25
Verhelpen van storingen
De onderstaande checklist kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het toestel
kunnen voordoen.
Lees voor u de onderstaande checklist overloopt
eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik.
Algemeen
Geen geluid.
• Regel het volume met (+).
• Zet de ATT-functie af.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET knop werd ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu werden
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
De pieptoon is afgezet (pagina 17).
Aanduidingen verdwijnen van/verschijnen
niet in het display.
• De klokweergave verdwijnt wanneer u
(OFF) 2 seconden ingedrukt houdt.
t Druk (OFF) nogmaals 2 seconden in om
de klok te laten verschijnen.
• Verwijder het frontpaneel en reinig de
aansluitingen. Zie “Aansluitingen
schoonmaken” (pagina 22) voor details.
Voorkeuzezenders en tijd zijn gewist.
Zekering doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
hulpvoedingsaansluiting van de auto.
Het toestel wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC stand.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een
cassette) om het toestel te laten werken.
Het toestel wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC stand.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
Cassetteweergave
Het geluid is vervormd.
De bandkop is vuil.
t Reinig de kop met een in de handel
verkrijgbare reinigingscassette van het
droge type.
Wanneer AMS niet juist werkt.
• Er is ruis tussen tracks.
• De blanco ruimte is te kort (minder dan
4 seconden).
• Een lange pauze of een laagfrequent/stil
gedeelte wordt beschouwd als een blanco
ruimte.
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een elektrische antennebedieningskabel
(blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op
de voedingskabel van de auto-
antenneversterker. (Alleen indien uw wagen
is uitgerust met een FM/MW (MG)/LW (LG)
-antenne in de achter-/zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie staat op “ON”.
t Zet de lokale zoekfunctie op “OFF”
(pagina 10).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
“ST” knippert in het uitleesvenster.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar mono-ontvangst
(pagina 10).
Een stereo uitzending weerklinkt in mono.
Het toestel staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer mono-ontvangst (pagina 10).