38 39Instellingen Instellingen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
9 Instellingen
U kunt het instellingsmenu openen vanuit de stopmodus (startscherm),
door op MENU te drukken.
Aanwijzing
• Druk wanneer u gereed bent met de functie op de stopknopj
om naar de stopmodus terug te keren. Druk tijdens het uitvoeren
van een functie op de stopknop j om de procedure zonder
opslaan af te breken en terug te keren naar de stopmodus.
9.1 Opnameinstellingen
9.1.1 Opslaglocatie voor opnames instellen
U herkent aan het mapsymbool op het display in welk geheugen de
opnames worden opgeslagen: u, v, w, x, y–intern geheugen, à,
á, â, ã, ä–geheugenkaart.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor apparaat-instellingen ×.
3
Kies met + / – de functie Memory select.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met + / –, of u de opnames in het interne geheugen of op de
microSD-kaart wilt opslaan.
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
9.1.2 Opname-instellingen automatisch aanpassen
Met deze functie bepaalt het apparaat bij het begin van een opname
automatisch de omgevingssituatie en voert de instellingen uit voor
de opnamekwaliteit of de microfoongevoeligheid. Tijdens de opname
herkent het apparaat beweging en schakelt automatisch tussen
bespreking en gesprek om.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor opnameinstellingen Ó.
3
Kies met + / – de functie Auto Adjust Rec.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met + / –, of u de functie in- of uit wilt schakelen.
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
9.1.3 Opnamekwaliteit instellen
Met de instellingen voor de opnamekwaliteit legt u het
bestandsformaat en de kwaliteit van de opname vast in de vorm van de
bitsnelheid (bitrate). Hoe hoger de opnamekwaliteit, hoe groter het
bestand is en hoe minder opnames u kunt maken.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor opnameinstellingen Ó.
3
Kies met + / – de functie Quality settings.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met + / – de gewenste opnamekwaliteit.
X Op het display wordt het symbool van de gekozen
kwaliteitsinstelling weergegeven:
‡–Hoogste kwaliteit, ongecomprimeerd, formaat: WAV,
1.411 kbit /s
…–Zeer hoge kwaliteit, formaat: MP3, 192 kbit/s
ƒ–Hoge kwaliteit, formaat: MP3, 96 kbit/s
ˆ–Opname tijd boven het gemiddelde: Formaat: MP3, 64 kbit/s
ƒ–Langste opnametijd, formaat: MP3, 8 kbit/s
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
Tip
• DVT6010 – DVT8010: U kunt de instellingsmenu's voor de
microfoongevoeligheid en de opnamekwaliteit met de variabele
functieknoppen F1/F2 openen.
9.1.4 Microfoongevoeligheid instellen
Met de microfoongevoeligheid legt u de omgevingssituatie van de
opname vast. Afhankelijk van de afstand van de sprekers past u de
gevoeligheid van de microfoon aan om achtergrondgeluiden zo veel
mogelijk uit te schakelen. Met de zoomfunctie richt het apparaat zich
op de voorste microfoon en schakelt geluiden van opzij uit. Op deze
manier is de opname van een lezing of een toespraak van grotere
afstand mogelijk.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor opnameinstellingen Ó.
3
Kies met + / – de functie Mic sensitivity.