Privileg Quelle DYNAMIC7660, 20212 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Wasautomaat
Dynamic 7640 – 7660
Gebruiksaanwijzing
2
Geachte klant,
hartelijk dank voor uw aankoop bij
Quelle. Overtuig uzelf: u kunt op onze
producten rekenen.
Voor een gemakkelijke bediening heb-
ben wij een uitvoerige beschrijving bij-
gevoegd. Deze informatie zal u helpen
om met het door u aangeschafte appa-
raat vertrouwd te raken. Lees deze ge-
bruiksaanwijzing a.u.b. voor de
ingebruikname zorgvuldig door en let
tevens op de aangegeven veiligheids-
instructies.
Wij wensen u veel plezier met uw nieu-
we wasautomaat.
Uw Quelle
Transportschade
Een aspect dient u in ieder geval direct
te controleren: of uw apparaat zonder
schade bij u werd aangeleverd. In het
geval dat transportschade wordt gede-
tecteerd, stelt u in geval van twijfel het
apparaat niet in bedrijf maar richt u
zich tot het verkooppunt van Quelle,
waar u het apparaat heeft aangeschaft
of bij het regionale depot, die het appa-
raat bij u heeft geleverd.
De telefoonnummers treft u op de pa-
gina met verkoopinformatie of op de
afleveringsbon aan.
Hotline / Quelle direct
Indien de in de gebruiksaanwijzing ge-
specificeerde instructies niet toerei-
kend zijn, kunnen onze competente
vakmensen u verder helpen.
Neem telefonisch contact met ons op:
maandag – vrijdag van 8.00 - 20.00 uur
zaterdag van 9.00 - 14.00 uur
Info-telefoon + 00 49 180-52 54 757
3
Inhoud
Verwijderen van de verpakking .......................................................................... 4
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen .................................................. 5
Tip: ........................................................................................................................ 6
Beschrijving van het apparaat ........................................................................... 7
Transportbeveiliging ........................................................................................... 8
Installatie ............................................................................................................ 10
Opstelling ....................................................................................................... 10
Watertoevoer/koud water .............................................................................. 11
Waterafvoer .................................................................................................... 12
Elektrische aansluiting ................................................................................... 12
Milieubeschermende en energiebesparende tips .......................................... 13
Beschrijving van het bedieningspaneel .......................................................... 14
Functie van de bedieningselementen ............................................................. 15
Functietips ......................................................................................................... 20
Extra spoelen ................................................................................................. 20
Sop-afkoeling ................................................................................................. 20
Het vullen van de wasautomaat ....................................................................... 24
Deur openen. ................................................................................................. 24
Vulgewichten .................................................................................................. 24
Wasmiddeldosering .......................................................................................... 25
Beknopte gebruiksaanwijzing .......................................................................... 26
Wasvoorbereiding ............................................................................................. 27
Voorbehandeling van de was ......................................................................... 27
Internationale textielbehandelingssymbolen .................................................. 29
Vlekken in het wasgoed .................................................................................... 30
Verven en ontkleuren ........................................................................................ 31
Vulgewicht .......................................................................................................... 31
Type wasmiddel en hoeveelheid ...................................................................... 32
Advies en tips .................................................................................................... 34
Verzorging en onderhoud ................................................................................. 35
Verwijderen van het grove filter ...................................................................... 35
Oplossen van kleine storingen ......................................................................... 39
Wat is er aan de hand als... ............................................................................ 39
Klantendienst ..................................................................................................... 41
Kinderbeveiliging ............................................................................................... 42
Onderbouw van het apparaat .......................................................................... 43
Technische gegevens / afmetingen ................................................................. 44
Programmaoverzicht ................................................................... 46/48/50/52/54
Programmaverloop en verbruikswaarden ................................ 47/49/51/53/55
Waarborg-Informatie ........................................................................................ 56
4
Verwijderen van de verpakking
Verpakkingen en verpakkingshulpstuk-
ken van Quelle-Elektro-Huishoudelijke
apparaten zijn met uitzondering van
hout recyclebaar en dienen in principe
voor hergebruik te worden aangebo-
den.
Verpakkingen van groot apparatuur
kunt u bij de aanlevering van het
apparaat aan onze transporteur
meegeven. Deze organisatie ver-
zorgt vervolgens de aanlevering
voor hergebruik of herbewerking.
Indien u van deze mogelijkheid geen
gebruik heeft gemaakt, adviseren wij u:
Papier, karton- en golfkartonver-
pakkingen bij een daarvoor bestem-
de verzamelplaats af te geven.
Kunststofverpakkingen dienen
eveneens op een daarvoor bestem-
de verzamelplaats afgegeven te
worden. Indien een dergelijke verza-
melplaats niet binnen uw woon-
plaats of omgeving daarvan
beschikbaar is kunt u deze materia-
len met het huisvuil meegeven.
Als verpakkingsmateriaal zijn bij Quel-
le alleen recyclebare kunststoffen toe-
gestaan, bijv.:
In de voorbeelden staat
Oud apparatuur dient voor de sloop /
herbewerking buiten werking te wor-
den gesteld, dat wil zeggen dat de
voedingskabel verwijderd dient te wor-
den. Het is tevens van belang dat de
deurvergrendeling onklaar wordt ge-
maakt zodat kinderen zich niet kunnen
insluiten.
Alle kunststofdelen van het apparaat
zijn van internationaal erkende afkor-
tingen voorzien. Daardoor is bij het ver-
wijderen van apparatuur een scheiding
van kunststofafval voor een milieube-
wust recyclen mogelijk.
Neem a.u.b. contact op met de binnen
uw gemeente verantwoordelijke instan-
tie voor informatie over de betreffende
verzamelplaats.
Indien expliciet gevraagd nemen wij bij
het aanleveren van een nieuw appa-
raat, het oude apparaat tegen betaling
van een kleine vergoeding, direct re-
tour.
PE voor polyethyleen** 02 PE-HD
04 PE-LD
PP voor polypropyleen
PS voor polystyrol
Afvoer van oud apparatuur
5
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Het apparaat mag alleen door vol-
wassenen worden gebruikt. Het is
gevaarlijk wanneer u het apparaat
door kinderen laat gebruiken of kin-
deren met het apparaat laat spelen.
Het is niet toegestaan en bovendien
gevaarlijk, om veranderingen aan
het apparaat of aan de eigenschap-
pen hiervan door te voeren.
Laat de nodige werkzaamheden
voor het aansluiten van het appa-
raat op de elektriciteit en watertoe-
voer uitvoeren door een vakkundig
en erkend installateur.
Gebruik geen meerwegstekkers,
koppelstukken en verlengsnoeren
voor de elektrische aansluiting.
Brandgevaar door oververhitting!
Verwijder voor de ingebruikneming
zorgvuldig al het verpakkings- en
transportbeveiligingsmateriaal, an-
ders kunnen het apparaat en de
woning ernstig worden beschadigd
(zie het betreffende deel van de ge-
bruiksaanwijzing).
Zorg ervoor dat het apparaat niet
op het elektriciteitssnoer staat.
De opstelplaats mag niet zijn be-
dekt met dikke vloerbedekking,
hoogpolig tapijt, enzovoort, om er-
voor te zorgen dat de ventilatie van
de motor niet wordt gehinderd.
Het kan voorkomen dat huisdieren
in de wasmachine kruipen. Contro-
leer daarom voor gebruik van de
wasmachine of zich alleen was-
goed in de machine bevindt.
Het apparaat is bedoeld voor huis-
houdelijk gebruik en is alleen ge-
schikt voor het wassen van in de
huishouding gebruikelijk wasgoed.
Wanneer de wasautomaat onjuist
wordt gebruikt of voor verkeerde
doeleinden wordt ingezet, kan geen
aansprakelijkheid worden aanvaard
voor eventuele schade.
Wasgoed dat is voorbehandeld met
reinigingsmiddelen die oplosmidde-
len bevatten, wasbenzine, vlekver-
wijderaars, en dergelijke, moeten
voor het wassen aan de lucht wor-
den gedroogd omdat anders explo-
siegevaar bestaat.
Tijdens het wassen op hoge tempe-
raturen wordt de vuldeur zeer heet.
Raak de deur daarom niet aan en
houd kinderen uit de buurt van het
apparaat.
Controleer voordat u het apparaat
opent altijd door de vuldeur of het
water is weggepompt. Wanneer er
zich nog water in de waskuip be-
vindt, dient u dit weg te laten pom-
pen voordat u de vuldeur opent.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig, zodat deze ook in de toekomst
kan worden geraadpleegd. Wanneer u het apparaat verkoopt of aan derden
doorgeeft, zorg er dan voor dat het apparaat compleet met de gebruiksaan-
wijzing wordt overhandigd, zodat de nieuwe eigenaar zich op de hoogte kan
stellen omtrent de werkwijze van het apparaat en de daarop betrekking heb-
bende voorschriften.
Deze voorschriften bevorderen de veiligheid en moeten om deze reden voor
de installatie en ingebruikneming nauwlettend worden gelezen.
6
In geval van twijfel dient u de ge-
bruiksaanwijzing te raadplegen.
Na gebruik van het apparaat onder-
breekt u de stroomtoevoer en draait
u de betreffende waterkraan dicht.
Bij onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden moet het apparaat wor-
den losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Hiervoor moet de
stekker uit het stopcontact worden
getrokken of de zekering in de ze-
keringkast moet worden uitgescha-
keld of losgedraaid.
Ook een automatisch functionerend
apparaat zoals de wasmachine mag
tijdens de looptijd niet gedurende
langere tijd zonder toezicht achter
worden gelaten. Wanneer u langere
tijd niet bij het apparaat in de buurt
bent, moet het wasprogramma wor-
den onderbroken door het apparaat
uit te schakelen.
Probeer in geen geval het apparaat
zelf te repareren. Reparaties die niet
worden uitgevoerd door vakmen-
sen, kunnen leiden tot ernstige on-
gevallen of bedrijfsstoringen.
Neem contact op met de plaatselij-
ke klantenservice. De adresgegeve-
ns vindt u in de bronnencatalogus.
Eventueel bevindt zich in uw was-
automaat nog een geringe hoeveel-
heid restwater. Dit is te wijten aan
de zeer grondige tests in de fabriek,
waaraan ieder apparaat wordt on-
derworpen.
Het in vergelijking met oudere was-
machines afwijkende geluid bij het
centrifugeren van uw nieuwe was-
automaat is kenmerkend voor de
moderne aandrijftechniek met een
elektronisch geregelde universele
motor.
Deze nieuwe aandrijving maakt het vol-
gende mogelijk
behoedzaam wassen met zachte
aanloop;
betere verdeling van het wasgoed
bij het centrifugeren;
een goede stabiliteit tijdens het
centrifugeren.
De gebruiksaanwijzing is bedoeld
voor meerdere apparaten. Afhanke-
lijk van het type apparaat kunnen
details dus verschillen.
Beveiliging tegen wateroverlast
Bij een beschadiging van de toe-
voerslang blokkeert het systeem,
direct bij de waterkraan, de verdere
watertoevoer naar het apparaat.
Bij waterschade in het apparaat
pompt de afvoerpomp automatisch
het in de kuip aanwezige water
weg. Dit is tevens van toepassing
bij een uitgeschakeld apparaat, als
de wasautomaat op het voe-
dingsnet is aangesloten.
Als het beveiligingssysteem tegen
wateroverlast wordt geactiveerd,
wordt een waarschuwingssignaal
weergegeven.
