Rotary SPOA3TM-5-EH2 de handleiding

Type
de handleiding
© Rotary Lift, Alle rechten voorbehouden
SJ180205
SPOA3T-5/5AP/5AF
S & M &C
(700 serie)
Tweekoloms vloerbeveigde hef-
bruggen
Installateur: Leg deze handleiding terug bij de rest van de documentatie en geef
alles aan de eigenaar/operator van de hefbrug.
B
E
D
I
E
N
I
N
G
S
-
E
N
O
N
D
E
R
H
O
U
D
S
H
A
N
D
L
E
I
D
I
N
G
OM-SPO-3
Rev.A1 16/10/2019
B
E
D
I
E
N
I
N
G
S
-
E
N
O
N
D
E
R
H
O
U
D
S
H
A
N
D
L
E
I
D
I
N
G
EG-verklaring van overeenemming
overeenkomig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreende machines (bijlage II A)
Naam en adres van de fabrikant: Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU
BlitzRotary GmbH BlitzRotary GmbH
Hünger Str.55 Hünger Str.55
78199 Bräunlingen, Duitsland 78199, Duitsland
Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de aat waarin deze in de handel is gebracht en niet op
onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet meer
geldig, indien het product zonder overeenkom wordt gewijzigd.
Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines
Product denominatie: 2-persoons voertuiglift
Model / type: SPOA3TS-5AP
Inhoud 3500 kg
basiype in verschillende uitvoeringen;
gemarkeerd met
E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST,
B, BL, BL2, 7015, SC
Machine/serienummer: ………………..
Jaar van fabricage: 20......
voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
Gebruikte geharmoniseerde normen
EN 1493: 2010 Voertuigliften
EN ISO 12100:2010 Veiligheid van de machine - Basisconcepten
EN 60204-1:2006/AC2010 Elektrische uitruing van machines
Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenemming met het getee type lift.
Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn:
Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde inantie nummer 1105.
CCQS UK Ltd., Level 7, Wegate House, Wegate Rd., London W5 1YY UK.
Die een EG-typeonderzoekscerticaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-02-5A van 2017.01.16.
De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenemming met het voorbeeld waarop dat certicaat betrekking heeft,
zodat het certicaat geldig blijft.
De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te ellen: De heer Maier; Hünger Str.55; 78199 Bräunlingen.
Plaats: Bräunlingen
Datum: 16.10.2019
Geautoriseerde handtekening:
Titel van de ondertekenaar:
___________________
Doris Wochner-McVey
Algemeen directeur
EG-verklaring van overeenemming
overeenkomig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreende machines (bijlage II A)
Naam en adres van de fabrikant: Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU
BlitzRotary GmbH BlitzRotary GmbH
Hünger Str.55 Hünger Str.55
78199 Bräunlingen, Duitsland 78199, Duitsland
Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de aat waarin deze in de handel is gebracht en niet op
onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet
meer
geldig, indien het product zonder overeenkom wordt gewijzigd.
Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines
Product denominatie: 2-persoons voertuiglift
Model / type: SPOA3TS-5
Inhoud 3500 kg
basiype in verschillende uitvoeringen;
gemarkeerd met
E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST,
B, BL, BL2, 7015, SC
Machine/serienummer: ……………….
Jaar van fabricage: 20......
voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
Gebruikte geharmoniseerde normen
EN 1493: 2010 Voertuigliften
EN ISO 12100:2010 Veiligheid van de machine - Basisconcepten
EN 60204-1:2006/AC2010 Elektrische uitruing van machines
Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenemming met het getee type lift.
Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn:
Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde inantie nummer 1105.
CCQS UK Ltd., Level 7, Wegate House, Wegate Rd., London W5 1YY UK.
Die een EG-typeonderzoekscerticaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-01-5A van 2017.01.16.
De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenemming met het voorbeeld waarop dat certicaat betrekking
heeft, zodat het certicaat geldig blijft.
De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te ellen: De heer Maier; Hünger Str.55; 78199
Bräunlingen.
Plaats: Bräunlingen
Datum: 16.10.2019
Geautoriseerde handtekening:
Titel van de ondertekenaar:
___________________
Doris Wochner-McVey
Algemeen directeur
4
Inhoudsopgave
1. Inleiding ................................................................... 5
1.1 Over deze gebruikershandleiding ........................ 5
1.2 Waarschuwings- en informatiesymbolen ............. 5
1.3 Beoogd gebruik .................................................... 7
1.4 Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag ............... 7
1.5 Informatie over ongevallen, gezondheid
en veiligheid, en milieu ........................................ 7
2. Veiligheid .......................................................8
2.1 Operatoren ........................................................... 8
2.2 Standaard veiligheidsvoorschriften ...................... 8
2.3 Toegestane asbelasting en gewichtsverdeling .... 8
2.4 Verbod op ongeoorloofde wijzigingen
of aanpassingen .................................................. 9
2.5 Deskundigen, bevoegde personen ...................... 9
2.6 Onderhoudsaannemers, installatiemedewerkers..10
2.7 Veiligheidsinspecties door vakbekwame
personen ............................................................. 10
2.8 Verplichtingen van de operator van de installatie..11
3. De 2-koloms hefbrug ....................................12
3.1 Overzicht van onderdelen .................................... 12
3.2 Werkgebied, gevarenzones ................................. 13
3.3 Veiligheidsmechanismen ..................................... 14
3.4 Bedieningspaneel ................................................ 16
4. Gebruik ..........................................................17
4.1 Vóór het laden ..................................................... 17
4.2 Laden ................................................................... 17
4.3 De hefbrug omhoog brengen ............................... 18
4.4 Tijdens het gebruik van de hefbrug ...................... 18
4.5 Vóór het laten zakken van de hefbrug ................. 18
4.6 De hefbrug laten zakken ...................................... 18
4.7 Lossen ................................................................. 19
4.8 Uitschakelen ........................................................ 19
5. Problemen, oorzaken en corrigerende
handelingen ..................................................19
5.1 Problemen oplossen door de operator ................ 19
5.2 Probleemoplossing door de erkende
onderhoudsaannemers ....................................... 20
6. Geautoriseerd laten zakken .........................22
7. Technische gegevens ..................................23
8. Reiniging .......................................................29
9. Onderhoud en reparatie ...............................29
9.1 Geschiktheid van het onderhouds- en
reparatiepersoneel .............................................. 29
9.2 Veiligheidsvoorschriften vooronderhoud en
reparatie ............................................................. 29
9.3 Onderhoud .......................................................... 30
9.4 Toegestane hydraulische oliën ........................... 32
9.5 Controleren, bijvullen, verversen van de
hydraulische olie ................................................. 33
9.6 Reparatiewerkzaamheden (reparaties) .............. 34
10. Transport en opslag ....................................35
10.1 Transport ............................................................ 36
10.2 Lossen ................................................................ 36
10.3 Opslag ................................................................ 36
11. Montage (installatie) ....................................36
11.1 Veiligheidsinstructies voor montage ................... 36
11.2 Beknopte montage-instructies ............................ 37
11.3 Specicaties voor de locatie ............................... 37
11.4 De installatie voorbereiden ................................. 37
11.5 De kolommen voorbereiden ............................... 37
11.6 Het bovenportaal voorbereiden .......................... 39
11.7 De hydrauliekmodule monteren .......................... 41
11.8 Het vergrendelingssysteem monteren. ............... 43
11.9 De compensatiekabels monteren ....................... 46
11.10 De elektrische aansluitingen monteren .............. 47
11.11 Pakkingen, afdekking en gereedschapshouder
installeren ........................................................... 52
11.12 De armen & xatieringen installeren .................. 53
11.13 Overigen installeren ........................................... 54
12. Inbedrijfstelling ............................................56
12.1 De werking controleren ...................................... 56
5
12.2 Het hydraulisch systeem testen ......................... 56
12.3 Olie ontluchten ................................................... 56
12.4 De compensatiekabels controleren en afstellen . 56
12.5 De vergrendelingskabels voor de M-versie
controleren en afstellen ...................................... 56
12.6 De vergrendeling testen ..................................... 56
13. Demontage ...................................................58
14. Verwijdering .................................................58
14.1 Milieuprocedures voor verwijdering .................... 58
14.2 Verpakking ......................................................... 58
14.3 Oliën, vet en andere chemische stoen ............. 58
14.4 Metalen / Elektronisch afval ............................... 58
BIJLAGE
SPOA3TS/C/M
Schema voor hydraulisch circuit, Elektrisch
bedradingsschema,
Overzicht van de onderdelen, lijst met
reserveonderdelen.
Installatieprotocol
Certicaat van voltooiing
Onderhoudsschema: Instructies voor het uitvoeren
van visuele inspecties en functionele testen
Inspectielogboek
Hoofdblad voor hefbrug
Testrapport
6
1. Inleiding
1.1 Over deze gebruikershandleiding
De kolomhefbrug voldoet aan de nieuwste
technologie en voldoet aan de van toepassing zijnde
voorschriften voor gezondheid en veiligheid en
ongevallenpreventie op het werk.
Oneigenlijk gebruik of gebruik anders dan datgene
waarvoor het bedoeld is, kan leiden tot levensgevaarlijk
of lichamelijk letsel voor de gebruiker of derden en kan
ook leiden tot schade aan eigendommen.
Het is daarom noodzakelijk dat de relevante
personen deze gebruikershandleiding aandachtig lezen
en begrijpen. Lees de instructies zorgvuldig door om
verkeerd gebruik, mogelijke gevaren en schade te
voorkomen. De kolomhefbrug moet altijd worden bediend
volgens de voorschriften.
Houd rekening met het volgende:
Houd de gebruikershandleiding altijd in de buurt van
de hefbrug en zorg dat deze voor alle gebruikers te
raadplegen is.
Deze gebruikershandleiding biedt informatie over
de hefbruggen SPOA3TS/C/M-5,SPOA3TS/C
/M-5AP,SPOA3TS/C/M-5AF, variant met
kolomverlenging EH0,EH1,EH2.
Zorg dat u het Hoofdstuk 2 Veiligheid en de
gebruiksinstructies die met de machine zijn
meegeleverd goed doorleest en begrijpt.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en
bedrijfsstoring die kunnen optreden door het negeren
van de instructies die in deze gebruikershandleiding
zijn vermeld.
De installatie en de inbedrijfstelling van de hefbrug
zijn in detail beschreven in hoofdstukken 11 tot 12. De
installatie mag alleen worden uitgevoerd door erkende
installateurs en vakbekwame elektriciens.
Als er problemen optreden, neem contact op
met een deskundige, onze klantenservice, onze
afdeling voor reserveonderdelen of een van onze
vertegenwoordigers.
De afbeeldingen kunnen afwijken van de geleverde
versie van de machine. De functies of processen die
uitgevoerd moeten worden blijven hetzelfde.
Disclaimer:
Wij zijn niet aansprakelijk voor drukfouten,
vergissingen en technische wijzigingen.
De in dit document genoemde merken en
handelsmerken hebben betrekking op hun eigenaars
of hun producten.
1.2 Waarschuwings- en informatiesymbolen
1.2.1 Symbolen in deze documentatie
Waarschuwingen worden met de volgende symbolen
in overeenstemming met hun gevarencategorie
aangegeven.
Wees op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften
en gevaren wanneer u werkt in een situatie die van een
waarschuwingssymbool is voorzien.
Volg de ter zake doende gezondheid- & veiligheid en
ongevalpreventieregels die in uw land gelden.
Risico op de dood of letsel
Directe bedreiging voor het leven
en de gezondheid van mensen.
Negeren kan leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
Risico op de dood of letsel
Mogelijke bedreiging voor het leven
en de gezondheid van mensen.
Negeren kan leiden tot de ernstige
verwondingen.
Risico op letsel
Mogelijke gevaarlijke situatie.
Niet-naleving kan leiden tot licht of
matig letsel.
Schade aan eigendommen
Mogelijke gevaarlijke situatie.
Negeren kan leiden tot schade aan
eigendommen.
Andere symbolen
INFO-symbool
Nuttige informatie en tips.
Opsommingsteken:
Voor opsommingen van belangrijke
informatie over het desbetreende
onderwerp.
Gebruiksinstructies:
Voer de gedetailleerde stappen in de
juiste volgorde uit.
Gebruiksinstructies,
waarschuwing
Voer de gedetailleerde stappen in de
juiste volgorde uit.
i
1.
7
1.2.2 Op het product
Leef alle waarschuwingen op de
producten na en zorg dat ze altijd
leesbaar zijn.
i
BQ-010
!
!
?
?
?
?
Afb. 1
Waarschuwingsicker op de kolom
met bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing.
De hefbrug mag alleen door bevoegd personeel worden bediend.
De hefbrug mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt.
Overschrijd het op de typeplaatje aangegeven draagvermogen niet.
De gewichtsverdeling aan de voor-/achterkant mag de waarde in de volledige gebruiks-
aanwijzing niet overschrijden.
Houd u aan de wettelijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften.
Draag geen personen op de hefbrug.
Trek de handrem van het voertuig aan nadat u op de hefbrug bent gereden en voordat u
het voertuig heft.
De hoofdschakelaar is ook een noodstopschakelaar. Zet in noodgevallen de schakelaar
op "O".
Beveilig de ophijsen tegen onbevoegd gebruik door de hoofdschakelaar te vergrendelen.
Obstakels moeten buiten bereik van de bewegende lading en hefbrug worden gehouden.
1. VOOR HET LADEN:
Controleer of de hefbrug volledig werkt. Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandlei-
ding.
De hefbrug moet volledig omlaag zijn gebracht, er mogen zich geen voorwerpen, vet en
olie op de armen en rubberen kussens en mensen in het werkgebied bevinden.
Zwaai de armen met de adapters vrij van olie en vet helemaal naar de doorrijpositie.
Hoofdschakelaar op "AAN".
Zwaai de armen onder het voertuig en plaats de adapters op de door de voertuigfabri-
kant aanbevolen liftpunten.
Gebruik indien nodig optionele adapters.
2. HEFFEN:
Er mag zich niemand op de hefbrug of in het voertuig bevinden tijdens het he en en
laten zakken.
Druk op de knop "OMHOOG". Stop de lift voordat de adapters contact maken met het
voertuig. Zorg ervoor dat alle armsteunen volledig zijn vergrendeld.
Beweeg indien nodig de arm iets totdat de vergrendeling volledig in de  xatiering grijpt.
Sla niet op de pennen met een hamer, omdat dit de  xatietanden kan beschadigen!
Laat geen onderdelen rondslingeren op de hefbrug en op het voertuig dat u wilt he en.
Let bij het monteren of demonteren van zware voertuigonderdelen er op dat het middel-
punt van het voertuig niet verschuift! Het voertuig moet vooraf worden beveiligd.
Het voertuig moet altijd op 4 liftpunten rusten of tegen beweging worden beveiligd.
Ga alleen door met het hefproces tot de gewenste hoogte als het voertuig stabiel is.
Laat de hefbrug niet gedurende lange perioden op zijn volle hoogte achter.
Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendeling zakken.
3. BIJ HET HEFFEN:
Voorkom dat het voertuig schommelt.
De portieren van het voertuig moeten gesloten zijn tijdens het he en en laten zakken.
Controleer de lading en de hefbrug bij het he en en laten zakken.
Hang niet rond binnen het bereik van de bewegende last en hefbrug bij het he en en
laten zakken.
Klim niet op het geheven voertuig of de hefbrug.
4. VÓÓR HET LATEN ZAKKEN VAN DE HEFBRUG:
Verwijder obstakels onder het voertuig en de hefbrug.
Hang niet rond in het werkgebied van de hefbrug.
5. LATEN ZAKKEN:
Druk op de knop "OMHOOG" als u de hefbrug uit het vergrendelingsmechanisme wilt
tillen.
Druk op de knop "Omlaag" en laat deze zakken tot de gewenste hoogte. Als de hefbrug
van de M-versie is, duwt u tegelijkertijd de ontgrendelingshendel omlaag.
6. AFRIJDEN:
De hefbrug moet volledig omlaag worden gebracht.
Zwaai de armen helemaal naar de doorrijpositie. Pas dan verplaatst u het voertuig.
7. UITSCHAKELEN:
Zet de hoofdschakelaar op "UIT" wanneer de hefbrug niet wordt gebruikt.
8. PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD:
Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding.
BQ-001
Beknopte gebruiksinructies
Deze inructies bevatten infor-
matie over de bediening van het
hefplatform.
Afb. 2
1. Alleen bevoegde personen bedienen de kolom-
hefbrug.
2. Lees de originele gebruiksaanwijzing
3. Plaats nooit voorwerpen op het hefplatform.
4. Houd personen en dieren uit de buurt van het
hefplatform.
5. Houd het voertuig tijdens het omlaag en omhoog
brengen in het oog.
6. Controleer de hefpositie na kort omhoog brengen.
7. Meerijden op de hefbrug verboden.
8. Slechts één kant, uiteinde of hoek van het voer-
tuig heen is verboden.
9. Risico op knelling van de voeten tijdens het laten
zakken.
10. Voorwerpen onder de hefbrug werpen bij het laten
zakken.
9
10
8
1.3 Beoogd gebruik
De kolomhefbrug mag alleen worden gebruikt:
In binnenruimten voor het heen van niet bezette
motorvoertuigen.
Voor het heen van voertuigen met een max.
laadvermogen van 3500kg, afhankelijk van de
hefbrugvariant.
Als het gewicht juist is verdeeld. De last moet zich
standaard in het midden van de bewegingsrichting
bevinden. Als de voornaamste last (bijv. motor) zich
echter aan de voorkant of de achterkant bevindt, is
het volgende van toepassing:
aan de voorkant max. 3/5
aan de achterkant 2/5 van de last of vice versa.
In overeenstemming met de technische gegevens
in Hoofdstuk 7 en in een technisch gezonde staat.
1.4 Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag
Een verkeerd gebruik kan leiden tot een risico voor
het leven en de gezondheid voor de personen die
zich in de ruimte van de hefbrug bevinden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade door
gebruik waarvoor het niet is bestemd of door een
verkeerde werking.
Het volgende is niet toegestaan:
Klimmen op of rijden op de kolomhefbrug of de
last.
Heen wanneer er zich mensen in het voertuig
bevinden
Heen/laten zakken wanneer er zich mensen
of dieren in de gevarenzone bevinden, in het
bijzonder onder de hefbrug.
De hefbrug schokkerig omhoog of omlaag
brengen. Zorg dat de hefbrug niet trilt.
Voorwerpen op of onder de hefbrug gooien.
Een last op slechts één arm van de hefbrug heen.
Rondhangen of werken in de gevarenzone
wanneer het niet in de vergrendelpositie wordt
neergelaten (grendelstangen).
De machine activeren wanneer
veiligheidsapparatuur of -mechanismen niet
aanwezig zijn (voorbeeld: vergrendelpallen zijn niet
gemonteerd).
Lasten heen die niet in Hoofdstuk 1.3 zijn
vermeld.
Voertuigen heen die gevaarlijke goederen
bevatten.
Buitenshuis of in een werkplaats met brand- of
explosiegevaar gebruiken.
Auto's wassen op de kolomhefbrug.
Aanpassingen maken.
1.5 Informatie over ongevallen, gezondheid
en veiligheid, en milieu
Deze gebruikershandleiding bevat geen
gebruiksinstructies die door gebruiker van de
kolomhefbrug opgesteld moeten worden. De interne
gebruiksinstructies regelen de handelingen binnen
het bedrijf voor de preventie van ongevallen en
risico’s op de gezondheid, de veiligheid en het milieu.
Deze bevatten tevens handelingen in geval van
nood, maatregelen voor eerste hulp, etc.
9
Let bij het demonteren of monteren van zware
voertuigonderdelen op gevaarlijke verschuivingen
in de gewichtsverdeling, vooral wanneer het
voertuig wordt ondersteund door de verlengarm.
Zet het voertuig van tevoren stevig vast.
Laat altijd volledig zakken, schakel hoofdliften
uit en beveilig deze om onbevoegd gebruik na
voltooiing van het werk te voorkomen (draai de
hoofdschakelaar naar "UIT" en vergrendel).
Volg het onderhouds- en serviceschena en noteer
de onderhouds- en serviceprestaties (Hoofdstuk 9).
Installatie, onderhoud en service mogen alleen
worden uitgevoerd door erkende specialisten
(onderhoudsaannemers) (Hoofdstuk 9).
Laat werkzaamheden op de elektrische
componenten alleen door een vakbekwame
elektricien uitvoeren.
Alleen opgeleide personen met voldoende
kennis over hydraulica/pneumatiek mogen
werkzaamheden op hydraulische of pneumatische
uitrusting uitvoeren.
Draag gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen
tijdens het werken in de ruimte waar de hefbrug
zich bevindt en leef de geldende voorschriften
inzake gezondheid en veiligheid op het
werk en ongevallenpreventie na, bijv. draag
veiligheidshandschoenen, een veiligheidsbril en
veiligheidsschoenen
Alleen originele reserveonderdelen van de
fabrikant mogen worden gebruikt.
De hefbrug moet door een specialist
worden geïnspecteerd na het repareren van
ondersteunende delen.
2.3 Toegestane asbelastingen en
gewichtsverdeling
Voordat u het voertuig heft, zorg dat de
gewichtsverdeling juist is.
Als de gewichtsverdeling juist is (standaardpositie
in richting van beweging) bevindt de voornaamste last
zich aan de voorkant (bijv. motor).
2. Veiligheid
2.1 Operatoren
De kolomhefbrug kan alleen worden bediend zonder
toezicht door personen die:
Minstens 18 jaar oud zijn.
Vertrouwd zijn met de basisverordeningen inzake
gezondheid, veiligheid en ongevallenpreventie.
Opgeleid zijn in het hanteren en bedienen van de
kolomhefbrug.
Hun vaardigheden aan het bedrijf hebben getoond.
Uitdrukkelijk en schriftelijk zijn aangewezen om de
hefbrug te bedienen.
De gebruikershandleiding hebben gelezen en
begrijpen.
2.2 Standaard veiligheidsvoorschriften
Gebruik de kolomhefbrug alleen nadat een
deskundige in het inspectielogboek heeft
gecerticeerd dat de kolomhefbrug juist is opgesteld.
Volg altijd de gebruiksaanwijzing (labels op de
kolomhefbrug).
Als er meerdere personen de kolomhefbrug
bedienen, moet er een toezichthouder door het bedrijf
worden aangesteld.
De kolomhefbrug mag alleen in technisch goede
staat worden gebruikt met betrekking tot veiligheid en
met alle aanwezige veiligheidsmechanismen.
De bedieningskast of regeleenheid mag alleen
worden geopend door een vakbekwame elektricien.
Veiligheidsinspecties moeten regelmatig, en minstens
eenmaal per jaar, worden uitgevoerd.
Als er tekenen van een defect verschijnen, schakel
dan direct de kolomhefbrug uit, informeer een
supervisor en neem contact op met de klantenservice
als dat nodig is.
Houd uw werkgebied schoon en vrij van olie, smeer
en andere verontreinigde stoen.
Voordat u in de gevarenzone onder de hefbrug gaat
staan of werken, laat deze met behulp van de knop
"Omlaag" in de vergrendelpositie (grendelstangen)
zakken.
Er mogen zich geen obstakels bevinden in het pad
van de hoofdlift.
Houd de last tijdens het omhoog en omlaag brengen
altijd in het oog.
Stop het voertuig altijd veilig, gecentreerd op de
kolommen. Beveilig het voertuig tegen schudden met
liftpunten.
Neem de nodige maatregelen om verkeer in de zone
van de kolomhefbrug te vermijden. Parkeer geen
andere voertuigen in de gevarenzone.
Breng geen last boven de toegestane capaciteit aan
en houd rekening met de toegestane aslasten en
lastverdeling zoals vermeld in Hoofdstuk 2.3.
Risico op letsel door het omvallen
van het voertuig wanneer het
verkeerd is geladen.
Voldoe aan de toegestane draagcapaciteit,
zoals weergegeven in Afb. 3 en 4.
Voldoe aan de toegestane gewichtsverdeling,
zoals weergegeven in Afb. 3 en 4.
10
Afbeelding 3 en 4:
Hoofdlift 3500kg
Toegestane gewichtsverdeling
Hoofdlift
voorkant max. 3/5:
F1 = max. 2100kg
achterkant max. 2/5:
F2 = max. 1400 kg
Minimale afstand tussen twee adapters
Niet kleiner dan 1000 mm
Als de afstand kleiner is, wordt de laadcapaciteit
van de hefbrug verminderd.
De gewichtsverdeling moet overeenkomen
met de richtlijnen in dit hoofduk. We raden
daarom aan om het gewicht zo centraal mo-
gelijk te verdelen ten opzichte van de as van
de kolommen.
F1
F2
F1
F2
Afb. 3
Afb. 4
2.4 Verbod op ongeoorloofde wijzigingen
of aanpassingen
Ongeoorloofde veranderingen en wijzigingen aan
de kolomhefbrug zijn om veiligheidsredenen niet
toegestaan.
De toestemming om de kolomhefbrug te gebruiken
zal tevens vervallen.
De conformiteitsverklaring zal tevens vervallen.
2.5 Deskundigen, bevoegde personen
De kolomhefbrug moet altijd na de inbedrijfstelling
en op een regelmatig tijdstip (na max. één jaar), na
een aanpassing van het ontwerp en reparatie van
een ondersteunend onderdeel worden nagekeken.
Inspecties mogen door de volgende personen
worden uitgevoerd:
Gecerticeerde expert
Dit zijn personen die, op basis van hun
professionele training en ervaring, gespecialiseerde
kennis hebben op het gebied van hefbruggen.
De experts moeten hefbruggen kunnen nakijken
en vervolgens een expertenbeoordeling maken.
TÜV-experten, gespecialiseerde ingenieurs van de
fabrikant of zelfstandige gespecialiseerde ingenieurs
kunnen voor deze inspecties worden ingezet.
Deskundige personen
Dit zijn personen die, op basis van hun
professionele opleiding en ervaring, de gepaste
kennis hebben op het gebied van hefbruggen.
Ze zijn op de hoogte van zowel de voorschriften
inzake gezondheid en veiligheid op het werk en
ongevallenpreventie als de hefbrugtechnologie om de
naleving inzake gezondheid en veiligheid op het werk
van de hefbrug te kunnen beoordelen.
i
11
2.6 Onderhoudsaannemers,
installatiemedewerkers
Onderhouds-, service- en
installatiewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door bedrijven of specialisten die door de
fabrikant zijn geautoriseerd.
Deze personen zijn vakbekwaam en opgeleid om
hefbruggen te onderhouden en te repareren.
Een deskundig persoon is een persoon die,
op basis van zijn/haar professionele opleiding
en ervaring, de gepaste kennis heeft en tevens
vertrouwd is met de belangrijkste voorschriften, zodat
hij/zij:
Het werk dan aan hem/haar is toegewezen kan
beoordelen,
Mogelijke risico’s kan herkennen,
De nodige maatregelen kan nemen om het risico te
elimineren,
En de nodige kennis voor het repareren van de
onderdelen heeft.
De gespecialiseerde kennis van een deskundig
persoon moeten hem/haar in staat stellen om
De schakelschema’s te lezen en volledig te
begrijpen,
De context volledig te begrijpen met betrekking tot
geïnstalleerde veiligheidsuitrusting.
De nodige kennis over de werking en het ontwerp
van de systeemcomponenten bezitten.
Eenvoudige fouten op de kolomhefbrug kunnen
door de operatoren worden hersteld.
In geval van een meer ernstige fout, neem contact
op met een erkende onderhoudsaannemer.
2.7 Veiligheidsinspecties door
vakbekwame personen
Veiligheidsinspecties moeten worden uitgevoerd
om de veiligheid van de hefbruggen te waarborgen.
Veiligheidsinspecties dienen in de volgende
gevallen te worden uitgevoerd:
Voor ingebruikname, na initiële installatie. Gebruik
het formulier “Initiële veiligheidsinspectie voor
installatie”.
Na ingebruikname op regelmatige tijdstippen,
minstens eenmaal per jaar. Gebruik het formulier
“Regelmatige veiligheidsinspectie”.
Na een ontwerpwijziging aan de onderdelen van
de hefbrug. Gebruik het formulier “Ongeplande
veiligheidsinspectie”.
De initiële en alle volgende
veiligheidsinspecties moeten door een
deskundige persoon worden uitgevoerd.
We raden aan dat u tijdens de inspectie ook
onderhoud uitvoert.
Ongeplande veiligheidsinspecties en
speciale onderhoudswerkzaamheden zijn
nodig wanneer het ontwerp van de hefbrug
wordt aangepast (installatie van extra
onderdelen). De veiligheidsinspectie moet
door een deskundige persoon worden
uitgevoerd.
Gebruik het formulier met de nodige lijsten
in de Bijlage om de veiligheidsinspecties uit
te voeren. Gebruik het relevante formulier
en niet het na voltooiing vast aan de
handleiding.
i
i
i
12
2.8 Verplichtingen van de operator van de
installatie
Werking van de hefplatforms
In Duitsland wordt het gebruik van hefplatforms
geregeld door de geldende bepalingen van de
beroepsvereniging inzake gezondheid en veiligheid
op het werk zoals bepaald in DGUV-100-500
(voorheen BGR 500) Sectie 2.10". In alle andere
landen moeten de geldende nationale verordeningen,
wetten en richtlijnen worden nageleefd.
Controle van de hefplatforms
Voer de controles uit volgens de volgende
richtlijnen en verordeningen:
Basisprincipes voor het testen van hefplatforms
(DGUV-308-002 voorheen BGG 945)
De basisvoorschriften inzake gezondheid en
veiligheid zoals aangegeven in de richtlijn 2006/42/
EC
Geharmoniseerde Europese normen
De algemeen erkende regels van engineering
De richtlijn over het gebruiken van apparatuur
89/655/EEC en de wijzigingen met DIRECTIVE
95/63/EC.
De geldende voorschriften inzake
ongevallenpreventie
De controles moeten worden georganiseerd door
de gebruiker van het hefplatform. De gebruiker is
verantwoordelijk voor het aanwijzen van een expert
of vakbekwaam persoon om de controles uit te
voeren. De gekozen persoon moet aan de vereisten
van BGG 945 zoals vermeld in Sectie 3 voldoen.
i
De gebruiker draagt de speciale verantwoor-
delijkheid als de werknemers van het bedrijf
als experts of vakbekwame personen zijn
aangewezen.
Omvang van de controle
Regelmatige controle omvat in wezen het uitvoe-
ren van een visuele inspectie en een functionele te.
Dit omvat het controleren van de aat van de onder-
delen en de uitruing, het controleren of de veilig-
heidssyemen volledig zijn en jui werken en of het
inspectielogboek volledig is ingevuld.
De omvang van de uitzonderlijke controle is afhan-
kelijk van de aard en omvang van ructurele wijzigin-
gen of reparatiewerkzaamheden.
Regelmatige controle
Na de ingebruikname moet het hefplatform op een
regelmatig tijdip, minens eenmaal per jaar, wor-
den nagekeken.
Een bevoegde persoon is iemand met de opleiding en
ervaring die verei is om over voldoende kennis van hef-
platformen te beschikken en die voldoende bekend is met
de relevante nationale voorschriften, voorschriften voor on-
gevallenpreventie en algemeen erkende technische regels
(bijv. BG-regels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische
voorschriften van andere lidaten van de Europese Unie
of andere partijen bij de overeenkom in de Europese
economische zone) om de veilige bedrijfsomandigheden
van hefplatforms te kunnen beoordelen.
Uitzonderlijke controle.
Hefplatforms met een hefhoogte van meer dan 2
meter en hefplatforms die bedoeld zijn voor gebruik
met personen die onder de belaingdragende ele-
menten of de belaing aan, moeten voorafgaand
aan hergebruik worden gecontroleerd door een des-
kundige na ructurele wijzigingen en grote reparaties
aan belaingdragendecomponenten.
Een expert is iemand met de opleiding en ervaring
die verei is om over specialiische kennis van
hefplatforms te beschikken en die voldoende bekend
is met de relevante nationale veiligheidsvoorschriften
voor het werk, voorschriften voor ongevallenpreventie
en algemeen erkende technische regels (bijv. BG-re-
gels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische voor-
schriften van andere lidaten van de Europese Unie
of andere partijen bij de overeenkom in de Europe-
se economische zone) om de veilige bedrijfsoman-
digheden van hefplatforms te kunnen beoordelen.
Inspectielogboek
Een inspectielogboek moet worden bijgehouden
als een record van de uit te voeren controles op het
hefplatform. Het inspectielogboek moet zowel een
rapport over de uitgevoerde te voor ingebruikname
en tijdens elke regelmatige of uitzonderlijke controle
als het geldende EG-type-onderzoekcerticaat en de
EG-conformiteitsverklaring bevatten.
Het rapport moet bevatten:
De datum en de omvang van de te met details
over de nog niet uitgevoerde teitems
Het resultaat van de te met details over eventue-
le waargenomen tekortkomingen
Een beoordeling over eventuele hindernissen die
een opart of verder gebruik beletten
De details van een eventuele vereie follow-upte
De naam, adres en handtekening van de persoon
die de controles heeft uitgevoerd
De erkenning en recticatie van eventuele ge-
vonden tekortkomingen moeten in het rapport
door de operator worden beveigd.
i
13
3. De 2-koloms hefbrug
3.1 Overzicht van onderdelen
Afb. 5
Afbeelding 5: Voorbeeld van een 2-koloms
hefbrug met verlengarm
1. Standaard hefkolom
2. Verlengingskolom
3. Dwarsbalk
4. Bovenlimietbalk
5. Hefarm
6. Bedieningskast
7. Hefwagen
8. Motoreenheid
9
2
4
3
1
7
5
6
8
14
Afb. 6
Afb. 6 Detail
A 3301mm/3121mm detail zie hoofduk 7,technische
gegevens
B Minimaal 1800mm tot dichtbijzijnde obakel of
brug.
C Minimaal 4572mm tot dichtbijzijnde obakel.
D Minimaal 2743mm tot dichtbijzijnde obakel.
E Motoreenheid
F (8) 20 mm ankers met betrekking tot de vereien.
3.2 Werkgebied, gevarenzones
Afbeelding 6: Werkgebied en gevarenzones.
Letselgevaar in de gevarenzone van
de hefbrug bij ondeskundig gedrag.
Blijf alleen in de gevarenzone als u bent
opgeleid, geïnformeerd en toegewezen aan
het gebied.
Houd het werkgebied schoon.
Houd de ontsnappingsroutes vrij zodat u
de gevarenzone in geval van nood snel en
veilig kunt verlaten.
Hefbruglocatie: Gebruik indien
beschikbaar bouwtekeningen om de
plaats van de hefbrug te bepalen. Afb. 6
laat de afmetingen zien van een typische
bruginallatie.
i
B
A
CD
E
F
15
3.3 Veiligheidsmechanismen
Zie afbeeldingen 7 … 12
De veiligheidsmechanismen
beschermen zowel mensen als de
hefbrug. Schakel deze niet uit!
De gevaarzones van de kolomhefbrug
worden beschermd door
veiligheidsmechanismen.
De werking en de staat van de
veiligheidsmechanismen moeten dagelijks
worden gecontroleerd!
Als veiligheidsmechanismen worden
geactiveerd, stopt de kolomhefbrug
onmiddellijk.
Als de hefbrug gedurende wordt
verplaatst of voor langere tijd buiten
gebruik wordt gesteld, controleer dan de
veiligheidsmechanismen vóór hernieuwde
inbedrijfstelling en repareer indien nodig.
Als de veiligheidsmechanismen defect
zijn, moet de kolomhefbrug onmiddellijk
buiten gebruik worden gesteld en moet de
hoofdschakelaar vergrendeld worden met
een hangslot.
Gebruik de kolomhefbrug pas opnieuw
eenmaal het volledig is gerepareerd!
Afb. 7
1. Vergrendelbare hoofdschakelaar
“ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor
gebruik.
“OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten
gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in
de bedieningskast.
Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke
beweging van de hefbrug (= noodstop).
2. Voetbescherming-armbescherming op elke
hefarm
Bij het laten zakken van de hefbrug, houdt de
armbescherming de voet uit de buurt van de
arm (voetbescherming, anders bestaat kans op
beknelling of afknijping).
Houd de voet en andere voorwerpen altijd uit de
buurt van de hefarm wanneer u de hefbrug laat
zakken.
Verschillend model met verschillende armen, dus
alleen aandrijfrichting met armbescherming als
standaard.
Afb. 8
2
2
1
16
8.2
8.1
3
Afb. 9
4
5
6
Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
7.2
7.1
3. Bovenlimietbalk op de dwarsbalk
Een limietbalk voorkomt dat het voertuig te hoog
wordt geheven. Deze functie beschermt eectief
langere voertuigen tegen beschadiging. (→ 3)
4. Overdrukklep
De overdrukklep (→ 4) is in de fabriek ingesteld op
ca. 175-190 bar.
Voorkomt de hefbrug met de limiet van
overbelasting.
5. Daalklep (noodontgrendeling)
Pos.5 Daalklep voor noodontgrendeling van de
hefbrug, duw op de spoel (→ 6). Controleer vóór
deze stap nogmaals of er zich geen voorwerpen
onder de hefbrug bevinden. Zie het hoofdstuk
Bediening voor gedetailleerde stappen.
6. Vergrendelpal op elke hefkolom
Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een
vergrendelingspal (7.2) en vensters op de drager
(7.1).
Als er een storing optreedt in het hydraulische
systeem, wordt het remmechanisme geactiveerd.
De vensters op de drager worden tegen de
grendelstang gedrukt.
7. Armtandwiel en armtandwiel op elke hefbrug
Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een
armtandwiel (8.2) en een vergrendelingsblok (8.1).
Voorkomt dat de hefarm draait wanneer de hefbrug
omhoog en omlaag wordt gebracht.
8. Stroomregelklep in elke cilinder
De bescherming voor een hoge daalsnelheid bij
een kapotte slang.
9. Dodemansbediening van de drukknoppen
Als u de knop loslaat, stopt de besturing de
beweging onmiddellijk.
10. Synchronisatiekabel
De beide kabels synchroniseren de beide dragers
in de beweging.
17
3.4 Bedieningspaneel
Alle bewegingen van de hefbrug stoppen
onmiddellijk wanneer u een ingedrukte
knop loslaat.
i
Afb. 13
Afb. 14
1. Vergrendelbare hoofdschakelaar (Voor alle
versies)
“ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor
gebruik.
“OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten
gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in
de bedieningskast.
Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke
beweging van de hefbrug (= noodstop).
2. OMHOOG-knop (voor alle versies)
De hefbrug gaat omhoog wanneer deze knop
wordt ingedrukt.
3. OMLAAG-knop (voor alle versies)
De hefbrug gaat omlaag wanneer deze knop wordt
ingedrukt.
Voor de M-versie moet deze samen gebruikt
worden met de ontgrendelingshendel, om
de hefbrug te laten zakken en als alleen de
knop Omlaag wordt ingedrukt, zal de hefbrug
vergrendelen op de vergrendelingspal.
4. OMLAAG-knop (voor S&C-versie)
Werkt alleen als de knop wordt ingedrukt, zal de
hefbrug vergrendelen op de vergrendelingspal.
Houd de knop ingedrukt totdat beide dragers
stevig vergrendelen op de vergrendelingspal.
5. Ontgrendelingshendel voor veiligheidsgrendel
(voor M-versie)
Werkt alleen als de hendel volledig omlaag wordt
gehouden, en werkt samen wanneer de knop
Omlaag wordt ingedrukt, de hefbrug gaat omlaag.
Meer details in het volgende hoofduk
Bediening.
i
5
2
1
3
4
2
1
3
18
4. Gebruik
Om persoonlijke ongelukken en/of mate-
riële schade te voorkomen dient alleen
opgeleid personeel de hefbrug te bedienen.
Raak vertrouwd met de hefbrug bediening
na deze inructies te hebben doorgeno-
men, door de hefbrug een paar keer te
gebruiken alvorens een voertuig op de
hefbrug te plaatsen.
