het kanaal met de kleinste hoeveelheid geheugen hoeveel geheugen wordt toegewezen aan de
tweekanaalmodus. De rest wordt toegewezen aan de enkelkanaalmodus. Voor een optimale
snelheid moeten de kanalen zodanig worden uitgebalanceerd dat de grootste hoeveelheid
geheugen evenredig wordt verdeeld over de twee kanalen. Als één kanaal meer geheugen bevat
dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid worden toegewezen aan kanaal A. Als u
bijvoorbeeld een 2-GB DIMM en drie 1-GB DIMM's in de voetjes plaatst, moet in kanaal A de
2-GB DIMM en een 1-GB DIMM worden geplaatst en in kanaal B de twee andere 1-GB DIMM's.
In deze configuratie wordt 4 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 1 GB in enkelkanaalmodus.
●
In elke modus wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem.
DIMM's installeren
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd
spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact,
ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van geheugenmodules
terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de
geheugenmodules of de systeemkaart. Als op de systeemkaart nog een lampje brandt, staat er nog
steeds spanning op het systeem.
De voetjes voor geheugenmodules hebben vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is het
belangrijk dat u geheugenmodules met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/of oxidatie ten
gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen.
Een ontlading van statische elektriciteit kan leiden tot beschadiging van uitbreidingskaarten of andere
elektronische onderdelen van de computer. Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen. Raak een
geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie
bijlage D,
Elektrostatische ontlading op pagina 62.
Voorkom dat u contactpunten aanraakt terwijl u een geheugenmodule hanteert. Als u dat wel doet, kunt
u de module beschadigen.
1.
Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2.
Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer.
3.
Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
4.
Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit
het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd
spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact,
ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld Het toevoegen of verwijderen van
geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart. Als op de systeemkaart nog een
lampje brandt, staat er nog steeds spanning op het systeem.
5.
Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard.
6.
Verwijder het toegangspaneel.
20 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades