Panasonic DMCFX77EG Handleiding

Type
Handleiding
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX77
VQT3G42
until
2011/2/21
- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera................4
Standaard accessoires..............................5
Namen van de onderdelen........................6
Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken........7
Voorbereiding
Opladen van de Batterij.............................8
• Opladen ..............................................8
• Uitvoertijd en aantal te maken
beelden bij benadering .......................9
Een kaart (optioneel) of batterij
in het toestel doen...................................11
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................13
• Approximatief aantal opneembare
beelden en beschikbare
opnametijd ........................................15
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................16
• De klokinstelling veranderen .............17
Basiskennis
De [Opname] Functie Selecteren............18
Het maken van beelden met uw
favoriete instellingen
(Normale beeldfunctie)............................19
• Tips om mooie opnamen te maken...20
• Golfstoring (camerabeweging)..........20
Foto’s maken met gebruik van de
Touch Shutter functie..............................21
Scherpstellen ..........................................22
Beelden terugspelen ([Normaal afsp.]) ...24
Opname Bewegend Beeld ......................26
Bewegende beelden terugspelen............28
Beelden maken m.b.v. de
automatische functie
(Intelligente Automatische Functie).........30
• Veranderen van de instellingen ........31
• Scènedetectie ...................................32
Beelden wissen .......................................33
• Om een enkele opname
uit te wissen ......................................33
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen ......34
Toepassing selecteren ............................35
Menu instellen.........................................36
• Menuonderdelen instellen.................36
Over het set-up Menu .............................38
Opnemen
Over de LCD-monitor ..............................46
Opnames maken met scherpte
en belichting ingesteld op het
onderwerp (Touch AF/AE).......................47
Beelden maken met de zoom..................49
• M.b.v. de Optische Zoom/
M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/
M.b.v. de Intelligente Zoom/
M.b.v. de Digitale Zoom ....................49
• Zoomen met bediening door
aanraking ..........................................51
Shortcut instellen.....................................52
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................53
• [Portret] .............................................53
• [Transformeren].................................53
• [Zelfportret]........................................54
• [Landschap].......................................54
• [Panorama assist] .............................54
• [Sport]................................................55
• [Nachtportret] ....................................55
• [Nachtl.schap] ...................................55
• [Nachtop. uit hand] ............................55
• [Voedsel] ...........................................55
• [Party]................................................56
• [Kaarslicht] ........................................56
• [Baby1]/[Baby2] .................................56
• [Huisdier] ...........................................57
• [Zonsonderg.] ....................................57
• [H. gevoeligh.] ...................................57
• [Hi-speed burst].................................57
• [Flitsburst]..........................................58
• [Sterrenhemel]...................................58
• [Vuurwerk] .........................................58
• [Strand]..............................................59
• [Sneeuw] ...........................................59
• [Luchtfoto] .........................................59
• [Foto frame].......................................59
3D-beelden maken (3D-fotofunctie) ........60
Beelden maken terwijl u de
huidstructuur verandert
(Cosmetische Functie) ............................61
Foto’s maken tijdens terwijl de kleur
ingesteld wordt (Mijn Kleur functie) .........62
Een beeld maken met Gezichtsdetectie
functie......................................................63
• Gezichtsinstellingen ..........................64
Een stilstaand beeld maken terwijl
u een film maakt ......................................67
Nuttige functies op reisbestemmingen ....68
• Opnemen welke Dag van de
Vakantie en de Locatie van de
Vakantie het is ([Reisdatum])............68
• Opnamedata/-tijden op at
Reisbestemmingen ver weg
([Wereldtijd])......................................70
- 3 -
Het functiemenu [Opname] gebruiken ....71
• [Flitser] ..............................................71
• [Zelfontspanner] ................................74
• [Aspectratio] ......................................74
• [Fotoresolutie] ...................................75
• [Kwaliteit]...........................................76
• [Gevoeligheid] ...................................77
• [Witbalans] ........................................78
• [AF mode] .........................................80
• [Macro stand] ....................................81
• [Quick AF] .........................................82
• [Gezicht herk.]...................................82
• [Belichting] ........................................83
• [i. Exposure] ......................................85
• [Korte sluitert.]...................................85
• [I.resolutie] ........................................86
• [Dig. zoom]........................................86
• [Burstfunctie] .....................................87
• [Kleurfunctie] .....................................87
• [AF ass. lamp] ...................................88
• [Rode-ogencorr] ................................88
• [Stabilisatie].......................................89
• [Datum afdr.] .....................................89
• [Klokinst.] ..........................................89
Het functiemenu [Bewegend beeld]
gebruiken ................................................90
• [Opnamefunctie]................................90
• [Opn. kwaliteit] ..................................91
• [Active Mode] ....................................92
• [Continu AF] ......................................92
• [Windreductie] ...................................92
Tekst Invoeren ........................................93
Afspelen/Bewerken
Creëren van foto’s uit een video .............94
Diverse afspeelmethoden .......................95
• [Diashow] ..........................................96
• [Afspelen filteren] ..............................98
• [Album afspelen] ...............................99
• [Dubbel afsp.]....................................99
• [Kalender]..........................................99
Het functiemenu [Afspelen]
gebruiken ..............................................100
• [Uploadinstelling].............................100
• [Titel bew.].......................................101
• [Tekst afdr.] .....................................102
• [Splits video]....................................104
• [Nw. rs.]...........................................105
• [Bijsnijden].......................................106
• [Favorieten] .....................................107
• [Print inst.] .......................................108
• [Beveiligen] .....................................110
• [Gez.herk. bew.]..............................111
• [Kopie].............................................112
Plezier
Plezier met Gemaakte beelden .............113
• [Schoonheidseffect].........................113
• [Artistiek effect]................................115
• [Mijn fotoalbum]...............................116
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................117
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd).....................117
• Opnamen terugspelen op een
TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................118
• Afspelen op de TV met de
HDMI-aansluiting ............................118
Afspelen van 3D-beelden ......................122
• Afspelen van 3D-beelden................122
• Bewaren van 3D-beelden................123
Opslaan van de opgenomen
stilstaande beelden en bewegende
beelden..................................................124
• Kopiëren door de SD-kaart in
de recorder te plaatsen...................124
• Kopieer het afspeelbeeld
m.b.v. een AV-kabel........................125
• Kopiëren naar een PC met gebruik
van “PHOTOfunSTUDIO...............126
Aansluiting op de PC.............................127
• Uploaden van beelden naar
websites waarin deze met
anderen gedeeld kunnen worden ...130
Beelden afdrukken ................................131
• Een beeld kiezen en uitprinten........132
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................132
• Printinstellingen...............................133
Overige
Schermdisplay.......................................135
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...138
Waarschuwingen op het scherm ...........144
Problemen oplossen..............................146
Voor Gebruik
- 4 -
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera
Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
De lens, de LCD-monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden
bij gebruik onder de volgende omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld
niet wordt opgenomen.
Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
Gaan zitten met het toestel in uw broekzak of het toestel in een
volle of smalle tas forceren, enz.
Bevestigen van artikelen, zoals accessoires, aan de riem die aan
het toestel bevestigd is.
Hard duwen op de lens of op de LCD-monitor.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig.
Vermijd het dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel
stof, water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistoffen, zand en andere substanties kunnen in de ruimte
rondom de lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder
goed op omdat dit niet alleen storingen kan veroorzaken, maar het
toestel ook onherstelbaar kan beschadigen.
Plaatsen met veel zand of stof.
Plaatsen waar water in contact kan komen met dit apparaat zoals
wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
Over Condensatie (Wanneer de lens of de LCD-monitor
beslagen zijn)
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of de
vochtigheid veranderen. Op condens letten omdat het vlekken op
de lens of de LCD-monitor, schimmel of storingen veroorzaakt.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze
gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt
komt van de kamertemperatuur.
- 5 -
Voor Gebruik
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Voor Gebruik
- 6 -
Namen van de onderdelen
1 Flits (P20)
2 Lens (P4, 139)
3 Zelfontspannerlampje (P74)
AF-lamp (P88)
4 Aanraakpaneel/LCD-monitor (P7, 46,
135)
5 Speaker (P38)
6 Microfoon
7 Toestel AAN/UIT (P16)
8 Bewegend beeldknop (P26)
9 Sluiterknop (P19, 30)
10 Zoomhendeltje (P49)
11 Lusje voor draagriem
Zorg ervoor de riem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt, zodat het
niet kan vallen.
12 Objectiefcilinder
13 [HDMI] aansluiting (P118, 120)
14 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P117,
125, 128, 131)
15 Statiefbevestiging
16 Kaart/Batterijklep (P11)
17 Vrijgavehendeltje (P11)
18 DC-koppelaardeksel (P12)
Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er
voor zorgen dat de DC-koppelaar van
Panasonic (optioneel) en de AC-adapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor
verbindingsdetails, P12 raadplegen.
12 3
9 1087654
13
14
12
11
OPEN LOCK
15
16
1718
- 7 -
Voor Gebruik
Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken
Dit touch panel is van het type dat druk detecteert.
Aantekening
Als u een in de kleinhandel verkrijgbare vloeibare kristallen
beschermblad gebruikt, gelieve de instructies volgen die u bij
het blad krijgt. (Sommige vloeibare kristallen beschermvellen
zouden zichtbaarheid of werking nadelig kunnen
beïnvloeden.)
Oefen een beetje meer druk uit bij het aanraken als
beschermfolie aangebracht is dat gewoon in de handel
verkrijgbaar is of als u denkt dat het toestel niet goed reageert.
Het aanraakpaneel zal niet werken als de hand die het toestel
vasthoudt het aanraakpaneel aanraakt.
Druk niet met andere voorwerpen met scherpe punten of met harde voorwerpen, anders dan
de bijgeleverde stylus pen.
Niet te werk gaan met uw nagels.
Wrijf de LCD-monitor schoon met droge zachte doek wanneer deze vuil wordt met
vingerafdrukken en dergelijke.
Niet krassen op de LCD-monitor of er hard op drukken.
Raadpleeg voor informatie over de iconen die op het aanraakpaneel weergegeven worden het
Schermdisplay op P135.
Over de styluspen
Het is gemakkelijker om voor een gedetailleerde werking
de (bijgeleverde) styluspen te gebruiken of wanneer het
moeilijk is het toestel met uw vingers te bedienen.
Deze niet daar plaatsen waar kleine kinderen erbij kunnen.
De stylus niet op de LCD-monitor plaatsen wanneer u deze
opslaat. De LCD-monitor zou stuk kunnen gaan wanneer de
stylus hard tegen de LCD-monitor gedrukt wordt.
Raak het scherm aan
Het aanraakpaneel aanraken en vrijgeven.
Verslepen
Een beweging zonder vrijgeven van het
aanraakpaneel.
Gebruik deze manier om taken uit te voeren
zoals het selecteren van iconen of beelden
die op het touch panel weergegeven
worden.
Dit zou niet goed kunnen werken wanneer er
meerdere iconen tegelijk aangeraakt worden,
probeer daarom de icoon in het midden aan
te raken.
Gebruik deze manier om taken uit te voeren
zoals: naar the volgende beeld gaan door
horizontaal slepen of door de zone van het
weergegeven beeld te veranderen.
Dit kan ook gebruikt worden om taken uit te
voeren zoals het omschakelen van het
beeldscherm met gebruik van de
schuifbalk.
Voorbereiding
- 8 -
Voorbereiding
Opladen van de Batterij
Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Gebruik hiervoor de oplader.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
Opladen
Steek de batterij in de goede
richting.
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
Sluit de lader af van het stopcontact en
verwijder de batterij als het laden
geheel klaar is.
plug-in-type
inlaattype
- 9 -
Voorbereiding
Over het [CHARGE] lampje
Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld:
Het [CHARGE] lampje
A is tijdens het laden ingeschakeld.
Het [CHARGE] lampje gaat uit:
Het [CHARGE] lampje
A zal uitgaan als het laden zonder problemen voltooid is.
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
Oplaadtijd
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de
batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer
kunnen zijn dan anders.
Aantekening
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij
op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Oplaadtijd Ongeveer 120 min
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Voorbereiding
- 10 -
Stilstaande beelden opnemen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Veranderen van de zoomvergroting, van Tele naar Wide of omgekeerd, bij iedere opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
Terugspelen
Aantekening
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
Wanneer u [LCD mode] gebruikt.
Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Aantal beelden Ongeveer 200 opnamen
Volgens CIPA-standaard in normale
beeldfunctie
opnametijd Ongeveer 100 min
Terugspeelti jd Ongeveer 150 min
- 11 -
Voorbereiding
Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen
Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij
de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting van
plaatsing van de batterij en plaats hem
volledig naar binnen, tot u een
blokkeergeluid hoort. Controleer dan of
hendel A de batterij vergrendeld heeft.
Trek hendel A in de richting van de pijl
om de batterij uit te nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een
“klik” hoort en let op de richting waarin u
de kaart plaatst. Om de kaart uit te
nemen, op de kaart duwen tot deze
“klikt” en de kaart vervolgens rechtop
uitnemen.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
2:Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl.
Aantekening
Verwijder de batterij na gebruik.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op
de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen
gaan.)
OPEN LOCK
CARD
OPEN LOCK
Voorbereiding
- 12 -
De netadapter (optioneel) kan alleen gebruikt
worden met de speciale DC-koppelaar
(optioneel). De netadapter (optioneel) kan niet
autonoom gebruikt worden.
1 Open de kaart/batterijklep.
2 Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3 Open de DC-koppelaardeksel A.
Duw het deksel van de koppelaar van binnenuit
open.
4 Sluit de kaart/batterijklep.
5 Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6 De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
Wanneer een AC-adapter gebruikt wordt, moet de AC-kabel gebruikt worden die bij de
AC-adapter geleverd is.
Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent.
Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.
M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
- 13 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P112)
Geheugengrootte: Ongeveer 70 MB
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het
etiket op de kaart, enz.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit
apparaat.
Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k
>ð (toegangsaanduiding
¢
)
Als u de kaart gebruikt
(toegangaanduiding
¢
)
¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart)
worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
Kaart
Type kaart dat gebruikt kan
worden met dit toestel
Opmerkingen
SD-geheugenkaart
(8 MB tot 2 GB)
Gebruik een kaart met SD-Snelheidsklassen
¢
met
“Class 4” of hoger wanneer u bewegende beelden
opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met
een SD-snelheidsklasse “Class 6” of hoger wanneer u
video’s opneemt in [Motion JPEG].
De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten
of SDXC-geheugenkaarten.
SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met
SDXC-geheugenkaarten.
Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart
(48 GB, 64 GB)
b.v.:
Voorbereiding
- 14 -
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt (waneer er beelden
geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart
geformatteerd) worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn
originele positie.)
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat
het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P45)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
- 15 -
Voorbereiding
Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd
U kunt het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd bevestigen door [ ]
verschillende keren aan te raken. (P46)
Aantal opnamen
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
Beeldverhouding [X], Kwaliteit [A]
Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
[AVCHD]
[Motion JPEG]
Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen
afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.)
Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de
onderwerpen.
Het aantal opneembare beelden/beschikbare opnametijd voor de kaart kan afnemen als
[Uploadinstelling] uitgevoerd wordt.
Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende 29 minuten 59 seconden
lang. Tevens is bewegend beeld dat continu opgenomen wordt in [Motion JPEG] tot 2 GB.
(Voorbeeld: [8m10s] met [HD]) Resterende tijd voor continue opname wordt afgebeeld op het
scherm.
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
A Aantal opnamen
B Beschikbare opnametijd
Beeldgrootte
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 4GB 16 GB
12M 15 380 760 3120
5M(EZ) 26 650 1300 5300
0,3M(EZ) 410 10050 19940 81340
Opname
kwaliteitsinstelling
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 4GB 16 GB
FSH j 14 min 00 s 30 min 00 s 2 h 4 min
SH j 14 min 00 s 30 min 00 s 2 h 4 min
Opname
kwaliteitsinstelling
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 4GB 16 GB
HD j 8 min 10 s 16 min 20 s 1 h 7 min
VGA j 21 min 30 s 43 min 00 s 2 h 56 min
QVGA 2min 30s 1h 2min 2h 4min 8h 28min
Voorbereiding
- 16 -
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Raak [Taal instellen] aan.
Selecteer de taal en raak vervolgens [Inst.] aan.
Raak [Klokinst.] aan.
Raak de items aan die u wenst in te stellen
(Jaar/Maand/Dag/Uren/Minuten) en maak
de instelling met gebruik van [3]/[4].
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
U kunt de instellingen voortdurend omschakelen door
voortdurend [3]/[4] aan te raken.
Raak [ ] aan om de instellingen van datum en tijd
te wissen zonder een datum en een tijd in te stellen.
Om de weergavesequentie en het
weergaveformaat van de tijd weer te geven.
Raak [Indeling] aan om het instellingsscherm voor de
instelling van de weergavevolgorde/het
weergaveformaat van de tijd weer te geven.
Raak [Inst.] aan om in te stellen.
Raak [Inst.] aan in het bevestigingsscherm.
Zet het toestel aan.
Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap
4.
- 17 -
Voorbereiding
Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up] menu. (P36)
Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio
opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met
[Datum afdr.] (P89) of [Tekst afdr.] (P102).
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
De klokinstelling veranderen
Basiskennis
- 18 -
Basiskennis
De [Opname] Functie Selecteren
Lijst van [Opname] functies
Aantekening
Wanneer de functie geschakeld wordt van [Afspelen] functie naar [Opname] functie, zal de
eerder ingestelde [Opname] functie ingesteld worden.
Raak [ ] aan.
Als u vanuit de Afspeelfunctie te werk gaat, raak dan
[ ] aan om naar de Opnamefunctie te schakelen. Is
het toestel eenmaal naar de Opnamefunctie
overgeschakeld, dan wordt [ ] naast de icoon
weergegeven. Raak die dus opnieuw aan.
Raak de functie-icoon aan.
! Normale opnamefunctie (P19)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
¦ Intelligente automatische functie (P30)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Û Scènefunctie (P53)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
3D-fotofunctie (P60)
Maakt een 3D-beeld.
Cosmetische Functie (P61)
Maakt een beeld met aanpassing van de huidstructuur.
My colour-functie (P62)
Gebruik deze modus om kleureffecten te controleren, selecteer een kleurmodus uit 8
kleurmodi en maak vervolgens beelden.
- 19 -
Basiskennis
[Opname] functie: ·
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu
te veranderen.
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Richt de AF-zone op het punt waarop u wenst scherp te stellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
A ISO-gevoeligheid
B Lensopening
C Sluitertijd
De focusaanduiding D (groen) gaat branden als op
het onderwerp scherp gesteld wordt.
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de
zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het
opnamebereik dat op het scherm weergegeven
wordt. (P22)
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
rood weergegeven als de correcte belichting niet
bereikt wordt (tenzij een flitser gebruikt wordt).
Druk de half ingedrukte ontspanknop
helemaal in om het beeld te maken.
A B
C
D
Basiskennis
- 20 -
Zorg ervoor de riem te bevestigen wanneer u het toestel
gebruikt, zodat het niet kan vallen.
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil
houden en uw benen een beetje spreiden.
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere
voorwerpen.
De voorkant van de lens niet aanraken.
A Draagriem
B Flits
C AF assistentielamp
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren] (P44) ingesteld is)
De richtingdetectiefunctie zou niet correct kunnen werken als de opname uitgevoerd wordt met
het toestel op of neer gericht.
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Wanneer de beeldbibberalert [ ] verschijnt, [Stabilisatie] (P89), een statief of de
zelfontspanner (P74) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
In [Panorama assist], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Party], [Kaarslicht], [Sterrenhemel] of
[Vuurwerk] in de scènefunctie
In[Hoge dynamiek] mijn kleurfunctie
Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.]
Tips om mooie opnamen te maken
Golfstoring (camerabeweging)
- 21 -
Basiskennis
[Opname] functie: ñ·¿
Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter
functie
Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden
en wordt de foto automatisch gemaakt.
Raak [ ] aan.
De icoon verandert in [ ] en het wordt mogelijk foto’s
te maken met de Touch Shutter-functie.
Raak het scherp te stellen
onderwerp aan en neem de foto.
De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] in de AF-functie wordt weergegeven in de
positie die u aanraakt en de foto wordt genomen zodra de zone is scherp gesteld (deze
kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden).
Raak [ ] aan om de Touch Shutter functie te wissen.
Aantekening
Bediening door aanraking is rechtsboven op de LCD-monitor niet mogelijk, ook al wordt een
beeld weergegeven.
De instelling van de Touch-sluiter wordt ook bewaard als het toestel wordt uitgezet.
U kunt geen bewegende beelden met de Touch shutter-functie opnemen.
Basiskennis
- 22 -
Scherpstellen
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
De AF-zone wordt groter weergegeven tijdens digitaal zoomen of als het donker is.
Over het focusbereik
Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom bediend
wordt.
Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen scherpstelling
plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is.
Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de zoompositie.
bv.: Focusbereik tijdens de gewone beeldmodus
Focus
Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Focusaanduiding
A Aan Knippert
AF-zone B Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
A B
T
W
50 cm
1 m
- 23 -
Basiskennis
Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in
het midden van het beeld staat dat u wilt opnemen)
1 De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2 De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap
1
opnieuw proberen voordat u de
ontspanknop volledig indrukt.
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Basiskennis
- 24 -
[Afspelen] functie: ¸
Beelden terugspelen ([Normaal afsp.])
Aantekening
Dit toestel voldoet aan de DCF-norm “Design rule for Camera File system” die vastgesteld is
door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association” en met Exif
“Exchangeable Image File Format”. De bestanden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen
niet worden afgespeeld.
Het kan zijn dat beelden die met een ander toestel genomen zijn niet op dit toestel kunnen
worden afgespeeld.
De lenscilinder trekt zich ongeveer 15 seconden nadat u overschakelt van de [Opname]-naar
de [Afspelen]-functie terug.
Raak [ ] aan.
Het display schakelt over naar gewoon afspelen.
Spoel het beeld verder of terug
Versleep (P7) het beeldscherm in horizontale
richting.
Vooruit: van rechts naar links slepen
Terugspoelen: van links naar rechts slepen
A Bestandsnummer
B Beeldnummer
De snelheid van vooruit/achteruit spoelen van de beelden is
afhankelijk van de afspeelstatus.
U kunt de beelden continu vooruit of achteruit spoelen door
uw vinger op de linker of rechterzijde van het scherm te
houden nadat een beeld vooruit/achteruit gespoeld is.
(De beelden worden in gereduceerd formaat weergegeven.)
BA
- 25 -
Basiskennis
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
Raak [ ] aan.
A Schuifbalk
Het is mogelijk om naar een ander afspeelscherm over te
gaan door de volgende iconen aan te raken.
[ ]: 1 scherm
[ ]: 12 schermen
[ ]: 30 schermen
[ ]: Weergave kalenderbeeldscherm
Verander van beeldscherm door [3]/[4] aan te raken als
deze op de schuifbalk weergegeven worden.
Er kan van scherm geschakeld worden door de schuifstaaf
op of neer (P7) te slepen.
Het scherm kan geleidelijk geschakeld worden door het
scherm op of neer te slepen (P7).
Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [ ] kunnen niet
afgespeeld worden.
De terugspeelzoom gebruiken
Het te vergroten deel duidelijk aanraken.
1k>2k>4k>8k>16k
U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door de
zoomhendel te bewegen.
Als de vergroting veranderd wordt, zal de aanduiding van de
zoompositie B ongeveer 1 seconde weergegeven worden.
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
U kunt het uitvergrote deel verplaatsen door het beeldscherm te verslepen (P7).
Het beeld keert terug naar het oorspronkelijk formaat (1k) door [ ] aan te raken.
Als u [ ] aanraakt, neemt de uitvergroting af.
A
B
Basiskennis
- 26 -
[Opname] functie: ñ·¿
Opname Bewegend Beeld
Dit kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het
AVCHD-formaat of bewegende beelden die opgenomen zijn in Motion JPEG opnemen.
Audio zal mono opgenomen worden.
Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
A Beschikbare opnametijd
B Verstreken opnametijd
U kunt video’s maken die bij elke Opnamefunctie
passen.
Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Voor de instelling van de [Opnamefunctie] en
[Opn. kwaliteit], raadpleeg P90.
Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken.
B
A C
- 27 -
Basiskennis
Aantekening
De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
Het scherm zou tijdelijk zwart kunnen worden of het apparaat zou lawaai op kunnen nemen
wegens statische elektriciteit of elektromagnetische golven enz. afhankelijk van de omgeving
van de bewegende beeldopname.
Wanneer u de zoom hanteert in opname bewegende beelden, zou het even kunnen duren
voordat er scherp gesteld wordt.
Als u de zoom enz. hanteert terwijl u film opneemt, zou het geluid van de handeling
opgenomen kunnen worden.
De zoomsnelheid kan lager dan normaal worden bij het opnemen van bewegende beelden.
Als de Extra optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zal de
opneembare zone drastisch veranderd worden aangezien deze instellingen geannuleerd
worden.
Zelfs als de instelling van de beeldverhouding voor foto’s en films dezelfde is, kan de
gezichtshoek aan het begin van de filmopname veranderen.
Wanneer [ Opn.gebied] (P40) op [ON] gezet is, wordt de gezichtshoek tijdens de
filmopname weergegeven.
Er wordt aangeraden een volledig geladen batterij of een netadapter (optioneel) en een
DC-koppelaar (optioneel) te gebruiken, wanneer u bewegende beelden opneemt.
Als u tijdens de opname van bewegende beelden de netadapter gebruikt (optioneel) en de
stroomtoevoer wordt onderbroken wegens een black-out, of als de netadapter (optioneel)
afgesloten wordt, enz., dan zullen de bewegende beelden in kwestie niet opgenomen worden.
Het zal opgenomen worden in de volgende categorieën voor bepaalde Scènefuncties. Een
filmopname die overeenkomt met elke scène zal uitgevoerd worden voor die, die niet hieronder
opgenoemd worden.
Geselecteerde scènefunctie Scènefunctie terwijl u bewegend beeld opneemt
[Baby1]/[Baby2] Portretfunctie
[Nachtportret], [Nachtl.schap],
[Nachtop. uit hand],
[Sterrenhemel]
Weinig licht functie
[Panorama assist], [Sport],
[Huisdier], [Hi-speed burst],
[Flitsburst], [Vuurwerk],
[Foto frame]
Normaal bewegend beeld
Basiskennis
- 28 -
[Afspelen] functie: ¸
Bewegende beelden terugspelen
Deze unit was ontworpen om bewegende beelden af te spelen m.b.v. de QuickTime Motion
JPEG en AVCHD-formaten die (alleen) met dit model genomen werden.
Bewegende beelden in AVCHD-formaat die afgespeeld kunnen worden op dit apparaat zijn
[AVCHD] bewegende beelden die opgenomen zijn met dit apparaat, AVCHD-formaat (inclusief
[AVCHD Lite]) bewegende beelden uitsluitend gemaakt met digitale camera’s van Panasonic
(LUMIX).
Selecteer een video-icoon (zoals [ ]/[ ]) en raak
vervolgens [ ] aan om deze af te spelen.
A Video-icoon
B De opnametijd van bewegend beeld
Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het
scherm weergegeven.
Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s].
Sommige informatie (opname-informatie, enz.) wordt niet afgebeeld
voor bewegende beelden die gemaakt zijn [AVCHD].
A
B
- 29 -
Basiskennis
Operaties die uitgevoerd worden tijdens terugspelen van bewegend beeld
1 Geef bedieningspaneel weer door het scherm aan te raken.
Als er geen handeling uitgevoerd wordt gedurende ongeveer 2 seconden, zal er
teruggekeerd worden naar de originele status.
2 Bedieningspaneel hanteren door aan te raken.
Aantekening
Gebruik voor het afspelen van bewegende beelden die met dit toestel op een PC opgenomen
zijn, de “QuickTime” of de “PHOTOfunSTUDIO” software op de (bijgeleverde) CD-ROM.
Het kan zijn dat filmbeelden die met een ander toestel opgenomen zijn, niet op dit toestel
kunnen worden afgespeeld.
Afspelen/Pauzeren Stop
Snel achteruit Snel vooruit
Frame-by-frame achteruit
(tijdens pauzeren)
Frame-by-frame vooruit
(tijdens pauzeren)
Verhoogt het niveau van het
volume
Verlaagt het niveau van het
volume
Over vooruit spoelen/terug spoelen afspelen
Raak [ ] aan tijdens het afspelen om snel vooruit te spoelen (raak [ ] aan om snel
terug te spoelen). De snelheid van snel vooruit/achteruit spoelen neemt toe als u
[ ]/[ ] opnieuw aanraakt (de weergave op het scherm verandert van [5] in
[].)
Raak [ ] aan om de gewone weergavesnelheid te hervatten.
Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie
langzamer dan normaal gaat.
Basiskennis
- 30 -
[Opname] functie: ñ
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/[Stabilisatie]/Intelligente ISO-gevoeligheidbediening/Gezichtsdetectie/
[Quick AF]/[i. Exposure]/[Rode-ogencorr]/Compensatie van de achtergrondverlichting/
[I.resolutie]/[i.ZOOM]/Auto witbalans/[AF ass. lamp]/[Active Mode]/[Continu AF]
Beeldkwaliteit is vastgesteld op [A].
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
1 Aanduiding voor de scherpstelling
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
Als het onderwerp aangeraakt wordt, zal de
AF-tracking werkzaam zijn. Raadpleeg voor details
P47.
2
1
- 31 -
Basiskennis
De volgende menu’s kunnen met de Intelligent Auto Mode ingesteld worden.
Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P36.
¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere [Opname] modussen.
Menu’s die specifiek zijn voor de Intelligent Auto Mode
De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto te
maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de levendigheid
van de kleur.
Wanneer [Anti blur] ingesteld is op [ON], wordt [ ] afgebeeld op het opnamescherm. De
camera stelt automatisch een optimale sluitertijd in afhankelijk van de beweging van het
onderwerp om de wazigheid op het onderwerp te verminderen. (In zo een geval zou het
aantal pixels verminderd kunnen worden.)
Over de flitser
Wanneer [ ] geselecteerd is, wordt [ ], [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van
het type onderwerp en helderheid.
Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [ ] of [ ].
Veranderen van de instellingen
Menu Onderdeel
[Opname] [Flitser]
¢
/[Zelfontspanner]/[Fotoresolutie]
¢
/[Burstfunctie]/
[Kleurfunctie]
¢
/[Anti blur]/[Gezicht herk.]
[Bewegend beeld] [Opnamefunctie]/[Opn. kwaliteit]
[Set-up] [Klokinst.]/[Wereldtijd]/[Toon]
¢
/[Taal]/[O.I.S.-demo]
Basiskennis
- 32 -
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
Fotograferen
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Wanneer [ ], [ ] of [ ] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel heeft geoordeeld dat
toestelschudding minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de
sluitertijd ingesteld worden op een maximum van 8 seconden. Zorg ervoor het toestel niet te
bewegen terwijl u beelden maakt.
Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd
gezicht lijkt gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [ ], [ ] en [ ].
¢ Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON], zal [ ] alleen afgebeeld worden voor
verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn wanneer het gezicht van een
persoon 3 van jaar of ouder opgespoord wordt.
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval zal het onderwerp donker worden, dus deze functie compenseert het achterlicht
door het geheel van het beeld automatisch op te lichten.
Scènedetectie
¦
>
[i-Portret]
[i-Landschap]
[i-Macro]
[i-Nachtportret]
Alleen wanneer [ ] geselecteerd is
[i-Nachtl.schap]
[i-Zonsonderg.]
[i-Baby]
¢
¦ > [i-Portret]
[i-Landschap]
[i-Low Light]
[i-Macro]
- 33 -
Basiskennis
[Afspelen] functie: ¸
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en raak
vervolgens [ ] aan.
Raak [Apart wissen] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
Basiskennis
- 34 -
Aantekening
Het toestel niet uitzetten terwijl deze aan het wissen is. Gebruik een batterij met een voldoende
batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel).
Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
Als beelden niet conform de DCF-standaard of beschermd zijn, zullen deze niet gewist worden
zelfs als [Alles wissen] of [Alles wissen behalveÜ] geselecteerd is.
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Raak [ ] aan.
Raak [Multi wissen] of [Alles wissen] aan.
[Alles wissen] > Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de beelden die als favorieten
ingesteld warden, als [Alles wissen behalveÜ] geselecteerd is met de [Alles wissen]
instelling.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
Raak de te wissen opname aan.
(herhaal deze stap.)
[ ] verschijnt op de geselecteerde beelden. Het weer
ervan aanraken annuleert deze instelling.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is) Raak [Uitvoer.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
- 35 -
Basiskennis
Toepassing selecteren
U kunt beelden verwerken die u opgenomen heeft of ze registeren in specifieke albums,
enz.
De sfeer van beelden kan geregeld worden en er kunnen prachtige indrukken toegevoegd
worden aan gezichten zodat favoriete beelden opgeslagen kunnen worden zodat u ervan
kunt genieten.
De beelden kunnen gegroepeerd en geregistreerd worden in specifieke albums zodat u
snel precies die kunt vinden die u wilt zien.
Toepassingslijst
Raak [ ] op het afspeelscherm aan.
Raak de icoon aan.
[Schoonheidseffect] (P113)
De huidtint en de indruk op gezichten kan veranderd worden.
[Artistiek effect] (P115)
U kunt de verzadiging en de helderheid van het beeld modificeren.
[Mijn fotoalbum] (P116)
De beelden die u wilt houden kunnen geregistreerd worden in specifieke albums.
Basiskennis
- 36 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [Set-up] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
Menuonderdelen instellen
Raak [ ] aan.
Raak de menu-icoon aan.
Menu Beschrijving van instellingen
[Opname]
(P71 tot 89)
(alleen [Opname] modus)
Dit menu laat u de Kleuren, de Gevoeligheid,
de Aspectratio, het Aantal pixels en andere
aspecten van de beelden die u aan het
maken bent instellen.
[Bewegend beeld]
(P90 tot 92)
(alleen [Opname] modus)
Dit menu laat u de [Opnamefunctie],
[Opn. kwaliteit] en andere aspecten voor
bewegend beeldopname instellen.
[Afspelen]
(P100 tot 112)
(alleen [Afspelen] modus)
Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of
Afdrukinstellingen, enz. van gemaakte
beelden instellen.
[Set-up]
(P38 tot 45)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren,
de toon van de werkingspiep selecteren en
andere instellingen die het gemakkelijker
voor u maken om de camera te hanteren
maken.
Het [Set-up] menu kan ingesteld worden
vanaf oftewel de [Opname] functie of
[Afspelen] Functie.
- 37 -
Basiskennis
Sluit het menu
Druk diverse keren op [ ] of druk de sluiterknop tot halverwege in.
Aantekening
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt.
Raak het menuitem aan.
Blijf het menu-item aanraken om de informatie af te
beelden.
Raak [ ]/[ ] aan om tussen de menu-items te
schakelen.
Het beeldscherm rechts is een voorbeeld van het
selecteren van [AF mode] in het [Opname]
modusmenu.
Raak de Instellingen aan.
Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de
instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een
andere manier wordt weergegeven.
Het beeldscherm rechts is een voorbeeld van het
instellen van [AF mode] van [
Ø] (1-zone-focusing) op
[
š] (gezichtsherkenning).
Basiskennis
- 38 -
Over het set-up Menu
[Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen
ervan voordat u ze gebruikt.
Voor details over hoe de [Set-up] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P36 raadplegen.
Raadpleeg P16 voor details.
Raadpleeg P70 voor details.
Raadpleeg P68 voor details.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
U [Klokinst.]
[Wereldtijd]
[Bestemming]:
U reisbestemming
[Home]:
Uw woongebied
[Reisdatum]
[Reissetup]:
[SET]/[OFF]
[Locatie]:
[SET]/[OFF]
r [Toon]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [Toonniveau]:
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
[s] (Geluid uit)
[Shutter vol.]:
[ ] (Laag)
[] (Hoge)
[ ] (Geluid uit)
[Pieptoon]:
[]/[]/[]
[Shutter toon]:
[]/[]/[]
u [Volume]
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
- 39 -
Basiskennis
De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [Slaapsmodus]
geactiveerd wordt.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. De monitor zal opnieuw helder oplichten bij bediening met knop of
aanraking.
Het aantal opneembare beelden neemt af in de [LCD mode].
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en
de balans van het object te bekijken.
De instelling [Patroon] is vastgesteld op [ ] in Intelligente automatische functie.
In [Foto frame] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld.
[LCD mode]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[Auto power LCD]
¢
:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[Spanning LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Å [Gr. kijkhoek]
¢
:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[OFF]
¢ Kan alleen ingesteld worden als de [Opname] modus ingesteld
is.
[Richtlijnen]
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden
wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de
beeldinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden. (P46)
[Opname info.]:
[ON]/[OFF]
[Patroon]:
[]/[]
Basiskennis
- 40 -
Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram
oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar
overeenkomen.
Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en
terugspeelfunctie.
Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die
afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen.
Intelligent Automatische Functie
Meervoudig terugspelen
Terugspeelzoom
Kalender
[Dubbel afsp.]
[Foto frame] in scènefunctie
Wanneer de HDMI-minikabel verbonden is
Wanneer u bewegende beelden opneemt
De weergave van de frames van filmopnames is slechts een benadering.
De weergave van deze frames kan verdwijnen wanneer met Tele gezoomd wordt, afhankelijk
van de instelling van het beeldformaat.
In de Intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [OFF].
[Histogram]
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te
beelden.
[ON]/[OFF]
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs
de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels
bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een
beeld.
A donker
B optimaal
C helder
[ Opn.gebied]
Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd
worden.
[ON]/[OFF]
- 41 -
Basiskennis
De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om [Slaapsmodus] te
annuleren.
[Slaapsmodus] wordt op [5MIN.] gezet in de Intelligent Auto Mode.
[Slaapsmodus] werkt niet in de volgende gevallen.
Wanneer u de AC-adapter gebruikt
Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
Tijdens een diavoorstelling
[Auto demo]
Het effect van de [LCD power save] is lager in het Digital Zoombereik vergeleken met het
Optische Zoombereik.
Het effect van de [LCD power save] zal het beeld dat gemaakt wordt niet beïnvloeden.
Instelling van [LCD mode] heeft prioriteit over de instelling van [LCD power save] m.b.t. de
herlderheid van de LCD-monitor.
[Auto review] werkt onafhankelijk van de instelling ervan, wanneer [Nachtop. uit hand],
[Hi-speed burst], [Flitsburst] functies in de Scènefunctie en [Auto bracket] en [Burstfunctie] in
[Opname] het Functiemenu gebruikt worden.
In de intelligent auto mode, of [Foto frame] in de scènefunctie, wordt de auto review-functie
vastgezet op [2SEC.].
[Auto review] werkt niet in opname van bewegende beelden.
q [Besparing]
U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze
menu’s in te stellen.
Bovendien wordt de batterijlevensduur behouden door de
LCD-monitor minder helder te zetten.
p [Slaapsmodus]:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]/[OFF]
[LCD power save]:
Helderheid van de LCD-monitor wordt verminderd. De
batterijlevensduur zal behouden worden door de beeldkwaliteit
van de LCD-monitor verder te verminderen tijdens de opname
¢
.
¢ Met uitzondering van het Digitale Zoombereik.
[ON]/[OFF]
o [Auto review]
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden weergegeven tot [Exit] aangeraakt
wordt.
[OFF]
ECO
Basiskennis
- 42 -
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001.
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P45) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [Ja] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
Wanneer de [Resetten] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de operatie
die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt maar dit is
normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer de [Opname] functie-instellingen opnieuw ingesteld worden, zullen gegevens die
geregistreerd zijn met [Gezicht herk.] ook opnieuw ingesteld worden.
Wanneer de [Set-up] menuinstellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld.
De verjaardag- en naam instellingen voor [Baby1]/[Baby2] en [Huisdier] in Scènefunctie
De instellingen van [Reisdatum] (vertrekdatum, terugkomstdatum, bestemming)
De [Wereldtijd] instelling
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
v [Nr. resetten] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [Resetten]
De [Opname] of [Set-up] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
x [USB mode]
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het
toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
y [Select. verbinding]:
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of
een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
{ [PictBridge(PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
z [PC]:
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
- 43 -
Basiskennis
| [Output]
Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van
ieder land of aan het type TV (alleen afspeelmodus).
[Video uit]:
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel of de HDMI-minikabel
(optioneel) verbonden is.
[TV-aspect]:
[W]: Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]: Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel aangesloten is.
Basiskennis
- 44 -
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Ga naar P120 voor meer informatie.
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Raadpleeg P122 voor de manier van afspelen van 3D-beelden in 3D.
Lees P24 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor
stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association)”.
Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
De display wordt niet gedraaid tijdens Meervoudige terugspeelfunctie.
[VIERA link]
Zo opzetten dat dit apparaat bediend kan worden door de
afstandsbediening van de VIERA door dit apparaat automatisch
vast te koppelen aan de apparaatuur van de VIERA Link die
compatibel is m.b.v. HDMI-minikabel (optioneel).
[ON]: De VIERA Link-compatibele apparatuur kan op
afstand worden bediend. (Niet alle handelingen zijn
mogelijk)
De handelingen die u op het toestel kunt uitvoeren zijn
beperkt.
[OFF]: De handelingen zullen alleen op het toestel van
toepassing zijn.
[3D-weergave]
Instellen van de afspeelwijze van 3D-beelden.
[]: Instellen voor aansluiting op een 3D-compatibele
televisie.
[]: Instellen voor aansluiting op een niet 3D-compatibele
televisie.
Stel dit in als u 2D-beelden (conventionele beelden)
op een 3D-compatibele televisie wilt bekijken.
M [Lcd roteren]
Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te
geven als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel
(alleen afspeelmodus).
[]:De beelden worden gedraaid en verticaal
weergegeven.
[]:
De beelden worden alleen verticaal weergegeven als
het toestel voor het afspelen op een TV aangesloten is.
[OFF]
[Versie disp.]
Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op
het toestel zit.
- 45 -
Basiskennis
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde Servicecentrum.
Calibratie wordt niet uitgevoerd als de correcte positie niet aangeraakt wordt. Raak de [i]
markering weer aan.
Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
De stabilisatorfunctie wordt tussen [ON] en [OFF] geschakeld, telkens als [Stabilisatie]
aangeraakt wordt tijdens de [O.I.S.-demo].
In terugspeelfunctie, [O.I.S.-demo] kan niet afgebeeld worden.
[O.I.S.-demo] is een benadering.
[Auto demo] heeft geen TV-outputmogelijkheid zelfs wanneer deze in de afspeelfunctie staat.
[Formatteren]
Het interne geheugen of de kaart is geformatteerd (Ook beelden
in Mijn Fotoalbum zijn geformatteerd). Formatteren wist alle
gegevens onherroepelijk, dus controleer de gegevens zorgvuldig
voordat u formatteert.
[Kalibreren]
Stel de positie van het aanraakpaneel af als er iets anders geselecteerd
is als wat u aangeraakt heeft of als de aanraakhandeling niet reageert.
1 Raak [Start] aan.
2 Raak de oranje [r] markering, die
afgebeeld wordt op het scherm op
volgorde, aan met de styluspen
(meegeleverd) (5 plaatsen).
Er wordt een bericht afgebeeld wanneer
de positie eenmaal ingesteld is.
3 Raak [Exit] aan om te eindigen.
~ [Taal] De taal op het scherm instellen.
[Demofunctie]
Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel
opgespoord heeft. ([O.I.S.-demo])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([Auto demo])
[O.I.S.-demo]
A Hoeveelheid beeldbibber
B Hoeveelheid beeldbibber na correctie
[Auto demo]:
[ON]
[OFF]
DEMO
A B
Opnemen
- 46 -
Opnemen
Over de LCD-monitor
Raak [ ] aan om te veranderen.
Tijdens de terugspeelzoomfunctie, als u bewegende beelden
terugspoelt en tijdens een diavoorstelling, kunt u alleen kiezen tussen
“Normale weergave E of “Geen display G”.
In opnamefunctie
In terugspeelfunctie
¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden.
¢2 Als u de bediening gedurende bepaalde tijd onderbreekt, zullen alleen onderstaande iconen
weergegeven worden.
In opnamefunctie: [ ]/[ ]/[ ]
In terugspeelfunctie: [ ]/[ ]
¢3 De naam van de persoon die in [Gezicht herk.] geregistreerd is, wordt weergegeven als
[ ] aangeraakt wordt.
A Normale weergave
¢
1
B Normale weergave
¢
1
C Geen display
¢
2
D Geen display
(Opnamerichtlijn)
¢1, 2
E Normale weergave
F Display met
opname-informatie
¢
1
G Geen display
¢
2, 3
R2m30s
R2m30s
R2m30s
15
15
15
100
_
0001100100
_
00010001100
_
0001
1/151/151/15
F2.5F2.5
F2.5
1/601/60
1/60
AWBAWB
ISOISO
100100
AWB
ISO
100
100
_
0001100100
_
00010001100
_
0001
1/151/151/15
10:00 1.DEC.201110:00 1.DEC.201110:00 1.DEC.2011
- 47 -
Opnemen
[Opname] functie: ñ·¿
Opnames maken met scherpte en belichting
ingesteld op het onderwerp (Touch AF/AE)
Het is mogelijk de focus en belichting in te stellen op het op het aanraakpaneel
gespecificeerde onderwerp.
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
Raak het onderwerp aan waarop u wilt scherp stellen.
De AF-zone kan naar ongeacht welke positie op het beeldscherm verplaatst worden.
(kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden)
Het gevolg van de instelling zal variëren al naargelang de instelling van [AF mode]
(P80).
Touch AF/AE zal in de Intelligent Auto Mode vastgezet worden op AF Tracking en de
meest geschikte scène van het aangeraakte onderwerp zal vastgesteld worden.
Raak [ ] aan om terug te gaan naar de originele focusstand.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop
helemaal in om de opname te maken.
[AF mode] Werking bij aanraking
[š]: Gezichtsdetectie/
[ ]:23-zone-focussing/
[Ø]: 1-zone-focussing/
[Ù]: Punt-focussing
In [š] (gezichtsdetectie)
wordt de AF-zone geel
wanneer deze wort
aangeraakt.
Wanneer het ingesteld
wordt op iets anders dan
[Ù] (spot), wordt AF-zone
[Ø] (1-zone) weergegeven.
Wanneer het ingesteld
wordt op [Ù] (spot), wordt
AF-zone [Ù] (spot)
weergegeven.
Voorbeeld: als
AF-zone op [Ø] gezet
is (1-zone)
[ ]: AF-opsporing
De AF-zone wordt geel en het onderwerp wordt
vergrendeld. Het toestel zal de focus en de belichting
continu en automatisch bijstellen en de beweging van het
onderwerp volgen. (Dynamische opsporing)
Opnemen
- 48 -
Opzetten van [ ] (AF-opsporing)
Als AF-Lock niet werkt, zal het kader van AF tracking rood knipperen en vervolgens
verdwijnen. Voer opnieuw de AF Lock uit.
AF-opsporing zal niet werken wanneer het onderwerp niet gespecificeerd is, het onderwerp
verloren is gegaan of er niet in geslaagd is opgespoord te worden. Het beeld zal in dat geval
gemaakt worden met [ ] in [AF mode].
AF Tracking wordt gewist als Touch Shutter op [ ] wordt gezet.
Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [ ] gezet worden
In [Panorama assist], [Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in de Scènefunctie.
In [Zwart/wit], [Hoge dynamiek], [Speldenprik] en [Zandstraal] in de Mijn Kleur functie
In [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM] in [Kleurfunctie]
Het mislukken van AF-vergrendeling zou zich, afhankelijk van de opname-omstandigheden, in
de volgende gevallen voor kunnen doen.
Wanneer het onderwerp te klein is
Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
Wanneer het onderwerp te snel beweegt
Wanneer een ander onderwerp of achtergrond in kleur op het onderwerp lijkt
Wanneer er zich golfstoring voordoet
Wanneer u de zoom gebruikt
Aantekening
Bediening door aanraking is rechtsboven op de LCD-monitor niet mogelijk, ook al wordt een
beeld weergegeven.
- 49 -
Opnemen
[Opname] functie: ñ·¿
Beelden maken met de zoom
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen. Om voorwerpen nog dichter (maximum van
9,8k) bij te doen lijken, de beeldgrootte niet instellen op de hoogste instelling voor elke
aspectratio (X/Y/W/).
