Zanussi ZCV65021W2 Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZCV65021W2
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en de
kabel vervangen.
2
Dit apparaat moet worden aangesloten op het stroomnet met
een kabel van het type H05VV-F om de temperatuur van het
achterpaneel te kunnen weerstaan.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000
m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of
vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet
achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met vet
of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water. Schakel
het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met een deksel of
een vuurdeken.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat
van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen
veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen
breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om
het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen
contact op met de erkende servicedienst.
3
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet
worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten opgenomen worden
in de vaste bedrading overeenkomstig de regels voor de
bedrading.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Delen van het apparaat staan onder stroom.
Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen
dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
4
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
Installeer een stabilisator om te voorkomen dat
het apparaat kantelt. Raadpleeg het hoofdstuk
Installatie.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische verbindingen moeten worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat of de niche onder
het apparaat, met name niet als deze werkt of
als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Risico op letsel
en brandwonden.
Gevaar voor elektrische schokken!
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten
en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt
van vet en olie als u hiermee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen
direct op de bodem van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op het apparaat of
direct op de bodem van de uitsparing.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
5
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u
ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan
brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te
laten voorverwarmen.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor
dit apparaat wordt gebruikt, is alleen geschikt
voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze
niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
8
5
4
3
2
1
6
7
10
1 3 4
5
2
9
1
Knop voor de ovenfuncties
2
Display
3
Knop voor de temperatuur
4
Temperatuurindicator / symbool
5
Toetsen voor de kookplaat
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Verwijderbare inschuifrail
9
Ventilator
10
Roosterhoogtes
INDELING KOOKPLAAT
180 mm
145 mm
145 mm
180 mm
1
3
456
2
1
Kookzone 1200 W
2
Stoomuitlaat - aantal en positie is afhankelijk
van het model
3
Kookzone 1800 W
4
Kookzone 1200 W
5
Restwarmte-indicator
6
Kookzone 1800 W
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
7
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
De aanduiding knippert als u het apparaat
aansluit op het stopcontact, als er een
stroomstoring is geweest of als de timer niet is
ingesteld.
Druk op of om de correcte tijd in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en
geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
TIJD VERANDEREN
U kunt de tijd van de dag niet wijzigen
als de functie Bereidingsduur of
Einde werken.
Blijf op drukken tot het symbool voor de functie
knippert.
Zie "De duur instellen" om een nieuwe tijd in te
stellen.
VOORVERWARMEN
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
1. Stel de functie in.Stel de maximale
temperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De
oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WARMTE-INSTELLING
Symbolen Functie
Uit-stand
1 - 9 Verwarmingsstanden
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verlagen. Zet de
kookzone ongeveer 5 - 10 minuten uit,
voordat het koken is voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde kookzone
naar de gewenste warmte-instelling.
Zet de bedieningsknop op de uit stand om het
kookproces te beëindigen.
RESTWARMTE-INDICATIE
WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een kookzone heet
is, maar het werkt niet als de stroom is
onderbroken.
KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en
droog zijn voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
8
Kookgerei gemaakt van geëmailleerd
staal of met aluminium of koperen
bodems, kunnen tot verkleuringen
leiden van de glazen keramische
kookplaat.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Warmte-instel-
ling
Gebruik om: Tijd (min) Tips
1 Bereide gerechten warmhouden. zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter,
chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkba-
sis, reeds bereide gerechten op-
warmen.
25 -
50
Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerech-
ten op melkbasis halverwege de
procedure door.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor 750
g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveelhe-
den voedsel, stoofschotels en
soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
6 - 7 Zacht bakken: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten,
rissoles, worstjes, lever, roux, ei-
eren, pannenkoeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lendenbief-
stukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoof-
vlees), frituren van friet.
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de glazen
plaat.
9
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic
folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders
kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Gebruik de speciale schraper op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende
is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen oppervlak met
een doek en een oplossing van water met azijn.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OVENFUNCTIES
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand De oven staat uit.
