4.WAARSCHUWING–Hetaansluitenvandeacculaderopeen
stopcontactmeteenspanningandersdan100tot240Vkanleiden
totbrandofeenelektrischeschok.Sluitdeacculadernietaanop
eenstopcontactmeteenspanningandersdan100tot240V.Voor
eenandersoortaansluitingdientumogelijkeenadapterstekkervan
hetjuistetypetegebruiken.
5.OPGELET–Eenverkeerdbehandeldaccupackkanbrandof
chemischebrandwondenveroorzaken.Demonteerhetaccupack
niet.Verhithetaccupacknietboven68°Cenverbranddezeniet.
VervanghetaccupackalleendooreenorigineelT oroaccupack,
hetgebruikvaneenanderaccupackkanleidentotbrandofeen
explosie.Houaccupacksbuitenhetbereikvankindereneninde
origineleverpakkingtotdatuzegaatgebruiken.
6.DezetoestellenvoldoenaanPart15vandeFCCRules.Hetgebruik
valtonderdevolgendetweevoorwaarden:(1)Dezetoestellen
mogennietleidentotschadelijkestoringen,en(2)dezetoestellen
moetenalleontvangenstoringenaccepteren,waaronderstoringen
dieleidentotongewenstewerking.
I.Training
1.Laatmensenmetbeperktefysieke,sensorischeofgeestelijke
capaciteitenofzonderervaringenkennisdeacculaderniet
gebruikentenzijertoezichtwordtgehoudenofaanwijzingenworden
gegevenoverhoedezeveiligkanwordengebruiktenzedegevaren
begrijpendieinherentzijnaanhetgebruikervan.
2.Laatkinderennietspelenmethetaccupackofdeacculaderoflaat
hendezenietgebruiken;plaatselijkevoorschriftenkunnennadere
eisenstellenaandeleeftijdvandegenediemethettoestelwerkt.
II.Vóóringebruikname
1.Gebruiktoestellenalleenmetspeciekdaarvoorbestemde
accupacks.Gebruikvanandereaccupackskanlichamelijkletsel
en/ofbrandveroorzaken.
2.Gebruikgeenbeschadigdofaangepastaccupackofbeschadigdeof
aangepasteacculader.Dezekunnenonverwachtgedragvertonen,
watkanleidentotbrand,explosieoflichamelijkletsel.
3.Alshetstroomsnoervandeacculaderbeschadigdis,neemdan
contactopmeteenerkendeservicedealeromhettevervangen.
III.Bediening
1.Gebruikgeenniet-oplaadbarebatterijen.
3