8
4.5 Extra instellingen en functies.
Druk op toets
om naar extra instellingen en functies te gaan.
Het volgende scherm verschijnt.
Naam: Hier kan de naam van de camera worden gewijzigd.
Wachtwoord: Wijzig hier het wachtwoord als deze verkeerd is ingegeven.
Geavanceerde instellingen: Druk hier voor de uitgebreide instellingen.
Verbinden: De smartphone opnieuw met de camera verbinden.
4.6 Geavanceerde instellingen.
Druk op de toets Geavanceerde instellingen om naar de uitgebreide
instellingen te gaan.
Het volgende scherm verschijnt.
Wachtwoord
Verander hier het standaard wachtwoord naar een persoonlijk wachtwoord.
Geef eerst het oude wachtwoord in.
Geef daarna het nieuwe persoonlijk wachtwoord in.
Herhaal nogmaals het nieuwe persoonlijk wachtwoord.
De camera zal nu op nieuw worden opgestart.
Druk na 2 minuten op “verbinden” om opnieuw
verbinding te maken.
Andere smartphones of tablets die zijn verbonden verliezen hun verbinding.
Deze smartphones of tablets dienen opnieuw verbinding te maken met de
camera met het nieuwe wachtwoord. In het scherm “Camera instellingen” kan
dit worden aangepast (zie paragraaf 4.5).
Video kwaliteit: Hierbij wordt de video compressie en resolutie ingesteld.
Er kan gekozen worden uit de volgende waarden: Maximaal, Normaal, en
Minimaal. De standen Hoog en laag hebben geen functie.
Het beste beeld wordt bereikt met de stand “Maximaal”. Het minste beeld
wordt weergegeven in de stand “Minimaal”. Bij het beste beeld neemt
de bandbreedte toe, hier is dus een snelle verbinding voor nodig. Bij het
minste beeld is de bandbreedte lager en zal een lagere snelheid van het
netwerk voldoende zijn. Bij gebruik van een te trage verbinding icm te hoge
bandbreedte kan het beeld schokken en wordt het beeld enigszins met een
vertraging weergegeven. Stel dan een lagere kwaliteit in.