ZANKER FR2951 Handleiding

Type
Handleiding
17
NEDERLANDS
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze machine gebruikt heel weinig energie, gaat
voorzichtig met uw wasgoed om, is gemakkelijk te
bedienen en eenvoudig te onderhouden.
De automatische sopafkoeling op 60°C in het witte
was-programma voor het afpompen voorkomt dat
kunststof afvoerbuizen vervormen.
Het waterstop-systeem beschermt tegen waterscha-
de.
Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en rustige
loop.
MILIEUTIPS
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor te
wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u
ontziet het milieu).
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken
en lichte verontreinigingen verwijderd worden. Dan
kunt u op een lagere temperatuur wassen.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen
van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor licht vuile was een kortprogramma.
AFVALVERWERKING
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en heb-
ben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het func-
tioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
INHOUD
Waarschuwingen .......................blz. 19
Installatie ..........................blz. 20
Transportbeveiliging ......................blz. 20
Plaatsen .........................blz. 20
Watertoevoer ........................blz. 20
Waterstop-systeem ......................blz. 21
Waterafvoer ........................blz. 21
Elektrische aansluiting .....................blz. 21
Technische gegevens ......................blz. 22
Gebruik ..........................blz. 23
Bedieningspaneel ......................blz. 23
Beschrijving van de bedieningselementen................blz. 23
Adviezen en tips voor het wassen ..................blz. 24
Was niet te lang opsparen ...................blz. 24
Sorteren.........................blz. 24
Temperaturen .......................blz. 24
Hoeveel wasgoed in de trommel? .................blz. 24
Vóór u het wasgoed in de trommel doet ...............blz. 24
Welke wasmiddelen gebruiken? ..................blz. 25
Traditionele poeder-wasmiddelen .................blz. 25
Vloeibare wasmiddelen ....................blz. 25
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen................blz. 25
Wasverzachter.......................blz. 25
Waterontharder ......................blz. 26
Textielbehandelingssymbolen ...................blz. 27
Adviesprogramma’s ......................blz. 28-29
Volgorde van handelingen ....................blz. 30
Onderhoud .........................blz. 31
De buitenkant ........................blz. 31
De wasmiddelhouder......................blz. 31
Voorzorgsmaatregelen bij vorst...................blz. 31
Het toevoerfilter .......................blz. 31
Zelfreinigende afvoerpomp ....................blz. 31
Eenvoudige storingen ......................blz. 32
18
19
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
n
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
n
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
n
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik
zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van
het apparaat zolang het in werking is.
INSTALLATIE
n
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het appa-
raat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het
apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van
het niet of niet geheel verwijderen van de trans-
portbeveiliging.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installa-
tie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daar-
toe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de wa-
tertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van
de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
n
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
GEBRUIK
n
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet
voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonder-
houdsetiket.
n
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betref-
fende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
n
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpenti-
ne en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de
wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen
gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen,
dan moet met het wassen in de wasautomaat
gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
n
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
n
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel loshan-
gende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn.
Was geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
roest- en
grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de was-
automaat.
n
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naal-
den, spijkers, schroeven en andere harde of scher-
pe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij
kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
n
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed toebren-
gen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van
de wasverzachter.
n
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst
of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval
is, laat de machine dan eerst het water afpompen.
Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
n
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trom-
mel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen.
Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit
daarna pas de vuldeur.
n
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter
voor de rubbermanchet en u voorkomt het ont-
staan van een muffe lucht.
n
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de ste-
ker uit het stopcontact te nemen of de badkamer-
trekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai
na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht.
SERVICE - REPARATIES
n
Tracht, in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg
ELGROEP SERVICE.
INSTALLATIE
20
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De ver-
stevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centime-
ters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eron-
der kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermo-
gelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen
het bereik van de machineslangen en het aansluit-
snoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het
stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van een of twee van de ver-
stelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel
de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circule-
ren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voet-
jes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang
stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de machi-
nekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid.
Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en
wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaat-
sen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang
welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
P0021
P0351
P1051
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbe-
veiligingen verwijdert voor u de machine in
gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom aange-
bracht worden.
U gaat als volgt te werk:
Schroef met de meege-
leverde sleutel de recht-
se schroef aan de ach-
terkant van de machine
los.
Leg de machine voor-
zichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen
niet kunnen beschadi-
gen.