Gebruik altijd alle vier adapters om het
voertuig op te heen. Hef NOOIT slechts
één kant, één hoek of één zijde van het
voertuig op.
Vergewis u ervan dat het onderel van het
voertuig het gewicht kan dragen en dat het
bovenportaal of de sensor in contact komt
met het hooge deel van het voertuig.
Risico op de dood in geval van een
storing of beschadigde onderdelen.
Schakel de kolomhefbrug uit. Om dit te
doen, zet u de hoofdschakelaar op “UIT” en
vergrendel deze met een hangslot.
Raadpleeg een bevoegde persoon.
Risico op letsel wanneer de last op
voorwerpen onder de hefbrug of het
voertuig wordt gezakt. Het voertuig kan
omkantelen.
Alvorens omlaag te brengen, verwijder alle
voorwerpen onder de hefbrug. Dit geldt in het
bijzonder voor chassisstandaards en extra
krikken.
Houd de hefbrug en het voertuig tijdens het
omhoog en omlaag brengen altijd in het oog.
Levensgevaar als belasting verkeerd
wordt verdeeld over beide heftafels. Het
voertuig kan omvallen.
Controleer of de aslasten en lastverdeling
overeenkomstig hoofdstuk 1.3 zijn.
Zet de last vast met chassisstandaards van
een gepaste grootte.
Zorg bij het werken met de kolomhefbrug
ervoor dat u de instructies genoemd in
hoofdstuk 2 volgt. Veiligheid.
i
4.1 Vóór het laden:
Inspecteer de Hefbrug – Zie “Gebruiker Inspectie En
Onderhoud”. Gebruik de hefbrug nooit als deze slecht
functioneert of gebroken of beschadigde onderdelen
bevat.
De hefbrug moet volledig zijn gezakt en er mogen zich
geen personen in de serviceplaats bevinden voordat het
voertuig op de hefbrug wordt aangebracht.
Draai de armen naar buiten in de volledige
doorrijdpositie.
Zorg dat het gebied rond de hefbrug vrij van
gereedschap, vuil, smeer en olie is.
Zorg dat de adapterkussens vrij van smeer en olie zijn.
Laat geen onbevoegde personen op de werkplek toe
zolang de hefbrug in gebruik is.
Gebruik geen enkel deel van de hefbrug als een kraan
of een drager voor een ander hefmechanisme (bijv. een
takelblok, etc.).
Zet de noodopschakelaar op positie “AAN”, afb. 14.
Voor hefbruggen uit de E-serie dienen beide
noodopschakelaars op “AAN” gezet te worden, afb. 13.
4.2 Laden:
Sta geen onbevoegde of niet-opgeleide personen toe
om een voertuig op de hefbrug te plaatsen of de hefbrug
te bedienen.
Rijd NIET over de armen.
Overbela de hefbrug niet. Zie capaciteitslabel op de
hefbrug.
Gebruik ALLEEN adapterverlengingen die zijn
voorgeschreven door de fabrikant. Gebruik GEEN hout,
betonblokken of andere geïmproviseerde verlengers.
Rijd het voertuig op de hefbrug met het linker voorwiel
op de juie wieldetectieschijf, afb. 15. Plaats het
voertuig volgens het zwaartepunt, niet volgens de ruimte
voor open portieren.
Controleer de aat van de hefpunten onder het voertuig.
• Draai de armen onder het voertuig en plaats de adapters
onder de volgens de fabrikant voorschreven liftpunten,
afb. 15. Stel de adapters in op de juie hoogte zodat het
voertuig waterpas en gebalanceerd blijft.
19
Gebruik eventueel extra adapters voor om extra
ruimte op te vullen.
Gebruik een combinatie van adapterverlengingen
om de hefbrug waterpas te houden.
4.3 De hefbrug omhoog brengen:
Niemand mag zich op de hefbrug of in het voertuig
bevinden als er geheven of neergelaten wordt.
Houd visueel contact met de armen, liftpunten en
het voertuig tijdens het bewegen van de hefbrug,
en houd afand van de hefbrug.
Voor hefbruggen: Bedien de OMHOOG-schakelaar
op de bedieningska om de brug omhoog te
brengen, afb. 13/14.
Opmerking: Wacht 2 seconden tussen artpogingen
van de motor. Negeren van deze aanwijzing kan de
motor doen doorbranden.
Stop alvorens contact te maken met het voertuig.
Controleer of de arm xatiepinnen zijn ingescha-
keld. Verschuif de arm indien nodig iets, om de
xatiepinnen en pallen in elkaar te laten grijpen.
Sla de pin NIET met een hamer naar beneden, dit
beschadigt de xatietanden.
Breng het voertuig omhoog tot de banden losko-
men van de vloer.
Stop en controleer of de adapters nog goed en vei-
lig op de door de fabrikant voorgeschreven liftpun-
ten zitten.
Ga alleen door met opheen tot de gewene
hoogte als het voertuig abiel op de brug aat.
Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendelingen
zakken nadat de gewene hoogte is bereikt. (De
brug dient hoog genoeg te worden gezet voordat
de vergrendeling kan worden ingeschakeld.)
Voor hefbruggen uit de M-serie: Bedien de OM-
LAAG-schakelaar
om de brug op de vergren-
deling te laten zakken.
Voor hefbruggen uit de E-serie: Bedien
het
bedieningspaneel om de hefbrug op de vergrende-
ling te laten zakken.
Begeef u NIET onder het voertuig als niet alle vier
adapters evig onder de door de fabrikant voorge-
schreven liftpunten zitten
Herhaal de wieldetectie-, laad- en hefprocedures
als het voertuig niet abiel aat.
4.4 Tijdens het gebruik van de hefbrug:
Vermijd overmatig schommelen van het voertuig op
de hefbrug.
Gebruik indien nodig altijd bokken t.b.v. de abili-
teit als zware onderdelen verwijderd of gemonteerd
moeten worden. (bijv. motors, transmissies, etc.).
Gebruik 4 bokken.
Hef de bokken op tot de hoogte van het voertuig,
laat het voertuig niet op de bokken zakken.
Vermijd het per ongeluk aanraken van blootliggen-
de onderdelen van de uitlaat van voertuigen op de
brug. Pas op dat u niet ruikelt over luchtslangen of
elektrische snoeren.
Draag een veiligheidsbril tijdens het werken onder
het voertuig.
4.5 Vóór het laten zakken van de hefbrug:
Verwijder alle gereedschap of andere spullen uit de
omgeving van de hefbrug.
Controleer of er zich geen personeel bevindt in de
omgeving van de hefbrug.
4.6 De hefbrug laten zakken
Houd afand van de hefbrug bij
het laten zakken van het voertuig.
Houd uw voeten uit de buurt!
Voor hefbruggen uit de M-serie:
Gebruik de OMHOOG schakelaar
om de brug uit de vergrendeling
te heen.
Bedien de VERGRENDELING
DEBLOKKERING-hendel volledig
en houd va.
Bedien de OMLAAG-schakelaar
om te laten zakken afb. 14.
VERGRENDELING deblok-
kerin-hendel is van het dodeman-type design.
Beide moeten worden bediend om de hefbrug
te laten zakken. Omzeil de zelfsluitende be-
uringselementen van de hefbrug niet.
Voor hefbruggen uit de E-serie:
Druk op
op het bedieningspaneel om de hef-
brug uit de vergrendeling te heen.
Druk op
op het bedieningspaneel om de hef-
brug te laten zakken.
BQ-003
i
20
4.7 Lossen:
Verwijder de adapters onder het voertuig en draai
de armen in volledige doorrijdpositie alvorens het
voertuig te verplaatsen.
Verzeker u ervan dat het uitrijdgebied vrij is van
objecten en personeel alvorens het voertuig van
de hefbrug te rijden.
4.8 Uitschakelen:
Zet de noodopschakelaar op de positie “UIT”
terwijl de hefbrug niet wordt gebruikt. Vergrendel
de schakelaar indien nodig met een hangslot.
9
Front
Lift Points
Front
Front
Front
Lift Points
Lift Points
Lift Points
Unitized Body
Stub Frame
Perimeter Frame
Pickup Truck
Typische hijspunten
Afb. 15
De meee speciale of aangepae
voertuigen kunnen niet opgeheven wor-
den op een onderel hefbrug. Neem
contact op met de fabrikant van het
voertuig voor hef- of krikdetails.
5. Problemen, oorzaken en
corrigerende handelingen
De volgende lijsten bevatten informatie over
mogelijke problemen, de oorzaken ervan en
acties om de storing te verhelpen.
Reparaties aan de
veiligheidsvoorzieningen van de hefbrug
mogen alleen worden uitgevoerd door
vakbekwame reparateurs (gecerticeerde
expert of deskundige persoon).
Tijdens een onderbreking (stroomuitval), staat
de hefbrug automatisch in de veilige modus.
Dit betekent dat de machine volledig tot
stilstand komt.
Als de hefbrug langere tijd
niet gebruikt zal worden,
voer de volgende stappen
uit:
1. Laat de hefbrug tot de laagste
stand zakken.
2. Draai de hoofdschakelaar naar
UIT en vergrendel deze met een hangslot.
3. Ontkoppel de voeding.
5.1 Problemen oplossen door de operator
De volgende maatregelen voor het oplossen van
problemen mogen alleen door een erkende operator
worden uitgevoerd.
Alvorens dit te doen, zorg dat de machine op de
voeding is aangesloten en de hoofdschakelaar in de
positie "ON" (aan) is ingesteld.
Als het probleem door het toepassen van
de hieronder vermelde maatregelen niet is
opgelost, neem contact op met een deskun-
dige persoon.
Maatregelen voor het oplossen van proble-
men die in 5.2 zijn vermeld mogen alleen
door onderhoudsaannemers worden uitge-
voerd.
i
i
i
i
Hijspunten
Voorzijde
Voorzijde
Voorzijde
Voorzijde
Hijspun-
ten
Hijspun-
ten
Hijspun-
ten
Omtrek chassis
Zelfdragende carrosserie
Pick-up truck
Buizenchassis
21
Probleem Mogelijke oorzaak Handelingen
De motor draait niet.
Doorgebrande zekering of
aardlekschakelaar.
• Bovenportaalsensor
geactiveerd.
OMHOOG-knop werkt niet.
1. Vervang kapotte zekering of reset de
aardlekschakelaarklantzijde).
2. Controleer de sensor of verkeerde
verbinding
3. Controleer de OMHOOG-knop
4. Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Motor draait maar brug gaat niet
omhoog.
Oliepeil te laag.
Overbeladen brug.
1. Controleer en vul het reservoir.
2. Controleer het gewicht van
het voertuig en/of verdeel het
voertuiggewicht op de brug.
Brug gaat niet omlaag. 1. Omlaag-knop werkt niet.
2. Veiligheidsvergrendeling
kunnen niet worden
losgemaakt.
3. Daalklep werkt niet.
Neem contact op met de
servicevertegenwoordiger voor
verdere bijstand
Brug gaat niet recht omhoog. Zie handelingen Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Ankerbouten blijven niet
vastzitten.
Zie handelingen Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Vergrendeling werkt niet. Zie handelingen Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Trage hefsnelheid of er spuit
olie uit het ontluchtingsklepje.
Zie handelingen Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
Brug gaat langzaam naar
beneden.
Zie handelingen Neem contact op met een
servicemedewerker voor verdere
ondersteuning.
5.2 Probleemoplossing door de erkende onderhoudsaannemers
Probleem Mogelijke oorzaak Handelingen
Motor werkt niet. 1. Kapotte zekering/
aardlekschakelaar.
2. Onjuiste spanning naar motor.
3. Slechte elektrische aansluitingen.
4. Omhoog schakelaar is
doorgebrand.
5. Bovenportaal limietschakelaar
doorgebrand.
6. Motorwikkelingen zijn
doorgebrand.
1. Vervang zekering of reset
aardlekschakelaar.
2. Zorg voor juiste spanning naar motor.
3. Repareer en isoleer alle
aansluitingen.
4. Vervang schakelaar/
bedieningsknoppen.
5. Vervang bovenportaal
limietschakelaar.
6. Vervang motor.
22
Motor draait maar brug gaat
niet omhoog.
1. Hefbrug is overbelast.
2. Motor draait op lage spanning.
3. Vuil in daalklep.
4. Pomp zuigt lucht aan.
5. Aanzuigmond niet op pomp.
6. Laag oliepeil.
7. Onjuiste afstelling overdrukventiel.
8. Open daalklep.
1. Controleer het gewicht van het voertuig
en/of verdeel het voertuiggewicht op de
brug.
2. Zorg voor juiste spanning naar motor.
3. Reinig daalklep.
4. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan.
5. Vervang aanzuigmond.
6. Vul reservoir tot gepaste peil.
7. Vervang overdrukventiel.
8. Repareer/vervang daalklep.
Brug gaat langzaam naar
beneden.
1. Vuil in controleklepzitting.
2. Vuil in daalklepzitting.
3. Externe olielekkage.
1. Reinig controleklep.
2. Reinig daalklep.
3. Repareer externe lekkage.
Trage hefsnelheid of er spuit
olie uit het ontluchtingsklepje.
1. Lucht gemengd met olie.
2. Lucht gemengd met olie
aanzuiging.
3. Olie retourleiding zit los.
1. Ververs de olie
2. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan.
3. Monteer olie retourleiding opnieuw.
Brug gaat niet recht omhoog. 1. Compensatiekabels ontregeld.
2. Hefbrug op ongelijke vloer
geïnstalleerd.
1. Stel de compensatiekabels af om druk te
corrigeren.
2. Stel de hefbrug met vulplaten om de
kolommen waterpas te stellen.
Ankerbouten blijven niet
vastzitten.
1. Geboorde gaten zijn te groot.
2. Dikte betonvloer of sterkte niet
voldoende.
1. Verplaats de hefbrug met behulp van
nieuwe boor. Raadpleeg de installatie
instructies voor de juiste ankermethode
en minimaal benodigde ruimte.
2. Verwijder het oude beton en giet nieuwe
platen voor de hefbrug volgens de
hefbrug installatie-instructies.
De hefbrug stopt voordat de
hoogste stand bereikt is of
ratelt.
1. Lucht in de hydraulische slangen of
de cilinder.
2. Laag oliepeil.
1. Start de hefbrug en breng ongeveer
610 mm omhoog. Open de
ontluchtingsventielen ongeveer 2 slagen.
Sluit ze als de er vloeistof uitstroomt.
Laat de brug volledig zakken en vul
de voedingseenheid opnieuw volgens
onderstaande Stap 2.
2. Laat de brug volledig zakken. Vul het
reservoir.
Vergrendeling werkt niet. 1. Roest op de
vergrendelingschachten. (Komt
meestal voor op buiteninstallaties
of in een omgeving met een
hoge vochtigheidsgraad zoals
wascabines.)
2. Beschadigde vergrendelveer.
1. Verwijder de deksels en het
grendelmechanisme voor de olie. Druk
de vergrendeling deblokkering hendel
een aantal malen in om de olie zich over
de schacht te laten verspreiden.
2. Vervang de vergrendelingveer.
Ontgrendeling werkt niet
(M-serie).
1. Vergrendelingkabel is gebroken.
2. De kabel is van de katrollen
gelopen.
3. Vergrendelingkabel zit los.
1. Vervang kabel.
2. Controleer de positie van de bovenste
katrollen.
3. Vervang kabel.
Ontgrendeling werkt niet
(E-serie). Hefbrug kan niet
zakken.
1. solenoïde wordt gloeiend heet.
2. solenoïde defect.
1. Wacht 5-10 minuten.
2. Vervang solenoïde.
23
6. Geautoriseerd laten zakken
Alleen door bevoegde personen
Letselgevaar in het geval van
ondeskundig gedrag. Alleen
bevoegde personen mogen
hefbruggen laten zakken zoals
hieronder beschreven.
Zet de gevarenzone af en voorkom toegang
voor alle personen.
Houd de gevarenzones constant in de gaten
tijdens het heen of laten zakken.
Niemand mag in de verkeerszone van de
hefbrug blijven staan.
Alleen gekwaliceerde elektriciens mogen
aan de elektra werken.
Als uw hefbrug zich in de bovenste positie
bevindt en de voeding wordt onderbroken,
is het belangrijk om te weten hoe de hefbrug
handmatig te laten zakken Controleer dat er zich
niets onder de hefbrug of het voertuig bevindt
en dat er geen personeel in de buurt van de
hefbrug is.
1. Zet een hydraulische krik onder de constructie aan
de kant van het hoofdbedieningspaneel. De krik moet
voldoende draagvermogen voor het voertuig hebben.
2. Krik de brug op uit de vergrendeling. Het zou
voldoende moeten zijn om de brug ongeveer 1/4"
op te krikken om te ontgrendelen.
3. Verwijder het bedieningspaneel en trek de
vergrendelingspal terug, afb. 16. Als u de pal niet
met uw vingers terug kunt trekken, dan is er niet
ontgrendeld. Herhaal stap 2 totdat er is ontgrendeld.
4. Plaats een plat stuk staal achter de
vergrendelingpal en de achterzijde van de kolom
om de ontgrendeling te behouden.
5. Laat langzaam de hydraulische krik onder de
armdrager uitzakken.
6. Herhaal step 1 tot 5 aan de kant van de kolom met
het hulpbedieningspaneel.
7. De hefbrug wordt nu alleen door hydraulica omhoog
gehouden.
8. Verwijder het deksel van de daalklep op de
aandrijfeenheid en draai en trek om de brug te laten
zakken, afb. 16. De brug zal langzaam zakken.
Plaats de deksel weer op de daalklep nadat de brug
is gedaald.
9. Als de stroom is uitgevallen zal de hefbrug weer
werken zodra er weer stroom is.
10. Als de stroom niet is uitgevallen, laat dan een
bevoegde monteur de kabels naar de hefbrug
controleren, of bel een bevoegde Rotary monteur.
Afb.16
C
A
B
B
SPOA3TM
SPOA3TS&C
Afb. 16 Detail
A Bedieningspaneel
B vergrendelingspal
C Trek om de hefbrug handmatig te
laten zakken
24
DOVER
A COMPANY
ROTARY LIFT
DRAWING NUMBER
SCALE
DRAWN
DATE
APPROVED
THIRD ANGLE
PROJECTION
NOTES:
SHEET
1957
3000
94
154
2336
2560
EH1:3721
EH2:4026
EH1:3865
EH2:4170
1 of 3
SPOA3T
hp 1:25
03.06.08
SPOA3T
Specification
SPOA3T-5/VAS6353A
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
REV CO NUM DATE BY
- - 03.06.08 hp/
a - 05.08.16 hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS: .010"
ANGULAR DIMENSIONS:
1
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION:
1/2"
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
8
1
2
3
4
5
6
7
7
1
2
8
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54, Luftanschluß
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54, air plug
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
Tragarm lang 876 - 1472
long lifting arms 876 - 1472
bras porteur long 876 - 1472
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Durchfahrbreite 2336 mm
clearance width 2336 mm
largeur de passage 2336 mm
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3620x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3620x1650x200
Concrete quality: B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini. des
fondations est de 3620x1650x200
qualité du beton: B25(C25/20) avec beton arme
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
3
6
4
5
R876
R1472
R550
R1106
3121
7. Technische gegevens
25
DOVER
A COMPANY
ROTARY LIFT
DRAWING NUMBER
SCALE
DRAWN
DATE
APPROVED
THIRD ANGLE
PROJECTION
NOTES:
SHEET
R600
R1106
R550
2516
3180
1957
94
154
EH1: 3775
EH2:4080
EH1: 3631
EH2: 3936
3301
R1280
2740
3 of 4
SPOA3T-AP
hp 1:25
13.Jan.14
SPOA3T-AP
Specification
SPOA3T-5 AP/VAS6814
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
REV CO NUM DATE BY
- - 13.Jan.14 hp/
a 05.08.16 hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS: .010"
ANGULAR DIMENSIONS:
1
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION:
1/2"
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54, Luftanschluß
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54, air plug
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
Tragarm lang 600 - 1280
long lifting arms 600 - 1280
bras porteur long 600 - 1280
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Durchfahrbreite 2536 mm
clearance width 2536 mm
largeur de passage 2536 mm
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3820x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3820x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3820x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
8
1
2
3
4
5
6
7
7
1
2
6
5
4
3
8
26
R
7
8
5
R
1
3
3
0
R
7
8
5
R
1
3
3
0
2336
3000
3121
2556
111
2086
EH1:
EH2:4170
3865
EH1:
EH2: 4026
3721
SPOA3T-AF
hp 1:25
13.Jan.14
SPOA3T-AF
Specification
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
REV
CO NUM
DATE BY
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32"
(< 12")
1/16"
(> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS: .010"
ANGULAR DIMENSIONS:
1
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION:
1/2"
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Hubhöhe 2086 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 2086 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 2086 mm- temps de levage:~30 sec
Tragarm hinten 785 - 1330
rear lifting arms 785 - 1330
bras porteur long 785 - 1330
Tragarm vorn 785 - 1330
front lifting arms 785 - 1330
bras porteur court 785 - 1330
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Durchfahrbreite 2336 mm
clearance width 2336 mm
largeur de passage 2336 mm
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3620x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3620x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3620x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
2. Bedienteil, Steckdose und Luftanschluß (Zubehör)
2. control unit, socket and air plug (acessories)
2. unité de commande, prise de courant (Accessoires)
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
1
1
2
3
4
5
6
7
7
1
2
6
4
3
27
DOVER
A COMPANY
ROTARY LIFT
DRAWING NUMBER
SCALE
DRAWN
DATE
APPROVED
THIRD ANGLE
PROJECTION
NOTES:
SHEET
R600
R1106
R550
3301
2740
2516
3180
1957
95
155
2 of 2
SPOA3TS-5-MB
hp 1:25
15.Dez.15
SPOA3TS-5-MB
Specification
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
ALL DIMENSIONS IN INCHES
1/32" MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
REV CO NUM DATE BY
- - 15.Dez.15 hp/
TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12")
1/16" (> OR = 12")
DECIMAL DIMENSIONS: .010"
ANGULAR DIMENSIONS:
1
WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0
WELD BEAD POSITION:
1/2"
Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW
, Schutzart IP 54
control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW
, protection IP 54
unité de comande raccordément electrique
3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54
Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm
lifting pad diameter 125 mm
patin support diamètre 125 mm
Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec
lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec
hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec
Tragarm lang 600 - 1280
long lifting arms 600 - 1280
bras porteur long 600 - 1280
Tragarm kurz 550 - 1106
short lifting arms 550 - 1106
bras porteur court 550 - 1106
Hydraulikaggregat
hydraulic power unit
L'agrégat d'hydraulique
Durchfahrbreite 2516 mm
clearance width 2516 mm
largeur de passage 2516 mm
Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist,
mind. Fundamentgröße 3820x1650x200
Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung
if no solid floor is available, the foundation must be
at least 3820x1650x200
Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete
s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des
fondations est de 3820x1650x200
qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme
2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör)
2. control unit, socket (acessories)
2. unité de commande, prise électrique (accessoires)
Tragfähigkeit 3500 kg.
Lifting capacity 3500 kg.
capacité de levage 3500 kg.
Konstruktionsänderungen vorbehalten.
Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern!
we reserve the right to technical modifications.
please request latest scale drawings for construction purposes!
Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification
de construction, priére de demander des croquis côtés
Flächenpressung p=1.73daN/cm²
surface pressure p=1.73daN/cm²
pression de surface p=1.73daN/cm²
1
1
2
3
4
5
6
7
7
1
2
6
5
4
3
28
DOVER
A COMPANY
ROTARY LIFT
DRAWING NUMBER
SCALE
DRAWN
DATE
APPROVED
THIRD ANGLE
PROJECTION
NOTES:
SHEET
1500
200
3620-SPOA3T-5/5AF/VAS6353A
1500
650
3121/3301
1 of 1
FP_SPOA3T
hp 1:25
21.Jan.14
SPOA3T
Fundament
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
REV CO NUM DATE BY
- - 21.Jan.14
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
0.8mm MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS
UNLESS OTHERWISE NOTED:
ANGULAR DIMENSIONS: 1
OTHER DIMENSIONS: 0.8mm (<305mm)
1.6mm (>or= 305mm)
Bewehrung aus
BStG Q 355A (
8/150)
Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG
Lastverteilung entsprechend EN1493
(dyn. Faktor berücksichtigt)
Beton auf Sauberkeitsschicht!
Auf ausreichende Deckschicht achten!
Maße des Fundaments:
in Fahrtrichtung: 1650 mm
quer zur Fahrtrichtung: 3620 mm
Dicke: 200 mm
empfohlene Anker für gerissenen Beton:
MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16
HILTI Bolzenanker HST M20
Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08).
3820-SPOA3T-5AP/SPOA3TS-5-MB/VAS6814
29
DOVER
A COMPANY
ROTARY LIFT
DRAWING NUMBER
SCALE
DRAWN
DATE
APPROVED
THIRD ANGLE
PROJECTION
NOTES:
SHEET
1000
400
1400
250
3121/3301
1 of 1
FP_SPOA3T_S
hp 1:25
21.Jan.14
SPOA3T
Fundament
The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary
Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be
duplicated or used except by permission and is subject to return upon request.
REV CO NUM DATE BY
- - 21.Jan.14
DO NOT SCALE DRAWING
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
0.8mm MIN. CORNER BREAK
REMOVE ALL BURRS
ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS
UNLESS OTHERWISE NOTED:
ANGULAR DIMENSIONS: 1
OTHER DIMENSIONS: 0.8mm (<305mm)
1.6mm (>or= 305mm)
Bewehrung aus
BStG Q 355A (
8/150)
Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG
Lastverteilung entsprechend EN1493
(dyn. Faktor berücksichtigt)
Beton auf Sauberkeitsschicht!
Auf ausreichende Deckschicht achten!
Maße der Fundamente:
in Fahrtrichtung: 1400 mm
quer zur Fahrtrichtung: 1000 mm
Dicke: 400 mm
empfohlene Anker für gerissenen Beton:
MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16; 145/M16
HILTI Bolzenanker HST M20
Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08).
1400
800
30
8. Reiniging
Maak de hefbrug alleen onbelast schoon (zonder
voertuig).
Reinig de hefbrug en de werkvloer elke dag.
Houd hierbij alle onderdelen van de kolomhefbrug
schoon.
Als de hefbrug zich in een zeer vuile
ruimte bevindt, maak het vaker schoon.
Maak de onderdelen en kappen van de hefbrug
niet schoon met agressieve schoonmaakmiddelen.
Gebruik een pluisvrije doek.
Gebruik geen perslucht of hogedrukreiniger voor
het schoonmaakwerk.
Als er gevaar optreedt, neem altijd contact op met
een onderhoudsaannemer.
Voordat u onderhoud uitvoert, zorg dat alle
verbindingen en aansluitingen vrij van olie, smeer
en reinigingsmiddel zijn.
Reinig de kabel niet met water. Kabels
(bewegende staalkabel) moeten worden gesmeerd
met een geschikt smeermiddel, bijvoorbeeld van
Duotac, CRC of Mobil (Mobilarma 798).
Dit kan de levensduur van de kabel aanzienlijk
verlengen. Smeermiddel kan worden aangebracht
door sproeien, dippen of borstelen.
i
9. Onderhoud en reparatie
Ongepaste onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden kunnen
ernstig letsel en schade aan
eigendommen veroorzaken. Tijdens
de werkzaamheden is er tevens
risico op een dodelijk letsel.
Leef de onderstaande onderhouds- en
reparatievoorschriften strikt na.
Reinig de kolomhefbrug regelmatig
(→ Hoofdstuk 8).
Leef de onderhoudsintervallen na
(→ Hoofdstuk 9.3). Dit zorgt ervoor dat de
kolomhefbrug in perfecte staat blijft en een
veilige werking garandeert.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden gedocumenteerd
(→ bijlage, onderhoudsschema, regelmatige
onderhoudsrapporten en reparatierapporten).
9.1 Geschiktheid van het onderhouds- en
reparatiepersoneel
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd door een deskundige
onderhoudsaannemer. (→ Hoofdstuk 2.6).
9.2 Veiligheidsvoorschriften voor
onderhoud en reparatie
Alleen vakbekwame elektriciens mogen
werkzaamheden op de elektrische componenten
van de machine uitvoeren.
Alleen opgeleid personeel met voldoende
gespecialiseerde kennis en ervaring over
hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden
op hydraulische uitrusting uitvoeren.
Volg altijd de instructies die in Hoofdstuk 2
Veiligheid.
Wanneer er werkzaamheden op de hydraulische of
pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg
de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn
vermeld.
Voer alleen onderhoud uit aan onbelaste
hefbruggen en heftafels.
Hoofdliften moeten volledig worden neergelaten
of in vergrendelpositie worden vergrendeld
(vergrendeling).
31
Voorkom risico’s voor het milieu:
Hydraulische olie op basis van minerale olie is
brandbaar en waterverontreinigend. Het mag
alleen worden gebruikt in combinatie met het
bijbehorende veiligheidsinformatieblad en er
moet voldaan zijn aan alle maatregelen die in
het informatieblad zijn vermeld.
Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens
voor de olie.
Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie,
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de
bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen.
Leef de geldende lokale verordeningen inzake
het behandelen van verontreinigde stoen in het
water na, bijv. voor het absorberen van lekkende
vloeistoen of vloeistoen van olieafscheiders.
Vermijd contact met of het inademen van giftige
stoen, zoals hydraulische olie.
Draag beschermende kleding, bijv. een
veiligheidsbril, beschermende handschoenen, etc.
Voor het uitvoeren van onderhoud of reparatie:
beveilig de zone van de kolomhefbrug met een
rood-witte ketting en waarschuwingsborden.
Zet de hoofdschakelaar op UIT (positie "UIT").
Ontkoppel de luchttoevoer (manometer op de
compressoreenheid naar 0 bar) (alleen voor
E-versie).
Licht alle personen die zich in het werkgebied
bevinden in over de uitvoeren onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen van de
fabrikant.
Draai alle verbindingen na het onderhoud vast
overeenkomstig de aangegeven draaimomenten.
De standaard instelling voor de veiligheidskleppen
moet maximum 10% of minimum 20 bar
boven de bedrijfsdruk van de machine zijn. De
instellingen van de veiligheidskleppen mogen niet
worden aangepast.
Verwijder alle gebruikte materialen, gereedschap
en andere voorwerpen uit de gevarenzone na
reiniging, onderhoud of reparatie.
Gooi de hydraulische oliën, smeermiddelen,
reinigingsmiddelen en vervangen onderdelen weg
volgens de geldende milieuvoorschriften.
9.3 Onderhoud
Er bestaat gevaar voor verbrijzeling
en verlies van ledematen door het
ongecontroleerd laten zakken van de
hefbrug.
In bijzonder vuile omgevingen, onderhoudt u
de kolomhefbrug dienovereenkomstig vaker.
Voer alleen onderhoud op een onbelaste
hefbrug uit, dit is zonder voertuig.
Gevaar voor mens en milieu door
giftige stoen bij het leegmaken of
vullen van de hydraulische
olietank.
Vermijd contact met of inademing van
hydraulische olie of Vaseline olie.
Zorg voor een geschikte olie-opvangbaken
olie-absorberende middelen.
Zorg ervoor dat de gebruikte olie de bodem
niet vervuilt of in de riolering terechtkomt.
Leef de geldende lokale verordeningen
inzake het behandelen van verontreinigde
stoen in het water na.
Gooi de gebruikte olie weg op een
milieuvriendelijke manier.
Hydraulische olie is zeer brandbaar.
Risico op dodelijk letsel als
de ankerbouten los zitten. De
kolomhefbrug kan wegglijden, de
last kan vallen.
Stop met het bedienen van de kolomhefbrug.
Beveilig de kolomhefbrug. Als dit niet
mogelijk is, zorg voor een goedgekeurde
fundering en zet de schaarbrug vervolgens
stevig vast.
32
Dagelijkse inspectie
1. Controleer de kabels en kabelkatrollen op slijtage Bel de
lokale servicemedewerker indien onderdelen versleten
zijn.
2. Inspecteer de adapters op beschadigingen of overmatige
slijtage. Bel de lokale servicemedewerker indien
onderdelen versleten zijn.
3. Controleer op permanente vervorming van de
vergrendelingen. Bel als dit optreedt de lokale
servicemedewerker om onderdelen te laten vervangen.
4. Controleer de werking van de bovenportaalsensor.
5. Controleer de bediening van het synchronisatie- en
compensatiesysteem (beide zijden dienen gelijkmatig te
stijgen en dalen). Voer de controle uit met en zonder een
representatief geladen voertuig.
6. Controleer de daalsnelheid met een representatief
voertuig op de hefbrug (mag niet boven 0,15m/s
uitkomen).
7. Controleer de juiste werking van de draaiarm
xatiepinnen.
Aanvaardbare, onbe-
schadigde kabel
Onaanvaardbare kabel
met gebroken draden
Onacceptabele kabel -
zwaar gerafeld
Onacceptabele kabel - ern-
stig samengegetrokken
Afb.17
Maandelijks onderhoud
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer of de hefarmen horizontaal zijn uitgelijnd
tijdens heen en laten zakken. Pas uitgerekte kabels
opnieuw aan (→ Hoofdstuk 12 Inbedrijfstelling).
3. Controleer of schroefverbindingen los zijn geraakt.
4. Controleer het hydraulische oliepeil (hydrauliektank).
Vul indien nodig bij met goedgekeurde hydraulische olie
(→ Hoofdstuk 9.4).
5. Inspecteer het tankdeksel van de hydrauliektank.
De ontluchtingsdop moet schoon zijn, zodat er geen
vacuüm kan ontstaan.
Reinig indien nodig.
6. Controleer de afdichtingen van de hydraulische
componenten (visuele inspectie).
7. Reinig en controleer hefbrugbasis. Verwijder alle roest
en werk bij met verf.
8. Controleer maandelijks de rubberen pads op slijtage,
vervang defecte pads indien nodig.
9. Smeer de vergrendelingschachten. Druk een aantal
keer op de vergrendelingpal om de olie in te laten
werken.
10. Zet de hoofdschakelaar op AAN (positie “AAN”).
11. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
12. Voer een werkingstest uit met en zonder last.
13. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Halfjaarlijks onderhoud
1. Breng de brug omhoog.
2. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
3. Smeer de kolomhefbrug met goedgekeurd
smeermiddel:
Smeer het loopvlak van de glijbanen voor de hefbrug
licht in
Smeer de schroefdraad van de schijfadapters licht in
voor een soepele werking.
4. Controleer de moeren van de kabel. Zorg ervoor dat
alle moeren goed werken en niet los zitten. Controleer
ook of de ankerbouten nog goed vastzitten.
5. Stel de hoofdschakelaar in op AAN (positie “AAN”).
6. Voer een functietest uit. Laat de hefbrug volledig
zakken.
7. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Jaarlijks onderhoud
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer hydraulische cilinders en hydraulische
slangen voor lekken (visuele inspectie). Stop de
geladen hefbrug middenin en let op langzaam zakken
en hydraulische lekken.
33
3. Inspecteer de elektrische kabels op schade
(visuele inspectie).
4. Draai de hoofdschakelaar opnieuw op AAN (positie
"AAN").
5. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
6. Vervang onleesbare of ontbrekende labels op de
kolomhefbrug. Bestel opnieuw bij de fabrikant.
7. Voer veiligheidsinspecties uit (→ hoofdstuk 2.7).
8. Vul een onderhoudsrapport en inspectierapport
van een veiligheidsinspectie in (→ Bijlage).
9. Controleer het aanhaalmoment van de
ankerbouten.
9.4 Toegestane hydraulische oliën
Belangrijke informatie
Gebruik alleen hydraulische oliën overeenkomstig
DIN 51524 voor het hydraulisch systeem.
Gebruik alleen biologisch afbreekbare oliën
(HEES-gebaseerd op synthetische esters).
Gebruik PTFE-afdichtingen of schuim elastomeren
als het watergehalte hoog is.
De afdichtingen kunnen
onherstelbare schade oplopen
als de verkeerde hydraulische
olie wordt gebruikt.
Gebruik geen olie op basis van koolzaad.
Het watergehalte van de olie mag niet meer
bedragen dan 2%.
Meng geen biologische oliën met minerale
oliën. Mengen leidt tot overmatig schuimen
en schade door corrosie.
Zorg dat de olie niet is verontreinigd door
een andere olie of water.
Gebruik een biologische olie met een
proportioneel lagere viscositeit als
vervanging voor minerale olie. Dit zorgt voor
betere smeereigenschappen, verlaagt het
energieverbruik en genereert minder warmte.
De biologische olie HEES32 kan bijvoorbeeld in
plaats van de minerale olie HLP46 worden gebruikt:
PLANTOSYN 3268
BECHEM HYDROSTAR HEES 32
BP Biohyd 32
Mobil EAL hydraulische olie 32
Oliën en smeer
Gebruik alleen olie en smeer van
consistentieklasse II.
Verontreinigde stoen in het water
Oliën en smeer zijn verontreinigde stoen in
het water wat betreft de Water Management
Act (WGH).
Gooi deze altijd weg op een milieuvriendelijke
manier en overeenkomstig de geldende nationale
verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering).
i
i
i
34
9.5 Controleren, bijvullen, verversen van de
hydraulische olie
Tijdens het vullen van het
hydraulische oliereservoir bestaat
er gevaar voor de gezondheid van
personen en het milieu door de giftige
stoen.
Vermijd contact met en inademing van
hydraulische olie.
Draag beschermende kleding (een
veiligheidsbril, beschermende handschoenen).
Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens
voor de olie.
Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie,
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen
de bodem vervuilen of in de riolering
terechtkomen.
Leef de geldende lokale verordeningen inzake
het behandelen van verontreinigde stoen
in het water na, bijv. voor het absorberen
van lekkende vloeistoen of vloeistoen van
olieafscheiders.
Hydraulische olie is zeer brandbaar.
1. Controleer het hydraulische oliepeil op de
hydraulische olietank.
Het oliepeil mag zich niet onder de minimum
waarde (“min”) bevinden.
2. Plaats de opvangbak onder het reservoir, verwijder
de reservoirdop en vul bij tot aan het “max” teken.
3. Zorg dat de ventilatieopeningen werken en er geen
vacuüm wordt gegenereerd.
4. Schroef de reservoirdop opnieuw vast zodat het
reservoir goed wordt afgedicht.
5. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug
met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de
gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste manier.
6. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Het verversen van de olie is nodig zodra de
kwaliteit van de hydraulische olie onvoldoende
is. Om dit te verwezenlijken, ga als volgt te werk:
1. Laat de dragers volledig zakken, zet de
hoofdschakelaar op uit (positie "UIT") en vergrendel
deze.
2. Plaats de olie-opvangbak onder de hydraulische
olietank, demonteer de tank volledig en laat de
resterende olie in de opvangbak lopen.
i
Afb. 18
3. Breng het hydraulische oliereservoir opnieuw juist
aan.
4. Vul met goedgekeurde hydraulische olie tot aan
het “max” teken. Maximale capaciteit van leeg
reservoir.
5. Ontlucht de cilinders in beide kolommen.
6. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug
met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de
gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste
manier.
7. Draai de hoofschakelaar opnieuw naar de stand
“ON” (aan).
8. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
9. Voer een werkingstest uit met en zonder last.
10. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
35
9.6 Reparatiewerkzaamheden (reparaties)
Een verkeerd uitgevoerde reparatie
kan leiden tot ernstig letsel of schade
aan eigendommen. Tijdens de
werkzaamheden is er tevens risico op
een dodelijk letsel.
Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door opgeleid personeel van het
servicecentrum.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen in dit hoofdstuk.
Volg altijd onderstaande reparatie-instructies.
Reparatiewerkzaamheden moeten worden
gedocumenteerd (→ Bijlage, Inspectielogboek).
Raadpleeg altijd de informatie die u
tijdens de opleiding van de fabrikant hebt
gekregen.
De cilinder of afdichtingskit vervangen.
Alvorens de cilinder te verwijderen, zorg dat u de juiste
afdichtingskit of cilinder hebt (Zie Bijlage).
De cilinder verwijderen
1) Maak de compensatiekabel op de tegenoverliggende
drager los.
