Documenttranscriptie
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Demonteer het toestel niet
Het aanraken van de interne onderdelen in de camera of het objectief kan
leiden tot verwonding. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
bevoegde technici. Als de camera of het objectief onverhoopt openbreekt
door een val of ander ongeluk, moet u het product voor onderzoek naar een
door Nikon erkende servicedienst brengen nadat u het product heeft
losgekoppeld van de stroomtoevoer en/of de accu heeft verwijderd.
Schakel het toestel bij storing onmiddellijk uit
Als er rook of een ongewone geur uit de camera of het objectief komt, moet u de
accu direct verwijderen. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de
camera of het objectief in dit geval blijft gebruiken, kan dat leiden tot letsel. Nadat
de stroomvoorziening is losgekoppeld of verwijderd, kunt u het toestel vervolgens
naar een door Nikon erkende servicedienst brengen voor verder onderzoek.
Gebruik de camera of het objectief niet in de buurt van ontvlambare gassen
Als de elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambaar gas gebruikt
wordt, kan dat een ontploffing of brand veroorzaken.
Kijk niet door het objectief of de zoeker naar de zon
Als u door het objectief of de zoeker naar de zon of een andere sterke
lichtbron kijkt, loopt u kans op permanent oogletsel.
Houd het toestel buiten bereik van kinderen
Nl
Er moet vooral op gelet worden dat kleine kinderen de batterijen of andere
kleine onderdelen niet in hun mond stoppen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij
het gebruik van de camera en het objectief
•
•
•
•
•
114
Stel de camera of het objectief niet bloot aan vocht. Als deze namelijk
nat worden kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Raak het toestel niet aan met natte handen. Als u dit wel doet kan dat
leiden tot een elektrische schok.
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de zon zich ver genoeg buiten beeld bevindt.
Het zonlicht zou anders in het objectief kunnen vallen en brand kunnen veroorzaken.
Als het zonlicht te dicht bij het beeld komt, kan dat ook brand veroorzaken.
Doe de lensdoppen op de voor- en achterkant van het objectief wanneer het
objectief een tijdje niet gebruikt gaat worden en berg de lens op op een plek waar
hij niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot
brand omdat het zonlicht door het objectief op een voorwerp gericht kan worden.
Wees tijdens het shiften en/of tilten voorzichtig met het objectief.
Als u namelijk niet goed uitkijkt, kunnen uw vingers tussen het objectief en de
camerabody bekneld raken, of kan het objectief krassen maken op de camerabody.
Gefeliciteerd met de aanschaf van het Nikon PC-E NIKKOR 24mm
f/3.5D ED objectief.
1. Terminologie
1 Zonnekap
2 Bevestigingsindex
voor zonnekap
3 Instelindex voor
zonnekap
4 Montage-index voor
zonnekap
5 Afstandsindexlijn
6 Scherptediepteschaal
7 Afstandsschaal
8 Scherpstelring
9 Diafragmaring
0 Diafragmaschaal
! Diafragma-index
@ Tiltknop
# Tiltschaal
$ Draai-index
% Montage-index
^ Rubberen pakking
van objectiefvatting
& CPU-contacten
* Diafragmeerknop
( Shiftknop
) Shiftschaal
q Draaihendel
w Shiftvergrendelingsknop
e Tiltvergrendelingsknop
Nl
115
2. Belangrijkste functies
Nl
Dit is een objectief met retrofocus en perspectiefcorrectie (Perspective
Control, of PC) waarmee u het perspectief dichtbij en verder weg
kunt corrigeren, of scherptediepte kunt regelen. U kunt er ook
vervorming veroorzaakt door de camerahoek mee corrigeren. Daarbij
komt ook nog dat u met het tiltshiftmechanisme van de camera
scherp kunt stellen op een geheel onderwerpvlak wanneer het niet
parallel is met de camera.
• Dit objectief heeft automatische diafragmaregeling. Wanneer dit
objectief wordt gebruikt op een Nikon D3-camera of D300camera kan de gebruiker alle belichtingsstanden gebruiken om
foto’s te maken zonder de diafragmeerknop te hoeven gebruiken.
• Nog nauwkeurigere regeling van de belichting is mogelijk
wanneer dit objectief gebruikt wordt op een Nikon camera met
3D-matrixmeting, omdat afstandsinformatie voor een onderwerp
vanuit het objectief naar de camera gestuurd wordt (zonder
tilten en/of shiften) (met het grootst mogelijke diafragma
wanneer gemonteerd op camera’s).
• Het gebruik van drie asferische en drie ED-lenselementen (Extralage Dispersie) zorgt voor scherpe beelden, vrijwel zonder
kleurranden. En dankzij een diafragma van negen lamellen dat
een bijna ronde opening oplevert, worden onscherpe delen voor
of achter het onderwerp mooi wazig weergegeven.