M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de
Intelligente Zoom/M.b.v. de Digitale Zoom
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Verplaats de zoomhendel naar de Tele-zijde.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Verplaats de zoomhendel naar de Breed-zijde.
Opnemen
- 50 -
Zoomtypes
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –)
¢ Het uitvergrotingniveau verschilt afhankelijk van [Fotoresolutie] en [Aspectratio] instelling.
Eigenschap Optische zoom Extra optische zoom (EZ)
Maximum
vergroting
5k 9,8k
¢
Beeldkwaliteit
Geen verslechtering Geen verslechtering
Condities Geen
[Fotoresolutie] met (P75) is
geselecteerd.
Schermdisplay
A [ ] is afgebeeld.
Eigenschap Intelligente Zoom Digitale zoom
Maximum
vergroting
Ongeveer 1,3 keer de optische zoom of
de extra optische zoom
Ongeveer 4 keer de optische zoom, de
extra optische zoom of de intelligente
zoom
Beeldkwaliteit
Geen merkbare achteruitgang
Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe
groter de verslechtering.
Condities
[I.resolutie] (P86) op het [Opname]
menu is ingesteld op [i.ZOOM].
[Dig. zoom] (P86) op het [Opname]
menu is ingesteld op [ON].
Schermdisplay
B [ ] wordt afgebeeld. C Het digitale zoombereik wordt
afgebeeld.
T
W
T
W
T
W
T
W
T
W
T
W
- 51 -
Opnemen
Aantekening
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
“EZ” is een afkorting voor “Extra Optical Zoom”. Met de optische zoom is het mogelijk om
sterker uitvergrote foto’s te maken.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
Wanneer u de Digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P74) aan om opnamen te maken.
De intelligente zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie
In macrozoom-functie
In [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst] of [Flitsburst] in de scènefunctie
In [Speldenprik] mijn kleurfunctie
De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie
In macrozoom-functie
In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of
[Foto frame] in de scènefunctie
In [Speldenprik] mijn kleurfunctie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[Dig. zoom] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
Intelligent automatische functie
In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of
[Foto frame] in de scènefunctie
In [Speldenprik] of [Zandstraal] mijn kleurfunctie
Raak [ ] aan.
De zoomicoon wordt op de LCD-monitor
weergegeven.
Raak de zoomicoon op het scherm aan.
De zoomsnelheid kan lager dan normaal worden bij het opnemen van bewegende
beelden.
Zoomen met bediening door aanraking
[ ] De zoompositie beweegt
automatisch naar Tele.
[ ] De zoompositie beweegt
automatisch naar Breed.
Door de icoon tijdens de beweging
opnieuw aan te raken, stopt de
beweging.
[L] Langzaam zoomen
[H] Snel zoomen
Opnemen
- 52 -
Shortcut instellen
De instelling van de shortcut stelt u in staat om bepaalde menu-items snel op te roepen.
Er kunnen tot 2 vaak gebruikte menu-items voor Opname/Afspeelfunctie geregistreerd
worden.
Lees P71 voor het [Opname] modusmenu, P90 voor het [Bewegend beeld] modusmenu en
P100 voor het [Afspelen] modusmenu.
Vervangen of verwijderen van items
In stap 4 versleept u het menu-item dat u wenst te registreren naar een reeds geregistreerd
item. Dit item wordt dan vervangen.
In stap 4 sleept u de geregistreerde items buiten de instellingszone van de shortcut. De
registratie wordt gewist en er wordt een leeg item achtergelaten.
Aantekening
Het [Set-up] menu kan niet ingesteld worden.
Het kan zijn dat u niet in staat bent enkele van de geregistreerde items te gebruiken,
afhankelijk van de Opnamefunctie.
Raak [ ] aan.
Raak [ ], [ ] of [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Sleep het te registreren menu-item naar de
zone voor de instelling van de shortcut.
A Zone voor instelling shortcut
B Menu-item
Het geregistreerde menu-item wordt weergegeven.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
A B
- 53 -
Opnemen
[Opname] functie: ¿
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen (Scènefunctie)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Raak de in te stellen scènefunctie aan.
Het item kan omgeschakeld worden door [ ]/[ ]
aan te raken.
Aantekening
De scènefuncties kunnen veranderd worden door [ ] op het menuscherm aan te raken.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
[Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie]
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de
mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te
geven.
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Houd de zoomhendel zo ver mogelijk naar Tele geduwd.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Onderwerp kan ofwel dun of uitgerekt opgenomen worden en de huis kan tegelijkertijd
glad opgenomen worden.
Instelling van het transformatieniveau
Raak het transformatieniveau aan.
Aantekening
Gebruik het materiaal niet tegen de openbare orde en moraal of om iemand te beledigen.
[Portret]
[Transformeren]
Opnemen
- 54 -
Kies dit om een opname van uzelf te maken.
Zelfportrettechnieken
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De
zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in
beeld staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop
helemaal in om de foto te maken.
Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding
knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te
stellen.
Als het beeld wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het
gebruik aan van de 2 seconden zelfontspanner.
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
U kunt beelden maken met aansluitingen die geschikt zijn voor het creëren van
panoramabeelden.
Instellen van de opnamerichting
1 Raak de richting aan om een beeld te maken.
2 Raak [OK] aan.
De horizontale/verticale richtlijn zal afgebeeld worden.
3 Maak de opname.
U kunt het beeld opnieuw maken door [Nieuw] te selecteren.
4 Raak [Volg.] aan.
Een gedeelte van het gemaakte beeld wordt afgebeeld als een doorzichtig beeld.
5 Maak een beeld na het horizontaal of verticaal bewegen
van het toestel zodat het doorzichtige beeld een ander
beeld overlapt.
Wanneer u het derde beeld en beelden daarna maakt, de
stappen
4 en 5 herhalen.
6 Raak [Exit] aan.
Aantekening
De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden vast ingesteld op
de waarden voor de eerste opname.
We raden het gebruik van een statief aan. Wanneer het donker is, raden we aan de
zelfontspanner te gebruiken voor het maken van beelden.
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden.
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
De gemaakte beelden kunnen gecombineerd worden om panoramabeelden te vormen m.b.v.
de software “PHOTOfunSTUDIO” op de CD-ROM (meegeleverd).
[Zelfportret]
[Landschap]
[Panorama assist]
- 55 -
Opnemen
Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende
evenementen.
Aantekening
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m
of meer.
Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is
als in het echt.
Technieken voor nachtportretten
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ].)
Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden.
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden.
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
Dit stelt u in staat om meervoudige beelden van nachtelijke scènes bij hoge snelheid op te
nemen, die alle in een enkel beeld gecombineerd worden. Trillingen en beeldruis zullen
gereduceerd worden, ook als u de opnames met het toestel in uw hand maakt.
Beeldresolutie en aspectratio
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Aantekening
Maak beelden in opeenvolging en combineer ze in één beeld.
Beweeg de camera niet terwijl u continu beelden opneemt.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u beelden maakt op donkere plekken of beelden maakt
van bewegende onderwerpen.
Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet
zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
[Sport]
[Nachtportret]
[Nachtl.schap]
[Nachtop. uit hand]
[Voedsel]
Opnemen
- 56 -
Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje
binnenshuis enz. U kunt er opnamen mee maken van mensen met een heldere
achtergrond.
Technieken voor opnamen van feesten
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ] of [ ]).
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het
onderwerp af te staan wanneer u beelden maakt.
Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
Technieken voor de opnamen bij kaarslicht
Dit werkt beter dan wanneer u beelden maakt zonder de flits te gebruiken.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u
de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders.
Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld.
U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte
opname wilt laten afdrukken met [Tekst afdr.] (P102).
Verjaardag/Naaminstelling
1 Raak [Leeftijd] of [Naam] aan.
2 Raak [SET] aan.
3 De verjaardag of naam invoeren.
Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [Leeftijd] of [Naam] automatisch
ingesteld op [ON].
Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt
het instellingscherm automatisch.
4 Raak [Exit] aan om te eindigen.
Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren
Selecteer de [OFF] instelling in stap
2.
Aantekening
De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende
software op de CD-ROM (meegeleverd).
Als [Leeftijd] of [Naam] ingesteld is op [OFF] zal, zelfs wanneer de verjaardag of naam
ingesteld is, de leeftijd of naam niet afgebeeld worden. Voordat u beelden maakt, [Leeftijd] of
[Naam] instellen op [ON].
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
[Party]
[Kaarslicht]
[Baby1]/[Baby2]
Verjaardag: Raak [3]/[4] voor elk item aan voor
het instellen van jaar/maand/dag en
raak [Inst.] aan.
Naam: Voor details over hoe tekens ingevoerd
moeten worden, “Tekst Invoeren” op
P93 raadplegen.
- 57 -
Opnemen
Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat.
U kunt de naam en verjaardag van uw huisdier instellen.
Voor informatie over [Leeftijd] of [Naam], [Baby1]/[Baby2] op P56 raadplegen.
Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de
mooie rode kleur van de zon opnemen.
Deze modus minimaliseert de schommelingen van het onderwerp en stelt u in staat om dit
onderwerp in schaars verlichte ruimtes te fotograferen.
Beeldresolutie en aspectratio
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Dit is een handige manier om snelle bewegingen of een beslissend ogenblik vast te
leggen.
Beeldresolutie en aspectratio
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is.
De Burstsnelheid verandert afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Het aantal Burstopname-beelden zijn beperkt door de omstandigheden waar het beeld in
gemaakt wordt en het type en/of status van de kaart die gebruikt wordt.
Het aantal burst-opnames kan toenemen als u een kaart met een hoge schrijfsnelheid gebruikt
of als de kaart geformatteerd is.
Aantekening
De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden vast ingesteld op
de waarden voor de eerste opname.
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen
om de sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zou het even kunnen duren om het volgende
beeld te maken als u het maken van een beeld herhaalt.
[Huisdier]
[Zonsonderg.]
[H. gevoeligh.]
[Hi-speed burst]
Maximum Bursttijd
ongeveer 10 beelden/seconde (Speedprioriteit)
ongeveer 6 beelden/seconde (Beeldprioriteit)
Aantal opnamen ongeveer 15 tot 100 beelden
Opnemen
- 58 -
Stilstaande beelden worden continu gemaakt met flits. Dit is handig om continue
stilstaande beelden te maken op donkere plekken.
Beeldresolutie en aspectratio
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is.
Aantekening
De focus, zoom, belichting, sluitertijd, ISO-gevoeligheid, en flitsniveau zijn vastgesteld op de
instellingen voor het eerste beeld.
Het aantal opneembare beelden zal op 5 beelden vastgezet worden als de zelfontspanner
wordt gebruikt.
Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker
voorwerp.
De sluitertijd instellen
Kies een sluitertijd van [15 sec.], [30 sec.] of [60 sec.].
Druk de sluiterknop volledig in om het aftelbeeldscherm weer te geven. Beweeg het toestel niet
wanneer dit beeldscherm weergegeven wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [Aub
wachten...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt, om de signalen te verwerken.
Technieken voor opnamen van sterrenhemels
De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden
verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner.
Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
Technieken voor opnamen van vuurwerk
Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan.
Aantekening
Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is.
De sluitersnelheid is vast ingesteld op 1/4 van een seconde of op 2 seconden.
U kunt de sluitersnelheid veranderen door de belichting te compenseren.
[Flitsburst]
Aantal opnamen max. 5 beelden
[Sterrenhemel]
[Vuurwerk]
- 59 -
Opnemen
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van de blauwe kleur van de zee of de hemel
enz. Het voorkomt ook onderbelichting van mensen in te sterk zonlicht.
Aantekening
Raak de camera niet aan met natte handen.
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een
besneeuwde bergtop.
Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit.
Techniek voor Luchtfoto’s
Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen
wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk
de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object
en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
Het beeld opnemen met een frame eromheen.
Instelling van de frame
Kies uit 3 soorten kaders.
Aantekening
De kleur van het frame dat afgebeeld wordt op het scherm en de kleur van de frame rond het
eigenlijke beeld zou kunnen verschillen, maar dit is geen storing.
[Strand]
[Sneeuw]
[Luchtfoto]
[Foto frame]
Opnemen
- 60 -
[Opname] functie:
3D-beelden maken (3D-fotofunctie)
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal beweegt en twee
automatisch geselecteerde beelden worden gecombineerd om een enkel 3D-beeld te
maken.
Om 3D-beelden te kunnen bekijken, heeft u een televisie nodig die 3D ondersteunt.
(Dit toestel zal in 2D afspelen).
Raadpleeg P122 voor details over de afspeelmethode.
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
De beschrijving van opnamemethode wordt
afgebeeld. Om deze te verlaten, [OK] aanraken.
Maak een beeld met het onderwerp aan de
rechterkant van het scherm.
Beweeg de camera horizontaal op een
rechte lijn van links naar rechts terwijl u opneemt.
Er worden instructies afgebeeld terwijl u opneemt.
Beweeg de camera ongeveer 10 cm binnen ongeveer 4 seconden m.b.v. de instructies.
Aantekening
U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen.
De 3D-beelden worden opgeslagen in MPO-formaat (3D).
De zoompositie is vastgezet op Breed.
De opnamegrootte is vastgesteld op 2M (16:9).
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen
om de sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken.
Er kunnen geen films opgenomen worden tijdens de 3D-fotofunctie.
Het 3D-effect zou niet gearchiveerd kunnen worden of het opgenomen beeld zou verdrongen
kunnen worden met de 3D-opname afhankelijk van de opnameomgeving, zoals in de volgende
gevallen:
Wanneer het onderwerp te donker is/de helderheid verandert
Wanneer het onderwerp beweegt
Techniek voor het maken van 3D-beelden
Maak een beeld van een onderwerp dat niet beweegt
Maak een beeld op een goed verlichte plek, zoals buiten, enz.
Zet de focus en de belichting vast door de ontspanknop tot de helft in te drukken, druk
vervolgens de ontspanknop helemaal in en beweeg de camera
- 61 -
Opnemen
[Opname] Functie:
Beelden maken terwijl u de huidstructuur
verandert (Cosmetische Functie)
Er kunnen beelden gemaakt worden terwijl u de structuur of helderheid van de huid instelt.
Er kunnen voor elk 3 niveaus van helderheid geselecteerd worden.
Raak [OK] aan.
Aantekening
Effect wordt niet toegepast als er geen huidkleur aangetroffen wordt.
De gemaakte instelling van de Cosmetische Functie wordt opgeslagen zelfs als het toestel
uitstaat.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden omdat het toestel ze automatisch op de
optimale instelling zet.
[Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie]
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Selecteer het item.
Raak [3]/[4] aan om de stralendheid in te stellen.
Onderdeel Inhoud van de aanpassing
[Zachte huid] Om een beeld met soft skin op te nemen.
[Natuurlijke huid]
Om de oorspronkelijke schoonheid van de huid tot
uitdrukking te laten komen.
[Zomers tintje] Gezonde gebruinde huid creëren zoals aan het strand.
Opnemen
- 62 -
[Opname] functie:
Foto’s maken tijdens terwijl de kleur ingesteld
wordt (Mijn Kleur functie)
U kunt foto’s met het gewenste effect maken door het onderwerp van tevoren op het
beeldscherm te bekijken en het gewenste effect in te stellen.
Raak [ ] aan.
Raak [ ] aan.
Selecteer het item.
Raak [OK] aan.
Aantekening
De instellingen kunnen veranderd worden door [ ] op het menuscherm aan te raken.
De instellingen van My Colour worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgezet.
Onderdeel Effect
[Expressief] Dit is een pop art-stijl beeldeffect dat de kleur benadrukt.
[Retro]
Dit is een zacht beeldeffect dat de er voor zorgt dat de foto
er aangetast uitziet.
[Puur]
Dit is een beeldeffect dat een koel, helder licht gebruikt om
een gevoel van frisheid toe te voegen. (Het beeld zal er
helder en enigszins blauw uitzien.)
[Zwart/wit]
Dit is een beeldeffect dat het onderwerp vastlegt met het
gebruik van tinten die typisch zijn van zwart-witfotografie en
met een vlaagje kleur.
[Hoge dynamiek]
Dit is een beeldeffect waardoor donkere en lichte zones met
de juiste helderheid en natuurlijke kleuren ontstaan.
[Silhouet]
Dit is een beeldeffect dat het onderwerp in de schaduw beter
doet uitkomen als een zwarte silhouet door de
achtergrondkleuren van de lucht of de zonsondergang, enz.
te gebruiken.
[Speldenprik]
Beeld wordt donkerder gemaakt en met zachte focus rond
de onderwerpen.
[Zandstraal]
Beeld is gemaakt met een korrelige, gezandstraalde
structuur.
- 63 -
Opnemen
[Opname] functie: ñ·¿
Opnemen
Een beeld maken met Gezichtsdetectie functie
Gezichtsdetectie is een functie die een gezicht vindt dat op een geregistreerd gezicht lijkt
en het scherpstellen en de belichting automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon
geplaatst is zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op
een groepsfoto staat, kan het toestel toch een duidelijk beeld maken.
De volgende functies zullen ook met de functie
Gezichtsherkenning werken.
In opnamefunctie
Display van overeenkomstige naam wanneer het toestel een
geregistreerd gezicht
¢
opspoort (als de naam ingesteld is voor het
geregistreerde gezicht)
In terugspeelfunctie
Afbeelden van naam en leeftijd (als de informatie geregistreerd is)
Selectief afspelen van beelden die geregistreerd zijn met Gezichtdetectie
([Categorieselectie] (P98) in [Afspelen filteren]).
¢ Er kunnen namen van maximaal 3 personen worden afgebeeld. De voorrang aan de namen
die afgebeeld worden wanneer er beelden gemaakt worden wordt bepaald door de
volgorde van registratie.
Aantekening
Tijdens de burstfunctie, kan [Gezicht herk.] beeldinformatie alleen als bijlage van het eerste
beeld ingesteld worden.
[Gezicht herk.] kan gebruikt worden in de volgende scènefuncties.
[Portret]/[Zelfportret]/[Landschap]/[Sport]/[Nachtportret]/[Party]/[Kaarslicht]/[Baby1]/[Baby2]/
[Huisdier]/[Zonsonderg.]/[H. gevoeligh.]/[Strand]/[Sneeuw]/[Foto frame]
[Gezicht herk.] zal een gezicht vinden dat lijkt op het geregistreerde gezicht en garandeert
geen zekere herkenning van een persoon garanderen.
Gezichtsdetectie zou langer kunnen duren om geselecteerd te worden en om kenmerkende
gezichtsuitdrukkingen te herkennen dan normale Gezichtsdetectie.
Deze functie is vastgesteld op [OFF] terwijl er video’s gemaakt worden.
Zelfs wanneer er informatie van de Gezichtsdetectie geregistreerd is, zullen beelden die
gemaakt zijn met [Naam] en ingesteld zijn op [OFF] niet gecategoriseerd worden door de
Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] ([Afspelen filteren]).
Ook al wordt de informatie over gezichtsdetectie veranderd (P66), zal gezichtherkenning
informatie voor de reeds gemaakte beelden niet veranderd worden.
Als bijvoorbeeld de naam veranderd wordt, zullen beelden die gemaakt zijn vóór de
verandering niet gecategoriseerd worden door gezichtsdetectie in [Categorieselectie]
([Afspelen filteren])
Om de naaminformatie van de gemaakte beelden te veranderen, de [Vervangen] in
[Gez.herk. bew.] (P111) uitvoeren.
[Gezicht herk.] wordt aanvankelijk ingesteld op [OFF] op het toestel.
[Gezicht herk.] zal automatisch naar [ON] gaan wanneer het gezichtsbeeld
geregistreerd is.
Opnemen
- 64 -
U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van
maximaal 6 personen.
De registratie kan vergemakkelijkt worden door het maken van meerdere gezichtsbeelden
van elk persoon. (maximaal 3 beelden/registratie)
Selecteer [Gezicht herk.] op het [Opname] functiemenu. (P36)
Raak [ ] ([Geheugen]) aan.
Raak [Nieuw] aan.
[Nieuw] zal niet weergegeven worden als al 6 personen geregistreerd zijn. Wis iemand
die al geregistreerd is om een nieuwe registratie te maken.
Maak een beeld door het gezicht met de richtlijn af te stellen.
Er kunnen geen gezichten van onderwerpen die geen personen zijn (huisdieren, enz.)
geregistreerd worden.
Er wordt een melding afgebeeld voor het maken van gezichtsbeelden wanneer [ ]
aangeraakt wordt.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Gezichtsinstellingen
Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert
Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor
zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de
wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u
registreert.
Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt
wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de
registratie.)
(Goed voorbeeld voor
het registreren)
Wanneer deze niet herkent tijdens het opnemen
Het gezicht registreren van dezelfde persoon binnen en buiten of met verschillende
uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. (P66)
Verder registreren op de opnamelocatie.
Wanneer een persoon die al geregistreerd is, niet herkend wordt, dit corrigeren door de
persoon opnieuw te registreren.
Gezichtsdetectie zou niet mogelijk kunnen zijn of zou gezicht niet correct kunnen herkennen
zelfs wanneer het om geregistreerde gezichten gaat, afhankelijk van de gezichtsuitdrukking
en de omgeving.
Het registreren van gezichtsbeeld van een nieuw persoon
- 65 -
Opnemen
Stel het item in.
U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Naam]
Het is mogelijk namen te registreren.
1 Selecteer [SET].
2 De naam invoeren.
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg Tekst
Invoeren
sectie op P93.
[Leeftijd]
Het is mogelijk de verjaardag te registreren.
1 Selecteer [SET].
2 Stel het Jaar/Maand/Dag in door [3]/[4] voor elk item
aan te raken en raak [Inst.] aan.
[Focus icoon]
De afgebeelde focusicoon veranderen wanneer er op het
onderwerp scherpgesteld is.
Raak het focuspictogram aan.
[Beeld toev.]
Extra gezichtsbeelden toevoegen.
(Voeg Beelden) toe
1 Raak [Toev.] aan.
2 Stap 4 in “Het registreren van gezichtsbeeld van een
nieuw persoon”. uitvoeren
Eén van de gezichtsbeelden wissen.
(Wissen)
Raak het te wissen gezichtsbeeld aan.
Als er slechts één beeld geregistreerd is, kan deze niet gewist
worden.
Opnemen
- 66 -
U kunt de beelden of informatie modificeren van een al geregistreerde persoon. U kunt
ook de informatie wissen van de geregistreerde persoon.
1 Selecteer [Gezicht herk.] in het [Opname] menu. (P36)
2 Raak [ ] ([Geheugen]) aan.
3 Raak het te bewerken of te wissen gezichtsbeeld aan.
4 Selecteer het item.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
De informatie veranderen of wissen voor een geregistreerde persoon
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Info bew.]
De informatie veranderen van een reeds geregistreerde
persoon.
Stap
5 in “Het registreren van gezichtsbeeld van een nieuw
persoon”. uitvoeren
[Prioriteit]
De focus en belichting worden met voorkeur afgesteld voor
gezichten met hogere prioriteit.
1 Raak de positie aan die u in de registratievolgorde wilt
veranderen.
2 Raak [Inst.] aan.
[Wissen] Informatie wissen van een geregistreerd persoon.
- 67 -
Opnemen
[Opname] functie: ñ·¿
Een stilstaand beeld maken terwijl u een film
maakt
Er kunnen foto’s gemaakt worden zelfs als u een video opneemt.
Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te
maken.
Aantekening
Tijdens het maken van video’s, zal, als u de ontspanknop tot de helft indrukt of foto’s maakt met
de touch shutter, het toestel opnieuw scherpstellen en zal de beweging van het opnieuw
scherpstellen opgenomen worden op de video die gemaakt wordt. Om de prioriteit te geven
aan het videobeeld, wordt het aangeraden om foto’s te maken door de ontspanknop geheel in
te drukken of foto’s te creëren na het maken van video. (P94)
De touch shutter-functie zal ook werken als u per ongeluk het aanraakpaneel aanraakt, dus
dient u voorzichtig te zijn.
Opneembare pixels en opneembaar aantal beelden worden afgebeeld door de sluiterknop tot
de helft in te drukken.
Opnemen van bewegend beeld zal doorgaan na het maken van het stilstaande beeld.
Gelijktijdig opgenomen foto’s zullen gemaakt worden met een beeldverhouding van [W] en
een beeldformaat van [3,5M]. De beeldkwaliteit van standaardbeelden kan anders zijn dan
[3,5M].
Er kunnen tijdens het opnemen van video’s tot 5 foto’s gemaakt worden.
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Het zoomen zou op kunnen houden wanneer er een beeld gemaakt wordt tijdens het zoomen.
Gelijktijdig foto’s en video’s maken is niet mogelijk als [VGA] of [QVGA] op [Motion JPEG]
gezet is.
Het werkgeluid van de sluiterknop kan opgenomen worden als tijdens het opnemen van een
video een foto gemaakt wordt.
Wanneer het onderwerp een helder gedeelte bevat, zouden er roodachtige strepen kunnen
verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of de hele LCD-monitor roodachtig
worden.
Opnemen
- 68 -
[Opname] functie: ñ·¿
Nuttige functies op reisbestemmingen
Voor details over de [Set-up] menu-instellingen, P36 raadplegen.
Als u de vertrekdatum of de reisbestemming van de vakantie vooraf instelt, wordt het
aantal dagen dat voorbij is sinds de vertrekdatum (welke dag van de vakantie het is)
opgenomen wanneer u het beeld maakt. U kunt het aantal dagen dat voorbij is afbeelden
wanneer u de beelden terugspeelt en deze afdrukken op de gemaakte beelden met [Tekst
afdr.] (P102).
Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de
PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd).
Kies [Klokinst.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P16)
Opnemen welke Dag van de Vakantie en de Locatie van de Vakantie het
is ([Reisdatum])
Selecteer [Reisdatum] in het [Set-up] menu.
Raak [Reissetup] aan.
Raak [SET] aan.
Raak jaar/maand/dag aan, stel de
vertrekdatum in met [3]/[4] en raak
vervolgens [Inst.] aan.
Raak jaar/maand/dag aan, stel de terugkeerdatum in met [3]/[4] en
raak vervolgens [Inst.] aan.
Raak [Locatie] aan.
Raak [SET] aan.
De locatie invoeren.
Voor details over hoe karakters in te voeren, Tekst Invoeren op P93 raadplegen.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
- 69 -
Opnemen
De vertrekdatum wissen
De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum na de
terugkomstdatum is. Als u de reisdatum wilt wissen voordat de vakantie eindigt, selecteer
dan [OFF] op het scherm dat in stap
3 getoond wordt. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is,
zal [Locatie] ook op [OFF] gezet worden
Om alleen het [Locatie] gegeven te wissen, selecteert u [OFF] op het beeldscherm bij stap
7
.
Aantekening
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de
vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [Wereldtijd] instelt op de reisbestemming, wordt de
reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Als u [Reisdatum] instelt op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet
opgeslagen worden. Zelfs als [Reisdatum] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal
op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt
gemaakt.
Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze
vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (min) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze
opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
Als de reisdatum afgebeeld wordt als [-] (min) in het wit, bestaat er een tijdsverschil, dat
datumverandering tot gevolg heeft tussen de [Home] en [Bestemming]. (Dit zal opgenomen
worden)
[Reisdatum] kan niet ingesteld worden voor films die opgenomen zijn met [AVCHD].
[Locatie] kan niet opgenomen worden wanneer u bewegende beelden maakt.
[Reisdatum] kan niet ingesteld worden in de Intelligente automatische functie. Instelling van
andere opnamefunctie zal beïnvloed worden.
Opnemen
- 70 -
Voor details over de [Set-up] menu-instellingen, P36 raadplegen.
U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en deze opnemen op de
beelden die u maakt.
Kies [Klokinst.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P16)
Aantekening
Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil
tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
Het pictogram van de reisbestemming [
] verschijnt als u beelden afspeelt die u tijdens uw reis
hebt gemaakt.
Opnamedata/-tijden op at Reisbestemmingen ver weg ([Wereldtijd])
Selecteer [Wereldtijd] in het [Set-up] menu.
Het bericht verschijnt wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt na aanschaf. Raak
[Inst.] aan en stel het thuisgebied in op het beeldscherm van stap
3.
Raak [Home] aan.
Selecteer de regio waarin u woont met
gebruik van [ ]/[ ] en raak vervolgens
[Inst.] aan.
A Huidige tijd
B Tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time)
Als de zomertijd [ ] in het thuisgebied gebruikt
wordt, raak dan [ ] aan (de tijd wordt één uur
vooruit gezet). Raak [ ] aan om terug te keren
naar de gewone tijd.
Raak [Bestemming] aan.
Afhankelijk van de instelling verschijnt de tijd in uw
vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied
op het scherm.
Selecteer uw reisbestemming met gebruik
van [ ]/[ ] en raak vervolgens [Inst.]
aan.
C Huidige tijd van het bestemmingsgebied
D Tijdsverschil
Als de zomertijd [ ] op uw reisbestemming
gebruikt wordt, raak dan [ ] aan (de tijd wordt met
één uur vooruit gezet). Raak [ ] opnieuw aan om
terug te keren naar de gewone tijd.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
A
B
D
C
- 71 -
Opnemen
Het functiemenu [Opname] gebruiken
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
De flits instellen voor opnamen.
Toepasbare functies:
ñ·¿
¢ De flits wordt twee maal geactiveerd. Het onderwerp dient niet te bewegen totdat de
tweede flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits is afhankelijk van de helderheid
van het onderwerp.
[Flitser]
: AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
:
AUTO/Rode-
ogenreductie
¢
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het
rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te
verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke
opname.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in
slecht belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld
op AAN
:
Vast ingesteld op
AAN/Rode-
ogenreductie
¢
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting
heeft of onder fluorescent licht staat.
:
Langzame synchr./
Rode-
ogenreductie
¢
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond,
maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd
wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op
een donkere achtergrond.
Œ: Vast ingesteld
op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het
gebruik van een flits niet toegestaan is.
Opnemen
- 72 -
Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
¢1 [ ] wordt afgebeeld.
¢2 [Expressief]/[Retro]/[Puur]/[Zwart/wit]/[Silhouet]
¢3 [Hoge dynamiek]
¢4 [Speldenprik]/[Zandstraal]
De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt.
Œ Œ
ñ
±
¢1
————± í ± ± ——¥
·
±±± ±±
ï
—————¥
*
±¥±——±
9
± ± ——¥
±¥±——±
ô
—————¥
0
±¥±——± ——¥ ———
, —————¥
5
—————¥
—————¥
4
—————¥
-
¥ ± ——±
6
——¥ ——±
. ————¥±
8
¥ ± ——±
/
—————¥
7
—————¥
—————¥ ¥±±——±
1
± ± ——¥ —————±
2
———±¥± ±±±——±
3
———±±¥
¢2
—————±
:
±¥±——±
¢3
————±±
;
±¥±——±
¢4
± ± ——±
- 73 -
Opnemen
Beschikbaar flitsbereik
Het beschikbare flitsbereik is een benadering.
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 Deze kan variëren afhankelijk van de [Korte sluitert.] instelling.
¢2 Wanneer [Korte sluitert.] ingesteld is op [AUTO].
¢3 Wanneer [Gevoeligheid] ingesteld is op [ ].
¢2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en
de opname te donker of te licht zijn.
Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u
kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
Als u een foto neemt voorbij het beschikbare flitsbereik, kan het zijn dat de Witbalans niet naar
behoren wordt ingesteld.
Het flitseffect kan onvoldoende zijn wanneer [Flitsburst] gebruikt wordt in de Scènefunctie of
wanneer de sluitersnelheid hoog is.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Breed Tele
[AUTO] in
[Gevoeligheid]
60 cm tot 5,9 m 1,0 m tot 2,5 m
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/60
¢1
tot 1/4000
1
¢1
tot 1/4000
1 of 1/8 tot 1/4000
¢2
1 of 1/4 tot 1/4000
¢2, 3
Œ
Opnemen
- 74 -
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Dit is voor het maken van foto’s met de timer.
Toepasbare functies:
ñ·¿
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop
helemaal in om de opname te maken. Het lampje van de
zelfontspanner knippert en de sluiter wordt na 10 seconden
geactiveerd (of na 2 seconden).
Aantekening
Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er
automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op
donkere plekken zal het zelfontspannerlampje A knipperen en kan het
helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken zodat het toestel beter
op het object scherp kan stellen.
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de
zelfontspanner.
Instellen van de zelfontspanner kan niet uitgevoerd worden in de
volgende gevallen.
In [Hi-speed burst] in de scènefunctie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het
afdrukken of het terugspelen past.
Toepasbare functies:
·¿
Aantekening
De uiteinden van de opgenomen beelden kunnen er afgeknipt worden bij het afdrukken
,
controleer daarom
voordat u afdrukt/laat afdrukken. (P153)
[Zelfontspanner]
[]
(10 seconden)
De foto’s worden in 10 seconden gemaakt.
Zelfontspanner kan niet ingesteld worden op 10 seconden in
[Zelfportret] in scènefunctie.
[]
(2 seconden)
De foto’s worden in 2 seconden gemaakt.
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is deze instelling
handig om de beweging te vermijden, die veroorzaakt wordt door het
indrukken van de ontspanknop.
[OFF]
j
[Aspectratio]
[X] [Aspectratio] van een 4:3 TV
[Y] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera
[W] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz.
[] Vierkante aspectratio
- 75 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden
zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen.
Toepasbare functies:
ñ·¿
Wanneer de aspectratio [X] is.
¢ Dit item kan niet ingesteld worden in de intelligente automatische functie.
Wanneer de aspectratio [Y] is.
Wanneer de aspectratio [W] is.
Wanneer de aspectratio [ ] is.
[Fotoresolutie]
(12M) 4000k3000 pixels
(8M )
¢
3264k2448 pixels
(5M ) 2560k1920 pixels
(3M )
¢
2048k1536 pixels
(2M )
¢
1600k1200 pixels
(0,3M ) 640k480 pixels
(10,5M) 4000k2672 pixels
(7M )
¢
3264k2176 pixels
(4,5M )
¢
2560k1712 pixels
(2,5M )
¢
2048k1360 pixels
(0,3M )
¢
640k424 pixels
(9M) 4000k2248 pixels
(6M )
¢
3264k1840 pixels
(3,5M )
¢
2560k1440 pixels
(2M )
¢
1920k1080 pixels
(0,2M )
¢
640k360 pixels
(9M) 2992k2992 pixels
(6M )
¢
2448k2448 pixels
(3,5M )
¢
1920k1920 pixels
(2,5M )
¢
1536k1536 pixels
(0,2M )
¢
480k480 pixels
Opnemen
- 76 -
Aantekening
Een digitaal beeld is opgemaakt uit talrijke punten die pixels heten. Hoe groter het aantal
pixels, hoe fijner het beeld zal zijn wanneer deze afgedrukt wordt op een groot stuk papier of
afgebeeld wordt op een PC monitor.
Als u de aspectratio verandert, de beeldgrootte opnieuw instellen.
De Extra Optische Zoom werkt niet in de volgende gevallen, daarom wordt de beeldgrootte
voor [ ] niet afgebeeld.
In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie
In macrozoom-functie
In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of
[Foto frame] in de scènefunctie
In 3D-fotofunctie
In [Speldenprik] mijn kleurfunctie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
De instelling is vastgezet op 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9), 2,5M (1:1) in [Transformeren] in
de Scènefunctie.
De instelling is vastgezet op 2M(4:3) in [Foto frame] in de scènefunctie.
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
Toepasbare functies:
·¿
Aantekening
De instelling is vastgesteld op [] in [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.],
[Hi-speed burst] of [Flitsburst] in Scènefunctie.
De volgende pictogrammen worden afgebeeld tijdens de 3D-opname.
[Kwaliteit]
[A] Fijn (wanneer u de prioriteit geeft aan de beeldkwaliteit)
[] Standaard (wanneer u de standaard beeldkwaliteit gebruikt en het aantal op te
nemen beelden vergroot zonder het aantal pixels te veranderen)
[]:MPOiFine (
Zowel de MPO-beelden als de fijne JPEG-beelden worden simultaan
opgenomen.
)
[]:MPOiStandaard (
Zowel de MPO-beelden als de standaard JPEG-beelden worden
simultaan opgenomen.
)
- 77 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het
instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken
zonder dat de beelden donker worden.
Toepasbare functies:
·
[AUTO]/[]/[ISO100]/[ISO200]/[ISO400]/[ISO800]/[ISO1600]
Over [ ] (slimme ISO-gevoeligheidscorrectie)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale
ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij
de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het
schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Het
verandert voortdurend om zich aan te passen aan de beweging van het onderwerp, tot de
sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
Aantekening
Voor het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P73.
De instelling is vastgesteld op [ ] in de volgende gevallen.
In [Sport], [Baby1]/[Baby2], [Huisdier] en [Flitsburst] in de scènefunctie
De instelling staat permanent op [AUTO] als een video opgenomen wordt.
[Gevoeligheid]
[
ISO
100] [
ISO
1600]
Opnamelocatie (aangeraden) Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
Schommelen van het onderwerp Verhoogd Minder
ISO-gevoeligheid
Instellingen
AUTO
maximum [ISO400]
(Met de flitser op [ISO1600])
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
maximum [ISO1600]
(Intelligent)
De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de
beweging van het onderwerp en de helderheid.
100/200/400/800/1600
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
Opnemen
- 78 -
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit
naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het
dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
Toepasbare functies:
·¿
Aantekening
De optimale Witbalans zal variëren afhankelijk van het type fluorescente lamp waaronder
opgenomen wordt, gebruik daarom [AWB] of [Ó].
De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling
voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.)
Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen.
[Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], [Party],
[Kaarslicht], [Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw] of
[Luchtfoto] in Scènefunctie
[Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit], [Silhouet] of [Zandstraal] in de Mijn Kleur functie
Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1 De automatische witbalans zal met dit bereik werken
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 Zonlicht
6 Wit fluorescerend licht
7 Gloeilamp
8 Zonsopgang en zonsondergang
9 Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
[Witbalans]
[AWB] Automatische afstelling
[V] Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht
[Ð] Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht
[î] Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw
[Ñ] Wanneer u beelden maakt onder fel licht
[Ò] Waarde ingesteld door gebruikte [Ó]
- 79 -
Opnemen
Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto’s maakt.
1 Raak [Ò] aan.
2 Raak [Ó] aan.
3 Richt het toestel op een wit vel papier, enz., zo dat
het frame in het midden alleen met wit gevuld
wordt en raak vervolgens [Inst.] aan.
Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het zijn
dat u er niet in slaagt de witbalans in te stellen. Als dat
zo is, stel dan de juiste helderheid in en stel de
witbalans opnieuw in.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1 Raak [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò] aan vanaf de Witbalans.
2 Raak [ ] aan.
3 Sleep de schuifbalk aan om fijne afstellingen te maken.
Kies [0] om de oorspronkelijke Witbalans weer in te stellen.
4 Raak [Inst.] aan.
5 Raak [OK] aan.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Aantekening
De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
U kunt de Witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke Witbalansfunctie.
De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans wordt door het beeld gebruikt
wanneer u de flits gebruikt.
De fijnafstelling van de Witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans in [Ò] keert terug
naar [0] wanneer u de Witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó].
Fijne afstelling van de witbalans kan niet ingesteld worden voor [B/W], [SEPIA], [COOL] en
[WARM] in [Kleurfunctie].
De witbalans handmatig instellen
De witbalans fijn afstellen
[Rood]: Aanraken als de tint blauwachtig is.
[Blauw]: Aanraken als de tint roodachtig is.
Opnemen
- 80 -
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
Toepasbare functies:
·¿
¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films.
Aantekening
Deze zal vastgesteld worden op [š] wanneer de [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON].
De AF-modus is vastgezet op [Ø] in [Sterrenhemel], [Vuurwerk] in de scènefunctie.
In de volgende gevallen is het niet mogelijk [š] in te stellen.
In [Panorama assist], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], en [Luchtfoto] in de scènefunctie.
Over [š] (Gezichtsherkenning)
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de
gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame
groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op te
sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar [ ]
([Ø] terwijl er video’s gemaakt worden).
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
Wanneer het gezicht op een hoek is
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz.
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
Wanneer er een snelle beweging is
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
Wanneer het toestel schudt
Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
[AF mode]
[š]: Gezichtsdetectie De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon. De
focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die het
best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht zich in het
beeld bevindt. (max. 15 zones)
[]: AF-opsporing Focus kan afgesteld worden op een gespecificeerd onderwerp. De
focus zal het onderwerp blijven volgen ook wanneer deze
beweegt. (Dynamische opsporing)
Raadpleeg P48 voor details.
[]
: 23-zone-focussing
¢
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld. Dit
is doeltreffend wanneer het onderwerp zich niet in het midden van
het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling van
de beeldverhouding)
[Ø]: 1-zone-focussing Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden
van het scherm.
[Ù]: Punt-focussing
¢
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het
scherm.
- 81 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv.
wanneer u beelden maakt van bloemen.
Toepasbare functies:
·
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
De Macro-zoomfunctie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
In 3D-fotofunctie
Wanneer [ ] is ingesteld in [AF mode]
[Macro stand]
[ ] ([Macro-AF])
U kunt beelden maken van een onderwerp zo dichtbij als 3 cm
vanaf de lens door de zoomhendel helemaal naar Breed (1k) te
drukken.
[ ] ([Macro zoom])
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de
afstand tot het onderwerp voor de extreme Breed-positie
behoudt (3 cm).
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (Digitaal
zoombereik)
[OFF]
j
Opnemen
- 82 -
Voor details over [Opname] instellingen van het functiemenu raadplegen P36.
Zolang als het toestel stil gehouden wordt, zal het toestel automatisch de focus afstellen
en zal de focusafstelling vervolgens sneller zijn wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt.
Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld een kans voor beelden maken niet wilt missen.
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
De batterij raakt sneller op dan normaal.
Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
Deze werkt niet tijdens AF-opsporing.
[Quick AF] kan niet worden ingesteld in [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand],
[Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in Scènefunctie.
Aantekening
Raadpleeg P63 voor details.
[Quick AF]
[Gezicht herk.]
- 83 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Toepasbare functies:
·¿
Aantekening
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting.
De EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
De belichtingscompensatie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
In [Sterrenhemel] in de scènefunctie
In [Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit] of [Silhouet] in de Mijn Kleur functie
[Belichting]
Onderbelicht
Juiste
belichting
Overbelicht
De belichting positief
compenseren.
De belichting negatief
compenseren.
1 Stel de belichting in door de schuifbalk te
verslepen.
Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele
belichting.
2 Raak [Exit] aan.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op
het scherm.
Opnemen
- 84 -
In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de
belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met
de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
Toepasbare functies:
·¿
Met Auto Bracket d1EV
Aantekening
Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt. De belichtingswaarde wordt weergegeven in de
aanraakicoon op het scherm wanneer de belichting gecompenseerd wordt.
De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is.
Instelling van de auto bracket kan niet uitgevoerd worden in de volgende gevallen.
In [Transformeren], [Panorama assist], [Nachtop. uit hand], [Hi-speed burst], [Flitsburst],
[Sterrenhemel] en [Foto frame] in de scènefunctie
In [Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit], [Silhouet], [Speldenprik] en [Zandstraal] in de Mijn
Kleur functie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[Auto bracket]
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EV j1EV i1EV
1 Raak [ ] aan tijdens de belichtingscompensatie.
2 Stel het compensatiebereik van de belichting in
door [ ]/[ ] aan te raken.
Wanneer u de Auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0).
3 Raak [Exit] aan.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
- 85 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot
verschil is in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te
brengen naar hoe u ziet.
Toepasbare functies:
·
[ON]/[OFF]
Aantekening
Zelfs wanneer de [Gevoeligheid] ingesteld is op [ISO100], kan [Gevoeligheid] ingesteld hoger
ingesteld worden dan [ISO100] als het beeld gemaakt wordt met [i. Exposure] ingesteld op
geldig.
Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden.
[ ] wordt geen in het scherm wanneer [i. Exposure] effectief is.
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [Korte sluitert.] langzamer in te
stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te
verminderen.
Toepasbare functies:
·
[AUTO], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1]
Aantekening
Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u
een minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [ ] links onderaan het
scherm.)
Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het
toestel niet erg bewogen wordt, wat met [Stabilisatie] gecorrigeerd moet worden, of als
[Stabilisatie] op [OFF] staat.
Het op een langzamere sluitertijd instellen van [Korte sluitert.] zou de kans op beeldbibber
kunnen doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner
aan voor het maken van beelden.
Het op een hogere snelheid instellen van [Korte sluitert.] zou het beeld donkerder kunnen
maken, daarom raden we aan het beeld op te nemen in een goed verlichte zone. Als er geen
correcte belichting verkregen kan worden, zal [ ] in het rood knipperen wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
[i. Exposure]
[Korte sluitert.]
Instelling minimum sluitertijd 1/125 1
Helderheid Donkerder Helderder
Beweging Minder Meer
Opnemen
- 86 -
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v.
de Intelligente Resolutietechnologie.
Toepasbare functies:
·
Aantekening
Lees P49 voor informatie over de Intelligente Zoom.
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Dit kan het onderwerp zelfs nog meer vergroten dan de Optische Zoom, de Extra Optische
Zoom of [i.ZOOM].
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
P49 raadplegen voor gedetailleerde informatie.
De instelling is vastgesteld op [ON] in macro-zoomfunctie.
[I.resolutie]
[ON] [I.resolutie] is geactiveerd.
[i.ZOOM] [I.resolutie] wordt geactiveerd en de zoomvergroting wordt ongeveer
1,3
k vergroot zonder merkbare achteruitgang in het beeld.
[OFF]
[Dig. zoom]
- 87 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
Selecteer de foto’s die u echt mooi vindt uit die, die u gemaakt heeft.
Toepasbare functies:
ñ·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
Focus, belichting en witbalans zullen op de instellingen voor het eerste beeld vastgezet zijn.
Afhankelijk van veranderingen in de helderheid van het onderwerp zou de opname vanaf het
tweede beeld helderder of donkerder kunnen zijn.
Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving
zoals op donkere plaatsen of als de ISO-gevoeligheid hoog is, enzovoort.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen zal het overschrijven
van de gegevens even duren.
[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer burst ingesteld is.
U kunt Burstfunctie niet gebruiken onder de volgende omstandigheden.
In [Panorama assist], [Nachtop. uit hand], [Hi-speed burst], [Flitsburst], [Sterrenhemel],
[Vuurwerk] en [Foto frame] in de scènefunctie
In[Speldenprik] mijn kleurfunctie
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Met behulp van deze functies, kunnen de beelden scherper of zachter gemaakt worden,
kunnen de kleuren van de beelden naar sepia kleuren gebracht worden of kunnen er
andere kleur effecten verkregen worden.
Toepasbare functies:
ñ·
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is.
¢2 Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie.
[Burstfunctie]
Burstsnelheid (opnamen/seconde) Ongeveer 3,7
Aantal opnamen max. 7 beelden
[Kleurfunctie]
[ ] ([STANDARD]) Dit is de standaard instelling.
[ ] ([Happy])
¢1
Beeld met verbeterde helderheid en levendigheid.
[ ] ([NATURAL])
¢2
De opname wordt zachter.
[ ] ([VIVID])
¢2
De opname wordt scherper.
[ ] ([B/W]) Het beeld wordt zwart-wit.
[ ] ([SEPIA]) Het beeld wordt sepia.
[ ] ([COOL])
¢2
Het beeld wordt blauwachtig.
[ ] ([WARM])
¢2
Het beeld wordt roodachtig.
Opnemen
- 88 -
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
De AF-hulplamp zal het onderwerp verlichten als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt
wordt en maakt het zo gemakkelijker voor het toestel om scherp te stellen als een opname
bij weinig licht gemaakt wordt. (Al naargelang de opnameomstandigheden zal een grotere
AF-zone weergegeven worden.)
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
Alleen beschikbaar wanneer [AF mode] ingesteld is op [š] en de gezichtsdetectie actief is.
Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
[ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is.
[AF ass. lamp]
Aantekening
Het effectieve bereik van de AF-assistentielamp is 1,5 m.
Wanneer u de AF-lamp A niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ass. lamp] op [OFF] zetten.
In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
[AF ass. lamp] staat vast op [OFF] in [Zelfportret], [Landschap],
[Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Zonsonderg.], [Vuurwerk] en [Luchtfoto]
in Scènefunctie.