Het plakband verwijderen waarmee de 2 plastic zak-
ken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn.
Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de machine
getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten
waar de schroeven in zaten.
Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de gebruiks-
aanwijzing verpakte, stopsels.
P0020
P0256
P0233
2
1
P0648
P0255
21
NEDERLANDS
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is
met een «waterstop-sys-
teem» uitgerust. Zou,
door natuurlijke veroude-
ring, de binnenslang lek
raken, dan blokkeert het
systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze
storing kunt u zien aan
een rode sektor in het
venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel
tegen een nieuwe.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een
wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht
niet, door het snel uit-
stromende water, van de
rand kan schieten. Bij-
voorbeeld door de bocht
met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in
de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftak-
king moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en
zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste
60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp gro-
ter moet zijn dan de buitendiameter van het slang-
eind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
P0023
P0022
A
P0352
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluit-
snoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcon-
tact met randaarde; de machine dient deugdelijk
geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zoge-
heten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan
bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
22
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 32 cm
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 1750 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Maximum vulgewicht Katoen 3,0 kg
Synthetica 1,0 kg
Wol 0,8 kg
Centrifugeertoerental maximum 900/min.
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
23
NEDERLANDS
GEBRUIK
Bedieningspaneel
B
B
C
A
A
D
F
60°- 90°
40°- 60°
30°- 40°
WITTE WAS
BONTE WAS
KORT PROGRAMMA
60°- 90°
40°- 60°
WITTE WAS MET VOORWAS
BONTE WAS MET VOORWAS
SPOELEN
LANG CENTRIFUGEREN
WITTE EN BONTE WAS
H
J
K
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
SYNTHETICA
FIJNE WAS
WOL
40°- 60°
SYNTHETICA MET VOORW.
SPOELEN
KORT CENTRIFUGEREN
POMPEN
G
L
M
N
SYNTHETICA/FIJNE WAS/WOL
BETRIEB
PROGRAMM
EIN
AUS
900
t
500 TÜR
SPÜL-
STOP
12 78
3 4 5 6
TEMPERATUR
Beschrijving van de bedieningselementen
1 Wasmiddellade en programmakaart
Symbolen
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
De nederlandse programmakaart wordt tegelijk met
het instructieboekje verstrekt en moet op de voorzijde
van de wasmiddellade geplakt worden.
2 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden bij het starten van het
programma en gaat uit aan het einde van het program-
ma.
3 AAN/UIT-toets (EIN/AUS)
Door het indrukken van deze toets schakelt u de machi-
ne AAN; het controlelampie (2) brandt. Met dezelfde
toets schakelt u de machine ook UIT.
4 Toets “verlagen centrifugeertoerental”
Door het voortijds indrukken van deze toets verlaagt u
het centrifugeertoerental van 900 tot 500/min in de pro-
gramma’s voor katoen en linnen en van 550 tot 400/min
in de programma’s voor synthetica, fijne was en wol.
900
t
500
P0661
P0095
5 Toets “spoelstop” (SPÜLSTOP)
Na de programma's voor synthetica, fijne was en wol
zal de machine automatisch KORT centrifugeren en
afpompen. Wilt u dat de was in het laatste spoelwater
blijft staan, dan drukt u van te voren deze toets in.
Aan het einde van het programma hebt u twee moge-
lijkheden: uitsluitend afpompen, dit programma dus,
of kort centrifugeren door de toets terug te laten
komen.
6 Deuropener (Tür)
Door de toets in te drukken opent u de vuldeur.
7 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de
temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen,
door de knop op « » in te stellen
8 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend, het
gewenste programma.
24
Adviezen en tips voor het was-
sen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het
gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afge-
drukte kaart voor de behandelingssymbolen aandach-
tig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet in de krachtige katoen-programma’s mag was-
sen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/
katoen, vallen onder «synthetika».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, val-
len onder «fijnwas».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
90°C: voor witte- of kookecht-gekleurde katoen en lin-
nen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, hand-
doeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor lichtgekleurde
bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetika.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor don-
kergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil
is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon
wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zon-
dermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op
het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat
vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te
houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet te
overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet,
is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere
manier op weg:
n
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
n
Halfvolle of iets meer dan half-volle belading voor
sterke synthetika en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen vallen onder synthetika.
n
Eenderde van de trommel voor fijnwas en machi-
ne-wasbare wol.
In het onderstaand tabelletje geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, onge-
veer weegt.
Voor synthetika, mengsels en fijnwas is het onmoge-
lijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer
verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken.
LET OP
- Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, schroeven en andere harde materialen
behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken.
- Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zak-
doekjes de overgebleven was met de warme strijkbout
er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde
oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel.
25
NEDERLANDS
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwij-
deren met nagellak-remover. Pas op met remover bij
synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (ter-
pentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepop-
lossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan,
nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch voor-
weekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of
een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan
gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine,
wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpen-
tine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelij-
ke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebrui-
ken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droog-
automaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-wasmidde-
len, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant
van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let
daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het
waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna
uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook
nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij
een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwas-
middelen, machine-wolwasmiddelen en biologische
voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u
geen voorwas doet, direkt in het vakje voor het hoofd-
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poe-
dervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s,
MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze was-
middelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zon-
der verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzach-
ter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit
kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthe-
tisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan
niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of
de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
26
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en mag-
nesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid
aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpak-
king van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones
verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet
dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als
op machinedelen. Bekend is onder andere het stug
worden van wasgoed en het verkalken van het ver-
warmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een
«kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was
dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutech-
nische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat
u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om
meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
middelmatig
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
28
Adviesprogramma’s voor katoen en linnen
Max. belading 3 kg
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van
het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffen-
de programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten.
Het programma B “Bonte was 60°C” is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens
EEGnorm 92/75.
Progr.
A
Temp.
Programma
voor
Beschrijving
Keuze-
toets
60°-90°
Witte was
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen
Wassen 60°-90°C
4 maal spoelen
Lang centrifugeren
900
t
500
900
t
500
900
t
500
900
t
500
900
t
500
900
t
500
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
1,8 65 145
B
60°-90°
Witte was
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 60°-90°C
4 maal spoelen
Lang centrifugeren
1,6 54 130
900
t
500
A
40°-60°
Bonte was
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen
Wassen 40°-60°C
4 maal spoelen
Lang centrifugeren
1,2 65 145
B
40°-60°
Bonte was
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
4 maal spoelen
Lang centrifugeren
0,92 54 130
D
Spoelen
Compleet spoelprogramma
Lang centrifugeren
0,1 44 53
C
30°-40°
Kort programma
licht vervuild
wasgoed
Wassen 30°-40°C
4 maal spoelen
Lang centrifugeren
0,4 54 85
F
Lang centrifuge-
ren
Lang centrifugeren / / 8
29
NEDERLANDS
Adviesprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Max. belading 1 kg, wol 0,8 kg
Progr. Temp.
Programma
voor
Beschrijving
Keuze-
toets
SPÜLSTOP
900
t
500
SPÜLSTOP
900
t
500
SPÜLSTOP
900
t
500
SPÜLSTOP
900
t
500
900
t
500
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
H
40°-60°
Synthetica
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
0,65 44 55
G
40°-60°
Synthetica
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen
Wassen 40°-60°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
0,9 55 100
K
30°-40°
Wol
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
0,4
42 55
SPÜLSTOP
900
t
500
J
30°-40°
Fijne was
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Kort centrifugeren
0,45 44 55
L
Spoelen
Compleet
spoelprogramma
Kort centrifugeren
0,03 34 27
M
Kort centrifugeren Kort centrifugeren / / 8
N
Pompen Water afvoeren / / 5
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van
het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffen-
de programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten.
30
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetres-
ten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrom-
mel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte
was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
1 Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur (toets
TÜR indrukken). Doe de
stukken wasgoed één
voor één in de trommel.
Haal opgevouwen was-
goed eerst uit elkaar.
Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2 Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade
uit het bedieningspaneel
tot hij stuit.
Meet de gewenste hoe-
veelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en
giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen,
doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het
vakje .
3 Doe, eventueel, wasverzachter in het
vakje
Giet, indien gewenst, was-
verzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau
MAX niet.
4 Druk, indien noodzakelijk, toets of
SPÜLSTOP in.
900
t
500
SPÜL-
STOP
900
t
500
P0659
P0660
P0004
5 Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de
temperatuurregeling op de
gewenste temperatuur.
6 Kies het gewenste programma en start
de machine
Draai de programmaknop op het gewenste programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-controlelampje
brandt en de machine werkt het gekozen programma
automatisch af.