• De Nano Crystal Coat op sommige van de lenselementen zorgt
voor scherpe beelden onder verschillende
opnameomstandigheden, van zonnige buitenopnamen tot
binnenopnamen met spotlicht.
• De kortste scherpstelafstand is 0,21 m.
• Er kunnen in totaal twee SB-R200 Wireless Remote Speedlights
met draadloze afstandsbediening SB-R200 aan de voorkant van
het objectief* worden bevestigd.
* Bij het bevestigen van een SB-R200, draait u de shiftvergrendelingsknop
aan. Doet u niet, dan kan het objectief omlaag shiften door het
gewicht van de SB-R200. Wij raden u aan het objectief niet te tilten en/
of te shiften zolang de SB-R200 eraan vastzit.
Opmerking over de shift- en tiltvergrendelingsknoppen
Het objectief wordt niet volledig vergrendeld wanneer de shift- en
tiltvergrendelingsknoppen worden gedraaid. Dit is geen defect. Als de
shift- en tiltvergrendelingsknoppen te vast worden gedraaid om het
objectief te vergrendelen of als het objectief met geweld geshift/getilt
wordt wanneer dit vergrendeld is, kunnen er beschadigingen ontstaan.
116
3. Geschikte camera’s en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies.
Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
Belichtingsstand *1
Monteren
Diafragma- One-touch
Tiltshift op een
instelling vooringestelde
camera
per camera diafragmabediening
3*2 6 $ 0
Camera’s
D3
D300
D2-serie, D1-serie,
D200, D100, D80,
D70-serie, D60, D50,
D40-serie, F6, F5,
F4-serie
, F100,
F80-serie,
F75-serie, F65-serie,
Pronea 600i
F90X, F90-serie,
F70-serie, F60-serie,
F55-serie, F50-serie,
F-401x, F-401s, F-401,
F-801s, F-801, F-601M,
F3AF, F-601, F-501,
Pronea S,
Nikon MF camera’s
(behalve F-601M)
—
—
—
—
—
— — —
— — — —
Nl
: Mogelijk —: Niet mogelijk
*1 De belichting zal niet juist zijn wanneer het objectief geshift en/
of getilt is.
*2 P inclusief AUTO (algemeen programma) en onderwerpstanden
(Digital Vari-Program).
*3 Als de stroomtoevoer naar het objectief wordt afgesloten of de
camera wordt uitgeschakeld (ook door middel van de
automatische meter-uit functie) tijdens het diafragmeren, zullen
de diafragmalamellen helemaal openen tot het maximale
diafragma. Dit is geen storing.
*4 Het diafragmeren van het diafragma zal AE-L activeren (AE-vergrendeling).
117
*5 Behandel het objectief voorzichtig tijdens het shiften en/of tilten. Indien
dit niet wordt gedaan, kan het objectief krassen op het camerahuis
veroorzaken.
*6 Zie ‘Het objectief bevestigen’ (P. 119)
*7 Diafragmalamellen openen en sluiten na elke druk op de ontspanknop
en de belichting zal niet juist zijn voor continue opnamen.
*8 Als de stroomtoevoer naar het objectief wordt afgesloten of de camera
wordt uitgeschakeld (ook door middel van de automatische meter-uit
functie) tijdens het diafragmeren, zal het diafragma in de
gediafragmeerde stand blijven staan. Als de camera weer aangezet wordt,
of de ontspanknop van de camera licht wordt ingedrukt, zullen de
diafragmalamellen eenmaal openen en dan sluiten. Dit is geen storing.
*9 Als de camera wordt uitgeschakeld door middel van de automatische
meter-uit functie tijdens het diafragmeren, kunt u de gekozen
diafragmawaarde in de camera-LCD of de zoeker weergeven
voorafgaand aan een opname door licht op de ontspanknop te
drukken. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot verkeerde belichting
wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt.
Diafragmeerknop (one-touch vooringestelde
diafragmabediening)
Nl
• Het diafragma van het objectief kan gediafragmeerd worden van een
maximale opening tot een geselecteerde opening door op de
diafragmeerknop te drukken. Door wederom de knop helemaal in te
drukken zal het diafragma helemaal open gaan. Om te zien of het
diafragma gediafragmeerd is of niet, controleer de zoeker van de
camera, of controleer het diafragma vanaf de voorkant van het
objectief.
• Zelfs bij maximale opening na annulering van het diafragmeren, zal de
vooringestelde diafragmawaarde op de camerabody weergegeven
worden.
