het formulier.
• Kopieer het origineel en stuur het binnen één week naar de fabrikant.
• Laat een kopie in het inspectieboekje achter.
De voertuighefbrug,
Type .............................................................
Serienummer:
was op
.............................................................
.............................................................
door het bedrijf
.............................................................
(Adres)
.............................................................
opgesteld, op een juiste werking gecontroleerd en in gebruik genomen.
De installatie was uitgevoerd door de gebruiker / Vakbekwaam persoon
de gebruiker bevestigt het opstellen van de hefbrug. Alle gegevens over de werking. Alle informatie in de
handleiding
en het inspectieboekje werden gelezen en gerespecteerd. Deze documenten zijn op ieder moment beschikbaar voor de geïnstrueerde operators en op een makkelijk bereikbare plaats opgeborgen.
De expert (vakbekwame persoon) bevestigt de juiste installatie van het hefplatform.
Alle informatie over de gebruiksinstructies en het inspectieboekje werden gelezen. De documenten werden
aan de operator overhandigd.
...................... .............................................................................
Datum
Naam van de operator + stempel van het bedrij
................................................................
Handtekening van de operator
...................... .............................................................................
Datum
Naam van vakbekwaam persoon
................................................................
Handtekening van vakbekwaam persoon
.....................................................................................................
Klantenservice bedrijf
Certificaat van voltooiing
De voertuighefbrug
Type .............................................................
Machine -/serienummer:
was op
.............................................................
.............................................................
door het bedrijf
.............................................................
(Adres)
.............................................................
geïnstalleerd, op een juiste werking gecontroleerd en in gebruik genomen.
De volgende personen (operators) werden geïnstrueerd in het gebruik van de hefbrug door een getrainde
installateur van de fabrikant of erkende dealer (deskundige) nadat de hefbrug werd opgesteld.
......................
Datum
................................................... ..................................................................
Naam
Handtekening van de operator
......................
Datum
................................................... ..................................................................
Naam
Handtekening van de operator
......................
Datum
.....................................................................................................................
Naam
Handtekening van de operator
......................
Datum
................................................... ..................................................................
Naam
Handtekening van de operator
......................
Datum
................................................... ..................................................................
Naam
Handtekening van de operator
......................
Datum
................................................... ..................................................................
Naam
Handtekening van vakbekwaam persoon
..................................................................................................................
Klantenservice bedrijf + bedrijfsstempel
BIJLAGE
Hefbrug met twee kolommen
SPOA3T-5
SPOA3T-5AP
SPOA3T-5AF
VAS/MB
Onderhoudsschema:
Opmerkingen voor de uitvoering van
de visuele en operationele testen
Opmerkingen voor de uitvoering van de visuele en operationele testen
Tijdens de periodieke inspecties, zorg ervoor dat zeker het volgende word gecontroleerd:
1. Informatie op het hefplatform
Naamplaat
Etikettering
Samenvatting van de handleiding
2. Gedetailleerde gebruiksinstructies
3.Waarschuwingen
4. Bescherming tegen ongeoorloofd gebruik
5. Aandrijvingen
Heffen, laten zakken
Kantelen, overhellen
Draaien, zwenken
Schakelen
Openen en sluiten (van de laadklep)
Rijden
Ondersteuningen
6. Noodstillegging,
Noodafvoer
7. Signaalinrichtingen,
communicatieapparatuur
8. Apparatuur voor de stabiele installatie
Waterpas
Ondersteuningen
Spindels
Onderste pan
Verwijdering van de veerspeling
9. Ondersteunende constructie
Te controleren zaken
Bevestiging
Leesbaarheid
Volledigheid
Voorwaarde
Leesbaarheid
Voorwaarde
Duidelijkheid
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Veiligheidssleutel
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Duidelijke toewijzing
Permanente etikettering van de bewegingsrichting