2) Breng de hefbrug helemaal omhoog en laat de
drager op de bovenste vergrendelingspositie rusten.
3) Controleer of de drager goed is vergrendeld.
4) Zorg dat de druk van het systeem is gehaald.
5) Volg de juiste vergrendelingsprocedure voor het
ontkoppelen van de voeding op de hefbrug.
6) Verwijder de onderste katrolbeschermer bij het
voetstuk van de kolom.
7) Trek de cilinder met de hand naar beneden uit de
drager met de daalklep ingedrukt.
8) Koppel de draaibare slangkoppeling los aan de
onderkant van de cilinder.
9) Plug slanguiteinden en cilinderadapter dicht om
vochtverlies te voorkomen.
10) Verwijder voorzichtig de cilinder uit de kolom.
i
Cilinder uit elkaar halen en opnieuw ineen zetten
(voor het vervangen van de afdichtingskit)
1) Verwijder de handmatige ontluchter en schuif de
plunjer uit de behuizing.
2) Verwijder de borgring of clip van de zuiger.
3) Verwijder de plunjer uit de behuizing.
4) Reinig de binnenkant van de behuizing en zorg
ervoor dat al het vuil met minerale alcohol wordt
verwijderd.
5) Controleer de afdichting op schade.
6) Vervang de afdichting en alle andere componenten
(wisser, slijtring, enz.).
7) Bedek afdichting met olie of wit vet.
8) Plaats de plunjer, borgring en handmatige ontluch-
ter terug en zorg ervoor dat u het oppervlak van de
zuiger niet kra of deukt.
De cilinder vervangen
1) Plaats de cilinder terug en sluit de slangkoppeling
weer aan.
2) Sluit de roombron opnieuw aan.
3) Inalleer het ondere katrolbeschermer.
4) Breng de cilinder in de kolom omhoog via de hef-
plaat van de drager en de cilindercentreerang.
5) Laat beide dragers zakken.
6) Pas de compensatiekabels aan.
7) Breng de dragers voorzichtig ongeveer 60 cm om-
hoog. Ontlucht beide cilinders.
8) Laat de brug volledig zakken.
9) Controleer en voeg indien nodig vloeiof toe.
10) Breng de hefbrug helemaal omhoog en controleer
op lekken.
11) Schakel de hefbrug weer in bedrijf.
36
A
B
C
D
71 .giF
Kabels/kabelkatrollen vervangen
Beschadigde kabels moeten onmiddellijk worden
vervangen.
Als er Kabels/kabelkatrollen beschadigd
zijn, neem onmiddellijk contact op met
onderhoudsaannemers en de klantenservice.
Vervang altijd alle kabels samen als een set.
Als de kabel te slap is → hoofdstuk 12.
Inbedrijfstelling.
Vervang kabels volgens de training van de
fabrikant.
Afb.19
10. Transport en opslag
Plet- en afknijpgevaar van lede-
maten tijden lossen.
Veroorzaakt door omvallen of
wegglijden van de lading.
Los en vervoer de verpakkingseenheid
alleen naar de inallatieplaats met be-
hulp van een vorkheftruck of pompwa-
gen met voldoende draagcapaciteit.
Gebruik alleen takels die voor het totale
gewicht goedgekeurd zijn (riemen, ket-
tingen, etc.).
Beveig deze zodat de lading niet kan
verschuiven (controleer het zwaartepunt
van de lading).
Maak alleen individuele componenten
va aan de ladragende onderdelen.
Hijs altijd verticaal, langzaam en zonder
schokken.
Voer een visuele inspectie vóór het los-
sen uit.
Sta niet dichtbij of onder een draaiende
la.
Houd de gevarenzone conant in de
gaten tijdens het hijsen of laten zakken.
Transporteer de hydraulische compo-
nenten altijd zonder olie.
De hefbrugonderdelen kunnen
worden beschadigd als het los-
sen verkeerd wordt uitgevoerd.
Beschadig de platen aan de onderzijde van
de hefbrug niet tijdens het hijsen.
Verschillende onderdelen zijn in de com-
ponenten geplaat, bijvoorbeeld in de ko-
lommen. Los deze zorgvuldig om schade te
voorkomen.
Tijdens het lossen, ga van boven naar onder.
37
10.1 Transport
De hefbrug wordt geleverd in een verpakkingseen-
heid (basiseenheid) plus afzonderlijke kolomverlengin-
gen. De verpakkingseenheid wordt geleverd met de
volgende documentatie:
Transportbeschrijving met vermelding van de gepas-
te ophangpunten, totaal gewicht, zwaartepunt, ver-
eie kabellengtes, transportvergrendelingen, etc.
Lij met alle individuele onderdelen die zijn meegele-
verd.
10.2 Lossen
1. Inspecteer de verzending op transportschade. Als
schade wordt waargenomen, rapporteer dit aan uw
leidinggevende en het transportbedrijf.
2. Transporteer de verpakkingsinhoud naar de
installatieplaats. Deze moet in overeenstemming zijn
met de goedgekeurde milieuomstandigheden
(→ Hoofdstuk 7, Technische gegevens).
3. Maak de transportvergrendeling voor de
grote onderdelen aan de voorkant van de
verpakkingsinhoud los.
4. Laad de kolommen en kolomverlengingen uit en zet
ze voorzichtig neer.
5. Verwijder alle andere componenten van de pallet en
leg deze voorzichtig neer.
6. Controleer of alle onderdelen zijn geleverd met
behulp van de meegeleverde verpakkingslijst.
7. Gooi de verpakking weg op een milieuvriendelijke
manier en overeenkomstig de geldende nationale
verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering).
10.3 Opslag
Hefbrugonderdelen mogen alleen op een droge plek
worden opgeslagen (geen roestbescherming).
Aanbevolen opslagomstandigheden
Omgevingstemperatuur: -5 ... +50
Relatieve vochtigheid: 30 % ... 95 %
met condensatie, op 20 °C
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
roestschade veroorzaakt door een verkeerde
opslag.
i
11. Montage (installatie)
Een verkeerde installatie kan
leiden tot ernstig letsel en schade
aan eigendommen. Tijdens de
werkzaamheden is er tevens risico
op een dodelijk letsel.
Volg onderstaande instructies strikt op.
Alleen door de fabrikant bevoegd personeel
van de klantenservice mag de kolomhefbrug
monteren en in bedrijf stellen.
Een juiste installatie en inbedrijfstelling
moeten in het inspectielogboek worden
gedocumenteerd.
Om dit te doen, gebruik het formulier “Initiële
veiligheidsinspectie voor ingebruikname”.
11.1 Veiligheidsinstructies voor montage
Verieer of de fundering gepast is voordat u de
hefbrug in elkaar zet. (→ Hoofdstuk 7, Technische
gegevens.)
Denk na over en voorkom mogelijke bronnen van
gevaar vóór montage (→ Hoofdstuk 1. Doelmatig
gebruik, verkeerd gebruik, verkeerde werking
en informatie over ongevallen, gezondheid en
veiligheid en milieu).
Operators moeten de kolomhefbrug en de
gevarenzone volledig kunnen bekijken vanaf het
bedieningspaneel (→ Hoofdstuk 3.2, Werkgebied
en gevarenzones).
Raadpleeg de technische gegevens in hoofdstuk 7.
Leid en bescherm de stroomkabels op de
installatieplaats volgens de specicaties van de
fabrikant.
Alleen vakbekwame elektriciens mogen
werkzaamheden op de elektrische componenten
van de machine uitvoeren.
Alleen opgeleid personeel met voldoende
gespecialiseerde kennis en ervaring over
hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden
op hydraulische uitrusting uitvoeren.
Wanneer er werkzaamheden op de hydraulische of
pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg
de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn
vermeld.
Volg de instructies die in het Hoofdstuk 2.
Veiligheid zijn vermeld.
38
11.2 Beknopte montage-inructies
De hefbrugonderdelen werden in de fabriek
reeds gemonteerd. Tijdens de montage,
maak ze enkel aan elkaar va en zorg dat
de elektrische, pneumatische en hydrauli-
sche leidingen jui worden verbonden.
1. Bepaal de inallatielocatie van de kolomhefbrug.
Controleer de fundering. Verevig zo nodig de
funderingen op het punt waar de hefkolommen
worden gepositioneerd.
2. Maak voorbereidingen voor de inallatie. Bereid
elektrische en pneumatische aansluitingen voor
(alleen E-versie).
Controleer de fundering op oneenheden en maak
het waterpas. Gebruik afandshouders en vulpla-
ten.
3. Zet beide kolommen, dwarsbalken, verlengingen
neer en bereid ze voor op montage.
4. Beveig de kolomverlenging aan de basiskolom
en de beugel.
5. Zet de hefkolommen rechtop, veranker en beveig
ze aan de vloer.
6. Beveig het bovenportaal op de kolommen.
7. Monteer de hydraulische module, draai de hydrau-
lische slang, elektrische draden (speciaal voor
E-versie).
8. Sluit de compensatiekabels aan.
9. Voor de M-versie, sluit de vergrendelingskabels
aan en draai eraan.
10. Sluit de elektra en andere componenten aan.
11. Schakel de kolomhefbrug in en voer de eere in-
bedrijfelling uit. Maak kleine aanpassingen aan
de kolomhefbrug.
i
11.3 Specicaties voor de locatie
De kolomhefbrug mag alleen bovengronds en
binnenshuis worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de bouwplannen tijdens het kiezen van
een geschikte installatieplaats.
Wanneer u de schaarbrug aan de vloer verankert,
houd rekening met de aanwezige buizen, kabels
en toevoerleidingen.
Zorg dat de draagcapaciteit van de fundering
voldoende hoog is.
Draagvlak voor hefkolommen:
Versterkt beton, betonkwaliteit C20/C25
De vloer moet voor vloerverankering geschikt zijn.
Betonafmeting 3820/3620x1650x200 mm.
(→ Hoofdstuk 7 Technische gegevens.)
Plaats kolomhefbruggen niet op asfalt of een
soortgelijk onstabiel oppervlak, aangezien
het anker in de vloer kan loskomen.
Houd u zich aan de aangegeven minimale
afstanden en vrije ruimten (→ hoofdstuk 3.2,
Werkgebied en gevarenzones)
11.4 Voorbereidingen voor installatie
1. Zorg voor een stopcontact in de buurt van de
hefkolom uitgerust met het bedieningspaneel:
Elektriciteit, volgens de hefbrugvariant:
400 V (3xL + N + PE) voor vermogen
220V AC voor bediening en solenoïde
Zie elektrisch bedradingsschema in bijlage.
2. Maak oneen zones in de vloer rond de zuilen van
de hefbrug vlak. Indien nodig, vul de draagvlakken
voor de hefbrugzuilen met versterkt beton
(betonkwaliteit C20/C25).
3. Egaliseer kleine hoogteverschillen tussen
hefkolommen met behulp van afstandshouders of
vulplaten.
i
B
11.5 De kolommen voorbereiden
Afb.20a
Nauwe inallatie
Brede inallatie
Voor details, zie technische tekening
39
Afb.20b
i
Hefhoogte: Zie Hoofduk 7. Technische
gegevens voor de algemene hefbrughoogte
van elk speciek hefbrugmodel. Tel 25mm
op bij de algemene hoogte voor de hoogte
van het laage obakel.
Inalleer de hefbrug NIET
in een put of kuil, vanwege
vuur- of explosiegevaar.
Afb.21
1. Kolomverlengingen: Alvorens de kolommen rechtop
te zetten, inalleer de kolomverlengingen m.b.v. (12)
M10x20mm Drager HHCS en Flensborgmoeren,
zoals weergegeven in Afb. 20a en 20b.
2. Henelling: Positioneer de kolommen in brug
m.b.v. afmetingen aangegeven in de technische
tekeningen. Terwijl de kolom op de grond ligt, kunnen
twee personen de bovenzijde optillen en richting het
voetuk lopen. Als de kolom bijna verticaal aat,
dient één van de twee personen naar de andere kant
van de kolom te lopen en te helpen om de kolom
langzaam op het voetuk te plaatsen.
Beide achterkanten van de kolomgrondplaten
dienen onder een rechte hoek met de middellijn van
de hefbrug te aan. Door middel van inkepingen
in elke grondplaat is de middellijn van de hefbrug
aangegeven. Gebruik geschikt gereedschap
om de drager op te heen. Controleer of de
vergrendelingpal evig vazit. Afb. 21
A
B
C
D
D
C
C
C
C
C
C
C
Abb. 3
A
B
D
F
F
F
F
E
G
D
B
C
B
B
B
B
C
B
B
Afb. 21 Detail
A
Rijrichting E
Krijtlijn
B
Hier Verankeren F
Inkepingen uitlijnen in grondplaten met krijtlijn.
C
NIET HIER VERANKEREN G
Zie technische tekening
D Gebruik hier lange platte vulschijven
Afb. 20 Detail
A Beveigingsbeugel bovenportaal
B Kolomverlenging
C M10 borgmoer
D M10*20mm draagbout
40
Fig. 7
A
B
C
3. Beton en verankering: Het beton moet een
compressieerkte van minens C20/25 en een
minimale dikte van 200mm hebben. Boor (8) gaten
met de vereie diameter in de betonvloer met de
gaten in de grondplaat als sjabloon. Zie Fig. 22.
Voor meer informatie, neem contact op met de
klantenservice
Inalleer NIET op asfalt of een
dergelijke onabiele ondergrond.
Kolommen zijn alleen beveigd
aan de vloer door middel van
ankerbouten.
5. BELANGRIJK: Gebruik de meegeleverde
hoejzervormige vulringen om de kolommen
waterpas te ellen, afb. 23. Als een kolom verhoogd
dient te worden om met het vlak van de andere
kolom overeen te ellen gebruik vulukken op
volle grootte (Zie de set met vulukken). Controleer
opnieuw of de kolommen waterpas zijn. Draai
de ankerbouten aan tot een inallatiekoppel. De
dikte van de opvulringen MAG NIET groter zijn
dan 13mm. Als de ankerbouten niet vagedraaid
kunnen worden met het inallatiekoppel, vervang
dan het beton onder elk kolomvoetuk met een
nieuwe vererkte betonplaat ingesloten onder de
beaande vloer en gelijk met de bovenkant. Laat
het beton goed uitharden alvorens hefbruggen en
ankerbouten te inalleren. Voor meer informatie,
neem contact op met de klantenservice
Maak het boor-
gat schoon
Afb. 22
Afb.23
11.6 Het bovenportaal voorbereiden
1. Pas het bovenportaal aan tot 2676/2756mm
tussen de middellijn van de katrolpennen, afb. 25.
Inalleer (4) M10*20 lg. HHCS &Borgmoer M10,
niet vadraaien.
2. Monteer de schakelassemblage richting de
aandrijfeenheidkolom m.b.v. (2) M6*20, HHCS, M6
moeren en 6mm erringen, Afb. 26.
3. Steek een M6*70mm HHCS door het scharniergat
in het einde van de ang. Steek het andere
uiteinde van de ang door de gleuf in de
montagebeugel van de schakelaar afb. 24. Zet
vervolgens de zeskantige bout en de schakelang
va aan de bovenkant zoals afgebeeld, met
behulp van (2) 19 mm afandshouder en M6
borgmoer. Draai de zeskantbout va en laat
een ruimte van 1,6mm tussen de sluitring en het
bovenportaal. Afb. 24
Boor gaten m.b.v. een
betonboor met hardme-
talen boorkop.
Draai de moer tot net onder
de slagkop van de bout.
Sla de ankerbout in het
boorgat totdat de moer en
de ring het voetuk raken.
Draai de moer met een
momentsleutel aan. Voor
chemische ankerbouten,
lees de handleiding van de
ankerfabrikant.
Afb. 24 Detail
A Ankerbout
B U-vulring (maximaal 13mm)
C Vulring Voorkant
41
A
B
Fig.9a
Fig. 9b
Fig. 8
A
CB
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
Fig. 10
A
B
C
D
E
F
G
Afb. 25
4. Twee mensen, aande op ladders bij elke
kolom, monteren het bovenportaal op de
kolombeveigingbeugels en maken ze va met (2)
M10*20 Lg. HHCS. en (2) M10 borgmoeren voor elke
kolom, Afb. 27. Draaien de bouten in het midden van
het bovenportaal va.
Afb. 24/25 Detail
A M6x70 HHCS en borgmoer
B 1,6mm ruimte
C Getande veerring
D (2) 19mm sluitringen
E Bovenportaalschakelaar
F 50mm minimum
G 2676mm SPOA3T-5, AF
2756mm SPOA3T-5Ap, VAS, MB, SC
Details, zie de Technische gegevens.
H (4)M10*20 lg .HHCS
Afb. 26 Detail
A (2) M6*20 lg. HHCS
B Gebruik aan een zijde (2) Φ6 Externe Getande Bor-
gringen.
C (2) M6 erzinkte Zeskantmoeren
Afb. 27 Detail
A (2 voor elke kolom) M10*1.5 20LG HHCS bout
B (2 voor elke kolom) M10 ensborgmoeren
Afb. 26
Afb. 27
H
Afb. 24
A
B
Abb. 9
42
A
B
C
Abb. 10
A
B
Abb. 11
A
Abb. 12
11.7 De hydrauliekmodule monteren
Alleen gekwaliceerd personeel met specialistische
kennis en ervaring op het gebied van hydrauliek mag
werken aan hydraulische systemen.
Volg altijd de veiligheidsvoorschriften in de instructies
van de hydraulische aandrijfeenheid in de bijlage bij deze
handleiding.
De hydraulische aandrijfeenheid met motor en tank
worden afzonderlijk geleverd en moet als volgt worden
gemonteerd:
1. Steek (4) M8*40 HHCS door de bovenste gaten
in de motorbevestigingbeugel, gebruik daarbij de
Trillingsdempers om ze op hun plaats te houden, Afb. 28.
Plaats M8 ensmoeren totdat het einde van de bout gelijk
loopt met de rand van de moer.
Monteer de aandrijfeenheid op de kolomverlenging, Afb.
29. Laat de bout/moer combinatie in de bovenste gaten
geheel zakken.
Installeer HHCS, trillingsdemper, en HHCS ensmoeren in
de onderste gaten van de aandrijfeenheid en maak vast.
(Plaats de trillingsdempel tussen de aandrijfeenheid en de
kolomverlenging). Draai bovenste HHCS en moer vast.
Monteer en draai het T-stuk handvast aan de pomp tot de
O-ring op zijn plaats zit, Afb. 30. Draai de borgmoer vast
tot 14 – 20Nm (1,4 – 2.1kg-m), of tot de moer en de ring
strak tegen het spruitstuk van de pomp aanzitten.
Letselgevaar door zware hydraulische
aandrijfeenheden.
Stel de volledige eenheid indien mogelijk in paren
samen.
Afb. 28
Afb. 29
Afb. 30
Afb. 28 Detail
A M8*40 Lg. HHCS
B Trillingsdemper
C M8 ensmoer
Afb. 29 Detail
A Hang de aandrijfeenheid van de bouten in de
bovenkant van de aandrijfeenheidbeugel.
B Steek de ondere bouten door de gaten
achter de aandrijfeenheid. Hang het aan de
ensmoer in de binnene kolom.
Afb. 30 Detail
A Inalleer het T-uk op de aandrijfeenheid.
Opmerking: twee olie-uit openingen in de klem-
menblok, weergegeven in afb. 30. Een olie-uit
opening is voor het inalleren van het T-uk en
de andere is om de druk te teen. Tijdens het ins-
talleren van het T-uk, kies de rechter of de linker.
43
2. Flensmoer Aandraaiprocedure:
Het te va aandraaien van de
borgmoer kan de O-ring doen
scheuren.
Monteer de vrouwelijke fuseepen aan de
mannelijke aansluiting, afb. 30. Gebruik
de ensmoer procedure om de vrouwelijke
fuseepen va te draaien aan de mannelijke
aansluiting.
Flensmoer Aandraaiprocedure:
1. Draai de onderdelen handva.
Draai dan de 2-1/2 zeskantige koppen met het
juie formaat sleutel
Moerhouder mag NIET roteren tijdens
aandraaien. Alleen de moer mag dra-
aien.
2. Draai de tting een volledige slag terug.
3. Draai de ttingen opnieuw handva en draai dan
met een sleutel de 2-1/2 zeskantige koppen aan.
De aandraaiprocedure is nu voltooid en de afdi-
chting is drukdicht.
Te va aandraaien beschadigt de kop-
pelingen en veroorzaakt lekkage.
3. Maak adapters en slangen schoon. Inspecteer de
schroefdraad op schade en of alle slanguiteinden
geplooid zijn. Monteer de slang volgens de
aandraaiprocedure voor are-koppelingen,
hoofduk 2.
Adapter & slangmontage (zie afb. 31)
3.1. Monteer het onderdeel (F) met de slangklemmen
op de kolom aan de zijde van de aandrijfeenheid,
eer tegen de cilinder.
3.2. Monteer het onderdeel (F) met de slangklem
(B) artend bij de tegenoverliggende cilinder
en werk dan naar de aandrijfeenheid toe. Alle
overtollige slang dient in de hoeken en het
verbindingsuk te zitten.
3.3. Verbind onderdeel (E) en onderdeel (T) met het
T-uk (Afb. 30).
Afb. 31
4. Met olie vullen: Verwijder het vul-ontluchtingsdopje
op de aandrijfeenheid, afb. 31. Vul tot de
markering MIN____ op de tank met goedgekeurde
hydraulische oliën (→ Hoofduk 9.4,
Goedgekeurde hydraulische oliën). Breng het vul-
ontluchtingsdopje opnieuw aan.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
A
B
C
E
F
G
F
F
E
H
E
B
C
D
Afb. 31 Detail
Slangroute voor hefbruggen in alle series
Item Beschrijving
A M10*20 Slotbouten
B Slangklemmen
C M10 ensmoeren
D M10*20 HHCS-bouten
E Bovenportaalslang
F Slang voor aandrijfeenheid
G Vul-ontluchtingsdopje
H Verlengingskolom
44
11.8 Het vergrendelingssysteem monteren.
11.8.1 Voor M-versie
1. Installeer de vergrendelingen, vergrendel de
vergrendelgatafdekkingen en laat de pluggen van onderste
kolomgat op de kolom zakken, afb. 32. Bekijk de afbeelding
om te zien op welke zijde van de kolom de vergrendelingen
en de vergrendelgatafdekkingen te installeren.
Afb. 32
A
A
A
A
A
A
F
M
M
B
D
G
C
L
I
H
H
J
K
E
C
A
A
A
A
A
A
F
M
M
B
D
G
C
L
I
H
H
J
K
E
C
Afb. 32 Detail
A M10*30 slotbout Klasse 8.8
B M6 moer
C M10 borgmoer
D
Bouten die op de vergrendelingszijde van de aandrijfe-
enheid verwijderd moeten worden
E
Vergrendelingshendel die op de vergrendelingszijde
van de aandrijfeenheid moet worden aangebracht
F Vergrendelgatafdekking
G Plug voor kolomgat
M M6*12 slotbout
Afb. 32 Detail
H Locatie voor vergrendelgatafdekking
I Inalleer vergrendeling in deze locatie
J Locatie aandrijfeenheid
K Vergrendeling met hendel
L Rijrichting
45
Afb. 33
C
B
A
C
B
A
A
C
A
C
F
D
E
G
2. Ontgrendelingskabels installeren:
Verwijder de bout aan de vergrendelingszijde van de
aandrijfeenheid en installeer de ontgrendelingshendel
(F), Afb. 33. Verwijder de bout en de moer,
breng de bout opnieuw op de veer aan de niet-
vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid (G) aan.
Schuif het lusuiteinde over de onderste kabel haak op
de niet-vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid,
zoals weergegeven in afb. 33. OPMERKING: Bevestig
de onderste tapbout (zie pijl). Stop het door de
kabeleindbeugel.
Steek de kabel door de mantel en schuif de mantel
omlaag in de kabeleindbeugel.
Maak de kabeleindbeugel vast aan het bovenportaal,
zoals afgebeeld. Schuif de kabel door de beugel
en duw het ander uiteinde van de mantel in de
beugel. Leid de kabel over de andere kant van het
bovenportaal. Herhaal het proces en schuif de mantel
en kabel omlaag naar de kabeleindbeugel op de
vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid.
Steek de kabel langs één kant door de bovenste
tapbout (zie pijl), met een bocht om de tapbout en weer
omlaag, en steek de kabel aan de andere zijde van de
klem. Breng de bovenkant opnieuw aan op de klem en
zet het lichtjes vast.
Trek met een tang de kabel strak en klem stevig vast
bij de bovenste tapbout. Maak de klem vast. Knop de
resterende kabel af.
Afb. 33 Detail
Item Beschrijving
A Kabelmantel
B N619 kabeleindbeugel
1/4"*1 HHCS
1/4" Flensmoer
C Ontgrendelingskabel voor vergrendeling
D Vergrendeling aan niet-aandrijfzijde
E Vergrendeling aan aandrijfzijde
F Verwijder de moer en inalleer de ont-
grendelingshendel
G Verwijder de buit en de moer, breng de
bout opnieuw aan op de vier aan de
vergrendeling aan niet-aandrijfzijde.
46
Afb.34
11.8.2 Voor S&C solenoïde versie
Installeer vergrendelingpallen, afdekkingen van
vergrendelgat, (1 slangklem voor elke zijde) en
pluggen van onderste kolomgat op de kolommen,
Fig. 34.
A
E
F
H
G
C
C
A
B
D
A
E
F
H
G
C
C
A
B
D
I
F
H
F
H
Abb. 13
Vergrendelingpal-solenoïdes raken
zeer heet wanneer de hefbrug wordt
neergelaten.
Afb. 34 Detail
Item Beschrijving
A (2 voor elke kolom) M6 x 1.0 x 12Lg. slotbout
B (2 voor elke kolom) M6 x 1.0 borgmoer
C (3 voor elke kolom) M10 x 1.5 x 20Lg. slotbout
D (3 voor elke kolom) M10 borgmoer
Afb. 34 Detail
Item Beschrijving
E Slangklem (1 op elke vergrendelingpal
montage)
F Montage vergrendelingpal
G Plug ondere kolomgat
H Vergrendelgatafdekking
I Rijrichting
47
11.9 De compensatiekabels monteren
Dragers Opheen: Gebruik geschikt
gereedschap om de drager op te heen.
Controleer of de vergrendelingpal stevig
vastzit.
Opmerking:
Voor de solenoïde-versie, tijdens het laten zakken
van de dragen, druk op de bovenste pen van de
solenoïde, zoals weergegeven in afb. 35, 2 zijden
van kolom.
Voor de M-versie, trek de ontgrendelingshendel
omlaag.
1. Verwijder katrolbeschermer, afb. 36.
2 Zie afb. 37 voor algemene kabelopelling. Leid
eer een kabeluiteinde door het kleine gat in de
ondere beveigingsplaat, afb. 38.
3 Druk de kabel omhoog tot het uiteinde er aan de
bovenkant van de drager uitkomt.
4 Plaats een borgmoer met nylon ring op het
kabeluiteinde zodat 13 mm van de bout uit de
borgmoer eekt.
5 Trek de kabel terug naar beneden, afb. 38.
6 Leg de kabel over de ondere katrol, vervolgens
over de bovene katrol en dan bovenlangs naar
de andere zijde van de drager, afb. 37. Monteer
de katrolbeschermer, afb. 36.
7 Beveig het kabeluiteinde op de bovene
verevigingsbeugel van de drager. Draai de
borgmoer voldoende aan zodat de kabel lichtjes
onder druk aat.
8 Herhaal deze procedure voor de tweede
kabel. Pas de spanning van beide kabels aan
tijdens de laate afellingen in Hoofduk 12,
Inbedrijfelling.
Afb.36
Afb.35
Afb.38
A
B
C
D
71 .giF
A
B
C
81 .giF
A
71 .giF
Afb. 37
Afb. 36 Detail
A Katrolbeschermer
Afb. 37 Detail
A Bovene katrollen
B Kabel 2
C Kabel 1
D Ondere katrollen
Afb. 38 Detail
A Bovene kabelverevigingsplaat en 13mm
borgmoer met nylon binnenwerk
B Ondere kabelvereviging en 13mm borg-
moer met nylon binnenwerk
48
11.10 De elektrische aansluitingen
monteren
Risico op elektrocutie. Ondeugdelijk
elektrisch werk kan leiden tot ernstig
letsel en schade aan eigendommen.
Volg altijd de onderstaande instructies.
Een juiste installatie en inbedrijfstelling
moeten in het inspectielogboek worden
gedocumenteerd.
Gebruik het formulier “Initiële
veiligheidsinspectie voor ingebruikname”.
1. Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
voedingskabels
Pneumatische aansluitwerkzaamheden mogen
alleen door gekwaliceerd personeel worden
uitgevoerd.
Controleer vóór de inbedrijfstelling de netspanning
van de bedrading van het gebouw. Dit moet
overeenkomen met de gespeciceerde spanning
van de kolombrug (→ zie bijlage).
De aansluiting op hetlichtnet moet met vaste
bedrading worden uitgevoerd!
De voedingskabel vanaf de zekeringkast naar de
bedieningskast van de kolomhefbrug moet volgens
het bedradingsschema met vaste bedrading worden
uitgevoerd!. Er mogen geen stopcontacten worden
gebruikt.
De motor is ontworpen voor faserotatie rechtsom.
De draairichting moet tijdens het aansluiten worden
gecontroleerd (keer zo nodig de polariteit om!).
Een motorbeveiligingsschakelaar ontworpen
voor nominale stroom en nominale spanning
moet als beveiliging tegen overbelasting worden
aangebracht. Dit moet worden geleverd door
de hefbruggebruiker (niet meegeleverd). De
overdrukklep is een punt van de motorbeveiliging
tegen overbelasting en wordt beschermd met een
dop.
Alle leidingen/kabels/slangen moeten in kabelgoten
worden geleid. Struikelgevaren moeten worden
vermeden in de verkeer- en werkzone.
Zoals bij alle elektronische apparatuur kunnen de in-
terne regelmodules beïnvloed worden door spannings-
schommelingen. Het is de verantwoordelijkheid van
de eigenaar van de hefbrug om ervoor te zorgen dat er
voedingsbronnen met een gepae beveiliging op dit
apparaat zijn aangesloten.
Gebruik een aparte groep voor elke roomvoorzie-
ning. Bescherm elk groep met een vertraagde zeke-
ring of roomonderbreker door de eigenaar van de
hefbrug.
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
stroomkabels
1. Het bedieningspaneel inalleren
Zet de Basisplaat van bedieningspaneel va met
behulp van 5 zeskantbouten M8*10 en 4 mm dikke
sluitringen, afb. 40,41&42 .
Leid de motorkabel, de voedingskabelboom en de
uurverbindingskabel vanaf het bedieningspaneel
naar de bovenkant van de kolom en rond naar
de dwarsbalk. (voor M-versie, geen kabel over
dwarsbalk), afb. 43.
2. De motorkabel en bovenleiding leiden
Leid de kabels omhoog vanaf het
hoofdbedieningspaneel door de kabelgoot in de
kolom, afb. 43.
Zoek de kabel van de bovenportaalschakelaar
op in de hoofdkabelconnector. Voer deze kabel
door de trekontlaing in de schakeldoos van het
bovenportaal, afb. 43.
Verbind de daalklepkabel met de daalklep en draai
de schroef aan de bovenkant va, afb. 43.
Voer de motorkabel door de trekontlaing
naar de motoraansluitdoos. Motorbedrading en
bedradingsschema’s worden gedetailleerd in afb.
39.
3. De bovenportaalschakelaar monteren
Controleer of de bovenportaalschakelaar werkt
wanneer de schakelang omhoog aat.
De schakelaar is normaal gesproken gesloten en
zal de motor uitschakelen wanneer deze wordt
geactiveerd, zie afb. 44, 45, 46 en afb. 47.
Fig. 32
High Voltage
400V, 50Hz
L3
L2
L1
T3
T2
T1
T9
T8
T7
T6
T5
T4
T1
T2
T3
U2
V2
W2
W1
V1
U1
400V, 50Hz
Afb. 39
Hoge spanning
400 V, 50 Hz
49
Afb. 41
H
H
PU side column
Slave side column
E
F2
F1
F3
B
I
H
H
PU side column
Slave side column
D2
D1
D3
B
I
Afb. 40
Hulpzijde van kolom
Hulpzijde van kolom
PU-zijde van kolom
PU-zijde van kolom
50
G
F1
B
F2
F3
C
E
G
A1
B
A2
C
G
D1
B
D2
D3
C
SPOA3T-SSPOA3T-M
SPOA3T-C
PU side column
Slave side column
B
A1
A2
H
I
H
I
Afb. 42
Afb. 43
Hulpzijde van kolom PU-zijde van kolom
51
EV1KM1
E
E
SB2
SB1
18
SQ1
0
17
16
15
M
PE
N
QS1
KM1
L3
L2
L1
AB
4
1
SB5
SB3SB3
SB1
6
33
SQ1
5
3
2
3
M
PE
N
QS1
KM1
L3
L2
L1
E E
KM1
E E
SM1
SM2 EV1
Afb. 44
Afb. 45
Afb.47
Afb. 43 Detail Opmerking
A Beuringskabelboom SPOA3TM-DQ7 M-versie
A1: naar bovenpaneel-schakelaar
A2: naar daalklep
B Motorkabel SPOA3TM-DQ5
C Bovenlangse hydraulische slang
D Beuringskabelboom SPOA3TS-DQ5 S-versie
D1: naar bovenpaneel-schakelaar
D2: naar solenoïde van hulpzijde
D3: naar daalklep
E Stroomkabel SPOA3TC-DQ9 C-versie
F Beuringskabelboom SPOA3TC-DQ6 C-versie
F1: naar bovenpaneel-schakelaar
F2: naar solenoïde en knop aan hulpzijde
F3:
D3: naar daalklep
G N.C. contacten
H Inbusbout M8*10
I B41H-8 4mm dikte sluitring
S-serie Hefbrug
QS1 Hoofdschakelaar
SQ1
Omhoog-limietscha-
kelaar
SB1 Omhoog knop
SB3 Omlaag knop
SB5 Hangslot-knop
KM1 Schakelaar
EV1 Daalklep
SM1/SM2 solenoïde
Hefbruggen uit de M-serie
QS1 Hoofdschakelaar
SQ1
Omhoog-limietscha-
kelaar
SB1 Omhoog knop
SB2 Omlaag knop
KM1 Schakelaar
EV1 Daalklep
Afb. 47 Detail
A Normale and
B Ingeschakelde and
52
L1
L2
L3
KM1
QS1
N
PE
M
3
2
5
SQ1
3 3
6
SB1
SB3
SB3 SB5
1
4
SB2
SB4
SB4
SB6
QS2
PE
XS1
QF1
7
U
V
W
R
S
T
(3)
N
(5)
L11 L21 L31
KM1 SM1 SM2 EV1
Afb. 46
Hefbruggen uit de E-serie
Hulpzijde
QS1 Hoofdschakelaar
QF1 Lekkagebescherming
SB2 Omhoog knop
SB4 Omlaag knop
SB6 Hangslot knop
XS1 Aansluiting
Hoofdzijde
QS2 Hoofdschakelaar
KM1 Schakelaar
SB1 Omhoog knop
SB3 Omlaag knop
SB5 Hangslot knop
SQ1 Omhoog-limietschakelaar
EV1 Daalklep
SM1/SM2 Solenoïde
53
Afb. 49
11.11 Pakkingen, afdekking en
gereedschapshouder installeren
Deze pakkingen moeten voor een hogere
bescherming worden geïnalleerd.
Leg de plaic pakkingen 4 slagen rond de rand van
de afdekking van het bedieningspaneel.
Plaats de
afdekking op de basisplaat op de kolom.Duw deze
met de hand vast en gebruik vervolgens de schroef
om het paneel aan de achterplaat te bevestigen.
Afb. 48.
i
Afb. 48
Inalleer montage tapbouten voor
onderse behuizing (adapterhouders en
gereedschaphouders optioneel), Afb. 49
(Inalleer optionele adapters), Afb. 49
C1
Fig. 33
C
C2
A
D
D
B
B
B
B
C
E
C
F
G
E
B
I
J
H
Afb. 48 Detail
Afdichting van behuizing
C1 Lange behuizing 1000mm LG,SPOA3T-26Y
C2 Korte behuizing 800mm LG,SPOA3T-27Y
Afb. 49 Detail
A Motorkolom
B M6 x 1.0 x 16mm draagbout
C M6 x 1.0 borgmoer
D Gereedschaphouder (Optioneel)
E Montage tapbout
F Adapterhouder (Optioneel)
G Inalleer adapters
H Plaic afdekking
I Rubberen sluitring
J M6*10 ens BHCS
54
Afb.51
Afb. 50
11.12 De armen & xatieringen inalleren
Breng de dragers op een comfortabele hoogte
alvorens de armen te monteren. Smeer de
zwenkarmpennen en gaten in met Lithiumvet. Schuif
de arm in de beugel, afb. 50. Monteer de armpen(nen)
met een diameter van 1-3/4", afb. 50 - 51.
Na het inalleren van de armen en de pennen,
monteer de xatieringen als volgt: Monteer de
Fixatiering op de armbeugel, volgens Afb. 54.
Controleer of de met TOP gemarkeerde zijde naar
boven aat, afb. 54.
TOP is zichtbaar aan de bovenzijde
van de versnelling.
Het kan zijn dat de ring aan de pen
omhoog getrokken moet worden
om de xatiering te inalleren.
Monteer vervolgens de (3) 3/8”-16NC x 1-1/2” klasse
8 zeskantige bouten (in totaal 12 voor alle 4 armen)
en 3/8” veerringen op de xatiering en de arm, maar
zet ze niet va. Referentie Afb. 52, Afb. 53.
Draai de Fixatieringbouten aan met een kracht van 30-
34 ft.-lbs.
A Montage klempal houd handen
boven groef
Om de werking van de xatiering van de armen
controleren, breng de drager 25 cm. omhoog
vanuit volledig neerwaartse positie. Trek de
penring omhoog en el de armen op de ge-
wene positie in. Laat de penring los om de
xatie in te schakelen en de tanden in elkaar te
doen vallen. Het kan nodig zijn om de arm iets
te draaien zodat de tanden in elkaar vallen.
Pen & ring, veer & xatiering zijn allemaal van
tevoren gemonteerd.
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
stroomkabels
BELANGRIJK
i
i
Trek aan de regelpen zodra de arm
in de beugel is gemonteerd en draai
de arm volledig rond, zorg ervoor dat
de xatiering en de behuizing altijd op
één lijn liggen. Als ze niet op één lijn
liggen, verwijder dan de xatieringen en monteer ze
omgekeerd.
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
stroomkabels
Afb. 52
Fig. 27
A
CAUTION
ATTENTION
All Hardware
is Grade 5
Unless Otherwise
Noted
ATTENTION
Use Grade 8
Bolts
When Specified
OPGELET
Gebruik bouten
van klasse 8
wanneer zo aan-
gegeven
Alle hardware is
klasse 5 tenzij
anders vermeld
OPGELET
VOORZICHTIG
55
A
D
B
C
Afb. 55
Afb. 53
11.13 Overigen inalleren
Inallatie van armbeschermbeugel: Inalleer
armbeschermbeugels, afb. 54.
Afb. 54
A
B
C
D
A
B
C
220mm
Afb. 53 Detail
A TOP is zichtbaar aan de bovenzijde van de
xatiering.
B Let op schuine richting
C (3) Voor elke arm - 3/8"-16NC*1-1/2" HHCS
D (3) Voor elke arm - 3/8" borgringen
Afb. 54 Detail
A (6) 5/16" Platte Sluitringen
B (2) 5/16" Veerringen
C (2) 5/16" -18NC Zeskantige bouten (per arm)
D Armbeschermbeugel (Voor SPO40M hoort de bes-
chermbeugel op de rechtervoorarm, zie Afb. 2b)
Afb. 55 Detail
A (2) Riemen
B (2) Armbeschermer montages
C (4) 1/4-20NC Hex FLgd Wzborgmoeren Pltd
56
A
C
C
B
C
C
C
03.giF
A
Afb. 56
Inallatie Deurbumper.