7 De machine is klaar
De machine stopt automatisch. Het controlelampje gaat
uit.
Heeft u de machine een programma voor synthetica,
fijne was of wol met spoelstop-functie laten doen, dan
moet het laatste spoelwater afgepompt worden.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te ope-
nen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig
om te ontgrendelen.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcon-
tact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou
wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen
(bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
EIN
AUS
P0830S
B
P0608
90
P0571
Volgorde van handelingen
ONDERHOUD
31
NEDERLANDS
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal huis-
houdschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmid-
delen drogen doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en der-
gelijke oplosmiddelen.
De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan.
U kunt daartoe de lade geheel uit de
machine nemen door op de pal, links achterin, te druk-
ken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijde-
ren.
Ook in de behuizing van
de wasmiddellade kan
zich op den duur wasmid-
del verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n
behuizing en laat de
machine, zonder was-
goed, een spoelgang doen.
P0038
P0657
P0658
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan tempe-
raturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatrege-
len worden getroffen.
n Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een
bak.
n Stel het programma “POMPEN” N in en laat de
machine tot aan het einde draaien.
n Schakel de machine uit.
n Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op
zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt
op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorko-
men dat er ijsvorming optreedt die de machine kan
beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het wa-
teropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om
het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te
doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna kan
de slang losgedraaid worden.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
Zelfreinigende afvoerpomp
Deze wasautomaat is van een zelfreinigende afvoer-
pomp voorzien. De machine is zodoende niet van een
afvoerfilter voorzien. De pomp behoeft geen onder-
houd.
EENVOUDIGE STORINGEN
32
Het wasresultaat is niet als gewoonlijk
n
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het was-
goed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
n
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
n
Hebt u het juiste programma en de juiste tempera-
tuur gekozen?
n
Is de machine overladen?
De deur kan niet geopend worden
n
Is de machine in bedrijf?
n
Is de deur nog vergrendeld?
In de trommel is geen water te zien:
n
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
De machine maakt een ongewoon geluid:
n
De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat
in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsys-
teem maakt de trage aanloop bij centrifugeren
mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, model-
nummer en aankoopdatum van uw machine; de servi-
cedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
De machine start niet
n
Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt.
n
Kijk of de betreffende groepzekering heel is.
n
Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de
AAN/UIT-toets ingedrukt hebt.
De machine neemt geen water op:
n
Staat de waterkraan open?
n
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
n
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Toevoerfiltertje verstopt?
n
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op, maar dat
stroomt er door de afvoer weer uit:
n
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het betref-
fende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of centrifu-
geert niet:
n
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Programma met spoelstop gekozen?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Het centrifugeren begint vertraagd
n
Het stabilisatie-controlesysteem is in werking
getreden.
Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de
trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld
en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit
kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans
opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden.
Het losmaken duurt ongeveer 5 minuten. Als na
deze tijd het wasgoed niet losgemaakt is, centrifu-
geert de machine niet.
Er ligt water op de vloer:
n
Teveel wasmiddel gebruikt?
n
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt?
Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
n
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nau-
welijks dat er water langs de slang loopt; voelt u
dus even of de slang nat is.
n
Is de wasmiddelhouder schoon?
De machine dreunt of is erg luidruchtig:
n
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
n
Leunt de machine ergens tegenaan?
n
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?