Hetelucht Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor de-
zelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meerdere roos-
terhoogten, zonder dat er smaken worden overgebracht
van het ene naar het andere gerecht.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden
en voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te
bruinen.
Conventioneel koken Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
10
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht (vochtig) Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie
te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’ voor berei-
dingsinstructies Hetelucht (vochtig). De ovendeur dient tij-
dens de bereiding gesloten te zijn, zodat de functie niet
wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven
op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie functioneert. Bij
het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de
ruimte verschillen van de ingestelde temperatuur. Het ver-
warmingsvermogen kan worden verminderd. Zie voor al-
gemene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofd-
stuk ‘Energie-efficiëntie’, Energiebesparing. Deze functie
wordt gebruikt om de energie-efficiëntieklasse vast te
stellen overeenkomstig EN 60350-1. Als u deze functie
gebruikt, gaat de lamp automatisch uit.
DE OVEN IN- EN UITSCHAKELEN
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes heeft:
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop
de kookzones, de ovenfuncties of
de temperatuur bedient.
1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties om
een ovenfunctie te selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur naar een
temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen, de knop
voor de ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilator doorgaan, totdat de oven is
afgekoeld.
OVENACCESSOIRES PLAATSEN
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de geleidestangen van
de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de geleidestangen van
de roostersteun en het rooster op de roostersteun
erboven.
Alle accessoires hebben links en
rechts bovenaan kleine inkepingen
om de veiligheid te verhogen. Deze
inkepingen zorgen er ook voor dat
ze niet omkantelen.
Door de verhoogde lijst die om het
rooster loopt, is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
11
OVEN - KLOKFUNCTIES
DISPLAY
A B C
A. Klokfuncties
B. Timer
C. Klokfunctie
TOETSEN
Knop Functie Beschrijving
MIN Om de tijd in te stellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS Om de tijd in te stellen.
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, wijzigen of controle-
ren.
BEREIDINGS-
DUUR
Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDVERTRAGING Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combineren.
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed
op de werking van het apparaat. U kunt de KOOKWEKKER op elk
gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
DE BEREIDINGSDUUR INSTELLEN
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
Op het display verschijnt .
4. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken,
knippert en hoort u een geluidssignaal. Het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om het
geluidssignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop
voor de temperatuur naar de uit-stand.
12
HET EINDE INSTELLEN
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de tijd in te stellen.
Op het display verschijnt .
4. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken,
knippert en hoort u een geluidssignaal. Het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal
uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop
voor de temperatuur naar de uit-stand.
DE FUNCTIE TIJDVERTRAGING INSTELLEN
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de BEREIDINGSDUUR
in te stellen.
4. Druk op .
5. Druk op of om de tijd voor EINDE in te
stellen.
6. Druk op om te bevestigen.
Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor
de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stop aan op
de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd,
weerklinkt er een geluidssignaal.
7. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige toets om het signaal
uit te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop
voor de temperatuur naar de uit-stand.
DE KOOKWEKKER INSTELLEN
1. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op or om de gewenste tijd in te
stellen.
De KOOKWEKKER start automatisch na vijf
seconden.
3. Wanneer de ingestelde tijd voorbij is, klinkt er
een geluidssignaal. Druk op een willekeurige
toets om het geluidssignaal uit te zetten.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties en de
temperatuurknop naar de uit-stand.
DE KLOKFUNCTIES ANNULEREN
1. Blijf op de drukken tot het symbool voor de
benodigde ovenfunctie begint te knipperen.
2. Houd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
BAKKEN
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan
de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake
niet overal even bruin. Als de cake niet overal even
bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het
bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
13
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake
is niet voldoende gebak-
ken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De cake zakt in en wordt
klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere bak-
tijd in.
De cake wordt ongelijk-
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager instellen
en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het ca-
kebeslag gelijkmatig over de bak-
plaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets hoger in.
GECIRCULEERD KOKEN
Als u pizza maakt, verkrijgt u de beste
resultaten door de knoopen voor de
ovenfuncties en de oventemperatuur
naar de stand te draaien.