Inalleer deurbumpers en vingerbescherming, Afb. 56.
Vergrendeling Deblokkering-icker voor hefbrug-
gen uit de M-serie: Plak de Vergrendeling Deblok-
kering Sticker op de kap boven de vergrendeling-
hendel, Afb. 59.
Ke
ep feet
clear of lift
wh
ile lowering
.
WAR
NING
N
P
28
1
203mm
Klempal Sticker / Capaciteiticker Locatie:
Stickers dienen minimaal 203mm vanaf de onderkant
van de icker naar de grond te zitten. Capaciteitic-
kers dienen net boven de vergrendelgatafdekkingen
op elke kolom te zitten.
TOTAL LIFT CAPACITY
3500 kg
N
P45
2
A
B
Afb. 57
Afb. 58
Afb. 59
Afb. 56 Detail
A Verwijder achtereun van
deurbumpers en inalleer 3"
(75mm) vanaf onderkant van
drager.
B (2) Deurbumpers (één per
drager).
C Beveig de zelfklevende vin-
gerbeschermers.
Afb. 60 Detail
A BQ-003
57
12. Inbedrijfstelling
12.1 De werking controleren
Gebruik de hefbrug en controleer of de hefbrug
omhoog gaat bij het indrukken van de knop en stopt als
de knop wordt losgelaten. Controleer of de schakelaars
alle stroom naar de knoppen uitschakelen. Controleer
tevens of de bovenpaneel-schakelaar de hefbrug
doet stoppen wanneer het wordt geactiveerd en de lift
opnieuw wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar
wordt gedeactiveerd.
Smeer het oppervlak van de schuif tussen de
kolommen en de schuiver voor inbedrijfstelling.
De smeer kan met een borstel worden
aangebracht. Dit kan de levensduur van de
hefbrug aanzienlijk verlengen.
12.2 Het hydraulisch systeem testen
1. Draai de hoofdschakelaar naar ON (aan).
2. Breng de hefbrug zonder last enkele keren volledig
omhoog en omlaag met behulp van de Omhoog en
Omlaag knop. Dit verwijdert eventuele luchtzakken in
het hydraulisch systeem.
3. Druk op de Omhoog knop om de hefbrug volledig
omhoog te brengen en laat de motor nog 5 seconden
draaien. Stop en controleer alle slangaansluitingen.
Draai aan of dicht opnieuw af indien nodig.
4. Voer een visuele inspectie uit op het hydraulisch en
pneumatisch systeem. Controleer alle leidingen en, in
het bijzonder, de koppelingen. Er mogen geen lekken
worden gevonden.
5. Laat de hefbrug volledig zakken en controleer het
hydraulische oliepeil. Dit moet tevens overeenstemmen
met het maximum peil.
6. Controleer tenslotte of alle hydraulische componenten
stevig vastzitten.
12.3 Olie ontluchten
Druk op de Omhoog-knop om de hefbrug
ongeveer 600mm omhoog te brengen. Open de
cilinderontluchters ongeveer 2 slagen, afb. 31. Sluit ze
als de er vloeistof uitstroomt. Druk op de Omlaag-knop
om de hefbrug volledig te laten zakken. Vul de tank
tot het MIN ______ niveau bereikt is. Breng het vul-
ontluchtingsdopje opnieuw aan.
12.4 De compensatiekabels controleren en
afellen
Breng de lift omhoog en controleer de
compensatiekabelspanning. Onder de drager, neem de
aangrenzende kabels tussen duim en wijsvinger va
en trek aan de kabels met een kracht van ongeveerd
67N. Pas aan bij bovene verevigingplaten (afb. 61).
A
B
Fig.61
12.5 De vergrendelingskabels voor de
M-versie controleren en afstellen
1. Til de dragers op tot boven de eere
vergrendelingpositie en laat dan in de
vergrendeling zakken.
2. Controleer of de vergrendeling volledig is
ingeschakeld als de vergrendelinghendel wordt
losgelaten. Controleer of de drager op de
vergrendelingpal ru.
3. Til de drager volledig van de vergrendeling, druk
de vergrendelinghendel in en controleer dat er
volledig ontgrendeld is.
4. Stel indien nodig verder af, zie afb. 66,
controleer opnieuw de vergrendeling. De
vergrendelinghendel moet aan de bovenzijde van
de vergrendelingafdekplaat zitten, afb. 65.
5. Om ruimte tussen de Vergrendelingplaat en
Vergrendelingpal weg te nemen trekt u de
Vergrendelingplaat naar beneden en controleer of
de Vergrendelingpal zelf niet beweegt (Afb. 64).
Maak de klem los en trek de kabel rak. Maak de
klem evig va.
i
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
stroomkabels
Afb. 61 Detail
A Bovene kabelvereviging
en 13mm borgmoer met
nylon binnenwerk
B Ondere kabelvereviging
en 13mm borgmoer met
nylon binnenwerk
58
Afb. 62
Afb. 63
A
A
C
B
12.6 De vergrendeling teen
Verwijder vóór de te de afdekking om de ver-
grendeling te controleren.
A) Breng de dragers omhoog tot boven de eere
vergrendelingspositie en laat dan in de ver-
grendeling zakken.
Controleer of de vergrendeling volledig is inge-
schakeld wanneer de ontgrendelschakelaar
niet ingedrukt is.
C) Breng de dragers volledig uit de vergrendelin-
gen omhoog. Druk nu de ontgrendelschakelaar
in en controleer of de vergrendelingen volledig
zijn ontgrendeld.
D) Inalleer de vergrendelingafdekkingen met
5/16”-18NC x 3/8” lg. cilinderkopschroeven.
Afb. 62 Detail
A De vergrendelinghendel MOET
aan de bovenzijde van de vergren-
delingafdekplaat zitten.
Afb. 63 Detail
A Pasbout
B Steek de kabel door de kabelklem, met een
bocht om de pasbout en eek de kabel weer in
de klem.
C Kabelklem
59
13. Demontage
Demontagewerkzaamheden mogen alleen door
bevoegde deskundigen worden uitgevoerd.
Laat werkzaamheden op de elektrische
componenten alleen door een vakbekwame
elektricien uitvoeren.
Werkzaamheden aan hydraulische of
pneumatische systemen mogen alleen door
opgeleide personen worden uitgevoerd met kennis
van hydraulica/pneumatiek.
1. Alvorens demontagewerkzaamheden uit te voeren,
draai de hoofdschakelaar naar de stand OFF (uit).
2. Bevestig een waarschuwingsteken om
heraansluiting te vermijden.
4. Ontkoppel de voeding.
Risico op dodelijk letsel door een
verkeerde demontage van de
hydraulische componenten. Deze staan
onder druk (tot 200 bar)
Haal de hydraulische componenten nooit
uit elkaar (hefcilinders). Deze moeten
steeds worden losgemaakt als een enkel
component.
De hefcilinder mag alleen worden afgedankt
door een gecerticeerd bedrijf.
5. Leeg het hydraulische oliereservoir, en voer de
hydraulische olie uit de hydraulische slangen af.
Gooi de hydraulische olie weg zoals beschreven in
Hoofdstuk 14.
6. Verwijder smeer en andere chemische stoen.
Gooi ze weg zoals beschreven in Hoofdstuk 14.
7. Demonteer de hefbrugzuilen, dwarsstangen en
armen.
14. Verwijdering
14.1 Milieuprocedures voor verwijdering
Voorkom risico’s voor het milieu.
Vermijd contact met of het inademen van giftige
stoen, zoals hydraulische olie.
12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van
stroomkabels
Oliën en smeer zijn verontreinigde stoen in
het water wat betreft de Water Management
Act (WGH). Gooi deze altijd weg op een
milieuvriendelijke manier en overeenkomstig de
geldende nationale verordeningen.
Hydraulische olie op basis van minerale olie is
brandbaar en waterverontreinigend. Raadpleeg
het relevante veiligheidsinformatieblad voor
verwijdering.
Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens voor
de olie.
Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie,
smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de
bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen.
14.2 Verpakking
Niet met het huisvuil weggooien! De verpakking
bevat deels recyclebare materialen, die niet met
het gewone huisvuil mogen worden weggegooid.
1. Gooi alle verpakkingsmateriaal weg volgens de
relevante lokale verordeningen.
14.3 Oliën, vet en andere chemische
stoen
1. Wanneer met olie, smeer of andere
chemische stoen wordt gewerkt, leef alle
milieuverordeningen die voor het relevante product
van toepassing zijn na.
2. Gooi olie, smeer en andere chemische stoen weg
in overeenstemming van de milieuverordeningen
die in uw land gelden.
14.4 Metalen / Elektronisch afval
Deze moeten altijd door een gecerticeerd bedrijf
worden verwijderd.
Voer gebruikte elektrische en
elektronische apparaten, inclusief kabels,
accessoires en batterijen, gescheiden af
van het huishoudelijke afval.
Bijlage
2-koloms opbouwhefbrug
SPOA3T-5
SPOA3T-5AP
SPOA3T-5AF
VAS/MB
Serie 700
Reservoir
Solenoïdeklep
M
Druk-
klep
P M
Cilinder
Cilinder
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 N382Y Hydraulische cilinder 2
2 ATO-7-9802-1 Installeren 2
3
N3113 Hydraulische slang voor aandrijfeenheid 1
G3T-2103 (N3114) Bovenlangse hydraulische slang voor
EH1
1
G3T-2203 (N3115) Bovenlangse hydraulische slang voor
EH2
Fig. 15
2
1
3
I. Hydraulisch circuitschema
EV1KM1
E
E
SB2
SB1
18
SQ1
0
17
16
15
M
PE
N
QS1
KM1
L3
L2
L1
Voor SPOA3T M versie
QS1 Hoofdschakelaar EV1 Daalklep
SQ1 Omhoog-limietschakelaar KM1 Schakelaar
SB1 Omhoog knop SB2 Omlaag knop
II. Elektrisch schakelschema
4
1
SB5
SB3SB3
SB1
6
33
SQ1
5
3
2
3
M
PE
N
QS1
KM1
L3
L2
L1
E E
KM1
E E
SM1 SM2
EV1
Voor SPOA3T S versie (bediening aan een kant)
QS1 Hoofdschakelaar EV1 Daalklep
SQ1 Omhoog-limietschakelaar KM1 Schakelaar
SB1 Omhoog knop SB3 Omlaag knop
SB5 Hangslot knop
SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde
L1
L2
L3
KM1
QS1
N
PE
M
3
2
5
SQ1
3 3
6
SB1
SB3
SB3 SB5
1
4
SB2
SB4
SB4
SB6
QS2
PE
XS1
QF1
7
U
V
W
R
S
T
(3)
N
(5)
L11 L21 L31
KM1
SM1
SM2
EV1
Voor SPOA3T C versie (bediening aan twee kanten)
Hulpzijde Hoofdzijde
QS1 Hoofdschakelaar QS2 Hoofdschakelaar
QF1 Lekkagebescherming KM1 Schakelaar
SB2 Omhoog knop SB1 Omhoog knop
SB4 Omlaag knop SB3 Omlaag knop
SB6 Hangslot knop SB5 Hangslot knop
XS1 Euro contactdoos SQ1 Omhoog-limietschakelaar
EV1 Daalklep
SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde
Handmatige regeling
PB-SPOA-1
B
C
A
E
F
G
3
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
18
18
19
20
21
22
26
27
28
30
33
35
23
24
25
3
4
12
13
14
15
16
17
22
29
1
2
30
31
32
Bijlage III. Overzicht van de onderdelen
Details voor PB-SPOA-1
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 41659 M6*1.0*10mm Lg ens BHCS 6
2 G3T-1005 (N1224-7) Rubberen sluitring 6
3 G3T-1004 (N1224-6) Montage tapbout 6
4 41658 (BCQ061012820) Draagbout, bedekt M6*1,0*12 6
5 FA7417-11A Plaic deksel met schroefdraad 1
6 FA7417-11C Plaic deksel met schroefdraad 1
7 FA7417-11E Plaic deksel met schroefdraad 1
8 FA7417-11D Plaic deksel met schroefdraad 1
9 FA7417-11B Plaic deksel met schroefdraad 1
10 SPOA-PC2 Afdekking voor bedieningspaneel 1
11 SPOA-PC1 Afdekking voor bedieningspaneel (voor-
naame zijde)
1
12 FA7274-7Y Montageplaat van bedieningspaneel 2
13 FA7274-10D Montageplaat 1
14 KTB2-STB Eindkap 1
15 FA7274-9D Montageplaat 1
16 TO-2-8900 (XG150046) Hoofdschakelaar 1
17 XTCG018C00DT AC-relais 1
18 A22-RD-30/K10 Knop 2
19 NP797-1 Labe1 1
20 B19-#8-1/2 Zelf-tappende kruiskopschroef #8-1/2 12
21 FA7180-11 U-type moerclip 12
22 B25-8*10 Kruisbolkopschroef M8*10 10
23 B11-8*40 (41622) Zeskantbout M8*40 (8,8) 4
24 FA965 Trillingsdemper 4
25 NFS08100082S Geribbelde ensborgmoer, bedekt M8 4
26 G3T-1008 Accessoirehouder 2
27 41647 Draagbout, bedekt M6*16 4
28 NFS06100082S (41656) Geribbelde ensborgmoer, bedekt M6 4
29 B23-4*6 Schroef M4*6 4
30 N624 Vergrendelingssyeem 2
31 HTO-1210 Hendel 1
32 FC134-91 Rubber bal1 1
33 FJ7595-1 Stalen kabel 1
34
SPOA3T-2001 Remleiding (Voor EH1) 2
SPOA3T-2002 Remleiding (Voor EH2) 2
35 N619 Kabeleindbeugel 2
36 N63-1 Vergrendelingskabelklem (niet afge-
beeld)
1
A
B
25
26
24
23
22
1
2
5 4
6
7
8
9
10
12
11
13
14
16
15
17
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
18
19
20
21
27
Alleen voor bediening
aan twee kanten
Elektrische bediening
PB-SPOA-2
Details voor PB-SPOA-2
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
voor S
Aantal
voor C
1 FA7274-7Y Montageplaat van bedieningspaneel 2 2
2 SPOA-PC3 Afdekking voor bedieningspaneel 1 1
3
SPOA-PC3 Afdekking voor bedieningspaneel 1 0
SPOA-PC4 Afdekking voor bedieningspaneel 0 1
4 TO-2-8900 (XG150046) Hoofdschakelaar 2 1
5 FA7274-9D Montageplaat 2 1
6 FA7274-10D Montageplaat 2 1
7 KTB2-STB Eindkap 2 1
8 NP797-1 Label 2 1
9 A22-RD-50/K10 Hangslot-knop 2 1
10 A22-QDDL-30/30, K30 Omhoog- en omlaag-knop 2 1
11 FA7180-11 U-type moerclip 12 12
12 B19-#8-1/2 Verzonken zelftappende kruiskop-
schroef #8-1/2
12 12
13 B25-8*10 Inbusbout M8*10 10 10
14 FA7274-8D Montageplaat 1 1
15 SPOA40E-9803-02 Luchtkoppeling 1 1
16 SPOA40E-9803-03 Luchtkoppeling 1 1
17 XTCG018C00DT AC-relais 1 1
18 PLD10-16/IN/C/003 Lekkagebescherming 1 0
19 ME11012 Euro contactdoos 1 0
20 B26-4*20 Zeskantinbusbout M4*20 4 0
21 B33-4 Nylon moer M4 4 0
22 FA7417-11E Plastic deksel met schroefdraad 1 1
23 FA7417-11C Plastic deksel met schroefdraad 1 1
24 FA7417-11A Plastic deksel met schroefdraad 1 1
25 FA7417-11D Plastic deksel met schroefdraad 1 1
26 FA7417-11B Plastic deksel met schroefdraad 1 1
27 G3T-1200 (N622) Vergrendelingssysteem 2 2
C betekent bediening aan twee kanten, S betekent bediening aan slechts een kant
1
1
6
7
4
2
2
18
2
8
17
19
18
9
13
14
16
15
10
20
21
12
3
5
11
Details voor PB-SPOA-3
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 41536 (B11-10*20) M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt 8
2 41655 (NFS10100082S) M10 geribbelde ensborgmoer, bedekt 24
3 41660 (B11-6*70) M6*70 HHCS klasse 8.8 bedekt 1
4 B33-6 M6 Nylock moer, bedekt 1
5 G3T-4003 (FJ7871) Afstandhouder 2
6 N481-1 (G3T-4200) Bovenportaal rechterzijde laswerk 1
7 N415 (G3T-4002) Stang bovenportaalschakelaar 1
8 N480-1 (G3T-4100) Bovenportaal linkerzijde laswerk 1
9 N412 (G3T-4004) Bovenportaalschakelaar 1
10 41413 (B11-6*20) M6*20 HHCS klasse 8.8 bedekt 2
11 41599 (WLE061000220) Externe tandsluitring, bedekt Φ6 2
12 41661 (B31-6) Zeskantmoer M6 klasse 8.8 bedekt 2
13 N377 Katrol bovenportaal 4
14 41388 Sluitring 1-1/2"OD 4
15 41411 Klipring voor as 4
16 G3T-4001 (GJ7444-8) Katrol as 2
17 G3T-4300 (N4101) Bevestigingsbeugel bovenportaal 2
18 41646 (BCQ101020820) Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt 16
19
G3T-2101 (N4109-1) EH1 Kolomverlenging 2
G3T-2201 (N4110-1) EH2 Kolomverlenging 2
20 41658 (BCQ061012820) Draagbout, bedekt M6*1.0*12 6
21 G3T-1004 (N1224-6) Montage tapbout 6
SPOA3T-5
4
4
5
5
2
3
7
1
6
Details voor PB-SPOA-4
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 N3113 Hydraulische slang voor aandrijfeenheid 1
2 41536 (B11-10*20) M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt 2
3 41646 (BCQ101020820) Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt 2
4 41655 (NFS10100082S) M10 geribbelde ensborgmoer, bedekt 4
5 G3T-8005 (N3126) Slangklem 4
6
G3T-2103 (N3114) Bovenlangse hydraulische slang voor
EH1
1
G3T-2203 (N3115) Bovenlangse hydraulische slang voor
EH2
1
7 G3T-8002 (FA964) Plug onderste kolomgat 2
SPOA3T-5
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14
15
18
19
16
17
7
26
7
20
21
22
23
24
25
SPOA3T-5
Details voor PB-SPOA-5
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1
G3T-2102 (N3120) Compensatiekabels voor EH1 1
G3T-2202 (N3121) Compensatiekabels voor EH2 1
2 B33-12 Nylon borgmoer M12 NVT
3 G3T-1100 (N762) Kolom laswerk 2
4 N380-10Y Ontluchtingsschroef NVT
5 N382Y Hydraulische cilinder 2
6 PR160982 Drager laswerk 2
7 N119-3 Afsluitring 1” 4
8 G3T-3002 (N1224-2) Schuiverblok achter 2
9 N377 Katrol 2
10 41411 Klipring voor as 3/4" 2
11 G3T-1001 (N119-1) Katrolbeschermer 2
12 40063 Phillips PHMS, bedekt 1/4"-20NC*3/8" 2
13 G3T-3004 (N115) Schuiverblok vulstuk 8
14 G3T-3003 (N1224-1) Schuiverblok 8
15 N2121Y Fixatiepal arm 4
16 14427 Spanstift 1/4" * 1-1/2" 4
17 G3T-3005 (FJ7656-2) Borgveer arm 4
18 G3T-3006 (N121-1Y) Aandrijfpin 4
19 FJ7985-1 Hendel aandrijfpin 4
20 G3T-8004 (FA962) Bovenste dragerbumper 4
21 G3T-8001
FA961
Deurbumper kolom 2
22 G3T-8003 (FA941) Bumper versterkingsplaat drager 4
23 Ankerbout 8
24 30400-1025 (FJ716-6) U-vulring 22
25 G3T-1006 (FJ7659-3) Vulring Voorkant 6
26 HTO-2003 (N1224-9) BOVENSTE blok 2
1
1.1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
SPOA3T-5
VAS6353A
SPOA3T-5AP
VAS6815
MB
SPOA3T-5AF
14
1
15
16
Details voor PB-SPOA-6 (Armgedeelte)
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 N2224Y Voorste armgedeelte 2
1.1. FJ6206 Montage Laag proel adapter 4
2 N2225Y Achterste armgedeelte 2
3 G3T-5001 (N2154) Armpen 4
4 N2122Y Fixatiering 4
5 40373 3/8"-16NC*1-1/2"HHCS, klasse 8.8, bedekt 6
6 40818 Veerborgring 3/8" 6
7 G3T-5500 (N2255-1) Montage armbescherming voor 2
8
G3T-5504 (N2255-10) Lange riem 2
G3T-5505 (N2255-11) Korte riem 2
9 40641 (991490) Zeskant FLGD wzlock moer PLTD 1/4"-20NC 4
10
G3T-6001 (N244-4) Armbescherming 2
SGL35-6005 Armbescherming (Voor AP/AF Arm/VAS6814) 2
11 40252 HHCS bedekt 5/16"-18NC*3/4" 4
12 40850 Veerborgring 5/16" 4
13 40856 Platte sluitring 5/16” 8
14 SPL35-4000G Achterste armgedeelte 2
15 3SA-A-F-3 Armgedeelte voor snelle bevestiging 2
16 3SA-A-F-4 Armgedeelte voor snelle bevestiging 2
SPOA3T-5
1 2
3 4
5
6
7
8 9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20 21 21
22
23
24
25
26
Details voor PB-SPOA-7 (M-versie vergrendelingssysteem)
2st N624
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 BS10-8-10 Pasbout 1
2 ATO-1100 (N624-7) Beugel laswerk 1
3 ATO-1200 (N624-3) Vergrendeling bedekt laswerk 1
4 B42-8 Grote sluitring 8 1
5 B33-8 Nylon borgmoer M8 1
6 ATO-1011 (N624-15) Afstandhouder 1
7 G3T-1202 (N621-7) Vergrendelingschacht 1
8 40641 Zeskant FLGD wzlock moer 1/4"-20NC 1
9 N619 Kabeleindbeugel 1
10 40108 Zeskantbout 1/4"-20NC*1" 1
11 40126 Zeskantbout 3/8"-16NC*1/2” 1
12 40658 Zeskant borgbout 3/8"-16NC 1
13 41687 Klemring 1/4" 1
14 ATO-1007 (N624-11) Flensbus 1
15 ATO-1004 (N624-12) Veer 1
16 ATO-1010 (N624-14) Afstandhouder 1
17 ATO-1008 (N624-9) Vergrendelingspen 1
18 ATO-1006 (N624-1) Vergrendelingsas 1
19 ATO-1005 (N624-2) Veer 1
20 41686 Klemring 1/2" 1
21 41472 Klemring 3/16" 2
22 G3T-1205 (N621-5) Grendel 1
23 G3T-1203 (N621-8) As 1
24 G3T-1204 (N621-9) As 1
25 ATO-1003 (N624-6) Vergrendelingsveer voor mechanische
beugel
1
26 ATO-1009 (N624-5) Asbus voor mechanische beugel 1
SPOA3T-M vergrendelingssyeem
N624 vergrendeling
5
3
1
7
2
6
4
7
8
9
10 11
12
12
13
Details voor PB-SPOA-8 (S/C-versie
vergrendelingssysteem)
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
1 41658 Draagbout, bedekt M6*12*8,8 klasse 4
2 41656 Geribbelde ensborgmoer M6 4
3 41648 Draagbout, bedekt M10*25*8,8 klasse 6
4 41655 (NFS10100082S) Geribbelde ensborgmoer M10 6
5 G3T-8005 (N3126) Slangclip 2
6 G3T-1201 (N1224-8) Afdekplaat 2
7 N621-6 Solenoïde 2
8 G3T-1210 (N622-1) Beugel laswerk 2
9 G3T-1202 (N621-7) As 2
10 G3T-1205 (N621-5) Grendel 2
11 G3T-1204 (N621-9) As 2
12 41472 Klemring 3/16" 4
13 G3T-1203 (N621-8) As 2
SPOA3T-S/C vergrendelingssyeem
N622 vergrendeling
1.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Dim
N377 Katrol met lager 6 Φ88,9*19,05
2.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Dim
FJ6202 Adapter 4
3.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
G3T-3003 Schuif 8
4.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
G3T-3004 Afstandhouder voor schuiver 8
5.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
G3T-3002 Schuiverblok achter 2
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
HTO-2003 Schuif aan bovenkant (38,1mm) 2
6.
IV. Lijst met reserveonderdelen
7.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Afm. A
G3T-2102 Compensatiekabel voor
EH1
1 9690mm
G3T-2202 Compensatiekabel voor
EH2
1 10299mm
8.
10.
9.
A
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Afm. A
G3T-2103 Hydraulische slang voor EH1 1 7523mm
G3T-2203 Hydraulische slang voor EH2 1 8132mm
N3113 Hydraulische slang voor aan-
drijfeenheid
1 3105mm
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
G3T-2105 Slanghoes 1
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
N624 Vergrendelingssysteem voor M-versie 2
3
6
2
8
4
11.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal
G3T-1200 (N622) Vergrendelingssysteem voor E-versie 2
N621-6 solenoïde 2
12.
Andere hydraulische onderdelen
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking
N382Y-9180 Afdichtingskit voor cilinder 1
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking
N967-1-Bag-3 Pakket voor installatie 1
Bouten en bevestigingen voor installatie van aandrijfeenheid
14.
13.
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking
SPOA3T-D2 Pakket voor installatie 1
Bouten voor het installeren van de plastic afdekking op de kolom
Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking
SPOA3T-D1N Pakket voor installatie 1
Bouten voor installatie xatiering, draadafdekking en vergrendellingssysteem naar
de paal
BIJLAGE
Installatieprotocol
Certicaat van voltooiing
Inallatieprotocol
BlitzRotary GmbH
Hünger Str.55
78199 Bräunlingen,
Duitsland
De hefbrug, benaming... ....................................................... (Adres)... /
Vul dit formulier volledig in na een geslaagde inallatie, vink de juie vakken aan en onderteken het for-
mulier.
Kopieer het origineel en uur het binnen één week naar de fabrikant.
Laat een kopie in het inspectieboekje achter.
De voertuighefbrug,
Type .............................................................
Serienummer: .............................................................
was op .............................................................
door het bedrijf .............................................................
(Adres)
.............................................................
opgeeld, op een juie werking gecontroleerd en in gebruik genomen.
De inallatie was uitgevoerd door de gebruiker  / Vakbekwaam persoon 
de gebruiker beveigt het opellen van de hefbrug. Alle gegevens over de werking. Alle informatie in de
handleiding
en het inspectieboekje werden gelezen en gerespecteerd. Deze documenten zijn op ieder moment beschik-
baar voor de geïnrueerde operators en op een makkelijk bereikbare plaats opgeborgen.
De expert (vakbekwame persoon) beveigt de juie inallatie van het hefplatform.
Alle informatie over de gebruiksinructies en het inspectieboekje werden gelezen. De documenten werden
aan de operator overhandigd.
...................... ............................................................................. ................................................................
Datum Naam van de operator + empel van het bedrij Handtekening van de operator
...................... ............................................................................. ................................................................
Datum Naam van vakbekwaam persoon Handtekening van vakbekwaam persoon
.....................................................................................................
Klantenservice bedrijf
Certicaat van voltooiing
De voertuighefbrug
Type .............................................................
Machine -/serienummer: .............................................................
was op .............................................................
door het bedrijf .............................................................
(Adres)
.............................................................
geïnalleerd, op een juie werking gecontroleerd en in gebruik genomen.
De volgende personen (operators) werden geïnrueerd in het gebruik van de hefbrug door een getrainde
inallateur van de fabrikant of erkende dealer (deskundige) nadat de hefbrug werd opgeeld.
...................... ................................................... ..................................................................
Datum Naam Handtekening van de operator
...................... ................................................... ..................................................................
Datum Naam Handtekening van de operator
...................... .....................................................................................................................
Datum Naam Handtekening van de operator
...................... ................................................... ..................................................................
Datum Naam Handtekening van de operator
...................... ................................................... ..................................................................
Datum Naam Handtekening van de operator
...................... ................................................... ..................................................................
Datum Naam Handtekening van vakbekwaam persoon
..................................................................................................................
Klantenservice bedrijf + bedrijfsempel
BIJLAGE
Hefbrug met twee kolommen
SPOA3T-5
SPOA3T-5AP
SPOA3T-5AF
VAS/MB
Onderhoudsschema:
Opmerkingen voor de uitvoering van
de visuele en operationele testen
Opmerkingen voor de uitvoering van de visuele en operationele testen
Tijdens de periodieke inspecties, zorg ervoor dat zeker het volgende word gecontroleerd:
1. Informatie op het hefplatform Te controleren zaken
Naamplaat
Etikettering
Samenvatting van de handleiding
Bevestiging
Leesbaarheid
Volledigheid
2. Gedetailleerde gebruiksinstructies Voorwaarde
Leesbaarheid
3.Waarschuwingen Voorwaarde
Duidelijkheid
4. Bescherming tegen ongeoorloofd gebruik Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Veiligheidssleutel
5. Aandrijvingen
Heen, laten zakken
Kantelen, overhellen
Draaien, zwenken
Schakelen
Openen en sluiten (van de laadklep)
Rijden
Ondersteuningen
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Duidelijke toewijzing
Permanente etikettering van de bewegingsrichting
Beveiliging tegen ongewenste inschakeling
Vergrendelingsmechanisme van de aandrijvingen met
meervoudige controles
6. Noodstillegging,
Noodafvoer
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
7. Signaalinrichtingen,
communicatieapparatuur
Voorwaarde
Werking
Duidelijkheid
Betrouwbaarheid
8. Apparatuur voor de stabiele installatie
Waterpas
Ondersteuningen
Spindels
Onderste pan
Verwijdering van de veerspeling
Voorwaarde
Werking
Mobiliteit
Slijtage
Vervorming
Corrosie
Barsten
9. Ondersteunende constructie Barsten
Vervorming
Corrosie
Mobiliteit van geleiders, katrollen, scharnieren, telesco-
pen,
Slijtage van geleiders, katrollen, scharnieren,
vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Doeltreendheid van vergrendelingsmechanismen
Opmerkingen voor de uitvoering van de visuele en operationele testen
10. Belastingspunten
Beveiliging tegen glijden
Beveiliging tegen afrollen
Vasthoudvoorziening
Beveiliging van de scharnierbeugel
Voorwaarde
Werking
Veiligheidsomheining Voorwaarde
Corrosie
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Doeltreendheid van vergrendelingsmechanismen
Mobiliteit van beweegbare onderdelen
Bodem Standvastigheid
Vervorming
Corrosie
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Parallelle beweging op bedieningsplatforms Voorwaarde
Werking
Slijtage
Barsten
Corrosie
Opbergbaar bedieningsplatform Staat en doeltreendheid van het vergrendelingsmecha-
nisme
Trappen Standvastigheid
Vervorming
Corrosie
Schade
Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen
Gelaste verbindingen
11. Stalen kabels Kabelaansluitingen Slijtage
Corrosie
Draadbreuk
Breuknesten
Knellingspunten
Loskomen van de buitenlaag
Vogelnestvorming
Schijven en katrollen Barsten
Tekenen van slijtage
Braamvorming in de groef
Juiste uitlijning van de groef
Kabeloprolsysteem
Kleminrichting
Vastzetten op kabellagers
Beveiliging tegen loskomen van de kabel
Voorwaarde
Werking
12. Stalen schakelkettingen, kettingschake-
lingen
Mobiliteit
Slijtage
Barsten
Vastzetten van de verbindingsbouten, bijv. bij de klink-
nagelkop, ring
Kettingwielen
Kettingtandwielen
Voorwaarde
Werking
Kleminrichting
Vastzetten van de kettinggeleider
Voorwaarde
Werking
13. Spindels Opslag
Vervorming
Verontreiniging
Slijtage van de draad
Inkepingen
Strepen
Groeven, toepassingen
Doeltreendheid van de afdekking
Hoofdmoer Slijtage van de draad (speling)
Compensatiering Lager
Voorwaarde
Inkepingen
Strepen
14. Rekken Bevestiging
Slijtage
Verontreiniging
Verbinding van gezamenlijke rekken
Rondsels Barsten
Slijtage
Verontreiniging
Bevestiging en speling van de spindel
15. Hydraulica Lekkage
Testen op lekken
Ontluchting
Oliereservoir Staat en leesbaarheid van het scherm
Controle van het oliepeil
Doeltreendheid van de uitschakelinrichting in geval van
een tekort aan olie
Lijnen
Leidingverbindingen
Bevestiging
Schade
Vervorming
Corrosie
Slangen
Slangverbindingen
Bevestiging
Schade
Leeftijd
Broosheid
Poreusheid
Cilinders Bevestiging
Barsten
Leiding- en slangaansluitingen
Dichtheid van de mouwen
Zuigers Oppervlak van de zuigerstang
Strepen
Verontreiniging
Filters Uiterlijke staat
Drukregelingsklep Uiterlijke staat
Loden afdichting niet beschadigd
16. Pneumatiek
Lijnen
Leidingverbindingen
Lekkage
Bevestiging
Schade
Vervorming
Corrosie
Slangen
Slangverbindingen
Bevestiging
Schade
Leeftijd
Broosheid
Poreusheid
Cilinders Bevestiging, barsten, leiding- en slangverbindingen
Dichtheid van de mouwen
Zuigers Oppervlak van de zuigerstang, strepen, verontreiniging
Ontlastklep Uiterlijke staat, loden afdichting niet beschadigd
Meter, drukregelaar Uiterlijke staat en doeltreendheid
17. Aandrijvingsmechanismen (zonder draai-
baar onderstel)
Verbindingen van onderdelen van het aandrijvingsmecha-
nisme schokvrij starten
Remmen, zelfzekerende tandwielkast, kop-
pelingen
Slijtage, doeltreendheid
18. Onderbouw, draaibaar onderstel
Bedrijfsremmen, noodremmen Slijtage, doeltreendheid
Beveiliging van dissel Staat, doeltreendheid
Positieve geleiding, geleidestang
Stangverbindingen, eindstoppen, baanschui-
ver
Beveiliging tegen ontsporen
Vervorming, barsten, staat van de bevestiging
19. Toegangspunten en laadpunten Standvastigheid, vervorming van leuningen, schade
Corrosie, vastzetten van verwijderbare onderdelen
20. Elektrische apparatuur
Lijnen Schade, bevestiging, trekontlasting van externe leidingen
Aardleiding Schade, bevestiging
21. Isolatie op hoogwerkers, voor zover de
hoogwerker bestemd is voor werk op of in de
buurt van onbeschermde en onder spanning
staande delen van elektrische installaties
Isolatie op werkplatform/henrichting en he-
fapparatuur/onderbouw
Verontreiniging, schade, isolatieweerstand
22. Speciale veiligheidsvoorzieningen
Noodlimietschakelaar, slappe-kabelschake-
laar, kabelbreukschakelaar, kettingbreuk-
schakelaar, bedieningsvergrendelingen,
uitschakelstrips, herstartbeveiliging, antikan-
telinrichting (voor opbergbare werkplatfor-
men), veiligheidspal, volledigheid
Doeltreendheid, bevestiging, staat
Vervorming, eectiviteit van de schakelelementen, veront-
reiniging, conditie van de drukveren
Deze opmerkingen pretenderen niet volledig te zijn, en moeten worden aangepa overeenkomig de te
controleren hefplatforms.
BIJLAGE
Hefbrug met twee kolommen
Inspectielogboek
Inspectielogboek
voor
Hefbrug met twee kolommen
Type:
Serienummer:
Fabricagejaar:
Operator:
Datum van eerste inbedrijfstelling:
BlitzRotary GmbH Telefoon +49.771.9233.0
Hünger Straße 55 Fax +49.771.9233.99
D-78199 Bräunlingen [email protected]
www.rotarylift.com
Hoofdblad voor hefbrug
Algemene informatie
Fabrikant of leverancier van de voertuigbrug:
BlitzRotary GmbH
Huenger Str.55, 78199 Braeunlingen, Duitsland
Beschrijving: 2-koloms hefbrug
Type: Fabricagejaar:
Serienr.: Datum van eere ingebruikname:
Draagcapaciteit: 3500 kg
Toelaatbare verdeling van de belaing: 3:2 of 2:3 (vóór/achter)
Voor verblijf onder de laophanginrichtingen: ja
Opelling voor laden van de laophanginrichting: nee
Geschikt voor rijden op de laophanginrichting: nee
Geschikt voor gebruik als hefplatform: nee
Bedrijfssnelheden
Maximale hefsnelheid 7,2 cm / sec
Maximale neerlaatsnelheid 6 cm / sec
Machines
Aandrijftype van ondereuningen: Elektrohydraulisch
Draaguitruing
Staaldraadkabels: Volgens RR-W-410, Mil-DTL-83420
EN12385-4 (voorheen DIN3060)
Diameter: 6 mm, 7x19 GAC (GWC)
Sterkte van de enkele kabel: 1960 N/mm²
Minimale breekkracht: (7000 lbs.
Corrosiebeveiliging: galvanisch
Werking: Synchronisatiebeuring
Elektrische apparatuur
Bedrijfsspanning: 3Ph/PE/ 400V / 50Hz Hz
Stuurspanning: 24V AC
Beschermingsgraad: IP54
Uitruing geschikt voor gebruik in werkplaatsen Uitruing niet voor gebruik in explosieve omgevingen.
Uitruing mag niet in een omgeving met explosiegevaar worden gebruikt.
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligelling van henrichting tegen onbedoelde hef- of neerlaatbeweging in geval van kabelbreuk:
Automatische mechanische vergrendelinrichting als vangsyeem
Beveiligen van de henrichting tegen onbedoeld heen of laten zakken in geval van lekkage in het leidingsys-
teem:
Schotelklep - normaal gesloten, automatisch vangsyeem, cilinder met roomregelklep voor het laten zak-
ken,
Beveiligen van het hydrauliek tegen te hoge drukken:
Bedrijfsdruk van hydraulisch circuit: bar
Reactiedruk van drukontlaingskleppen: bar
Overige beveiligingsmechanismen:
Hoofdschakelaar met noodopfunctie, voetbescherming op de armen, dodemansknop,
Fixatieringen voor de zwenkarmen, kabels voor synchronisatie.
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
1
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
2
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
3
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
4
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
5
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
6
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
7
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
8
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
9
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
10
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
11
Testrapport
Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling
Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op
De volgende/geen*) fouten werden gevonden.
Testomvang
Nog steeds lopende
Gedeeltelijke testen
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
Operator of Vertegenwoordiger
Vastgestelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Herstelde tekortkomingen
(Plaats, datum) (Handtekening)
Opnieuw testen
Het hefplatform onderging een nieuwe test op
De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld.
Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig.
De technische expert/inspecteur
(Plaats, datum) (Handtekening)
Naam en adres
(in blokletters)
Functiebenaming
Werkzaam te
12
Aanpassingen en grote
reparaties
Type Datum/Naam
BlitzRotary GmbH
Hünger Strasse 55
D-78199 Bräunlingen
Tel. +49.771.9233.0
Fax +49.771.9233.99
info@blitzrotary.com
www.blitzrotary.com
VSA: +1.812.273.1622 (Hoofdkantoor)
Canada: +1.905.812.9920
Verenigd Koninkrijk: +44.178.747.7711
Australië/Azië: +60.3.7660.0285
Latijns-Amerika/Caribisch gebied: +1.812.273.1622
Midden-Oosten/Noord-Afrika: +49.771.9233.0
Zuid-Afrika: 1.812.273.1622
Brazilië: +55.11.4534.1995
Inallateur: Leg deze handleiding
terug bij de re van de
documentatie en geef alles
aan de eigenaar/operator
van de hefbrug.
Hartelijk dank
Getrainde Gebruikers en Regelmatig Onderhoud Garanderen
Bevredigende Prestatie van Uw Rotary Hefbrug.