• Als u de D3 of D300 gebruikt, zal het diafragma automatisch
gediafragmeerd worden naar een geselecteerde opening wanneer u op
de ontspanknop drukt, zelfs wanneer het diafragma helemaal open
staat (maximale opening) voordat u een foto maakt. Als de
stroomtoevoer naar het objectief wordt afgesloten of de camera wordt
uitgeschakeld (ook door middel van de automatische meter-uit functie)
tijdens het diafragmeren, zal het diafragmeren geannuleerd worden en
zullen de diafragmalamellen helemaal openen tot de maximale opening.
118
Belangrijk!
• Als het objectief op een andere camera dan de D3 gemonteerd wordt, moet
u altijd voorzichtig zijn bij het shiften, tilten en/of draaien van het objectief.
Als u dit nalaat, kan het objectief krasjes maken op de camerabody.
• Dit objectief is een objectief voor handmatige scherpstelling, en autofocus is niet
mogelijk, zelfs niet wanneer de schakelaar voor de scherpstelstand op AF staat.
• Het gebruik van de tiltshiftfunctie kan leiden tot enige vignettering of
kleurverandering. (Vignettering duidt op de donkere hoeken die zich
vormen om het beeld.)
• Bij montage op een Nikon digitale spiegelreflexcamera (Nikon DXformaat), zoals de D2-serie en de D300, wordt de beeldhoek 61° en
bedraagt de brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 36 mm.
• Let erop dat de CPU-contacten niet vuil worden of beschadigd raken.
• Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, moet u het
objectief voor reparatie naar de leverancier of servicedienst van Nikon brengen.
• Bij lage temperaturen mogen geen nieuwe of volledig opgeladen batterijen
voor de camera gebruikt worden.
4. Het objectief bevestigen
a Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en tiltknoppen te draaien (Afb. 2).
Opmerking: Bevestig/ontkoppel het objectief niet aan/van de
camera tijdens het tilten, shiften en/of draaien, en
zonder elk van deze knoppen te vergrendelen. Als u
namelijk niet goed uitkijkt, kunnen uw vingers tussen
het objectief en de camerabody bekneld raken, of
kan het objectief krassen maken op de camera.
Nl
Afb. 2
b Stel de tilt- en shiftknoppen in. (Afb. 3)
Opmerking: Als u aan één van deze knoppen te hard draait kan
de knop beschadigd raken.
Afb. 3
119
c Zet de camera uit, breng de
montage-indexen op het objectief
en de camera op gelijke hoogte en
draai het objectief naar links totdat
het vergrendeld is.(Afb. 4)
• Het functioneren van de camera kan
negatief beïnvloed worden als u het
objectief aan de camera bevestigt
terwijl de camera ingeschakeld is.
Afb. 4
5. Gebruik van de bajonet-zonnekap HB-41
Nl
Lijn de bevestigingsindex ( ) op de
zonnekap (een van de twee indexen) uit met
de montage-index op het objectief en draai
de zonnekap naar rechts totdat deze in de
klikstop vergrendelt.
• Zorg dat de montage-index is uitgelijnd
met de instelindex ( ).
• Als de zonnekap niet juist is bevestigd,
kan er vignettering optreden.
Afb. 5
• Om het bevestigen en verwijderen van de
zonnekap te vergemakkelijken, moet u deze onderaan vasthouden
rondom de bevestigingsindex voor de zonnekap, en niet bij de buitenrand.
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze omgekeerd op het objectief.
6. Belichting bepalen
Als u de Nikon D3-camera of D300-camera gebruikt
a Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en
tiltknoppen te draaien.(Afb. 2)
b Selecteer de belichtingsstand van de camera.
c Bij de belichtingsstand A of M, moet u het
diafragma instellen met de diafragmaring of
de instelknop van de camera. Wanneer u de
instelknop van de camera gebruikt, moet u
het diafragma instellen op de kleinst mogelijke
diafragmavergrendeling (L) (Afb. 6).
Bij de stand P of S moet u het diafragma
instellen met de instelknop van de camera.
120
Afb. 6
Als u andere Nikon camera’s gebruikt
a Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en tiltknoppen te draaien. (Afb. 2)
b Zet de belichtingsstand van de camera op M.
c Druk op de diafragmeerknop om het diafragma helemaal te
openen, stel de diafragmaring op ‘3,5’ (maximale opening), en
stel de sluitertijd in voor de juiste belichting.
d Selecteer het gewenste diafragma door aan de diafragmaring te
draaien, en verander de sluitertijd met hetzelfde aantal stappen.
• Het instellen van de diafragmaring op de kleinst mogelijke
diafragmavergrendeling (L) zet het diafragma vast op f/32
(kleinst mogelijke diafragma).