[Rode-ogencorr]
- 89 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
m.b.v. deze functie, wordt schudden opgemerkt tijdens het maken van een foto en compenseert
de camera automatisch voor het schudden, het zo mogelijk makend onbewogen foto’s te maken.
Toepasbare functies: ·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
Wanneer er veel camerabeweging is.
Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
In het digitale zoombereik.
Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt.
Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere plaatsen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
De instelling is vastgesteld op [ON] in [Zelfportret] of [Nachtop. uit hand] in Scènefunctie of bij
het opnemen van video’s.
De instelling is vastgesteld op [OFF] in [Sterrenhemel] in scènefunctie.
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
U kunt foto’s maken met de opnamedatum en -tijd.
Toepasbare functies:
·¿
Aantekening
De datuminformatie van foto’s die met ingestelde [Datum afdr.] gemaakt zijn, kan niet
worden gewist.
Tijdens het afdrukken, in een winkel of met een printer, van foto’s met [Datum afdr.], zal
de datum boven op de andere afgedrukt worden, als u kiest om de datum af te drukken.
De datuminformatie kan niet afgedrukt worden op foto’s die gemaakt zijn zonder dat de klok
ingesteld was.
De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
In [Panorama assist], [Hi-speed burst] en [Flitsburst] in de scènefunctie.
[Auto bracket] en [Burstfunctie] in [Opname] Functiemenu
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[Tekst afdr.], [Nw. rs.] en [Bijsnijden] kunnen niet ingesteld worden voor beelden die
opgenomen werden terwijl [Datum afdr.] ingesteld was.
Zelfs als u een foto maakt terwijl [Datum afdr.] op [OFF] staat, dan is het nog mogelijk om de
datums op de opgenomen beelden te stempelen, door [Tekst afdr.] (P102) te gebruiken of door
de datumafdruk in te stellen (P108, 133).
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Aantekening
Raadpleeg P16 voor details.
[Stabilisatie]
[Datum afdr.]
[ ] ([ZON. TIJD]) Druk het jaar, de maand en de dag af.
[ ] ([MET TIJD]) Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten af.
[OFF]
[Klokinst.]
Opnemen
- 90 -
Het functiemenu [Bewegend beeld] gebruiken
Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen
P36.
Dit stelt het gegevensformaat van bewegende beelden op.
Toepasbare functies:
ñ·¿
[ [AVCHD]]
Selecteer dit formaat om HD (high definition) video op te nemen voor afspelen op uw HDTV
m.b.v. een HDMI-verbinding.
Het kan afgespeeld worden door de kaart in een apparaat te steken dat compatibel is met
AVCHD. Raadpleeg de instructies van het gebruikte apparaat voor details over de
compatibiliteit.
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse van “Class 4” of hoger.
[ [Motion JPEG]]
Selecteer dit formaat om standaard definitie video op te nemen voor afspelen op uw PC. Deze
kan opgenomen worden m.b.v. minder opslagruimte wanneer er niet voldoende ruimte over is
op de geheugenkaart of wanneer u het bewegende beeld als bijlage met een e-mail wilt
versturen.
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse van “Class 6” of hoger.
[Opnamefunctie]
- 91 -
Opnemen
Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36.
Dit stelt de beeldkwaliteit van bewegende beelden op.
Toepasbare functies:
ñ·¿
Wanneer [AVCHD] geselecteerd is
Wat is bit rate
Dit is het volume van de gegevens voor een bepaalde tijdsperiode en de kwaliteit neemt toe
wanneer het aantal groter wordt. Dit apparaat gebruikt de “VBR”-opnamemethode. “VBR” is
een afkorting van “Variable Bit Rate” en de bit rate (volume van gegevens voor een bepaalde
tijdsperiode) wordt automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp.
Daarom wordt de opnametijd verkort wanneer een onderwerp met snelle beweging
opgenomen wordt.
[FSH] kan films met een nog hogere definitie en beeldkwaliteit opnemen dan [SH].
Wanneer [Motion JPEG] geselecteerd is
Dit kan niet opgenomen worden op het ingebouwde geheugen behalve voor [QVGA].
Aantekening
Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD] of [Motion JPEG] zouden afgespeeld
kunnen worden met slechte beeld- of geluidkwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk
kunnen zijn zelfs wanneer er afgespeeld wordt met apparatuur, dat compatibel is met
deze formaten. Tevens zou de opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden.
In dit geval, dit apparaat gebruiken.
Voor details over AVCHD-compatibele inrichtingen, de ondersteuningsites hieronder
raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Om AVCHD-films, die met dit toestel opgenomen zijn, af te spelen op een Panasonic Blu-ray
Disc speler (DMP-BD30/DMP-BD31/DMP-BD50) moet de firmware van de Blu-ray Disc speler
ge-update worden.
U kunt de meest recente firmwareversie van de volgende website downloaden.
http://panasonic.net/support/
[Opn. kwaliteit]
Onderdeel Kwaliteit (bit rate) fps Aspectratio
[FSH] 1920k1080 pixels/Ongeveer 17 Mbps
50i
(CCD-output bedraagt
25 fps)
16:9
[SH] 1280k720 pixels/Ongeveer 17 Mbps
50p
(CCD-output bedraagt
25 fps)
Onderdeel Beeldgrootte fps Aspectratio
[HD] 1280k720 pixels
30
16:9
[VGA] 640k480 pixels
4:3
[QVGA] 320k240 pixels
Opnemen
- 92 -
Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen
P36.
In toevoeging op de optische beeldstabilisator wordt de elektronische beeldstabilisator
gebruikt, wat het schudeffect van het beeld wanneer u een video maakt terwijl u loopt, enz.
nog meer vermindert.
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
Terwijl u video’s opneemt, wordt de zichthoek smaller.
Een sterker effect van de correctie kan verkregen worden aan het brede einde.
De beeldstabilisator zou niet net zo effectief kunnen zijn wanneer u opneemt in kamers of op
donkere plekken.
De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
In [Speldenprik] of [Zandstraal] mijn kleurfunctie
In [Motion JPEG]
Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen
P36.
Het zal voortdurend op het onderwerp scherp stellen waarvoor de scherpstelling al een
keer was ingesteld.
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
Zet deze functie op [OFF] indien u het brandpunt wenst vast te zetten op de positie waarin u de
filmopname begon.
In [Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in Scènefunctie, is deze instelling vastgesteld op [OFF].
Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen
P36.
Dit reduceert het windgeluid in de geluidopname.
Toepasbare functies:
·¿
[ON]/[OFF]
Aantekening
Geluidskwaliteit zal anders zijn dan normaal wanneer [Windreductie] ingesteld is.
[Active Mode]
[Continu AF]
[Windreductie]
- 93 -
Opnemen
Tekst Invoeren
Het is mogelijk om namen van baby's en huisdieren en de namen van reisbestemmingen
in te voeren wanneer u opneemt. (Er kunnen alleen alfabetische tekens en symbolen
ingevoerd worden.)
U kunt de styluspen (meegeleverd) gebruiken als het moeilijk is met uw vingers te werk te
gaan.
Weergave van het invoerscherm.
U kunt het invoerscherm afbeelden via de volgende handelingen.
[Naam] van [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier] (P56) in Scènefunctie.
[Naam] in [Gezicht herk.] (P65)
[Locatie] in [Reisdatum] (P68).
[Titel bew.] (P101)
Voer letters in.
Raak [ ] aan om de tekst te veranderen tussen [A]
(hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en
[&] (speciale lettertekens).
Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren: raak
[ ] aan om de cursor te bewegen.
Door de items aan te raken, worden onderstaande handelingen verricht.
Er kan een maximum van 30 letters ingevoerd worden. (Maximum van 9 letters
wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
Raak [Inst.] aan.
Aantekening
Tekst kan verder gerold worden als niet alle tekst op het scherm past.
[]]: Spatie invoeren
[Wissen]: Karakter wissen
[ ]: Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
[ ]: Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
Afspelen/Bewerken
- 94 -
[Afspelen] functie: ¸
Afspelen/Bewerken
Creëren van foto’s uit een video
U kunt een afzonderlijke foto uit een opgenomen video creëren.
Raak [ ] aan tijdens het afspelen van bewegende beelden.
Raak [ ] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beeldkwaliteit van foto’s die van een video gemaakt zijn, kan grover zijn dan foto’s met een
gewone beeldkwaliteit.
Misschien bent u niet in staat om de foto’s te bewaren van een video die met andere
apparatuur opgenomen is.
Wanneer het onderwerp een helder gedeelte bevat, zouden er roodachtige strepen kunnen
verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of de hele LCD-monitor roodachtig
worden.
Beeldgrootte
[Motion JPEG] Beeldgrootte [AVCHD] Beeldgrootte
[HD] 2 M (16:9)
[FSH]/[SH] 2 M (16:9)
[VGA]/[QVGA] 0,3 M (4:3)
Opsl.
- 95 -
Afspelen/Bewerken
[Afspelen] functie: ¸
Diverse afspeelmethoden
U kunt de gemaakte foto’s op diverse manieren afspelen.
Raak [ ] aan.
Raak de functie-icoon aan.
Onderdeel Instellingen
[Normaal afsp.] (P24)
Alle beelden worden teruggespeeld.
[Diashow] (P96) De foto’s worden in volgorde afgespeeld.
[Afspelen filteren] (P98)
De foto’s worden in categorieën gesorteerd en
afgespeeld.
[Album afspelen] (P99)
Afspelen van beelden die geregistreerd zijn in
albums met [Mijn fotoalbum].
[Dubbel afsp.] (P99)
Beelden terugspelen op de Dubbele Display.
[Kalender] (P99)
De foto’s worden afgespeeld op grond van de
datum waarop de foto gemaakt was.
Afspelen/Bewerken
- 96 -
U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit
doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden.
U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die opgemaakt is uit alleen foto’s, alleen
video’s, alleen 3D-beelden, enz.
We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het
toestel aan een TV.
Operaties die uitgevoerd worden tijdens diavoorstelling
Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
[Diashow]
Raak de groep aan die u wilt afspelen.
Raadpleeg P122 voor de manier van afspelen van [3D-weergave]-beelden in 3D.
Raak in [Mijn fotoalbum] het album aan die u wenst af te spelen.
Voor details over [Mijn fotoalbum], raadpleeg P116.
Raak in [Categorieselectie] de categorie aan die u wenst af te spelen.
Voor details over categorieën, P98 raadplegen.
Raak [Start] aan.
1
Geef bedieningspaneel weer door het scherm aan te raken.
Als er gedurende 2 seconden geen operatie uitgevoerd wordt, zal deze terugkeren naar
zijn originele status.
2 Bedieningspaneel hanteren door aan te raken.
Afspelen/Pauzeren Diavoorstelling verlaten
Terug naar het vorige beeld
(tijdens het pauzeren/afspelen
van video’s)
Verder naar het volgende beeld
(tijdens het pauzeren/afspelen
van video’s)
Verhoogt het niveau van het
volume
Verlaagt het niveau van het
volume
Terug naar instellingsscherm diavoorstelling
- 97 -
Afspelen/Bewerken
De diavoorstellinginstellingen veranderen
U kunt de instellingen veranderen voor terugspelen van diavoorstelling door [Effect] of
[Set-up] te selecteren op het menuscherm van de diavoorstelling.
[Effect]
Dit beidt u de mogelijkheid de schermeffecten of muziekeffecten te selecteren wanneer u
van het ene beeld naar het andere beeld overschakelt.
[NATURAL], [SLOW], [SWING], [URBAN], [OFF], [AUTO]
Wanneer [URBAN] geselecteerd is, kan het beeld in zwart en wit verschijnen als een
schermeffect.
[AUTO] kan alleen gebruikt worden wanneer [Categorieselectie] geselecteerd is. De beelden
worden afgespeeld met de aanbevolen effecten in elke categorie.
Tijdens de [Alleen bew. beeld] diavoorstelling, wordt [Effect] vastgesteld po [OFF].
Sommige [Effect] zullen niet werkzaam zijn als verticaal weergegeven beelden afgespeeld
worden.
[Set-up]
[Duur] of [Herhalen] kan ingesteld worden.
[Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
Onderdeel Instellingen
[Duur] [1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]/[5SEC.]
[Herhalen] [ON]/[OFF]
[Geluid]
[AUTO]:
Er klinkt muziek als stilstaande beelden afgespeeld
worden en audio als bewegende beelden afgespeeld
worden.
[Muziek]: Er wordt muziek afgespeeld.
[Audio]: Er wordt audio (alleen voor films) afgespeeld.
[OFF]: Er zal geen geluid zijn.
Afspelen/Bewerken
- 98 -
De beelden worden geclassificeerd in alleen foto’s, alleen video’s of alleen 3D-foto’s, enz.
en afgespeeld.
Over de te sorteren categorieën
Er wordt als volgt gesorteerd als [Categorieselectie] ingesteld is.
¢ Afspelen door het beeld van de persoon die u wenst af te spelen te selecteren en aan te
raken.
[Afspelen filteren]
Onderdeel Instellingen
[Alleen foto's] Er worden alleen foto’s afgespeeld.
[Alleen bew. beeld] Er worden alleen video’s afgespeeld.
[3D-weergave] Uw favoriete 3D-beelden worden afgespeeld.
Raadpleeg P122 voor de wijze van afspelen van [3D-weergave]
beelden in 3D.
[Categorieselectie] Deze functie biedt u de mogelijkheid beelden te zoeken per
scènefunctie of andere categorieën (zoals [Portret], [Landschap]
of [Nachtl.schap]) en beelden te sorteren naar elk van de
categorieën. U kunt dan de beelden in elke categorie
terugspelen.
Raak de categorie aan die u wilt
afspelen.
Alleen de categorie waarvoor beelden
gevonden zijn, kan afgespeeld worden.
[Favorieten]
U kunt de foto’s afspelen die u ingesteld heeft als [Favorieten] (P107).
Opname-informatie bijv. scènefuncties
[Gezicht herk.]
¢
*
[Portret], [i-Portret], [Transformeren], [Zelfportret], [Nachtportret],
[i-Nachtportret], [Baby1]/[Baby2], [i-Baby], [Cosmetische modus]
, [Landschap], [i-Landschap], [Zonsonderg.], [i-Zonsonderg.], [Luchtfoto]
.
[Nachtportret], [i-Nachtportret], [Nachtl.schap],
[i-Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Sterrenhemel]
[Sport], [Party], [Kaarslicht], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw], [Luchtfoto]
Î [Baby1]/[Baby2], [i-Baby]
í
[Huisdier]
1
[Voedsel]
[Reisdatum]
- 99 -
Afspelen/Bewerken
Beelden die geregistreerd zijn op een album kunnen afgespeeld worden door de albums
met [Mijn fotoalbum].
Voor details over [Mijn fotoalbum], raadpleeg P116.
U kunt twee gemaakte beelden afbeelden op het scherm om deze te vergelijken.
Aantekening
U kunt [Dubbel afsp.] niet selecteren als er geen gemaakte beelden of
maar 1 gemaakt beeld is.
U kunt hetzelfde beeld niet tegelijkertijd op de dubbele display afbeelden.
[Dubbel afsp.] is niet beschikbaar voor video’s.
[Set-up] menu en [Afspelen] functiemenu kunnen niet gebruikt worden.
U kunt beelden afbeelden per opnamedatum.
Aantekening
De opnamedatum van het beeld die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst
het kalenderscherm afbeeldt.
Als er meerdere beelden zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname
van die datum.
U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099.
Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld, is de opnamedatum ingesteld op 1 januari
2011.
Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [Wereldtijd], worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
[Album afspelen]
[Dubbel afsp.]
[Kalender]
Raak [3]/[4] aan om de af te spelen
maand te selecteren.
Als er geen beelden tijdens een bepaalde maand zijn
gemaakt, verschijnt deze maand niet.
Raak [ ] aan om het multi-afspeelscherm te
selecteren.
Selecteer de datum die u wenst af te spelen
en raak vervolgens [Inst.] aan.
Raak het beeld aan dat u wenst af te
spelen.
Raak [ ] aan om terug te keren naar het
zoekscherm van de kalender.
Afspelen/Bewerken
- 100 -
[Afspelen] functie: ¸
Het functiemenu [Afspelen] gebruiken
U kunt foto’s instellen die u naar websites kunt uploaden waar u ze met anderen kunt
delen. U kunt de foto’s bewerken, bijvoorbeeld bijsnijden, en u kunt ook de beveiliging van
de opgenomen beelden instellen, enz.
Met [Tekst afdr.], [Nw. rs.] of [Bijsnijden] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Een
nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op het ingebouwde
geheugen of de kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het
beeld te bewerken.
Het is mogelijk om op dit toestel de beelden in te stellen die u wilt uploaden naar de
websites voor het delen van foto’s (Facebook/YouTube).
Naar Facebook kunt u foto’s uploaden en naar YouTube alleen films.
Dit kan niet gedaan worden met de beelden die in het interne geheugen staan. Kopieer
deze naar een kaart (P112) en voer vervolgens [Uploadinstelling] uit.
Selecteer [Uploadinstelling] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Uploaden van beelden naar de websites waarin beelden met anderen gedeeld
kunnen worden
Er zal automatisch een upload-tool, die deel uitmaakt van het toestel “LUMIX Image
Uploader”, naar de kaart gekopieerd worden als u [Uploadinstelling] instelt.
Voer het uploaden uit nadat u het toestel op een PC (P127) aangesloten heft. Raadpleeg
voor details P130.
[Uploadinstelling]
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Selecteer de opname.
Instelling [Enkel]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te
selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Instelling [Multi]
1 Raak het beeld aan dat u wilt uploaden (herhalen).
Instelling zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld
opnieuw aan te raken.
2 Raak [Uitvoer.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het
wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
- 101 -
Afspelen/Bewerken
Alle [Uploadinstelling] instellingen annuleren
1 Selecteer [Uploadinstelling] op het [Afspelen] functiemenu.
2 Raak [CANCEL] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De instelling is misschien niet mogelijk voor beelden die met andere toestellen opgenomen
zijn.
Het kan niet ingesteld worden met een kaart die kleiner is dan 512 MB.
U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan
het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P102).
Selecteer [Titel bew.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
De tekst invoeren. (P93)
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Aantekening
Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
U kunt teksten (commentaar) afdrukken m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software
op de CD-ROM (meegeleverd).
U kunt maximaal 50 opnamen gelijktijdig instellen met [Multi].
U kunt [Titel bew.] niet gebruiken voor de volgende soorten beelden:
Bewegende beelden
Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur
[Titel bew.]
Selecteer een beeld waaraan u tekst wilt toevoegen.
[] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels.
Instelling [Enkel]
1 Versleep het scherm horizontaal en selecteer het
beeld.
2 Raak [Inst.] aan.
Instelling [Multi]
1 Raak een beeld aan (herhalen).
De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld
opnieuw aan te raken.
2 Raak [Uitvoer.] aan.
Afspelen/Bewerken
- 102 -
U kunt de opnamedatum/tijd, naam, plaats, reisdatum of titel op de gemaakte beelden
afdrukken.
Selecteer [Tekst afdr.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Raak [Inst.] aan.
[Tekst afdr.]
Selecteer een beeld dat u wilt afdrukken met
tekst.
[] wordt weergegeven op beelden waarop al een datum of
tekst gestempeld zijn.
Instelling [Enkel]
1 Versleep het scherm horizontaal en selecteer het
beeld.
2 Raak [Inst.] aan.
Instelling [Multi]
1 Raak een beeld aan (herhalen).
De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld
opnieuw aan te raken.
2 Raak [Uitvoer.] aan.
- 103 -
Afspelen/Bewerken
Selecteer het af te drukken item.
Raak [ ] aan.
Raak [Uitvoer.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
Wanneer u beelden afdrukt die bedrukt zijn met tekst, zal de datum over de bedrukte tekst
heen afgedrukt worden als u het afdrukken van de datum specificeert bij de fotowinkel of op uw
printer.
U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [Multi].
De beeldkwaliteit zou kunnen verslechteren wanneer de tekstafdruk uitgevoerd wordt.
Afhankelijk van de printer die u gebruikt, kunnen sommige letters afgeknipt worden tijdens het
printen. Controleer dit op voorhand.
Wanneer er tekst op de beelden die kleiner is dan 0,3 M, is het moeilijk te lezen.
Tekst en data kunnen niet afgedrukt worden op de beelden in de volgende gevallen.
Bewegende beelden
Beelden die gemaakt zijn zonder instelling van de klok en titel
Beelden met gestempelde datum of tekst
Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur
Onderdeel Instellingsitem
[Opnamedatum]
[ZON. TIJD]:
Druk het jaar, de maand en de datum af.
[MET TIJD]:
Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de
minuten af.
[OFF]
[Naam]
[]:
Drukt namen af die geregistreerd zijn in de
naaminstellingen voor [Gezicht herk.].
[]:
Drukt namen af die geregistreerd staan in de
naaminstellingen voor [Baby1]/[Baby2] of
[Huisdier] in Scènefunctie.
[OFF]
[Locatie]
[ON]:
Drukt de naam van de reisbestemming af die
ingesteld is onder [Locatie].
[OFF]
[Reisdatum]
[ON]:
Drukt de reisdatum af die ingesteld is onder
[Reisdatum].
[OFF]
[Titel]
[ON]:
De Titelinvoer in de [Titel bew.] zal afgedrukt
worden.
[OFF]
Afspelen/Bewerken
- 104 -
De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u
een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft.
Eenmaal gesplitst kan het niet meer opgeroepen worden.
Aantekening
[Splits video] wordt misschien niet uitgevoerd op video’s die met andere apparatuur
opgenomen zijn.
De video’s kunnen niet gesplitst worden op een punt vlakbij het begin of het einde van de
video.
Met [Motion JPEG] video’s zal de volgorde van de beelden veranderd worden als een splitsing
plaatsvindt.
Er wordt geadviseerd om deze video’s af te spelen met gebruik van [Kalender] of [Alleen bew.
beeld] in [Afspelen filteren].
Met [AVCHD] video’s zal de volgorde van de beelden niet veranderen.
Video’s met een korte opnameduur kunnen niet gesplitst worden.
[Splits video]
Selecteer [Splits video] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Versleep het scherm horizontaal om een te splitsen video te
selecteren en raak [Inst.] aan.
Raak [ ] aan op het punt van splitsing.
De video wordt teruggespeeld vanaf hetzelfde punt waarop [ ] opnieuw wordt
aangeraakt.
Raak [ ] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
De video kan verloren gaan als de kaart of de accu weggenomen wordt terwijl de
splitsing uitgevoerd wordt.
- 105 -
Afspelen/Bewerken
Om gemakkelijk posten naar webpagina’s, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de
beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd.
Selecteer [Nw. rs.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Aantekening
U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [Multi].
De beeldkwaliteit van het van nieuwe grootte voorziene beeld zal slechter worden.
Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere
apparatuur gemaakt zijn.
Films of foto’s met gestempelde datum of tekst kunnen niet andere afmetingen krijgen.
[Nw. rs.]
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Selecteer het beeld en de grootte.
Instelling [Enkel]
1 Versleep het scherm horizontaal om een beeld te
selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
2 Raak het formaat aan dat u wilt veranderen en raak
vervolgens [Inst.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het
wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Instelling [Multi]
1 Raak het formaat aan dat u wilt veranderen.
2 Raak een beeld aan (herhalen).
De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld
opnieuw aan te raken.
3 Raak [Uitvoer.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het
wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Afspelen/Bewerken
- 106 -
U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
Selecteer [Bijsnijden] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Raak [Inst.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden.
Beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen wellicht niet geknipt worden.
Films of foto’s met gestempelde datum of tekst kunnen niet bijgesneden worden.
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [Bijsnijden] ondergaan hebben.
[Bijsnijden]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak
vervolgens [Inst.] aan.
Selecteer de af te knippen delen.
Raak [ ]aan: Vergroten
Raak [ ] aan: Verkleinen
Verslepen: Verplaatsen
- 107 -
Afspelen/Bewerken
U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze
ingesteld zijn als favorieten.
Alleen afspelen van beelden die als favoriet ingesteld zijn. ([Favorieten] in [Afspelen filteren])
De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen.
Alle beelden wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([Alles wissen behalveÜ])
Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Alle [Favorieten] instellingen annuleren
1 Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] functiemenu.
2 Raak [CANCEL] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
U kunt tot en met 999 beelden als favorieten instellen.
Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt
stellen.
[Favorieten]
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Selecteer de opname.
Instelling [Enkel]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te
selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Instelling [Multi]
Raak de beelden aan die u als favorieten wilt instellen.
De instelling wordt geannuleerd door dezelfde foto nogmaals
aan te raken.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Afspelen/Bewerken
- 108 -
DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen
welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de
opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter
of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf.
Wanneer u beelden die op het ingebouwde geheugen staan af wenst te laten drukken
door een fotograaf, dient u deze beelden naar een kaart (P112) te kopiëren en vervolgens
de afdrukinstelling in te stellen.
Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Raak [3]/[4] aan om het aantal afdrukken in te stellen en raak
vervolgens [Inst.] aan om het in te stellen.
Wanneer [Multi] geselecteerd is, stappen 3 en 4 voor elk beeld herhalen. (Het is niet
mogelijk dezelfde instelling te gebruiken voor meerdere beelden.)
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
[Print inst.]
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Selecteer de opname.
Instelling [Enkel]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te
selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
Instelling [Multi]
Raak het beeld aan dat u wenst af te drukken.
- 109 -
Afspelen/Bewerken
Alle [Print inst.] instellingen annuleren
1 Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] functiemenu.
2 Raak [CANCEL] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
De datum afdrukken
Nadat het aantal afdrukken ingesteld is, stel het afdrukken met de opnamedatum dan in,
of wis het, door [Datum] aan te raken.
Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als
u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of
de gebruiksaanwijzing van uw printer.
De datum kan niet afgedrukt worden op beelden waarop een datum of tekst gestempeld is.
Aantekening
Het aantal afdrukken kan ingesteld worden tussen 0 en 999.
Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang
krijgen, dus controleer dit als dat het geval is.
Het zou niet mogelijk kunnen zijn de afdrukinstellingen te gebruiken met andere apparatuur. In
dit geval, alle instellingen annuleren en de instellingen opnieuw instellen.
[Print inst.] kan niet voor bewegende beelden ingesteld worden.
Indien het bestand niet gebaseerd is op de DCF-standaard, kan de afdrukinstelling niet
ingesteld worden.
Afspelen/Bewerken
- 110 -
U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk
gewist kunnen worden.
Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Alle instellingen [Beveiligen] annuleren
1 Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] functiemenu.
2 Raak [CANCEL] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur.
Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist
worden als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt.
Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de
Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
[Beveiligen]
Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan.
Selecteer de opname.
Instelling [Enkel]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te
selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Instelling [Multi]
Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen.
De instelling wordt geannuleerd door dezelfde foto nogmaals
aan te raken.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
- 111 -
Afspelen/Bewerken
U kunt de informatie m.b.t. de Gezichtsdetectie wissen of veranderen voor het
geselecteerde beeld.
Selecteer [Gez.herk. bew.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Aantekening
Gewiste informatie m.b.t. de [Gezicht herk.] kan niet hersteld worden.
Wanneer alle informatie van de Gezichtsdetectie in een beeld geannuleerd is, zal het beeld niet
onderverdeeld worden m.b.v. de Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] in [Afspelen filteren].
U kunt de informatie van de Gezichtsdetectie van beschermde beelden niet bewerken.
[Gez.herk. bew.]
Raak [ ] ([Vervangen]) of [ ] ([Wissen]) aan.
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak
vervolgens [Inst.] aan.
Raak de naam van de persoon aan die u wenst te bewerken.
(Wanneer [Vervangen] geselecteerd is) Raak de te vervangen
persoon aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering.
Afspelen/Bewerken
- 112 -
U kunt gegevens van beelden van het intern geheugen naar een kaart kopiëren of van een
kaart naar het intern geheugen.
Selecteer [Kopie] op het [Afspelen] functiemenu. (P36)
Raak de kopieerbestemming aan.
(Wanneer [ ] geselecteerd is) Versleep het scherm horizontaal om
een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Het toestel niet op geen enkel moment uitschakelen tijdens het kopieerproces.
Aantekening
Als er een beeld bestaat met dezelfde naam (mapnummer/bestandnummer) als het in de
kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer [ ] geselecteerd is, zal er een nieuwe map
gecreëerd worden voordat het beeld gekopieerd wordt.
Als er een beeld bestaat met dezelfde naam (mapnummer/bestandnummer) als de in de
kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer [ ] geselecteerd is, zal dat beeld niet
gekopieerd worden.
Het kan even duren om de gegevens te kopiëren.
[Print inst.], [Beveiligen] of [Favorieten] instellingen zullen niet gekopieerd worden. Voer de
instellingen opnieuw uit nadat het kopiëren voltooid is.
Bewegend beeld opgenomen in [AVCHD] kan niet gekopieerd worden.
[Kopie]
: Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen,
worden in één keer gekopieerd op de kaart.
: Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het ingebouwde
geheugen.
- 113 -
Plezier
Plezier
Plezier met Gemaakte beelden
U kunt de kleur en huidtint optimaliseren en de indruk van het gezicht veranderen.
Selecteer [ ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan.
(P35)
[ ] [Esthetisch effect] (er zijn 5 effectniveaus beschikbaar)
[ ] [Make-upeffect] (er zijn 5 kleureffecten beschikbaar)
[Schoonheidseffect]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak
vervolgens [OK] aan.
Raak het gezicht van de te bewerken persoon aan.
Er kan slechts één persoon met een pijl geselecteerd worden.
Selecteer [ ] of [ ] en raak vervolgens
een item aan.
Raak [3]/[4] aan om de instellingen van uw keuze te
rangschikken.
Raak [OK] aan wanneer het bewerken van een beeld
klaar is.
De beelden vóór en na de toepassing worden afgebeeld.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
: [Gave huid] Reduceert vlekken en dofheid van de huid terwijl de
stralendheid naar buiten gebracht wordt
: [Glansverwijdering] Glimmende zones van de huid worden iets matter
gemaakt.
: [Wit maken] De ogen en tanden worden witter en dus mooier
gemaakt.
: [Contourcorrectie] Gezichtslijnen worden aangescherpt.
: [Nadruk op ogen] De ogen worden groter en duidelijker gemaakt.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
: [Foundation] De kleur van de huis wordt afgesteld.
: [Lipstickkleur] De kleur van de lippen wordt afgesteld om de
textuur ervan te benadrukken.
: [Rougekleur] De uitlijning kan geselecteerd worden uit 3 opties
voor het produceren van een 3D-verschijning.
: [Oogschaduw] De oogvorm wordt gedefinieerd.
Plezier
- 114 -
Aantekening
[Schoonheidseffect] is niet beschikbaar in 3D-beelden of video’s.
[Schoonheidseffect] zou niet uitgevoerd kunnen worden op beelden die met andere apparatuur
gemaakt zijn.
Met [Schoonheidseffect] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije
ruimte is op het interne geheugen of de kaart.
Bedoelde herbewerking zou niet mogelijk kunnen zijn wanneer de gezichtsopsporing niet juist
uitgevoerd is.
Om beelden te maken die goed zijn voor [Schoonheidseffect]:
Maak beelden van een gezicht van voren
Voorkom beelden te maken op heel donkere plekken
Zorg ervoor dat de gezichtscontouren, de ogen of de wenkbrauwen niet door haar, enz.
bedekt worden.
Raak [OK] aan.
U kunt verder gaan en een ander persoon bewerken. Herhaal de stappen 3 en 4.
Reeds bewerkte personen kunnen niet opnieuw bewerkt worden. Als u opnieuw wilt
bewerken, sla het beeld dan eens op en ga dan terug om de persoon opnieuw te
selecteren.
Raak [Opsl.] aan.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
- 115 -
Plezier
U kunt de verzadiging of helderheid van opgenomen beelden veranderen en
indrukwekkende beelden creëren.
Selecteer [ ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan.
(P35)
Aantekening
[Artistiek effect] is niet beschikbaar in 3D-beelden of video’s.
[Artistiek effect] zou niet uitgevoerd kunnen worden op beelden die met andere apparatuur
gemaakt zijn.
Met [Artistiek effect] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije ruimte
is op het interne geheugen of de kaart.
[Artistiek effect]
Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak
vervolgens [OK] aan.
Raak het item aan.
Onderdeel
Beschrijving van instellingen
De verzadiging kan veranderd worden in w6 stappen.
De helderheid kan veranderd worden in w6 stappen.
Sleep de schuifbalk aan om de effecten in
te stellen.
Raak [OK] aan.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Plezier
- 116 -
Beelden kunnen gekopieerd worden naar specifieke albums en u kunt op selectieve wijze
uw favoriete beelden verkrijgen. Het registreren van beelden die op de kaart staan per
album staat het volgende toe.
Het afspelen van alleen de in albums geregistreerde beelden. ([Album afspelen])
Alleen de beelden die geregistreerd in albums als diavoorstelling afspelen.
Selecteer [ ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan.
(P35)
Aantekening
Beelden in het interne geheugen kunnen niet geregistreerd worden in albums. Registreer ze
nadat u ze naar kaarten gekopieerd heeft.
Beelden die geregistreerd zijn in een album zijn opnieuw gecreëerd. Beelden kunnen niet
geregistreerd worden als er geen vrije ruimte meer op de kaart is, daarom raden we aan te
controleren dat er vrije ruimte is en dan te beginnen met de registratie van de beelden.
Video’s kunnen niet geregistreerd worden in albums.
Beelden die gemaakt zijn met andere apparatuur zouden niet in albums geregistreerd kunnen
worden.
Beelden die geregistreerd zijn in een album worden gewist wanneer deze geformatteerd
worden.
[Mijn fotoalbum]
Raak een beeld aan om het te registreren.
(herhaal deze stap)
Raak hetzelfde beeld opnieuw aan om de selectie te wissen.
Raak het beeld aan dat u geselecteerd
heeft in stap 2 totdat de selectieframe
opnieuw verschijnt en sleep deze naar het
album waar u het wilt registreren.
Er zijn drie soorten albums [ ]/[ ]/[ ]
beschikbaar voor registratie.
Er kunnen tot 999 beelden geregistreerd worden in
een enkel album.
- 117 -
Aansluiten op andere apparatuur
[Afspelen] functie: ¸
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een TV-scherm
Voorbereiding:
Stel [TV-aspect] in. (P43)
Schakel het toestel en de televisie uit.
1 Geel: naar de videoaansluiting
2 Wit: naar de geluidsaansluiting
A De markeringen uitlijnen en erin doen.
B AV-kabel (bijgeleverd)
Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit.
(Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.)
De AV-kabel B (bijgeleverd) aansluiten op de video- en
geluidaansluitingen op de TV.
De AV-kabel aansluiten op de [AV OUT] aansluiting op het toestel.
De televisie aanzetten en “externe aansluiting” kiezen.
Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie.
Aantekening
Afhankelijk van de [Aspectratio] kunnen er zwarte stroken afgebeeld worden bovenaan en
onderaan of links en rechts van de beelden.
Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel.
De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn.
U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem
als u [Video uit] in het [Set-up] menu instelt.
Verander het beeldscherm op uw TV als het beeld met afgesneden boven- of onderkant
weergegeven wordt.
U kunt [Dubbel afsp.] niet selecteren.
Opnamen terugspelen met de AV-kabel (bijgeleverd)
Aansluiten op andere apparatuur
- 118 -
De gemaakte stilstaande beelden kunnen afgespeeld worden op een TV met een
SD-geheugenkaartgleuf.
Aantekening
Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het
hele scherm.
Bewegende beelden die opgenomen zijn met [AVCHD] kunnen afgespeeld worden op
Panasonic TV’s (VIERA) met de AVCHD-logomarkering. In alle andere gevallen, het toestel
met de TV verbinden m.b.v. de AV-kabel (bijgeleverd) en het bewegende beeld afspelen.
SDHC-geheugenkaarten kunnen niet afgespeeld worden tenzij het een TV betreft die
compatibel is met SDHC-geheugenkaarten of SDXC-geheugenkaarten.
SDXC-geheugenkaarten kunnen niet afgespeeld worden tenzij het een TV betreft die
compatibel is met SDXC-geheugenkaarten.
U kunt beelden en bewegende beelden van hoge kwaliteit verkrijgen op de TV door het
toestel te verbinden met de HDMI compatibele hoge definitie-TV m.b.v. de
HDMI-minikabel (optioneel).
Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart
Afspelen op de TV met de HDMI-aansluiting
Voorbereiding: Schakel het toestel en de televisie uit.
1 HDMI-aansluiting
2 TV met HDMI-aansluiting
3 HDMI mini (C-type)
A De markeringen uitlijnen en erin doen.
B HDMI-minikabel (optioneel)
Controleer de richting van de aansluitingen en trek de kabel er recht in/uit terwijl u de stekker
vasthoudt. (Het schuin of in de verkeerde richting insteken van de stekker kan storingen
veroorzaken door vervorming van de aansluiting.)
De HDMI-minikabel B (optioneel) met op de HDMI-inputaansluiting
op de TV verbinden.
Sluit de HDMI-minikabel aan op de [HDMI]-aansluiting op de camera.
Zet de TV aan en schakel over naar de HDMI-ingang.
Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie.
HDMI IN
- 119 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aantekening
Tijdens HDMI-output, worden de aanraakiconen voor werking afgebeeld op de LCD-monitor
van dit toestel. (beelden worden niet afgebeeld op de LCD-monitor)
Afhankelijk van de [Aspectratio], zouden er stroken afgebeeld kunnen worden bovenaan en
onderaan of links en rechts van de beelden.
Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30;
optioneel).
Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m)
Uitgave van de HDMI-minikabels heeft prioriteit wanneer zowel de AV-kabel en de
HDMI-minikabel verbonden zijn.
De aansluiting met de USB-aansluitkabel zal voorrang hebben als u de USB-aansluitkabel
gelijk met de HDMI-minikabel aansluit.
Wanneer er beelden afgebeeld worden, zouden deze niet juist afgebeeld kunnen worden
afhankelijk van het type TV.
De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
Het geluid zal afgespeeld worden als mono.
Sommige afspeelfuncties zijn beperkt.
[Afspelen] Het functiemenu en [Set-up] menu kunnen niet gebruikt worden.
De toepassing kan niet gebruikt worden.
Aansluiten op andere apparatuur
- 120 -
Dit apparaat verbinden aan een Panasonic TV die compatibel is met
VIERA Link met een HDMI minikabel (optioneel) (P118).
Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie.
Ga te werk met de afstandbediening voor de TV.
Ga te werk door te verwijzen naar de bedieningsiconen die op het scherm afgebeeld
worden.
Panasonic TV compatibel met VIERA Link
Afspelen m.b.v. VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)
Wat is VIERA Link?
Met deze functie kunt u met behulp van de afstandsbediening voor de Panasonic-TV
eenvoudige handelingen uitvoeren wanneer dit toestel met behulp van een HDMI-minikabel
(optioneel) voor automatisch gekoppelde handelingen is aangesloten op het
VIERA Link-compatibele apparaat. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.)
VIERA Link is een unieke Panasonic-functie die met behulp van de HDMI CEC (Consumer
Electronics Control)-standaard is afgeleid van een HDMI-besturingsfunctie. Gekoppelde
handelingen met HDMI CEC-compatibele apparaten van andere fabrikanten worden niet
gegarandeerd. Als u apparaten van andere fabrikanten die compatibel zijn met VIERA Link
gebruikt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing voor de respectieve apparaten.
Dit apparaat is compatibel met VIERA Link Ver.5. VIERA Link Ver.5 is de nieuwste
Panasonic versie en is ook compatibel met de bestaande Panasonic VIERA Link
inrichtingen. (Vanaf December 2010)
Voorbereiding: Zet de [VIERA link] op [ON]. (P44)
1 [OPTION]
2 [OK]
3 [RETURN]
¢ De vorm van de afstandsbediening varieert
afhankelijk van de regio. Hanteer de volgende
TV-gids die op het scherm afgebeeld wordt.
- 121 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aantekening
Om het geluid van de bewegende beelden af te spelen, de [Geluid] in het instellingscherm van
de Diavoorstelling instellen op [AUTO] of [Audio].
Bedieningsiconen worden verborgen of als er geen bediening uitgevoerd wordt gedurende een
bepaalde tijd wanneer de bedieningsiconen afgebeeld worden. De bedieningsiconen worden
afgebeeld wanneer één van de volgende toetsen ingedrukt wordt terwijl de bedieningsiconen
niet afgebeeld worden.
3/4/2/1, [OK], [OPTION], [RETURN], Rode toets, Groene toets, Gele toets
Als de TV over twee of meer HDMI-ingangsaansluitingen beschikt, wordt aangeraden dit
toestel niet aan te sluiten op de HDMI1-aansluiting maar op een andere HDMI-aansluiting.
Wanneer de [VIERA link] (P44) van dit apparaat ingesteld is op [ON], zal de bediening op dit
apparaat beperkt zijn.
VIERA Link moet op de aangesloten TV worden geactiveerd. (Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de TV om te lezen hoe u instelt enz.)
Indien u geen VIERA Link gebruikt, zet u [VIERA link] (P44) op [OFF].
Andere gekoppelde handelingen
Het toestel uitzetten:
Als u de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening voor de TV, gaat dit toestel ook uit.
Automatische ingangsschakeling:
Als u een HDMI-minikabel aansluit en het toestel vervolgens aanzet, wordt het ingangskanaal
op de TV automatisch gewisseld naar het scherm van het toestel. Als de TV stand-by staat,
gaat hij automatisch aan (als de [Power on link]-instelling [Set] voor de TV geselecteerd is).
Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet
automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening voor
de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de gebruiksaanwijzing voor
de TV.)
Ga naar pagina 152 als VIERA Link niet goed werkt.
Aantekening
Als u niet zeker weet of de TV die u gebruikt compatibel is met VIERA Link, leest u dan de
gebruiksaanwijzing van de TV.
Welke tussen het toestel en een Panasonic-TV gekoppelde handelingen beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het type Panasonic TV, zelfs als zij compatibel zijn met VIERA Link. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de TV voor meer informatie over de handelingen op de TV die
worden ondersteund.
Bediening is niet mogelijk met een kabel die niet voldoet aan de HDMI-standaard.
Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30;
optioneel).
Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m)
VIERA Link werkt niets, zelfs niet als u de HDMI-minikabel aansluit terwijl het toestel is
aangesloten op de PC of printer.
Aansluiten op andere apparatuur
- 122 -
Afspelen van 3D-beelden
Sluit het toestel aan op een televisie die compatibel is met 3D, speel de in 3D opgenomen
beelden af en geniet van de extra effecten van de 3D-beelden.
Het is ook mogelijk om de in 3D opgenomen beelden af te spelen door een SD-kaart in de
3D-compatibele televisie, die een kaartsleuf heeft, te plaatsen.
Sluit het toestel met de HDMI-minikabel aan op een 3D-compatibele
televisie en laat het afspeelbeeldscherm weergeven. (P118)
Selecteer [3D-weergave] in [Diashow] (P96) of [Afspelen filteren]
(P98).
Wanneer [VIERA link] (P44) op [ON] gezet wordt en het toestel verbonden wordt aan een TV
die VIERA Link verdraagt, zal de input van de TV automatisch geschakeld worden en zal het
afspeelscherm afgebeeld worden. Raadpleeg P120 voor details.
Voor de in 3D opgenomen beelden zal bij het afspelen [ ] op het thumbnail-display
weergegeven worden.
Functies die met 3D-beelden niet ingesteld/gebruikt kunnen worden
Terugspeelzoom
¢
Beelden wissen
¢
Bewerkingsfuncties van het [Afspelen] functiemenu ([Titel bew.]/[Tekst afdr.]/[Nw. rs.]/
[Bijsnijden])
¢ Kan gebruikt worden met de 2D-weergave.
Afspelen van 3D-beelden
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen beschikbaar in het
Engels.)
Voorbereiding: Zet [3D-weergave] op [ ]. (P44)
- 123 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aantekening
Als een in 3D opgenomen beeld op de LCD-monitor van dit toestel weergegeven wordt, wordt
het in 2D afgespeeld (conventioneel beeld).
Er zal enkele seconden lang een zwart beeldscherm weergegeven worden als u tussen
3D-beelden en 2D-beelden heen en weer schakelt.
Als u een thumbnail van een 3D-beeld selecteert, kan het enkele seconden duren voordat het
afspelen van start gaat. Na het afspelen kan het enkele seconden duren voordat de
thumbnail-weergave opnieuw verschijnt.
Als u 3D-beelden bekijkt, kunnen uw ogen moe worden als u zich te dichtbij het
televisiescherm bevindt.
Als uw televisie niet naar een 3D-beeld schakelt, verricht dan de benodigde instellingen op uw
televisie (Raadpleeg voor details de handleiding van de televisie.)
Kopiëren naar een PC
Raadpleeg voor details Kopiëren naar een PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO op
P126.
Bewaren van 3D-beelden
Aansluiten op andere apparatuur
- 124 -
Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden
en bewegende beelden
Methoden om stilstaande en bewegende beelden te exporteren naar andere inrichtingen
zullen variëren afhankelijk van het bestandsformaat. (JPEG, MPO, AVCHD, of Motion
JPEG). Hier volgen enige suggesties.
Bestandsformaten die gebruikt kunnen worden: [JPEG], [AVCHD]
Zie de handleiding van de recorder voor details over het kopiëren
en afspelen.
Houd er rekening mee dat de beschreven uitrusting in
sommige landen en gebieden niet beschikbaar is.
Kopiëren door de SD-kaart in de recorder te plaatsen
Het is mogelijk om naar een Blu-ray disk, DVD disk, of harde schijf te kopiëren,
door een SD-kaart met foto’s of video’s die met dit toestel opgenomen zijn, in een
Panasonic Blu-ray Disk Recorder of een DVD Recorder te plaatsen.
Controleer op de volgende website de recentste informatie over de uitrusting die
rechtstreeks kan kopiëren door invoering van de met dit toestel opgenomen SD-kaart.
Controleer ook welke uitrusting compatibel is met high definition (AVCHD).
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 125 -
Aansluiten op andere apparatuur
Bestandsformaten die gebruikt kunnen worden: [AVCHD], [Motion JPEG]
Kopiëren van beelden, die met dit toestel afgespeeld worden, naar Blu-ray disks, DVD
disks, harde schijven of video’s, met gebruik van een Blu-ray Disk Recorder, een DVD
recorder of een video.
Dit kan afgespeeld worden met apparatuur dat niet compatibel is met hoge definitie
(AVCHD), daarom is het handig voor het uitdelen van kopieën. Het beeld zal deze keer
standaard kwaliteit zijn i.p.v. een hoge definitie.
1 Verbind dit apparaat met de opnameapparatuur met een AV-kabel
(meegeleverd).
2 Start het afspelen van dit apparaat.
3 Start de opname op de opnameapparatuur.
Wanneer het opnemen (kopiëren) eindigt, het afspelen op dit apparaat stoppen na het
stoppen van het opnemen in de opnameapparatuur.
Aantekening
Wanneer u bewegende beelden afspeelt op een 4:3 aspectratio-TV, moet u [TV-aspect] (P43)
op dit apparaat instellen op [4:3] voordat u een kopie start. Het beeld zal verticaal lang zijn als u
bewegende beelden die gekopieerd zijn met [16:9] instelling op een [4:3] aspect-TV afspeelt.
Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel.
Afgebeelde aanraakiconen, enz. worden ook opgenomen.
Zie de instructiehandleiding voor de opnameapparatuur over de details van het kopiëren en het
afspelen.
Kopieer het afspeelbeeld m.b.v. een AV-kabel
1 Geel: naar de videoaansluiting
2 Wit: naar de geluidsinputaansluiting
A AV-Kabel (meegeleverd)
Aansluiten op andere apparatuur
- 126 -
Bestandformaten die gebruikt kunnen worden: [JPEG], [MPO], [AVCHD], [Motion JPEG]
Het is mogelijk om foto’s en video’s te verwerven die opgenomen zijn in de formaten
[AVCHD] of [Motion JPEG], of om DVD-video’s van conventionele standaardkwaliteit te
creëren uit de video die opgenomen was als [AVCHD], met gebruik van
PHOTOfunSTUDIO” op de (bijgeleverde) CD-ROM. (P127)
Ook kunt u beelden naar een DVD schrijven, meervoudige
beelden combineren om een enkelvoudig panoramabeeld
te creëren of een diavoorstelling creëren door audio en/of
muziek toe te voegen. Deze beelden kunnen vervolgens
op een DVD bewaard worden.