Neem Contact Op met Uw Lokale Rotary Onderdelen Leverancier voor Officiële Rotary Onderdelen. Zie
de documentatie voor een overzicht van de onderdelen.
Inallatie-inructies SPO54 E And M series_en_print_IN20417_2008_06 Rev C

Documenttranscriptie

SPOA3T-5/5AP/5AF S & M &C (700 serie) Tweekoloms vloerbevestigde hefbruggen B E D I E N I N G S E N Installateur: Leg deze handleiding terug bij de rest van de documentatie en geef alles aan de eigenaar/operator van de hefbrug. OM-SPO-3 © Rotary Lift, Alle rechten voorbehouden SJ180205 Rev.A1 16/10/2019 O N D E R H O U D S H A N D L E I D I N G EG-verklaring van overeenstemming overeenkomstig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreffende machines (bijlage II A) Naam en adres van de fabrikant: Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU BlitzRotary Hüfinger Str.55 78199 Bräunlingen, Duitsland GmbH BlitzRotary GmbH Hüfinger Str.55 78199, Duitsland Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de staat waarin deze in de handel is gebracht en niet op onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet meer geldig, indien het product zonder overeenkomst wordt gewijzigd. Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines Product denominatie: Model / type: 2-persoons voertuiglift SPOA3TS-5AP Inhoud 3500 kg basistype in verschillende uitvoeringen; gemarkeerd met E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST, B, BL, BL2, 7015, SC Machine/serienummer: ……………….. Jaar van fabricage: 20...... voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG. Gebruikte geharmoniseerde normen EN 1493: 2010 EN ISO 12100:2010 EN 60204-1:2006/AC:2010 Voertuigliften Veiligheid van de machine - Basisconcepten Elektrische uitrusting van machines Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenstemming met het geteste type lift. Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn: Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde instantie nummer 1105. CCQS UK Ltd., Level 7, Westgate House, Westgate Rd., London W5 1YY UK. Die een EG-typeonderzoekscertificaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-02-5A van 2017.01.16. De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenstemming met het voorbeeld waarop dat certificaat betrekking heeft, zodat het certificaat geldig blijft. De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te stellen: De heer Maier; Hüfinger Str.55; 78199 Bräunlingen. Plaats: Datum: Bräunlingen 16.10.2019 Geautoriseerde handtekening: Titel van de ondertekenaar: ___________________ Doris Wochner-McVey Algemeen directeur EG-verklaring van overeenstemming overeenkomstig de EG-richtlijn 2006/42/EG betreffende machines (bijlage II A) Naam en adres van de fabrikant: Zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de EU BlitzRotary Hüfinger Str.55 78199 Bräunlingen, Duitsland GmbH BlitzRotary GmbH Hüfinger Str.55 78199, Duitsland Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de machine in de staat waarin deze in de handel is gebracht en niet op onderdelen die worden toegevoegd en/of bewerkingen die later door de eindgebruiker worden uitgevoerd. De verklaring is niet meer geldig, indien het product zonder overeenkomst wordt gewijzigd. Hierbij verklaren wij, dat de hieronder beschreven machines Product denominatie: Model / type: 2-persoons voertuiglift SPOA3TS-5 Inhoud 3500 kg basistype in verschillende uitvoeringen; gemarkeerd met E, M, S, C, TT, EH0, EH1, EH2, MB, WM, MC, RD, ST, B, BL, BL2, 7015, SC Machine/serienummer: ………………. Jaar van fabricage: 20...... voldoet aan alle essentiële eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG. Gebruikte geharmoniseerde normen EN 1493: 2010 EN ISO 12100:2010 EN 60204-1:2006/AC:2010 Voertuigliften Veiligheid van de machine - Basisconcepten Elektrische uitrusting van machines Alle liften van hetzelfde model vervaardigd door het genoemde bedrijf in overeenstemming met het geteste type lift. Voor machines van bijlage IV van de machinerichtlijn: Een voorbeeld van deze machine is voorgelegd aan de aangemelde instantie nummer 1105. CCQS UK Ltd., Level 7, Westgate House, Westgate Rd., London W5 1YY UK. Die een EG-typeonderzoekscertificaat hebben afgegeven Nummer CE-C-0116-17-07-01-5A van 2017.01.16. De apparatuur waarop deze verklaring betrekking heeft, is in overeenstemming met het voorbeeld waarop dat certificaat betrekking heeft, zodat het certificaat geldig blijft. De persoon die bevoegd is om de relevante technische documentatie samen te stellen: De heer Maier; Hüfinger Str.55; 78199 Bräunlingen. Plaats: Datum: Bräunlingen 16.10.2019 Geautoriseerde handtekening: Titel van de ondertekenaar: ___________________ Doris Wochner-McVey Algemeen directeur Inhoudsopgave 5.2 1. Inleiding .................................................................... 5 1.1 Over deze gebruikershandleiding......................... 5 1.2 Waarschuwings- en informatiesymbolen.............. 5 1.3 Beoogd gebruik..................................................... 7 1.4 Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag................ 7 1.5 Informatie over ongevallen, gezondheid en veiligheid, en milieu......................................... 7 Probleemoplossing door de erkende onderhoudsaannemers........................................ 20 6. Geautoriseerd laten zakken..........................22 7. Technische gegevens...................................23 8. Reiniging........................................................29 9. Onderhoud en reparatie................................29 2. Veiligheid........................................................8 9.1 Geschiktheid van het onderhouds- en reparatiepersoneel............................................... 29 9.2 Veiligheidsvoorschriften vooronderhoud en reparatie.............................................................. 29 2.1 Operatoren............................................................ 8 9.3 Onderhoud........................................................... 30 2.2 Standaard veiligheidsvoorschriften....................... 8 9.4 Toegestane hydraulische oliën............................ 32 2.3 Toegestane asbelasting en gewichtsverdeling..... 8 9.5 2.4 Verbod op ongeoorloofde wijzigingen of aanpassingen................................................... 9 Controleren, bijvullen, verversen van de hydraulische olie.................................................. 33 9.6 Reparatiewerkzaamheden (reparaties)............... 34 2.5 Deskundigen, bevoegde personen....................... 9 2.6 Onderhoudsaannemers, installatiemedewerkers..10 10.1 Transport............................................................. 36 2.7 Veiligheidsinspecties door vakbekwame personen.............................................................. 10 Verplichtingen van de operator van de installatie..11 10.2 Lossen................................................................. 36 3. De 2-koloms hefbrug.....................................12 11. Montage (installatie).....................................36 2.8 10. Transport en opslag.....................................35 10.3 Opslag................................................................. 36 3.1 Overzicht van onderdelen..................................... 12 11.1 Veiligheidsinstructies voor montage.................... 36 3.2 Werkgebied, gevarenzones.................................. 13 11.2 Beknopte montage-instructies............................. 37 3.3 Veiligheidsmechanismen...................................... 14 11.3 Specificaties voor de locatie................................ 37 3.4 Bedieningspaneel................................................. 16 11.4 De installatie voorbereiden.................................. 37 4. Gebruik...........................................................17 11.5 De kolommen voorbereiden................................ 37 4.1 Vóór het laden...................................................... 17 11.6 Het bovenportaal voorbereiden........................... 39 4.2 Laden.................................................................... 17 11.7 De hydrauliekmodule monteren........................... 41 4.3 De hefbrug omhoog brengen................................ 18 11.8 Het vergrendelingssysteem monteren................. 43 4.4 Tijdens het gebruik van de hefbrug....................... 18 11.9 De compensatiekabels monteren........................ 46 4.5 Vóór het laten zakken van de hefbrug.................. 18 11.10 De elektrische aansluitingen monteren............... 47 4.6 De hefbrug laten zakken....................................... 18 4.7 Lossen.................................................................. 19 11.11 Pakkingen, afdekking en gereedschapshouder installeren............................................................ 52 4.8 Uitschakelen......................................................... 19 11.12 De armen & fixatieringen installeren................... 53 11.13 Overigen installeren............................................ 54 5. Problemen, oorzaken en corrigerende handelingen...................................................19 5.1 12. Inbedrijfstelling.............................................56 Problemen oplossen door de operator................. 19 4 12.1 De werking controleren....................................... 56 12.2 Het hydraulisch systeem testen.......................... 56 12.3 Olie ontluchten.................................................... 56 12.4 De compensatiekabels controleren en afstellen.. 56 12.5 De vergrendelingskabels voor de M-versie controleren en afstellen....................................... 56 12.6 De vergrendeling testen...................................... 56 13. Demontage....................................................58 14. Verwijdering..................................................58 14.1 Milieuprocedures voor verwijdering..................... 58 14.2 Verpakking.......................................................... 58 14.3 Oliën, vet en andere chemische stoffen.............. 58 14.4 Metalen / Elektronisch afval................................ 58 BIJLAGE • SPOA3TS/C/M Schema voor hydraulisch circuit, Elektrisch bedradingsschema, Overzicht van de onderdelen, lijst met reserveonderdelen. • Installatieprotocol • Certificaat van voltooiing Instructies voor het uitvoeren • Onderhoudsschema: van visuele inspecties en functionele testen • Inspectielogboek • Hoofdblad voor hefbrug • Testrapport 5 1. Inleiding 1.2 Waarschuwings- en informatiesymbolen 1.1 Over deze gebruikershandleiding 1.2.1 Symbolen in deze documentatie De kolomhefbrug voldoet aan de nieuwste technologie en voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften voor gezondheid en veiligheid en ongevallenpreventie op het werk. Oneigenlijk gebruik of gebruik anders dan datgene waarvoor het bedoeld is, kan leiden tot levensgevaarlijk of lichamelijk letsel voor de gebruiker of derden en kan ook leiden tot schade aan eigendommen. Waarschuwingen worden met de volgende symbolen in overeenstemming met hun gevarencategorie aangegeven. Wees op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften en gevaren wanneer u werkt in een situatie die van een waarschuwingssymbool is voorzien. Volg de ter zake doende gezondheid- & veiligheid en ongevalpreventieregels die in uw land gelden. Risico op de dood of letsel Directe bedreiging voor het leven en de gezondheid van mensen. Negeren kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. Het is daarom noodzakelijk dat de relevante personen deze gebruikershandleiding aandachtig lezen en begrijpen. Lees de instructies zorgvuldig door om verkeerd gebruik, mogelijke gevaren en schade te voorkomen. De kolomhefbrug moet altijd worden bediend volgens de voorschriften. Risico op de dood of letsel Mogelijke bedreiging voor het leven en de gezondheid van mensen. Negeren kan leiden tot de ernstige verwondingen. Houd rekening met het volgende: • Houd de gebruikershandleiding altijd in de buurt van de hefbrug en zorg dat deze voor alle gebruikers te raadplegen is. • Deze gebruikershandleiding biedt informatie over de hefbruggen SPOA3TS/C/M-5,SPOA3TS/C /M-5AP,SPOA3TS/C/M-5AF, variant met kolomverlenging EH0,EH1,EH2. • Zorg dat u het Hoofdstuk 2 Veiligheid en de gebruiksinstructies die met de machine zijn meegeleverd goed doorleest en begrijpt. • Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoring die kunnen optreden door het negeren van de instructies die in deze gebruikershandleiding zijn vermeld. • De installatie en de inbedrijfstelling van de hefbrug zijn in detail beschreven in hoofdstukken 11 tot 12. De installatie mag alleen worden uitgevoerd door erkende installateurs en vakbekwame elektriciens. • Als er problemen optreden, neem contact op met een deskundige, onze klantenservice, onze afdeling voor reserveonderdelen of een van onze vertegenwoordigers. • De afbeeldingen kunnen afwijken van de geleverde versie van de machine. De functies of processen die uitgevoerd moeten worden blijven hetzelfde. Risico op letsel Mogelijke gevaarlijke situatie. Niet-naleving kan leiden tot licht of matig letsel. Schade aan eigendommen Mogelijke gevaarlijke situatie. Negeren kan leiden tot schade aan eigendommen. Andere symbolen i INFO-symbool Nuttige informatie en tips. Opsommingsteken: Voor opsommingen van belangrijke informatie over het desbetreffende onderwerp. 1. Disclaimer: Wij zijn niet aansprakelijk voor drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen. De in dit document genoemde merken en handelsmerken hebben betrekking op hun eigenaars of hun producten. Gebruiksinstructies: Voer de gedetailleerde stappen in de juiste volgorde uit. Gebruiksinstructies, waarschuwing Voer de gedetailleerde stappen in de juiste volgorde uit. 6 1.2.2 Op het product i Leef alle waarschuwingen op de producten na en zorg dat ze altijd leesbaar zijn. 1 Beknopte gebruiksinstructies Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing. De hefbrug mag alleen door bevoegd personeel worden bediend. De hefbrug mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt. Overschrijd het op de typeplaatje aangegeven draagvermogen niet. De gewichtsverdeling aan de voor-/achterkant mag de waarde in de volledige gebruiksaanwijzing niet overschrijden. Houd u aan de wettelijke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. Draag geen personen op de hefbrug. Trek de handrem van het voertuig aan nadat u op de hefbrug bent gereden en voordat u het voertuig heft. De hoofdschakelaar is ook een noodstopschakelaar. Zet in noodgevallen de schakelaar op "O". Beveilig de ophijsen tegen onbevoegd gebruik door de hoofdschakelaar te vergrendelen. Obstakels moeten buiten bereik van de bewegende lading en hefbrug worden gehouden. ? ? ?? ! 6 ! 2 1. VOOR HET LADEN: Controleer of de hefbrug volledig werkt. Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding. De hefbrug moet volledig omlaag zijn gebracht, er mogen zich geen voorwerpen, vet en olie op de armen en rubberen kussens en mensen in het werkgebied bevinden. Zwaai de armen met de adapters vrij van olie en vet helemaal naar de doorrijpositie. Hoofdschakelaar op "AAN". Zwaai de armen onder het voertuig en plaats de adapters op de door de voertuigfabrikant aanbevolen liftpunten. Gebruik indien nodig optionele adapters. 7 3 2. HEFFEN: Er mag zich niemand op de hefbrug of in het voertuig bevinden tijdens het heffen en laten zakken. Druk op de knop "OMHOOG". Stop de lift voordat de adapters contact maken met het voertuig. Zorg ervoor dat alle armsteunen volledig zijn vergrendeld. Beweeg indien nodig de arm iets totdat de vergrendeling volledig in de fixatiering grijpt. Sla niet op de pennen met een hamer, omdat dit de fixatietanden kan beschadigen! Laat geen onderdelen rondslingeren op de hefbrug en op het voertuig dat u wilt heffen. Let bij het monteren of demonteren van zware voertuigonderdelen er op dat het middelpunt van het voertuig niet verschuift! Het voertuig moet vooraf worden beveiligd. Het voertuig moet altijd op 4 liftpunten rusten of tegen beweging worden beveiligd. Ga alleen door met het hefproces tot de gewenste hoogte als het voertuig stabiel is. Laat de hefbrug niet gedurende lange perioden op zijn volle hoogte achter. Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendeling zakken. 8 3. BIJ HET HEFFEN: Voorkom dat het voertuig schommelt. De portieren van het voertuig moeten gesloten zijn tijdens het heffen en laten zakken. Controleer de lading en de hefbrug bij het heffen en laten zakken. Hang niet rond binnen het bereik van de bewegende last en hefbrug bij het heffen en laten zakken. Klim niet op het geheven voertuig of de hefbrug. 9 4 4. VÓÓR HET LATEN ZAKKEN VAN DE HEFBRUG: Verwijder obstakels onder het voertuig en de hefbrug. Hang niet rond in het werkgebied van de hefbrug. 5. LATEN ZAKKEN: Druk op de knop "OMHOOG" als u de hefbrug uit het vergrendelingsmechanisme wilt tillen. Druk op de knop "Omlaag" en laat deze zakken tot de gewenste hoogte. Als de hefbrug van de M-versie is, duwt u tegelijkertijd de ontgrendelingshendel omlaag. 10 5 6. AFRIJDEN: De hefbrug moet volledig omlaag worden gebracht. Zwaai de armen helemaal naar de doorrijpositie. Pas dan verplaatst u het voertuig. 7. UITSCHAKELEN: Zet de hoofdschakelaar op "UIT" wanneer de hefbrug niet wordt gebruikt. Afb. 1 Afb. 2 BQ-010 Waarschuwingssticker op de kolom met bedieningspaneel Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding. BQ-001 Deze instructies bevatten informatie over de bediening van het hefplatform. 1. Alleen bevoegde personen bedienen de kolomhefbrug. 2. Lees de originele gebruiksaanwijzing 3. Plaats nooit voorwerpen op het hefplatform. 4. Houd personen en dieren uit de buurt van het hefplatform. 5. Houd het voertuig tijdens het omlaag en omhoog brengen in het oog. 6. Controleer de hefpositie na kort omhoog brengen. 7. Meerijden op de hefbrug verboden. 8. Slechts één kant, uiteinde of hoek van het voertuig heffen is verboden. 9. Risico op knelling van de voeten tijdens het laten zakken. 10. Voorwerpen onder de hefbrug werpen bij het laten zakken. 8. PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD: 7 1.3 Beoogd gebruik heffen die niet in Hoofdstuk 1.3 zijn • Lasten vermeld. heffen die gevaarlijke goederen • Voertuigen bevatten. of in een werkplaats met brand- of • Buitenshuis explosiegevaar gebruiken. • Auto's wassen op de kolomhefbrug. • Aanpassingen maken. De kolomhefbrug mag alleen worden gebruikt: binnenruimten voor het heffen van niet bezette • Inmotorvoertuigen. het heffen van voertuigen met een max. • Voor laadvermogen van 3500kg, afhankelijk van de • • hefbrugvariant. Als het gewicht juist is verdeeld. De last moet zich standaard in het midden van de bewegingsrichting bevinden. Als de voornaamste last (bijv. motor) zich echter aan de voorkant of de achterkant bevindt, is het volgende van toepassing: aan de voorkant max. 3/5 aan de achterkant 2/5 van de last of vice versa. In overeenstemming met de technische gegevens in Hoofdstuk 7 en in een technisch gezonde staat. 1.5 Informatie over ongevallen, gezondheid en veiligheid, en milieu Deze gebruikershandleiding bevat geen gebruiksinstructies die door gebruiker van de kolomhefbrug opgesteld moeten worden. De interne gebruiksinstructies regelen de handelingen binnen het bedrijf voor de preventie van ongevallen en risico’s op de gezondheid, de veiligheid en het milieu. 1.4 Verkeerd gebruik, ondeskundig gedrag Een verkeerd gebruik kan leiden tot een risico voor het leven en de gezondheid voor de personen die zich in de ruimte van de hefbrug bevinden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade door gebruik waarvoor het niet is bestemd of door een verkeerde werking. Deze bevatten tevens handelingen in geval van nood, maatregelen voor eerste hulp, etc. Het volgende is niet toegestaan: op of rijden op de kolomhefbrug of de • Klimmen last. wanneer er zich mensen in het voertuig • Heffen bevinden zakken wanneer er zich mensen • Heffen/laten of dieren in de gevarenzone bevinden, in het bijzonder onder de hefbrug. hefbrug schokkerig omhoog of omlaag • De brengen. Zorg dat de hefbrug niet trilt. • Voorwerpen op of onder de hefbrug gooien. • Een last op slechts één arm van de hefbrug heffen. of werken in de gevarenzone • Rondhangen wanneer het niet in de vergrendelpositie wordt neergelaten (grendelstangen). machine activeren wanneer • De veiligheidsapparatuur of -mechanismen niet aanwezig zijn (voorbeeld: vergrendelpallen zijn niet gemonteerd). 8 2. Veiligheid • Let bij het demonteren of monteren van zware voertuigonderdelen op gevaarlijke verschuivingen in de gewichtsverdeling, vooral wanneer het voertuig wordt ondersteund door de verlengarm. Zet het voertuig van tevoren stevig vast. • Laat altijd volledig zakken, schakel hoofdliften uit en beveilig deze om onbevoegd gebruik na voltooiing van het werk te voorkomen (draai de hoofdschakelaar naar "UIT" en vergrendel). • Volg het onderhouds- en serviceschena en noteer de onderhouds- en serviceprestaties (Hoofdstuk 9). • Installatie, onderhoud en service mogen alleen worden uitgevoerd door erkende specialisten (onderhoudsaannemers) (Hoofdstuk 9). • Laat werkzaamheden op de elektrische componenten alleen door een vakbekwame elektricien uitvoeren. • Alleen opgeleide personen met voldoende kennis over hydraulica/pneumatiek mogen werkzaamheden op hydraulische of pneumatische uitrusting uitvoeren. • Draag gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het werken in de ruimte waar de hefbrug zich bevindt en leef de geldende voorschriften inzake gezondheid en veiligheid op het werk en ongevallenpreventie na, bijv. draag veiligheidshandschoenen, een veiligheidsbril en veiligheidsschoenen • Alleen originele reserveonderdelen van de fabrikant mogen worden gebruikt. • De hefbrug moet door een specialist worden geïnspecteerd na het repareren van ondersteunende delen. 2.1 Operatoren De kolomhefbrug kan alleen worden bediend zonder toezicht door personen die: • Minstens 18 jaar oud zijn. • Vertrouwd zijn met de basisverordeningen inzake gezondheid, veiligheid en ongevallenpreventie. • Opgeleid zijn in het hanteren en bedienen van de kolomhefbrug. • Hun vaardigheden aan het bedrijf hebben getoond. • Uitdrukkelijk en schriftelijk zijn aangewezen om de hefbrug te bedienen. • De gebruikershandleiding hebben gelezen en begrijpen. 2.2 Standaard veiligheidsvoorschriften • Gebruik de kolomhefbrug alleen nadat een deskundige in het inspectielogboek heeft gecertificeerd dat de kolomhefbrug juist is opgesteld. • Volg altijd de gebruiksaanwijzing (labels op de kolomhefbrug). • Als er meerdere personen de kolomhefbrug bedienen, moet er een toezichthouder door het bedrijf worden aangesteld. • De kolomhefbrug mag alleen in technisch goede staat worden gebruikt met betrekking tot veiligheid en met alle aanwezige veiligheidsmechanismen. • De bedieningskast of regeleenheid mag alleen worden geopend door een vakbekwame elektricien. • Veiligheidsinspecties moeten regelmatig, en minstens eenmaal per jaar, worden uitgevoerd. • Als er tekenen van een defect verschijnen, schakel dan direct de kolomhefbrug uit, informeer een supervisor en neem contact op met de klantenservice als dat nodig is. • Houd uw werkgebied schoon en vrij van olie, smeer en andere verontreinigde stoffen. • Voordat u in de gevarenzone onder de hefbrug gaat staan of werken, laat deze met behulp van de knop "Omlaag" in de vergrendelpositie (grendelstangen) zakken. • Er mogen zich geen obstakels bevinden in het pad van de hoofdlift. • Houd de last tijdens het omhoog en omlaag brengen altijd in het oog. • Stop het voertuig altijd veilig, gecentreerd op de kolommen. Beveilig het voertuig tegen schudden met liftpunten. • Neem de nodige maatregelen om verkeer in de zone van de kolomhefbrug te vermijden. Parkeer geen andere voertuigen in de gevarenzone. • Breng geen last boven de toegestane capaciteit aan en houd rekening met de toegestane aslasten en lastverdeling zoals vermeld in Hoofdstuk 2.3. 2.3 Toegestane asbelastingen en gewichtsverdeling Voordat u het voertuig heft, zorg dat de gewichtsverdeling juist is. Als de gewichtsverdeling juist is (standaardpositie in richting van beweging) bevindt de voornaamste last zich aan de voorkant (bijv. motor). Risico op letsel door het omvallen van het voertuig wanneer het verkeerd is geladen. Voldoe aan de toegestane draagcapaciteit, zoals weergegeven in Afb. 3 en 4. Voldoe aan de toegestane gewichtsverdeling, zoals weergegeven in Afb. 3 en 4. 9 Afbeelding 3 en 4: • Hoofdlift Afb. 3 3500kg F2 F1 Toegestane gewichtsverdeling Hoofdlift voorkant max. 3/5: F1 = max. 2100kg achterkant max. 2/5: F2 = max. 1400 kg • Minimale afstand tussen twee adapters • Niet kleiner dan 1000 mm de afstand kleiner is, wordt de laadcapaciteit • Als van de hefbrug verminderd. i F2 F1 De gewichtsverdeling moet overeenkomen met de richtlijnen in dit hoofdstuk. We raden daarom aan om het gewicht zo centraal mogelijk te verdelen ten opzichte van de as van de kolommen. Afb. 4 2.4 Verbod op ongeoorloofde wijzigingen of aanpassingen veranderingen en wijzigingen aan • Ongeoorloofde de kolomhefbrug zijn om veiligheidsredenen niet • • toegestaan. De toestemming om de kolomhefbrug te gebruiken zal tevens vervallen. De conformiteitsverklaring zal tevens vervallen. 2.5 Deskundigen, bevoegde personen De kolomhefbrug moet altijd na de inbedrijfstelling en op een regelmatig tijdstip (na max. één jaar), na een aanpassing van het ontwerp en reparatie van een ondersteunend onderdeel worden nagekeken. Inspecties mogen door de volgende personen worden uitgevoerd: Deskundige personen Gecertificeerde expert Dit zijn personen die, op basis van hun professionele training en ervaring, gespecialiseerde kennis hebben op het gebied van hefbruggen. De experts moeten hefbruggen kunnen nakijken en vervolgens een expertenbeoordeling maken. TÜV-experten, gespecialiseerde ingenieurs van de fabrikant of zelfstandige gespecialiseerde ingenieurs kunnen voor deze inspecties worden ingezet. 10 Dit zijn personen die, op basis van hun professionele opleiding en ervaring, de gepaste kennis hebben op het gebied van hefbruggen. Ze zijn op de hoogte van zowel de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid op het werk en ongevallenpreventie als de hefbrugtechnologie om de naleving inzake gezondheid en veiligheid op het werk van de hefbrug te kunnen beoordelen. 2.6 Onderhoudsaannemers, installatiemedewerkers 2.7 Veiligheidsinspecties door vakbekwame personen Onderhouds-, service- en installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bedrijven of specialisten die door de fabrikant zijn geautoriseerd. Veiligheidsinspecties moeten worden uitgevoerd om de veiligheid van de hefbruggen te waarborgen. Deze personen zijn vakbekwaam en opgeleid om hefbruggen te onderhouden en te repareren. ingebruikname, na initiële installatie. Gebruik • Voor het formulier “Initiële veiligheidsinspectie voor Veiligheidsinspecties dienen in de volgende gevallen te worden uitgevoerd: Een deskundig persoon is een persoon die, op basis van zijn/haar professionele opleiding en ervaring, de gepaste kennis heeft en tevens vertrouwd is met de belangrijkste voorschriften, zodat hij/zij: installatie”. ingebruikname op regelmatige tijdstippen, • Na minstens eenmaal per jaar. Gebruik het formulier “Regelmatige veiligheidsinspectie”. werk dan aan hem/haar is toegewezen kan • Het beoordelen, een ontwerpwijziging aan de onderdelen van • Na de hefbrug. Gebruik het formulier “Ongeplande veiligheidsinspectie”. • nodige maatregelen kan nemen om het risico te • De elimineren, Mogelijke risico’s kan herkennen, de nodige kennis voor het repareren van de • En onderdelen heeft. i De initiële en alle volgende veiligheidsinspecties moeten door een deskundige persoon worden uitgevoerd. We raden aan dat u tijdens de inspectie ook onderhoud uitvoert. i Ongeplande veiligheidsinspecties en speciale onderhoudswerkzaamheden zijn nodig wanneer het ontwerp van de hefbrug wordt aangepast (installatie van extra onderdelen). De veiligheidsinspectie moet door een deskundige persoon worden uitgevoerd. i Gebruik het formulier met de nodige lijsten in de Bijlage om de veiligheidsinspecties uit te voeren. Gebruik het relevante formulier en niet het na voltooiing vast aan de handleiding. De gespecialiseerde kennis van een deskundig persoon moeten hem/haar in staat stellen om schakelschema’s te lezen en volledig te • De begrijpen, context volledig te begrijpen met betrekking tot • De geïnstalleerde veiligheidsuitrusting. nodige kennis over de werking en het ontwerp • De van de systeemcomponenten bezitten. Eenvoudige fouten op de kolomhefbrug kunnen door de operatoren worden hersteld. In geval van een meer ernstige fout, neem contact op met een erkende onderhoudsaannemer. 11 2.8 Verplichtingen van de operator van de installatie Een bevoegde persoon is iemand met de opleiding en ervaring die vereist is om over voldoende kennis van hefplatformen te beschikken en die voldoende bekend is met de relevante nationale voorschriften, voorschriften voor ongevallenpreventie en algemeen erkende technische regels (bijv. BG-regels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische voorschriften van andere lidstaten van de Europese Unie of andere partijen bij de overeenkomst in de Europese economische zone) om de veilige bedrijfsomstandigheden van hefplatforms te kunnen beoordelen. Werking van de hefplatforms In Duitsland wordt het gebruik van hefplatforms geregeld door de geldende bepalingen van de beroepsvereniging inzake gezondheid en veiligheid op het werk zoals bepaald in DGUV-100-500 (voorheen BGR 500) Sectie 2.10". In alle andere landen moeten de geldende nationale verordeningen, wetten en richtlijnen worden nageleefd. Uitzonderlijke controle. Controle van de hefplatforms Hefplatforms met een hefhoogte van meer dan 2 meter en hefplatforms die bedoeld zijn voor gebruik met personen die onder de belastingdragende elementen of de belasting staan, moeten voorafgaand aan hergebruik worden gecontroleerd door een deskundige na structurele wijzigingen en grote reparaties aan belastingdragendecomponenten. Voer de controles uit volgens de volgende richtlijnen en verordeningen: Basisprincipes voor het testen van hefplatforms (DGUV-308-002 voorheen BGG 945) De basisvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid zoals aangegeven in de richtlijn 2006/42/ EC Geharmoniseerde Europese normen De algemeen erkende regels van engineering De richtlijn over het gebruiken van apparatuur 89/655/EEC en de wijzigingen met DIRECTIVE 95/63/EC. De geldende voorschriften inzake ongevallenpreventie • • • • • Een expert is iemand met de opleiding en ervaring die vereist is om over specialistische kennis van hefplatforms te beschikken en die voldoende bekend is met de relevante nationale veiligheidsvoorschriften voor het werk, voorschriften voor ongevallenpreventie en algemeen erkende technische regels (bijv. BG-regels, DIN-normen, VDE-bepalingen, technische voorschriften van andere lidstaten van de Europese Unie of andere partijen bij de overeenkomst in de Europese economische zone) om de veilige bedrijfsomstandigheden van hefplatforms te kunnen beoordelen. • De controles moeten worden georganiseerd door de gebruiker van het hefplatform. De gebruiker is verantwoordelijk voor het aanwijzen van een expert of vakbekwaam persoon om de controles uit te voeren. De gekozen persoon moet aan de vereisten van BGG 945 zoals vermeld in Sectie 3 voldoen. i Inspectielogboek Een inspectielogboek moet worden bijgehouden als een record van de uit te voeren controles op het hefplatform. Het inspectielogboek moet zowel een rapport over de uitgevoerde test voor ingebruikname en tijdens elke regelmatige of uitzonderlijke controle als het geldende EG-type-onderzoekcertificaat en de EG-conformiteitsverklaring bevatten. De gebruiker draagt de speciale verantwoordelijkheid als de werknemers van het bedrijf als experts of vakbekwame personen zijn aangewezen. Omvang van de controle rapport moet bevatten: • Het datum en de omvang van de test met details • De over de nog niet uitgevoerde testitems resultaat van de test met details over eventue• Het le waargenomen tekortkomingen beoordeling over eventuele hindernissen die • Een een opstart of verder gebruik beletten details van een eventuele vereiste follow-uptest • De De adres en handtekening van de persoon • die naam, de controles heeft uitgevoerd Regelmatige controle omvat in wezen het uitvoeren van een visuele inspectie en een functionele test. Dit omvat het controleren van de staat van de onderdelen en de uitrusting, het controleren of de veiligheidssystemen volledig zijn en juist werken en of het inspectielogboek volledig is ingevuld. De omvang van de uitzonderlijke controle is afhankelijk van de aard en omvang van structurele wijzigingen of reparatiewerkzaamheden. Regelmatige controle Na de ingebruikname moet het hefplatform op een regelmatig tijdstip, minstens eenmaal per jaar, worden nagekeken. i 12 De erkenning en rectificatie van eventuele gevonden tekortkomingen moeten in het rapport door de operator worden bevestigd. 3. De 2-koloms hefbrug 3.1 Overzicht van onderdelen 2 3 1 4 8 7 5 6 9 Afb. 5 Afbeelding 5: Voorbeeld van een 2-koloms hefbrug met verlengarm 1. Standaard hefkolom 2. Verlengingskolom 3. Dwarsbalk 4. Bovenlimietbalk 5. Hefarm 6. Bedieningskast 7. Hefwagen 8. Motoreenheid 13 Afb. 6 F E D C A B 3.2 Werkgebied, gevarenzones Afb. 6 Detail Afbeelding 6: Werkgebied en gevarenzones. A 3301mm/3121mm detail zie hoofdstuk 7,technische gegevens B Minimaal 1800mm tot dichtstbijzijnde obstakel of brug. Letselgevaar in de gevarenzone van de hefbrug bij ondeskundig gedrag. C Minimaal 4572mm tot dichtstbijzijnde obstakel. D Minimaal 2743mm tot dichtstbijzijnde obstakel. Blijf alleen in de gevarenzone als u bent opgeleid, geïnformeerd en toegewezen aan het gebied. E Motoreenheid F (8) 20 mm ankers met betrekking tot de vereisten. Houd het werkgebied schoon. i Houd de ontsnappingsroutes vrij zodat u de gevarenzone in geval van nood snel en veilig kunt verlaten. 14 Hefbruglocatie: Gebruik indien beschikbaar bouwtekeningen om de plaats van de hefbrug te bepalen. Afb. 6 laat de afmetingen zien van een typische bruginstallatie. 3.3 Veiligheidsmechanismen Zie afbeeldingen 7 … 12 De veiligheidsmechanismen beschermen zowel mensen als de hefbrug. Schakel deze niet uit! Als de hefbrug gedurende wordt verplaatst of voor langere tijd buiten gebruik wordt gesteld, controleer dan de veiligheidsmechanismen vóór hernieuwde inbedrijfstelling en repareer indien nodig. Als de veiligheidsmechanismen defect zijn, moet de kolomhefbrug onmiddellijk buiten gebruik worden gesteld en moet de hoofdschakelaar vergrendeld worden met een hangslot. Gebruik de kolomhefbrug pas opnieuw eenmaal het volledig is gerepareerd! De gevaarzones van de kolomhefbrug worden beschermd door veiligheidsmechanismen. De werking en de staat van de veiligheidsmechanismen moeten dagelijks worden gecontroleerd! Als veiligheidsmechanismen worden geactiveerd, stopt de kolomhefbrug onmiddellijk. Afb. 7 1. Vergrendelbare hoofdschakelaar “ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor gebruik. “OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in de bedieningskast. Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke beweging van de hefbrug (= noodstop). 1 2. Voetbescherming-armbescherming op elke hefarm Afb. 8 2 Bij het laten zakken van de hefbrug, houdt de armbescherming de voet uit de buurt van de arm (voetbescherming, anders bestaat kans op beknelling of afknijping). Houd de voet en andere voorwerpen altijd uit de buurt van de hefarm wanneer u de hefbrug laat zakken. Verschillend model met verschillende armen, dus alleen aandrijfrichting met armbescherming als standaard. 2 15 3. Bovenlimietbalk op de dwarsbalk Afb. 9 Een limietbalk voorkomt dat het voertuig te hoog wordt geheven. Deze functie beschermt effectief langere voertuigen tegen beschadiging. (→ 3) 3 4. Overdrukklep De overdrukklep (→ 4) is in de fabriek ingesteld op ca. 175-190 bar. Voorkomt de hefbrug met de limiet van overbelasting. Afb. 10 5. Daalklep (noodontgrendeling) Pos.5 Daalklep voor noodontgrendeling van de hefbrug, duw op de spoel (→ 6). Controleer vóór deze stap nogmaals of er zich geen voorwerpen onder de hefbrug bevinden. Zie het hoofdstuk Bediening voor gedetailleerde stappen. 6 4 6. Vergrendelpal op elke hefkolom Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een vergrendelingspal (7.2) en vensters op de drager (7.1). Als er een storing optreedt in het hydraulische systeem, wordt het remmechanisme geactiveerd. De vensters op de drager worden tegen de grendelstang gedrukt. 