Documenttranscriptie

UW NIEUWE WASAUTOMAAT De automatische sopafkoeling op 60°C in het witte was-programma voor het afpompen voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen. Het waterstop-systeem beschermt tegen waterschade. Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en rustige loop. MILIEUTIPS Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u ontziet het milieu). De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle trommel. Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur wassen. Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant. Kies voor licht vuile was een kortprogramma. AFVALVERWERKING Verpakkingsmateriaal Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren. Oude machine Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 17 NEDERLANDS Deze machine gebruikt heel weinig energie, gaat voorzichtig met uw wasgoed om, is gemakkelijk te bedienen en eenvoudig te onderhouden. INHOUD Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 19 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 20 Transportbeveiliging . Plaatsen . . . . Watertoevoer . . . Waterstop-systeem . Waterafvoer . . . Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. blz. blz. blz. blz. blz. 20 20 20 21 21 21 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 22 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 23 Bedieningspaneel . . . . . . . Beschrijving van de bedieningselementen. Adviezen en tips voor het wassen . . . Was niet te lang opsparen . . . . Sorteren. . . . . . . . . . Temperaturen . . . . . . . . Hoeveel wasgoed in de trommel? . . Vóór u het wasgoed in de trommel doet Welke wasmiddelen gebruiken? . . . Traditionele poeder-wasmiddelen . . Vloeibare wasmiddelen . . . . . Geconcentreerde poeder-wasmiddelen. Wasverzachter . . . . . . . . Waterontharder . . . . . . . Textielbehandelingssymbolen . . . . Adviesprogramma’s . . . . . . . Volgorde van handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. 23 23 24 24 24 24 24 24 25 25 25 25 25 26 27 28-29 30 . Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 31 De buitenkant . . . . . . De wasmiddelhouder . . . . Voorzorgsmaatregelen bij vorst . Het toevoerfilter . . . . . Zelfreinigende afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. blz. blz. blz. blz. 31 31 31 31 31 . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 32 Eenvoudige storingen . 18 . . . . . Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. n Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. n n n ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN n n Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. INSTALLATIE n n n n Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat. n n n gende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter. Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trommel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht. Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. SERVICE - REPARATIES n Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE. GEBRUIK n n n n n Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket. Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing. Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel loshan19 NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN INSTALLATIE Transportbeveiliging Plaatsen Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: Schroef met de meegeleverde sleutel de rechtse schroef aan de achterkant van de machine los. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadiP0255 gen. 2 P0648 Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van een of twee van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. 1 P0233 Het plakband verwijderen waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine. P1051 Watertoevoer Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan. P0256 P0020 Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten. Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de gebruiksaanwijzing verpakte, stopsels. 20 P0351 P0021 Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien. De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. Elektrische aansluiting De watertoevoerslang is met een «waterstop-systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek A raken, dan blokkeert het systeem de watertoevoer. Het optreden van deze storing kunt u zien aan P0352 een rode sektor in het venstertje «A». Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel tegen een nieuwe. De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. Waterafvoer De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in P0022 de muur op te hangen. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen worden. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen. P0023 21 NEDERLANDS Waterstop-systeem TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen hoogte breedte diepte Netspanning/-Frequentie Aansluitwaarde Zekeren met minimaal 85 cm 60 cm 32 cm 220-230 V / 50 Hz 1750 W 10 A Waterleidingdrukgrenzen minimum maximum 05 N/cm2 80 N/cm2 Maximum vulgewicht Katoen Synthetica Wol 3,0 kg 1,0 kg 0,8 kg Centrifugeertoerental maximum 900/min. Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG 22 GEBRUIK Bedieningspaneel BETRIEB WITTE EN BONTE WAS EIN AUS 900 t 500 SPÜLSTOP TÜR TEMPERATUR PROGRAMM WITTE WAS BONTE WAS KORT PROGRAMMA 60°- 90° 40°- 60° 30°- 40° B B C SYNTHETICA FIJNE WAS WOL 40°- 60° 30°- 40° 30°- 40° H J K WITTE WAS MET VOORWAS BONTE WAS MET VOORWAS SPOELEN LANG CENTRIFUGEREN 60°- 90° 40°- 60° A A D F SYNTHETICA MET VOORW. SPOELEN KORT CENTRIFUGEREN POMPEN 40°- 60° G L M N 1 2 Beschrijving van de bedieningselementen 1 Wasmiddellade en programmakaart 3 4 5 6 7 NEDERLANDS SYNTHETICA/FIJNE WAS/WOL 8 5 Toets “spoelstop” (SPÜLSTOP) Na de programma's voor synthetica, fijne was en wol zal de machine automatisch KORT centrifugeren en afpompen. Wilt u dat de was in het laatste spoelwater blijft staan, dan drukt u van te voren deze toets in. Aan het einde van het programma hebt u twee mogelijkheden: uitsluitend afpompen, dit programma dus, of kort centrifugeren door de toets terug te laten komen. 