Bakken op één ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Moskovisch gebak / vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1) 25 - 40 3
Taartbodem - zandtaartdeeg 170 - 180 10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
14
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal
geplaatst)
160 60 - 90 2 - 3
1) Oven voorverwarmen.
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roer-
deeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1) Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1) 20 - 30 3
Broodjes 160 10 - 35 3
Kleine cakejes (20 per blad) 150 20 - 35 3
1) Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
160 - 170
1) 15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
15
Bakken op meerdere niveaus
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoogte
2 standen
Roomsoezen / Eclairs
160 - 180
1) 25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1) Oven voorverwarmen.
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoogte
2 standen
Zandkoekjes
150 - 160
1) 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ deegreepjes 140 20 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 45 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak 170 - 180 30 - 50 2 / 4
1) Oven voorverwarmen.
BOVEN- EN ONDERWARMTE OP ÉÉN NIVEAU
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
170
1) 25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
190 - 210
1) 10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
180 60 - 90 1 - 2
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
16
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1) Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
160 - 180
1) 50 - 70 2
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
1. 230
1)
2. 160 - 180
1)
1. 20
2. 30 - 60
1 - 2
Roomsoezen/tompoezen
190 - 210
1) 20 - 35 3
Koninginnenbrood (opgerolde cake met
jam)
180 - 200
1) 10 - 20 3
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
190 - 210
1) 20 - 30 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
2)
170 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv.
kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1) 40 - 80 3
Pizza (met veel garnering)
190 - 210
1) 30 - 50 1 - 2
Pizza (dunne korst)
220 - 250
1) 15 - 25 1 - 2
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1) 20 - 35 3
17
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
190 - 210
1) 20 - 30 3
Broodjes
190 - 210
1) 10 - 55 3
Kleine cakejes (20 per blad)
170
1) 20 - 30 3 - 4
1) Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
180 - 200
1) 15 - 30 1
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
200 - 220
1) 15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
HETELUCHT (VOCHTIG)
Brood en pizza
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Broodjes 180 25 - 35 3
Bevroren pizza 350 g 190 25 - 35 3
Cake in bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Koninginnenbrood (opgerolde cake
met jam)
180 20 - 30 3
18
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Brownie 180 30 - 40 3
Cake in bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Soufflé 200 30 - 40 3
Luchtige vlaaibodem 180 20 - 30 3
Victoriataart met jamvulling 150 25 - 35 3
Vis
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 3
Hele vis 200 g 180 25 - 35 3
Visfilets 300 g 180 25 - 35 3
Vlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Vlees in zakje 250 g 200 25 - 35 3
Vleesspiesjes 500 g 200 30 - 40 3
Kleine gebakken items
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Koekjes 180 25 - 35 3
Bitterkoekjes 160 25 - 35 3
Muffins 180 25 - 35 3
Smakelijke cracker 170 20 - 30 3
Kruimeldeegkoekjes 150 25 - 35 3
Tartelettes 170 15 - 25 3
19
Vegetarisch
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Groentemix in zakjes 400 g 180 25 - 35 3
Omelet 200 20 - 30 3
Groenten op plaat 700 g 180 25 - 35 3
BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun
eigen sap tijdens het roosteren.
BOVEN- EN ONDERWARMTE ROOSTEREN
Rundvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur (°C) Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
230 - 250
1) 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: me-
dium
per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1
Rosbief of ossehaas:
doorbakken
per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1
1) Oven voorverwarmen.
Varkensrug
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur (°C) Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
20
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees
1) 1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1) Gebruik een afgesloten braadpan.
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Lamsrug, medium 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
Game
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
220 - 240
1) 30 - 40 1
Rug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1) Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g elk 220 - 250 20 - 40 1
Halve kip 400 – 500 g elk 220 - 250 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
21
Vis
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
BRADEN MET CIRCULATIEGRILL
Rundvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur (°C) Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
190 - 200
1) 5 - 6 1
Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 180 - 190 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1
1) Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur (°C) Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk, ham-
lap
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
22
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd lams-
vlees
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1
GRILLEN IN HET ALGEMEEN
WAARSCHUWING! Tijdens het
grillen moet de ovendeur altijd
gesloten zijn.
