Fisher 846 elektropneumatische transducer (846 Electro-Pneumatic Transducers) Handleiding

Type
Handleiding
www.Fisher.com
Fisher 846 elektropneumatische transducer
Inhoud
Inleiding
Bestek van de handleiding 2.........................
Beschrijving 2.....................................
Specificaties 2.....................................
Cursussen 5.......................................
Installatie 6.........................................
Classificaties voor explosiegevaarlijke omgevingen
en speciale aanwijzingen voor veilig gebruik en
installatie in explosiegevaarlijke omgevingen 7.......
Montage 8........................................
Drukaansluitingen 8................................
Toevoerdruk 10................................
Uitgangsdruk 14...............................
Elektrische aansluitingen 14..........................
Ontluchtingspoorten 15.............................
Signaalonderbreking 15.............................
Kalibratie
Standaardprestatie:
volledig ingangsbereik, directe werking 18...........
Hoger bereik:
volledig ingangsbereik, directe werking 18...........
Standaardprestaties:
Gesplitst ingangsbereik, directe werking 19..........
Ingangssignaal van 4 tot 12 mA 19................
Ingangssignaal van 12 tot 20 mA 19...............
Standaardprestatie:
volledig ingangsbereik, omgekeerde werking 20......
Hoger bereik:
volledig ingangsbereik, omgekeerde werking 20......
Standaardprestatie:
gesplitst ingangsbereik, omgekeerde werking 21.....
Ingangssignaal van 4 tot 12 mA 21................
Ingangssignaal van 12 tot 20 mA 21...............
Transport van de module-eindconstructie 22...........
Werkingsprincipe
Elektronisch circuit 22..............................
Magnetische actuator 23............................
Pilooteenheid 23...................................
Versterkingseenheid 24.............................
Probleemoplossing
Diagnostiekfuncties 25..............................
Afblaaspoort 25................................
Afbeelding 1. Fisher 846 elektropneumatische
transducer
X0234
Remote Pressure Reading (RPR) 25................
Gebruik van een frequentieteller voor
uitlezing van het RPR-signaal 25................
Probleemoplossing tijdens bedrijf 26..................
Probleemoplossing in de werkplaats 29................
Onderhoud
Module-eindconstructie 32..........................
Verwijderen van de module-eindconstructie 34.....
Installeren van de module-eindconstructie 35.......
Printplaat 36......................................
Jumper van de Remote Pressure Reading (RPR) 36...
Bereiksjumper 37..............................
Werking 37...................................
Verwijderen van de printplaat 37..................
Installeren van de printplaat 38...................
Piloot/actuatorconstructie 38........................
Werking 38...................................
Verwijderen van de piloot/actuatorconstructie 39...
Installeren van de piloot/actuatorconstructie 39.....
Module-subconstructie 40...........................
Klemmenruimte 40.................................
Schermen van de uitlaat- en afblaaspoort 41............
Onderdelen 42......................................
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
2
Inleiding
Bestek van de handleiding
Deze instructiehandleiding behandelt de installatie, het gebruik, de kalibratie, het onderhoud en de bestelprocedure voor
onderdelen voor Fisher 846 elektropneumatische transducers. Zie de afzonderlijke handleidingen voor instructies over apparatuur
die in combinatie met de omvormers wordt gebruikt.
U mag een 846 elektropneumatische transducer alleen installeren, bedienen of onderhouden als u uitvoerig bent
opgeleid en ten volle bevoegd bent om kleppen, aandrijvers en ander toebehoren te installeren, te bedienen en te
onderhouden. Om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen, is het van belang dat u deze handleiding en
de daarin vermelde waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen aandachtig hebt gelezen en begrepen en deze ook
opvolgt. Neem in geval van vragen over deze instructies contact op met het verkoopkantoor van Emerson voordat
u verder gaat.
Beschrijving
De 846 elektropneumatische transducer, weergegeven in afbeelding 1, ontvangt een elektrisch invoersignaal en produceert een
proportionele pneumatische uitgangsdruk. Meestal wordt een 4 tot 20 mA signaal omgezet naar een druk van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot
15 psi). Er zijn modellen verkrijgbaar met directe of omgekeerde werking en ter plaatse selecteerbare ingang met compleet of
gesplitst signaal. Raadpleeg het hoofdstuk Kalibratie voor meer informatie over de combinaties van ingangen en uitgangen.
In de meest gebruikelijke toepassing van de omvormer ontvangt deze een elektrisch signaal van een controller en produceert hij
een pneumatisch uitgangssignaal voor de bediening van een regelklepactuator of -versteller. De 846 kan ook gebruikt worden voor
de productie van een signaal voor een pneumatisch instrument.
De 846 is een elektronische I/p-omvormer. Hij heeft een enkele printplaat zoals weergegeven in afbeelding 2. De printplaat bevat
een elektronische druksensor die de uitgangsdruk monitort en onderdeel is van een elektronisch terugkoppelingsnetwerk. Dankzij
de mogelijkheid tot zelfcorrectie van de combinatie sensor/circuit kan de omvormer een zeer stabiel en responsief uitgangssignaal
leveren.
Alle actieve mechanische en elektrische componenten van de 846 zijn opgenomen in een enkele, ter plaatse vervangbare module:
de module-eindconstructie, weergegeven in afbeelding 2. De module-eindconstructie omvat de printplaat, de piloot/actuator en
de versterkingseenheid. De module-eindconstructie kan eenvoudig verwijderd worden door de modulekap los te schroeven. Het
ontwerp gebruikt slechts een minimaal aantal onderdelen en vereist weinig tijd voor reparatie en probleemoplossing.
De klemmenruimte en de moduleruimte zijn door een afdichtende wand van elkaar gescheiden. Deze behuizing met meerdere
ruimten beschermt de elektronica tevens tegen verontreiniging en vocht in de toegevoerde lucht.
Specificaties
WAARSCHUWING
Dit product is bestemd voor een specifiek bereik van drukwaarden, temperatuur-waarden en andere toepassings-
specificaties. Blootstelling aan andere druk- en temperatuurwaarden of bedrijfsomstandigheden kan resulteren in een
defect aan het product, materiële schade of persoonlijk letsel.
Specificaties voor de 846-omvormer zijn vermeld in tabel 1.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
3
Tabel 1. Specificaties
Ingangssignaal
Standaardprestatie:
4 tot 20 mA gelijkstroom, 4 tot 12 mA gelijkstroom of
12 tot 20 mA gelijkstroom. In veld verstelbaar gesplitst
signaal.
Hoger bereik:
4 tot 20 mA gelijkstroom. Neem contact op met de
fabrikant voor ingangssignaal met gesplitst signaal.
Vervangingscircuit
Zie afbeelding 3
Uitgangssignaal(1)
Standaardprestatie:
(Neem contact op met de fabrikant voor uitgang met gesplitst
signaal)
Directe werking (bereik van ten minste 6 psi)
Gebruikelijke uitgangen: 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi).
Meetbereik tussen 0,1 en 1,2 bar (1 en 18 psi).
Omgekeerde werking (minimale meetbreedte 11 psi)
Gebruikelijke uitgangen: 1,0 tot 0,2 bar (15 tot 3 psi).
Meetbereik tussen 1,2 en 0,1 bar (18 en 1 psi).
Hoger bereik:
Directe werking (bereik van ten minste 6 psi)
Gebruikelijke uitgangen: 0,2 tot 1,9 bar (3 tot 27 psi),
0,4 tot 2 bar (6 tot 30 psi), en 0,3 tot 1,7 bar (5 tot 25 psi)
Meetbereik tussen 0,03 en 2,3 bar (0.5 en 33 psi)
Omgekeerde werking (minimale meetbreedte 11 psi)
Gebruikelijke uitgangen: 1,9 tot 0,2 bar (27 tot 3 psi),
2 tot 0,4 bar (30 tot 6 psi) en 1,7 to 0,3 bar (25 tot 5 psi)
Meetbereik tussen 2,3 en 0,03 bar (33 en 0.5 psi)
Toevoerdruk(2)
Standaardprestatie: 1,2 tot 1,6 bar (18 tot 24 psi)
Hoger bereik:
0,2 bar (3 psi)(3) meer dan de maximale gekalibreerde
uitgangsdruk
Maximum: 2,4 bar (35 psi)
Drukmedium
Schone, droge lucht
Conform ISA-norm 7.0.01
De maximaal toegestane deeltjesgrootte in het
luchtsysteem is 40 micrometer. Verder filteren tot een
deeltjesgrootte van 5 micrometer wordt aanbevolen.
Hetgehalte aan smeermiddel mag niet meer bedragen dan
1 ppm massa (m/m) of volume (v/v). De condensatie in de
luchttoevoer moet tot een minimum worden beperkt
Drukdauwpunt: Ten minste 10 °C minder dan de laagste te
verwachten omgevingstemperatuur
Conform ISO 8573-1
Maximale deeltjesdichtheid: klasse 7
Oliegehalte: klasse 3
Drukdauwpunt: klasse 3
Uitgangsluchtcapaciteit(4)
Standaard: 6,4 m3/uur (240 scfh) bij toevoerdruk van
1,4 bar (20 psi)
Meerbereiks: 9,7 m3/uur (360 scfh) bij toevoerdruk van
2,5 bar (35 psig)
Maximaal luchtverbruik in stabiele toestand(4)
0,3 m3/uur (12 scfh) bij toevoerdruk van 1,4 bar (20 psi)
Temperatuurlimieten(2)
Bedrijf: -40 tot 85 _C (-40 tot 185 _F)
Opslag: -40 tot 93 _C (-40 tot 200 _F)
Vochtigheidsgrenzen
0 tot 100% relatieve vochtigheid, niet-condenserend
Prestatie(5)
NB: De prestatie van alle 846 I/p-omvormers wordt
geverifieerd aan de hand van geautomatiseerde
productiesystemen om te waarborgen dat elke
verzonden unit aan de prestatiespecificaties voldoet.
Nauwkeurigheid: 0,30% van uitgangsbereik
Lineariteit, hysterese en herhaalbaarheid:
"0,3% van bereik.
Temperatuureffect (totaaleffect inclusief nul en bereik):
"0,07%/_C (0.045%/_F) van bereik
Trillingseffect: "0,3% van bereik per g onder de volgende
omstandigheden:
5 tot 15 Hz bij constante verplaatsing van 4 mm
15 to 150 Hz bij 2 g. 150 tot 2000 Hz bij 1 g
conform SAMA-norm PMC 31.1, Sec. 5.3, Condition 3,
Steady State
Schokeffect: "0,5% van bereik wanneer getest conform
SAMA-norm PMC 31.1, Sec. 5.4.
Effect toevoerdruk: Verwaarloosbaar
-Vervolg-
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
4
Tabel 1. Specificaties (vervolg)
Prestatie (vervolg)(5)
Elektromagnetische interferentie (EMI): Getest volgens IEC
61326‐1:2013. Voldoet aan de emissieniveaus voor
apparatuur van klasse A (industriële locaties) en klasse B
(woonomgeving). Voldoet aan de immuniteitseisen voor
industriële locaties (tabel A.1 in het
IEC-specificatiedocument). De invloed van de externe
factoren staat vermeld in tabel 2.
Lekgevoeligheid(4): Minder dan 1,0% van bereik bij
stroomafwaartse lekkage van maximaal 4,8 m3/uur
(180 scfh).
Beveiliging tegen omgekeerde polariteit: Er ontstaat geen
schade bij omkering van de normale toevoerstroom (4 tot
20 mA) of bij verkeerde aansluiting van maximaal 100 mA.
Aansluitingen
Luchttoevoer, uitgangssignaal en uitgangsmeter:
1/4-18 NPT interne aansluiting
Elektrisch: 1/2-14 NPT interne doorvoerbuisaansluiting
Afstellingen
Nul- en meetbereik: In klemmenruimte aangebracht, met
schroevendraaier verstelbaar.
Remote Pressure Reading (RPR)
Jumper selecteerbaar, AAN of UIT, als optie beschikbaar is
Frequentiebereik: 0 tot 10.000 Hz
Amplitude: 0,4 tot 1,0 Vp-p
Vereiste bedrijfsspanning met Remote Pressure
Reading uit
Ten minste 6,0 V (bij 4 mA)
Ten hoogste 7,2 V (bij 20 mA)
Vereiste bedrijfsspanning met Remote Pressure
Reading aan
Ten minste 6,4 V (bij 4 mA)
Ten hoogste 8,2 V (bij 20 mA)
Classificaties explosiegevaarlijke omgeving
cCSAus - Intrinsiek veilig, explosieveilig, niet vonkend
(Canada en Verenigde Staten)
FM - Intrinsiek veilig, explosieveilig, niet vonkend
(Verenigde Staten)
ATEX - Intrinsiek veilig, drukvast, type n
IECEx - Intrinsiek veilig, drukvast
CUTR - Technische voorschriften Douane-unie
ESMA - Emirates Authority for Standardization and
Metrology - ECAS-Ex (UAE)
INMETRO - National Institute of Metrology, Quality, and
Technology (Brazilië)
KTL - Korea Testing Laboratory (Zuid-Korea)
CCC - China Compulsory Compliance
NEPSI - National Supervision and Inspection Centre for
Explosion Protection and Safety of Instrumentation (China)
PESO CCOE - Petroleum and Explosives Safety Organization
- Chief Controller of Explosives (India)
UKEx - Intrinsiek veilig en stof- en drukvast, type n en stof
(Verenigd Koninkrijk)
Neem contact op met uw Emerson-verkoopkantoor of
raadpleeg de productpagina van de 846 op Fisher.com
voor goedkeuringsspecifieke informatie
Elektrische classificatie
Vervuilingsgraad 4
Elektrische kast
Aanpassing aan tropen (schimmeltest volgens
MIL-STD-810)
cCSAus - Type 4X
FM - Type 4X
ATEX - IP66(6)
IECEx - IP66(6)
Constructiemateriaal
Behuizing: Aluminium met laag kopergehalte en
polyurethaanlak of 316 roestvast staal
O-ringen: Nitriel, maar silicone voor O-ringen sensor.