• Stel het diafragma in met de diafragmaring van het objectief,
ook al gebruikt u een camera die vereist dat diafragma wordt
ingesteld met de instelknop. Op een camera dat het menu voor
persoonlijke instelling ‘diafragma instellen met de diafragmaring
van het objectief’ heeft, is deze instelling niet nodig.
Belichting bepalen (met een externe belichtingsmeter)
a Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en tiltknoppen te draaien. (Afb. 2)
b Zet de belichtingsstand van de camera op M.
c Selecteer het gewenste diafragma door gebruik te maken van de
diafragmaring van het objectief of de instelknop van de camera, en lees
de diafragmawaarde van het LCD-scherm van de camera of geselecteerde
diafragmaringwaarde. Voer de diafragmawaarde in op de externe
belichtingsmeter om de belichting te bepalen, en stel de sluitertijd in.
• Als u een andere camera dan de D3 of D300 gebruikt, moet u
het diafragma instellen met de diafragmaring van het objectief,
ook al gebruikt u een camera die vereist dat diafragma wordt
ingesteld met de instelknop. Op een camera dat het menu voor
persoonlijke instelling ‘diafragma instellen met de diafragmaring
van het objectief’ heeft, is deze instelling niet nodig.
7. De tiltshiftfunctie
Belangrijk
• Voor goede opnamen wordt aanbevolen om een driepootstatief te gebruiken.
• Als u aan elke knop te hard draait, kan dat leiden tot beschadiging.
• Het gebruik van de tiltshiftfunctie kan leiden tot enige vignettering.
(Vignettering duidt op de donkere hoeken die zich vormen om het
beeld.) Om dit tegen te gaan, sluit het diafragma (kies een groter
f-getal), of compenseer de belichting voordat u de foto maakt.
121
Nl
• Het bepalen van de juiste belichting bij shift en/of tilt vereist
enige ervaring. We raden u aan om eerst een aantal proeffoto’s
te maken totdat u zich op uw gemak voelt met deze handeling.
• Als het objectief op een andere camera dan de D3 gemonteerd
wordt, moet u altijd voorzichtig zijn bij het shiften en/of tilten
van het objectief. Als u namelijk niet goed uitkijkt, kunnen uw
vingers tussen het objectief en de camera bekneld raken, of kan
het objectief krassen maken op de camera.
De shiftfunctie
Afb. 7
Nl
Wanneer er aan de shiftknop gedraaid wordt, zal het objectief in
horizontale richting parallel met de camerabody verplaatst worden (of in
verticale richting als het objectief gedraaid is) (±11,5 mm).
Door te shiften, kunt u het beeld van de opname herschikken
zonder de camera te verplaatsen.
Hiermee kunt u de perspectiefvertekening van het onderwerp
corrigeren of ervoor zorgen dat ongewenste voorwerpen niet voor
het hoofdonderwerp staan (p. 195).
• Na het shiften moet u de shiftvergrendelingsknop indrukken om
de shiftstand van het objectief vast te zetten.
Opmerking: Kijk bij het shiften van het objectief uit dat uw vingers niet beklemd
raken tussen het objectief en de handgreep van de camerabody.
De tiltfunctie
Afb. 8
122
Door aan de tiltknop te draaien, zal het objectief omhoog of omlaag
kantelen (of naar links of rechts als het objectief gedraaid is) op een
hoek van ±8,5° ten opzichte van de camerabody. Door te tilten kunt
u goed scherpstellen op het hele onderwerpvlak wanneer dit vlak
niet parallel is met de camera of scherpstellen op kleine delen van
het onderwerp die parallel liggen met de camera (p. 195).
• Na het tilten moet u de tiltvergrendelingsknop indrukken om de
tiltstand van het objectief vast te zetten.
• Let erop dat het tilten van het objectief ook het beeld in de
zoeker zal veranderen.
• Wanneer het objectief getilt is, kunnen de scherptediepteschaal en
de afstandsschaal op de objectiefcilinder niet meer gebruikt worden.
Draaien
Afb. 9
Dit objectief kan tot 90° naar rechts of links gedraaid worden. Door het
objectief te draaien, kan de shiftfunctie omgezet worden voor verticaal
gebruik, en kan de tiltfunctie omgezet worden voor horizontaal gebruik.
• Voordat u het objectief draait, zet u eerst de mate van shift en
tilt op ‘0’ door aan de shift- en tiltknop te draaien.
Opmerking: Als u het objectief draait terwijl u tilt en/of shift gebruikt,
moet u uitkijken dat uw vingers niet bekneld raken tussen
het objectief en de camerabody, en dat u de camerabody
niet krast met het objectief. Als u nalaat elke knop te
vergrendelen kan dat hetzelfde effect hebben.
• Druk de draaihendel in en draai het objectief terwijl u de
vierkante delen van het objectief vasthoudt.