Tip:
7
Beschrijving van het apparaat
8
Transportbeveiliging
Verwijder de transportbeveili-
gingen
Attentie!
Voordat u het apparaat voor de eer-
ste keer in gebruik neemt is het van
groot belang dat alle beveiligings-
mechanismen voor het transport als
volgt zijn verwijderd.
1. Aan de achterzijde van het apparaat
de beide slanghouders openen en
de slangen evenals de voedingska-
bel uitnemen.
2. De beide slanghouders met een
krachtige ruk van het apparaat af-
trekken.
3. De schroef (D) met de speciale
sleutel (A) uitschroeven en incl.
drukveer uitnemen.
4. Het nu ontstane gat met de bijgele-
verde afsluitdop (C) afsluiten.
5. De 2 schroeven (E) met de bijgele-
verde speciale sleutel (A) uitschroe-
ven.
6. De 4 schroeven (F) met de speciale
sleutel (A) uitschroeven.
7. De transportgeleidingen (G) afne-
men.
8. De nu ontstane, zichtbare grote ga-
ten met de bijbehorende afsluitdop-
pen (B) afsluiten.
9
9. De 4 schroeven (F) weer opschroe-
ven.
Attentie! De afsluitdoppen zo vast in-
drukken dat deze in de achterwand
vastklikken.
Uw apparaat is sproeiwaterbestendig.
De wasautomaat is nu ontdaan van
de transportbeveiligingen en kan
worden aangesloten.
Tip: Het is aan te bevelen om alle
transportbeveiligingen te bewaren om-
dat deze bij een eventuele verhuizing
weer gemonteerd dienen te worden.
10
Installatie
Opstelling
De wasautomaat kan op iedere vlakke
en stevige ondergrond worden ge-
plaatst. De voeten van het apparaat
moeten alle vier stevig op de vloer
staan.
Controleer de horizontale, correcte op-
stelling bijvoorbeeld met een waterpas.
Kleine oneffenheden kunnen worden
gecorrigeerd door het naar buiten of
naar binnen draaien van de vier appa-
raatvoeten.
De vier apparaatvoeten kunnen wor-
den versteld door middel van de mee-
geleverde speciale sleutel.
Oneffenheden van de ondergrond mo-
gen nooit gelijk worden gemaakt door
hout, karton of dergelijke materialen
onder het apparaat te leggen.
Bij een opstelvlak met een constructie
van houten balken, adviseren wij het
apparaat op een minimaal 3 cm dikke
en 60 x 60 cm grote multiplexplaat te
plaatsen. Deze moet aan de onder-
grond zijn vastgeschroefd.
De wasautomaat kan, ook in combina-
tie met een droger, het beste in een
hoek van de ruimte worden geplaatst.
In een hoek is de vloer het beste inge-
spand en zal deze zo min mogelijk de
neiging hebben tot resoneren.
Opstelling op een betonsokkel
Bij opstelling op een betonsokkel moe-
ten om veiligheidsredenen in ieder ge-
val standplaten worden gemonteerd,
waarin de wasautomaat wordt ge-
plaatst. De standplaten zijn verkrijg-
baar via de Klantenservice.
11
Wateraansluiting
Watertoevoer/koud water
Hiervoor is een waterkraan nodig met
slangverbinding
3
/
4
".
De waterdruk (stromingdruk) moet 10
tot 100 N/cm
2
(1-10 bar) bedragen.
De wasautomaat kan zonder terug-
stroomklep op iedere waterleiding wor-
den aangesloten.
Het apparaat is voorzien van veilig-
heidsinrichtingen die vervuiling van het
drinkwater door terugstroming voorko-
men en die voldoen aan de wettelijke
voorschriften (bijvoorbeeld de DVGW-
richtlijnen voor Duitsland).
Let op!
Apparaten die zijn bedoeld voor aan-
sluiting op de koudwaterleiding mo-
gen niet op warm water worden
aangesloten.
De meegeleverde watertoevoerslang
wordt met het hoekstuk aan het appa-
raat bevestigd.
Voor het vastschroeven van de kunst-
stof moer moet eerst een afdichtring
worden aangebracht, indien deze nog
niet aanwezig is.
Het andere uiteinde wordt aan de wa-
terkraan bevestigd.
De afdichtringen en de platte zeef vindt
u, wanneer deze niet reeds zijn aange-
bracht, in het meegeleverde pakket.
Controleer nu met geopende water-
kraan (onder volledige druk) de aan-
sluitingen op het apparaat en de
waterkraan op eventuele lekkage.
Ter voorkoming van waterschade moet
de waterkraan na het wassen worden
dichtgedraaid.
Nooit de beschikbare beveiliging van
de toevoerslang verlengen!
Als een langere toevoerslang vereist is
kunt u een dergelijke slang via onze
Klantenservice verkrijgen.
12
Waterstop
Het waterstopsysteem is een beveili-
ging tegen waterschade. Als de water-
toevoerslang als gevolg van het
natuurlijke verouderingsproces is be-
schadigd, dan blokkeert het systeem
de watertoevoer naar het apparaat. De
storing wordt door een rode marke-
ring in het venster (A) weergegeven.
De Klantenservice dient verwittigd
te worden.
Eventuele bijzondere voorschriften
van het plaatselijke waterleidingbe-
drijf moeten nauwlettend in acht
worden genomen!
Waterafvoer
Voor de sifonaansluiting is op de af-
voerslang een rubberen vormstuk ge-
monteerd. De afvoerslang moet aan de
kant van de sifon met de bevestigings-
klem worden vastgemaakt. Bij het ont-
breken van een sifonaansluiting moet
de afvoerslang in het meegeleverde
bochtstuk worden geschoven. Vervol-
gens kan deze over de rand van een
voldoende grote afwas- of spoelbak of
in een badkuip worden gehangen. De
rand van de afwas-/spoelbak mag niet
meer dan 100 cm boven de vloer lig-
gen. Er moet een voldoende grote ge-
middelde afvoercapaciteit gegaran-
deerd zijn. Kleine handwasbakken zijn
om deze reden niet geschikt.
De afvoerslang mag niet worden ge-
knikt en moet tijdens het gebruik ter
voorkoming van vallen worden geze-
kerd (bijvoorbeeld aan het oog van het
bochtstuk).
Uitloophoogte
maximaal 100 cm
Elektrische aansluiting
De aansluiting mag alleen plaatsvinden
op een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd, geaard stopcontact met 220-
230 V (50 Hz).
De aansluitwaarde bedraagt ca.
2,15 kW.
Noodzakelijke beveiliging:
10 A - LS-L-schakelaar (beveiliging).
Het apparaat voldoet aan de VDE-
voorschriften.
Bijzondere voorschriften van het plaat-
selijke energiebedrijf moeten nauwlet-
tend in acht worden genomen.
Alleen voor Oostenrijk
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
voor de installatie moet deze ook ge-
schikt zijn voor pulserende lekstroom.
13
Milieubeschermende en energiebesparende tips
Energiebesparing en milieu-
belasting zijn thema's die voor ie-
dereen van belang zijn.
Uw nieuwe wasautomaat is uitgerust
met een hoeveelheidssensor en “Fuz-
zy-Logic”.
Het daardoor sensorgestuurde was-
proces zorgt door middel van
een watersproei-automaat;
de variabele spoelgangen;
de schuim- en beladingsonafhanke-
lijke waterhoeveelheid;
en de onbalans-geregelde centrifu-
ge voor de beste was- en spoelre-
sultaten bij het laagste, automatisch
aangepaste waterverbruik.
Verdere voordelen zijn:
De optimale benutting van het was-
middel dankzij het watersproeisys-
teem.
De schepribben in de wastrommel,
die ervoor zorgen dat de was inten-
sief en gelijkmatig met water wordt
doordrenkt.
Het programma voor in de machine
wasbare en met de hand wasbare
wol.
Het vlekkenprogramma voor diver-
se soorten wasgoed om lastige
vlekken te verwijderen.
Milieubewust wassen, dat wil zeggen
zowel energie, water als wasmiddel be-
sparen zonder nadelige invloed op het
wasresultaat. Om water en wasmiddel
zo optimaal mogelijk te benutten is de
duur van de huidige wasprogramma’s
iets langer. De belangrijkste bijdrage
aan milieubewust wassen kunt u ech-
ter zelf leveren door de volgende be-
sparingstips in acht te nemen:
1. Maximale belading
U wast het zuinigst wanneer de maxi-
male belading van het betreffende pro-
gramma wordt gebruikt.
2. Wassen zonder voorwas
Bij normaal vervuild wasgoed is over
het algemeen een programma zonder
voorwas voldoende.
3. Energiebesparend program-
ma
Dit energie- en waterbesparende pro-
gramma wordt aanbevolen bij licht tot
normaal vervuilde witte/bonte was,
bijvoorbeeld voor korte tijd gebruikt
beddengoed en korte tijd gedragen
kleding evenals voor onlangs gebruikt
tafellinnen en badhanddoeken.
4. Korte programma's
Bij licht vervuild wasgoed kunt u een
kort programma voor de betreffende
textielsoort kiezen.
5. Wasmiddeldosering
Doseer het wasmiddel conform de wa-
terhardheid, de hoeveelheid wasgoed
en de mate van vervuiling van het was-
goed.
Houd u aan de doseervoorschriften op
de wasmiddelverpakking.
14
Beschrijving van het bedieningspaneel
1 Wasmiddellade
2 Programmakeuzeknop en hoofdschakelaar
3Multidisplay
4 Indicatie van het programmaverloop
5 Toets: Centrifugeren met toerentalindicatie
6 Toets: Voorwas
7 Toets: Vlekken
8 Toets: Extra kort
9 Toets: Spoelstop
10 Toets: Tere weefsels
11 Toets: Starttijdkeuze
12 Start/pauze
13 Overdoseringsindicator
Tip: Het programma en de temperatuur zijn goed ingesteld wanneer in het ge-
wenste wasgedeelte de markering op de programmakeuzeknop (2) overeenkomt
met de betreffende temperatuur resp. met het betreffende speciale programma.
15
Functie van de bedieningselementen
1 Wasmiddellade
De wasmiddellade bevindt zich aan de
linkerkant van het bedieningspaneel.
De schuiflade met behulp van de ver-
zonken handgreep naar voren uittrek-
ken.
In de verschillende doseervakken wor-
den de wasmiddelen voor de voor- en
hoofdwas en vlekkenzout, wasver-
zachter en stijfsel gevuld.
Het inspoelen van het wasmiddel vindt
conform het programma plaats.
Zie pagina 25 voor details.
2 Programmakeuzeknop en
hoofdschakelaar
De wasautomaat heeft 6 verschillende
wasprogramma’s:
•E-stand
Wastemperatuur ca. 60°
•Witte was
Wastemperatuur 95°
Bonte/kreukherstellend
Wastemperaturen van 60°, 50°, 40°,
30° C en koud zijn mogelijk.
Extra programma's
Stijven, Pompen, Centrifugeren, Kort
centrifugeren.
Kreukherstellend programma
Fijne was
Wastemperaturen 40°, 30° C.
Wol P
Wastemperaturen 40°, 30° C, koud.
Zijde
P
, Viscose, Strijkvrij 40°
Speciaal programma
Snel programma 30°
Bij de betreffende programma’s beho-
ren de wastechnisch noodzakelijke
temperaturen. Om deze reden zijn
wasprogramma en temperatuur met el-
kaar verbonden – de handige eenknop-
sautomaat met vrije temperatuurkeuze.
Programmakeuze
Door het naar links of naar rechts
draaien van de knop, kiest u het pro-
gramma en de betreffende tempera-
tuur resp. het gewenste extra
programma.
Door het instellen van het programma
wordt tegelijkertijd het apparaat inge-
schakeld.
Het programma start pas nadat de
starttoets is ingedrukt.
Na afloop van het programma dient
het apparaat uitgeschakeld te wor-
den. De programmakeuzeknop op
de stand “UIT” draaien.
16
Programmacorrectie
Zolang de toets Start/pauze niet is in-
gedrukt, kan het programma nog wor-
den gewijzigd.
Indien een reeds gestart programma
geannuleerd dient te worden, moet de
programmakeuzeknop op de stand
“UIT” worden gedraaid.
3 Multidisplay
In het multidisplay worden de volgende
functies weergegeven:
Looptijd en resterende tijd
De looptijd van het geselecteerde
programma resp. de resterende
looptijd wordt in minuten weergege-
ven. Tegelijkertijd licht het indicatie-
lampje “LOOPTIJD” op.
Voorbeeld:
Starttijdkeuze
De geselecteerde starttijdkeuze van
1 tot 19 uur resp. de resterende tijd
tot het starten van het programma
wordt in uren weergegeven. Tegelij-
kertijd licht het indicatielampje
“STARTTIJDKEUZE” op.
Voorbeeld:
Foutcode
Storingen die u eventueel zelf kunt
verhelpen of waarover u de klanten-
service belangrijke informatie kunt
geven, worden weergegeven,
bijvoorbeeld “C1”.
Zie tevens pagina 40.
Voorbeeld:
4 Indicatie van het program-
maverloop
Als het gewenste programma is in-
gesteld, lichten de lampjes van de
programmastappen, die binnen dit
programma worden uitgevoerd, op.
Nadat de toets Start/pauze is inge-
drukt, wordt de actuele program-
mastap weergegeven die op een
bepaald moment wordt uitgevoerd.
Als het lampje “EINDE” oplicht is
het programma afgerond, de deur
wordt ontgrendeld en de was kan
uit de machine worden genomen.
In het extra programma “POMPEN”
volgt geen indicatie.
17
5 Toets: Centrifugeren met
toerentalweergave
Met deze toets kunt u het centrifuge-
toerental dat voor het ingestelde pro-
gramma is voorzien, wijzigen.
Door het indrukken van de toets selec-
teert u met welk toerental uw was
wordt gecentrifugeerd.
Het indicatielampje van de geselec-
teerde functie licht op.
De volgende centrifugetoerentallen zijn
beschikbaar:
Witte/bonte was
400 / 800 / 1000 / 1200 / 1400 toeren/
minuut
Kreukherstellend
400 / 800 / 1000 / 1200 toeren/minuut
Fijne was / Wol / Zijde
400 / 800 / 1000 / 1200 toeren/minuut
Witte/bonte was
400 / 800 / 1000 / 1200 / 1600 toeren/
minuut
Kreukherstellend
400 / 800 / 1200 toeren/minuut
Fijne was / Wol / Zijde
400 / 800 / 1200 toeren/minuut
Het toerental voor het tussentijds cen-
trifugeren is afhankelijk van het gese-
lecteerde programma en kan niet
worden gewijzigd.
Tip!
Tijdens het programmaverloop kan
het centrifugetoerental nog worden
gewijzigd.
Andere instellingen kunnen in deze
situatie niet meer worden gewijzigd.
6 Toets “VOORWAS”/
Inweken
Door het indrukken van de toets
“VOORWAS”
verloopt het ingestelde
wasprogramma met een koude voor-
was.
Dit is alleen noodzakelijk bij sterk ver-
vuild wasgoed.
De functie is geactiveerd als het lampje
naast de functie oplicht.
Met de toets “STARTTIJDKEUZE”
wordt de voorwas omgezet in een in-
weekproces met gebruik van warm
water. De temperatuur bedraagt 40° C,
de looptijd bedraagt 1 uur. Een verlen-
ging tot 19 uur is met behulp van de
Starttijdkeuze-toets mogelijk.
1. Druk op de toets “VOORWAS”.
2. Druk op de toets “STARTTIJDKEU-
ZE”.
Het programma Inweken is inge-
steld, de indicatie “LOOPTIJD” licht
op.
De inweekduur bedraagt nu
ca. 1 uur.
3. Door het opnieuw indrukken van de
toets “STARTTIJDKEUZE” kan de
inweekduur, steeds met een uur,
worden verlengd.
Tip:
In het programma “WOL P” en in de
extra programma's is de functie
Voorwassen niet mogelijk.
Dynamic 7640
Dynamic 7660
18
7 Toets: Vlekken
Deze toets moet worden ingedrukt als
vlekkenzout voor het behandelen van
wasgoed met hardnekkige vlekken
wordt gebruikt.
De hoofdwas met een optimaal tijdstip
voor het inspoelen van het vlekkenzout
wordt daardoor verlengd.
Tip!
De functie kan bij de programma's
Wol/zijde en Snel programma 30°
niet worden ingesteld.
Let op!
Het vlekkenzout kan alleen bij een
wastemperatuur van 40 °C tot 95 °C
worden gebruikt.
8 Toets: Extra kort
Door het indrukken van de toets wordt
de duur van de hoofdwas in het inge-
stelde programma verkort. Geschikt
voor licht vervuilde was. Bij het pro-
gramma “WITTE/BONTE WAS /
KREUKHERSTELLEND” zijn twee ver-
kortingsstappen mogelijk, bij de pro-
gramma’s “FIJNE WAS”, “ZIJDE
P
”,
“VISCOSE”, “STRIJKVRIJ 40°” en “E-
STAND” kan een verkortingsstap wor-
den geselecteerd.
9 Toets: Spoelstop
Als de toets wordt ingedrukt blijft de
was in het spoelwater liggen. Als de
was niet direct uit de trommel wordt
gehaald, kan het kreuken van de was
daardoor verminderen.
Deze functie kan bij alle programma’s
worden ingesteld.
De spoelstop wordt in het multidisplay
door “0” weergegeven. Het lampje
START/PAUZE knippert.
Als de was alleen maar gecentrifugeerd
dient te worden, dan kunt u op de toets
START/PAUZE drukken of het voor uw
was geschikte programma uit de pro-
gramma’s “POMPEN”, “CENTRIFUGE-
REN”, “KORT CENTRIFUGEREN”
selecteren en vervolgens de toets
“START/PAUZE” indrukken.
10 Toets: Tere weefsels
Speciale extra functie met een duidelijk
verhoogde spoelwerking (extra spoel-
gang) en tegelijk een minder belas-
tende behandeling van de weefsels
(minder bewegingen van de trommel).
Ideaal wanneer er vaak moet worden ge-
wassen, bijvoorbeeld bij overgevoelig-
heid van de huid. “SPOELEN+” kan nog
als extra functie worden geselecteerd.
11 Toets: Starttijdkeuze
Door het indrukken van deze toets kan
de start van het ingestelde programma
met 1 tot max. 19 uur worden uitge-
steld. De toets zo vaak indrukken tot in
het multidisplay de gewenste startver-
traging (1 tot 19 uur) wordt weergege-
ven. Het indicatielampje
“STARTTIJDKEUZE” licht op.
Nadat de toets Start/pauze is inge-
drukt, wordt de resterende tijd tot-
dat het programma wordt gestart in
hele uren weergegeven.
19
Tijdens het verloop van de starttijd-
keuze kan de vuldeur voor het bij-
vullen van was nog worden
geopend.
Druk op de toets “START/PAUZE”,
waarna de deur kan worden geo-
pend en de was bijgevuld kan wor-
den. Sluit de vuldeur en druk
nogmaals op de toets “START/PAU-
ZE”.
De starttijdkeuze kan tijdens het
verlopen van de tijd worden gewij-
zigd of afgebroken. Druk herhaalde-
lijk op de toets totdat de gewenste
tijd wordt weergegeven of totdat er
geen uren meer worden weergege-
ven. Zodra de looptijd van het inge-
stelde programma in het
multidisplay verschijnt, wordt het
wasprogramma gestart.
Instellen van de starttijdkeuze
Wasprogramma selecteren.
Eventuele extra toetsen indrukken.
Starttijdkeuze instellen, zoals hier-
boven is beschreven.
De toets Start/pauze indrukken.
Het programma start pas nadat de
ingestelde tijd is verlopen.
Let op!
Als de functie VOORWAS is gese-
lecteerd, begint het programma di-
rect na het indrukken van de toets
Start/pauze. De door u ingestelde
starttijdkeuze is bepalend voor de
inweekduur (max. 19 uur). Daarna
start automatisch de hoofdwas van
het geselecteerde programma.
12 Toets: Start/pauze
De toets heeft 2 functies:
Start
Zodra een wasprogramma is gese-
lecteerd, zal het lampje van de toets
gaan knipperen. Door het indrukken
van de toets wordt het ingestelde
programma gestart en zal het lamp-
je onafgebroken branden.
Indien een starttijdkeuze is inge-
steld, zal het aftellen van de tijd
starten. Na afloop van de ingestelde
tijd start het programma automa-
tisch.
Pauze
Door het indrukken van de toets
kan een lopend wasprogramma op
ieder gewenst moment worden on-
derbroken en door het nogmaals in-
drukken van de toets weer worden
vervolgd. Tijdens de pauze zal het
lampje knipperen.
Tip:
Wij raden u aan het wasprogram-
ma niet te wijzigen tijdens de
pauze.
13 Overdoseringsindicator
Als de indicator oplicht, is in het huidi-
ge wasprogramma een te grote hoe-
veelheid wasmiddel gebruikt.
Let bij een volgende was op de doseer-
voorschriften van de wasmiddelenfabri-
kant, en op de hoeveelheid wasmiddel
en waterhardheid.
20
Functietips
Extra spoelen
Uw wasautomaat is op een spaar-
zaam waterverbruik ingesteld. In
alle programma’s, behalve Wol P
en Zijde P, kan een extra spoel-
gang worden gekozen.
Bij levering van het apparaat is
geen extra spoelgang ingescha-
keld.
Instelling “Extra spoelen”
Voer de volgende stappen uit:
1. Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
2. De toets “TERE WEEFSELS” ten
minste 5 seconden ingedrukt hou-
den.
Vervolgens knippert het lampje
“SPOELEN+” op de indicatie van
het programmaverloop gedurende 5
seconden.
3. Terwijl het lampje “SPOELEN+ knip-
pert, dient de toets “TERE WEEF-
SELS” losgelaten te worden. Nadat
het knipperen is opgehouden, is de
extra spoelgang ingesteld. De func-
tie Extra spoelen blijft werkzaam
totdat deze wordt uitgeschakeld.
Tip!
Als u wilt controleren of de functie
Extra spoelen is ingesteld:
Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
Druk kort op de toets “TERE WEEF-
SELS”.
Als het lampje “SPOELEN+” op de
indicatie van het programmaverloop
knippert, dan is de functie Extra
spoelen ingesteld.
Let op!
Als gevolg van een extra spoelgang
nemen het waterverbruik en de looptijd
van het programma toe.
Opheffen van de functie “Extra
spoelen”
1. Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
2. De toets “TERE WEEFSELS” ten
minste 5 seconden ingedrukt hou-
den.
Direct bij het indrukken van de toets
knippert het lampje "SPOELEN+”
op de indicatie van het programma-
verloop. Na 5 seconden knippert
het lampje niet meer maar licht het
gedurende 5 seconden voortdurend
op.
3. Terwijl het lampje “SPOELEN+” ge-
durende 5 seconden voortdurend
brandt, dient de toets “TERE
WEEFSELS” losgelaten te worden.