-Vervolg-
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
5
Tabel 1. Specificaties (vervolg)
Opties
Type 67CFR filterregelaar, manometers of externe
drukaflezing met ventiel, modulekap met meerdere
afblaaspoorten, roestvaststalen behuizing of
roestvaststalen montagebeugel.
Maximale hoogte
Tot 2000 meter (6562 ft)
Gewicht
Aluminium: 2,9 kg (6.5 lb) zonder opties
Roestvast staal: 6,7 kg (14.8 lb) zonder opties
Verklaring van SEP
Fisher Controls International LLC verklaart dat dit product
voldoet aan artikel 4, paragraaf 3 van de Europese Richtlijn
Drukapparatuur 2014/68/EU en Deel 1, Vereiste 8 van de
PESR-voorschriften. Het product is ontworpen en
geproduceerd overeenkomstig Sound Engineering Practice
(SEP, deugdelijke technische praktijk) en mag niet worden
voorzien van de CE-markering in verband met naleving van
de Richtlijn Drukapparatuur of de UKCA-markering
gerelateerd aan de PESR-voorschriften.
Het product kan echter zijn voorzien van de CE- of
UKCA-markering die aangeeft dat het voldoet aan andere
toepasselijke richtlijnen van de Europese Gemeenschap of
de voorschriften van het VK (wettelijke instrumenten).
N.B.: Termen met betrekking tot gespecialiseerde instrumenten staan gedefinieerd in ANSI/ISA-norm 51.1 - Process Instrument Terminology.
1. Metrische kalibratie eveneens beschikbaar.
2. De grenswaarden voor druk en temperatuur vermeld in dit document en eventuele toepasselijke normen of wettelijke voorschriften mogen niet worden overschreden.
3. 0,14 bar (2 psi) voor een uitgangsdruk van 2,3 bar (33 psi).
4. Normale m3/uur - Normale kubieke meter per uur (0 _C en 1,01325 bar, absoluut). Scfh-Standard cubic feet per hour (standaard kubieke feet/uur; 60 _F en 14,7 psia).
5. Referentievoorwaarden: 4,0 tot 20 mA gelijkstroom in, 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) uit en 1,4 bar (20 psi) toevoerdruk.
6. ATEX en IECEx drukvast - IP66 volgens attest CSA.
Tabel 2. Prestatiecriteria EMC-immuniteit
Poort Verschijnsel Basisnorm Testniveau Prestatiecriteria(1)
Behuizing
Elektrostatische ontlading (ESD) IEC 61000-4-2 4 kV contact
8 kV lucht A
Uitgestraald elektromagnetisch
veld IEC 61000-4-3
80 tot 1000 MHz bij 10V/m
met 1 kHz AM bij 80%
1400 tot 2000 MHz bij 3V/m
met 1kHz AM bij 80%
2000 tot 2700 MHz bij 1V/m
met 1kHz AM bij 80%
A
I/O-signaal/
-regeling
Burst (snelle overgangsstroom) IEC 61000-4-4 1 kV A
Stroomstoot IEC 61000-4-5 1 kV (alleen leiding naar aarde,
beide) B
Geleide RF IEC 61000-4-6 150 kHz tot 8 MHz bij 3 Vrms B
8 MHz tot 80 MHz bij 3 Vrms A
Specificatielimiet = 1% van bereik
1. A = Geen verslechtering tijdens proeven. B = Tijdelijke verslechtering tijdens testen, maar zelfherstellend.
Cursussen
Emerson Educational Services
Telefoonnr.: +1-800-338-8158
emerson.com/mytraining
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
6
Afbeelding 2. Modulaire constructie van de
omvormer
A6643
MODULEKAP
MODULE-
EINDCONSTRUCTIE
PRINTPLAAT
MODULEBEHUIZING
KLEMMENBLOK
DEKSEL
KLEMMENRUIMTE
Afbeelding 3. Vervangingscircuit
N.B.:
TYPE 846 IS GEEN CONSTANTE WEERSTAND IN SERIE MET EEN INDUCTIESPOEL. EEN
BETERE VOORSTELLING IN DE KRING IS EEN WEERSTAND VAN 50 OHM IN SERIE MET
EEN SPANNINGSVAL VAN 6 VOLT GELIJKSPANNING, MET VERWAARLOOSBARE
ZELFINDUCTIE.
A6325
846
6 V gelijkspanning
50 ohm
VOEDING
Installatie
WAARSCHUWING
Vermijd lichamelijk letsel en materiële schade als gevolg van plotseling vrijkomen van druk of lucht:
D Draag altijd beschermende kleding, handschoenen en een veiligheidsbril bij het verrichten van
installatiewerkzaamheden.
D Maak eventuele leidingen of bedrading naar de actuator voor perslucht, elektrische voeding of stuursignalen los. Zorg
dat de aandrijver de klep niet plotseling kan openen of sluiten.
D Gebruik omloopkleppen of leg het proces helemaal stil om de klep van de procesdruk te scheiden. Laat de procesdruk
aan weerszijden van de klep af.
D Gebruik vergrendelingsprocedures om te waarborgen dat bovenstaande maatregelen van kracht blijven terwijl u aan
de apparatuur werkt.
D Informeer bij uw proces- of veiligheidsmanager over eventuele aanvullende maatregelen ter bescherming tegen
procesmedia.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
7
KENNISGEVING
Gebruik op pneumatische aansluitingen geen afdichttape. Dit instrument heeft nauwe boringen die verstopt kunnen raken
door losgekomen afdichttape. Gebruik vloeibare schroefdraadpakking voor het afdichten en smeren van
draadverbindingen in pneumatische leidingen.
Dit hoofdstuk bevat informatie over installatie van de 846 elektropneumatische transducer. Afbeelding 4, 5, 6 en 8 kunnen worden
gebruikt als referentie voor aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Als er een regelklep wordt besteld voor een bepaalde 846 omvormer voor montage op de actuator, wordt de in de fabriek
te monteren omvormer met de vereiste slangen op de actuator aangesloten en volgens de specificaties van de bestelling
gekalibreerd.
Als de omvormer afzonderlijk wordt aangeschaft voor montage op een reeds in bedrijf genomen regelklep, worden alle
benodigdheden voor montage geleverd, indien besteld. Dit omvat de juiste beugel voor bevestiging van het apparaat op een
actuatorstuk (met schroefgaten) of voor bevestiging op de membraankast.
Desgewenst kan er montagemateriaal geleverd worden voor montage van de omvormer op een buissteun van 51 mm (2 in.), een
plat oppervlak of paneel.
De omvormers kunnen tevens los besteld worden voor montage op een regelklepconstructie die reeds in bedrijf is. De omvormer
kan met of zonder montageonderdelen besteld worden. Montageonderdelen omvatten de juiste beugel en bouten voor
bevestiging van het apparaat op een actuatorstuk (met schroefgaten) of voor bevestiging op de membraankast.
Classificaties voor explosiegevaarlijke omgevingen en speciale
aanwijzingen voor veilig gebruik en installatie in een explosiegevaarlijke
omgeving
Raadpleeg de volgende bijlagen bij de instructiehandleiding voor informatie over goedkeuringen.
D Informatie over CSA-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D104218X012)
D Informatie over FM-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D104219X012)
D Informatie over ATEX-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D104220X012)
D Informatie over IECEx-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D104221X012)
D Informatie over INMETRO-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D103623X012)
D Informatie over NEPSI-goedkeuring voor Fisher 846 elektropneumatische transducers (D103618X012)
Documenten zijn beschikbaar via uw verkoopkantoor van Emerson of op Fisher.com. Neem contact op met uw verkoopkantoor
van Emerson voor alle overige informatie met betrekking tot goedkeuringen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
8
Montage
N.B.
Deze unit blaast af naar de omgeving via de afblaaspoort in de modulekap en de uitlaatpoort onder het naamplaatje. Ontluchting
op afstand is op deze unit niet toegestaan.
De omvormer is bestemd voor montage op een regelklep, een buissteun van 51 mm (2 in.), een wand of paneel. Afbeelding 5, 6, 7
en 8 tonen de aanbevolen montageconfiguraties. Bij gebruik van de afgebeelde montageposities kan eventueel in
de klemmenruimte achterblijvend vocht weglopen via de opening van de signaalkabelbuis. Vocht in de omgeving van de
pilooteenheid wordt afgevoerd via de afblaaspoort zonder de werking van de pilooteenheid te beïnvloeden. In toepassingen
met veel vocht in de toegevoerde lucht zorgt verticale montage voor de effectiefste aftap via de afblaaspoort.
KENNISGEVING
Monteer de omvormer niet met de klemmenruimte omlaag, omdat in dat geval vocht of andere corrosieve elementen in de
fabrieksomgeving zich in de klemmenruimte of de pilooteenheid kunnen ophopen, wat resulteert in omvormerstoringen.
De montage vindt plaats met behulp van een optionele universele montagebeugel. Denk voordat u de omvormer monteert aan de
volgende aanbevelingen:
D Zorg dat alle bouten helemaal worden aangehaald. Het aanbevolen aanhaalmoment is 22 Nm (16 ft lbf).
D Bij bouten die op de omvormer en op een klepactuator worden aangebracht, moet de borgring direct onder de boutkop worden
aangebracht en moet de platte ring tussen de borgring en beugel worden geplaatst. Bij alle andere bouten moet de borgring
naast de moer worden geplaatst en de platte ring tussen de borgring en de beugel.
D Monteer de omvormer niet op plaatsen waar vreemd materiaal de afblaaspoort of uitlaatpoort zou kunnen bedekken. Zie de
beschrijving van de afblaaspoort en de uitlaatpoort later in dit hoofdstuk.
Drukaansluitingen
KENNISGEVING
Gebruik op pneumatische aansluitingen geen afdichttape. Dit instrument heeft nauwe boringen die verstopt kunnen raken
door losgekomen afdichttape. Gebruik vloeibare schroefdraadpakking voor het afdichten en smeren van
draadverbindingen in pneumatische leidingen.
Zoals afgebeeld in afb. 4 zijn alle drukaansluitingen 1/4-18 NPT interne aansluitingen. Gebruik slangen met een buitendiameter van
9,5 mm (3/8 in.) voor de toevoer- en uitgangsaansluitingen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
9
Afbeelding 4. Gebruikelijke afmetingen en plaats van aansluitingen (constructie van aluminium afgebeeld)
129
(5.07)
119
(4.68)
AFBLAASPOORT
POORT UITGANGSMETER
1/4-18 NPT
NAAMPLAATJE UITLAATPOORT ONDER
NAAMPLAATJE
BUISAANSLUITING
1/2 - 14 NPT
UITGANGSPOORT
1/4 - 18 NPT
MODULEKAP MET
MEERDERE POORTEN
DRAADAANSLUITING
35
(1.38)
29
(1.13)
59
(2.31) KAP VERWIJDEREN
110
(4.33)
102
(4.00)
5/16-18 (2)
O-RINGGROEF VOOR
FILTERREGELAAR
TOEVOERPOORT
1/4-18 NPT
POSITIEF
NEGATIEF
INTERNE AARDE
mm
(IN.)
B2473-1
TESTPENNEN
29
(1.16)
N.B.:
ZIE AFBEELDING 8 VOOR DE AFMETINGEN VAN OMVORMERS MET DE CERTIFICERING
DRUKVAST VOLGENS ATEX / IECEx
OPENINGEN
MONTAGEBOUTEN
5/16-18 (3)
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
10
Toevoerdruk
WAARSCHUWING
Er kan ernstig lichamelijk letsel of materiële schade optreden door procesinstabiliteit als het aan het instrument
toegevoerde medium geen schone, droge lucht is. Hoewel gebruik en regelmatig onderhoud van een filter dat deeltjes met
een diameter van meer dan 40 micrometer verwijdert in de meeste toepassingen voldoende zal zijn, moeten een lokaal
kantoor van Emerson en de normen voor luchtkwaliteit voor industriële instrumenten worden geraadpleegd als niet
duidelijk is hoeveel of welke vorm van luchtfiltratie of filteronderhoud nodig is.
Het toevoermedium moet schone, droge lucht zijn die voldoet aan de eisen van ISA-norm 7.0.01 of ISO 8573-1. Voor een
uitgangsmeetbreedte van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) zijn een nominale toevoerdruk van 1,4 bar (20 psi) en een flowcapaciteit van
ten minste 6,4 m3/uur normaal (240 scfh) vereist.
Voor meerbereiksuitvoeringen met een hogere uitgangsbereik dient de toevoerdruk ten minste 0,2 bar (3 psi) hoger te zijn dan de
maximale gekalibreerde uitgangsdruk.
De luchttoevoerleiding kan aangesloten worden op de 1/4-18 NPT toevoerpoort of op de toevoerpoort van een direct op de
omvormer gemonteerde filterregelaar. Afbeeldingen 5, 6, 7 en 8 tonen de installatieopties.
Afbeelding 5. Gebruikelijke afmetingen met Fisher 67CFR filter/regelaar en meter
6
(0.25)
SPELING VOOR
VERWIJDEREN KAP
SPELING VOOR
VERWIJDEREN KAP
VOOR GOEDE AFVOER VAN VOCHT
MET DEZE KANT OMHOOG MONTEREN
67
(2.62)
78
(3.08)
HARTLIJN ACTUATOR
191
(7.51)
137
(5.38)
OP JUK GEMONTEERD
OPMERKING:
BIJ GEBRUIK VAN DE AFGEBEELDE MONTAGEPOSITIES KAN EVENTUEEL IN DE KLEMMENRUIMTE
ACHTERGEBLEVEN VOCHT WEGLOPEN VIA DE OPENING VAN DE SIGNAALKABELBUIS. MONTEER DE OMVORMER NIET MET
DE KLEMMENRUIMTE OMLAAG; ER KAN ZICH DAN VOCHT OPHOPEN IN DE KLEMMENRUIMTE OF PILOOTEENHEID, WAT
DE WERKING VAN DE OMVORMER KAN STOREN. VERTICALE MONTAGE IS DE EFFECTIEFSTE METHODE VOOR
VOCHTAFVOER IN NATTE TOEPASSINGEN.