Beveiliging tegen ongewenste inschakeling
Vergrendelingsmechanisme van de aandrijvingen met
meervoudige controles
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Voorwaarde
Werking
Duidelijkheid
Betrouwbaarheid
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Slijtage
Vervorming
Corrosie
Barsten
Barsten
Vervorming
Corrosie
Mobiliteit van geleiders, katrollen, scharnieren, telescopen,
Slijtage van geleiders, katrollen, scharnieren,
vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Doeltreffendheid van vergrendelingsmechanismen
10. Belastingspunten
Beveiliging tegen glijden
Beveiliging tegen afrollen
Vasthoudvoorziening
Beveiliging van de scharnierbeugel
Veiligheidsomheining
Voorwaarde
Werking
Voorwaarde
Corrosie
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Doeltreffendheid van vergrendelingsmechanismen
Mobiliteit van beweegbare onderdelen
Bodem
Standvastigheid
Vervorming
Corrosie
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Parallelle beweging op bedieningsplatforms Voorwaarde
Werking
Slijtage
Barsten
Corrosie
Opbergbaar bedieningsplatform
Staat en doeltreffendheid van het vergrendelingsmechanisme
Trappen
Standvastigheid
Vervorming
Corrosie
Schade
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Gelaste verbindingen
11. Stalen kabels Kabelaansluitingen
Slijtage
Corrosie
Draadbreuk
Breuknesten
Knellingspunten
Loskomen van de buitenlaag
Vogelnestvorming
Schijven en katrollen
Barsten
Tekenen van slijtage
Braamvorming in de groef
Juiste uitlijning van de groef
Kabeloprolsysteem
Voorwaarde
Kleminrichting
Werking
Vastzetten op kabellagers
Beveiliging tegen loskomen van de kabel
12. Stalen schakelkettingen, kettingschake- Mobiliteit
lingen
Slijtage
Barsten
Vastzetten van de verbindingsbouten, bijv. bij de klinknagelkop, ring
Kettingwielen
Kettingtandwielen
Kleminrichting
Vastzetten van de kettinggeleider
13. Spindels
Hoofdmoer
Compensatiering
14. Rekken
Rondsels
15. Hydraulica
Oliereservoir
Lijnen
Leidingverbindingen
Slangen
Slangverbindingen
Cilinders
Zuigers
Voorwaarde
Werking
Voorwaarde
Werking
Opslag
Vervorming
Verontreiniging
Slijtage van de draad
Inkepingen
Strepen
Groeven, toepassingen
Doeltreffendheid van de afdekking
Slijtage van de draad (speling)
Lager
Voorwaarde
Inkepingen
Strepen
Bevestiging
Slijtage
Verontreiniging
Verbinding van gezamenlijke rekken
Barsten
Slijtage
Verontreiniging
Bevestiging en speling van de spindel
Lekkage
Testen op lekken
Ontluchting
Staat en leesbaarheid van het scherm
Controle van het oliepeil
Doeltreffendheid van de uitschakelinrichting in geval van
een tekort aan olie
Bevestiging
Schade
Vervorming
Corrosie
Bevestiging
Schade
Leeftijd
Broosheid
Poreusheid
Bevestiging
Barsten
Leiding- en slangaansluitingen
Dichtheid van de mouwen
Oppervlak van de zuigerstang
Strepen
Verontreiniging
Filters
Drukregelingsklep
16. Pneumatiek
Lijnen
Leidingverbindingen
Uiterlijke staat
Uiterlijke staat
Loden afdichting niet beschadigd
Lekkage
Bevestiging
Schade
Vervorming
Corrosie
Slangen
Bevestiging
Slangverbindingen
Schade
Leeftijd
Broosheid
Poreusheid
Cilinders
Bevestiging, barsten, leiding- en slangverbindingen
Dichtheid van de mouwen
Zuigers
Oppervlak van de zuigerstang, strepen, verontreiniging
Ontlastklep
Uiterlijke staat, loden afdichting niet beschadigd
Meter, drukregelaar
Uiterlijke staat en doeltreffendheid
17. Aandrijvingsmechanismen (zonder draai- Verbindingen van onderdelen van het aandrijvingsmechabaar onderstel)
nisme schokvrij starten
Remmen, zelfzekerende tandwielkast, kop- Slijtage, doeltreffendheid
pelingen
18. Onderbouw, draaibaar onderstel
Bedrijfsremmen, noodremmen
Slijtage, doeltreffendheid
Beveiliging van dissel
Staat, doeltreffendheid
Positieve geleiding, geleidestang
Vervorming, barsten, staat van de bevestiging
Stangverbindingen, eindstoppen, baanschuiver
Beveiliging tegen ontsporen
19. Toegangspunten en laadpunten
Standvastigheid, vervorming van leuningen, schade
Corrosie, vastzetten van verwijderbare onderdelen
20. Elektrische apparatuur
Lijnen
Schade, bevestiging, trekontlasting van externe leidingen
Aardleiding
Schade, bevestiging
21. Isolatie op hoogwerkers, voor zover de
hoogwerker bestemd is voor werk op of in de
buurt van onbeschermde en onder spanning
staande delen van elektrische installaties
Isolatie op werkplatform/hefinrichting en he- Verontreiniging, schade, isolatieweerstand
fapparatuur/onderbouw
22. Speciale veiligheidsvoorzieningen
Noodlimietschakelaar, slappe-kabelschake- Doeltreffendheid, bevestiging, staat
laar, kabelbreukschakelaar, kettingbreukVervorming, effectiviteit van de schakelelementen, verontschakelaar, bedieningsvergrendelingen,
reiniging, conditie van de drukveren
uitschakelstrips, herstartbeveiliging, antikantelinrichting (voor opbergbare werkplatformen), veiligheidspal, volledigheid
Deze opmerkingen pretenderen niet volledig te zijn, en moeten worden aangepast overeenkomstig de te
controleren hefplatforms.