• Er zijn klikstops na elke 30° zowel linksom als rechtsom. Op 30° en
60° kunt u het objectief draaien zonder de draaihendel in te drukken.
123
Nl
8. Scherpstellen
Afb. 10
a Stel het diafragma in op de uiterste stand door op de diafragmeerknop
te drukken, en stel scherp door aan de scherpstelring te draaien.
b Druk de diafragmeerknop weer in om te diafragmeren voordat
Nl
u een foto maakt.
• Met de Nikon D3 of D300 kunt u een foto nemen zonder de
diafragmeerknop te gebruiken (het diafragma kan automatisch
gediafragmeerd worden naar een geselecteerde opening door
de ontspanknop in te drukken zonder de diafragmeerknop in te
drukken). Daarnaast kan de diafragmeerknop gebruikt worden.
• Terwijl u tilt en/of shift, kan de electronische bereikzoeker van
de camera niet gebruikt worden om de juiste scherpstelling te
verifiëren. U kunt de scherpte verifiëren door het beeld te
bekijken in de zoeker van de camera.
• Wanneer u de tilt- en/of shifthoek verandert na het
scherpstellen zal het onderwerp onscherp worden.
Infraroodcompensatie
Bij fotografie met infraroodfilm moet een rood (R60) filter aan
de lens worden bevestigd en de scherpstelling handmatig
worden gecompenseerd.
Stel eerst handmatig op het onderwerp scherp. Draai aan de
scherpstelring om het gewenste afstandsschaalnummer
te zetten (“8” op de
(“0.5 m” in afb. 11) tegenover
dieptescherpteschaal in afb. 11) om de scherpstelling te
compenseren. Bevestig een R60 filter voor infraroodfotografie.
124
9. Scherptediepte
• De scherptediepte kan bij benadering
Scherptediepteschaal
worden bepaald met behulp van de
Afstandsindexlijn
scherptediepteschaal.
• Gebruik de diafragmeerknop van het
objectief of de scherptedieptecontrole
van de camera (diafragmeerknop) (op
de D3-camera of D300-camera), om
de scherptediepte te controleren terwijl
u door de zoeker van de camera kijkt.
• Zie p. 222 voor meer informatie.
Opmerking: Wanneer het objectief
getilt is, kunnen de
Fig. 11
scherptediepteschaal en
de afstandsschaal niet meer gebruikt worden. (Beide
schalen kunnen wel gebruikt worden wanneer het
objectief alleen geshift is.)
10. Flitsfoto’s maken met camera’s met
ingebouwde flitser
Om vignettering te voorkomen moet u geen zonnekap gebruiken, en u houden
aan de opnameafstanden in de onderstaande tabel wanneer u foto’s maakt.
Opmerking: De volgende beperkingen zijn alleen van toepassing wanneer
u fotografeert zonder tilt en/of shift. Wanneer u de
ingebouwde flitser van de camera gebruikt voor
tiltshiftopnamen, zal vignettering groter zijn dan wanneer u
geen tiltshift gebruikt. Het gebruik van de ingebouwde flitser
van de camera wordt afgeraden wanneer u tiltshift gebruikt.
Camera’s
D300, D200, D100
D80, D70-serie, D50
D60, D40-serie
Andere camera’s
Bruikbare opnameafstand
1 m of groter
2 m of groter
3 m of groter
Vignettering komt voor bij alle opnameafstanden
125
Nl
11. Aanbevolen matglazen
Er zijn diverse uitwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde
Nikon SLR-camera's voor elke fotogelegenheid. De volgende
worden voor dit objectief aangeraden:
Matglas
Cameraa
A
B
C
E
EC-B
G1
F
G2 G3
EC-E
G4
J
K
L
M
P
U
F6
F5+DP-30
F5+DA-30
F4+DP-20
F4+DA-20
Ⴟ
Nl
(+1.0)
(+1.0)
(+0.5)
(+1.0)
(+1.0)
(+1.0)
(+1.0)
(+0.5)
(+0.5)
(+1.0)
(+1.0) (+1.0)
(+1.0)
(+1.0) (+1.0)
(+1.0)
: Uitstekende scherpstelling
{: Redelijke scherpstelling
Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar
niet op de foto.
− : Niet beschikbaar.
( ): Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen
centrumgerichte meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting
compenseren door ‘Ander matglas’ te selecteren voor persoonlijke
instelling ‘b6: Compensatie voor matglas’ en het LW-bereik in te
stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van 0,5 LW. Wanneer u een ander
type matglas gebruikt dan type B of E, selecteert u ‘Ander matglas’,
zelfs als de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie vereist). Voor de
F5 corrigeert u de belichting via persoonlijke instelling 18 op de
camera. Voor de F4-serie corrigeert u de belichting met behulp van
de belichtingscorrectieknop voor het matglas.
Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
Een leeg vakje betekent ‘niet van toepassing’. Aangezien een Mtype matglas zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met
een vergrotingsfactor van 1:1 of hoger als voor microfotografie,
heeft dit matglas andere toepassingen dan de andere matglazen.
126
Opmerking:
• Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende
matglazen worden gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L.
• Bij gebruik van B-type en E-type matglazen in andere camera´s dan de hierboven
vermelde, raadpleegt u de kolommen voor de B-type en E-type matglazen.
12. Objectiefonderhoud
• Zet tilt en shift op ‘0’ wanneer het objectief niet gebruikt wordt.
Het objectief heeft veel bewegende delen en kan makkelijk
vervuild raken door stof, viezigheid of waterdruppels.
• Reinig het objectiefoppervlak met een blaasborsteltje. Gebruik
voor het verwijderen van vuil en vlekken een zachte, schone
katoenen doek of een lenstissue dat is bevochtigd met ethanol
(alcohol) of lensreiniger. Wrijf in ronde bewegingen vanuit het
midden naar de buitenkant, waarbij u erop let dat u geen
vlekken achterlaat of andere delen van het objectief aanraakt.
• Gebruik nooit thinner of benzeen om het objectief te reinigen
aangezien het objectief hierdoor beschadigd kan raken en dit
kan leiden tot brand of gezondheidsproblemen.
• U wordt aangeraden altijd een NC-filter te gebruiken om het voorste lenselement
te beschermen. Een zonnekap beschermt ook de voorkant van het objectief.
• Bevestig zowel de voorste als de achterste lensdop wanneer u
het objectief opbergt in de objectieftas.
• Als het objectief gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, bergt
u dit op een koele, droge plaats op om schimmelvorming te
voorkomen. Berg het objectief ook op uit de buurt van direct
zonlicht of chemicaliën zoals kamfer of nafta.
• Zorg dat er geen water op het objectief terechtkomt en laat het niet
in water vallen aangezien dit leidt tot roestvorming en defecten.
• Sommige onderdelen van het objectief zijn gemaakt van hard
plastic. Om beschadiging te voorkomen mag u het objectief
nooit op een zeer warme plaats laten liggen.
13. Standaardaccessoires
• 77mm voorste opsteeklensdop LC-77 • Achterste lensdop LF-1
• Bajonet-zonnekap HB-41 • Zachte tas CL-1120
14. Los verkrijgbare accessoires
• 77mm inschroeffilters
127
Nl
15. Specificaties
Type objectief:
D-type NIKKOR-objectief met ingebouwde
CPU en Nikon-bajonetvatting
Brandpuntsafstand: 24mm
Maximaal
diafragma:
f/3,5
Objectiefconstructie: 13 elementen in 10 groepen (3 EDlenselementen, 3 asferische lenselementen
en 1 lenselement met Nano Crystal Coat)
Beeldhoek:
84° bij 35mm (135) formaat Nikon film-SLR
camera’s en Nikon FX-formaat digitale
SLR-camera’s;
61° bij Nikon DX-formaat digitale
SLR-camera’s;
71° bij camera’s met IX240-systeem
Maximaal
1/2,7
reproductieverhouding:
Afstandsinformatie: Doorgeven aan camerabody
Nl
Scherpstelling:
Handmatig via aparte scherpstelring.
Schaal
opnameafstand:
In meters en feet van 0,21 m tot oneindig ()
Kortste
scherpstelafstand:
0,21 m
Aantal
9 stuks (afgerond)
diafragmalamellen:
Diafragma:
Elektrisch automatisch/One-touch
vooringestelde diafragmabediening
Diafragmaschaal:
f/3,5—f/32
128
Objectiefbeweging: tilt- en shiftbewegingen in rechte hoeken
(deze twee handelingen kunnen gewijzigd
worden tegen extra betaling, zodat ze in
dezelfde [parallelle] richting bewegen. De
shiftvergrendelingsknop kan ook
vervangen worden door een grotere, maar
deze grotere knop kan de bevestiging van
het objectief op de camera of de hantering
van het objectief negatief beïnvloeden.
Voor nadere bijzonderheden kunt u
contact opnemen met een officiële Nikon
service-vertegenwoordiging.)
Maximale shift: ±11,5mm
Maximale tilt: ±8,5°
Objectiefdraaiing:
90° rechtsom en linksom (klikstop voor
elke stap van 30°)
Belichtingsmeting:
Door middel van de volledige diafragmamethode
Montage-afmeting: 77 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen:
Circa 82,5 mm (diameter) x 108 mm (afstand
van de objectiefvatting op de camera)
Gewicht:
Circa 730 g
Nl
Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande
aankondiging worden gewijzigd door de fabrikant.
129
1
Corregir la distorsión de perspectiva del sujeto
• Sin desplazamiento (foto A): Cuando la distancia entre el
objetivo y el sujeto no coincide entre la parte superior e inferior
del sujeto, éste aparece con una perspectiva distorsionada en el
encuadre.
• Con desplazamiento (foto B): Para corregir la distorsión,
coloque la cámara en paralelo con relación al sujeto y desplace
el objetivo hacia arriba.
Korrekt perspektivdistorsion hos föremålet
• Utan skiftning (foto A): När avståndet från objektivet till
föremålet skiljer sig i övre och nedre kant, kan föremålet visas
med ett förvrängt perspektiv i motivet.
• Med skiftning (foto B): För att korrigera distorsion, placera
kameran parallellt med föremålet och skifta objektivet uppåt.
Коррекция искажений перспективы объекта
• Без сдвига (фото А): Если имеется разница в расстоянии
от объектива до верхней и нижней точек объекта,
перспектива объекта в кадре искажается.
• Со сдвигом (фото B): Для коррекции искажения
расположите фотокамеру параллельно объекту и
сдвиньте объектив вверх.
Perspectiefvertekening van het onderwerp corrigeren
• Zonder shiften (Foto A): Als de afstand tussen het objectief en
het onderwerp verschillend is vanaf de bovenkant en onderkant
van het onderwerp, zal het perspectief van het onderwerp
vertekend zijn in het beeld.
• Met shiften (Foto B): Plaats de camera parallel met het
onderwerp en shift het objectief omhoog om deze vertekening
te corrigeren.
198
2
Evitar reflejos no deseados
• Sin desplazamiento (foto C): Cuando dispare a una superficie
reflectante como un espejo, el fotógrafo o la cámara se pueden
reflejar en el encuadre.
• Con desplazamiento (foto D): Para evitar este reflejo, coloque
la cámara en una posición en la que no se produzca este reflejo
cuando desplace el objetivo hacia la izquierda.
Ta bort oönskade reflexer
• Utan skiftning (foto C): När du fotograferar en reflekterande
yta som en spegel, kan fotogarfen eller kameran spegla sig i
motivet.
• Med skiftning (foto D): Placera kameran i en position där en
sådan reflex inte uppstår, för att undvika en sådan reflex, skifta
sedan linsen åt vänster.
Устранение нежелательного отражения
• Без сдвига (фото C): При съемке отражающей
поверхности, например, зеркала, в кадре может остаться
отражение фотографа или камеры.
• Со сдвигом (фото D): Чтобы избежать такого отражения,
расположите камеру таким образом, чтобы отражение не
попадало в кадр, и сдвиньте объектив влево.
Ongewenste weerspiegelingen elimineren
• Zonder shiften (Foto C): Wanneer er een opname gemaakt
wordt van een weerspiegelend oppervlak, zoals een spiegel, kan
de fotograaf of de camera weerspiegeld worden in het beeld.
• Met shiften (Foto D): Om deze weerspiegeling te vermijden,
de camera zo bewegen dat deze weerspiegeling niet voorkomt,
en het objectief vervolgens naar links shiften.
202
3
Suprimir objetos no deseados del encuadre
• Sin desplazamiento (foto E): En ocasiones aparecen objetos
no deseados delante del sujeto principal en una posición
deseada para una composición determinada.
• Con desplazamiento (foto F): Para evitar que estos objetos
perturben la escena, mueva la cámara en sentido horizontal
hasta una posición en la que el objeto no esté dentro del
encuadre, a continuación desplace el objetivo hacia la izquierda.
Ta bort oönskade föremål ur motivet
• Utan skiftning (foto E): Ibland syns oönskade föremål framför
huvudföremålet i en önskad position för en specifik komposition.
• Med skiftning (foto F): För att ta bort sådana föremål så att de
inte förstör motivet, flytta kameran horisontellt till en position
där det oönskade föremålet inte finns med i motivet, skifta
sedan objektivet till vänster.
Устранение нежелательных объектов в кадре
• Без сдвига (фото E): Иногда впереди основного объекта,
находящегося в нужном положении для особой
компоновки кадра, появляются нежелательные элементы.
• Со сдвигом (фото F): Чтобы подобные объекты не
нарушали сюжет, переместите камеру в горизонтальной
плоскости в положение, при котором нежелательный
элемент не попадает в кадр, и сдвиньте объектив влево.
Ongewenste voorwerpen buiten beeld houden
• Zonder shiften (Foto E): Soms staan er ongewenste
voorwerpen voor het onderwerp dat we in een bepaalde positie
willen fotograferen om een specifieke compositie te krijgen.
• Met shiften (Foto F): Om te voorkomen dat dergelijke
voorwerpen het beeld verstoren, moet u de camera horizontaal
bewegen naar een positie waar het ongewenste voorwerp niet
in beeld is, en het objectief vervolgens naar links shiften.
206
4
Enfocar el plano entero del sujeto cuando no está paralelo a
la cámara
• Sin inclinación (foto G): Cuando el plano del sujeto no está
paralelo a la cámara, no puede lograrse el enfoque de todo el
plano del sujeto.
• Con inclinación (foto H): Incline el objetivo hacia abajo para
sacar una foto en la que todo el plano del sujeto esté enfocado.
Få fokus på hela planet när det inte är parallellt med
kameran
• Utan tiltning (foto G): När föremålets plan inte är parallellt
med kamera kan inte fokus uppnås i hela planet.
• Med tiltning (foto H): Tilta objektivet nedåt för att ta en bild
där hela planet är i fokus.
Удержание в фокусе всей плоскости объекта, если он
не параллелен фотокамере
• Без наклона (фото G): Если плоскость объекта не
параллельна фотокамере, она не может целиком остаться
в фокусе.
• С наклоном (фото H): Наклоните объектив вниз, чтобы
вся плоскость объекта находилась в фокусе.
Scherpstellen op het hele onderwerpvlak wanneer het niet
parallel is met de camera
• Zonder tilten (Foto G): Wanneer het onderwerpvlak niet
parallel is met de camera, kan er niet scherpgesteld worden op
het hele onderwerpvlak.
• Met tilten (Foto H): Tilt het objectief omlaag om een foto te
maken waarop het hele onderwerpvlak scherp is.
210
5
Фокусирование на отдельном элементе объекта
• Без наклона (фото I): Все элементы объекта в фокусе.
• С наклоном (фото J): Наклоните объектив влево, чтобы
сфокусироваться только на отельном элементе объекта.
Scherpstellen op een specifiek deel van het onderwerp
• Zonder tilten (Foto I): Er wordt scherpgesteld op alle delen van
het onderwerp.
• Met tilten (Foto J): Tilt het objectief naar links om alleen op
een specifiek deel van het onderwerp scherp te stellen.
Ottenere la messa a fuoco su una parte specifica del
soggetto
• Senza inclinazione (Foto I): La messa a fuoco è ottenuta su
tutte le parti del soggetto.
• Senza inclinazione (Foto J): Per ottenere la messa a fuoco solo
su una parte specifica del soggetto, inclinare l'obiettivo verso
sinistra.
拍摄对象的特定位置获得清晰对焦
• 不使用倾斜(照片I):拍摄对象的各个位置均获得清晰对焦。
• 使用倾斜(照片J):向左倾斜镜头,仅使拍摄对象的特定位置
获得清晰对焦。
對焦於主體的特定部分
• 無移軸(照片I): 對焦於主體的所有部分。
• 有移軸(照片J): 將鏡頭向左傾斜,僅對焦在主體的特定部
分。
214
• Sin desplazamiento ni inclinación (foto K): Sin emplear el
desplazamiento ni la inclinación, el sujeto aparece distorsionado,
y sólo está enfocada una pequeña zona del sujeto.
• Con desplazamiento (foto L)
• Con inclinación (foto M)
• Con desplazamiento e inclinación (foto N): Al emplear las
funciones de desplazamiento e inclinación, el sujeto aparece con la
perspectiva corregida y toda la zona del sujeto está enfocada.
• Utan skiftning och tiltning (foto K): Utan att använda
skiftning och tiltning verkar föremåler vara förvrängt, och bara
ett litet område av föremålet är i fokus.
• Med skiftning (foto L)
• Med tiltning (foto M)
• Med skiftning och tiltning (foto N): När funktionerna för
skiftning och tiltning används, visas föremålet med rätt
perspektiv, och hela föremålet är i fokus.
• Без сдвига и наклона (фото K): Без использования
функции сдвига и наклона объект искажен, только
небольшая область объекта остается в фокусе.
• Со сдвигом (фото L)
• С наклоном (фото M)
• Со сдвигом и наклоном (фото N): С использованием
функции сдвига и наклона перспектива объекта
скорректирована, вся область объекта в фокусе.
• Zonder tiltshift (Foto K): Wanneer u geen tiltshift gebruikt zal
het onderwerp er vertekend uitzien, en slechts een klein deel
van het onderwerp zal scherp zijn.
• Met shiften (Foto L)
• Met tilten (Foto M)
• Met tiltshift (Foto N): Wanneer u tiltshift gebruikt zal het
perspectief van het onderwerp gecorrigeerd worden, en zal het
hele vlak van het onderwerp scherp zijn.
219