1
14B7361-D
A6626-3
mm
(IN.)
13
(0.50)
156
(6.15)
1
215
(8.48)
VOOR ATEX / IECEx
EXPLOSIEVEILIGE UNITS:
BOUTEN MOGEN NIET
VERDER DAN 12,9 MM
(0.51 IN.) INGESCHROEFD
WORDEN. 5/16-18 BOUTEN
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
11
Afbeelding 6. Voorbeeld van omvormermontage met universele montagebeugel
32
(1.25)
VOOR GOEDE AFVOER
VAN VOCHT MET DEZE
KANT OMHOOG
MONTEREN
5/16-18 x 3/4 BOUTEN
(4 PLAATSEN)
MONTAGEBEUGEL
(ZIE DETAIL A)
5/16-18 x 3/4 BOUTEN (4 PLAATSEN)
5/16-18 ZESKANTMOER
(4 PLAATSEN)
ADAPTERPLAAT
(ZIE DETAIL B)
MONTAGEBEUGEL
(ZIE DETAIL A)
VOOR GOEDE AFVOER VAN
VOCHT DE I/P BOVEN OP
DE BUIS MONTEREN
5/16-18 x 5/8 BOUTEN
VOOR GOEDE AFVOER VAN
VOCHT MET DEZE KANT
OMHOOG MONTEREN
ADAPTERPLAAT
(ZIE DETAIL B)
MONTAGEBEUGEL
(ZIE DETAIL A)
41
(1.61)
U-BOUT
VERTICALE MONTAGE
EXTRA ADAPTERPLAAT (ONDERDEELNUMMER
03311-0318-0001) VEREIST VOOR I/P MET
ROESTVASTSTALEN BEHUIZING
3
HORIZONTALE MONTAGE
2
EXTRA ADAPTERPLAAT (ONDERDEEL
NUMMER 03311-0318-0001) VEREIST
VOOR I/P MET ROESTVASTSTALEN
BEHUIZING
MONTAGE OP BUISSTEUN VAN 2 INCH
N.B.:
BIJ GEBRUIK VAN DE AFGEBEELDE MONTAGEPOSITIES KAN EVENTUEEL IN DE KLEMMENRUIMTE ACHTERGEBLEVEN
VOCHT WEGLOPEN VIA DE OPENING VAN DE SIGNAALKABELBUIS. MONTEER DE
OMVORMER NIET MET DE KLEMMENRUIMTE OMLAAG; ER KAN ZICH DAN VOCHT OPHOPEN IN DE
KLEMMENRUIMTE OF PILOOTEENHEID, WAT DE WERKING VAN DE OMVORMER KAN STOREN. VERTICALE MONTAGE IS
HET EFFECTIEFST VOOR AFVOER VAN VOCHT IN NATTE TOEPASSINGEN.
BIJ MONTAGE OP EEN HORIZONTALE BUIS MOET DE I/P BOVEN OP DE BUIS AANGEBRACHT WORDEN VOOR GOEDE
VOCHTAFVOER.
DEZE AFMETING BEDRAAGT 44 (1.74) VOOR EEN ROESTVASTSTALEN BEHUIZING.
3
2
14B7332
19B9484-B
E0786
mm
(IN.)
1
1
11
MONTAGE OP WAND/PANEEL
(ALUMINIUM BEHUIZING)
GE06214 SHT 3
GE06214 SHT 2
BOUTOPENINGEN VOOR
ALUMINIUM CONSTRUCTIE
(DEKSELSLOT AFGEBEELD)
BOUTOPENINGEN VOOR
ROESTVASTSTALEN
CONSTRUCTIE
(DEKSELSLOT AFGEBEELD)
VOOR ATEX / IECEx
EXPLOSIEVEILIGE UNITS:
BOUTEN MOGEN NIET
VERDER DAN 8,1 MM
(0.32 IN.) INGESCHROEFD
WORDEN. 5/16-18
BOUTOPENINGEN
VOOR ATEX / IECEx EXPLOSIEVEILIGE UNITS:
BOUTEN MOGEN NIET VERDER DAN 8,8 MM
(0.35 IN.) INGESCHROEFD WORDEN. 5/16-18
BOUTOPENINGEN
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
12
Afbeelding 6. Voorbeeld van omvormermontage met universele montagebeugel (vervolg)
mm
(IN.)
30
(1.18)
23
(0.89)
4 X 10 (0.375)
5 X 10 (0.375)
89
(3.50)
89
(3.50)
59
(2.312)
29
(1.16)
29
(1.13)
38
(1.50)
GLEUVEN U-BOUT
19 (0.75)
29
(1.125) 57
(2.25)
2 X 10 (0.375)
4 X 5 (0.188)
DETAIL A MONTAGEBEUGEL
DETAIL B ADAPTERPLAAT
VOOR ROESTVASTSTALEN BEHUIZING, 4 OPENINGEN IN LIJN
ZETTEN MET I/P-BEHUIZING
VOOR ALUMINIUM BEHUIZING, 3 OPENINGEN IN
LIJN ZETTEN MET I/P-BEHUIZING
N.B.:
1. BEVESTIG DE IN DETAIL A AFGEBEELDE BEUGEL OP DE OMVORMER.
2. BEVESTIG DE IN DETAIL B AFGEBEELDE ADAPTERPLAAT OP DE KLEP OF BUIS.
3. BEVESTIG DE TWEE ONDERDELEN AAN ELKAAR.
34B4990C
34B5000B
E0787
EXTRA ADAPTERPLAAT (ONDERDEELNUMMER 03311-0318-0001)
VEREIST VOOR I/P MET ROESTVASTSTALEN BEHUIZING
38
(1.50)
GLEUVEN U-BOUT
19 (0.75)
29
(1.125) 57
(2.25)
2 X 10 (0.375)
4 X 5 (0.188)
033110318
Het montagestuk voor de luchtvoeraansluiting bevat twee 5/16-18 UNC schroefgaten op 2-1/4 inch van elkaar. De schroefgaten
laten directe aansluiting (integrale montage) van een 67CFR filter-regelaar toe, indien gewenst. Wanneer de filter-regelaar door de
fabriek is gemonteerd, bestaat het bevestigingsmateriaal uit twee 5/16-18 x 3-1/2 inch roestvaststalen bouten en een O-ring. Als
de filterregelaar ter plaatse wordt gemonteerd, omvat het bevestigingsmateriaal twee 5/16-18 x 3-1/2 in roestvaststalen bouten,
twee spacers (al dan niet vereist) en twee O-ringen (waarvan er slechts een goed in de O-ringgroef van de behuizing zal passen; de
andere kan worden weggegooid). Dit omdat de huidige behuizing iets afwijkt van het oorspronkelijke ontwerp: daarom wordt er
extra materiaal (waar nodig) meegeleverd voor het ter plaatse monteren van de 67CFR filterregelaar.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
13
Afbeelding 7. Voorbeeld van omvormerafmetingen met meters
TOEVOERMETER
49
(1.92)
72
(2.83) 9
(0.36)
81
(3.2)
UITGANGSMETER
FILTERREGELAAR
14B7332D
E0776
1/4-18 NPT UITGANGSCONNECTOR
AFGESLOTEN WANNEER GEEN
METER MEEGELEVERD
67CFR 1/4-18 NPT
TOEVOERAANSLUITING
mm
(IN.)
Afbeelding 8. Afmetingen van omvormer met ATEX-/IECEx-certificering voor explosieveiligheid
DEKSEL KLEMMENRUIMTE
DEKSELVERGRENDELING
INBUS-BOLKOPSCHROEF
(3 mm)
121
(4.75) MODULEKAP
BEHUIZING
EXTERNE MASSA-AANSLUITING, SST
AANSLUITKLEM EN M5 GLEUFSCHROEF
EN VEERRING
92
(3.62)
162
(6.38)
121
(4.75)
mm
(IN.)
B2465
129
(5.07)
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
14
Uitgangsdruk
Sluit de leiding van het uitgangssignaal bij de uitgangspoort aan op de omvormer. De uitgangspoort is 1/4-18 NPT (zie afb. 4).
De uitgangsmeterpoort kan desgewenst als alternatief voor de signaalpoort worden gebruikt. Als de meterpoort als signaalpoort
wordt gebruikt, moet er in de uitgangspoort een schroefplug worden geïnstalleerd.
Op de uitgangsmeterpoort kan een uitgangsmeter worden aangesloten, voor plaatselijke weergave van het uitgangssignaal. De
uitgangsmeterpoort is 1/4 - 18 NPT. Als er geen uitgangsmeter gespecificeerd wordt, wordt de omvormer met een schroefplug
geleverd. Deze schroefplug moet in de uitgangsmeterpoort worden geïnstalleerd wanneer de poort niet wordt gebruikt.
Elektrische aansluitingen
WAARSCHUWING
Brand of explosies kunnen persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken. In een explosiegevaarlijke omgeving moet u
de stroom uitschakelen en de luchttoevoer naar de I/p-unit uitschakelen voordat u het deksel van de klemmenruimte of
module verwijdert. Nalatigheid in deze kan resulteren in elektrische vonken of een explosie.
Bij een onvoldoende bewaakt proces kan persoonlijk letsel of materiële schade optreden. Voer de stappen uit in de
WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Installatie voordat u het moduledeksel verwijdert, om te garanderen
dat het proces op de juiste wijze wordt bewaakt. Bij het losschroeven van het moduledeksel wordt de voeding vanaf de
elektronica onderbroken en worden de luchtboringen voor toevoer en aansturing verbonden met de buitenlucht; het
uitgangssignaal wordt dan 0,0 psi.
KENNISGEVING
Overmatige stroom kan de omvormer beschadigen. Sluit geen ingangsstroom van meer dan 100 mA aan op de omvormer.
N.B.
Voor explosiebestendige toepassingen in Noord-Amerika zijn de 846-omvormers zo ontworpen dat kabelbuisafdichting niet
vereist is. Voor alle andere toepassingen moet het product volgens alle plaatselijke en nationale wet- en regelgeving worden
geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Kies een type bedrading en/of kabelwartels die specifiek geschikt zijn voor de gebruiksomgeving (zoals explosiegevaarlijke
omgeving, beschermingsgraad en temperatuur). Gebruik van een type bedrading en/of kabelwartels zonder de juiste
specificaties kan leiden tot persoonlijk letsel of schade als gevolg van brand of explosie.
De signaalbedrading wordt naar de klemmenruimte geleid via een 1/2-14 NPT-aansluiting voor een kabelbuis in de behuizing (zie
afb. 4). Waar condensatie gebruikelijk is, brengt u een druppelbuispoot aan om opeenhoping van vloeistof in de klemmenruimte te
helpen verminderen en kortsluiting van het ingangssignaal te voorkomen. De elektrische aansluitingen worden op het
klemmenblok gemaakt. Er zijn interne en externe massatappen aangebracht voor afzonderlijke aarde waar vereist. Het interne
aardpunt ziet u in afbeelding 4 en het externe aardpunt ziet u in afbeelding 8.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
15
Sluit de positieve signaaldraad aan op de positieve pool met de aanduiding +. Sluit de negatieve signaaldraad aan op de negatieve
pool met de aanduiding -.
N.B.
Units met de optie Remote Pressure Reading (RPR) kunnen het analoge uitgangssignaal van sommige instrumentsystemen storen.
U kunt dit probleem verhelpen door een 0,2 microfarad-condensator of een HART-filter over de uitgangspolen aan te leggen.
Ontluchtingspoorten
N.B.
Deze unit blaast af naar de omgeving via de afblaaspoort in de modulekap en de uitlaatpoort onder het naamplaatje. Ontluchting
op afstand is op deze unit niet toegestaan.
Afblaaspoort
Constante afvoer van het toevoermedium uit de pilooteenheid vindt plaats via de afblaaspoort, een met een scherm afgesloten
opening in het midden van de modulekap. Afbeelding 4 toont de plaats van de afblaaspoort.
Controleer of de afblaaspoort vrij is voordat u de omvormer installeert. Monteer de omvormer niet op plaatsen waar vreemd
materiaal de afblaaspoort zou kunnen bedekken. Zie het hoofdstuk Probleemoplossing voor informatie over gebruik van de
afblaaspoort.
Uitlaatpoort
De omvormeruitlaat is een poort die is afgeschermd met een gaasje, onder het naamplaatje van het instrument. Afbeelding 4
toont de locatie van de uitlaatpoort. Het naamplaatje houdt het gaas op zijn plaats. Afvoer gaat gepaard met een afname van de
uitgangsdruk. Monteer de omvormer niet op een plaats waar vreemd materiaal de uitlaatpoort zou kunnen blokkeren.
Signaalonderbreking
Als de ingangsstroom uitvalt of de ingangsstroom tot onder 3,3 $0,3 mA daalt, neemt de uitgang van de unit met directe werking
af tot minder dan 0,1 bar (1 psi).