6 Deuropener (Tür) P0095 Door de toets in te drukken opent u de vuldeur. P0661 Symbolen 7 Draaiknop voor temperatuurkeuze Voorwasmiddel Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen, door de knop op « » in te stellen Hoofdwasmiddel Wasverzachter De nederlandse programmakaart wordt tegelijk met het instructieboekje verstrekt en moet op de voorzijde van de wasmiddellade geplakt worden. 8 Draaiknop voor programmakeuze Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend, het gewenste programma. 2 Controlelampje “lichtnet” Het controlelampje gaat branden bij het starten van het programma en gaat uit aan het einde van het programma. 3 AAN/UIT-toets (EIN/AUS) Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN; het controlelampie (2) brandt. Met dezelfde toets schakelt u de machine ook UIT. 4 Toets “verlagen centrifugeertoerental” 900 t 500 Door het voortijds indrukken van deze toets verlaagt u het centrifugeertoerental van 900 tot 500/min in de programma’s voor katoen en linnen en van 550 tot 400/min in de programma’s voor synthetica, fijne was en wol. 23 Adviezen en tips voor het wassen. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet in de krachtige katoen-programma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/ katoen, vallen onder «synthetika». Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijnwas». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine. Temperaturen In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen. 90°C: voor witte- of kookecht-gekleurde katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas” genoemd. 60°C: voor normaal vuile kookwas, voor lichtgekleurde bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetika. 40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was. Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt. 30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat vaak het geval. Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te houden. Hoeveel wasgoed in de trommel? Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg: n Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen. n Halfvolle of iets meer dan half-volle belading voor sterke synthetika en mengsels. Ook zogeheten “kreukherstellende stoffen vallen onder synthetika. n Eenderde van de trommel voor fijnwas en machine-wasbare wol. In het onderstaand tabelletje geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetika, mengsels en fijnwas is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen. Tweepersoons laken Kussensloop Tafellaken Servet Theedoek Badhanddoek Badlaken Overhemd Schort 700 - 1000 g 125 - 0200 g 350 - 0500 g 70 - 0120 g 75 - 0100 g 150 - 0200 g 700 - 1000 g 200 - 0300 g 150 - 0200 g Vóór u het wasgoed in de trommel doet Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. LET OP - Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. - Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan: Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen. Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus. Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel. 24 Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen. Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen. Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen. Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel. Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen. Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap. Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen. Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met met een biologisch voorweekmiddel. Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen. Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen. Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken. Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet. De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen. Welke wasmiddelen gebruiken? Een gouden regel is: gebruik altijd machine-wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen. Traditionele poeder-wasmiddelen Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voorwas en voor de hoofdwas. voor de Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direkt in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke). Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt. Wasverzachter Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen. 25 NEDERLANDS Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken. Waterontharder Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is. Waterhardheid Bereik Eigenschap Duitse schaal Franse schaal 1 2 3 4 zacht middelmatig hard zeer hard 00-07 08-14 15-21 meer dan 21 00-15 16-25 26-37 meer dan 37 Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel. 26 TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN 95 95 60 60 40 40 40 Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Wolwasprogramma Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk Warm strijken Niet strijken Heet strijken STRIJKEN TROMMELDROGEN Lauw strijken De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer. A CHEMISCH REINIGEN= STOMEN= DRY CLEANING Niet wassen, ook niet weken De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's. Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde programma's. Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht. WASSEN BLEKEN Alleen snelle handwas P P F F Speciale reiniging Gewone reiniging Niet chemisch reinigen Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri. De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk. De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen. Normale textiel Niet drogen in droogtrommel Hittegevoelige textiel Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05 27 NEDERLANDS Adviesprogramma’s voor katoen en linnen Max. belading 3 kg Progr. Temp. Programma voor Beschrijving Keuzetoets Energie kWh Water liter Tijd min. Voorwassen Wassen 60°-90°C 4 maal spoelen Lang centrifugeren 900 t 500 1,8 65 145 A 60°-90° Witte was met voorwas (erg vuil) B 60°-90° Witte was zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 60°-90°C 4 maal spoelen Lang centrifugeren 900 t 500 1,6 54 130 A 40°-60° Bonte was met voorwas (erg vuil) Voorwassen Wassen 40°-60°C 4 maal spoelen Lang centrifugeren 900 t 500 1,2 65 145 B 40°-60° Bonte was zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 40°-60°C 4 maal spoelen Lang centrifugeren 900 t 500 0,92 54 130 C 30°-40° Kort programma licht vervuild wasgoed Wassen 30°-40°C 4 maal spoelen Lang centrifugeren 900 t 500 0,4 54 85 D Spoelen Compleet spoelprogramma Lang centrifugeren 900 t 500 0,1 44 53 F Lang centrifugeren Lang centrifugeren 900 t 500 / / 8 Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan. De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffende programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten. Het programma B “Bonte was 60°C” is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75. 