5 Afb. 11 7.2 7.1 7. Armtandwiel en armtandwiel op elke hefbrug Het vergrendelingsmechanisme bestaat uit een armtandwiel (8.2) en een vergrendelingsblok (8.1). Voorkomt dat de hefarm draait wanneer de hefbrug omhoog en omlaag wordt gebracht. 8. Stroomregelklep in elke cilinder De bescherming voor een hoge daalsnelheid bij een kapotte slang. Afb. 12 8.1 9. Dodemansbediening van de drukknoppen Als u de knop loslaat, stopt de besturing de beweging onmiddellijk. 10. Synchronisatiekabel De beide kabels synchroniseren de beide dragers in de beweging. 8.2 16 3.4 Bedieningspaneel i Alle bewegingen van de hefbrug stoppen onmiddellijk wanneer u een ingedrukte knop loslaat. 1. Vergrendelbare hoofdschakelaar (Voor alle versies) “ON” (aan) instelling: kolomhefbrug is klaar voor gebruik. “OFF” (uit) instelling: kolomhefbrug is buiten gebruik. Er bevindt zich nog steeds netspanning in de bedieningskast. Uitschakelen (UIT) stopt onmiddellijk elke beweging van de hefbrug (= noodstop). 2 2. OMHOOG-knop (voor alle versies) De hefbrug gaat omhoog wanneer deze knop wordt ingedrukt. 3 3. OMLAAG-knop (voor alle versies) De hefbrug gaat omlaag wanneer deze knop wordt ingedrukt. Voor de M-versie moet deze samen gebruikt worden met de ontgrendelingshendel, om de hefbrug te laten zakken en als alleen de knop Omlaag wordt ingedrukt, zal de hefbrug vergrendelen op de vergrendelingspal. 1 Afb. 13 4. OMLAAG-knop (voor S&C-versie) Werkt alleen als de knop wordt ingedrukt, zal de hefbrug vergrendelen op de vergrendelingspal. Houd de knop ingedrukt totdat beide dragers stevig vergrendelen op de vergrendelingspal. 5 3 5. Ontgrendelingshendel voor veiligheidsgrendel (voor M-versie) Werkt alleen als de hendel volledig omlaag wordt gehouden, en werkt samen wanneer de knop Omlaag wordt ingedrukt, de hefbrug gaat omlaag. i 4 2 Meer details in het volgende hoofdstuk Bediening. 1 17 Afb. 14 4. Gebruik 4.1 Vóór het laden: Om persoonlijke ongelukken en/of materiële schade te voorkomen dient alleen opgeleid personeel de hefbrug te bedienen. Raak vertrouwd met de hefbrug bediening na deze instructies te hebben doorgenomen, door de hefbrug een paar keer te gebruiken alvorens een voertuig op de hefbrug te plaatsen. • Inspecteer de Hefbrug – Zie “Gebruiker Inspectie En Onderhoud”. Gebruik de hefbrug nooit als deze slecht functioneert of gebroken of beschadigde onderdelen bevat. Gebruik altijd alle vier adapters om het voertuig op te heffen. Hef NOOIT slechts één kant, één hoek of één zijde van het voertuig op. Vergewis u ervan dat het onderstel van het voertuig het gewicht kan dragen en dat het bovenportaal of de sensor in contact komt met het hoogste deel van het voertuig. • Draai de armen naar buiten in de volledige doorrijdpositie. • De hefbrug moet volledig zijn gezakt en er mogen zich geen personen in de serviceplaats bevinden voordat het voertuig op de hefbrug wordt aangebracht. • Zorg dat het gebied rond de hefbrug vrij van gereedschap, vuil, smeer en olie is. • Zorg dat de adapterkussens vrij van smeer en olie zijn. • Laat geen onbevoegde personen op de werkplek toe zolang de hefbrug in gebruik is. • Gebruik geen enkel deel van de hefbrug als een kraan of een drager voor een ander hefmechanisme (bijv. een takelblok, etc.). Risico op de dood in geval van een storing of beschadigde onderdelen. Schakel de kolomhefbrug uit. Om dit te doen, zet u de hoofdschakelaar op “UIT” en vergrendel deze met een hangslot. Raadpleeg een bevoegde persoon. • Zet de noodstopschakelaar op positie “AAN”, afb. 14. Voor hefbruggen uit de E-serie dienen beide noodstopschakelaars op “AAN” gezet te worden, afb. 13. 4.2 Laden: Risico op letsel wanneer de last op voorwerpen onder de hefbrug of het voertuig wordt gezakt. Het voertuig kan omkantelen. • Sta geen onbevoegde of niet-opgeleide personen toe om een voertuig op de hefbrug te plaatsen of de hefbrug te bedienen. Alvorens omlaag te brengen, verwijder alle voorwerpen onder de hefbrug. Dit geldt in het bijzonder voor chassisstandaards en extra krikken. Houd de hefbrug en het voertuig tijdens het omhoog en omlaag brengen altijd in het oog. • Rijd NIET over de armen. • Overbelast de hefbrug niet. Zie capaciteitslabel op de hefbrug. • Gebruik ALLEEN adapterverlengingen die zijn voorgeschreven door de fabrikant. Gebruik GEEN hout, betonblokken of andere geïmproviseerde verlengers. Levensgevaar als belasting verkeerd wordt verdeeld over beide heftafels. Het voertuig kan omvallen. • Rijd het voertuig op de hefbrug met het linker voorwiel op de juiste wieldetectieschijf, afb. 15. Plaats het voertuig volgens het zwaartepunt, niet volgens de ruimte voor open portieren. Controleer of de aslasten en lastverdeling overeenkomstig hoofdstuk 1.3 zijn. Zet de last vast met chassisstandaards van een gepaste grootte. i • Controleer de staat van de hefpunten onder het voertuig. • Draai de armen onder het voertuig en plaats de adapters onder de volgens de fabrikant voorschreven liftpunten, afb. 15. Stel de adapters in op de juiste hoogte zodat het voertuig waterpas en gebalanceerd blijft. Zorg bij het werken met de kolomhefbrug ervoor dat u de instructies genoemd in hoofdstuk 2 volgt. Veiligheid. 18 4.4 Tijdens het gebruik van de hefbrug: • Gebruik eventueel extra adapters voor om extra ruimte op te vullen. • Gebruik een combinatie van adapterverlengingen om de hefbrug waterpas te houden. • Vermijd overmatig schommelen van het voertuig op de hefbrug. • Gebruik indien nodig altijd bokken t.b.v. de stabiliteit als zware onderdelen verwijderd of gemonteerd moeten worden. (bijv. motors, transmissies, etc.). Gebruik 4 bokken. 4.3 De hefbrug omhoog brengen: • Niemand mag zich op de hefbrug of in het voertuig bevinden als er geheven of neergelaten wordt. • Hef de bokken op tot de hoogte van het voertuig, laat het voertuig niet op de bokken zakken. • Houd visueel contact met de armen, liftpunten en het voertuig tijdens het bewegen van de hefbrug, en houd afstand van de hefbrug. • Vermijd het per ongeluk aanraken van blootliggende onderdelen van de uitlaat van voertuigen op de brug. Pas op dat u niet struikelt over luchtslangen of elektrische snoeren. • Voor hefbruggen: Bedien de OMHOOG-schakelaar op de bedieningskast om de brug omhoog te brengen, afb. 13/14. • Draag een veiligheidsbril tijdens het werken onder het voertuig. Opmerking: Wacht 2 seconden tussen startpogingen van de motor. Negeren van deze aanwijzing kan de motor doen doorbranden. 4.5 Vóór het laten zakken van de hefbrug: • Verwijder alle gereedschap of andere spullen uit de omgeving van de hefbrug. • Stop alvorens contact te maken met het voertuig. Controleer of de arm fixatiepinnen zijn ingeschakeld. Verschuif de arm indien nodig iets, om de fixatiepinnen en pallen in elkaar te laten grijpen. Sla de pin NIET met een hamer naar beneden, dit beschadigt de fixatietanden. • Controleer of er zich geen personeel bevindt in de omgeving van de hefbrug. 4.6 De hefbrug laten zakken • Houd afstand van de hefbrug bij het laten zakken van het voertuig. Houd uw voeten uit de buurt! • Breng het voertuig omhoog tot de banden loskomen van de vloer. • Stop en controleer of de adapters nog goed en veilig op de door de fabrikant voorgeschreven liftpunten zitten. • Voor hefbruggen uit de M-serie: • Gebruik de OMHOOG schakelaar om de brug uit de vergrendeling te heffen. • Ga alleen door met opheffen tot de gewenste hoogte als het voertuig stabiel op de brug staat. • Bedien de VERGRENDELING DEBLOKKERING-hendel volledig en houd vast. • Bedien de OMLAAG-schakelaar om te laten zakken afb. 14. • Laat de hefbrug in de veiligheidsvergrendelingen zakken nadat de gewenste hoogte is bereikt. (De brug dient hoog genoeg te worden gezet voordat de vergrendeling kan worden ingeschakeld.) • Voor hefbruggen uit de M-serie: Bedien de OMLAAG-schakelaar om de brug op de vergrendeling te laten zakken. i het • Voor hefbruggen uit de E-serie: Bedien bedieningspaneel om de hefbrug op de vergrendeling te laten zakken. • Begeef u NIET onder het voertuig als niet alle vier adapters stevig onder de door de fabrikant voorgeschreven liftpunten zitten VERGRENDELING deblokkerin-hendel is van het dodeman-type design. Beide moeten worden bediend om de hefbrug te laten zakken. Omzeil de zelfsluitende besturingselementen van de hefbrug niet. • Voor hefbruggen uit de E-serie: • Druk op op het bedieningspaneel om de hefbrug uit de vergrendeling te heffen. • Herhaal de wieldetectie-, laad- en hefprocedures als het voertuig niet stabiel staat. • Druk op op het bedieningspaneel om de hefbrug te laten zakken. 19 BQ-0 5. Problemen, oorzaken en corrigerende handelingen 4.7 Lossen: • Verwijder de adapters onder het voertuig en draai de armen in volledige doorrijdpositie alvorens het voertuig te verplaatsen. De volgende lijsten bevatten informatie over mogelijke problemen, de oorzaken ervan en acties om de storing te verhelpen. • Verzeker u ervan dat het uitrijdgebied vrij is van objecten en personeel alvorens het voertuig van de hefbrug te rijden. i 4.8 Uitschakelen: • Zet de noodstopschakelaar op de positie “UIT” terwijl de hefbrug niet wordt gebruikt. Vergrendel de schakelaar indien nodig met een hangslot. Tijdens een onderbreking (stroomuitval), staat de hefbrug automatisch in de veilige modus. Dit betekent dat de machine volledig tot stilstand komt. Voorzijde Front Typische hijspunten Als de hefbrug langere tijd niet gebruikt zal worden, voer de volgende stappen uit: 1. Laat de hefbrug tot de laagste stand zakken. 2. Draai de hoofdschakelaar naar UIT en vergrendel deze met een hangslot. 3. Ontkoppel de voeding. i Hijspunten Lift Points Front Voorzijde Omtrek chassis Perimeter Frame HijspunLift Points ten 5.1 Problemen oplossen door de operator Zelfdragende carrosserie Voorzijde Front Unitized Body De volgende maatregelen voor het oplossen van problemen mogen alleen door een erkende operator worden uitgevoerd. HijspunLift Points ten Alvorens dit te doen, zorg dat de machine op de voeding is aangesloten en de hoofdschakelaar in de positie "ON" (aan) is ingesteld. Pick-up truck Voorzijde Front Pickup Truck Hijspun- Lift ten Points Buizenchassis Stub Frame Reparaties aan de veiligheidsvoorzieningen van de hefbrug mogen alleen worden uitgevoerd door vakbekwame reparateurs (gecertificeerde expert of deskundige persoon). Afb. 15 De meeste speciale of aangepaste voertuigen kunnen niet opgeheven worden op een onderstel hefbrug. Neem contact op met de fabrikant van het voertuig voor hef- of krikdetails. 20 i Als het probleem door het toepassen van de hieronder vermelde maatregelen niet is opgelost, neem contact op met een deskundige persoon. i Maatregelen voor het oplossen van problemen die in 5.2 zijn vermeld mogen alleen door onderhoudsaannemers worden uitgevoerd. Probleem De motor draait niet. Mogelijke oorzaak Handelingen • Doorgebrande zekering of aardlekschakelaar. 1. Vervang kapotte zekering of reset de aardlekschakelaar(klantzijde). 2. Controleer de sensor of verkeerde verbinding 3. Controleer de OMHOOG-knop 4. Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. 1. Controleer en vul het reservoir. 2. Controleer het gewicht van het voertuig en/of verdeel het voertuiggewicht op de brug. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger voor verdere bijstand • Bovenportaalsensor geactiveerd. • OMHOOG-knop werkt niet. • Oliepeil te laag. Motor draait maar brug gaat niet • Overbeladen brug. omhoog. Brug gaat niet omlaag. Brug gaat niet recht omhoog. 1. Omlaag-knop werkt niet. 2. Veiligheidsvergrendeling kunnen niet worden losgemaakt. 3. Daalklep werkt niet. Zie handelingen Ankerbouten blijven niet vastzitten. Zie handelingen Vergrendeling werkt niet. Zie handelingen Trage hefsnelheid of er spuit olie uit het ontluchtingsklepje. Zie handelingen Brug gaat langzaam naar beneden. Zie handelingen Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. Neem contact op met een servicemedewerker voor verdere ondersteuning. 5.2 Probleemoplossing door de erkende onderhoudsaannemers Probleem Mogelijke oorzaak Handelingen Motor werkt niet. 1. Kapotte zekering/ aardlekschakelaar. 2. Onjuiste spanning naar motor. 3. Slechte elektrische aansluitingen. 4. Omhoog schakelaar is doorgebrand. 5. Bovenportaal limietschakelaar doorgebrand. 6. Motorwikkelingen zijn doorgebrand. 1. Vervang zekering of reset aardlekschakelaar. 2. Zorg voor juiste spanning naar motor. 3. Repareer en isoleer alle aansluitingen. 4. Vervang schakelaar/ bedieningsknoppen. 5. Vervang bovenportaal limietschakelaar. 6. Vervang motor. 21 Motor draait maar brug gaat niet omhoog. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Hefbrug is overbelast. Motor draait op lage spanning. Vuil in daalklep. Pomp zuigt lucht aan. Aanzuigmond niet op pomp. Laag oliepeil. Onjuiste afstelling overdrukventiel. Open daalklep. Brug gaat langzaam naar beneden. 1. 2. 3. Trage hefsnelheid of er spuit 1. olie uit het ontluchtingsklepje. 2. Vuil in controleklepzitting. Vuil in daalklepzitting. Externe olielekkage. Lucht gemengd met olie. Lucht gemengd met olie aanzuiging. 3. Olie retourleiding zit los. Brug gaat niet recht omhoog. 1. Compensatiekabels ontregeld. 2. Hefbrug op ongelijke vloer geïnstalleerd. Ankerbouten blijven niet vastzitten. 1. 2. De hefbrug stopt voordat de hoogste stand bereikt is of ratelt. 1. Vergrendeling werkt niet. 1. Ontgrendeling werkt niet (M-serie). 2. 1. 2. Ontgrendeling werkt niet (E-serie). Hefbrug kan niet zakken. 2. 3. 1. 2. 1. Controleer het gewicht van het voertuig en/of verdeel het voertuiggewicht op de brug. 2. Zorg voor juiste spanning naar motor. 3. Reinig daalklep. 4. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan. 5. Vervang aanzuigmond. 6. Vul reservoir tot gepaste peil. 7. Vervang overdrukventiel. 8. Repareer/vervang daalklep. 1. Reinig controleklep. 2. Reinig daalklep. 3. Repareer externe lekkage. 1. Ververs de olie 2. Draai alle aanzuigslangkoppelingen aan. 3. Monteer olie retourleiding opnieuw. 1. Stel de compensatiekabels af om druk te corrigeren. 2. Stel de hefbrug met vulplaten om de kolommen waterpas te stellen. Geboorde gaten zijn te groot. 1. Verplaats de hefbrug met behulp van Dikte betonvloer of sterkte niet nieuwe boor. Raadpleeg de installatie voldoende. instructies voor de juiste ankermethode en minimaal benodigde ruimte. 2. Verwijder het oude beton en giet nieuwe platen voor de hefbrug volgens de hefbrug installatie-instructies. Lucht in de hydraulische slangen of 1. Start de hefbrug en breng ongeveer de cilinder. 610 mm omhoog. Open de ontluchtingsventielen ongeveer 2 slagen. Laag oliepeil. Sluit ze als de er vloeistof uitstroomt. Laat de brug volledig zakken en vul de voedingseenheid opnieuw volgens onderstaande Stap 2. 2. Laat de brug volledig zakken. Vul het reservoir. Roest op de 1. Verwijder de deksels en het vergrendelingschachten. (Komt grendelmechanisme voor de olie. Druk meestal voor op buiteninstallaties de vergrendeling deblokkering hendel of in een omgeving met een een aantal malen in om de olie zich over hoge vochtigheidsgraad zoals de schacht te laten verspreiden. wascabines.) 2. Vervang de vergrendelingveer. Beschadigde vergrendelveer. Vergrendelingkabel is gebroken. 1. Vervang kabel. De kabel is van de katrollen 2. Controleer de positie van de bovenste gelopen. katrollen. Vergrendelingkabel zit los. 3. Vervang kabel. solenoïde wordt gloeiend heet. 1. Wacht 5-10 minuten. solenoïde defect. 2. Vervang solenoïde. 22 6. Geautoriseerd laten zakken Alleen door bevoegde personen Afb.16 Letselgevaar in het geval van ondeskundig gedrag. Alleen bevoegde personen mogen hefbruggen laten zakken zoals hieronder beschreven. B B SPOA3TS&C Zet de gevarenzone af en voorkom toegang voor alle personen. Houd de gevarenzones constant in de gaten tijdens het heffen of laten zakken. Niemand mag in de verkeerszone van de hefbrug blijven staan. Alleen gekwalificeerde elektriciens mogen aan de elektra werken. Als uw hefbrug zich in de bovenste positie bevindt en de voeding wordt onderbroken, is het belangrijk om te weten hoe de hefbrug handmatig te laten zakken Controleer dat er zich niets onder de hefbrug of het voertuig bevindt en dat er geen personeel in de buurt van de hefbrug is. 1. Zet een hydraulische krik onder de constructie aan de kant van het hoofdbedieningspaneel. De krik moet voldoende draagvermogen voor het voertuig hebben. 2. Krik de brug op uit de vergrendeling. Het zou voldoende moeten zijn om de brug ongeveer 1/4" op te krikken om te ontgrendelen. A 3. Verwijder het bedieningspaneel en trek de vergrendelingspal terug, afb. 16. Als u de pal niet B met uw vingers terug kunt trekken, dan is er niet C ontgrendeld. Herhaal stap 2 totdat er is ontgrendeld. 4. Plaats een plat stuk staal achter de vergrendelingpal en de achterzijde van de kolom om de ontgrendeling te behouden. 5. Laat langzaam de hydraulische krik onder de armdrager uitzakken. 6. Herhaal step 1 tot 5 aan de kant van de kolom met het hulpbedieningspaneel. 7. De hefbrug wordt nu alleen door hydraulica omhoog gehouden. 8. Verwijder het deksel van de daalklep op de aandrijfeenheid en draai en trek om de brug te laten zakken, afb. 16. De brug zal langzaam zakken. Plaats de deksel weer op de daalklep nadat de brug is gedaald. 9. Als de stroom is uitgevallen zal de hefbrug weer werken zodra er weer stroom is. 10. Als de stroom niet is uitgevallen, laat dan een 23 bevoegde monteur de kabels naar de hefbrug A SPOA3TM C Afb. 16 Detail Bedieningspaneel vergrendelingspal Trek om de hefbrug handmatig te laten zakken 8 EH1:3865 EH2:4170 24 50 R5 76 R8 2 06 2 47 R1 3121 3000 EH1:3721 EH2:4026 R1 1 94 2336 7 2560 154 1957 Flächenpressung p=1.73daN/cm² surface pressure p=1.73daN/cm² pression de surface p=1.73daN/cm² 5 4 3 1 6 - - REV CO NUM - a DATE 03.06.08 05.08.16 Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec Tragarm lang 876 - 1472 long lifting arms 876 - 1472 bras porteur long 876 - 1472 3 4 8 Durchfahrbreite 2336 mm clearance width 2336 mm largeur de passage 2336 mm 7 BY hp/ hp/ TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: THIRD ANGLE PROJECTION SPOA3T-5/VAS6353A UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: ALL DIMENSIONS IN INCHES 1/32" MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS DO NOT SCALE DRAWING The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. NOTES: WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0 WELD BEAD POSITION: 1/2" FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12") 1/16" (> OR = 12") DECIMAL DIMENSIONS: .010" 1 ANGULAR DIMENSIONS: hp 1:25 A SHEET 1 of 3 SPOA3T DRAWING NUMBER COMPANY DOVER 03.06.08 SCALE APPROVED DATE DRAWN ROTARY LIFT SPOA3T Specification 2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör) 2. control unit, socket (acessories) 2. unité de commande, prise de courant (Accessoires) Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist, mind. Fundamentgröße 3620x1650x200 Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung if no solid floor is available, the foundation must be at least 3620x1650x200 Concrete quality: B25 (C25/20) with reinforcement in concrete s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini. des fondations est de 3620x1650x200 qualité du beton: B25(C25/20) avec beton arme Hydraulikaggregat hydraulic power unit L'agrégat d'hydraulique 6 Tragarm kurz 550 - 1106 short lifting arms 550 - 1106 bras porteur court 550 - 1106 Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm lifting pad diameter 125 mm patin support diamètre 125 mm 2 5 Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW , Schutzart IP 54, Luftanschluß control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW , protection IP 54, air plug unité de comande raccordément electrique 3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air 1 Konstruktionsänderungen vorbehalten. Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern! we reserve the right to technical modifications. please request latest scale drawings for construction purposes! Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification de construction, priére de demander des croquis côtés Tragfähigkeit 3500 kg. Lifting capacity 3500 kg. capacité de levage 3500 kg. 7. Technische gegevens 8 R55 0 25 00 R6 6 0 28 R1 R1 10 2 3301 3180 EH1: 3631 EH2: 3936 2516 7 2740 94 5 4 3 1 6 154 EH1: 3775 EH2:4080 REV CO NUM DATE 13.Jan.14 - - 05.08.16 a 8 Durchfahrbreite 2536 mm clearance width 2536 mm largeur de passage 2536 mm 7 BY hp/ hp/ TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: THIRD ANGLE PROJECTION SPOA3T-5 AP/VAS6814 UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: ALL DIMENSIONS IN INCHES 1/32" MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS DO NOT SCALE DRAWING The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. NOTES: WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0 WELD BEAD POSITION: 1/2" FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12") 1/16" (> OR = 12") DECIMAL DIMENSIONS: .010" 1 ANGULAR DIMENSIONS: 3 of 4 DRAWING NUMBER SPOA3T-AP SHEET COMPANY DOVER 13.Jan.14 1:25 A ROTARY LIFT SCALE APPROVED DATE hp DRAWN SPOA3T-AP Specification 2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör) 2. control unit, socket (acessories) 2. unité de commande, prise de courant (Accessoires) Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist, mind. Fundamentgröße 3820x1650x200 Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung if no solid floor is available, the foundation must be at least 3820x1650x200 Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des fondations est de 3820x1650x200 qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme Hydraulikaggregat hydraulic power unit L'agrégat d'hydraulique Tragarm kurz 550 - 1106 short lifting arms 550 - 1106 bras porteur court 550 - 1106 6 5 Tragarm lang 600 - 1280 long lifting arms 600 - 1280 bras porteur long 600 - 1280 Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec 3 4 Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm lifting pad diameter 125 mm patin support diamètre 125 mm Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW , Schutzart IP 54, Luftanschluß control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW , protection IP 54, air plug unité de comande raccordément electrique 3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54, connexion d'air 2 1 Konstruktionsänderungen vorbehalten. Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern! we reserve the right to technical modifications. please request latest scale drawings for construction purposes! Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification de construction, priére de demander des croquis côtés Tragfähigkeit 3500 kg. Lifting capacity 3500 kg. capacité de levage 3500 kg. Flächenpressung p=1.73daN/cm² surface pressure p=1.73daN/cm² pression de surface p=1.73daN/cm² 1957 EH1:3865 EH2:4170 2086 3 2 0 33 R1 7 2336 2556 EH1: 3721 EH2: 4026 26 3121 3000 111 1 R785 R 1330 R785 Flächenpressung p=1.73daN/cm² surface pressure p=1.73daN/cm² pression de surface p=1.73daN/cm² 4 1 6 REV CO NUM DATE Tragarm hinten 785 - 1330 rear lifting arms 785 - 1330 bras porteur long 785 - 1330 Tragarm vorn 785 - 1330 front lifting arms 785 - 1330 bras porteur court 785 - 1330 Hydraulikaggregat hydraulic power unit L'agrégat d'hydraulique Durchfahrbreite 2336 mm clearance width 2336 mm largeur de passage 2336 mm 4 5 6 7 BY TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED DO NOT SCALE DRAWING UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: ALL DIMENSIONS IN INCHES 1/32" MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0 WELD BEAD POSITION: 1/2" FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12") 1/16" (> OR = 12") DECIMAL DIMENSIONS: .010" ANGULAR DIMENSIONS: 1 hp 13.Jan.14 1:25 SPOA3T-AF SPOA3T-AF Specification 2. Bedienteil, Steckdose und Luftanschluß (Zubehör) 2. control unit, socket and air plug (acessories) 2. unité de commande, prise de courant (Accessoires) Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist, mind. Fundamentgröße 3620x1650x200 Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung if no solid floor is available, the foundation must be at least 3620x1650x200 Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des fondations est de 3620x1650x200 qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme Hubhöhe 2086 mm- Hubzeit: ~30 sec lifting height 2086 mm- lifting time: ~30 sec hauteur de levage 2086 mm- temps de levage:~30 sec Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm lifting pad diameter 125 mm patin support diamètre 125 mm Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW , Schutzart IP 54 control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW , protection IP 54 unité de comande raccordément electrique 3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54 3 2 1 Konstruktionsänderungen vorbehalten. Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern! we reserve the right to technical modifications. please request latest scale drawings for construction purposes! Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification de construction, priére de demander des croquis côtés Tragfähigkeit 3500 kg. Lifting capacity 3500 kg. capacité de levage 3500 kg. 1 2 R55 0 27 5 00 R6 95 10 6 R1 3301 3180 2516 7 2740 4 1 6 3 Flächenpressung p=1.73daN/cm² surface pressure p=1.73daN/cm² pression de surface p=1.73daN/cm² 1957 155 REV CO NUM - DATE 15.Dez.15 Durchfahrbreite 2516 mm clearance width 2516 mm largeur de passage 2516 mm 7 BY hp/ TOLERANCE UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: THIRD ANGLE PROJECTION UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: ALL DIMENSIONS IN INCHES 1/32" MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS DO NOT SCALE DRAWING The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. NOTES: WELD BEAD SIZE: +1/8"/-0 WELD BEAD LENGTH: +1/2"/-0 WELD BEAD POSITION: 1/2" FRACTIONAL DIMENSIONS: 1/32" (< 12") 1/16" (> OR = 12") DECIMAL DIMENSIONS: .010" 1 ANGULAR DIMENSIONS: 2 of 2 DRAWING NUMBER SPOA3TS-5-MB SHEET COMPANY DOVER 15.Dez.15 1:25 A ROTARY LIFT SCALE APPROVED DATE hp DRAWN SPOA3TS-5-MB Specification 2. Bedienteil, Steckdose (Zubehör) 2. control unit, socket (acessories) 2. unité de commande, prise électrique (accessoires) Wenn kein befestigter Untergrund vorhanden ist, mind. Fundamentgröße 3820x1650x200 Betonqualität B25(C25/20) mit Bewehrung if no solid floor is available, the foundation must be at least 3820x1650x200 Concrete quality B25 (C25/20) with reinforcement in concrete s´il n´y a pas de fondation fixes la dimension mini.des fondations est de 3820x1650x200 qualité du beton B25(C25/20) avec beton arme Hydraulikaggregat hydraulic power unit L'agrégat d'hydraulique Tragarm kurz 550 - 1106 short lifting arms 550 - 1106 bras porteur court 550 - 1106 Tragarm lang 600 - 1280 long lifting arms 600 - 1280 bras porteur long 600 - 1280 Hubhöhe 1957 mm- Hubzeit: ~30 sec lifting height 1957 mm- lifting time: ~30 sec hauteur de levage 1957 mm- temps de levage:~30 sec Aufnahmeteller Durchmesser 125 mm lifting pad diameter 125 mm patin support diamètre 125 mm Steuereinheit E- Anschluß 3Ph/400V/50Hz/4kW , Schutzart IP 54 control unit electric supply 3Ph/400V/50Hz/4kW , protection IP 54 unité de comande raccordément electrique 3Ph/400V/50Hz/4kW, protection IP 54 6 5 4 3 2 1 Konstruktionsänderungen vorbehalten. Für Bauplanung neuestes Maßblatt anfordern! we reserve the right to technical modifications. please request latest scale drawings for construction purposes! Sous réserve de modifications techniques. Pour la planification de construction, priére de demander des croquis côtés Tragfähigkeit 3500 kg. Lifting capacity 3500 kg. capacité de levage 3500 kg. 28 3121/3301 3820-SPOA3T-5AP/SPOA3TS-5-MB/VAS6814 3620-SPOA3T-5/5AF/VAS6353A Bewehrung aus BStG Q 355A ( 8/150) 200 650 1500 REV CO NUM - DATE 21.Jan.14 BY THIRD ANGLE PROJECTION UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: 0.8mm MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS DO NOT SCALE DRAWING The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. NOTES: UNLESS OTHERWISE NOTED: ANGULAR DIMENSIONS: 1 OTHER DIMENSIONS: 0.8mm (<305mm) 1.6mm (>or= 305mm) ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG Lastverteilung entsprechend EN1493 (dyn. Faktor berücksichtigt) A 1:25 1 of 1 DRAWING NUMBER FP_SPOA3T SHEET COMPANY DOVER 21.Jan.14 SCALE APPROVED DATE hp DRAWN ROTARY LIFT SPOA3T Fundament Maße des Fundaments: in Fahrtrichtung: 1650 mm quer zur Fahrtrichtung: 3620 mm Dicke: 200 mm empfohlene Anker für gerissenen Beton: MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16 HILTI Bolzenanker HST M20 Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08). Beton auf Sauberkeitsschicht! Auf ausreichende Deckschicht achten! 1500 29 3121/3301 Bewehrung aus BStG Q 355A ( 8/150) 1000 250 400 800 1400 REV CO NUM - DATE 21.Jan.14 BY THIRD ANGLE PROJECTION UNLESS OTHERWISE SPECIFIED: 0.8mm MIN. CORNER BREAK REMOVE ALL BURRS DO NOT SCALE DRAWING The design and detail illustrated in this drawing is the property of Rotary Lift. It is being loaned with the expressed condition that it will not be duplicated or used except by permission and is subject to return upon request. NOTES: UNLESS OTHERWISE NOTED: ANGULAR DIMENSIONS: 1 OTHER DIMENSIONS: 0.8mm (<305mm) 1.6mm (>or= 305mm) ALL DIMENSIONS IN MILLIMETERS Tragfähigkeit Hebebühne= 3500 KG Lastverteilung entsprechend EN1493 (dyn. Faktor berücksichtigt) A 1:25 1 of 1 DRAWING NUMBER FP_SPOA3T_S SHEET COMPANY DOVER 21.Jan.14 SCALE APPROVED DATE hp DRAWN ROTARY LIFT SPOA3T Fundament Maße der Fundamente: in Fahrtrichtung: 1400 mm quer zur Fahrtrichtung: 1000 mm Dicke: 400 mm empfohlene Anker für gerissenen Beton: MKT Injektionssystem VMZ (chem.):125/M16; 145/M16 HILTI Bolzenanker HST M20 Betonqualität: mind. C20/25 (EN 1026-1;DIN 1045-2:2008-08). Beton auf Sauberkeitsschicht! Auf ausreichende Deckschicht achten! 1400 8. Reiniging 9. Onderhoud en reparatie de hefbrug alleen onbelast schoon (zonder • Maak voertuig). Ongepaste onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunnen ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. Tijdens de werkzaamheden is er tevens risico op een dodelijk letsel. de hefbrug en de werkvloer elke dag. • Reinig Houd hierbij alle onderdelen van de kolomhefbrug schoon. i Leef de onderstaande onderhouds- en reparatievoorschriften strikt na. Reinig de kolomhefbrug regelmatig (→ Hoofdstuk 8). Leef de onderhoudsintervallen na (→ Hoofdstuk 9.3). Dit zorgt ervoor dat de kolomhefbrug in perfecte staat blijft en een veilige werking garandeert. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden gedocumenteerd (→ bijlage, onderhoudsschema, regelmatige onderhoudsrapporten en reparatierapporten). Als de hefbrug zich in een zeer vuile ruimte bevindt, maak het vaker schoon. de onderdelen en kappen van de hefbrug • Maak niet schoon met agressieve schoonmaakmiddelen. Gebruik een pluisvrije doek. geen perslucht of hogedrukreiniger voor • Gebruik het schoonmaakwerk. er gevaar optreedt, neem altijd contact op met • Als een onderhoudsaannemer. 9.1 Geschiktheid van het onderhouds- en reparatiepersoneel u onderhoud uitvoert, zorg dat alle • Voordat verbindingen en aansluitingen vrij van olie, smeer en reinigingsmiddel zijn. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige onderhoudsaannemer. (→ Hoofdstuk 2.6). de kabel niet met water. Kabels • Reinig (bewegende staalkabel) moeten worden gesmeerd met een geschikt smeermiddel, bijvoorbeeld van Duotac, CRC of Mobil (Mobilarma 798). 9.2 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud en reparatie vakbekwame elektriciens mogen • Alleen werkzaamheden op de elektrische componenten Dit kan de levensduur van de kabel aanzienlijk verlengen. Smeermiddel kan worden aangebracht door sproeien, dippen of borstelen. van de machine uitvoeren. opgeleid personeel met voldoende • Alleen gespecialiseerde kennis en ervaring over hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden op hydraulische uitrusting uitvoeren. altijd de instructies die in Hoofdstuk 2 • Volg Veiligheid. er werkzaamheden op de hydraulische of • Wanneer pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn vermeld. alleen onderhoud uit aan onbelaste • Voer hefbruggen en heftafels. moeten volledig worden neergelaten • Hoofdliften of in vergrendelpositie worden vergrendeld (vergrendeling). 30 9.3 Onderhoud • Voorkom risico’s voor het milieu: olie op basis van minerale olie is • Hydraulische brandbaar en waterverontreinigend. Het mag • • • Er bestaat gevaar voor verbrijzeling en verlies van ledematen door het ongecontroleerd laten zakken van de hefbrug. alleen worden gebruikt in combinatie met het bijbehorende veiligheidsinformatieblad en er moet voldaan zijn aan alle maatregelen die in het informatieblad zijn vermeld. Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens voor de olie. Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie, smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen. Leef de geldende lokale verordeningen inzake het behandelen van verontreinigde stoffen in het water na, bijv. voor het absorberen van lekkende vloeistoffen of vloeistoffen van olieafscheiders. In bijzonder vuile omgevingen, onderhoudt u de kolomhefbrug dienovereenkomstig vaker. Voer alleen onderhoud op een onbelaste hefbrug uit, dit is zonder voertuig. Gevaar voor mens en milieu door giftige stoffen bij het leegmaken of vullen van de hydraulische olietank. contact met of het inademen van giftige • Vermijd stoffen, zoals hydraulische olie. Vermijd contact met of inademing van hydraulische olie of Vaseline olie. Zorg voor een geschikte olie-opvangbaken olie-absorberende middelen. Zorg ervoor dat de gebruikte olie de bodem niet vervuilt of in de riolering terechtkomt. Leef de geldende lokale verordeningen inzake het behandelen van verontreinigde stoffen in het water na. Gooi de gebruikte olie weg op een milieuvriendelijke manier. Hydraulische olie is zeer brandbaar. beschermende kleding, bijv. een • Draag veiligheidsbril, beschermende handschoenen, etc. het uitvoeren van onderhoud of reparatie: • Voorbeveilig zone van de kolomhefbrug met een • rood-wittedeketting en waarschuwingsborden. de hoofdschakelaar op UIT (positie "UIT"). • Zet Ontkoppel de luchttoevoer (manometer op de • compressoreenheid naar 0 bar) (alleen voor • E-versie). Licht alle personen die zich in het werkgebied bevinden in over de uitvoeren onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Risico op dodelijk letsel als de ankerbouten los zitten. De kolomhefbrug kan wegglijden, de last kan vallen. alleen originele reserveonderdelen van de • Gebruik fabrikant. • Stop met het bedienen van de kolomhefbrug. Beveilig de kolomhefbrug. Als dit niet mogelijk is, zorg voor een goedgekeurde fundering en zet de schaarbrug vervolgens stevig vast. Draai alle verbindingen na het onderhoud vast overeenkomstig de aangegeven draaimomenten. standaard instelling voor de veiligheidskleppen • De moet maximum 10% of minimum 20 bar boven de bedrijfsdruk van de machine zijn. De instellingen van de veiligheidskleppen mogen niet worden aangepast. alle gebruikte materialen, gereedschap • Verwijder en andere voorwerpen uit de gevarenzone na reiniging, onderhoud of reparatie. de hydraulische oliën, smeermiddelen, • Gooi reinigingsmiddelen en vervangen onderdelen weg volgens de geldende milieuvoorschriften. 31 Dagelijkse inspectie Maandelijks onderhoud 1. Controleer de kabels en kabelkatrollen op slijtage Bel de lokale servicemedewerker indien onderdelen versleten zijn. 2. Inspecteer de adapters op beschadigingen of overmatige slijtage. Bel de lokale servicemedewerker indien onderdelen versleten zijn. 3. Controleer op permanente vervorming van de vergrendelingen. Bel als dit optreedt de lokale servicemedewerker om onderdelen te laten vervangen. 4. Controleer de werking van de bovenportaalsensor. 5. Controleer de bediening van het synchronisatie- en compensatiesysteem (beide zijden dienen gelijkmatig te stijgen en dalen). Voer de controle uit met en zonder een representatief geladen voertuig. 6. Controleer de daalsnelheid met een representatief voertuig op de hefbrug (mag niet boven 0,15m/s uitkomen). 7. Controleer de juiste werking van de draaiarm fixatiepinnen. 1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en vergrendel deze met een hangslot. 2. Controleer of de hefarmen horizontaal zijn uitgelijnd tijdens heffen en laten zakken. Pas uitgerekte kabels opnieuw aan (→ Hoofdstuk 12 Inbedrijfstelling). 3. Controleer of schroefverbindingen los zijn geraakt. 4. Controleer het hydraulische oliepeil (hydrauliektank). Vul indien nodig bij met goedgekeurde hydraulische olie (→ Hoofdstuk 9.4). 5. Inspecteer het tankdeksel van de hydrauliektank. De ontluchtingsdop moet schoon zijn, zodat er geen vacuüm kan ontstaan. Reinig indien nodig. 