Nadat het lampje “SPOELEN+” niet
meer brandt, is de extra spoelgang
opgeheven.
Sop-afkoeling
Het is mogelijk om het waswater
aan het einde van de hoofdwas en
voor het pompen, af te koelen.
Door het toevoeren van koud water
wordt het waswater zover afge-
koeld dat oudere kunststof afvoer-
buizen in het huis niet worden
beschadigd.
Deze functie is echter alleen bij
Witte/bonte was met een tempe-
ratuur boven 40° C actief.
Als het apparaat wordt geleverd,
is de functie Sop-afkoeling niet
ingesteld.
21
Instelling “Sop-afkoeling ”
Voer de volgende stappen uit:
1. Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
2. De toets “VOORWAS” ten minste 5
seconden ingedrukt houden. Ver-
volgens knippert het lampje
“HOOFDWAS” op de indicatie van
het programmaverloop gedurende 5
seconden.
3. Terwijl het lampje “HOOFDWAS”
knippert, dient de toets “VOOR-
WAS” losgelaten te worden. Nadat
het knipperen is opgehouden, is de
functie Sop-afkoeling ingesteld. De
functie “Sop-afkoeling” blijft werk-
zaam totdat deze wordt uitgescha-
keld.
Tip!
Als u wilt controleren of de functie
“Sop-afkoeling” is geactiveerd:
Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
Druk op de toets “VOORWAS”.
Als het lampje “HOOFDWAS” op de
indicatie van het programmaverloop
knippert, dan is de functie “Sop-af-
koeling” ingesteld.
Let op!
Als gevolg van de functie “Sop-afkoe-
ling” nemen het waterverbruik en de
looptijd van het programma toe.
Opheffen “Sop-afkoeling”
1. Programmakeuzeknop op “KORT
CENTRIFUGEREN” draaien.
2. De toets “VOORWAS” ten minste 5
seconden ingedrukt houden. Direct
bij het indrukken van de toets knip-
pert het lampje “HOOFDWAS” op
de indicatie van het programmaver-
loop. Na 5 seconden knippert het
lampje niet meer maar licht het ge-
durende 5 seconden voortdurend
op.
3. Terwijl het lampje “HOOFDWAS”
knippert, dient de toets “VOOR-
WAS” losgelaten te worden.
Nadat het lampje “HOOFDWAS”
niet meer oplicht is de functie “Sop-
afkoeling” opgeheven.
Druktoetsen
Met druktoetsen wordt hier naar de
tiptoetsen verwezen, die niet inge-
drukt blijven staan.
Door op de toets te drukken wordt
de functie geactiveerd en licht het
betreffende lampje op. Voor het uit-
schakelen van deze functie dient
dezelfde toets nogmaals ingedrukt
te worden.
De combinatiemogelijkheden van
de toetsen worden in het hoofdstuk
“Programmaoverzicht” beschreven.
22
Programmalooptijd
Bij de programmakeuze wordt in het
multidisplay de programmaduur in mi-
nuten weergegeven.
De programmaduur wordt echter door
meerdere factoren beïnvloed,
bijv. hoeveelheid was, temperatuur van
het toegevoerde water, omgevingstem-
peratuur, enzovoort. Deze factoren
worden door de elektronica geregis-
treerd en opgeslagen.
Nadat een aantal keren is gewassen,
worden vervolgens de looptijden bere-
kend en aangepast aan de wasge-
woonten en omgevingsfactoren op de
locatie van de wasmachine.
Deze berekende tijden worden dan op
het multidisplay weergegeven.
Programmacorrectie
De programmakeuzeknop op de stand
“UIT” draaien en een nieuw program-
ma selecteren.
Programmaonderbreking
De toets “START/PAUZE” indrukken
(zie pagina 19 / pos. 12). Om het pro-
gramma voort te zetten dient nogmaals
op de toets “START/PAUZE” te worden
gedrukt.
Bonte was/kreukherstellend
Wasprogramma van koud tot 60 °C,
universeel voor bonte was (katoen/lin-
nen), Kreukherstellend (mengweefsels,
bijv. katoen/polyester) instelbaar. Het
wasprogramma past zich aan de ver-
schillende soorten weefsels en vulge-
wichten aan. Kies bij overwegend
katoen/linnen een programma voor
witte/bonte was en bij overwegend
mengweefsels een programma voor
kreukherstellend wasgoed. Als u alleen
kreukherstellend wasgoed in de was-
automaat doet, dient u een maximaal
vulgewicht van 2,5 kg aan te houden
om kreuken in het wasgoed te voorko-
men.
23
Kreukherstellend STRIJKVRIJ
In het programma ‘STRIJKVRIJ” wordt
bij 40° C dermate behoedzaam gewas-
sen dat er amper kreukels in het was-
goed ontstaan. Kreukherstellende
overhemden of blouses die na het
wassen op een klerenhanger te drogen
worden gehangen hoeven niet gestre-
ken of slechts licht gestreken te wor-
den. Het vulgewicht in het programma
“STRIJKVRIJ” mag het gewicht van
1 kg droog wasgoed niet overschrij-
den.
Tip: als het programma ‘STRIJKVRIJ”
wordt geselecteerd, volgt aan het ein-
de van het programma een kreukbe-
schermende fase van ca. 30 minuten.
Het multidisplay geeft daarbij nog een
resterende tijd van 1 minuut aan en de
indicatie “EINDE” licht op. Tijdens de
kreukbeschermende fase kan de vul-
deur niet worden geopend. Indien de
kreukbeschermende fase moet worden
onderbroken, dient op de toets
“START/PAUZE” te worden gedrukt.
De vuldeur kan onmiddellijk worden
geopend. Aansluitend de program-
makeuzeknop op de stand “UIT”
draaien.
Wolprogramma P
Met dit programma kan niet alleen in
de machine wasbare wol met het be-
handelingsetiket “vervilt niet” worden
gewassen, maar ook met de hand
wasbare wol en ander met de hand
wasbaar textiel.
Het lastige wassen in een kleine was-
bak wordt nu door de wasautomaat
van u overgenomen.
Zijdeprogramma P
Dit programma is geschikt voor met de
hand wasbare en in de machine was-
bare zijde.
De wastemperatuur bedraagt 30° C.
Omdat zijde een bijzonder kwetsbare
textielsoort is, raden wij aan slechts
één kledingstuk per wasgang te was-
sen en dit kledingstuk nooit samen met
ander ruw textiel te wassen.
Voor bijzonder kwetsbare zijde kan
door het indrukken van de toets
“EXTRA KORT” een nog mildere was-
behandeling worden bereikt.
24
Het vullen van de wasautomaat
Deur openen.
Voor het openen van de deur dient de
handgreep “A” naar voren getrokken te
worden.
Als de deur vergrendeld is, licht het
controlelampje “B” boven de deur-
greep op.
Als het lampje zelfstandig dooft kan de
deur weer worden geopend.
Noodopening
Als het absoluut noodzakelijk is om de
deur te openen voordat een program-
ma is afgelopen: de programmakeuze-
knop op de stand „UIT“ draaien.
Na ca. 2 minuten kan de vuldeur wor-
den geopend (Let op! Let op het water
in de automaat).
Deur sluiten.
Na het plaatsen van de was, de deur
gewoon dichtdrukken totdat de deur-
vergrendeling hoorbaar inklikt.
De wasautomaat start alleen als de
deur op de juiste wijze is gesloten.
Het vullen van de wasauto-
maat
Het wasgoed vouwen en losjes in de
wasautomaat leggen.
Het liefst groot en klein wasgoed ge-
mengd wassen.
Let op het gewicht van het wasgoed.
Als de trommel alleen met grote stuk-
ken wasgoed is gevuld (bijv. badjas),
kan een trilgeluid en een onrustige loop
ontstaan. Dit heeft echter geen invloed
op het functioneren van de wasauto-
maat.
Tip!
Let op dat er geen wasgoed tussen
de deur wordt geklemd!
Textiel evenals de rubbermachet van
de deur kunnen hierdoor worden be-
schadigd.
Vulgewichten
De toegestane vulgewichten voor was-
goed zijn als volgt:
Witte/bonte was
normaal vervuild
sterk vervuild
5,0 kg
3,5 kg
Kreukherstellend
bij STRIJKVRIJ
2,5 kg
1,0 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol 2,0 kg
Zijde Zie pagina 23
25
Wasmiddeldosering
Schuiflade voor was- en nabe-
handelingsmiddel
Poedervormige wasmiddelen
Inspoelvak A (rechts)
In dit vak vult u het wasmiddel voor
de voorwas en het inweken. Bij pro-
gramma’s zonder voorwas vult u in
dit vak de waterontharder.
Inspoelvak B (links)
In dit vak vult u het wasmiddel voor
de hoofdwas en bij programma’s
met voorwas ook de wateronthar-
der.
Inspoelvak C (midden achter)
Wanneer in combinatie met een
wasprogramma op de toets “VLEK-
KEN” wordt gedrukt, moet in dit vak
het vlekkenzout worden gedo-
seerd. Het middel wordt dan op het
optimale moment tijdens de hoofd-
wasgang ingespoeld.
Inspoelvak D (midden voor)
In dit vak doseert u de vloeibare na-
behandelingsmiddelen, zoals was-
verzachter, verzorgingsmiddel,
vloeibaar stijfsel, enzovoort.
Let op dat deze middelen slechts
tot de markering “MAX” mogen
worden bijgevuld, anders bestaat
de mogelijkheid dat deze vroegtijdig
worden weggezogen.
Tip!
Alle wasmiddelen worden voor de
start van het programma in de
betreffende vakjes van de was-
middellade gedoseerd.
Vloeibare wasmiddelen en
wasmiddeltabs
In plaats van waspoeder kunnen ook
vloeibare wasmiddelen en wasmiddelt-
abs voor de hoofdwas worden ge-
bruikt.
Doseer deze middelen in het hoofd-
wasvak B.
Let op!
Als het programma op een later tijdstip
start doordat men de functie “Starttijd-
keuze” gebruikt, dient voor het vloeiba-
re wasmiddel een doseersysteem te
worden gebruikt, bijvoorbeeld een do-
seerbolletje dat door de wasmiddelen-
fabrikant wordt geleverd.
Voor tips omtrent was- en nabehan-
delingsmiddelen gaat u naar pagina
32/33.
26
Beknopte gebruiksaanwijzing
Ingebruikneming
Zijn de transportbeveiligingen ver-
wijderd (zie pagina 8/9)?
De belangrijkste handelingen bij het in
gebruik nemen van het apparaat zijn
als volgt:
1. Watertoevoerslang op het apparaat
en op de waterkraan aansluiten en
de waterkraan openen.
2. Waterafvoerslang in een afvoer of
dergelijke inrichting hangen en be-
vestigen.
3. De stekker in een geaard stopcon-
tact steken.
Voor het schoonmaken van de
trommel en kuip adviseren wij een
normaal programma voor witte was
zonder voorwas uit te voeren. Vul
een
1
/
2
maatbeker wasmiddel in de
wastrommel en plaats voor deze
reiniging geen enkel stuk wasgoed
in de machine. Aansluitend kunt u
de wasmachine volgens de voor-
schriften in de gebruiksaanwijzing
in gebruik nemen.
Zo kunt u wassen...
4. De vuldeur openen en de voorge-
sorteerde was in de machine plaat-
sen.
5. Indien gewenst de functie “Sop-af-
koeling” resp. “Extra spoelen” in-
schakelen.
6. Wasmiddel in de wasmiddellade
doen en de lade dichtschuiven.
7. Programmakeuzeknop op het ge-
wenste programma draaien. Het
apparaat is ingeschakeld. In het
multidisplay wordt de programma-
duur weergegeven en in de indicatie
van het programmaverloop de stap-
pen van het programma.
8. Toetsen voor de extra functies
VOORWAS / TERE WEEFSELS/
EXTRA KORT / VLEKKEN kunnen
indien gewenst worden ingedrukt.
9. Eventueel kan het centrifugetoeren-
tal lager worden ingesteld of kan
spoelstop worden geselecteerd. De
toetsfunctie is geactiveerd als het
betreffende lampje brandt.
10.Wanneer het programma later moet
starten, stelt u de starttijdkeuze in,
max. 19 uur.
11.Pas nu kunt u het apparaat door het
indrukken van de toets “START/
PAUZE” starten. Het programma
wordt verder automatisch uitge-
voerd. Wanneer de spoelstopfunc-
tie is ingeschakeld, blijft de was aan
het einde van het programma in het
laatste spoelwater liggen.
Druk op de toets “START/PAUZE”
om het water uit het apparaat te
pompen en om de was te centrifu-
geren of kies uit de programma’s
“POMPEN”, “CENTRIFUGEREN”
en “KORT CENTRIFUGEREN” het
programma dat voor uw wasgoed
geschikt is en druk vervolgens de
toets “START/PAUZE”.
12.Pas als in de indicatie van het pro-
grammaverloop “EINDE” wordt
weergegeven en het controlelamp-
je van de vuldeur niet meer brandt,
kan de deur worden geopend.
13.Na afloop van het programma de
programmakeuzeknop op de stand
“UIT” draaien. Het apparaat is uit-
geschakeld.
14.Wanneer er niet meer wordt ge-
wassen, sluit u de waterkraan. Laat
de vuldeur op een kier open staan,
zodat de trommel kan drogen.
27
Wasvoorbereiding
Was sorteren
Let op het behandelingsetiket in uw
wasgoed en de wasvoorschriften van
de fabrikant.
Sorteer de was als volgt:
Witte was, bonte was en kreuk-
herstellende was
•Fijne was
•Wol
Voorbehandeling van de was
Gekleurd en wit textiel hoort niet sa-
men gewassen te worden. Witte
was krijgt een grauwsluier door het
wassen.
Nieuwe, gekleurd wasgoed kan tij-
dens de eerste was kleur afgeven.
Het is beter om dergelijke stukken
de eerste keer afzonderlijk te was-
sen.
Kleding en textiel van wol dienen
voorzien te zijn van een etiket met
het wolmerk en de extra aanduiding
“vervilt niet”, “geen vervilting” of
“wasmachinebestendig”. Ook wol
die met de hand gewassen kan
worden, kan zonder problemen in
de wasmachine worden gewassen.
Controleer of zakken van kleding
leeg zijn en of er zich geen metalen
voorwerpen
(bijvoorbeeld paperclips, veilig-
heidsspelden, naalden, enzovoort)
tussen het wasgoed bevinden. Sluit
ritsen, haken en ogen en knoopo-
vertrekken dicht. Losse riemen en
lange delen van een schort samen-
binden.
Hardnekkige vlekken voor het was-
sen verwijderen. Sterk vervuilde
vlekken eventueel met een speciaal
wasmiddel of een vlekverwijderaar
behandelen.
Gordijnen uiterst voorzichtig behan-
delen. Deze kunnen immers al door
geopende ramen of bij het afnemen
worden beschadigd. Haakjes uit de
gordijnen verwijderen of in een
wasnet of waszak plaatsen.
Voor dergelijke schade kunnen wij
nooit aansprakelijk worden gesteld.
Zeer kleine stukken of zeer teer
wasgoed (bijvoorbeeld babysokjes,
nylonkousen, enzovoort) kunnen in-
dien in een klein kussensloop met
een ritsluiting of in een grotere sok
gestopt, zonder problemen worden
gewassen.
28
Wasgoed in de machine doen
Volg de aanwijzingen voor het maxi-
male vulgewicht op!
De aanwijzingen voor het maximale
vulgewicht, gesorteerd naar type tex-
tiel (inclusief voorbeelden), treft u in het
overzicht aan.
Vuistregels
Droge witte en bonte was tot een
handbreedte onder de bovenste
rand van de trommel vullen.
Een emmer van 10 liter bevat onge-
veer 2,5 kg droge was (katoen).
De was losjes in de wastrommel
plaatsen, liefst grotere en kleinere
stukken door elkaar.
Tips:
Als er te weinig was in de trommel
is geplaatst (bijvoorbeeld een enke-
le badjas), kunnen trillingsgeluiden
evenals een onrustig verloop ont-
staan. Plaats meer wasgoed in de
wastrommel.
U kunt nu wollen producten die
met de hand of in de machine
kunnen worden gewassen, pro-
bleemloos in uw wasmachine
wassen.
29
Internationale textielbehandelingssymbolen
VERENIGING VOOR TEXTIELETIKETTERING VOOR WAS- EN STRIJKBEHANDELING - NEDERLAND
Kalfjeslaan 56 · 2623 AJ Delft · Telefoon 015 261 12 05 · Telefax 015 262 71 52
Onderhoudssymbolen
Versie 1993
WEEFSELS
(Waskuip)
P
ç éèêë íì î ï ñ
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Speciaal
kreuk-
herstel-
lend pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend pro-
gramma
Handwas
Niet
wassen
De getallen in de kuip geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. -De streep onder de kuip betekent: weinig (mechanische) beweging (voor bijv.
kreukherstellend programma). Het geeft de wascycli weer die bijvoorbeeld geschikt zijn voor
kreukherstellend en mechanisch kwetsbaar wasgoed.
BLEKEN
(Driehoek)
Q
AB
Bleken met chloormiddel mogelijk
Bleken met chloormiddel
niet mogelijk
STRIJKEN
(Strijkijzer)
R
C D EF
Heet strijken Warm strijken Lauw strijken Niet strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
CHEMISCH
REINIGEN
(Stomen)
S
GIHKJL
Niet chemisch
reinigen
De letters zijn symbolen voor de stomerij. Zij verwijzen naar het te gebruiken oplosmiddel.
De streep onder de cirkel vereist bij het reinigen een beperking van de mechanische
beweging, de toevoeging van water en de temperatuur.
TROMMELDROGEN
(Droog-
trommel)
T
M NO
Normaal
textiel
Hittegevoelig
textiel
Niet drogen in
droogtrommel
De punten verwijzen naar de instellingen van de droogtrommel (wasdroger).
30
Vlekken in het wasgoed
Het verwijderen van vlekken
De in het wasgoed aanwezige vlekken
worden indien deze oplosbaar zijn tij-
dens het verloop van het wasproces
opgelost.
Speciale vlekken kunnen echter niet al-
leen met regulier wasmiddel worden
verwijderd. Bij het verwijderen van
vlekken op gekleurd textiel is voorzich-
tigheid geboden. Verwijderingmidde-
len kunnen zelf deels giftig of
brandgevaarlijk zijn. Het is aan te beve-
len om de vlekken vóór het wassen te
verwijderen.
Let op
Plaats nooit een ontkleuringmiddel
in de trommel!
Zorg dat u geen grote hoeveelhe-
den van de oplosmiddelen inademt.
Deze zijn schadelijk voor de ge-
zondheid.
Voorzichtig met brandgevaarlijke
vlekkenverwijderingsmiddelen.
Houd alle vlekkenverwijderingsmid-
delen uit de buurt van kinderen (ver-
giftigingsgevaar!)
Bloed: Recente vlekken kunnen met
koud water worden uitgespoeld. Vlek-
ken van gestold bloed dienen met een
speciaal wasmiddel ca. 12 uur inge-
weekt te worden. In het wasmiddelsop
uitwrijven.
Olieverf: Met wasbenzine deppen, vlek
op een zachte ondergrond voorzichtig
bekloppen, losmaken en nogmaals of
meerdere malen deppen.
Gestold vet: Met terpentine deppen en
op een zachte ondergrond met de vin-
gertoppen en een katoenen doek ‘uit-
kloppen’.
Textielverf: Met ontkleurder op kook-
temperatuur behandelen (alleen witge-
kleurde materialen).
Roest: Zout, heet oplossen of “Roest-
duivel” koud toepassen. Wees voor-
zichtig met roestvlekken omdat de
cellulosevezels reeds aangetast zijn en
hierdoor gaten in het textiel kunnen ko-
men.
Vochtvlekken: Met een sopje met
chloor behandelen, goed spoelen (al-
leen voor witte en chloorbestendig ge-
kleurd textiel gebruiken).
Gras: Heet zeepsopje met een weinig
ammonia, het restant met ontkleurder
behandelen.
Inkt en lijm: Met vloeibare aceton*
)
deppen en op een zachte ondergrond
‘uitkloppen’.
Lippenstift: Net als eerder met ace-
ton*
)
, vervolgens met alcohol behande-
len. Resterende vlekken op zachte
stoffen met ontkleurder behandelen.
Rode wijn: In een sopje inweken,
spoelen en met azijn of citroensap be-
handelen, vervolgens nogmaals spoe-
len. Resterende vlek eventueel met
ontkleurder behandelen.
Kleurstof: Afhankelijk van het type
kleurstof eerst met aceton*
)
bevochti-
gen en vervolgens met azijnzuur. Res-
terende vlek in zachte materialen met
een chlooroplossing behandelen, goed
naspoelen.
Teervlekken: Met vlekkenwater, alco-
hol of benzine voorbehandelen en ver-
volgens met een zachte / groene zeep
insmeren.
*) Aceton niet voor acetaatzijde ge-
bruiken!
31
Verven en ontkleuren
Het verven van textiel
Als de volgende instructies worden op-
gevolgd is het in principe mogelijk om
textiel met behulp van uw wasauto-
maat te verven.
Alleen verfmaterialen die uitdrukke-
lijk voor het gebruik in een wasauto-
maat geschikt zijn mogen hiervoor
worden gebruikt.
Volg de instructies van de fabrikant
van het verfmateriaal zorgvuldig op.
Selecteer het wasprogramma dat in
overeenstemming is met de optima-
le temperatuur om te verven.
Het max. vulgewicht is 1,5 kg.
Let op: Iedere keer dat de wasauto-
maat voor een verfprocedure werd ge-
bruikt dient een kookwasprogramma
zonder wasgoed te worden uitgevoerd.
Dit om eventuele verfresten uit de au-
tomaat te verwijderen.
Vul het doseervakje voor het hoofd-
wasmiddel met een 1/2 maatbeker
wasmiddel.
Tip: Verkleuringen van rubber of kunst-
stofdelen kunnen optreden.
Het ontkleuren van textiel
Ontkleuringmiddelen zijn in het alge-
meen zeer agressief. Dat is de reden
waarom geen ontkleuringmiddelen in
de wasautomaat mogen worden ge-
bruikt.
Bij het genoemde wasgoed betreft het katoenen wasgoed.
Vulgewicht
Deel Gewicht in
gram ca.
Deel Gewicht in
gram ca.
Badjas
Bedovertrek
Bedlaken
Blouse
Beroepskleding - dames
Dames nachthemd
Lingerie
Badhanddoek
Droogdoek
Beroepskleding - heren
1200
700
500
100
300
200
100
200
100
600
Heren overhemd
Heren pyjama
Heren singlet / T-shirt
Heren onderbroek, kort
Heren onderbroek, lang
Kussensloop
Servet
Zakdoek
Tafelkleed
200
500
100
100
250
200
100
20
250
32
Type wasmiddel en hoeveelheid
Wasmiddel
De keuze voor een wasmiddel is afhan-
kelijk van het soort textiel (kreukher-
stellend, wol, katoen, etc.), de kleur
van het textiel, de wastemperatuur en
de vervuilingsgraad.
U kunt in deze wasautomaat alle aan-
bevolen en gebruikelijke merken was-
middelen en speciale wasmiddelen
voor trommelmachines gebruiken.
Wasmiddelen in poedervorm voor
alle textielsoorten.
Fijnwasmiddel in poedervorm voor
kreukherstellend wassen (max.
60° C) en wol.
Vloeibaar wasmiddel, bij voorkeur
voor wasprogramma’s zonder voor-
was op lage wastemperaturen
(max. 60° C) voor alle textielsoorten
of speciaal voor wol.
Wasmiddeldosering
Deze wasautomaat komt met haar
technische uitrusting aan alle voor het
milieu relevante aspecten van een opti-
maal, actueel machinaal wasproces te-
gemoet.
Het wasmiddeltype en de hoeveelheid
is gericht op
het type textiel en de hoeveelheid
de vervuilingsgraad van het was-
goed,
de hardheid van het water van het
gebruikte leidingwater.
De hardheid van het water is ingedeeld
in zogenaamde waterhardheidgebie-
den.
De informatie over het gebied van de
waterhardheid vindt u bij het betreffen-
de waterwerk of uw gemeentelijk wa-
terbeheer. Op de verpakking van het
wasmiddel treft u de doseeraanwijzing
van de fabrikant in ml in relatie tot de
waterhardheid.
Gevolgen bij te weinig wasmiddel:
De was wordt grauw of niet schoon.
Puntvormige, donkere vervuilde
deeltjes (vetpluizen) kunnen zich op
het wasgoed afzetten.
Verkalking van het verwarmingsele-
ment.
Gevolgen bij te veel wasmiddel:
Onnodige belasting van het milieu.
Sterke schuimvorming en daardoor
een geringe wasbeweging.
Slechte reiniging-, spoel- en centri-
fugeresultaten.
Opgave van waterhardheden
Poedervormige wasmiddelen
Onderstaand treft u onze aanbevelin-
gen t.a.v. de dosering voor de diverse
beladingen aan:
Bij een volledige belading, conform
de opgave van de wasmiddelfabri-
kant doseren.
Bij een halve belading alleen
3
/
4
van
de aangegeven wasmiddelhoeveel-
heid doseren.
Bij een geringe belading slechts de
helft van de aangegeven wasmid-
delhoeveelheid doseren.
Hard-
heidsge-
bied
Watereigen-
schap
Tota l e hard-
heid in
mmol/l
Duitse
hardheid
in °d
I zacht 0-1,3 0-7
II middel 1,3-2,5 7-14
III hard 2,5-3,8 14-21
IV zeer hard
hoger dan
3,8
hoger
dan 21
33
Vloeibaar wasmiddel
De dosering vindt tijdens het inweek-
proces plaats (alleen bij de hoofdwas)
conform de aanbeveling van de was-
middelfabrikant.
Waterzuivering
Bij hard, kalkhoudend water in het
hardheidsgebied 3 kunt u een speciaal
onthardingsmiddel gebruiken. (De do-
seeraanwijzing van de fabrikant nauw-
keurig opvolgen.) Door een
onthardingsmiddel te gebruiken kunt u
de wasmiddelhoeveelheid conform de
indicatie voor hardheidsgebied I redu-
ceren.
Bij zeer zacht water kan een overmati-
ge schuimontwikkeling door het toe-
voegen van een schuimremmend
middel worden voorkomen. Tezamen
met het wasmiddel doseren.
Dosering van wasmiddel in
gecombineerde tabletvorm
Er zijn verschillende wasmiddelen in
gecombineerde tabletvormen verkrijg-
baar. In tegenstelling tot de gebruikelij-
ke wasmiddelen onderscheiden zij zich
doordat zij de bestanddelen geschei-
den in 3 componenten aanbieden bijv.
basis wasmiddel, ontharder en bleek-
middel. Deze componenten worden
steeds al naar gelang de vereisten ge-
doseerd.
Hierdoor worden aanzienlijke chemi-
sche besparingen (of belastingen) be-
reikt.
Let u hierbij goed op de doseervoor-
schriften per aanbieder.
Wasverzachter
Wasverzachters maken het wasgoed
zacht en handzaam.
Bovendien verminderen zij de statische
belading bij het machinaal drogen.
Vormspoeling
Een vormspoelmiddel is bijv. een syn-
thetisch verstijvingmiddel en geeft aan
bijv. overhemden, beddengoed, tafel-
kleden een stevig geheel.
Vlekkenzout
Vlekkenzout lost tijdens de hoofdwas
de in het wasgoed aanwezige vlekken
op, bijv. rode wijn, fruit- en groente-
vlekken, vlekken op vetbasis, die door
een regulier wasmiddel niet altijd ge-
heel worden verwijderd.
Tevens te gebruiken voor grauw of geel
geworden wasgoed.
34
Advies en tips
Nuttige adviezen
Wasautomaten dienen niet als op-
slagplaats voor gedragen wasgoed
te fungeren.
Vochtig, gedragen wasgoed stimu-
leert schimmelvorming en het ont-
staan van vlekken.
Met name bij poederproducten met
een hoog concentratiegehalte kan
er mogelijkerwijze een inspoelpro-
bleem (bijv. restanten die in het do-
seervakje van het wasmiddel
achterblijven) ontstaan. In dat geval
(en indien beschikbaar) dienen de
bij het wasmiddel verpakte doseer-
middelen te worden gebruikt.
Bij de hedendaagse wasmiddelen
(in poedervorm of vloeibaar) kan het
voorkomen dat ook in het laatste
spoelwater of bij het centrifugeren
schuim ontstaat. Dit is echter niet
van invloed op het spoelresultaat.
Na afloop van het wasprogramma
kan het met name bij donkerge-
kleurd textiel voorkomen dat witte
restanten van wasmiddelen zicht-
baar zijn. Dit is echter niet het ge-
volg van een ontoereikende
spoelwerking. Het betreft meestal
de niet opgeloste wasmiddelonthar-
der van moderne, fosfaatvrije was-
middelen.
Mogelijke oplossing: uitschudden of
afborstelen, het gebruikte wasmid-
del controleren of een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Controleer a.u.b. voordat u het was-
goed in de wasautomaat plaatst of
er in of aan het wasgoed geen me-
talen delen zijn zoals bijv. metalen
knopen, beugels van bh’s, etc, die
los kunnen raken.
Anders kan het voorkomen dat een
dergelijk metalen deeltje in de kuip
terechtkomt en daar een geluid ver-
oorzaakt. Reparaties als gevolg van
dergelijke losse deeltjes, kunnen
ook indien dit binnen de garantietijd
optreedt, niet zonder kosten wor-
den verholpen.
De wasautomaat is op een uiterst
economisch waterverbruik in de
normale stand ingesteld en werkt
met slechts 3 spoelgangen.
Mocht u willen dat uw wasgoed in
de wasprogramma’s (met uitzonde-
ring van wol) intensiever wordt ge-
spoeld, dan kunt u een 4e
spoelgang aan het programma toe-
voegen (zie pagina 20). Het water-
verbruik wordt daardoor met ca.
25% verhoogd, de looptijd wordt
met ca. 15 minuten verlengd.
35
Verzorging en onderhoud
Verwijderen van het grove fil-
ter
Controleer af en toe het grove filter dat
zich in de voet van het apparaat be-
vindt. Hier kunnen zich vreemde voor-
werpen, die met het wasgoed in het
apparaat terechtkomen, verzamelen en
de afvoerpomp blokkeren.
Controleer voordat u contact opneemt
met de klantenservice altijd eerst het
grove filter.
De volgende handelingen moeten wor-
den uitgevoerd.
1. Stekker uit het stopcontact trek-
ken of bij een vaste aansluiting de
zekering uitschakelen of verwij-
deren.
2. De klep in het rechtergedeelte van
het sokkelpaneel naar beneden
openklappen en verwijderen.
3. De aftapslang uit de houder nemen
en iets naar buiten trekken.
4. Een opvangbak onder de slang
plaatsen en de sluitdop van de af-
tapslang openen.
Het resterende water loopt weg.
Afhankelijk van de hoeveelheid wa-
ter kan het noodzakelijk zijn de op-
vangbak meerdere keren te legen.
Om dit te doen kunt u de aftapslang
tussentijds weer met de sluitdop af-
sluiten.
36
5. Het deksel van de afvoerpomp
linksom losschroeven en naar bui-
ten trekken.
6. Eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen uit het pomphuis ver-
wijderen.
7. Het deksel weer terugplaatsen. De
lipjes aan het deksel opzij in de ge-
leidingssleuven plaatsen en het
deksel rechtsom vastschroeven.
8. De aftapslang weer afsluiten, naar
binnen schuiven en in de houder
plaatsen.
9. De sokkelklep weer in de scharnier-
pennen laten vastklikken en de klep
sluiten.
Het reinigen van de wasmid-
dellade
De bakjes van de wasmiddellade die-
nen van alle wasmiddelresten ontdaan
te worden.
1. Trek de wasmiddellade naar buiten
en verwijder de lade met een krach-
tige ruk.
2. Verwijder het inzetstuk voor was-
verzachter uit het middelste vak en
maak dit onder stromend water
schoon.
37
3. Maak de inspoelvakjes vanaf de
achterzijde schoon met warm water.
U kunt hiervoor het beste een fles-
senborstel gebruiken.
4. Plaats het inzetstuk voor wasver-
zachter terug en druk dit tot de aan-
slag vast.
5. Maak ook het gehele inspoelge-
deelte van het apparaat en de
sproeierplaat aan de bovenzijde van
het geleidingshuis schoon met een
borstel.
6. De wasmiddellade in de geleidings-
rails plaatsen en de lade dichtschui-
ven.
Reinigen van de watertoe-
voerzeven
De zeven in de watertoevoer moeten af
en toe worden schoongemaakt, op zijn
laatst wanneer bij geopende water-
kraan geen of onvoldoende water in
het apparaat loopt. De zeven bevinden
zich in de slangverbinding aan de wa-
terkraan en in het aansluitstuk aan de
achterzijde van het apparaat.
Let op: de waterkraan dichtdraaien.
Rubbermanchet
Controleer zo nu en dan de rubber-
manchet achter de vuldeur en verwij-
der eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen die met het wasgoed in
het apparaat terecht zijn gekomen en
zich in de vouw hebben verzameld.
Roestvorming kan ontstaan doordat
voorwerpen zoals spijkers, paperclips,
enzovoort langere tijd niet worden ver-
wijderd.
38
Het apparaat ontkalken
Bij de juiste dosering van wasmiddel is
ontkalken over het algemeen niet no-
dig. Wanneer u de machine toch wilt
ontkalken, dient u hiervoor uitsluitend
merkontkalkingsmiddel te gebruiken
met corrosiebescherming voor wasma-
chines. Dosering conform de opgave
van de fabrikant.
Water aftappen
Als u genoodzaakt bent om
het apparaat leeg te maken, dient u als
volgt te werk te gaan:
De stekker uit het stopcontact trek-
ken.
De waterkraan dichtdraaien.
Afwachten tot het eventueel hete
sop is afgekoeld.
Een opvangbak, schotel of
iets dergelijks gebruiken voor het
opvangen van het restwater.