28 Adviesprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol Progr. Temp. G 40°-60° H 40°-60° J 30°-40° K 30°-40° Programma voor Beschrijving Synthetica met voorwas (erg vuil) Voorwassen Wassen 40°-60°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren Synthetica zonder voorwas (normaal vuil) Wassen 40°-60°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren Fijne was Wassen 30°-40°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren Wol Wassen 30°-40°C 3 maal spoelen Kort centrifugeren Compleet spoelprogramma Kort centrifugeren L Spoelen M Kort centrifugeren Kort centrifugeren N Pompen Water afvoeren Keuzetoets Energie kWh Water liter Tijd min. 900 t 500 0,9 55 100 0,65 44 55 0,45 44 55 0,4 42 55 0,03 34 27 / / 8 / / 5 NEDERLANDS Max. belading 1 kg, wol 0,8 kg SPÜLSTOP 900 t 500 SPÜLSTOP 900 t 500 SPÜLSTOP 900 t 500 SPÜLSTOP 900 t 500 SPÜLSTOP 900 t 500 Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan. De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffende programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten. 29 Volgorde van handelingen Vóór het in gebruik nemen 5 Stel de temperatuur in Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. Draai de knop voor de temperatuurregeling op de gewenste temperatuur. 90 1 Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur (toets TÜR indrukken). Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot. P0571 6 Kies het gewenste programma en start de machine Draai de programmaknop op het gewenste programma. P0004 Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-controlelampje brandt en de machine werkt het gekozen programma automatisch af. 2 Doe wasmiddel in het vakje Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje . P0660 3 Doe, eventueel, wasverzachter in het vakje Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet. B P0608 P0830S 7 De machine is klaar De machine stopt automatisch. Het controlelampje gaat uit. Heeft u de machine een programma voor synthetica, fijne was of wol met spoelstop-functie laten doen, dan moet het laatste spoelwater afgepompt worden. Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te drukken. Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen. Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT. P0659 4 Druk, indien noodzakelijk, toets SPÜLSTOP in. 900 t 500 30 EIN AUS SPÜLSTOP 900 t 500 of Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven. Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. De buitenkant Voorzorgsmaatregelen bij vorst De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen. n Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los. n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een bak. n Stel het programma “POMPEN” N in en laat de machine tot aan het einde draaien. n Schakel de machine uit. n Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn plaats aan. Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen. Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is. De wasmiddellade Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen. Het toevoerfilter P0658 P0038 P0657 Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen. Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna kan de slang losgedraaid worden. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan. Zelfreinigende afvoerpomp Deze wasautomaat is van een zelfreinigende afvoerpomp voorzien. De machine is zodoende niet van een afvoerfilter voorzien. De pomp behoeft geen onderhoud. 31 NEDERLANDS ONDERHOUD EENVOUDIGE STORINGEN De machine start niet n n n Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt. Kijk of de betreffende groepzekering heel is. Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de AAN/UIT-toets ingedrukt hebt. De machine neemt geen water op: n n n n n Staat de waterkraan open? Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? Toevoerfiltertje verstopt? Vuldeur goed gesloten? De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer uit: n Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk. De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet: n n n Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? Programma met spoelstop gekozen? Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? Het centrifugeren begint vertraagd n Het stabilisatie-controlesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden. Het losmaken duurt ongeveer 5 minuten. Als na deze tijd het wasgoed niet losgemaakt is, centrifugeert de machine niet. Het wasresultaat is niet als gewoonlijk n Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd. Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel. Nauwkeuriger doseren! n Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld? n Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen? n Is de machine overladen? De deur kan niet geopend worden n Is de machine in bedrijf? n Is de deur nog vergrendeld? In de trommel is geen water te zien: n Moderne wasmachines werken heel zuinig met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend. De machine maakt een ongewoon geluid: n De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd. Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen. Mod. .......... Ser. Mod. .......... Prod. No. ........... Er ligt water op de vloer: n n n n Teveel wasmiddel gebruikt? Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. Is de wasmiddelhouder schoon? De machine dreunt of is erg luidruchtig: n n n n 32 Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd? Leunt de machine ergens tegenaan? Staan alle stelvoeten stevig op de vloer? Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? P0042 Ser. No. .........
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

ZANKER FR2951 Handleiding

Type
Handleiding