6. Controleer de afdichtingen van de hydraulische componenten (visuele inspectie). 7. Reinig en controleer hefbrugbasis. Verwijder alle roest en werk bij met verf. 8. Controleer maandelijks de rubberen pads op slijtage, vervang defecte pads indien nodig. 9. Smeer de vergrendelingschachten. Druk een aantal keer op de vergrendelingpal om de olie in te laten werken. 10. Zet de hoofdschakelaar op AAN (positie “AAN”). 11. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist werken. 12. Voer een werkingstest uit met en zonder last. 13. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage). Afb.17 Onaanvaardbare kabel met gebroken draden Aanvaardbare, onbeschadigde kabel Halfjaarlijks onderhoud 1. Breng de brug omhoog. 2. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en vergrendel deze met een hangslot. 3. Smeer de kolomhefbrug met goedgekeurd smeermiddel: • Smeer het loopvlak van de glijbanen voor de hefbrug licht in • Smeer de schroefdraad van de schijfadapters licht in voor een soepele werking. 4. Controleer de moeren van de kabel. Zorg ervoor dat alle moeren goed werken en niet los zitten. Controleer ook of de ankerbouten nog goed vastzitten. 5. Stel de hoofdschakelaar in op AAN (positie “AAN”). 6. Voer een functietest uit. Laat de hefbrug volledig zakken. 7. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage). Onacceptabele kabel zwaar gerafeld Onacceptabele kabel - ernstig samengegetrokken Jaarlijks onderhoud 32 1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie “UIT”) en vergrendel deze met een hangslot. 2. Controleer hydraulische cilinders en hydraulische slangen voor lekken (visuele inspectie). Stop de geladen hefbrug middenin en let op langzaam zakken en hydraulische lekken. 9.4 Toegestane hydraulische oliën 3. Inspecteer de elektrische kabels op schade (visuele inspectie). 4. Draai de hoofdschakelaar opnieuw op AAN (positie "AAN"). 5. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist werken. 6. Vervang onleesbare of ontbrekende labels op de kolomhefbrug. Bestel opnieuw bij de fabrikant. 7. Voer veiligheidsinspecties uit (→ hoofdstuk 2.7). 8. Vul een onderhoudsrapport en inspectierapport van een veiligheidsinspectie in (→ Bijlage). 9. Controleer het aanhaalmoment van de ankerbouten. i Belangrijke informatie alleen hydraulische oliën overeenkomstig • Gebruik DIN 51524 voor het hydraulisch systeem. alleen biologisch afbreekbare oliën • Gebruik (HEES-gebaseerd op synthetische esters). PTFE-afdichtingen of schuim elastomeren • Gebruik als het watergehalte hoog is. De afdichtingen kunnen onherstelbare schade oplopen als de verkeerde hydraulische olie wordt gebruikt. Gebruik geen olie op basis van koolzaad. Het watergehalte van de olie mag niet meer bedragen dan 2%. Meng geen biologische oliën met minerale oliën. Mengen leidt tot overmatig schuimen en schade door corrosie. Zorg dat de olie niet is verontreinigd door een andere olie of water. Gebruik een biologische olie met een proportioneel lagere viscositeit als vervanging voor minerale olie. Dit zorgt voor betere smeereigenschappen, verlaagt het energieverbruik en genereert minder warmte. De biologische olie HEES32 kan bijvoorbeeld in plaats van de minerale olie HLP46 worden gebruikt: • PLANTOSYN 3268 • BECHEM HYDROSTAR HEES 32 • BP Biohyd 32 • Mobil EAL hydraulische olie 32 Oliën en smeer Gebruik alleen olie en smeer van consistentieklasse II. i Verontreinigde stoffen in het water Oliën en smeer zijn verontreinigde stoffen in het water wat betreft de Water Management Act (WGH). i Gooi deze altijd weg op een milieuvriendelijke manier en overeenkomstig de geldende nationale verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering). 33 9.5 Controleren, bijvullen, verversen van de hydraulische olie Afb. 18 Tijdens het vullen van het hydraulische oliereservoir bestaat er gevaar voor de gezondheid van personen en het milieu door de giftige stoffen. Vermijd contact met en inademing van hydraulische olie. Draag beschermende kleding (een veiligheidsbril, beschermende handschoenen). Voorzie gepaste opvangbakken en absorbens voor de olie. Zorg ervoor dat er geen hydraulische olie, smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen. Leef de geldende lokale verordeningen inzake het behandelen van verontreinigde stoffen in het water na, bijv. voor het absorberen van lekkende vloeistoffen of vloeistoffen van olieafscheiders. Hydraulische olie is zeer brandbaar. 1. Controleer het hydraulische oliepeil op de hydraulische olietank. i 3. Breng het hydraulische oliereservoir opnieuw juist aan. Het oliepeil mag zich niet onder de minimum waarde (“min”) bevinden. 4. Vul met goedgekeurde hydraulische olie tot aan het “max” teken. Maximale capaciteit van leeg reservoir. 2. Plaats de opvangbak onder het reservoir, verwijder de reservoirdop en vul bij tot aan het “max” teken. 3. Zorg dat de ventilatieopeningen werken en er geen vacuüm wordt gegenereerd. 5. Ontlucht de cilinders in beide kolommen. 4. Schroef de reservoirdop opnieuw vast zodat het reservoir goed wordt afgedicht. 6. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste manier. 5. Verwijder olieresten op de vloer of de hefbrug met een goedgekeurd reinigingsmiddel. Gooi de gebruikte reinigingsdoeken weg op een juiste manier. 6. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage). 7. Draai de hoofschakelaar opnieuw naar de stand “ON” (aan). Het verversen van de olie is nodig zodra de kwaliteit van de hydraulische olie onvoldoende is. Om dit te verwezenlijken, ga als volgt te werk: 8. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist werken. 1. Laat de dragers volledig zakken, zet de hoofdschakelaar op uit (positie "UIT") en vergrendel deze. 2. Plaats de olie-opvangbak onder de hydraulische olietank, demonteer de tank volledig en laat de resterende olie in de opvangbak lopen. 9. Voer een werkingstest uit met en zonder last. 10. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage). 34 9.6 Reparatiewerkzaamheden (reparaties) Cilinder uit elkaar halen en opnieuw ineen zetten (voor het vervangen van de afdichtingskit) Een verkeerd uitgevoerde reparatie kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen. Tijdens de werkzaamheden is er tevens risico op een dodelijk letsel. 1) Verwijder de handmatige ontluchter en schuif de plunjer uit de behuizing. 2) Verwijder de borgring of clip van de zuiger. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door opgeleid personeel van het servicecentrum. Volg alle veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in dit hoofdstuk. Volg altijd onderstaande reparatie-instructies. Reparatiewerkzaamheden moeten worden gedocumenteerd (→ Bijlage, Inspectielogboek). i 3) Verwijder de plunjer uit de behuizing. 4) Reinig de binnenkant van de behuizing en zorg ervoor dat al het vuil met minerale alcohol wordt verwijderd. 5) Controleer de afdichting op schade. 6) Vervang de afdichting en alle andere componenten (wisser, slijtring, enz.). Raadpleeg altijd de informatie die u tijdens de opleiding van de fabrikant hebt gekregen. 7) Bedek afdichting met olie of wit vet. De cilinder of afdichtingskit vervangen. 8) Plaats de plunjer, borgring en handmatige ontluchter terug en zorg ervoor dat u het oppervlak van de zuiger niet krast of deukt. Alvorens de cilinder te verwijderen, zorg dat u de juiste afdichtingskit of cilinder hebt (Zie Bijlage). De cilinder verwijderen De cilinder vervangen 1) Maak de compensatiekabel op de tegenoverliggende drager los. 1) Plaats de cilinder terug en sluit de slangkoppeling weer aan. 2) Breng de hefbrug helemaal omhoog en laat de drager op de bovenste vergrendelingspositie rusten. 2) Sluit de stroombron opnieuw aan. 3) Installeer het onderste katrolbeschermer. 3) Controleer of de drager goed is vergrendeld. 4) Zorg dat de druk van het systeem is gehaald. 4) Breng de cilinder in de kolom omhoog via de hefplaat van de drager en de cilindercentreerstang. 5) Volg de juiste vergrendelingsprocedure voor het ontkoppelen van de voeding op de hefbrug. 5) Laat beide dragers zakken. 6) Pas de compensatiekabels aan. 6) Verwijder de onderste katrolbeschermer bij het voetstuk van de kolom. 7) Breng de dragers voorzichtig ongeveer 60 cm omhoog. Ontlucht beide cilinders. 7) Trek de cilinder met de hand naar beneden uit de drager met de daalklep ingedrukt. 8) Laat de brug volledig zakken. 8) Koppel de draaibare slangkoppeling los aan de onderkant van de cilinder. 9) Controleer en voeg indien nodig vloeistof toe. 10) Breng de hefbrug helemaal omhoog en controleer op lekken. 9) Plug slanguiteinden en cilinderadapter dicht om vochtverlies te voorkomen. 10) Verwijder voorzichtig de cilinder uit de kolom. 11) Schakel de hefbrug weer in bedrijf. 35 10. Transport en opslag Afb.19 Plet- en afknijpgevaar van ledematen tijden lossen. Veroorzaakt door omvallen of wegglijden van de lading. Los en vervoer de verpakkingseenheid alleen naar de installatieplaats met behulp van een vorkheftruck of pompwagen met voldoende draagcapaciteit. Gebruik alleen takels die voor het totale gewicht goedgekeurd zijn (riemen, kettingen, etc.). Bevestig deze zodat de lading niet kan verschuiven (controleer het zwaartepunt van de lading). Maak alleen individuele componenten vast aan de lastdragende onderdelen. Hijs altijd verticaal, langzaam en zonder schokken. Voer een visuele inspectie vóór het lossen uit. Sta niet dichtbij of onder een draaiende last. Houd de gevarenzone constant in de gaten tijdens het hijsen of laten zakken. Transporteer de hydraulische componenten altijd zonder olie. A B C Fig. 17 D Kabels/kabelkatrollen vervangen • Beschadigde kabels moeten onmiddellijk worden vervangen. • Als er Kabels/kabelkatrollen beschadigd zijn, neem onmiddellijk contact op met onderhoudsaannemers en de klantenservice. • Vervang altijd alle kabels samen als een set. • Als de kabel te slap is → hoofdstuk 12. Inbedrijfstelling. • Vervang kabels volgens de training van de fabrikant. De hefbrugonderdelen kunnen worden beschadigd als het lossen verkeerd wordt uitgevoerd. Beschadig de platen aan de onderzijde van de hefbrug niet tijdens het hijsen. Verschillende onderdelen zijn in de componenten geplaatst, bijvoorbeeld in de kolommen. Los deze zorgvuldig om schade te voorkomen. Tijdens het lossen, ga van boven naar onder. 36 11. Montage (installatie) 10.1 Transport De hefbrug wordt geleverd in een verpakkingseenheid (basiseenheid) plus afzonderlijke kolomverlengingen. De verpakkingseenheid wordt geleverd met de volgende documentatie: • Transportbeschrijving met vermelding van de gepaste ophangpunten, totaal gewicht, zwaartepunt, vereiste kabellengtes, transportvergrendelingen, etc. • Lijst met alle individuele onderdelen die zijn meegeleverd. Een verkeerde installatie kan leiden tot ernstig letsel en schade aan eigendommen. Tijdens de werkzaamheden is er tevens risico op een dodelijk letsel. Volg onderstaande instructies strikt op. Alleen door de fabrikant bevoegd personeel van de klantenservice mag de kolomhefbrug monteren en in bedrijf stellen. Een juiste installatie en inbedrijfstelling moeten in het inspectielogboek worden gedocumenteerd. Om dit te doen, gebruik het formulier “Initiële veiligheidsinspectie voor ingebruikname”. 10.2 Lossen 1. Inspecteer de verzending op transportschade. Als schade wordt waargenomen, rapporteer dit aan uw leidinggevende en het transportbedrijf. 11.1 Veiligheidsinstructies voor montage 2. Transporteer de verpakkingsinhoud naar de installatieplaats. Deze moet in overeenstemming zijn met de goedgekeurde milieuomstandigheden (→ Hoofdstuk 7, Technische gegevens). of de fundering gepast is voordat u de • Verifieer hefbrug in elkaar zet. (→ Hoofdstuk 7, Technische gegevens.) na over en voorkom mogelijke bronnen van • Denk gevaar vóór montage (→ Hoofdstuk 1. Doelmatig 3. Maak de transportvergrendeling voor de grote onderdelen aan de voorkant van de verpakkingsinhoud los. gebruik, verkeerd gebruik, verkeerde werking en informatie over ongevallen, gezondheid en veiligheid en milieu). 4. Laad de kolommen en kolomverlengingen uit en zet ze voorzichtig neer. moeten de kolomhefbrug en de • Operators gevarenzone volledig kunnen bekijken vanaf het 5. Verwijder alle andere componenten van de pallet en leg deze voorzichtig neer. bedieningspaneel (→ Hoofdstuk 3.2, Werkgebied en gevarenzones). 6. Controleer of alle onderdelen zijn geleverd met behulp van de meegeleverde verpakkingslijst. • Raadpleeg de technische gegevens in hoofdstuk 7. en bescherm de stroomkabels op de • Leid installatieplaats volgens de specificaties van de 7. Gooi de verpakking weg op een milieuvriendelijke manier en overeenkomstig de geldende nationale verordeningen (→ Hoofdstuk 14. Verwijdering). fabrikant. vakbekwame elektriciens mogen • Alleen werkzaamheden op de elektrische componenten 10.3 Opslag Hefbrugonderdelen mogen alleen op een droge plek worden opgeslagen (geen roestbescherming). van de machine uitvoeren. opgeleid personeel met voldoende • Alleen gespecialiseerde kennis en ervaring over Aanbevolen opslagomstandigheden • Omgevingstemperatuur: vochtigheid: • Relatieve met condensatie, op 20 °C i hydraulica of pneumatiek mogen werkzaamheden op hydraulische uitrusting uitvoeren. -5 ... +50 er werkzaamheden op de hydraulische of • Wanneer pneumatische apparatuur worden uitgevoerd, volg 30 % ... 95 % de veiligheidsvoorschriften die in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de voedingseenheid zijn vermeld. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor roestschade veroorzaakt door een verkeerde opslag. de instructies die in het Hoofdstuk 2. • Volg Veiligheid zijn vermeld. 37 11.2 Beknopte montage-instructies i 11.3 Specificaties voor de locatie kolomhefbrug mag alleen bovengronds en • De binnenshuis worden geïnstalleerd. de bouwplannen tijdens het kiezen van • Raadpleeg een geschikte installatieplaats. u de schaarbrug aan de vloer verankert, • Wanneer houd rekening met de aanwezige buizen, kabels De hefbrugonderdelen werden in de fabriek reeds gemonteerd. Tijdens de montage, maak ze enkel aan elkaar vast en zorg dat de elektrische, pneumatische en hydraulische leidingen juist worden verbonden. 1. Bepaal de installatielocatie van de kolomhefbrug. Controleer de fundering. Verstevig zo nodig de funderingen op het punt waar de hefkolommen worden gepositioneerd. • • • • 2. Maak voorbereidingen voor de installatie. Bereid elektrische en pneumatische aansluitingen voor (alleen E-versie). Controleer de fundering op oneffenheden en maak het waterpas. Gebruik afstandshouders en vulplaten. en toevoerleidingen. Zorg dat de draagcapaciteit van de fundering voldoende hoog is. Draagvlak voor hefkolommen: Versterkt beton, betonkwaliteit C20/C25 De vloer moet voor vloerverankering geschikt zijn. Betonafmeting 3820/3620x1650x200 mm. (→ Hoofdstuk 7 Technische gegevens.) i Plaats kolomhefbruggen niet op asfalt of een soortgelijk onstabiel oppervlak, aangezien het anker in de vloer kan loskomen. 3. Zet beide kolommen, dwarsbalken, verlengingen neer en bereid ze voor op montage. u zich aan de aangegeven minimale • Houd afstanden en vrije ruimten (→ hoofdstuk 3.2, 4. Bevestig de kolomverlenging aan de basiskolom en de beugel. 11.4 Voorbereidingen voor installatie Werkgebied en gevarenzones) 1. Zorg voor een stopcontact in de buurt van de hefkolom uitgerust met het bedieningspaneel: 5. Zet de hefkolommen rechtop, veranker en bevestig ze aan de vloer. volgens de hefbrugvariant: • Elektriciteit, 400 V (3xL + N + PE) voor vermogen 6. Bevestig het bovenportaal op de kolommen. 220V AC voor bediening en solenoïde Zie elektrisch bedradingsschema in bijlage. 7. Monteer de hydraulische module, draai de hydraulische slang, elektrische draden (speciaal voor E-versie). 8. Sluit de compensatiekabels aan. 2. Maak oneffen zones in de vloer rond de zuilen van de hefbrug vlak. Indien nodig, vul de draagvlakken voor de hefbrugzuilen met versterkt beton (betonkwaliteit C20/C25). 9. Voor de M-versie, sluit de vergrendelingskabels aan en draai eraan. 3. Egaliseer kleine hoogteverschillen tussen hefkolommen met behulp van afstandshouders of vulplaten. 10. Sluit de elektra en andere componenten aan. 11.5 De kolommen voorbereiden 11. Schakel de kolomhefbrug in en voer de eerste inbedrijfstelling uit. Maak kleine aanpassingen aan de kolomhefbrug. Afb.20a B Brede installatie 38 Nauwe installatie Voor details, zie technische tekening Afb.20b i A C Hefhoogte: Zie Hoofdstuk 7. Technische gegevens voor de algemene hefbrughoogte van elk specifiek hefbrugmodel. Tel 25mm op bij de algemene hoogte voor de hoogte van het laagste obstakel. B D Installeer de hefbrug NIET in een put of kuil, vanwege vuur- of explosiegevaar. C C C 1. Kolomverlengingen: Alvorens de kolommen rechtop te zetten, installeer de kolomverlengingen m.b.v. (12) M10x20mm Drager HHCS en Flensborgmoeren, zoals weergegeven in Afb. 20a en 20b. C C C 2. Hefinstelling: Positioneer de kolommen in brug m.b.v. afmetingen aangegeven in de technische tekeningen. Terwijl de kolom op de grond ligt, kunnen twee personen de bovenzijde optillen en richting het voetstuk lopen. Als de kolom bijna verticaal staat, dient één van de twee personen naar de andere kant van de kolom te lopen en te helpen om de kolom langzaam op het voetstuk te plaatsen. Beide achterkanten van de kolomgrondplaten dienen onder een rechte hoek met de middellijn van de hefbrug te staan. Door middel van inkepingen in elke grondplaat is de middellijn van de hefbrug aangegeven. Gebruik geschikt gereedschap om de drager op te heffen. Controleer of de vergrendelingpal stevig vastzit. Afb. 21 D C Abb. 3 Afb. 20 Detail A Bevestigingsbeugel bovenportaal B Kolomverlenging C M10 borgmoer D M10*20mm draagbout Afb.21 B B B G F C E F C F F B B B A B D A Rijrichting B Hier Verankeren C NIET HIER VERANKEREN D D B Afb. 21 Detail E Krijtlijn F Inkepingen uitlijnen in grondplaten met krijtlijn. G Zie technische tekening Gebruik hier lange platte vulschijven 39 3. Beton en verankering: Het beton moet een compressiesterkte van minstens C20/25 en een minimale dikte van 200mm hebben. Boor (8) gaten met de vereiste diameter in de betonvloer met de gaten in de grondplaat als sjabloon. Zie Fig. 22. Voor meer informatie, neem contact op met de klantenservice Installeer NIET op asfalt of een dergelijke onstabiele ondergrond. Kolommen zijn alleen bevestigd aan de vloer door middel van ankerbouten. Afb. 22 5. BELANGRIJK: Gebruik de meegeleverde hoefijzervormige vulringen om de kolommen waterpas te stellen, afb. 23. Als een kolom verhoogd dient te worden om met het vlak van de andere kolom overeen te stellen gebruik vulstukken op volle grootte (Zie de set met vulstukken). Controleer opnieuw of de kolommen waterpas zijn. Draai de ankerbouten aan tot een installatiekoppel. De dikte van de opvulringen MAG NIET groter zijn dan 13mm. Als de ankerbouten niet vastgedraaid kunnen worden met het installatiekoppel, vervang dan het beton onder elk kolomvoetstuk met een nieuwe versterkte betonplaat ingesloten onder de bestaande vloer en gelijk met de bovenkant. Laat het beton goed uitharden alvorens hefbruggen en ankerbouten te installeren. Voor meer informatie, neem contact op met de klantenservice Afb.23 A B Boor gaten m.b.v. een betonboor met hardmetalen boorkop. Maak het boorgat schoon C Afb. 24 Detail A Ankerbout B U-vulring (maximaal 13mm) C Vulring Voorkant 11.6 Het bovenportaal voorbereiden Draai de moer tot net onder de slagkop van de bout. Sla de ankerbout in het boorgat totdat de moer en de ring het voetstuk raken. Draai de moer met een momentsleutel aan. Voor chemische ankerbouten, lees de handleiding van de ankerfabrikant. 1. Pas het bovenportaal aan tot 2676/2756mm tussen de middellijn van de katrolpennen, afb. 25. Installeer (4) M10*20 lg. HHCS &Borgmoer M10, niet vastdraaien. 2. Monteer de schakelassemblage richting de aandrijfeenheidkolom m.b.v. (2) M6*20, HHCS, M6 moeren en 6mm sterringen, Afb. 26. 3. Steek een M6*70mm HHCS door het scharniergat in het einde van de stang. Steek het andere uiteinde van de stang door de gleuf in de montagebeugel van de schakelaar afb. 24. Zet vervolgens de zeskantige bout en de schakelstang vast aan de bovenkant zoals afgebeeld, met behulp van (2) 19 mm afstandshouder en M6 borgmoer. Draai de zeskantbout vast en laat een ruimte van 1,6mm tussen de sluitring en het bovenportaal. Afb. 24 40 4. Twee mensen, staande op ladders bij elke kolom, monteren het bovenportaal op de kolombevestigingbeugels en maken ze vast met (2) M10*20 Lg. HHCS. en (2) M10 borgmoeren voor elke kolom, Afb. 27. Draaien de bouten in het midden van het bovenportaal vast. Afb. 24 Afb. 24/25 Detail C A M6x70 HHCS en borgmoer B A B 1,6mm ruimte C Getande veerring D D (2) 19mm sluitringen E I G E Bovenportaalschakelaar F Fig. 10 B C F 50mm minimum Afb. 25 A G 2676mm SPOA3T-5, AF 2756mm SPOA3T-5Ap, VAS, MB, SC Details, zie de Technische gegevens. D H E H (4)M10*20 lg .HHCS F H G Fig. 8 J A Afb. 26 B Afb. 26 Detail A (2) M6*20 lg. HHCS C B Gebruik aan een zijde (2) Φ6 Externe Getande Borgringen. Fig.9a C (2) M6 erzinkte Zeskantmoeren A Afb. 27 A Afb. 27 Detail B A (2 voor elke kolom) M10*1.5 20LG HHCS bout B (2 voor elke kolom) M10 flensborgmoeren B Fig. 9b Abb. 9 41 11.7 De hydrauliekmodule monteren gekwalificeerd personeel met specialistische • Alleen kennis en ervaring op het gebied van hydrauliek mag Afb. 29 B werken aan hydraulische systemen. altijd de veiligheidsvoorschriften in de instructies • Volg van de hydraulische aandrijfeenheid in de bijlage bij deze A handleiding. De hydraulische aandrijfeenheid met motor en tank worden afzonderlijk geleverd en moet als volgt worden gemonteerd: Abb. 11 1. Steek (4) M8*40 HHCS door de bovenste gaten in de motorbevestigingbeugel, gebruik daarbij de Trillingsdempers om ze op hun plaats te houden, Afb. 28. Plaats M8 flensmoeren totdat het einde van de bout gelijk loopt met de rand van de moer. Monteer de aandrijfeenheid op de kolomverlenging, Afb. 29. Laat de bout/moer combinatie in de bovenste gaten geheel zakken. Installeer HHCS, trillingsdemper, en HHCS flensmoeren in de onderste gaten van de aandrijfeenheid en maak vast. (Plaats de trillingsdempel tussen de aandrijfeenheid en de kolomverlenging). Draai bovenste HHCS en moer vast. Monteer en draai het T-stuk handvast aan de pomp tot de O-ring op zijn plaats zit, Afb. 30. Draai de borgmoer vast tot 14 – 20Nm (1,4 – 2.1kg-m), of tot de moer en de ring strak tegen het spruitstuk van de pomp aanzitten. Afb. 29 Detail A Hang de aandrijfeenheid van de bouten in de bovenkant van de aandrijfeenheidbeugel. B Steek de onderste bouten door de gaten achter de aandrijfeenheid. Hang het aan de flensmoer in de binnenste kolom. Afb. 30 Letselgevaar door zware hydraulische aandrijfeenheden. Stel de volledige eenheid indien mogelijk in paren samen. A Afb. 28 A B C Abb. 12 Afb. 28 Detail A Installeer het T-stuk op de aandrijfeenheid. Opmerking: twee olie-uit openingen in de klemmenblok, weergegeven in afb. 30. Een olie-uit opening is voor het installeren van het T-stuk en de andere is om de druk te testen. Tijdens het installeren van het T-stuk, kies de rechter of de linker. A M8*40 Lg. HHCS B Trillingsdemper Abb. 10 Afb. 30 Detail C M8 flensmoer 42 2. Flensmoer Aandraaiprocedure: 4. Met olie vullen: Verwijder het vul-ontluchtingsdopje op de aandrijfeenheid, afb. 31. Vul tot de markering MIN____ op de tank met goedgekeurde hydraulische oliën (→ Hoofdstuk 9.4, Goedgekeurde hydraulische oliën). Breng het vulontluchtingsdopje opnieuw aan. Het te vast aandraaien van de borgmoer kan de O-ring doen scheuren. Monteer de vrouwelijke fuseepen aan de mannelijke aansluiting, afb. 30. Gebruik de flensmoer procedure om de vrouwelijke fuseepen vast te draaien aan de mannelijke aansluiting. Afb. 31 Flensmoer Aandraaiprocedure: C D 1. Draai de onderdelen handvast. Draai dan de 2-1/2 zeskantige koppen met het juiste formaat sleutel H B G BELANGRIJK Moerhouder mag NIET roteren tijdens aandraaien. Alleen de moer mag draaien. E F 2. Draai de fitting een volledige slag terug. A E B F C 3. Draai de fittingen opnieuw handvast en draai dan met een sleutel de 2-1/2 zeskantige koppen aan. De aandraaiprocedure is nu voltooid en de afdichting is drukdicht. BELANGRIJK Te vast aandraaien beschadigt de kop- pelingen en veroorzaakt lekkage. F E 3. Maak adapters en slangen schoon. Inspecteer de schroefdraad op schade en of alle slanguiteinden geplooid zijn. Monteer de slang volgens de aandraaiprocedure voor flare-koppelingen, hoofdstuk 2. Afb. 31 Detail Slangroute voor hefbruggen in alle series Item Adapter & slangmontage (zie afb. 31) 3.1. Monteer het onderdeel (F) met de slangklemmen op de kolom aan de zijde van de aandrijfeenheid, eerst tegen de cilinder. 3.2. Monteer het onderdeel (F) met de slangklem (B) startend bij de tegenoverliggende cilinder en werk dan naar de aandrijfeenheid toe. Alle overtollige slang dient in de hoeken en het verbindingsstuk te zitten. 3.3. Verbind onderdeel (E) en onderdeel (T) met het T-stuk (Afb. 30). 43 Beschrijving A M10*20 Slotbouten B Slangklemmen C M10 flensmoeren D M10*20 HHCS-bouten E Bovenportaalslang F Slang voor aandrijfeenheid G Vul-ontluchtingsdopje H Verlengingskolom 11.8 Het vergrendelingssysteem monteren. 11.8.1 Voor M-versie 1. Installeer de vergrendelingen, vergrendel de vergrendelgatafdekkingen en laat de pluggen van onderste kolomgat op de kolom zakken, afb. 32. Bekijk de afbeelding om te zien op welke zijde van de kolom de vergrendelingen en de vergrendelgatafdekkingen te installeren. A A Afb. 32 A A A A A A A A A A C C C C D E D E M G M M G B M F B I J H F A B Afb. 32 Detail M10*30 slotbout Klasse 8.8 M6 moer C M10 borgmoer D E I Vergrendelgatafdekking G Plug voor kolomgat J L H K H Afb. 32 Detail Bouten die op de vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid verwijderd moeten worden Vergrendelingshendel die op de vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid moet worden aangebracht F K H M M6*12 slotbout 44 H Locatie voor vergrendelgatafdekking I Installeer vergrendeling in deze locatie J Locatie aandrijfeenheid K Vergrendeling met hendel L Rijrichting L 2. Ontgrendelingskabels installeren: Steek de kabel langs één kant door de bovenste tapbout (zie pijl), met een bocht om de tapbout en weer omlaag, en steek de kabel aan de andere zijde van de klem. Breng de bovenkant opnieuw aan op de klem en zet het lichtjes vast. Verwijder de bout aan de vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid en installeer de ontgrendelingshendel (F), Afb. 33. Verwijder de bout en de moer, breng de bout opnieuw op de veer aan de nietvergrendelingszijde van de aandrijfeenheid (G) aan. Schuif het lusuiteinde over de onderste kabel haak op de niet-vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid, zoals weergegeven in afb. 33. OPMERKING: Bevestig de onderste tapbout (zie pijl). Stop het door de kabeleindbeugel. Steek de kabel door de mantel en schuif de mantel omlaag in de kabeleindbeugel. Trek met een tang de kabel strak en klem stevig vast bij de bovenste tapbout. Maak de klem vast. Knop de resterende kabel af. Maak de kabeleindbeugel vast aan het bovenportaal, zoals afgebeeld. Schuif de kabel door de beugel en duw het ander uiteinde van de mantel in de beugel. Leid de kabel over de andere kant van het bovenportaal. Herhaal het proces en schuif de mantel en kabel omlaag naar de kabeleindbeugel op de vergrendelingszijde van de aandrijfeenheid. Afb. 33 A C B C B Afb. 33 Detail A Item A B C D E A C A F C G G E D F 45 Beschrijving Kabelmantel N619 kabeleindbeugel 1/4"*1 HHCS 1/4" Flensmoer Ontgrendelingskabel voor vergrendeling Vergrendeling aan niet-aandrijfzijde Vergrendeling aan aandrijfzijde Verwijder de moer en installeer de ontgrendelingshendel Verwijder de buit en de moer, breng de bout opnieuw aan op de vier aan de vergrendeling aan niet-aandrijfzijde. 11.8.2 Voor S&C solenoïde versie Vergrendelingpal-solenoïdes raken zeer heet wanneer de hefbrug wordt neergelaten. Installeer vergrendelingpallen, afdekkingen van vergrendelgat, (1 slangklem voor elke zijde) en pluggen van onderste kolomgat op de kolommen, Fig. 34. Afb.34 C C B A A A A E C C B D E D H H F F G G Abb. 13 F F H H I Afb. 34 Detail Item A B Beschrijving (2 voor elke kolom) M6 x 1.0 x 12Lg. slotbout (2 voor elke kolom) M6 x 1.0 borgmoer C D (3 voor elke kolom) M10 x 1.5 x 20Lg. slotbout (3 voor elke kolom) M10 borgmoer F Afb. 34 Detail Beschrijving Slangklem (1 op elke vergrendelingpal montage) Montage vergrendelingpal G H I Plug onderste kolomgat Vergrendelgatafdekking Rijrichting Item E 46 11.9 De compensatiekabels monteren Afb.36 Dragers Opheffen: Gebruik geschikt gereedschap om de drager op te heffen. Controleer of de vergrendelingpal stevig vastzit. Opmerking: Voor de solenoïde-versie, tijdens het laten zakken van de dragen, druk op de bovenste pen van de solenoïde, zoals weergegeven in afb. 35, 2 zijden van kolom. Voor de M-versie, trek de ontgrendelingshendel omlaag. A A Afb. 36 Detail Katrolbeschermer Afb. 37 1. Verwijder katrolbeschermer, afb. 36. 2 Zie afb. 37 voor algemene kabelopstelling. Leid eerst een kabeluiteinde door het kleine gat in de onderste bevestigingsplaat, afb. 38. 3 Druk de kabel omhoog tot het uiteinde er aan de bovenkant van de drager uitkomt. 4 Plaats een borgmoer met nylon ring op het kabeluiteinde zodat 13 mm van de bout uit de borgmoer steekt. 5 Trek de kabel terug naar beneden, afb. 38. 6 Leg de kabel over de onderste katrol, vervolgens over de bovenste katrol en dan bovenlangs naar de andere zijde van de drager, afb. 37. Monteer de katrolbeschermer, afb. 36. 7 Bevestig het kabeluiteinde op de bovenste verstevigingsbeugel van de drager. Draai de borgmoer voldoende aan zodat de kabel lichtjes onder druk staat. 8 Herhaal deze procedure voor de tweede kabel. Pas de spanning van beide kabels aan tijdens de laatste afstellingen in Hoofdstuk 12, Inbedrijfstelling. A B C Fig. 17 D A B C D Afb. 37 Detail Bovenste katrollen Kabel 2 Kabel 1 Onderste katrollen Afb.38 A Afb.35 B C Fig. 18 Fig. 17 A B 47 Afb. 38 Detail Bovenste kabelverstevigingsplaat en 13mm borgmoer met nylon binnenwerk Onderste kabelversteviging en 13mm borgmoer met nylon binnenwerk 11.10 De elektrische aansluitingen monteren Risico op elektrocutie. Ondeugdelijk 12.1 Veiligheidsinstructies voor hetleiden aansluiten van elektrisch werk kan tot ernstig stroomkabelsletsel en schade aan eigendommen. Volg altijd de onderstaande instructies. Een juiste installatie en inbedrijfstelling moeten in het inspectielogboek worden gedocumenteerd. Gebruik het formulier “Initiële veiligheidsinspectie voor ingebruikname”. 1. Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van voedingskabels • • • • • • • • Pneumatische aansluitwerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Controleer vóór de inbedrijfstelling de netspanning van de bedrading van het gebouw. Dit moet overeenkomen met de gespecificeerde spanning van de kolombrug (→ zie bijlage). De aansluiting op hetlichtnet moet met vaste bedrading worden uitgevoerd! De voedingskabel vanaf de zekeringkast naar de bedieningskast van de kolomhefbrug moet volgens het bedradingsschema met vaste bedrading worden uitgevoerd!. Er mogen geen stopcontacten worden gebruikt. De motor is ontworpen voor faserotatie rechtsom. De draairichting moet tijdens het aansluiten worden gecontroleerd (keer zo nodig de polariteit om!). Een motorbeveiligingsschakelaar ontworpen voor nominale stroom en nominale spanning moet als beveiliging tegen overbelasting worden aangebracht. Dit moet worden geleverd door de hefbruggebruiker (niet meegeleverd). De overdrukklep is een punt van de motorbeveiliging tegen overbelasting en wordt beschermd met een dop. Alle leidingen/kabels/slangen moeten in kabelgoten worden geleid. Struikelgevaren moeten worden vermeden in de verkeer- en werkzone. Zoals bij alle elektronische apparatuur kunnen de interne regelmodules beïnvloed worden door spanningsschommelingen. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de hefbrug om ervoor te zorgen dat er voedingsbronnen met een gepaste beveiliging op dit apparaat zijn aangesloten. Gebruik een aparte groep voor elke stroomvoorziening. Bescherm elk groep met een vertraagde zekering of stroomonderbreker door de eigenaar van de hefbrug. 48 1. Het bedieningspaneel installeren • Zet de Basisplaat van bedieningspaneel vast met behulp van 5 zeskantbouten M8*10 en 4 mm dikke sluitringen, afb. 40,41&42 . • Leid de motorkabel, de voedingskabelboom en de stuurverbindingskabel vanaf het bedieningspaneel naar de bovenkant van de kolom en rond naar de dwarsbalk. (voor M-versie, geen kabel over dwarsbalk), afb. 43. 2. De motorkabel en bovenleiding leiden • Leid de kabels omhoog vanaf het hoofdbedieningspaneel door de kabelgoot in de kolom, afb. 43. • Zoek de kabel van de bovenportaalschakelaar op in de hoofdkabelconnector. Voer deze kabel door de trekontlasting in de schakeldoos van het bovenportaal, afb. 43. • Verbind de daalklepkabel met de daalklep en draai de schroef aan de bovenkant vast, afb. 43. • Voer de motorkabel door de trekontlasting naar de motoraansluitdoos. Motorbedrading en bedradingsschema’s worden gedetailleerd in afb. 39. 3. De bovenportaalschakelaar monteren • Controleer of de bovenportaalschakelaar werkt wanneer de schakelstang omhoog staat. De schakelaar is normaal gesproken gesloten en zal de motor uitschakelen wanneer deze wordt geactiveerd, zie afb. 44, 45, 46 en afb. 47. Afb. 39 L3 T3 T9 T6 L2 T2 T8 T5 L1 T1 T7 T4 Hoge Highspanning Voltage 400 V, Hz 400V,50 50Hz V2 W1 T3 U2 V1 T2 W2 U1 T1 400V, 50Hz Afb. 40 E F2 B F3 F1 H I H Hulpzijde van kolom Slave side column PU-zijde van kolom PU side column Afb. 41 D2 B D3 D1 H H I PU-zijde kolom PU side van column Hulpzijde kolom Slave sidevan column 49 Afb. 42 A2 B A1 H I I Hulpzijde kolom Slave sidevan column H PU-zijde van kolom PU side column SPOA3T-M SPOA3T-S C C G G D2 D3 A2 D1 A1 B B E C G F2 F3 F1 B Afb. 43 SPOA3T-C 50 Afb. 43 Detail Opmerking A Besturingskabelboom SPOA3TM-DQ7 L1 L2 L3 N M-versie Afb. 45 PE A1: naar bovenpaneel-schakelaar A2: naar daalklep B Motorkabel SPOA3TM-DQ5 C Bovenlangse hydraulische slang D Besturingskabelboom SPOA3TS-DQ5 QS1 S-versie D1: naar bovenpaneel-schakelaar D2: naar solenoïde van hulpzijde 15 D3: naar daalklep E Stroomkabel SPOA3TC-DQ9 C-versie F Besturingskabelboom SPOA3TC-DQ6 C-versie SB1 E KM1 SB2 E 16 F1: naar bovenpaneel-schakelaar SQ1 F2: naar solenoïde en knop aan hulpzijde F3: D3: naar daalklep 17 G N.C. contacten KM1 H Inbusbout M8*10 18 EV1 I B41H-8 4mm dikte sluitring L1 L2 L3 N PE Afb. 44 0 M 4 QS1 QS1 SQ1 3 E SB1 KM1 3 SB1 SB2 KM1 EV1 3 E SB3 E E SB3 SB5 Hefbruggen uit de M-serie Hoofdschakelaar Omhoog-limietschakelaar Omhoog knop Omlaag knop Schakelaar Daalklep 2 1 6 SQ1 3 KM1 SM1 SM2 5 M QS1 SQ1 SB1 SB3 SB5 KM1 EV1 SM1/SM2 A Afb.47 EV1 S-serie Hefbrug Hoofdschakelaar Omhoog-limietschakelaar Omhoog knop Omlaag knop Hangslot-knop Schakelaar Daalklep solenoïde A B 51 Afb. 47 Detail Normale stand Ingeschakelde stand B L11 L21 L31 N Afb. 46 PE PE QS1 L1 L2 L3 4 QS2 XS1 QF1 N (5) R S T (3) 3 3 SB1 SB2 SB3 KM1 3 SB4 SB4 SB3 SB5 SB6 2 1 6 SQ1 7 U W V M QS1 QF1 SB2 SB4 SB6 XS1 QS2 KM1 SB1 SB3 SB5 SQ1 EV1 SM1/SM2 KM1 SM1 SM2 EV1 5 Hefbruggen uit de E-serie Hulpzijde Hoofdschakelaar Lekkagebescherming Omhoog knop Omlaag knop Hangslot knop Aansluiting Hoofdzijde Hoofdschakelaar Schakelaar Omhoog knop Omlaag knop Hangslot knop Omhoog-limietschakelaar Daalklep Solenoïde 52 11.11 Pakkingen, afdekking en gereedschapshouder installeren i montage tapbouten voor • Installeer onderse behuizing (adapterhouders en gereedschaphouders optioneel), Afb. 49 Deze pakkingen moeten voor een hogere bescherming worden geïnstalleerd. • (Installeer optionele adapters), Afb. 49 • Leg de plastic pakkingen 4 slagen rond de rand van de afdekking van het bedieningspaneel. Plaats de Afb. 49 afdekking op de basisplaat op de kolom.Duw deze met de hand vast en gebruik vervolgens de schroef om het paneel aan de achterplaat te bevestigen. Afb. 48. A B B D D C Afb. 48 C B B F C2 C E B C1 E H J I A B C D E F G H I J Fig. 33 Afb. 48 Detail Afdichting van behuizing C1 Lange behuizing 1000mm LG,SPOA3T-26Y C2 Korte behuizing 800mm LG,SPOA3T-27Y 53 Afb. 49 Detail Motorkolom M6 x 1.0 x 16mm draagbout M6 x 1.0 borgmoer Gereedschaphouder (Optioneel) Montage tapbout Adapterhouder (Optioneel) Installeer adapters Plastic afdekking Rubberen sluitring M6*10 flens BHCS G 11.12 De armen & fixatieringen installeren VOORZICHTIG CAUTION de dragers op een comfortabele hoogte • Breng alvorens de armen te monteren. Smeer de zwenkarmpennen en gaten in met Lithiumvet. Schuif de arm in de beugel, afb. 50. Monteer de armpen(nen) met een diameter van 1-3/4", afb. 50 - 51. het installeren van de armen en de pennen, • Na monteer de fixatieringen als volgt: Monteer de A Fixatiering op de armbeugel, volgens Afb. 54. Controleer of de met TOP gemarkeerde zijde naar boven staat, afb. 54. TOP is zichtbaar aan de bovenzijde van de versnelling. 