BIJLAGE
Hefbrug met twee kolommen
Inspectielogboek
Inspectielogboek
voor
Hefbrug met twee kolommen
Type:
Serienummer:
Fabricagejaar:
Operator:
Datum van eerste inbedrijfstelling:
BlitzRotary GmbH
Telefoon +49.771.9233.0
Hüfinger Straße 55
Fax +49.771.9233.99
D-78199 Bräunlingen
[email protected]
www.rotarylift.com
Algemene informatie
Hoofdblad voor hefbrug
Fabrikant of leverancier van de voertuigbrug:
BlitzRotary GmbH
Huefinger Str.55, 78199 Braeunlingen, Duitsland
Beschrijving: 2-koloms hefbrug
Type:
Fabricagejaar:
Serienr.:
Datum van eerste ingebruikname:
Draagcapaciteit: 3500 kg
Toelaatbare verdeling van de belasting: 3:2 of 2:3 (vóór/achter)
Voor verblijf onder de lastophanginrichtingen: ja
Opstelling voor laden van de lastophanginrichting: nee
Geschikt voor rijden op de lastophanginrichting: nee
Geschikt voor gebruik als hefplatform: nee
Bedrijfssnelheden
Maximale hefsnelheid
Maximale neerlaatsnelheid
Machines
Aandrijftype van ondersteuningen:
Draaguitrusting
Staaldraadkabels:
Diameter:
Sterkte van de enkele kabel:
Minimale breekkracht:
Corrosiebeveiliging:
Werking:
7,2 cm / sec
6 cm / sec
Elektrohydraulisch
Volgens RR-W-410, Mil-DTL-83420
EN12385-4 (voorheen DIN3060)
6 mm, 7x19 GAC (GWC)
1960 N/mm²
(7000 lbs.
galvanisch
Synchronisatiebesturing
Elektrische apparatuur
Bedrijfsspanning:
3Ph/PE/ 400V / 50Hz Hz
Stuurspanning:
24V AC
Beschermingsgraad:
IP54
Uitrusting geschikt voor gebruik in werkplaatsen Uitrusting niet voor gebruik in explosieve omgevingen.
Uitrusting mag niet in een omgeving met explosiegevaar worden gebruikt.
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligstelling van hefinrichting tegen onbedoelde hef- of neerlaatbeweging in geval van kabelbreuk:
Automatische mechanische vergrendelinrichting als vangsysteem
Beveiligen van de hefinrichting tegen onbedoeld heffen of laten zakken in geval van lekkage in het leidingsysteem:
Schotelklep - normaal gesloten, automatisch vangsysteem, cilinder met stroomregelklep voor het laten zakken,
Beveiligen van het hydrauliek tegen te hoge drukken:
Bedrijfsdruk van hydraulisch circuit:
bar
Reactiedruk van drukontlastingskleppen:
bar
Overige beveiligingsmechanismen:
Hoofdschakelaar met noodstopfunctie, voetbescherming op de armen, dodemansknop,
Fixatieringen voor de zwenkarmen, kabels voor synchronisatie.
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
1
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
2
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
3
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
4
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
5
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
6
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
7
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
8
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
9
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
10
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
11
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum)
Herstelde tekortkomingen
(Handtekening)
(Plaats, datum)
(Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
Naam
(in blokletters)
(Plaats, datum)
en
Functiebenaming
Werkzaam te
(Handtekening)
adres
12
Aanpassingen en grote
reparaties
Type
Datum/Naam
Installateur: Leg deze handleiding
terug bij de rest van de
documentatie en geef alles
aan de eigenaar/operator
van de hefbrug.
Hartelijk dank
Neem Contact Op met Uw Lokale Rotary Onderdelen Leverancier voor Officiële Rotary Onderdelen. Zie
de documentatie voor een overzicht van de onderdelen.
BlitzRotary GmbH
Hüfinger Strasse 55
D-78199 Bräunlingen
Tel. +49.771.9233.0
Fax +49.771.9233.99
[email protected]
www.blitzrotary.com
VSA: +1.812.273.1622 (Hoofdkantoor)
Canada: +1.905.812.9920
Verenigd Koninkrijk: +44.178.747.7711
Australië/Azië: +60.3.7660.0285
Latijns-Amerika/Caribisch gebied: +1.812.273.1622
Midden-Oosten/Noord-Afrika: +49.771.9233.0
Zuid-Afrika: 1.812.273.1622
Brazilië: +55.11.4534.1995
Installatie-instructies SPO54 E And M series_en_print_IN20417_2008_06 Rev C
Getrainde Gebruikers en Regelmatig Onderhoud Garanderen
Bevredigende Prestatie van Uw Rotary Hefbrug.