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Zet de diepe ovenschaal om vet op te vangen
altijd op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Het grilgedeelte is ingesteld in het midden van het
rooster.
GRILL
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
23
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
1e kant 2e kant
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3
Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 - 4
GRILL INTENS
Gerecht Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
1e kant 2e kant
Burgers
max
1) 9 - 15 8 - 13 4
Varkensfilet Maximaal 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes Maximaal 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet, kalfsbiefstukken Maximaal 7 - 10 6 - 8 4
Geroosterd brood
max
1) 1 - 4 1 - 4 4 - 5
Brood met iets erop Maximaal 6 - 8 - 4
1) De oven voorverwarmen
INMAKEN
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen wekglazen met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem van
deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af
met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er
voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste weckpotten
begint te borrelen (na circa 35 - 60 minuten bij
1 liter-glazen), schakelt u de oven uit of verlaagt
u de temperatuur tot 100 °C (zie tabel).
24
Zachte vruchten
Bewaren Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Aardbeien, bosbes-
sen, frambozen, rijpe
kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Bewaren Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Peren, kweeperen,
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Bewaren Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Wortelen
1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi, erwten, as-
perges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1) In de uitgeschakelde oven laten staan.
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Gerecht -functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Accessoires
Rooster-
hoogte
Kleine cakes (20 ca-
kejes per bakplaat)
Conventioneel ko-
ken
170 20 - 30 Bakplaat 3
Kleine cakes (20 ca-
kejes per bakplaat)
Hetelucht 150 20 - 35 Bakplaat 3
Kleine cakes (20 ca-
kejes per bakplaat)
Hetelucht 150 20 - 40 Bakplaat 1 / 4
25
Gerecht -functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Accessoires
Rooster-
hoogte
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal ver-
deeld
Conventioneel ko-
ken
180 70 - 90 Rooster 1
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal ver-
deeld
Hetelucht 160 70 - 90 Rooster 2
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal ver-
deeld
Pizza Hetelucht 170 70 - 90 Rooster 1
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal ver-
deeld.
1)
Koken met hete
lucht PLUS
160 70 - 80 Bakplaat 2
Vetvrije cake, 1 blik (ø
26 cm) op het rooster
Conventioneel ko-
ken
160 30 - 45 Rooster 3
Vetvrije cake, 1 blik (ø
26 cm) op het rooster
Hetelucht 150 30 - 45 Rooster 2
Vetvrije cake, 1 blik (ø
26 cm) op het rooster
Hetelucht 150 30 - 50 Rooster 1 / 4
Zandkoek/Gebakreep Hetelucht 140 20 - 35 Bakplaat 3
Zandkoek/Gebakreep Hetelucht 140 25 - 45 Bakplaat 1 / 4
Zandkoek/Gebakreep Conventioneel ko-
ken
160 20 - 35 Bakplaat 3
Geroosterd brood Grill Max. 5 - 9 Rooster 4
Runderburger Grill Max. 15 - 20 eer-
ste kant.
10 - 15
tweede kant.
Rooster/
druipbak
4
1) Voeg 150 ml water toe aan de uitsparing in de ovenruimte.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Agenten
Maak de voorkant van de oven schoon met een
zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek
reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale
ovenreiniger.
26
Dagelijks gebruik
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik.
Vetophoping of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken.
Veeg het vocht uit de uitsparing na ieder gebruik af.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel. De accessoires niet
in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met
agressieve middelen, scherpe voorwerpen of in een
vaatwasser
OVENS VAN ROESTVRIJ STAAL OF
ALUMINIUM
Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog maken met een zachte
doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de oppervlakken van de
oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van
de oven net zo voorzichtig schoon
VERWIJDEREN VAN DE INSCHUIFRAILS
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit de
zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
LET OP! Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin wordt
aangebracht. De uiteinden van de
twee draden moeten naar achteren
wijzen. Incorrecte installatie kan
schade aan het email toebrengen.