12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van Het kan zijn dat de ring aan de pen stroomkabels omhoog getrokken moet worden om de fixatiering te installeren. • Afb.51 Monteer vervolgens de (3) 3/8”-16NC x 1-1/2” klasse 8 zeskantige bouten (in totaal 12 voor alle 4 armen) en 3/8” veerringen op de fixatiering en de arm, maar zet ze niet vast. Referentie Afb. 52, Afb. 53. A Draai de Fixatieringbouten aan met een kracht van 3034 ft.-lbs. BELANGRIJK Montage klempal houd handen boven groef Trek aan de regelpen zodra de arm in de beugel is gemonteerd en draai 12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten van de arm volledig rond, zorg ervoor dat stroomkabels de fixatiering en de behuizing altijd op één lijn liggen. Als ze niet op één lijn liggen, verwijder dan de fixatieringen en monteer ze omgekeerd. Afb. 50 Afb. 52 OPGELET ATTENTION Gebruik bouten Use Grade 8 vanBolts klasse 8 wanneer zo aanWhen Specified gegeven OPGELET ATTENTION Alle hardware is All Hardware klasse 5 tenzij is Grade 5 andersOtherwise vermeld Unless Noted Fig. 27 i Om de werking van de fixatiering van de armen controleren, breng de drager 25 cm. omhoog vanuit volledig neerwaartse positie. Trek de penring omhoog en stel de armen op de gewenste positie in. Laat de penring los om de fixatie in te schakelen en de tanden in elkaar te doen vallen. Het kan nodig zijn om de arm iets te draaien zodat de tanden in elkaar vallen. i Pen & ring, veer & fixatiering zijn allemaal van tevoren gemonteerd. 54 11.13 Overigen installeren van armbeschermbeugel: Installeer • Installatie armbeschermbeugels, afb. 54. Afb. 53 A C Afb. 54 B B D A Afb. 54 Detail A (6) 5/16" Platte Sluitringen B (2) 5/16" Veerringen C C (2) 5/16" -18NC Zeskantige bouten (per arm) D Armbeschermbeugel (Voor SPO40M hoort de beschermbeugel op de rechtervoorarm, zie Afb. 2b) D Afb. 55 A Afb. 53 Detail A TOP is zichtbaar aan de bovenzijde van de fixatiering. B Let op schuine richting C (3) Voor elke arm - 3/8"-16NC*1-1/2" HHCS D (3) Voor elke arm - 3/8" borgringen B mm 220 C Afb. 55 Detail A (2) Riemen B (2) Armbeschermer montages C (4) 1/4-20NC Hex FLgd Wzborgmoeren Pltd 55 Deurbumper. • Installatie Installeer deurbumpers en vingerbescherming, Afb. 56. Afb. 58 Afb. 56 L TOTA C C C CITY A CAPA 0 kg LIFT 350 NP452 B B C C Deblokkering-sticker voor hefbrug• Vergrendeling gen uit de M-serie: Plak de Vergrendeling Deblok- Afb. 56 Detail A Verwijder achtersteun van deurbumpers en installeer 3" (75mm) vanaf onderkant van drager. kering Sticker op de kap boven de vergrendelinghendel, Afb. 59. A Afb. 59 B (2) Deurbumpers (één per drager). C Bevestig de zelfklevende vingerbeschermers. A Fig. 30 • Klempal Sticker / Capaciteitsticker Locatie: Stickers dienen minimaal 203mm vanaf de onderkant van de sticker naar de grond te zitten. Capaciteitstickers dienen net boven de vergrendelgatafdekkingen op elke kolom te zitten. Afb. 60 Detail Afb. 57 A BQ-003 NG NI WAR feet Keep lift of clear lowering. while 1 NP28 203mm 56 12. Inbedrijfstelling Fig.61 12.1 De werking controleren A Gebruik de hefbrug en controleer of de hefbrug omhoog gaat bij het indrukken van de knop en stopt als de knop wordt losgelaten. Controleer of de schakelaars alle stroom naar de knoppen uitschakelen. Controleer tevens of de bovenpaneel-schakelaar de hefbrug doet stoppen wanneer het wordt geactiveerd en de lift opnieuw wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar wordt gedeactiveerd. Afb. 61 Detail A Bovenste kabelversteviging en 13mm borgmoer met nylon binnenwerk B Onderste kabelversteviging en 13mm borgmoer met nylon binnenwerk Smeer het oppervlak van de schuif tussen de kolommen en de schuiver voor inbedrijfstelling. 12.1 Veiligheidsinstructies voor het worden aansluiten van De smeer kan met een borstel stroomkabels aangebracht. Dit kan de levensduur van de hefbrug aanzienlijk verlengen. i B 12.2 Het hydraulisch systeem testen 1. Draai de hoofdschakelaar naar ON (aan). 2. Breng de hefbrug zonder last enkele keren volledig omhoog en omlaag met behulp van de Omhoog en Omlaag knop. Dit verwijdert eventuele luchtzakken in het hydraulisch systeem. 12.5 De vergrendelingskabels voor de M-versie controleren en afstellen 3. Druk op de Omhoog knop om de hefbrug volledig omhoog te brengen en laat de motor nog 5 seconden draaien. Stop en controleer alle slangaansluitingen. Draai aan of dicht opnieuw af indien nodig. 1. Til de dragers op tot boven de eerste vergrendelingpositie en laat dan in de vergrendeling zakken. 4. Voer een visuele inspectie uit op het hydraulisch en pneumatisch systeem. Controleer alle leidingen en, in het bijzonder, de koppelingen. Er mogen geen lekken worden gevonden. 2. Controleer of de vergrendeling volledig is ingeschakeld als de vergrendelinghendel wordt losgelaten. Controleer of de drager op de vergrendelingpal rust. 5. Laat de hefbrug volledig zakken en controleer het hydraulische oliepeil. Dit moet tevens overeenstemmen met het maximum peil. 3. Til de drager volledig van de vergrendeling, druk de vergrendelinghendel in en controleer dat er volledig ontgrendeld is. 6. Controleer tenslotte of alle hydraulische componenten stevig vastzitten. 12.3 Olie ontluchten 4. Stel indien nodig verder af, zie afb. 66, controleer opnieuw de vergrendeling. De vergrendelinghendel moet aan de bovenzijde van de vergrendelingafdekplaat zitten, afb. 65. Druk op de Omhoog-knop om de hefbrug ongeveer 600mm omhoog te brengen. Open de cilinderontluchters ongeveer 2 slagen, afb. 31. Sluit ze als de er vloeistof uitstroomt. Druk op de Omlaag-knop om de hefbrug volledig te laten zakken. Vul de tank tot het MIN ______ niveau bereikt is. Breng het vulontluchtingsdopje opnieuw aan. 5. Om ruimte tussen de Vergrendelingplaat en Vergrendelingpal weg te nemen trekt u de Vergrendelingplaat naar beneden en controleer of de Vergrendelingpal zelf niet beweegt (Afb. 64). Maak de klem los en trek de kabel strak. Maak de klem stevig vast. 12.4 De compensatiekabels controleren en afstellen Breng de lift omhoog en controleer de compensatiekabelspanning. Onder de drager, neem de aangrenzende kabels tussen duim en wijsvinger vast en trek aan de kabels met een kracht van ongeveerd 67N. Pas aan bij bovenste verstevigingplaten (afb. 61). 57 12.6 De vergrendeling testen Afb. 62 Verwijder vóór de test de afdekking om de vergrendeling te controleren. A A) Breng de dragers omhoog tot boven de eerste vergrendelingspositie en laat dan in de vergrendeling zakken. Controleer of de vergrendeling volledig is ingeschakeld wanneer de ontgrendelschakelaar niet ingedrukt is. C) Breng de dragers volledig uit de vergrendelingen omhoog. Druk nu de ontgrendelschakelaar in en controleer of de vergrendelingen volledig zijn ontgrendeld. D) Installeer de vergrendelingafdekkingen met 5/16”-18NC x 3/8” lg. cilinderkopschroeven. Afb. 62 Detail A De vergrendelinghendel MOET aan de bovenzijde van de vergrendelingafdekplaat zitten. Afb. 63 B C A Afb. 63 Detail A Pasbout B Steek de kabel door de kabelklem, met een bocht om de pasbout en steek de kabel weer in de klem. C Kabelklem 58 13. Demontage en smeer zijn verontreinigde stoffen in • Oliën het water wat betreft de Water Management mogen alleen door • Demontagewerkzaamheden bevoegde deskundigen worden uitgevoerd. Act (WGH). Gooi deze altijd weg op een milieuvriendelijke manier en overeenkomstig de geldende nationale verordeningen. werkzaamheden op de elektrische • Laat componenten alleen door een vakbekwame olie op basis van minerale olie is • Hydraulische brandbaar en waterverontreinigend. Raadpleeg elektricien uitvoeren. aan hydraulische of • Werkzaamheden pneumatische systemen mogen alleen door het relevante veiligheidsinformatieblad voor verwijdering. opgeleide personen worden uitgevoerd met kennis van hydraulica/pneumatiek. gepaste opvangbakken en absorbens voor • Voorzie de olie. 1. Alvorens demontagewerkzaamheden uit te voeren, draai de hoofdschakelaar naar de stand OFF (uit). ervoor dat er geen hydraulische olie, • Zorg smeermiddelen of schoonmaakmiddelen de 2. Bevestig een waarschuwingsteken om heraansluiting te vermijden. bodem vervuilen of in de riolering terechtkomen. 4. Ontkoppel de voeding. 14.2 Verpakking Risico op dodelijk letsel door een verkeerde demontage van de 12.1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten hydraulische componenten. Dezevan staan stroomkabelsonder druk (tot 200 bar) Niet met het huisvuil weggooien! De verpakking bevat deels recyclebare materialen, die niet met het gewone huisvuil mogen worden weggegooid. 1. Gooi alle verpakkingsmateriaal weg volgens de relevante lokale verordeningen. Haal de hydraulische componenten nooit uit elkaar (hefcilinders). Deze moeten steeds worden losgemaakt als een enkel component. De hefcilinder mag alleen worden afgedankt door een gecertificeerd bedrijf. 14.3 Oliën, vet en andere chemische stoffen 1. Wanneer met olie, smeer of andere chemische stoffen wordt gewerkt, leef alle milieuverordeningen die voor het relevante product van toepassing zijn na. 5. Leeg het hydraulische oliereservoir, en voer de hydraulische olie uit de hydraulische slangen af. Gooi de hydraulische olie weg zoals beschreven in Hoofdstuk 14. 2. Gooi olie, smeer en andere chemische stoffen weg in overeenstemming van de milieuverordeningen die in uw land gelden. 6. Verwijder smeer en andere chemische stoffen. Gooi ze weg zoals beschreven in Hoofdstuk 14. 14.4 Metalen / Elektronisch afval 7. Demonteer de hefbrugzuilen, dwarsstangen en armen. Deze moeten altijd door een gecertificeerd bedrijf worden verwijderd. 14. Verwijdering Voer gebruikte elektrische en elektronische apparaten, inclusief kabels, accessoires en batterijen, gescheiden af van het huishoudelijke afval. 14.1 Milieuprocedures voor verwijdering • Voorkom risico’s voor het milieu. contact met of het inademen van giftige • Vermijd stoffen, zoals hydraulische olie. 59 Bijlage 2-koloms opbouwhefbrug SPOA3T-5 SPOA3T-5AP SPOA3T-5AF VAS/MB Serie 700 Cilinder Cilinder I. Hydraulisch circuitschema P M Solenoïdeklep 1 3 Fig. 15 M Drukklep Reservoir 2 1 2 3 Onderdeelnr. N382Y ATO-7-9802-1 N3113 G3T-2103 (N3114) G3T-2203 (N3115) Beschrijving Hydraulische cilinder Installeren Hydraulische slang voor aandrijfeenheid Bovenlangse hydraulische slang voor EH1 Bovenlangse hydraulische slang voor EH2 Aantal 2 2 1 1 II. Elektrisch schakelschema L1 L2 L3 N PE QS1 15 SB1 KM1 E SB2 E 16 SQ1 17 KM1 M QS1 SQ1 SB1 Voor SPOA3T M versie Hoofdschakelaar EV1 Omhoog-limietschakelaar KM1 Omhoog knop SB2 18 EV1 0 Daalklep Schakelaar Omlaag knop L1 L2 L3 N PE 4 QS1 3 3 E E SB1 KM1 3 SB3 E E SB3 SB5 2 1 6 SQ1 3 KM1 M QS1 SQ1 SB1 SB5 SM1 SM2 EV1 5 Voor SPOA3T S versie (bediening aan een kant) Hoofdschakelaar EV1 Daalklep Omhoog-limietschakelaar KM1 Schakelaar Omhoog knop SB3 Omlaag knop Hangslot knop SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde L11 L21 L31 N PE PE QS1 L1 L2 L3 4 QS2 XS1 QF1 N (5) R S T (3) 3 3 SB1 SB2 SB3 KM1 3 SB4 SB4 SB3 SB5 SB6 2 1 6 SQ1 7 U W V M QS1 QF1 SB2 SB4 SB6 XS1 KM1 SM1 SM2 EV1 5 Voor SPOA3T C versie (bediening aan twee kanten) Hulpzijde Hoofdzijde Hoofdschakelaar QS2 Hoofdschakelaar Lekkagebescherming KM1 Schakelaar Omhoog knop SB1 Omhoog knop Omlaag knop SB3 Omlaag knop Hangslot knop SB5 Hangslot knop Euro contactdoos SQ1 Omhoog-limietschakelaar EV1 Daalklep SM1/SM2 Vrijgave van de solenoïde PB-SPOA-1 Bijlage III. Overzicht van de onderdelen 24 23 12 25 13 29 35 17 14 15 16 22 33 3 7 4 C A 30 B 32 31 6 1 2 2 1 22 4 F 10 30 3 8 G E 11 18 26 28 20 5 21 18 19 27 9 Handmatige regeling Details voor PB-SPOA-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Onderdeelnr. Beschrijving 41659 M6*1.0*10mm Lg flens BHCS G3T-1005 (N1224-7) Rubberen sluitring G3T-1004 (N1224-6) Montage tapbout 41658 (BCQ061012820) Draagbout, bedekt M6*1,0*12 FA7417-11A Plastic deksel met schroefdraad FA7417-11C Plastic deksel met schroefdraad FA7417-11E Plastic deksel met schroefdraad FA7417-11D Plastic deksel met schroefdraad FA7417-11B Plastic deksel met schroefdraad SPOA-PC2 Afdekking voor bedieningspaneel SPOA-PC1 Afdekking voor bedieningspaneel (voornaamste zijde) FA7274-7Y Montageplaat van bedieningspaneel FA7274-10D Montageplaat KTB2-STB Eindkap FA7274-9D Montageplaat TO-2-8900 (XG150046) Hoofdschakelaar XTCG018C00DT AC-relais A22-RD-30/K10 Knop NP797-1 Labe1 B19-#8-1/2 Zelf-tappende kruiskopschroef #8-1/2 FA7180-11 U-type moerclip B25-8*10 Kruisbolkopschroef M8*10 B11-8*40 (41622) Zeskantbout M8*40 (8,8) FA965 Trillingsdemper NFS08100082S Geribbelde flensborgmoer, bedekt M8 G3T-1008 Accessoirehouder 41647 Draagbout, bedekt M6*16 NFS06100082S (41656) Geribbelde flensborgmoer, bedekt M6 B23-4*6 Schroef M4*6 N624 Vergrendelingssysteem HTO-1210 Hendel FC134-91 Rubber bal1 FJ7595-1 Stalen kabel SPOA3T-2001 Remleiding (Voor EH1) SPOA3T-2002 Remleiding (Voor EH2) N619 Kabeleindbeugel N63-1 Vergrendelingskabelklem (niet afgebeeld) Aantal 6 6 6 6 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 12 12 10 4 4 4 2 4 4 4 2 1 1 1 2 2 2 1 PB-SPOA-2 3 27 4 10 5 2 6 18 8 9 21 13 19 12 20 13 7 1 6 11 1 10 17 8 14 Alleen voor bediening aan twee kanten 9 5 16 15 7 11 12 22 23 25 B A 24 26 Elektrische bediening 4 Onderdeelnr. 1 2 Details voor PB-SPOA-2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 FA7274-7Y SPOA-PC3 SPOA-PC3 SPOA-PC4 TO-2-8900 (XG150046) FA7274-9D FA7274-10D KTB2-STB NP797-1 A22-RD-50/K10 A22-QDDL-30/30, K30 FA7180-11 B19-#8-1/2 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 B25-8*10 FA7274-8D SPOA40E-9803-02 SPOA40E-9803-03 XTCG018C00DT PLD10-16/IN/C/003 ME11012 B26-4*20 B33-4 FA7417-11E FA7417-11C FA7417-11A FA7417-11D FA7417-11B G3T-1200 (N622) 3 Beschrijving Montageplaat van bedieningspaneel Afdekking voor bedieningspaneel Afdekking voor bedieningspaneel Afdekking voor bedieningspaneel Hoofdschakelaar Montageplaat Montageplaat Eindkap Label Hangslot-knop Omhoog- en omlaag-knop U-type moerclip Verzonken zelftappende kruiskopschroef #8-1/2 Inbusbout M8*10 Montageplaat Luchtkoppeling Luchtkoppeling AC-relais Lekkagebescherming Euro contactdoos Zeskantinbusbout M4*20 Nylon moer M4 Plastic deksel met schroefdraad Plastic deksel met schroefdraad Plastic deksel met schroefdraad Plastic deksel met schroefdraad Plastic deksel met schroefdraad Vergrendelingssysteem Aantal voor S 2 1 1 0 2 2 2 2 2 2 2 12 12 Aantal voor C 2 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 12 12 10 1 1 1 1 1 1 4 4 1 1 1 1 1 2 10 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 2 C betekent bediening aan twee kanten, S betekent bediening aan slechts een kant 1 4 6 1 5 2 3 2 8 17 18 7 10 15 2 9 19 16 11 20 13 14 12 21 18 SPOA3T-5 Details voor PB-SPOA-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Onderdeelnr. 41536 (B11-10*20) 41655 (NFS10100082S) 41660 (B11-6*70) B33-6 G3T-4003 (FJ7871) N481-1 (G3T-4200) N415 (G3T-4002) N480-1 (G3T-4100) N412 (G3T-4004) 41413 (B11-6*20) 41599 (WLE061000220) 41661 (B31-6) N377 41388 41411 G3T-4001 (GJ7444-8) G3T-4300 (N4101) 41646 (BCQ101020820) G3T-2101 (N4109-1) G3T-2201 (N4110-1) 41658 (BCQ061012820) G3T-1004 (N1224-6) Beschrijving M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt M10 geribbelde flensborgmoer, bedekt M6*70 HHCS klasse 8.8 bedekt M6 Nylock moer, bedekt Afstandhouder Bovenportaal rechterzijde laswerk Stang bovenportaalschakelaar Bovenportaal linkerzijde laswerk Bovenportaalschakelaar M6*20 HHCS klasse 8.8 bedekt Externe tandsluitring, bedekt Φ6 Zeskantmoer M6 klasse 8.8 bedekt Katrol bovenportaal Sluitring 1-1/2"OD Klipring voor as Katrol as Bevestigingsbeugel bovenportaal Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt EH1 Kolomverlenging EH2 Kolomverlenging Draagbout, bedekt M6*1.0*12 Montage tapbout Aantal 8 24 1 1 2 1 1 1 1 2 2 2 4 4 4 2 2 16 2 2 6 6 2 5 4 6 5 3 4 1 7 SPOA3T-5 Details voor PB-SPOA-4 1 2 3 4 5 6 7 Onderdeelnr. Beschrijving N3113 Hydraulische slang voor aandrijfeenheid 41536 (B11-10*20) M10*20 HHCS klasse 8.8 bedekt 41646 (BCQ101020820) Draagbout M10*20 klasse 8.8 bedekt 41655 (NFS10100082S) M10 geribbelde flensborgmoer, bedekt G3T-8005 (N3126) Slangklem G3T-2103 (N3114) Bovenlangse hydraulische slang voor EH1 G3T-2203 (N3115) Bovenlangse hydraulische slang voor EH2 G3T-8002 (FA964) Plug onderste kolomgat Aantal 1 2 2 4 4 1 1 2 1 3 4 2 5 20 6 26 21 8 22 9 19 10 17 7 18 13 16 11 12 23 14 15 24 SPOA3T-5 25 Details voor PB-SPOA-5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 Onderdeelnr. G3T-2102 (N3120) G3T-2202 (N3121) B33-12 G3T-1100 (N762) N380-10Y N382Y PR160982 N119-3 G3T-3002 (N1224-2) N377 41411 G3T-1001 (N119-1) 40063 G3T-3004 (N115) G3T-3003 (N1224-1) N2121Y 14427 G3T-3005 (FJ7656-2) G3T-3006 (N121-1Y) FJ7985-1 G3T-8004 (FA962) G3T-8001 FA961 G3T-8003 (FA941) 30400-1025 (FJ716-6) G3T-1006 (FJ7659-3) HTO-2003 (N1224-9) Beschrijving Compensatiekabels voor EH1 Compensatiekabels voor EH2 Nylon borgmoer M12 Kolom laswerk Ontluchtingsschroef Hydraulische cilinder Drager laswerk Afsluitring 1” Schuiverblok achter Katrol Klipring voor as 3/4" Katrolbeschermer Phillips PHMS, bedekt 1/4"-20NC*3/8" Schuiverblok vulstuk Schuiverblok Fixatiepal arm Spanstift 1/4" * 1-1/2" Borgveer arm Aandrijfpin Hendel aandrijfpin Bovenste dragerbumper Deurbumper kolom Aantal 1 1 NVT 2 NVT 2 2 4 2 2 2 2 2 8 8 4 4 4 4 4 4 2 Bumper versterkingsplaat drager Ankerbout U-vulring Vulring Voorkant BOVENSTE blok 4 8 22 6 2 3 11 10 8 1.1 12 SPOA3T-5 VAS6353A 5 1 13 6 2 4 7 14 9 1 SPOA3T-5 SPOA3T-5AP VAS6815 MB 15 16 SPOA3T-5AF Details voor PB-SPOA-6 (Armgedeelte) 1 1.1. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Onderdeelnr. N2224Y FJ6206 N2225Y G3T-5001 (N2154) N2122Y 40373 40818 G3T-5500 (N2255-1) G3T-5504 (N2255-10) G3T-5505 (N2255-11) 40641 (991490) G3T-6001 (N244-4) SGL35-6005 40252 40850 40856 SPL35-4000G 3SA-A-F-3 3SA-A-F-4 Beschrijving Aantal Voorste armgedeelte 2 Montage Laag profiel adapter 4 Achterste armgedeelte 2 Armpen 4 Fixatiering 4 3/8"-16NC*1-1/2"HHCS, klasse 8.8, bedekt 6 Veerborgring 3/8" 6 Montage armbescherming voor 2 Lange riem 2 Korte riem 2 Zeskant FLGD wzlock moer PLTD 1/4"-20NC 4 Armbescherming 2 Armbescherming (Voor AP/AF Arm/VAS6814) 2 HHCS bedekt 5/16"-18NC*3/4" 4 Veerborgring 5/16" 4 Platte sluitring 5/16” 8 Achterste armgedeelte 2 Armgedeelte voor snelle bevestiging 2 Armgedeelte voor snelle bevestiging 2 8 N624 vergrendeling 9 10 7 23 20 21 21 22 15 11 12 24 17 19 14 13 25 26 1 2 SPOA3T-M vergrendelingssysteem 18 6 16 3 4 5 Details voor PB-SPOA-7 (M-versie vergrendelingssysteem) 2st N624 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 Onderdeelnr. BS10-8-10 ATO-1100 (N624-7) ATO-1200 (N624-3) B42-8 B33-8 ATO-1011 (N624-15) G3T-1202 (N621-7) 40641 N619 40108 40126 40658 41687 ATO-1007 (N624-11) ATO-1004 (N624-12) ATO-1010 (N624-14) ATO-1008 (N624-9) ATO-1006 (N624-1) ATO-1005 (N624-2) 41686 41472 G3T-1205 (N621-5) G3T-1203 (N621-8) G3T-1204 (N621-9) ATO-1003 (N624-6) 26 ATO-1009 (N624-5) Beschrijving Pasbout Beugel laswerk Vergrendeling bedekt laswerk Grote sluitring 8 Nylon borgmoer M8 Afstandhouder Vergrendelingschacht Zeskant FLGD wzlock moer 1/4"-20NC Kabeleindbeugel Zeskantbout 1/4"-20NC*1" Zeskantbout 3/8"-16NC*1/2” Zeskant borgbout 3/8"-16NC Klemring 1/4" Flensbus Veer Afstandhouder Vergrendelingspen Vergrendelingsas Veer Klemring 1/2" Klemring 3/16" Grendel As As Vergrendelingsveer voor mechanische beugel Asbus voor mechanische beugel Aantal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 8 10 12 3 11 1 9 5 2 6 7 4 12 13 7 N622 vergrendeling SPOA3T-S/C vergrendelingssysteem Details voor PB-SPOA-8 (S/C-versie vergrendelingssysteem) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Onderdeelnr. 41658 41656 41648 41655 (NFS10100082S) G3T-8005 (N3126) G3T-1201 (N1224-8) N621-6 G3T-1210 (N622-1) G3T-1202 (N621-7) G3T-1205 (N621-5) G3T-1204 (N621-9) 41472 G3T-1203 (N621-8) Beschrijving Draagbout, bedekt M6*12*8,8 klasse Geribbelde flensborgmoer M6 Draagbout, bedekt M10*25*8,8 klasse Geribbelde flensborgmoer M10 Slangclip Afdekplaat Solenoïde Beugel laswerk As Grendel As Klemring 3/16" As Aantal 4 4 6 6 2 2 2 2 2 2 2 4 2 IV. Lijst met reserveonderdelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Onderdeelnr. N377 Beschrijving Katrol met lager Onderdeelnr. FJ6202 Beschrijving Adapter Onderdeelnr. G3T-3003 Aantal 6 Dim Φ88,9*19,05 Aantal 4 Beschrijving Schuif Dim Aantal 8 Onderdeelnr. HTO-2003 Beschrijving Schuif aan bovenkant (38,1mm) Aantal 2 Onderdeelnr. G3T-3004 Beschrijving Afstandhouder voor schuiver Aantal 8 Onderdeelnr. G3T-3002 Beschrijving Schuiverblok achter Aantal 2 Onderdeelnr. G3T-2102 G3T-2202 A 7. 9. Onderdeelnr. G3T-2105 Onderdeelnr. N624 10. 11. Aantal 1 Afm. A 9690mm 1 10299mm Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Afm. A G3T-2103 Hydraulische slang voor EH1 1 7523mm G3T-2203 Hydraulische slang voor EH2 1 8132mm N3113 Hydraulische slang voor aan1 3105mm drijfeenheid 8. 8 Beschrijving Compensatiekabel voor EH1 Compensatiekabel voor EH2 6 4 Beschrijving Slanghoes Aantal 1 Beschrijving Vergrendelingssysteem voor M-versie Onderdeelnr. G3T-1200 (N622) N621-6 Beschrijving Vergrendelingssysteem voor E-versie solenoïde Aantal 2 Aantal 2 2 12. 13. 14. Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking N967-1-Bag-3 Pakket voor installatie 1 Bouten en bevestigingen voor installatie van aandrijfeenheid Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking SPOA3T-D2 Pakket voor installatie 1 Bouten voor het installeren van de plastic afdekking op de kolom Onderdeelnr. Beschrijving Aantal Opmerking SPOA3T-D1N Pakket voor installatie 1 Bouten voor installatie fixatiering, draadafdekking en vergrendellingssysteem naar de paal Andere hydraulische onderdelen Onderdeelnr. N382Y-9180 Beschrijving Afdichtingskit voor cilinder Aantal 1 Opmerking BIJLAGE Installatieprotocol Certificaat van voltooiing Installatieprotocol BlitzRotary GmbH Hüfinger Str.55 78199 Bräunlingen, Duitsland De hefbrug, benaming... ....................................................... (Adres)... / • Vul dit formulier volledig in na een geslaagde installatie, vink de juiste vakken aan en onderteken het formulier. • Kopieer het origineel en stuur het binnen één week naar de fabrikant. • Laat een kopie in het inspectieboekje achter. De voertuighefbrug, Type ............................................................. Serienummer: was op ............................................................. ............................................................. door het bedrijf ............................................................. (Adres) ............................................................. opgesteld, op een juiste werking gecontroleerd en in gebruik genomen. De installatie was uitgevoerd door de gebruiker  ​/ Vakbekwaam persoon  de gebruiker bevestigt het opstellen van de hefbrug. Alle gegevens over de werking. Alle informatie in de handleiding en het inspectieboekje werden gelezen en gerespecteerd. Deze documenten zijn op ieder moment beschikbaar voor de geïnstrueerde operators en op een makkelijk bereikbare plaats opgeborgen. De expert (vakbekwame persoon) bevestigt de juiste installatie van het hefplatform. Alle informatie over de gebruiksinstructies en het inspectieboekje werden gelezen. De documenten werden aan de operator overhandigd. ...................... ............................................................................. Datum Naam van de operator + stempel van het bedrij ................................................................ Handtekening van de operator ...................... ............................................................................. Datum Naam van vakbekwaam persoon ................................................................ Handtekening van vakbekwaam persoon ..................................................................................................... Klantenservice bedrijf Certificaat van voltooiing De voertuighefbrug Type ............................................................. Machine -/serienummer: was op ............................................................. ............................................................. door het bedrijf ............................................................. (Adres) ............................................................. geïnstalleerd, op een juiste werking gecontroleerd en in gebruik genomen. De volgende personen (operators) werden geïnstrueerd in het gebruik van de hefbrug door een getrainde installateur van de fabrikant of erkende dealer (deskundige) nadat de hefbrug werd opgesteld. ...................... Datum ................................................... .................................................................. Naam Handtekening van de operator ...................... Datum ................................................... .................................................................. Naam Handtekening van de operator ...................... Datum ..................................................................................................................... Naam Handtekening van de operator ...................... Datum ................................................... .................................................................. Naam Handtekening van de operator ...................... Datum ................................................... .................................................................. Naam Handtekening van de operator ...................... Datum ................................................... .................................................................. Naam Handtekening van vakbekwaam persoon .................................................................................................................. Klantenservice bedrijf + bedrijfsstempel BIJLAGE Hefbrug met twee kolommen SPOA3T-5 SPOA3T-5AP SPOA3T-5AF VAS/MB Onderhoudsschema: Opmerkingen voor de uitvoering van de visuele en operationele testen Opmerkingen voor de uitvoering van de visuele en operationele testen Tijdens de periodieke inspecties, zorg ervoor dat zeker het volgende word gecontroleerd: 1. Informatie op het hefplatform Naamplaat Etikettering Samenvatting van de handleiding 2. Gedetailleerde gebruiksinstructies 3.Waarschuwingen 4. Bescherming tegen ongeoorloofd gebruik 5. Aandrijvingen Heffen, laten zakken Kantelen, overhellen Draaien, zwenken Schakelen Openen en sluiten (van de laadklep) Rijden Ondersteuningen 6. Noodstillegging, Noodafvoer 7. Signaalinrichtingen, communicatieapparatuur 8. Apparatuur voor de stabiele installatie Waterpas Ondersteuningen Spindels Onderste pan Verwijdering van de veerspeling 9. Ondersteunende constructie Te controleren zaken Bevestiging Leesbaarheid Volledigheid Voorwaarde Leesbaarheid Voorwaarde Duidelijkheid Voorwaarde Werking Mobiliteit Veiligheidssleutel Voorwaarde Werking Mobiliteit Duidelijke toewijzing Permanente etikettering van de bewegingsrichting Beveiliging tegen ongewenste inschakeling Vergrendelingsmechanisme van de aandrijvingen met meervoudige controles Voorwaarde Werking Mobiliteit Voorwaarde Werking Duidelijkheid Betrouwbaarheid Voorwaarde Werking Mobiliteit Slijtage Vervorming Corrosie Barsten Barsten Vervorming Corrosie Mobiliteit van geleiders, katrollen, scharnieren, telescopen, Slijtage van geleiders, katrollen, scharnieren, vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen Doeltreffendheid van vergrendelingsmechanismen 10. Belastingspunten Beveiliging tegen glijden Beveiliging tegen afrollen Vasthoudvoorziening Beveiliging van de scharnierbeugel Veiligheidsomheining Voorwaarde Werking Voorwaarde Corrosie Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen Doeltreffendheid van vergrendelingsmechanismen Mobiliteit van beweegbare onderdelen Bodem Standvastigheid Vervorming Corrosie Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen Parallelle beweging op bedieningsplatforms Voorwaarde Werking Slijtage Barsten Corrosie Opbergbaar bedieningsplatform Staat en doeltreffendheid van het vergrendelingsmechanisme Trappen Standvastigheid Vervorming Corrosie Schade Vastmaken en vastzetten van verwijderbare onderdelen Gelaste verbindingen 11. Stalen kabels Kabelaansluitingen Slijtage Corrosie Draadbreuk Breuknesten Knellingspunten Loskomen van de buitenlaag Vogelnestvorming Schijven en katrollen Barsten Tekenen van slijtage Braamvorming in de groef Juiste uitlijning van de groef Kabeloprolsysteem Voorwaarde Kleminrichting Werking Vastzetten op kabellagers Beveiliging tegen loskomen van de kabel 12. Stalen schakelkettingen, kettingschake- Mobiliteit lingen Slijtage Barsten Vastzetten van de verbindingsbouten, bijv. bij de klinknagelkop, ring Kettingwielen Kettingtandwielen Kleminrichting Vastzetten van de kettinggeleider 13. Spindels Hoofdmoer Compensatiering 14. Rekken Rondsels 15. Hydraulica Oliereservoir Lijnen Leidingverbindingen Slangen Slangverbindingen Cilinders Zuigers Voorwaarde Werking Voorwaarde Werking Opslag Vervorming Verontreiniging Slijtage van de draad Inkepingen Strepen Groeven, toepassingen Doeltreffendheid van de afdekking Slijtage van de draad (speling) Lager Voorwaarde Inkepingen Strepen Bevestiging Slijtage Verontreiniging Verbinding van gezamenlijke rekken Barsten Slijtage Verontreiniging Bevestiging en speling van de spindel Lekkage Testen op lekken Ontluchting Staat en leesbaarheid van het scherm Controle van het oliepeil Doeltreffendheid van de uitschakelinrichting in geval van een tekort aan olie Bevestiging Schade Vervorming Corrosie Bevestiging Schade Leeftijd Broosheid Poreusheid Bevestiging Barsten Leiding- en slangaansluitingen Dichtheid van de mouwen Oppervlak van de zuigerstang Strepen Verontreiniging Filters Drukregelingsklep 16. Pneumatiek Lijnen Leidingverbindingen Uiterlijke staat Uiterlijke staat Loden afdichting niet beschadigd Lekkage Bevestiging Schade Vervorming Corrosie Slangen Bevestiging Slangverbindingen Schade Leeftijd Broosheid Poreusheid Cilinders Bevestiging, barsten, leiding- en slangverbindingen Dichtheid van de mouwen Zuigers Oppervlak van de zuigerstang, strepen, verontreiniging Ontlastklep Uiterlijke staat, loden afdichting niet beschadigd Meter, drukregelaar Uiterlijke staat en doeltreffendheid 17. Aandrijvingsmechanismen (zonder draai- Verbindingen van onderdelen van het aandrijvingsmechabaar onderstel) nisme schokvrij starten Remmen, zelfzekerende tandwielkast, kop- Slijtage, doeltreffendheid pelingen 18. Onderbouw, draaibaar onderstel Bedrijfsremmen, noodremmen Slijtage, doeltreffendheid Beveiliging van dissel Staat, doeltreffendheid Positieve geleiding, geleidestang Vervorming, barsten, staat van de bevestiging Stangverbindingen, eindstoppen, baanschuiver Beveiliging tegen ontsporen 19. Toegangspunten en laadpunten Standvastigheid, vervorming van leuningen, schade Corrosie, vastzetten van verwijderbare onderdelen 20. Elektrische apparatuur Lijnen Schade, bevestiging, trekontlasting van externe leidingen Aardleiding Schade, bevestiging 21. Isolatie op hoogwerkers, voor zover de hoogwerker bestemd is voor werk op of in de buurt van onbeschermde en onder spanning staande delen van elektrische installaties Isolatie op werkplatform/hefinrichting en he- Verontreiniging, schade, isolatieweerstand fapparatuur/onderbouw 22. Speciale veiligheidsvoorzieningen Noodlimietschakelaar, slappe-kabelschake- Doeltreffendheid, bevestiging, staat laar, kabelbreukschakelaar, kettingbreukVervorming, effectiviteit van de schakelelementen, verontschakelaar, bedieningsvergrendelingen, reiniging, conditie van de drukveren uitschakelstrips, herstartbeveiliging, antikantelinrichting (voor opbergbare werkplatformen), veiligheidspal, volledigheid Deze opmerkingen pretenderen niet volledig te zijn, en moeten worden aangepast overeenkomstig de te controleren hefplatforms. BIJLAGE Hefbrug met twee kolommen Inspectielogboek Inspectielogboek voor Hefbrug met twee kolommen Type: Serienummer: Fabricagejaar: Operator: Datum van eerste inbedrijfstelling: BlitzRotary GmbH Telefoon +49.771.9233.0 Hüfinger Straße 55 Fax +49.771.9233.99 D-78199 Bräunlingen [email protected] www.rotarylift.com Algemene informatie Hoofdblad voor hefbrug Fabrikant of leverancier van de voertuigbrug: BlitzRotary GmbH Huefinger Str.55, 78199 Braeunlingen, Duitsland Beschrijving: 2-koloms hefbrug Type: Fabricagejaar: Serienr.: Datum van eerste ingebruikname: Draagcapaciteit: 3500 kg Toelaatbare verdeling van de belasting: 3:2 of 2:3 (vóór/achter) Voor verblijf onder de lastophanginrichtingen: ja Opstelling voor laden van de lastophanginrichting: nee Geschikt voor rijden op de lastophanginrichting: nee Geschikt voor gebruik als hefplatform: nee Bedrijfssnelheden Maximale hefsnelheid Maximale neerlaatsnelheid Machines Aandrijftype van ondersteuningen: Draaguitrusting Staaldraadkabels: Diameter: Sterkte van de enkele kabel: Minimale breekkracht: Corrosiebeveiliging: Werking: 7,2 cm / sec 6 cm / sec Elektrohydraulisch Volgens RR-W-410, Mil-DTL-83420 EN12385-4 (voorheen DIN3060) 6 mm, 7x19 GAC (GWC) 1960 N/mm² (7000 lbs. galvanisch Synchronisatiebesturing Elektrische apparatuur Bedrijfsspanning: 3Ph/PE/ 400V / 50Hz Hz Stuurspanning: 24V AC Beschermingsgraad: IP54 Uitrusting geschikt voor gebruik in werkplaatsen Uitrusting niet voor gebruik in explosieve omgevingen. Uitrusting mag niet in een omgeving met explosiegevaar worden gebruikt. Veiligheidsvoorzieningen Veiligstelling van hefinrichting tegen onbedoelde hef- of neerlaatbeweging in geval van kabelbreuk: Automatische mechanische vergrendelinrichting als vangsysteem Beveiligen van de hefinrichting tegen onbedoeld heffen of laten zakken in geval van lekkage in het leidingsysteem: Schotelklep - normaal gesloten, automatisch vangsysteem, cilinder met stroomregelklep voor het laten zakken, Beveiligen van het hydrauliek tegen te hoge drukken: Bedrijfsdruk van hydraulisch circuit: bar Reactiedruk van drukontlastingskleppen: bar Overige beveiligingsmechanismen: Hoofdschakelaar met noodstopfunctie, voetbescherming op de armen, dodemansknop, Fixatieringen voor de zwenkarmen, kabels voor synchronisatie. Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 1 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 2 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 3 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 4 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 5 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 6 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 7 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 8 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 9 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 10 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 11 Testrapport Van de test voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling Het hefplatform onderging een inspectie over operationele gereedheid op De volgende/geen*) fouten werden gevonden. Testomvang Nog steeds lopende Gedeeltelijke testen Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur (Plaats, datum) (Handtekening) Naam en adres (in blokletters) Functiebenaming Werkzaam te Operator of Vertegenwoordiger Vastgestelde tekortkomingen (Plaats, datum) Herstelde tekortkomingen (Handtekening) (Plaats, datum) (Handtekening) Opnieuw testen Het hefplatform onderging een nieuwe test op De tekortkomingen dien in de inspectie werden vastgesteld zijn nog niet*) hersteld. Er zijn geen*) redenen tegen een verdere werking, opnieuw testen is niet*) nodig. De technische expert/inspecteur Naam (in blokletters) (Plaats, datum) en Functiebenaming Werkzaam te (Handtekening) adres 12 Aanpassingen en grote reparaties Type Datum/Naam Installateur: Leg deze handleiding terug bij de rest van de documentatie en geef alles aan de eigenaar/operator van de hefbrug. Hartelijk dank Neem Contact Op met Uw Lokale Rotary Onderdelen Leverancier voor Officiële Rotary Onderdelen. Zie de documentatie voor een overzicht van de onderdelen. BlitzRotary GmbH Hüfinger Strasse 55 D-78199 Bräunlingen Tel. +49.771.9233.0 Fax +49.771.9233.99 [email protected] www.blitzrotary.com VSA: +1.812.273.1622 (Hoofdkantoor) Canada: +1.905.812.9920 Verenigd Koninkrijk: +44.178.747.7711 Australië/Azië: +60.3.7660.0285 Latijns-Amerika/Caribisch gebied: +1.812.273.1622 Midden-Oosten/Noord-Afrika: +49.771.9233.0 Zuid-Afrika: 1.812.273.1622 Brazilië: +55.11.4534.1995 Installatie-instructies SPO54 E And M series_en_print_IN20417_2008_06 Rev C Getrainde Gebruikers en Regelmatig Onderhoud Garanderen Bevredigende Prestatie van Uw Rotary Hefbrug.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117

Rotary SPOA3TM-5-EH2 de handleiding

Type
de handleiding