1 Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC.
Lees de afzonderlijke instructies voor de bijgeleverde software voor meer informatie over
de software die op de (bijgeleverde) CD-ROM staat en hoe deze te installeren.
2 Sluit het toestel aan op de PC.
Raadpleeg voor details over de aansluiting Aansluiting op de PC (P127).
3 Kopieer de beelden naar de PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”.
Raadpleeg voor details de handleiding van “PHOTOfunSTUDIO” (PDF).
Aantekening
U zult niet in staat zijn om de verworven [AVCHD] video’s af te spelen als de bestanden of de
nappen van deze video’s gewist, gewijzigd of verplaatst zijn met Windows Explorer of een
gelijkaardige browser. Wees er dus zeker van om [AVCHD] video’s te verwerven met
PHOTOfunSTUDIO”.
Kopiëren naar een PC met gebruik van
PHOTOfunSTUDIO
- 127 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC
U kunt de beelden in het toestel naar een PC overbrengen door het toestel op een PC aan
te sluiten.
Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de
handleiding raadplegen van uw PC.
Als de gebruikte computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, kan een bericht
verschijnen waarin u verzocht wordt om te formatteren (door te formatteren zullen de
opgenomen beelden gewist worden, dus kies ervoor niet te formatteren).
Als de kaart niet herkend wordt, raadpleeg dan onderstaande website voor
ondersteuning.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
U kunt de beelden die u heeft geïmporteerd gemakkelijk afdrukken of versturen. Het gebruik
van de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd) is een
handige manier om dit te doen.
Lees de afzonderlijke instructies voor de bijgeleverde software voor meer informatie over de
software die op de (meegeleverd) CD-ROM staat en hoe deze te installeren.
PC die gebruikt kan worden
PC met Windows 98/98SE of eerdere versie of Mac OS 8.x of ouder kan niet verbonden
worden via USB, maar deze kan de beelden verkrijgen als er een SD-geheugenkaartlezer/
schrijver gebruikt kan worden.
¢1 Het is niet nodig voor Internet Explorer 6.0 of nieuwere versie geïnstalleerd te worden. Een
PC met een hogere verwerkingsprestatie wordt afhankelijk van de te gebruiken functie. Deze
zou niet correct kunnen afspelen of werken afhankelijk van de omgeving van de gebruikte
PC.
¢2 De [AVCHD] bewegende beelden altijd m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” verkrijgen.
Windows Macintosh
98/98SE
of eerdere
versie
Me/2000 XP/Vista/7 OS 9/OS X
Kan de
PHOTOfunSTUDIO
gebruikt worden?
¢1
Kan het [AVCHD]
bewegende beeld
verkregen worden op de
PC?
¢2
Kunnen de stilstaande
beelden en [Motion
JPEG] bewegende
beelden in het digitale
toestel verkregen worden
op de PC m.b.v. een
USB-verbindingskabel?
(OS 9.2.2/OS X
[10.1~10.6])
Aansluiten op andere apparatuur
- 128 -
Voorbereiding:
Zet het toestel en de PC aan.
Verwijder de kaart voordat u de beelden gebruikt in het ingebouwde geheugen.
A USB aansluitkabel (bijgeleverd)
Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit.
(Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.)
B De markeringen uitlijnen en erin doen.
Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar
(optioneel) gebruiken. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC
communiceren, hoort u het alarm.
Raadpleeg
De USB-aansluitingskabel veilig losmaken (P130) voordat u de
USB-aansluitkabel losmaakt. Anders zouden er gegevens beschadigd kunnen raken.
Sluit het toestel aan op een PC met de USB-kabel A (bijgeleverd).
Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde
USB-verbindingkabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde
USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken.
Het verkrijgen van stilstaande beelden en [Motion JPEG] bewegende beelden
(behalve [AVCHD] bewegende beelden)
Raak [PC] aan.
Als [USB mode] (P42) van te voren ingesteld is op de [PC] in het [Set-up] menu, zal de
camera automatisch verbonden worden aan de PC zonder het [USB mode]
selectiescherm af te beelden.
Wanneer het toestel aangesloten is op de PC met [USB mode] ingesteld op
[PictBridge(PTP)], zou er een bericht kunnen verschijnen op het scherm van de PC.
Selecteer [Cancel] om het scherm te sluiten, en koppel het toestel los van de PC. Stel
dan [USB mode] weer in op [PC].
Bedienen van de PC.
U kunt de beelden in de PC bewaren door het beeld te verslepen, of door de map met
beelden te verslepen die u naar een andere map in de PC wilt verplaatsen.
- 129 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aantekening
Zet het toestel uit voordat u de netadapter (optioneel) aan- of afsluit.
Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitingskabel
loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken.
De inhoud bekijken van het ingebouwde geheugen of kaart m.b.v. de PC
(mapsamenstelling)
Er wordt een nieuwe map gecreëerd wanneer er beelden gemaakt worden in de volgende
situaties.
Nadat [Nr. resetten] (P42) in het [Set-up] menu uitgevoerd is
Als een kaart geplaatst wordt die een map bevat die hetzelfde mapnummer heeft (als de
beelden bijvoorbeeld met een ander merk toestel opgenomen werden)
Wanneer er een beeld is met het nummer 999 binnenin de map
Voor Windows: Er wordt een drive ([Verwijderbare Disk]) weergegeven in [Mijn
Computer]
Voor Macintosh:
Een drive ([LUMIX], [NO_NAME] of [Untitled]) wordt op het
bureaublad weergegeven.
DCIM: Beelden
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG: Foto’s
MOV: [Motion JPEG] Bewegende
beelden
MPO: 3D-beelden
4 [Mijn fotoalbum]
MISC: DPOF-print
Favorieten
AVCHD: [AVCHD] Bewegende
beelden
AD_LUMIX: Voor instelling upload
LUMIXUP.EXE: Upload tool
“LUMIX Image Uploader”
Aansluiten op andere apparatuur
- 130 -
De USB-aansluitingskabel veilig losmaken
Ga over tot de verwijdering van de hardware m.b.v. “Veilig Hardware Verwijderen” op het
opdrachtblad van de PC. Als de icoon niet afgebeeld wordt, controleren dat [Toegang] niet
afgebeeld is op de LCD-monitor van het digitale toestel voordat u de hardware verwijdert.
Verbinding in de PTP-functie (alleen Windows
R
XP, Windows Vista
R
, Windows
R
7
en Mac OS X)
Op [USB mode] tot [PictBridge(PTP)] instellen.
Gegeven kan nu alleen gelezen worden vanaf de kaart in de PC.
Als er 1000 of meer beelden op een kaart staan, kan het zijn dat de beelden niet in de
PTP-functie geïmporteerd kunnen worden.
[AVCHD] bewegend beeld kan niet afgespeeld worden in PTP-functie.
U kunt foto’s en films uploaden naar de websites die bestemd zijn om de beelden met
anderen te delen (Facebook/YouTube), gebruikmakend van de upload tool “LUMIX Image
Uploader”.
U hoeft de beelden niet naar de PC over te brengen of speciale software op de PC te
installeren. U kunt de beelden eenvoudig uploaden, zelfs als u niet thuis of op uw werk
bent, als er maar een PCV is die op het netwerk aangesloten is.
Deze is alleen compatibel met een PC met Windows XP/Windows Vista/Windows 7.
(Bekijk de gebruiksaanwijzing van de “LUMIX Image Uploader” m.b.v. Internet Explorer)
Voorbereidingen:
Stel de beelden in die u gaat uploaden met [Uploadinstelling] (P100).
Sluit de PC aan op het internet.
Maak een account aan op de website die u gaat gebruiken voor het delen van uw
opnames met anderen en maak de login-informatie gereed.
1 Start “LUMIXUP.EXE” door erop te dubbelklikken. (P129)
De upload tool “LUMIX Image Uploader” kan automatisch van start gaan als de
PHOTOfunSTUDIO” software die op de (bijgeleverde) CD staat, geïnstalleerd is.
2 Selecteer de upload-bestemming
Ga te werk door de instructies op te volgen die op het beeldscherm van de PC
weergegeven worden.
Aantekening
De werking kan niet gegarandeerd worden voor toekomstige wijzigingen die de specificaties
van de YouTube and Facebook services kunnen ondergaan. De inhoud van de service of het
beeldscherm kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
(Deze service gaat in met ingang van 1 december 2010)
Laad geen beelden op die door auteursrecht beschermd worden, tenzij u het auteursrecht zelf
bezit of u toestemming heeft van de eigenaar van het betreffende auteursrecht.
Uploaden van beelden naar websites waarin deze met anderen gedeeld
kunnen worden
- 131 -
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden afdrukken
Als u het toestel verbindt aan een printer die PictBridge verdraagt, kunt u de af te drukken
beelden selecteren en aangeven dat het afdrukken gestart moet worden op de
LCD-monitor van het toestel.
Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor
details, de handleiding raadplegen van uw printer.
Voorbereiding:
Het toestel en de printer aanzetten.
Verwijder de kaart voordat u de beelden afdrukt in het ingebouwde geheugen.
Voer de instelling van de afdrukkwaliteit en andere instellingen uit op de printer voordat u
de beelden afdrukt.
A USB aansluitkabel (bijgeleverd)
Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit.
(Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.)
B De markeringen uitlijnen en erin doen.
Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar
(optioneel) gebruiken. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de
printer verbonden zin, gaat het alarm af. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken
onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-verbindingskabel
loskoppelen.
Sluit het toestel aan op een printer met de USB-kabel A (bijgeleverd).
Aantekening
Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde USB-verbindingkabel.
Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen
veroorzaken.
Zet het toestel uit voordat u de netadapter (optioneel) aan- of afsluit.
Voordat u er een kaart indoet of uithaalt, het toestel uitzetten, en de USB-verbindingskabel
loskoppelen.
Films kunnen niet afgedrukt worden.
Raak [PictBridge(PTP)] aan.
Wanneer het toestel aangesloten is op de printer, verschijnt de icoon van verbod
kabelloskoppeling [å]. De USB kabel niet loskoppelen terwijl [å] afgebeeld wordt.
Aansluiten op andere apparatuur
- 132 -
Een beeld kiezen en uitprinten
Versleep het scherm horizontaal om een
beeld te selecteren en raak vervolgens
[Printen] aan.
Raak [Print start] aan.
Raadpleeg P133 voor de items die niet ingesteld kunnen worden voordat u de beelden
begint af te drukken.
De USB-kabel losmaken na het afdrukken.
Meerdere beelden kiezen en uitprinten
Raak [Veelv. afdr.] aan.
Raak het item aan.
Als het scherm van de afdrukcontrole verschenen is, [Ja] selecteren en de beelden
afdrukken.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Multi selecteren]
Meerdere beelden tegelijkertijd worden nu afgedrukt.
Selecteer het beeld aan dat u wenst af te drukken. (Raak hetzelfde
beeld opnieuw aan om de selectie te wissen)
Nadat de beelden zijn geselecteerd, raakt u [Inst.] aan.
[Alles selecteren] Alle opgeslagen beelden uitprinten.
[Print inst.(DPOF)] Drukt alleen de beelden af die ingesteld zijn in [Print inst.]. (P108)
[Favorieten]
Hiermee drukt u alleen de beelden af die zijn ingesteld als favorieten.
(P107)
Raak [Print start] aan.
Raadpleeg P133 voor de items die niet ingesteld kunnen worden voordat u de beelden
begint af te drukken.
De USB-kabel losmaken na het afdrukken.
Printen
Veelv. afdr.
- 133 -
Aansluiten op andere apparatuur
Selecteer de items en stel deze zowel op het scherm in stap 2 van de “Een beeld
kiezen en uitprinten” als in stap
3 van de “Meerdere beelden kiezen en uitprinten
procedures in.
Wanneer u beelden wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt
worden door het toestel, stelt u [Papierafmeting] of [Lay-out pagina] in op [
{] en stelt u
vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van
de printer raadplegen.)
Wanneer [Print inst.(DPOF)] geselecteerd is, zullen de items [Print met dat.] en [Aantal prints]
niet worden weergegeven.
Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden.
Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang
krijgen, dus controleer dit als dat het geval is.
Wanneer u beelden afdrukt met [Datum afdr.] of [Tekst afdr.], vergeet u dan niet om Afdruk Met
Datum op [OFF] te zetten, anders zal de datum er bovenop afgedrukt worden.
Aantekening
Wanneer u aan de fotowinkel vraagt de beelden af te drukken
Door het afdrukken van de datum m.b.v. [Datum afdr.] (P89) of [Tekst afdr.] (P102) of het
instellen van het afdrukken van de datum op het moment van de [Print inst.] (P108) instelling
voordat u naar een fotowinkel gaat, kunnen de data bij de fotowinkel afgedrukt worden.
U kunt het aantal afdrukken instellen tot 999.
Printinstellingen
[Print met dat.]
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[ON] Datum wordt afgedrukt.
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt.
[Aantal prints]
Aansluiten op andere apparatuur
- 134 -
Papiermaten die niet verdragen worden door de printer zullen niet afgebeeld worden.
U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de paginaopmaak niet verwerkt kan worden door de
printer.
Opmaakafdrukken
Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 vel papier, stelt u
[Lay-out pagina] in op [ä] en vervolgens [Aantal prints] op 4.
Wanneer u verschillende beelden afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende beelden wilt afdrukken op 1 vel papier,
[Lay-out pagina] instellen op [ä] en vervolgens [Aantal prints] in instellen op 1 voor elk
van de 4 beelden.
Aantekening
Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wordt tijdens
het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer.
Als het aantal afdrukken groot is, kunnen de beelden in verschillende keren afgedrukt worden.
In dit geval kan het resterende aantal afdrukken dat aangegeven wordt verschillen van het
ingestelde aantal.
[Papierafmeting]
Onderdeel Beschrijving van instellingen
{ De printerinstellingen hebben voorrang.
[L/3.5qk5q] 89 mmk127 mm
[2L/5qk7q] 127 mmk178 mm
[POSTCARD] 100 mmk148 mm
[16:9] 101,6 mmk180,6 mm
[A4] 210 mmk297 mm
[A3] 297 mmk420 mm
[10k15cm] 100 mmk150 mm
[4qk6q] 101,6 mmk152,4 mm
[8qk10q] 203,2 mmk254 mm
[LETTER] 216 mmk279,4 mm
[CARD SIZE] 54 mmk85,6 mm
[Lay-out pagina]
(Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel)
Onderdeel Beschrijving van instellingen
{ De printerinstellingen hebben voorrang.
á 1 beeld zonder frame op 1 pagina
â 1 beeld met een frame op 1 pagina
ã 2 beelden op 1 pagina
ä 4 beelden op 1 pagina
- 135 -
Overige
Overige
Schermdisplay
In Opname
Opnemen met de normale opnamefunctie [!] (Begininstelling)
1 Opnamefunctie
2 Opnamekwaliteit (P91)
3 Beeldgrootte (P75)
4 Kwaliteit (P76)
5 Flitsfunctie (P71)
6 Optische beeldstabilisator (P89)/
: Waarschuwingsbeweging (P20)
7 Focus (P22)
8 AF-zone (P22)
9 Batterij-aanduiding (P9)
10 Selectie opnamemodus (P18)
11 Selectie afspeelmodus (P95)
12 Zoomen met bediening door aanraking (P51)
13 Aanraking Sluiter (P21)
14 Sluitertijd (P19)
15 Lensopening (P19)
16 ISO-gevoeligheid (P77)
17 Display (P46)
18 Menu (P36)
19 Ingebouwd geheugen (P13)
: Kaart (P13) (alleen afgebeeld tijdens opname)
20 Aantal opnamen
¢
(P15)
¢
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
1/601/60
1/60
F2.5F2.5
F2.5
100100100
ISOISOISO
151515
13141516
1357 9
4
268
10
11
12
17
18
19
20
Overige
- 136 -
Tijdens de opname (na het instellen)
21 Beschikbare opnametijd (P26):
¢1
22 Aantal dagen dat verstreken is sinds de
vertrekdatum
¢2
(P68)
Naam
¢
3
(P56)
23 AF-Puntzone (P80)
24 Anti blur (P31)
25 Witbalans (P78)
26 Kleurfunctie (P87)
27 Belichtingscompensatie (P83)
28 Auto Bracket (P84)
˜: Burstfunctie (P87)
29 Active Mode (P92)
30 Macro (P81)
31 Auto Focus Mode (P80)
32 AF-lamp (P88)
33 Intelligente Belichting (P85)
34 Windreductie (P92)
35 Histogram (P40)
36 LCD-functie (P39)
: Energiebesparing LCD (P41)
37 Datumstempel (P89)
38 Zelfontspanner functie (P74)
39 Minimum sluitertijd (P85)
40 Zoom/Extra optische zoom (P49)/
Digitale Zoom (P49, 86)/Intelligente Zoom (P49):
41 Huidige datum en tijd/: Instelling reisbestemming
¢2
(P70)
42 Leeftijd
¢
3
(P56)
Locatie
¢2
(P68)
43 Verstreken opnametijd (P26)
44 Instellingszone shortcut (P52)
45 Opnamestaat
¢1 “m” is een afkorting voor minuten en “s” voor seconden.
¢2 Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet,
na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de
opnamefunctie.
¢3 Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven als dit toestel ingeschakeld wordt op [Baby1]/
[Baby2] of op [Huisdier] in de Scène mode.
3s
1
1
1
B/W
B/W
B/W
2627
3839404142
43
37
31
30
32
33
35
36
44
34
21 29 24 25
2322 28
45
R8
m
30
s
ECO
W
- 137 -
Overige
In Terugspelen
1 Terugspeelfunctie (P95)
2 / : Opnamekwaliteit (P91)
3 Kleurfunctie (P87)
4 Beveiligd beeld (P110)
5 Favorieten (P107)
6 Weergave gestempelde datum/tekst
(P89, 102)
7 Registratie mijn Fotoalbum (P116)
8 Afspelen (bewegende beeld) (P28)
9 : Aantal afdrukken (P108)
: Schoonheidseffect (P113)
: Artistiek effect (P115)
10 Beeldgrootte (P75)
11 Kwaliteit (P76)
12 Verstreken opnametijd (P28):
¢1
13 Batterij-aanduiding (P9)
14 Beeldnummer/Totaal opnamen
15 LCD-versterking (P39)
: Energiebesparing LCD (P41)
16 Histogram (P40)
17 Selectie opnamemodus (P18)
18 Selectie afspeelmodus (P95)
19 Toepassing (P35)
20 Wissen (P33)
21 Meervoudig terugspelen (P25)
22 Opname-informatie (P46)
23 Het aantal dagen dat verstreken is sinds de reisdatum (P68)
Leeftijd (P56)
24 Display (P46)
25 Menu (P36)
26 Instellingszone shortcut (P52)
27 Opgenomen datum en tijd/Wereldtijd (P70)/Naam
¢2
(P56, 65)/Locatie
¢2
(P68)/Titel
¢2
(P101)
28 Bewegende-beeldenopname (P28):
¢1
29 Map/bestandsnummer (P129)
Ingebouwd geheugen (P13)
Waarschuwingspictogram kabelaansluiting (P131)
¢1 “m” is een afkorting voor minuten en “s” voor seconden.
¢2 Dit wordt afgebeeld in de volgorde van [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]),
[Naam] ([Gezicht herk.]).
100
_
0001100100
_
00010001100
_
0001
1/151/151/15
9s9s9s
9s9s9s
B/WB/WB/W
10:00 1.DEC.201110:00 1.DEC.201110:00 1.DEC.2011
921345678111210
13
14
15
16
17
18
19
20212223
24
25
26
27
29
28
R8
m
30
s
ECO
R8
m
30
s
Overige
- 138 -
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur
(zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.).
Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel
onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven.
Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon. Hierdoor kan ruis ontstaan met
een nadelige invloed op beeld en/of geluid.
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als
gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of zware
motoren.
De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt,
kan een nadelige invloed hebben op dit toestel en storingen van beeld en/of geluid
veroorzaken.
Als het toestel de invloed van magnetisch geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet
naar behoren werkt, dan dient u het uit te schakelen en de accu te verwijderen, of de
netspanningadapter los te maken (optioneel). Plaats de accu vervolgens weer terug, of sluit de
netspanningadapter weer aan, en schakel het toestel weer in.
Gebruik dit toestel niet in de nabijheid van radiozenders of hoogspanningsdraden.
Opnemen in de buurt van radiozenders of hoogspanningsdraden kan nadelige gevolgen
hebben voor beeld en/of geluid.
Altijd de meegeleverde snoeren en kabels gebruiken. Ook voor optionele
accessoires gebruikt u altijd de meegeleverde snoeren en kabels.
De snoeren of de kabels niet langer maken.
Het toestel niet bespuiten met insectenverdelgers of chemische middelen.
Wordt het toestel met chemische middelen bespoten dan kan het beschadigd raken en de
afwerkingslaag er van af gaan.
Vermijd langdurig contact van de digitale fotocamera met rubber of plastic.
Wat u wel en niet moet doen met dit toestel
- 139 -
Overige
Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterij of de DC-koppelaar verwijderen
(optioneel), of de stroomstekker uit het stopcontact halen. Vervolgens het toestel
afwrijven met een droge zachte doek.
Wanneer het toestel bevuild is, kan deze schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven
met een uitgeknepen vochtige doek en daarna met een droge doek.
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol,
keukenschoonmaakmiddelen, enz., om het toestel te reinigen, aangezien dit buitenhoes of het
deklaagje zou kunnen aantasten.
Wanneer u een chemische doek gebruikt, er zeker van zijn de bijgesloten instructies te volgen.
Niet met grote kracht op de LCD monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD
monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen.
Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk
een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden
zodra het toestel zelf opgewarmd is.
Niet hard op de lens drukken.
Laat het toestel nooit in de zon liggen met de lens naar de zonnestralen gericht. Zonlicht kan
problemen veroorzaken. Dit geldt zowel binnen als buiten en in de buurt van een raam.
Schoonmaken
Over de LCD-monitor
De LCD-monitor wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er
donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect.
De LCD-monitors hebben meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01%
van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. De punten zullen niet opgenomen
worden op beelden op het ingebouwde geheugen of een kaart.
Over de Lens
Overige
- 140 -
De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de
chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur
en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang
mee.
Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik.
Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen
voorwerpen (paperclips, enz.).
Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleert u of de batterijen en de
aansluitingen beschadigd zijn.
Door een beschadigde batterij in het toestel te doen zal het toestel stukgaan.
Opgeladen reservebatterijen meenemen wanneer u op stap gaat.
U dient eraan te denken dat de levensduur van de batterijen korter wordt bij lage temperaturen
zoals op skipistes.
Als u op reis gaat, vergeet dan niet de batterijlader in te pakken (bijgeleverd) zodat u de batterij
kunt opladen tijdens uw reis.
Onbruikbare batterijen weggooien.
Batterijen hebben een beperkte levensduur.
Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan ontploffing veroorzaken.
De batterijaansluitingen niet aanraken met metalen voorwerpen (zoals kettingen,
haarpinnen, enz.).
Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u de
batterij aanraakt.
Als u een batterijoplader vlak bij een radio gebruikt, kan dit de radio-ontvangst storen.
De oplader 1 m of meer verwijderd houden van radio’s.
De oplader kan ruis maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing.
Na het gebruik, haalt u de batterijoplader uit het stopcontact. (Als u de stekker in het
stopcontact laat zitten, verbruikt u nog steeds een beetje stroom.)
De aansluitingen van de oplader en de batterij schoon houden.
Batterij
Oplader
- 141 -
Overige
Over het kijken naar 3D
Een ieder die hypergevoelig is voor licht, een hartkwaal heeft of zich hoe dan ook
onwel voelt, met vermijden naar 3D-beelden te kijken.
Dit kan namelijk een negatieve invloed op een dergelijke gezondheidsstatus hebben.
Als u zich moe, ongemakkelijk of op een andere manier niet gewoon voelt terwijl u
naar 3D-beelden kijkt, stop dan gelijk met kijken.
Gaat u door met kijken, dan kan dit ziekte tot gevolg hebben.
Neemt u alstublieft op passende wijze rust nadat u met kijken opgehouden bent.
Als u naar 3D-beelden kijkt, wordt aanbevolen om de 30 tot 60 minuten een pauze in
te lassen.
Langdurig kijken kan vermoeide ogen tot gevolg hebben.
Aan hen die bijziend of verziend zijn, wiens rechter- en linkeroog van elkaar
afwijken, die astigmatisch zijn, wordt geadviseerd een corrigerende bril, enz., te
dragen.
Stop het kijken als u duidelijk een dubbel beeld ziet wanneer u naar de 3D-beelden
kijkt.
Mensen kunnen het kijken naar 3D-beelden op verschillende manieren ervaren. Corrigeer uw
gezichtsvermogen naar behoren voordat u naar 3D-beelden gaat kijken.
U kunt de 3D-instelling op uw televisie of de instelling van de 3D-uitzending op het toestel op
2D zetten.
Als u op een 3D-compatibele telvisie naar 3D-beelden kijkt, ga dan op een afstand
zitten die minstens 3 keer groter is dan de daadwerkelijke hoogte van de televisie.
(Aanbevolen afstand): Voor 42z; ongeveer 1,6 m, voor 46z; ongeveer 1,7 m,
voor 50z; ongeveer 1,9 m, voor 54z; ongeveer 2,0 m.
Kijkt u op een kortere dan de aanbevolen afstand naar 3D-beelden, dan kunnen uw ogen
vermoeid raken.
Over 3D
Overige
- 142 -
De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk
elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op
plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht.
De kaart niet plooien of laten vallen.
De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen
worden.
De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of
vervoert.
Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen
achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers.
Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het weggooien
van de geheugenkaart
“Formatteren” of “wissen” m.b.v. het toestel of een PC zal alleen het bestandsmanagement
veranderen en dit zal niet de gegevens in de geheugenkaart geheel wissen.
Het wordt aangeraden om de geheugenkaart letterlijk te vernietigen of de in de handel
verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens
die op de geheugenkaart staan geheel te wissen voordat deze naar een andere eigenaar gaat
of weggegooid wordt.
Management van gegevens in de geheugenkaart is de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Als een verjaardag ingesteld is voor [Baby1]/[Baby2]/functie voor gezichtsherkenning, dan
wordt deze persoonlijke informatie in het toestel bewaard en in het beeld opgenomen.
Ontkoppeling
Informatie, inclusief persoonlijke informatie, kan veranderd worden of verdwijnen wegens een
fout, een effect van statische energie, een ongeluk, storing, reparatie of andere handelingen.
Gelieve van te worden acht slaan op het feit dat Panasonic op geen enkele manier
aansprakelijk is voor directe of indirecte schade veroorzaakt door de verandering of verdwijning
van informatie of persoonlijke informatie.
Bij aanvraag naar een reparatie, van eigenaar veranderen of weggooien
De instellingen opnieuw instellen om de persoonlijke gegevens te beschermen. (P42)
Als er beelden opgeslagen zijn in het ingebouwd geheugen, deze naar de geheugenkaart
(P112) kopiëren voordat u het ingebouwd geheugen (P45) formatteert zoals nodig.
Verwijder de geheugenkaart van het toestel wanneer er een reparatie vereist wordt.
Ingebouwd geheugen en instellingen kunnen terugkeren naar fabriekstandaard wanneer het
toestel gerepareerd wordt.
Gelieve contact opnemen met de dealer waar u het toestel aangeschaft heeft of met uw
dichtstbijzijnde Servicecentrum als de bovenstaande operaties niet mogelijk zijn wegens
storing.
Wanneer u de geheugenkaart overdraagt aan derden of deze weggooit, gelieve
“Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het weggooien
van de geheugenkaart” op P142 raadplegen.
Kaart
Over de persoonlijke informatie
- 143 -
Overige
De batterij op een koele en droge plaats opbergen met een relatief stabiele temperatuur:
(Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40%RH tot 60%RH)
De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het toestel uitstaat.
Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg raken en kunnen ze
onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden.
Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar
op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal
leeg geraakt zijn.
We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in
een kast bewaart.
Opgenomen gegevens kunnen worden beschadigd of zoek raken als de camera kapot gaat
omdat er verkeerd mee wordt gewerkt. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade die is
veroorzaakt door het verlies van opgenomen gegevens.
Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
U zou niet in staat kunnen zijn de kaart of de batterij te verwijderen wanneer u een statief met
drie poten of een statief met één poot gebruikt.
Zorg ervoor dat de schroef op het statief met drie poten of het statief met één poot niet een
hoek vormt wanneer u het toestel bevestigt of losmaakt. U zou de schroef op het toestel
kunnen beschadigen als u een excessieve kracht gebruikt bij het draaien ervan. Tevens zou
het toestellichaam en het afmetinglabel beschadigd kunnen raken of krassen kunnen krijgen
als het toestel te strak bevestigd wordt aan het statief met drie poten of het statief met één
poot.
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing voor het statief met drie poten of het statoef met één
poot.
Sommige statieven met drie poten of met één poot kunnen niet bevestigd worden wanneer de
DC-koppelaar (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) verbonden zijn.
Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode
Over de Beeldgegevens
Over statieven met drie poten of met één poot
Overige
- 144 -
Waarschuwingen op het scherm
Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen.
De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven.
[Deze foto is beveiligd]
> Het beeld wissen nadat de beveiliginstelling geannuleerd is. (P110)
[Sommige foto’s kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden]
Beelden die niet gebaseerd zijn op de DCF-standaard kunnen niet gewist worden.
> Als u een paar beelden wilt wissen, de kaart formatteren nadat u de nodige gegevens op
een PC etc. opgeslagen heeft. (P45)
[Kan op deze foto niet ingesteld worden]
[Titel bew.], [Tekst afdr.] of [Print inst.] kan niet ingesteld worden voor beelden die niet
gebaseerd zijn op de DCF-standaard.
[Niet voldoende ruimte intern geheugen]/[Niet voldoende geheugen op de kaart]
Er is geen ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart.
Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de geheugenkaart
(batchkopie), worden de opnamen gekopieerd totdat de kaart vol is.
[Div. foto’s kunnen niet gekop. worden]/[Kopie kan niet voltooid worden]
De volgende beelden kunnen niet gekopieerd worden.
Wanneer een beeld bestaat met dezelfde naam als het beeld dat gekopieerd moet worden
op de kopiebestemming. (Alleen wanneer u kopieert van een kaart naar het ingebouwde
geheugen.)
Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard.
Verder kunnen beelden die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet
gekopieerd worden.
[Fout int. geheugen
Fotm. int. geh. ?]
Dit bericht zal afgebeeld worden wanneer u het ingebouwde geheugen formatteert op een
PC.
> Formatteer het ingebouwde geheugen op het toestel opnieuw. (P45) De gegevens op het
ingebouwde geheugen zullen gewist worden.
[Storing geheugenkaart.
Kaart kan niet in deze camera wor-den gebruikt.
Kaart formatt.?]
Het is een formaat dat niet gebruikt kan worden met dit toestel.
> Doe een andere kaart erin.
> Formatteer de kaart opnieuw met het toestel, nadat de nodige gegevens opgeslagen zijn
op een PC, enz. (P45) De gegevens zullen gewist worden.
[Aub camera uit- en inschakelen]/[Systeemfout]
Dit bericht verschijnt wanneer het toestel niet goed werkt.
> Schakel het toestel uit en aan. Als het bericht blijft, contact opnemen met de dealer of uw
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
- 145 -
Overige
[Parameterfout geheugenkaart]/[Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.]
> Gebruik een kaart die compatibel is met dit toestel. (P13)
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB, 64 GB)
[Plaats SD-kaart opnieuw]/[Andere kaart proberen a.u.b.]
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het toetreden van de kaart.
> Voer de kaart opnieuw in.
> Doe een andere kaart erin.
[Leesfout/Schrijffout
Controleer de geheugenkaart]
Het is niet gelukt gegevens te lezen of te schrijven.
> Verwijder de kaart na het uitschakelen van de stroom [OFF]. Zet de kaart er weer in, zet
de stroom weer aan en probeer de gegevens opnieuw te lezen of te schrijven.
De kaart zou stuk kunnen zijn.
> Doe een andere kaart erin.
[Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt]
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse
“Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [Motion JPEG].
Als het voorkomt dat deze stopt zelfs na het gebruik van een “Class 4”-kaart of hoger en de
schrijfsnelheid van de gegevens verslechterd is, wordt het aangeraden een back-up te maken
en vervolgens (P45) te formatteren.
Afhankelijk van het type kaart kan het opnemen van bewegend beeld halverwege stoppen.
[Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.]
> Als u een paar beelden wilt wissen, de kaart formatteren nadat u de nodige gegevens op
een PC etc. opgeslagen heeft. (P45)
> Doe een andere kaart erin.
[Creëren van een map niet mogelijk]
U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn.
> De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P45)
Als u [Nr. resetten] in het [Set-up] menu kiest na het formatteren, wordt de mapnummer
weer op 100 gezet. (P42)
[Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV]/[Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV]
Kies [TV-aspect] in het [Set-up] menu om de beeldverhouding van de TV te wijzigen. (P43)
Deze melding verschijnt ook als de USB-kabel alleen in de camera zit.
Sluit het andere eind van de USB-kabel in dit geval aan op een PC of een printer. (P128, 131)
Overige
- 146 -
Problemen oplossen
Probeer als eerste de volgende procedures (P146154).
De batterij is leeg. De batterij opladen.
Als u het toestel aanlaat, zal de batterij opgaan.
> Schakel het toestel vaal uit d.m.v. de [Slaapsmodus], enz. (P41)
Als u het toestel met behulp van een HDMI-minikabel (optioneel) aansluit op een met
VIERA Link-compatibele TV en de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening van de TV,
gaat dit toestel ook uit.
> Als u VIERA Link niet gebruikt, zet [VIERA link] dan op [OFF]. (P44)
Doe de batterij er voorzichtig helemaal in. (P11)
Is de modus op [Opname] gezet? (P18)
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
> De onnodige beelden wissen om het beschikbare geheugen te vergroten. (P33)
Het kan zijn dat u even niet kunt opnemen nadat de stroom op [ON] gezet is, als een kaart met
grote capaciteit gebruikt wordt.
Het beeld kan witachtig worden als er vuil zoals vingerafdrukken op de lens zit.
> Als de lens vuil is, het toestel aandoen, de lenscilinder uit doen schuiven en voorzichtig het
lensoppervlak schoonwrijven met een zachte schone doek.
> Controleer de instelling van de belichtingscompensatie. (P83)
Instellen van de [Korte sluitert.] hogere snelheid zou het beeld donkerder kunnen maken.
> Stel de [Korte sluitert.] (P85) in op langzamere snelheid.
> Zet [Auto bracket] (P84) of [Burstfunctie] (P87) in het [Opname] modusmenu op [OFF].
Is [Hi-speed burst] (P57) of [Flitsburst] (P58) in scènefunctie ingesteld?
Als het probleem niet opgelost wordt, kan deze verbeterd worden door [Resetten]
(P42) te selecteren op het [Set-up] menu wanneer u beelden maakt.
Batterijen en stroom
Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat.
Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is.
Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Kaart-/batterijklep sluit niet.
Opnemen
Heet beeld kan niet opgenomen worden.
Het opgenomen beeld is witachtig.
Het beeld is te licht of te donker.
Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen.
- 147 -
Overige
Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie.
> Stel op de juiste functie in voor de afstand naar het onderwerp.
Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel. (P22)
Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins. (P20)
> De sluitertijd wordt langzamer wanneer beelden gemaakt worden op donkere plaatsen,
houd daarom het toestel stevig vast met beide handen om de beelden te maken. (P20)
> Als u foto’s met een lage sluitersnelheid maakt, gebruik dan de zelfontspanner. (P74)
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal
er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.)
> De ISO-gevoeligheid verminderen. (P77)
> Stel [Kleurfunctie] in op [NATURAL]. (P87)
> Beelden op heldere plekken maken.
Is [H. gevoeligh.] of [Hi-speed burst] in de scènefunctie ingesteld? Indien dit het geval is, neemt
de resolutie van het opgenomen beeld iets af wegens een hoge gevoeligheidprocessing, maar
dit duidt niet op storing.
Als u opneemt onder fluorlicht kunnen helderheid en tinten lichtjes verschillen als de sluitertijd
korter wordt. Dit is kenmerkend voor beelden met fluorlicht en is geen storing van het toestel.
Het object is niet goed scherp.
Het opgenomen beeld is wazig.
De optische beeldstabiliseerder is niet effectief.
Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket.
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit.
Er verschijnt ruis op het beeld.
De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte.
Overige
- 148 -
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse
“Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [Motion JPEG].
Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen.
> Als de opname van bewegend beeld stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens
“Class 4” of als u een kaart gebruikt die geformatteerd is op een PC of andere apparatuur,
is het schrijven van gegevens lager. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up
maakt van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P45).
Als het onderwerp andere kleuren heeft dan de omtrek, de AF-zone instellen op de voor het
onderwerp specifieke kleuren door die zone uit te lijnen met de AF-zone. (P48)
Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervorm is of dat de randen gekleurd worden,
afhankelijk van de zoomvergroting, wegens de kenmerken van de lens. De omlijningen van het
beeld zouden vervormd eruit kunnen zien omdat het perspectief verbeterd is wanneer de brede
hoek gebruikt is. Dit is geen storing.
Wanneer u beelden maakt of de sluiterknop half indrukt, zouden er roodachtige
strepen kunnen verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of
de hele LCD-monitor roodachtig worden.
Dit is een kenmerk van CCDs en het verschijnt wanneer het
onderwerp een fel gedeelte heeft. Sommige oneffenheden kunnen
zich voordoen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Dit wordt opgenomen in bewegende beelden maar wordt niet
opgenomen op stilstaande beelden.
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het
scherm niet bloot te stelen aan zonlicht of een andere bron van fel
licht.
Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege.
Het onderwerp kan niet vergrendeld worden. (AF-opsporing lukt niet)
Lens
Het opgenomen beeld zou vervormd kunnen worden of er zou zich een kleur om
het onderwerp kunnen bevinden die er niet hoort.
- 149 -
Overige
Dit gebeurt als u tot de helft op de ontspanknop drukt om de lensopening in te stellen en heeft
geen invloed op de beelden.
Dit fenomeen doet zich ook voor wanneer de helderheid verandert wanneer de zoom van het
toestel gebruikt is of wanneer het toestel bewogen wordt. Dit komt door de werking van de
automatische opening van het toestel en dit is geen storing.
De LCD-monitor kan enkele seconden lang knipperen nadat u het toestel binnenshuis aanzet
in fluorescerend licht.
Is de [LCD mode] actief? (P39)
Dit is geen storing.
Deze pixels beïnvloeden de opgenomen beelden niet.
In donkere plaatsen, kan ruis verschijnen om de helderheid van de LCD monitor te behouden.
Dit beïnvloedt de beelden die u aan het maken bent niet.
LCD-monitor
De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder.
De LCD-monitor knippert binnenshuis.
De LCD-monitor is te helder of te donker.
Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor.
Ruis op de LCD-monitor.
Overige
- 150 -
Staat de flitsinstelling op [Œ]?
> De flitsinstelling wijzigen. (P71)
De Flits Mode is niet beschikbaar als [Auto bracket] (P84) of [Burstfunctie] (P87) ingesteld is.
De flits wordt twee maal geactiveerd wanneer de rode-ogenreductie (P71) ingesteld is.
Is [Flitsburst] (P58) in scènefunctie gezet?
[Lcd roteren] (P44) is op [ ] gezet of [ ].
Is de modus op [Afspelen] gezet? (P24)
Staat er een beeld op het ingebouwde geheugen of op de kaart?
> De beelden in het ingebouwde geheugen verschijnen als er geen kaart in het toestel zit. De
beeldgegevens op een kaart verschijnen alleen als er een kaart in het toestel zit.
Is dit een map of een beeld die in de PC verwerkt werd? Is dat het geval, dan kan het niet met
dit toestel worden afgespeeld.
> Er wordt aangeraden om de “PHOTOfunSTUDIO” software te gebruiken die op de
(bijgeleverde) CD-ROM staat om de beelden van de PC naar de kaart te schrijven.
Is [Afspelen filteren] ingesteld voor afspelen?
> Veranderen naar [Normaal afsp.]. (P95)
Flits
De flits is niet geactiveerd.
Flits wordt verschillende keren geactiveerd.
Terugspelen
Het beeld dat teruggespeeld wordt, is gedraaid en wordt afgebeeld in een
onverwachte richting.
De opname wordt niet teruggespeeld.
Er zijn geen gemaakte beelden.
- 151 -
Overige
Is dit een niet-standaard beeld, een beeld die bewerkt is m.b.v. een PC of een beeld die
gemaakt is door een ander merk digitale camera?
Heeft u de batterij onmiddellijk na het maken van het beeld verwijderd of heeft u een beeld
gemaakt m.b.v. een batterij met een lage resterende stroom?
> Formatteer de gegevens om het hierboven genoemde beeld te wissen. (P45)
(Er zullen ook andere beelden gewist worden en het zal niet mogelijk zijn deze te
herstellen. Controleer daarom goed voordat u formatteert.)
Is de klok van de camera goed ingesteld? (P16)
Wanneer beelden bewerkt worden m.b.v. een PC of er beelden gezocht worden die met andere
apparatuur gemaakt zijn, kunnen deze afgebeeld worden met data die verschillen van de
eigenlijke data waarop de beelden gemaakt werden.
Als de digitale rode-ogen-correctie ([ ], [ ], [ ]) in werking is, en u neemt een foto van
een onderwerp met een rode kleur omgeven door een huidachtige kleur, dan kan het rode deel
in zwart gecorrigeerd worden door de digitale rode-ogen-correctie.
> Het wordt aangeraden een beeld te maken met flitsfunctie ingesteld op [], [] of [Œ], of
[Rode-ogencorr] op het [Opname] Functiemenu ingesteld op [OFF]. (P88)
Is het een beeld dat opgenomen is met andere apparatuur? In deze gevallen, kunnen beelden
afgebeeld worden met een mindere beeldkwaliteit.
Dit apparaat stelt automatisch de opening af tijdens de opname van bewegend beeld. Als dit
gebeurt, kan het geluid opgebroken worden. Dit is geen storing.
Afspelen van video’s met dit apparaat (Bewegende JPEG) zou niet mogelijk kunnen zijn met
digitale camera’s van andere bedrijven. Tevens zouden de digitale camera’s van Panasonic
(LUMIX)
¢
ook niet in staat kunnen zijn om ze af te spelen.
¢ Geïntroduceerd voor december 2008 en FS- en LS-serie geïntroduceerd in 2009.
Video’s die gemaakt zijn met [AVCHD] kunnen niet afgespeeld worden met inrichtingen die niet
compatibel zijn met AVCHD. Sommige AVCHD-compatibele inrichtingen zouden niet in staat
kunnen zijn deze correct af te spelen.
Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [] en het
scherm wordt zwart.
Met een Kalenderzoektocht, worden de beelden afgebeeld op data die
verschillen van de werkelijke data waar de beelden op gemaakt werden.
Er verschijnen witte ronde vlekken als zeepbellen op het gemaakte beeld.
Als u een beeld maakt met een flits op een donkere plek of
binnenshuis, zouden er witte vlekken kunnen verschijnen op het beeld
veroorzaakt doordat de flits stofdeeltjes weerkaatst in de lucht. Dit is
geen storing.
Een kernmerk van dit fenomeen is dat het aantal ronde vlekken en hun
positie verschillen in elk beeld.
Rood gedeelte van het gemaakte beeld is zwart geworden.
[Weergave thumbnail] verschijnt op het scherm.
Het geluid van de opgenomen bewegende beelden wordt soms opgebroken.
Films die met dit model opgenomen zijn, kunnen niet op andere apparaten
afgespeeld worden.
Overige
- 152 -
Is het toestel correct op de TV aangesloten?
> De TV-input instellen op extern.
Afhankelijk van het TV-model, kunnen de beelden horizontaal of verticaal uitgetrokken zijn of
kunnen ze afgebeeld worden met stukken van de rand eraf geknipt.
Probeert u bewegende beelden terug af te spelen door de kaart rechtstreeks in een
kaartingang op de TV te steken?
> Het toestel aan de TV verbinden met de AV kabel (bijgeleverd) of met en de
HDMI-minikabel (optioneel) en dan de bewegende beelden afspelen op die op de camera
staan. (P117, 118)
> Controleer de [TV-aspect] instelling. (P43)
Is het correct met de (optionele) HDMI-minikabel aangesloten? (P118)
> Vergewis u ervan dat de HDMI minikabel (optioneel) goed is aangesloten.
Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P44)
> Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet
automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening
voor de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de
gebruiksaanwijzing voor de TV.)
> Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat.
> Zet het toestel uit en weer aan.
> Stel [VIERA link] in op [Off] op de TV en zet het daarna weer op [On]. (Zie de
gebruiksaanwijzing van het TV-toestel voor meer informatie.)
> Controleer de [Video uit] instelling. (P43)
Is het toestel correct aangesloten op de PC?
Wordt het toestel correct herkend door de PC?
> Op [PC] zetten in [USB mode]. (P42, 128)
TV, PC en printer
Het beeld verschijnt niet op de televisie.
De displayzones op het TV scherm en de LCD-monitor van het toestel
verschillen.
Bewegende beelden kunnen niet op een TV afgespeeld worden.
Het beeld verschijnt niet helemaal op de TV.
VIERA Link werkt niet.
Het beeld kan verplaatst worden wanneer het toestel aangesloten is op een PC.
- 153 -
Overige
> De USB-kabel losmaken. Maak de kabel pas vast als de kaart in het toestel zit.
> Controleer of uw PC compatibel is met SDXC-geheugenkaarten.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
> Er kan tijdens de aansluiting een bericht getoond worden waarin u verzocht wordt de kaart
te formatteren. Doe dit niet.
> Als [Toegang] op de LCD-monitor weergegeven wordt en niet verdwijnt, sluit de
USB-verbindingskabel dan af na de stroom te hebben uitgeschakeld.
> Bevestig dat de login-informatie (login ID/gebruikersnaam/mailadres/password) correct is.
> Bevestig dat de PC met het internet in verbinding staat.
> Bevestig dat de aanwezige software, zoals antivirussoftware of firewall, de toegang tot
YouTube of Facebook niet blokkeert.
> Bevestig dit ook voor YouTube of Facebook.
Beelden kunnen niet afgedrukt worden m.b.v. een printer die PictBridge niet verdraagt.
> [USB mode] op [PictBridge(PTP)] instellen. (P42, 131)
>
Wanneer u een printer gebruikt met een Knip- of kantenvrije afdrukfunctie, dient u deze functie
te annuleren voordat u afdrukt. (Voor details, de gebruiksaanwijzing lezen van de printer.)
> Wanneer u de beelden laat afdrukken, dient u te vragen of de beelden afgedrukt kunnen
worden met beide uiteinden.
> Raak [ ] aan, selecteer de [Set-up] menu-icoon [ ]. Selecteer vervolgens [~] om de
gewenste taal in te stellen. (P45)
Op donkere plekken gaat de AF-lamp (P88) branden om gemakkelijker op het object scherp te stellen.
Is [AF ass. lamp] in het [Opname] functiemenu ingesteld op [ON]? (P88)
De AF-lamp gaat niet aan op heldere plekken.
Het oppervlak van het toestel kan warm worden tijdens het gebruik. Dit heeft geen invloed op
de prestaties of de kwaliteit van het toestel.
De kaart wordt niet herkend door de PC. (Het ingebouwde geheugen wordt wel
herkend.)
De kaart wordt niet door de PC herkend (er wordt een SDXC-geheugenkaart gebruikt)
Er is een probleem bij het proberen uploaden naar YouTube of Facebook.
Het beeld kan niet afgedrukt worden wanneer het toestel op een printer aangesloten is.
De uiteinden van de beelden worden eraf geknipt bij het afdrukken.
Overige
Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen.
Een rode lamp gaat soms aan wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
De AF-lamp gaat niet aan.
Het toestel wordt warm.
Overige
- 154 -
Wanneer de helderheid verandert wegens bewegen van de zoom of het toestel enz., kan de
lens klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderen. Het beeld wordt echter niet
beïnvloed. Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische afstelling van de opening. Dit is
geen storing.
