- 62 -
1. AAN/UIT: Druk op “ ” om het apparaat in te schakelen. Het apparaat werkt op de volgende instellingen:
Snelheid: laag / Modus: normaal / Timer: uit / Oscillatie: uit
Druk opnieuw op “ ” om het apparaat uit te schakelen. Het apparaat bevindt zich in de standby-modus.
Wanneer het apparaat in stand-by staat en u het opnieuw inschakelt, hervat het apparaat de werking op de
laatst ingestelde snelheid en oscillatiefunctie. Als u echter de stekker uit het stopcontact trekt, gaan de laatste
instellingen verloren.
2. SNELHEID: Druk op “ ” om de snelheid aan te passen.
“1”: zwakke wind; “2”: Medium wind; “3”: sterke wind
3. MODUS: Druk op “ ” om tussen de modusfuncties te schakelen: Normaal → Natuurlijk → Slapen → …
(Wordt herhaald).
1) Normaal: in deze modus werkt de motor met de vooraf ingestelde snelheid. U kunt op de snelheid-knop
drukken om te kiezen tussen de snelheden laag/normaal/hoog.
2) Natuurlijk: in deze modus is de display van “NATUURLIJK” aan. Het apparaat werkt volgens het natuurlijke
modus-programma. Genereert zachtere en prettigere luchtstroom. Het voelt zich aan als een natuurlijk
briesje. U kunt op de snelheidsknop drukken om te kiezen uit laag/normaal/hoog natuurlijke wind.
3) Slaap: in deze modus is de display van “SLAAP” aan. Het apparaat werkt volgens het slaapmodus-
programma. De luchtsnelheid neemt af bij de afnemende lichaamstemperatuur als u in slaap valt, wat
voorkomt dat u verkouden raakt. U kunt op de snelheidsknop drukken om te kiezen uit
laag/normaal/hoog slaap-wind.
4. TIMER: Druk op “ ” om uw gewenste werkingstijd in te stellen: 1u →2u →3u … →8u →uit. Eenmaal de
ingestelde tijd is verstreken, wordt de ventilator uitgeschakeld en gaat het in stand-by.
5. OSCILLATIE: Druk op “ ” om de oscillatiefunctie in of uit te schakelen.
REINIGEN
1. Voor u onderhoudswerken aan de ventilator uitvoert en na elk gebruik, schakelt u het apparaat uit en trekt
u het stroomsnoer uit de contactdoos.
2. Dompel het apparaat nooit in water onder (gevaar voor kortsluiting). Om het apparaat te reinigen, veegt u
het met een vochtige doek af en laat u het zorgvuldig drogen. Trek altijd eerst het stroomsnoer uit de
contactdoos.
3. Zorg ervoor dat er zich geen overmatig stof in het luchtin- en uitlaatrooster ophoopt en reinig dit regelmatig
met behulp van een droge borstel of stofzuiger.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning: 220-240V ~ 50Hz
Stroomverbruik: 50W
Recycling – Europese Richtlijn 2012/19/EU
Deze markering betekent dat dit product niet samen met ander houshoudelijk afval mag worden
afgedankt. Om mogelijke schade aan het milieu of de volksgezondheid door het ongecontroleerd
dumpen van afval te voorkomen, dient u het op een verantwoorde manier te recycleren om het
duurzaam hergebruik van grondstoffen te stimuleren. Om uw gebruikt apparaat af te voeren, brengt u
het naar een verzamelpunt of neemt u contact op met de handelaar waar het product werd aangekocht. Zij