VERWIJDEREN EN REINIGEN VAN DE
DEURGLAZEN
De glasplaten van de ovendeur op uw
product kunnen in type en vorm
verschillen van de voorbeelden die u
hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook
verschillen.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik hoort.
1
2
3. Sluit de deur totdat de schuif vergrendelt.
4. Deurafdekking aan de bovenkant van de deur
aan beide kanten vastpakken en naar binnen
drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
1
5. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen.
6. Verwijder de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de procedure in
omgekeerde volgorde.
27
HET LAMPJE VERVANGEN
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de
ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en
verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de relevante tegen
300 °C hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
DE LADE VERWIJDEREN
WAARSCHUWING! Wanneer de
oven in gebruik is, kan de lade heet
worden. Bewaar geen ontvlambare
dingen in de oven (bijv.
schoonmaakmiddelen, plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz).
De lade onder de oven kan worden verwijderd om
gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet
verder kan.
1
2
2. Til de lade iets schuin omhoog en verwijder de
lade uit de steunrails.
De lade plaatsen:
1. Plaats de lade op de steunrails van de lade.
Zorg ervoor dat de uitsparingen goed in de
rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand zakken en
duw de lade naar binnen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet active-
ren.
Het apparaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
U kunt het apparaat niet active-
ren.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer door-
slaan, neemt u contact op met
een erkende installateur.
28
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De restwarmte-indicator gaat
niet aan.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
Als de kookzone lang genoeg
in werking is geweest om heet
te zijn, neemt u contact op met
de klantenservice.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display wordt "12.00"
weergegeven.
Er is een stroomstoring ge-
weest.
Stel de klok opnieuw in.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
ONDERHOUDSGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper ofeen erkende
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan
de voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Afmetingen
Diepte 600 mm
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een
of twee zijden en in de hoek plaatsen.
29
A
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 685
HET APPARAAT WATERPAS ZETTEN
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het
apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant
waterpas met andere oppervlakken te brengen.
ANTI-KANTELBESCHERMING
LET OP! Monteer de anti-
kantelbescherming zodat het apparaat
niet valt als het incorrect wordt
geladen. De antikantelbescherming
werkt alleen als het apparaat in een
correcte ruimte is geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van het
symbool weergegeven in de
afbeelding (indien van toepassing) om
u te herinneren aan de montage van
de anti-kantelbescherming.
LET OP! Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de correcte
hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat
glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op
het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat
plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming 176 mm
onder het bovenvlak van het apparaat en 24
mm van de linkerkant van het apparaat in de
ronde opening op een steun. Zie afbeelding.
Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de linkerachterkant van het
apparaat. Zie afbeelding. Zet het apparaat in
het midden van de ruimte tussen de kastjes (1).
Als de afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het apparaat,
moet u de zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
30
1
24 mm
176 mm
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
WAARSCHUWING! De fabrikant is
niet aansprakelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en
zonder netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor
verschillende fasen:
Fase
Minimumformaat ka-
bel
1 3 x 6,0 mm²
Fase
Minimumformaat ka-
bel
3 met neutraal 5 x 1,5 mm²
WAARSCHUWING! De stroomkabel
mag het onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de illustratie niet
raken.
ENERGIEZUINIGHEID
KOOKPLAAT - ENERGIEBESPARING
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u
nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u
deze activeert.
De bodem van het kookgerei moet dezelfde
afmeting hebben als de kookzone.
Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het midden van
de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten warm te
houden of te smelten.
PRODUCTKAART EN INFORMATIE VOOR OVENS VOLGENS EU 65-66/2014
Naam leverancier Zanussi
Modelidentificatie ZCV65021W2
Energie-efficiëntie Index 95,3
Energie-efficiëntieklasse A
31
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht 0,82 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 73 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 47.3 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 1: Range-ovens, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
OVEN - ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen energie te
besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u
de oven in werking stelt. De deur niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te
besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het
koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten,
verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken. De
restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht
wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
32
*
33
34
35
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867338582-A-022019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Zanussi ZCV65021W2 Handleiding

Type
Handleiding