Als u het toestel niet voor lange tijd gebruikt, kan de klok opnieuw ingesteld worden.
> [Aub klok instellen] wordt weergegeven. Stel de klok opnieuw in. (P16)
Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervormd wordt of dat de randen gekleurd zijn,
afhankelijk van de zoomvergroting wegens de kenmerken van de lens, maar dit is geen storing.
Wanneer u de Extra Optische Zoom of de Intelligente Zoom gebruikt, zal de zoomwerking
tijdelijk stoppen. Dit is geen storing.
Is het toestel ingesteld op macro-zoomfunctie? (P81)
Maximum zoom tijdens macro zoomfunctie is 3k digitale zoom.
Wanneer u een handeling uitvoert na een bepaalde actie, kunnen de beelden opgeslagen
worden in mappen met nummers die anders zijn dan de nummers die vóór deze handeling
gebruikt werden.
Als de batterij erin gezet of eruit gehaald is zonder eerst de stroom van het toestel uit te
schakelen, zullen de map- en bestandnummers voor de gemaakte beelden niet in het
geheugen opgeslagen worden. Wanneer de stroom vervolgens weer aangedaan wordt en er
beelden gemaakt worden, kunnen deze opgeslagen worden onder bestandnummers die
toegeschreven hadden moeten worden aan eerdere beelden.
Voer het kalibreren uit (P45).
Dit is [Auto demo] die u de kenmerken van dit toestel leert kennen.
De lens klikt.
De klok is opnieuw ingesteld.
Wanneer beelden gemaakt worden m.b.v. de zoom, zijn ze enigszins vervormd
en hebben de zones rondom het onderwerp kleuren die er in het echt niet zijn.
Het inzoomen stopt onmiddellijk.
Zoom gaat niet naar maximum vergroting.
De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen.
De mapnummers worden in toenemende volgorde opgeslagen.
Er wordt iets anders geselecteerd dan wat u aangeraakt heeft.
Wanneer het toestel met rust gelaten wordt, wordt de diavoorstelling opeens
afgebeeld.
SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C,
LLC.
“AVCHD” en het “AVCHD” logo zijn
handelsmerken van Panasonic Corporation en
Sony Corporation.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
Dolby en het symbool double-D zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
HDMI, het HDMI logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en
andere landen.
HDAVI Control™ is een handelsmerk van
Panasonic Corporation.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken
of geregistreerde merken van Apple Inc. en
worden onder licentie gebruikt.
YouTube is een handelsmerk van Google Inc.
Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van
DynaComware Corporation. DynaFont is een
geregistreerd handelsmerk van DynaComware
Taiwan Inc.
Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor privé- en
niet-commercieel gebruik door een consument voor (i) het coderen van video in
overeenstemming met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video
die werd gecodeerd door een consument in een privé- en niet-commerciële activiteit en/of
werd verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren.
Geen enkele licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com
.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DMC-FX77 Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. VQT3G42 until 2011/2/21 Inhoud Opnemen Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera................4 Standaard accessoires..............................5 Namen van de onderdelen........................6 Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken........7 Voorbereiding Opladen van de Batterij.............................8 • Opladen ..............................................8 • Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering .......................9 Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen...................................11 Over het ingebouwde geheugen/ de kaart ...................................................13 • Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd ........................................15 De datum en de tijd instellen (Klokinstelling).........................................16 • De klokinstelling veranderen .............17 Basiskennis De [Opname] Functie Selecteren............18 Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (Normale beeldfunctie)............................19 • Tips om mooie opnamen te maken...20 • Golfstoring (camerabeweging) ..........20 Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie ..............................21 Scherpstellen ..........................................22 Beelden terugspelen ([Normaal afsp.]) ...24 Opname Bewegend Beeld ......................26 Bewegende beelden terugspelen............28 Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische Functie).........30 • Veranderen van de instellingen ........31 • Scènedetectie ...................................32 Beelden wissen .......................................33 • Om een enkele opname uit te wissen ......................................33 • Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen ......34 Toepassing selecteren ............................35 Menu instellen .........................................36 • Menuonderdelen instellen .................36 Over het set-up Menu .............................38 Over de LCD-monitor ..............................46 Opnames maken met scherpte en belichting ingesteld op het onderwerp (Touch AF/AE).......................47 Beelden maken met de zoom..................49 • M.b.v. de Optische Zoom/ M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/ M.b.v. de Intelligente Zoom/ M.b.v. de Digitale Zoom ....................49 • Zoomen met bediening door aanraking ..........................................51 Shortcut instellen.....................................52 Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènefunctie) .........................................53 • [Portret] .............................................53 • [Transformeren].................................53 • [Zelfportret] ........................................54 • [Landschap].......................................54 • [Panorama assist] .............................54 • [Sport]................................................55 • [Nachtportret] ....................................55 • [Nachtl.schap] ...................................55 • [Nachtop. uit hand] ............................55 • [Voedsel] ...........................................55 • [Party] ................................................56 • [Kaarslicht] ........................................56 • [Baby1]/[Baby2] .................................56 • [Huisdier] ...........................................57 • [Zonsonderg.] ....................................57 • [H. gevoeligh.] ...................................57 • [Hi-speed burst] .................................57 • [Flitsburst]..........................................58 • [Sterrenhemel]...................................58 • [Vuurwerk] .........................................58 • [Strand]..............................................59 • [Sneeuw] ...........................................59 • [Luchtfoto] .........................................59 • [Foto frame] .......................................59 3D-beelden maken (3D-fotofunctie) ........60 Beelden maken terwijl u de huidstructuur verandert (Cosmetische Functie) ............................61 Foto’s maken tijdens terwijl de kleur ingesteld wordt (Mijn Kleur functie) .........62 Een beeld maken met Gezichtsdetectie functie......................................................63 • Gezichtsinstellingen ..........................64 Een stilstaand beeld maken terwijl u een film maakt ......................................67 Nuttige functies op reisbestemmingen ....68 • Opnemen welke Dag van de Vakantie en de Locatie van de Vakantie het is ([Reisdatum])............68 • Opnamedata/-tijden op at Reisbestemmingen ver weg ([Wereldtijd])......................................70 -2- Het functiemenu [Opname] gebruiken ....71 • [Flitser] ..............................................71 • [Zelfontspanner] ................................74 • [Aspectratio] ......................................74 • [Fotoresolutie] ...................................75 • [Kwaliteit]...........................................76 • [Gevoeligheid] ...................................77 • [Witbalans] ........................................78 • [AF mode] .........................................80 • [Macro stand] ....................................81 • [Quick AF] .........................................82 • [Gezicht herk.] ...................................82 • [Belichting] ........................................83 • [i. Exposure] ......................................85 • [Korte sluitert.] ...................................85 • [I.resolutie] ........................................86 • [Dig. zoom] ........................................86 • [Burstfunctie] .....................................87 • [Kleurfunctie] .....................................87 • [AF ass. lamp] ...................................88 • [Rode-ogencorr] ................................88 • [Stabilisatie].......................................89 • [Datum afdr.] .....................................89 • [Klokinst.] ..........................................89 Het functiemenu [Bewegend beeld] gebruiken ................................................90 • [Opnamefunctie]................................90 • [Opn. kwaliteit] ..................................91 • [Active Mode] ....................................92 • [Continu AF] ......................................92 • [Windreductie] ...................................92 Tekst Invoeren ........................................93 Afspelen/Bewerken Creëren van foto’s uit een video .............94 Diverse afspeelmethoden .......................95 • [Diashow] ..........................................96 • [Afspelen filteren] ..............................98 • [Album afspelen] ...............................99 • [Dubbel afsp.] ....................................99 • [Kalender]..........................................99 Het functiemenu [Afspelen] gebruiken ..............................................100 • [Uploadinstelling].............................100 • [Titel bew.].......................................101 • [Tekst afdr.] .....................................102 • [Splits video]....................................104 • [Nw. rs.] ...........................................105 • [Bijsnijden].......................................106 • [Favorieten] .....................................107 • [Print inst.] .......................................108 • [Beveiligen] .....................................110 • [Gez.herk. bew.] ..............................111 • [Kopie] .............................................112 Plezier Plezier met Gemaakte beelden .............113 • [Schoonheidseffect].........................113 • [Artistiek effect]................................115 • [Mijn fotoalbum] ...............................116 Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm.............................................117 • Opnamen terugspelen met de AV-kabel (bijgeleverd).....................117 • Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een SD-geheugenkaart..........................118 • Afspelen op de TV met de HDMI-aansluiting ............................118 Afspelen van 3D-beelden ......................122 • Afspelen van 3D-beelden ................122 • Bewaren van 3D-beelden................123 Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden en bewegende beelden..................................................124 • Kopiëren door de SD-kaart in de recorder te plaatsen ...................124 • Kopieer het afspeelbeeld m.b.v. een AV-kabel........................125 • Kopiëren naar een PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”...............126 Aansluiting op de PC.............................127 • Uploaden van beelden naar websites waarin deze met anderen gedeeld kunnen worden ...130 Beelden afdrukken ................................131 • Een beeld kiezen en uitprinten ........132 • Meerdere beelden kiezen en uitprinten .........................................132 • Printinstellingen ...............................133 Overige Schermdisplay.......................................135 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...138 Waarschuwingen op het scherm ...........144 Problemen oplossen..............................146 -3- Voor Gebruik Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk. • De lens, de LCD-monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen. – Het toestel laten vallen of er tegen stoten. – Gaan zitten met het toestel in uw broekzak of het toestel in een volle of smalle tas forceren, enz. – Bevestigen van artikelen, zoals accessoires, aan de riem die aan het toestel bevestigd is. – Hard duwen op de lens of op de LCD-monitor. Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig. Vermijd het dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof, water, zand enz., aanwezig is. • Vloeistoffen, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom de lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op omdat dit niet alleen storingen kan veroorzaken, maar het toestel ook onherstelbaar kan beschadigen. – Plaatsen met veel zand of stof. – Plaatsen waar water in contact kan komen met dit apparaat zoals wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand. ∫ Over Condensatie (Wanneer de lens of de LCD-monitor beslagen zijn) • Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid veranderen. Op condens letten omdat het vlekken op de lens of de LCD-monitor, schimmel of storingen veroorzaakt. • Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt komt van de kamertemperatuur. -4- Voor Gebruik Standaard accessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst. • Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst. • De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden aangegeven als kaart in de tekst. • De kaart is optioneel. U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. • Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.) -5- Voor Gebruik Namen van de onderdelen 1 2 3 Flits (P20) Lens (P4, 139) Zelfontspannerlampje (P74) AF-lamp (P88) 1 4 Aanraakpaneel/LCD-monitor (P7, 46, 135) 5 Speaker (P38) 6 Microfoon 7 Toestel AAN/UIT (P16) 8 Bewegend beeldknop (P26) 9 Sluiterknop (P19, 30) 10 Zoomhendeltje (P49) 4 2 3 5 6 7 8 9 10 11 Lusje voor draagriem • Zorg ervoor de riem te bevestigen 11 12 wanneer u het toestel gebruikt, zodat het niet kan vallen. 12 Objectiefcilinder 13 [HDMI] aansluiting (P118, 120) 14 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P117, 125, 128, 131) 13 14   15 Statiefbevestiging 16 Kaart/Batterijklep (P11) 17 Vrijgavehendeltje (P11) 15 16 OPEN 18 DC-koppelaardeksel (P12) • Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er voor zorgen dat de DC-koppelaar van Panasonic (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) gebruikt worden. Voor verbindingsdetails, P12 raadplegen. -6- 18 17 LOCK Voor Gebruik Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken Dit touch panel is van het type dat druk detecteert. Raak het scherm aan Het aanraakpaneel aanraken en vrijgeven. Verslepen Een beweging zonder vrijgeven van het aanraakpaneel. Gebruik deze manier om taken uit te voeren zoals het selecteren van iconen of beelden die op het touch panel weergegeven worden. • Dit zou niet goed kunnen werken wanneer er Gebruik deze manier om taken uit te voeren zoals: naar the volgende beeld gaan door horizontaal slepen of door de zone van het weergegeven beeld te veranderen. Dit kan ook gebruikt worden om taken uit te meerdere iconen tegelijk aangeraakt worden, voeren zoals het omschakelen van het probeer daarom de icoon in het midden aan beeldscherm met gebruik van de te raken. schuifbalk. Aantekening • Als u een in de kleinhandel verkrijgbare vloeibare kristallen beschermblad gebruikt, gelieve de instructies volgen die u bij het blad krijgt. (Sommige vloeibare kristallen beschermvellen zouden zichtbaarheid of werking nadelig kunnen beïnvloeden.) • Oefen een beetje meer druk uit bij het aanraken als beschermfolie aangebracht is dat gewoon in de handel verkrijgbaar is of als u denkt dat het toestel niet goed reageert. • Het aanraakpaneel zal niet werken als de hand die het toestel vasthoudt het aanraakpaneel aanraakt. • Druk niet met andere voorwerpen met scherpe punten of met harde voorwerpen, anders dan de bijgeleverde stylus pen. • Niet te werk gaan met uw nagels. • Wrijf de LCD-monitor schoon met droge zachte doek wanneer deze vuil wordt met vingerafdrukken en dergelijke. • Niet krassen op de LCD-monitor of er hard op drukken. • Raadpleeg voor informatie over de iconen die op het aanraakpaneel weergegeven worden het “Schermdisplay” op P135. ∫ Over de styluspen Het is gemakkelijker om voor een gedetailleerde werking de (bijgeleverde) styluspen te gebruiken of wanneer het moeilijk is het toestel met uw vingers te bedienen. • Deze niet daar plaatsen waar kleine kinderen erbij kunnen. • De stylus niet op de LCD-monitor plaatsen wanneer u deze opslaat. De LCD-monitor zou stuk kunnen gaan wanneer de stylus hard tegen de LCD-monitor gedrukt wordt. -7- Voorbereiding Voorbereiding Opladen van de Batterij ∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten van Panasonic. • Gebruik hiervoor de oplader. Opladen • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. • Laad de batterij op met de oplader. Steek de batterij in de goede richting. Steek de stekker van de oplader in het stopcontact. plug-in-type • Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is. inlaattype -8- Voorbereiding ∫ Over het [CHARGE] lampje Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld: Het [CHARGE] lampje A is tijdens het laden ingeschakeld. Het [CHARGE] lampje gaat uit: Het [CHARGE] lampje A zal uitgaan als het laden zonder problemen voltooid is. • Als het [CHARGE] lampje knippert – De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC. – De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek. ∫ Oplaadtijd Oplaadtijd Ongeveer 120 min • De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders. Aantekening • Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte. • De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing. • De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.) Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering ∫ Batterijaanduiding De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. • De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij. -9- Voorbereiding ∫ Stilstaande beelden opnemen Aantal beelden Ongeveer 200 opnamen opnametijd Ongeveer 100 min Volgens CIPA-standaard in normale beeldfunctie Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard • CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association]. • Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat. • Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB). • De geleverde batterij gebruiken. • Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [ON].) • Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld. • Veranderen van de zoomvergroting, van Tele naar Wide of omgekeerd, bij iedere opname. • Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld zijn. Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).] ∫ Terugspelen Terugspeeltijd Ongeveer 150 min Aantekening • De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de omgeving en de gebruiksaanwijzing. In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken beelden verminderd. – In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen. – Wanneer u [LCD mode] gebruikt. – Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden. • Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij. - 10 - Voorbereiding Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen • Controleer of het toestel uit staat. • We raden een kaart van Panasonic aan. Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl en open de batterij/kaartklep. OPEN LOCK • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. Batterij: Let op bij de richting van plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort. Controleer dan of hendel A de batterij vergrendeld heeft. Trek hendel A in de richting van de pijl om de batterij uit te nemen. CARD Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen. B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken. 1:Sluit de kaart/batterijklep. 2:Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl. OPEN LOCK Aantekening • Verwijder de batterij na gebruik. • Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. • Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.) - 11 - Voorbereiding M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de batterij De netadapter (optioneel) kan alleen gebruikt worden met de speciale DC-koppelaar (optioneel). De netadapter (optioneel) kan niet autonoom gebruikt worden. 1 Open de kaart/batterijklep. 2 Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting. 3 Open de DC-koppelaardeksel A. • Duw het deksel van de koppelaar van binnenuit open. 4 Sluit de kaart/batterijklep. 5 Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat. 6 De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C van de DC-koppelaar verbinden. D De markeringen uitlijnen en erin zetten. • Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen veroorzaken.  Aantekening • Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel). • Wanneer een AC-adapter gebruikt wordt, moet de AC-kabel gebruikt worden die bij de AC-adapter geleverd is. • Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is. • Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent. • Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden. • Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar. - 12 - Voorbereiding Over het ingebouwde geheugen/de kaart De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat. • Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden. • Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden op de kaart en teruggespeeld worden. • Als u het ingebouwde geheugen gebruikt k>ð (toegangsaanduiding¢) • Als u de kaart gebruikt † (toegangaanduiding¢) ¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden gemaakt. Ingebouwd geheugen • U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P112) • Geheugengrootte: Ongeveer 70 MB • De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart. Kaart De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) Type kaart dat gebruikt kan worden met dit toestel SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB) SDXC-geheugenkaart (48 GB, 64 GB) Opmerkingen • Gebruik een kaart met SD-Snelheidsklassen¢ met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse “Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [Motion JPEG]. • De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten of SDXC-geheugenkaarten. • SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met uitrustingen die compatibel zijn met SDXC-geheugenkaarten. • Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html • Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen gebruikt worden. ¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het etiket op de kaart, enz. b.v.: • Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) - 13 - Voorbereiding Aantekening • Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter (optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt (waneer er beelden geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd) worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of statische elektriciteit. De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat zou niet langer normaal kunnen werken. Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie opnieuw uitvoeren. • Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de [LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.) • De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan. • Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P45) • Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart inslikken. - 14 - Voorbereiding Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd ∫ Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd • U kunt het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd bevestigen door [ verschillende keren aan te raken. (P46) ] A Aantal opnamen B Beschikbare opnametijd B A ∫ Aantal opnamen • [i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden. Beeldverhouding [X], Kwaliteit [A] Ingebouwd geheugen (Ongeveer 70 MB) 2 GB 12M 15 5M(EZ) 0,3M(EZ) 26 410 Beeldgrootte 4 GB 16 GB 380 760 3120 650 10050 1300 19940 5300 81340 ∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen) [AVCHD] Ingebouwd Opname geheugen kwaliteitsinstelling (Ongeveer 70 MB) FSH SH j j 2 GB 4 GB 16 GB 14 min 00 s 14 min 00 s 30 min 00 s 30 min 00 s 2 h 4 min 2 h 4 min 2 GB 4 GB 16 GB [Motion JPEG] Ingebouwd Opname geheugen kwaliteitsinstelling (Ongeveer 70 MB) HD VGA j j 8 min 10 s 21 min 30 s 16 min 20 s 43 min 00 s 1 h 7 min 2 h 56 min QVGA 2 min 30 s 1 h 2 min 2 h 4 min 8 h 28 min • Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.) • Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de onderwerpen. • Het aantal opneembare beelden/beschikbare opnametijd voor de kaart kan afnemen als [Uploadinstelling] uitgevoerd wordt. • Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende 29 minuten 59 seconden lang. Tevens is bewegend beeld dat continu opgenomen wordt in [Motion JPEG] tot 2 GB. (Voorbeeld: [8m10s] met [HD]) Resterende tijd voor continue opname wordt afgebeeld op het scherm. - 15 - Voorbereiding De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. Zet het toestel aan. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. Raak [Taal instellen] aan. Selecteer de taal en raak vervolgens [Inst.] aan. Raak [Klokinst.] aan. Raak de items aan die u wenst in te stellen (Jaar/Maand/Dag/Uren/Minuten) en maak de instelling met gebruik van [3]/[4]. A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied • U kunt de instellingen voortdurend omschakelen door voortdurend [3]/[4] aan te raken. ] aan om de instellingen van datum en tijd te wissen zonder een datum en een tijd in te stellen. • Raak [ Om de weergavesequentie en het weergaveformaat van de tijd weer te geven. • Raak [Indeling] aan om het instellingsscherm voor de instelling van de weergavevolgorde/het weergaveformaat van de tijd weer te geven. Raak [Inst.] aan om in te stellen. Raak [Inst.] aan in het bevestigingsscherm. - 16 - Voorbereiding De klokinstelling veranderen Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up] menu. (P36) • Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen. • De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.) Aantekening • Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met [Datum afdr.] (P89) of [Tekst afdr.] (P102). • Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het scherm van de camera wordt weergegeven. - 17 - Basiskennis Basiskennis De [Opname] Functie Selecteren Raak [ ] aan. • Als u vanuit de Afspeelfunctie te werk gaat, raak dan [ ] aan om naar de Opnamefunctie te schakelen. Is het toestel eenmaal naar de Opnamefunctie overgeschakeld, dan wordt [ ] naast de icoon weergegeven. Raak die dus opnieuw aan. Raak de functie-icoon aan. ∫ Lijst van [Opname] functies ! Normale opnamefunctie (P19) De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen. ¦ Intelligente automatische functie (P30) De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch gebruikt worden door het toestel. Û Scènefunctie (P53) Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt. 3D-fotofunctie (P60) Maakt een 3D-beeld. Cosmetische Functie (P61) Maakt een beeld met aanpassing van de huidstructuur. My colour-functie (P62) Gebruik deze modus om kleureffecten te controleren, selecteer een kleurmodus uit 8 kleurmodi en maak vervolgens beelden. Aantekening • Wanneer de functie geschakeld wordt van [Afspelen] functie naar [Opname] functie, zal de eerder ingestelde [Opname] functie ingesteld worden. - 18 - Basiskennis [Opname] functie: · Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (Normale beeldfunctie) Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. Raak [ Raak [ ] aan. ] aan. Richt de AF-zone op het punt waarop u wenst scherp te stellen. De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. A ISO-gevoeligheid B Lensopening C Sluitertijd • De focusaanduiding D (groen) gaat branden als op het onderwerp scherp gesteld wordt. • De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het opnamebereik dat op het scherm weergegeven wordt. (P22) • De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden rood weergegeven als de correcte belichting niet bereikt wordt (tenzij een flitser gebruikt wordt). Druk de half ingedrukte ontspanknop helemaal in om het beeld te maken. - 19 - D AB C Basiskennis Tips om mooie opnamen te maken • Zorg ervoor de riem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt, zodat het niet kan vallen. • Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt. • De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen. • De voorkant van de lens niet aanraken. A Draagriem B Flits C AF assistentielamp ∫ Richtingfunctie Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren] (P44) ingesteld is) • De richtingdetectiefunctie zou niet correct kunnen werken als de opname uitgevoerd wordt met het toestel op of neer gericht. • Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal afgebeeld. Golfstoring (camerabeweging) Wanneer de beeldbibberalert [ ] verschijnt, [Stabilisatie] (P89), een statief of de zelfontspanner (P74) gebruiken. • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect – In [Panorama assist], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Party], [Kaarslicht], [Sterrenhemel] of [Vuurwerk] in de scènefunctie – In[Hoge dynamiek] mijn kleurfunctie – Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.] - 20 - Basiskennis [Opname] functie: ñ·¿ Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden en wordt de foto automatisch gemaakt. Raak [ ×] aan. • De icoon verandert in [ ] en het wordt mogelijk foto’s te maken met de Touch Shutter-functie. Raak het scherp te stellen onderwerp aan en neem de foto. • De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] in de AF-functie wordt weergegeven in de positie die u aanraakt en de foto wordt genomen zodra de zone is scherp gesteld (deze kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden). Raak [ ] aan om de Touch Shutter functie te wissen. Aantekening • Bediening door aanraking is rechtsboven op de LCD-monitor niet mogelijk, ook al wordt een beeld weergegeven. • De instelling van de Touch-sluiter wordt ook bewaard als het toestel wordt uitgezet. • U kunt geen bewegende beelden met de Touch shutter-functie opnemen. - 21 - Basiskennis Scherpstellen Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in. Focus Wanneer er scherpgesteld is op het object Wanneer er niet scherpgesteld is op het object Focusaanduiding A Aan Knippert AF-zone B Wit>Groen Wit>Rood Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer A • De AF-zone wordt groter weergegeven tijdens digitaal zoomen of als het donker is. ∫ Over het focusbereik Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom bediend wordt. • Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen scherpstelling plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is. Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de zoompositie. bv.: Focusbereik tijdens de gewone beeldmodus T W 1m 50 cm - 22 - B Basiskennis ∫ Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in het midden van het beeld staat dat u wilt opnemen) 1 2 De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft indrukken om de focus em belichting vast te zetten. De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld samen te stellen. • U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt. ∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen • Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet • Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij - 23 - Basiskennis [Afspelen] functie: ¸ Beelden terugspelen ([Normaal afsp.]) Raak [ ] aan. • Het display schakelt over naar gewoon afspelen. Aantekening • Dit toestel voldoet aan de DCF-norm “Design rule for Camera File system” die vastgesteld is door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association” en met Exif “Exchangeable Image File Format”. De bestanden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen niet worden afgespeeld. • Het kan zijn dat beelden die met een ander toestel genomen zijn niet op dit toestel kunnen worden afgespeeld. • De lenscilinder trekt zich ongeveer 15 seconden nadat u overschakelt van de [Opname]-naar de [Afspelen]-functie terug. Spoel het beeld verder of terug Versleep (P7) het beeldscherm in horizontale richting. – Vooruit: van rechts naar links slepen – Terugspoelen: van links naar rechts slepen A Bestandsnummer B Beeldnummer • De snelheid van vooruit/achteruit spoelen van de beelden is afhankelijk van de afspeelstatus. • U kunt de beelden continu vooruit of achteruit spoelen door uw vinger op de linker of rechterzijde van het scherm te houden nadat een beeld vooruit/achteruit gespoeld is. (De beelden worden in gereduceerd formaat weergegeven.) - 24 - A B Basiskennis Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen) Raak [ ] aan. A Schuifbalk • Het is mogelijk om naar een ander afspeelscherm over te gaan door de volgende iconen aan te raken. –[ ]: 1 scherm –[ ]: 12 schermen –[ ]: 30 schermen –[ ]: Weergave kalenderbeeldscherm • Verander van beeldscherm door [3]/[4] aan te raken als deze op de schuifbalk weergegeven worden. • Er kan van scherm geschakeld worden door de schuifstaaf op of neer (P7) te slepen. • Het scherm kan geleidelijk geschakeld worden door het scherm op of neer te slepen (P7). • Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [ ] kunnen niet afgespeeld worden. A De terugspeelzoom gebruiken Het te vergroten deel duidelijk aanraken. 1k>2k>4k>8k>16k • U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door de zoomhendel te bewegen. • Als de vergroting veranderd wordt, zal de aanduiding van de zoompositie B ongeveer 1 seconde weergegeven worden. • Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan wordt. • U kunt het uitvergrote deel verplaatsen door het beeldscherm te verslepen (P7). • Het beeld keert terug naar het oorspronkelijk formaat (1k) door [ ] aan te raken. • Als u [ ] aanraakt, neemt de uitvergroting af. - 25 - B Basiskennis [Opname] functie: ñ·¿ Opname Bewegend Beeld Dit kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het AVCHD-formaat of bewegende beelden die opgenomen zijn in Motion JPEG opnemen. Audio zal mono opgenomen worden. Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A C A Beschikbare opnametijd B Verstreken opnametijd • U kunt video’s maken die bij elke Opnamefunctie passen. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los. B • De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Voor de instelling van de [Opnamefunctie] en [Opn. kwaliteit], raadpleeg P90. Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken. - 26 - Basiskennis Aantekening • De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen. • Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van bewegende beelden. Dit is geen storing. • Het scherm zou tijdelijk zwart kunnen worden of het apparaat zou lawaai op kunnen nemen wegens statische elektriciteit of elektromagnetische golven enz. afhankelijk van de omgeving van de bewegende beeldopname. • Wanneer u de zoom hanteert in opname bewegende beelden, zou het even kunnen duren voordat er scherp gesteld wordt. • Als u de zoom enz. hanteert terwijl u film opneemt, zou het geluid van de handeling opgenomen kunnen worden. • De zoomsnelheid kan lager dan normaal worden bij het opnemen van bewegende beelden. • Als de Extra optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zal de opneembare zone drastisch veranderd worden aangezien deze instellingen geannuleerd worden. • Zelfs als de instelling van de beeldverhouding voor foto’s en films dezelfde is, kan de gezichtshoek aan het begin van de filmopname veranderen. Wanneer [ Opn.gebied] (P40) op [ON] gezet is, wordt de gezichtshoek tijdens de filmopname weergegeven. • Er wordt aangeraden een volledig geladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) te gebruiken, wanneer u bewegende beelden opneemt. • Als u tijdens de opname van bewegende beelden de netadapter gebruikt (optioneel) en de stroomtoevoer wordt onderbroken wegens een black-out, of als de netadapter (optioneel) afgesloten wordt, enz., dan zullen de bewegende beelden in kwestie niet opgenomen worden. • Het zal opgenomen worden in de volgende categorieën voor bepaalde Scènefuncties. Een filmopname die overeenkomt met elke scène zal uitgevoerd worden voor die, die niet hieronder opgenoemd worden. Geselecteerde scènefunctie Scènefunctie terwijl u bewegend beeld opneemt [Baby1]/[Baby2] Portretfunctie [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Sterrenhemel] Weinig licht functie [Panorama assist], [Sport], [Huisdier], [Hi-speed burst], [Flitsburst], [Vuurwerk], [Foto frame] Normaal bewegend beeld - 27 - Basiskennis [Afspelen] functie: ¸ Bewegende beelden terugspelen • Deze unit was ontworpen om bewegende beelden af te spelen m.b.v. de QuickTime Motion JPEG en AVCHD-formaten die (alleen) met dit model genomen werden. • Bewegende beelden in AVCHD-formaat die afgespeeld kunnen worden op dit apparaat zijn [AVCHD] bewegende beelden die opgenomen zijn met dit apparaat, AVCHD-formaat (inclusief [AVCHD Lite]) bewegende beelden uitsluitend gemaakt met digitale camera’s van Panasonic (LUMIX). Selecteer een video-icoon (zoals [ ]/[ ]) en raak vervolgens [ ] aan om deze af te spelen. A Video-icoon B De opnametijd van bewegend beeld • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.) wordt niet afgebeeld voor bewegende beelden die gemaakt zijn [AVCHD]. - 28 - A B Basiskennis ∫ Operaties die uitgevoerd worden tijdens terugspelen van bewegend beeld 1 Geef bedieningspaneel weer door het scherm aan te raken. • Als er geen handeling uitgevoerd wordt gedurende ongeveer 2 seconden, zal er teruggekeerd worden naar de originele status. 2 Bedieningspaneel hanteren door aan te raken. Afspelen/Pauzeren Stop Snel achteruit Snel vooruit Frame-by-frame achteruit (tijdens pauzeren) Frame-by-frame vooruit (tijdens pauzeren) Verhoogt het niveau van het volume Verlaagt het niveau van het volume • Over vooruit spoelen/terug spoelen afspelen – Raak [ ] aan tijdens het afspelen om snel vooruit te spoelen (raak [ ] aan om snel terug te spoelen). De snelheid van snel vooruit/achteruit spoelen neemt toe als u [ ]/[ ] opnieuw aanraakt (de weergave op het scherm verandert van [5] in [ ].) – Raak [ ] aan om de gewone weergavesnelheid te hervatten. – Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan normaal gaat. Aantekening • Gebruik voor het afspelen van bewegende beelden die met dit toestel op een PC opgenomen zijn, de “QuickTime” of de “PHOTOfunSTUDIO” software op de (bijgeleverde) CD-ROM. • Het kan zijn dat filmbeelden die met een ander toestel opgenomen zijn, niet op dit toestel kunnen worden afgespeeld. - 29 - Basiskennis [Opname] functie: ñ Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische Functie) Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken. • De volgende functies worden automatisch geactiveerd. – Scènedetectie/[Stabilisatie]/Intelligente ISO-gevoeligheidbediening/Gezichtsdetectie/ [Quick AF]/[i. Exposure]/[Rode-ogencorr]/Compensatie van de achtergrondverlichting/ [I.resolutie]/[i.ZOOM]/Auto witbalans/[AF ass. lamp]/[Active Mode]/[Continu AF] • Beeldkwaliteit is vastgesteld op [A]. Raak [ Raak [ ] aan. ] aan. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. 1 1 Aanduiding voor de scherpstelling • De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op het onderwerp waarop scherp gesteld is. • Als het onderwerp aangeraakt wordt, zal de AF-tracking werkzaam zijn. Raadpleeg voor details P47. - 30 - 2 Basiskennis Veranderen van de instellingen De volgende menu’s kunnen met de Intelligent Auto Mode ingesteld worden. Menu Onderdeel [Opname] [Flitser]¢/[Zelfontspanner]/[Fotoresolutie]¢/[Burstfunctie]/ [Kleurfunctie]¢/[Anti blur]/[Gezicht herk.] [Bewegend beeld] [Opnamefunctie]/[Opn. kwaliteit] [Set-up] [Klokinst.]/[Wereldtijd]/[Toon]¢/[Taal]/[O.I.S.-demo] • Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P36. ¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere [Opname] modussen. • Menu’s die specifiek zijn voor de Intelligent Auto Mode – De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto te maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de levendigheid van de kleur. – Wanneer [Anti blur] ingesteld is op [ON], wordt [ ] afgebeeld op het opnamescherm. De camera stelt automatisch een optimale sluitertijd in afhankelijk van de beweging van het onderwerp om de wazigheid op het onderwerp te verminderen. (In zo een geval zou het aantal pixels verminderd kunnen worden.) ∫ Over de flitser • Wanneer [ ] geselecteerd is, wordt [ ], [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het type onderwerp en helderheid. • Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld. • De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [ ] of [ ]. - 31 - Basiskennis Scènedetectie Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur. Fotograferen ¦ > [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret] • Alleen wanneer [ ] geselecteerd is [i-Nachtl.schap] [i-Zonsonderg.] [i-Baby]¢ Wanneer u bewegende beelden opneemt ¦ > [i-Portret] [i-Landschap] [i-Low Light] [i-Macro] • [¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn. ], [ ] of [ ] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie) • Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel heeft geoordeeld dat toestelschudding minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld worden op een maximum van 8 seconden. Zorg ervoor het toestel niet te bewegen terwijl u beelden maakt. • Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd gezicht lijkt gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [ ], [ ] en [ ]. ¢ Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON], zal [ ] alleen afgebeeld worden voor verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn wanneer het gezicht van een persoon 3 van jaar of ouder opgespoord wordt. • Wanneer [ Aantekening • Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp. – Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt – Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt • Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de juiste opnamefunctie. • Compensatie van de achtergrondverlichting Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval zal het onderwerp donker worden, dus deze functie compenseert het achterlicht door het geheel van het beeld automatisch op te lichten. - 32 - Basiskennis [Afspelen] functie: ¸ Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. • Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist worden. Om een enkele opname uit te wissen Selecteer het te wissen beeld en raak vervolgens [ ] aan. Raak [Apart wissen] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren. - 33 - Basiskennis Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen Raak [ ] aan. Raak [Multi wissen] of [Alles wissen] aan. • [Alles wissen] > Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren. • Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de beelden die als favorieten ingesteld warden, als [Alles wissen behalveÜ] geselecteerd is met de [Alles wissen] instelling. (Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is) Raak de te wissen opname aan. (herhaal deze stap.) •[ ] verschijnt op de geselecteerde beelden. Het weer ervan aanraken annuleert deze instelling. (Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is) Raak [Uitvoer.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren. Aantekening • Het toestel niet uitzetten terwijl deze aan het wissen is. Gebruik een batterij met een voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel). • Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren. • Als beelden niet conform de DCF-standaard of beschermd zijn, zullen deze niet gewist worden zelfs als [Alles wissen] of [Alles wissen behalveÜ] geselecteerd is. - 34 - Basiskennis Toepassing selecteren U kunt beelden verwerken die u opgenomen heeft of ze registeren in specifieke albums, enz. De sfeer van beelden kan geregeld worden en er kunnen prachtige indrukken toegevoegd worden aan gezichten zodat favoriete beelden opgeslagen kunnen worden zodat u ervan kunt genieten. De beelden kunnen gegroepeerd en geregistreerd worden in specifieke albums zodat u snel precies die kunt vinden die u wilt zien. Raak [ ] op het afspeelscherm aan. Raak de icoon aan. ∫ Toepassingslijst [Schoonheidseffect] (P113) De huidtint en de indruk op gezichten kan veranderd worden. [Artistiek effect] (P115) U kunt de verzadiging en de helderheid van het beeld modificeren. [Mijn fotoalbum] (P116) De beelden die u wilt houden kunnen geregistreerd worden in specifieke albums. - 35 - Basiskennis Menu instellen Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken. In het bijzonder, bevat het [Set-up] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u overgaat tot het gebruik van het toestel. Menuonderdelen instellen Raak [ ] aan. Raak de menu-icoon aan. Menu Beschrijving van instellingen [Opname] (P71 tot 89) (alleen [Opname] modus) Dit menu laat u de Kleuren, de Gevoeligheid, de Aspectratio, het Aantal pixels en andere aspecten van de beelden die u aan het maken bent instellen. [Bewegend beeld] (P90 tot 92) (alleen [Opname] modus) Dit menu laat u de [Opnamefunctie], [Opn. kwaliteit] en andere aspecten voor bewegend beeldopname instellen. [Afspelen] (P100 tot 112) (alleen [Afspelen] modus) Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of Afdrukinstellingen, enz. van gemaakte beelden instellen. [Set-up] (P38 tot 45) Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de toon van de werkingspiep selecteren en andere instellingen die het gemakkelijker voor u maken om de camera te hanteren maken. Het [Set-up] menu kan ingesteld worden vanaf oftewel de [Opname] functie of [Afspelen] Functie. - 36 - Basiskennis Raak het menuitem aan. • Blijf het menu-item aanraken om de informatie af te beelden. • Raak [ ]/[ ] aan om tussen de menu-items te schakelen. • Het beeldscherm rechts is een voorbeeld van het selecteren van [AF mode] in het [Opname] modusmenu. Raak de Instellingen aan. • Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een andere manier wordt weergegeven. • Het beeldscherm rechts is een voorbeeld van het instellen van [AF mode] van [Ø] (1-zone-focusing) op [š] (gezichtsherkenning). ∫ Sluit het menu Druk diverse keren op [ ] of druk de sluiterknop tot halverwege in. Aantekening • Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt. - 37 - Basiskennis Over het set-up Menu [Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt. Voor details over hoe de [Set-up] menu-instellingen geselecteerd moeten worden, P36 raadplegen. U [Klokinst.] — • Raadpleeg P16 voor details. [Wereldtijd] “ [Bestemming]: U reisbestemming – [Home]: Uw woongebied • Raadpleeg P70 voor details. — [Reisdatum] [Reissetup]: [SET]/[OFF] [Locatie]: [SET]/[OFF] • Raadpleeg P68 voor details. Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in. r [Toon] r [Toonniveau]: [t] (Laag) [u] (Hoge) [s] (Geluid uit) [ [ [ [Shutter vol.]: ] (Laag) ] (Hoge) ] (Geluid uit) [Pieptoon]: ]/[ ]/[ ] [ [Shutter toon]: ]/[ ]/[ ] [ u [Volume] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus. • Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet. - 38 - Basiskennis Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt. [LCD mode] „ [Auto power LCD]¢: De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe helder het om het toestel heen is. … [Spanning LCD]: De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten. Å [Gr. kijkhoek]¢: De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden maakt met het toestel hoog boven uw hoofd. [OFF] ¢ Kan alleen ingesteld worden als de [Opname] modus ingesteld is. • De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [Slaapsmodus] geactiveerd wordt. • De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden. • De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de LCD-versterkingsfunctie. De monitor zal opnieuw helder oplichten bij bediening met knop of aanraking. • Het aantal opneembare beelden neemt af in de [LCD mode]. [Richtlijnen] Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de beeldinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. (P46) [Opname info.]: [ON]/[OFF] [Patroon]: [ ]/[ ] • Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken. • De instelling [Patroon] is vastgesteld op [ ] in Intelligente automatische functie. • In [Foto frame] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld. - 39 - Basiskennis Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te beelden. [ON]/[OFF] [Histogram] Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld. A donker B optimaal C helder • Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar overeenkomen. • Het histogram is een benadering in de opnamefunctie. • Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie. • Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz. • Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen. – Intelligent Automatische Functie – Meervoudig terugspelen – Terugspeelzoom – Kalender – [Dubbel afsp.] – [Foto frame] in scènefunctie – Wanneer de HDMI-minikabel verbonden is – Wanneer u bewegende beelden opneemt [ Opn.gebied] Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd worden. [ON]/[OFF] • De weergave van de frames van filmopnames is slechts een benadering. • De weergave van deze frames kan verdwijnen wanneer met Tele gezoomd wordt, afhankelijk van de instelling van het beeldformaat. • In de Intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [OFF]. - 40 - Basiskennis U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze menu’s in te stellen. Bovendien wordt de batterijlevensduur behouden door de LCD-monitor minder helder te zetten. q [Besparing] p [Slaapsmodus]: Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde tijdsperiode. [2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]/[OFF] ECO [LCD power save]: Helderheid van de LCD-monitor wordt verminderd. De batterijlevensduur zal behouden worden door de beeldkwaliteit van de LCD-monitor verder te verminderen tijdens de opname¢. ¢ Met uitzondering van het Digitale Zoombereik. [ON]/[OFF] • De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om [Slaapsmodus] te annuleren. • [Slaapsmodus] wordt op [5MIN.] gezet in de Intelligent Auto Mode. • [Slaapsmodus] werkt niet in de volgende gevallen. – Wanneer u de AC-adapter gebruikt – Wanneer u verbindt aan een PC of een printer – Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt – Tijdens een diavoorstelling – [Auto demo] • Het effect van de [LCD power save] is lager in het Digital Zoombereik vergeleken met het Optische Zoombereik. • Het effect van de [LCD power save] zal het beeld dat gemaakt wordt niet beïnvloeden. • Instelling van [LCD mode] heeft prioriteit over de instelling van [LCD power save] m.b.t. de herlderheid van de LCD-monitor. Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt. o [Auto review] [1SEC.] [2SEC.] [HOLD]: De beelden worden weergegeven tot [Exit] aangeraakt wordt. [OFF] • [Auto review] werkt onafhankelijk van de instelling ervan, wanneer [Nachtop. uit hand], [Hi-speed burst], [Flitsburst] functies in de Scènefunctie en [Auto bracket] en [Burstfunctie] in [Opname] het Functiemenu gebruikt worden. • In de intelligent auto mode, of [Foto frame] in de scènefunctie, wordt de auto review-functie vastgezet op [2SEC.]. • [Auto review] werkt niet in opname van bewegende beelden. - 41 - Basiskennis v [Nr. resetten] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001. • Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. • U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart (P45) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt. • Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [Ja] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen. w [Resetten] De [Opname] of [Set-up] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen. • Wanneer de [Resetten] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking. • Wanneer de [Opname] functie-instellingen opnieuw ingesteld worden, zullen gegevens die geregistreerd zijn met [Gezicht herk.] ook opnieuw ingesteld worden. • Wanneer de [Set-up] menuinstellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende instellingen ook opnieuw ingesteld. – De verjaardag- en naam instellingen voor [Baby1]/[Baby2] en [Huisdier] in Scènefunctie – De instellingen van [Reisdatum] (vertrekdatum, terugkomstdatum, bestemming) – De [Wereldtijd] instelling • Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd. Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (bijgeleverd). x [USB mode] y [Select. verbinding]: [PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt. { [PictBridge(PTP)]: Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge verwerkt. z [PC]: Instellen na of voor het aansluiten op een PC. - 42 - Basiskennis Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van ieder land of aan het type TV (alleen afspeelmodus). [Video uit]: | [Output] [NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld. [PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld. • Dit zal werken wanneer de AV-kabel of de HDMI-minikabel (optioneel) verbonden is. [TV-aspect]: [W]: Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm. [X]: Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm. • Dit zal werken wanneer de AV-kabel aangesloten is. - 43 - Basiskennis Zo opzetten dat dit apparaat bediend kan worden door de afstandsbediening van de VIERA door dit apparaat automatisch vast te koppelen aan de apparaatuur van de VIERA Link die compatibel is m.b.v. HDMI-minikabel (optioneel). [ON]: De VIERA Link-compatibele apparatuur kan op afstand worden bediend. (Niet alle handelingen zijn mogelijk) De handelingen die u op het toestel kunt uitvoeren zijn beperkt. [OFF]: De handelingen zullen alleen op het toestel van toepassing zijn. [VIERA link] • Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten. • Ga naar P120 voor meer informatie. Instellen van de afspeelwijze van 3D-beelden. [3D-weergave] [ ]: Instellen voor aansluiting op een 3D-compatibele televisie. [ ]: Instellen voor aansluiting op een niet 3D-compatibele televisie. Stel dit in als u 2D-beelden (conventionele beelden) op een 3D-compatibele televisie wilt bekijken. • Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten. • Raadpleeg P122 voor de manier van afspelen van 3D-beelden in 3D. Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te geven als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel (alleen afspeelmodus). M [Lcd roteren] [ [ ]: De beelden worden gedraaid en verticaal weergegeven. ]: De beelden worden alleen verticaal weergegeven als het toestel voor het afspelen op een TV aangesloten is. [OFF] • Lees P24 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen. • Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”. • Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien. • De display wordt niet gedraaid tijdens Meervoudige terugspeelfunctie. [Versie disp.] Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op het toestel zit. - 44 - Basiskennis [Formatteren] Het interne geheugen of de kaart is geformatteerd (Ook beelden in Mijn Fotoalbum zijn geformatteerd). Formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert. • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren. • Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te formatteren, de kaart verwijderen. • Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw op het toestel. • Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart. • Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde Servicecentrum. Stel de positie van het aanraakpaneel af als er iets anders geselecteerd is als wat u aangeraakt heeft of als de aanraakhandeling niet reageert. 1 2 Raak [Start] aan. Raak de oranje [r] markering, die afgebeeld wordt op het scherm op volgorde, aan met de styluspen (meegeleverd) (5 plaatsen). • Er wordt een bericht afgebeeld wanneer 3 Raak [Exit] aan om te eindigen. [Kalibreren] de positie eenmaal ingesteld is. • Calibratie wordt niet uitgevoerd als de correcte positie niet aangeraakt wordt. Raak de [i] markering weer aan. ~ [Taal] De taal op het scherm instellen. • Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen. Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel opgespoord heeft. ([O.I.S.-demo]) De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als diavoorstellingen. ([Auto demo]) [O.I.S.-demo] DEMO [Demofunctie] A Hoeveelheid beeldbibber B Hoeveelheid beeldbibber na correctie A B [Auto demo]: [ON] [OFF] • De stabilisatorfunctie wordt tussen [ON] en [OFF] geschakeld, telkens als [Stabilisatie] aangeraakt wordt tijdens de [O.I.S.-demo]. • In terugspeelfunctie, [O.I.S.-demo] kan niet afgebeeld worden. • [O.I.S.-demo] is een benadering. • [Auto demo] heeft geen TV-outputmogelijkheid zelfs wanneer deze in de afspeelfunctie staat. - 45 - Opnemen Opnemen Over de LCD-monitor Raak [ ] aan om te veranderen. • Tijdens de terugspeelzoomfunctie, als u bewegende beelden terugspoelt en tijdens een diavoorstelling, kunt u alleen kiezen tussen “Normale weergave E” of “Geen display G”. In opnamefunctie A B C D Normale weergave¢1 Normale weergave¢1 Geen display¢2 Geen display (Opnamerichtlijn)¢1, 2 15 R2m30s × × × × In terugspeelfunctie E Normale weergave F Display met opname-informatie¢1 G Geen display¢2, 3 100_0001 1/15 100_0001 10:00 1.DEC.2011 1/15 AWB ISO 100 F2.5 1/60 ¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden. ¢2 Als u de bediening gedurende bepaalde tijd onderbreekt, zullen alleen onderstaande iconen weergegeven worden. – In opnamefunctie: [ × ]/[ ]/[ ] – In terugspeelfunctie: [ ]/[ ] ¢3 De naam van de persoon die in [Gezicht herk.] geregistreerd is, wordt weergegeven als [ ] aangeraakt wordt. - 46 - Opnemen [Opname] functie: ñ·¿ Opnames maken met scherpte en belichting ingesteld op het onderwerp (Touch AF/AE) Het is mogelijk de focus en belichting in te stellen op het op het aanraakpaneel gespecificeerde onderwerp. • Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd. Raak het onderwerp aan waarop u wilt scherp stellen. • De AF-zone kan naar ongeacht welke positie op het beeldscherm verplaatst worden. (kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden) • Het gevolg van de instelling zal variëren al naargelang de instelling van [AF mode] (P80). • Touch AF/AE zal in de Intelligent Auto Mode vastgezet worden op AF Tracking en de meest geschikte scène van het aangeraakte onderwerp zal vastgesteld worden. [AF mode] Werking bij aanraking • In [š] (gezichtsdetectie) wordt de AF-zone geel wanneer deze wort aangeraakt. [š]: Gezichtsdetectie/ • Wanneer het ingesteld [ ]:23-zone-focussing/ wordt op iets anders dan [Ù] (spot), wordt AF-zone [Ø]: 1-zone-focussing/ [Ø] (1-zone) weergegeven. [Ù]: Punt-focussing • Wanneer het ingesteld wordt op [Ù] (spot), wordt AF-zone [Ù] (spot) weergegeven. Voorbeeld: als AF-zone op [Ø] gezet is (1-zone) • De AF-zone wordt geel en het onderwerp wordt [ ]: AF-opsporing • Raak [ vergrendeld. Het toestel zal de focus en de belichting continu en automatisch bijstellen en de beweging van het onderwerp volgen. (Dynamische opsporing) ] aan om terug te gaan naar de originele focusstand. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. - 47 - Opnemen ∫ Opzetten van [ ] (AF-opsporing) • Als AF-Lock niet werkt, zal het kader van AF tracking rood knipperen en vervolgens verdwijnen. Voer opnieuw de AF Lock uit. • AF-opsporing zal niet werken wanneer het onderwerp niet gespecificeerd is, het onderwerp verloren is gegaan of er niet in geslaagd is opgespoord te worden. Het beeld zal in dat geval gemaakt worden met [ ] in [AF mode]. • AF Tracking wordt gewist als Touch Shutter op [ ] wordt gezet. • Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [ ] gezet worden – In [Panorama assist], [Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in de Scènefunctie. – In [Zwart/wit], [Hoge dynamiek], [Speldenprik] en [Zandstraal] in de Mijn Kleur functie – In [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM] in [Kleurfunctie] • Het mislukken van AF-vergrendeling zou zich, afhankelijk van de opname-omstandigheden, in de volgende gevallen voor kunnen doen. – Wanneer het onderwerp te klein is – Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is – Wanneer het onderwerp te snel beweegt – Wanneer een ander onderwerp of achtergrond in kleur op het onderwerp lijkt – Wanneer er zich golfstoring voordoet – Wanneer u de zoom gebruikt Aantekening • Bediening door aanraking is rechtsboven op de LCD-monitor niet mogelijk, ook al wordt een beeld weergegeven. - 48 - Opnemen [Opname] functie: ñ·¿ Beelden maken met de zoom M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de Intelligente Zoom/M.b.v. de Digitale Zoom U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen in brede hoek op te nemen. Om voorwerpen nog dichter (maximum van 9,8k) bij te doen lijken, de beeldgrootte niet instellen op de hoogste instelling voor elke aspectratio (X/Y/W/ ). Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken Verplaats de zoomhendel naar de Tele-zijde. Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken Verplaats de zoomhendel naar de Breed-zijde. - 49 - Opnemen ∫ Zoomtypes Eigenschap Maximum vergroting Beeldkwaliteit Optische zoom Extra optische zoom (EZ) 5k 9,8k¢ Geen verslechtering Condities Geen Geen verslechtering [Fotoresolutie] met (P75) is geselecteerd. Schermdisplay A [ Eigenschap ] is afgebeeld. Intelligente Zoom Digitale zoom Ongeveer 4 keer de optische zoom, de Maximum Ongeveer 1,3 keer de optische zoom of extra optische zoom of de intelligente vergroting de extra optische zoom zoom Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe Beeldkwaliteit Geen merkbare achteruitgang groter de verslechtering. [I.resolutie] (P86) op het [Opname] [Dig. zoom] (P86) op het [Opname] Condities menu is ingesteld op [i.ZOOM]. menu is ingesteld op [ON]. Schermdisplay B [ W T W T W T W T W T W T ] wordt afgebeeld. C Het digitale zoombereik wordt afgebeeld. • Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –¶) ¢ Het uitvergrotingniveau verschilt afhankelijk van [Fotoresolutie] en [Aspectratio] instelling. - 50 - Opnemen Aantekening • De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering. • “EZ” is een afkorting voor “Extra Optical Zoom”. Met de optische zoom is het mogelijk om sterker uitvergrote foto’s te maken. • De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand. Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst. • Wanneer u de Digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P74) aan om opnamen te maken. • De intelligente zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt. – In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie – In macrozoom-functie – In [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst] of [Flitsburst] in de scènefunctie – In [Speldenprik] mijn kleurfunctie • De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen. – In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie – In macrozoom-functie – In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of [Foto frame] in de scènefunctie – In [Speldenprik] mijn kleurfunctie – Wanneer u bewegende beelden opneemt • [Dig. zoom] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen. – Intelligent automatische functie – In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of [Foto frame] in de scènefunctie – In [Speldenprik] of [Zandstraal] mijn kleurfunctie Zoomen met bediening door aanraking Raak [ ] aan. • De zoomicoon wordt op de LCD-monitor weergegeven. Raak de zoomicoon op het scherm aan. [ ] De zoompositie beweegt automatisch naar Tele. [ ] De zoompositie beweegt automatisch naar Breed. • Door de icoon tijdens de beweging opnieuw aan te raken, stopt de beweging. [L] Langzaam zoomen [H] Snel zoomen • De zoomsnelheid kan lager dan normaal worden bij het opnemen van bewegende beelden. - 51 - Opnemen Shortcut instellen De instelling van de shortcut stelt u in staat om bepaalde menu-items snel op te roepen. Er kunnen tot 2 vaak gebruikte menu-items voor Opname/Afspeelfunctie geregistreerd worden. • Lees P71 voor het [Opname] modusmenu, P90 voor het [Bewegend beeld] modusmenu en P100 voor het [Afspelen] modusmenu. Raak [ ] aan. Raak [ ], [ Raak [ ] aan. ] of [ ] aan. Sleep het te registreren menu-item naar de zone voor de instelling van de shortcut. A B A Zone voor instelling shortcut B Menu-item • Het geregistreerde menu-item wordt weergegeven. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. ∫ Vervangen of verwijderen van items • In stap 4 versleept u het menu-item dat u wenst te registreren naar een reeds geregistreerd item. Dit item wordt dan vervangen. • In stap 4 sleept u de geregistreerde items buiten de instellingszone van de shortcut. De registratie wordt gewist en er wordt een leeg item achtergelaten. Aantekening • Het [Set-up] menu kan niet ingesteld worden. • Het kan zijn dat u niet in staat bent enkele van de geregistreerde items te gebruiken, afhankelijk van de Opnamefunctie. - 52 - Opnemen [Opname] functie: ¿ Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènefunctie) Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname. Raak [ Raak [ ] aan. ] aan. Raak de in te stellen scènefunctie aan. • Het item kan omgeschakeld worden door [ aan te raken. ]/[ ] Aantekening ] op het menuscherm aan te raken. • De scènefuncties kunnen veranderd worden door [ • De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie] [Portret] Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te geven. ∫ Technieken voor portretten Deze functie doeltreffender maken: 1 Houd de zoomhendel zo ver mogelijk naar Tele geduwd. 2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken. [Transformeren] Onderwerp kan ofwel dun of uitgerekt opgenomen worden en de huis kan tegelijkertijd glad opgenomen worden. ∫ Instelling van het transformatieniveau Raak het transformatieniveau aan. Aantekening • Gebruik het materiaal niet tegen de openbare orde en moraal of om iemand te beledigen. - 53 - Opnemen [Zelfportret] Kies dit om een opname van uzelf te maken. ∫ Zelfportrettechnieken • Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in beeld staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. • Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te stellen. • Als het beeld wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het gebruik aan van de 2 seconden zelfontspanner. [Landschap] Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap. [Panorama assist] U kunt beelden maken met aansluitingen die geschikt zijn voor het creëren van panoramabeelden. ∫ Instellen van de opnamerichting 1 2 3 Raak de richting aan om een beeld te maken. Raak [OK] aan. • De horizontale/verticale richtlijn zal afgebeeld worden. Maak de opname. • U kunt het beeld opnieuw maken door [Nieuw] te selecteren. 4 Raak [Volg.] aan. • Een gedeelte van het gemaakte beeld wordt afgebeeld als een doorzichtig beeld. 5 Maak een beeld na het horizontaal of verticaal bewegen van het toestel zodat het doorzichtige beeld een ander beeld overlapt. • Wanneer u het derde beeld en beelden daarna maakt, de 6 Raak [Exit] aan. stappen 4 en 5 herhalen. Aantekening • De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden vast ingesteld op de waarden voor de eerste opname. • We raden het gebruik van een statief aan. Wanneer het donker is, raden we aan de zelfontspanner te gebruiken voor het maken van beelden. • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden. • De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing. • De gemaakte beelden kunnen gecombineerd worden om panoramabeelden te vormen m.b.v. de software “PHOTOfunSTUDIO” op de CD-ROM (meegeleverd). - 54 - Opnemen [Sport] Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen. Aantekening • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde. • Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer. [Nachtportret] Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is als in het echt. ∫ Technieken voor nachtportretten • De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ].) • Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt. Aantekening • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen. • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden. • De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing. • Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken. [Nachtl.schap] Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap. Aantekening • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen. • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden. • De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing. • Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken. [Nachtop. uit hand] Dit stelt u in staat om meervoudige beelden van nachtelijke scènes bij hoge snelheid op te nemen, die alle in een enkel beeld gecombineerd worden. Trillingen en beeldruis zullen gereduceerd worden, ook als u de opnames met het toestel in uw hand maakt. ∫ Beeldresolutie en aspectratio Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1). Aantekening • Maak beelden in opeenvolging en combineer ze in één beeld. • Beweeg de camera niet terwijl u continu beelden opneemt. • Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u beelden maakt op donkere plekken of beelden maakt van bewegende onderwerpen. [Voedsel] Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz. - 55 - Opnemen [Party] Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enz. U kunt er opnamen mee maken van mensen met een heldere achtergrond. ∫ Technieken voor opnamen van feesten • De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ] of [ ]). • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen. • We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het onderwerp af te staan wanneer u beelden maakt. [Kaarslicht] Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht. ∫ Technieken voor de opnamen bij kaarslicht • Dit werkt beter dan wanneer u beelden maakt zonder de flits te gebruiken. Aantekening • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen. • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde. [Baby1]/[Baby2] Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders. Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld. U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte opname wilt laten afdrukken met [Tekst afdr.] (P102). ∫ Verjaardag/Naaminstelling Raak [Leeftijd] of [Naam] aan. Raak [SET] aan. De verjaardag of naam invoeren. 1 2 3 Verjaardag: Raak [3]/[4] voor elk item aan voor het instellen van jaar/maand/dag en raak [Inst.] aan. Naam: Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst Invoeren” op P93 raadplegen. • Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [Leeftijd] of [Naam] automatisch ingesteld op [ON]. • Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt 4 het instellingscherm automatisch. Raak [Exit] aan om te eindigen. ∫ Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren Selecteer de [OFF] instelling in stap 2. Aantekening • De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd). • Als [Leeftijd] of [Naam] ingesteld is op [OFF] zal, zelfs wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, de leeftijd of naam niet afgebeeld worden. Voordat u beelden maakt, [Leeftijd] of [Naam] instellen op [ON]. • De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde. - 56 - Opnemen [Huisdier] Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat. U kunt de naam en verjaardag van uw huisdier instellen. Voor informatie over [Leeftijd] of [Naam], [Baby1]/[Baby2] op P56 raadplegen. [Zonsonderg.] Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de mooie rode kleur van de zon opnemen. [H. gevoeligh.] Deze modus minimaliseert de schommelingen van het onderwerp en stelt u in staat om dit onderwerp in schaars verlichte ruimtes te fotograferen. ∫ Beeldresolutie en aspectratio Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1). [Hi-speed burst] Dit is een handige manier om snelle bewegingen of een beslissend ogenblik vast te leggen. ∫ Beeldresolutie en aspectratio Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1). • Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is. Maximum Bursttijd ongeveer 10 beelden/seconde (Speedprioriteit) ongeveer 6 beelden/seconde (Beeldprioriteit) Aantal opnamen ongeveer 15 tot 100 beelden • De Burstsnelheid verandert afhankelijk van de opnameomstandigheden. • Het aantal Burstopname-beelden zijn beperkt door de omstandigheden waar het beeld in gemaakt wordt en het type en/of status van de kaart die gebruikt wordt. • Het aantal burst-opnames kan toenemen als u een kaart met een hoge schrijfsnelheid gebruikt of als de kaart geformatteerd is. Aantekening • De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden vast ingesteld op de waarden voor de eerste opname. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen om de sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken. • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zou het even kunnen duren om het volgende beeld te maken als u het maken van een beeld herhaalt. - 57 - Opnemen [Flitsburst] Stilstaande beelden worden continu gemaakt met flits. Dit is handig om continue stilstaande beelden te maken op donkere plekken. ∫ Beeldresolutie en aspectratio Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1). • Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is. Aantal opnamen max. 5 beelden Aantekening • De focus, zoom, belichting, sluitertijd, ISO-gevoeligheid, en flitsniveau zijn vastgesteld op de instellingen voor het eerste beeld. • Het aantal opneembare beelden zal op 5 beelden vastgezet worden als de zelfontspanner wordt gebruikt. [Sterrenhemel] Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker voorwerp. ∫ De sluitertijd instellen Kies een sluitertijd van [15 sec.], [30 sec.] of [60 sec.]. • Druk de sluiterknop volledig in om het aftelbeeldscherm weer te geven. Beweeg het toestel niet wanneer dit beeldscherm weergegeven wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [Aub wachten...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt, om de signalen te verwerken. ∫ Technieken voor opnamen van sterrenhemels • De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. [Vuurwerk] Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel. ∫ Technieken voor opnamen van vuurwerk • Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan. Aantekening • Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is. • De sluitersnelheid is vast ingesteld op 1/4 van een seconde of op 2 seconden. • U kunt de sluitersnelheid veranderen door de belichting te compenseren. - 58 - Opnemen [Strand] Hiermee kunt u levendige opnamen maken van de blauwe kleur van de zee of de hemel enz. Het voorkomt ook onderbelichting van mensen in te sterk zonlicht. Aantekening • Raak de camera niet aan met natte handen. [Sneeuw] Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een besneeuwde bergtop. [Luchtfoto] Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit. ∫ Techniek voor Luchtfoto’s • Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. [Foto frame] Het beeld opnemen met een frame eromheen. ∫ Instelling van de frame Kies uit 3 soorten kaders. Aantekening • De kleur van het frame dat afgebeeld wordt op het scherm en de kleur van de frame rond het eigenlijke beeld zou kunnen verschillen, maar dit is geen storing. - 59 - Opnemen [Opname] functie: 3D-beelden maken (3D-fotofunctie) Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal beweegt en twee automatisch geselecteerde beelden worden gecombineerd om een enkel 3D-beeld te maken. Om 3D-beelden te kunnen bekijken, heeft u een televisie nodig die 3D ondersteunt. (Dit toestel zal in 2D afspelen). Raadpleeg P122 voor details over de afspeelmethode. Raak [ Raak [ ] aan. ] aan. • De beschrijving van opnamemethode wordt afgebeeld. Om deze te verlaten, [OK] aanraken. Maak een beeld met het onderwerp aan de rechterkant van het scherm. Beweeg de camera horizontaal op een rechte lijn van links naar rechts terwijl u opneemt. • Er worden instructies afgebeeld terwijl u opneemt. • Beweeg de camera ongeveer 10 cm binnen ongeveer 4 seconden m.b.v. de instructies. ∫ Techniek voor het maken van 3D-beelden – Maak een beeld van een onderwerp dat niet beweegt – Maak een beeld op een goed verlichte plek, zoals buiten, enz. – Zet de focus en de belichting vast door de ontspanknop tot de helft in te drukken, druk vervolgens de ontspanknop helemaal in en beweeg de camera Aantekening • U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen. • De 3D-beelden worden opgeslagen in MPO-formaat (3D). • De zoompositie is vastgezet op Breed. • De opnamegrootte is vastgesteld op 2M (16:9). • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen om de sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken. • Er kunnen geen films opgenomen worden tijdens de 3D-fotofunctie. • Het 3D-effect zou niet gearchiveerd kunnen worden of het opgenomen beeld zou verdrongen kunnen worden met de 3D-opname afhankelijk van de opnameomgeving, zoals in de volgende gevallen: – Wanneer het onderwerp te donker is/de helderheid verandert – Wanneer het onderwerp beweegt - 60 - Opnemen [Opname] Functie: Beelden maken terwijl u de huidstructuur verandert (Cosmetische Functie) Er kunnen beelden gemaakt worden terwijl u de structuur of helderheid van de huid instelt. Raak [ ] aan. Raak [ ] aan. Selecteer het item. • Raak [3]/[4] aan om de stralendheid in te stellen. Onderdeel Inhoud van de aanpassing [Zachte huid] Om een beeld met soft skin op te nemen. [Natuurlijke huid] Om de oorspronkelijke schoonheid van de huid tot uitdrukking te laten komen. [Zomers tintje] Gezonde gebruinde huid creëren zoals aan het strand. • Er kunnen voor elk 3 niveaus van helderheid geselecteerd worden. Raak [OK] aan. Aantekening • Effect wordt niet toegepast als er geen huidkleur aangetroffen wordt. • De gemaakte instelling van de Cosmetische Functie wordt opgeslagen zelfs als het toestel uitstaat. • De volgende items kunnen niet ingesteld worden omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie] - 61 - Opnemen [Opname] functie: Foto’s maken tijdens terwijl de kleur ingesteld wordt (Mijn Kleur functie) U kunt foto’s met het gewenste effect maken door het onderwerp van tevoren op het beeldscherm te bekijken en het gewenste effect in te stellen. Raak [ Raak [ ] aan. ] aan. Selecteer het item. Onderdeel Effect [Expressief] Dit is een pop art-stijl beeldeffect dat de kleur benadrukt. [Retro] Dit is een zacht beeldeffect dat de er voor zorgt dat de foto er aangetast uitziet. [Puur] Dit is een beeldeffect dat een koel, helder licht gebruikt om een gevoel van frisheid toe te voegen. (Het beeld zal er helder en enigszins blauw uitzien.) [Zwart/wit] Dit is een beeldeffect dat het onderwerp vastlegt met het gebruik van tinten die typisch zijn van zwart-witfotografie en met een vlaagje kleur. [Hoge dynamiek] Dit is een beeldeffect waardoor donkere en lichte zones met de juiste helderheid en natuurlijke kleuren ontstaan. [Silhouet] Dit is een beeldeffect dat het onderwerp in de schaduw beter doet uitkomen als een zwarte silhouet door de achtergrondkleuren van de lucht of de zonsondergang, enz. te gebruiken. [Speldenprik] Beeld wordt donkerder gemaakt en met zachte focus rond de onderwerpen. [Zandstraal] Beeld is gemaakt met een korrelige, gezandstraalde structuur. Raak [OK] aan. Aantekening • De instellingen kunnen veranderd worden door [ ] op het menuscherm aan te raken. • De instellingen van My Colour worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgezet. - 62 - Opnemen [Opname] functie: ñ·¿ Opnemen Een beeld maken met Gezichtsdetectie functie Gezichtsdetectie is een functie die een gezicht vindt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon geplaatst is zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan het toestel toch een duidelijk beeld maken. [Gezicht herk.] wordt aanvankelijk ingesteld op [OFF] op het toestel. [Gezicht herk.] zal automatisch naar [ON] gaan wanneer het gezichtsbeeld geregistreerd is. • De volgende functies zullen ook met de functie Gezichtsherkenning werken. In opnamefunctie – Display van overeenkomstige naam wanneer het toestel een geregistreerd gezicht¢ opspoort (als de naam ingesteld is voor het geregistreerde gezicht) In terugspeelfunctie – Afbeelden van naam en leeftijd (als de informatie geregistreerd is) – Selectief afspelen van beelden die geregistreerd zijn met Gezichtdetectie ([Categorieselectie] (P98) in [Afspelen filteren]). ¢ Er kunnen namen van maximaal 3 personen worden afgebeeld. De voorrang aan de namen die afgebeeld worden wanneer er beelden gemaakt worden wordt bepaald door de volgorde van registratie. Aantekening • Tijdens de burstfunctie, kan [Gezicht herk.] beeldinformatie alleen als bijlage van het eerste beeld ingesteld worden. • [Gezicht herk.] kan gebruikt worden in de volgende scènefuncties. – [Portret]/[Zelfportret]/[Landschap]/[Sport]/[Nachtportret]/[Party]/[Kaarslicht]/[Baby1]/[Baby2]/ [Huisdier]/[Zonsonderg.]/[H. gevoeligh.]/[Strand]/[Sneeuw]/[Foto frame] • [Gezicht herk.] zal een gezicht vinden dat lijkt op het geregistreerde gezicht en garandeert geen zekere herkenning van een persoon garanderen. • Gezichtsdetectie zou langer kunnen duren om geselecteerd te worden en om kenmerkende gezichtsuitdrukkingen te herkennen dan normale Gezichtsdetectie. • Deze functie is vastgesteld op [OFF] terwijl er video’s gemaakt worden. • Zelfs wanneer er informatie van de Gezichtsdetectie geregistreerd is, zullen beelden die gemaakt zijn met [Naam] en ingesteld zijn op [OFF] niet gecategoriseerd worden door de Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] ([Afspelen filteren]). • Ook al wordt de informatie over gezichtsdetectie veranderd (P66), zal gezichtherkenning informatie voor de reeds gemaakte beelden niet veranderd worden. Als bijvoorbeeld de naam veranderd wordt, zullen beelden die gemaakt zijn vóór de verandering niet gecategoriseerd worden door gezichtsdetectie in [Categorieselectie] ([Afspelen filteren]) • Om de naaminformatie van de gemaakte beelden te veranderen, de [Vervangen] in [Gez.herk. bew.] (P111) uitvoeren. - 63 - Opnemen Gezichtsinstellingen U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van maximaal 6 personen. De registratie kan vergemakkelijkt worden door het maken van meerdere gezichtsbeelden van elk persoon. (maximaal 3 beelden/registratie) ∫ Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de registratie.) (Goed voorbeeld voor het registreren) ∫ Wanneer deze niet herkent tijdens het opnemen • Het gezicht registreren van dezelfde persoon binnen en buiten of met verschillende uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. (P66) • Verder registreren op de opnamelocatie. • Wanneer een persoon die al geregistreerd is, niet herkend wordt, dit corrigeren door de persoon opnieuw te registreren. • Gezichtsdetectie zou niet mogelijk kunnen zijn of zou gezicht niet correct kunnen herkennen zelfs wanneer het om geregistreerde gezichten gaat, afhankelijk van de gezichtsuitdrukking en de omgeving. Het registreren van gezichtsbeeld van een nieuw persoon Selecteer [Gezicht herk.] op het [Opname] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Geheugen]) aan. Raak [Nieuw] aan. • [Nieuw] zal niet weergegeven worden als al 6 personen geregistreerd zijn. Wis iemand die al geregistreerd is om een nieuwe registratie te maken. Maak een beeld door het gezicht met de richtlijn af te stellen. • Er kunnen geen gezichten van onderwerpen die geen personen zijn (huisdieren, enz.) geregistreerd worden. • Er wordt een melding afgebeeld voor het maken van gezichtsbeelden wanneer [ ] aangeraakt wordt. • Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt. - 64 - Opnemen Stel het item in. • U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren. Onderdeel Beschrijving van instellingen [Naam] Het is mogelijk namen te registreren. 1 Selecteer [SET]. 2 De naam invoeren. • Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg “Tekst Invoeren” sectie op P93. [Leeftijd] Het is mogelijk de verjaardag te registreren. 1 Selecteer [SET]. 2 Stel het Jaar/Maand/Dag in door [3]/[4] voor elk item aan te raken en raak [Inst.] aan. [Focus icoon] De afgebeelde focusicoon veranderen wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is. Raak het focuspictogram aan. [Beeld toev.] Extra gezichtsbeelden toevoegen. (Voeg Beelden) toe 1 Raak [Toev.] aan. 2 Stap 4 in “Het registreren van gezichtsbeeld van een nieuw persoon”. uitvoeren Eén van de gezichtsbeelden wissen. (Wissen) Raak het te wissen gezichtsbeeld aan. • Als er slechts één beeld geregistreerd is, kan deze niet gewist worden. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. - 65 - Opnemen De informatie veranderen of wissen voor een geregistreerde persoon U kunt de beelden of informatie modificeren van een al geregistreerde persoon. U kunt ook de informatie wissen van de geregistreerde persoon. 1 2 3 4 Selecteer [Gezicht herk.] in het [Opname] menu. (P36) Raak [ ] ([Geheugen]) aan. Raak het te bewerken of te wissen gezichtsbeeld aan. Selecteer het item. Onderdeel Beschrijving van instellingen [Info bew.] De informatie veranderen van een reeds geregistreerde persoon. Stap 5 in “Het registreren van gezichtsbeeld van een nieuw persoon”. uitvoeren [Prioriteit] De focus en belichting worden met voorkeur afgesteld voor gezichten met hogere prioriteit. 1 Raak de positie aan die u in de registratievolgorde wilt veranderen. 2 Raak [Inst.] aan. [Wissen] Informatie wissen van een geregistreerd persoon. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. - 66 - Opnemen [Opname] functie: ñ·¿ Een stilstaand beeld maken terwijl u een film maakt Er kunnen foto’s gemaakt worden zelfs als u een video opneemt. Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. Aantekening • Tijdens het maken van video’s, zal, als u de ontspanknop tot de helft indrukt of foto’s maakt met de touch shutter, het toestel opnieuw scherpstellen en zal de beweging van het opnieuw scherpstellen opgenomen worden op de video die gemaakt wordt. Om de prioriteit te geven aan het videobeeld, wordt het aangeraden om foto’s te maken door de ontspanknop geheel in te drukken of foto’s te creëren na het maken van video. (P94) • De touch shutter-functie zal ook werken als u per ongeluk het aanraakpaneel aanraakt, dus dient u voorzichtig te zijn. • Opneembare pixels en opneembaar aantal beelden worden afgebeeld door de sluiterknop tot de helft in te drukken. • Opnemen van bewegend beeld zal doorgaan na het maken van het stilstaande beeld. • Gelijktijdig opgenomen foto’s zullen gemaakt worden met een beeldverhouding van [W] en een beeldformaat van [3,5M]. De beeldkwaliteit van standaardbeelden kan anders zijn dan [3,5M]. • Er kunnen tijdens het opnemen van video’s tot 5 foto’s gemaakt worden. • De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ]. • Het zoomen zou op kunnen houden wanneer er een beeld gemaakt wordt tijdens het zoomen. • Gelijktijdig foto’s en video’s maken is niet mogelijk als [VGA] of [QVGA] op [Motion JPEG] gezet is. • Het werkgeluid van de sluiterknop kan opgenomen worden als tijdens het opnemen van een video een foto gemaakt wordt. • Wanneer het onderwerp een helder gedeelte bevat, zouden er roodachtige strepen kunnen verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of de hele LCD-monitor roodachtig worden. - 67 - Opnemen [Opname] functie: ñ·¿ Nuttige functies op reisbestemmingen Opnemen welke Dag van de Vakantie en de Locatie van de Vakantie het is ([Reisdatum]) Voor details over de [Set-up] menu-instellingen, P36 raadplegen. Als u de vertrekdatum of de reisbestemming van de vakantie vooraf instelt, wordt het aantal dagen dat voorbij is sinds de vertrekdatum (welke dag van de vakantie het is) opgenomen wanneer u het beeld maakt. U kunt het aantal dagen dat voorbij is afbeelden wanneer u de beelden terugspeelt en deze afdrukken op de gemaakte beelden met [Tekst afdr.] (P102). • Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd). • Kies [Klokinst.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P16) Selecteer [Reisdatum] in het [Set-up] menu. Raak [Reissetup] aan. Raak [SET] aan. Raak jaar/maand/dag aan, stel de vertrekdatum in met [3]/[4] en raak vervolgens [Inst.] aan. Raak jaar/maand/dag aan, stel de terugkeerdatum in met [3]/[4] en raak vervolgens [Inst.] aan. Raak [Locatie] aan. Raak [SET] aan. De locatie invoeren. • Voor details over hoe karakters in te voeren, “Tekst Invoeren” op P93 raadplegen. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. - 68 - Opnemen ∫ De vertrekdatum wissen De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum na de terugkomstdatum is. Als u de reisdatum wilt wissen voordat de vakantie eindigt, selecteer dan [OFF] op het scherm dat in stap 3 getoond wordt. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is, zal [Locatie] ook op [OFF] gezet worden Om alleen het [Locatie] gegeven te wissen, selecteert u [OFF] op het beeldscherm bij stap 7. Aantekening • De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [Wereldtijd] instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling. • De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet. • Als u [Reisdatum] instelt op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet opgeslagen worden. Zelfs als [Reisdatum] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt. • Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (min) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen. • Als de reisdatum afgebeeld wordt als [-] (min) in het wit, bestaat er een tijdsverschil, dat datumverandering tot gevolg heeft tussen de [Home] en [Bestemming]. (Dit zal opgenomen worden) • [Reisdatum] kan niet ingesteld worden voor films die opgenomen zijn met [AVCHD]. • [Locatie] kan niet opgenomen worden wanneer u bewegende beelden maakt. • [Reisdatum] kan niet ingesteld worden in de Intelligente automatische functie. Instelling van andere opnamefunctie zal beïnvloed worden. - 69 - Opnemen Opnamedata/-tijden op at Reisbestemmingen ver weg ([Wereldtijd]) Voor details over de [Set-up] menu-instellingen, P36 raadplegen. U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en deze opnemen op de beelden die u maakt. • Kies [Klokinst.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P16) Selecteer [Wereldtijd] in het [Set-up] menu. • Het bericht verschijnt wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt na aanschaf. Raak [Inst.] aan en stel het thuisgebied in op het beeldscherm van stap 3. Raak [Home] aan. Selecteer de regio waarin u woont met gebruik van [ ]/[ ] en raak vervolgens [Inst.] aan. A Huidige tijd B Tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time) • Als de zomertijd [ ] in het thuisgebied gebruikt wordt, raak dan [ ] aan (de tijd wordt één uur vooruit gezet). Raak [ ] aan om terug te keren naar de gewone tijd. A B Raak [Bestemming] aan. • Afhankelijk van de instelling verschijnt de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm. C Selecteer uw reisbestemming met gebruik van [ ]/[ ] en raak vervolgens [Inst.] aan. C Huidige tijd van het bestemmingsgebied D Tijdsverschil • Als de zomertijd [ ] op uw reisbestemming gebruikt wordt, raak dan [ ] aan (de tijd wordt met één uur vooruit gezet). Raak [ ] opnieuw aan om terug te keren naar de gewone tijd. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. D Aantekening • Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in. • Het pictogram van de reisbestemming [“] verschijnt als u beelden afspeelt die u tijdens uw reis hebt gemaakt. - 70 - Opnemen Het functiemenu [Opname] gebruiken [Flitser] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. De flits instellen voor opnamen. Toepasbare functies: ‡: AUTO : AUTO/Rodeogenreductie¢ ‰: Vast ingesteld op AAN : Vast ingesteld op AAN/Rodeogenreductie¢ : Langzame synchr./ Rodeogenreductie¢ Œ: Vast ingesteld op UIT ñ·¿ De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname. • Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden. De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat. Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect. • Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond. De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd. • Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is. ¢ De flits wordt twee maal geactiveerd. Het onderwerp dient niet te bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits is afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. - 71 - Opnemen ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling) ‡ ñ · * 0 , . / 1 2 3 : ; ‰ Œ ±¢1 — — — — ± ± ± ± — ± ± ± ¥ ± — — ± ± ¥ ± — — ± ± ¥ ± — — ± — — — — — ¥ — — — — — ¥ ‡ ‰ Œ í ± — ± — — ¥ ï 9 ô — — — — — ¥ ¥ 5 4 6 8 7 ± — ± — — — — — — — ¥ — — ¥ — — — — — — — — ¥ — — — — — ¥ — — ¥ — — ± ¥ — ± — — ± — — — — — ¥ ¥ — ± — — ± — — — — ¥ ± — — — — — ¥ — — — — — ¥ ¥ ± ± — — ± ± — ± — — ¥ — — — — — ± — — — ± ¥ ± ± ± ± — — ± — — — ± ± ¥ ¢2 — — — — — ± ± ¥ ± — — ± ¢3 — — — — ± ± ± ¥ ± — — ± ¢4 ± — ± — — ± ¢1 [ ] wordt afgebeeld. ¢2 [Expressief]/[Retro]/[Puur]/[Zwart/wit]/[Silhouet] ¢3 [Hoge dynamiek] ¢4 [Speldenprik]/[Zandstraal] • De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig. • De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt. • De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt. - 72 - Opnemen ∫ Beschikbaar flitsbereik • Het beschikbare flitsbereik is een benadering. Breed Tele [AUTO] in 60 cm tot 5,9 m [Gevoeligheid] 1,0 m tot 2,5 m ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling ‡ 1/60¢1 tot 1/4000 ‰ Œ Sluitertijd (Sec.) 1¢1 tot 1/4000 1 of 1/8 tot 1/4000¢2 1 of 1/4 tot 1/4000¢2, 3 ¢1 Deze kan variëren afhankelijk van de [Korte sluitert.] instelling. ¢2 Wanneer [Korte sluitert.] ingesteld is op [AUTO]. ¢3 Wanneer [Gevoeligheid] ingesteld is op [ ]. • ¢2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen. – Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF]. – Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische beeldstabilisator ingesteld is op [ON]. • In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde scène. • In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel. Aantekening • Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de hitte of het licht van de flits. • Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn. • Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt. • Als u een foto neemt voorbij het beschikbare flitsbereik, kan het zijn dat de Witbalans niet naar behoren wordt ingesteld. • Het flitseffect kan onvoldoende zijn wanneer [Flitsburst] gebruikt wordt in de Scènefunctie of wanneer de sluitersnelheid hoog is. • Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen. • Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn. - 73 - Opnemen [Zelfontspanner] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Dit is voor het maken van foto’s met de timer. Toepasbare functies: [ ] (10 seconden) [ ] (2 seconden) ñ·¿ De foto’s worden in 10 seconden gemaakt. • Zelfontspanner kan niet ingesteld worden op 10 seconden in [Zelfportret] in scènefunctie. De foto’s worden in 2 seconden gemaakt. • Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is deze instelling handig om de beweging te vermijden, die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop. [OFF] j • Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. Het lampje van de zelfontspanner knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden). Aantekening • Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje A knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen. • Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner. • Instellen van de zelfontspanner kan niet uitgevoerd worden in de volgende gevallen. – In [Hi-speed burst] in de scènefunctie – Wanneer u bewegende beelden opneemt [Aspectratio] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past. Toepasbare functies: ·¿ [X] [Aspectratio] van een 4:3 TV [Y] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera [W] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz. [ ] Vierkante aspectratio Aantekening • De uiteinden van de opgenomen beelden kunnen er afgeknipt worden bij het afdrukken, controleer daarom voordat u afdrukt/laat afdrukken. (P153) - 74 - Opnemen [Fotoresolutie] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen. Toepasbare functies: ñ·¿ Wanneer de aspectratio [X] is. ¢ Dit item kan niet ingesteld worden in de intelligente automatische functie. (12M) 4000k3000 pixels (8M )¢ (5M ) 2560k1920 pixels (3M )¢ 2048k1536 pixels (2M )¢ 1600k1200 pixels (0,3M 3264k2448 pixels ) 640k480 pixels Wanneer de aspectratio [Y] is. (10,5M) 4000k2672 pixels )¢ (7M 3264k2176 pixels (4,5M )¢ 2560k1712 pixels (2,5M )¢ 2048k1360 pixels (0,3M )¢ 640k424 pixels Wanneer de aspectratio [W] is. (9M) 4000k2248 pixels )¢ (6M )¢ (3,5M 2560k1440 pixels )¢ (2M 1920k1080 pixels )¢ (0,2M Wanneer de aspectratio [ (9M) (6M 3264k1840 pixels 640k360 pixels ] is. 2992k2992 pixels )¢ 2448k2448 pixels (3,5M )¢ 1920k1920 pixels (2,5M )¢ 1536k1536 pixels (0,2M )¢ 480k480 pixels - 75 - Opnemen Aantekening • Een digitaal beeld is opgemaakt uit talrijke punten die pixels heten. Hoe groter het aantal pixels, hoe fijner het beeld zal zijn wanneer deze afgedrukt wordt op een groot stuk papier of afgebeeld wordt op een PC monitor. • Als u de aspectratio verandert, de beeldgrootte opnieuw instellen. • De Extra Optische Zoom werkt niet in de volgende gevallen, daarom wordt de beeldgrootte voor [ ] niet afgebeeld. – In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie – In macrozoom-functie – In [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst], [Flitsburst] of [Foto frame] in de scènefunctie – In 3D-fotofunctie – In [Speldenprik] mijn kleurfunctie – Wanneer u bewegende beelden opneemt • Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities. • De instelling is vastgezet op 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9), 2,5M (1:1) in [Transformeren] in de Scènefunctie. • De instelling is vastgezet op 2M(4:3) in [Foto frame] in de scènefunctie. [Kwaliteit] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. Toepasbare functies: ·¿ [A] Fijn (wanneer u de prioriteit geeft aan de beeldkwaliteit) [›] Standaard (wanneer u de standaard beeldkwaliteit gebruikt en het aantal op te nemen beelden vergroot zonder het aantal pixels te veranderen) Aantekening • De instelling is vastgesteld op [›] in [Transformeren], [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.], [Hi-speed burst] of [Flitsburst] in Scènefunctie. • De volgende pictogrammen worden afgebeeld tijdens de 3D-opname. [ ]: MPOiFine (Zowel de MPO-beelden als de fijne JPEG-beelden worden simultaan opgenomen.) [ ]: MPOiStandaard (Zowel de MPO-beelden als de standaard JPEG-beelden worden simultaan opgenomen.) - 76 - Opnemen [Gevoeligheid] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken zonder dat de beelden donker worden. Toepasbare functies: · [AUTO]/[ ]/[ISO100]/[ISO200]/[ISO400]/[ISO800]/[ISO1600] [ISO100] Opnamelocatie (aangeraden) Sluitertijd Ruis Schommelen van het onderwerp [ISO1600] Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is Langzaam Snel Minder Verhoogd Verhoogd Minder ISO-gevoeligheid Instellingen AUTO maximum [ISO400] (Met de flitser op [ISO1600]) De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid. maximum [ISO1600] (Intelligent) De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de beweging van het onderwerp en de helderheid. 100/200/400/800/1600 De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende standen. ∫ Over [ ] (slimme ISO-gevoeligheidscorrectie) Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren. • De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend om zich aan te passen aan de beweging van het onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt. Aantekening • Voor het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P73. • De instelling is vastgesteld op [ ] in de volgende gevallen. – In [Sport], [Baby1]/[Baby2], [Huisdier] en [Flitsburst] in de scènefunctie • De instelling staat permanent op [AUTO] als een video opgenomen wordt. - 77 - Opnemen [Witbalans] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron. Toepasbare functies: ·¿ [AWB] Automatische afstelling [V] Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht [Ð] Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht [î] Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw [Ñ] Wanneer u beelden maakt onder fel licht [Ò] Waarde ingesteld door gebruikte [Ó] Aantekening • De optimale Witbalans zal variëren afhankelijk van het type fluorescente lamp waaronder opgenomen wordt, gebruik daarom [AWB] of [Ó]. • De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.) • Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen. – [Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], [Party], [Kaarslicht], [Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw] of [Luchtfoto] in Scènefunctie – [Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit], [Silhouet] of [Zandstraal] in de Mijn Kleur functie ∫ Automatische witbalans Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de witbalans instellen op een andere functie dan [AWB]. 1 De automatische witbalans zal met dit bereik werken 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 Zonlicht 6 Wit fluorescerend licht 7 Gloeilamp 8 Zonsopgang en zonsondergang 9 Kaarslicht KlKelvintemperatuur en kleuren - 78 - Opnemen De witbalans handmatig instellen Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de omstandigheid waarin u foto’s maakt. 1 Raak [Ò] aan. 2 Raak [Ó] aan. 3 Richt het toestel op een wit vel papier, enz., zo dat het frame in het midden alleen met wit gevuld wordt en raak vervolgens [Inst.] aan. • Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het zijn dat u er niet in slaagt de witbalans in te stellen. Als dat zo is, stel dan de juiste helderheid in en stel de witbalans opnieuw in. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. De witbalans fijn afstellen U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 Raak [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò] aan vanaf de Witbalans. 2 Raak [ ] aan. 3 Sleep de schuifbalk aan om fijne afstellingen te maken. 4 5 [Rood]: Aanraken als de tint blauwachtig is. [Blauw]: Aanraken als de tint roodachtig is. • Kies [0] om de oorspronkelijke Witbalans weer in te stellen. Raak [Inst.] aan. Raak [OK] aan. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. Aantekening • De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw. • U kunt de Witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke Witbalansfunctie. • De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt. • De fijnafstelling van de Witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet. • Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans in [Ò] keert terug naar [0] wanneer u de Witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó]. • Fijne afstelling van de witbalans kan niet ingesteld worden voor [B/W], [SEPIA], [COOL] en [WARM] in [Kleurfunctie]. - 79 - Opnemen [AF mode] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. Toepasbare functies: ·¿ [š]: Gezichtsdetectie De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon. De focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die het best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht zich in het beeld bevindt. (max. 15 zones) [ ]: AF-opsporing Focus kan afgesteld worden op een gespecificeerd onderwerp. De focus zal het onderwerp blijven volgen ook wanneer deze beweegt. (Dynamische opsporing) • Raadpleeg P48 voor details. [ ]: 23-zone-focussing¢ Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt. (het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling van de beeldverhouding) [Ø]: 1-zone-focussing Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm. [Ù]: Punt-focussing¢ Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm. ¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films. Aantekening • Deze zal vastgesteld worden op [š] wanneer de [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON]. • De AF-modus is vastgezet op [Ø] in [Sterrenhemel], [Vuurwerk] in de scènefunctie. • In de volgende gevallen is het niet mogelijk [š] in te stellen. – In [Panorama assist], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], en [Luchtfoto] in de scènefunctie. ∫ Over [š] (Gezichtsherkenning) De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de gezichten vindt. Geel: Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft. Wit: Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones scherpgesteld. • Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op te sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar [ ] ([Ø] terwijl er video’s gemaakt worden). – Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is – Wanneer het gezicht op een hoek is – Wanneer het gezicht extreem helder of donker is – Wanneer de gezichten weinig contrast hebben – Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz. – Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm – Wanneer er een snelle beweging is – Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is – Wanneer het toestel schudt – Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt - 80 - Opnemen [Macro stand] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv. wanneer u beelden maakt van bloemen. Toepasbare functies:· [ ] ([Macro-AF]) [ ] ([Macro zoom]) U kunt beelden maken van een onderwerp zo dichtbij als 3 cm vanaf de lens door de zoomhendel helemaal naar Breed (1k) te drukken. U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de afstand tot het onderwerp voor de extreme Breed-positie behoudt (3 cm). • De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname. • Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (Digitaal zoombereik) [OFF] j Aantekening • Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. • Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt. • Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt. • Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen. • Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen. • Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing. • De Macro-zoomfunctie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt. – In 3D-fotofunctie – Wanneer [ ] is ingesteld in [AF mode] - 81 - Opnemen [Quick AF] Voor details over [Opname] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. Zolang als het toestel stil gehouden wordt, zal het toestel automatisch de focus afstellen en zal de focusafstelling vervolgens sneller zijn wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld een kans voor beelden maken niet wilt missen. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • De batterij raakt sneller op dan normaal. • Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen. • Deze werkt niet tijdens AF-opsporing. • [Quick AF] kan niet worden ingesteld in [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in Scènefunctie. [Gezicht herk.] Aantekening • Raadpleeg P63 voor details. - 82 - Opnemen [Belichting] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden. Toepasbare functies: ·¿ Onderbelicht Juiste belichting De belichting positief compenseren. Overbelicht De belichting negatief compenseren. 1 Stel de belichting in door de schuifbalk te verslepen. • Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele 2 Raak [Exit] aan. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. • De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op belichting. het scherm. Aantekening • EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting. De EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd. • De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet. • Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object. • De belichtingscompensatie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt. – In [Sterrenhemel] in de scènefunctie – In [Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit] of [Silhouet] in de Mijn Kleur functie - 83 - Opnemen [Auto bracket] In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen. Toepasbare functies: ·¿ Met Auto Bracket d1 EV 1ste beeld 2de beeld 3de beeld d0 EV j1 EV i1 EV 1 Raak [ 2 Stel het compensatiebereik van de belichting in door [ ]/[ ] aan te raken. • Wanneer u de Auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0). 3 Raak [Exit] aan. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. ] aan tijdens de belichtingscompensatie. Aantekening • Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt. De belichtingswaarde wordt weergegeven in de aanraakicoon op het scherm wanneer de belichting gecompenseerd wordt. • De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object. • [Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is. • Instelling van de auto bracket kan niet uitgevoerd worden in de volgende gevallen. – In [Transformeren], [Panorama assist], [Nachtop. uit hand], [Hi-speed burst], [Flitsburst], [Sterrenhemel] en [Foto frame] in de scènefunctie – In [Expressief], [Retro], [Puur], [Zwart/wit], [Silhouet], [Speldenprik] en [Zandstraal] in de Mijn Kleur functie – Wanneer u bewegende beelden opneemt - 84 - Opnemen [i. Exposure] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot verschil is in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te brengen naar hoe u ziet. Toepasbare functies: · [ON]/[OFF] Aantekening • Zelfs wanneer de [Gevoeligheid] ingesteld is op [ISO100], kan [Gevoeligheid] ingesteld hoger ingesteld worden dan [ISO100] als het beeld gemaakt wordt met [i. Exposure] ingesteld op geldig. • Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden. •[ ] wordt geen in het scherm wanneer [i. Exposure] effectief is. [Korte sluitert.] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [Korte sluitert.] langzamer in te stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te verminderen. Toepasbare functies: · [AUTO], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1] Instelling minimum sluitertijd 1/125 1 Helderheid Donkerder Helderder Beweging Minder Meer Aantekening • Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u een minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [ ] links onderaan het scherm.) • Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het toestel niet erg bewogen wordt, wat met [Stabilisatie] gecorrigeerd moet worden, of als [Stabilisatie] op [OFF] staat. • Het op een langzamere sluitertijd instellen van [Korte sluitert.] zou de kans op beeldbibber kunnen doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor het maken van beelden. • Het op een hogere snelheid instellen van [Korte sluitert.] zou het beeld donkerder kunnen maken, daarom raden we aan het beeld op te nemen in een goed verlichte zone. Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal [ ] in het rood knipperen wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. - 85 - Opnemen [I.resolutie] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v. de Intelligente Resolutietechnologie. Toepasbare functies:· [ON] [I.resolutie] is geactiveerd. [i.ZOOM] [I.resolutie] wordt geactiveerd en de zoomvergroting wordt ongeveer 1,3k vergroot zonder merkbare achteruitgang in het beeld. [OFF] — Aantekening • Lees P49 voor informatie over de Intelligente Zoom. [Dig. zoom] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Dit kan het onderwerp zelfs nog meer vergroten dan de Optische Zoom, de Extra Optische Zoom of [i.ZOOM]. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • P49 raadplegen voor gedetailleerde informatie. • De instelling is vastgesteld op [ON] in macro-zoomfunctie. - 86 - Opnemen [Burstfunctie] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. Selecteer de foto’s die u echt mooi vindt uit die, die u gemaakt heeft. Toepasbare functies: ñ·¿ [ON]/[OFF] Burstsnelheid (opnamen/seconde) Ongeveer 3,7 Aantal opnamen max. 7 beelden Aantekening • Focus, belichting en witbalans zullen op de instellingen voor het eerste beeld vastgezet zijn. Afhankelijk van veranderingen in de helderheid van het onderwerp zou de opname vanaf het tweede beeld helderder of donkerder kunnen zijn. • Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3. • De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving zoals op donkere plaatsen of als de ISO-gevoeligheid hoog is, enzovoort. • De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt. • Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen zal het overschrijven van de gegevens even duren. • [Œ] is ingesteld voor de flits wanneer burst ingesteld is. • U kunt Burstfunctie niet gebruiken onder de volgende omstandigheden. – In [Panorama assist], [Nachtop. uit hand], [Hi-speed burst], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk] en [Foto frame] in de scènefunctie – In[Speldenprik] mijn kleurfunctie – Wanneer u bewegende beelden opneemt [Kleurfunctie] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Met behulp van deze functies, kunnen de beelden scherper of zachter gemaakt worden, kunnen de kleuren van de beelden naar sepia kleuren gebracht worden of kunnen er andere kleur effecten verkregen worden. Toepasbare functies: ñ· [ ] ([STANDARD]) ¢1 Dit is de standaard instelling. [ ] ([Happy]) [ ] ([NATURAL])¢2 De opname wordt zachter. [ ] ([VIVID])¢2 De opname wordt scherper. [ ] ([B/W]) Het beeld wordt zwart-wit. [ ] ([SEPIA]) Het beeld wordt sepia. [ ] ([COOL])¢2 Het beeld wordt blauwachtig. [ ] ([WARM])¢2 Het beeld wordt roodachtig. Beeld met verbeterde helderheid en levendigheid. ¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is. ¢2 Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie. - 87 - Opnemen [AF ass. lamp] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. De AF-hulplamp zal het onderwerp verlichten als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt en maakt het zo gemakkelijker voor het toestel om scherp te stellen als een opname bij weinig licht gemaakt wordt. (Al naargelang de opnameomstandigheden zal een grotere AF-zone weergegeven worden.) Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • Het effectieve bereik van de AF-assistentielamp is 1,5 m. • Wanneer u de AF-lamp A niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ass. lamp] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen. • [AF ass. lamp] staat vast op [OFF] in [Zelfportret], [Landschap], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Zonsonderg.], [Vuurwerk] en [Luchtfoto] in Scènefunctie. [Rode-ogencorr] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • Alleen beschikbaar wanneer [AF mode] ingesteld is op [š] en de gezichtsdetectie actief is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden. • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. - 88 - Opnemen [Stabilisatie] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. m.b.v. deze functie, wordt schudden opgemerkt tijdens het maken van een foto en compenseert de camera automatisch voor het schudden, het zo mogelijk makend onbewogen foto’s te maken. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt. – Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt. • De instelling is vastgesteld op [ON] in [Zelfportret] of [Nachtop. uit hand] in Scènefunctie of bij het opnemen van video’s. • De instelling is vastgesteld op [OFF] in [Sterrenhemel] in scènefunctie. [Datum afdr.] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. U kunt foto’s maken met de opnamedatum en -tijd. Toepasbare functies: ·¿ [ ] ([ZON. TIJD]) Druk het jaar, de maand en de dag af. [ ] ([MET TIJD]) Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten af. [OFF] — Aantekening • De datuminformatie van foto’s die met ingestelde [Datum afdr.] gemaakt zijn, kan niet worden gewist. • Tijdens het afdrukken, in een winkel of met een printer, van foto’s met [Datum afdr.], zal de datum boven op de andere afgedrukt worden, als u kiest om de datum af te drukken. • De datuminformatie kan niet afgedrukt worden op foto’s die gemaakt zijn zonder dat de klok ingesteld was. • De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen. – In [Panorama assist], [Hi-speed burst] en [Flitsburst] in de scènefunctie. – [Auto bracket] en [Burstfunctie] in [Opname] Functiemenu – Wanneer u bewegende beelden opneemt • [Tekst afdr.], [Nw. rs.] en [Bijsnijden] kunnen niet ingesteld worden voor beelden die opgenomen werden terwijl [Datum afdr.] ingesteld was. • Zelfs als u een foto maakt terwijl [Datum afdr.] op [OFF] staat, dan is het nog mogelijk om de datums op de opgenomen beelden te stempelen, door [Tekst afdr.] (P102) te gebruiken of door de datumafdruk in te stellen (P108, 133). [Klokinst.] Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen. Aantekening • Raadpleeg P16 voor details. - 89 - Opnemen Het functiemenu [Bewegend beeld] gebruiken [Opnamefunctie] Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. Dit stelt het gegevensformaat van bewegende beelden op. Toepasbare functies: ñ·¿ [ [AVCHD]] • Selecteer dit formaat om HD (high definition) video op te nemen voor afspelen op uw HDTV m.b.v. een HDMI-verbinding. • Het kan afgespeeld worden door de kaart in een apparaat te steken dat compatibel is met AVCHD. Raadpleeg de instructies van het gebruikte apparaat voor details over de compatibiliteit. • Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse van “Class 4” of hoger. [ [Motion JPEG]] • Selecteer dit formaat om standaard definitie video op te nemen voor afspelen op uw PC. Deze kan opgenomen worden m.b.v. minder opslagruimte wanneer er niet voldoende ruimte over is op de geheugenkaart of wanneer u het bewegende beeld als bijlage met een e-mail wilt versturen. • Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse van “Class 6” of hoger. - 90 - Opnemen [Opn. kwaliteit] Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. Dit stelt de beeldkwaliteit van bewegende beelden op. Toepasbare functies: ñ·¿ Wanneer [AVCHD] geselecteerd is Onderdeel [FSH] [SH] Kwaliteit (bit rate) fps 1920k1080 pixels/Ongeveer 17 Mbps 50i (CCD-output bedraagt 25 fps) 1280k720 pixels/Ongeveer 17 Mbps 50p (CCD-output bedraagt 25 fps) Aspectratio 16:9 • Wat is bit rate Dit is het volume van de gegevens voor een bepaalde tijdsperiode en de kwaliteit neemt toe wanneer het aantal groter wordt. Dit apparaat gebruikt de “VBR”-opnamemethode. “VBR” is een afkorting van “Variable Bit Rate” en de bit rate (volume van gegevens voor een bepaalde tijdsperiode) wordt automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Daarom wordt de opnametijd verkort wanneer een onderwerp met snelle beweging opgenomen wordt. • [FSH] kan films met een nog hogere definitie en beeldkwaliteit opnemen dan [SH]. Wanneer [Motion JPEG] geselecteerd is Onderdeel Beeldgrootte [HD] 1280k720 pixels [VGA] 640k480 pixels [QVGA] 320k240 pixels fps Aspectratio 16:9 30 4:3 • Dit kan niet opgenomen worden op het ingebouwde geheugen behalve voor [QVGA]. Aantekening • Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD] of [Motion JPEG] zouden afgespeeld kunnen worden met slechte beeld- of geluidkwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk kunnen zijn zelfs wanneer er afgespeeld wordt met apparatuur, dat compatibel is met deze formaten. Tevens zou de opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden. In dit geval, dit apparaat gebruiken. Voor details over AVCHD-compatibele inrichtingen, de ondersteuningsites hieronder raadplegen. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) • Om AVCHD-films, die met dit toestel opgenomen zijn, af te spelen op een Panasonic Blu-ray Disc speler (DMP-BD30/DMP-BD31/DMP-BD50) moet de firmware van de Blu-ray Disc speler ge-update worden. U kunt de meest recente firmwareversie van de volgende website downloaden. http://panasonic.net/support/ - 91 - Opnemen [Active Mode] Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. In toevoeging op de optische beeldstabilisator wordt de elektronische beeldstabilisator gebruikt, wat het schudeffect van het beeld wanneer u een video maakt terwijl u loopt, enz. nog meer vermindert. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • Terwijl u video’s opneemt, wordt de zichthoek smaller. • Een sterker effect van de correctie kan verkregen worden aan het brede einde. • De beeldstabilisator zou niet net zo effectief kunnen zijn wanneer u opneemt in kamers of op donkere plekken. • De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen. – In [Speldenprik] of [Zandstraal] mijn kleurfunctie – In [Motion JPEG] [Continu AF] Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. Het zal voortdurend op het onderwerp scherp stellen waarvoor de scherpstelling al een keer was ingesteld. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • Zet deze functie op [OFF] indien u het brandpunt wenst vast te zetten op de positie waarin u de filmopname begon. • In [Sterrenhemel] en [Vuurwerk] in Scènefunctie, is deze instelling vastgesteld op [OFF]. [Windreductie] Voor details over [Bewegend beeld] instellingen van het functiemenu raadplegen P36. Dit reduceert het windgeluid in de geluidopname. Toepasbare functies: ·¿ [ON]/[OFF] Aantekening • Geluidskwaliteit zal anders zijn dan normaal wanneer [Windreductie] ingesteld is. - 92 - Opnemen Tekst Invoeren Het is mogelijk om namen van baby's en huisdieren en de namen van reisbestemmingen in te voeren wanneer u opneemt. (Er kunnen alleen alfabetische tekens en symbolen ingevoerd worden.) U kunt de styluspen (meegeleverd) gebruiken als het moeilijk is met uw vingers te werk te gaan. Weergave van het invoerscherm. • U kunt het invoerscherm afbeelden via de volgende handelingen. – [Naam] van [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier] (P56) in Scènefunctie. – [Naam] in [Gezicht herk.] (P65) – [Locatie] in [Reisdatum] (P68). – [Titel bew.] (P101) Voer letters in. • Raak [ ] aan om de tekst te veranderen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens). • Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren: raak [ ] aan om de cursor te bewegen. • Door de items aan te raken, worden onderstaande handelingen verricht. – []]: Spatie invoeren – [Wissen]: Karakter wissen – [ ]: Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links – [ ]: Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts • Er kan een maximum van 30 letters ingevoerd worden. (Maximum van 9 letters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]) Raak [Inst.] aan. Aantekening • Tekst kan verder gerold worden als niet alle tekst op het scherm past. - 93 - Afspelen/Bewerken [Afspelen] functie: ¸ Afspelen/Bewerken Creëren van foto’s uit een video U kunt een afzonderlijke foto uit een opgenomen video creëren. Raak [ ] aan tijdens het afspelen van bewegende beelden. Raak [ Opsl. ] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Beeldgrootte [Motion JPEG] Beeldgrootte [HD] 2 M (16:9) [VGA]/[QVGA] 0,3 M (4:3) [AVCHD] [FSH]/[SH] Beeldgrootte 2 M (16:9) Aantekening • De beeldkwaliteit van foto’s die van een video gemaakt zijn, kan grover zijn dan foto’s met een gewone beeldkwaliteit. • Misschien bent u niet in staat om de foto’s te bewaren van een video die met andere apparatuur opgenomen is. • Wanneer het onderwerp een helder gedeelte bevat, zouden er roodachtige strepen kunnen verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of de hele LCD-monitor roodachtig worden. - 94 - Afspelen/Bewerken [Afspelen] functie: ¸ Diverse afspeelmethoden U kunt de gemaakte foto’s op diverse manieren afspelen. Raak [ ] aan. Raak de functie-icoon aan. Onderdeel [Normaal afsp.] (P24) Instellingen Alle beelden worden teruggespeeld. [Diashow] (P96) De foto’s worden in volgorde afgespeeld. [Afspelen filteren] (P98) De foto’s worden in categorieën gesorteerd en afgespeeld. [Album afspelen] (P99) Afspelen van beelden die geregistreerd zijn in albums met [Mijn fotoalbum]. [Dubbel afsp.] (P99) Beelden terugspelen op de Dubbele Display. [Kalender] (P99) De foto’s worden afgespeeld op grond van de datum waarop de foto gemaakt was. - 95 - Afspelen/Bewerken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die opgemaakt is uit alleen foto’s, alleen video’s, alleen 3D-beelden, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV. Raak de groep aan die u wilt afspelen. • Raadpleeg P122 voor de manier van afspelen van [3D-weergave]-beelden in 3D. • Raak in [Mijn fotoalbum] het album aan die u wenst af te spelen. Voor details over [Mijn fotoalbum], raadpleeg P116. • Raak in [Categorieselectie] de categorie aan die u wenst af te spelen. Voor details over categorieën, P98 raadplegen. Raak [Start] aan. ∫ Operaties die uitgevoerd worden tijdens diavoorstelling 1 Geef bedieningspaneel weer door het scherm aan te raken. • Als er gedurende 2 seconden geen operatie uitgevoerd wordt, zal deze terugkeren naar zijn originele status. 2 Bedieningspaneel hanteren door aan te raken. Afspelen/Pauzeren Diavoorstelling verlaten Terug naar het vorige beeld (tijdens het pauzeren/afspelen van video’s) Verder naar het volgende beeld (tijdens het pauzeren/afspelen van video’s) Verhoogt het niveau van het volume Verlaagt het niveau van het volume Terug naar instellingsscherm diavoorstelling • Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt. - 96 - Afspelen/Bewerken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor terugspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het menuscherm van de diavoorstelling. [Effect] Dit beidt u de mogelijkheid de schermeffecten of muziekeffecten te selecteren wanneer u van het ene beeld naar het andere beeld overschakelt. [NATURAL], [SLOW], [SWING], [URBAN], [OFF], [AUTO] • Wanneer [URBAN] geselecteerd is, kan het beeld in zwart en wit verschijnen als een schermeffect. • [AUTO] kan alleen gebruikt worden wanneer [Categorieselectie] geselecteerd is. De beelden worden afgespeeld met de aanbevolen effecten in elke categorie. • Tijdens de [Alleen bew. beeld] diavoorstelling, wordt [Effect] vastgesteld po [OFF]. • Sommige [Effect] zullen niet werkzaam zijn als verticaal weergegeven beelden afgespeeld worden. [Set-up] [Duur] of [Herhalen] kan ingesteld worden. Onderdeel Instellingen [Duur] [1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]/[5SEC.] [Herhalen] [ON]/[OFF] [AUTO]: [Geluid] Er klinkt muziek als stilstaande beelden afgespeeld worden en audio als bewegende beelden afgespeeld worden. [Muziek]: Er wordt muziek afgespeeld. [Audio]: Er wordt audio (alleen voor films) afgespeeld. [OFF]: Er zal geen geluid zijn. • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling. - 97 - Afspelen/Bewerken [Afspelen filteren] De beelden worden geclassificeerd in alleen foto’s, alleen video’s of alleen 3D-foto’s, enz. en afgespeeld. Onderdeel Instellingen [Alleen foto's] Er worden alleen foto’s afgespeeld. [Alleen bew. beeld] Er worden alleen video’s afgespeeld. [3D-weergave] Uw favoriete 3D-beelden worden afgespeeld. • Raadpleeg P122 voor de wijze van afspelen van [3D-weergave] [Categorieselectie] Deze functie biedt u de mogelijkheid beelden te zoeken per scènefunctie of andere categorieën (zoals [Portret], [Landschap] of [Nachtl.schap]) en beelden te sorteren naar elk van de categorieën. U kunt dan de beelden in elke categorie terugspelen. beelden in 3D. Raak de categorie aan die u wilt afspelen. • Alleen de categorie waarvoor beelden gevonden zijn, kan afgespeeld worden. [Favorieten] U kunt de foto’s afspelen die u ingesteld heeft als [Favorieten] (P107). ∫ Over de te sorteren categorieën Er wordt als volgt gesorteerd als [Categorieselectie] ingesteld is. Opname-informatie bijv. scènefuncties [Gezicht herk.]¢ * [Portret], [i-Portret], [Transformeren], [Zelfportret], [Nachtportret], [i-Nachtportret], [Baby1]/[Baby2], [i-Baby], [Cosmetische modus] , [Landschap], [i-Landschap], [Zonsonderg.], [i-Zonsonderg.], [Luchtfoto] . [Nachtportret], [i-Nachtportret], [Nachtl.schap], [i-Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Sterrenhemel] [Sport], [Party], [Kaarslicht], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw], [Luchtfoto] Î í 1 [Baby1]/[Baby2], [i-Baby] [Huisdier] [Voedsel] [Reisdatum] ¢ Afspelen door het beeld van de persoon die u wenst af te spelen te selecteren en aan te raken. - 98 - Afspelen/Bewerken [Album afspelen] Beelden die geregistreerd zijn op een album kunnen afgespeeld worden door de albums met [Mijn fotoalbum]. • Voor details over [Mijn fotoalbum], raadpleeg P116. [Dubbel afsp.] U kunt twee gemaakte beelden afbeelden op het scherm om deze te vergelijken. Aantekening • U kunt [Dubbel afsp.] niet selecteren als er geen gemaakte beelden of maar 1 gemaakt beeld is. • U kunt hetzelfde beeld niet tegelijkertijd op de dubbele display afbeelden. • [Dubbel afsp.] is niet beschikbaar voor video’s. • [Set-up] menu en [Afspelen] functiemenu kunnen niet gebruikt worden. [Kalender] U kunt beelden afbeelden per opnamedatum. Raak [3]/[4] aan om de af te spelen maand te selecteren. • Als er geen beelden tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet. ] aan om het multi-afspeelscherm te selecteren. • Raak [ Selecteer de datum die u wenst af te spelen en raak vervolgens [Inst.] aan. Raak het beeld aan dat u wenst af te spelen. • Raak [ ] aan om terug te keren naar het zoekscherm van de kalender. Aantekening • De opnamedatum van het beeld die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt. • Als er meerdere beelden zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum. • U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099. • Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld, is de opnamedatum ingesteld op 1 januari 2011. • Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [Wereldtijd], worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie. - 99 - Afspelen/Bewerken [Afspelen] functie: ¸ Het functiemenu [Afspelen] gebruiken U kunt foto’s instellen die u naar websites kunt uploaden waar u ze met anderen kunt delen. U kunt de foto’s bewerken, bijvoorbeeld bijsnijden, en u kunt ook de beveiliging van de opgenomen beelden instellen, enz. • Met [Tekst afdr.], [Nw. rs.] of [Bijsnijden] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Een nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op het ingebouwde geheugen of de kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het beeld te bewerken. [Uploadinstelling] Het is mogelijk om op dit toestel de beelden in te stellen die u wilt uploaden naar de websites voor het delen van foto’s (Facebook/YouTube). • Naar Facebook kunt u foto’s uploaden en naar YouTube alleen films. • Dit kan niet gedaan worden met de beelden die in het interne geheugen staan. Kopieer deze naar een kaart (P112) en voer vervolgens [Uploadinstelling] uit. Selecteer [Uploadinstelling] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer de opname. Instelling [Enkel] Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. • De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. Instelling [Multi] 1 Raak het beeld aan dat u wilt uploaden (herhalen). • Instelling zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld opnieuw aan te raken. 2 Raak [Uitvoer.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. ∫ Uploaden van beelden naar de websites waarin beelden met anderen gedeeld kunnen worden Er zal automatisch een upload-tool, die deel uitmaakt van het toestel “LUMIX Image Uploader”, naar de kaart gekopieerd worden als u [Uploadinstelling] instelt. Voer het uploaden uit nadat u het toestel op een PC (P127) aangesloten heft. Raadpleeg voor details P130. - 100 - Afspelen/Bewerken ∫ Alle [Uploadinstelling] instellingen annuleren 1 Selecteer [Uploadinstelling] op het [Afspelen] functiemenu. 2 Raak [CANCEL] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • De instelling is misschien niet mogelijk voor beelden die met andere toestellen opgenomen zijn. • Het kan niet ingesteld worden met een kaart die kleiner is dan 512 MB. [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P102). Selecteer [Titel bew.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer een beeld waaraan u tekst wilt toevoegen. • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. Instelling [Enkel] 1 Versleep het scherm horizontaal en selecteer het beeld. 2 Raak [Inst.] aan. Instelling [Multi] 1 Raak een beeld aan (herhalen). • De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld opnieuw aan te raken. 2 Raak [Uitvoer.] aan. De tekst invoeren. (P93) • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. Aantekening • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen. • U kunt teksten (commentaar) afdrukken m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd). • U kunt maximaal 50 opnamen gelijktijdig instellen met [Multi]. • U kunt [Titel bew.] niet gebruiken voor de volgende soorten beelden: – Bewegende beelden – Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur - 101 - Afspelen/Bewerken [Tekst afdr.] U kunt de opnamedatum/tijd, naam, plaats, reisdatum of titel op de gemaakte beelden afdrukken. Selecteer [Tekst afdr.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer een beeld dat u wilt afdrukken met tekst. • [‘] wordt weergegeven op beelden waarop al een datum of tekst gestempeld zijn. Instelling [Enkel] 1 Versleep het scherm horizontaal en selecteer het beeld. 2 Raak [Inst.] aan. Instelling [Multi] 1 Raak een beeld aan (herhalen). • De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld 2 Raak [Uitvoer.] aan. opnieuw aan te raken. Raak [Inst.] aan. - 102 - Afspelen/Bewerken Selecteer het af te drukken item. Onderdeel [Opnamedatum] Instellingsitem [ZON. TIJD]: Druk het jaar, de maand en de datum af. [MET TIJD]: Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten af. [OFF] [ ]: [ [Naam] Drukt namen af die geregistreerd zijn in de naaminstellingen voor [Gezicht herk.]. ]: Drukt namen af die geregistreerd staan in de naaminstellingen voor [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier] in Scènefunctie. [OFF] [ON]: [Locatie] Drukt de naam van de reisbestemming af die ingesteld is onder [Locatie]. [OFF] [ON]: [Reisdatum] Drukt de reisdatum af die ingesteld is onder [Reisdatum]. [OFF] [ON]: [Titel] De Titelinvoer in de [Titel bew.] zal afgedrukt worden. [OFF] Raak [ ] aan. Raak [Uitvoer.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • Wanneer u beelden afdrukt die bedrukt zijn met tekst, zal de datum over de bedrukte tekst heen afgedrukt worden als u het afdrukken van de datum specificeert bij de fotowinkel of op uw printer. • U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [Multi]. • De beeldkwaliteit zou kunnen verslechteren wanneer de tekstafdruk uitgevoerd wordt. • Afhankelijk van de printer die u gebruikt, kunnen sommige letters afgeknipt worden tijdens het printen. Controleer dit op voorhand. • Wanneer er tekst op de beelden die kleiner is dan 0,3 M, is het moeilijk te lezen. • Tekst en data kunnen niet afgedrukt worden op de beelden in de volgende gevallen. – Bewegende beelden – Beelden die gemaakt zijn zonder instelling van de klok en titel – Beelden met gestempelde datum of tekst – Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur - 103 - Afspelen/Bewerken [Splits video] De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft. Eenmaal gesplitst kan het niet meer opgeroepen worden. Selecteer [Splits video] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Versleep het scherm horizontaal om een te splitsen video te selecteren en raak [Inst.] aan. Raak [ ] aan op het punt van splitsing. • De video wordt teruggespeeld vanaf hetzelfde punt waarop [ aangeraakt. Raak [ ] opnieuw wordt ] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. • De video kan verloren gaan als de kaart of de accu weggenomen wordt terwijl de splitsing uitgevoerd wordt. Aantekening • [Splits video] wordt misschien niet uitgevoerd op video’s die met andere apparatuur opgenomen zijn. • De video’s kunnen niet gesplitst worden op een punt vlakbij het begin of het einde van de video. • Met [Motion JPEG] video’s zal de volgorde van de beelden veranderd worden als een splitsing plaatsvindt. Er wordt geadviseerd om deze video’s af te spelen met gebruik van [Kalender] of [Alleen bew. beeld] in [Afspelen filteren]. • Met [AVCHD] video’s zal de volgorde van de beelden niet veranderen. • Video’s met een korte opnameduur kunnen niet gesplitst worden. - 104 - Afspelen/Bewerken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina’s, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. Selecteer [Nw. rs.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer het beeld en de grootte. Instelling [Enkel] 1 Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. 2 Raak het formaat aan dat u wilt veranderen en raak vervolgens [Inst.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Instelling [Multi] 1 Raak het formaat aan dat u wilt veranderen. 2 Raak een beeld aan (herhalen). • De selectie zal geannuleerd worden door hetzelfde beeld 3 opnieuw aan te raken. Raak [Uitvoer.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [Multi]. • De beeldkwaliteit van het van nieuwe grootte voorziene beeld zal slechter worden. • Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn. • Films of foto’s met gestempelde datum of tekst kunnen niet andere afmetingen krijgen. - 105 - Afspelen/Bewerken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. Selecteer [Bijsnijden] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. Selecteer de af te knippen delen. Raak [ ]aan: Vergroten Raak [ ] aan: Verkleinen Verslepen: Verplaatsen Raak [Inst.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden. • Beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen wellicht niet geknipt worden. • Films of foto’s met gestempelde datum of tekst kunnen niet bijgesneden worden. • Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar beelden die [Bijsnijden] ondergaan hebben. - 106 - Afspelen/Bewerken [Favorieten] U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten. • Alleen afspelen van beelden die als favoriet ingesteld zijn. ([Favorieten] in [Afspelen filteren]) • De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. • Alle beelden wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([Alles wissen behalveÜ]) Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer de opname. Instelling [Enkel] Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. • De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. Instelling [Multi] Raak de beelden aan die u als favorieten wilt instellen. • De instelling wordt geannuleerd door dezelfde foto nogmaals aan te raken. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. ∫ Alle [Favorieten] instellingen annuleren 1 Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] functiemenu. 2 Raak [CANCEL] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • U kunt tot en met 999 beelden als favorieten instellen. • Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt stellen. - 107 - Afspelen/Bewerken [Print inst.] DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. Wanneer u beelden die op het ingebouwde geheugen staan af wenst te laten drukken door een fotograaf, dient u deze beelden naar een kaart (P112) te kopiëren en vervolgens de afdrukinstelling in te stellen. Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer de opname. Instelling [Enkel] Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. Instelling [Multi] Raak het beeld aan dat u wenst af te drukken. Raak [3]/[4] aan om het aantal afdrukken in te stellen en raak vervolgens [Inst.] aan om het in te stellen. • Wanneer [Multi] geselecteerd is, stappen 3 en 4 voor elk beeld herhalen. (Het is niet mogelijk dezelfde instelling te gebruiken voor meerdere beelden.) • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. - 108 - Afspelen/Bewerken ∫ Alle [Print inst.] instellingen annuleren 1 Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] functiemenu. 2 Raak [CANCEL] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. ∫ De datum afdrukken Nadat het aantal afdrukken ingesteld is, stel het afdrukken met de opnamedatum dan in, of wis het, door [Datum] aan te raken. • Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer. • De datum kan niet afgedrukt worden op beelden waarop een datum of tekst gestempeld is. Aantekening • Het aantal afdrukken kan ingesteld worden tussen 0 en 999. • Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang krijgen, dus controleer dit als dat het geval is. • Het zou niet mogelijk kunnen zijn de afdrukinstellingen te gebruiken met andere apparatuur. In dit geval, alle instellingen annuleren en de instellingen opnieuw instellen. • [Print inst.] kan niet voor bewegende beelden ingesteld worden. • Indien het bestand niet gebaseerd is op de DCF-standaard, kan de afdrukinstelling niet ingesteld worden. - 109 - Afspelen/Bewerken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Enkel]) of [ ] ([Multi]) aan. Selecteer de opname. Instelling [Enkel] Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. • De instelling wordt gewist door [Annul] aan te raken. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. Instelling [Multi] Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen. • De instelling wordt geannuleerd door dezelfde foto nogmaals aan te raken. • Verlaat het menu nadat het ingesteld is. ∫ Alle instellingen [Beveiligen] annuleren 1 Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] functiemenu. 2 Raak [CANCEL] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur. • Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist worden als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt. • Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK]. - 110 - Afspelen/Bewerken [Gez.herk. bew.] U kunt de informatie m.b.t. de Gezichtsdetectie wissen of veranderen voor het geselecteerde beeld. Selecteer [Gez.herk. bew.] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak [ ] ([Vervangen]) of [ ] ([Wissen]) aan. Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. Raak de naam van de persoon aan die u wenst te bewerken. (Wanneer [Vervangen] geselecteerd is) Raak de te vervangen persoon aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. Aantekening • Gewiste informatie m.b.t. de [Gezicht herk.] kan niet hersteld worden. • Wanneer alle informatie van de Gezichtsdetectie in een beeld geannuleerd is, zal het beeld niet onderverdeeld worden m.b.v. de Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] in [Afspelen filteren]. • U kunt de informatie van de Gezichtsdetectie van beschermde beelden niet bewerken. - 111 - Afspelen/Bewerken [Kopie] U kunt gegevens van beelden van het intern geheugen naar een kaart kopiëren of van een kaart naar het intern geheugen. Selecteer [Kopie] op het [Afspelen] functiemenu. (P36) Raak de kopieerbestemming aan. : Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart. : Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het ingebouwde geheugen. (Wanneer [ ] geselecteerd is) Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. • Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering. • Het toestel niet op geen enkel moment uitschakelen tijdens het kopieerproces. Aantekening • Als er een beeld bestaat met dezelfde naam (mapnummer/bestandnummer) als het in de kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer [ ] geselecteerd is, zal er een nieuwe map gecreëerd worden voordat het beeld gekopieerd wordt. Als er een beeld bestaat met dezelfde naam (mapnummer/bestandnummer) als de in de kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer [ ] geselecteerd is, zal dat beeld niet gekopieerd worden. • Het kan even duren om de gegevens te kopiëren. • [Print inst.], [Beveiligen] of [Favorieten] instellingen zullen niet gekopieerd worden. Voer de instellingen opnieuw uit nadat het kopiëren voltooid is. • Bewegend beeld opgenomen in [AVCHD] kan niet gekopieerd worden. - 112 - Plezier Plezier Plezier met Gemaakte beelden [Schoonheidseffect] U kunt de kleur en huidtint optimaliseren en de indruk van het gezicht veranderen. Selecteer [ (P35) ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan. Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [OK] aan. Raak het gezicht van de te bewerken persoon aan. • Er kan slechts één persoon met een pijl geselecteerd worden. Selecteer [ ] of [ een item aan. ] en raak vervolgens • Raak [3]/[4] aan om de instellingen van uw keuze te rangschikken. • Raak [OK] aan wanneer het bewerken van een beeld klaar is. • De beelden vóór en na de toepassing worden afgebeeld. [ ] [Esthetisch effect] (er zijn 5 effectniveaus beschikbaar) Onderdeel [ Beschrijving van instellingen : [Gave huid] Reduceert vlekken en dofheid van de huid terwijl de stralendheid naar buiten gebracht wordt : [Glansverwijdering] Glimmende zones van de huid worden iets matter gemaakt. : [Wit maken] De ogen en tanden worden witter en dus mooier gemaakt. : [Contourcorrectie] Gezichtslijnen worden aangescherpt. : [Nadruk op ogen] De ogen worden groter en duidelijker gemaakt. ] [Make-upeffect] (er zijn 5 kleureffecten beschikbaar) Onderdeel Beschrijving van instellingen : [Foundation] De kleur van de huis wordt afgesteld. : [Lipstickkleur] De kleur van de lippen wordt afgesteld om de textuur ervan te benadrukken. : [Rougekleur] De uitlijning kan geselecteerd worden uit 3 opties voor het produceren van een 3D-verschijning. : [Oogschaduw] De oogvorm wordt gedefinieerd. - 113 - Plezier Raak [OK] aan. • U kunt verder gaan en een ander persoon bewerken. Herhaal de stappen 3 en 4. • Reeds bewerkte personen kunnen niet opnieuw bewerkt worden. Als u opnieuw wilt bewerken, sla het beeld dan eens op en ga dan terug om de persoon opnieuw te selecteren. Raak [Opsl.] aan. • Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt. Aantekening • [Schoonheidseffect] is niet beschikbaar in 3D-beelden of video’s. • [Schoonheidseffect] zou niet uitgevoerd kunnen worden op beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn. • Met [Schoonheidseffect] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije ruimte is op het interne geheugen of de kaart. • Bedoelde herbewerking zou niet mogelijk kunnen zijn wanneer de gezichtsopsporing niet juist uitgevoerd is. • Om beelden te maken die goed zijn voor [Schoonheidseffect]: – Maak beelden van een gezicht van voren – Voorkom beelden te maken op heel donkere plekken – Zorg ervoor dat de gezichtscontouren, de ogen of de wenkbrauwen niet door haar, enz. bedekt worden. - 114 - Plezier [Artistiek effect] U kunt de verzadiging of helderheid van opgenomen beelden veranderen en indrukwekkende beelden creëren. Selecteer [ (P35) ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan. Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [OK] aan. Raak het item aan. Onderdeel Beschrijving van instellingen De verzadiging kan veranderd worden in w6 stappen. De helderheid kan veranderd worden in w6 stappen. Sleep de schuifbalk aan om de effecten in te stellen. Raak [OK] aan. • Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt. Aantekening • [Artistiek effect] is niet beschikbaar in 3D-beelden of video’s. • [Artistiek effect] zou niet uitgevoerd kunnen worden op beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn. • Met [Artistiek effect] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije ruimte is op het interne geheugen of de kaart. - 115 - Plezier [Mijn fotoalbum] Beelden kunnen gekopieerd worden naar specifieke albums en u kunt op selectieve wijze uw favoriete beelden verkrijgen. Het registreren van beelden die op de kaart staan per album staat het volgende toe. • Het afspelen van alleen de in albums geregistreerde beelden. ([Album afspelen]) • Alleen de beelden die geregistreerd in albums als diavoorstelling afspelen. Selecteer [ (P35) ] op het afspeelscherm en raak vervolgens [ ] aan. Raak een beeld aan om het te registreren. (herhaal deze stap) • Raak hetzelfde beeld opnieuw aan om de selectie te wissen. Raak het beeld aan dat u geselecteerd heeft in stap 2 totdat de selectieframe opnieuw verschijnt en sleep deze naar het album waar u het wilt registreren. • Er zijn drie soorten albums [ ]/[ ]/[ ] beschikbaar voor registratie. • Er kunnen tot 999 beelden geregistreerd worden in een enkel album. Aantekening • Beelden in het interne geheugen kunnen niet geregistreerd worden in albums. Registreer ze nadat u ze naar kaarten gekopieerd heeft. • Beelden die geregistreerd zijn in een album zijn opnieuw gecreëerd. Beelden kunnen niet geregistreerd worden als er geen vrije ruimte meer op de kaart is, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan te beginnen met de registratie van de beelden. • Video’s kunnen niet geregistreerd worden in albums. • Beelden die gemaakt zijn met andere apparatuur zouden niet in albums geregistreerd kunnen worden. • Beelden die geregistreerd zijn in een album worden gewist wanneer deze geformatteerd worden. - 116 - Aansluiten op andere apparatuur [Afspelen] functie: ¸ Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm Opnamen terugspelen met de AV-kabel (bijgeleverd) Voorbereiding: Stel [TV-aspect] in. (P43) Schakel het toestel en de televisie uit. 1 Geel: naar de videoaansluiting 2 Wit: naar de geluidsaansluiting A De markeringen uitlijnen en erin doen. B AV-kabel (bijgeleverd) • Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit. (Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.) De AV-kabel B (bijgeleverd) aansluiten op de video- en geluidaansluitingen op de TV. De AV-kabel aansluiten op de [AV OUT] aansluiting op het toestel. De televisie aanzetten en “externe aansluiting” kiezen. Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie. Aantekening • Afhankelijk van de [Aspectratio] kunnen er zwarte stroken afgebeeld worden bovenaan en onderaan of links en rechts van de beelden. • Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel. • De gebruiksaanwijzing van de TV lezen. • Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn. • U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem als u [Video uit] in het [Set-up] menu instelt. • Verander het beeldscherm op uw TV als het beeld met afgesneden boven- of onderkant weergegeven wordt. • U kunt [Dubbel afsp.] niet selecteren. - 117 - Aansluiten op andere apparatuur Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een SD-geheugenkaart De gemaakte stilstaande beelden kunnen afgespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartgleuf. Aantekening • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Bewegende beelden die opgenomen zijn met [AVCHD] kunnen afgespeeld worden op Panasonic TV’s (VIERA) met de AVCHD-logomarkering. In alle andere gevallen, het toestel met de TV verbinden m.b.v. de AV-kabel (bijgeleverd) en het bewegende beeld afspelen. • SDHC-geheugenkaarten kunnen niet afgespeeld worden tenzij het een TV betreft die compatibel is met SDHC-geheugenkaarten of SDXC-geheugenkaarten. • SDXC-geheugenkaarten kunnen niet afgespeeld worden tenzij het een TV betreft die compatibel is met SDXC-geheugenkaarten. Afspelen op de TV met de HDMI-aansluiting U kunt beelden en bewegende beelden van hoge kwaliteit verkrijgen op de TV door het toestel te verbinden met de HDMI compatibele hoge definitie-TV m.b.v. de HDMI-minikabel (optioneel). Voorbereiding: Schakel het toestel en de televisie uit. HDMI IN 1 HDMI-aansluiting 2 TV met HDMI-aansluiting 3 HDMI mini (C-type) A De markeringen uitlijnen en erin doen. B HDMI-minikabel (optioneel) • Controleer de richting van de aansluitingen en trek de kabel er recht in/uit terwijl u de stekker vasthoudt. (Het schuin of in de verkeerde richting insteken van de stekker kan storingen veroorzaken door vervorming van de aansluiting.) De HDMI-minikabel B (optioneel) met op de HDMI-inputaansluiting op de TV verbinden. Sluit de HDMI-minikabel aan op de [HDMI]-aansluiting op de camera. Zet de TV aan en schakel over naar de HDMI-ingang. Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie. - 118 - Aansluiten op andere apparatuur Aantekening • Tijdens HDMI-output, worden de aanraakiconen voor werking afgebeeld op de LCD-monitor van dit toestel. (beelden worden niet afgebeeld op de LCD-monitor) • Afhankelijk van de [Aspectratio], zouden er stroken afgebeeld kunnen worden bovenaan en onderaan of links en rechts van de beelden. • Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30; optioneel). Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m) • Uitgave van de HDMI-minikabels heeft prioriteit wanneer zowel de AV-kabel en de HDMI-minikabel verbonden zijn. • De aansluiting met de USB-aansluitkabel zal voorrang hebben als u de USB-aansluitkabel gelijk met de HDMI-minikabel aansluit. • Wanneer er beelden afgebeeld worden, zouden deze niet juist afgebeeld kunnen worden afhankelijk van het type TV. • De gebruiksaanwijzing van de TV lezen. • Het geluid zal afgespeeld worden als mono. • Sommige afspeelfuncties zijn beperkt. • [Afspelen] Het functiemenu en [Set-up] menu kunnen niet gebruikt worden. • De toepassing kan niet gebruikt worden. - 119 - Aansluiten op andere apparatuur Afspelen m.b.v. VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™) Wat is VIERA Link? • Met deze functie kunt u met behulp van de afstandsbediening voor de Panasonic-TV eenvoudige handelingen uitvoeren wanneer dit toestel met behulp van een HDMI-minikabel (optioneel) voor automatisch gekoppelde handelingen is aangesloten op het VIERA Link-compatibele apparaat. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.) • VIERA Link is een unieke Panasonic-functie die met behulp van de HDMI CEC (Consumer Electronics Control)-standaard is afgeleid van een HDMI-besturingsfunctie. Gekoppelde handelingen met HDMI CEC-compatibele apparaten van andere fabrikanten worden niet gegarandeerd. Als u apparaten van andere fabrikanten die compatibel zijn met VIERA Link gebruikt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing voor de respectieve apparaten. • Dit apparaat is compatibel met VIERA Link Ver.5. VIERA Link Ver.5 is de nieuwste Panasonic versie en is ook compatibel met de bestaande Panasonic VIERA Link inrichtingen. (Vanaf December 2010) Voorbereiding: Zet de [VIERA link] op [ON]. (P44) Dit apparaat verbinden aan een Panasonic TV die compatibel is met VIERA Link met een HDMI minikabel (optioneel) (P118). Schakel het toestel in en stel deze in op de Afspeelfunctie. Ga te werk met de afstandbediening voor de TV. • Ga te werk door te verwijzen naar de bedieningsiconen die op het scherm afgebeeld worden. Panasonic TV compatibel met VIERA Link 1 [OPTION] 2 [OK] 3 [RETURN] ¢ De vorm van de afstandsbediening varieert afhankelijk van de regio. Hanteer de volgende TV-gids die op het scherm afgebeeld wordt. - 120 - Aansluiten op andere apparatuur Aantekening • Om het geluid van de bewegende beelden af te spelen, de [Geluid] in het instellingscherm van de Diavoorstelling instellen op [AUTO] of [Audio]. • Bedieningsiconen worden verborgen of als er geen bediening uitgevoerd wordt gedurende een bepaalde tijd wanneer de bedieningsiconen afgebeeld worden. De bedieningsiconen worden afgebeeld wanneer één van de volgende toetsen ingedrukt wordt terwijl de bedieningsiconen niet afgebeeld worden. – 3/4/2/1, [OK], [OPTION], [RETURN], Rode toets, Groene toets, Gele toets • Als de TV over twee of meer HDMI-ingangsaansluitingen beschikt, wordt aangeraden dit toestel niet aan te sluiten op de HDMI1-aansluiting maar op een andere HDMI-aansluiting. • Wanneer de [VIERA link] (P44) van dit apparaat ingesteld is op [ON], zal de bediening op dit apparaat beperkt zijn. • VIERA Link moet op de aangesloten TV worden geactiveerd. (Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV om te lezen hoe u instelt enz.) • Indien u geen VIERA Link gebruikt, zet u [VIERA link] (P44) op [OFF]. ∫ Andere gekoppelde handelingen Het toestel uitzetten: Als u de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening voor de TV, gaat dit toestel ook uit. Automatische ingangsschakeling: • Als u een HDMI-minikabel aansluit en het toestel vervolgens aanzet, wordt het ingangskanaal op de TV automatisch gewisseld naar het scherm van het toestel. Als de TV stand-by staat, gaat hij automatisch aan (als de [Power on link]-instelling [Set] voor de TV geselecteerd is). • Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening voor de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de gebruiksaanwijzing voor de TV.) • Ga naar pagina 152 als VIERA Link niet goed werkt. Aantekening • Als u niet zeker weet of de TV die u gebruikt compatibel is met VIERA Link, leest u dan de gebruiksaanwijzing van de TV. • Welke tussen het toestel en een Panasonic-TV gekoppelde handelingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type Panasonic TV, zelfs als zij compatibel zijn met VIERA Link. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV voor meer informatie over de handelingen op de TV die worden ondersteund. • Bediening is niet mogelijk met een kabel die niet voldoet aan de HDMI-standaard. Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30; optioneel). Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m) • VIERA Link werkt niets, zelfs niet als u de HDMI-minikabel aansluit terwijl het toestel is aangesloten op de PC of printer. - 121 - Aansluiten op andere apparatuur Afspelen van 3D-beelden Afspelen van 3D-beelden Sluit het toestel aan op een televisie die compatibel is met 3D, speel de in 3D opgenomen beelden af en geniet van de extra effecten van de 3D-beelden. Het is ook mogelijk om de in 3D opgenomen beelden af te spelen door een SD-kaart in de 3D-compatibele televisie, die een kaartsleuf heeft, te plaatsen. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen beschikbaar in het Engels.) Voorbereiding: Zet [3D-weergave] op [ ]. (P44) Sluit het toestel met de HDMI-minikabel aan op een 3D-compatibele televisie en laat het afspeelbeeldscherm weergeven. (P118) Selecteer [3D-weergave] in [Diashow] (P96) of [Afspelen filteren] (P98). • Wanneer [VIERA link] (P44) op [ON] gezet wordt en het toestel verbonden wordt aan een TV die VIERA Link verdraagt, zal de input van de TV automatisch geschakeld worden en zal het afspeelscherm afgebeeld worden. Raadpleeg P120 voor details. • Voor de in 3D opgenomen beelden zal bij het afspelen [ ] op het thumbnail-display weergegeven worden. ∫ Functies die met 3D-beelden niet ingesteld/gebruikt kunnen worden • Terugspeelzoom¢ • Beelden wissen¢ • Bewerkingsfuncties van het [Afspelen] functiemenu ([Titel bew.]/[Tekst afdr.]/[Nw. rs.]/ [Bijsnijden]) ¢ Kan gebruikt worden met de 2D-weergave. - 122 - Aansluiten op andere apparatuur Aantekening • Als een in 3D opgenomen beeld op de LCD-monitor van dit toestel weergegeven wordt, wordt het in 2D afgespeeld (conventioneel beeld). • Er zal enkele seconden lang een zwart beeldscherm weergegeven worden als u tussen 3D-beelden en 2D-beelden heen en weer schakelt. • Als u een thumbnail van een 3D-beeld selecteert, kan het enkele seconden duren voordat het afspelen van start gaat. Na het afspelen kan het enkele seconden duren voordat de thumbnail-weergave opnieuw verschijnt. • Als u 3D-beelden bekijkt, kunnen uw ogen moe worden als u zich te dichtbij het televisiescherm bevindt. • Als uw televisie niet naar een 3D-beeld schakelt, verricht dan de benodigde instellingen op uw televisie (Raadpleeg voor details de handleiding van de televisie.) Bewaren van 3D-beelden ∫ Kopiëren naar een PC • Raadpleeg voor details “Kopiëren naar een PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”” op P126. - 123 - Aansluiten op andere apparatuur Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden en bewegende beelden Methoden om stilstaande en bewegende beelden te exporteren naar andere inrichtingen zullen variëren afhankelijk van het bestandsformaat. (JPEG, MPO, AVCHD, of Motion JPEG). Hier volgen enige suggesties. Kopiëren door de SD-kaart in de recorder te plaatsen Bestandsformaten die gebruikt kunnen worden: [JPEG], [AVCHD] Het is mogelijk om naar een Blu-ray disk, DVD disk, of harde schijf te kopiëren, door een SD-kaart met foto’s of video’s die met dit toestel opgenomen zijn, in een Panasonic Blu-ray Disk Recorder of een DVD Recorder te plaatsen. Controleer op de volgende website de recentste informatie over de uitrusting die rechtstreeks kan kopiëren door invoering van de met dit toestel opgenomen SD-kaart. Controleer ook welke uitrusting compatibel is met high definition (AVCHD). http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) • Zie de handleiding van de recorder voor details over het kopiëren en afspelen. • Houd er rekening mee dat de beschreven uitrusting in sommige landen en gebieden niet beschikbaar is. - 124 - Aansluiten op andere apparatuur Kopieer het afspeelbeeld m.b.v. een AV-kabel Bestandsformaten die gebruikt kunnen worden: [AVCHD], [Motion JPEG] Kopiëren van beelden, die met dit toestel afgespeeld worden, naar Blu-ray disks, DVD disks, harde schijven of video’s, met gebruik van een Blu-ray Disk Recorder, een DVD recorder of een video. Dit kan afgespeeld worden met apparatuur dat niet compatibel is met hoge definitie (AVCHD), daarom is het handig voor het uitdelen van kopieën. Het beeld zal deze keer standaard kwaliteit zijn i.p.v. een hoge definitie. 1 Geel: naar de videoaansluiting 2 Wit: naar de geluidsinputaansluiting A AV-Kabel (meegeleverd) 1 2 3 Verbind dit apparaat met de opnameapparatuur met een AV-kabel (meegeleverd). Start het afspelen van dit apparaat. Start de opname op de opnameapparatuur. • Wanneer het opnemen (kopiëren) eindigt, het afspelen op dit apparaat stoppen na het stoppen van het opnemen in de opnameapparatuur. Aantekening • Wanneer u bewegende beelden afspeelt op een 4:3 aspectratio-TV, moet u [TV-aspect] (P43) op dit apparaat instellen op [4:3] voordat u een kopie start. Het beeld zal verticaal lang zijn als u bewegende beelden die gekopieerd zijn met [16:9] instelling op een [4:3] aspect-TV afspeelt. • Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel. • Afgebeelde aanraakiconen, enz. worden ook opgenomen. • Zie de instructiehandleiding voor de opnameapparatuur over de details van het kopiëren en het afspelen. - 125 - Aansluiten op andere apparatuur Kopiëren naar een PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO” Bestandformaten die gebruikt kunnen worden: [JPEG], [MPO], [AVCHD], [Motion JPEG] Het is mogelijk om foto’s en video’s te verwerven die opgenomen zijn in de formaten [AVCHD] of [Motion JPEG], of om DVD-video’s van conventionele standaardkwaliteit te creëren uit de video die opgenomen was als [AVCHD], met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO” op de (bijgeleverde) CD-ROM. (P127) Ook kunt u beelden naar een DVD schrijven, meervoudige beelden combineren om een enkelvoudig panoramabeeld te creëren of een diavoorstelling creëren door audio en/of muziek toe te voegen. Deze beelden kunnen vervolgens op een DVD bewaard worden. 1 Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. • Lees de afzonderlijke instructies voor de bijgeleverde software voor meer informatie over 2 Sluit het toestel aan op de PC. • Raadpleeg voor details over de aansluiting “Aansluiting op de PC” (P127). Kopieer de beelden naar de PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”. • Raadpleeg voor details de handleiding van “PHOTOfunSTUDIO” (PDF). 3 de software die op de (bijgeleverde) CD-ROM staat en hoe deze te installeren. Aantekening • U zult niet in staat zijn om de verworven [AVCHD] video’s af te spelen als de bestanden of de nappen van deze video’s gewist, gewijzigd of verplaatst zijn met Windows Explorer of een gelijkaardige browser. Wees er dus zeker van om [AVCHD] video’s te verwerven met “PHOTOfunSTUDIO”. - 126 - Aansluiten op andere apparatuur Aansluiting op de PC U kunt de beelden in het toestel naar een PC overbrengen door het toestel op een PC aan te sluiten. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. • Als de gebruikte computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, kan een bericht verschijnen waarin u verzocht wordt om te formatteren (door te formatteren zullen de opgenomen beelden gewist worden, dus kies ervoor niet te formatteren). Als de kaart niet herkend wordt, raadpleeg dan onderstaande website voor ondersteuning. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html • U kunt de beelden die u heeft geïmporteerd gemakkelijk afdrukken of versturen. Het gebruik van de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd) is een handige manier om dit te doen. • Lees de afzonderlijke instructies voor de bijgeleverde software voor meer informatie over de software die op de (meegeleverd) CD-ROM staat en hoe deze te installeren. ∫ PC die gebruikt kan worden Windows 98/98SE of eerdere versie Kan de PHOTOfunSTUDIO gebruikt worden? Kan het [AVCHD] bewegende beeld verkregen worden op de PC? Kunnen de stilstaande beelden en [Motion JPEG] bewegende beelden in het digitale toestel verkregen worden op de PC m.b.v. een USB-verbindingskabel? Macintosh Me/2000 XP/Vista/7 OS 9/OS X — ≤¢1 — — ≤¢2 — — ≤ ≤ (OS 9.2.2/OS X [10.1~10.6]) • PC met Windows 98/98SE of eerdere versie of Mac OS 8.x of ouder kan niet verbonden worden via USB, maar deze kan de beelden verkrijgen als er een SD-geheugenkaartlezer/ schrijver gebruikt kan worden. ¢1 Het is niet nodig voor Internet Explorer 6.0 of nieuwere versie geïnstalleerd te worden. Een PC met een hogere verwerkingsprestatie wordt afhankelijk van de te gebruiken functie. Deze zou niet correct kunnen afspelen of werken afhankelijk van de omgeving van de gebruikte PC. ¢2 De [AVCHD] bewegende beelden altijd m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” verkrijgen. - 127 - Aansluiten op andere apparatuur Het verkrijgen van stilstaande beelden en [Motion JPEG] bewegende beelden (behalve [AVCHD] bewegende beelden) Voorbereiding: Zet het toestel en de PC aan. Verwijder de kaart voordat u de beelden gebruikt in het ingebouwde geheugen. A USB aansluitkabel (bijgeleverd) • Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit. (Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.) B De markeringen uitlijnen en erin doen. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel) gebruiken. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, hoort u het alarm. Raadpleeg “De USB-aansluitingskabel veilig losmaken” (P130) voordat u de USB-aansluitkabel losmaakt. Anders zouden er gegevens beschadigd kunnen raken. Sluit het toestel aan op een PC met de USB-kabel A (bijgeleverd). • Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde USB-verbindingkabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken. Raak [PC] aan. • Als [USB mode] (P42) van te voren ingesteld is op de [PC] in het [Set-up] menu, zal de camera automatisch verbonden worden aan de PC zonder het [USB mode] selectiescherm af te beelden. • Wanneer het toestel aangesloten is op de PC met [USB mode] ingesteld op [PictBridge(PTP)], zou er een bericht kunnen verschijnen op het scherm van de PC. Selecteer [Cancel] om het scherm te sluiten, en koppel het toestel los van de PC. Stel dan [USB mode] weer in op [PC]. Bedienen van de PC. • U kunt de beelden in de PC bewaren door het beeld te verslepen, of door de map met beelden te verslepen die u naar een andere map in de PC wilt verplaatsen. - 128 - Aansluiten op andere apparatuur Aantekening • Zet het toestel uit voordat u de netadapter (optioneel) aan- of afsluit. • Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitingskabel loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken. ∫ De inhoud bekijken van het ingebouwde geheugen of kaart m.b.v. de PC (mapsamenstelling) Voor Windows: Er wordt een drive ([Verwijderbare Disk]) weergegeven in [Mijn Computer] Voor Macintosh: Een drive ([LUMIX], [NO_NAME] of [Untitled]) wordt op het bureaublad weergegeven. DCIM: Beelden 1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG: Foto’s MOV: [Motion JPEG] Bewegende beelden MPO: 3D-beelden 4 [Mijn fotoalbum] MISC: DPOF-print Favorieten AVCHD: AD_LUMIX: LUMIXUP.EXE: [AVCHD] Bewegende beelden Voor instelling upload Upload tool “LUMIX Image Uploader” Er wordt een nieuwe map gecreëerd wanneer er beelden gemaakt worden in de volgende situaties. • Nadat [Nr. resetten] (P42) in het [Set-up] menu uitgevoerd is • Als een kaart geplaatst wordt die een map bevat die hetzelfde mapnummer heeft (als de beelden bijvoorbeeld met een ander merk toestel opgenomen werden) • Wanneer er een beeld is met het nummer 999 binnenin de map - 129 - Aansluiten op andere apparatuur ∫ De USB-aansluitingskabel veilig losmaken • Ga over tot de verwijdering van de hardware m.b.v. “Veilig Hardware Verwijderen” op het opdrachtblad van de PC. Als de icoon niet afgebeeld wordt, controleren dat [Toegang] niet afgebeeld is op de LCD-monitor van het digitale toestel voordat u de hardware verwijdert. ∫ Verbinding in de PTP-functie (alleen WindowsR XP, Windows VistaR, WindowsR 7 en Mac OS X) Op [USB mode] tot [PictBridge(PTP)] instellen. • Gegeven kan nu alleen gelezen worden vanaf de kaart in de PC. • Als er 1000 of meer beelden op een kaart staan, kan het zijn dat de beelden niet in de PTP-functie geïmporteerd kunnen worden. • [AVCHD] bewegend beeld kan niet afgespeeld worden in PTP-functie. Uploaden van beelden naar websites waarin deze met anderen gedeeld kunnen worden U kunt foto’s en films uploaden naar de websites die bestemd zijn om de beelden met anderen te delen (Facebook/YouTube), gebruikmakend van de upload tool “LUMIX Image Uploader”. U hoeft de beelden niet naar de PC over te brengen of speciale software op de PC te installeren. U kunt de beelden eenvoudig uploaden, zelfs als u niet thuis of op uw werk bent, als er maar een PCV is die op het netwerk aangesloten is. • Deze is alleen compatibel met een PC met Windows XP/Windows Vista/Windows 7. (Bekijk de gebruiksaanwijzing van de “LUMIX Image Uploader” m.b.v. Internet Explorer) Voorbereidingen: Stel de beelden in die u gaat uploaden met [Uploadinstelling] (P100). Sluit de PC aan op het internet. Maak een account aan op de website die u gaat gebruiken voor het delen van uw opnames met anderen en maak de login-informatie gereed. 1 Start “LUMIXUP.EXE” door erop te dubbelklikken. (P129) • De upload tool “LUMIX Image Uploader” kan automatisch van start gaan als de 2 Selecteer de upload-bestemming • Ga te werk door de instructies op te volgen die op het beeldscherm van de PC “PHOTOfunSTUDIO” software die op de (bijgeleverde) CD staat, geïnstalleerd is. weergegeven worden. Aantekening • De werking kan niet gegarandeerd worden voor toekomstige wijzigingen die de specificaties van de YouTube and Facebook services kunnen ondergaan. De inhoud van de service of het beeldscherm kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. (Deze service gaat in met ingang van 1 december 2010) • Laad geen beelden op die door auteursrecht beschermd worden, tenzij u het auteursrecht zelf bezit of u toestemming heeft van de eigenaar van het betreffende auteursrecht. - 130 - Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u het toestel verbindt aan een printer die PictBridge verdraagt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en aangeven dat het afdrukken gestart moet worden op de LCD-monitor van het toestel. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer. Voorbereiding: Het toestel en de printer aanzetten. Verwijder de kaart voordat u de beelden afdrukt in het ingebouwde geheugen. Voer de instelling van de afdrukkwaliteit en andere instellingen uit op de printer voordat u de beelden afdrukt. A USB aansluitkabel (bijgeleverd) • Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit. (Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen opleveren.) B De markeringen uitlijnen en erin doen. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel) gebruiken. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de printer verbonden zin, gaat het alarm af. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-verbindingskabel loskoppelen. Sluit het toestel aan op een printer met de USB-kabel A (bijgeleverd). Raak [PictBridge(PTP)] aan. • Wanneer het toestel aangesloten is op de printer, verschijnt de icoon van verbod kabelloskoppeling [å]. De USB kabel niet loskoppelen terwijl [å] afgebeeld wordt. Aantekening • Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde USB-verbindingkabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken. • Zet het toestel uit voordat u de netadapter (optioneel) aan- of afsluit. • Voordat u er een kaart indoet of uithaalt, het toestel uitzetten, en de USB-verbindingskabel loskoppelen. • Films kunnen niet afgedrukt worden. - 131 - Aansluiten op andere apparatuur Een beeld kiezen en uitprinten Versleep het scherm horizontaal om een beeld te selecteren en raak vervolgens [Printen] aan. Veelv. afdr. Printen Raak [Print start] aan. • Raadpleeg P133 voor de items die niet ingesteld kunnen worden voordat u de beelden begint af te drukken. • De USB-kabel losmaken na het afdrukken. Meerdere beelden kiezen en uitprinten Raak [Veelv. afdr.] aan. Raak het item aan. • Als het scherm van de afdrukcontrole verschenen is, [Ja] selecteren en de beelden afdrukken. Onderdeel Beschrijving van instellingen [Multi selecteren] Meerdere beelden tegelijkertijd worden nu afgedrukt. • Selecteer het beeld aan dat u wenst af te drukken. (Raak hetzelfde beeld opnieuw aan om de selectie te wissen) • Nadat de beelden zijn geselecteerd, raakt u [Inst.] aan. [Alles selecteren] Alle opgeslagen beelden uitprinten. [Print inst.(DPOF)] Drukt alleen de beelden af die ingesteld zijn in [Print inst.]. (P108) [Favorieten] Hiermee drukt u alleen de beelden af die zijn ingesteld als favorieten. (P107) Raak [Print start] aan. • Raadpleeg P133 voor de items die niet ingesteld kunnen worden voordat u de beelden begint af te drukken. • De USB-kabel losmaken na het afdrukken. - 132 - Aansluiten op andere apparatuur Printinstellingen Selecteer de items en stel deze zowel op het scherm in stap 2 van de “Een beeld kiezen en uitprinten” als in stap 3 van de “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” procedures in. • Wanneer u beelden wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt worden door het toestel, stelt u [Papierafmeting] of [Lay-out pagina] in op [{] en stelt u vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van de printer raadplegen.) • Wanneer [Print inst.(DPOF)] geselecteerd is, zullen de items [Print met dat.] en [Aantal prints] niet worden weergegeven. [Print met dat.] Onderdeel Beschrijving van instellingen [ON] Datum wordt afgedrukt. [OFF] Datum wordt niet afgedrukt. • Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden. • Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang krijgen, dus controleer dit als dat het geval is. • Wanneer u beelden afdrukt met [Datum afdr.] of [Tekst afdr.], vergeet u dan niet om Afdruk Met Datum op [OFF] te zetten, anders zal de datum er bovenop afgedrukt worden. Aantekening Wanneer u aan de fotowinkel vraagt de beelden af te drukken • Door het afdrukken van de datum m.b.v. [Datum afdr.] (P89) of [Tekst afdr.] (P102) of het instellen van het afdrukken van de datum op het moment van de [Print inst.] (P108) instelling voordat u naar een fotowinkel gaat, kunnen de data bij de fotowinkel afgedrukt worden. [Aantal prints] U kunt het aantal afdrukken instellen tot 999. - 133 - Aansluiten op andere apparatuur [Papierafmeting] Onderdeel Beschrijving van instellingen De printerinstellingen hebben voorrang. { [L/3.5qk5q] 89 mmk127 mm [2L/5qk7q] 127 mmk178 mm [POSTCARD] 100 mmk148 mm [16:9] 101,6 mmk180,6 mm [A4] 210 mmk297 mm [A3] 297 mmk420 mm [10k15cm] 100 mmk150 mm [4qk6q] 101,6 mmk152,4 mm [8qk10q] 203,2 mmk254 mm [LETTER] 216 mmk279,4 mm [CARD SIZE] 54 mmk85,6 mm • Papiermaten die niet verdragen worden door de printer zullen niet afgebeeld worden. [Lay-out pagina] (Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel) Onderdeel Beschrijving van instellingen { De printerinstellingen hebben voorrang. á 1 beeld zonder frame op 1 pagina â 1 beeld met een frame op 1 pagina ã 2 beelden op 1 pagina ä 4 beelden op 1 pagina • U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de paginaopmaak niet verwerkt kan worden door de printer. ∫ Opmaakafdrukken Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 vel papier, stelt u [Lay-out pagina] in op [ä] en vervolgens [Aantal prints] op 4. Wanneer u verschillende beelden afdrukt op 1 vel papier Als u bijvoorbeeld 4 verschillende beelden wilt afdrukken op 1 vel papier, [Lay-out pagina] instellen op [ä] en vervolgens [Aantal prints] in instellen op 1 voor elk van de 4 beelden. Aantekening • Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wordt tijdens het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer. • Als het aantal afdrukken groot is, kunnen de beelden in verschillende keren afgedrukt worden. In dit geval kan het resterende aantal afdrukken dat aangegeven wordt verschillen van het ingestelde aantal. - 134 - Overige Overige Schermdisplay ∫ In Opname Opnemen met de normale opnamefunctie [!] (Begininstelling) 1 Opnamefunctie 1 2 3 4 5 6 78 9 2 Opnamekwaliteit (P91) 3 Beeldgrootte (P75) 20 15 4 Kwaliteit (P76) 19 5 Flitsfunctie (P71) 6 Optische beeldstabilisator (P89)/ 10 : Waarschuwingsbeweging (P20) 11 18 7 Focus (P22) × 12 100 F2.5 1/60 17 8 AF-zone (P22) 9 Batterij-aanduiding (P9) 16 15 14 13 10 Selectie opnamemodus (P18) 11 Selectie afspeelmodus (P95) 12 Zoomen met bediening door aanraking (P51) 13 Aanraking Sluiter (P21) 14 Sluitertijd (P19) 15 Lensopening (P19) 16 ISO-gevoeligheid (P77) 17 Display (P46) 18 Menu (P36) 19 Ingebouwd geheugen (P13) : Kaart (P13) (alleen afgebeeld tijdens opname) 20 Aantal opnamen¢ (P15) ¢ [i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden. ISO - 135 - Overige ∫ Tijdens de opname (na het instellen) 21 Beschikbare opnametijd (P26): R8m30s ¢1 22 Aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum¢2 (P68) 45 Naam¢3 (P56) 44 23 AF-Puntzone (P80) 43 24 Anti blur (P31) 25 Witbalans (P78) 26 Kleurfunctie (P87) 27 Belichtingscompensatie (P83) 28 Auto Bracket (P84) ˜: Burstfunctie (P87) 29 Active Mode (P92) 30 Macro (P81) 31 Auto Focus Mode (P80) 32 AF-lamp (P88) 33 Intelligente Belichting (P85) 34 Windreductie (P92) 35 Histogram (P40) 36 LCD-functie (P39) ECO : Energiebesparing LCD (P41) 37 Datumstempel (P89) 38 Zelfontspanner functie (P74) 39 Minimum sluitertijd (P85) 40 Zoom/Extra optische zoom (P49)/ Digitale Zoom (P49, 86)/Intelligente Zoom (P49): 21 22 23 24 25262728 29 B/W 3s 1 30 31 32 33 34 35 36 37 42 41 40 39 38 W 41 Huidige datum en tijd/“: Instelling reisbestemming¢2 (P70) 42 Leeftijd¢3 (P56) Locatie¢2 (P68) 43 Verstreken opnametijd (P26) 44 Instellingszone shortcut (P52) 45 Opnamestaat ¢1 “m” is een afkorting voor minuten en “s” voor seconden. ¢2 Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de opnamefunctie. ¢3 Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven als dit toestel ingeschakeld wordt op [Baby1]/ [Baby2] of op [Huisdier] in de Scène mode. - 136 - Overige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 ∫ In Terugspelen 1 Terugspeelfunctie (P95) B/W 13 29 100_0001 9s 1/15 2 / : Opnamekwaliteit (P91) 14 9s 28 15 3 Kleurfunctie (P87) 27 16 4 Beveiligd beeld (P110) 26 17 5 Favorieten (P107) 10:00 1.DEC.2011 18 25 6 Weergave gestempelde datum/tekst 24 19 (P89, 102) 7 Registratie mijn Fotoalbum (P116) 23 22 21 20 8 Afspelen (bewegende beeld) (P28) 9 : Aantal afdrukken (P108) : Schoonheidseffect (P113) : Artistiek effect (P115) 10 Beeldgrootte (P75) 11 Kwaliteit (P76) 12 Verstreken opnametijd (P28): R8m30s ¢1 13 Batterij-aanduiding (P9) 14 Beeldnummer/Totaal opnamen 15 LCD-versterking (P39) ECO : Energiebesparing LCD (P41) 16 Histogram (P40) 17 Selectie opnamemodus (P18) 18 Selectie afspeelmodus (P95) 19 Toepassing (P35) 20 Wissen (P33) 21 Meervoudig terugspelen (P25) 22 Opname-informatie (P46) 23 Het aantal dagen dat verstreken is sinds de reisdatum (P68) Leeftijd (P56) 24 Display (P46) 25 Menu (P36) 26 Instellingszone shortcut (P52) 27 Opgenomen datum en tijd/Wereldtijd (P70)/Naam¢2 (P56, 65)/Locatie¢2 (P68)/Titel¢2 (P101) 28 Bewegende-beeldenopname (P28): R8m30s ¢1 29 Map/bestandsnummer (P129) Ingebouwd geheugen (P13) Waarschuwingspictogram kabelaansluiting (P131) ¢1 “m” is een afkorting voor minuten en “s” voor seconden. ¢2 Dit wordt afgebeeld in de volgorde van [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]), [Naam] ([Gezicht herk.]). - 137 - Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon. Hierdoor kan ruis ontstaan met een nadelige invloed op beeld en/of geluid. • Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of zware motoren. • De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt, kan een nadelige invloed hebben op dit toestel en storingen van beeld en/of geluid veroorzaken. • Als het toestel de invloed van magnetisch geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet naar behoren werkt, dan dient u het uit te schakelen en de accu te verwijderen, of de netspanningadapter los te maken (optioneel). Plaats de accu vervolgens weer terug, of sluit de netspanningadapter weer aan, en schakel het toestel weer in. Gebruik dit toestel niet in de nabijheid van radiozenders of hoogspanningsdraden. • Opnemen in de buurt van radiozenders of hoogspanningsdraden kan nadelige gevolgen hebben voor beeld en/of geluid. Altijd de meegeleverde snoeren en kabels gebruiken. Ook voor optionele accessoires gebruikt u altijd de meegeleverde snoeren en kabels. De snoeren of de kabels niet langer maken. Het toestel niet bespuiten met insectenverdelgers of chemische middelen. • Wordt het toestel met chemische middelen bespoten dan kan het beschadigd raken en de afwerkingslaag er van af gaan. • Vermijd langdurig contact van de digitale fotocamera met rubber of plastic. - 138 - Overige Schoonmaken Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterij of de DC-koppelaar verwijderen (optioneel), of de stroomstekker uit het stopcontact halen. Vervolgens het toestel afwrijven met een droge zachte doek. • Wanneer het toestel bevuild is, kan deze schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven met een uitgeknepen vochtige doek en daarna met een droge doek. • Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, enz., om het toestel te reinigen, aangezien dit buitenhoes of het deklaagje zou kunnen aantasten. • Wanneer u een chemische doek gebruikt, er zeker van zijn de bijgesloten instructies te volgen. Over de LCD-monitor • Niet met grote kracht op de LCD monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen. • Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is. De LCD-monitor wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD-monitors hebben meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. De punten zullen niet opgenomen worden op beelden op het ingebouwde geheugen of een kaart. Over de Lens • Niet hard op de lens drukken. • Laat het toestel nooit in de zon liggen met de lens naar de zonnestralen gericht. Zonlicht kan problemen veroorzaken. Dit geldt zowel binnen als buiten en in de buurt van een raam. - 139 - Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.). Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleert u of de batterijen en de aansluitingen beschadigd zijn. • Door een beschadigde batterij in het toestel te doen zal het toestel stukgaan. Opgeladen reservebatterijen meenemen wanneer u op stap gaat. • U dient eraan te denken dat de levensduur van de batterijen korter wordt bij lage temperaturen zoals op skipistes. • Als u op reis gaat, vergeet dan niet de batterijlader in te pakken (bijgeleverd) zodat u de batterij kunt opladen tijdens uw reis. Onbruikbare batterijen weggooien. • Batterijen hebben een beperkte levensduur. • Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan ontploffing veroorzaken. De batterijaansluitingen niet aanraken met metalen voorwerpen (zoals kettingen, haarpinnen, enz.). • Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u de batterij aanraakt. Oplader • Als u een batterijoplader vlak bij een radio gebruikt, kan dit de radio-ontvangst storen. • De oplader 1 m of meer verwijderd houden van radio’s. • De oplader kan ruis maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing. • Na het gebruik, haalt u de batterijoplader uit het stopcontact. (Als u de stekker in het stopcontact laat zitten, verbruikt u nog steeds een beetje stroom.) • De aansluitingen van de oplader en de batterij schoon houden. - 140 - Overige Over 3D ∫ Over het kijken naar 3D Een ieder die hypergevoelig is voor licht, een hartkwaal heeft of zich hoe dan ook onwel voelt, met vermijden naar 3D-beelden te kijken. • Dit kan namelijk een negatieve invloed op een dergelijke gezondheidsstatus hebben. Als u zich moe, ongemakkelijk of op een andere manier niet gewoon voelt terwijl u naar 3D-beelden kijkt, stop dan gelijk met kijken. • Gaat u door met kijken, dan kan dit ziekte tot gevolg hebben. • Neemt u alstublieft op passende wijze rust nadat u met kijken opgehouden bent. Als u naar 3D-beelden kijkt, wordt aanbevolen om de 30 tot 60 minuten een pauze in te lassen. • Langdurig kijken kan vermoeide ogen tot gevolg hebben. Aan hen die bijziend of verziend zijn, wiens rechter- en linkeroog van elkaar afwijken, die astigmatisch zijn, wordt geadviseerd een corrigerende bril, enz., te dragen. Stop het kijken als u duidelijk een dubbel beeld ziet wanneer u naar de 3D-beelden kijkt. • Mensen kunnen het kijken naar 3D-beelden op verschillende manieren ervaren. Corrigeer uw gezichtsvermogen naar behoren voordat u naar 3D-beelden gaat kijken. • U kunt de 3D-instelling op uw televisie of de instelling van de 3D-uitzending op het toestel op 2D zetten. Als u op een 3D-compatibele telvisie naar 3D-beelden kijkt, ga dan op een afstand zitten die minstens 3 keer groter is dan de daadwerkelijke hoogte van de televisie. • (Aanbevolen afstand): Voor 42z; ongeveer 1,6 m, voor 46z; ongeveer 1,7 m, voor 50z; ongeveer 1,9 m, voor 54z; ongeveer 2,0 m. • Kijkt u op een kortere dan de aanbevolen afstand naar 3D-beelden, dan kunnen uw ogen vermoeid raken. - 141 - Overige Kaart De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. De kaart niet plooien of laten vallen. • De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen worden. • De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert. • Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers. Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het weggooien van de geheugenkaart • “Formatteren” of “wissen” m.b.v. het toestel of een PC zal alleen het bestandsmanagement veranderen en dit zal niet de gegevens in de geheugenkaart geheel wissen. Het wordt aangeraden om de geheugenkaart letterlijk te vernietigen of de in de handel verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens die op de geheugenkaart staan geheel te wissen voordat deze naar een andere eigenaar gaat of weggegooid wordt. Management van gegevens in de geheugenkaart is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Over de persoonlijke informatie Als een verjaardag ingesteld is voor [Baby1]/[Baby2]/functie voor gezichtsherkenning, dan wordt deze persoonlijke informatie in het toestel bewaard en in het beeld opgenomen. Ontkoppeling • Informatie, inclusief persoonlijke informatie, kan veranderd worden of verdwijnen wegens een fout, een effect van statische energie, een ongeluk, storing, reparatie of andere handelingen. Gelieve van te worden acht slaan op het feit dat Panasonic op geen enkele manier aansprakelijk is voor directe of indirecte schade veroorzaakt door de verandering of verdwijning van informatie of persoonlijke informatie. Bij aanvraag naar een reparatie, van eigenaar veranderen of weggooien • De instellingen opnieuw instellen om de persoonlijke gegevens te beschermen. (P42) • Als er beelden opgeslagen zijn in het ingebouwd geheugen, deze naar de geheugenkaart (P112) kopiëren voordat u het ingebouwd geheugen (P45) formatteert zoals nodig. • Verwijder de geheugenkaart van het toestel wanneer er een reparatie vereist wordt. • Ingebouwd geheugen en instellingen kunnen terugkeren naar fabriekstandaard wanneer het toestel gerepareerd wordt. • Gelieve contact opnemen met de dealer waar u het toestel aangeschaft heeft of met uw dichtstbijzijnde Servicecentrum als de bovenstaande operaties niet mogelijk zijn wegens storing. Wanneer u de geheugenkaart overdraagt aan derden of deze weggooit, gelieve “Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het weggooien van de geheugenkaart” op P142 raadplegen. - 142 - Overige Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode • De batterij op een koele en droge plaats opbergen met een relatief stabiele temperatuur: (Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40%RH tot 60%RH) • De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen. • Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het toestel uitstaat. Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg raken en kunnen ze onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden. • Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt zijn. • We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart. Over de Beeldgegevens • Opgenomen gegevens kunnen worden beschadigd of zoek raken als de camera kapot gaat omdat er verkeerd mee wordt gewerkt. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het verlies van opgenomen gegevens. Over statieven met drie poten of met één poot • Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt. • U zou niet in staat kunnen zijn de kaart of de batterij te verwijderen wanneer u een statief met drie poten of een statief met één poot gebruikt. • Zorg ervoor dat de schroef op het statief met drie poten of het statief met één poot niet een hoek vormt wanneer u het toestel bevestigt of losmaakt. U zou de schroef op het toestel kunnen beschadigen als u een excessieve kracht gebruikt bij het draaien ervan. Tevens zou het toestellichaam en het afmetinglabel beschadigd kunnen raken of krassen kunnen krijgen als het toestel te strak bevestigd wordt aan het statief met drie poten of het statief met één poot. • Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing voor het statief met drie poten of het statoef met één poot. • Sommige statieven met drie poten of met één poot kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) verbonden zijn. - 143 - Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Deze foto is beveiligd] > Het beeld wissen nadat de beveiliginstelling geannuleerd is. (P110) [Sommige foto’s kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Beelden die niet gebaseerd zijn op de DCF-standaard kunnen niet gewist worden. > Als u een paar beelden wilt wissen, de kaart formatteren nadat u de nodige gegevens op een PC etc. opgeslagen heeft. (P45) [Kan op deze foto niet ingesteld worden] • [Titel bew.], [Tekst afdr.] of [Print inst.] kan niet ingesteld worden voor beelden die niet gebaseerd zijn op de DCF-standaard. [Niet voldoende ruimte intern geheugen]/[Niet voldoende geheugen op de kaart] • Er is geen ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart. • Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de geheugenkaart (batchkopie), worden de opnamen gekopieerd totdat de kaart vol is. [Div. foto’s kunnen niet gekop. worden]/[Kopie kan niet voltooid worden] • De volgende beelden kunnen niet gekopieerd worden. – Wanneer een beeld bestaat met dezelfde naam als het beeld dat gekopieerd moet worden op de kopiebestemming. (Alleen wanneer u kopieert van een kaart naar het ingebouwde geheugen.) – Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard. • Verder kunnen beelden die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet gekopieerd worden. [Fout int. geheugen Fotm. int. geh. ?] • Dit bericht zal afgebeeld worden wanneer u het ingebouwde geheugen formatteert op een PC. > Formatteer het ingebouwde geheugen op het toestel opnieuw. (P45) De gegevens op het ingebouwde geheugen zullen gewist worden. [Storing geheugenkaart. Kaart kan niet in deze camera wor-den gebruikt. Kaart formatt.?] • Het is een formaat dat niet gebruikt kan worden met dit toestel. > Doe een andere kaart erin. > Formatteer de kaart opnieuw met het toestel, nadat de nodige gegevens opgeslagen zijn op een PC, enz. (P45) De gegevens zullen gewist worden. [Aub camera uit- en inschakelen]/[Systeemfout] • Dit bericht verschijnt wanneer het toestel niet goed werkt. > Schakel het toestel uit en aan. Als het bericht blijft, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde Servicecentrum. - 144 - Overige [Parameterfout geheugenkaart]/[Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.] > Gebruik een kaart die compatibel is met dit toestel. (P13) – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB) – SDXC-geheugenkaart (48 GB, 64 GB) [Plaats SD-kaart opnieuw]/[Andere kaart proberen a.u.b.] • Er heeft zich een fout voorgedaan bij het toetreden van de kaart. > Voer de kaart opnieuw in. > Doe een andere kaart erin. [Leesfout/Schrijffout Controleer de geheugenkaart] • Het is niet gelukt gegevens te lezen of te schrijven. > Verwijder de kaart na het uitschakelen van de stroom [OFF]. Zet de kaart er weer in, zet de stroom weer aan en probeer de gegevens opnieuw te lezen of te schrijven. • De kaart zou stuk kunnen zijn. > Doe een andere kaart erin. [Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt] • Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse “Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [Motion JPEG]. • Als het voorkomt dat deze stopt zelfs na het gebruik van een “Class 4”-kaart of hoger en de schrijfsnelheid van de gegevens verslechterd is, wordt het aangeraden een back-up te maken en vervolgens (P45) te formatteren. • Afhankelijk van het type kaart kan het opnemen van bewegend beeld halverwege stoppen. [Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.] > Als u een paar beelden wilt wissen, de kaart formatteren nadat u de nodige gegevens op een PC etc. opgeslagen heeft. (P45) > Doe een andere kaart erin. [Creëren van een map niet mogelijk] • U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn. > De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P45) Als u [Nr. resetten] in het [Set-up] menu kiest na het formatteren, wordt de mapnummer weer op 100 gezet. (P42) [Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV]/[Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV] • Kies [TV-aspect] in het [Set-up] menu om de beeldverhouding van de TV te wijzigen. (P43) • Deze melding verschijnt ook als de USB-kabel alleen in de camera zit. Sluit het andere eind van de USB-kabel in dit geval aan op een PC of een printer. (P128, 131) - 145 - Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P146–154). Als het probleem niet opgelost wordt, kan deze verbeterd worden door [Resetten] (P42) te selecteren op het [Set-up] menu wanneer u beelden maakt. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • De batterij is leeg. De batterij opladen. • Als u het toestel aanlaat, zal de batterij opgaan. > Schakel het toestel vaal uit d.m.v. de [Slaapsmodus], enz. (P41) Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld. • Als u het toestel met behulp van een HDMI-minikabel (optioneel) aansluit op een met VIERA Link-compatibele TV en de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening van de TV, gaat dit toestel ook uit. > Als u VIERA Link niet gebruikt, zet [VIERA link] dan op [OFF]. (P44) Kaart-/batterijklep sluit niet. • Doe de batterij er voorzichtig helemaal in. (P11) Opnemen Heet beeld kan niet opgenomen worden. • Is de modus op [Opname] gezet? (P18) • Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart? > De onnodige beelden wissen om het beschikbare geheugen te vergroten. (P33) • Het kan zijn dat u even niet kunt opnemen nadat de stroom op [ON] gezet is, als een kaart met grote capaciteit gebruikt wordt. Het opgenomen beeld is witachtig. • Het beeld kan witachtig worden als er vuil zoals vingerafdrukken op de lens zit. > Als de lens vuil is, het toestel aandoen, de lenscilinder uit doen schuiven en voorzichtig het lensoppervlak schoonwrijven met een zachte schone doek. Het beeld is te licht of te donker. > Controleer de instelling van de belichtingscompensatie. (P83) • Instellen van de [Korte sluitert.] hogere snelheid zou het beeld donkerder kunnen maken. > Stel de [Korte sluitert.] (P85) in op langzamere snelheid. Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen. > Zet [Auto bracket] (P84) of [Burstfunctie] (P87) in het [Opname] modusmenu op [OFF]. • Is [Hi-speed burst] (P57) of [Flitsburst] (P58) in scènefunctie ingesteld? - 146 - Overige Het object is niet goed scherp. • Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. > Stel op de juiste functie in voor de afstand naar het onderwerp. • Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel. (P22) • Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins. (P20) Het opgenomen beeld is wazig. De optische beeldstabiliseerder is niet effectief. > De sluitertijd wordt langzamer wanneer beelden gemaakt worden op donkere plaatsen, houd daarom het toestel stevig vast met beide handen om de beelden te maken. (P20) > Als u foto’s met een lage sluitersnelheid maakt, gebruik dan de zelfontspanner. (P74) Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket. • Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart? Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit. Er verschijnt ruis op het beeld. • Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam? (De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.) > De ISO-gevoeligheid verminderen. (P77) > Stel [Kleurfunctie] in op [NATURAL]. (P87) > Beelden op heldere plekken maken. • Is [H. gevoeligh.] of [Hi-speed burst] in de scènefunctie ingesteld? Indien dit het geval is, neemt de resolutie van het opgenomen beeld iets af wegens een hoge gevoeligheidprocessing, maar dit duidt niet op storing. De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte. • Als u opneemt onder fluorlicht kunnen helderheid en tinten lichtjes verschillen als de sluitertijd korter wordt. Dit is kenmerkend voor beelden met fluorlicht en is geen storing van het toestel. - 147 - Overige Wanneer u beelden maakt of de sluiterknop half indrukt, zouden er roodachtige strepen kunnen verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of de hele LCD-monitor roodachtig worden. • Dit is een kenmerk van CCDs en het verschijnt wanneer het onderwerp een fel gedeelte heeft. Sommige oneffenheden kunnen zich voordoen in de omliggende zones, maar dit is geen storing. Dit wordt opgenomen in bewegende beelden maar wordt niet opgenomen op stilstaande beelden. • Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het scherm niet bloot te stelen aan zonlicht of een andere bron van fel licht. Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege. • Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse “Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [Motion JPEG]. • Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen. > Als de opname van bewegend beeld stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens “Class 4” of als u een kaart gebruikt die geformatteerd is op een PC of andere apparatuur, is het schrijven van gegevens lager. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up maakt van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P45). Het onderwerp kan niet vergrendeld worden. (AF-opsporing lukt niet) • Als het onderwerp andere kleuren heeft dan de omtrek, de AF-zone instellen op de voor het onderwerp specifieke kleuren door die zone uit te lijnen met de AF-zone. (P48) Lens Het opgenomen beeld zou vervormd kunnen worden of er zou zich een kleur om het onderwerp kunnen bevinden die er niet hoort. • Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervorm is of dat de randen gekleurd worden, afhankelijk van de zoomvergroting, wegens de kenmerken van de lens. De omlijningen van het beeld zouden vervormd eruit kunnen zien omdat het perspectief verbeterd is wanneer de brede hoek gebruikt is. Dit is geen storing. - 148 - Overige LCD-monitor De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder. • Dit gebeurt als u tot de helft op de ontspanknop drukt om de lensopening in te stellen en heeft geen invloed op de beelden. • Dit fenomeen doet zich ook voor wanneer de helderheid verandert wanneer de zoom van het toestel gebruikt is of wanneer het toestel bewogen wordt. Dit komt door de werking van de automatische opening van het toestel en dit is geen storing. De LCD-monitor knippert binnenshuis. • De LCD-monitor kan enkele seconden lang knipperen nadat u het toestel binnenshuis aanzet in fluorescerend licht. De LCD-monitor is te helder of te donker. • Is de [LCD mode] actief? (P39) Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor. • Dit is geen storing. Deze pixels beïnvloeden de opgenomen beelden niet. Ruis op de LCD-monitor. • In donkere plaatsen, kan ruis verschijnen om de helderheid van de LCD monitor te behouden. Dit beïnvloedt de beelden die u aan het maken bent niet. - 149 - Overige Flits De flits is niet geactiveerd. • Staat de flitsinstelling op [Œ]? > De flitsinstelling wijzigen. (P71) • De Flits Mode is niet beschikbaar als [Auto bracket] (P84) of [Burstfunctie] (P87) ingesteld is. Flits wordt verschillende keren geactiveerd. • De flits wordt twee maal geactiveerd wanneer de rode-ogenreductie (P71) ingesteld is. • Is [Flitsburst] (P58) in scènefunctie gezet? Terugspelen Het beeld dat teruggespeeld wordt, is gedraaid en wordt afgebeeld in een onverwachte richting. • [Lcd roteren] (P44) is op [ ] gezet of [ ]. De opname wordt niet teruggespeeld. Er zijn geen gemaakte beelden. • Is de modus op [Afspelen] gezet? (P24) • Staat er een beeld op het ingebouwde geheugen of op de kaart? > De beelden in het ingebouwde geheugen verschijnen als er geen kaart in het toestel zit. De beeldgegevens op een kaart verschijnen alleen als er een kaart in het toestel zit. • Is dit een map of een beeld die in de PC verwerkt werd? Is dat het geval, dan kan het niet met dit toestel worden afgespeeld. > Er wordt aangeraden om de “PHOTOfunSTUDIO” software te gebruiken die op de (bijgeleverde) CD-ROM staat om de beelden van de PC naar de kaart te schrijven. • Is [Afspelen filteren] ingesteld voor afspelen? > Veranderen naar [Normaal afsp.]. (P95) - 150 - Overige Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [—] en het scherm wordt zwart. • Is dit een niet-standaard beeld, een beeld die bewerkt is m.b.v. een PC of een beeld die gemaakt is door een ander merk digitale camera? • Heeft u de batterij onmiddellijk na het maken van het beeld verwijderd of heeft u een beeld gemaakt m.b.v. een batterij met een lage resterende stroom? > Formatteer de gegevens om het hierboven genoemde beeld te wissen. (P45) (Er zullen ook andere beelden gewist worden en het zal niet mogelijk zijn deze te herstellen. Controleer daarom goed voordat u formatteert.) Met een Kalenderzoektocht, worden de beelden afgebeeld op data die verschillen van de werkelijke data waar de beelden op gemaakt werden. • Is de klok van de camera goed ingesteld? (P16) • Wanneer beelden bewerkt worden m.b.v. een PC of er beelden gezocht worden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen deze afgebeeld worden met data die verschillen van de eigenlijke data waarop de beelden gemaakt werden. Er verschijnen witte ronde vlekken als zeepbellen op het gemaakte beeld. • Als u een beeld maakt met een flits op een donkere plek of binnenshuis, zouden er witte vlekken kunnen verschijnen op het beeld veroorzaakt doordat de flits stofdeeltjes weerkaatst in de lucht. Dit is geen storing. Een kernmerk van dit fenomeen is dat het aantal ronde vlekken en hun positie verschillen in elk beeld. Rood gedeelte van het gemaakte beeld is zwart geworden. • Als de digitale rode-ogen-correctie ([ ], [ ], [ ]) in werking is, en u neemt een foto van een onderwerp met een rode kleur omgeven door een huidachtige kleur, dan kan het rode deel in zwart gecorrigeerd worden door de digitale rode-ogen-correctie. > Het wordt aangeraden een beeld te maken met flitsfunctie ingesteld op [‡], [‰] of [Œ], of [Rode-ogencorr] op het [Opname] Functiemenu ingesteld op [OFF]. (P88) [Weergave thumbnail] verschijnt op het scherm. • Is het een beeld dat opgenomen is met andere apparatuur? In deze gevallen, kunnen beelden afgebeeld worden met een mindere beeldkwaliteit. Het geluid van de opgenomen bewegende beelden wordt soms opgebroken. • Dit apparaat stelt automatisch de opening af tijdens de opname van bewegend beeld. Als dit gebeurt, kan het geluid opgebroken worden. Dit is geen storing. Films die met dit model opgenomen zijn, kunnen niet op andere apparaten afgespeeld worden. • Afspelen van video’s met dit apparaat (Bewegende JPEG) zou niet mogelijk kunnen zijn met digitale camera’s van andere bedrijven. Tevens zouden de digitale camera’s van Panasonic (LUMIX)¢ ook niet in staat kunnen zijn om ze af te spelen. ¢ Geïntroduceerd voor december 2008 en FS- en LS-serie geïntroduceerd in 2009. • Video’s die gemaakt zijn met [AVCHD] kunnen niet afgespeeld worden met inrichtingen die niet compatibel zijn met AVCHD. Sommige AVCHD-compatibele inrichtingen zouden niet in staat kunnen zijn deze correct af te spelen. - 151 - Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? > De TV-input instellen op extern. De displayzones op het TV scherm en de LCD-monitor van het toestel verschillen. • Afhankelijk van het TV-model, kunnen de beelden horizontaal of verticaal uitgetrokken zijn of kunnen ze afgebeeld worden met stukken van de rand eraf geknipt. Bewegende beelden kunnen niet op een TV afgespeeld worden. • Probeert u bewegende beelden terug af te spelen door de kaart rechtstreeks in een kaartingang op de TV te steken? > Het toestel aan de TV verbinden met de AV kabel (bijgeleverd) of met en de HDMI-minikabel (optioneel) en dan de bewegende beelden afspelen op die op de camera staan. (P117, 118) Het beeld verschijnt niet helemaal op de TV. > Controleer de [TV-aspect] instelling. (P43) VIERA Link werkt niet. • Is het correct met de (optionele) HDMI-minikabel aangesloten? (P118) > Vergewis u ervan dat de HDMI minikabel (optioneel) goed is aangesloten. • Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P44) > Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening voor de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de gebruiksaanwijzing voor de TV.) > Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. > Zet het toestel uit en weer aan. > Stel [VIERA link] in op [Off] op de TV en zet het daarna weer op [On]. (Zie de gebruiksaanwijzing van het TV-toestel voor meer informatie.) > Controleer de [Video uit] instelling. (P43) Het beeld kan verplaatst worden wanneer het toestel aangesloten is op een PC. • Is het toestel correct aangesloten op de PC? • Wordt het toestel correct herkend door de PC? > Op [PC] zetten in [USB mode]. (P42, 128) - 152 - Overige De kaart wordt niet herkend door de PC. (Het ingebouwde geheugen wordt wel herkend.) > De USB-kabel losmaken. Maak de kabel pas vast als de kaart in het toestel zit. De kaart wordt niet door de PC herkend (er wordt een SDXC-geheugenkaart gebruikt) > Controleer of uw PC compatibel is met SDXC-geheugenkaarten. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html > Er kan tijdens de aansluiting een bericht getoond worden waarin u verzocht wordt de kaart te formatteren. Doe dit niet. > Als [Toegang] op de LCD-monitor weergegeven wordt en niet verdwijnt, sluit de USB-verbindingskabel dan af na de stroom te hebben uitgeschakeld. Er is een probleem bij het proberen uploaden naar YouTube of Facebook. > Bevestig dat de login-informatie (login ID/gebruikersnaam/mailadres/password) correct is. > Bevestig dat de PC met het internet in verbinding staat. > Bevestig dat de aanwezige software, zoals antivirussoftware of firewall, de toegang tot YouTube of Facebook niet blokkeert. > Bevestig dit ook voor YouTube of Facebook. Het beeld kan niet afgedrukt worden wanneer het toestel op een printer aangesloten is. • Beelden kunnen niet afgedrukt worden m.b.v. een printer die PictBridge niet verdraagt. > [USB mode] op [PictBridge(PTP)] instellen. (P42, 131) De uiteinden van de beelden worden eraf geknipt bij het afdrukken. > Wanneer u een printer gebruikt met een Knip- of kantenvrije afdrukfunctie, dient u deze functie te annuleren voordat u afdrukt. (Voor details, de gebruiksaanwijzing lezen van de printer.) > Wanneer u de beelden laat afdrukken, dient u te vragen of de beelden afgedrukt kunnen worden met beide uiteinden. Overige Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen. > Raak [ ] aan, selecteer de [Set-up] menu-icoon [ gewenste taal in te stellen. (P45) ]. Selecteer vervolgens [~] om de Een rode lamp gaat soms aan wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. • Op donkere plekken gaat de AF-lamp (P88) branden om gemakkelijker op het object scherp te stellen. De AF-lamp gaat niet aan. • Is [AF ass. lamp] in het [Opname] functiemenu ingesteld op [ON]? (P88) • De AF-lamp gaat niet aan op heldere plekken. Het toestel wordt warm. • Het oppervlak van het toestel kan warm worden tijdens het gebruik. Dit heeft geen invloed op de prestaties of de kwaliteit van het toestel. - 153 - Overige De lens klikt. • Wanneer de helderheid verandert wegens bewegen van de zoom of het toestel enz., kan de lens klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderen. Het beeld wordt echter niet beïnvloed. Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische afstelling van de opening. Dit is geen storing. De klok is opnieuw ingesteld. • Als u het toestel niet voor lange tijd gebruikt, kan de klok opnieuw ingesteld worden. > [Aub klok instellen] wordt weergegeven. Stel de klok opnieuw in. (P16) Wanneer beelden gemaakt worden m.b.v. de zoom, zijn ze enigszins vervormd en hebben de zones rondom het onderwerp kleuren die er in het echt niet zijn. • Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervormd wordt of dat de randen gekleurd zijn, afhankelijk van de zoomvergroting wegens de kenmerken van de lens, maar dit is geen storing. Het inzoomen stopt onmiddellijk. • Wanneer u de Extra Optische Zoom of de Intelligente Zoom gebruikt, zal de zoomwerking tijdelijk stoppen. Dit is geen storing. Zoom gaat niet naar maximum vergroting. • Is het toestel ingesteld op macro-zoomfunctie? (P81) Maximum zoom tijdens macro zoomfunctie is 3k digitale zoom. De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen. • Wanneer u een handeling uitvoert na een bepaalde actie, kunnen de beelden opgeslagen worden in mappen met nummers die anders zijn dan de nummers die vóór deze handeling gebruikt werden. De mapnummers worden in toenemende volgorde opgeslagen. • Als de batterij erin gezet of eruit gehaald is zonder eerst de stroom van het toestel uit te schakelen, zullen de map- en bestandnummers voor de gemaakte beelden niet in het geheugen opgeslagen worden. Wanneer de stroom vervolgens weer aangedaan wordt en er beelden gemaakt worden, kunnen deze opgeslagen worden onder bestandnummers die toegeschreven hadden moeten worden aan eerdere beelden. Er wordt iets anders geselecteerd dan wat u aangeraakt heeft. • Voer het kalibreren uit (P45). Wanneer het toestel met rust gelaten wordt, wordt de diavoorstelling opeens afgebeeld. • Dit is [Auto demo] die u de kenmerken van dit toestel leert kennen. - 154 - • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • “AVCHD” en het “AVCHD” logo zijn handelsmerken van Panasonic Corporation en Sony Corporation. • Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. • HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen. • HDAVI Control™ is een handelsmerk van Panasonic Corporation. • QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • YouTube is een handelsmerk van Google Inc. • Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van DynaComware Corporation. DynaFont is een geregistreerd handelsmerk van DynaComware Taiwan Inc. • Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor privé- en niet-commercieel gebruik door een consument voor (i) het coderen van video in overeenstemming met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video die werd gecodeerd door een consument in een privé- en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Geen enkele licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn gegeven voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155

Panasonic DMCFX77EG Handleiding

Type
Handleiding