Vervolgens het water via de aftap-
slang laten weglopen (zie pagina
35).
Onderhoud van de wasauto-
maat
Dankzij de door speciaal geselecteerde
moffellakken beschermde behuizing is
geen bijzonder onderhoud nodig. Het
is voldoende wanneer u de wasauto-
maat na het wassen met een vochtige
doek afneemt. In geen geval mogen
schuurmiddelen of oplosmiddelen wor-
den gebruikt.
Om ervoor te zorgen dat de trommel
kan drogen, dient u na het wassen de
vuldeur nog enige tijd geopend te la-
ten.
De wastrommel is gemaakt van roest-
vrij edelstaal en is daardoor in hoge
mate corrosiebestendig.
Wanneer desondanks roestaanslag
ontstaat, wordt dit veroorzaakt door ij-
zerhoudende vreemde voorwerpen die
met het wasgoed in de machine te-
recht zijn gekomen.
Uitwendige roestvorming is ook bij
roestvrij edelstaal mogelijk.
Opstelling in een vorstgevoeli-
ge ruimte
Wanneer uw apparaat in een dergelijke
ruimte staat, moet u bij lage omgeving-
stemperaturen na het wassen het rest-
water laten weglopen (zie Water
aftappen) en tevens de toevoerslang
van de waterkraan losschroeven en
volledig leeg laten lopen. Wanneer de
afvoerslang in een lus is gelegd, moet
ook het water uit de lus worden verwij-
derd.
Rubberonderdelen van het ap-
paraat
Onderdelen van rubber zijn niet alleen
aan slijtage onderhevig maar ook aan
natuurlijke veroudering. Dit geldt ook
voor alle rubberen onderdelen van uw
wasautomaat.
39
Oplossen van kleine storingen
Aanwijzingen voor het oplos-
sen van kleine storingen
Wanneer u rekening houdt met onze
adviezen, zult u uw wasmachine altijd
naar volle tevredenheid kunnen gebrui-
ken.
Mocht er desondanks toch een storing
optreden, controleer dan eerst de vol-
gende punten voordat u de hulp van
een vakman inroept.
Wat is er aan de hand als...
...het wasprogramma niet begint?
Zit de stekker goed in het stopcon-
tact?
Is het stopcontact stroomvoerend,
is de zekering in orde? (controleren
met een ander elektrisch apparaat,
bijvoorbeeld een tafellamp of iets
dergelijks).
Hebt u alle handelingen goed uitge-
voerd, zoals in de gebruiksaanwij-
zing is beschreven?
Is de deur goed gesloten?
Hebt u op de toets Start gedrukt?
...er water uit het apparaat loopt?
Zijn de verbindingen met de water-
toevoerslang goed vastgedraaid?
Is het grove filter goed geplaatst en
vastgeschroefd?
Is de aftapslang lek of niet goed af-
gesloten?
...het apparaat bij het centrifugeren
sterk vibreert?
Hebben de verstelvoeten goed con-
tact met de ondergrond?
Is de transportbeveiliging volledig
verwijderd?
...het centrifugeren vertraagd be-
gint?
Het elektronische onbalans-contro-
lesysteem is op basis van de on-
gunstige wasverdeling geactiveerd.
De was wordt losgemaakt, opnieuw
verdeeld en er wordt begonnen met
centrifugeren. Dit kan meerdere ke-
ren gebeuren tot het uiteindelijke
centrifugeren plaatsvindt.
......de wasverzachter niet wordt in-
gespoeld of het vak voor nabehan-
delingsmiddel met water is gevuld?
Het wasverzachter-inzetbakje is niet
goed in het middelste inspoelvak
gezet of is verstopt.
...de vuldeur niet kan worden geslo-
ten?
De kinderbeveiliging is ingesteld.
......bij een ingedrukte toets het be-
treffende controlelampje niet
brandt?
De geselecteerde functie is niet te
combineren met het ingestelde pro-
gramma.
...de stroom uitvalt?
Bij stroomuitval of een defect aan
het apparaat kan water in de kuip
via de aftapslang worden verwij-
derd.
De vuldeur kan na ca. 2 minuten
worden geopend, zodat het was-
goed uit de machine kan worden
genomen.
40
Tip:
Verschillende storingen worden in
het multidisplay als volgt weergege-
ven.
...in het multidisplay C1 wordt weer-
gegeven?
De code C1 betekent dat er geen water
wordt toegevoerd.
Is de waterkraan geopend?
Is de zeef in de watertoevoerslang
schoon?
......in het multidisplay C2 wordt
weergegeven?
De code C2 betekent dat het water niet
wordt weggepompt.
Is de waterafvoerslang eventueel
geknikt of verdraaid?
Is de afvoerpomp geblokkeerd door
vreemde voorwerpen?
Is de maximale pomphoogte van 1
meter overschreden?
Is bij een sifonaansluiting eventueel
de sifon verstopt?
......in het multidisplay E10 wordt
weergegeven?
De vuldeur is niet goed gesloten.
Het controleren of oplossen van de
bovenstaande foutoorzaken moet
door onze klantenservice ook tij-
dens de garantieperiode aan u in re-
kening worden gebracht.
Verdere indicaties in het multidis-
play.
Wordt in het display C3-C9 of CA-CF
weergegeven dan is er een storing van
het apparaat geconstateerd.
Stel het programma opnieuw in en
druk op de toets “Start/pauze”.
Wanneer de indicatie blijft branden,
dient u contact op te nemen met de
klantenservice en aan te geven welke
indicatie in het multidisplay wordt
weergegeven.
41
Klantendienst
Belangrijk!
Indien een storing optreedt, gelieve
eerst na te gaan of u alle opmerkingen
en aanwijzingen van deze gebruiks-
aanwijzing hebt uitgevoerd, vooraleer u
de klantendienst belt.
Storing
Wanneer u voor een storing geen aan-
wijzing in de gebruiksaanwijzing vindt,
verwittig dan onze technische klanten-
dienst. De service-hotline is de directe
verbinding naar alle klantendiensten in
Nederland:
0115 62 64 66
Storingsmelding
Te melden bij een storing:
a) het volledige adres
b) telefoonnummer met zonenummer
c) het productnummer
d) het PRIVILEG-nummer
Het productnummer en het PRIVILEG-
nummer vindt u op het typeschild van
het apparaat, achter de deur.
De opgave van deze beide nummers
laat onze klantendienst toe, de juiste
vervangstukken voorhanden te heb-
ben.
Schrijf daarom de nummers van het ty-
peschild gelijk over in deze handlei-
ding.
Productnummer:
...................................
PRIVILEG-nummer:
...............................
Opgelet!
Reparaties aan elektrische toestellen
mogen alleen door vakmensen wor-
den uitgevoerd. Onvakkundige repara-
ties kunnen tot aanzienlijke risico’s
voor de gebruiker leiden. Wend u daar-
om altijd tot onze sevice-afdeling. Al-
leen originele QUELLE-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
42
Kinderbeveiliging
Instelling van de kinder-
beveiliging
Bij een geactiveerde kinderbeveiliging
kan de vuldeur niet meer gesloten wor-
den en kan geen wasprogramma wor-
den gestart.
Instelling:
1. De draaiknop aan de binnenkant
van de vuldeur met een muntstuk
rechtsom tot de aanslag verdraaien.
2. De draaiknop mag zich na het in-
stellen van de draaiknop niet in in-
gedrukte positie bevinden omdat
anders de kinderbeveiliging niet
functioneert.
Opheffen:
De draaiknop met een muntstuk links-
om tot aan de aanslag verdraaien.
43
Onderbouw van het apparaat
Attentie!
De waterkraan en netstekker dienen
ook na het plaatsen van het appa-
raat bereikbaar te zijn.
De aansluitingen voor stroom en
water moeten aan de zijkant van het
apparaat geplaatst worden. Achter
het apparaat is hier namelijk geen
plaats voor.
Voordat werkzaamheden uitgevoerd
worden moet altijd eerst de netstek-
ker uit het apparaat worden geno-
men.
Onderbouw/werkhoogte 85
cm
Voor het onderbouwen van een wasau-
tomaat is een onderbouwset nodig die
via de Klantenservice verkrijgbaar is.
De volgende werkzaamheden dienen
uitgevoerd te worden:
1. De 2 schroeven aan de achterzijde
van het apparaat, waaraan het bo-
venblad bevestigd is, afschroeven.
2. Het bovenblad naar achteren schui-
ven en afnemen.
Het apparaat is nu 82 cm hoog.
3. Aansluitend dient de afdekplaat en
de afdichtstrip aan de bovenvoorzij-
de van het apparaat te worden ge-
monteerd en met speciale
schroeven geaard worden.
4. Pas als dit allemaal gedaan is, mag
het apparaat op het elektriciteitsnet
aangesloten en in gebruik genomen
worden.
5. Afdekplaat, speciale schroeven en
afdichtstrip werden bij de onder-
bouwset gevoegd.
Onderbouw/werkhoogte 90
cm
1. Bij keukens met een werkhoogte
van 90 cm of hoger, de wasauto-
maat zonder het bovenblad van het
apparaat verwijderen en in de nis
schuiven.
2. Door deze positionering is het ap-
paraat tegen sproeiwater be-
schermd en kan direct in gebruik
worden genomen.
44
Technische gegevens / afmetingen
; Dit apparaat is voorzien van het “CE”-kenmerk en voldoet daarmee aan de
volgende EG-richtlijnen:
-73/23/EEG van 19-02-1973 – laagspanningsrichtlijn
-89/336/EEG van 03-05-1989 (inclusief aangepaste richtlijnen 92/31/EEG) – EMC-
richtlijn.
Dynamic
Toegestaan vulgewicht
(droog wasgoed)
Totale aansluitwaarde
Verwarming
Afvoerpomp
Hoofdmotor: Wassen
Centrifugeren
Centrifugetoerental
Spanning
Beveiliging
Waterdruk: min.
max.
Energie-efficiëntie
Waswerking
Centrifugewerking
Totale hoogte
Totale breedte
Totale diepte
To t a a l ge w i c h t
7640
5,0 kg
2150 W
1950 W
30 W
200 W
350 W
1400 toeren/mi-
nuut
230 V/50 Hz
10 A
10 N/cm
2
100 N/cm
2
A
A
B
85 cm
60 cm
60 cm
85 kg
7660
5,0 kg
2150 W
1950 W
30 W
200 W
350 W
1600 toeren/
minuut
230 V/50 Hz
10 A
10 N/cm
2
100 N/cm
2
A
A
A
85 cm
60 cm
60 cm
85 kg
45
Notities
46
Programmaoverzicht
*) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel, conform EN
60456 en IEC 60456.
LET OP! Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT”
draaien.
Programma-
keuzeknop
Toe t s en
NORMALE PROGRAMMA'S
MET NORMAAL
CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Energie-
besparend
programma
(60°C) *)
Energiebesparend programma voor
witte/bonte was*)
bijv. normaal vervuild beddengoed, ta-
fellinnen en soortgelijk textiel, over-
hemden, ondergoed, badhanddoeken,
enzovoort van katoen en linnen.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
Witte was
95°
VOORWAS
Witte was met voorwas
bijv. sterk vervuilde beroepskleding,
vervuild textiel.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
Witte was
95°
VLEKKEN
Witte was met vlekken
bijv. normaal vervuilde was van katoen
en linnen met vlekken.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
Witte was
95°
Witte was zonder voorwas
bijv. licht tot normaal vervuild was-
goed van katoen en linnen zonder
vlekken.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
Witte was
95°
EXTRA
KORT
Witte was – extra kort
licht vervuild wasgoed van katoen en
linnen.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
Witte was
95°
TERE
WEEFSELS
Witte was, kreukherstellend en met
extra spoelgang
voor het veelvuldig wassen van was-
goed van katoen en linnen.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5 kg
47
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN
60456, en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het
toegevoerde water en de omgevingstemperatuur. De waarden hebben betrekking op de hoogste
wastemperatuur die voor het betreffende programma mogelijk is.