In hetzelfde geval neemt de uitgang van de unit met omgekeerde werking toe tot net onder de toevoerdruk.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
16
Kalibratie
WAARSCHUWING
Voor het verrichten van de onderstaande kalibratieprocedures moet de omvormer uit bedrijf worden genomen. Om
persoonlijk letsel of materiële schade door een onbewaakt proces te voorkomen, dient u te voorzien in een tijdelijke
methode voor beheersing van het proces. Zie tevens ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Voor kalibratie van de 846 is een accurate stroomgenerator of een accurate spanningsgenerator vereist, met een nauwkeurige
weerstand van 250 ohm, 1/2 watt. In afbeelding 9 ziet u hoe deze apparaten worden aangesloten.
Voor kalibratie zijn tevens een nauwkeurige uitgangsindicator en een luchttoevoer van ten minste 5,0 normale m3/uur (187 scfh)
bij 1,4 bar (20 psi) zonder pieken vereist voor units met standaardprestatie. Voor units met hoger bereik dient de luchttoevoer ten
minste 0,2 bar (3 psi) hoger te zijn dan de maximale gekalibreerde uitgangsdruk, tot maximaal 2,4 bar (35 psi).
Voor groter kalibratiegemak dient het volume van de uitgangsbelasting, inclusief de uitgangsbuizen en uitgangsindicator, ten
minste 33 cm3 (2 cu.in.) te bedragen. Raadpleeg de informatie onder Signaalonderbreking in het hoofdstuk Installatie voordat u
met de kalibratieprocedure begint.
Stel alvorens met kalibratie te beginnen vast wat het ingangstype (vol of gesplitst bereik) en het type uitgangswerking (direct of
omgekeerd) is. Neem contact op met de fabrikant voor kalibratie van de uitgang met gesplitst bereik. Stel tevens vast of de unit
een standaard- of hoger bereik biedt. Op de unit zijn acht elementaire combinaties van ingang/uitgang mogelijk:
Standaardprestatie
D volledig ingangsbereik, directe werking
D gesplitst ingangsbereik, directe werking
D volledig ingangsbereik, omgekeerde werking
D gesplitst ingangsbereik, omgekeerde werking
Hoger bereik
D volledig ingangsbereik, directe werking
D gesplitst ingangsbereik, directe werking (zie opmerking hieronder)
D volledig ingangsbereik, omgekeerde werking
D gesplitst ingangsbereik, omgekeerde werking (zie opmerking hieronder)
N.B.
Neem contact op met uw verkoopkantoor van Emerson voor de kalibratie van multi-bereikeenheden met een gesplitst-bereik
ingang, een gesplitst-bereik uitgang of beide.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
17
Afbeelding 9. Aansluiten van een stroom- of spanningsbron voor kalibratie
STEL DE STROOMBRON IN VOOR
SETPOINTS VAN 4 mA EN 20 mA
KALIBRATIE MET EEN STROOMBRON KALIBRATIE MET EEN SPANNINGSBRON
OM DE SETPOINTS VAN 4 mA EN 20 mA TE
VERKRIJGEN, STELT U DE SPANNINGSBRON
(VS) ZO AF DAT DE SPANNINGSMETER (VM)
RESPECTIEVELIJK 1 VOLT EN 5 VOLT AANGEEFT
OVER DE WEERSTAND VAN 250 ohm
A6644-1
KENNISGEVING
Overmatige stroom kan de omvormer beschadigen. Sluit geen ingangsstroom van meer dan 100 mA aan op de omvormer.
Tabel 3 vermeldt de diverse ingangs- en uitgangsbereiken waarvoor de unit gekalibreerd kan worden.
Het ingangsbereik wordt geselecteerd door middel van het verstellen van een jumper op de printplaat.
Zie Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud en afbeelding 18 voor de plaats en instructies voor de instelling.
Tabel 3. Tabel meetbereiken van Fisher 846 I/p
Ingangs-
bereik
Uitgangsdrukbereik (psi) (prestatiecode)
Gewone bereiken Overige Std. Gesplitst Gesplitst, hoog bereik
3-15
(S,M)
0,5-30
(M)
3-27
(M)
6-30
(M)
5-25
(M)
0,5-6
(S,M)
0,5-18
(S,M)
3-9
(S,M)
9-15
(S,M)
0,5-15
(S,M)
15-30
(M)
15-27
(M)
6-18
(S,M)
18-30
(M)
5-15
(S,M)
15-25
(M)
4-20 n n n n n DnD D nU U nUnU
4-12
12-20
n
n
n n
J
n
J
n
J
D
D
n
J
D
D
D
D
n
J
U
n
U
n
n
n
U
n
n
n
U
n
4-8
8-12
12-16
16-20
n
n
J
J
n
n
J
J
n
n
J
J
n
n
n
J
n
n
J
J
n
n
J
J
S=Unit met standaardprestatie
M=Unit met hoger bereik
n=Verkrijgbaar met directe of omgekeerde werking
D=Alleen verkrijgbaar met directe werking
J=Verkrijgbaar, maar als de gewenste kalibratie niet kan worden verkregen door afstelling van de nul/bereikschroeven, kan verstellen van de Hi/Lo jumper op de unit vereist zijn. De jumper
bevindt zich op de printplaat en staat doorgaans op Hi. Door de hoofdmodule los te koppelen en de jumper naar Lo te verstellen, kan kalibratie in het gewenste bereik worden verkregen.
U=Moet speciaal gebouwd worden
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
18
Standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Gebruik de onderstaande procedure om een standaard uitgangsbereik van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) te verkrijgen op een
ingangssignaal van 4 tot 20 mA:
1. Verwijder de module-eindconstructie uit de behuizing. Zie Verwijderen van de module-eindconstructie in het hoofdstuk
Onderhoud voor een beschrijving van het loskoppelen van de module-eindconstructie.
2. Controleer of de unit direct werkt. Units met directe werking zijn herkenbaar aan de groene printplaat. Zie Werking onder de
kop Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor nadere informatie over units met directe werking.
3. Zet de bereiksjumper op de stand Hi voor een hoog bereik. In afbeelding 18 ziet u de standen van de jumper op de printplaat.
4. Installeer de module-eindconstructie weer in de behuizing. Zie Installeren van de module- eindconstructie in het hoofdstuk
Onderhoud voor een beschrijving van het vastkoppelen van de module- eindconstructie.
5. Sluit de luchttoevoer aan op de luchttoevoerpoort.
6. Sluit een nauwkeurige uitgangsindicator aan op de uitgangssignaalpoort.
7. Controleer of er op de uitgangsmeterpoort een uitgangsmeter of schroefplug is geïnstalleerd. Voor units die zonder
uitgangsmeter worden verzonden, wordt een schroefplug meegeleverd.
8. Verwijder het deksel van de klemmenblokruimte.
9. Sluit de positieve (+) draad van de stroombron (of spanningsbron) aan op de positieve pool (+) op het klemmenblok en sluit de
negatieve (-) draad van de stroombron (draad van 250 ohm weerstand) aan op de negatieve pool (-) van het klemmenblok. Zie
afbeelding 9.
KENNISGEVING
Overmatige stroom kan de omvormer beschadigen. Sluit geen ingangsstroom van meer dan 100 mA aan op de omvormer.
10. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt. De
uitgang neemt toe naarmate de nulschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
11. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt. De uitgang neemt toe naarmate de instelschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
12. Herhaal stappen 10 en 11 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Hoger bereik: volledig ingangsbereik, directe werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
N.B.
Neem contact op met uw verkoopkantoor van Emerson voor de kalibratie van multi-bereikeenheden met een gesplitst-bereik
ingang.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
19
Gebruik de onderstaande procedure met een unit met hoger bereik om de gewenste uitgangsbereik voor directe werking voor een
ingangssignaal van 4 tot 20 mA te verkrijgen:
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u de gewenste ondergrens van het uitgangsbereik
hebt verkregen. De ondergrens hoort tussen 0,03 en 0,6 bar (0.5 en 9.0 psi) te liggen. De uitgang neemt toe naarmate de
nulschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
3. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u de gewenste
bovengrens van het uitgangsbereik hebt verkregen. Het bereik hoort ten minste 0,4 bar (6.0 psi) te bedragen. De maximale
bovengrens is 2,0 bar (30.0 psi). De uitgang neemt toe naarmate de instelschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Standaardprestatie: gesplitst ingangsbereik, directe werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Ingangssignaal van 4 tot 12 mA
Gebruik de onderstaande kalibratieprocedure om een uitgangsbereik van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) te verkrijgen voor een
ingangssignaal van 4 tot 12 mA:
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Ingangssignaal van 12 tot 20 mA
Gebruik de onderstaande kalibratieprocedure om een uitgangsbereik van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) te verkrijgen voor een
ingangssignaal van 12 tot 20 mA:
N.B.
Er kan binnen dit bereik enige bereik-interactie met nul plaatsvinden: de onderstaande stappen compenseren dit.
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
4. Behoud de ingang van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt. Het zal
soms niet mogelijk zijn de unit zo laag te verstellen: ga in dat geval naar stap 7.
5. Als de uitgang in stap 4 0,2 bar (3.0 psi) bereikt, legt u een ingang van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en kijkt u naar de fout (het
verschil tussen de daadwerkelijk gemeten waarde en 15,0 psi). Verstel het bereik door middel van de instelschroef met factor 2
ter correctie van de fout. Bijvoorbeeld: als de gemeten waarde 0,9 bar (14.95 psi) is, verstelt u het bereik door middel van de
instelschroef om een uitgang van 1,1 bar (15.05 psi) te verkrijgen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
20
6. Herhaal stappen 4 en 5 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
7. Schakel de luchttoevoer uit. Verwijder de module-eindconstructie uit de behuizing. Zet de bereiksjumper op de stand Lo voor
het lage bereik (zie afb. 18). Installeer de module-eindconstructie weer op zijn plaats. Schakel de luchttoevoer in.
8. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
9. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en let op de fout (het verschil tussen de daadwerkelijk gemeten waarde en
15,0 psi). Verstel het bereik door middel van de instelschroef met factor 2 ter correctie van de fout. Bijvoorbeeld: als de
gemeten waarde 0,9 bar (14.95 psi) is, verstelt u het bereik door middel van de instelschroef om een uitgang van 1,1 bar
(15.05 psi) te verkrijgen.
10. Herhaal stappen 8 en 9 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Standaardprestatie: volledig ingangsbereik, omgekeerde werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Gebruik de onderstaande procedure op units met omgekeerde werking om een uitgangsbereik van 1,0 tot 0,2 bar (15 tot 3 psi) te
verkrijgen op een ingangssignaal van 4 tot 20 mA:
1. Voer stap 1 t/m 9 uit onder Standaardprestatie: volledige ingangbereik, directe werking, behalve voor stap 2. Controleer in
plaats van stap 2 of de eenheid in omgekeerde richting werkt. Eenheden met omgekeerde werking zijn herkenbaar aan de
blauwe printplaat. Zie Werking onder het kopje Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor meer informatie over eenheden
met omgekeerde werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Hoger bereik: volledig ingangsbereik, omgekeerde werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
N.B.
Neem contact op met uw verkoopkantoor van Emerson voor de kalibratie van multi-bereikeenheden met een gesplitst-bereik
ingang.
Gebruik de onderstaande procedure met een unit met hoger bereik om het gewenste uitgangsbereik voor omgekeerde werking
voor een ingangssignaal van 4 tot 20 mA te verkrijgen:
1. Voer stap 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure uit onder Standaardprestatie: volledig ingangbereik, directe werking, behalve voor
stap 2. Controleer in plaats van stap 2 of de eenheid in omgekeerde richting werkt. Eenheden met omgekeerde werking zijn
herkenbaar aan de blauwe printplaat. Zie Werking onder het kopje Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor meer informatie
over eenheden met omgekeerde werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u de gewenste bovengrens van het uitgangsbereik
hebt verkregen. Het 4 mA-punt hoort tussen 0,6 en 2,0 bar (9.0 en 30.0 psi) te liggen. De uitgang neemt toe naarmate de
nulschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
21
3. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u de gewenste
ondergrens van het uitgangsbereik hebt verkregen. Het bereik hoort ten minste 0,7 bar (11.0 psi) te bedragen. De ondergrens
voor het 20 mA-punt hoort 0,03 bar (0.5 psi) te bedragen. De uitgang neemt toe naarmate de instelschroef verder rechtsom
wordt gedraaid.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Standaardprestatie: gesplitst ingangsbereik, omgekeerde werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Ingangssignaal van 4 tot 12 mA
Gebruik de onderstaande procedure op units met omgekeerde werking om een uitgangssignaal van 1,0 tot 0,2 bar (15 tot 3 psi) te
verkrijgen op een ingangssignaal van 4 tot 12 mA:
1. Voer stap 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure uit onder Standaardprestatie: volledig ingangbereik, directe werking, behalve voor
stap 2. Controleer in plaats van stap 2 of de eenheid in omgekeerde richting werkt. Eenheden met omgekeerde werking zijn
herkenbaar aan de blauwe printplaat. Zie Werking onder het kopje Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor meer informatie
over eenheden met omgekeerde werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Ingangssignaal van 12 tot 20 mA
Gebruik de onderstaande procedure op units met omgekeerde werking om een uitgangssignaal van 1,0 tot 0,2 bar (15 tot 3 psi) te
verkrijgen op een ingangssignaal van 12 tot 20 mA:
N.B.
Er kan binnen dit bereik enige bereik-interactie met nul plaatsvinden: de onderstaande stappen compenseren hiervoor.
1. Voer stap 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure uit onder Standaardprestatie: volledig ingangbereik, directe werking, behalve voor
stap 2. Controleer in plaats van stap 2 of de eenheid in omgekeerde richting werkt. Eenheden met omgekeerde werking zijn
herkenbaar aan de blauwe printplaat. Zie Werking onder het kopje Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor meer informatie
over eenheden met omgekeerde werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
4. Behoud de ingang van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt. Het
zal soms niet mogelijk zijn de unit zo hoog te verstellen: ga in dat geval naar stap 7.
5. Als de uitgang 15,0 psi bereikt in stap 4, legt u een ingangssignaal van 20 mA aan en verstelt u het bereik door middel van de
instelschroef totdat u een uitgang van 3,0 psi verkrijgt. Stuur een signaal van 20 mA (Vm = 5,0 V) aan en let op de fout (het
verschil tussen de daadwerkelijk gemeten waarde en 3,0 psi). Verstel het bereik door middel van de instelschroef met factor 2
ter correctie van de fout. Bijvoorbeeld: als de gemeten waarde 2,95 psi is, verstelt u het bereik door middel van de instelschroef
om een uitgang van 3,05 psi te verkrijgen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
22
6. Herhaal stappen 4 en 5 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
7. Als de 12,0 mA (Vm = 3,0 V) niet op 1,0 bar (15.0 psi) kan worden ingesteld in stap 4, schakelt u de luchttoevoer uit. Verwijder
de module-eindconstructie uit de behuizing. Zet de bereiksjumper op Lo voor het lage bereik (zie fig. 18). Installeer de
module-eindconstructie weer op zijn plaats. Schakel de luchttoevoer in.
8. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
9. Stuur een signaal aan van 20 mA (Vm = 5,0 V) en noteer de afwijking (de feitelijke meetwaarde versus 3,0 psi). Stel de
spanschroef bij voor een overcorrectie van de afwijking met een factor twee. Wanneer bijvoorbeeld de meetwaarde 2,95 psi is,
stelt u de spanschroef bij om een uitgang te bereiken van 3,05 psi.
10. Herhaal stappen 8 en 9 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Transport van de module-eindconstructie
Met deze omvormer kan de module-eindconstructie worden verwijderd terwijl de behuizing geïnstalleerd blijft. Als de omvormer
niet goed werkt, kan de defecte module ter plaatse door een goed werkende module-eindconstructie worden vervangen.
Nadat de omvormer in de werkplaats gekalibreerd is, kan de module-eindconstructie uit de behuizing verwijderd worden. Wanneer
het bereik- en nulschroeven zijn losgehaald, zal dit een minimaal effect op het gekalibreerde bereik hebben. De gekalibreerde
module kan nu naar de werkvloer gebracht worden. Pas op dat de potmeters voor bereik en nul niet van hun gekalibreerde
positie komen.
Werkingsprincipe
De volgende alinea's beschrijven de functionele onderdelen van de 846. Afbeelding 10 toont het blokschema.
Afbeelding 10. Blokschema van functionele onderdelen
INGANGSSIGNAAL VAN
4 TOT 20 mA
ELEKTRONISCH CIRCUIT
MAGNETISCHE ACTUATOR
PILOOTEENHEID
VERSTERKINGSEENHEID
ELEKTRONISCHE
DRUKSENSOR
NAAR 3 TOT 15 PSI UITGANG
KLEPACTUATOR
A6324-1
Elektronisch circuit
Tijdens bedrijf wordt het ingaande stroomsignaal ontvangen door het elektronisch circuit van de omvormer en vergeleken met de
uitgangsdruk van de versterkingseenheid. Een elektronische druksensor maakt deel uit van het elektronisch circuit en bewaakt de
uitgang van de versterkingseenheid.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
23
Het druksignaal vanaf de sensor wordt doorgeleid naar een eenvoudig inwendig controlecircuit. Met behulp van deze techniek
wordt de prestatie van de omvormer door de combinatie van sensor en circuit bepaald. Wijzigingen in de uitgaande belasting
(lekken), variaties in de toevoerdruk en zelfs componentslijtage worden geregistreerd en gecorrigeerd door de
sensor/circuitcombinatie. Met deze elektronische feedback zijn zeer precieze dynamische prestaties mogelijk en worden
wijzigingen in het uitgevoerde signaal als gevolg van trillingen direct gecompenseerd.
N.B.
Omdat de omvormer van nature elektronisch is, fungeert hij in de stroomkring niet goed als eenvoudige weerstand in serie met
een inductor. Hij kan beter beschouwd worden als 50-ohm weerstand in serie met een spanningsval van 6,0 V en verwaarloosbare
inductantie.
Dit is belangrijk bij de berekening van de kringweerstand. Wanneer de omvormer in serie wordt gebruikt met een
microprocessor-transmitter, zorgt de niet-inductieve aard van de omvormer er voor dat digitale signalen onvertekend
worden doorgegeven.
Magnetische actuator
Het elektronisch circuit regelt de hoeveelheid stroom die door de actuatorspoel (in de piloot/actuatorconstructie) loopt. Het
elektronisch circuit zorgt voor een verandering in de spoelstroom wanneer het een verschil constateert tussen de door de sensor
gemeten druk en de door het ingangssignaal vereiste druk.
De actuator zet de elektrische energie (stroom) om in beweging. Hij gebruikt een coaxiaal bewegend magneetontwerp voor
maximaal efficiënte werking met sterke demping van de mechanische resonantie. Een membraan van siliconenrubber helpt de
ruimten tussen de werkende magneten tegen verontreiniging beschermen.
Pilooteenheid
De pilooteenheid bevat twee tegenover elkaar aangebrachte tuiten: de toevoertuit en de ontvangende tuit. Het bevat tevens
de deflector, het bewegende element. Zie afbeelding 11 en 12. De toevoertuit is verbonden met de toevoerlucht en levert een
luchtstroom op hoge snelheid. De ontvangende tuit vangt de luchtstroom op en zet deze om in druk. De druk in de ontvangende
tuit vormt de uitgangsdruk van de pilooteenheid.
Afbeelding 11. Werking van de deflector en tuiten op de pilooteenheid (directe werking)
HOGE UITGANGSDRUK
DRUK NAAR
VERSTERKINGSEENHEID
GEREGELDE LUCHTTOEVOER
LAGE UITGANGSDRUK
WEGGELEIDE TUITSTROOM
DRUK NAAR
VERSTERKINGSEENHEID
GEREGELDE LUCHTTOEVOER
A6645
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
24
Om de uitgangsdruk van de pilooteenheid te variëren, wordt de snelle luchtstroom van de ontvangende tuit weggeleid door de
deflector, een rond, aerodynamisch lichaam tussen de twee tuiten.
Als reactie op een verandering in de stroom van de actuatorspoel wordt de deflector tussen de tuiten bewogen. Er is een recht
evenredig verband tussen de spoelstroom en de uitgangsdruk van de pilooteenheid. Voor units met directe werking bevindt de uit-
of failsafe-positie boven op de deflector zich bij het midden van de stroom, resulterend in een uitgangsdruk van de pilooteenheid
van bijna nul. Wanneer de spoel energie krijgt, wordt de deflector uit de luchtstroom getrokken.
Voor units met omgekeerde werking ligt de uit- of failsafe-positie van de deflector geheel buiten de luchtstroom. Het resultaat is
maximale uitgangsdruk van de pilooteenheid. Wanneer er stroom wordt aangelegd op de spoel, komt de deflector in de stroom,
wat resulteert in een afname in de uitgangsdruk van de pilooteenheid.
De deflector is vervaardigd van wolfram-carbide, en de tuiten zijn van 316 roestvast staal. De tuiten hebben een grote opening van
0,41 mm (0.016 in.), wat een goede weerstand tegen verstopping biedt.
Afbeelding 12. Detail van pilooteenheid met deflector/tuit
W6287
Versterkingseenheid
De druk in de ontvangende tuit bestuurt de versterkingseenheid, die een schotelklep omvat. Wanneer de druk in de ontvangende
tuit toeneemt, wordt de schotelklep in de versterkingseenheid versteld, wat resulteert in een toename in het uitgangssignaal van
de omvormer. Een afname van de druk in de ontvangende tuit verstelt de schotelklep in de versterkingseenheid zodat er afvoer
plaatsvindt en het uitgangssignaal wordt verlaagd.
De versterkingseenheid werkt met een 3:1- drukversterking van de pilooteenheid. De mogelijkheid van een hoge flow wordt
verkregen door het schotelklepontwerp met groot stroomoppervlak en inwendige poorten met lage stromingsweerstand.
Het ontwerp van de versterkingseenheid zorg voor uitstekende stabiliteit in toepassingen met sterke trilling, en de
schotelkleptechnologie voorkomt verstopping.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
25
Probleemoplossing
Dankzij het modulaire ontwerp en de duidelijk onderscheidbare subcomponenten van de 846 zijn probleemoplossing en reparatie
snel en eenvoudig. Dit hoofdstuk bevat informatie over de diagnosefuncties en procedures voor het oplossen van problemen met
de modellen, zowel op de werkvloer als in de werkplaats.
Diagnostiekfuncties
Als een regelkring niet goed werkt en de oorzaak van de storing niet is bepaald, kunnen twee aspecten van de omvormer gebruikt
worden om te bepalen of de storing bij de omvormer ligt: de afblaaspoort en de functie Remote Pressure Reading.
Afblaaspoort
Met de afblaaspoort kan de omvormeruitgang snel verhoogd worden, wat een ruwe indicatie van de functie van de unit geeft. Via
een opening in de modulekap wordt de overtollige lucht van de pilooteenheid constant afgevoerd. Als de opening wordt afgedicht,
neemt de druk bij de ontvangende tuit van de pilooteenheid toe, wat op zijn beurt leidt tot een verhoging van de uitgang. De
uitgangsdruk stijgt tot op 2 psi van de toevoerdruk, zowel voor directe als voor omgekeerde werking. Als de uitgangsdruk niet tot
deze waarde stijgt, kan dat betekenen dat de toevoerlucht de pilooteenheid niet bereikt of dat een van de tuiten van de
pilooteenheid verstopt is.
N.B.
Als deze diagnosefunctie van de afblaaspoort niet gewenst is, kan de omvormer geleverd worden met een optionele kap met
meerdere afblaaspoorten (zie afb. 4). In dat geval kan de uitgang niet door afdekking van de afblaaspoort verhoogd worden.
Remote Pressure Reading (RPR)
Remote Pressure Reading (RPR) is een optionele diagnostiekfunctie waarmee de gebruiker op elke willekeurige plaats in het pad
van de signaaldraad de uitgangsdruk kan bepalen. Voor probleemoplossing van de kring kan de gebruiker op deze wijze de werking
van de omvormer op afstand controleren.
Er wordt een frequentiesignaal dat recht evenredig is met de uitgangsdruk over de ingangssignaalkring aangelegd. Het
frequentiebereik van de RPR-functie is 0 tot 10.000 Hz.
Een jumper op de printplaat activeert de functie Remote Pressure Reading. Het hoofdstuk Onderhoud bevat instructies voor het
afstellen van de jumper. De jumper (zie afb. 18) heeft twee standen: N voor AAN en D voor UIT. Bij levering staat de RPR-jumper op
N (AAN) tenzij anders gespecificeerd.
Gebruik van een frequentieteller voor uitlezing van het RPR-signaal
Voor het op afstand aflezen van de druk kan een frequentieteller worden gebruikt. Op de frequentieteller wordt de
uitgangsfrequentie voor het RPR-signaal weergegeven. Deze kan worden omgerekend in de uitgangsdruk volgens een eenvoudige
lineaire wiskundige formule, zoals hieronder weergegeven. In afbeelding 13 ziet u de draadverbindingen.
Opmerkingen
Het frequentiesignaal van de Remote Pressure Reading (RPR) heeft een amplitude van 0,4 tot 1,0 V piek-tot-piek. Als er andere ruis
(frequentie) met een vergelijkbare of grotere amplitude op de lijn is, kan dit het RPR frequentiesignaal onleesbaar maken.
De volgende procedure geldt voor 846-omvormers die vanaf maart 2015 zijn vervaardigd. Neem contact op met het
verkoopkantoor van Emerson voor informatie over het aflezen van het RPR-signaal voor producten die voor deze datum zijn
aangeschaft.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
26
1) Stel de frequenties bij nul en de meetbreedtedruk vast.
2) Bereken m aan de hand van vergelijking (2).
3) Bereken b door m, de begindruk en de beginfrequentie in te vullen
in vergelijking (1).
4) Vul m en b in vergelijking (1) in om de omrekenformule te bepalen.
Procedure
(1) P = m(p) + b
P = druk
p = frequentie
(2) m = P2 - P1
p2 - p1
Vergelijkingen
Voorbeeld
1)
2)
3)
4)
P1 = 3 psig p1 = 6000 Hz
P2 = 15 psig p2 = 9000 Hz
m = =
15 - 3 12
9000-6000 3000
3 = (6000) + b
12
3000
b = 3-24
b = -21
P = (p) - 21
12
3000
Afbeelding 13. Bedrading voor de frequentieteller
CONTROLLER
VOEDING
FREQUENTIE-
TELLER
TESTPENNEN
POSITIEF
NEGATIEF
AARDE
B2466
Probleemoplossing tijdens bedrijf
Er kunnen een aantal eenvoudige controles van de omvormer uitgevoerd worden terwijl deze in bedrijf is. Afbeelding 14 toont een
stroomschema voor probleemoplossing.
1. Controleer of de modulekap goed is aangedraaid. De kap moet met de hand worden aangedraaid en dan nog 1/4 tot 1/2 slag
aangedraaid worden (24 tot 27 Nm) (18 tot 20 ft lbf).
2. Controleer de algemene werking van de unit door de eerder in dit hoofdstuk beschreven diagnosefuncties te gebruiken.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
27
Afbeelding 14. Stroomschema voor probleemoplossing op de werkvloer
N.B.:
CONTROLEER DE WERKING VAN DE KRING NA DE LAATSTE CORRECTIE. START DE PROCEDURE VOOR
PROBLEEMOPLOSSING OPNIEUW ALS DE KRING NIET IN ORDE IS.
ZIE “INSTALLEREN VAN DE MODULE-EINDCONSTRUCTIE“ IN HOOFDSTUK 6.
1
PROBLEEMOPLOSSING
VANUIT DE REGELKAMER PROBLEEMOPLOSSING
OP DE WERKVLOER
C0789
CONTROL-
LER REPARE-
REN
START
NIET
OK CONTROLLER
STROOM
RPR AAN
OK
NEE
NEE
JA
FREQUENTIE DETECTEREN
JA
NIET
OK
OK
INSTRUMENT REPAREREN
OF VERVANGEN NIET
OK TESTINSTRUMENT
CONTROLEREN
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK OK
OKOK
NIET
OK
NIET
OK NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK
NIET OK
NIET
OK
NIET OK
OK
OK
OK
OK
OK
NIET OK
NIET OK NIET OK
OK OK
OK
OK
NIET
OK
NIET
OK
NIET
OK
ONDERHOUD
LUCHTLEIDINGEN
VERRICHTEN
BELASTINGSVOLUME
VERGROTEN
ONDERHOUD KLEP,
STELLER OF ANDER
ONTVANGEND
INSTRUMENT VERRICHTEN
LUCHTLEIDINGEN NAAR
KLEP OF STELLER
CONTROLEREN
BELASTINGSVOLUME
GROTER DAN 33 CC
REPARATIE
VOLTOOID
INGANGSSTROOM
INSTELLEN OP
100%
INGANGSSTROOM
INSTELLEN OP 0%
NUL AFSTELLEN
REPARATIE
VOLTOOID
BEREIK
BIJSTELLEN
KRINGWERKING
CONTROLEREN
CONTROLEREN
OF ORING GOED
OP MODULE EN
MODULEKAP IS
GEPLAATST
SLAG EN UIT-
LAATPOORT VRIJ
MODULE REPAREREN
OF VERVANGEN
REGULATORSET
CONTROLEREN
REGULATORSET
VERVANGEN
CONTROLEREN
OF ORING GOED
OP MODULE EN
MODULEKAP IS
GEPLAATST
POORTEN
SCHOONMAKEN
LUCHTTOEVOER
NAAR I/P
CONTROLEREN
LUCHTTOEVOER
NAAR REGELAAR
CONTROLEREN
ZORGEN VOOR
GOEDE LUCHTTOEVOER
NAAR REGELAAR
DOORVOER
CONTROLEREN
(KORTGESLOTEN
OF VERBROKEN)
KLEMMENBLOK
VERWIJDEREN
EN VOEDEN MET
STROOMBRON
OP WERKVLOER
KLEMMENBLOK
VERVANGEN
BEHUIZING
VERVANGEN
PROBLEMATISCHE
COMPONENT
REPAREREN
VELDBEDRADING
REPAREREN
KAP AANDRAAIEN
ANDERE
COMPONENTEN
IN KRING
CONTROLEREN
MODULE
VERVANGEN EN
SPANNING
OPNIEUW
CONTROLEREN
KAP I/PMODULE
1/4 TOT 1/2 SLAG
VOORBIJ
HANDVAST
STROOM NAAR I/P
SPANNING
OVER I/P
UITGANG
AANSTUREN MET
AFBLAASPOORT KRINGWERKING
CONTROLEREN
RPRFREQUENTIE
3. Stel vast dat de filterregelaar niet met water of olie gevuld is en dat de toevoerlucht de unit bereikt. De luchttoevoerdruk moet
ten minste 0,2 bar (3 psi) hoger zijn dan de maximale gekalibreerde uitgangsdruk.
4. Overtuig u ervan dat er geen grote lekken zijn in de uitgangssignaalleiding of van de uitgangsmeterpoort.
5. Stel vast dat er geen obstructies zijn en dat de schermen in de afblaaspoort en de uitlaatpoort schoon zijn.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
28
WAARSCHUWING
Bij een onvoldoende bewaakt proces kan persoonlijk letsel of materiële schade optreden. Controleer voordat u het
moduledeksel losschroeft of het proces correct wordt bewaakt en of de naar de omvormer toegevoerde perslucht is
uitgezet en wordt afgeblazen. Bij het losschroeven van het moduledeksel wordt de voeding vanaf de elektronica
onderbroken en worden de luchtboringen voor toevoer en aansturing verbonden met de buitenlucht; het uitgangssignaal
wordt dan 0,0 psi.
WAARSCHUWING
Brand of explosies kunnen persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken. In een explosiegevaarlijke omgeving moet u
de stroom uitschakelen en de lucht-toevoer naar de omvormer uitschakelen voordat u het deksel van de klemmenruimte of
module verwijdert. Nalatigheid in deze kan resulteren in elektrische vonken of een explosie.
6. Verwijder zo nodig de dekselvergrendeling en schroef om toegang tot het deksel van de klemmenruimte te verkrijgen.
7. Verwijder het deksel van de klemmenruimte (zie Waarschuwing boven) en gebruik een milliampèremeter of een digitale
voltmeter om te controleren of de juiste ingangsstroom op de omvormer is aangelegd.
8. Verwijder het deksel van de klemmenruimte (zie Waarschuwing boven) en sluit de kring over de positieve (+) en negatieve (-)
pool kort om de uitgang te controleren. De uitgang hoort vrijwel 0 psi te zijn. Als de uitgang niet 0 psi is, moet u de
module-eindconstructie vervangen.
9. Verwijder het deksel van de klemmenruimte (zie Waarschuwing boven) en meet met een digitale voltmeter de spanning tussen
de positieve (+) en negatieve (-) pool van de omvormer. De spanning moet 6,0 tot 8,2 V bedragen. Een lagere spanning kan
wijzen op kortsluiting in de ingangsbedrading of op een defecte controller. Geen spanning kan betekenen dat er een circuit in
de regelkring verbroken is. Een spanning van meer dan 8,5 volt duidt op een probleem met de omvormer, een defecte of
gecorrodeerde verbinding op de omvormer of een overspanningssituatie. Installeer de module-eindconstructie weer op zijn
plaats. Als de spanning nog steeds niet binnen het juiste bereik (6,0 tot 8,2 V) valt, verwijdert u het klemmenblok en de
aansluitingsplaat van het klemmenblok. Leg stroom aan op de elektrische doorvoerdraden. (Let op de polariteit van de
doorvoerdraden, zie afb. 21.) Meet de spanning opnieuw. Als de spanning binnen het juiste bereik valt, vervangt u het
klemmenblok en de aansluitingsplaat van het klemmenblok. Als de spanning nog steeds niet binnen het juiste bereik valt,
vervangt u de behuizing.
10. Tref voorbereidingen om de module-eindconstructie uit de behuizing te verwijderen of de omvormer van de montagebeugel
los te halen. Zie Module- eindconstructie in het hoofdstuk Onderhoud voor instructies voor het verwijderen van de
module-eindconstructie uit de modulebehuizing.
WAARSCHUWING
Bij een onvoldoende bewaakt proces kan persoonlijk letsel of materiële schade optreden. Controleer voordat u het
moduledeksel losschroeft of het proces correct wordt bewaakt en of de naar de omvormer toegevoerde perslucht is
uitgezet en wordt afgeblazen. Bij het losschroeven van het moduledeksel wordt de voeding vanaf de elektronica
onderbroken en worden de luchtboringen voor toevoer en aansturing verbonden met de buitenlucht; het uitgangssignaal
wordt dan 0,0 psi.
Wanneer de module-eindconstructie uit de behuizing is verwijderd, kunt u de volgende controles uitvoeren.
1. Controleer of de Remote Pressure Reading jumper (wanneer aanwezig) en de bereikjumper in de juiste stand staan. Zie
Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud en zie afbeelding 18 voor de plaats van deze jumpers en instructies voor de instelling.
2. Controleer de positie en toestand van de drie O-ringen van de module, om te zien of de afdichting goed is.
3. Controleer of de O-ring goed in de groef op het platte vlak van de modulekap is geplaatst. Zie afbeelding 21 voor een exploded
view.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
29
4. Controleer de poorten op de module-eindconstructie om te zien of er misschien grote hoeveelheden verontreinigingen in de
omvormer zijn binnengedrongen.
Ontkoppel voordat u de volgende controles verricht eerst de twee signaaldraden van de omvormer en zorg dat de
module-eindconstructie uit de behuizing verwijderd is.
1. Controleer met een ohmmeter de elektrische verbindingen in de klemmenruimte van de behuizing. Het circuit hoort tussen de
positieve (+) en negatieve (-) pool te zijn verbroken. Is dat niet het geval, dan moet u de behuizing of het klemmenblok en de
aansluitingsplaat vervangen.
2. Gebruik een draadjumper om de twee elektrische doorvoerdraden in de moduleruimte te verbinden. De weerstand tussen de
positieve (+) en negatieve (-) pool in de klemmenruimte hoort 10 ohm te zijn. Is dat niet het geval, controleer dan de elektrische
doorvoerdraden op kortsluiting of verbroken circuits. Vervang de behuizing als u een kortgesloten of onderbroken circuit
aantreft.
3. Met de jumper op de elektrische doorvoerdraden zoals hierboven beschreven sluit u de ohmmeter aan op de positieve (+) of
negatieve (-) pool en het aardpunt. Het circuit hoort verbroken te zijn. Is dat niet het geval, dan controleert u op kortsluiting
naar de behuizing.
4. Neem de module van de modulekap en inspecteer de piloot/actuatorconstructie op schade of verstopping.
Het verrichten van de voorgaande stappen voor probleemoplossing kan op de werkvloer soms moeilijk zijn. Het is het beste om het
modulaire ontwerp van de 846 te benutten door een gekalibreerde module-eindconstructie als reserve achter de hand te houden.
Als de module-eindconstructie ter reparatie naar de werkplaats moet komen, verwijdert u hem eerst van de modulekap. Bevestig
de in reserve gehouden module-eindconstructie op de modulekap. Zie Module-eindconstructie in het hoofdstuk Onderhoud voor
complete instructies. De defecte module kan nu voor probleemoplossing naar de werkplaats gebracht worden.
Probleemoplossing in de werkplaats
Als de gehele omvormer voor probleemoplossing naar de werkplaats gebracht wordt, geldt de volgende procedure. Als alleen de
module-eindconstructie naar de werkplaats is gebracht, gebruikt u een andere 846 behuizing voor het testen. Steek de module in
de testbehuizing. Verricht de voorgaande stappen (naar vereist) uit het gedeelte Probleemoplossing op de werkvloer.
Als verdere steun bij de probleemoplossing kan de module-eindconstructie worden opgebroken in drie subconstructies. De
procedure voor probleemoplossing omvat het uitwisselen van deze subconstructies met subconstructies waarvan zeker is
dat ze werken, om te bepalen op welke subconstructie het probleem zich voordoet. De drie subconstructies zijn de piloot/
actuatorconstructie, de printplaat en de moduleconstructie. De moduleconstructie is de module-eindconstructie waarvan de
piloot/actuatorconstructie en de printplaat verwijderd zijn.
1. Verwijder de piloot/actuatorconstructie. Zie Piloot/ actuatorconstructie in het hoofdstuk Onderhoud voor complete instructies
over het verwijderen.
KENNISGEVING
Oefen bij het schoonmaken van de tuiten geen kracht uit op de deflectoras. Dat kan de uitlijning van het deflector-
asmechanisme verstoren of de as onbruikbaar maken.
KENNISGEVING
Geen oplosmiddelen met chloor gebruiken voor de piloot/actuatorconstructie. De oplosmiddelen met chloor zullen het
rubberen membraan aantasten.
a. Inspecteer de tuiten en de deflector. Als zich hierop vuil heeft vastgezet, maakt u de tuiten schoon door er voorzichtig een
draad in te steken met een diameter van ten hoogste 0,38 mm (0.015 in.). Maak de deflector zo nodig schoon door er
contactreiniger op te spuiten.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
30
b. Zorg dat de O-ringen licht met siliconenvet gesmeerd en goed geplaatst zijn.
c. Assembleer het geheel opnieuw en controleer de werking.
d. Wanneer de omvormer na reiniging niet werkt, moet de piloot-/actuatorgroep door een nieuwe worden vervangen.
e. Assembleer het geheel opnieuw en controleer de werking.
2. Verwijder de printplaat uit de module-eindconstructie. In het hoofdstuk Onderhoud wordt beschreven hoe u de printplaat
verwijdert.
a. Inspecteer de O-ringen rond de sensor op eventuele schade en vervang ze zo nodig.
b. Inspecteer de sensorpoort en de omgeving van de sensor op vervuiling en maak zo nodig schoon.
c. Assembleer het geheel opnieuw en controleer de werking.
d. Als de omvormer niet werkt, vervangt u de printplaat door een nieuwe. Zie Printplaat in het hoofdstuk Onderhoud voor
complete instructies over het verwijderen.
e. Assembleer het geheel opnieuw en controleer de werking.
3. De module-subconstructie is in de fabriek uitgelijnd en mag niet verder gedemonteerd worden. Als de bovenstaande stappen
niet resulteren in een goed werkende unit, is de module-subconstructie defect en moet deze worden vervangen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
31
Onderhoud
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste onderdelen, assemblage en demontage van 846 elektropneumatische transducers.
WAARSCHUWING
Vermijd lichamelijk letsel en materiële schade als gevolg van plotseling vrijkomen van druk of lucht:
D Draag altijd beschermende kleding, handschoenen en een veiligheidsbril bij het verrichten van
onderhoudswerkzaamheden.
D Maak eventuele leidingen of bedrading naar de actuator voor perslucht, elektrische voeding of stuursignalen los. Zorg
dat de actuator de klep niet plotseling kan openen of sluiten.
D Gebruik omloopkleppen of leg het proces helemaal stil om de klep van de procesdruk te scheiden. Laat de procesdruk
aan weerszijden van de klep af.
D Gebruik vergrendelingsprocedures om te waarborgen dat bovenstaande maatregelen van kracht blijven terwijl u aan
de apparatuur werkt.
D Informeer bij uw proces- of veiligheidsmanager over eventuele aanvullende maatregelen ter bescherming tegen
procesmedia.
WAARSCHUWING
Aanwezigheid van personeel van Emerson of een toezichthoudende instantie kan vereist zijn bij het verrichten van
onderhoud (anders dan normaal routineonderhoud zoals kalibratie) of vervangen van onderdelen van een 846-omvormer
met goedkeuring van derden. Bij de vervanging van componenten mogen alleen onderdelen worden gebruikt die de
fabriek heeft gespecificeerd. Vervanging door andere onderdelen kan de goedkeuring van de externe instantie doen
vervallen en resulteren in persoonlijk letsel of materiële schade.
Gebruik alleen de procedures en technieken voor vervanging van onderdelen die uitdrukkelijk in deze handleiding worden
beschreven. Gebruik van niet-goedgekeurde procedures en onjuiste technieken kan resulteren in reparatie van slechte
kwaliteit, kan de veiligheidsvoorzieningen van het apparaat storen en kan van invloed zijn op de prestaties van het product
en het uitgangssignaal dat voor het regelen van een proces gebruikt wordt.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
32
Module-eindconstructie
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
De actieve mechanische en elektrische componenten van de omvormer zijn opgenomen in een enkele, ter plaatse
vervangbare module: de module-eindconstructie (zie afb. 15). De elektrische verbinding tussen de klemmenruimte en
de module-eindconstructie geschiedt via elektrische doorvoerdraden die tot in de modulekamer leiden. De doorvoerdraden
worden in fittingen op de printplaat gestoken. De instelbereik- en nulschroef steken door de wand van de klemmenruimte in
de modulekamer. Ze worden met klittenband bevestigd op de bereik- en de nul-potmeter op de printplaat.
De module-eindconstructie heeft drie afzonderlijke radiale poorten. De bovenste poort is voor toevoerlucht, de middelste poort
is voor het uitgangssignaal en de onderste poort is voor de uitlaat. De poorten worden door drie O-ringen gescheiden. De twee
onderste O-ringen zijn even groot; de bovenste O-ring is iets kleiner. In tabel 4 ziet u de maten van de O-ringen.
De module-eindconstructie wordt bevestigd op de modulekap, die dient voor het plaatsen en verwijderen, en kan voor verdere
demontage van de modulekap worden losgehaald. Een O-ring op de modulekap vormt een afdichting tussen de modulekap en de
module- eindconstructie. In tabel 4 ziet u de maten van de O-ringen. Om de modulevoeten is een slipring aangebracht. Zo kan de
modulekap gemakkelijk draaien wanneer de module-eindconstructie van de behuizing wordt verwijderd.
De module-eindconstructie omvat drie primaire subconstructies (zie afb. 15). Het zijn de printplaat, de piloot/actuatorconstructie
en de moduleconstructie.
Tabel 4. Maat van de O-ringen
BESCHRIJVING AANT. MAAT
O-ringen module 1
2
043
042
O-ringen piloot/actuator 2 006
O-ringen printplaat 1
1
- - -
005
O-ring modulekap 1 238
O-ring van deksel klemmenruimte 1 238
O-ring filterregelaar 1 114
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
33
Afbeelding 15. Exploded view-tekening
Fisher 846 PRINTPLAATSCHROEVEN
PRINTPLAAT
MODULE-SUBCONSTRUCTIE
PILOOT/ACTUATOR
CONSTRUCTIE
SCHROEVEN
PILOOT/ACTUATORCONSTRUCTIE
O-RINGEN PILOOT/AC
TUATORCONSTRUCTIE
O-RINGEN
MODULE
O-RINGEN PRINTPLAAT
DEKSEL KLEMMENRUIMTE
MODULEBEHUIZING
UITLIJNMARKERING
V-GROEF
MODULE-EINDCONSTRUCTIE
V-GROEF
MODULEVOETEN
SLIPRING
O-RING
INDICATIELIP
MODULEKAP
UITLIJNNOK
MODULEKAP
DEKSELVERGRENDELING (2)
O-RING CLIP
BEVESTIGINGCLIP (2)
SCHERM AFBLAASPOORT
SPIESLEUF
C0790
1
OPMERKING:
ER ZIJN DRIE O-RINGEN VEREIST VOOR DE MODULESUBGROEP. DE BOVENSTE O‐RING IS VAN
SILICOONMATERIAAL. DE ONDERSTE TWEE O‐RINGEN ZIJN VAN NITRIEL.
1
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
34
Verwijderen van de module-eindconstructie
De module-eindconstructie wordt op de modulekap bevestigd. Door het verwijderen van de modulekap wordt de
module-eindconstructie automatisch uit de behuizing verwijderd. Wanneer de modulekap wordt losgeschroefd, worden de
elektrische doorvoerdraden en de bereik- en nulafstelling automatisch losgekoppeld. Ook de inwendige luchtpoorten worden
losgekoppeld. De luchttoevoer naar de omvormer moet worden uitgeschakeld om ongeregeld verlies van lucht via de behuizing
te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij een onvoldoende bewaakt proces kan persoonlijk letsel of materiële schade optreden. Voer de stappen uit in de
WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud voordat u het moduledeksel verwijdert, om te garanderen
dat het proces op de juiste wijze wordt bewaakt. Bij het losschroeven van het moduledeksel wordt de voeding vanaf de
elektronica onderbroken en worden de luchtboringen voor toevoer en aansturing verbonden met de buitenlucht; het
uitgangssignaal wordt dan 0,0 psi.
WAARSCHUWING
Brand of explosies kunnen persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken. In een explosiegevaarlijke omgeving moet u
de stroom uitschakelen en de luchttoevoer naar de omvormer uitschakelen voordat u het deksel van de klemmenruimte of
module verwijdert. Nalatigheid in deze kan resulteren in elektrische vonken of een explosie.
Gebruik de onderstaande stappen om de module- eindconstructie uit de behuizing en van de modulekap te verwijderen.
1. Schakel de luchttoevoer uit. Verwijder zo nodig de dekselvergrendeling en schroef om toegang tot het deksel van de
klemmenruimte te verkrijgen. Schroef de modulekap los. Wanneer de schroefdraad van de modulekap van de behuizing
isgekomen, trekt u voorzichtig aan de kap zodat de module-eindconstructie langzaam uit de behuizing komt.
N.B.
Het ontwerp van de module en de behuizing voorziet in slechts minimale speling, daarom moet u geduldig zijn wanneer u aan de
kap trekt. Het kan even duren voordat de onderdruk tussen de behuizing en de module is opgeheven. Als de module scheef komt
te zitten en niet verwijderd kan worden, steekt u hem weer helemaal in de behuizing en schroeft u de modulekap helemaal op.
Begin vervolgens opnieuw met verwijderen en let erop dat u de module langzaam en recht uittrekt.
Ondersteun zowel de modulekap als de module- eindconstructie wanneer u ze uit de behuizing trekt. Zo voorkomt u dat ze vallen
als ze per ongeluk loskomen.
LET OP
Pak de schroefdraad van de modulekap niet beet. De schroefdraad is scherp en kan licht letsel veroorzaken. Draag
handschoenen wanneer u de modulekap verwijdert.
2. Tref voorbereidingen voor het verwijderen van de module-eindconstructie van de modulekap. Zet de modulevoeten in lijn met
de twee sleuven aan de binnenkant van de kap. Kijk hiervoor naar de indicatielip op de modulekap (zie afb. 16).
Pak de modulekap met één hand beet en de module- eindconstructie met uw andere hand. Draai de module- eindconstructie
zo dat de uitlijnnok direct boven de indicatielip op de modulekap komt te liggen. In afbeelding 16 ziet u de uitlijnnok en de
indicatielip. De modulevoeten staan nu in lijn met de sleuven in de kap.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
35
3. Verwijder de module-eindconstructie van de modulekap. U doet dit door de kap vast te houden en de module-
eindconstructie in de richting van de indicatielip op de modulekap te verschuiven. Til tegelijkertijd de andere voet
van de module-eindconstructie uit de sleuf in de kap (zie afb. 17).
Afbeelding 16. Uitlijnspie boven indicatielip
modulekap
UITLIJNNOK
MODULE
INDICATIELIP
A6649
Afbeelding 17. Module-eindconstructie van de
modulekap verwijderen
A6650
Installeren van de module-eindconstructie
Gebruik de onderstaande procedure om de modulekap te bevestigen en de module-eindconstructie weer te installeren.
1. Zorg dat de printplaat en de piloot/actuatorconstructie de juiste werking hebben (direct of omgekeerd). Zie de beschrijving van
de printplaat en de werking van de piloot/actuatorconstructie later in dit hoofdstuk.
2. Controleer of de slipring op zijn plaats zit om de voeten van de module-eindconstructie. De O-ring van de modulekap wordt licht
gesmeerd met siliconenvet en in de wartel van de O-ring geplaatst. Het scherm van de afblaaspoort moet schoon zijn en op zijn
plaats zitten.
N.B.
De O-ring van de modulekap moet in de O-ringwartel geplaatst zijn, niet op de schroefdraad van de kap. Dit zorgt voor goede
afdichting van het pilootdrukgedeelte.
3. Plaats de bevestigingclips zo in de modulekap dat ze de voeten van de module-eindconstructie kunnen ontvangen. Zorg dat de
bladen van de bevestigingclips omhoog staan. In afbeelding 15 ziet u de juiste oriëntatie.
4. Steek een van de modulevoeten in een sleuf in de kap en druk op de module-eindconstructie om de bevestigingclip in te
drukken. Steek de andere voet in de tegenoverliggende sleuf in de kap en draai de module 90 graden in de modulekap om
hem op zijn plaats vast te zetten.
5. Zorg dat de drie O-ringen van de module in de O-ringwartels liggen en licht met siliconenvet gesmeerd zijn. Inspecteer de
O-ringen om te zien of ze niet misschien verdraaid of uitgerekt zijn.
6. Breng smeermiddel aan op de schroefdraad van de modulekap om de montage te vergemakkelijken.
7. Tref voorbereidingen om de module in de behuizing te steken. Zet de V-groef op de module-eindconstructie in lijn met het
merkteken op het naamplaatje. De uitlijnnok staat dan in lijn met de sleuf. In afbeelding 15 ziet u de plaats van de V-groef en het
merkteken.
8. Steek de module in tot de schroefdraad van de modulekap pakt en schroef de modulekap op zijn plaats. De
module-eindconstructie maakt automatisch de verbinding met de elektrische doorvoerdraden en de instelbereik-
en de nulschroef.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
36
9. Draai de modulekap met de hand zo ver mogelijk aan. Gebruik een sleutel of de schacht van een lange schroevendraaier
om de modulekap vervolgens nog 1/4 tot 1/2 slag (24 tot 27 Nm) (18 tot 20 ft lbf) aan te draaien. Voor units met de
ATEX/IECEx-goedkeuring voor explosieveiligheid controleert u of de kapvergrendeling en de schroef goed zijn aangebracht.
Voor de schroef is een zeskantige inbussleutel van 3 mm vereist.
N.B.
Wanneer de modulekap wordt aangedraaid, wordt de verbinding met de elektrische doorvoerdraden en de instelbereik- en
nulschroef gemaakt en komen de O-ringen van de module- eindconstructie op hun plaats. Als de modulekap niet voldoende
wordt aangedraaid, zal de omvormer soms niet goed werken.
Printplaat
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
De printplaat is boven op de module-eindconstructie aangebracht (zie afb. 15). De druksensor is permanent op de onderkant van
de printplaat aangebracht. Twee jumpers op de printplaat regelen de diverse functies van de omvormer. In afbeelding 18 ziet u de
plaats van deze jumpers.
Afbeelding 18. Stand van de jumpers op de printplaat
RPR AAN
RPR UIT
HOOG
BEREIK
LAAG BEREIK
A6652
Jumper van de optionele Remote Pressure Reading (RPR)
Remote Pressure Reading (RPR) is een optionele diagnostiekfunctie waarmee de operator overal in het pad van de signaaldraad het
uitgangssignaal van de transducer kan bepalen. De transducer genereert een frequentiesignaal dat met een frequentieteller kan
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
37
worden opgevangen. Gebruik van de RPR-functie wordt geselecteerd met een jumper op units met deze optie. De RPR-functie is
geactiveerd als de jumper op de printplaat op stand N staat. Als de jumper op stand D staat, is de RPR-functie niet geactiveerd. Als
de RPR-functie is besteld, wordt de transducer geleverd met de RPR-jumper op N, tenzij anderszins vermeld. Zie voor nadere
informatie over de RPR-functie 'Remote Pressure Reading (RPR)' in het hoofdstuk Probleemoplossing.
N.B.
Wanneer 846 omvormers in serie worden gebruikt, kan slechts een van de units voor Remote Pressure Reading worden
geconfigureerd. Activering van de RPR-functie op twee units resulteert in een onbruikbaar RPR-signaal.
Bereiksjumper
De stand van de bereiksjumper is afhankelijk van de gespecificeerde kalibratie. Alle kalibraties met vol bereik en sommige
kalibraties met gesplitst bereik kunnen verricht worden met de bereiksjumper op de stand voor hoog bereik. Voor sommige
kalibraties met gesplitst bereik moet de jumper op de stand voor laag bereik staan. Raadpleeg voor meer informatie over de
bereiksjumper Standaardprestatie: Gesplitst ingangsbereik, directe werking in het hoofdstuk Werkingsprincipe.
Werking
Bij eenheden met directe werking verandert de uitgang recht evenredig met de bijbehorende verandering in de ingang. Wanneer
bijvoorbeeld de ingang toeneemt van 4 tot 20 mA, neemt de uitgang toe van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi). Printplaten met directe
werking zijn groen.
Bij eenheden met omgekeerde werking verandert de uitgang omgekeerd evenredig met de verandering in de ingang. Wanneer
bijvoorbeeld de ingang toeneemt van 4 tot 20 mA, neemt de uitgang af van 1,0 tot 0,2 bar (15 tot 3 psi). Printplaten met
omgekeerde werking zijn blauw.
Als de ingangsstroom uitvalt of de ingangsstroom tot onder 3,3 $0,3 mA daalt, neemt de uitgang van de unit met directe werking
af tot minder dan 0,1 bar (1 psi). In hetzelfde geval neemt de uitgang van de unit met omgekeerde werking toe tot net onder de
toevoerdruk.
Verwijderen van de printplaat
De printplaat is met vijf schroeven op de module- eindconstructie aangebracht. De printplaat moet worden verwijderd om de
druksensor eronder te kunnen inspecteren. Om de printplaat te verwijderen, verwijdert u de vijf schroeven en trekt u de printplaat
aan het kunststof passtuk omhoog (zwart=meerbereiks; wit=standaard).
KENNISGEVING
De standaardprocedures voor het hanteren van elektronica gelden. Probeer niet om de printplaat te verwijderen door aan
de componenten te trekken. Dat kan de verbindingen verzwakken en de elektronica uitschakelen.
Wees voorzichtig wanneer u de druksensor onder de printplaat hanteert. Het loden frame van de druksensor is gebogen om de
druksensor goed in de sensorholte van de module-eindconstructie te passen en om goed contact met het verdeelstuk van de
druksensor te garanderen.
De druksensor heeft twee O-ringen. Een O-ring is op de druksensor aangebracht. Een tweede, kleinere O-ring is aangebracht in de
afgeschuinde O-ringwartel van de module- subconstructie. In tabel 4 ziet u de maten van de O-ringen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
38
Installeren van de printplaat
1. Controleer of de printplaat groen is bij montage in een eenheid met directe werking, of blauw bij montage in een eenheid met
omgekeerde werking.
2. Controleer of de twee O‐ringen de juiste positie hebben. De kleinere O-ring wordt aangebracht op de afgeschuinde O-ringflens
van de modulesubgroep. De O-ring voor de sensor wordt aangebracht in de O-ringwartel van de sensor. De ringen moeten licht
worden ingesmeerd met silicoonhoudend vet.
3. Plaats de printplaat op de module-subconstructie. Controleer of de montagegaten van de printplaat tegenover die op de
module-subconstructie liggen. Steek de drie lange schroeven in de montagegaten naast de druksensor.
4. Steek de twee korte schroeven in de resterende montagegaten. Draai eerst de drie lange schroeven aan en vervolgens de
twee korte.
Piloot/actuatorconstructie
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
De piloot/actuatorconstructie bevindt zich aan de onderkant van de module-eindconstructie zie afbeelding 15. Hij omvat de spoel,
magneet en veer van de actuator en de deflector en tuiten van de pilooteenheid. Twee O-ringen maken deel uit van de
piloot/actuatorconstructie. In tabel 4 ziet u de maten van de O-ringen. Ze bevinden zich in de afgeschuinde O-ringwartels van
de module-subconstructie, naast de tuiten. De piloot/actuatorconstructie is met vier schroeven bevestigd.
Werking
Een blauw rubbermembraan onder het gebied van de deflectoras en tuiten geeft aan dat de piloot/ actuatorconstructie er een met
directe werking is. Een rood membraan onder het gebied van de tuiten geeft aan dat de piloot/actuatorconstructie er een met
omgekeerde werking is. In afbeelding 19 ziet u een onderaanzicht van de piloot/actuatorconstructie.
Afbeelding 19. Piloot/actuatorconstructie (onderaanzicht)
UITLIJNNOK
RUBBERMEM
BRAAN
MONTAGE
SCHROEVEN
A6654
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
39
Verwijderen van de piloot/ actuatorconstructie
Om de piloot/actuatorconstructie te verwijderen, draait u de vier montageschroeven los en trekt u de constructie voorzichtig uit
de moduleconstructie. Om het verwijderen te vergemakkelijken, kunt u het frame van de piloot/ actuator voorzichtig met een
tang beetpakken.
KENNISGEVING
Probeer niet om de piloot/ actuatorconstructie te verwijderen door de deflector of tuiten beet te pakken of er aan te
trekken. Dat kan de uitlijning van het deflector/tuitmechanisme verstoren of deze onbruikbaar maken.
Inspecteer de constructie op afzetting van vuil. De tuitkanalen moeten vrij zijn en de deflector hoort schoon te zijn. De deflector
kan schoongemaakt worden door er contactreiniger op te spuiten. Maak de tuiten schoon door er voorzichtig een draad in te
steken met een diameter van ten hoogste 0,38 mm (0.015 in.).
D Steek de draad afzonderlijk van buitenaf in elke tuit (zie afb. 20).
D Probeer niet om de draad gelijktijdig door beide tuiten te steken.
D Druk de draad niet tegen de deflectoras.
KENNISGEVING
Oefen bij het schoonmaken van de tuiten geen kracht uit op de deflectoras. Dat kan de uitlijning van het
deflectormechanisme verstoren of dit onbruikbaar maken.
KENNISGEVING
Geen oplosmiddelen met chloor gebruiken voor de piloot/actuatorconstructie. Oplosmiddelen met chloor zullen het
rubberen membraan aantasten.
Afbeelding 20. Schoonmaken van de tuiten
A6655-1
DEFLECTORAS
DRAAD DRAAD
KUNSTSTOF BEHUIZING
Installeren van de piloot/ actuatorconstructie
1. Controleer of het rubbermembraan onder de tuiten blauw is voor piloot/actuators in een unit met directe werking, of rood als u
de piloot/actuators in een unit met omgekeerde werking monteert.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
40
2. Inspecteer de holte van de piloot/actuatorconstructie in de module-eindconstructie om ervoor te zorgen dat hij schoon is.
3. Smeer de twee O-ringen licht met siliconenvet en plaats ze in de afgeschuinde O-ringwartels. De O-ringen tussen de
piloot/actuatorconstructie en de module moeten goed geïnstalleerd worden ten opzichte van het onderste gedeelte van
de O-ringwartel. Bij goede plaatsing hoort het luchtkanaal via de binnenkant van de O-ring zichtbaar te zijn.
4. Tref voorbereidingen voor het inbrengen van de constructie door de nok op de piloot/actuatorconstructie in lijn te zetten met
de sleuf in de module-subconstructie.
5. Steek de constructie in de moduleconstructie en zet de vier montageschroeven vast.
Module-subconstructie
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
De module-subconstructie (zie afb. 15) is de module- eindconstructie waarvan de piloot/actuatorconstructie en de printplaat
verwijderd zijn. De module-subconstructie bevat de poorten en kleppen voor de versterkingseenheid.
N.B.
De module-subconstructie is in de fabriek uitgelijnd en mag niet verder gedemonteerd worden. Demontage van de module-
subconstructie kan resulteren in prestaties buiten de specificaties.
Klemmenruimte
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
De klemmenruimte bevat het klemmenblok, de aansluitingsplaat van het klemmenblok, de instelbereik- en nulschroef, de
elektrische doorvoerdraden en het interne aardpunt (zie afb. 21). De aansluitingsplaat is verbonden met het klemmenblok
en met de elektrische doorvoerdraden.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
41
Afbeelding 21. Exploded view-tekening klemmenruimte
A6656
ELEKTRISCHE
DOORVOERDRADEN
KLEMMENBLOK
AANSLUITINGSPLAAT
KLEMMENBLOK
TESTPENNEN
NUL- EN
BEREIKSCHROEF
AARDPUNT
Er zijn afzonderlijke testpunten met een weerstand van 10 ohm in serie met de negatieve (-) signaalpool. Met het testpunt kan de
ingangsstroom bepaald worden met een voltmeter zonder dat er een signaaldraad hoeft te worden losgehaald. Een bereik van
4 tot 20 mA leidt tot een spanningval van 40 tot 200 mV gelijkspanning over de weerstand van 10 ohm. Op de testpunten kunnen
diverse instrumenten worden aangebracht, zoals krokodillenklemmen en E-Z-haken.
Het klemmenblok en de aansluitingsplaat van het klemmenblok kunnen worden verwijderd door de twee montageschroeven van
het klemmenblok los te draaien. Smeer de schroefdraad van het deksel van de klemmenruimte met anti-vastlooppasta of een
smeermiddel voor lage temperaturen. Zie tabel 4 voor de maat van de O-ring van het deksel van de klemmenruimte.
Schermen van de uitlaat- en afblaaspoort
WAARSCHUWING
Zie de WAARSCHUWINGEN voor onderhoud aan het begin van dit hoofdstuk.
Via twee identieke schermen, het scherm van de uitlaatpoort en het scherm van de afblaaspoort, kan lucht in de omgeving worden
afgeblazen. Het scherm van de uitlaatpoort bevindt zich achter het naamplaatje. Verwijder de twee naamplaatschroeven en draai
het naamplaatje opzij om toegang tot het scherm van de uitlaatpoort te verkrijgen. Afbeelding 24 is een exploded view-tekening
van de onderdelen.
Het scherm van de afblaaspoort bevindt zich midden op de modulekap. Neem de module-eindconstructie van de behuizing
en vervolgens van de modulekap om toegang tot het scherm van de afblaaspoort te verkrijgen. In Verwijderen van de
module-eindconstructie eerder in dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van deze procedure. Afbeelding 24 is een exploded
view-tekening van de onderdelen.
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
42
Onderdelen
Vermeld bij correspondentie met het verkoopkantoor van Emerson over deze apparatuur altijd het serienummer van de
omvormer.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen van Fisher. Componenten die niet zijn geleverd door Emerson mogen
nooit, onder geen beding, in een instrument van Fisher worden gebruikt. Bij gebruik van onderdelen die niet door Emerson
zijn geleverd, komt de garantie te vervallen, kunnen de prestaties van het instrument nadelig worden beïnvloed en kan er
lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan.
Onderdelenset
Beschrijving Onderdeelnummer
Repair Kit
 [Kit includes O-rings (key 2, 5, 8, 9, 17)
  and slip ring (key 16)] R846X000022
Module Assembly, Direct Action with RPR GE18543X022
 [Assembly includes Electronic Circuit Board
  Assembly (key 6), Module Subassembly (key 7),
  Pilot/Actuator Assembly (key 10) and associated
  O-rings.]
Onderdelenlijst
Opmerking
Neem contact op met uw verkoopkantoor van Emerson voor informatie
over het bestellen van onderdelen.
See table 5 and figure 24
Table 5. Parts List
Key No. Description
1Terminal Compartment Cover
2* Terminal Compartment Cover O‐ring
3 Housing
4Terminal Block Assembly
5* Electronic Circuit Board O‐rings
6Electronic Circuit Board Assembly
7Module Subassembly
8* Module O‐rings
9* Pilot/Actuator Assembly O‐rings
10* Pilot/Actuator Assembly
11 Pilot Actuator Assembly Screws
12 Nameplate Screws
13 Module Cover
14 Exhaust/Stroke Port Screen
15 Retaining Clip
16* Slip Ring
17* Module Cover O‐ring
*
Supply Gauge (see figure 22)
0‐60 psi/0‐400 kPa/0‐4 bar
SST 0‐60 psi/0‐400 kPa/0‐4 bar
Output Gauge (see figure 23)
0‐30 psi/0‐200 kPa/0‐2 bar B
0‐60 psi/0‐400 kPa/0‐4 bar B
SST 0‐60 psi/0‐400 kPa/0‐4 bar
*Aanbevolen reserveonderdelen
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
43
Afbeelding 22. Toevoermeter
1/4 NPT
14 sq (0.55)
mm
(IN.)
Afbeelding 23. Uitgangsmeter
1/4 NPT
14 sq
(0.55)
mm
(IN.)
Afbeelding 24. Tekening met opengewerkte onderdelen (zie ook tabel 5)
GE89695
OPMERKING:
1 ER ZIJN DRIE O-RINGEN VEREIST VOOR DE MODULESUBGROEP. DE BOVENSTE O‐RING IS VAN SILICOONMATERIAAL. DE ONDERSTE TWEE O‐RINGEN ZIJN
VAN NITRIEL.
1
Instructiehandleiding
D102005X0NL
846-transducer
mei 2023
44
Emerson
Marshalltown, Iowa 50158 USA
Sorocaba, 18087 Brazil
Cernay, 68700 France
Dubai, United Arab Emirates
Singapore 128461 Singapore
www.Fisher.com
E1995, 2023 Fisher Controls International LLC. Alle rechten voorbehouden.
Emerson en de dochterondernemingen van Emerson aanvaarden geen aansprakelijkheid voor selectie, gebruik of onderhoud van enig product.
De verantwoordelijkheid voor juiste selectie en juist gebruik en onderhoud van alle producten berust uitsluitend bij de koper en eindgebruiker.
Het merk Fisher is eigendom van een van de bedrijven van de bedrijfsdivisie Emerson van Emerson Electric Co. Emerson en het Emerson-logo zijn handelsmerken
en dienstmerken van Emerson Electric Co.
De inhoud van deze publicatie is alleen bedoeld ter informatie, en hoewel alles in het werk is gesteld om zeker te zijn van de juistheid ervan, mag de informatie
niet worden opgevat als waarborg of garantie, expliciet of impliciet, ten aanzien van de producten of diensten die hierin zijn beschreven of hun gebruik of
toepasbaarheid. Alle verkooptransacties vallen onder onze voorwaarden, die kunnen worden aangevraagd. Wij behouden ons het recht voor de ontwerpen of
specificaties van deze producten op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving aan te passen of te verbeteren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Fisher 846 elektropneumatische transducer (846 Electro-Pneumatic Transducers) Handleiding

Type
Handleiding