De duur van de programma's is afhankelijk van de wasgewoonten en de omgevingsomstandigheden
op de plaats waar de wasmachine is opgesteld. Het is mogelijk dat in het dagelijks gebruik van de
bovengenoemde waarden wordt afgeweken (zie tevens pagina 22).
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voorwas
Hoofdwas
Vlekkenzout
Wasver-
zachter
Voorwas
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Normaal cen-
trifugeren en
pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
X
Naar behoefte en opgave. De vulhoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak niet overschrijden.
X X X 0,85 39 120
X X X X X X 1,9 52 172
X X X X X 2,2 43 158
X X X X 1,8 42 148
XXXX1,84596
X X X X 1,8 65 158
48
Programmaoverzicht
LET OP! Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT”
draaien.
Programma-
keuzeknop
Toet s e n
NORMALE PROGRAMMA'S
MET NORMAAL
CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Bonte was/
kreuk-her-
stellend
koud - 60°
VOORWAS
Bonte was/kreukherstellende was
met voorwas
bijv. sterk vervuilde bonte was van ka-
toen en linnen, overhemden, onder-
goed, badhanddoeken, sterk vervuilde
synthetische kleding of mengweefsels,
strijkvrije overhemden.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5/2,5 kg
Bonte was/
kreuk-her-
stellend
koud - 60°
Bonte was/kreukherstellende was
zonder voorwas
bijv. licht tot normaal vervuilde bonte
was van katoen en linnen, overhem-
den, ondergoed, badhanddoeken,
synthetische materialen of mengweef-
sels, strijkvrije overhemden.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5/2,5 kg
Bonte was/
kreuk-her-
stellend
koud - 60°
VLEKKEN
Bonte was/kreukherstellende was
met vlekken
bijv. normaal vervuilde was van katoen
en linnen met vlekken, babykleding.
Tafellinnen, handdoeken, enzovoort,
normaal vervuilde, synthetische mate-
rialen of mengweefsels met vlekken,
strijkvrije overhemden, enzovoort.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5/2,5 kg
Bonte was/
kreuk-her-
stellend
koud - 60°
EXTRA
KORT
Bonte was/kreukherstellende was
extra kort
kleding die slechts korte tijd is gedra-
gen zoals bijv. tenniskleding, badkle-
ding, enzovoort, synthetische stoffen
en mengweefsels met katoen.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5/2,5 kg
Bonte was/
kreuk-her-
stellend
koud - 60°
TERE
WEEFSELS
Bonte was/kreukherstellende was
voorzichtig en met extra spoelgang
voor het veelvuldig wassen van was-
goed van katoen en linnen, synthe-
tische stoffen of mengweefsels.
Kort centrifu-
geren
Spoelstop
5/2,5 kg
49
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN
60456, en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het
toegevoerde water en de omgevingstemperatuur. De waarden hebben betrekking op de hoogste
wastemperatuur die voor het betreffende programma mogelijk is.
De duur van de programma's is afhankelijk van de wasgewoonten en de omgevingsomstandigheden
op de plaats waar de wasmachine is opgesteld. Het is mogelijk dat in het dagelijks gebruik van de
bovengenoemde waarden wordt afgeweken (zie tevens pagina 22).
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voorwas
Hoofdwas
Vlekkenzout
Wasver-
zachter
Voorwas
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Normaal
centrifuge-
ren en pom-
pen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
XX
Naar behoefte en opgave. De vulhoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak niet overschrijden.
X X X X 1,1 49 143
X X X X 1,05 42 119
X X X X X 1,3 43 129
XXXX1,04563
X X X X 1,05 65 129
50
Programmaoverzicht
LET OP!
Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Programma-
keuzeknop
Toet s e n
KREUKHERSTELLENDE
PROGRAMMA'S
MET KORT CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Fijne was
30°• 40°
VOOR-
WAS
Fijne was met voorwas
bijv. voor alle sterk vervuilde tere weefsels.
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
40°
VLEKKEN
Fijne was met vlekken
bijv. tere weefsels met vlekken
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
30°• 40°
Fijne was
voor alle tere weefsels, bijv. gordijnen.
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
30°• 40°
EXTRA
KORT
Fijne was – extra kort
gedurende korte tijd gebruikte fijne was en
tere weefsels.
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Wol
Koud •
30° • 40°
Wol P
Getest wolwasprogramma voor gebreide
wolmerkproducten voorzien van het etiket
“speciaal bewerkt – vervilt niet” en voor
met de handwasbare wol.
Kort
centrifugeren
Spoelstop
2 kg
Zijde
Zijde P
voor met de hand en in de wasmachine
wasbare zijde. Bij uiterst gevoelige pro-
ducten van zijde op de toets “EXTRA
KORT” drukken.
Spoelstop
Kort
centrifugeren
Extra kort
1 kg
Viscose
(40 °C)
VOOR-
WAS
Viscose met voorwas
voor sterk vervuilde moderne textielsoor-
ten zoals viscose, cupro, lyocell, modal,
enzovoort.
Spoelstop
Kort
centrifugeren
2,5 kg
Viscose
(40 °C)
Viscose zonder voorwas
voor moderne textielsoorten zoals visco-
se, cupro, lyocell, modal, enzovoort.
Spoelstop
Kort
centrifugeren
2,5 kg
Viscose
(40 °C)
VLEKKEN
Viscose met vlekken
voor moderne textielsoorten zoals visco-
se, cupro, lyocell, modal, enzovoort met
vlekken.
Spoelstop
Kort
centrifugeren
2,5 kg
Viscose
(40 °C)
EXTRA
KORT
Viscose – extra kort
voor korte tijd gedragen moderne textiel-
soorten zoals viscose, cupro, lyocell, mo-
dal, enzovoort.
Spoelstop
Kort
centrifugeren
2,5 kg
51
Programmaverloop en verbruikswaarden
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voorwas
Hoofdwas
Vlekkenzout
Wasver-
zachter
Voorwas
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Kort centrifu-
geren en
pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
XX
Naar behoefte en opgave. De vulhoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak niet overschrijden.
XXX X 0,76691
XX XX X 0,655591
XXXX0,65471
X X X X 0,55 55 55
XXXX0,34237
XXXX0,24844
XX XXX X 0,77079
XXXX0,66061
XX XX X 0,656281
X X X X 0,55 60 54
52
Programmaoverzicht
LET OP!
Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Programma-
keuzeknop
To e ts en
KREUKHERSTELLENDE
PROGRAMMA'S
MET KORT
CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Strijkvrij 40°
VOORWAS
Strijkvrij met voorwas
bijv. sterk vervuilde kreukherstellende
overhemden of blouses.
Spoelstop
Kort centrifuge-
ren
1 kg
Strijkvrij 40°
Strijkvrij zonder voorwas
bijv. kreukherstellende overhemden of
blouses.
Spoelstop
Kort centrifuge-
ren
1 kg
Strijkvrij 40°
VLEKKEN
Strijkvrij met vlekken
bijv. kreukherstellende overhemden of
blouses met vlekken.
Spoelstop
Kort centrifuge-
ren
1 kg
Strijkvrij 40°
EXTRA
KORT
Strijkvrij – extra kort
bijv. korte tijd gedragen kreukherstel-
lende overhemden of blouses.
Spoelstop
Kort centrifuge-
ren
1 kg
Programma-
keuzeknop
Toe t s en
SPECIAAL PROGRAMMA
Extra functies
via de toetsen
Max. bela-
dings-ca-
paciteit
Snel pro-
gramma 30°
Supersnel programma op 30°
voor het kort wassen van textiel, zoals
bijvoorbeeld een keer gedragen, licht
vervuilde sportkleding. Niet geschikt
voor wol of zijde.
Spoelstop
Kort centrifuge-
ren
2,5 kg
53
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN
60456, en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het
toegevoerde water en de omgevingstemperatuur. De waarden hebben betrekking op de hoogste
wastemperatuur die voor het betreffende programma mogelijk is.
De duur van de programma's is afhankelijk van de wasgewoonten en de omgevingsomstandigheden
op de plaats waar de wasmachine is opgesteld. Het is mogelijk dat in het dagelijks gebruik van de
bovengenoemde waarden wordt afgeweken (zie tevens pagina 22).
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voorwas
Hoofdwas
Vlekkenzout
Wasver-
zachter
Voorwas
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Kort centrifu-
geren en
pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
XX
Naar behoefte en opgave. De vul-
hoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak
niet overschrijden.
X X X X 0,6 75 105
X X X X 0,55 62 81
X X X X X 0,6 63 91
XXXX0,56245
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voorwas
Hoofdwas
Vlekkenzout
Wasver-
zachter
Voorwas
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Kort centrifu-
geren en
pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
X
Naar behoef-
te
X X X 0,2 42 20
54
Programmaoverzicht
LET OP!
Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Programma-
keuzeknop
Toe t s en
EXTRA PROGRAMMA’S
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Stijven
Stijven
kan als extra programma aan ieder wille-
keurig programma worden toegevoegd.
Spoelstop
Kort centrifu-
geren
5 kg
Wegpompen
Wegpompen
van het laatste spoelwater bij de
wasprogramma's met spoelstop.
Centrifugeren
Normaal centrifugeren
kleine handwasjes die niet in de wasma-
chine zijn gewassen, kunnen in deze
stand worden gecentrifugeerd. Het cen-
trifugeren kan tevens na een willekeurig
ander deelprogramma worden uitge-
voerd.
Kort centrifu-
geren
5 kg
Kort centrifu-
geren
Kort centrifugeren
kleine handwasjes die niet in de wasma-
chine zijn gewassen, kunnen in deze
stand worden gecentrifugeerd. Het cen-
trifugeren kan tevens na een willekeurig
ander deelprogramma worden uitge-
voerd.
Kort centrifu-
geren
2,5 kg
55
Programmaverloop en verbruikswaarden
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden
Hoofdwas
Wasver-
zachter/ na-
behande-
lingsmiddel
Hoofdwas
Spoel-gan-
gen
Normaal cen-
trifugeren en
pompen
Kort centrifu-
geren en
pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(min.)
X
laatste
spoelgang
X0,061217
——1
X—11
X—3
Waarborg-Informatie
Voor onze technische apparaten en voertuigen bieden
wij, in het kader van onze waarborgvoorwaarden, de
waarborg tot een onberispelijke kwaliteit.
De waarborgtijd begint met de aankoop. Het tijdstip van
aankoop bewijst u via het verkoopsdocument. (factuur,
leveringsbon, e.a.) Bewaar deze documenten zorgvuldig.
Onze waarborgvoorwaarden zijn steeds in de geldende
hoofdcatalogi afgedrukt.
Voor gewaarborgde en andere herstellingen vragen wij u,
zich tot de dichtstbijzijnde klantendienst te wenden.
Quelle B.V.
De Verrekijker 1
4564 DB St. Jansteen
Wasautomaat Dynamic
Model 7640 productnummer 617.569
Model 7660 productnummer 637.442
822 943 679-01 - 26.05.03-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Privileg Quelle DYNAMIC7660, 20212 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor